Structured Information Analysis Advanced

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Structured Information Analysis Advanced"

Transcriptie

1 Structured Information Analysis Advanced SIAA Arie Bubberman 12/10/2009

2 Inhoudsopgave Analyse in het ontwikkelproces... 4 Aspecten van informatieanalyse... 4 Bedrijfsgerichte analyseactiviteiten... 4 Bedrijfsactiviteiten modelleren... 4 Informatie modelleren... 5 Systeemgerichte specificatieactiviteiten... 5 Systeem afbakenen:... 5 Modelleren van systeemfuncties en gegevens:... 5 Ontwerpen en coderen:... 5 Applicatiegeneratie... 5 MDA: Model Driven Achitecture... 6 Het tot stand komen van modellen... 6 Incrementele en iteratieve ontwikkelbenadering... 6 Joint Application Design (JAD)... 6 Projectuitvoering MAD... 7 Analyses uitvoeren... 7 Procesanalyse uitvoeren... 7 Objectanalyse uitvoeren... 8 Procesmodel opstellen... 9 Schrijfwijze procesmodel... 9 Tekens... 9 Plaatsing stromen Procesmodel maken Processen Decomponeren Nummering Stromen Decomponeren Consistentie tussen diagrammen Overige regels procesmodel Introduceren nieuwe stromen Splitsen en samenvoegen stromen Terugkoppeling Combinatie controle en uitvoer Informatiemodel opstellen... 12

3 ER- schrijfwijze Informatiemodel maken Opstellen ER- dagram Opstellen beschrijvingen Informatieregels formuleren Overige regels informatiemodel Objectivering Subtypen Afleidbaarheid... 14

4 Analyse in het ontwikkelproces Aspecten van informatieanalyse Modelleren: De werkelijkheid volgens bepaalde afspraken weergeven in een model om inzicht te krijgen in die werkelijkheid. Modellen kunnen worden onderverdeeld in 2 soorten: 1) Bedrijfsgerichte modellen. Deze worden opgesteld met behulp van bedrijfsgerichte analyseactiviteiten. 2) Systeemgerichte modellen Deze worden opgesteld met behulp van systeemgerichte specificatieactiviteiten. Bedrijfsgerichte analyseactiviteiten Er zijn 2 soorten bedrijfsgerichte analyseactiviteiten: Bedrijfsactiviteiten modelleren Procesanalyse: dit is het vertalen van bedrijfsprocessen naar een bedrijfsactiviteitenmodel oftewel een procesmodel. Het doel hiervan is het inzicht krijgen in de bedrijfsactiviteiten en hun informatieuitwisseling. Ook kan het dienen als hulpmiddel vin de communicatie met gebruikers en om bedrijfsprocessen te selecteren die voor automatisering in aanmerking komen IDEF0: Dit is een standaard gebaseerd op de Structured Analysis Design Technique (SADT) en kan zowel informatie als fysieke stromen weergeven. Deze benadering is breder dan andere benaderingen en kan bedrijfsprocessen en stromen weergeven, die niet geautomatiseerd kunnen worden. De afbakening van wat wel/niet geautomatiseerd gaat worden gebeurd na het opstellen van het bedrijfsactiviteitenmodel. De primaire doelstellingen zijn: 1. Een manier bieden om compleet en consistent de functies en de relatie tussen de functies van een systeem of organisatie te modelleren. 2. Een techniek bieden die onafhankelijk is van specifieke ontwikkeltools, maar die wel in samenwerking gebruikt kan worden 3. Een generiek, precies, bondige, conceptueel en flexibele modelleringtechniek bieden De kenmerken zijn: 1. Kan een grafische representatie geven van bedrijfsprocessen op elk gewenst detailniveau 2. Een samenhangende en simpele taal voor een consistent gebruik en interpretatie 3. Ondersteunt communicatie tussen systeemanalisten,ontwikkelaars en gebruikers doordat de taal gemakkelijk te leren is en heeft een hiërarchische details weergave voor de overzichtelijkheid. 4. De taal is goed getest en heeft zijn sporen verdiend 5. Kunnen in veel grafische programma s gemaakt worden en veel producten ondersteunen IDEF0

5 Actimod: deze methode onderscheidt activiteiten, informatiestromen en materiestromen 1. Activiteit: een bedrijfsactiviteit die door een mens of machine wordt uitgevoerd 2. Informatiestroom: de uitwisseling van informatie tussen de activiteiten 3. Materiestroom: de uitwisseling van materie tussen de activiteiten Informatie modelleren ERD: Entiteit relatie diagrammen. 1. Entiteittype: ook wel objecttypen. Dit zijn groepen of soorten van objecten binnen de bedrijfsactiviteiten. Wordt weergeven als een rechthoek. 2. Relatietype: Geven de samenhang weer tussen entiteittypen. Wordt weergeven als een lijn tussen 2 entiteittypen met de naam ernaast, of een ruit in het midden van de lijn met daarin de naam van het relatietype. 3. Informatieregels: ook wel attribuuttypen genoemd. Worden toegevoegd aan de entiteittypen. Het zijn de gegevens die bij een entiteittype horen. Worden in het diagram of in een aparte beschrijving geplaatst. Systeemgerichte specificatieactiviteiten Dit zijn de activiteiten om het systeem te kunnen ontwerpen en te bouwen. Systeem afbakenen: Dit is het vaststellen wat er wel en niet tot het geautomatiseerde systeem behoort. 1. Systeem- contextmodel: Ook wel contextdiagram genaamd. Hierin wordt de systeemafbakening opgenomen. Het systeem wordt als eenheid gezien en is een black box waar informatie en materiestromen binnenkomen en uitgaan. Het maakt duidelijk wat er wel en niet tot het systeem behoort. Modelleren van systeemfuncties en gegevens: 1. Systeemfuncties modelleren: De functionaliteit van het geautomatiseerde informatiesysteem wordt vastgelegd in een model. Hierbij worden de proces, het gedrag van het systeem en de gegevens weergeven 2. Gegevens modelleren:de informatiebehoefte die vastgelegd is in het informatiemodel vastleggen in een structuur van gegevenstypen, oftewel een gegevensmodel. Ontwerpen en coderen: 1. Softwareontwerp: Hier worden de onderlinge(hiërarchische) samenhang tussen verschillende softwareonderdelen en de gegevens die onderling uitgewisseld worden weergeven. 2. Databaseontwerp: Dit is een vertaling van het gegevensmodel in structuren voor het opslaan van gegevens. 3. Coderen: De ontwerpen worden vervolgens vertaald in een programma + database. Applicatiegeneratie Applicatiegeneratoren kunnen aan de hand van modellen een werkende applicatie genereren. Uitgangspunten:

6 1. Alle informatiesystemen worden op de zelfde manier automatisch opgebouwd. Menustructuur, onderhoudsfuncties voor de database etc. Dit is de triviale functionaliteit. 2. Het onderwerp waarvoor het systeem gebouwd wordt maakt het systeem verschillend van anderen. Ook wel het universum van discussie genoemd. 3. Het systeem kan gemodelleerd worden in een relationeel gegevensmodel of een objectmodel aangevuld met gedragsregels. Standaardfunctionaliteiten: 1. Database structuur 2. Keuzemenu 3. Mutatiescherm voor elke tabel (verwijderen/toevoegen/wijzigen) 4. Navigatiepaden tussen tabellen 5. Zoekfuncties 6. Databasetechnische functies zoals: bewaken van referentiële integriteit en database regels MDA: Model Driven Achitecture Dit is een raamwerk van modellen opgesteld in UML, waarmee getracht wordt de complexiteit van applicaties te beheersen. De vertalingen tussen de verschillende modellen vind plaats doormiddel van applicatiegeneratoren. MDA kent 3 niveaus: 1. Een platformonafhankelijk model: hier wordt de functionaliteit en het gedrag vastgelegd 2. Een platformspecifiek model: Hier wordt systeem beschreven zoals nodig is voor het gekozen platform. 3. Een implementatiemodel: Dit model omvat alle code die nodig is, wordt gegenereerd uit het platformspecifieke model. Het tot stand komen van modellen MAD (Model Application Development) Incrementele en iteratieve ontwikkelbenadering Kenmerken: 1. Incrementeel onwikkelen: beginnen met een kleine basis en deze vervolgens steeds verder uitbreiden. Een increment is een afzonderlijk bruikbare eenheid inclusief documentatie, specificaties etc. 2. Iteratief ontwikkelen: het steeds weer doorlopen van het traject: analyse, ontwerp en implementatie. Telkens een klein lineair traject doorlopen 3. Time-boxes: Stel een bepaalde periode vast en bepaal wat er binnen die periode gedaan kan worden. Er komt dan altijd een werkend systeem, met de functionaliteit binnen die tijd gemaakt kon worden. Daarna wordt er een nieuwe periode vastgesteld. a. Voordeel: De tastbaarheid voor de organisatie. Snelle resultaten b. Nadeel: Door de grote mate van flexibiliteit is het moeilijk deze projecten goed te managen. Soms zorgt dit er voor dat een informatie systeem niet uit de ontwikkelfase komt Joint Application Design (JAD) MAD maakt gebruik van JAD. Dit is een techniek die zorgt voor een effectieve communicatie tussen informatieanalisten en gebruikers. JAD- sessie: Dit is een soort workshop. Wordt gebruikt om huidige bedrijfsactiviteiten en

7 systeemgerichte specificatieactiviteiten in kaart te brengen. Wordt geïnitieerd door de opdrachtgever die ook de bedrijfsdoelstellingen definieert. Gebruikers formuleren eisen en wensen. De informatieanalisten vertalen deze naar modellen. Er zijn specialisten aanwezig voor vragen. De secretaris zorgt voor documentatie en een verslag van de sessie. Projectuitvoering MAD 1. Opstellen bedrijfsactiviteitenmodel: is een belangrijk communicatiemiddel tussen analisten en gebruikers, zodat er zekerheid is dat men het over dezelfde zaken heeft. 2. Opstellen informatiemodel: Wordt vaak gemaakt met behulp van een prototype, zodat er over gediscussieerd kan worden 3. Afbakenen systeem: Wat gaat er wel en niet bij het systeem horen 4. Definieren incrementen: deze worden gemaakt aan de hand van het informatiemodel, mogen niet groter zijn dan een half manjaar werk. 5. Definieren gegevensstructuur: Voor elk increment moet de gegevensstructuur gedefinieerd worden op basis van het informatiemodel. Dit kan ingevoerd worden in een applicatiegenerator om een initieel systeem te creëren. 6. Specificeren gedrag: informatieregels opstellen om de functionaliteit te kunnen specificeren 7. Definieren user interface: In overleg met de gebruiker wordt dit gemaakt. 8. Ontwikkelen: Het aanvullen van de gegenereerde versie van het systeem met de onderdelen die niet gegenereerd kunnen worden. Bijvoorbeeld interfaces, rapporten of berekeningen. Worden hier ontworpen, gebouwd en getest. 9. Implementeren: Het increment wordt nu geïmplementeerd in de gebruikersomgeving en er wordt een acceptatietest uitgevoerd. Analyses uitvoeren Procesanalyse uitvoeren 1. Verzamelen feitenkennis Er moet feitenkennis verzameld worden over het onderzoeksgebied, dat in de meeste gevallen de activiteiten van de organisatie zijn of een deel van de organisatie. Er zijn verschillende bronnen: procedurevoorschriften, functiebeschrijvingen, interviews en notulen. 2. Opstellen lijsten van processen en stromen De relevante processen en stromen moeten vastgesteld worden. Dit kan gedaan worden door de feitenkennis te doorlopen en daaruit werkwoorden en zelfstandig naamwoorden te halen. De lijst met werkwoorden geeft een overzicht van de potentiële processen die van belang zijn en de lijst met zelfstandig naamwoorden geeft een overzicht van de potentiële stromen. De eerste lijsten zijn vaak lang en bevatten woorden die niet relevant zijn. Deze lijsten moeten gefilterd worden, door bijvoorbeeld dubbele woorden er uit te halen (bv: klant en koper). Daarnaast moet gekeken wat er binnen het systeem valt en wat niet. De lijsten vormen de basis voor het contextdiagram. 3. Opstellen contextdiagram Dit diagram geeft de scope van de analyse in het geheel weer als 1 bedrijfsproces. Een topdiagram bestaat uit alleen het hoofdproces, de externe processen worden hier dus weggelaten. De diagrammen bestaan uit de volgende tekens/symbolen:

8 1. Rechthoek: Het hoofdproces en de overige betrokken procesen die informatie leveren of geleverd krijgen 2. Pijl met enkele lijn: De informatiestromen 3. Pijl met dubbele lijn: De materiestromen 4. Decomponeren Het hoofdproces moet vervolgens opgedeeld worden in subprocessen. Dit gebeurt op basis van de werkwoordenlijst waarin de structuur in principe al is aangebracht. Een decompositie bestaat meestal uit 3 tot 7 deelprocessen. Als er meer deelprocessen zijn, wordt er voor de overzichtelijkheid een extra niveau aangebracht. Decomponeren kan dus meerdere keren herhaald worden om alle processen tot in detail te beschrijven. De deelpocessen worden eerst op een diagonaal gezet en daarna worden de stromen uit het contextdiagram bij de juiste processen geplaatst. 5. Beschrijven van activiteiten en stromen De processen en stromen moeten zorgvuldig beschreven worden. Dit is nodig om op detailniveau duidelijkheid te krijgen en eventuele misverstanden te voorkomen. Standaard bestaat deze beschrijving uit: de naam, de omschrijving en overige specificaties. Bij procesbeschrijvingen komen daar nog de in en uitgaan de stromen bij. Hierbij kunnen, indien relevant, de samenstellende delen aangegeven worden. Meestal betekend dit een aantal gegevens(attribuuttypen) behorende bij een informatiestroom(entiteittype). 6. Afstemmen met het informatiemodel Als de diagrammen en beschrijvingen zijn opgesteld moeten deze gecontroleerd worden. Dit wordt gedaan door afstemming met het informatiemodel. ER wordt gekeken of alle benodigde informatie zowel in het procesmodel als in het informatiemodel voorkomt. 7. Verifiëren van het model Het model wordt gecontroleerd op juistheid en volledigheid. Wordt gedaan met behulp van een inspectie waarbij de diagrammen en beschrijvingen worden gecontroleerd door gebruikers en andere specialisten. Dit leidt tot een advies aan de maker van de diagrammen en beschrijvingen. De maker blijft verantwoordelijk voor het eindproduct. Objectanalyse uitvoeren Dit is het modelleren van informatie. Dit gebeurt doormiddel van een objectanalyse die leidt tot een objectmodel ook wel een informatiemodel genoemd. Het informatiemodel bestaat uit: 1. Informatiestructuurmodel: Bestaat uit een diagram en een beschrijving van de entiteittypen 2. Informatieregels De objecten/entiteiten met hun onderlinge relaties staan hier centraal. 1) Identificeren entiteittypen en relatietypen Welke entiteiten zijn relevant als we uitgaan van het procesmodel. Vervolgens moeten de onderlinge relaties tussen de entiteittypen vastgesteld worden. 2) Opstellen informatiestructuurdiagram Een informatiestructuurdiagram wordt ook wel ERD, entiteitstructuurdiagram of object genoemd. Het geeft de entiteittypen en relatietypen grafisch weer. a. Rechthoeken: Entiteittypen b. Ovalen: relatietypen. Staat tussen 2 entiteittypen in Kardinaliteit/ multipliciteit: Het minimale en maximale aantal dat een entiteittype kan voorkomen in relatie tot een ander entiteittype. 3) Toevoegen attribuuttypen

9 Dit zijn de gegevens die bij de entiteittypen horen, zoals een klantnummer, klant naam etc. De attribuuttypen kunnen uit de beschrijving van het procesmodel gehaald worden. 4) Beschrijven entiteittypen, relatietypen en attribuuttypen Hier wordt alles goed beschreven, zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan. De beschrijving van het informatiestructuurmodel bestaat uit een tabel met daarin de naam, identificerende attribuuttypen en een overzicht van alle bijbehorende attribuuttypen. De naam moet uniek zijn en herkenbaar voor de gebruiker. 5) Toevoegen informatieregels Hier worden de informatieregels oftewel bedrijfsregels toegevoegd. Dit zijn wetmatigheden en restricties die gelden in de werkelijkheid van de organisatie en dus ook in het model ervan. Er zijn zes soorten regels a. Identificatieregels: Dit zijn de identificerende attributen of sleutels die al in de beschrijvingen zijn opgenomen. Het is het unieke attribuut van een entiteit. b. Verplichte attributenregel: Deze regel geeft aan welke attributen verplicht bekend/ingevuld moeten zijn als een entiteit aanwezig is. c. Validatie regels: Deze regels geven de toegestane waarden voor een attribuut aan. d. Afhankelijkheidregels: Deze regels beschrijven onderlinge afhankelijkheden tussen attributen van een entiteit of tussen attributen van verschillende entiteiten. e. Afleidingsregels: Hier kan de waarde van een attribuut afgeleid worden uit de waarde van andere attributen. f. Transitieregels: Dit zin de regels die betrekking hebben op de toegestane veranderingen in waarde van een attribuut. 6) Afstemmen en verifiëren van het model Het informatiemodel moet: a. Afgestemd worden met het procesmodel b. Geverifieerd worden Om vast te stellen dat de afstemming tussen beide werkelijk goed is, moeten deze punten gecontroleerd worden a. Bevat het model de benodigde informatie voor de processen, maar niet te veel informatie b. Wordt de informatie uit het model gebruikt door processen en daardoor onderhouden. c. Zin alle beschrijvingen eenduidig en helder d. Hebben de modellen voldoende diepgang voor het vastgestelde doel? e. Zijn de modellen correct en volledig, en dus geverifieerd. Procesmodel opstellen Schrijfwijze procesmodel Het procesmodel wordt beschreven volgens de actimod standaard Tekens Er zijn 3 verschillende tekens waar IDEF0 (Actimod variant) gebruik van maakt: 1) Rechthoek: hiermee wordt een activiteit aangegeven. Deze activiteit wordt uitgevoerd door mensen, machines of computers. 2) Enkele pijl: Hiermee wordt een informatiestroom weergeven. Dit is de uitwisseling van informatie tussen activiteiten of externe actoren met relevante bedrijfsactiviteiten 3) Dubbele pijl: Hiermee wordt een materiestroom weergeven. Dit is de uitwisseling van materie oftewel fysieke zaken.

10 Plaatsing stromen De plaatsing van een stroom geeft aan wat voor stroom het is: 1) Een pijl naar de zijkant van de activiteit is een invoerstroom. 2) Een pijl vanaf de zijkant van de activiteit is een uitvoerstroom. 3) Een pijl aan de bovenkant van de activiteit is een controlstroom. Invoerstromen en uitvoerstromen Een invoerstroom ondergaat een transformatie die leidt tot een uitvoerstroom. De activiteit(rechthoek) zorgt er voor dat er iets in die stroom veranderd. Voorbeeld: geplaatste bestelling Gereedmaken bestelling bestelling gereed In en uitvoerstromen kunnen zowel informatie als materiestromen zijn. Controlstromen Dit zijn stromen die geen verandering ondergaan in de activiteit maar die wel nodig zijn om die activiteit goed te laten verlopen. Ook wel controle of besturingsstromen genoemd. Klantinformatie is bijvoorbeeld nodig om een factuur op te kunnen stellen, maar de klantinformatie veranderd zelf niet tijdens de activiteit opstellen factuur. Procesmodel maken Het uitgangspunt van het procesmodel is het topdiagram. Dit proces wordt opgesplitst zodat er op detailniveau activiteiten beschreven kunnen worden. Dit is het Decomponeren van processen Processen Decomponeren Het opsplitsen vind vaak in meer stappen plaats. Een proces wordt voor de overzichtelijkheid per stap opgedeeld in 3 tot 6 subprocessen. Vaak moet een subproces ook weer opgesplitst worden, omdat niet alle details uitgewerkt kunnen worden. Het is belangrijk om te stoppen met decomponeren op het moment dat het duidelijk is welke activiteiten volledig handmatig en welke volledig geformaliseerd uitgevoerd worden. Horizontal balancing: Dit is het gelijkmatig verdelen van het proces over de subprocessen. Alle subprocessen bij elkaar moeten onder het hoofdproces vallen. Het hoofdproces moet op alle gebieden afgedekt zijn en er mogen geen subprocessen toegevoegd worden die niet onder het hoofdproces vallen. Nummering Nummering is nodig om de gedecomponeerde modellen goed te kunnen ordenen. De nummering wordt als volgt gedaan: A-1 (Spreek uit als a min 1 ): Dit nummer heeft een contextdiagram om aan te geven dat dit diagram meer geeft dan alleen het hoofdproces. A-0 (spreek uit als a min 0 : Dit is het topdiagram. Het hoofdproces heeft hier het nummer A0 A0: Dit is het diagram waarin het hoofdproces wordt opgeplitst. Het hoofdproces heet ook hier weer A0. De subprocessen krijgen de nummers A1, A2 etc.

11 A1: Dit is het diagram waarin het subproces A1 nogmaals is opgesplitst. De subprocessen die hier ontstaan krijgen dan de nummering: A11, A12 etc. Op deze manier kunnen ook de andere subprocessen weer gesplitst worden. Stromen Decomponeren Stromen kunnen ook gedecomponeerd worden. Zo kan een materie- of informatiestroom die op een hoger niveau 1 stroom is, op een lager niveau opgedeeld worden in meerdere stromen. Voorbeeld: het A-0 diagram heeft alleen de stroom klantinformatie en het A0 diagram heeft de stromen: klant bezorg gegevens en Klant factuur gegevens. Consistentie tussen diagrammen Level balancing: Dezelfde stromen die het hoofdproces in- en uitgaan moeten ook de deelprocessen in- en uitgaan. Hierbij zijn 3 punten belangrijk: 1) Alle stromen moeten terugkomen, maar het hoeft niet zo te zijn dat de stromen het eerste subproces moeten binnen komen en het laatste subproces moeten uitgaan. 2) Al worden stromen gedecomponeerd, er moet op lager niveau een balans zijn. Het moet duidelijk zijn in welke deelstromen een stroom is opgedeeld. Dit is voor de consistentie 3) Stromen tussen subprocessen worden niet meegenomen in de controle op consistentie. Deze zijn er slechts om de onderlinge samenhang van de subprocessen te weergeven. Overige regels procesmodel Op lagere niveaus kunnen onder bepaalde voorwaarden stromen geïntroduceerd, gesplitst, samengevoegd, teruggekoppeld of gecombineerd worden Introduceren nieuwe stromen Sommige stromen zijn op hoger niveau niet relevant, maar op een subniveau wel. Daarom mogen er stromen toegevoegd worden. Het toevoegen van stromen wordt tunneling genoemd. Om aan te geven dat het om stromen gaat die niet op het hogere niveau voorkomen, worden aan de pijlen haakjes toegevoegd. Dit geld voor invoer, uitvoer en controlstromen. Tunneling: het toevoegen van stromen op lagere niveaus Splitsen en samenvoegen stromen Binnen 1 diagram kunnen stromen worden gesplitst in deelstromen of kunnen deelstromen samengevoegd worden tot 1 stroom Branching: dit is het splitsen van stromen in deelstromen Joining: Dit is het samenvoegen van deelstromen in stromen Terugkoppeling Het kan voorkomen dat informatiestromen als uitvoer van een subproces teruggekoppeld worden naar een eerder subproces in het diagram, om daar als invoerstroom of controlstroom te dienen. - Bij invoer wordt de stroom onderlangs naar de activiteit getekend - Bij control wordt de stroom bovenlangs naar de activiteit getekend Combinatie controle en uitvoer De controlstroom kan ook leiden tot een uitvoerstroom. Als dit het geval is wordt er geen aparte uitvoerstroom getekend, maar wordt dit doormiddel van een pijl met 2 punten aangegeven. Dit wordt het actualiseren van een controlstroom genoemd.

12 Informatiemodel opstellen ER- schrijfwijze Het ER- model volgens ISO kent twee elementen 1) ER-Diagram: Dit diagram bestaat uit een aantal basistekens a. Rechthoek: dit tekens staat voor een entiteittype. Hierin wordt de naam van de entiteit geplaatst doormiddel van een zelfstandig naamwoord b. Ovaal: dit teken staat voor een relatietype. Hierin wordt de naam van de relatie weergeven in de vorm van een werkwoord. c. Dikke open pijl: dit teken staat voor een subtype van een entiteittype. De pijl vertrekt vanuit het subtype( ook een entiteittype) naar het entiteit type. Een subtype is een entiteit type die alle kenmerken van het hoofdtype heeft, aangevuld met specifieke gegevens. d. Cijfers: Deze staan voor de kardinaliteit. Deze geven de aard van de relatie aan tussen twee entiteittypen. De mogelijheden zijn 0, 1 en N. 0: dit betekent dat de relatie niet verplicht hoeft te bestaan. Een artikel hoeft bijvoorbeeld altijd in een bestelling te zitten 1: dit betekent dat er precies 1 verband voorkomt. Een bestelling heeft bijvoorbeeld maar 1 factuur N: dit betekent dat er meer verbanden kunnen bestaan Vervolgens wordt er per entiteittype en per relatietype een minimum en maximum waarde vast gesteld. Er zijn 4 verschillende varianten: 0,1: een entiteittype kan niet of maximaal 1 keer voorkomen in de relatie 0,N: Een entiteittype kan 0 of meer keren voorkomen in de relatie 1,1: Een entiteittype komt altijd precies 1 keer voor in de relatie 1,N: Een entiteittype komt minimaal 1 keer voor in een relatie 2) ER-beschrijving: Naast het diagram maken beschrijvingen ook deel uit van het model. Er zijn 2 soorten beschrijvingen, die van de entiteittypen en van de relatietypen. De beschrijving voor de entiteittypen bestaan uit: a. Entity-type (ET) voor de naam b. Identifier(ID) voor het identificerende attribuuttype c. Description(DE) voor het overzicht van attributen De beschrijving voor een relatietype bestaat uit: a. Relationshiptype voor de naam b. Dimension om aan te geven hoeveel verbindingen het relatietype heeft met entiteittypen c. Collection voor een overzicht van de namen van de verschillende entiteittypen waarmee het relatietype een verbinding heeft. d. Cardinality voor de kardinaliteiten met de verschillende entiteittypen

13 Informatiemodel maken Opstellen ER- dagram Benoemen van entiteittypen: De eerste stap is het vaststellen van de entiteittypen. Meestal zal dit op basis van het procesmodel duidelijk zijn. Belangrijk is om de termen te gebruiken binnen de organisatie. Denk aan bijvoorbeeld in een hotel aan de termen: cliënt en gast. Er wordt dezelfde persoon bedoeld, maar het woord gast past veel beter bij een hotel dan cliënt. Koppelen entiteittypen doormiddel van relatietypen: Vervolgens worden er koppelingen aangebracht tussen de entiteittypen door het benoemen van relatietypen. Maak hierbij gebruik van hele werkwoorden, die herkenbaar zijn in de organisatie (boeken, bestellen etc.) probeer woorden te gebruiken die een zin kunnen vormen (denk aan Artikel, opnemen in, Bestelling, ) Toewijzen kardinaliteiten: bepaal bij elke combinatie van entiteittype met relatietype allereerst of het entiteittype verplicht moet voorkomen, oftewel of het minimum 0 of 1 is. Bepaal vervolgens hoe vaak een entiteittype mag voorkomen in de relatie, oftewel het maximum 1 of N Opstellen beschrijvingen Bij de beschrijvingen van relatietypen kan alle informatie worden afgeleid uit het ER- Diagram. Daarom zijn beschrijvingen ook optioneel en worden ook vaak niet opgesteld. Bij beschrijvingen over een entiteittype moeten wel andere gegevens gebruikt worden, namelijk die over de bijbehordende attribuuttypen Identificering attribuuttype: Om vast te stellen op welke entiteit bepaalde gegevens betrekking hebben moet een identificerend attribuuttype of een combinatie van attribuuttypen worden vastgesteld. Dit moet een unieke waarde zijn voor alle entiteiten( Auto kenteken). Overige attribuuttypen: Vervolgens moeten de andere attribuuttypen die horen bij het entiteittype opgesteld worden. Deze kunnen meestal uit de beschrijvingen bij het procesmodel afgeleid worden. Als dit niet zo is, kunnen ze uit de feitenkennis of extra interviews verworven worden. Informatieregels formuleren Bij het opstellen van een informatiemodel kunnen slechts een paar informatieregels grafisch of in de beschrijving worden weergeven. Alle overige bedrijfsregels moeten apart in tekst aan het model worden toegevoegd worden. Denk hierbij aan: 1. Attributen waarvan de waarde kan worden afgeleid van de waarden van andere attributen 2. De toegestane waarden voor een attribuut 3. De onderlinge afhankelijkheden tussen entiteittypen of tussen attributen 4. De toegestane veranderingen in de status van een entiteittype

14 Overige regels informatiemodel Verder zijn er nog een aantal bijzondere gevallen bij het opstellen van een informatiemodel Objectivering In sommige gevallen kan een attribuuttype niet worden toegewezen aan een entiteittype, maar wordt deze bepaald door de relatie tussen 2 entiteittypen. Om dit te kunnen modelleren moet een relatietype geobjectiveerd worden. Dit houdt in dat er van een relatietype een entiteittype gemaakt wordt, en dat daaraan het attribuuttype wordt toegevoegd. Subtypen Een subtype is een entiteittype dat alle kenmerken heeft van het hoofdtype aangevuld met specifieke gegevens die alleen gelden voor het subtype. Deze wordt weergeven door een dikke, open pijl die vanuit het subtype naar het hoofdtype loopt. Er zijn 2 soorten subtypen 1. Niet-disjunct: subtypes die elkaar niet uitsluiten 2. Disjunct: Subtypes die elkaar wel uitsluiten Iemand kan bijvoorbeeld zowel manager als ondernemingsraadlid zijn (niet disjunct). Een medewerker kan niet tegelijkertijd een vaste medewerker zijn en een uitzendkracht (disjunct) Afleidbaarheid Soms kan een attribuuttype, als deze afleidbaar is van andere gegevens toch opgenomen worden in het model. Dit komt omdat in het model informatiebehoefte wordt vastgelegd. Als er behoefte is aan de betreffende informatie, mag het niet zomaar weggelaten worden. Dit geld alleen voor de structurele informatiebehoefte en niet voor de ad hoc informatiebehoeften.

Model-based Application Development

Model-based Application Development Model-based Application Development Model Driven Development Modelleren en genereren van informatiesystemen Kees Kranenburg, Ad van Riel Syllabus voor studenten Uitgave 2007 Inhoud Ten geleide...4 1 MAD:

Nadere informatie

Informatieanalyse en modellering

Informatieanalyse en modellering HS.1 HS.1 1000 blz 5 1 Informatieanalyse en modellering Systeemontwikkeling - Informatieanalyse en Modelleren - Hoofdstuk: 1 Samenhang informatieanalyse, systeem modellen en SQL INFORMATIEANALYSE > is

Nadere informatie

Opleiding SQL / Systeemanalyse IBK ERD. Hogeschool Rotterdam

Opleiding SQL / Systeemanalyse IBK ERD. Hogeschool Rotterdam Opleiding SQL / Systeemanalyse IBK ERD Hogeschool Rotterdam ERD ERD = Entity Relationship diagram is een model of diagram voor het inzichtelijk te maken van een conceptueel datamodel. Het is een visuele

Nadere informatie

VAN USE CASE NAAR TEST CASE ORDINA SMART COMPETENCE CENTER

VAN USE CASE NAAR TEST CASE ORDINA SMART COMPETENCE CENTER VAN USE CASE NAAR TEST CASE ORDINA SMART COMPETENCE CENTER Sander Hoogendoorn Versie 1.0 15 april 2002 Documentbeheer Versie Datum Auteur Omschrijving 0.1 15 April 2002 Sander Hoogendoorn 0.2 15 april

Nadere informatie

voorbeeldexamen I-Tracks voorbeeldexamen ISDDF Information Systems Design and Development Foundation uitgave april 2005

voorbeeldexamen I-Tracks voorbeeldexamen ISDDF Information Systems Design and Development Foundation uitgave april 2005 voorbeeldexamen Information Systems Design and Development Foundation I-Tracks voorbeeldexamen ISDDF Information Systems Design and Development Foundation uitgave april 2005 inhoud 3 inleiding 4 voorbeeldexamen

Nadere informatie

Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans

Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans Abstract Modelleren op basis van de open standard ArchiMate is een goed uitgangspunt voor

Nadere informatie

Ordening van processen in een ziekenhuis

Ordening van processen in een ziekenhuis 4 Ordening van processen in een ziekenhuis Inhoudsopgave Inhoud 4 1. Inleiding 6 2. Verantwoording 8 3. Ordening principes 10 3.0 Inleiding 10 3.1 Patiëntproces 11 3.2 Patiënt subproces 13 3.3 Orderproces

Nadere informatie

voorbeeldexamen I-Tracks Structured Information Analysis Advanced editie juli 2007

voorbeeldexamen I-Tracks Structured Information Analysis Advanced editie juli 2007 voorbeeldexamen SIAA I-Tracks Structured Information Analysis Advanced editie juli 2007 inhoud 2 inleiding 3 voorbeeldexamen 16 antwoordindicatie 34 beoordeling bijlage bijlagenset A599 EXIN Hét exameninstituut

Nadere informatie

INFORMATIEANALYSE VOLGENS HET ER-MODEL

INFORMATIEANALYSE VOLGENS HET ER-MODEL INFORMATIEANALYSE VOLGENS H ER-MOL Werkwijze Informatiemodellering De kracht van de werkwijze voor informatiemodellering ligt in de communicatie van de informatie-analist met de gebruiker. In de lessen

Nadere informatie

In deze appendix wordt bekeken wat er moet gebeuren voordat

In deze appendix wordt bekeken wat er moet gebeuren voordat Normaliseren A In deze appendix wordt bekeken wat er moet gebeuren voordat een systeem kan worden gedefinieerd. Dit begint met een analyse van de gegevens die de basis vormen. Daarbij wordt gekeken naar

Nadere informatie

Verplichtingen administratie. Brochure - Verplichtingen administratie

Verplichtingen administratie. Brochure - Verplichtingen administratie Brochure - Verplichtingen administratie Ontwikkeld door: Van der Heijde Automatisering B.V. Registratie van verplichtingen van debiteuren en aan crediteuren Uitgebreide structuur voor autorisatie van verschillende

Nadere informatie

Kenmerken van DLArchitect

Kenmerken van DLArchitect Kenmerken van DLArchitect Bert Dingemans, e-mail : bert@dla-os.nl www : http://www.dla-os.nl 1 Inhoud KENMERKEN VAN DLARCHITECT... 1 INHOUD... 2 INLEIDING... 3 ARCHITECTUUR... 3 Merode... 3 Methode en

Nadere informatie

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate datamodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

Entity-Relationship Diagram (ERD) Modelleren

Entity-Relationship Diagram (ERD) Modelleren Entity-Relationship Diagram (ERD) Modelleren Huub de Beer Eindhoven, 4 juni 2011 Informatiesysteemontwikkeling en modelleren in fasen 1. Gegevensstromen naar en van het systeem: DFD 2. Gegevens die in

Nadere informatie

Les F-02 UML. 2013, David Lans

Les F-02 UML. 2013, David Lans Les F-02 UML In deze lesbrief wordt globaal beschreven wat Unified Modeling Language (UML) inhoudt. UML is een modelleertaal. Dat wil zeggen dat je daarmee de objecten binnen een (informatie)systeem modelmatig

Nadere informatie

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate data- & applicatiemodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding

Nadere informatie

Cursus Analyse voor Web Applicaties 1. Webdesign / Web Programmeren Analyse voor web applicaties SDM methode + Basis UML

Cursus Analyse voor Web Applicaties 1. Webdesign / Web Programmeren Analyse voor web applicaties SDM methode + Basis UML Cursus Analyse voor Web Applicaties 1 Organisatie Opleiding Module Onderwerp Syntra AB Webdesign / Web Programmeren Analyse voor web applicaties SDM methode + Basis UML Analyse op basis van SDM en UML

Nadere informatie

DATAMODELLERING CRUD MATRIX

DATAMODELLERING CRUD MATRIX DATAMODELLERING CRUD MATRIX Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm CRUD Matrix beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld

Nadere informatie

Dat we scherpe en compacte schema s kunnen maken voor berichten in koppelvlakken, en die ook kunnen beheren. Dat we op een consistente manier

Dat we scherpe en compacte schema s kunnen maken voor berichten in koppelvlakken, en die ook kunnen beheren. Dat we op een consistente manier 1 We willen vanuit KING StUF koppelvlakken ontwikkelen vanuit een modelgedreven aanpak. Waar we in het verleden nogal eens de standaarden maakten en beoordeelden vanuit xml-schemabestanden, willen we dat

Nadere informatie

DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL

DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm data mapping model beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil

Nadere informatie

[functie] De functie die verantwoordelijk is voor het beheren van applicaties. [zaak] Een methode of maatregel om een risico te managen.

[functie] De functie die verantwoordelijk is voor het beheren van applicaties. [zaak] Een methode of maatregel om een risico te managen. Applicatiebeheer het beheren van applicaties. [functie] De functie die verantwoordelijk is voor het beheren van applicaties. Beheer (beheren) Control Onder de activiteit applicatiebeheer valt de ontwikkeling,

Nadere informatie

RAD Rapid application development. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

RAD Rapid application development. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. RAD Rapid application development Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 10 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER...

Nadere informatie

DATAMODELLERING SIPOC

DATAMODELLERING SIPOC DATAMODELLERING SIPOC Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm Sipoc beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld krijgen van

Nadere informatie

DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM

DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm begrippenboom inclusief de begrippenlijst beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

ORGANISATORISCHE IMPLENTATIE BEST VALUE

ORGANISATORISCHE IMPLENTATIE BEST VALUE ORGANISATORISCHE IMPLENTATIE BEST VALUE EEN ONDERZOEK NAAR DE IMPLEMENTATIE VAN BEST VALUE BINNEN EEN SYSTEMS ENGINEERING OMGEVING STEPHANIE SAMSON BEST VALUE KENNIS SESSIE WESTRAVEN 17 JUNI 09.00 12.00

Nadere informatie

Technisch Ontwerp Ontwerp template

Technisch Ontwerp Ontwerp template Auteur Dennis Steenwijk Versie Datum Status 1 Inleiding 2 Versie geschiedenis Versie Datum Status Naam Omschrijving 03-10-08 Dennis Steenwijk versie 2 van 9 Versie geschiedenis 3 Distributie Naam Functie

Nadere informatie

Uitwerking toets modelleren voor vwo 6

Uitwerking toets modelleren voor vwo 6 Uitwerking toets modelleren voor vwo 6 Huub de Beer Schooljaar 2010/2011 Inhoudsopgave 1 DFD: toetsenfabrikant Dub5 1 1.1 Contextdiagram............................ 1 1.2 Gedetailleerd DFD..........................

Nadere informatie

Objectgeoriënteerde systeemontwikkeling

Objectgeoriënteerde systeemontwikkeling 2 Objectgeoriënteerde systeemontwikkeling Objecttechnologie of objectoriëntatie is een bekende term in de automatisering. Regelmatig verschijnen artikelen over dit onderwerp in de bekende vaktijdschriften.

Nadere informatie

Plan van aanpak Toogle

Plan van aanpak Toogle Plan van aanpak Toogle Gemaakt door, Kevin Donkers Paul v.d. Linden Paul Eijsermans en Geert Tapperwijn 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...2 2 Inleiding...3 3 Projectopdracht...4 4 Projectactiviteiten...5

Nadere informatie

Ontwikkelen en testen van e-business: beheerste dynamiek

Ontwikkelen en testen van e-business: beheerste dynamiek Ontwikkelen en testen van e-business: beheerste dynamiek Het ontwikkelen en gestructureerd testen van administratieve systemen is gebaseerd het watervalprincipe. Bij het ontwikkelen volgens het watervalprincipe

Nadere informatie

DATAMODELLERING TOEPASSEN DATA ANALYTICS

DATAMODELLERING TOEPASSEN DATA ANALYTICS DATAMODELLERING TOEPASSEN DATA ANALYTICS Inleiding In dit whitepaper wordt een toepassingsgebied beschreven voor datamodellering. Een toepassing is een werkveld op het vlak van architectuur of modellering

Nadere informatie

Checklist basisontwerp SDM II

Checklist basisontwerp SDM II Organisatie SYSQA B.V. Pagina 1 van 5 Checklist basisontwerp SDM II Documentatie. Zijn de uitgangspunten voor het basisontwerp Is een plan van aanpak Zijn er wijzigingen op het Software Quality Assurance

Nadere informatie

Informatie & Databases

Informatie & Databases Informatie Wat is informatie en waaruit het bestaat? Stel op een kaart staat het getal 37 geschreven. Wat kun je dan zeggen van het cijfer 37? Niets bijzonders, toch? Alleen dat het een getal is. Gaat

Nadere informatie

Procesmanagement. Waarom processen beschrijven. Algra Consult

Procesmanagement. Waarom processen beschrijven. Algra Consult Procesmanagement Waarom processen beschrijven Algra Consult Datum: 22 oktober 2009 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. WAAROM PROCESMANAGEMENT?... 3 3. WAAROM PROCESSEN BESCHRIJVEN?... 3 4. PROCESASPECTEN...

Nadere informatie

Het omzetten van een ER-diagram naar SQL

Het omzetten van een ER-diagram naar SQL Het omzetten van een ER-diagram naar SQL Huub de Beer Eindhoven, 4 juni 2011 Omzetting ER-diagram naar SQL in twee stappen 1: ER-Diagram relationeel model Onderwerp van hoofdstuk 3 Entiteittype relatie,

Nadere informatie

Application interface. service. Application function / interaction

Application interface. service. Application function / interaction Les 5 Het belangrijkste structurele concept in de applicatielaag is de applicatiecomponent. Dit concept wordt gebruikt om elke structurele entiteit in de applicatielaag te modelleren: softwarecomponenten

Nadere informatie

DATAMODELLERING DATA FLOW DIAGRAM

DATAMODELLERING DATA FLOW DIAGRAM DATAMODELLERING DATA FLOW DIAGRAM Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm data flow diagram beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil

Nadere informatie

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties Hoe zorgen we ervoor dat we nieuwe diensten en producten soepel in onze bedrijfsvoering op kunnen nemen? Hoe geven we betere invulling

Nadere informatie

Module 1 Programmeren

Module 1 Programmeren Module 1 Programmeren Programmeertalen 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Programmeertalen in historisch perspectief 13 1.2.1 Machinecode 13 1.2.2 Assembleertalen (assembly) 14 1.2.3 Hogere programmeertalen 15 1.2.4

Nadere informatie

Je kunt een Data Flow Diagram (DFD) gebruiken om gegevensstromen op een grafische wijze weer te geven.

Je kunt een Data Flow Diagram (DFD) gebruiken om gegevensstromen op een grafische wijze weer te geven. HOOFDSTUK 2 Module 2 - Schematechnieken en databases 2.1 Inleiding Wat is een? Je kunt een (DFD) gebruiken om gegevensstromen op een grafische wijze weer te geven. Een DFD geeft een beperkte weergave van

Nadere informatie

Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I

Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I WOSI Ruud Jungbacker en Michael de Vries - Technisch ontwerp Website Document historie Versie(s) Versie Datum Status Omschrijving / wijzigingen 0.1 20 nov 2008 Concept

Nadere informatie

case: toestandsdiagrammen

case: toestandsdiagrammen Hoofdstuk 13 case: toestandsdiagrammen In dit hoofdstuk wordt het maken van de eerste versie van de toestandsdiagrammen voor het boodschappensysteem van Hans en Jacqueline uitgewerkt. 13.1 Vind klassen

Nadere informatie

Het belang van. Data Modellering. GEMINIT Training. Data Modellering. Frédéric BARBIER

Het belang van. Data Modellering. GEMINIT Training. Data Modellering. Frédéric BARBIER Het belang van Data Modellering Studiedag Informatiemanagement Politeia, 22 februari 2013, Gent Open data en de cloud: een revolutie in de informatiehuishouding van de overheid Training Data Modellering

Nadere informatie

IV SDM - FASE 2 BASISONTWERP

IV SDM - FASE 2 BASISONTWERP IV SDM - FASE 2 BASISONTWERP IV.1 Inleiding Zoals reeds besproken onderkent het in Nederland veel gebruikte SDM II (System Development Methodology, versie II), bij de bouw van informatiesystemen de volgende

Nadere informatie

DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL

DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm basis UML klassemodel beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

MDA experiences in een uitvoeringsorganisatie. Eelco van Mens (Architect, Mn Services) 5 juni 2008

MDA experiences in een uitvoeringsorganisatie. Eelco van Mens (Architect, Mn Services) 5 juni 2008 MDA experiences in een uitvoeringsorganisatie MDA experiences in een uitvoeringsorganisatie Eelco van Mens (Architect, Mn Services) 5 juni 2008 2 Inhoud Korte introductie Mn Services Overwegingen om met

Nadere informatie

beschrijvingstechnieken bij systeemontwikkeling

beschrijvingstechnieken bij systeemontwikkeling 1 Bijlage 8 Alternatieve (UML) beschrijvingstechnieken bij systeemontwikkeling De in hoofdstuk 3 weergegeven beschrijvingstechnieken voor de beschrijving van de informatietechnologie is summier. Er wordt

Nadere informatie

Individueel procesverslag

Individueel procesverslag Individueel procesverslag Een weergave van mijn werkzaamheden binnen het G-Blok. Afdeling : Academie voor ICT & Media, Informatica Schooljaar : 2009 Blok : G Datum : 30 10-2009 Plaats : Honselersdijk Naam:

Nadere informatie

J2EE/.NET en de rol Applicatie Architectuur

J2EE/.NET en de rol Applicatie Architectuur J2EE/.NET en de rol Applicatie Architectuur Edwin van Dillen evdillen@sogyo.nl 2003 Sogyo Information Engineering 1 Sogyo information engineering! IT Innovator sinds 1995! Klanten: ABN AMRO, Rabobank,

Nadere informatie

gewoon Start Event (Gebeurtenis) Deze lege cirkel, met dunne rand, geeft de aanvang (start) van het proces weer.

gewoon Start Event (Gebeurtenis) Deze lege cirkel, met dunne rand, geeft de aanvang (start) van het proces weer. BPMN 1.2 basis elementen en hun betekenis, core 2 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest gangbare basis elementen van BPMN met telkens een beknopte toelichting. Hiermee kan men aan de slag

Nadere informatie

Ticon. De volgende generatie projectmanagement

Ticon. De volgende generatie projectmanagement De volgende generatie Optimaal Het virtueel bouwproces model binnen de GWW Virtueel bouwproces model Het fundament van Ticon is het Virtueel bouwproces model. Dit datamodel is een collectie van alle projectgegevens

Nadere informatie

Quickstart AO-online. Een snelle handleiding voor www.ao-online.nl. Door : Gert van Hardeveld Datum : 29 augustus 2012 Versie : 3.

Quickstart AO-online. Een snelle handleiding voor www.ao-online.nl. Door : Gert van Hardeveld Datum : 29 augustus 2012 Versie : 3. Quickstart AO-online Een snelle handleiding voor www.ao-online.nl Door : Gert van Hardeveld Datum : 29 augustus 2012 Versie : 3.0 INHOUD PAGINA 1 INLEIDING... 3 2 SNEL OP WEG... 4 2.1 VOORDAT U BEGINT...

Nadere informatie

Snel te implementeren. Inpasbaar in uw situatie

Snel te implementeren. Inpasbaar in uw situatie Everything4Office ProjectManager Software voor Project Management Snel te implementeren Inpasbaar in uw situatie Economisch zeer verantwoord Everything4Office Software, Tolnasingel 1, 2411 PV Bodegraven

Nadere informatie

Conceptueel Modelleren GEÏNTEGREERD DATA MODELLEREN MET DEMO EN DATA VAULT

Conceptueel Modelleren GEÏNTEGREERD DATA MODELLEREN MET DEMO EN DATA VAULT Conceptueel Modelleren GEÏNTEGREERD DATA MODELLEREN MET DEMO EN DATA VAULT Introductie Wineke Sloos BSc Taal & Kunstmatige Intelligentie @ Tilburg University MSc Information Management @ Tilburg University

Nadere informatie

EXIN Ontwerp en Ontwikkeling Informatiesystemen Foundation. Voorbeeldexamen. Editie

EXIN Ontwerp en Ontwikkeling Informatiesystemen Foundation. Voorbeeldexamen. Editie EXIN Ontwerp en Ontwikkeling Informatiesystemen Foundation Voorbeeldexamen Editie 201608 Copyright 2016 EXIN All rights reserved. No part of this publication may be published, reproduced, copied or stored

Nadere informatie

Leerjaar 1/2 ICT-Academie. Niveau 4. Applicatie ontwikkeling

Leerjaar 1/2 ICT-Academie. Niveau 4. Applicatie ontwikkeling Databases SQL Leerjaar 1/2 ICT-Academie Niveau 4 Applicatie ontwikkeling Auteur: R. Meijerink Datum: Januari 2013 0. Inleiding Databases / SQL In deze lessen wordt je geleerd databases te bouwen in SQL-code.

Nadere informatie

Organisatie SYSQA B.V. Pagina 1 van 6 Titel Overzicht Versie 1.0 Onderwerp Overzicht blackbox testtechnieken Datum 15 februari 1996

Organisatie SYSQA B.V. Pagina 1 van 6 Titel Overzicht Versie 1.0 Onderwerp Overzicht blackbox testtechnieken Datum 15 februari 1996 Organisatie SYSQA B.V. Pagina 1 van 6 Black-Box Test Technieken Er zijn een aantal test specificatie technieken, verder testtechnieken genoemd, die bruikbaar zijn binnen het black-box acceptatietesten.

Nadere informatie

Systeemontwikkeling, Hoofdstuk 3, Tabellen en formulieren

Systeemontwikkeling, Hoofdstuk 3, Tabellen en formulieren 3. Tabellen en formulieren Het Contextdiagram en het Data Flow Diagram geven een globaal ontwerp van het informatiesysteem dat we gaan bouwen. We gaan het ontwerp nu verder detailleren voordat we het daadwerkelijk

Nadere informatie

PROCESKAART. Gebruik van de tool Voorbeeld

PROCESKAART. Gebruik van de tool Voorbeeld PROCESKAART Gebruik van de tool Voorbeeld Proceskaart De Proceskaart helpt je om je processen in kaart te brengen. Een proces is een set van activiteiten die elkaar op volgen om een bepaald resultaat te

Nadere informatie

Functioneel ontwerp. Een introductie. Algemene informative voor medewerkers van SYSQA B.V. Almere

Functioneel ontwerp. Een introductie. Algemene informative voor medewerkers van SYSQA B.V. Almere Functioneel ontwerp Een introductie Algemene informative voor medewerkers van SYSQA B.V. Almere Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Algemeen... 3 2 Inleiding... 4 2.1

Nadere informatie

Ontwerp. <naam applicatie>

Ontwerp. <naam applicatie> Ontwerp Datum Auteur Versie Telefoon Pagina: 0 Inhoudsopgave 1. MANAGEMENT SUMMARY... 1 2. INLEIDING... 1 2.1. DOEL... 1 2.2. STRUCTUUR... 1 2.3. ACHTERGROND... 1 2.4. REVISIE-GESCHIEDENIS...

Nadere informatie

Automated Engineering White Paper Bouw & Infra

Automated Engineering White Paper Bouw & Infra Automated Engineering White Paper Bouw & Infra Inhoudsopgave 1. Introductie 2 2. Wat is automated engineering? 3 3. Wanneer is Automated Engineering zinvol? 3 4. Wat zijn de stappen om een ontwerpproces

Nadere informatie

Toets informatica V5 module VIII hfst 1, 2 en 3 februari 2011

Toets informatica V5 module VIII hfst 1, 2 en 3 februari 2011 1) Hieronder staan twee beweringen: I. Het conceptueel model wordt neergelegd in het functioneel-ontwerprapport. II. Tijdens de informatieplanning worden de bedrijfsprocessen in kaart gebracht. 2) Hieronder

Nadere informatie

Gedrag en Status van Objecten Zijn en Doen

Gedrag en Status van Objecten Zijn en Doen Gedrag en Status van Objecten Zijn en Doen ISBN 978 90 72446 19 0 2010 Uitgeverij Het Glazen Oog Over de uitgave van dit document 2 Deze uitgave Deze uitgave is een digitale versie van een hoofdstuk uit

Nadere informatie

Extra oefening (vervolg)

Extra oefening (vervolg) Oefening 9 In een bepaalde regio heeft een vereniging van makelaars op zich genomen een informatiesysteem voor de verkopen van huizen op te zetten. Een potentiële verkoper meldt zijn huis aan bij een makelaar

Nadere informatie

Workflowontwikkeling met DSDM

Workflowontwikkeling met DSDM DSDM-aanpak helpt workflowprojecten Workflowontwikkeling met DSDM Iedereen die wel eens betrokken is geweest bij een workflowimplementatie zal het erover eens zijn: workflowprojecten kunnen uitmonden in

Nadere informatie

Normaliseren voor Dummies

Normaliseren voor Dummies Waarom normaliseren? Normaliseren voor Dummies Gegevensredundantie leidt tot gegevensinconsistentie! Dit cryptisch antwoord betekent het volgende: indien men dezelfde gegevens onnodig herhaaldelijk opslaat

Nadere informatie

BRP-BZM Use Case Realisations Guidelines

BRP-BZM Use Case Realisations Guidelines BRP-BZM Use Case Realisations Guidelines Versie 2.0 02-09-2011 Definitief Versiehistorie Datum Versie Auteur 23-12-2010 0.1 Eerste versie R.F. Schaaf 04-01-2011 1.0 Feedback verwerkt R. Schaaf en D. Geluk

Nadere informatie

het bank voorbeeld ISO Datamodelleren modelleren met het E-R R model een database ontwerpen verzamelingen van relaties (verbanden)

het bank voorbeeld ISO Datamodelleren modelleren met het E-R R model een database ontwerpen verzamelingen van relaties (verbanden) het bank voorbeeld ISO Datamodelleren Prof. dr. Paul De Bra waarom zijn er drie tabellen om klanten en rekeningen voor te stellen? customer (customer_name, customer_street, customer_city) account (account_number,

Nadere informatie

BPM Round Table Maa a n a dag a dec e e c m e b m er e r

BPM Round Table Maa a n a dag a dec e e c m e b m er e r BPM Round Table Maandag 13 december 2010 Opening Thema vandaag: Procesarchitectuur Spreker: Remco Dijkman Interactieve sessie Aansluitend borrel Process Architectuur Aanpak en richtlijnen Remco Dijkman

Nadere informatie

BISL Business Information Services Library. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

BISL Business Information Services Library. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. BISL Business Information Services Library Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2

Nadere informatie

1. Welke diagrammen beschrijven het dynamisch gedrag van een applicatie?

1. Welke diagrammen beschrijven het dynamisch gedrag van een applicatie? 1. Welke diagrammen beschrijven het dynamisch gedrag van een applicatie? -Use case-diagram -Use case-beschrijving -Activity diagram -Sequentie diagram 2. Welke diagrammen beschrijven de structuur van de

Nadere informatie

Unified Modeling Language

Unified Modeling Language Unified Modeling Language Een introductie voor leden van de expertgroep Informatiemodellen Harmen Mantel, Ordina ICT Management & Consultancy, werkzaam voor KING DOELSTELLING PRESENTATIE GEMEENSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

Software Test Plan. Yannick Verschueren

Software Test Plan. Yannick Verschueren Software Test Plan Yannick Verschueren November 2014 Document geschiedenis Versie Datum Auteur/co-auteur Beschrijving 1 November 2014 Yannick Verschueren Eerste versie 1 Inhoudstafel 1 Introductie 3 1.1

Nadere informatie

GAMP Toegepast op de DeskTopXorter Besturing DeskTopXorter

GAMP Toegepast op de DeskTopXorter Besturing DeskTopXorter GAMP Toegepast op de DeskTopXorter Besturing DeskTopXorter 2 Opdrachtgever : Opdrachtnemers : Ing. P. van den Berg Michel van Reenen Thijs Mommen GAMP Toegepast op de DeskTopXorter Besturing DeskTopXorter

Nadere informatie

Procesmanagement. Hoe processen beschrijven. Algra Consult

Procesmanagement. Hoe processen beschrijven. Algra Consult Procesmanagement Hoe processen beschrijven Algra Consult Datum: juli 2009 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. ORGANISATIE VAN PROCESMANAGEMENT... 3 3. ASPECTEN BIJ HET INRICHTEN VAN PROCESMANAGEMENT...

Nadere informatie

Cashflow programma. Doel Verdeling van gegevens over toekomstige periodes via verschillende verdeelschema s.

Cashflow programma. Doel Verdeling van gegevens over toekomstige periodes via verschillende verdeelschema s. Doel Verdeling van gegevens over toekomstige periodes via verschillende verdeelschema s. Om een overzicht te krijgen van de cashflow van een bedrijf, wil je dat prognoses qua inkomsten en uitgaven op een

Nadere informatie

Software Test Plan. Yannick Verschueren

Software Test Plan. Yannick Verschueren Software Test Plan Yannick Verschueren Maart 2015 Document geschiedenis Versie Datum Auteur/co-auteur Beschrijving 1 November 2014 Yannick Verschueren Eerste versie 2 December 2014 Yannick Verschueren

Nadere informatie

Informatieobjecten zijn systematisch beschreven

Informatieobjecten zijn systematisch beschreven AP17 Informatieobjecten zijn systematisch beschreven Statement De aan de dienst gerelateerde informatieobjecten zijn systematisch beschreven en op passende wijze gemodelleerd. Afgeleid van BP2 (vindbaar)

Nadere informatie

Een database voor MEDIAGROEP DE CASE OBJECTTYPEN EN LABELTYPEN

Een database voor MEDIAGROEP DE CASE OBJECTTYPEN EN LABELTYPEN pagina 1 van 9 Een database voor MEDIAGROEP In dit digitale practicum wordt het efficiënt ontwerpen van een eenvoudige database behandeld. Er wordt gebruik gemaakt van een werkwijze, die een aantal jaren

Nadere informatie

Een Inleiding tot Software Engineering. Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 1 Slide 1

Een Inleiding tot Software Engineering. Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 1 Slide 1 Een Inleiding tot Software Engineering Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 1 Slide 1 Software engineering De economie is compleet afhankelijk van software. Meer en meer systemen

Nadere informatie

ER-modeling. Datamodellering Wat is ER-modeling?

ER-modeling. Datamodellering Wat is ER-modeling? ER-modeling Datamodellering 2008 1 Wat is ER-modeling? ER-modelleren: top-down benadering bedacht door P. Chen 1976, paper in ACM Transactions on Database Systems Codd (Relationeel Model) aanvankelijk

Nadere informatie

ER-modeling. Wat is ER-modeling? ERD & relationeel model. ER-benadering DMO Datamodellering 2008

ER-modeling. Wat is ER-modeling? ERD & relationeel model. ER-benadering DMO Datamodellering 2008 ER-modeling Datamodellering 2008 1 Wat is ER-modeling? ER-modelleren: top-down benadering bedacht door P. Chen 1976, paper in ACM Transactions on Database Systems Codd (Relationeel Model) aanvankelijk

Nadere informatie

Nieuw in MatrixKozijn Hout 3.2

Nieuw in MatrixKozijn Hout 3.2 Nieuw in MatrixKozijn Hout 3.2 In de nieuwe versie van MatrixKozijn zijn er een aantal onderdelen toegevoegd, maar ook zijn er een aantal zaken gewijzigd en/of verbeterd: BIM Dit is een nieuwe uitbreidingsmodule

Nadere informatie

GEMMA 2 - Bedrijfsfuncties - Bedrijfsobjecten Cocreatiesessie 1, donderdag 2 april 2015, Regardz de Eenhoorn, Amersfoort

GEMMA 2 - Bedrijfsfuncties - Bedrijfsobjecten Cocreatiesessie 1, donderdag 2 april 2015, Regardz de Eenhoorn, Amersfoort GEMMA 2 - Bedrijfsfuncties - Bedrijfsobjecten Cocreatiesessie 1, donderdag 2 april 2015, Regardz de Eenhoorn, Amersfoort Toine Schijvenaars Agenda 12:45 13:15 Plenaire toelichting 13:15 14:00 Discussie

Nadere informatie

Virtueel bouwen met een BIM

Virtueel bouwen met een BIM Virtueel bouwen met een BIM BIM Waar staat de afkorting voor? BIM Building Information Model Building Information Modeling 2 virtueel bouwen met een BIM BIM Waar staat de afkorting voor? BIM Building Building

Nadere informatie

UML is een visuele taal om processen, software en systemen te kunnen modeleren.

UML is een visuele taal om processen, software en systemen te kunnen modeleren. Vragen inleinding UML 1. Wat is UML? UML is een visuele taal om processen, software en systemen te kunnen modeleren. 2. Waar bestaat UML uit? Notaties(zijn symbolen, commentaar en waarden etc.) en diagrammen(grafische

Nadere informatie

Tools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans

Tools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans Tools voor canonieke datamodellering Tools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans Abstract Canonieke modellen worden al snel omvangrijk en complex te beheren. Dit whitepaper beschrijft een werkwijze

Nadere informatie

Projecten Applicatie Ontwikkeling

Projecten Applicatie Ontwikkeling Projecten Applicatie Ontwikkeling Standaarden Normaliseren ROC Flevoland Werner Pauchli Versie 1.0 Almere, 15 januari 2004 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 1. Documentbeheer 4 2. Inleiding

Nadere informatie

ISO Datamodelleren. Prof. dr. Paul De Bra. Gebaseerd op: Database System Concepts, 5th Ed. Silberschatz, Korth and Sudarshan

ISO Datamodelleren. Prof. dr. Paul De Bra. Gebaseerd op: Database System Concepts, 5th Ed. Silberschatz, Korth and Sudarshan ISO Datamodelleren Prof. dr. Paul De Bra Gebaseerd op: Database System Concepts, 5th Ed. het bank voorbeeld waarom zijn er drie tabellen om klanten en rekeningen voor te stellen? customer (customer_name,

Nadere informatie

System Development Methodology (SDM II)

System Development Methodology (SDM II) System Development Methodology (SDM II) System Development Methodology (SDM), ofwel Systeem Ontwikkelings Methodologie (Methodiek) is een faseringsmethode. Het wordt voornamelijk gebruikt bij projecten

Nadere informatie

Releases en change-management bij maatwerkapplicaties

Releases en change-management bij maatwerkapplicaties Releases en change-management bij maatwerkapplicaties door Wim - 01-26-2011 http://www.itpedia.nl/2011/01/26/releases-en-change-management-bij-maatwerk-applicaties/ Op grote maatwerk informatiesystemen

Nadere informatie

Conclusie: voor elke organisatie die dit nastreeft is het goed besturen en beheersen van de bedrijfsprocessen

Conclusie: voor elke organisatie die dit nastreeft is het goed besturen en beheersen van de bedrijfsprocessen 1 Waarom? : Succesvol zijn is een keuze! Organisaties worden door haar omgeving meer en meer gedwongen om beter te presteren. Voornamelijk wordt dit ingegeven door de klant die haar eisen en wensen m.b.t.

Nadere informatie

Verdubbeling aantal inspecties Slimmer werken met SIMS en SAMS

Verdubbeling aantal inspecties Slimmer werken met SIMS en SAMS Verdubbeling aantal inspecties Slimmer werken met en Iquality maakte het werk van de inspecteurs en laboranten van inspectiebureau Search uit Heeswijk efficiënter en overzichtelijker. Een nieuwe app en

Nadere informatie

0.1 Verdieping BAG Bevragen. versie 0.1. Datum. 1 juli Document versie. 0.1 ConceptICT Services Keten RZDirectie IT

0.1 Verdieping BAG Bevragen. versie 0.1. Datum. 1 juli Document versie. 0.1 ConceptICT Services Keten RZDirectie IT 0.1 Verdieping BAG Bevragen versie 0.1 Datum 1 juli 2016 Document versie 0.1 ConceptICT Services Keten RZDirectie IT Versiehistorie Versie datum Omschrijving 0.1 01-07-2016 Initiële versie. Versie 0.1

Nadere informatie

RESTful API Een RESTful API is een gebaseerd op de Representational state transfer (REST) is een softwarearchitectuur.

RESTful API Een RESTful API is een gebaseerd op de Representational state transfer (REST) is een softwarearchitectuur. NOTITIE Onderwerp : Uitleg van gebruikte termen bij gegevens- en berichtenstandaarden Van : VNG Realisatie Aan : Regiegroep Gegevens- en Berichtenstandaarden Datum : 29 mei 2018 Dit document legt een aantal

Nadere informatie

Whitepaper implementatie workflow in een organisatie

Whitepaper implementatie workflow in een organisatie Whitepaper implementatie workflow in een organisatie Auteur: Remy Stibbe Website: http://www.stibbe.org Datum: 01 mei 2010 Versie: 1.0 Whitepaper implementatie workflow in een organisatie 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

DATAMODELLERING RACI MATRIX

DATAMODELLERING RACI MATRIX DATAMODELLERING RACI MATRIX Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm RACI Matrix beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere data modelleervormen. Wil je een

Nadere informatie

Release notes:

Release notes: Applicatie: Alle Module: Algemeen (geen specifieke module) 62528 Statuslogs - contactpersoon - medewerker koppelingen Gecorrigeerde functionaliteit Voor de verschillende status logs is de medewerker /

Nadere informatie

B.Sc. Informatica Module 4: Data & Informatie

B.Sc. Informatica Module 4: Data & Informatie B.Sc. Informatica Module 4: Data & Informatie Djoerd Hiemstra, Klaas Sikkel, Luís Ferreira Pires, Maurice van Keulen, en Jan Kamphuis 1 Inleiding Studenten hebben in modules 1 en 2 geleerd om moeilijke

Nadere informatie