Vertrouwen, geluk en de financiële situatie van huishoudens

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vertrouwen, geluk en de financiële situatie van huishoudens"

Transcriptie

1 Vertrouwen, geluk en de financiële situatie van huishoudens Hoofdstuktitel Nederlandse huishoudens zijn somber over hun financiële toekomst. Het gemiddelde financiële vermogen van de huishoudens is echter behoorlijk toegenomen. Dit blijkt uit een analyse van de nieuwste gegevens van DNB Household Survey, een jaarlijks terugkerend onderzoek naar de financiële situatie van de Nederlandse huishoudens. De stijging van het financiële vermogen komt vooral voor rekening van het pensioenvermogen, waarop gezinnen geen invloed kunnen uitoefenen. Tegelijkertijd zijn ook de tegoeden op spaarrekeningen toegenomen. Tegenover deze voorkeur voor relatief veilige beleggingen staat een toename van het aandeel van hypotheken met een korte rentevaste periode. Hierdoor worden de financieringskosten van de huishoudens steeds gevoeliger voor veranderingen van de rente. Dit is voordelig wanneer de rente daalt, maar leidt snel tot hogere lasten bij een stijging van de rente. Overigens kiezen kwetsbare huishoudens met lage inkomens ook vaker voor een hypotheek met een looptijd langer dan vijf jaar. Ook de risico s van een daling van de huizenprijzen zijn toegenomen. Het aantal gezinnen dat na een daling van % te maken zou krijgen met een hypotheek die hoger is dan de waarde van het huis is toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Vooral huizenbezitters in de lagere inkomensgroepen zijn kwetsbaar voor een daling van de huizenprijzen. DNB / Kwartaalbericht Maand 5 59

2 Inleiding Na een moeilijk was ook een lastig jaar voor de huishoudens. Het reëel beschikbaar inkomen is volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs) in met,% gedaald. Een aanzienlijk deel van deze daling komt door een toename van de sociale premies waaronder pensioenpremies. Dit artikel geeft een nadere beschouwing van de financiële situatie van Nederlandse huishoudens. Eerst wordt, op basis van gegevens van verschillende statistische bureaus, een internationale vergelijking gemaakt van het financiële bezit en de schulden van de Nederlandse huishoudens. Dan volgt een gedetailleerde analyse van de ontwikkelingen in de bezittingen en schulden van de huishoudens op basis van dnb Household Survey (dhs). Speciale aandacht krijgen woninghypotheken, verreweg de belangrijkste component van de schuld van de Nederlandse huishoudens. Er wordt ook nader ingegaan op de al vaker opgemerkte trend naar hypotheken met een korte rentevaste periode. Deze trend leidt ertoe dat huishoudens gevoeliger worden voor veranderingen van de rente. De afgelopen jaren is de rente vooral gedaald, maar in het geval van een sterke verhoging van de rente brengt deze rentegevoeligheid risico s met zich. Daarnaast worden de gevolgen van een eventuele daling van de huizenprijzen voor de balanspositie van de huishoudens bekeken. Tot slot worden het consumentenvertrouwen en het geluk van de Nederlandse huishoudens aan een nader onderzoek onderworpen. Het lage consumentenvertrouwen wordt gezien als één van de belangrijkste oorzaken voor het achterblijven van de consumentenbestedingen. Met behulp van de gegevens uit dhs is het mogelijk te achterhalen welke huishoudens somber zijn over hun toekomstige financiële situatie en of er een verband is met hun vermogens- of inkomenspositie of met meer subjectieve elementen zoals het algehele geluksgevoel. Nederlandse pensioenvermogens sterk toegenomen Tabel toont de balanspositie van Nederlandse huishoudens in vergelijking met huishoudens in het Eurogebied als geheel, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Een aantal zaken valt op bij een vergelijking van de cijfers van met die van, voor zover de cijfers voor al beschikbaar zijn. In Nederland, het vk en de vs zijn zowel het financieel bezit als de schuld van de huishoudens als percentage van het bruto binnenlands produkt (bbp) in gestegen ten opzichte van. Voor de vs en het vk leidt dit ertoe dat het netto financieel bezit (bezit minus schuld) gelijke tred houdt met het bbp. Voor Nederland is het netto financieel bezit ten opzichte van het bbp behoorlijk toegenomen. Dit is vooral te danken aan de sterke groei van de vermogens van de pensioenfondsen, veroorzaakt door de koerswinsten die pensioenfondsen behaald hebben op het belegde vermogen, de gestegen premies en nauwelijks gestegen uitkeringen. De tabel laat niet zien dat door de lage rente ook de contante waarde (tegen fair value ) van de verplichtingen van de pensioenfondsen fors is gestegen. Spaartegoeden van Nederlandse huishoudens, die deel uitmaken van de geldhoeveelheid in brede zin (m), zijn in fors gestegen, terwijl meer risicovolle beleggingen als aandelen minder geliefd waren. Hierdoor is het aandelenbezit van huishoudens in procenten van het bbp in Nederland zelfs gedaald, terwijl dit in het vk en de vs is toegenomen. De stijging van de waarde van het huizenbezit is in Nederland bescheiden vergeleken met de forse stijgingen in de vs en het vk. Aan de passiva zijde van de balans zijn zowel in Nederland als in het vk en de vs de schulden sterk toegenomen, met (vs) tot 6 (nl en vk) procentpunten van het bbp. Bij een internationale vergelijking valt op dat Nederland, met betrekking tot de balanssamenstelling van gezinnen, op bepaalde punten sterk afwijkt van het Eurogebied als geheel. Juist op die punten, met name pensioenvermogen en leningen, is de overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk opvallend. Grote verschillen tussen Nederland en de vs blijken vooral te bestaan op het gebied van het aandelenbezit en de pensioenen. Het aandelenbezit in de vs is veel groter dan in Nederland, terwijl het pensioenvermogen in de vs veel lager is. Een voor de hand liggende verklaring hiervoor is dat huishoudens in de vs voor een groter deel zelf verantwoordelijk zijn voor hun pensioenvoorziening. Een gedeelte van deze besparingen komt dan in aandelen en obligaties terecht. In Nederland (en ook in het vk) vinden deze besparingen indirect via pensioenfondsen hun weg naar aandelen en obligaties. Het netto financieel vermogen van huishoudens in de vs is ook veel groter dan in Nederland, het vk en het Eurogebied als geheel. Financieel bezit huishoudens blijft stijgen De informatie die op nationaal niveau, bijvoorbeeld van het cbs, beschikbaar is, leent zich uitstekend voor 6 DNB / Kwartaalbericht September 5

3 Tabel Balanssamenstelling gezinnen 995 en / Procenten van het bbp Nederland Eurogebied Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Financiële activa m Obligaties Aandelen Pensioenvermogen Overig Totale financiële activa Financiële passiva Leningen Overig Netto financieel vermogen Waarde huizenbezit Alle eurolanden met uitzondering van Griekenland, Ierland en Luxemburg. Inclusief levensverzekeringen en overige verzekeringstechnische voorzieningen. Eurogebied betreft Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en Nederland. een internationale vergelijking of voor een analyse van nationale ontwikkelingen. De achtergrondkenmerken waarmee specifieke groepen kunnen worden onderscheiden, ontbreken echter in deze cijfers. Sinds maakt dnb gebruik van dnb Household Survey (dhs) om gedetailleerde informatie te krijgen over de financiële situatie en het financiële gedrag van huishoudens. Voor een zorgvuldige analyse van de risico s die huishoudens bewust nemen of onbewust lopen op financieel gebied, is deze informatie essentieel. dhs bevat informatie over meer dan.5 huishoudens die jaarlijks vragen beantwoorden over hun inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden. Na toepassing van wegingsfactoren zijn deze huishoudens representatief voor de Nederlandse huishoudens. Tabel toont dat de netto vermogenspositie van huishoudens (exclusief pensioenvermogen) het afgelopen jaar behoorlijk is verbeterd. Dit is opmerkelijk omdat het reëel beschikbaar inkomen van de gezinnen is gedaald. De gestegen vermogens van de huishoudens zijn dan ook vooral te danken aan een stijging van de vermogensprijzen. Een slag om de arm is hier noodzakelijk, omdat de cijfers voor 5 nog niet definitief Bron: cbs (Nederland, herziene cijfers, ); eurostat (Eurogebied); National Statistics (vk); Flow of Funds Accounts, Board of Governors of the Federal Reserve System (vs); Waarde huizenbezit betreft deels eigen berekeningen mede op basis van Babeau en Sbano (). zijn. Het gemiddelde netto vermogen komt uit op ruim eur 8. in 5 tegenover ruim eur. in, een stijging van meer dan %. Aan deze verbetering ligt zowel een stijging van het bezit als een daling van de schuld ten grondslag. De stijging van het bezit slaat vooral neer in het financiële bezit en dan met name in de betaal- en spaarrekeningen, obligaties en beleggingsfondsen. De stijging van de tegoeden op betaal- en spaarrekeningen in een tijd waarin het consumentenvertrouwen bijzonder laag is, wijst erop dat huishoudens een buffer opbouwen om financiële tegenslagen op te kunnen vangen. Het gemiddelde bedrag dat Nederlandse huishoudens achter de hand houden op een betaal- of spaarrekening loopt vanaf gestaag op met ongeveer eur. per jaar, van eur 9. in tot eur 8. in de laatste meting van 5. Samen met een stijging van aandelenbezit, vooral indirect door beleggingsfondsen, leidt dit tot een stijging van het financiële bezit met 5% ten opzichte van, tot een niveau van ruim eur.. Hiermee is het financiële bezit van de Nederlandse gezinnen uitgekomen boven het niveau van eind, toen de aandelenmarkten nog een stuk hoger stonden. DNB / Kwartaalbericht September 5 6

4 Met de interpretatie van de daling van de gemiddelde schuld moet voorzichtigheid worden betracht. De ervaring van leert dat in de definitieve enquêteresultaten over 5 de schuld hoger kan uitvallen dan in de voorlopige cijfers die nu voorhanden zijn. Wanneer de ontwikkeling van de schuldpositie wordt uitgesplitst naar inkomensgroepen, komt een iets genuanceerder beeld naar voren. Iedere inkomensgroep bevat % van de Nederlandse gezinnen, gerangschikt van laag () naar hoog (5) netto inkomen. In alle inkomensgroepen is het aantal huishoudens met schuld afgenomen. De gemiddelde schuld van de huishoudens Tabel Activa en passiva van Nederlandse huishoudens op basis van dnb Household Survey 99-5 (percentages en gemiddelde bedragen per huishouden) naar inkomensgroepen 5 Vermogenstitels Bank- en spaarrekeningen Obligaties Aandelen Beleggingsfondsen Lijfrenten/koopsompolissen Kapitaalverzekeringen Spaarloon Overige financiële bezittingen Totale financiële bezittingen (eur) Als % van totale financiële bezittingen 5,8,,,,,,6 5,7 6,8,, 8,9,7 7,, 5,7 5,,7 7,5,,7,5,,9,5 5,7 7,,9,,, ,6,7,,5,,9,,6 6,5,9, 5,8 8,9,, ,6 5,5 7,9 8,5,,,,9,,5 8,9,,5,5,9,5 95, 8,6 7,6,,,9,5 7,6 869 Totale financiële bezittingen Totale niet-financiële bezittingen Onroerend goed Eigen huis Ander onroerend goed Voorraad duurzame goederen Overig Totale bezittingen (eur) Als % van totale bezittingen, 78, 7,5 66,5 6, 5,5,,5 79,5 75, 7, 5,,, 9, 8,8 75, 7, 5,,, , 79, 7, 68,8,6,, ,8 8, 7, 7,, 5,,9 6875, 76,6 69, 65,, 5,, 56,7 78, 7, 66,7 7,,6 85 9, 8,7 76, 7,9,5,7 595,8 78, 7, 67,,9,8, 78 Verplichtingen Totale schuld (eur) Hypotheek en onroerend goed Niet-hypothecair krediet Andere schulden Studieleningen Als % van totale schulden ,9,9,5, ,,7,, 595 9,8 5,9,, 8 9,9,8,7,6 76 9,6 5,9,, 6 9,,, 7 96,8,9,, ,,6,8, 958 9,8,5, Totale schulden Netto vermogen Aantal waarnemingen Als % van totale bezittingen,7 66, 7, 7,8 8, 7, , 75,6,5 78,5 9 5, 7,6 6, 75,9 9,7 75, 78,7 75, 6 DNB / Kwartaalbericht September 5

5 Tabel Deelname van huishoudens per inkomensgroep Procenten 995 per inkomensgroep 5 per inkomensgroep Aandelen Beleggingsfondsen Bedrijfssparen Roodstaan met schulden is echter behoorlijk gestegen in alle inkomensgroepen met uitzondering van de hoogste. Voor de laagste inkomensgroep stijgt door deze ontwikkeling de gemiddelde schuld van de huishoudens. In deze groep hebben minder huishoudens dus meer schuld, wat duidt op een toegenomen risico. Tabel toont het percentage van de huishoudens in dhs dat aangeeft bepaalde vermogenstitels of schulden te hebben. Opvallend is dat het aantal huishoudens dat aangeeft te beleggen in aandelen of beleggingsfondsen in 5 fors hoger is dan in 995. Vooral in lagere inkomensgroepen is de participatie in dit deel van de financiële markten sterk gestegen. Verder is het spaarloon veel populairder bij de hogere inkomensgroepen dan bij de lage inkomensgroepen. Een gedeelte van het verschil in deelname aan bedrijfsspaarregelingen tussen hoge en lage inkomens wordt verklaard doordat bij de lage inkomens veel respondenten geen betaald werk verrichten en daarom niet kunnen deelnemen aan bedrijfssparen. Bovendien kunnen de hogere inkomens het geld beter missen en profiteren zij meer van de fiscale voordelen van de spaarloonregeling. Roodstaan op rekening courant was in 995 redelijk gelijk verdeeld over de inkomensgroepen. In 5 komt dit echter veel vaker voor bij de lage inkomens dan bij de hoge inkomens. Hypotheek met korte rentevaste periode populair De laatste tijd wordt op meerdere plaatsen melding gemaakt van een trend naar het afsluiten van hypotheken met korte rentevaste periodes of zelfs variabele rentevoeten. Deze trend naar kortere looptijden lijkt zich in 5 door te zetten. Terwijl in bij % van de huishoudens met een hypotheek binnen twee jaar de Tabel Rente en aandeel per oorspronkelijke looptijd van uitstaande hypotheken Procenten Enquête Enquête Enquête 5 Rentevaste periode Aandeel Gemiddelde rente Aandeel Gemiddelde rente Aandeel Gemiddelde rente t/m jaar t/m 5 jaar 5 t/m > 5 7, 5, 5,9 6, 5 8,7 5, 5,6 6, 6 8 5, 5, 5,8 Totaal 5,7 5, 5, DNB / Kwartaalbericht September 5 6

6 rente opnieuw moest worden vastgesteld, is dat in en 5 opgelopen tot respectievelijk 8% en %. De resterende looptijd is een goede indicator voor de risico s die huishoudens lopen als er zich op korte termijn een rentestijging voordoet. Deze indicator is echter niet direct te koppelen aan een verandering van het gedrag van huishoudens. Om een beter beeld te krijgen van veranderingen van het gedrag van huishoudens, is het interessant naar de oorspronkelijke looptijd van hypotheken te kijken. Het aantal uitstaande hypotheken waarvan de oorspronkelijke looptijd twee jaar of korter is, is opgelopen van % in naar 6% in 5. Hoewel deze verschuivingen weinig spectaculair lijken, moet worden bedacht dat massa traag is en een groot deel van de huishoudens met een hypotheek zich in het verleden voor een langere periode op de rente heeft vastgelegd. Tabel 5 laat een veel sterkere verschuiving naar een korte rentevaste periode laten zien voor de huishoudens die in de laatste enquête (voorjaar 5) aangeven hun hypotheekrente onlangs ( of later) te hebben vastgesteld. De reden voor de toegenomen en nog steeds toenemende populariteit van de korte rentevaste periode ligt in de lage rente. Tabel 5 laat zien dat voor recent afgesloten hypotheken met een korte looptijd gemiddeld een rente van % wordt betaald, tegenover,7% voor hypotheken met een looptijd van meer dan tien jaar. Vergeleken met de resultaten van de enquête van valt echter vooral de daling van de lange rente op. In dezelfde periode is de korte rente veel minder gedaald. Het risico van een korte rentevaste periode ligt in de toegenomen rentegevoeligheid. Deze rentegevoeligheid is een voordeel voor huishoudens in tijden van Tabel 5 Rentevaste periode van recent afgesloten hypotheken Procenten Rentevaste periode t/m jaar t/m 5 jaar 5 t/m > Aandeel Aantal waarnemingen 55. Aantal waarnemingen 6. Enquête Gemiddelde rente, 5, 5, 6, Enquête 5 Aandeel Gemiddelde rente,,5,7 dalende rente, zoals de afgelopen jaren. Tabel laat inderdaad zien dat de gezinnen die nu een hypotheek met een korte looptijd hebben, een veel lagere rente betalen dan gezinnen met een hypotheek met een lange looptijd. Dit voordeel zal echter omslaan in een nadeel wanneer de rente gaat stijgen. Overigens blijkt dat vooral bij de hoogste inkomensgroepen de hypotheek met een korte looptijd erg populair is geworden. Voor de lagere inkomensgroepen is de trend minder eenduidig. De rentevaste periode van twee tot en met vijf jaar, die bij de enquête van nog het meest geliefd was, is minder populair geworden. In de laatste enquête zijn zowel de langere als de kortere rentevaste periodes meer geliefd. Zoals eerder geconstateerd in het dnb Kwartaalbericht van juni dit jaar, loopt de rentevaste periode van een groot deel van de hypotheken in de laagste inkomensgroep binnenkort af. Toch lijkt het er niet op dat deze groep meer risico neemt dan andere inkomensgroepen. Een groot deel van de hypotheken waarvan de rentevaste periode afloopt, is in het verleden voor vijf of tien jaar vastgezet. Vooral in 999 zijn erg veel hypotheken overgesloten. Huishoudens die toen voor een looptijd van vijf jaar kozen, hebben in opnieuw de rente kunnen vastzetten. Gezien de ontwikkeling van de rente ligt het voor de hand dat deze hypotheken tegen een lagere rente zullen worden voortgezet. De kans dat de nieuwe rentevaste periode twee jaar of korter is, is de laatste jaren wel fors toegenomen. De grootste kans daarop bestaat bij de % hoogste inkomens. Grafiek Aandeel rentevaste periode van recent afgesloten hypotheken voor hoge en lage inkomens Procenten Enquête Hoog Enquête 5 Hoog Enquête Laag t/m jaar t/m 5 jaar 5 t/m jaar > jaar Enquête 5 Laag 6 DNB / Kwartaalbericht September 5

7 Bij de lagere inkomensgroepen zijn zowel de korte looptijd (tot en met twee jaar) als de lange looptijd (langer dan vijf jaar) populair geworden, ten koste van de looptijden van twee tot en met vijf jaar (dit is in de praktijk vooral vijf jaar). In het Kwartaalbericht van september is geschat wat er zou gebeuren met de loan-to-value ratio (hypotheekschuld ten opzichte van de woningwaarde, hierna ltv genoemd) van de huishoudens als de huizenprijzen met % omlaag gingen. Op basis van de gegevens van - stijgt het percentage eigenwoningbezitters met een ltv van meer dan % van,9% naar,5%. Met de nieuwste gegevens van -5 geeft eenzelfde daling van de huizenprijzen met % een stijging van het aantal huishoudens met een ltv van meer dan % van 5,% naar,6%. De risico s zijn hier dus toegenomen. Evenals vorig jaar liggen de grootste risico s bij huiseigenaren in de lagere inkomensgroepen. Voor de laagste % van de inkomens neemt het percentage met een ltv boven % toe van 6,% naar 6,8% bij een % daling van de huizenprijzen. Bovendien beschikken deze huishoudens slechts over een beperkte financiële buffer om tegenvallers op te kunnen vangen. In het hoofdstuk Prudentieel toezicht: actuele ontwikkelingen in de financiële sector, elders in dit Kwartaalbericht, wordt nader ingegaan op de risico s van hypotheken met een hoge ltv. Huishoudens somber maar gelukkig Grafiek Consumptiegroei en consumentenvertrouwen in Nederland, 99- % consumptiegroei Bron: cpb, cbs Consumptie Consumentenvertrouwen Het schatten van het consumentengedrag speelt een belangrijke rol bij het maken van conjunctuurvoorspellingen, omdat de consumenten de ontwikkelingen in de economie in belangrijke mate bepalen. Om een goede inschatting van het gedrag van de consumenten te maken, analyseren economen verschillende maatstaven van het consumentenvertrouwen. In Nederland berekent het cbs een maatstaf van het Nederlandse consumentenvertrouwen. Deze is in grafiek afgebeeld samen met de ontwikkeling van de Nederlandse consumentenbestedingen. Het is duidelijk te zien dat sinds zowel het consumentenvertrouwen als de consumptiegroei sterk zijn afgenomen. Voor de berekening van het consumentenvertrouwen ondervraagt het cbs maandelijks ongeveer duizend huishoudens over hun beeld van de algemene economische en hun eigen financiële situatie. Zoals in figuur is te zien, verlopen de curves van het consumentenvertrouwen en de groei van de consumentenbestedingen grotendeels parallel, wat ook door de hoge correlatiecoëfficiënt van,88 wordt bevestigd. Het consumentenvertrouwen is dus een belangrijke factor van het consumentengedrag en daarmee ook voor de Nederlandse conjunctuur. Daarom is het ook van belang de factoren te kennen die op hun beurt van invloed zijn op het consumentenvertrouwen. In verscheidene studies is aangetoond dat macroeconomische factoren zoals de ontwikkeling van het bruto binnenlands produkt, de werkloosheid, de aandelenkoersen en de rente een significant effect op het consumentenvertrouwen hebben. Omdat het consumentenvertrouwen echter een subjectieve maatstaf is, is het aannemelijk dat niet alleen algemene, macroeconomische factoren maar ook individuele en psychologische componenten een rol spelen. Voor een gedetailleerde studie van de determinanten van het consumentenvertrouwen ligt een analyse op huishoudniveau voor de hand. Vanuit het gezichtspunt van een centrale bank is het vooral van belang de samenhang tussen de financiële situatie van Nederlandse huishoudens enerzijds en het consumentenvertrouwen anderzijds te bekijken. Voor deze analyse wordt gebruik gemaakt van twee vragen uit dhs, die kunnen dienen als indicator voor het consumentenvertrouwen. De eerste vraag gaat over de verwachte ontwikkeling van het netto huishoudinkomen in de komende vijf jaar. De huishoudens geven aan of zij een stijging, een daling of een onveranderd inkomen verwachten. In de tweede vraag geven de panelleden aan in hoeverre zij zichzelf een gelukkig mens vinden saldo pos. en neg. antwoorden in % DNB / Kwartaalbericht September 5 65

8 Tabel 6 Verwachtingen huishoudens over ontwikkeling van hun financiële positie komende vijf jaar Stijging Constant Daling Helaas is deze vraag in de enquête van en niet gesteld zodat voor deze jaren geen gegevens over het vertrouwen in de financiële toekomst beschikbaar zijn. De eerste vraag heeft betrekking op een rationele financiële inschatting van de panelleden en heeft rechtstreeks betrekking op de inkomensvooruitzichten en daarmee op de verwachte bestedingen. De tweede vraag gaat vooral over de subjectieve, psychologische component. Tabel 6 en 7 geven de verdeling van de antwoorden van 99 tot en met 5 weer. De verdeling van de antwoorden op de vraag naar de eigen economische situatie in de komende vijf jaar lijkt sterk op het beloop van de door het cbs berekende indicator van het consumentenvertrouwen. Tussen 99 en bestaat een positieve trend in het verschil tussen de positieve en negatieve antwoorden. In 5 is het aandeel positieve antwoorden echter sterk gedaald. In vergelijking met is het aandeel van de respondenten dat een verbetering in hun financiële situatie verwacht gehalveerd, terwijl het aandeel van huishoudens dat een verslechtering verwacht is verdrievoudigd. Deze sterke verslechtering in de cijfers geeft aan dat de recente lage economische groei, wellicht in combinatie met de geleden vermogensverliezen op de aandelenmarkten, het vertrouwen van de huishoudens sterk heeft beïnvloed. De gegevens van dhs gaan niet verder terug dan 99 en bevatten slechts één volledige conjunctuurcyclus. In het hoofdstuk Economische ontwikkelingen, elders in dit Kwartaalbericht, wordt het consumentenvertrouwen in de huidige cyclus in historisch perspectief geplaatst. Zoals tabel 7 laat zien, blijft de verdeling van de antwoorden op de vraag hoe gelukkig men is de laatste jaar vrij constant. Ongeveer tachtig procent van de respondenten geeft aan gelukkig of zeer gelukkig te zijn en slechts één tot twee procent zegt ongelukkig of zeer ongelukkig te zijn. In grafiek zijn de antwoorden op beide vragen opgesplitst naar leeftijdsgroep en inkomensklasse van de respondent. Het is duidelijk dat het consumentenvertrouwen sterk samenhangt met de leeftijd. De jongste bevolkingsgroep, die alle personen jonger dan dertig bevat, heeft gemiddeld genomen het meeste vertrouwen in de toekomst. Dit is logisch, omdat veel van deze respondenten nog studeren of net begonnen zijn met werken en daarom in de toekomst een hoger inkomen verwachten. Naarmate de respondenten ouder zijn, daalt gemiddeld genomen het consumentenvertrouwen. Dit verlies aan vertrouwen of tevredenheid bestaat vooral in de middelste leeftijdscategorieën, van -9 en -9 jarigen. Het blijkt ook dat de bevolkingsgroep van 6-69 jarigen het meest negatief is over de inschatting van haar eigen financiële situatie over de komende vijf jaar. Het vertrouwen hangt natuurlijk af van vele factoren, maar deze uitkomst is niet zo verwonderlijk Tabel 7 Geluksgevoel van gezinshoofd Zeer gelukkig Gelukkig Niet gelukkig niet ongelukkig Ongelukkig zeer ongelukkig DNB / Kwartaalbericht September 5

9 Grafiek Vertrouwen en geluk per leeftijds- en inkomensklasse >= jaar 5-59 jaar -9 jaar -9 jaar < jaar Hoogste % inkomens e % inkomens e % inkomens e % inkomens Laagste % inkomens,5,,5,,5,,5,,5 Vertrouwen Geluk Toelichting: vertrouwen is gemeten op een schaal van - en geluk op een schaal van -5. omdat deze bevolkingsgroep personen bevat die kort voor hun pensionering staan en daardoor met een grote mate van zekerheid op een inkomensdaling kunnen rekenen. In vergelijking met de 6-69 jarigen, hebben de zeventig-plussers weer wat meer vertrouwen in hun financiële situatie. Het cbs onderzoekt tevens de samenhang tussen het inkomen en het consumentenvertrouwen en komt tot de conclusie dat er een positief verband bestaat: Een hoger inkomen gaat doorgaans samen met een hoger consumentenvertrouwen. De analyse van de dhs-gegevens (zie grafiek ) bevestigt de conclusie dat er een positief verband bestaat tussen het inkomen en het consumentenvertrouwen echter op het eerste gezicht niet. Omdat het logisch lijkt dat het inkomen toeneemt met de leeftijd, is de analyse in grafiek mogelijk vertekend. Om een meer gedetailleerd beeld te krijgen van de determinanten van het consumentenvertrouwen is ook een (panel)regressieanalyse uitgevoerd. Op deze manier is het mogelijk de invloed te schatten op het vertrouwen in de eigen financiële toekomst en op het geluk van individuele factoren als geslacht, leeftijd, opleiding, gezondheid, aantal kinderen en het hebben van een partner. Nu blijkt inderdaad dat het huidige huishoudinkomen, samen met de leeftijd, een belangrijke determinant is van het vertrouwen van Nederlandse huishoudens in hun toekomstige financiële situatie en ook van de mate waarin men zich gelukkig voelt. Hoe hoger het netto huishoudinkomen, hoe meer vertrouwen men heeft in de toekomstige financiële situatie en hoe gelukkiger men is. Het positieve effect van het inkomen op het geluksgevoel wordt nog versterkt als respondenten zeker weten dat hun financiële situatie zich in de komende vijf jaar zal verbeteren. Verder blijkt, opmerkelijk genoeg, dat het netto vermogen van het huishouden, in tegenstelling tot het inkomen, geen significante invloed heeft op het vertrouwen en het geluk. Ook het hebben van een eigen DNB / Kwartaalbericht September 5 67

10 huis, gemiddeld genomen de belangrijkste component in het vermogen van een huishouden, heeft geen significant effect op het geluk en vertrouwen. Hierdoor kan het dus gebeuren dat ondanks de hoge gemiddelde netto vermogens de Nederlandse huishoudens toch aangeven weinig vertrouwen te hebben in hun toekomstige financiële situatie. Bovendien hangt het vertrouwen samen met de opleiding, gezondheid en het geslacht van het gezinshoofd. Het blijkt dat jonge mannen met een goede opleiding, veel kinderen en een goede gezondheid het meeste vertrouwen in de toekomst hebben. De individuele, subjectieve criteria voor het geluk laten een beeld zien dat enigszins afwijkt van de resultaten voor het vertrouwen. Het al dan niet hebben van een partner en de gezondheid van de respondent en de partner spelen hier een belangrijke rol. In de regressie zijn ook jaareffecten opgenomen om te corrigeren voor veranderingen in het algemene niveau van het consumentenvertrouwen en het geluksgevoel dat niet wordt verklaard door specifieke individuele kenmerken van de huishoudens maar bijvoorbeeld door macroeconomische factoren. In de analyse van het consumentenvertrouwen komt het beloop van deze effecten sterk overeen met de ontwikkeling zoals die in tabel 6 wordt beschreven. Het vertrouwen van Nederlandse huishoudens in de toekomstige ontwikkeling van hun financiële situatie stijgt continu tussen 99 en. Voor 5 is dit effect echter significant negatief. Dit verlies aan vertrouwen kan niet door individuele factoren als inkomens- of vermogensverlies worden verklaard en weerspiegelt het pessimisme van gezinnen over de algemene economische situatie. De stijgende trend van het consumentenvertrouwen tussen 99 en en de daarop volgende daling worden dus door onze schattingen bevestigd en geven aan dat de vraag Denkt u dat het totale netto-inkomen van uw huishouden in de komende vijf jaar omhoog zal gaan, gelijk zal blijven, of naar beneden zal gaan? een goede vraag is om het consumentenvertrouwen te meten. De trend in de antwoorden op de vraag Alles bij elkaar genomen, in hoeverre vindt u zichzelf een gelukkig mens? geeft een heel ander beeld en weerspiegelt dus niet het consumentenvertrouwen. Het geluksgevoel van de gezinnen is vrij constant over de tijd en hangt dus nauwelijks samen met de conjunctuur terwijl het consumentenvertrouwen meer beïnvloed wordt door incidentele factoren. Het goede nieuws is dat een laag consumentenvertrouwen het geluksgevoel van de huishoudens niet in de weg staat. Conclusies Terwijl aan de forse stijging van de huizenprijzen in een einde lijkt te zijn gekomen, houdt de groei van de schuld van de Nederlandse gezinnen nog steeds aan. Dit geldt in het bijzonder voor de groei van de hypotheekschuld. Een nadere analyse van de LTV ratio s per inkomensgroep op basis van de DHS gegevens van 5 wijst uit dat de risico s van een daling van de huizenprijzen vooral bij de laagste inkomens liggen. Een aanzienlijk deel van de eigenwoning bezitters in de % laagste inkomens zou na een % daling van de huizenprijzen blijven zitten met een hypotheek die hoger is dan de waarde van het huis. Bij de hypotheken bestaat bovendien een trend naar steeds kortere looptijden. Liefst % van de in -5 afgesloten hypotheken heeft een rentevaste periode van twee jaar of korter. Deze verschuiving is te verklaren door de lage rente op kortlopende hypotheken. Anderzijds is de rente op langlopende hypotheken de afgelopen tijd veel sterker gedaald dan de korte rente. De keuze voor een kortere looptijd betekent ook een keuze voor meer rentegevoeligheid van de uitgaven van een gezin. Deze keuze is de afgelopen jaren goed uitgepakt, maar herbergt risico s in zich wanneer de rente zal gaan stijgen. Huishoudens zullen dan hun lening tegen een hogere rente moeten voortzetten. Overigens is bij gezinnen in de lagere inkomensgroepen de stijging van het aandeel hypotheken met een korte looptijd minder sterk. Ook kiezen deze huishoudens vaker voor een langere looptijd, van meer dan vijf jaar. De lage inkomensgroepen lopen dus vooral een risico bij een daling van de huizenprijzen, terwijl de hoge inkomensgroepen door hun keuze voor een korte looptijd relatief gevoelig zijn voor een stijging van de rente. Ook is gekeken naar het vertrouwen en geluk van de huishoudens. Individuele kenmerken als leeftijd en inkomen spelen een belangrijke rol in het antwoord op de vraag naar de verwachte ontwikkeling van het netto inkomen in de komende vijf jaar. Opmerkelijk genoeg spelen het netto vermogen van het huishouden en het eigenwoning bezit hierin geen belangrijke rol. Voor een groot deel kunnen de antwoorden echter niet worden verklaard uit individuele kenmerken. Blijkbaar laten mensen de inschatting van hun financiële toekomst meer afhangen van de algemene economische situatie dan van hun eigen vermogenspositie. Het beloop van dit jaareffect komt sterk overeen met het consumentenvertrouwen, terwijl het jaareffect van het geluk van de huishoudens dit patroon niet laat zien. Ondanks het pessimisme over de inkomensontwikkeling van de huishoudens is een grote meerderheid gelukkig. 68 DNB / Kwartaalbericht September 5

11 Geraadpleegde literatuur Babeau, A. and T. Sbano (): Household wealth in the national accounts of Europe, the United States and Japan. Working Paper /, Statistics Directorate, OECD, Paris. cbs Conjunctuurbericht 5 augustus 5, Persbericht juli 5. dnb Kwartaalbericht, september, juni 5 Golinelli, R. en Parigi, G. (): What is this thing called confidence? A comparative analysis of consumer confidence indices in eight major countries, Banca d Italia, Working Paper Nr. 8. Lopez, H.B. en Durré, A. (): The determinants of consumer confidence: the case of United States and Belgium, CORE Discussion Paper Nr. /5. De dhs enquête is afgenomen in het voorjaar van 5. Meer recente cijfers lijken te wijzen op een toegenomen belangstelling voor hypotheken met een langere looptijd. Uit een recent conjunctuurbericht van het cbs blijkt eveneens een negatieve samenhang tussen de leeftijd en de cbs-maatstaf van het consumentenvertrouwen. DNB / Kwartaalbericht September 5 69

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 26 727 Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001) Nr. 130 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar Maart 215 stijgt naar 91 punten Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar De is in het eerste kwartaal van 215 gestegen van 88 naar 91 punten. Veel huishoudens kijken positiever vooruit en verwachten

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Consumentenvertrouwen in Amsterdam

Consumentenvertrouwen in Amsterdam Consumentenvertrouwen in Amsterdam Hoe wordt het vakantiegeld dit jaar besteed? In opdracht van: Het Parool Projectnummer: 14054-2 Carine van Oosteren Merel van der Wouden Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis

De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis De besparingen van Amerikaanse gezinnen bereikten vlak voor de crisis een naoorlogs dieptepunt. Na de crisis moeten huishoudens fors

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007 7 Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 27 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 24 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09 HAAGSE MONITOR ECONOMISCHE RECESSIE 7 Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend zijn, in de

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie Stadsenquête Leiden 008 Hoofdstuk 19. Financiële situatie Samenvatting Ruim tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, bijna een kwart komt net rond en een

Nadere informatie

Vakantiegeld-enquête 2016. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Vakantiegeld-enquête 2016. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Vakantiegeld-enquête 2016 Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Vakantiegeld-enquête 2016 Auteurs Gea Schonewille Jasja Bos Inhoud SAMENVATTING... 6 1 INLEIDING... 8 2 AANTAL KEREN OP VAKANTIE...

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q3

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q3 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2014-Q3 NVM Data & Research 9 oktober 2014 1 Samenvatting De (theoretische) betaalbaarheidsindex maakt in het derde kwartaal van 2014 een zeer sterke opwaartse

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Aanleiding Elke vier jaar moet de vraag worden beantwoord of er omstandigheden

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit

Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit CPB Achtergronddocument Jasper Lukkezen en Adam Elbourne Maart 2015 3 Samenvatting In dit document maken wij een

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM Data & Research 15 januari 2015 1 Samenvatting De (theoretische) betaalbaarheidsindex maakt in het vierde kwartaal van 2014 nog steeds een opwaartse

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Overheid en economie

Overheid en economie Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Betalen in het eurogebied: nog niet alle wensen vervuld

Betalen in het eurogebied: nog niet alle wensen vervuld ers zijn over het algemeen positief over de bestaande betaalmogelijkheden, maar toch betaalt men in of naar het buitenland niet altijd zoals men zou willen. Zo is de tevredenheid over de acceptatie van

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

CONSUMER CONFIDENCE SCAN

CONSUMER CONFIDENCE SCAN CONSUMER CONFIDENCE SCAN September 2014 Stephan Dijcks GfK 2014 Consumer Confidence Scan augustus 2014 1 Inhoud 1. Inzichten consumentenvertrouwen 2. Consumentenvertrouwen in beeld 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

CBS: Inkomensverschillen zijn stabiel en relatief klein

CBS: Inkomensverschillen zijn stabiel en relatief klein Persbericht PB14 036 02 06 2014 16.00 uur CBS: Inkomensverschillen zijn stabiel en relatief klein De inkomensverschillen bleven in 2008-2012 nagenoeg onveranderd Ontwikkelingen op de woningmarkt laten

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 BIJLAGE II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit in 1 naar verwachting met 1¼%. Voor komend jaar wordt een groei van 1¾% voorzien. De toename van

Nadere informatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 43. Financiële situatie Samenvatting Circa tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, ruim een kwart komt net rond en kan moeilijk

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010 Pagina // Bijlage HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS uari Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend

Nadere informatie

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008 8 Financiële crisis r slaat gat in de beleggingen n van institutionele beleggers in 28 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 27 oktober 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012 11 Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 212 J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 16-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Vroegpensioen, de levensloopregeling en het vermogen van Nederlandse huishoudens

Vroegpensioen, de levensloopregeling en het vermogen van Nederlandse huishoudens Vroegpensioen, de levensloopregeling en het vermogen van Nederlandse huishoudens De helft van de Nederlandse werknemers wil voor haar 65 ste met pensioen, zo blijkt uit een enquête over vroegpensioen en

Nadere informatie

Het spaargedrag van Nederlandse huishoudens

Het spaargedrag van Nederlandse huishoudens Het spaargedrag van Nederlandse huishoudens heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen. Aan de ene kant liepen de spaartegoeden aanzienlijk op en was er aanleiding te veronderstellen dat meer van

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers November 2014 GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 1 Beleggingsportefeuille GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 2 Zes op de tien beleggers

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Macro-economisch scorebord 2015K4

Macro-economisch scorebord 2015K4 Macro-economisch scorebord 2015K4 Saldo lopende rekening als % bbp Netto extern vermogen als % bbp Reële effectieve wisselkoers (36 handelspartners) 3-jaars voortschrijdend gemiddelde 3-jaars mutatie in

Nadere informatie

December 2014 Betalen aan de kassa 2013

December 2014 Betalen aan de kassa 2013 December 2014 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Uitkomsten DNB/Betaalvereniging Nederland onderzoek naar het gebruik van contant geld en de pinpas in Nederland

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September 2015. GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September 2015. GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015 FINANCIELE ZEKERHEID GfK September 2015 1 Opvallende resultaten Meer dan de helft van de Nederlanders staat negatief tegenover de terugtredende overheid Financiële zekerheid: een aanzienlijk deel treft

Nadere informatie

Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed

Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed dem s Jaargang 8 Mei ISSN 69-47 Een uitgave van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving inhoud Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed

Nadere informatie

Pensioenvoorziening in internationaal perspectief

Pensioenvoorziening in internationaal perspectief Het pensioenvermogen van Nederlandse huishoudens bedroeg eind 2008 eur 740 miljard. Dit vormt meer dan de helft van hun financiële vermogen. Voor andere landen van het eurogebied is het pensioenvermogen

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit naar verwachting met 1¾% in 1 en met 1½% in 11. De toename van het bbp komt bijna volledig voor

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer Juni 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

financiële dienstverlening

financiële dienstverlening Algemene gegevens cliënt Algemene gegevens partner Naam : Naam : Geboortedatum : Geboortedatum : Algemene Kennis en Ervaring 1. Wat weet u van hypotheken? 2. Wat weet u van beleggingsproducten? 3. Wat

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Onderdeel Economische groei Inflatie Producentenvertrouwen Consumptie Omzet detailhandel Consumentenvertrouwen Hypotheken Hypotheek- en kapitaalmarktrente

Nadere informatie

Artikelen. Huishoudensprognose : uitkomsten. Coen van Duin en Suzanne Loozen

Artikelen. Huishoudensprognose : uitkomsten. Coen van Duin en Suzanne Loozen Artikelen Huishoudensprognose 28 2: uitkomsten Coen van Duin en Suzanne Loozen Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 28 tot 8,3 miljoen in 239. Daarna zal het aantal

Nadere informatie

Opbouw nationaal vermogen stokt

Opbouw nationaal vermogen stokt 7 Opbouw nationaal vermogen stokt Ontwikkeling nationaal vermogen Het vermogen van huishoudens Het vermogen van de overheid Het vermogen van ondernemingen Conclusie Literatuur De Nederlandse economie 211

Nadere informatie

Kentering op de Europese woningmarkten

Kentering op de Europese woningmarkten Na een hausse die twaalf jaar duurde, is nu in de meeste Europese landen waaronder Nederland een afvlakking van de huizenprijsstijging te zien. In enkele landen dalen de prijzen zelfs. Een belangrijke

Nadere informatie

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN VOLTOOIING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Bijdrage van de Commissie aan de Leidersagenda #FutureofEurope #EURoadSibiu ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN Figuur

Nadere informatie

Meenemen studieleningen bij acceptatie hypothecair krediet

Meenemen studieleningen bij acceptatie hypothecair krediet Meenemen studieleningen bij acceptatie hypothecair krediet Nibud, mei 2016 Het ministerie van BZK heeft het Nibud advies gevraagd hoe de studieschuld meegenomen dient te worden bij hypotheekverstrekking,

Nadere informatie

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel

Nadere informatie

Fondsenkennis in Nederland. Representatief onderzoek onder de Nederlandse bevolking 16 juni 2009

Fondsenkennis in Nederland. Representatief onderzoek onder de Nederlandse bevolking 16 juni 2009 Fondsenkennis in Nederland Representatief onderzoek onder de Nederlandse bevolking 16 juni 2009 1 Inhoud presentatie Fondsbezit in Nederland Kennis Nederlanders van beleggingsfondsen Introductie AXA IM

Nadere informatie

Het achterblijven van de consumptie bij het bbp,

Het achterblijven van de consumptie bij het bbp, De Nederlandse economie Het achterblijven van de consumptie bij het bbp, 28 218 Frank Notten Wouter Jonkers Augustus 219 CBS De Nederlandse economie, 1 Inhoud Samenvatting 3 1. Inleiding 3 2. Verschil

Nadere informatie

Hypotheekschuld in Nederland:

Hypotheekschuld in Nederland: Hypotheekschuld in Nederland: Loan to value / loan to income Ruimteconferentie, 21 mei 2013 Marcel van Wijk Vastgoed en Woningmarkt ac.vanwijk@cbs.nl Agenda Recente ontwikkelingen Onderzoeksopzet Hypotheekschuld

Nadere informatie

Overwaarde en koerswinsten waren jarenlang bron voor extra consumptie door huishoudens

Overwaarde en koerswinsten waren jarenlang bron voor extra consumptie door huishoudens Overwaarde en koerswinsten waren jarenlang bron voor extra consumptie door huishoudens Melanie Koymans en Jan Ramaker Voor 2 besteedden huishoudens jaarlijks maar een deel van hun inkomen. Wat overbleef,

Nadere informatie

KLANTPROFIEL VOOR DHR. EN MEVR.

KLANTPROFIEL VOOR DHR. EN MEVR. UW KLANTPROFIEL Een financieel advies wordt niet alleen uitgebracht op basis van uw huidige financiële situatie en wensen en doelstellingen, maar ook op basis van uw kennis van, ervaring met en risicobereidheid

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen De voorbeelden in de casussen zijn verzonnen door de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs

Nadere informatie

Sparen voor een koopwoning

Sparen voor een koopwoning Sparen voor een koopwoning Consumentenonderzoek in opdracht van de Volksbank GfK februari 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 Management summary Onderzoeksresultaten Onderzoeksverantwoording Contact 2 Management summary

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder Praktische-opdracht door 1859 woorden 2 juni 2014 5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Opdracht 1: D. E. Met de term economische groei wordt

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

Binnenkort hebt u een afspraak met één van onze adviseurs. Om u goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van u nodig.

Binnenkort hebt u een afspraak met één van onze adviseurs. Om u goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van u nodig. Uw Klantprofiel Binnenkort hebt u een afspraak met één van onze adviseurs. Om u goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van u nodig. Waarom een Klantprofiel? Het Klantprofiel heeft als doel

Nadere informatie

Aflevering 4 - Advies over de rentevastperiode

Aflevering 4 - Advies over de rentevastperiode Aflevering 4 - Advies over de rentevastperiode Het aangaan van een hypothecair krediet is voor consumenten een belangrijke beslissing. De kosten en aflossing van deze lening hebben voor langere termijn

Nadere informatie

Uitkomsten. derde kwartaal aal Hans Wouters. Publicatiedatum CBS-website: 16 januari Den Haag/Heerlen

Uitkomsten. derde kwartaal aal Hans Wouters. Publicatiedatum CBS-website: 16 januari Den Haag/Heerlen t8 8 Uitkomsten kwartaalsectorrekeningentorrekeningen derde kwartaal aal 28 Hans Wouters Publicatiedatum CBS-website: 16 januari 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen 1e kwartaal 9 Overall conclusie In de tweede helft van 8 sloeg de kredietcrisis ook in Nederland over naar de rest van de economie. De vooruitzichten voor 9 en 1 zijn in

Nadere informatie

Hypotheekrente: vast of variabel?

Hypotheekrente: vast of variabel? Hypotheekrente: vast of variabel? Een vaste of variabele hypotheekrente? Het is een vraag die dagelijkse wordt voorgelegd bij financieel adviseurs. Toch zijn er weinig adviseurs die de vraag ook onderbouwd

Nadere informatie

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten Levensverzekeringen worden in de regel voor een lange periode afgesloten. De rente speelt hierdoor voor levensverzekeraars een belangrijke rol. Bij een rentedaling daalt het eigen vermogen van deze sector

Nadere informatie

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002) Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek

Nadere informatie

Consumentenvertrouwen in verzekeraars. Juli 2015

Consumentenvertrouwen in verzekeraars. Juli 2015 Consumentenvertrouwen in verzekeraars Juli 2015 Index Consumentenvertrouwen in verzekeraars Het Consumentenvertrouwen in verzekeraars staat in juli 2015 op een stand van -10 (zie berekeningswijze). 10

Nadere informatie

Hypotheek Index Q3 2017

Hypotheek Index Q3 2017 Hypotheek Index Q3 2017 De Hypotheker vergeleek de cijfers in 2017 met die van 2016. Ontwikkeling rentevaste periode Een hypotheek met een rentevaste periode van 30 jaar wint sterk aan populariteit ten

Nadere informatie

KLANTPROFIEL VOOR DHR. HYPOTHEEK

KLANTPROFIEL VOOR DHR. HYPOTHEEK UW KLANTPROFIEL Een financieel advies wordt niet alleen uitgebracht op basis van uw huidige financiële situatie en wensen en doelstellingen, maar ook op basis van uw kennis van, ervaring met en risicobereidheid

Nadere informatie

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze

Nadere informatie

Persbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel

Persbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Persbericht PB08-086 18 december 2008 9.30 uur Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel In 2006 verkeerden 623 duizend

Nadere informatie