Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Kleding. Zomerkleren en winterkleren. Dat trek ik aan! Verkleden. Past het nog?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Kleding. Zomerkleren en winterkleren. Dat trek ik aan! Verkleden. Past het nog?"

Transcriptie

1 Onderwijs Ondersteunend Gedrag Kleding Zomerkleren en winterkleren Dat trek ik aan! Verkleden Past het nog? 1

2 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de basisschool: groep nul, één en twee. Goed, Beter, Best! heeft als doel de ouders intensief te betrekken bij het onderwijs aan hun kind zodat de kinderen zich optimaal ontwikkelen, thuis en op school. Bij het uitvoeren van het programma Goed, Beter, Best! in de praktijk is de situatie op de specifieke school (de planning van VVE-thema s, de contactmomenten tussen school en ouders et cetera) leidend voor het plannen van de Goed, Beter, Best! lessen. Het programma Goed, Beter, Best! bestaat uit drie programmaonderdelen: 1. OnderwijsOndersteunend Gedrag (OOG) 2. Educatief Partnerschap (EP) 3. Taal OnderwijsOndersteunend Gedrag (OOG) De VVE-thema s (thema s behorend bij het programma voor voor- en vroegschoolse educatie dat in de onderbouw gebruikt wordt) zijn gekoppeld aan het OOG-programma. De taallessen zijn op drie niveaus (*, **, ***) op hun beurt weer gekoppeld aan de VVE-thema s. Samen met de leerkrachten van de VVE-groepen worden de thema s gepland. Op het moment dat in de onderbouw gewerkt wordt aan bijvoorbeeld het VVE-thema Lente dan wordt dit thema ook leidend in de OOG-lessen en vervolgens in de taallessen. Zo geldt dit ook voor alle overige VVE-thema s. Educatief Partnerschap (EP) De lessen uit het EP-programma kunnen op elk moment gegeven worden. Het is logisch om te starten met het thema Ken de school. Vervolgens kunnen in overleg met de school de andere EP-lessen gepland en aangeboden worden. Taallessen De taallessen op de taalbladen worden binnen de context van het desbetreffende thema uit het OOG-programma aangeboden. Biedt de taallessen nooit aan als op zichzelf staande eenheden. De taallessen zijn op drie niveaus: 1. * Alfa B 2. ** NT2-niveau A1 3. *** NT2-niveau A2/B1 Welk niveau aangeboden wordt is afhankelijk van de uitkomsten uit de intaketoetsen. Een trainer die deze lessen geeft moet gewend zijn om aan zeer heterogene groepen les te geven. Er zullen zowel grote verschillen zijn in het taalniveau van de deelnemers als in opleidingsniveau. Het is daarom van groot belang dat deelnemers aan Goed, Beter, Best! serieus genomen worden in het inbrengen van hun eigen ervaringen en hun eigen cultuur. 2

3 Inhoud Kleding Lessen pagina Zomerkleren en winterkleren 4-13 Dat trek ik aan! Bijlage Memoryspel Bijlage kleding- en woordkaartjes Verkleden met bijlage woordkaarten Past het nog? Bijlage woordenlijst Taalbladen Colofon 105 3

4 Zomerkleren en winterkleren 4

5 Over groep nul In het kader van het thema kleding wordt er veel gespeeld met- en gepraat over kleren. De kinderen bekijken, bevoelen en benoemen allerlei kledingstukken. En natuurlijk trekken ze kleren aan. Bij het onderwerp zomer- en winterkleding wordt de kleren gesorteerd: wat is voor de winter, wat is voor de zomer? De kledingstukken worden benoemd. Als het koud is buiten, trek je veel kleren aan, warme kleren. Als het warm is buiten, trek je weinig kleren aan, het zijn luchtige, lichte kleren. Er is een winkel. De juf zwengelt misschien een doen-alsof-spel aan: Dag winkeljuffrouw, ik zoek een warme jas voor de winter. Heeft u die ook? Er wordt gesproken over de verschillende materialen van de zomer- en winterkleren. Misschien zijn er lapjes stof die mogen worden verknipt en opgeplakt. Zo ontstaat er begrip voor materialen, hoe ze voelen, en of het dunne of dikke stof is. Er zijn peuterboeken over kleding; heel simpele over de basiskleding zoals een onderbroek, een hemd, een broek, een t-shirt. Maar ook zoekboeken (waar is de rode sok?) waarbij kinderen de kleuren eveneens oefenen. Of het gaat over zelf aankleden, lievelingskleren enzovoorts.. Om over te praten Vraag de cursisten naar zomer- en winterkleren. Waar denken zij aan? Bergen zij hun winterkleren op, als het in de lente warmer wordt? Je kunt met je kind praten over de was (het wassen van de vuile kleren), samen de was ophangen, en je kunt met je kind de was sorteren en vouwen. Tijdens dat klusje kun je, gezellig samen pratend, je kind veel begrippen laten oefenen; sokken, onderbroeken, washandjes, t-shirts, de kleuren, hoe groot en hoe klein de kleren zijn, enzovoorts. Vraag je kind bijvoorbeeld de andere rode sok ( dezelfde als deze ) van papa te zoeken. Zo leert je kind goed kijken en vergelijken. Je kunt met je kind alle stoffen eens voelen: hoe voelt deze dikke jas? Hoe voelt je bikini? Kun je met je ogen dicht voelen of dit een handdoek of een bikini is? Opdrachten en scores Zomer- en winterkleren meenemen naar groep nul in het kader van het thema: score BII, 2a. Met je kind praten (tijdens het sorteren van de was) over kleren: score CI, 9. Je kind kleine opdrachtjes geven bij het sorteren van de was; CIII, 5. Je kind zich zo veel mogelijk zelf laten aankleden: score CIV, 12. Een complimentje geven als het zelf aankleden lukt, of als je kind goed helpt: CII, 13. Praten met je kind als het zich aankleedt, of als jullie kleding kijken in een winkel, uitleg geven; praten over wat jullie zien: CIII, 3. Samen folders kijken met kleding, of samen een boek lezen over kleding en erover praten: score C V, 7a. Het youtube-filmpje over Karel en zijn kleren kijken: CIII, 14b. Samen knutselen of tekenen met stofjes of potloden: winter- en zomerkleren tekenen: CI,9. Samen een modeshow doen of spelen dat je kleding koopt in een winkel: CI, 9. 5

6 6

7 7

8 8

9 9

10 10

11 11

12 12

13 13

14 Dat trek ik aan 14

15 Over groep nul In de groep wordt begonnen bij de basis: welke kledingstukken ken je al? Welke trek je dagelijks aan? De kleren worden benoemd. Wie heeft er ook een hemd aan? Is de kleur hetzelfde? Enzovoorts. Ook de volgorde van het kleren aantrekken is onderwerp van gesprek. Dat wordt bijvoorbeeld meegenomen in een spel met de pop in de huishoek. Heeft de baby al een luier aan? En wat komt nu? Op welke manier trek je de verschillende kledingstukken aan? Ook dat wordt uitgeprobeerd en benoemd. Zo wordt ook geoefend met zelfstandig aan- en uitkleden. Naast peuterkleding worden kleinere en grotere maten kleren getoond en gepast. De kinderen zien dat babykleren hen niet meer passen, omdat ze gegroeid zijn. Er wordt een kledinghoek of een winkel gemaakt in de huishoek. Ook de functie van de diverse kleren komt ter sprake: wanneer gebruik je een jas, een pyjama? In de kledinghoek mogen kinderen kiezen; vind je de kleur mooi? Voelt de stof zo lekker zacht? Er zijn peuterboeken over kleding, zoals van Fien en Milo en Karel. Zie ook andere lessen. Van materialen als knopen en ritsen leren zij hoe het voelt en de functie ervan. Er worden met knopen ook wel geteld, waarbij vorm en kleur ook een rol spelen. NB: Bij deze les horen twee bijlagen, te weten: kledingkaartjes / woordkaartjes en kleding-memoryspel. Maak diverse kopieën van deze bijlagen, zodat cursisten ook een exemplaar kunnen meenemen naar huis. Lamineer een exemplaar voor tijdens de cursus, indien mogelijk. Het kleding-memoryspel is een losse bijlage. Licht de werkwijze toe, indien nodig. Vertel de cursisten dat zij het thuis met hun kind kunnen spelen. Het best is te beginnen met bijvoorbeeld 3 kaartenparen. Als het kind de plaats van de kaartjes makkelijk kan onthouden, kun je het aantal kaartjes uitbreiden. Om over te praten Vraag de cursisten naar hun kennis over kledingstukken. En benoemt hun peuter ook al sommige kledingstukken? Hoe zijn de ervaringen met de zelfstandigheid van de kinderen? Kleden zij zich al zelf aan? Vertel dat veel peuters zichzelf al kunnen aankleden. Geef het kind de kans om hierin wat zelfstandiger te worden. Ook de ritssluiting kan een kind zelf, als de ouder het onderste stukje doet. Zijn er lievelingskleren waar hun kind het liefst in loopt? Zijn de kinderen kritisch of trekken ze alles aan dat mama neerlegt? Als een kind erg treuzelt bij het aankleden, kun je een (zelfbedacht) aankleedliedje zingen. Helpt hun kind weleens bij het wegwerken van het schone wasgoed? Dat is een prima moment om te praten over de kleren, hun kleuren, functies, groot, klein, enzovoorts. Opdrachten en scores Met je kind praten (tijdens het sorteren van de was) over kleren: score CI, 9. Je kind kleine opdrachtjes geven bij het sorteren of opruimen van kleren: score CIII, 5. Je kind zich zo veel mogelijk zelf laten aankleden: score CIV, 12. Een complimentje geven: CII, 13. Praten met je kind als het zich aankleedt, als jullie naar foto s kijken; uitleg geven, je kind de eigen babykleertjes laten zien en voelen; erover praten: CIII, 3. Samen een boekje over kleren kijken, bijvoorbeeld van Fien, Anna of Karel en erover praten: score C V, 7a. Het youtube-filmpje over Tom kijken: CIII, 14b. Samen de aankleedpop knippen en tekenen, erover praten: CI, 9. Kijken naar en praten over de kaartjes met kledingstukken: score CIII, 7b. Samen een kleding-memoryspel doen: CI, 9. 15

16 16

17 17

18 18

19 19

20 20

21 21

22 22

23 23

24 24

25 Bijlage Dat trek ik aan! : Memoryspel 25

26 26 Bijlage Memoryspel

27 27 Bijlage Memoryspel

28 28 Bijlage Memoryspel

29 29 Bijlage Memoryspel

30 30 Bijlage Memoryspel

31 31 Bijlage Memoryspel

32 Bijlage Dat trek ik aan! : kledingkaartjes en woordkaartjes 32

33 33 Bijlage kledingkaartjes en woordkaartjes

34 34 Bijlage kledingkaartjes en woordkaartjes

35 35 Bijlage kledingkaartjes en woordkaartjes

36 36 Bijlage kledingkaartjes en woordkaartjes

37 37 Bijlage kledingkaartjes en woordkaartjes

38 38 Verkleden

39 Over groep nul Verkleden is voor alle peuters leuk. Het is de kroon op elk doen alsof -spel. Voor verkleden zijn er geen dure prinsessenjurken nodig. Ook een ketting, een hoed en een tasje zijn goed. Die gewone spullen prikkelen de fantasie zelfs meer. In de groep wordt vaak een kledingrek gemaakt; daaraan hangen de verkleedkleren. Er kan ook gewerkt worden met een verkleedkist of een ingerichte kledingwinkel. De spullen worden bekeken, er wordt aan gevoeld en er wordt over gesproken. Wat heb je nodig als je een deftige dame wilt zijn? Wat heb je nodig als je eruit wilt zien als een brandweerman? Vind jij die roze boa mooi? Daar kun je wel een filmster mee zijn! NB. Er is een losse bijlage (pagina 49) met woordkaarten verkleden en carnaval. Het is mogelijk om hiervan een extra plusopdracht te maken voor cursisten. De plaatjes zijn wat meer gericht op het carnaval-aspect van verkleden. Om over te praten Vraag de cursisten of zij vroeger ook verkleedspelletjes deden. En doet hun kind dat (ook) graag? Wat heb je nodig, als je kind zich wil verkleden? Wat hebben de cursisten hiervoor in huis? Geef aan dat je er geen speciale speelgoedkleding voor hoeft te kopen. Wat spelen de kinderen graag na? Doktertje, een deftig persoon, een indiaan, een clown, een brandweerman? Geef aan dat het spel leuker wordt met een paar accessoires. Vieren de cursisten carnaval? Wissel ervaringen uit. Geef aan dat je de woordenschat van een kind kunt stimuleren door, tijdens het meespelen met een doen-alsof-spel, alles te benoemen, je kind vragen te stellen, enzovoorts. Het gaat niet zozeer om het stellen van weet-vragen (welke kleur is dat?) maar om vragen die je aan de dokter stelt of die je als cowboy aan de indiaan stelt. Zo stimuleer je je kind om taal te gebruiken. Opdrachten en scores Verkleedkleren en accessoires meenemen naar groep nul in het kader van het thema: score BII, 2a. Met je kind praten over verkleedkleren, stoffen, patronen: score CI, 9. Je kind zo veel mogelijk zelf laten kiezen wat het aantrekt: score CIV, 12. Een complimentje geven als het zelf aankleden lukt, of als je kind goed helpt: CII, 13. Praten met je kind als jullie verkleedkleren zoeken, uitleg geven, praten over wat jullie zien: CIII, 3. Het youtube-filmpje over Fien en Milo kijken: CIII, 14b. Het boekje mooie kleren van Fien en Milo lenen bij de bibliotheek en samen lezen: C V, 7a. Samen een hoed knutselen of een knutselwerk maken met patroonstofjes: CI, 9. Samen een mode-verkleedshow doen of een doen-alsof spel met de bijpassende verkleedkleren: CI, 9. Samen de indianentooi kleuren en praten over de kleuren: CIII, 7b. 39

40 40

41 41

42 42

43 43

44 44

45 45

46 46

47 47

48 48

49 Bijlage Verkleden : woordkaarten 49

50 50 Bijlage woordkaarten

51 51 Bijlage woordkaarten

52 52 Bijlage woordkaarten

53 53 Bijlage woordkaarten

54 Past het nog? 54

55 Over groep nul Bij het thema kleding wordt ook dieper ingegaan op het passen van kleren. Wat past wel, wat past niet? Hoe weet je of iets past? Er wordt gemeten met een meetlint en een meetlat. Vaak worden hier allerlei activiteiten aan gekoppeld die te maken hebben met groot en klein; met meten; er wordt gewerkt aan het ruimtelijk inzicht: is het groot genoeg? Peuters zijn al zover dat ze ook kunnen bedenken of iets past; na het uitproberen komt het redeneren. Dit wordt op tal van manieren geoefend en benaderd. Zie ook de les groot en klein binnen het thema Wonen. In de groep kan de pop Puk of een knuffel als uitgangspunt genomen voor het praten over kleren die passen en die niet passen. Soms brengen ouders een kledingstuk mee voor Puk. Er wordt gepraat over de maten van kleren. De eigen kleren worden er op nagekeken. Er wordt bijvoorbeeld een kledingwinkel nagebootst in de huishoek. Met een rek grote kleren, een rek peuterkleren en een rek babykleertjes. Hoe weet je waar je in de winkel jouw maat kunt vinden? Om over te praten Vraag de cursisten of zij met hun kind weleens praten over groeien, over kleren die te klein zijn of nog te groot. Komen zij met hun kind weleens in een kledingwinkel? Wissel ervaringen uit met het passen van kleren met je peuter. Meestal is dat nogal lastig (zie ook het filmpje in het werkblad). Vertel dat de eigen kleren van het kind een prima manier zijn om te praten over een grote trui en een kleine trui, over het past, of het is te klein, enzovoorts. Je kunt zo ook samen de was sorteren en opvouwen. Je kunt met je kind een kledingwinkel naspelen. Ga iets kopen in de winkel van je kind. Ik wil graag een blauwe trui voor mezelf, heeft u die? Je pakt een baby-truitje en zegt: Déze vind ik erg mooi, zou hij me goed staan? Benoem de kleren, de kleuren en groter/kleiner heel spelenderwijs in het doen-alsofspel met je kind. Stel de winkelmedewerker allerlei vragen. Zo stimuleer je je kind om taal te gebruiken. Opdrachten en scores Kleren in allerlei maten meenemen naar groep nul in het kader van het thema: score BII, 2a. Met je kind praten over grote en kleine kleren, of iets past: score CI, 9. Je kind zo veel mogelijk zelf laten kiezen wat het aantrekt: score CIV, 12. Een complimentje geven als het zelf aankleden lukt, of als je kind goed helpt: CII, 13. Praten met je kind als jullie een doen-alsof spel spelen (kledingwinkel): CI, 9. Het schooltv-liedje over de blauwe broek kijken: CIII, 14b. Het boek de rommeligste reus lenen bij de bibliotheek en samen lezen: C V, 7a. Samen de truien en broeken kleuren en sorteren op grootte (zie werkblad): CI, 9. Samen kijken naar de plaatjes over kleren en erover praten (zie extra opdracht): CI, 9. 55

56 56

57 57

58 58

59 59

60 60

61 61

62 62

63 63

64 64

65 65

66 Bijlage Woordenlijst 66

67 67

68 Taalbladen Kleding 68

69 T Dat trek ik aan! Mijn naam is Marie. Ik ben vijf jaar oud. Ik heb een kast vol met kleren. In mijn kast ligt een trui. De trui is van wol. In mijn kast ligt ook een hemd. Mijn hemd is wit en heeft stippen. De stippen zijn rood. In mijn kast hangt een jas. Mijn jas heeft een rits. In mijn kast hangt een broek. Mijn broek heeft een knoop In mijn kast hangt een jurk. Vandaag is het feest. Ik draag een jurk. De jurk is kort. De jurk is roze. De jurk heeft een lint Mijn schoenen hebben veters. Ik strik zelf mijn veters. Ik maak eerst een lus. Dan nog een lus en dan een strik.

70 T1 Wijs het goede plaatje aan en schrijf woord het juiste

71 T2 lezen buiten is het koud ik doe een sjaal om mijn hals ik doe ook een muts op mijn hoofd ik pak een want voor mijn hand buiten is het koud ik doe een sjaal om mijn hals ik doe ook een muts op mijn hoofd ik pak een want voor mijn hand

72 T2 lees en schrijf want doe buiten is het muts doe ik een om mijn pak hoofd ik een op mijn sjaal hand ik een voor mijn koud hals schrijven hand hals want hoofd buiten pak koud doe sjaal muts

73 T3 Welke letter mis je? Schrijf de letter op de goede plek..eisje h ongen k est k offer v ast j aak m

74 T4 Welk woord hoort bij welk plaatje? Zet een lijn kroon helm hoed pet hoofd doek muts

75 T5 lees en schrijf rok jas sok das r _ k j _ s s _ k d _ s ro _ ja _ so _ da ok _ as _ ok _ as lees ik draag een rok en schrijf ik heb een jas ik pak een sok ik heb een das ik ben..

76 T Verkleden Het is feest! Alle kinderen verkleden zich. De mama van Siam heeft een kist. De kist zit vol. De kist zit vol met tassen. In elke tas zit kleding. Siam pakt een tas. Ze pakt een pet en een lap stof. Dat is oud! De pet was van opa! De stof voelt glad en zacht. De stof is rood met wit. Siam slaat de stof om haar lijf. Nu nog een lint. Het lint voor om haar buik. Siam maakt een grote lus. Nu is het een jas. Siam zet de pet op. Nu is Siam een agent! Jos pakt alle tassen. Wat zit er in? Een bril, een das, een rok met stippen. Jos pakt ook een vest, een sok, een riem. Een hoed van wol, een kroon, een jurk en een trui. Allemaal verkleedspullen! Linda wordt een fee, Stan een clown. Jesse wil een indiaan worden en Pia een piraat.

77 T6 Wijs het goede plaatje aan en schrijf woord het juiste bril kist hak stof was tas

78 T7 lezen de kist zit vol ik pak een pet en een jas de jas is oud ik pas een jurk en een hoed de kist zit vol ik pak een pet en een jas de jas is oud ik pas een jurk en een hoed

79 T7 lees en schrijf hoed jurk de zit pas jas ik een en een kist pet de is pak vol ik een en een oud jas schrijven hoed pak pas een jurk zit vol pet kist oud

80 T8 lees en schrijf lus pop lap wol l _ s p _ p l _ p w _ l lu _ po _ la _ wo us _ op _ ap _ ol lees en schrijf ik maak een lus ik heb een pop ik pak een lap ik hou van wol ik ben..

81 T9 Schrijf het goede woord van of met: 1 ik heb een jas een zak 2 de pop is van mij 3 ik heb een jurk wol 4 ga je je bril lezen Schrijf Tim is een op het boef feest Tim is 2 Tim is 3 Tim is 4 Tim is 5 Tim is 6 Tim is

82 T Kleding Mijn naam is Marie en ik ben al vijf jaar oud. Ik heb een kast vol met kleren. Kleren in veel kleuren. Ik heb ook hoeden, maillots, leggings, schoenen, handschoenen, onderbroeken, slippers, sandalen, wanten en zwemkleding. Mijn moeder heeft veel tassen. In mijn kast liggen truien. Truien met strepen en stippen. Wollen truien en truien van katoen. In mijn kast liggen ook hemden. Witte hemden met rode stippen. Roze hemden met bloemen. In mijn kast hangen mijn jassen. Mijn jassen hebben een rits. In mijn kast hangen lange broeken. Mijn broeken hebben een knoop. In mijn kast hangen mooie jurken. Vandaag is het feest en ik draag een jurk. De jurk is kort en roze van kleur. De jurk heeft een lint met een strik. Het lint heeft een groene kleur. Mijn roze schoenen hebben veters. Ze glimmen mooi. Ik strik zelf mijn veters. Ik maak eerst een lus, dan nog een lus en tot slot een strik. Wat een mooie strik met lange slierten.

83 T1 Vragen bij kleding Omcirkel waar of niet waar. 1. Marie is bijna vijf jaar oud. Waar / niet waar 2. Marie heeft een kast vol gekleurde kleren. Waar / niet waar 3. Marie heeft ook schoenen en hoeden. Waar / niet waar 4. Marie heeft geen tassen. Waar / niet waar 5. In haar kast hangen haar lange broeken met knopen. Waar / niet waar 6. In haar kast liggen mooie jurken. Waar / niet waar 7. Tijdens een feest draagt ze een groene jurk. Waar / niet waar 8. De jurk heeft een groen lint met lange slierten. Waar / niet waar 9. De glimmende schoenen van Marie hebben veters. Waar / niet waar 10. Marie kan haar veters niet zelf strikken. Waar / niet waar Schrijf hele zinnen. Schrijf een hoofdletter en een punt. 1. Hoe oud is Marie? a. Vijf jaar oud. b. Bijna vijf jaar oud. 2. Wat heeft Marie nog meer in haar kast? 3. Wat voor hemden heeft Marie? 4. Waarom draagt Marie vandaag een jurk? 5. Hoe ziet de jurk van Marie eruit? 6. Hoe zien de schoenen van Marie eruit?

84 T2 Schrijven Vul de goede woorden in. Kies uit: maillot, rokken, spijkerbroek, pyjama, schoenen, kledingstukken, kleding, legging, jurken, broekspijpen, fijn, broeken, pantoffels, hakken, koud 1. Mijn grote zus heeft veel. 2. Ze draagt veel verschillende. 3. Mijn zus draagt naar haar werk een. 4. Dat is makkelijk en het zit. 5. Ze trekt dan vaak haar platte aan. 6. Op haar vrije dag draagt ze of. 7. Onder een jurk trekt ze dan een aan in de winter, in de lente trekt ze daar vaak een onder aan. 8. Mijn zus draagt graag laarzen met hoge. 9. Ik draag graag korte met wijde. 10. In de avond trek ik mijn warme aan. 11. Mijn voeten zijn in de winter, dan trek ik mijn aan. Schrijven Omcirkel de woorden die NIET bij kleding horen: haar kleding ogen vest juni kort fiets markt fijn buik broek oren mond strik paard been auto lang toilet feest neus maillot winkel hemd snot film zien stem tas eten

85 T3 Schrijven willen, hebben Schrijf met elk van bovenstaande werkwoord 2 zinnen. Probeer de zinnen goed te schrijven. Gebruik ook de woorden uit de kolom: Bijvoorbeeld: ik wil een rode jurk Schrijven regenjas maillot legging badpak wasmand pyjama bloes sloffen slippers mouw lang kort stof groen blauw oud nieuw wasknijper bril kledingkast glitter blij Vul in: Een maillot Een legging Een kous Een onderbroek Een vlek Een stapel Een waslijn Een wasmachine Een strijkijzer Een bladzijde Een koffer Een pop twee twee twee twee twee twee twee twee twee twee twee twee

86 T4 Vul in: zoek, vindt, zet, ben, gaan, ligt, wil, hangt, vraag, pak, trek, regent,pak, mis, is, mag, kies, pas, doe, zet Dat trek ik aan! Vandaag. ik zelf kiezen wat ik aan trek! Het. koud buiten en het. Ik..mijn lange blauwe broek uit de kast. Ik mijn dikke gele trui. Daar.. mijn dikke gele trui! Ik.. sokken met strepen. Ik.. mijn rode laarzen uit de kast. Wat een mooie kleuren. Ik mijn laarzen aan. Ik bijna klaar! Ik.. nog wat op mijn hoofd. Ik. aan mijn moeder een mooie hoed. Ik.. de hoed op mijn hoofd. Nu nog een regenpak! Mijn regenpak beneden in de kast. Natuurlijk. ik nog een riem om mijn middel, over de regenjas heen. Ik. een sjaal om mijn hals en ik.. mijn wanten, die zijn nog goed. Tot slot.. ik mijn zonnebril op mijn neus en mijn moeder en ik naar buiten. Mijn moeder.. dat ik er mooi uitzie! Dictee

87 T5 ik-mij hij-hem het-het wij-ons zij-hen/ze Schrijven jij-jou zij-haar u-u jullie-jullie Schrijf 3 zinnen met woorden uit de eerste rij. Schrijf 3 zinnen met woorden uit de tweede rij. Maak ook gebruik van deze woorden regenjas maillot legging strepen kort badpak wasmand pyjama stippen fijn bloes sloffen slippers mouw lang stof groen blauw jurken glad oud nieuw wasknijper rokken was bril kledingkast glitter bikini vies Schrijven Maak 2 zinnen met mijn. Maak 2 zinnen met jouw. Maak 2 zinnen met zijn. Maak 2 zinnen met haar. Maak 2 zinnen met ons. Maak 2 zinnen met jullie. Gebruik ook deze woorden schoon sloffen slippers mouw lang kort stof groen blauw oud nieuw wasknijper bril kledingkast glitter tas strijkijzer kleding regenjas maillot legging badpak wasmand pyjama lapjes overhemd wol zak mand slaapzak veters koffer warm koud droog dicht Maak 2 zinnen met hun

88 T Verkleden Het is feest! Alle kinderen verkleden zich. De moeder van Siam heeft een verkleedkist. De kist zit vol met tassen. In de tassen zitten verkleedspullen. Siam pakt zomaar een tas. Ze pakt een oude pet en een rode lap stof. De pet is erg oud! De pet was namelijk van opa! De rode stof met witte stippen voelt glad en zacht. Siam slaat de stof om haar lijf en schouders. Nu nog een lint voor om haar middel. Siam maakt een grote lus, nu is het een jas. Siam zet de oude pet van opa op. Nu is Siam een politieagent! Jos pakt alle tassen uit de kist. Hij wil graag weten wat er allemaal in zit! Jos legt een bril, een das en een rok met stippen op tafel. Jos pakt ook een vest, een sok en een riem uit de kist. De kinderen vinden nog een toverstaf, een hoed van wol, een kroon, een prinsessenjurk, een indianentooi en een cowboyhoed met een vestje. Allemaal verkleedspullen! Linda verkleedt zich als een fee, Stan wil een clown zijn. Hij krijgt een rode neus en een pruik op zijn hoofd. Jesse wil een indiaan worden en Pia een piraat. Er is genoeg kleding voor alle kinderen. Met lappen stof maken de kinderen ook kledingstukken. Wat is verkleden toch leuk!

89 T6 Vragen bij verkleden Omcirkel waar of niet waar. 11. Enkele kinderen verkleden zich. Waar / niet waar 12. De moeder van Siam heeft een verkleedkist. Waar / niet waar 13. De tassen in de kist zijn gevuld met verkleedspullen. Waar / niet waar 14. Siam pakt een willekeurige tas. Waar / niet waar 15. De oude pet uit de kist is van opa. Waar / niet waar 16. Jos pakt een paar tassen uit de kist. Waar / niet waar 17. De kinderen willen graag weten wat er in de kist zit. Waar / niet waar 18. Jos vindt allemaal verkleedspullen. Waar / niet waar 19. Linda krijgt een rode neus en een pruik. Waar / niet waar 20. Er is te weinig kleding voor alle kinderen. Waar / niet waar Schrijf hele zinnen. Schrijf een hoofdletter en een punt. 7. Wat heeft de moeder van Siam? 8. Wat pakt Siam uit de tas? 9. Hoe wordt de stof die Siam pakt omschreven? 10. Wat pakt Jos allemaal uit de kist? 11. Welke kinderen verkleden zich? Als wat verkleden de kinderen zich?

90 T7 Schrijven Omcirkel de woorden die NIET bij verkleden horen: kist kleding pruik vest feest kort tas markt mooi buik broek kind mond strik paard nagel auto lang toilet park neus maillot kantoor hemd leuk film zien zand melk dansen Schrijven Vul de goede woorden in. Kies uit: cowboys, verkleden, Wilde Westen, verkleedspullen, eiland, kasteel, piraten, lappen, spelen, prins, schip 1. Mijn broer en ik houden van. 2. We hebben thuis een kast met. 3. Onze ouders maken met stof een tent. 4. In de tent kunnen we samen. 5. Soms zijn we. 6. Onze tent is dan een groot of. 7. Soms zijn we en prinses. 8. Onze tent is dan een prachtig. 9. Soms is onze tent het. 10. We verkleden ons als.

91 T8 Vervoeg zelf het werkwoord. Vul in: kunnen, zijn verkleden, vinden, weten, worden, vinden, kunnen, gaan, nemen, willen, denken, kunnen, weten Verkleden Amber. zich vandaag verkleden op school. Alle kinderen. zelf verkleedspullen mee. De juf zich natuurlijk ook! Amber.. nog niet goed wat ze moet kiezen. Ze. een prinses wel leuk, of een verpleegster. Maar eigenlijk. ze zich verkleden als een stoere piraat. Amber nog even goed na en dan ze het. Ze een piraat! Het broertje van Amber.. het maar raar. Zijn zus als piraat!? Dat. toch niet? Alleen jongens. een piraat zijn. Dat... natuurlijk onzin! Meisjes.. prima piraat zijn! Op school.. er zowel jongens als meisjes piraat. Gelukkig maar! Dictee

92 l T9 Welk woord staat er? k-n-r-o-o d-k-l-g-n-e-i t-f-e-s-e p-s-p-t-i-e-n k-r-u-j s-t-k-i-n-e d-i-a-a-n-i-n p-a-l-p-n-e Schrijven Schrijf 2 zinnen met elk van deze woorden: Wie Wat Wanneer Hoe Waarom Kies daarbij deze woorden: lap brillen wol hoeden pet prinses prins indiaan kroon mouw lang kort stof groen blauw oud nieuw rokken jongen meisje tassen Probeer de zinnen goed te schrijven en zet achter elke zin een vraagteken (?). Bijvoorbeeld: Wie past de kroon? Dictee

93 T Kleding Mijn naam is Marie en ik ben inmiddels al vijf jaar oud. Ik ben al een grote meid. Ik heb een kast vol met kleurrijke kleren. Ik heb daarnaast ook hoeden, maillots, leggings, schoenen met veters, schoenen met klittenband, schoenen met gespen, glimschoenen, handschoenen, onderbroeken, slippers, sandalen, wanten, pyjamabroeken, pantoffels, regenkleding en zwemkleding. Mijn moeder heeft veel tassen, daar ben ik nog iets te klein voor, maar ik speel er wel graag mee. In mijn kast liggen truien in allerlei verschillende kleuren en soorten. Ik heb truien met strepen en stippen, maar ook met strikjes, franjes en ruches. Ik draag liever geen truien die gemaakt zijn van wol, die kriebelen! Ik draag vaak truien van katoen met een fleurige blouse eronder. In mijn kast liggen ook hemden, zoals witte hemden met rode stippen. Maar ook roze en blauwe hemden met bloemen of figuurtjes. In mijn kast hangen mijn jassen, voor de zomer en de winter. De meeste jassen hebben een rits, sommige hebben knopen. In mijn kast hangen lange broeken, maar ook korte broeken. Voor elke gelegenheid heb ik kleding. Ik heb warme kleding voor in de winter, zodat ik geen kouvat. Ik heb oude spijkerbroeken, zodat ik lekker kan buitenspelen. Ik trek het liefst een mooie jurk aan. Ik mag dan altijd zelf kiezen welke jurk ik aan doe. Vandaag is het feest en daarom draag ik mijn lievelingsjurk. De jurk is kort en roze van kleur. Het leukste vind ik het groene lint, die mijn moeder om mijn middel strikt. Mijn bijpassende glimmende roze schoenen hebben veters. Ik strik zelf mijn veters, mijn moeder heeft mij dat geleerd. Ik pak de veters vast met twee handen, ik leg de veters over elkaar, dan haal ik één veter onder de andere door. Ik trek de veters aan en zo maak ik een platte knoop. Ik maak een lus met de rechter veter, de andere veter leg ik over de lus heen. Deze veter trek ik dan onder de lus door. Ik pak de linker lus met mijn rechter hand. De rechter lus pak ik met mijn linker hand. Ik trek beide lussen aan. De veter is gestrikt!!

94 T1 Bezittelijke voornaamwoorden Deze woorden vertellen van wie iets is. Ik heb een boek. Jij hebt een boek. U hebt een boek. Hij heeft een boek. Zij heeft een boek. Wij hebben boeken. Jullie hebben boeken. Zij hebben boeken. Het is mijn boek. Het is jouw boek. Het is uw boek. Het is zijn boek. Het is haar boek. Het zijn onze boeken. Het zijn jullie boeken. Het zijn hun boeken. Let op mijn met een n aan het eind! jouw met een w aan het eind! uw met een w aan het eind! Let op ons huis (het huis) onze auto (de auto) Een bezittelijk voornaamwoord staat voor een zelfstandig naamwoord. Er kan een bijvoeglijk naamwoord tussen staan. Dit is mijn tas. Hoe vind je mijn nieuwe tas? Persoonlijk voornaamwoord ik jij/je u hij/zij/het wij jullie zij Bezittelijk voornaamwoord mijn jouw/je uw zijn/haar ons/onze jullie/je hun

95 T2 Vul het bezittelijk voornaamwoord in. 1 Ik heb een jas. Het is jas 2 Jij hebt een jas. Het is jas. 3 U hebt een jas. Het is jas. 4 Hij heeft een jas. Het is jas. 5 Zij heeft een jas. Het is jas. 6 Wij hebben een jas. Het is jas. 7 Jullie hebben een jas. Het is jas. 8 Zij hebben een jas. Het is jas. Vul het bezittelijk voornaamwoord in. 1 Ik houd van mijn werk. Houd jij ook van werk? 2 Houdt je broer van werk? 3 Houdt je zus van werk? 4 Houden je buren van werk? 5 Wij houden van werk. 6 Is moeder naar de winkel? 7 Nee, moeder is nog steeds thuis. 8 Wij ruimen elke dag rommel op. 9 Ruimen jullie ook elke dag rommel op? 10 Mijn vrienden gaan elke dag naar ouders. Vul nu een persoonlijk voornaamwoord in. 1 De vrouw zoekt een klein meisje. Zij zoekt. 2 De winkelier roept Saïda. Hij roept. 3 De man groet John en mij. Hij groet. 4 Vader is boos op de kinderen. Hij geeft straf. 5 Mijn jas is vies. Ik breng naar de stomerij. 6 Heb jij je bril bij je? Je hebt nodig. 7 Waar zijn mijn schoenen? Ik zie niet. 8 Bel je mij morgen? Ja ik bel. 9 Mijn moeder is jarig. Ik geef bloemen. 10 Waar is de winkelier? Ik zie niet. Vul nu persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in. 1 Ken je die man? Ja, ik ken, maar ik weet naam niet. 2 Ken je die vrouw? Ja, ik ken, maar ik weet naam niet. 3 Ken je mij? Ja, ik ken, maar ik weet naam niet. 4 Jan, is dit boek van? Nee, dat boek is niet van. 5 We gaan allemaal verhaal vertellen. 6 Waar zijn mijn spullen? Ik zie niet. 7 Sokken zijn leuk. Ik koop elke maand. 8 Heb je kleren verkocht? Nee, ik heb kleren naar het Leger des Heils gebracht. 9 Ga je mee naar het winkelcentrum? Nee, ik moet huiswerk nog maken. 10 Heb jij was al opgeruimd? En heeft zij was ook al opgeruimd?

96 T3 Kies het goede antwoord: mij/me, jou/je, u, haar, hem, het, ons, jullie, ze. 1 De was ophangen is moeilijk voor Jan. Hij kan nog niet. 2 Pas jij die broek? Ja, ik pas zeker nog! 3 Ga je met ons mee naar de winkel? Ja, ik ga met mee. 4 De klok staat stil. Ik hoor niet. 5 Mijn handschoenen liggen boven. Ik haal even. 6 Je vriend staat buiten. Hij wacht op. 7 Je kleding ligt op de grond. ligt ook onder je stoel. 8 Mijn moeder is jarig. Ik geef een nieuwe tas. 9 Heb je een regenjas bij je? Ik heb nodig. 10 Kijk daar loopt vader. Ik roep even. Vul een persoonlijk of een bezittelijk voornaamwoord in. 1 Ik ben morgen jarig. Kom je ook op feestje? 2 Maria heeft jas vergeten. Haal jij even? 3 Wij gaan naar de winkels met auto. 4 Onze hond heeft poot gebroken. 5 Heb je geen wasknijpers? Neem die van maar, ik heb niet nodig. 6 U hebt trui verkeerd aan. 7 Eet je appel op of vind je niet lekker? 8 Wij hebben het koud. Wij pakken pantoffels. 9 Murat gaat de was ophangen voor zijn moeder. broer helpt ook mee. 10 Zijn ouders wonen bij oudste zoon.

97 T4 Maak nu zelf 10 zinnen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden erin. Zet één streep onder een persoonlijk voornaamwoord en twee strepen onder een bezittelijk voornaamwoord

98 T5 Dictee

99 T Verkleden De kinderen bouwen een feestje, ze verkleden zich. De moeder van Siam heeft een verkleedkist op zolder. In de verkleedkist liggen tassen vol met verkleedspullen. Siam kijkt als eerste in de verkleedkist en ze pakt zomaar een willekeurige tas. In de tas vindt ze een oude pet en een rode lap stof. De pet is wel erg oud! De pet is stoffig en vies. De pet was namelijk van opa, hij was politieagent! De rode stof met witte stippen voelt glad en zacht aan. Siam slaat de stof om haar lichaam en schouders. Nu nog een lint voor om haar middel en dan heeft ze een jas. Zodra Siam de oude pet van opa opzet voelt ze het meteen. Ze is nu echt een politieagent, net als opa! Jos wil wel eens weten wat er nog meer in de verkleedkist zit, hij pakt alle tassen uit de kist en begint met uitpakken. Jos legt een bril, een das en een rok met stippen op tafel. Jos pakt ook een vest, een paar oude wollen sokken en een riem uit de kist. De kinderen vinden nog een toverstaf, een hoed van wol, een kroon, een prinsessenjurk, een indianentooi en een cowboyhoed met een vestje. Allemaal verkleedspullen! Linda verkleedt zich als een toverfee, Stan wil een clown zijn. Hij krijgt een rode neus en een pruik op zijn hoofd. Jesse wil een indiaan worden en Pia een piraat. Alle kinderen worden geschminkt. De moeder van Siam vindt het prachtig. Er is genoeg kleding voor alle kinderen. Met lappen stof maken de kinderen zelf ook kledingstukken. Ze helpen elkaar goed, ze hebben pret met elkaar. De moeder van Siam maakt tussendoor foto s. Dat is een mooie herinnering! Wat is verkleden toch leuk!

100 T6 Werkwoorden Lopen, zitten, werken zijn werkwoorden. Bijna allemaal eindigen de werkwoorden op en, behalve zijn, gaan, staan en doen. Als er een persoonlijk voornaamwoord bij een werkwoord staat, gaat het werkwoord veranderen. We noemen dat vervoegen. Kijk naar de voorbeelden. fietsen wandelen lopen ik fiets ik wandel ik loop je/jij/u fietst je/jij/u wandelt je/jij/u loopt hij/zij/ze/het fietst hij/zij/ze/het wandelt hij/zij/ze/het loopt wij/we fietsen wij/we wandelen wij/we lopen jullie fietsen jullie wandelen jullie lopen zij/ze fietsen ze/zij wandelen ze/zij lopen Als je een werkwoord gaat veranderen, moet je eerst weten wat de ik-vorm is. Hoe ziet het werkwoord eruit als je er ik voor zet? Meestal haal je en eraf. fietsen - ik fiets, wandelen - ik wandel, breien ik brei. Bij sommige werkwoorden moet je een klinker toevoegen, of een medeklinker eraf halen. Kijk naar de laatste letter van de lettergreep. lopen en = ik lop, nu moet je er nog een extra o bij zetten- ik loop zitten en = ik zitt, nu moet je er één t afhalen- ik zit Als je weet wat de ik-vorm is, dan zie je dat je bij de andere personen in het enkelvoud een -t moet zetten. In het meervoud zet je de en er weer achter en dan heb je weer het hele werkwoord. Probeer nu zelf de volgende werkwoorden te vervoegen. Kijk naar de voorbeelden hierboven. dragen passen pakken ik ik ik

101 T7 Nog meer werkwoorden kiezen kijken zien ik ik ik glimmen betalen tellen ik ik ik voelen lachen klappen ik ik ik

102 T8 Vul de goede vorm van het werkwoord in. Kijk goed naar de persoon die bij het werkwoord hoort. 1 strijken Hij zijn eigen kleding. 2 lopen Zij naar de kledingkast. 3 kijken Moeder in de verkleedkist. 4 kunnen Mijn zus goed toneelspelen. 5 staan De kinderen vandaag als piraten op het podium. 6 dansen Het meisje in het rond als een echte fee. 7 wassen Jij je eigen kostuum? 8 hebben De mensen een leuke dag. 9 bladeren De leraar door het sprookjesboek. 10 bewegen Zijn voeten heel snel. Zet de persoonsvorm en het werkwoord in het meervoud. 1 strijken Hij zijn eigen kleding. 2 lopen Zij naar de kledingkast. 3 kijken Moeder in de verkleedkist. 4 kunnen Mijn zus goed toneelspelen. 5 staan De kinderen vandaag als piraten op het podium. 6 dansen Het meisje in het rond als een echte fee. 7 wassen Jij je eigen kostuum? 8 hebben De mensen een leuke dag. 9 bladeren De leraar door het sprookjesboek. 10 bewegen Zijn voeten heel snel.

103 T9 Scheidbare werkwoorden: werkwoorden die je in 2 stukken kunt delen. weggaan binnenkomen meenemen voorlezen opbellen Ik ga weg. De man komt vlug binnen. Wat neem jij morgen mee? De leraar leest een verhaal voor. Ik bel je morgen op. Als je een werkwoord in 2 stukken verdeelt, komt het eerste stukje dus achteraan. uitnodigen Wij nodigen u uit. teruggeven De winkelier geeft geld terug. schoonmaken Maak jij dat even schoon? Vul de juiste vorm van het werkwoord in. 1 dichtdoen Doe alsjeblieft de deur dicht! 2 aandoen Ik de jurk. 3 uitdoen Waarom je de jurk nu? 4 aantrekken Zij een broek. 5 aanhouden je jas! 6 aanvoelen De nieuwe jas heel prettig? 7 buitenspelen Ik altijd met mijn vriendjes. 8 dichtknopen je zelf je vest? 9 instappen Hij altijd bij twee collega s de auto. 10 kouvatten Zo u toch! oefening 1 neerleggen Mijn zus het boek. 2 opdoen jij morgen je indianentooi? 3 omdoen Hij zijn cape. 4 ophangen Wij na het verkleden de kleding netjes. 5 opvouwen Zij zelfs haar sokken. 6 stilstaan Wij altijd bij deze verkleedwinkel. 7 tegenkomen Wie jij net? 8 uittrekken je het clownspak niet meer?. 9 vasthouden Zij zich aan de leuning. 10 voorlezen Jullie het sprookjesboek toch wel?

104

105 Onderwijs Ondersteunend Gedrag Colofon Goed, Beter, Best! is een cursusprogramma voor ouders met kinderen in groep nul en is tevens geschikt voor ouders van kinderen in groep 1 en 2. In deze cursus wordt ouderbetrokkenheid en onderwijsondersteunend gedrag gecombineerd met Nederlandse taallessen. De cursus bestaat uit de volgende onderdelen: OnderwijsOndersteunend Gedrag (63 lessen in 13 thema s) en per thema Taalbladen Educatief Partnerschap (18 lessen in 6 thema s) Trainershandleiding Goed, Beter, Best! is ontwikkeld door Stichting de Meeuw en Alsare ontwikkeling en advies in opdracht van de gemeente Rotterdam. Planontwikkeling en coördinatie: Laura van der Baan (Alsare ontwikkeling en advies) Tekst en ontwikkeling OnderwijsOndersteunend Gedrag en Educatief Partnerschap: Marian Veldhuis (Stichting de Meeuw) Tekst en ontwikkeling Taalbladen in onderdeel OnderwijsOndersteunend Gedrag: Alsare ontwikkeling en advies Tekst en ontwikkeling Trainershandleiding: Stichting de Meeuw en Alsare ontwikkeling en advies Vormgeving lessen: Marian Veldhuis (Stichting de Meeuw) Projectleiding: Caty Bulte en Francis Wesseling (Stichting de Meeuw) Research: Marian Veldhuis, Anja van der Zanden, Greetje Heeren en Annette Diender (Stichting de Meeuw) Projectassistentie: Ida Zornic (Stichting de Meeuw) ISBN/EAN: Dit project kon worden gerealiseerd dankzij een bijdrage van het Europees Integratiefonds.

Educatief Partnerschap. Ken de school. Het schoolgebouw. Bouwen en groepen. Wie werken er op school?

Educatief Partnerschap. Ken de school. Het schoolgebouw. Bouwen en groepen. Wie werken er op school? Educatief Partnerschap Ken de school Het schoolgebouw Bouwen en groepen Wie werken er op school? 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de

Nadere informatie

Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Lente. Lente buiten. De kinderboerderij. Jonge dieren. Pasen. Het weer. Voorjaarsbloemen

Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Lente. Lente buiten. De kinderboerderij. Jonge dieren. Pasen. Het weer. Voorjaarsbloemen Onderwijs Ondersteunend Gedrag Lente Lente buiten De kinderboerderij Jonge dieren Pasen Het weer Voorjaarsbloemen 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de

Nadere informatie

Auditieve oefeningen thema kleding

Auditieve oefeningen thema kleding Auditieve oefeningen thema kleding Boek van de week: 1; 2; 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant Hoe zou het boek heten Waarom denk je dat? Wat staat

Nadere informatie

Leesboekje de kleding

Leesboekje de kleding Leesboekje de kleding Leesboekje De Kleding Pagina 1 Dit is de broek. Dit is de trui. Dit is de rok. Dit is de jurk. Dit is de bh. Dit is de onderbroek. Dit is het T-shirt. Dit is de panty. Dit is het

Nadere informatie

Informatie van de school

Informatie van de school Educatief Partnerschap Informatie van de school De schoolgids Een ouderbijeenkomst De nieuwsbrief/de website 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw

Nadere informatie

Educatief Partnerschap. Ouders op school. Helpen in de groep. De ouderraad en de medezeggenschapsraad. Hulpouders

Educatief Partnerschap. Ouders op school. Helpen in de groep. De ouderraad en de medezeggenschapsraad. Hulpouders Educatief Partnerschap Ouders op school Helpen in de groep De ouderraad en de medezeggenschapsraad Hulpouders 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw

Nadere informatie

Educatief Partnerschap. Ken de school. Het schoolgebouw. Bouwen en groepen. Wie werken er op school?

Educatief Partnerschap. Ken de school. Het schoolgebouw. Bouwen en groepen. Wie werken er op school? Educatief Partnerschap Ken de school Het schoolgebouw Bouwen en groepen Wie werken er op school? 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de

Nadere informatie

Weekprogramma: 1 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk. 2 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk

Weekprogramma: 1 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk. 2 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk Ik en mijn familie Weekprogramma: Week 1; 0 jaar Baby speelt met kleding. 1 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk 2 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk 3 jaar Kinderen

Nadere informatie

Educatief Partnerschap. Samen opvoeden. Opvoeden thuis. Huisbezoek. Regels op school en thuis

Educatief Partnerschap. Samen opvoeden. Opvoeden thuis. Huisbezoek. Regels op school en thuis Educatief Partnerschap Samen opvoeden Opvoeden thuis Huisbezoek Regels op school en thuis 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de basisschool:

Nadere informatie

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

de jas de trui de broek de sokken de jurk

de jas de trui de broek de sokken de jurk Werkbladen bij thema de kleding: dag 1 Naam:................. 1. Lezen en overschrijven: de jas de trui de broek de sokken. de jurk LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 1 2. Invullen: Dit

Nadere informatie

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Hoe gaat het in groep 1/2 b Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder Ik help je wel illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder Deze uitgave is een cadeau van ViaViela aan al onze opvangkinderen en (gast)ouders. Veel voorleesplezier! Juul doet de deur open.

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

AAN DE SLAG DIT BEN IK

AAN DE SLAG DIT BEN IK Peuters AAN DE SLAG DIT BEN IK Hoelahoep: Mijn lijf (liedje) Op Schooltv vind je het liedje Mijn Lijf van Hoelahoep. Dit liedje gaat over het uiterlijk en de functies van verschillende lichaamsdelen. De

Nadere informatie

Naam: Welkom op De Leer!

Naam: Welkom op De Leer! Naam: Welkom op De Leer! Basisschool De Leer St. Michielsstraat 6 7255 AP Hengelo 0575-46 17 15 Welkom! Hallo, Je bent nu al bijna vier jaar en dan kom je bij ons in de klas. Nu mag je een paar keer komen

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN)

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN) REKENEN MET AFLATOUN De leerlingen ontdekken dat er verschillende soorten munten zijn. Ze leren dat bepaalde voorwerpen verschillende waarden kunnen hebben. Ze leren sorteren op grootte, kleur en materiaal.

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig Les 5.1 Materialen (selectie) flitskaarten de spijkerbroek, de broek, de bloes flitskaarten (thema 9, onderbouw): de broek, de jurk, het t-shirt,, de schoenen, de jas, de trui, de laarzen, de pet, de sjaal,

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

Weeknieuws week 41. Peutercollege weetjes

Weeknieuws week 41. Peutercollege weetjes Weeknieuws week 41 Peutercollege weetjes o De locaties hebben weer nieuwe ouder- kindkisten ontvangen. Zo heeft t Kasteeltje de kist van het thema regen en het Kwetternest heeft nu de kist van Wat heb

Nadere informatie

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK HET ACTIVITEITEN JAARPLAN IN DE PRAKTIJK PUK & Ko Het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal van Kindercentrum Wereldplek werken sinds 2009 met

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

Efficiënte Garderobe Actieplan

Efficiënte Garderobe Actieplan Efficiënte Garderobe Actieplan Wat leuk dat je mijn Efficiënte Garderobe Actieplan hebt aangevraagd. Soms sta je voor je kledingkast en ben je totaal het overzicht kwijt. Dat is het juiste moment om de

Nadere informatie

Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Ziek en gezond. Van top tot teen. Bij de dokter. Het ziekenhuis. Gezond zijn

Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Ziek en gezond. Van top tot teen. Bij de dokter. Het ziekenhuis. Gezond zijn Onderwijs Ondersteunend Gedrag Ziek en gezond Van top tot teen Bij de dokter Het ziekenhuis Gezond zijn 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

Afval Anne en de Sorteerbrigade

Afval Anne en de Sorteerbrigade Afval Anne en de Sorteerbrigade Verhaal ontwikkeld voor educatieproject Afval groep 3 School en Cultuur Veenendaal 2014 Geschreven door: Sanne Heymann Tekeningen door: Sjoerd Kreijns Dit is Afval Anne.

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

LESBRIEF. Grote Anna leert lezen en rekenen. Digibordles lezen : Digibordles rekenen : Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.

LESBRIEF. Grote Anna leert lezen en rekenen. Digibordles lezen : Digibordles rekenen : Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks. Samenvatting: Grote Anna heeft een bijzondere dag vandaag! Ze gaat voor het eerst naar de grote school. Anna heeft er veel zin in. Ze heeft zelfs een nieuwe boekentas en schrijfspulletjes gekregen! Het

Nadere informatie

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren' De tovenaar tovert De verhalenvertelster vertelt Wat zou een tovenaar allemaal kunnen toveren? Hoe zouden de kinderen zich voelen? Waar zie je dat aan? Is de tovenaar blij/ boos/ verdrietig of bang? Hoe

Nadere informatie

Theatergroep Locals. www.tgthelocals.com. Lesbrief

Theatergroep Locals. www.tgthelocals.com. Lesbrief Theatergroep Locals www.tgthelocals.com Lesbrief 1. Over de voorstelling De vader van Polle is ooit met de noorderzon vertrokken. Daarom denkt ze dat haar vader ontdekkingsreiziger is en dat zijn schip

Nadere informatie

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Naar de speelzaal Taal en ouders: Peuters Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Naar de speelzaal, 0 Dit boekje is een uitgave van Stichting

Nadere informatie

auteur & illustrator: pauline oud

auteur & illustrator: pauline oud Thema s: - kleuterklas - nieuwe vrienden - herfst Samenvatting: Er is een nieuw kindje bij Saar op school, en zijn naam is Kas. Saar helpt Kas vandaag een beetje. Ze laat hem zien waar de blokkenhoek is,

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Vollenhove Wonen op een havezate

Vollenhove Wonen op een havezate D S T R K C N T Opdracht 1 Nodig: foto van jezelf als klein kind, fotoblad opdracht 1 In Vollenhove staat de havezate Oldruitenborgh. De havezate is al heel oud. Bijna 250 jaar geleden, rond 1770, woonden

Nadere informatie

Woordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00

Woordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00 Woordenkennis In Huis Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00 K2-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat 37 NL-2411 CS Bodegraven

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Knabbel en Babbeltijd.

Knabbel en Babbeltijd. Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte

Nadere informatie

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg Pasen met peuters en kleuters Beertje Jojo is weg Thema Maria is verdrietig, haar beste Vriend is er niet meer. Wat is Maria blij als ze Jezus weer ziet. Hij is opgestaan uit de dood! Wat heb je nodig?

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Lesideeën groep 1 en 2

Lesideeën groep 1 en 2 2 Doelstellingen Na het project kunnen de kinderen vertellen hoe een tandarts en een tandheelkundige praktijk eruitzien. Ook kunnen de kinderen vertellen hoe, wanneer en hoe vaak ze tandenpoetsen. Werkwijze

Nadere informatie

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd 6.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken Badria wordt vandaag 5 jaar. Jan koopt een boek voor Badria.

Nadere informatie

1b nr. 1 Wie of wat?

1b nr. 1 Wie of wat? OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Jongens en meisjes. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep

Jongens en meisjes. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep Kriebels in je buik Jongens en meisjes 1 Jongens en meisjes Groep 2 55 min Begrippen Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep gedrag Benodigheden Digibord Schaar Knutselspullen Werkbladen

Nadere informatie

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik Kinderdagverblijf programma Dit ben ik Week 5 Datum 27 t/m 31 januari 09.15 uur - Kring: Kern 0 1½ het gezicht van Puk. Spiegeltje in Puk zijn rugzak. Wat is dat nou? 09.20 uur - Voorleesboek: Kikker is

Nadere informatie

Je bent nu al bijna vier jaar en dan mag je naar school. Eerst mag je een paar ochtenden komen kijken.

Je bent nu al bijna vier jaar en dan mag je naar school. Eerst mag je een paar ochtenden komen kijken. Hoera! Wat leuk dat je bij ons naar school mag. Je wilt vast graag weten wat we allemaal gaan doen. Daarom staat dit boekje op de website van school. Hier staan heel veel belangrijke dingen die handig

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen - - je kan me wat - module 2 docere delectare movere je O kan ROC p e me n van S wat Amsterdam c h o o l - A nt2taalmenu.nl educatie m s t e r - d ROC a m van module Z Amsterdam u i d - O 2 o s t tekeningen

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

Les 33. Zwangerschap

Les 33. Zwangerschap http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde

Nadere informatie

hebben verzorgde tanden An Melis

hebben verzorgde tanden An Melis CAS EN KATO hebben verzorgde tanden An Melis M O N D I N A C T I E! tekst bij de volgende plaat: Dit is Cas. Cas is blij. Vandaag is de leukste dag van de hele week! Kato komt spelen en vannacht mag ze

Nadere informatie

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.

Nadere informatie

Letters, woorden, boeken

Letters, woorden, boeken Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Letters, woorden, boeken Participatie: De bibliotheek Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Letters, woorden, boeken, 2016 Dit boekje

Nadere informatie

Voorbereiding/nodig. Het doel wat we deze week willen bereiken is:

Voorbereiding/nodig. Het doel wat we deze week willen bereiken is: Wat gaan we doen? In het thema Ik en mijn familie staat familie centraal. De kinderen ontdekken welke mensen bij hun familie horen ze praten over jong en oud, verschillende familieleden, verjaardagen en

Nadere informatie

Lesbrief. Een echte man Yvonne Kroonenberg

Lesbrief. Een echte man Yvonne Kroonenberg Lesbrief Een echte man Yvonne Kroonenberg Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan

Nadere informatie

januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden - BVP 1789 - Hint Music 2013

januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden  - BVP 1789 - Hint Music 2013 januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden - Winterwoorden 1 Als het winter is geworden, zijn de wolken dik en grijs. Al het water is bevroren. Op de sloten ligt

Nadere informatie

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes? A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? Ja, heb ik gedaan. 2. Komt Willem dit weekend? Nee, moet helaas werken. 3. Ga je met het vliegtuig naar Hamburg? Nee,

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Welke voorkeur heb jij?

Welke voorkeur heb jij? Pedagogische vaardigheden: Welke voorkeur heb jij? Als pedagogisch medewerker maak je in de omgang met de kinderen in jouw groep gebruik van verschillende pedagogische vaardigheden. Wat zijn jouw voorkeursvaardigheden

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

*Tijdens dit thema leren de kinderen verschillende plaatsen te benoemen bijv. op de kast, in het bedje, onder de tafel enz.

*Tijdens dit thema leren de kinderen verschillende plaatsen te benoemen bijv. op de kast, in het bedje, onder de tafel enz. WELKOM PUK!!! Van week 35 t/m 40 gaan wij van start met het thema Welkom Puk. De vakantie is weer voorbij, dat betekent dat er nieuwe baby s en kinderen bij ons op De Boerderij komen. Zo wordt ook Puk

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Gezond thema: DE HUISARTS

Gezond thema: DE HUISARTS Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een

Nadere informatie

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud Bijlage 3.1. Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud Het instinct voor zelfbehoud is heel gezond. Als we dat niet hadden, zou niemand van ons

Nadere informatie

Lesbrief groep 1 en 2 Winter

Lesbrief groep 1 en 2 Winter Lesbrief groep 1 en 2 Winter De vakantie ligt al weer een week achter ons en langzaam beginnen de kleuters alweer te wennen. Vorige week maandag zijn we begonnen in de kring en ze zaten vol verhalen over

Nadere informatie

Ontwikkelingskansen voor ieder kind! Boodschappen. Kansen in kinderen. Boodschappen. voor ouders. Kansen in kinderen

Ontwikkelingskansen voor ieder kind! Boodschappen. Kansen in kinderen. Boodschappen. voor ouders. Kansen in kinderen Ontwikkelingskansen voor ieder kind! voor ouders Voorwoord doen met kinderen in de supermarkt is heel leuk. Je moet alleen geen haast hebben! In het thema staat de supermarkt en alles wat je daar kunt

Nadere informatie

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2014 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2014 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK ACTIVITEITEN JAARPLAN 2014 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK HET ACTIVITEITEN JAARPLAN IN DE PRAKTIJK PUK & Ko Het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal van Kindercentrum Wereldplek werken sinds 2009 met

Nadere informatie

Als praten niet vanzelf gaat

Als praten niet vanzelf gaat Libra R&A locatie AC Eindhoven Als praten niet vanzelf gaat Niet alle kinderen leren vanzelf goed praten. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn. In deze folder leest u waar u op moet letten en wat

Nadere informatie

Charles den Tex VERDWIJNING

Charles den Tex VERDWIJNING Charles den Tex VERDWIJNING 3 Klikketik-tik-tik Het is halftwaalf s ochtends. Marja vouwt een hemd. En kijkt om zich heen. Even staat ze op haar tenen. Zo kan ze over de kledingrekken kijken. Die rekken

Nadere informatie

Weeknieuws week 5. Peutercollege weetjes

Weeknieuws week 5. Peutercollege weetjes Weeknieuws week 5 Peutercollege weetjes Van 22 februari t/m 26 februari is het Peutercollege geopend van 0900-1200 uur voor alle peuters. De scholen zijn in die week dicht, maar wij zijn gewoon geopend.

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Instructieboek: de was doen

Instructieboek: de was doen Instructieboek: de was doen Voor de Mpower - coach Mpower - coach Instructieboek Versie 0.5-2014 Pagina 1 Mpower - coach Instructieboek Versie 0.5-2014 Pagina 2 Inhoud: Inhoud blz. 3 Mpower-coach blz.

Nadere informatie

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

HEB JE HUISWERK VANDAAG? BLAD 1 HEB JE HUISWERK VANDAAG? Je kind moet thuis werken voor school. In de agenda kan je kijken wat je kind moet doen. Wat moet je doen? 1 Maak oefening 1 op blad 2: Wat doet je kind na de school? 2

Nadere informatie

welkomstboekje school Basisschool KOM.MIJN

welkomstboekje school Basisschool KOM.MIJN welkomstboekje school Basisschool KOM.MIJN Jij wordt bijna 4 jaar. Hoera! Je mag dan naar school. Je komt bij ons in de klas. Gezellig! Kijk maar gauw verder. Eerst kom je binnen in onze hal, bij lokaal

Nadere informatie

PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS

PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS Thema 1: Ik (lichaam/familie) Dit boekje is van:................. Logo gemeente Auteursteam Projectgroep Kinderklanken & Peuterpraat Margriet van Engen Maaike Preijde

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Voor het eerst naar school

Voor het eerst naar school Voor het eerst naar school Welkom op De Wonderboom Uw kind gaat binnenkort voor het eerst naar school. We wensen jullie een fijne tijd toe op De Wonderboom. Dit boekje informeert over verschillende zaken

Nadere informatie

Aan de wand hangen woordkaarten met betrekking tot de herfst.

Aan de wand hangen woordkaarten met betrekking tot de herfst. Herfst Nog niet zolang geleden liepen we in korte broek, kon de jas thuis blijven en was de temperatuur zelfs hoog, te hoog voor dit seizoen. Maar nu waait het, het regent en vallen de blaadjes van de

Nadere informatie

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij! VERSJES: Mourik lou VADERDAG Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij! t Is geen zakdoek of sigaren, t is een heel, heel ander

Nadere informatie

Doe-tips bij Pauline Oud prentenboeken

Doe-tips bij Pauline Oud prentenboeken Doe-tips bij Pauline Oud prentenboeken Wat leuk dat je aan de slag wil met de prentenboeken van Pauline! In deze brief vind je volop inspiratie bij 'Sem op het potje'. Veel plezier! Breng het verhaal tot

Nadere informatie