De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2009

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2009"

Transcriptie

1 09 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2009

2 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2009 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits met bronvermelding. Westeinde 1, 1017 zn Amsterdam Postbus 98, 1000 ab Amsterdam Telefoon (020) Telefax (020) Website: issn: De cijfers zijn verzameld door de Nederlandsche Bank, tenzij anders vermeld. De totalen voor het eurogebied zijn opgesteld door de Europese Centrale Bank. Zij publiceert deze cijfers in haar maand bericht en op de website ( De tabellen in dit Statistisch Bulletin zijn in het algemeen afgesloten op 22 september De op de website gepubliceerde cijfers worden voortdurend geac tualiseerd.

3 Inhoud Inleiding 7 Artikelen Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken 9 Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s 17 Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 26 miljard 23 Monetair-financiële statistieken Nederland Financiële markten Rentes 1.1 Rentetarieven van de Nederlandsche Bank en van de Europese Centrale Bank 2* Marktrentevoeten 4* Rentes van in Nederland gevestigde mfi s op deposito s en leningen, met bijbehorende volumes 6* Wisselkoersen 2.1 Wisselkoersen en goudprijs 10* Aandelenbeursindices 3.1 Aandelenbeursindices 12* Emissiemarkt 4.1 Emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 14* Bruto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 16* Netto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 18* Uitstaande bedragen van effecten met uitzondering van aandelen uitgegeven door Nederlandse ingezetenen 20* 4.2 Emissies en koerswaarden van op de Euronext Amsterdam Stock Market genoteerde aandelen 22* 4.3 Individuele emissies 24* Financiële instellingen Banken Binnenlands bankbedrijf (monetair) 5.1 Balans van De Nederlandsche Bank (monetaire opstelling) 26* dnb / Statistisch Bulletin september Balans van de in Nederland gevestigde mfi s (exclusief dnb) 28* Leningen van mfi s aan de private sector, naar sectoren, oorspronkelijke looptijd en instrument 30* Bij mfi s aangehouden deposito s van de private sector, uitgesplitst naar sector en instrument 32* Spaargeld huishoudens Nederland 34* Uitsplitsing naar valuta van bepaalde activa en passiva van in Nederland gevestigde mfi s (exclusief dnb) 36* 5.3 Gecombineerde balans van De Nederlandsche Bank en in Nederland gevestigde mfi s 38* 5.4 Bijdrage van Nederland aan monetaire aggregaten in het eurogebied 40* 5.5 Ontwikkeling acceptatiecriteria en vraag bancaire kredietverlening bij in Nederland gevestigde mfi s 42* Geconsolideerd bankbedrijf (toezicht) 5.6 Balansen van geregistreerde kredietinstellingen (bedrijfseconomische opstelling) 44* 5.7 Baten en lasten van geregistreerde kredietinstellingen 45* 5.8 Buitenlandse schuldverhoudingen van mfi s 46* 5.9 Geconsolideerde activa van binnenlandse kredietinstellingen: vorderingen op directe en uiteindelijke debiteur 48* 5.10 Onderhandse derivatencontracten bij Nederlandse banken 50* Betalingsverkeer 5.11 Transacties en omzetten in het topgiraal betalingsverkeer naar type betaling 52* 5.12 Retailbetalingsverkeer 54* Register 5.13 Stand der inschrijvingen in het register Wft 56* Beleggingsinstellingen Nederlandse beleggingsinstellingen 6.1 Balans van beleggingsinstellingen 58* Verkorte balansen van beleggingsinstellingen naar fondstype 60* Activa en passiva van beleggingsinstellingen naar sector 62* 6.2 Netto inleg en balanstotaal van beleggingsinstellingen naar fondstype 66* 6.3 Netto inleg en belegd vermogen in beleggingsinstellingen naar sector 67* 3

4 6.4 Rendement van beleggingsinstellingen naar fondstype 68* 6.5 Winst- en verliesrekening van beleggingsinstellingen 69* Nederlandse beleggingen in buitenlandse beleggingsinstellingen Nederlandse netto inleg in buitenlandse beleggingsfondsen 70* Nederlands belegd vermogen in buitenlandse beleggingsfondsen 71* Verzekeraars Macro-economische statistiek verzekeraars 7.1 Balans van verzekeringsinstellingen 72* Verkorte balansen van verzekeringsinstellingen naar type 74* Activa en passiva van verzekeringsinstellingen naar sector 76* Kasstroomoverzicht van verzekeringsinstellingen 80* Toezichtsgegevens verzekeraars 7.2 Balans en actuele waarde beleggingen van onder toezicht staande verzekeraars 82* 7.3 Baten- en lastenrekening van onder toezicht staande verzekeraars 86* 7.4 Solvabiliteit van onder toezicht staande verzekeraars 90* 7.5 Uitkeringen en premies van onder toezicht staande verzekeraars 92* Register 7.6 Onder toezicht staande verzekeraars 94* Pensioenfondsen Macro-economische statistiek pensioenfondsen 8.1 Balans van pensioenfondsen 96* Verkorte balansen van pensioenfondsen naar type 98* Activa en passiva van pensioenfondsen naar sector 100* Kasstroomoverzicht van pensioenfondsen 104* Toezichtsgegevens pensioenfondsen 8.2 Organisatie & Pension Fund Governance 106* 8.3 Balans op actuele waarde 107* 8.4 Baten- en lastenrekening 108* 8.5 Beleggingen risico deelnemer 109* 8.6 Aantal deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden 110* 8.7 Demografie van pensioenfondsen 111* 8.8 Geraamde dekkingsgraad van pensioenfondsen 112* 8.9 Belegd pensioenvermogen voor risico pensioenfondsen 114* 8.10 Hoogte toeslagen voor deelnemers en inactieven 116* Pensioenregelingen 8.11 Typen pensioenovereenkomsten 118* 8.12 Soorten pensioen 120* 8.13 Opbouwpercentage bij de toezegging van het ouderdomspensioen voor uitkeringsovereenkomsten 122* 8.14 Soort franchise 124* 8.15 Basis voor toeslagverlening voor deelnemers (middelloon) 126* 8.16 Basis voor toeslagverlening van ingegaan ouderdomspensioen 130* Register 8.17 Onder toezicht staande pensioenfondsen 134* Overige financiële instellingen Special Purpose Vehicles 9.1 Balansgegevens van Special Purpose Vehicles 136* Financiële Stabiliteit 10.1 Financiële stabiliteitsindicatoren 138* Huishoudens 11.1 Vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens 140* Betalingsbalans en extern vermogen 12.1 Betalingsbalans 142* 12.2 Goederenrekening 143* 12.3 Dienstenrekening 144* 12.4 Inkomensrekening 146* 12.5 Inkomensoverdrachten 147* 12.6 Directe investeringen 148* Effectenverkeer 150* Buitenlandse effecten, niet-emu, naar sector van de houder 151* 12.8 Financiële derivaten en overig financieel verkeer 152* 12.9 Geografische uitsplitsing van de Nederlandse betalingsbalans 154* Extern vermogen van Nederland 156* Reconciliatie van betalingsbalans en extern vermogen 158* Bruto externe schuld van Nederland 160* 4 dnb / Statistisch Bulletin september 2009

5 12.13 Betalingsbalans inclusief bfi s (Bijzondere Financiële Instellingen) 162* Extern vermogen van Nederland inclusief bfi s 164* Internationale reserves 166* Kernstatistiek 13.1 Economische kerngegevens voor Nederland 168* Bijlage: toelichting op de statistieken 173* Overzicht verschenen artikelen * Overzicht verschenen Themanummers 196* De inhoud van deze publicatie is verzorgd door de Divisie Statistiek en informatie (telefoon , telefax ) Verklaring der tekens 0 (0,0) = het getal is minder dan de helft van de gekozen afronding of nihil niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen c.q. het gegeven wordt niet (aan de Bank) gerapporteerd = gegevens ontbreken nog Afronding Soms kloppen tellingen niet geheel (door geautomatiseerde afronding per reeks); anderzijds is de aansluiting van de ene tabel op de andere niet steeds geheel verwezenlijkt (door afronding per tabel). De tabellen uit dit Bulletin worden tevens op internet gepubliceerd ( Statistiek in maar dan voor langere periodes. In een aantal gevallen zijn daarin ook reeds recentere gegevens verwerkt. De meeste jaar-, kwartaal- en maandreeksen beginnen in Dagcijfers beginnen in In het kader van de Special Data Dissemination Standard (sdds) van het imf worden de publicatiedata van de internettabellen ook op het internet aangekondigd ( De publicatiedata van alle onder de sdds vallende Nederlandse kernstatistieken reële statistieken, overheidsfinanciën en monetairfinanciële statistieken worden gepresenteerd op de sddsinternetpagina ( Een overzicht van de meest recente gegevens van deze kernstatistieken is te vinden onder www. dsbb.statistics.nl. dnb / Statistisch Bulletin september

6 Inleiding Het Statistisch Bulletin bevat ditmaal drie artikelen. Het eerste gaat over kredietvoorwaarden van Nederlandse banken aan hun klanten in Nederland en andere landen van het eurogebied. Sinds de tweede helft van 2007, toen de crisis op de financiële markten steeds duidelijker zichtbaar werd, zijn die voorwaarden verscherpt. Dat blijkt uit de Bank Lending Survey (bls), een kwartaalenquête door dnb ten behoeve van het monetaire beleid door de ecb onder drie grote en drie minder grote Nederlandse banken. In deze (kwalitatieve) enquête motiveerden banken de stijgende risicoopslagen, lagere leningen/kredietlijnen en strengere eisen aan onderpand de afgelopen twee jaar met hogere vermogenskosten, toegenomen balansrestricties en pessimisme over de economische bedrijvigheid en de woningmarkt. De aanscherpingsindicator, een saldo van antwoorden variërend van aanzienlijk verscherpt tot aanzienlijk versoepeld, steeg voor bedrijfskredieten van 0% (neutraal) in het tweede kwartaal van 2007 tot 100% in het vierde kwartaal van 2008, toen alle zes banken een aanscherping van voorwaarden rapporteerden. In de eerste helft van 2009 daalde dat percentage, maar het bleef positief (circa 60%). De voor woninghypotheken eveneens gestegen indicator handhaafde zich op ruim 80%; banken verwachtten wel de voorwaarden voor hypotheken in het derde kwartaal wat minder te zullen aanscherpen. De financiële en economische crisis heeft overigens ook bedrijven en huishoudens zelf per saldo terughoudender gemaakt bij het vragen om krediet, zo blijkt verder uit de bls. Volgens de geënqueteerde banken had dat vooral te maken met lagere bedrijfsinvesteringen, minder fusies en overnames, verslechterde arbeidsmarktomstandigheden en een afgenomen vertrouwen in de algemene economische situatie. In vervolg op eerdere artikelen over zogenoemde bijzondere financiële instellingen (bfi s) bevat het Statistisch Bulletin ditmaal een artikel over typen bfi s die kunnen worden onderscheiden en de mate waarin die de afgelopen jaren uiteenlopende ontwikkelingen hebben laten zien onder invloed van de financiële en economische crisis. In Nederland zijn circa bfi s gevestigd, tot een buitenlands concern behorende ondernemingen zonder noemenswaardige productie of werkgelegenheid, die als financiële draaischijf fungeren voor/tussen buitenlandse concernonderdelen. De grootste categorie wordt gevormd door bfi s met houdsteractiviteiten, goed voor een balanstotaal van circa eur 1400 miljard ofwel twee derde van het totaal van dnb / Statistisch Bulletin september 2009 alle bfi s. Tot 2007 waren de directe investeringen in en door deze bfi s steeds gestegen, maar in 2008 vond een terugval plaats, mede onder invloed van de wereldwijde daling van fusie- en overnameactiviteiten. Bij bancaire, dat wil zeggen tot buitenlandse bankconcerns behorende bfi s waren het in 2008 aflossingen aan het buitenland van bankleningen en obligaties die het beeld bepaalden, mogelijk onder invloed van de kredietcrisis, die zich kenmerkte door een tijdelijk verminderde interbancaire financiering. Bij de niet-bancaire bfi s hield de sterke groei van activiteiten in eerdere jaren juist aan. In 2008 emitteerden ze een dubbel zo hoog bedrag aan obligaties in het buitenland als in Ook dat kan deels met de kredietcrisis te maken hebben gehad, want die verdubbeling ging gepaard met een kleiner beroep op het bankwezen, dat in 2008 wereldwijd met steeds grotere problemen werd geconfronteerd. Het laatste artikel gaat over de levensverzekeraars in Nederland. Levensverzekeraars zijn naar balanstotaal gemeten de grootste sector in de verzekeringsmarkt. Er gaat met eur 26 miljard ook een aanzienlijk bedrag om aan premies voor producten zoals lijfrentes en beleggingsverzekeringen. In boekten zij flinke groei in hun premieomzet. De laatste jaren is echter sprake van een zeer beperkte stijging van de premies, die inmiddels zijn afgevlakt tot zo n eur 26 miljard per jaar (het bedrag voor vermogensopbouw en verzekering). De collectieve verzekeringen, goed voor een derde van de totale premie-inkomsten, vertonen nog groei. Verzekeraars spelen in op de behoefte van werkgevers aan pensioenvoorzieningen door maatwerk te leveren. Daarnaast bieden ze mogelijkheden voor kleine pensioenfondsen die hun beleggingen willen uitbesteden. De omzet van individuele verzekeringen is echter teruggevallen, ondanks een toegenomen interesse voor individuele pensioenvoorzieningen. Dat komt door inperking van het fiscale voordeel van lijfrentes enerzijds en introductie van fiscaal begunstigd banksparen anderzijds, waardoor de concurrentieverhouding met banken is veranderd. Ook is de belangstelling voor nieuwe beleggingsverzekeringen teruggevallen door kritische berichten over transparantie en kosten. 7

7 Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar het kredietbeleid van Europese banken. In Nederland enquêteert dnb bij een aantal banken naar aanpassingen van rente, looptijd, onderpandseisen, kredietlijnen en andere criteria bij het goedkeuren van kredietaanvragen van bedrijven en huishoudens. Banken wordt ook gevraagd waaróm ze kredietvoorwaarden wijzigen. De enquêteuitkomsten sinds begin 2007, waar dit artikel voornamelijk over gaat, wijzen op een verscherping van kredietvoorwaarden, vooral voor grote ondernemingen en grote kredieten. Sinds begin 2009 neemt het aantal banken dat verscherpt af. Voor hypothecaire kredieten houdt de verscherping nog aan, maar voor het derde kwartaal van 2009 verwachten minder banken dan voorheen hun criteria voor hypotheken te verscherpen. Aan de enquête neemt een (nationaal bepaalde) steekproef van thans 118 banken deel uit de 16 eurolanden. Die dekken circa 50% van de totale bancaire kredietverlening aan gezinnen en bedrijven in het eurogebied. Zes banken gevestigd in Nederland nemen deel (drie grote, drie niet-grote), samen goed voor een dekking van ongeveer 75% van de totale kredietverlening aan bedrijven en huishoudens die zich in Nederland en in het overig eurogebied bevinden. Banken beantwoorden de enquêtevragen voor tegenpartijen in het eurogebied, die in de praktijk zich voornamelijk in Nederland bevinden. Nationale uitkomsten worden, na weging met de kredietaandelen van elk land in de totale kredietverlening van het eurogebied, opgeteld tot een totaalcijfer voor het eurogebied. Op nationaal niveau wordt geen weging toegepast, zodat alle banken even zwaar meetellen. 3 Inleiding - De enquête De in 2003 door het Europees stelsel van centrale banken ontwikkelde Bank Lending Survey is opgezet om een beter inzicht te krijgen in de doorwerking van het monetaire beleid. Ruim de helft van de vragen gaat over het kredietaanbod, de meeste andere over de kredietvraag (zie voor details uit de enquête het schema bij dit artikel 1 ). De vragen betreffen de wijzigingen in de meest recente drie maanden (ten opzichte van het kwartaal daarvoor). Tevens wordt aan banken gevraagd om drie maanden vooruit te kijken, zowel voor het kredietbeleid als de kredietvraag. Onderscheiden worden leningen aan kleine en grote bedrijven (jaaromzet groter dan eur 50 miljoen), kortlopende en langlopende leningen en voor huishoudens - hypothecair krediet voor de aankoop van een huis enerzijds en consumptief en overig krediet anderzijds. De vragenlijst gebruikt een schaal met vijf mogelijke antwoorden, die voor bijvoorbeeld goedkeuringscriteria voor leningen variëren van aanzienlijk verscherpt tot aanzienlijk versoepeld (met daartussen enigszins verscherpt, niet wezenlijk veranderd, en enigszins versoepeld ). 2 De antwoorden worden gecombineerd tot één netto percentage, het verschil van de percentages verscherpende en versoepelende banken (banken met ongewijzigd beleid blijven buiten beschouwing). Als bijvoorbeeld 40% van de banken verscherpt en 10% versoepelt, heeft netto 30% van het bankwezen verscherpt (de antwoorden enigszins en aanzienlijk verscherpt of versoepelt wegen hierbij even zwaar). Kredietbeleid van banken in Nederland Bedrijfskredieten De geënquêteerde banken in Nederland (hierna: banken) hebben hun criteria voor de goedkeuring van nieuwe bedrijfsleningen of nieuwe kredietlijnen in het najaar van 2007 verscherpt. Voor het derde kwartaal van 2007 gaf (netto) 60% van de banken dit aan (grafiek 1). In die periode nam ook de onrust op de financiële markten toe door de verslechterende situatie rond de Grafiek 1 Netto % banken in nl dat acceptatiecriteria voor ondernemingen in nl en eurogebied verscherpt, t.o.v. een kwartaal eerder (2009-iii is verwachting) Toelichting: Netto percentage is het saldo van het aantal banken dat aangeeft te verscherpen minus het aantal banken dat versoepelt. Banken die geen wijziging hebben doorgevoerd blijven buiten beschouwing = alle banken verscherpen. dnb / Statistisch Bulletin september

8 Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Grafiek 2 Verscherping criteria voor grote en kleine ondernemingen Grafiek 3 Verscherping criteria voor lang- en kortlopende leningen Grote ondernemingen Kleine ondernemingen Langlopende leningen Kortlopende leningen Toelichting: +100 = alle banken in Nederland verscherpen. Toelichting: +100 = alle banken in Nederland verscherpen. Grafiek 4 Door banken genoemde onderliggende factoren bijdragend aan verscherping criteria voor ondernemingskrediet, t.o.v. een kwartaal eerder Netto percentage (saldo van) banken 4a Kosten van eigen vermogen en 4b Bedrijfs(tak)-vooruitzichten balansrestricties c Risico s onderpand Toelichting: +100 = alle banken verscherpen. 10 dnb / Statistisch Bulletin september 2009

9 Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Grafiek 5 Netto % banken in nl dat verandering in vraag naar bedrijfskrediet constateert, t.o.v. een kwartaal eerder (2009-iii is verwachting) Toelichting: Netto percentage is het saldo van het aantal banken dat een toenemende vraag naar krediet meldt minus het aantal banken dat een afnemende vraag rapporteert. Banken die geen wijziging hebben doorgevoerd blijven buiten beschouwing = alle banken constateren een afnemende vraag naar krediet. Amerikaanse subprime hypotheken. In de loop van 2008 gingen alle banken tot verscherping over (in het vierde kwartaal van 2008 steeg de indicator tot 100%). In 2009 nam het aantal verscherpende banken weer af, maar van versoepeling was bij nog geen enkele bank sprake. In 2009 werden zowel grote als kleine ondernemingen geconfronteerd met strengere criteria, terwijl dat in 2008 nog vooral de grote waren (grafiek 2). Tevens werden vanaf halverwege 2007 de voorwaarden door banken aangescherpt voor zowel kortlopende als langlopende kredieten; voor langlopende leningen werd door meer banken verscherpt (grafiek 3). Banken noemden als verklaring voor de aanscherping behalve gestegen vermogenskosten en balansrestricties (grafiek 4a) ook pessimistische verwachtingen ten aanzien van de algemene economische bedrijvigheid en de ongunstige bedrijfs(tak)vooruitzichten (grafiek 4b). Ook de in de loop van 2008 toenemende herfinancieringsproblemen voor banken op de financiële markten alsmede de stijgende risico s van onderpand op bedrijfskrediet (grafiek 4c) droegen bij aan de aanscherping van de kredietvoorwaarden door banken. Overigens gaven in de meest recente enquête (over het tweede kwartaal van 2009) minder banken dan voorheen aan dat zij hun vermogenskosten en balans als een restrictie voor de kredietverstrekking ervaren. De verscherping van de criteria kwam blijkens opgaaf van de banken tot uitdrukking in de contractvoorwaarden voor nieuwe leningen. In reactie op de verslechterde economische omstandigheden verhoogden banken de prijs van krediet door verhoging van de risico-opslag. Ook in leenconvenanten, over bijvoorbeeld de maximale verhouding tussen de schuld van een bedrijf en de bruto winst, werd de aanscherping zichtbaar. Banken scherpten voorts hun beleid aan door de omvang van leningen terug te brengen. Verder stelden banken strengere eisen aan onderpand voor bedrijfskredieten. In het najaar van 2007 meldden banken in de enquête voor het eerst sinds oktober 2004 een afname van de Grafiek 6 Door banken genoemde onderliggende factoren bijdragend aan verandering in vraag naar ondernemingskrediet, t.o.v. een kwartaal eerder Netto percentage (saldo van) banken 6a Vaste investeringen 6b Fusies/overnames 6c Herstructurering van schulden Vraagstijging (+) Vraagstijging (+) Vraagstijging (+) Vraagdaling (-) -100 Vraagdaling (-) -40 Vraagdaling (-) Toelichting: -100 = alle banken zien vraagdaling. dnb / Statistisch Bulletin september

10 Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Grafiek 7 Netto % banken in nl dat acceptatiecriteria voor woningfinanciering verscherpt, t.o.v. een kwartaal eerder (2009-iii is verwachting) Toelichting: Netto percentage is het saldo van het aantal banken dat aangeeft te verscherpen minus het aantal banken dat heeft versoepeld. Banken die geen wijziging hebben doorgevoerd blijven buiten beschouwing = alle banken verscherpen. vraag naar krediet door bedrijven (grafiek 5) en 2009 gaven een grillig patroon van vraagstijgingen en dalingen te zien rond een neerwaartse trend, in lijn met verslechterende economische omstandigheden. Steeds meer banken rapporteerden een afnemende kredietvraag (netto percentage was 80% in het tweede kwartaal van 2009) met als verklaring teruglopende investeringen in vaste activa (grafiek 6a) en een geringe belangstelling voor fusies en overnames in 2009 (grafiek 6b). Banken noemden overigens ook dat er bedrijven waren die vanwege schuldherstructurering 4 (grafiek 6c) meer krediet vroegen. Het percentage Nederlandse banken dat voor het derde kwartaal van 2009 een verdere afname van de kredietvraag voorziet is afgenomen (grafiek 5). Hypothecair krediet Ongeveer een jaar nadat banken aangaven hun beleid voor ondernemingen te verscherpen, rapporteerden meerdere banken een aanscherping van de eisen voor ook woninghypotheken. Een meerderheid (netto 40%) van de banken meldde in het derde kwartaal van vorig jaar de eisen voor hypotheken te hebben opgeschroefd. In de kwartalen erna sloten meer banken zich hierbij aan (grafiek 7). Als reden voor de aanscherping noemden banken onder andere gestegen vermogenskosten (grafiek 8a). Voorts zagen banken in de loop van 2008 en vooral 2009 twee grote risico s: de slechter wordende algemene economische situatie (grafiek 8b) en verslechterende vooruitzichten op de woningmarkt (grafiek 8c). Banken verscherpten het hypothekenbeleid door minder te lenen ten opzichte van de taxatiewaardes van onderpanden en door een opslag op de hypotheekrente. Wel is voor het derde kwartaal het percentage Nederlandse banken dat verwacht de acceptatiecriteria verder te verscherpen afgenomen. Ook huishoudens zelf werden voorzichtiger. Steeds meer banken signaleerden in de loop van 2007 een Grafiek 8 Door banken genoemde onderliggende factoren bijdragend aan verscherping criteria voor hypotheken, t.o.v. een kwartaal eerder Netto percentage (saldo van) banken 8a Kosten van vermogenspositie 8b Economische bedrijvigheid 8c Vooruitzichten woningmarkt Toelichting: +100 = alle banken verscherpen. 12 dnb / Statistisch Bulletin september 2009

11 Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Grafiek 9 Netto % banken in nl dat verandering in vraag naar woninghypotheken constateert, t.o.v. een kwartaal eerder (2009-iii is verwachting) Toelichting: Netto percentage is het saldo van het aantal banken dat een toenemende vraag naar krediet meldt minus het aantal banken dat een afnemende vraag rapporteert. Banken die geen wijziging hebben doorgevoerd blijven buiten beschouwing = alle banken constateren een afnemende vraag naar krediet. Grafiek 10 Netto % banken in nl dat acceptatiecriteria voor consumptief en overig krediet verscherpt, t.o.v. een kwartaal eerder (2009 iii is verwachting) dalende financieringsvraag van huizenkopers (grafiek 9), wat ze vooral toeschreven aan een fors gedaald consumentenvertrouwen en een versterkte spaarneiging in reactie op een door dalende beurskoersen aangetaste vermogenspositie. Consumptief en overig krediet Net als voor hypotheken gaf een meerderheid van de banken in Nederland ook voor consumptief krediet en overig krediet (bijvoorbeeld effectenkrediet) aan de criteria vanaf de tweede helft van 2008 te verscherpen (grafiek 10). De meeste banken bleven dit ook in de eerste helft van 2009 rapporteren. Ook dat hield naar de mening van banken verband met vermogenskosten en balansrestricties, lagere economische groei, hogere onderpandrisico s, verslechterende arbeidsmarktvooruitzichten en een afnemende kredietwaardigheid van consumenten. Banken verscherpten hun kredietvoorwaarden door hogere onderpandseisen en een hogere rentemarge. In de loop van 2008 en 2009 constateerden steeds meer banken ook een daling van de vraag naar consumptief en overig krediet (grafiek 11), vooral door een dalend consumentenvertrouwen en de forse krimp in de aankopen van duurzame consumptiegoederen. Daarnaast constateerden banken dat de besparingen juist toenamen. Toelichting: Netto percentage is het saldo van het aantal banken dat aangeeft te verscherpen minus het aantal banken dat heeft versoepeld. Banken die geen wijziging hebben doorgevoerd blijven buiten beschouwing = alle banken verscherpen. Grafiek 11 Netto % banken in nl dat verandering in de vraag naar consumptief en overig krediet constateert, t.o.v. een kwartaal eerder (2009-iii is verwachting) Toelichting: Netto percentage is het saldo van het aantal banken dat een toenemende vraag naar krediet meldt minus het aantal banken dat een afnemende vraag rapporteert. Banken die geen wijziging hebben doorgevoerd blijven buiten beschouwing = alle banken constateren een afnemende vraag naar krediet. dnb / Statistisch Bulletin september

12 Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Afsluitende opmerkingen De Bank Lending Survey geeft aan dat banken in Nederland vanaf halverwege 2007 hun kredietbeleid ten aanzien van ondernemingen, en later ook voor huishoudens, hebben verscherpt. Ook geven de meeste banken aan als gevolg van de wereldwijde recessie geconfronteerd te zijn met een afname van de kredietvraag. Maar voor het derde kwartaal verwachten minder banken dan voorheen een afname van de kredietvraag door ondernemingen. 1 In het dnb Statistisch Bulletin van juni 2003 en januari 2004 zijn vorige artikelen over de bls opgenomen. 2 Bij de enquêteonderdelen over de kredietvraag worden verscherpt en versoepeld vervangen door afgenomen en toegenomen. 3 Naast de landen van het eurogebied wordt ook in de Verenigde Staten en in Japan een soortgelijke enquête afgenomen. Door de soms sterk uiteenlopende structuur van het nationale bankwezen binnen elk land zijn de resultaten van landen onderling niet te vergelijken. 4 Schuldherstructurering betreft onder meer het omzetten van korte schulden in langlopende schulden, aandelen en converteerbare obligaties. 14 dnb / Statistisch Bulletin september 2009

13 Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Schema aan banken voorgelegde vragen Bank Lending Survey Veranderinggoedkeuringscriteria? Welke factoren van invloed op criteria? Welke kredietvoorwaarden gewijzigd? AANBOD VAN KREDIET * ondernemingskrediet * hypothecair en consumptief en overig krediet huishoudens verscherpt/ ongewijzigd/ versoepeld? kleine/grote bedrijven? kort /langlopend? verscherpt/ ongewijzigd/ versoepeld? A vermogenskosten en balansrestricties kosten vermogens positie liquiditeitspositie B concurrentiedruk concurrentie andere banken concurrentie niet banken concurrentie financiering ov. marktpartijen C Risicoperceptie verwachtingen econ. bedrijvigheid vooruitzichten bedrijf(stak) risico onderpand A vermogenskosten en balansrestricties B concurrentiedruk concurrentie andere banken concurrentie niet banken A Prijs marge op gemidd. leningen marge op risicovollere leningen B Overige voorwaarden Omvang leningen/ kredietlijn Onderpandsvereisten Kredietafspraken Looptijd A Prijs marge op gemidd. leningen marge op risicovollere leningen C Risicoperceptie verwachtingen econ. bedrijvigheid vooruitzichten woningmarkt risico onderpand kredietwaardigheid consumenten B Overige voorwaarden Kosten excl. rente Loan to value ratio Onderpandsvereisten Looptijd Verandering kredietvraag? Welke factoren van invloed op kredietvraag? * ondernemingskrediet afgenomen/ ongewijzigd/ toegenomen? A Financieringsbehoeften vaste investeringen voorraden en werkkapitaal fusies/overnames schuldherstructurering VRAAG NAAR KREDIET * hypothecair en consumptief en overig krediet huishoudens kleine/grote bedrijven? kort /langlopend? afgenomen/ ongewijzigd/ oegenomen? B Alternatieve financieringsbronnen interne financiering leningen van andere banken leningen van niet banken uitgifte schuldbewijzen emissie van aandelen A Financieringsbehoeften vooruitzichten voor de woningmarkt consumentenvertrouwen consumptieve uitg. geen verband met woning uitgaven duurzame consumptiegoederen B Alternatieve financieringsbronnen gezinsbesparingen leningen van andere banken andere financieringsbronnen OPEN VRAAG: zijn er nog andere ontwikkelingen van belang geweest voor leengedrag? Deze vragen worden tevens voor de komende drie maanden gesteld. dnb / Statistisch Bulletin september

14 Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Bijzondere Financiële Instellingen (bfi s) zijn entiteiten die in Nederland zijn opgericht door buitenlandse multinationale concerns als doorvoerkanaal van financiële stromen tussen buitenlandse concernmaatschappijen. De hiermee gemoeide bedragen zijn zeer groot. De bruto (gesommeerde) in- en uitstroom via Nederlandse bfi s bedroeg in 2008 ruim eur miljard en ook de stand van het in het buitenland uitstaande vermogen van bfi s (het balanstotaal) was eind 2008 met ruim eur miljard aanzienlijk. Vanwege de functie als louter doorgeefluik voor buitenlandse ondernemingen is de directe impact van bfi s op de Nederlandse economie echter geringer dan deze bedragen suggereren. Daarom publiceert dnb de data van de betalingsbalans (en de externe vermogenspositie) van Nederland zowel inclusief als exclusief bfi s. 1 Dit artikel behandelt de doelstellingen en activiteiten van bfi s. Er bestaan verschillende typen bfi s die de afgelopen jaren uiteenlopende ontwikkelingen hebben laten zien. Bij bfi s behorend tot bancaire concerns daalde het balanstotaal. Daarentegen namen de activiteiten van niet-bancaire bfi s verder toe. Weliswaar nam de groei van de buitenlandse directe investeringen in zulke bfi s af, maar daar stond een verdubbeling tegenover van de kapitaalinstroom door effectenemissies. Inleiding - Een typologie van bfi s Er bestaan verschillende typen bfi s, die in dit artikel eerst kort worden beschreven. Daarna komen ontwikkelingen aan de orde in de omvang van de totale activiteiten van bfi s en van specifieke activa en passiva, onderscheiden naar bancaire en niet-bancaire bfi s. In Nederland zijn ongeveer bfi s gevestigd. Ze worden veelal direct vanuit het buitenlandse hoofdkantoor aangestuurd en hebben in Nederland niet of nauwelijks personeel in dienst. De financiële stromen via die bfi s nemen verschillende vormen aan (aandelen, leningen etc). bfi s kunnen zich buiten en/of binnen het buitenlandse concern financieren waar ze toe behoren. Een eerste hoofdindeling van Nederlandse bfi s is dan ook de volgende: 1. Intraconcern gefinancierde houdster- en financieringsmaatschappijen De meeste bfi s zijn houdster- en/of financieringsmaatschappijen. Deze hebben overwegend (meer dan 90%) financiële betrekkingen met andere concernmaatschappijen. Het gaat hier vooral om meerderheidsdeelnemingen en langlopende intraconcern leningen, dat wil zeggen om kapitaal dat via de Nederlandse bfi wordt Grafiek 1 Typologie van BFI s naar hoofdactiviteit in Holdingactiviteiten (financiering met aandelenkapitaal door moeder) 2. Holdingactiviteiten (financiering met obligaties) 3. Bij banken lenen en uitzetten 4. Bij banken uitzetten van emissie-opbrengsten 5. Beleggen met emissie-opbrengsten 6. Aan groep doorlenen van emissie-opbrengsten 7. Holdingactiviteiten (financiering met intra-concernleningen) Aantal bfi s Balanstotaal (Miljarden euro s) dnb / Statistisch Bulletin september

15 Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s doorgesluisd van de ene buitenlandse concernmaatschappij naar de andere. 2. Extern gefinancierde financieringsmaatschappijen Daarnaast is er een categorie bfi s die in het buitenland middelen voornamelijk aantrekt op de geld- of de kapitaalmarkt, of zich financiert met onderhandse leningen of bankleningen. Veel bfi s geven bijvoorbeeld in het buitenland effecten uit (veelal obligaties) en verstrekken de aangetrokken middelen vervolgens in de vorm van deelnemingen, leningen of rekening-courantkrediet aan buitenlandse concernmaatschappijen. Onder andere bankconcerns gebruiken zulke bfi s als financieringsbron. In Nederland zijn ook veel zogenaamde special purpose vehicles (spv s) gevestigd. 2 spv s met een buitenlandse originator /oprichter en overwegend buitenlandse activa en passiva kunnen ook bfi zijn. Zij verwerven van de originator pakketten vorderingen, bijvoorbeeld door banken verstrekte hypothecaire leningen of leningen aan bedrijven, en financieren deze door het uitgeven van schuldpapier in het buitenland. 3 Bij de meeste bfi s domineert één type activa en één type passiva. Aan de hand daarvan kunnen bfi s behalve naar financieringswijze (zoals boven) ook naar hoofdactiviteit worden onderscheiden (grafiek 1). 4 Grafiek 2 Buitenlandse positie en bruto transacties van in Nederland gevestigde BFI s Miljarden euro s Totaal bui tenlandse activa/ passiva Bruto transacties met buitenland Verreweg de grootste categorie bfi s wordt gevormd door bfi s met houdsteractiviteiten (type 1), zowel bezien naar balanstotaal (meer dan eur 1350 miljard) als naar aantal (528). Getalsmatig op de tweede plaats komen bfi s die voornamelijk effecten uitgeven en de emissieopbrengsten bij banken uitzetten (80 in aantal, met een balanstotaal van eur 110 miljard). Bedragsmatig op de tweede plaats komen bfi s die eveneens effecten emitteren, maar met de opbrengsten daarvan deelnemingen financieren (eur 130 miljard, 31 bfi s). Niet apart onderscheiden in grafiek 1, maar verdeeld over diverse categorieën zijn de bancaire bfi s, die behoren tot of gelieerd zijn aan een buitenlands bancair concern (eind 2008 bijna 70 bfi s en clusters van bfi s, 5 goed voor een balanstotaal van eur 400 miljard). Deze bancaire bfi s zijn in bepaalde categorieën in grafiek 1 duidelijk oververtegenwoordigd, vooral bij type 3 (bij banken lenen en uitzetten van gelden, met een bijdrage van 95% aan de totaalbedragen) en type 5 (beleggen met emissieopbrengsten, bijdrage 77%). Ook houdsteractiviteiten zijn voor deze bfi s, net als voor bijna alle bfi s, belangrijk, maar in deze categorie hadden ze eind 2008 slechts een gewicht van 8%. Aanhoudende groei van de activiteiten van de bfi sector De activiteiten van bfi s zijn de laatste jaren sterk toegenomen, ook tijdens de kredietcrisis. Het bruto bedrag van inkomende plus uitgaande transactiestromen is tussen 2003 en 2008 bijna verdrievoudigd tot ruim eur miljard. Vooral de laatste twee jaar was, mogelijk door de toegenomen onrust op de financiële markten, de stijging van de transacties zeer fors. De standen van de buitenlandse activa en passiva van bfi s stegen eveneens, maar hielden geen gelijke tred met de transacties. Ze verdubbelden in dezelfde periode tot ruim eur miljard (grafiek 2). 6 De activa en passiva van bfi s bij buitenlandse tegenpartijen worden voor de betalingsbalans ingedeeld in directe investeringen (bestaande uit deelnemingen en andere transacties tussen gelieerde ondernemingen), effecten, financiële derivaten en zogenaamd overig financieel verkeer (bij bfi s vooral bankleningen en bankdeposito s). Tussen 2003 en 2008 verdubbelden de directe investeringen vanuit Nederland via bfi s ruwweg tot eur miljard en de inkomende directe investeringen tot eur miljard (grafiek 3). Dat kwam neer op een gemiddelde jaarlijkse groei met 15 procent. Deze stijging is aanzienlijk hoger dan die van de directe inves- 18 dnb / Statistisch Bulletin september 2009

16 Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Grafiek 3 Ontwikkelingen in buitenlandse activa en passiva, alle BFI s, standen Miljarden euro s Directe investeringen Effecten Overig financieel verkeer Activa Passiva teringen in Nederland exclusief de bfi s, die in deze periode met gemiddeld 6 procent per jaar stegen. Het aandeel van de bfi s in bijvoorbeeld de totale inkomende directe investeringen steeg daardoor tot circa 75%. Ondertussen werd ook de emissie van effecten steeds belangrijker als financieringsbron voor bfi s. De stand van geëmitteerde effecten nam toe van eur 300 miljard naar ruim 400 miljard. Het overig financieel verkeer liet aan activa- en passivazijde na een zeer sterke stijging in 2007 een kleine teruggang zien tot eur 300 resp. 220 miljard in Tegengestelde ontwikkelingen bij bancaire en nietbancaire bfi s Door de jaren heen is het aantal bancaire bfi s aanhoudend toegenomen. Eind 2008 waren er in Nederland 68 individuele bfi s en clusters van bancaire bfi s gevestigd. Veel voorkomende typen bancaire bfi s zijn (varianten van) spv s, conduits, issuance centers en overige instellingen die zich veelal financieren met emissies. Houdsteractiviteiten (in de betalingsbalans geboekt als directe investeringen), kapitaalverstrekkingen in de vorm van leningen binnen concernverband (ook gerekend tot de directe investeringen) en het beleggen van emissie-opbrengsten (effectenverkeer) vormen hun belangrijkste activiteiten. Hun balanstotaal bedroeg eind 2008 circa eur 400 miljard. 7 Een aparte activiteit vormt ook het derivatenbedrijf (met in 2008 eur 51 miljard aan activa), waar vooral de zogenaamde issuance centers zich mee bezig houden. Dit zijn grote bancaire bfi s die ten behoeve van het gehele concern waar ze toe behoren geld opnemen via emissies op de internationale kapitaalmarkten of bij andere partijen buiten het concern geld lenen en hun posities afdekken met derivaten. Tussen 2004 en 2006 namen de activiteiten van bancaire bfi s, afgemeten aan de transacties gestaag toe, waarna zij in 2007 zeer sterk stegen (grafiek 4). Hun balanstotaal nam in dat jaar met maar liefst eur 255 miljard toe, ruim tweemaal zoveel als dat van de nietbancaire bfi s. Leningen aan gelieerde onderdelen van bancaire concerns stegen met eur 150 miljard. In 2008 daarentegen vielen de activiteiten van bancaire bfi s scherp terug, waardoor hun balanstotalen daalden. Na de hoge leningen in 2007, het jaar waarin de financiële crisis ontstond, werd nu, mogelijk mede door een verminderde financieringsbehoefte voor circa eur 30 miljard afgelost. Alleen de inkomende directe investeringen in bancaire bfi s bleven op hetzelfde niveau (eur 10 miljard). Een rol speelde ook het faillissement van Lehman Brothers, waartoe de Nederlandse bfi Lehman Brothers Treasury Co behoorde. Deze ontwikkeling bij de bancaire bfi s week sterk af van die bij de niet-bancaire bfi s, waarvan de passiva toenamen van ruim eur miljard in 2007 tot bijna eur miljard in In 2008 daalde de instroom van kapitaal niet, maar nam deze zelfs nog licht toe, ondanks een terugval van inkomende directe investe- dnb / Statistisch Bulletin september

17 Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Grafiek 4 Instroom van kapitaal bij bancaire en niet-bancaire BFI s Miljarden euro s Bancaire BFI s Waarvan opname leningen door bancaire BFI s Niet-bancaire BFI s met een verminderd beroep op het bankwezen door andere concernmaatschappijen, een veelvoud aan schuldpapier uitgaven van wat zij in eerdere jaren hadden uitgegeven. Terwijl de emissies van obligaties door bancaire bfi s (eur 40 miljard in 2007) omsloegen in aflossingen (eur 15 miljard in 2008), verdubbelden de emissies door nietbancaire bfi s tot eur 35 miljard (grafiek 6). Conclusie Nederland huisvest vele duizenden bfi s, die allemaal geld doorsluizen, maar tussen de activiteiten van die bfi s bestaan aanzienlijke verschillen. Holdingactiviteiten waren eind 2008 verreweg het belangrijkst voor circa driekwart van de bfi s. Voor sommige kleine categorieën bfi s vormen daarentegen het onderhouden van relaties met buitenlandse banken en het emitteren van obligaties de hoofdactiviteit. Dat geldt in het bijzonder voor de bancaire bfi s, die ondanks hun geringe aantal (68 van de in totaal 870 rapportageplichtige bfi s) met een balanstotaal van eur 400 miljard circa een vijfde van de totale bfi sector in Nederland vertegenwoordigen. In 2008, een jaar waarin het bankwezen wereldwijd ringen, die van 2003 tot en met 2007 ononderbroken waren gestegen (grafiek 5). De groei hield aan doordat in 2008 de niet-bancaire bfi s, mogelijk gepaard gaande Grafiek 6 Netto uitgifte van effecten door Nederlandse BFI s Miljarden euro s Grafiek 5 Instroom van kapitaal bij niet-bancaire BFI s Miljarden euro s Directe investeringen Bankleningen Effecten Niet-bancaire BFI s Bancaire BFI s 20 dnb / Statistisch Bulletin september 2009

18 Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s met steeds grotere problemen werd geconfronteerd, stagneerde de groei van deze categorie overigens, wat aan bijvoorbeeld de passivakant van de balans vooral zichtbaar werd in een sterke terugval van het beroep door bancaire bfi s op (intraconcern)leningen, en daarnaast in stagnatie van de uitgifte van effecten. Bij nietbancaire bfi s echter hield de (sterke) groei van de activiteiten aan. De financiering ervan werd voor een wat groter deel dan voorheen nu ook gerealiseerd met de uitgifte van obligaties, die in 2008 verdubbelde. 1 Zie tabellen 12.1 en alsmede en Zie voor ontwikkelingen aangaande spv s de artikelen in de Statistisch Bulletins van juni 2008 en juni Tot de Nederlandse bfi-sector behoort ook een kleine groep bfi s gericht op het doorsluizen van royalty- en licentieopbrengsten. Er zijn ook bfi s die de opbrengsten van herfacturering en operationalleaseactiviteiten doorsluizen. 4 Voor deze indeling naar hoofdactiviteit is gekeken naar de samenstelling van de balansen van de 10% grootste bfi s, 870 bfi s en bfi-clusters, die qua omvang circa 90% van de totale activiteiten van de Nederlandse bfi s vertegenwoordigen. Een aantal relatief kleine categorieën (gerekend naar balanstotalen) is niet in de grafiek weergegeven. 5 Wanneer meerdere in Nederland gevestigde bfi s tot hetzelfde buitenlandse concern behoren, en bovendien onderling activa of passiva aanhouden, is sprake van zogenaamde clusters van ondernemingen, die dan tezamen de bfi-activiteiten verrichten. 6 De standen van de buitenlandse activa en passiva zijn door het doorsluiskarakter van bfi s per definitie nagenoeg gelijk aan elkaar. 7 Overigens worden leningen binnen bancair concernverband, anders dan voor niet-bancaire bfi s, niet tot de directe investeringen gerekend, maar tot het overige financiële verkeer. De reden hiervoor is dat het uitlenen of opnemen van gelden door een bank tot het kernbedrijf hoort en daarom niet hoeft te wijzen op met een participatie samenhangende kapitaalinjectie. dnb / Statistisch Bulletin september

19 Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 26 miljard Levensverzekeraars zijn naar balanstotaal gemeten de grootste sector in de verzekeringsmarkt. Er gaat met eur 26 miljard ook een aanzienlijk bedrag om aan premies voor producten zoals lijfrentes en beleggingsverzekeringen. In boekten zij flinke groei in hun premieomzet. De laatste jaren is echter sprake van een zeer beperkte stijging van de premies. De collectieve verzekeringen vertonen nog groei, maar de omzet van individuele verzekeringen is teruggevallen. Aanpassing van de fiscale wetgeving en meer concurrentie van andere financiële partijen spelen hierbij een rol. Inleiding Sparen voor later, voor de oude dag of voor aflossing van een hypotheekschuld. Dat kan bij banken, maar ook bij levensverzekeraars, die dergelijke spaarproducten combineren met een verzekering. Normaal gesproken wordt het bij de verzekeraar opgebouwde kapitaal uitgekeerd als de polis vervalt, maar als de verzekerde eerder overlijdt dan zal, hoewel minder premies zijn betaald, op basis van een afgesloten overlijdensrisicoverzekering het volledige verzekerde bedrag worden uitgekeerd. Een ander voorbeeld is de garantie op een uitkering net zo lang totdat de begunstigde overlijdt. Het premietarief voor het garanderen van toezeggingen aan de polishouder zal door de verzekeraar worden bepaald op basis van de inschatting van het sterfterisico. Het totaal aan bruto levensverzekeringpremies, zowel voor inleg ten behoeve van vermogensopbouw als voor de verzekering, bedroeg in 2008 eur 26 miljard (4% van het bruto binnenlands product). 1,2 Dat bedrag is al enkele jaren globaal hetzelfde. Gecorrigeerd voor inflatie is sprake van een afname van eur 3 miljard ten opzichte van 2001, toen de markt op haar hoogtepunt was. De achterliggende oorzaken van deze stabilisatie zullen in dit artikel aan de orde komen. Verder zal aandacht worden besteed aan het door particulieren opgebouwde vermogen bij verzekeraars. Individuele levensverzekeringen Een particulier kan bij één van de 67 Nederlandse levenverzekeraars een individuele levenverzekeringspolis afsluiten voor bijvoorbeeld een lijfrente of een levenhypotheek. Ook kan voor een hele groep tegelijk een collectieve verzekering worden afgesloten. Zo kunnen werkgevers voor het pensioen van hun werknemers bij levenverzekeraars terecht. Bij zowel individuele als collectieve verzekeringen kan het gaan om verzekeringen in geld of beleggingsverzekeringen. De eerste vorm is een soort sparen bij een verzekeraar waarbij de uitkering net als een spaartegoed is gegarandeerd. De tweede vorm is een combinatie van verzekeren en beleggen, waarbij anders dan bij de eerste vorm de polishouder zelf risico loopt. De op basis van deze aspecten te onderscheiden vier deelmarkten (zie figuur) laten in de loop van de jaren aanzienlijke bewegingen zien, vooral door wijzigingen in de omvang van belastingaftrek, de conjunctuur en/of de beurskoersen. 3 Verzekeringen in geld Naar premieomvang gemeten is de deelmarkt van individuele verzekeringen met eur 17 miljard in 2008 het grootst, bijna twee keer zo omvangrijk als die van de collectieve verzekeringen (eur 9 miljard). De premies van alle individuele verzekeringen zowel koopsommen van nieuwe polissen (stortingen ineens) als periodieke (vervolg)premies op eerder afgesloten polissen zijn sinds 1995 met gemiddeld 5% toegenomen. Binnen Figuur 1 Premies levensverzekeringen 2008 Miljarden euro s Premies levensverzekeringen Individuele verzekeringen 17 Collectieve verzekeringen 9 Geld 11 Beleggingen 6 Geld 5 Beleggingen 4 dnb / Statistisch Bulletin september

20 Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 26 miljard Grafiek 1 Ontwikkeling premies levensverzekeringen Miljarden euro s Verzeke - ringen in geld, individueel Beleggingsverzeke - ringen, indi - vi dueel Verzekeringen in geld, collectief Beleggingsverzekeringen, collectief de individuele verzekeringen vormen de verzekeringen in geld het belangrijkste onderdeel (zie grafiek 1). Daarbij kreeg de verkoop van nieuwe polissen op verzekeringen in geld rond de eeuwwisseling sterke impulsen. Zo werden vlak vóór de invoering van het nieuwe belastingsysteem per januari 2001, waarbij de aftrek van lijfrentepremies werd ingeperkt, veel nieuwe verzekeringen afgesloten. Er werd in 2000 plus de eerste drie maanden van 2001 voor eur 4,8 miljard aan koopsommen gestort, vooral voor direct ingaande en uitgestelde lijfrentes; in 1999 bedroegen deze koopsommen eur 2,7 miljard (zie grafiek 2). 4 Kort daarna zorgde het vervallen van veel oude polissen ook voor extra omzet. Voorafgaand aan de vorige belastingherziening, die van 1992 (Brede Herwaardering), waarbij de aftrekmogelijkheden van lijfrentes ook al waren verminderd, waren nog relatief veel polissen afgesloten, veelal met een looptijd van 12 jaar. De polishouder had aan het einde van de looptijd, bij het vrijkomen van het opgebouwde vermogen, de keus tussen het in één keer laten uitkeren of beleggen in een direct ingaande lijfrente. In 2004 leidde dat voor bijna eur 2 miljard tot premies voor dergelijke lijfrentes. 5 Ook in latere jaren droeg het vervallen van polissen bij aan nieuwe premies in de vorm van koopsomstortingen. De volumegroei van dit lijfrenteproduct kwam met ingang van 2008 echter onder druk te staan, toen behalve verzekeraars ook banken de mogelijkheid kregen om fiscale voordelen te bieden op spaarproducten, waardoor de sector te maken kreeg met toenemende concurrentie om spaargelden. 6 Overigens is volgens schattingen van het Verbond van Verzekeraars in 2008 nog bijna 85% van het fiscaal gefaciliteerd sparen (eur 2 miljard) via Grafiek 2 Nieuwe verzekeringen in geld, koopsommen Miljarden euro s dnb / Statistisch Bulletin september 2009

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Bijzondere Financiële Instellingen (bfi s) zijn entiteiten die in Nederland zijn opgericht door buitenlandse multinationale concerns

Nadere informatie

Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 26 miljard

Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 26 miljard Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 2 miljard Levensverzekeraars zijn naar balanstotaal gemeten de grootste sector in de verzekeringsmarkt. Er gaat met eur 2 miljard ook een aanzienlijk bedrag

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Nederlandse financiële instellingen, bedrijven en de overheid gaven het afgelopen jaar voor EUR 66 miljard aan schuldpapier uit.

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Uitkomsten. derde kwartaal aal Hans Wouters. Publicatiedatum CBS-website: 16 januari Den Haag/Heerlen

Uitkomsten. derde kwartaal aal Hans Wouters. Publicatiedatum CBS-website: 16 januari Den Haag/Heerlen t8 8 Uitkomsten kwartaalsectorrekeningentorrekeningen derde kwartaal aal 28 Hans Wouters Publicatiedatum CBS-website: 16 januari 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin december 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin december 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin december 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens

Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens Het financieel vermogen van Nederlandse huishoudens bedraagt met ruim 1.3 miljard euro meer dan twee maal het bbp. Na aftrek van schulden, zoals

Nadere informatie

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector Achterblijvende groei binnen de sector De sector omvat in Nederland behalve banken, verzekeraars en pensioenfondsen een verhoudingsgewijs omvangrijke categorie overige (ofi s) zoals bijzondere en beleggings.

Nadere informatie

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007 7 Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 27 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 24 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

1llh1ll1llL 3.5% 5 Pl. Recente ontwikkelingen bancaire kredietverlening in Nederland (DNB, 31 mei 2013)

1llh1ll1llL 3.5% 5 Pl. Recente ontwikkelingen bancaire kredietverlening in Nederland (DNB, 31 mei 2013) Procentuele Recente ontwikkelingen bancaire kredietverlening in Nederland (DNB, 31 mei 2013) De groei van de kredietverlening aan huishoudens en bedrijven is sinds het uitbreken van de kredietcrisis in

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten Levensverzekeringen worden in de regel voor een lange periode afgesloten. De rente speelt hierdoor voor levensverzekeraars een belangrijke rol. Bij een rentedaling daalt het eigen vermogen van deze sector

Nadere informatie

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008 8 Financiële crisis r slaat gat in de beleggingen n van institutionele beleggers in 28 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 27 oktober 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 12 december 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x =

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2011

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2011 Kerncijfers verzekeren in Nederland september 2011 Nederlandse verzekeraars hebben in 2010: een premieomzet van 78 miljard euro, 70 miljard euro aan personen en bedrijven uitgekeerd, een winst geboekt

Nadere informatie

Herstel emissies op financiële markten in 2009

Herstel emissies op financiële markten in 2009 De financiële markten hebben drie turbulente jaren achter de rug, waarin stagnatie en opleving elkaar afwisselden. Gedurende de crisis varieerde de rol van kortlopend geldmarktpapier, obligaties en aandelen

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin juni 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin december 2008

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin december 2008 08 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin december 2008 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2008 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Opbouw nationaal vermogen stokt

Opbouw nationaal vermogen stokt 7 Opbouw nationaal vermogen stokt Ontwikkeling nationaal vermogen Het vermogen van huishoudens Het vermogen van de overheid Het vermogen van ondernemingen Conclusie Literatuur De Nederlandse economie 211

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Pensioenvoorziening in internationaal perspectief

Pensioenvoorziening in internationaal perspectief Het pensioenvermogen van Nederlandse huishoudens bedroeg eind 2008 eur 740 miljard. Dit vormt meer dan de helft van hun financiële vermogen. Voor andere landen van het eurogebied is het pensioenvermogen

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Uitkomsten. Publicatiedatum CBS-website: 28 april 2008. Voorburg/Heerlen

Uitkomsten. Publicatiedatum CBS-website: 28 april 2008. Voorburg/Heerlen 0t07 07 Uitkomsten kwartaalsectorrekeningen, torrekeningen, 2007 Publicatiedatum CBS-website: 28 april 2008 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk De vorderingen van Nederlandse banken op het buitenland zijn onder invloed van de financiële crisis en de splitsing van ABN AMRO in 2007 en 2008

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012 11 Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 212 J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 16-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 INLEIDING Momenteel zijn er twee rapportagekaders voor beleggingsinstellingen, elk voor een verschillend doel. Zo bestaat er de (ex-)wtb-kwartaalrapportage

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij s-gravenhage U.A.

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij s-gravenhage U.A. VERKORT JAARVERSLAG 212 Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij s-gravenhage U.A. PROFIEL De Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij s-gravenhage U.A. stelt zich op grond van haar Reglement ten doel

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling ing Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 27 maart 28 Voorburg/Heerlen, 28 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 10 december 2003 PERSBERICHT Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 Vandaag introduceert de Europese Centrale Bank (ECB) een nieuwe reeks geharmoniseerde statistieken betreffende

Nadere informatie

De vergrijzing komt, de VUT gaat

De vergrijzing komt, de VUT gaat 0n08 08 De vergrijzing komt, de VUT gaat John Gebraad en Feny Pfaff Publicatiedatum CBS-website 28 augustus 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

55129 (09-13) Productinformatie ASR VermogenBelegd

55129 (09-13) Productinformatie ASR VermogenBelegd 55129 (09-13) Productinformatie ASR VermogenBelegd Wat is ASR VermogenBelegd? Welk risico loopt u met dit product? Unieke kenmerken? Welke informatie staat waar? Koopsom of periodieke inleg? Wat krijgt

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Overwaarde en koerswinsten waren jarenlang bron voor extra consumptie door huishoudens

Overwaarde en koerswinsten waren jarenlang bron voor extra consumptie door huishoudens Overwaarde en koerswinsten waren jarenlang bron voor extra consumptie door huishoudens Melanie Koymans en Jan Ramaker Voor 2 besteedden huishoudens jaarlijks maar een deel van hun inkomen. Wat overbleef,

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2006

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2006 06 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2006 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2006 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2.550 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen eerste kwartaal 20080i

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen eerste kwartaal 20080i 07 Uitkomsten kwartaal aal sectorrekeningen eerste kwartaal 20080i 08 Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2008 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie 1. Inleiding Het brutoschuldbegrip is een internationale standaard. Financiële marktpartijen en kredietbeoordelaars maken internationale vergelijkingen op basis

Nadere informatie

VUT-fondsen op weg naar het einde

VUT-fondsen op weg naar het einde Webartikel 2014 VUT-fondsen op weg naar het einde Drs. J.L. Gebraad mw. T.R. Pfaff 05-03-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS VUT-fondsen op weg naar het einde 3 Inhoud 1. Minder VUT-fondsen in 2012 5 2. Kortlopende

Nadere informatie

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a 7 Daling omvang VUT-fondsen in 6a Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 18 juli 8 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012 Kerncijfers verzekeren in Nederland augustus 2012 Nederlandse verzekeraars hebben in 2011: dagelijks gemiddeld 197 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven, 79 miljard euro aan premies ontvangen,

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 09 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 2009 Het afgelopen decennium zijn de activiteiten van het mondiale bankwezen sterk toegenomen. De lage rente in voornamelijk de geïndustrialiseerde landen,

Nadere informatie

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2014

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2014 Kerncijfers verzekeren in Nederland september 2014 In 2013 hebben Nederlandse verzekeraars: dagelijks gemiddeld zo n 200 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven; 75 miljard euro aan premies ontvangen;

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1 Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 RPM Brussel 2010-05-20 Links: kredietobservatorium

Nadere informatie

KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND. december 2016

KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND. december 2016 KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND december 2016 1 IN 2015 HEBBEN NEDERLANDSE VERZEKERAARS: Dagelijks gemiddeld zo n 200 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven > p. 3 47.000 mensen in dienst

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. 6 maart 2013

Jaarcijfers 2012. 6 maart 2013 Jaarcijfers 2012 6 maart 2013 Overzicht Klantbelang gediend met stevig financieel fundament Resultaat 255 miljoen Dividendvoorstel 88 miljoen Solvabiliteit 293% Kosten verder verlaagd met 6% Eigen Vermogen

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari 28-2-22 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven februari 28 Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari De stabilisering van de conjunctuurbarometer volgt

Nadere informatie

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. DE BETALINGSBALANS VAN ARUBA IN 2003 Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. 1. Inleiding De Arubaanse betalingsbalans geeft weer de economische transacties van Aruba

Nadere informatie

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in % Tweede kwartaal/eerste halfjaar 2010 26 augustus 2010 Halfjaarbericht Hoofdpunten Omzet met 10,8% gestegen naar 7,1 miljard (stijging van 4,4% tegen constante wisselkoersen) Bedrijfsresultaat met 17,6%

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 18 november 2009)

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 18 november 2009) Observatorium voor krediet aan vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 00 00 Fax +32 2 221 00 01 BTW BE 0203.201.340 RPR Brussel 2009-11-18 Links: kredietobservatorium VOORNAAMSTE

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw Voorwoord 2013 was een bijzonder jaar. Het was het eerste jaar samen voor het Pensioenfonds

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2008

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2008 08 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin juni 2008 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2008 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2003 De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en andere

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro Webartikel 214 Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro drs. J.L. Gebraad 16-1-214 gepubliceerd op cbs.nl CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Bankieren met de menselijke maat. Jaarverslag 2015

Bankieren met de menselijke maat. Jaarverslag 2015 Bankieren met de menselijke maat Jaarverslag 2015 SNS Bank N.V. Jaarverslag 2015 > Jaarrekening 221 1 KAS EN KASEQUIVALENTEN Specificatie kas en kasequivalenten Direct opeisbare tegoeden bij DNB 1.372

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 9 december 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat

Nadere informatie

Schuld op consumptief krediet in 2005 gedaald, roodstand toegenomen

Schuld op consumptief krediet in 2005 gedaald, roodstand toegenomen Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 22 september 26 Schuld op consumptief krediet in 2 gedaald, roodstand toegenomen ir. M.E. van Agtmaal-Wobma Centraal Bureau voor de Statistiek,

Nadere informatie

De impact van banksparen op de Nederlandse bank- en verzekeringssector

De impact van banksparen op de Nederlandse bank- en verzekeringssector De impact van banksparen op de Nederlandse bank- en verzekeringssector De Nederlandse markt voor fiscaal gefaciliteerde vermogensvorming verandert in snel tempo. Sinds de introductie van de Wet Banksparen

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit naar verwachting met 1¾% in 1 en met 1½% in 11. De toename van het bbp komt bijna volledig voor

Nadere informatie

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 8 januari 2002 PERSBERICHT DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 I. Overgang op de chartale euro 2002 Zoals aangekondigd op 3 augustus 2000 en 5 juli 2001 heeft de Raad van

Nadere informatie

DEFINITIEVE JAARCIJFERS 2008: STERKE SOLVABILITEIT ONDANKS BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN

DEFINITIEVE JAARCIJFERS 2008: STERKE SOLVABILITEIT ONDANKS BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN PERSBERICHT voor meer informatie: 26 februari 2009 mr. M.G.F.M.V. Janssen Secretaris Raad van Bestuur T : +31 20 557 52 30 I : www.kasbank.com DEFINITIEVE JAARCIJFERS 2008: STERKE SOLVABILITEIT ONDANKS

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 10 april 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat

Nadere informatie

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009 08 Wisselende 0s signalen bij grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009 Frank Bonger en Hen Pustjens Publicatiedatum CBS-website: 17 juli 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij,, s-gravenhage U.A.

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij,, s-gravenhage U.A. VERKORT JAARVERSLAG Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij,, s-gravenhage U.A. PROFIEL De Onderlinge s-gravenhage is in 1895 opgericht in een tijd waarin de overheid op sociaal terrein weinig regelde

Nadere informatie

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 17 februari 2010)

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 17 februari 2010) Observatorium voor krediet aan vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 00 00 Fax +32 2 221 00 01 BTW BE 0203.201.340 RPR Brussel -02-17 Links: kredietobservatorium VOORNAAMSTE

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin december 2007

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin december 2007 07 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin december 2007 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2007 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie