Centrale Raad van Beroep Jaarverslag 2011

Transcriptie

1 Centrale Raad van Beroep Jaarverslag 2011 Vastgesteld door het bestuur van de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2012 Namens het bestuur, Mr. drs. T.G.M. Simons

2 Inhoudsopgave Jaarverslag 1. Inleiding 3 2. Versterking van de kernwaarden onafhankelijkheid, onpartijdigheid en 3 integriteit, professionaliteit en deskundigheid 3. Aansluiten bij behoeften in de samenleving 5 4. Professionaliseren van organisatie en bedrijfsvoering 6 5. Eindresultaten 7 6. Managementparagraaf 12 2

3 Jaarverslag 2011 Centrale Raad van Beroep 1. Inleiding De Centrale Raad van Beroep is, naast de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven, een van de drie hoogste bestuursrechtelijke (appel)colleges die Nederland kent. Elk van deze colleges oordeelt in hoger beroep als rechter in laatste instantie over de door de wet specifiek aan het betrokken college toebedeelde zaken. Voor de Centrale Raad van Beroep gaat het daarbij om, kort gezegd, het sociale bestuursrecht (werknemersverzekeringen, volksverzekeringen, maatschappelijke ondersteuning, bijstand, studiefinanciering), het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en een deel van het pensioenrecht. Daarnaast oordeelt elk van de drie colleges als rechter in eerste en enige instantie over de specifiek aan hem toebedeelde beroepszaken. Voor de Centrale Raad van Beroep gaat het daarbij om beroepen van rechterlijke ambtenaren en beroepen op grond van de wetten voor oorlogsgetroffenen. Het gegeven dat de Centrale Raad van Beroep eindrechter is, brengt een bijzondere en exclusieve verantwoordelijkheid mee voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling op de hem toebedeelde deelterreinen van het bestuursrecht. Een bijzondere verantwoordelijkheid heeft de Centrale Raad van Beroep ook voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling op het gebied van het algemene bestuursrecht en het bestuursprocesrecht en met betrekking tot alle andere rechtsvragen waarover meer dan één hoogste rechter kan oordelen. Die verantwoordelijkheid deelt hij met de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven, en ook met de Hoge Raad als cassatierechter in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken. Ten behoeve van het borgen van de bestaande kwaliteit en ter ondersteuning van verbetertrajecten heeft de Centrale Raad van Beroep in het jaarplan 2011 doelstellingen - voortkomend uit de Agenda geformuleerd en activiteiten benoemd die strekken tot uitvoering van die doelstellingen. De kernonderdelen van de voorgenomen activiteiten van (het bestuur van) de Centrale Raad van Beroep voor het jaar 2011 waren: versterking van de kernwaarden onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit en professionaliteit/deskundigheid (doelstellingen I en II van de Agenda ); aansluiten bij de behoefte van de samenleving (doelstelling III van de Agenda ); professionaliseren van organisatie en bedrijfsvoering (doelstelling V van de Agenda ). Daarnaast heeft de Centrale Raad van Beroep in 2011 de lokale visie in het kader van het project Herziening gerechtelijke kaart uitgewerkt in een lokaal programmaplan met inachtneming van de op 27 januari 2011 door de Raad voor de rechtspraak vastgestelde kaders. Het lokaal programmaplan - op 15 april 2011 aangeboden aan de programmamanager Herziening gerechtelijke kaart benoemt drie kernprojecten: nieuwe zaaksbehandeling, integraal personeelsbeleid, en feedback en intervisie. In het navolgende wordt ook hieraan aandacht besteed. 2. Versterking van de kernwaarden onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit, professionaliteit en deskundigheid Onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit In 2011 is een start gemaakt met het actualiseren van documenten waarin de kernwaarden onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit op operationeel niveau zijn 3

4 neergelegd (Leidraad nevenfuncties, Leidraad onpartijdigheid, Gedragscode) Aan alle bij de Centrale Raad van Beroep werkzame rechterlijke ambtenaren en gerechtsambtenaren is gevraagd (opnieuw) opgave te doen van hun nevenwerkzaamheden. Professionaliteit/deskundigheid De Centrale Raad van Beroep staat voor kwalitatief hoogwaardige rechtspraak. Daarbij gaat het om de juridisch-inhoudelijke kwaliteit en om tijdigheid. De juridisch-inhoudelijke kwaliteit is onder meer geborgd door overlegstructuren, gericht op rechtseenheid en uniforme toepassing van het recht. De verantwoordelijkheid voor het goed functioneren daarvan ligt bij de president, het bestuurslid kwaliteits- en kennismanagement, de senior raadsheren (inhoudelijk adviseurs) en de senior gerechtsauditeurs, die daarmee in het bijzonder zijn belast. Dit geldt ook voor het Wetenschappelijk Bureau en de Internationale Kamer van de Centrale Raad van Beroep. De op rechtseenheid gerichte overlegstructuren met de andere hoogste colleges (de Hoge Raad, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven), gericht op coördinatie en afstemming, zijn in 2011 verder geïntensiveerd. De coördinatie tussen de hoogste rechterlijke colleges geschiedt meer en meer proactief en los van een concrete zaak. Het Rechtseenheidsoverleg bestuursrecht, ondersteund door de Commissie rechtseenheid bestuursrecht, heeft in 2011 een wezenlijke bijdrage geleverd aan het wegnemen van ongerechtvaardigde verschillen in jurisprudentie. In het kader van de verbetering van de afstemming van de rechtspraak met de rechtbanken heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2011 vertegenwoordigers van de sectoren bestuursrecht van alle rechtbanken ontvangen. Tevens is de deelname van de (plaatsvervangend) president aan de bijeenkomsten van het LOVB gecontinueerd. De Centrale Raad van Beroep blijft bijdragen aan de landelijke ontwikkelingen binnen de Rechtspraak, door middel van actieve en initiërende participatie in de algemene presidentenvergadering, de vergadering van appelpresidenten en het directeurenberaad, door middel van doordachte advisering aan de Raad voor de rechtspraak, en door middel van herkenbare bijdragen op landelijke manifestaties en bijeenkomsten en in landelijke gremia. De president van de Centrale Raad van Beroep is plaatsvervangend voorzitter van het kernteam Project herziening gerechtelijke kaart. Ook in 2011 heeft de president van de Centrale Raad van Beroep de contacten met de Nederlandse rechters in Luxemburg en Straatsburg en hun medewerkers onderhouden. Voorts heeft de president de jaarvergadering van de Association of European Administrative Judges bijgewoond. Naar aanleiding van het 20-jarig bestaan van de Internationale Kamer heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2011 een symposium georganiseerd met (buitenlandse) sprekers uit wetenschap en rechtspraak. Voor dit inhoudelijk juridische symposium was zeer veel belangstelling van onder meer medewerkers van ketenpartners. De Centrale Raad van Beroep levert een bijdrage aan de werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Twee leden van de Centrale Raad van Beroep zijn benoemd tot plaatsvervangend lid van dit college. Met de zogenoemde ketenpartners (in het geval van de Centrale Raad van Beroep zijn dat de bestuursorganen die de wetten uitvoeren waarvoor de Centrale Raad van Beroep rechtsmacht heeft en die veelvuldig bij aanhangige zaken zijn betrokken) heeft het jaarlijkse overleg plaatsgevonden. Het overleg is gevoerd door de directeur bedrijfsvoering en een sectiemanager (gerechtsambtenaar). Voor de Centrale Raad van 4

5 Beroep leveren deze contacten voor de planning en voor de bedrijfsvoering belangrijke informatie op. Met het oog op vergroting van kennis van en begrip voor elkaars vakgebied heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 februari 2011 opnieuw een dag voor rechters en medisch deskundigen georganiseerd. Er is intensief overleg met opleidingsinstituten, waaronder SSR, ter bevordering van de noodzakelijke permanente educatie op hoogwaardig niveau. SSR is door het bestuur van de Centrale Raad van Beroep nauw betrokken bij het voorbereiden (en aanbesteden) van het kernproject feedback en intervisie. Dit project is mede in gang gezet om de gerechtsspecifieke adviezen van de visitatiecommissie gerechten 2010 te kunnen implementeren. De voorbereidende fase is in 2011 zo goed als afgerond. Communicatie en openbaarheid De Centrale Raad van Beroep heeft in 2011 een rechter uit Suriname ontvangen. Ongeveer veertien groepen (studenten) hebben een zitting In het merendeel van de gevallen ging aan dat bezoek een presentatie over de Centrale Raad van Beroep en een korte uitleg over de bestuursrechtelijke procedure vooraf. Er zijn in 2011 in totaal veertien persberichten verschenen. Op rechtspraak.nl zijn in uitspraken van de Centrale Raad van Beroep gepubliceerd. De Centrale Raad van Beroep heeft op de website een overzicht over 2010 gepubliceerd van de richtinggevende uitspraken. Voor buitenlandse bezoekers heeft de Centrale Raad van Beroep twee Engelstalige presentaties over het college en over de bestuursrechtelijke procedure ontwikkeld. Ook heeft de Centrale Raad van Beroep de voor de website ontwikkelde film van een meervoudige zitting voor de buitenlandse gasten Engels ondertiteld. In 2011 is het opstellen van een informatieve brochure over de Centrale Raad van Beroep uitbesteed. Deze moet in 2012 gereed komen. In 2011 is een werkgroep gestart met het verder verbeteren van de procedure voor de openbaarmaking van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. Met de (digitale) Nieuwsbrief actuele ontwikkelingen informeert het bestuur van de Centrale Raad van Beroep alle medewerkers over actuele ontwikkelingen binnen en rond de Rechtspraak die van invloed zijn of kunnen zijn op (de positie van) de Centrale Raad van Beroep. 3. Aansluiten bij de behoeften in de samenleving Tijdigheid De Centrale Raad van Beroep streeft in de periode naar een doorlooptijd in bodemzaken van ten hoogste één jaar. Uit het Klantwaarderingsonderzoek gerechten 2011 is dit verbeterpunt naar voren gekomen. In 2011 is de gemiddelde doorlooptijd, ook in bodemzaken, iets verder teruggelopen. Effectiviteit van het recht De Centrale Raad van Beroep hanteert het uitgangspunt dat in elke zaak de mogelijkheid van finale geschilbeslechting actief moet worden onderzocht. Het werkproces is daarop in 5

6 2011 verder ingericht. Ook de awareness van rechters en medewerkers in de juridische ondersteuning is verder ontwikkeld. In 2011 zijn twee zaken verwezen naar mediation. Een van de rechters van de Centrale Raad van Beroep neemt deel aan de landelijke expertgroep mediation. Veel aandacht is in 2011 uitgegaan naar het voorbereiden van het kernproject nieuwe zaaksbehandeling. Vertegenwoordigers van alle geledingen van de Raad hebben meegewerkt aan het opzetten van de wijze waarop zaken (nog) meer op maat kunnen worden behandeld. De voorbereidingen zijn afgerond en wetenschappelijke monitoring van het project is georganiseerd. De kennisgevingen voor de eerste zittingen nieuwe stijl zijn in 2011 verzonden. Dienstverlening In 2011 heeft ook bij de Centrale Raad van Beroep een klantwaarderingsonderzoek plaatsgevonden. In het najaar van 2011 zijn de resultaten gepresenteerd. Een ruime meerderheid van zowel professionals als justitiabelen oordeelt over het geheel genomen positief over de Centrale Raad van Beroep. Belangrijkste verbeterpunt zijn de doorlooptijden. De kwaliteit van de uitspraken en het niveau van de dienstverlening zijn de belangrijkste positieve punten. 4. Professionaliseren van organisatie en bedrijfsvoering Opleidings- en personeelsbeleid In 2011 is gestart met het kernproject integraal personeelsbeleid. Voorzien is in een meer planmatige introductie en het gestructureerd inwerken van (nieuwe) medewerkers met uitdrukkelijke aandacht aan feedback en het bevorderen van een feedbackcultuur. Er komen opleidings- en loopbaanpaden voor de verschillende functies binnen de Centrale Raad van Beroep, met ruimte voor persoonlijke/individuele ontwikkeling. De infrastructuur voor het voeren van functioneringsgesprekken en de verslaglegging daarvan wordt verder geprofessionaliseerd. Inmiddels zijn aan teamvoorzitters en managers trainingen en cursussen op maat gegeven om hun taken op het gebied van het personeelsmanagement goed te kunnen uitvoeren. Personeelsmanagement was in 2011 een vast gespreksonderwerp tijdens inmiddels structurele - bijeenkomsten van het bestuur met de teamvoorzitters. Het behouden en werven van rechters, gerechtsauditeurs en gerechtsambtenaren heeft in in het bijzonder wat de rechters betreft - veel tijd en aandacht gevraagd. In 2011 verlieten in totaal vijf rechters de Centrale Raad van Beroep. Vier nieuwe rechters zijn in 2011 benoemd. Voorts zijn twee nieuwe rechters gedetacheerd. Anders dan in het jaarplan 2011 was voorzien is de zogeheten Crosar-leergang niet hervat. De Crosar-leergang was erop gericht om ervaren gerechtsauditeurs te laten overstappen naar een rechterlijke functie bij een rechtbank. In overleg met de ondernemingsraad is deze aanpak vervangen door een gerichte, meer individuele benadering (maatwerk). Belangrijk daarbij is de beschikbaarheid van voldoende plaatsen bij de rechtbank om als rechter-plaatsvervanger te fungeren en zo zittingservaring op te doen. Met het oog op het versterken van de formele en informele contacten en op de structurering van de werkprocessen heeft het bestuur van de Centrale Raad van Beroep in 2011 een beleidsregel opgesteld met betrekking tot onder meer aanwezigheid en 6

7 bereikbaarheid. Na afronding van het traject met de ondernemingsraad moet deze in de loop van 2012 in werking treden. Aanpassingen in de organisatiestructuur Voor de Centrale Raad van Beroep heeft de (voorgenomen) oprichting van het Landelijk Diensten Centrum voor de Rechtspraak en de veranderende taken van Spir-it in het bijzonder gevolgen voor de medewerkers van het Bedrijfsbureau. In verband hiermee waren veertien medewerkers aangewezen als zogenoemde fase-2-kandidaten. Met ingang van 1 december 2011 is het merendeel aangewezen als functievolger. Twee medewerkers zijn geplaatst bij het Landelijk Diensten Centrum voor de rechtspraak en drie medewerkers kregen de status van herplaatsingskandidaat. Het uniformeren van de werkprocessen bij de griffies is voortgezet. Per juni 2011 zijn de werkprocessen griffie vastgesteld. Permanente educatie In het jaarplan voor 2011 is neergelegd dat de Centrale Raad van Beroep ernaar streeft dat de kwantitatieve norm van PE-30 wederom wordt bereikt. Met het oog op de uitvoering van een adequate registratie is een volgsysteem ontwikkeld. De gegevens voor zover thans ter beschikking staan, bevestigen het beeld dat de kwantitatieve norm van PE-30 is gehaald. Overige De Centrale Raad van Beroep is actief betrokken bij de ontwikkelingen in het kader van de digitalisering van de (bestuurs)rechtspraak (digitaal procederen, directe beschikbaarheid van zaaksgerelateerde informatie, VIRO). Dit stelt het bestuur van de Centrale Raad van Beroep in staat tijdig te anticiperen op de aanpassingen van de organisatie en de werkwijzen die noodzakelijk zijn. In 2011 is een begin gemaakt met het herontwerp van de betrokken organisatieonderdelen. 5. Eindresultaten Instroom De instroom nam in het verslagjaar toe met 3,87% ten opzichte van het jaar Ten opzichte van de geprognosticeerde instroom berekend op basis van de trendmatige groei van de afgelopen jaren was de instroom 5,12% lager. Uitstroom In het jaarplan 2011 was een productievoorstel van zaken opgenomen. De Raad voor de rechtspraak heeft dit voorstel met 1,5% verlaagd. De productiedoelstelling voor het jaar 2011 was derhalve gericht op de productieafspraken met de Raad voor de rechtspraak. Een basisproductie van zaken en de incidentele productie van 450 zaken extra in verband met het afdoen van het cluster Wet beperking export uitkeringen was overeengekomen. De productiedoelstelling in gewogen uren was De productiedoelstellingen zowel in aantallen als in gewogen productie zijn vrijwel gerealiseerd. Realisatie ten opzichte van de bestuursafspraken Bestuursafspraken 2011 Realisatie 2011 Realisatie t.o.v. bestuursafspraak Zaakscategorieën (Appellabele) uitspraak bodemzaak ,1% 7

8 Incidentele productie bodemzaak % Overige afdoening bodemzaak ,5% Afdoening voorlopige voorziening ,8% Totaal aantal zaken Lamicie ,8% Gewogen productie in uren ,3% Totaal instroom ,1% Doorlooptijden In het verslagjaar nam de gemiddelde doorlooptijd van zaken af met 4,88% ten opzichte van De gemiddelde doorlooptijd bedroeg 433 dagen. Echter in 2011 zijn 452 zaken van het cluster Wet beperking export uikeringen uitgestroomd. De gemiddelde doorlooptijd van dat cluster was dagen, veroorzaakt doordat deze zaken bijna vier jaar hebben gewacht op een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De totale gemiddelde doorlooptijd ten opzichte van 2010 is derhalve toegenomen met 5,12%, maar indien het cluster buiten beschouwing wordt gelaten is de doorlooptijd - dus - iets gedaald. Belangrijke financiële gebeurtenissen Er hebben zich in het verslagjaar geen belangrijke financiële gebeurtenissen voorgedaan. Wel zijn voorzieningen getroffen voor de reorganisatie in het kader van het Landelijk Diensten Centrum voor de Rechtspraak en Spir-it. Resultaat Op basis van de - met de Raad voor de rechtspraak overeengekomen - kostprijs vermenigvuldigd met de overeengekomen productie en de toegekende incidentele projectfinanciering is aan de Centrale Raad van Beroep een exploitatiebudget van euro productiegerelateerde bijdragen en euro overige bijdrage verstrekt. De bijdrage voor huisvestingskosten bedroeg euro. In totaal is aldus een basisbudget (exclusief gerechtskosten) van euro verstrekt. De minderproductie was 11 zaken. De hieruit voortkomende - totale - afdracht minderproductie in geld is euro. In 2011 bedroegen de baten (exclusief gerechtskosten) euro, een stijging van 3,3% ten opzichte van De lasten - met name de personele lasten - namen met 0,67% af. Het resultaat uit bedrijfsvoering is euro. Dit resultaat is als gevolg van het kunnen plaatsen van fase 2-kandidaten hoger dan de verwachting. Het resultaat over het boekjaar 2011 is volgens de richtlijnen toegevoegd aan het onverdeelde resultaat. Resultaat in het verslagjaar ten opzichte van de jaren 2008, 2009 en Productie bestuursafspraak Gerealiseerde productie Exploitatiebudget Huisvestingsbudget Basisbudget (exclusief gerechtskosten) Uitgaven Resultaat Meerproductie / minderproductie Lasten buiten kostprijs Resultaat

9 Baten Het basisbudget (exclusief gerechtskosten) nam in het jaar 2011 toe met 0,50% tot 21,3 miljoen euro. Ten opzichte van de begroting zijn in het verslagjaar 11 procedures minder uitgestroomd; een bedrag van euro is in mindering gebracht op het basisbudget. Het totale budget (exclusief gerechtskosten maar inclusief de verrekening minderproductie) is ten opzichte van het jaar 2010 met 3,3% gestegen Miljoenen euro s Huisvestingsbudget Méér/minderproductie Exploitatiebudget Lasten De totale lasten zijn ten opzichte van het jaar 2010 met 0,67 % gedaald tot 20,53 miljoen euro. Uit nadere specificatie van de lasten volgt dat de personele uitgaven in verband met het afvloeien van medewerkers die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en het niet kunnen opvullen van vacatures met 1,94% zijn gedaald. De overige lasten zijn met 2,76% gestegen Miljoenen euro s Rente en Afschrijvingskosten Expoitatiekosten Huisvestingskosten Personele kosten Balans Materiële vaste activa In het verslagjaar is euro afgeschreven en euro geïnvesteerd. De desinvesteringen - een bedrag aan boekwaarde van euro - hebben betrekking op (administratieve) afboeking van buiten gebruik gestelde apparatuur en inventaris. Een bedrag van euro heeft betrekking op buiten gebruik gestelde apparatuur in verband met de invoer van TGV. De totale balanspost nam af ten opzichte van het jaar Vlottende activa De totale balanspost is ten opzichte van het jaar 2010 enigszins toegenomen. Liquide middelen Het saldo liquide middelen (rekening courant en de kas) nam toe. Die toename werd voornamelijk veroorzaakt door de mutaties op het eigen vermogen en de mutaties nog te verrekenen minderproductie. 9

10 Ontwikkeling eigen vermogen Het resultaat een winst van euro over het boekjaar 2011 is toegevoegd aan het onverdeeld resultaat. Het eigen vermogen is in het verslagjaar door de Raad voor de rechtspraak met euro gesaneerd. Per 1 januari 2008 is de grens voor afroming van het eigen vermogen van de gerechten gewijzigd van 5% naar 2% van de gemiddelde baten over de afgelopen drie jaar. Een bedrag van euro is in het jaar 2008 in mindering gebracht op het eigen vermogen. Per 1 januari 2010 is de grens voor afroming van het eigen vermogen van de gerechten gewijzigd in 3% van de gemiddelde baten over de afgelopen drie jaar. (Verwachte) Ontwikkeling eigen vermogen Eigen vermogen (incl onverdeeld resultaat) sanering/afroming/aanvulling eigen vermogen Eigen vermogen Reorganisatievoorziening De dotatie aan de reorganisatievoorziening 2011 komen voort uit de herstructurering van het Bedrijfsbureau als gevolg van centralisatie van financiële en inkoopprocessen bij het Landelijk Diensten Centrum voor de Rechtspraak. De dotatie heeft een omvang van euro en bestaat uit salariskosten, opleidingskosten, juridische kosten en begeleidingskosten. Aan de reorganisatievoorziening is een bedrag van euro onttrokken. De kosten hebben betrekking op het afhandelen van ontslag en WW-kosten. FPU-voorziening In het jaar 2004 heeft een tweetal werknemers van de voormalige Dienst F&F (Gemeenschappelijke beheerdienst Utrecht) gebruik gemaakt van het binnen de sector Rijk Sociaal Flankerend Beleid overeengekomen FPU-arrangement. De kern van een dergelijk arrangement is dat medewerkers van een bepaalde leeftijd eenmalig onder aanvulling tot 70% van het pensioengevend salaris de mogelijkheid werd geboden om met FPU te gaan. De Centrale Raad van Beroep draagt 22,46% bij aan deze kosten. Bedoelde voorziening is in het jaar 2011 als post voorziening in de balans opgenomen. De FPU-voorziening wordt jaarlijks geïndexeerd met 1% en vervolgens contant gemaakt tegen een rentepercentage van 2,6% (2010: 2,7%). Dit rentepercentage is afgeleid van het rentepercentage van staatsleningen met een looptijd van tien jaar. Langlopende schulden De langlopende schulden namen af ten opzichte van het jaar Kortlopende schulden De overlopende passiva namen af. Die toename werd hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de post nog te betalen bijdrage minderproductie ten opzichte van 2010 met euro is afgenomen. Financiële kengetallen Bedragen x euro Baten , , , ,2 Lasten (exclusief gerechtsk.) , , , ,3 10

11 Afschrijving op vaste activa 253,86 240,84 277,9 313,0 Investering in vaste activa 178,25 89,32 205,4 174,2 Liquiditeitspositie 1.336,50 861,31-533,8 728,8 Vaste activa 639,38 721,25 873,3 946,1 Werkkapitaal 107,71-488, ,9-956,4 Eigen vermogen 482,36 128,88 0,0 331,0 Onverdeeld resultaat 683,85-136,79-307,0-354,3 Voorzieningen 291,11 73,18 23,1 30,3 Groei baten 3,32% 1,11% 3,50% 1,76% Groei lasten -0,67% 0,27% 3,17% 5,26% Personele lasten/totaal lasten -1,94% 0,91% 78,61% 78,27% Jaarrekening (verkort) Activa Vaste Activa Financiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Totaal activa Passiva Eigen vermogen Onverdeeld resultaat / exploitatiereserve Voorziening Langlopende schulden Kortlopende schulden Crediteuren Overlopende passiva Totaal passiva Staat van Baten en lasten (verkort) Baten Exploitatiebudget Huisvestingsbudget Méérproductie/ Minderproductie Overige opbrengsten Lasten Personele kosten Huisvestingkosten Exploitatiekosten Afschrijving en Rentekosten Resultaat

12 6. Managementparagraaf Het bestuur van de Centrale Raad van Beroep is integraal verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en legt daarover verantwoording af. Om deze verantwoordelijkheid te kunnen waarmaken en de bedrijfsdoelstellingen te kunnen realiseren, zijn interne beheersmaatregelen geformuleerd, het management control systeem geheten. Het stelsel van interne beheersmaatregelen is onderverdeeld in vijf aandachtsgebieden. Per aandachtsgebied staat hieronder kort beschreven wat de status was in het jaar 2011 en wat de verbeterpunten zijn voor het komende jaar. De managementparagraaf heeft betrekking op het financiële en materiële beheer, de informatiebeveiliging, huisvesting en Arbo, en de Wet bescherming persoonsgegevens. Beheersomgeving Aan de besturing en beheersing van de organisatie geeft de Centrale Raad van Beroep invulling via het jaarplan en de bestuursafspraken met de Raad voor de rechtspraak. Er wordt tweemaal per jaar over de (financiële) resultaten in relatie tot de jaarplannen gerapporteerd. Vervolgens vinden bestuurlijke overleggen plaats tussen de Raad voor de rechtspraak en de Centrale Raad van Beroep. Aan het einde van het jaar rapporteert de Centrale Raad van Beroep in een verslag aan de Raad voor de rechtspraak. De producten, de organisatiestructuur, de processen, de taken en de functies binnen de Centrale Raad van Beroep zijn beschreven. Het principe van integraal management wordt hierbij gevolgd. De taken met bijbehorende verantwoordelijkheden worden uitgevoerd binnen de richtlijnen voor het financiële en materiële beheer, de informatiebeveiliging, huisvesting en Arbo, en de Wet bescherming persoonsgegevens. Risicobeoordeling De belangrijkste doelstellingen voor het financiële en materiële beheer en de informatiebeveiliging staan in het jaarplan en worden gemeten en geëvalueerd. Een risicoanalyse heeft plaatsgevonden met betrekking tot zaken die een belemmering vormen voor het behalen van doelstellingen in het kader van het financiële en materiële beheer, de informatiebeveiliging, huisvesting en Arbo, en de Wet bescherming persoonsgegevens. Uit deze analyse zijn geen risico s en/of problemen naar voren gekomen met een hoge prioriteit. Interne beheersmaatregelen Binnen de Centrale Raad van Beroep is het financiële en materiële beheer zodanig ingericht, dat uitvoering van processen binnen de normen is gewaarborgd. Er zijn maatregelen getroffen om de betrouwbaarheid en de continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking te waarborgen. Gedurende 2011 zijn geen verbeterpunten geconstateerd die een belemmering vormen voor de goede uitvoering van de opgedragen taken. Informatie en communicatie Voor de besturing wordt gebruik gemaakt van een geïntegreerde planning & control cyclus, waarbij zowel vóór (plan), tijdens (voortgangsrapportages) als na (verantwoording) realisatie over financiële en niet financiële resultaten door de secties van de Centrale Raad van Beroep wordt gerapporteerd aan het bestuur. Sturing vindt plaats op basis van afgesproken taakstellingen en prestatie-indicatoren. Het systeem en de kwaliteit van maandrapportages is adequaat. Bewaking Bewaking van de beheersmaatregelen en van de geautomatiseerde gegevensverwerking vindt plaats door interne audits. De objecten van audits worden bepaald door het bestuur van de Centrale Raad van Beroep. De audits waren in het jaar 2011 gericht op de betrouwbaarheid van de informatievoorziening aangaande de zaken en zaaksgegevens 12

13 conform het Werkprogramma zaken en zaaksgegevens, en de in de normen kadertabel bedrijfsvoering gespecificeerde aandachtgebieden. 13