Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 1"

Transcriptie

1 Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 1

2 Voorkomen is beter dan blussen Adviesrapport voor het vergroten van het eigen verantwoordelijkheidsgevoel, het brandveiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van studenten. Afstudeerscriptie In opdracht van Brandweer Zwolle, hoofdpost Zuid Henk Oudshoorn, coördinator Community Safety Cindy van Vugt Studentnummer Hanzehogeschool Groningen Instituut voor Communicatie & Media Opleiding Communicatiesystemen Specialisatie Brand- en Designmanagement Vakcode XCMH1ASO 1e Begeleider Sjaak Schipper 2e Begeleider Jan Liefers Zwolle, 7 juni 2012 Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 2

3 Samenvatting Probleemsituatie Tijdens huisbezoeken in studentenhuizen constateert Brandweer Zwolle dat het vaak slecht gesteld is met de brandveiligheid. Wanneer je nog nooit brand hebt meegemaakt is het lastig om een goede voorstelling te maken van het gevaar van brand. Binnen enkele minuten kan een brand zich uitbreiden tot een grote brand waardoor er een onleefbare situatie ontstaat. Studenten staan hier volgens Brandweer Zwolle te weinig bij stil. Het grootste gevaar zit vaak in de slechte staat waarin veel studentenhuizen zich bevinden en het brandonveilige gedrag dat studenten vertonen (Kaat, 2008). Hierbij valt te denken aan het blokkeren van vluchtwegen, niet werkende rookmelders en losse elektriciteitskabels. Huisbazen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en moeten voldoen aan de wettelijke eisen die zijn opgesteld op het gebied van brandveiligheid in studentenhuizen. Echter, verzuimen huisbazen vaak om maatregelen te nemen ter verbetering van de brandveiligheid (Kaat, 2008). Vanuit het huidige Kamergewijze verhuur beleid (van gemeente Zwolle) worden studenten niet voldoende bereikt. Gevolg hiervan is dat deze situatie niet ten gunste komt aan het brandveiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van studenten, aldus Brandweer Zwolle. Opdracht en doelstellingen van het onderzoek De hierboven beschreven situatie wil Brandweer Zwolle graag veranderen. Dit heeft geresulteerd in de volgende opdracht namens Brandweer Zwolle: het opstellen van een communicatieplan om de boodschap voorkomen van brand over te brengen op studenten. Het doel van deze opdracht is om middels dit communicatieplan studenten meer bewust te maken van de risico s van het brandonveilige gedrag, hen te wijzen op een stukje eigen verantwoordelijkheid om een brandveilige omgeving te creëren en de zelfredzaamheid van studenten te vergroten. Hoofdvraag De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: Op welke wijze kan Brandweer Zwolle studenten benaderen om de boodschap voorkomen van brand, over te brengen? Onderzoek Het onderzoek is gestructureerd aan de hand van fases met elk een centrale vraag: Fase A: Welke inzichten levert het vooronderzoek en een bestudering van theorieën op voor het overbrengen van de boodschap voorkomen van brand? Fase B: Wat zijn de mogelijkheden bij het overbrengen van de boodschap voorkomen van brand onder studenten? Face C: Welke inzichten geeft een vergelijking van de analyseresultaten uit fase A en B met het oog op het doen van aanbevelingen voor het overbrengen van de boodschap voorkomen van brand onder studenten? Het onderzoek naar een antwoord op deze vragen heeft plaats gevonden door middel van deskresearch (literatuurstudie en het analyseren van elektronische media) in fase A en door fieldresearch (online enquête) in fase B. Conclusies deskresearch Als gevolg van een veranderende maatschappij is het voor de brandweer noodzakelijk om als organisatie te veranderen, zodat zij de maatschappij kan blijven bedienen. Deze ontwikkeling heeft gezorgd voor een strategische vernieuwing, vastgelegd in het boek de Brandweer overmorgen, strategische reis als basis voor vernieuwing. De strategische reis houdt in dat er voortaan meer nadruk wordt gelegd op de voorkant van de (brand)veiligheidsketen. Deze taken uiten zich landelijk onder andere in een beweging onder de naam BrandVeilig Leven. Brandweer Zwolle hanteert hiervoor de naam Community Safety, afkomstig uit Engeland. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 3

4 Het doel van activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven is om het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van burgers te vergroten. Middels deze activiteiten neemt de brandweer een meer adviserende/voorlichtende rol aan. Activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven kunnen bezien worden als een middel om de veiligheid te verhogen in relatie tot andere middelen, zoals de bestaande wet- en regelgeving. Om studenten via activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven te benaderen is onderzocht hoe dit kan door onder andere een doelgroepanalyse te maken. Belangrijke conclusies die hieruit naar voren zijn gekomen is dat jongeren op zoek zijn naar authenticiteit en behoefte hebben aan duidelijkheid. Daarnaast brengen studenten veel tijd door op internet en maken ze van alle social media het meest gebruik van Facebook. Verder is in deze analyse gekeken naar de stand van zaken rondom studenten en brandveiligheid. Uit een inspectierapport van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer blijkt dat het matig gesteld is met de kennis en het bewustzijn van studenten over brandveiligheid. Daarnaast ontbreekt in veel studentenhuizen de aanwezigheid van een blusdeken en heeft het merendeel van de studenten nog nooit voorlichting gehad over brandveiligheid. In het projectplan Community Safety beschrijft Brandweer Zwolle dat het bewuster laten zijn van mensen zich moet vertalen in gedragsverandering bij mensen. Om middels de boodschap voorkomen van brand ervoor te zorgen dat studenten brandveilig gedrag gaan vertonen, is nader gekeken naar het proces van gedragsverandering door een bestudering van de theorie van gepland gedrag uit de sociale psychologie. Hieruit blijkt dat er drie determinanten van gedrag zijn die de intentie bepalen of iemand van plan is om een bepaalde actie te ondernemen. Het gaat hierbij om de determinanten: kennis/attitude, subjectieve norm en eigen effectiviteitverwachting. Om gepland gedrag (brandveilig gedrag) met communicatie te beïnvloeden is gekeken naar de theorie van communicatie. Hieruit blijkt dat om gedrag te veranderen, zowel massa- als interpersoonlijke communicatie ingezet moet worden. Elk medium heeft zo zijn eigen kwaliteiten en hiermee dient rekening gehouden te worden bij het opstellen van een communicatieplan. Bij het maken van een communicatieplan voor Brandweer Zwolle is de volgende vraag gesteld: WIE zegt WAT aan WIE via welk KANAAL met welk EFFECT? Conclusies fieldresearch De meeste studenten die op kamers zitten volgen een Hbo-opleiding. Daarnaast woont de meerderheid in een studentenhuis met één tot vijf huisgenoten. Op kennis over de risico s van brand is matig voldoende gescoord en op kennis over de middelen waarmee diverse soorten branden kunnen worden geblust is eveneens matig voldoende gescoord. Daarnaast blijkt dat studenten niet voldoende zelfredzaam zijn en het ontbreekt hen aan kennis over het maken van een vluchtplan. Verder vertoont de doelgroep veel brandonveilig gedrag, wat de kans op brand vergroot. Ook blijkt dat studenten zich niet voldoende bewust zijn van het gevaar van rook, het nut van rookmelders en het nut van een blusdeken. Als het gaat om het verkrijgen van informatie over brandveiligheid ontvangen Zwolse studenten, die niet eerder brandvoorlichting hebben gehad, het liefst informatie over de onderwerpen brandveiligheid van mijn studentenhuis en tips of aanwijzingen die de kans op brand verkleinen. Deze informatie ontvangen zij het liefst via een folder, website, app en/of persoonlijk gesprek met een medewerker van de brandweer. Verder ontbreekt het de doelgroep aan een stukje eigen verantwoordelijkheid en zijn ze in hun studentenhuis het beste te bereiken na uur. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 4

5 Aanbevelingen Op basis van de voorgaande conclusies zijn de volgende aanbevelingen voor Brandweer Zwolle opgesteld: Korte termijn Aanbeveling 1: de strategische reis van de brandweer houdt in dat de brandweer een nieuwe aanpak moet gaan hanteren om de maatschappij te kunnen blijven bedienen. Deze aanpak houdt in dat de burger meer gewezen moeten worden op een stukje eigen verantwoordelijkheid voor het voorkomen en oplossen van problemen. Hiermee wordt met de slogan 'Voorkomen is beter dan blussen' nieuw leven ingeblazen. De eerste aanbeveling luidt daarom: start een voorlichtingscampagne met de boodschap: voorkomen is beter dan blussen. Deze slogan is levendiger dan de boodschap voorkomen van brand en spreekt daarnaast meer tot de verbeelding. Aanbeveling 2: ontwikkel een logo voor de campagne voorkomen is beter dan blussen. Aanbeveling 3: maak een algemene folder, voor zowel studenten op kamers als voor toekomstige kamerbewoners waarin informatie wordt gegeven over de wijze waarop studenten de kans op brand kunnen verkleinen. Van belang hierbij is om tips te geven om de meest voorkomende oorzaken van brand te voorkomen. Zo kan een tip zijn om het schoonmaken van het filter in de wasdroger en het vervangen van het filter in de afzuigkap, op te nemen in het schoonmaakrooster. Besteed daarnaast in de folder ook aandacht aan de onderwerpen: gevaar van rook, eigen verantwoordelijkheid en het nut van een blusdeken, het gebruik ervan en het nut van een rookmelder. Besteed verder aandacht aan de vormgeving van de folder om zo de bereidheid tot lezen en het bewaren ervan te vergroten. Laat het logo van de campagne en de huisstijl van gemeente Zwolle en de brandweer hierin terugkomen om zo de herkenbaarheid en betrouwbaarheid van de folder te vergroten. Aanbeveling 4: maak gebruik van OR-codes om studenten via de folder door te verwijzen naar bestaande sites over brandveiligheid. Aanbeveling 5: laat studenten ervaren hoe snel rook zich ontwikkelt. Op deze manier bied je hen tevens een stukje amusement aan. Aanbeveling 6: voer na uur brandveiligheidschecks uit in studentenhuizen om studenten bewuster te maken van het al dan niet aangetroffen brandonveilig gedrag. Doe dit door een dialoog aan te gaan met studenten (interpersoonlijk). Voer deze checks uit na uur om zo meer effect te behalen. Na dit tijdstip zijn namelijk de meeste studenten aanwezig in zijn of haar studentenhuis. Voer deze checks ook vooral uit in studentenhuizen die buiten het beleid Kamergewijze verhuur vallen. Geef studenten hierbij de mogelijkheid om zelf te laten bepalen of ze dit wel of niet willen. Aanbeveling 7: demonstreer de werking van een blusdeken. Aanbeveling 8: ontwerp een format voor het opstellen van een vluchtplan om de zelfredzaamheid van studenten te vergroten. Aanbeveling 9: deel een give away uit aan studenten die in de rookcontainer ervaren hebben wat voor een effect rook heeft. Lange termijn Aanbeveling 10: laat een onderzoek uitvoeren naar een in te zetten social media strategie voor Brandweer Zwolle om het brandveiligheidsbewustzijn van studenten via dit medium te vergroten. Kijk tevens intern of er iemand interesse heeft en of er organisatorisch de mogelijkheid is om een werknemer dit medium te laten onderhouden. Aanbeveling 11: kijk naar de mogelijkheden voor één landelijke site en/of app waarop uitgebreid informatie is te vinden over wat studenten op kamers moeten weten in het kader van brandveiligheid. Dit in samenwerking met Brandweer Nederland en/of andere korpsen om de kosten te drukken. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 5

6 Voorwoord De afgelopen vijf maanden heb ik mijn afstudeeropdracht uitgevoerd bij Brandweer Zwolle. Het resultaat is deze afstudeerscriptie: Voorkomen is beter dan blussen. Dit rapport is geschreven ter afsluiting van de opleiding Communicatiesystemen aan de Hanzehogeschool te Groningen, met als specialisatie Brand- en Designmanagement. Allereerst wil ik mijn begeleider Henk Oudshoorn van Brandweer Zwolle bedanken voor het mogelijk maken van deze afstudeeropdracht en de uitstekende begeleiding tijdens het schrijven van deze scriptie. De feedback die ik regelmatig kreeg is van groot belang geweest voor een goede afronding van het onderzoek. Daarnaast wil ik mijn collega s van Brandweer Zwolle bedanken voor hun hulp en de gezellige en sportieve momenten tijdens mijn stageperiode. Ook wil ik graag een woord van dank uitbrengen aan mij afstudeerbegeleider Sjaak Schipper, docent aan de Hanzehogeschool Groningen. Zijn begeleiding en feedback contacten tijdens het afstuderen zijn van groot belang geweest voor de totstandkoming van dit rapport. Tot slot wil ik alle mensen bedanken die ik hierboven niet heb genoemd, maar van grote waarde zijn geweest voor het afronden van mijn afstudeerstage. Zwolle, juni 2012 Cindy van Vugt Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 6

7 Inhoudsopgave Inleiding... 9 Hoofdstuk 1 Briefing Hoofdstuk 2 Organisatie en context Taken brandweer Missie & Visie Huisstijl brandweer Imago brandweer Kernwaarden & kernboodschap brandweer Externe communicatie Brandweer van de toekomst Hoofdstuk 3 Debriefing Hoofdstuk 4 Onderzoeksvragen en methodologie Hoofdvraag Centrale vragen en deelvragen Methodologie Theoretisch kader -- Hoofdstuk 5 Uitgangspunten BrandVeilig Leven Brandweer in Nederland en BrandVeilig Leven Initiatieven BrandVeilig Leven brandweerkorpsen in Nederland en het buitenland Brandweer Zwolle en BrandVeilig Leven Hoofdstuk 6 Doelgroepanalyse Generatie Einstein Waarden Kenmerken Digitaal mediagebruik Studenten en brandveiligheid Hoofdstuk 7 Theorie gedragsverandering Wat is gedrag? Theorie gepland gedrag Hoofdstuk 8 Theorie communicatie Wat is communicatie? Communicatievormen Communicatie soorten Communicatieve interventies gepland gedrag Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 7

8 8.4.1 De boodschap Ontvangervariabelen Mediumkeuze Trends in communicatie en marketingland Einde theoretisch kader -- Hoofdstuk 9 Resultaten enquête Hoofdstuk 10 Conclusies Conclusies vooronderzoek & deskresearch (fase A) Conclusies fieldresearch (fase B) Hoofdstuk 11 Advies & aanbevelingen Advies Aanbevelingen Hoofdstuk 12 Implementatievoorstel Bronnen Bijlagen Bijlage A Beschrijving taken (brand)veiligheidsketen Bijlage B Organogram afdeling Risicobeheersing Bijlage C Flyer campagne ken je vluchtplan Bijlage D Smokey de rookmelder Bijlage E Communicatievermogenschema van Goubin Bijlage F Online enquête Bijlage G Frequentietabellen enquête Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 8

9 Inleiding In het boek de Brandweer overmorgen, strategische reis als basis voor vernieuwing, is de strategische reis van Brandweer Nederland beschreven. Het doel van deze reis is om mee te werken aan een veiliger samenleving en een organisatie te creëren die recht doet aan verwachtingen van burgers (NVBR, 2010b). In deze reis is onder andere vastgelegd dat er binnen de taken van de brandweer een verschuiving plaatsvindt, waarbij meer nadruk wordt gelegd op het voorkomen en beperken van brand en minder op de bestrijding van brand. Hierbij zal de brandweer naast het fungeren als blusdienst ook optreden als adviseur, voorlichter en regisseur op het gebied van fysieke veiligheid. Als gevolg van deze strategische reis is de term BrandVeilig Leven in het leven geroepen, waarbij Brandweer Nederland activiteiten ontplooit die erop gericht zijn om de (brand)veiligheid in de directe omgeving te verbeteren. Het doel van deze activiteiten is het vergroten van het (brand)veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid. Brandweer Zwolle voert deze activiteiten uit onder de noemer Community Safety. Een project dat Brandweer Zwolle in het kader van Community Safety in gang wil zetten is het vergroten van het brandveiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van studenten. Dit met als uiteindelijk doel de brandveiligheid in studentenhuizen te doen verbeteren, die veelal niet voldoen aan de regels van brandveiligheid, aldus een medewerker van Brandweer Zwolle. Dit wil Brandweer Zwolle bereiken door de boodschap voorkomen van brand te communiceren richting studenten. Om het vergroten van het (brand)veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid te bewerkstelligen is de volgende hoofdvraag opgesteld: Op welke wijze kan Brandweer Zwolle studenten benaderen om de boodschap voorkomen van brand, over te brengen? Leeswijzer Dit rapport bestaat uit twaalf hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt stil gestaan bij de briefing van de opdracht. In hoofdstuk twee wordt een beschrijving gegeven van de organisatie en de ontwikkelingen die er gaande zijn. In hoofdstuk drie wordt de debriefing gegeven. In hoofdstuk vier komen de onderzoeksvragen en de toegepaste methodologie aan de orde. De eerst volgende vier hoofdstukken vormen samen het theoretisch kader waarin de uitgangspunten van BrandVeilig Leven worden beschreven, de doelgroep nader wordt bestudeerd en theorieën over gedragsverandering en communicatie aan bod komen. In hoofdstuk negen zijn de resultaten weergegeven van het fieldresearch. Vervolgens zijn in hoofdstuk elf de conclusies beschreven op basis van de onderzoeksresultaten. Hierna wordt op basis van de onderzoeksresultaten en conclusies in hoofdstuk tien het advies met bijbehorende aanbevelingen gegeven. Tot slot is er in hoofdstuk twaalf een implementatievoorstel opgesteld voor de aanbevelingen. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 9

10 Hoofdstuk 1 Briefing Uit het actieprogramma brandveiligheid blijkt dat in de afgelopen jaren de brandveiligheid onvoldoende is toegenomen. Dit ondanks aanscherping van regels en meer aandacht voor handhaving. In het actieprogramma brandveiligheid wordt geconstateerd dat het vooral ontbreekt aan het bewustzijn van de risico s en eigen verantwoordelijkheid. Zo zijn ontwerpers, eigenaren en gebruikers van gebouwen onvoldoende bewust van hun eigen verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid. Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan de specifieke risico s. Hierdoor bestaat de indruk dat het gaande weg gaat om de regels en niet om het doel achter de regels, namelijk de veiligheid. Brandveiligheid lijkt hierdoor te ontaarden tot een papieren werkelijkheid (Min. BZK, 2007). Brandweer Zwolle ziet de zojuist beschreven situatie vooral voorkomen onder de doelgroep studenten die op kamers wonen en wil verandering aanbrengen in deze situatie. Studenten worden naast ouderen en jeugd beschouwd als een door woningbrand meest bedreigde groep (Meer aandacht, 2012). Omdat ze een aandachtsgroep vormen is het van belang om deze groep mensen extra aandacht te geven in het kader van brandveiligheid. Controles op brandveiligheid in studentenhuizen worden veelal overdag uitgevoerd in de panden die onder het beleid Kamergewijze verhuur vallen. Dit zijn huizen waarin vijf of meer kamers worden verhuurd. Controles vinden plaats op tijden dat studenten college volgen. Hierdoor worden studenten (op een enkeling na) niet bereikt. Daarnaast wordt er nog een groep studenten niet bereikt, namelijk studenten die op kamers zitten in een studentenhuis dat niet onder dit beleid valt (huizen waarin maximaal vier kamers worden verhuurd). Dit is een zorgelijke situatie omdat er op dit moment in Zwolle niets wordt ondernomen om studenten bewust te maken van brandveiligheid. Hierdoor kan de zelfredzaamheid van studenten in het geding komen. Opdracht Om de hierboven beschreven situatie te verbeteren ontvangt Brandweer Zwolle gaarne aanbevelingen in de vorm van een communicatieplan waarmee zij studenten kan bereiken met de boodschap voorkomen van brand. Doel Het communicatieplan voor Brandweer Zwolle moet bijdragen aan het behalen van de volgende twee doelstellingen: vergroting van het brandveiligheidsbewustzijn van studenten vergroting van de zelfredzaamheid van studenten vergroting van het eigen verantwoordelijkheidsgevoel van studenten Subdoel De hierboven beschreven doelen moeten bijdragen aan het behalen van de volgende subdoelstelling: het verbeteren van de brandonveilige situaties in studentenhuizen Planning Brandweer Zwolle ziet het advies graag in juni 2012 tegemoet en klaar voor gebruik in de zomer van Budget Voor het op te leveren communicatieplan is geen budget vastgesteld. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 10

11 Hoofdstuk 2 Organisatie en context Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de taken die de brandweer zoal uitvoert. Verder worden de missie en visie van Brandweer Zwolle verwoord en wordt er ingegaan op de huisstijl van de brandweer. Vervolgens komt het imago, de kernwaarden en kernboodschap van de brandweer aan de orde. Hierna wordt ingegaan op welke wijze Brandweer Zwolle de externe communicatie verricht. Tot slot wordt er dieper ingegaan op de oorsprong van de strategische reis, een belangrijke ontwikkeling die van invloed is voor de taken binnen brandweerland. 2.1 Taken brandweer De meest bekende taak van de brandweer is het blussen van branden. Echter doet de brandweer meer dan alleen het bestrijden van brand. In de zogenaamde (brand)veiligheidsketen zijn de taken van de brandweer weergegeven. Deze keten verdeelt de taken van de brandweer in vijf schakels. NVBR (2010b) omschrijft deze taken in het boek de Brandweer overmorgen, strategische reis als basis voor vernieuwing als volgt: 1. Proactie (vermijden van structurele vormen van onveiligheid in de planfase); 2. Preventie (voorkomen en beperken van incidenten); 3. Preparatie (het voorbereiden op eventuele bestrijding van incidenten); 4. Repressie (het daadwerkelijk bestrijden van incidenten); 5. Nazorg (evaluatie, nazorg eigen personeel, terugkoppeling naar de keten). De elementen proactie en preventie noemt de brandweer ook wel risicobeheersing (p.37). Een uitgebreide beschrijving van deze taken is te vinden in bijlage A. 2.2 Missie & Visie Brandweer Zwolle heeft op het intranet van gemeente Zwolle de volgende missie en visie verwoord: Missie Het binnen de door het gemeentebestuur aangegeven kaders en mogelijkheden waarborgen van de (veelal fysieke) veiligheid van de in Zwolle wonende en verblijvende burgers, evenals van de Zwolse gebouwen (woningen, bedrijven enzovoorts) met betrekking tot rampen en andere calamiteiten. Multidisciplinair (alle disciplines in de hulpverlening en in de gezamenlijke organisatie) en in regionaal verband (gezamenlijk met de andere brandweerkorpsen) al het mogelijke doen om rampen te voorkomen, dan wel optimaal te bestrijden. Het verhogen van het veiligheidsbewustzijn, in het bijzonder bij jongeren door educatie en voorlichting. Visie Voorkomen is beter dan blussen: door proactieve en preventieve inbreng in de ontwikkeling van de stad kunnen calamiteiten worden voorkomen. De brandweer is interactief met maatschappelijke partners, werkt transparant, biedt aan de burger inzicht in veiligheid, onveiligheid en eigen verantwoordelijkheid. De inzet van de brandweer bestrijkt de hele veiligheidsketen. Slagvaardig, reëel en met oog voor andere belangen is de brandweer een vertrouwenwekkende organisatie. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 11

12 2.3 Huisstijl brandweer Een huisstijl kan omschreven worden als een verzameling afspraken over de wijze waarop een organisatie zich presenteert. Deze variëren van het ontwerp van vlaggen tot de standaard indeling van briefpapier, van de toepassing van het beeldmerk op gevels tot de vormgeving van een notitieblokje. Door deze huisstijlrichtlijnen wordt een organisatie niet alleen zichtbaar, maar ook blijvend herkenbaar. Het symbool met een vlam en schild (weergegeven in figuur 1) vormt het beeldmerk van de brandweer en is tevens de kern van de brandweerhuisstijl (Min. BKZ, 2003). Figuur 1. Beeldmerk brandweer De gouden gestileerde vlam in het beeldmerk zorgt voor de associatie met een belangrijke taak van de brandweer: het bestrijden van vuur. Daarnaast staat de vlam voor waakzaamheid, waarmee de preventietaak in beeld wordt gebracht. Het schild om de vlam geeft aan dat de brandweer bescherming biedt bij dreigingen. Met deze elementen benadrukt het beeldmerk de bestrijding, hulpverlening en de coördinatietaak van de brandweer bij rampen. Het beeldmerk (schild) en het beeld/woordmerk (schild en de tekst BRANDWEER) kennen verschillende verschijningsvormen (kleurstellingen), die afhankelijk van ontwerp, beschikbare kleuren en reproductietechniek toegepast kunnen worden (Min. BKZ, 2003). Met deze regels dient Brandweer Zwolle rekening te houden bij het opstellen van een communicatieplan. Tevens kan het beeldmerk bijdragen aan de herkenbaarheid van de boodschap, aangezien veel mensen al bekend zijn met dit logo. Brandweerrood en goud zijn de primaire huisstijlkleuren voor de brandweer en zijn dan ook nadrukkelijk aanwezig binnen de huisstijl van de brandweer. Hierbij domineert brandweerrood ten opzichte van goud. Verder zijn zwart, grijs en donkerblauw de secondaire huisstijlkleuren (Min. BKZ, 2003). Ook deze kleuren zullen terug moeten komen in de communicatiemiddelen die bestemd zijn voor de doelgroep studenten in de leeftijd van 18 tot en met 25 jaar. Verder maakt Brandweer Zwolle deel uit van de gemeente Zwolle en daarom zal ook de huisstijl/logo van de gemeente Zwolle terug moeten komen in de communicatiemiddelen. 2.4 Imago brandweer Het imago van de brandweer is erg sterk. Het beeld dat veel Nederlanders van de brandweer hebben zijn stoere mannen en vrouwen en vooral helden (Helden en, 2009). Hierdoor is het voor brandweermensen mogelijk om snel in gesprek te komen met mensen en is de brandweer tevens snel welkom (Meijerink, 2010). 2.5 Kernwaarden & kernboodschap brandweer Aan de brandweerorganisatie worden drie kernwaarden toegekend: behulpzaam, deskundig en daadkrachtig. Behulpzaam De brandweer stelt zich altijd behulpzaam op, is open en makkelijk toegankelijk voor hulpvragen. Daarnaast geeft de brandweer gevraagd en ongevraagd advies vanuit de verantwoordelijkheid voor de maatschappij. Verder staat de brandweer 24 uur per dag klaar om iedereen in nood te helpen (IK BEN, 2008). Deskundig De brandweer verstaat haar vak; ze doet er alles aan om noodsituaties te voorkomen en biedt professionele hulp en nazorg. Het personeel beschikt over kennis en ervaring en weet op basis hiervan hoe te handelen. Daarnaast streeft de brandweer voortdurend naar verbetering van haar hulpverlening, adviezen en oplossingen (IK BEN, 2008). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 12

13 Daadkrachtig Het personeel bij de brandweer heeft passie voor het vak. De brandweer doet wat ze zegt en wel direct, met enige moed die weleens gevergd wordt. De brandweer is een sterk team dat weet van aanpakken. Dit niet alleen wanneer er gevaar dreigt, maar ook juist om dit te voorkomen (IK BEN, 2008). Kernboodschap De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) beschrijft de volgende kernboodschap/motto: De brandweer doet meer! De onderbouwing hiervoor luidt als volgt; De brandweer doet: meer dan u nu denkt dat ze doen (deskundig); meer dan u ooit zou durven (daadkrachtig); meer dan u van ze verwacht (behulpzaam). (IK BEN, 2008) 2.6 Externe communicatie Voor het vraagstuk dat in deze scriptie is onderzocht, was het van belang om te weten welke vormen van externe communicatie Brandweer Zwolle verricht. Omdat dit onderzoek zich richt op de taken proactie en preventie uit de veiligheidsketen is binnen Brandweer Zwolle gekeken naar welke afdeling deze taken uitvoert en hoe zij haar externe communicatie verricht. Afdeling Risicobeheersing De afdeling Risicobeheersing voert taken uit op het gebied van proactie en preventie. Op deze afdeling zijn acht mensen werkzaam. Jenne is afdelingshoofd en tevens de projectleider van het project Community Safety. Henk is coördinator van dit project en bewaakt de voortgang en deadlines van de deelprojecten die vallen onder het project Community Safety. Hij verdeelt daarbij de taken over de zes medewerkers van het project Community Safety. Een organogram van de afdeling Risicobeheersing is opgenomen in bijlage B. De afdeling communiceert extern door middel van presentaties en voorlichtingen, maar ook via de traditionele communicatiemiddelen en telefonie. Deze presentaties worden gegeven op basisscholen en na een calamiteit. Naast de presentaties die gegeven worden op basisscholen krijgen de kinderen ook een lespakket uitgedeeld en een puntenslijper in de vorm van een brandweerhelm. Brandweer Zwolle beschikt verder over een Twitter- en LinkedIn-account, maar heeft tot op heden nog weinig gebruik gemaakt van deze social media om extern te communiceren. Dit komt vooral omdat het personeel niet beschikt over de nodige kennis voor het goed gebruiken en onderhouden van dit medium. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 13

14 2.7 Brandweer van de toekomst In de afgelopen jaren heeft de brandweer te maken gehad met veranderingen op vakinhoudelijk gebied. Het gaat hierbij om een toename van de kwaliteitseisen, toenemend gevaar voor brandweermensen, ontwikkelingen in crisisbeheersing en strengere en complexere regelgeving. Op organisatorisch vlak zijn ook ontwikkelingen gaande: de vorming van veiligheidsregio s, het arbeidstijdenbesluit, functioneel leeftijdsontslag (FLO) en de rol van de vrijwilliger. Dat alles gaat gepaard met toenemende kosten en mindere financiering (NVBR, 2010b, p.7). De brandweer heeft de laatste jaren zelf al veel veranderd en verbeterd in haar organisatie. Echter worden de knelpunten en noodzakelijke verbeterprojecten niet minder. Doorgaan met verbeteren zal leiden tot een onbetaalbare brandweer die navenant geen noemenswaardige resultaatverbetering laat zien. Daarom leeft er binnen de brandweer het gevoel dat de grenzen zijn bereikt van wat de organisatie aankan. Hierdoor is in opdracht van de Raad van Regionaal Commandanten (RRC) het project Strategische Reis Brandweer gestart. Informatie en achtergronden over deze reis zijn te vinden in het boek de Brandweer overmorgen, strategische reis als basis voor vernieuwing. In het boek wordt richting gegeven aan de brandweer van de toekomst. Het boek toont aan dat vernieuwing van het huidige bedrijfsmodel van de brandweer noodzakelijk is. Dit onder het motto: vernieuwen in plaats van verbeteren. Om ervoor te zorgen dat de brandweer de maatschappij kan blijven bedienen is een strategische vernieuwing een must (NVBR, 2010b, p.7). De ontwikkeling van een nieuw bedrijfsmodel is hiervoor een basisvoorwaarde. Speerpunten binnen het nieuwe bedrijfsmodel zijn een veiliger maatschappij, een financieel beheersbare organisatie en meer sturen op risico s (NVBR, 2010b, p.3). Dit wil de regering bereiken door de burger erop te wijzen dat men zelf mede verantwoordelijk is voor het voorkomen en oplossen van problemen. Hiermee wordt met de slogan 'Voorkomen is beter dan blussen' nieuw leven ingeblazen (Minister Opstelten, 2011). Als gevolg is de term BrandVeilig Leven in Nederland in het leven geroepen. In Engeland gebruikt de brandweer de term Community Safety. Dit houdt in dat de burger zelf ook verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen veiligheid (Helden en, 2009). In het rapport BrandVeilig Leven Evolutie of Revolutie? Op weg naar een andere brandweer stelt de NVBR (2010a): BrandVeilig Leven kan het gat vullen tussen de huidige proactie- en preventieactiviteiten die vooral door wet- en regelgeving zijn ingegeven (p.7). De brandweer innoveert hierbij en speelt in op de behoefte van de samenleving. Hierbij zal de brandweer niet alleen fungeren als blusdienst, maar ook als adviseur, voorlichter en regisseur op het gebied van fysieke veiligheid (Minister Opstelten, 2011). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 14

15 Hoofdstuk 3 Debriefing In dit hoofdstuk wordt een interpretatie gegeven van de wijze waarop de opdrachtnemer (afstudeerder) kijkt naar de briefing van de opdrachtgever. Veranderde maatschappij Nieuwe aanpak brandveiligheid Adviserende rol brandweer Boodschap voorkomen van brand Figuur 2. Schematische weergave debriefing Scriptie Naar mijn inziens is het is van belang om te kijken naar een vernieuwende andere aanpak als het gaat om brandveiligheid. Dit als gevolg van de veranderde maatschappij. De nieuwe benadering (BrandVeilig Leven), beschreven in de strategische reis, vormt hiervoor het uitgangspunt. In het kader van de strategische reis, waarin de brandweer zich momenteel bevindt, zal de brandweer hierbij een meer adviserende/voorlichtende rol aannemen. Deze adviserende/voorlichtende rol komt in mijn ogen vooral tot uiting in de taken proactie en preventie uit de veiligheidsketen. Deze taken komen bij Brandweer Zwolle tot uiting in het project Community Safety, van de afdeling Risicobeheersing. Een doelgroep waarop Brandweer Zwolle zich in het kader van Community Safety wil richten zijn studenten, omdat zij een aandachtsgroep vormen als het gaat om brandveiligheid. Uit de briefing blijkt dat er sprake is van een communicatieprobleem in het huidige Kamergewijze verhuur beleid. Zo wordt een grote groep studenten in het huidige beleid niet bereikt en als gevolg hiervan onvoldoende bewust gemaakt van brandveiligheid. Daarnaast worden studenten, wonende in studentenhuizen die buiten het beleid Kamergewijze verhuur vallen, ook niet bereikt. Dit komt niet ten goede aan het brandveiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van studenten. Brandweer Zwolle vindt dit een zorgelijke situatie en wil hierin verbetering aanbrengen. De vraag van Brandweer Zwolle hierbij is hoe zij studenten kan benaderen om de boodschap voorkomen van brand over te brengen. Hierover ontvangt Brandweer Zwolle graag advies. Hoofddoelstellingen Op basis van de hierboven beschreven informatie zijn de volgende hoofddoelstellingen opgesteld: vergroten van het brandveiligheidsbewustzijn van studenten vergroten van de zelfredzaamheid van studenten vergroten van het eigen verantwoordelijkheidsgevoel van studenten Opdracht het geven van advies in de vorm van een communicatieplan voor een voorlichtingscampagne aan Brandweer Zwolle over hoe zij het brandveiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van studenten kan vergroten middels de boodschap voorkomen van brand. Doelgroep De doelgroep waarop dit onderzoek zich richt zijn studenten in de leeftijd van 18 t/m 25 jaar, wonende op kamers. Zo worden ook studenten die in studentenhuizen wonen, welke buiten het beleid Kamergewijze verhuur vallen, meegenomen in het onderzoek. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 15

16 Behalen van de hoofddoelstellingen Om de hoofddoelstellingen te behalen is erna gestreefd om inzicht te krijgen in de volgende aspecten: activiteiten die al zijn uigevoerd in het kader van BrandVeilig Leven de kenmerken, waarden, mediagebruik van de doelgroep de huidige stand van zaken met betrekking tot het thema brandveiligheid en studenten het proces van gedragsverandering de rol van communicatie bij het overbrengen van een boodschap de mogelijkheden om studenten te benaderen Het verkrijgen van inzicht in de hierboven genoemde aspecten zal de input vormen voor het op te leveren advies in de vorm van een communicatieplan. Subdoelstelling Het behalen van de hoofddoelstellingen moet bijdragen aan het realiseren van de volgende subdoelstelling: Het verbeteren van de brandveiligheid in studentenhuizen. De verwachting is dat het behalen van de hoofddoelstellingen er toe zal leiden dat de brandveiligheid in studentenhuizen zal verbeteren. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 16

17 Hoofdstuk 4 Onderzoeksvragen en methodologie In dit hoofdstuk worden eerst de onderzoeksvragen weergegeven. Hierna wordt een beschrijving gegeven van de gebruikte methodieken met bijbehorende verantwoording om de onderzoeksvragen te beantwoorden. 4.1 Hoofdvraag De vraag van Brandweer Zwolle heeft tot de volgende hoofdvraag geleid: Op welke wijze kan Brandweer Zwolle studenten benaderen om de boodschap voorkomen van brand over te brengen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn er centrale vragen met daarbij behorende deelvragen opgesteld. Deze worden in de volgende paragraaf weergegeven. 4.2 Centrale vragen en deelvragen Het onderzoek is gestructureerd aan de hand van drie fases: A, B en C. In fase A heeft er deskresearch plaatsgevonden en in fase B is er fieldresearch uitgevoerd. Bij fase A is een eerste centrale vraag opgesteld met bijbehorende deelvragen. Bij fase B is een tweede centrale vraag opgesteld met bijbehorende deelvragen. In fase C worden de resultaten, welke zijn verkregen uit desk- en fieldresearch, met elkaar vergeleken. Face C heeft enkel een centrale vraag. Fase A, eerste centrale vraag: Welke inzichten levert het vooronderzoek en een bestudering van theorieën op voor het overbrengen van de boodschap voorkomen van brand? Deelvragen: 1. Waar komt de boodschap 'voorkomen van brand' vandaan. 2. Wat verstaat Brandweer Nederland onder de boodschap 'voorkomen van brand'. 3. Op welke manier benaderen andere brandweerkorpsen in Nederland studenten om de boodschap voorkomen van brand over te brengen? 4. Wat verstaat Brandweer Zwolle onder de boodschap 'voorkomen van brand'. 5. Wat zijn de waarden, kenmerken en mediagebruik van studenten in de leeftijd 18 t/m 25 jaar. 6. Hoe leeft het thema brandveiligheid onder studenten? 7. Wat is gedrag en wat wordt verstaan onder brandonveilig en brandveilig gedrag? 8. Hoe is brandonveilig gedrag beïnvloedbaar? 9. Wat is communicatie? 10. Welke soort/vorm van communicatie kan worden ingezet om de boodschap voorkomen van brand over te brengen? 11. Wat zijn communicatieve interventies en hoe kunnen ze worden ingezet om gedrag te beïnvloeden? 12. Welke trends zijn interessant om op in te spelen voor het overbrengen van de boodschap voorkomen van brand? Fase B, tweede centrale vraag: Wat zijn de mogelijkheden bij het overbrengen van de boodschap voorkomen van brand onder studenten? Deelvragen: 13. In welke mate zijn studenten betrokken bij het thema brandveiligheid? 14. Hoe is het gesteld met de kennis van studenten over brandveiligheid? 15. Hoe is het gesteld met het brandveiligheidsbewustzijn van studenten? 16. Hoe is het gesteld met de zelfredzaamheid van studenten? 17. Heeft de sociale omgeving invloed op het vertonen van brand(on)veilig gedrag? 18. Hoe is het gesteld met de eigen-effectiviteit van studenten? 19. Hoe willen studenten in Zwolle benaderd worden? Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 17

18 Fase C, derde centrale vraag: Welke inzichten geeft een vergelijking van de analyseresultaten uit fase A en B met het oog op het doen van aanbevelingen voor het overbrengen van de boodschap voorkomen van brand onder studenten? Een antwoord op deze vraag zal resulteren in een advies met bijbehorende aanbevelingen. De verschillende fases zijn weergegeven in figuur 3. BrandVeilig Leven Enquête Studenten Doelgroepanalyse Conclusies en aanbevelingen Theorie gedragsverandering Theorie communicatie Trendanalyse Aandachtspunten overbrengen boodschap voorkomen van brand Vooronderzoek (Fase a) (Fase b) (Fase c) Figuur 3. Visuele weergave fases van het onderzoek (onderzoeksmodel) Naar Verschuren & Doorewaard (2007) Verwoording onderzoeksmodel In de eerste fase van dit onderzoek (a) is vooronderzoek verricht naar Brandweer Zwolle en heeft een oriëntatie plaatsgevonden naar de doelgroep studenten in de leeftijd van 18 t/m 25 jaar met betrekking tot hun kenmerken, waarden en mediagebruik, de uitgangspunten van de term BrandVeilig Leven, theorieën over communicatie en gedragsverandering en trends om op in te spelen voor het over brengen van de boodschap voorkomen van brand. Al deze informatie moet leiden tot een aantal voor Brandweer Zwolle relevant bevonden aandachtspunten om de boodschap voorkomen van brand over te brengen. In de tweede fase van het onderzoek (b) worden de relevant bevonden aandachtspunten geconfronteerd met de bevindingen van studenten. Hieruit worden tot slot (c) conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan voor de wijze waarop Brandweer Zwolle studenten kan benaderen om de boodschap voorkomen van brand over te brengen. 4.3 Methodologie De onderzoeksstrategie voor het onderzoek kan gekenmerkt worden als een casestudy. Hierbij is in fase A door middel van deskresearch in de vorm van literatuuronderzoek en het analyseren van elektronische media informatie vergaart om diepgaand inzicht te verkrijgen. Daarbij is een kwalitatieve methode van onderzoek gehanteerd. De onderzoeksstrategie voor dit onderzoek valt tevens te kwalificeren als een empirisch onderzoek waarbij in fase B door middel van een online enquête informatie is verzameld. Hierbij is sprake geweest van kwantitatief onderzoek, waarbij getracht is om bij een groot aantal mensen (studenten) informatie te verzamelen. Hierdoor was het mogelijk om betrouwbare uitspraken te doen over de doelgroep studenten, onderzoeksresultaten te vergelijken en data te verwerken met speciale software (Michels, 2006). In tabel 1 is in een overzicht gegeven van de wijze van dataverzameling per deelvraag. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 18

19 Onderzoeksmethodes Literatuurstudie en elektronische media. Online enquête Gebruikte onderzoeksmethode per deelvraag Om deelvraag 1 t/m 12 te beantwoorden, is er gebruik gemaakt van verschillende literatuur (boeken), zijn rapporten geraadpleegd op internet en is informatie van verschillende websites gebruikt. Op deze manier zijn de factoren inzichtelijk gemaakt, die invloed uitoefenen op de boodschap voorkomen van brand Om deelvraag 13 t/m 19 te beantwoorden en de onderbouwing van het advies te optimaliseren, is er gebruikt gemaakt van een online enquête. Geënquêteerden waren studenten, wonende op kamers. Tabel 1. Gebruikte methodieken Verantwoording Literatuurstudie, documentenanalyse en elektronische media Gezien de relatief korte tijd, die beschikbaar was voor het uitvoeren van het onderzoek is ervoor gekozen om deskresearch uit te voeren in de vorm van een literatuurstudie in combinatie met het analyseren van elektronische media. Het voordeel van deskresearch is dat het onderzoek hierdoor betrekkelijk snel kon plaatsvinden doordat er vanachter een bureau betrouwbare informatie is gezocht in boeken en op internet (Michels, 2006). Verder is expliciet gelet op de bron/afzender en de datum van publicatie om er zeker van te zijn of een bron van een website betrouwbaar is. Indien er op een site geen publicatiedatum vermeld stond, is gekeken of de site up-to-date was. Dit door te kijken naar wanneer de site voor het laatst gewijzigd is. Daarnaast is er voor deze wijze van dataverzameling gekozen omdat het op deze manier mogelijk was om een goed inzicht te verkrijgen in wat er over de verschillende onderwerpen in dit onderzoek zoal bekend is. Ook was deze wijze van dataverzameling geschikt om na te gaan wat andere korpsen zoal hebben gedaan op het gebied van activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven. Verantwoording externe enquête en steekproefbepaling Voor het opstellen van de enquête is gebruik gemaakt van de verkregen informatie uit het theoretisch kader, twee websites (brandweer.groningen.nl en watdoejijbijbrand.nl) en een rapport van het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening (NIBHV). Deze bronnen zijn geraadpleegd om enkele kennisvragen op te stellen (Is rook, z.d.) ; (Hoe brandveilig, z.d.) ; (Beperken en bestrijden van een beginnende brand, z.d.). De externe enquête is gehouden onder studenten, wonende op kamers binnen en buiten Zwolle. Hierbij is de veronderstelling gemaakt dat het stereotype student in Zwolle zich niet anders gedraagt dan een student elders. Om deze reden is er een indicatieve kanssteekproef gehouden. Een specifieke vorm van een kanssteekproef die is toegepast in dit onderzoek is een enkelvoudig aselecte steekproef. Hierbij is de selectie van de eenheden volstrekt op willekeurige wijze uit alle eenheden van de populatie getrokken. De selectie van de eenheden uit de populatie is hierbij op toeval berust en hierdoor heeft elke student op kamers evenveel kans om in de steekproef te worden betrokken. Het voordeel hiervan is dat er een statistische uitspraak kan worden gedaan over de nauwkeurigheid van de resultaten (Hart, Boeije & Hox, 2006). Daarnaast is gestreefd naar een dusdanig respons waarin een lijn/patroon te ontdekken is in de antwoorden. Volgens Verschuren & Doorewaard (2007) is een minimale respons van 40 à 50 enquêtes een vereiste om te zorgen voor betrouwbare resultaten (Verschuren & Doorewaard, 2007, p.166). De enquête die is uitgezet voor dit onderzoek had een respons van 120. Op basis hiervan kan gesteld worden dat de resultaten, verkregen uit de enquête, betrouwbaar zijn. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 19

20 Om zoveel mogelijk respons te genereren in de relatief korte tijd die nog resteerde voor het onderzoek, is ervoor gekozen om de enquête via Facebook en Twitter te verspreiden. Via deze media zijn veel studenten op een optimale en snelle wijze bereikbaar. Daarnaast is er een waardecheque ter waarde van 25,- verloot onder één van de deelnemers om de bereidbaarheid tot invullen te vergroten. Er is gekozen voor een online enquête omdat dit enkele specifieke voordelen biedt. Deze voordelen zijn: Goedkoop Deelname is onafhankelijk van tijd en plaats (klantvriendelijk) In tegenstelling tot telefonisch kan de vragenlijst relatief lang zijn Minder kans op fouten (door automatische dataverzameling) Mogelijkheid om persoonlijke herinnering te sturen Vrijwel direct inzicht in resultaten (Kwantitatief onderzoek, z.d.) ; (Voor- en, z.d.) Door middel van de verkregen informatie uit de online enquête was het mogelijk om de onderzoeksvragen van fase B te beantwoorden. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 20

21 Resultaten deskresearch De theorieën die in de eerst volgende vier hoofdstukken aan bod komen, zijn verkregen door middel van deskresearch en worden gebruikt om de eerste centrale vraag en bijbehorende deelvragen te kunnen beantwoorden. Tevens vormt het een onderbouwing op de enquête die onder de doelgroep is uitgezet. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 21

22 Hoofdstuk 5 Uitgangspunten BrandVeilig Leven In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de term BrandVeilig Leven. Allereerst wordt beschreven wat Brandweer Nederland onder deze term verstaat. Vervolgens worden enkele voorbeelden gegeven van activiteiten die verschillende brandweerkorpsen in het kader van BrandVeilig Leven hebben uitgevoerd. Hierna wordt beschreven wat Brandweer Zwolle zoal verstaat onder deze term en hoe zij hier invulling aan wil geven. 5.1 Brandweer in Nederland en BrandVeilig Leven Om in de toekomst meer branden te kunnen voorkomen en/of deze beheersbaar te maken en incidenten meer beheersbaar te maken, is een verandering van aanpak nodig. Dit als gevolg van de veranderende maatschappij. De nieuwe benadering (BrandVeilig Leven), beschreven in de strategische reis, vormt hiervoor het uitgangspunt. In deze benadering komt de nadruk minder op bestrijding van brand te liggen en meer op het voorkomen en beheersbaar maken van branden en incidenten. Met deze nieuwe aanpak wil de brandweer richting de burger en het bedrijfsleven communiceren dat men zich meer bewust moeten zijn van zijn/haar eigen verantwoordelijkheid en het feit dat de overheid niet in staat is om een risicoloze maatschappij te creëren (Brandveilig leven, 2010). In het kader van deze nieuwe benadering ontplooit Brandweer Nederland activiteiten die erop gericht zijn om de (brand)veiligheid in de directe omgeving te verbeteren. Dit onder de noemer BrandVeilig Leven. Het doel van deze activiteiten is het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid. Dit door het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van de burger bij zijn/haar eigen veiligheid (gedragsverandering). De brandweer kan een positieve bijdrage leveren aan het verhogen van het brandveiligheidsbewustzijn. Door de duidelijke repressieve rol ten aanzien van de brandveiligheid heeft de brandweer een sterk en betrouwbaar imago. Middels BrandVeilig Leven activiteiten kan dit goede imago worden ingezet om het veiligheidsbewustzijn te vergroten en op een acceptabele wijze een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid bij de burger leggen. Activiteiten in het kader van BrandVeilig Leven kunnen (zoals eerder beschreven) bezien worden als een middel om de veiligheid te verhogen in relatie tot andere middelen als de bestaande wet- en regelgeving (NVBR, 2010a) ; (Brandveilig leven, z.d.). 5.2 Initiatieven BrandVeilig Leven brandweerkorpsen in Nederland en het buitenland In de afgelopen jaren zijn er in Nederland veel initiatieven ontstaan in het kader van BrandVeilig Leven. Deze initiatieven zijn divers van invulling. Enkele voorbeelden van campagnes zijn: ken je vluchtplan (poster van deze campagne, zie bijlage C) Smokey de Rookmelder' (beeldmerk van deze campagne, zie bijlage D) ROC-leerlingen als preventist op huisbezoek (Brandweer lanceert, 2010) ; (Smokey waakt, z.d.) ; (ROC-leerlingen, 2011) Wat bij ieder initiatief terugkomt is het geven van voorlichting. Hierbij werd aandacht besteed aan kennisvermeerdering en een stukje beleving door het laten zien van beelden als gevolg van brand. Bij de huidige activiteiten is vooral printmedia ingezet in combinatie met een website. Activiteiten die veelal worden uitgevoerd zijn het uitvoeren van brandveiligheidschecks, het plaatsen van rookmelders en het schrijven van een vluchtplan. Om voldoende publiciteit te krijgen kunnen evenementen een bijdrage leveren. Ook is een vrijblijvende aanpak en het inzetten op publiciteit, met behulp van een herkenbaar beeldmerk belangrijk voor het succes van een voorlichtingscampagne (NVBR, 2010b) ; (Brandweer lanceert campagne ken je vluchtplan, 2010) ; (Smokey waakt, z.d.) ; (ROC-leerlingen, 2011). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 22

23 Naar de doelgroep studenten zijn de minste activiteiten gericht (NVBR, 2010a). Dit terwijl studenten een aandachtsgroep vormen als het gaat om brandveiligheid. Hier valt dus nog veel winst te behalen. Ook kan veel geleerd worden van de activiteiten en ontwikkelingen bij buitenlandse brandweerkorpsen (voornamelijk Groot-Brittannië). In het buitenland zijn de korpsen vaak al een stap verder. Om die reden is ook onderzocht welke activiteiten buitenlandse korpsen hebben uitgevoerd met betrekking tot BrandVeilig Leven. Uit het rapport de Brandweer over morgen. Strategische reis als basis voor vernieuwing van de NVBR (2010a), is gebleken dat het type activiteit gericht op BrandVeilig Leven uiteenloopt, van algemene voorlichting tot specifieke educatieprogramma s met oefeningen en ervaringen. Daarnaast zijn veelvoorkomende activiteiten het ophangen van rookmelders en het uitvoeren van home safety checks. Opvallend is dat veel activiteiten gericht zijn op kwetsbare doelgroepen en kinderen (NVBR, 2010a). Concluderend blijkt dat de activiteiten van Nederlandse korpsen en buitenlandse korpsen veel overeenstemming vertonen. 5.3 Brandweer Zwolle en BrandVeilig Leven Zoals eerder vermeld voert Brandweer Zwolle onder de noemer Community Safety, letterlijk vertaald veiligheid voor de samenleving, activiteiten uit in het kader van BrandVeilig Leven (Helden en, 2009) ; (Mul & Oudshoorn, 2011). Onder de paraplu van Community Safety vallen alle activiteiten om het veiligheidsbewustzijn over fysieke veiligheid in de leefomgeving te verhogen, waaronder brandveiligheid en de zelfredzaamheid, zoals beschreven in het projectplan van Community Safety van Brandweer Zwolle. Tevens stelt Brandweer Zwolle in dit projectplan vast dat het bewuster laten zijn van mensen zich moet vertalen in gedragsverandering bij mensen. Gedragsverandering treedt op wanneer mensen fysieke risico s herkennen en bekwaam zijn gemaakt om deze risico s te bestrijden en/of te elimineren (Mul & Oudshoorn, 2011). Deelproject studenten Als onderdeel van het project Community Safety wil Brandweer Zwolle door middel van de boodschap voorkomen van brand bij studenten overbrengen, dat zij zelf ook verantwoordelijk zijn voor hun eigen veiligheid en bij kleine en grote crisissituaties in eerste instantie op zichzelf en elkaar aangewezen zijn om een calamiteit te overleven. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor het bewuster maken van kamerbewoners over brandveiligheid door hen te wijzen of de fysieke veiligheidsrisico s en hun eigen verantwoordelijkheid hierbij. Het doel van deze boodschap is dat studenten zelf maatregelen nemen ter voorkoming en beperking van brand, leren hoe ze brand moeten ontvluchten en de gevolgen van brand leren kennen (Mul & Oudshoorn, 2011). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 23

24 Hoofdstuk 6 Doelgroepanalyse De doelgroep waarop Brandweer Zwolle zich meer wil richten in het kader van Community Safety zijn studenten in de leeftijd van 18 t/m 25 jaar. In dit hoofdstuk wordt inzicht verkregen in de waarden, kenmerken, wensen en behoeften door te kijken onder welke generatie de doelgroep valt. Ook wordt het mediagebruik van de doelgroep in kaart gebracht. De verkregen inzichten kunnen gebruikt worden bij het opstellen van een communicatieplan. Tot slot wordt weergegeven wat de stand van zaken in 2009 was rondom studenten en brandveiligheid. Deze inzichten hebben gediend als input voor de enquête. 6.1 Generatie Einstein Jongeren van nu behoren tot een nieuwe generatie genaamd generatie Einstein. Deze jongeren zijn geboren in het laatste decennium van de vorige eeuw en zijn inmiddels zo n twaalf tot tweeëntwintig jaar oud (Boschma & Groen, 2011). Hieronder valt het grootste deel van de groep mensen waarop Brandweer Zwolle zich wil richten. In worden de waarden van deze generatie beschreven en in en de kenmerken Waarden Enkele centrale waarden die kenmerkend zijn voor generatie Einstein: Authenticiteit Jongeren willen zichzelf kunnen zijn, ergens voor staan en een eigen mening hebben. Dit vinden ze belangrijk. Voor communicatie betekent authenticiteit dat een bedrijf dat hip doet, maar het niet is respect verliest. Respect Respect voor eigen kunnen, voor eigen authenticiteit en voor iedereen die iets goed kan vindt men bijzonder. Zelfontplooiing Leren om jezelf te zijn is belangrijk. Samen Jongeren zijn zich ervan doordrongen dat je in je eentje niets bereikt, ze werken samen, leren samen en leven samen. Gezellig Als het maar gezellig is. Hier wordt niet het gezellig samen chips eten bedoeld of met zijn allen iets gezelligs doen, maar juist dat ieder zijn eigen ding kan doen. Wel samen, maar toch ook weer niet. Geluk De jeugd wil nu en in de toekomst gelukkig zijn. Dit wordt bereikt door jezelf te zijn, samen met anderen die ook zichzelf zijn, met zelfvertrouwen en zonder angst. (Boschma & Groen, 2011) Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 24

25 6.1.2 Kenmerken Generatie Einstein is: Sociaal Familiebanden en vriendschappen worden gewaardeerd. Maatschappelijk betrokken Jongeren zijn betrokken bij mogelijke maatschappelijke onderwerpen. Echter zijn ze niet geïnteresseerd in politieke en maatschappelijke instellingen van het hier en nu. Functioneel Jongeren willen functionaliteit en kwaliteit. Trouw Jongeren zoeken naar een eigen veilige plek en vinden die thuis, waar ze graag (lang) blijven wonen. Op zoek naar intimiteit Kleine, knusse activiteiten zijn geliefder dan grote evenementen. Zakelijk Graag snel, makkelijk en duidelijk! Mediasmart Jongeren zijn de ultieme experts in media. Divers Jongeren groeien op in een gevarieerde omgeving. Ze zien dat mensen verschillend zijn en vinden dit leuk. Hoe diverser hoe beter. Zelfbewust Jongeren weten dat ze bekeken, beoordeeld en onderzocht worden en tot een doelgroep worden gemaakt. Dit maakt hen zelfbewust, mediasmart en commercieel kritisch. Vol zelfvertrouwen Een echte crisis of armoede kennen de jongeren niet. Ze zijn opgegroeid in een tijd waarin het alsmaar beter ging. Ze kijken vol vertrouwen naar de toekomst en hun eigen rol daarin. (Boschma & Groen, 2011) 6.2 Digitaal mediagebruik Internetgebruik Uit onderzoek naar het internetgebruik in Nederland, uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Ruigrok NetpanelJongeren, blijkt dat mensen onder de 35 jaar gemiddeld twintig uur per week online zijn. Op internet wordt vooral veel informatie gezocht (92%). Daarnaast maken veel mensen gebruik van internet om bankzaken te regelen, nieuws te lezen en online aankopen doen. Verder is internet ook populair voor puur vermaak. Met name online gamen (35%) is populair gevolgd door video s bekijken (32%), muziek of podcasts downloaden (27%), muziek of films downloaden (25%) en het kijken naar televisie of films (17%). Ook wordt er gelezen op internet. Uit het onderzoek blijkt ook dat 30% van de respondenten regelmatig een blog of forum leest. Daarnaast groeit het gebruik van mobiel internet door. In 2011 beschikte 40% van de Nederlanders over internet op de mobiel. Ongeveer de helft van de geënquêteerden heeft apps op zijn of haar mobiel. Vooral apps als Facebook, Twitter en LinkedIn, die dienen om te netwerken, zijn in (Broekhoff Markcom, 2011). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 25

26 Social media gebruik Uit een internetonderzoek van Studenten.net naar het gebruik van social media onder 820 studenten in Nederland blijkt dat het merendeel van de studenten nog steeds een profiel heeft op Hyves. Ondanks dit, wordt Facebook vaker bezocht door studenten dan Hyves. Dagelijks checkt 60% de statusupdates op Facebook en 44% logt dagelijks in op Hyves. De reden om Hyves te gebruiken is het onderhouden van contacten. Facebook wordt meer gebruikt om te communiceren met contacten. Studenten zijn naast Hyves en Facebook ook actief op Twitter. 30% van de studenten heeft een Twitter account. Dagelijks plaatst 44% hiervan een update op de microblog. Meer dan de helft van de studenten gebruikt Twitter om informatie te delen. Naast het tweeten en delen van informatie met vrienden, gebruiken studenten Twitter ook om zichzelf te profileren en te netwerken. LinkedIn is minder populair onder studenten en wordt vooral gebruikt om te netwerken. Studenten geven Facebook het cijfer 7,7 en staat hiermee bovenaan in gebruik, gevolgd door Twitter en LinkedIn. Hoewel Hyves nog steeds de meeste gebruikers heeft, eindigt het op een vierde plaats met een 6,9 (Facebook dagelijks, 2011). 6.3 Studenten en brandveiligheid Het is belangrijk om te weten hoe brand voorkomen kan worden en wat te doen bij brand. Studenten moeten zich daarom bewust worden van de risico s van onveilig gedrag. Dat studentenhuizen extra aandacht behoeven, bewijst het gegeven dat tijdens controles in studentenhuizen vaak afgeplakte rookmelders, volgepakte en afgesloten luchtwegen en doorgeluste stekkerdozen aangetroffen worden waarop veel apparatuur is aangesloten. Dit zijn enkele voorbeelden van risicogedrag en vergroten de kans op brand (Onderzoeksopzet Pilot, 2012). Dit wordt ook bevestigd door medewerkers van Brandweer Zwolle, die de controles uitvoeren in Zwolse studentenhuizen. Als volgt worden enkele belangrijke resultaten uit de enquête beschreven die door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) is uitgezet. De resultaten geven een beeld weer van wat de woonsituatie van studenten is en hoe de brandveiligheid in studentenhuizen wordt ervaren door studenten. Daarnaast wordt duidelijk gemaakt wat volgens de student de stand van zaken is met betrekking tot brandveilig gebruik van het pand. Tot slot geven de resultaten ook weer hoe het thema brandveiligheid leeft onder studenten (Ministerie van, 2009). Woonsituatie De meeste studenten huren een kamer via een particuliere huiseigenaar (47%), gevolgd door het huren van een kamer via een (studenten)woningcorporatie (42%). In de meeste gevallen (61%) bestaan studentenhuizen uit meer dan één verdieping die vanaf de begane grond bewoond worden. In 30% van de gevallen waarbij op meer dan een verdieping gewoond wordt is de begane grond niet bewoond. Slechts 9% van de studenten heeft een kamer op de begane grond. 40% van de studenten geeft aan dat er niet meer dan één vluchtweg is naar de openbare weg of het achterterrein. 33% kan via een voor- en/of achterdeur vluchten. 25% van de studenten kan via een voordeur en brandtrap vluchten en 2% weet niet of er meer dan één vluchtweg is (Ministerie van, 2009). Bewustzijn/kennis Met betrekking tot kennis van brandveiligheid geeft 28% van de studenten aan dat zij weten met welke middelen zij diverse soorten branden moeten blussen. 45% van de studenten geeft aan te weten waar de brandblusser hangt en 27% weet vrijwel niets van de brandveiligheid in de woonsituaties. Uit deze cijfers blijkt dat het matig gesteld is met de kennis en het bewustzijn van studenten over brandveiligheid (Ministerie van, 2009). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 26

27 Blusmateriaal Van alle respondenten geeft 70% aan dat er blusmateriaal aanwezig is in huis. De brandblusser of de brandslanghaspel zijn in de meeste gevallen aanwezig. De blusdeken is minder genoemd. Van alle respondenten geeft 61% aan te weten hoe het blusmateriaal gebruikt moet worden. De overigen weten dit niet of geven aan te vertrouwen op één van hun huisgenoten. Een relatief groot percentage weet niet hoe ze een brand moeten blussen. Dit is een zorgelijke situatie. Daarnaast is het zorgelijk dat studenten op huisgenoten vertrouwen. Deze studenten moeten zichzelf ook verantwoordelijk gaan voelen voor de brandveiligheid van hun omgeving (Ministerie van, 2009). Vluchtweg Van alle studenten geeft 79% aan dat ze binnen één minuut het huis kunnen ontvluchten. In de andere gevallen is dit niet haalbaar omdat de vluchtweg te lang is of wordt geblokkeerd door obstakels. Echter is een vluchtweg die vrij is van obstakels noodzakelijk om tijdig een brand te kunnen ontvluchten (Ministerie van, 2009). Apparaten Veel studenten (55%) gebruiken verlengsnoeren op hun kamer omdat er weinig vaste stopcontacten zijn. Slechts 2% gebruikt alleen de vaste stopcontacten (Ministerie van, 2009). Voorlichting Van alle studenten heeft 76% nooit enige voorlichting gekregen over brandveiligheid. In de gevallen die wel voorlichting hebben gekregen werd dit verleend door de verhuurder of op school c.q. universiteit (Ministerie van, 2009). Opvallend is dat de studenten geen voorlichting hebben gehad van de brandweer, terwijl de brandweer expert is op het gebied van brandveiligheid. Interviews Naast de enquête heeft VROM-inspectie ook interviews gehouden onder studenten. Dit om de betrouwbaarheid van de antwoorden van de studenten op de enquête te verifiëren. Daar waar de vragen gaan over bewustzijn en kennis geeft een vergelijking van de enquête met het interview een min of meer gelijk resultaat. Een afwijking is te vinden in de eigen inschatting van studenten met betrekking tot kennis over brandveiligheid. Uit de enquête komt naar voren dat 28% lijkt te weten met welke middelen diverse soorten branden geblust moeten worden tegenover 52% uit het interview. Hiervoor is geen verklaring gegeven (Ministerie van, 2009). Rapportcijfers brandveiligheid Uit de enquête is tevens gebleken dat studenten zichzelf in rapportcijfers uitgedrukt een 3 geven met betrekking tot de kennis over de beschikbare middelen, waarmee diverse soorten branden geblust moeten worden. Studenten geven zichzelf als het gaat om kennis over hoe het blusmiddel gebruikt moet worden (welke handelingen noodzakelijk zijn) een 6. Als het gaat om de snelheid waarmee men uit het pand denkt te kunnen vluchten geven studenten zichzelf een 8. Uit deze cijfers blijkt dat het matig tot net voldoende gesteld is met de kennis over de beschikbare middelen waarmee branden geblust moeten worden en de kennis over hoe het blusmiddel gebruikt moet worden. Dit is zorgelijk aangezien deze kennis en de kennis voor het uitvoeren van handelingen met betrekking tot het blussen van een brand van belang zijn om levens te redden (Ministerie van, 2009). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 27

28 Hoofdstuk 7 Theorie gedragsverandering In 6.3 is beschreven hoe de huidige situatie is in het kader van brandveiligheid onder studenten. Hieruit blijkt dat er voldoende verandering wetenswaardig is als het gaat om het creëren van meer brandveiligheidsbewustzijn en een brandveiliger omgeving. Het vergroten van het brandveiligheidsbewustzijn van studenten moet zich vertalen in gedragsverandering bij studenten, aldus Mul & Oudshoorn (2011). Om het huidige gedrag van studenten te veranderen, is het in eerste instantie van belang om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop gedrag te veranderen is. Dit onderwerp wordt in dit hoofdstuk beschreven aan de hand van de theorie van gepland gedrag. Deze theorie geeft inzicht in de factoren die een rol spelen bij gedragsverandering. Voordat deze theorie aan de orde komt wordt hieronder allereerst ingegaan op wat gedrag is en wat er wordt verstaan onder brandonveilig gedrag en brandveilig gedrag. 7.1 Wat is gedrag? Eenvoudig gezegd is gedrag alles wat we doen. Alle handelingen die we verrichten in reactie op onze omgeving of die we uit onszelf verrichten. Hieronder vallen onze gevoelens die niet waarneembaar zijn voor anderen en onze bewegingen en woorden die wel zichtbaar zijn voor de buitenwereld (Tiggelaar, 2010). Een andere definitie van gedrag is: de zichtbare handelingen van een actor (een handelende persoon of organisatie) (Cursusboek energiebesparing door gedragsverandering, 2010, p.14). Deze definitie sluit goed aan bij de definitie van brandonveilig gedrag. Als we kijken naar brandonveilig gedrag kan de volgende definitie hiervoor worden gegeven: een geheel van routinematige handelingen van mensen in hun sociale en fysieke leefomgeving, die bijdragen aan het vergroten van de kans op het ontstaan van brand en/of slachtoffers (Kramer, 2011, p.31). Voorbeelden van brandonveilig gedrag zijn: Defect/verkeerd gebruik van apparaat/product (bijv. niet tijdig leegmaken van wasdrogerfilter) Roken in bed Afzuigkap vat vlam Vlam in de pan Kleding laten drogen voor gaskachels Brandende kaarsen Televisie in sluimerstand Telefoon opnemen tijdens koken Elektrische dekens (Brandpreventie, 2007) ; (CBS, 2010) Brandveilig gedrag kan gedefinieerd worden als: een geheel van routinematige handelingen van mensen in hun sociale en fysieke leefomgeving, die bijdragen aan het verkleinen van de kans op het ontstaan van brand en/of slachtoffers (Kramer, 2011, p.31). Dit gedrag wil Brandweer Zwolle bewerkstelligen door middel van het uitdragen van de boodschap voorkomen van brand. Het onveilige gedrag dat studenten vertonen is ingesleten in de dagelijkse routine. Hierdoor is er sprake van automatisch gedrag waar studenten niet over nadenken (Onderzoeksopzet Pilot studenten, 2012). Naast onbewust en automatisch gedrag zoals hierboven is beschreven, bestaat er ook bewust en gepland gedrag. Dit is gedrag waarover we nadenken en komt na een zekere mate van overweging tot stand. Tussen beredeneerd en automatisch gedrag is een relatie zichtbaar. Zo kan het proces van redeneren (waarin kennis, houding en de invloed van andere mensen en vaardigheden een rol spelen) leiden tot een vorm van beredeneerd gedrag. Dit gedrag wordt herhaald wanneer het lonend is waardoor het automatisch gedrag wordt (Min. BKZ, 2010) ; (Pol, Swankhuizen, & Vendeloo, 2009). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 28

29 Wanneer er gekeken wordt naar de boodschap voorkomen van brand, kan gesteld worden dat Brandweer Zwolle wil bewerkstelligen dat studenten bewuste keuzes gaan maken. Dit met betrekking tot brandveiligheid waardoor studenten uiteindelijk automatisch brandveilig gedrag gaan vertonen. Of mensen besluiten om op een bepaald moment hun gedrag te veranderen kan inzichtelijk worden gemaakt middels de theorie van gepland gedrag uit de sociale psychologie. Deze theorie is geïntroduceerd door Azjen en Madden en wordt gebruikt om te analyseren welke overwegingen leiden tot een bepaald gedrag (Aarts & Woerkom, 2008). Dit model wordt in de volgende paragraaf toegelicht. 7.2 Theorie gepland gedrag Het model van gepland gedrag vestigt de aandacht op de determinanten van gedrag die bestaan uit de attitude, de subjectieve norm en de eigen effectiviteit (Schellens, Klaassen, & Vries, 2006). Deze determinanten bepalen samen de gedragsintentie: of iemand van plan is om een bepaalde actie te ondernemen, in casu brandveilig gedrag (Bartels, Nelissen, & Ruelle, 1998). Met behulp van dit model is het mogelijk om inzicht te krijgen in de determinanten van brandonveilig gedrag van studenten en op basis hiervan vast te stellen welke communicatie eraan kan bijdragen om het vertoonde gedrag te veranderen in positieve richting. Hieronder zullen de determinanten van gepland gedrag worden toegelicht. De attitude: onze eigen opvattingen (hoe belangrijk vind ik het) Gedurende ons leven verzamelen we allerlei overtuigingen over het nut van bepaalde gedragingen. Attitudes worden gevormd door een afweging van de voor- en nadelen van nieuw gedrag (Pol, Swankhuizen et al., 2009) ; (Min. BKZ, 2010). Bij de theorie van gepland gedrag wordt kennis ten dele als onderdeel van de attitude gezien. De redenering dat kennis lijdt tot gedragsverandering wanneer men kennis heeft over het gewenste gedrag is niet juist (Brug, Assema, & Lechner, 2007). Echter door te investeren in het bijbrengen van kennis aan mensen over de risico s van brand kan wel de bewustwording worden vergroot. Zo begint gedragsverandering immers bij bewustwording en bewustwording begint bij informatie (Gedragsverandering voor, z.d.). Kennis is dan ook randvoorwaardelijk. Zo is het hebben van kennis doorgaans een voorwaarde om bepaald gedrag te vertonen (Min. BKZ, 2010). Wel dient de opmerking geplaatst te worden dat kennis maar zelden voldoende is om een gedragsverandering teweeg te brengen (Kramer, 2011). Dit zal blijken uit de volgende twee factoren die hieronder worden beschreven. Subjectieve norm: opvattingen van anderen Of de attitude (hierboven beschreven) ook wordt omgezet in gedrag hangt mede af van de omgeving. Hoe staan relevante anderen zoals huisgenoten, vrienden en familie tegenover brandveiligheid? Men overdenkt wat relevante anderen zullen vinden van ons voorgenomen gedrag. Over de mening van anderen hebben we allerlei gedachten: Als ik ze dit vertel zullen mijn vrienden mij vast gaan uitlachen. Bij de subjectieve norm gaat het erom wat wij denken dat anderen vinden en niet om wat andere mensen daadwerkelijk vinden (Tiggelaar, 2010) ; (Pol, Swankhuizen et al., 2009) ; (Brug, Assema et al., 2007). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 29

30 Waargenomen gedragscontrole: eigen effectiviteitsverwachting Dit is de laatste factor die van belang is bij bewust gepland gedrag. Eigen effectiviteitsverwachting is de inschatting van een persoon of hij of zij in staat is om het nieuwe gedrag succesvol uit te voeren. Eigen effectiviteitsverwachting is grotendeels gebaseerd op omstandigheden of ervaringen met vergelijkbaar gedrag. Het gaat hierbij om persoonlijke vaardigheden om het gedrag uit te kunnen voeren (Tiggelaar, 2010) ; (Pol, Swankhuizen et al., 2009) ; (Brug, Assema et al., 2007) ; (Min. BKZ, 2010). De eigen effectiviteitsverwachting (waargenomen gedragscontrole) kan ook rechtstreeks effect hebben op gedrag. Dit wordt in figuur 4 uitgedrukt door de stippel pijl die direct van waargenomen gedragscontrole naar gedrag loopt (Pruyn & Wilke, 2001). Als het voorgaande bij elkaar wordt gebracht spreken we van de theorie van gepland gedrag. Deze theorie is samengebracht tot een model dat is weergegeven in figuur 4. Figuur 4. Theorie gepland gedrag (Azjen) Naar Pol, Swankhuizen et al. (2009, p.50) ; naar Pruyn & Wilke (2001) De theorie van gepland gedrag is een veelgebruikte theorie in de beginfase bij het opstellen van campagnes (Wevers, Renes, & Woerkum, 2008). Een analyse van deze gedragsdeterminanten kan namelijk duidelijk maken wat de belangrijkste determinanten van gedrag zijn en welke determinant(en) zich het beste leent voor beïnvloeding door communicatie om zo de meest geschikte voorlichtingsstrategie op te stellen (Schellens, Klaassen et al., 2006). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 30

31 Hoofdstuk 8 Theorie communicatie Gepland gedrag, welke aan bod is gekomen in hoofdstuk zeven, is te beïnvloeden met communicatie (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Middels communicatie kan gedrag gefaciliteerd worden of geprobeerd worden om bepaald gedrag te stimuleren (Roomer & Tilborgh, 2001). De vraag is echter hoe? Voordat deze vraag wordt behandeld, wordt in dit hoofdstuk allereerst ingegaan op wat communicatie is. Vervolgens wordt een beschrijving gegeven van voorlichting, een vorm van communicatie. Hierna worden de twee communicatiesoorten behandeld. Tot slot wordt dieper ingegaan op de communicatieve interventies die van belang zijn bij gepland gedrag. 8.1 Wat is communicatie? Communicatie is hetgeen wat mensen met elkaar verbindt. Zo ontstaat innovatie en verandering juist vooral in de ontmoetingen tussen mensen in het dagelijks leven, in de formele en informele netwerken die zij met elkaar vormen (Aarts & Woerkom, 2008). Om te bevorderen dat studenten bewuster gaan nadenken over hun eigen veiligheid is de inzet van communicatie over het thema brandveiligheid een belangrijke eerste stap. Er bestaan vele definities van communicatie. Een veel gebruikte definitie van communicatie is die van Steehouder, Jansen en Maat uit de communicatietheorie. Zij stellen dat bij communicatie iemand aan iemand anders iets laat weten. De een wordt zender genoemd en de ander de ontvanger. Zijn er meer ontvangers, dan is er sprake van een publiek (Steehouder, Jansen & Maat, 2009). Laswell beschrijft het communicatieproces als volgt: Who says what to whom, how and with what effect? (Schellens, Klaassen et al., 2006, p.148). Oftewel WIE zegt WAT aan WIE via welk KANAAL met welk EFFECT? (Weyts, 2003, p.6). Met deze vijf vragen wil Lasweel benadrukken dat er vijf hoofdfactoren in het communicatieproces van belang zijn (zie tabel 2). Tabel 2. Hoofdfactoren communicatieproces (Schellens, Klaassen et al., 2006) ; (Weyts, 2003) In de theorie van Laswell komt de theorie van Stappers, steehouden en Maat terug. Het communicatieproces kan verduidelijkt worden aan de hand van het ZBMO-model (zender boodschap medium ontvanger model) van Michels (2006), weergegeven in figuur 5. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 31

32 T Z B M O F Figuur 5. ZBMO-model (Michels, 2006) Toelichting (F) en (T) van het communicatiemodel De (F) in het model staat voor feedback. De zender verwacht en krijgt vaak een reactie van de ontvanger (Michels, 2006). Zo zal een medewerker (Z) die een vrije dag aanvraagt een goedkeuring of afwijzing ontvangen van de baas (O). Deze reactie noemt men feedback. De (T) in het model staat voor terugkoppeling (Michels, 2006). Wanneer de zender (medewerker) vervolgens reageert, bijvoorbeeld door te bedanken voor de snelle reactie, spreekt men van terugkoppeling. Ook Michels (2006) heeft een definitie voor communicatie vastgesteld: Communicatie is het proces waarbij de zender de intentie heeft een boodschap over te brengen naar één of meer ontvangers (p.14). In dit onderzoek wordt deze definitie van communicatie gehanteerd, omdat dit goed aansluit bij de hoofdvraag van dit onderzoek waarin Brandweer Zwolle (zender), de boodschap voorkomen van brand wil overbrengen bij studenten op kamers (ontvangers). Welk medium of welke media hierbij moet worden ingezet heeft betrekking op de hoofdvraag van dit onderzoek. In dit onderzoek wordt geen onderscheidt gemaakt tussen de begrippen kanaal of medium. Communicatieplan De vijf vragen die in het communicatieproces gesteld worden, kunnen volgens Weyts (2003) ook vandaag nog een eerste basis vormen bij het opstellen van een communicatieplan. Echter worden volgens Weyts (2003) de volgende cruciale vragen niet gesteld: waar?, wanneer? en waarom?. Wanneer deze vragen aan het communicatieproces worden toegevoegd kan het negenstappenplan in tabel 3 worden aangehouden voor het opstellen van een communicatieplan. Tabel 3. Negenstappenplan communicatieplan (Weyts, 2003) In de praktijk is er bijna altijd sprake van combinaties van verschillende doelstellingen. Steehouder, Jansen & Maat (1999) hebben een indeling gemaakt van diverse doelen die een uiting kan hebben. Middels een uiting wil de zender kennis, opvattingen of gevoelens van de lezer beïnvloeden. De doelen van een uiting zijn weergegeven in tabel 4. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 32

33 Tabel 4. Indeling doelen van een uiting (Steehouder, Jansen et al., 1999) 8.2 Communicatievormen Michels (2006) onderscheidt vijf communicatievormen: informatie, voorlichting, public relations, propaganda en reclame. Dezelfde communicatievormen worden door Mastenbroek (1993) weergegeven in het wielenschema (zie figuur 6). Hierin is een toenemende beïnvloeding te zien van links naar rechts. Figuur 6. Wielenschema (Mastenbroek, 1993) Omdat de brandweer als gevolg van de strategische reis meer zal optreden in de rol van voorlichter/adviseur wordt nader toegelicht wat voorlichting inhoudt. Zo beschrijft Michels (2006) dat voorlichting vooral informatieoverdracht is om bij de ontvanger kennis, attitude en gedrag te beïnvloeden. Deze vorm van communicatie is daarom geschikt om gepland gedrag te beïnvloeden en met name de determinant attitude (kennis). Bij voorlichting is het doel van de zender om de ontvanger door middel van communicatie te helpen bij diens menings- en besluitvorming. Voorlichting gaat uit van het belang van de ontvanger (Michels, 2006). Één van de eerste definities van voorlichting is die van Vogelaar: Voorlichting is een met het oog op directe of indirecte beïnvloeding van het handelen van voorgelichte door voorlichter bewust in gang gezet proces, waarbij feiten en/of oordelen door of namens de laatste aan de eerste worden overgebracht (Mastenbroek, 1993, p.134). Bij voorlichting kan de volgende indeling worden gemaakt: Informatieve voorlichting; nadruk ligt op het verstrekken van informatie Educatieve voorlichting; gericht op het leerproces Persuasieve voorlichting; streeft naar houdings- en gedragsverandering Vormende voorlichting; voorlichting om de voorgelichte zelfstandiger en mondiger te maken Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 33

34 Bij al deze voorlichting is er sprake van een doel bij de voorlichter om de voorgelichte te beïnvloeden ter zake van zijn meningsvorming, besluitvorming en handelen. Hierbij respecteert men de vrijheid van de voorgelichte en is het uiteindelijk aan de voorgelichte zelf of hij deze beïnvloeding wil toelaten (Mastenbroek, 1993). 8.3 Communicatie soorten Volgens (Michels, 2006) zijn er twee soorten communicatie: massa- en interpersoonlijke communicatie. Deze indeling wordt ook gemaakt door Weyts (2003). De begrippen massa- en interpersoonlijke communicatie worden hieronder toegelicht. Massacommunicatie Massacommunicatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk0 (Michels, 2006) ; (Weyts, 2003). Meestal wordt er gebruik gemaakt van technische verspreidingsmiddelen als tv, kranten en radio. Bij deze vorm van communicatie communiceert de zender met grote groepen mensen (Michels, 2006). Volgens Michels (2006) is er sprake van massacommunicatie als: de zender de intentie heeft een grote groep mensen te bereiken en als communicatie voor iedereen toegankelijk is (p.22). Bij massacommunicatie is het genereren van feedback moeilijk, maar niet onmogelijk. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om ervoor te zorgen dat de ontvanger na het ontvangen van de boodschap feedback geeft door het versturen van een . Voorbeelden van massacommunicatiemiddelen: krant, tv, radio, folder, brochure, flyer, tijdschrift en internet (bijv. website en social media) (Michels, 2006). Interpersoonlijke communicatie Volgens Michels (2006) is bij interpersoonlijke communicatie sprake van communicatie tussen een beperkt aantal personen waarbij feedback en terugkoppeling mogelijk zijn. Weyts (2003) vestaat onder interpersoonlijke communicatie: communicatie die zich voltrekt tussen mensen die zich in elkanders directe nabijheid bevinden, elkaar zeer gericht benaderen en elkaar direct aanspreken (p.3). Michels (2006) geeft de volgende twee voorbeelden van interpersoonlijke communicatie: vergaderingen en telefoongesprekken. Gent & Katus (1995) noemen loketvoorlichting, huisbezoek, spreekuur, telefonisch gesprek en groepsbijeenkomsten als voorbeelden van interpersoonlijke communicatie. De verschillen tussen massa communicatie en interpersoonlijke communicatie volgens Michels (2006) zijn weergegeven in tabel 5. Tabel 5. Verschillen tussen massa communicatie en interpersoonlijke communicatie Naar Michels (2006) Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 34

35 8.4 Communicatieve interventies gepland gedrag Voor het beïnvloeden van gepland gedrag is een overtuigend betoog cruciaal. Om de effectiviteit van de communicatieve beïnvloedingsinterventies te verhogen, is een belangrijke rol weggelegd voor de boodschap, eigenschappen van de ontvanger en de keuze van het communicatiemedium. Als volgt wordt bij elk van deze punten kort weergegeven welke elementen van belang zijn om mee te nemen om de effectiviteit van communicatieve beïnvloedingsinterventies te vergroten. (Pol, Swankhuizen et al., 2009) De boodschap Sterke argumenten Het is effectiever om met een paar sterke argumenten te werken in plaats van vijftien argumenten die niet sterk zijn. Om een boodschap overtuigend te kunnen maken is het goed om allereerst inzicht te krijgen in de attitude en kennis van de ontvangers. Hierbij is het antwoord op de volgende vragen van belang: wat vinden ontvangers belangrijk? Waarover hebben zij twijfels? Over welke kennis beschikken zij? Welke vragen leven er? Welke kansen en belemmeringen zien zij? En wie zijn belangrijk in meningsvorming? (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Tegenargumenten belichten Alleen als de doelgroep geïnteresseerd is in een onderwerp, is het een doordachte strategie voor een kritisch publiek om in het betoog alle tegenargumenten te noemen om die vervolgens krachtig te weerleggen (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Sterke argumenten aan het begin van het betoog Wanneer de doelgroep in hoge mate betroken is met het onderwerp is het met name effectief om met het sterkste deel van het betoog te beginnen. Dit kan leiden tot een positieve, overtuigende gedachte bij de ontvanger. Een andere reden om als eerst met sterke argumenten te beginnen is dat lang niet iedereen een betoog tot het einde afluistert of leest (geldt vooral voor een minder betrokken publiek) (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Niet afleiden Een reclameachtige benadering en creatieve geintjes kunnen al gauw een verkeerd signaal afgeven. Zo kunnen glossy vormgegeven teksten ontvangers het gevoel geven dat hun iets verkocht moet worden. Men associeert mooie vormgeving al gauw met reclame (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Echter wordt er in het boek Vormgeving in communicatie ook een aantal redenen genoemd waarom het juist van belang is om aandacht te besteden aan vormgeving. Zo kan vormgeving in grote mate bijdragen aan het imago van de organisatie, zeker wanneer de huisstijl wordt doorgewerkt in de producten en diensten. Daarnaast is een belangrijke functie van vormgeving het trekken en vasthouden van aandacht. Ook kan vormgeving een bijdrage leveren aan de leesbaarheid en aantrekkelijkheid van tekstuele boodschappen, waardoor de kans dat deze boodschappen (goed) worden gelezen vergroot. Verder kunnen vormgevingsaspecten, nog voordat de ontvanger een letter heeft gelezen, al op het eerste gezicht boodschappen communiceren (Coolsma & Dommelen, 2003). Lengte van de boodschap Kort gezegd moet de boodschap nooit langer zijn dan nodig. Echter bij een doelgroep die sterk betrokken is moet de boodschap ook niet te kort zijn (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Structuur van de boodschap Als mensen in contact komen met een boodschap willen ze allereerst antwoord op de vragen Wat betekent dit voor mij? En Welke actie moet ik ondernemen? (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 35

36 Bronvariabelen boodschap De betrouwbaarheid speelt een belangrijke rol bij de beïnvloeding van gepland gedrag. Betrouwbaarheid is op de delen in twee aspecten: deskundigheid en geloofwaardigheid. Deskundigheid heeft betrekking op de kennis die een bron heeft over een onderwerp. Deze is vooral van belang als de luisteraar of lezer zelf niet alle ins en outs over een onderwerp weet. Juist omdat de doelgroep bij gepland gedrag nadenkt over de boodschap is deskundigheid van essentieel belang. Als het medium zelf autoriteit heeft wordt de geloofwaardigheid van een boodschap groter (Pol, Swankhuizen et al., 2009) ; (Schellens, Klaassen et al., 2006). Geloofwaardigheid heeft betrekking op vertrouwen. Het is verstandig dat degene die de boodschap brengt nadenkt over wat men van hem of haar verwacht qua taalgebruik, optreden en kleding. Ook aantrekkelijkheid kan een rol spelen bij beïnvloeding van gedrag. Dit is minder van belang bij een betrokken doelgroep. Echter wanneer de doelgroep laag betrokken is, hebben aantrekkelijk gevonden personen meer invloed op het gewenste gedrag (Pol, Swankhuizen et al., 2009) Ontvangervariabelen Naast de zojuist genoemde aspecten die van invloed zijn op het overtuigende effect van de boodschap, hebben ook de eigenschappen van degenen die de boodschap horen of lezen hier invloed op. Hierbij valt te denken aan verschil in intelligentie, leeftijd en ervaring. Zo zijn mensen die extreem intelligent zijn moeilijk te overtuigen. Mensen met een zeer lage intelligentie worden al gauw overdonderd omdat ze het niet begrijpen. Oudere mensen zullen de beeldtaal minder gauw begrijpen dan jongeren. Ook zullen mensen die veel ervaring hebben met het onderwerp de boodschap sneller begrijpen (Pol, Swankhuizen et al., 2009) Mediumkeuze De inhoud van de boodschap is van invloed op de mediumkeuze (Schellens, Klaassen et al., 2006). De keuze van het medium is dan ook van invloed op de effectiviteit van de beïnvloeding van gepland gedrag (Pol, Swankhuizen et al., 2009). In deze paragraaf wordt ingegaan op de communicatieve instrumenten die kunnen worden ingezet om kennis, houding en/of gedrag te beïnvloeden en worden meestal ingezet naast andere instrumenten, bijvoorbeeld wet- en regelgeving (Min. BKZ, 2010). In de communicatiepraktijk wordt zelden voor één medium gekozen voor het verzenden van de boodschap. Meestal wordt er een mix van media ingezet die elkaar onderling versterken. Hierdoor is de kans groot dat de ontvanger en/of je publiek meerdere keren ermee geconfronteerd wordt. Bij het bepalen van de media zijn er drie belangrijke criteria: timing, frequentie en bereik (Weyts, 2003). Timing Wanneer er snel moet worden gecommuniceerd, is een snel medium geschikt zoals een aankondiging op de radio, een of een advertentie in de krant. Voor communicatie op langere termijn zijn vooral media die enige tijd meegaan erg geschikt zoals een krantje, een folder, een extra bijlage of een affiche (Weyts, 2003). Frequentie Frequentie heeft te maken met de oplage en het aantal keer dat het medium gehanteerd kan worden. Dezelfde advertentie kan bijvoorbeeld vier opeenvolgende keren verschijnen in de krant (die een bepaalde oplage heeft), een of een direct mailing wordt maar één keer verstuurd (Weyts, 2003). Bereik Hieronder wordt verstaan: de mate waarin het gekozen medium de beoogde doelgroep bereikt. Hierbij moet rekening worden gehouden met de mate waarin de doelgroep(en) vertrouwd zijn met het medium (Weyts, 2003). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 36

37 Effecten van diverse media Kennis/informatieoverdracht is een geschikte manier om in te grijpen op de determinanten kennis/attitude en eigen effectiviteit (Min. BKZ, 2010). Kramer (2011) veronderstelt dat: meer kennis leidt tot een hoger bewustzijn en betreft een breed scala aan kennis: kennis van risico s, kennis van handelingsperspectief, kennis van eigen gedrag etc. (p.26). Daarnaast kan kennisoverdracht bekendheid geven aan het gewenste gedrag. Onder de noemer kennisoverdracht vallen zowel massamediale instrumenten (bijvoorbeeld: affiches, folders, artikelen, nieuwsbrieven, websites, spotjes op (lokale) radio- en tv-stations, persberichten, video's en standjes bij manifestaties en demonstraties) als persoonlijke instrumenten (bijvoorbeeld: een lezing, informatiebijeenkomsten, groepsdiscussies of tweegesprekken). Ook het geven van een training is gericht op het vergroten van kennis en vaardigheden. Hierbij is het van belang dat er feedback wordt gegeven en dat de uitvoering van goed gedrag wordt beloond. Dit om te zoveel mogelijk te voorkomen dat men in het oude gedrag terugvalt. Feedback is tevens een krachtig gedragsversterkend instrument. Zo kan positieve feedback een versterkend effect hebben op gedrag: men leert iets aan. Negatieve feedback heeft een gedragsuitdovend effect: men leert iets af (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Om doelgroep zelf in beweging te krijgen en te houden is coachen een goed instrument. Coachen is gericht op het creëren van beweging in het denken en bewust maken van keuzemogelijkheden als basis voor actie en gedragsverandering. Coachen is luisteren, vragen stellen, reflecteren en 'de ander aan het werk zetten (Cursusboek energiebesparing door gedragsverandering, 2010, p.61). Een persoonlijk advies kan ook bijdragen aan het vergroten van kennis en (her)vormen van een attitude. Daarnaast kan door een persoonlijk advies vaardigheden worden aangeleerd. Van belang hierbij is dat het advies wordt gegeven door een gerespecteerd expert of door iemand waarmee de doelgroep zich identificeert. Persoonlijk advies is altijd maatwerk (Pol, Swankhuizen et al., 2009) ; (Weyts, 2003). Demonstraties zijn een goede manier om aandacht te vragen, kennis bij te brengen en bewustwording van de voor- en nadelen te vergroten. Bij demonstraties leren mensen door het zien van anderen. Het effect is het grootst als de demonstratie wordt gegeven door een gerespecteerd expert of door iemand waarmee de doelgroep zich identificeert (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Om mensen te motiveren is het uitschrijven van een wedstrijd met kans op een prijs een geschikt instrument. Tot slot bieden ook gefaciliteerde voorzieningen een helpende hand om het gewenste gedrag uit te voeren (Min. BKZ, 2010). Zo kan een blusdeken bevorderen dat een beginnende brand wordt gedoofd. Als gedrag eenmaal is veranderd, vereist gedragsbehoud aandacht. Mensen kunnen weer terugvallen in het oude gedrag. Daarom is het belangrijk om de doelgroep nogmaals te herinneren aan het gewenste gedrag. Massamedia zijn hiervoor de geschikte middelen. Via massamedia kan de doelgroep herinnerd worden aan het nog relatief verse gedrag. Ook feedback op het vertoonde gedrag is een krachtig instrument om te voorkomen dat men terugvalt in het oude gedrag. Voorwaarde is wel dat dit op individueel niveau kan plaats vinden. Door de komst van internet is dit ook mogelijk voor grote groepen (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Communicatievermogen van diverse media Eric Goubin onderscheidt vier soorten communicatievermogen die aan diverse media kunnen worden toegekend om een bepaald doel te bereiken: Het gaat hierbij om het vermogen om: iets in de belangstelling te brengen; te informeren; te overtuigen en te ondersteunen. (Weyts, 2003) Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 37

38 Hierin zijn ook de effecten van diverse media volgens Pol, Swankuizen et al. (2009) in onder te brengen. In bijlage E is weergegeven wat per medium het communicatievermogen is en de mate waarin het beoogde communicatiedoel bereikt kan worden. Welke interventies het beste kunnen worden ingezet, kan pas worden bepaald na onderzoek onder de doelgroep studenten (Pol, Swankhuizen et al., 2009). Hierbij moet onderzocht worden wat de kennis/attitude is in het kader van brandveiligheid, wat de invloed is van de sociale omgeving en hoe het is gesteld met de eigen effectiviteit van studenten in het kader van brandveiligheid. 8.5 Trends in communicatie en marketingland Trendwatching is een manier om geïnspireerd te worden en nieuwe ideeën te genereren voor bijvoorbeeld organisaties. Om advies uit te kunnen brengen aan Brandweer Zwolle over de wijze waarop zij studenten kunnen benaderen, is in deze trendanalyse nader gekeken naar trends die relevant kunnen zijn bij het ontwikkelen van een communicatieplan voor Brandweer Zwolle. Deze trends worden hieronder beschreven. Infographics en datavisualisatie in woord en beeld (maxitrend) Uit een verhaal over Infographics van Marthijns Arts blijkt dat een afbeelding meer zegt dan duizend woorden. Het gebruik van Infographics is de meest gecomprimeerde vorm van kennisoverdracht. Om deze reden is het een goed hulpmiddel om een verhaal kort en krachtig te vertellen. En dit kan belangrijk zijn omdat de mens van tegenwoordig weinig tijd heeft (Bekel, 2012). Gebruik van apps Steeds meer Nederlanders gebruiken apps om te communiceren met elkaar. Apps maken het mogelijk om op elke plek en op elk moment alle informatie te krijgen die consumenten wensen (Mous, 2011) ; (Nawaz, 2011). Belevenismarketing (microtrend) Een geschikte manier om een onuitwisbare indruk bij klanten achter te laten is door hen een ervaring aan te bieden. Dit wordt ook wel belevenismarketing genoemd en is een trend op marketinggebied. Een voorbeeld van belevenismarketing is de Heineken Experience. Bezoekers krijgen hierbij een rondleiding in de brouwerij. Hierbij mogen ze een filmpje maken voor op het web dat verstuurd kan worden per (Trends op, 2012). Eventmarketing (microtrend) Een andere trend op marketing gebied is eventmarketing. Hierbij wordt een event als mediakanaal gebruikt. Het draait om sponsoring van evenementen waarbij cadeautjes worden weggegeven of merchandising van bijvoorbeeld petten en T-shirts. Deze vorm van marketing is een bruikbaar middel om naamsbekendheid te vergroten bij zowel de bezoekers van het event als ook in de pers (Trends op, 2012). Fotomarketing (microtrend) Een derde trend in marketingland is fotomarketing. Dit is een handig trucje dat samen met eventmarketing bezoek naar een website kan genereren en het adressenbestand kan vergroten. Bij fotomarketing maken fotografen foto s van de bezoekers van het evenement. Vervolgens krijgen de bezoekers een kaartje met bijvoorbeeld een unieke code, waarmee ze naar de speciale site kunnen gaan. De foto s die op deze site staan kunnen worden doorgestuurd, worden opgeslagen of geprint worden. Hierbij moet de bezoeker zich wel eerst registreren (naam- en adresgegevens) (Trends op, 2012). Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 38

39 Multichannelmarketing (microtrend) Nog een trend op marketing gebied is multichannelmarketing. Hiermee benadert men de klant via meerdere marketingkanalen tegelijk. Te denken valt bijvoorbeeld aan een combinatie van een nieuwsbrief of website met een papieren flyer of een advertentie in een krant of tijdschrift (Trends op, 2012). QR-code(microtrend) In offline communicatieland wint de QR-code steeds meer aan populariteit. Het zwart/witte blokje is op veel fysieke communicatie-uitingen te zien (Schroen, 2011). Een QR-code (Quick Response code) is een tweedimensionale barcode die kan worden gescand door een mobiele telefoon met een camera. De code kan door middel van software eenvoudig worden omgezet in tekst of een domeinnaam. Op deze manier is het mogelijk om de lezer of kijker direct een cross-over te laten maken van printmedia naar mobiel internet (QR codes, 2009). Bij het gebruik van QR-codes is het van belang om te letten op de volgende punten: Maak de QR-code niet te klein Gebruik geen grote URL Zorg voor een groot contrast tussen de QR-code en de uiting om de scanbaarheid te vergroten Maak gebruik van een (. eps) bestand voor drukwerk en uitvergrotingen van een QR-code Verwijs naar mobiele websites, zonder flash Test of de QR-code werkt (Schroen, 2011) Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 39

40 Resultaten fieldresearch De resultaten die in hoofdstuk negen worden beschreven, zijn verkregen door middel van fieldresearch (online enquête) en worden gebruikt om de tweede centrale vraag en bijbehorende deelvragen te kunnen beantwoorden. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 40

41 Hoofdstuk 9 Resultaten enquête In dit hoofdstuk worden de resultaten van de online enquête geanalyseerd. De enquête is weggezet onder studenten op kamers binnen en buiten Zwolle. De online enquête is opgenomen in bijlage F. Per cluster worden de belangrijkste resultaten beschreven. Hierbij is de volgende indeling gemaakt: algemene vragen, betrokkenheid thema brandveiligheid & eigen verantwoordelijkheid, kennis & bewustzijn brandveiligheid, zelfredzaamheid, maatregelen brandveiligheid, sociale omgeving & brandveiligheid, de eigen effectiviteit in het kader van brandveiligheid, brand(onveilig gedrag) en de mogelijkheden op het gebied van communicatie. De frequentietabellen van de resultaten zijn opgenomen in bijlage G. Uitkomsten algemene vragen Er zijn in totaal 120 enquêtes ingevuld. Van de respondenten is de verdeling man-vrouw 41,67%-58,33% en is er geen significant verschil in leeftijd te ontdekken. 47,46% van de respondenten zijn studenten die een kamer huren in Zwolle. 78,15% van de respondenten volgt een Hbo-opleiding. Het merendeel van de studenten huurt een kamer bij een particuliere huiseigenaar, heeft één tot vijf huisgenoten en woont in een studentenhuis met meer dan één verdieping. Op de vraag of men na het beantwoorden van de enquête meer gaat nadenken over brandveiligheid in zijn of haar studentenhuis antwoordde ruim 67% met een ja. Betrokkenheid thema brandveiligheid & eigen verantwoordelijkheid Op de vraag hoe belangrijk men de brandveiligheid vindt van zijn of haar studentenhuis antwoordde 55% van de respondenten belangrijk en 31,67% zeer belangrijk. Echter staat het overgrote deel van de respondenten (69,17%) slechts af en toe stil bij de vraag of hen studentenhuis brandveilig is. Van de 104 respondenten die de brandveiligheid van hun studentenhuis belangrijk of zeer belangrijk vinden, hebben 47 respondenten (ruim 45%) op de vraag of zij zich verantwoordelijk voelen voor de brandveiligheid van hen studentenhuis geantwoord dat ze het de taak van de huisbaas vinden om hiervoor te zorgen. Van alle respondenten voelt 42,02% zich een beetje verantwoordelijk voor de brandveiligheid van zijn of haar studentenhuis. Kennis & bewustzijn brandveiligheid Van alle respondenten is 52,5 % zich er niet van bewust dat de meeste branden ontstaan terwijl men slaapt. Daarnaast onderschat 55% van alle respondenten het gevaar van rook. Zij denken dat het inademen van giftige stoffen het grootste gevaar is van rook, terwijl het inademen van hete rook het grootste gevaar is (Beperken en, z.d.). Ook bij de stelling: de rook die vrijkomt bij een brand waarbij chemische stoffen betrokken zijn, is veel gevaarlijker dan rook die vrijkomt bij brand in huis, wordt het gevaar van rook onderschat. 61,67% antwoord met eens terwijl oneens het juiste antwoord is. Het blijkt namelijk dat er nauwelijks verschil is tussen deze twee soorten rook (Is rook, z.d.). Als het gaat om kennis over de risico s van brand, uitgedrukt in een rapportcijfer op een schaal van 1 tot 10, scoren de geënquêteerden gemiddeld een 6,1. Als het gaat om kennis over de beschikbare middelen waarmee diverse soorten branden kunnen worden geblust, komt het gemiddelde rapportcijfer uit op een 5,9. Zelfredzaamheid Van alle respondenten is 83,34% zich ervan bewust dat een beginnende brand in drie minuten tijd kan uitgroeien tot een dodelijke brand. Echter kijkt 86,67% van de respondenten bij het afgaan van het brandalarm eerst waar de brand vandaan komt of gaat eerst bij huisgenoten langs om ze te waarschuwen. Verder is het opmerkelijk dat 78,15% van de respondenten niet beschikt over de kennis om een vluchtplan op te stellen. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 41

42 Maatregelen brandveiligheid Van alle geënquêteerden hangt er bij 21,67% geen rookmelder boven elk trapgat. Van deze respondenten geeft 53,85% aan dat dit de verantwoordelijkheid is van de huisbaas, gevolgd door ik heb er nooit bij stilgestaan met 26,92%. Van alle respondenten weet 25% niet of er een rookmelder hangt boven elk trapgat. Maarliefst 91,67% van alle respondenten heeft geen blusdeken op zijn of haar kamer. Hiervan geeft 72,22% als verklaring dat ze er nog nooit bij stil hebben gestaan. Van alle respondenten die een gezamenlijke keuken hebben, geeft 74,11% aan dat er in hun keuken geen blusdeken aanwezig is. Ook hiervoor is de meest genoemde verklaring met 62,65%, dat ze er nog nooit bij stil hebben gestaan. Sociale omgeving en brandveiligheid Het onderwerp brandveiligheid wordt onder alle respondenten het meest besproken met huisgenoten en vrienden. Echter gebeurt dit maar af en toe. Op de vraag of men bereidt is om brandonveilig gedrag te veranderen wanneer de brandweer ze hierop aanspreekt antwoordde maarliefst 92,5% met een ja. Eigen effectiviteit Van alle respondenten denkt 90% een vlam in de pan te kunnen doven. Maar als er gekeken wordt naar hoeveel van deze respondenten een blusdeken heeft in de keuken (indien gezamenlijk) blijkt dat het merendeel van deze groep (68,52%) dit niet heeft. Dit terwijl een blusdeken een zeer effectief hulpmiddel is om een vlam in de pan te doven. Opmerkelijk is dat 84,87% van alle respondenten denkt een brand te kunnen blussen met een brandblusser, terwijl 35,45% van deze groep respondenten eerder in de enquête heeft aangegeven niet te weten hoe een brandblusser werkt. Daarnaast geeft 74,17% (89 respondenten) van alle respondenten aan dat ze denken bij brand binnen één minuut buiten kunnen zijn. Maar als er wordt gekeken naar wat deze respondenten als eerste doen wanneer het brandalarm afgaat, blijkt dat 86,52% (77 respondenten) van deze groep respondenten allereerst bij huisgenoten langs gaat om hen te waarschuwen en/of gaat kijken waar de brand vandaan komt. Hierdoor is het haast onmogelijk dat deze respondenten binnen één minuut buiten zijn. Slechts 7,87% (7 respondenten) van deze groep respondenten handelt juist door meteen naar buiten te vluchten. Brand(on)veilig gedrag Slechts 6,67% van alle respondenten vervangt tijdig het filter in de afzuigkap. Dit is een zeer laag percentage waardoor enige zorgen op zijn plaats zijn. Van alle respondenten vervangt 30,83% niet op tijd het filter en een grote groep respondenten (64,17%) weet niet wanneer het filter wordt vervangen. Hier kan de voorzichtige aanname worden gemaakt dat in deze studentenhuizen het filter ook niet tijdig wordt vervangen. Ook bij de vraag of het filter van de wasdroger tijdig wordt verschoond, zijn dezelfde analyses te constateren. Zo weet 25% van de respondenten die in het bezit zijn van een wasdroger (42,5%), niet wanneer het filter wordt verschoond en 10,83% doet dit later dan om de drie maanden. Ook hier handelt slechts 6,67% juist. Van alle geënquêteerden geeft 63,33% aan dat de gehele vluchtroute vrij is van obstakels. Dit is positief als het gaat om vluchten bij brand. Veel voorkomende oorzaken van brand in woonhuizen zijn de tv op stand-by laten staan en roken in huis. Maarliefst 75,83% van alle respondenten geeft aan de tv weleens op stand-by te laten staan en 53,33% geeft aan dat er weleens gerookt wordt in hun studentenhuis. Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 42

43 Communicatie Het merendeel van alle respondenten (56,67%) verleent de voorkeur aan het verkrijgen van informatie in print. Van alle Zwolse respondenten geeft 60,71% de voorkeur aan informatie in print en 39,29% geeft de voorkeur aan digitale informatie. Opvallend is dat bij de vraag via welke communicatiemiddelen alle respondenten meer te weten wil komen over brandveiligheid de top 3 (1. folder, 2. website en 3. app) voor tweederde bestaat uit digitale media. Een overzicht van de resultaten van deze vraag is weergegeven in figuur 7. 1% Folder 3% 9% Brochure 24% Website 16% Facebook Twitter 3% 12% App 10% 22% Informatiepunt bij de gemeente Persoonlijk gesprek met een werknemer bij de brandweer Anders Figuur 7. Voorkeur voor communicatiemiddelen voor info over brandveiligheid (alle respondenten) Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 43

44 Een nadere analyse van de voorkeur van alleen de Zwolse respondenten laat dezelfde top 3 zien (1. folder, 2. website en 3. app). Echter staat onder de Zwolse studenten een persoonlijk gesprek met een medewerker bij de brandweer op de vierde plaats (zie fig. 8), terwijl in fig. 7 een brochure op de vierde plaats staat. Wel dient hierbij de opmerking te worden gemaakt dat er tussen deze percentages geen groot verschil zit. 2% Folder 2% 10% 27% Brochure Website Facebook 18% Twitter App 1% 7% 24% 9% Informatiepunt bij de gemeente Persoonlijk gesprek met een werknemer bij de brandweer Anders Figuur 8. Voorkeur voor communicatiemiddelen voor informatie over brandveiligheid (respondenten op kamers in Zwolle) Op de vraag welke social media respondenten geschikt vinden om informatie te delen, contacten te onderhouden, foto s en video s te delen en op de hoogte te blijven van nieuwtjes, is Facebook bij alle aspecten veruit de grootste winnaar. Uit de resultaten blijkt tevens dat 92,5% van alle respondenten het meest gebruik maakt van Facebook wat een logische verklaring is voor het gegeven dat Facebook bij alle aspecten de voorkeur verleent. Als het gaat om de interesses van studenten die interessant kunnen zijn voor het opstellen van een communicatieplan, blijkt dat het merendeel van alle respondenten (57,14%) geen interesse heeft om te ervaren wat voor een effect rook als gevolg van brand heeft in een studentenkamer. Een verdieping in de interesses van specifiek Zwolse respondenten laat ook zien dat het merendeel (62,5% 35 van de 56 respondenten uit Zwolle) geen behoefte heeft om te ervaren wat voor een effect rook heeft. Wel antwoordt de meerderheid van alle respondenten (70,83%) met een ja op de vraag of ze willen weten of zijn of haar studentenhuis brandveilig is. Ook het merendeel van alle Zwolse respondenten (75% 42 van de 56 respondenten uit Zwolle) beantwoord deze vraag met een ja. Op de vraag welke onderwerpen in het kader van brandveiligheid de respondenten het meest aanspreekt is er geen duidelijk verschil te ontdekken. Met 28,33% staat het blussen van een net ontstane brand op de eerste plaats. Op de tweede plaats komt het onderwerp verantwoordelijkheid van mijn huisbaas in het kader van brandveiligheid met 25%. Hierna spreekt het onderwerp brandveiligheid van mijn studentenhuis het meest aan met 24,17% en op de vierde plaats het onderwerp tips of aanwijzingen die de kans op brand verkleinen met 22,5%. Opvallend is dat van de 34 respondenten die gekozen heeft voor het onderwerp het blussen van een net ontstane brand, 31 respondenten (91,18%) heeft aangegeven te denken een vlam in de pan te kunnen Afstudeerscriptie Voorkomen is beter dan blussen 44

Brandveiligheid en studenten

Brandveiligheid en studenten Brandveiligheid en studenten Een oriëntatie op het afstudeeronderzoek bij brandweer Zwolle Auteur/studentnummer Cindy van Vugt, 318562 Opleiding/studierichting Communicatiesystemen, specialisatie Brand

Nadere informatie

De Brandweer over Morgen. Risico Beheersing in verandering

De Brandweer over Morgen. Risico Beheersing in verandering De Brandweer over Morgen Risico Beheersing in verandering Beeld van de brandweer? De brandweer Kan het nog beter? Klaar voor de toekomst of aanpassen? De omgeving verandert Knelpunten: Snel veranderde

Nadere informatie

Bijlagen. 1. Persbericht oktober 2012. 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws. 3. (Stopper) advertenties

Bijlagen. 1. Persbericht oktober 2012. 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws. 3. (Stopper) advertenties Bijlagen 1. Persbericht oktober 2012 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws 3. (Stopper) advertenties 4. Alle materialen: poster, folder, pen etc. 5. Consumentensite www.watdoejijbijbrand.nl 6.

Nadere informatie

Bijlage. Uitvoeringsplan. Deel 1: Wat gaat er veranderen?

Bijlage. Uitvoeringsplan. Deel 1: Wat gaat er veranderen? Uitvoeringsplan Deel 1: Wat gaat er veranderen? Binnen Brandweer GNL gaan er een aantal zaken structureel veranderen op het gebied van taken, verantwoordelijkheden en cultuur. In deze paragraaf wordt hier

Nadere informatie

Naar een nieuwe doctrine voor brandveiligheid. 12 april 2011 Jan Kuyvenhoven NVBR

Naar een nieuwe doctrine voor brandveiligheid. 12 april 2011 Jan Kuyvenhoven NVBR Naar een nieuwe doctrine voor brandveiligheid 12 april 2011 Jan Kuyvenhoven NVBR 1 Programma Korte intro: Brandweer over Morgen Nieuwe doctrine Brandveiligheid Visie Brandveiligheid en Actieprogramma Mythes

Nadere informatie

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015 Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden

Nadere informatie

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Met hart en ziel Brandweer Nederland staat voor 31.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen

Nadere informatie

FSE in de Brandweer over mor en

FSE in de Brandweer over mor en FSE in de Brandweer over mor en Ricardo Weewer NVBR Projectgroep Strategische Reis Derde Nationale Congres Fire Safety Engineering 9 en 10 juni 2010 Programma Intro: Nieuwe visie brandweer over morgen

Nadere informatie

Het nieuwe denken van de brandweer.. Ook uw nieuwe denken?

Het nieuwe denken van de brandweer.. Ook uw nieuwe denken? Naar een brandveiliger samenleving.. Met minder brand, minder slachtoffers én minder schade Het nieuwe denken van de brandweer.. Ook uw nieuwe denken? Ricardo Weewer, Strategisch Centrum NVBR Netwerkdag

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag Netwerkdag 27 april 2011 Rob Frek Portefeuillehouder verantwoordelijkheidsverdeling en veiligheidsbewustzijn Directeur

Nadere informatie

De eerste stapjes: Social media: bewustwording. Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013

De eerste stapjes: Social media: bewustwording. Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013 De eerste stapjes: Social media: bewustwording gedrag Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013 Samenvatting oktober 2013: hoe kan dit? 1 voorbeeld uit de campagne 2013 1-177.437 Effect: 110.903 - >

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1 29517 Veiligheidsregio s 30821 Nationale Veiligheid Nr. 62 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juli 2012 Met deze brief

Nadere informatie

FACTSHEET VOORLICHTING NA BRAND

FACTSHEET VOORLICHTING NA BRAND FACTSHEET VOORLICHTING NA BRAND INTERVENTIE In een studentenwoning in de Zwolse wijk Assendorp is op maart 0 brand ontstaan. Twee slachtoffers zijn met ademhalingsproblemen naar het ziekenhuis gebracht.

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

A.P.A. Martens 2011513 Waalwijk 2011

A.P.A. Martens 2011513 Waalwijk 2011 [AFSTUDEREN BIJ BEDRIJF] Afstudeerrapportage Avans Communicatie Multimedia Design A.P.A. Martens Waalwijk 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 4 Beschrijving organisatie Gevolgde werkwijze Samenvatting

Nadere informatie

I K B E N B R A N D W E E R

I K B E N B R A N D W E E R IK BEN BRANDWEER Waar staat de brandweer voor? Wie zijn wij? Wat doen wij? En hoe willen wij gezien worden? Behulpzaam, deskundig en daadkrachtig. Dat is de brandweer. Maar wat betekent dit voor jou en

Nadere informatie

Brandweer en brandpreventie in Twente

Brandweer en brandpreventie in Twente Brandweer en brandpreventie in Twente Integrale Veiligheidsmonitor Twente 2011 Themarapport Brandweer April 2012 Brandweer en brandpreventie in Twente Integrale Veiligheidsmonitor Twente 2011 - Themarapport

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 2 Danique Beeks Student Advanced Business Creation Stage JH Business Promotions

Inhoudsopgave. 2 Danique Beeks Student Advanced Business Creation Stage JH Business Promotions Onderzoeksopzet Danique Beeks Studentnummer: 2054232 Advanced Business Creation Stagebedrijf: JH Busines Promotions Bedrijfsbegeleider: John van den Heuvel Datum: 12 September 2013 Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP

Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP Versie 1.0 Wouter van Kuipers 7 7 2008 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 Inleiding... 2 3 Probleemgebied... 3 3.1 Doelstelling...

Nadere informatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan, 22 Augustus 2014 1 Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken

Nadere informatie

Community Safety aanpak & ontwikkelingen

Community Safety aanpak & ontwikkelingen Community Safety aanpak & ontwikkelingen Bijeenkomst Brandveiligheid voor en door de burger 7 mei 2011 Community Safety aanpak & ontwikkelingen Belang van Community Safety Ontwikkelingen in Nederland Aanpak

Nadere informatie

Evaluatie training Internetonderzoek voor toezichthouders en handhavers

Evaluatie training Internetonderzoek voor toezichthouders en handhavers Evaluatie training Internetonderzoek voor toezichthouders en handhavers Inleiding De deelnemers van de training Internetonderzoek voor toezichthouders en handhavers zijn ongeveer 3 maanden na het volgen

Nadere informatie

Sporthuis/GoSport Roy Schungel 1570046

Sporthuis/GoSport Roy Schungel 1570046 Sporthuis/GoSport 1570046 Document Informatie Versie Datum Status Aanpassingen Getroffen pagina s 1.0 20-06-2013 Definitief Colofon Soort document: Versie: 1.0 Afstudeerscriptie Opdrachtgever: Opdrachtgever:

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie

Terug naar de toekomst!

Terug naar de toekomst! Terug naar de toekomst! Innovatiecongres Veiligheid 2010 Stephan Wevers Commandant brandweer Twente Bestuurslid NVBR De innovatiemomenten en het zoeken naar samenhang 1. Bidden en breken 25 v.chr. 1393

Nadere informatie

PAPER IMPLEMENTATIE ICT INFRASTRUCTURE PROJECT 3

PAPER IMPLEMENTATIE ICT INFRASTRUCTURE PROJECT 3 INSTITUTE OF MANAGEMENT & INFORMATION TECHNOLOGY R E A D E R PAPER IMPLEMENTATIE ICT INFRASTRUCTURE PROJECT 3 MODEL STRUCTUUR EN INDELING VAN DE ITP3 PAPER VERSIE 3.0 PARAMARIBO 21 OKTOBER 2016 BY MCT

Nadere informatie

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties Deel ; Conclusie Als je klaar bent met het analyseren van de onderzoeksresultaten, kun je beginnen met het opstellen van de conclusie(s), de eventuele discussie en het eventuele advies. In dit deel ga

Nadere informatie

Hoe veilig voelen uw medewerkers zich in hun werk?

Hoe veilig voelen uw medewerkers zich in hun werk? Het Agressie en Weerbaarheidsonderzoek van InternetSpiegel: meten en vergelijken. Hoe veilig voelen uw medewerkers zich in hun werk? Ambulancemedewerkers worden bedreigd, leraren uitgescholden. Agressie

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

Communicatie & Multimedia Design. Onderzoeksopzet. Afstudeerstage mt&v

Communicatie & Multimedia Design. Onderzoeksopzet. Afstudeerstage mt&v Communicatie & Multimedia Design Onderzoeksopzet Afstudeerstage mt&v Michel Janse 24 6 2010 Inleiding. In dit document geef ik een conceptuele weergave van het pad dat ik tijdens mijn onderzoek en het

Nadere informatie

Samenvatting communicatiebeleid

Samenvatting communicatiebeleid Samenvatting communicatiebeleid Het bestuur van SPA heeft het communicatiebeleid vastgelegd in een communicatiebeleidsplan voor de periode 2013-2016. Hieronder staat een korte samenvatting van dit beleidsplan.

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Het Nieuwe denken van de brandweer. Ook úw nieuwe denken?

Het Nieuwe denken van de brandweer. Ook úw nieuwe denken? Naar een brandveiliger samenleving.. Met minder brand, minder slachtoffers én minder schade Het Nieuwe denken van de brandweer. Ook úw nieuwe denken? Ricardo Weewer, Strategisch Centrum NVBR René Hagen,

Nadere informatie

Architecture Governance

Architecture Governance Architecture Governance Plan van aanpak Auteur: Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 14 november 2003 Versie: 1.0 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. PROBLEEMSTELLING EN DOELSTELLING...

Nadere informatie

Vergroten veiligheidsbewustzijn en rookmelderdichtheid in het buitengebied. Resultaten van de gemeente: Menterwolde Pekela Veendam

Vergroten veiligheidsbewustzijn en rookmelderdichtheid in het buitengebied. Resultaten van de gemeente: Menterwolde Pekela Veendam Vergroten veiligheidsbewustzijn en rookmelderdichtheid in het buitengebied Resultaten van de gemeente: Menterwolde Pekela Veendam Juli 2012 Colofon Uitgave Auteur Contactadres : Brandweer Regio Groningen

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

NVBR Brandveilig Leven in de praktijk

NVBR Brandveilig Leven in de praktijk NVBR Brandveilig Leven in de praktijk Hoe zet ik een project op? In samenwerking met de Nederlandse Brandwonden Stichting Inleiding Gedragsverandering bij een vooraf vastgestelde doelgroep Een project

Nadere informatie

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen Notitie Informatie BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen 1 In de vergadering van 27 september 2013 heeft het AB zijn goedkeuring gegeven aan het Jaarverslag Brandveilig Leven 2012 2013. Activiteiten voor

Nadere informatie

VOORBEELD PROJECTPLAN

VOORBEELD PROJECTPLAN VOORBEELD PROJECTPLAN PROJECTOMSCHRIJVING / STAPPENPLAN / TIJDPAD 1. Inleiding Waarom een project over veiligheid? Een veilige woning en een veilige woonomgeving is voor iedereen belangrijk! Hoewel de

Nadere informatie

Plan van aanpak. Aanleiding en probleemomschrijving. Gevraagd eindproduct. Probleembeschrijving en analyse. Stappenplan: Subdoelen en fasering

Plan van aanpak. Aanleiding en probleemomschrijving. Gevraagd eindproduct. Probleembeschrijving en analyse. Stappenplan: Subdoelen en fasering Aanleiding en probleemomschrijving Dit project wordt uitgevoerd in opdracht van het Financieele Dagblad (FD). Het FD is dé dagelijkse kwaliteitskrant in Nederland met financieel-economische focus. Het

Nadere informatie

Plan van aanpak. Namen Studenten: Tim Smit Bhanu Sharma Ryan Pool Paulo Bruns Denzel Seca

Plan van aanpak. Namen Studenten: Tim Smit Bhanu Sharma Ryan Pool Paulo Bruns Denzel Seca Plan van aanpak Namen Studenten: Tim Smit 500630016 Bhanu Sharma 500709428 Ryan Pool 500713831 Paulo Bruns 500716331 Denzel Seca 500672845 Klas: MMT1F Team: 2 Minor: Marketing Tomorrow Vak: Online Marketing

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

10 onderdelen die niet mogen ontbreken in een online briefing

10 onderdelen die niet mogen ontbreken in een online briefing Een goede online briefing past op één A4 [+ checklist] Auteur: Ronald Heijkens, Sabel Online Je wilt een nieuwe website, intranet, online magazine of app. Maar omdat je de expertise zelf niet in huis hebt,

Nadere informatie

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u: PREVENTIE II Komt het wel eens voor dat u:. s avonds of s nachts niet open doet, omdat u het niet veilig vindt? 2. in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden? 3. uw kind(eren)

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

De brandweer wordt nog veiliger en beter

De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter -Brochure Brandweer juni2009.indd 1 05-06-2009 10:16:37 VAKBEKWAAM WORDEN, Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van

Nadere informatie

Wat is marketing. Hoe wordt marketing gebruikt in de praktijk. Product. Prijs

Wat is marketing. Hoe wordt marketing gebruikt in de praktijk. Product. Prijs Wat is marketing Marketing is het proces die je moet doorgaan om de behoeften van uw klanten te bevredigen. Eerst werd marketing gezien als het geheel van activiteiten die de ruil van producten of diensten

Nadere informatie

Visie op naleving regelgeving brandveiligheid

Visie op naleving regelgeving brandveiligheid Visie op naleving regelgeving brandveiligheid Petro van Bergen Robert Luinge Programma Inhoud Tijd Opening (G. Verhoeven) 10.00 10.15 Presentatie over de visie (P. van Bergen en R. Luinge) Hoe is de visie

Nadere informatie

STARTVERSLAG STUDENT - LOTTE VAN DER SCHOOT 1623303 // COÖRDINATOR - INGE SCHAREMAN // STAGEBEGELEIDING - CYNTHIA BOOM & KEVIN KARS

STARTVERSLAG STUDENT - LOTTE VAN DER SCHOOT 1623303 // COÖRDINATOR - INGE SCHAREMAN // STAGEBEGELEIDING - CYNTHIA BOOM & KEVIN KARS STARTVERSLAG STUDENT - LOTTE VAN DER SCHOOT 1623303 // COÖRDINATOR - INGE SCHAREMAN // STAGEBEGELEIDING - CYNTHIA BOOM & KEVIN KARS INHOUD // INLEIDING 4 ORIENTATIEDOCUMENT 5 FACTSHEET 6 LEERDOELEN 7 STARTVERSLAG

Nadere informatie

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen

Voor deze enquête bevragen jullie minstens 25 personen TIPS VOOR ENQUÊTES 1. Opstellen van de enquête 1.1 Bepalen van het doel van de enquête Voor je een enquête opstelt denk je eerst na over wat je wil weten en waarom. Vermijd een te ruime omschrijving van

Nadere informatie

Wat verwachten huurders van de ParticipatieRaad?

Wat verwachten huurders van de ParticipatieRaad? Thema: Wat verwachten huurders van de ParticipatieRaad? Juli 2014 John van Veen adviseur WKA Inleiding De ParticipatieRaad van Nijestee wil weten wat er bij bewoners leeft en wat bewoners van de Raad verwachten.

Nadere informatie

Opbouw. Onderzoeksrapport Onderzoek naar de kwaliteit van reacties op e-mails

Opbouw. Onderzoeksrapport Onderzoek naar de kwaliteit van reacties op e-mails [t] [f] [e] [w] Onderzoeksrapport Onderzoek naar de kwaliteit van reacties op e-mails Inleiding We zijn dit onderzoek begonnen om een beeld te krijgen van de kwaliteit van reacties op e-mails van verschillende

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19 Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18 In de startblokken 19 STAP 1 Van interesse tot brainstormen over het onderwerp 29 Beschrijvende

Nadere informatie

Vraagstuk: Sterk vermoeden dat de communicatie van de school niet meer bij de cursisten doelgroep past en verbeterd kan worden.

Vraagstuk: Sterk vermoeden dat de communicatie van de school niet meer bij de cursisten doelgroep past en verbeterd kan worden. Vraagstuk: Sterk vermoeden dat de communicatie van de school niet meer bij de cursisten doelgroep past en verbeterd kan worden. Huidige communicatie school : Electronische Leer Omgeving (ELO): informatie

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Communicatie verenigingen KNVB 2014

Communicatie verenigingen KNVB 2014 1 Communicatie verenigingen KNVB 2014 1. Achtergrond van de notitie: veranderde rollen De kern van de bestuurlijke vernieuwing is het realiseren van een efficiëntere besluitvorming in het amateurvoetbal.

Nadere informatie

Veilig omgaan met waterstof

Veilig omgaan met waterstof Veilig omgaan met waterstof Hans Spobeck Programmamanager Lectoraat Transportveiligheid, Instituut Fysieke Veiligheid Netwerkevent H2 Platform 13 december 2018 Wat is en wat doet het IFV? Landelijke ondersteuningsorganisatie

Nadere informatie

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Datum 18 mei 2011 Steller E. Koning Afdeling C&R Versie 1.3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Evaluatie... 4 2.1 Populatie... 4 2.2 Bekendheid

Nadere informatie

compact communicatietraject Speciaal voor startende ondernemers en kleine bedrijven

compact communicatietraject Speciaal voor startende ondernemers en kleine bedrijven Speciaal voor startende ondernemers en kleine bedrijven Wat wil je met je bedrijf bereiken? En hoe helpt communicatie daarbij? Wij hebben speciaal voor startende en kleine bedrijven een communicatie traject:

Nadere informatie

Resultaten Vragenlijst Buurtbemiddeling Harderwijk De enquête is in december 2011 verstuurd naar 125 adressen De respons was 26 %

Resultaten Vragenlijst Buurtbemiddeling Harderwijk De enquête is in december 2011 verstuurd naar 125 adressen De respons was 26 % Resultaten Vragenlijst Buurtbemiddeling Harderwijk De enquête is in december 2011 verstuurd naar 125 adressen De respons was 26 % Algemene gegevens 1. Leeftijd Resultaat in procenten 15 24 jaar 3 25 44

Nadere informatie

Social Action Research Plan

Social Action Research Plan Social Action Research Plan Social media project Studenten Dennis Visschedijk 438332 Aileen Temming 474094 Stefan Ortsen 481295 Niels Konings 449822 Renee Preijde 482835 Opdrachtgever Stal te Bokkel Daniëlle

Nadere informatie

Stappenplan crowdfunding

Stappenplan crowdfunding Stappenplan crowdfunding Voordat je het crowdfundingsproject online zet, is het handig om over bepaalde aspecten na te denken. Denk bijvoorbeeld aan de presentatie van het project, het doelbedrag en de

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie

Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving

Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving Inhoudsopgave Inleiding 6 Deel A: Brandveilig leven in de maatschappelijke context 11 1 Wat is brandveilig leven? 12 1.1 Inleiding 12 1.2 Aanleiding en achtergrond

Nadere informatie

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout

Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout 0-meting burgerparticipatie en communicatie De gemeente Noordwijkerhout heeft een nieuw communicatiebeleidsplan dat uitgaat van meer omgevingsbewust werken

Nadere informatie

Inleiding. Waarom deze methode?

Inleiding. Waarom deze methode? Inleiding In dit boek ligt de focus op de praktische benadering van de uitvoering van onderzoek en de vertaalslag naar de (sociaal)juridische beroepspraktijk. Het boek is bruikbaar voor zowel een beginnende

Nadere informatie

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Onderwerpselectie.. 4 3. Onderzoeksopzet. 5 4. Aankondiging.. 5

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen.

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen. Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek 2015 2018 Veiligheid kent geen grenzen. Vergaderdatum 4 december 2014 Gemeenteblad 2014 / 77 Agendapunt 10 Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad

Nadere informatie

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten Samenvatting Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten Juli / augustus 2011 2 Onderzoeksopzet Datum: 30 september 2011 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds Uitgevoerd

Nadere informatie

Concerncommunicatie: communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Doel: positief beeld creëren van de organisatie.

Concerncommunicatie: communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Doel: positief beeld creëren van de organisatie. Communicatie P1 Auteurs: drs. C. Essink-Matzinger en drs. B. Van Veghel. Concerncommunicatie: communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat. Doel: positief beeld creëren van de organisatie.

Nadere informatie

Zelftest communityvaardigheden voor bibliotheekmedewerkers

Zelftest communityvaardigheden voor bibliotheekmedewerkers Zelftest communityvaardigheden voor bibliotheekmedewerkers Onderdeel van toolkit Nieuw Delen 2. Zelftest Werken met Communities Wat kan ik met de zelftest? Hieronder tref je een test aan waarmee je een

Nadere informatie

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring Hans Wijnbergen CCZ Adviseur Veiligheid Afdeling Advies & Monitoring 1 Doelstelling van de afdeling Advies & Monitoring Ondersteunen van regiodirecteuren op het gebied van naleving van normen die s Heeren

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang

Brandweerzorg in samenhang Brandweerzorg in samenhang Presentatie voor het Algemeen Bestuur op 20 mei 2016 Dekkingsplan Brandrisicoprofiel Wettelijk kader Art. 14 Wet Vr: het bestuur van een veiligheidsregio stelt minimaal eens

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van de Hogeschool Rotterdam. Mijn presentatie is opgebouwd

Nadere informatie

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! De brief: Het Venster F.D. Rooseveltlaan 18 Postbus 2157 5600 CD Eindhoven Eindhoven, 29 november 2011 Betreft: Enquete cliënttevredenheid Beste

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Auteur: Roel Konieczny Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 7 mei 2004 Versie: 1.0

Plan van Aanpak. Auteur: Roel Konieczny Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 7 mei 2004 Versie: 1.0 Plan van Aanpak Auteur: Roel Konieczny Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 7 mei 2004 Versie: 1.0 Plan van Aanpak Roel Konieczny Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 PROBLEEMGEBIED EN DOELSTELLING...

Nadere informatie

DE INRICHTING VAN HET BELEIDSTERREIN PREVENTIE IN DE REGIO GRONINGEN DE PRODUCTEN

DE INRICHTING VAN HET BELEIDSTERREIN PREVENTIE IN DE REGIO GRONINGEN DE PRODUCTEN HULPVERLENINGSDIENST GRONINGEN BRANDWEER STAD EN REGIO GRONINGEN DE INRICHTING VAN HET BELEIDSTERREIN PREVENTIE IN DE REGIO GRONINGEN DE PRODUCTEN Opstellers : Mike de Laat, Jan Timmer en Roelf Knoop Datum

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Communicatie als motor voor acquisitie

Communicatie als motor voor acquisitie Mijn functie in dit praktijkvoorbeeld is communicatie adviseur en coördinator. Ik ben een junior communicatiewetenschapper met een sterke interesse in (online) marketing, communicatie, social media en

Nadere informatie

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK Inleiding In de beroepspraktijk zal het geregeld voorkomen dat u een beslissing moet nemen ( moet ik dit nu wel of niet doen? ) of dat u inzicht moet krijgen

Nadere informatie

Onderzoeksleerlijn Commerciële Economie. Naar een integrale leerlijn onderzoek Tom Fischer

Onderzoeksleerlijn Commerciële Economie. Naar een integrale leerlijn onderzoek Tom Fischer Onderzoeksleerlijn Commerciële Economie Naar een integrale leerlijn onderzoek Tom Fischer Onderzoek binnen de opleiding CE Aandacht door de tijd heen heel verschillend Van een paar credits voor de hele

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Student : Lex Krijgsman maakt voortgangsverslag zoals omschreven in het voorwoord

Student : Lex Krijgsman maakt voortgangsverslag zoals omschreven in het voorwoord Voortgangsverslag blok 5 Naam : Lex Krijgsman Studentnummer : 11071060 Groep : TP29 datum : 10-08-2013 periode : Leerjaar 2 (Propedeuse ) september 2013 augustus 2014 Doel : Het voortgangsverslag is vooral

Nadere informatie

COMMUNICATIE ONDERZOEK BIJ FERRO EXPLORE!

COMMUNICATIE ONDERZOEK BIJ FERRO EXPLORE! COMMUNICATIE ONDERZOEK BIJ FERRO EXPLORE! AUTEUR: FERRO EXPLORE/GERBEN BRUINS GEPUBLICEERD IN: PRODUCTBROCHURE COMMUNICATIEONDERZOEK INHOUD WAAROM ONDERZOEK? CONCEPTONDERZOEK DE PRETEST WANNEER? FERRO

Nadere informatie

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni 2013 1

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni 2013 1 Format Projectplan Onbeperkt Sportief biedt u een format voor het maken van een projectplan. Met zeven hoofdvragen krijgt u helder op papier wat uw project inhoudt. Het projectplan heeft als doel het stimuleren

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

Eigenlijk kan het niet vaak genoeg worden herhaald: doel en doelgroep zijn het belangrijkste onderdeel van het Internet Project Plan.

Eigenlijk kan het niet vaak genoeg worden herhaald: doel en doelgroep zijn het belangrijkste onderdeel van het Internet Project Plan. 2. Doel en doelgroep Het belangrijkste onderdeel van het Internet Project Plan is het beschrijven van doel en doelgroep. Tijdens de ontwikkeling van de rest van het plan is het belangrijk hier regelmatig

Nadere informatie