Keuzedeel Wijkgericht werken

Transcriptie

1 Keuzedeel Wijkgericht werken

2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Adelijne Martin Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Keuzedeel Wijkgericht werken ISBN: Bronvermelding: Shutterstock/TasfotoNL Edu Actief b.v Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht ( Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO ( De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op

3 Inhoudsopgave Hoe werk je met een keuzedeel? Over dit keuzedeel De problematiek De hulpvraag De uitvoering Theoriebronnen Deskundigheid op peil houden Het ondersteuningsplan in schema Leidinggeven en begeleiden Wijkanalyse

4 Hoe werk je met een keuzedeel? In iedere opleiding volg je een aantal keuzedelen. Ze zijn bedoeld om je beter op de arbeidsmarkt voor te bereiden. Je school bepaalt het aanbod waaruit je kunt kiezen en wanneer je zo n keuzedeel kunt volgen. Hoelang je aan een keuzedeel werkt, varieert: 240, 480 of 720 studiebelastingsuren (SBU). Die informatie vind je in de inleiding Over dit keuzedeel, waarmee elk keuzedeel begint. Waar en wanneer je aan een keuzedeel werkt, bepaalt je school. Dat kan op school zijn, op je stageadres of thuis. Meestal zal het een mix van deze drie zijn. Inleiding Een keuzedeel van Edu Actief begint met een introductie. Dat kan naast een korte inleiding bijvoorbeeld een filmpje zijn over iemand die binnen zijn werkveld te maken krijgt met de inhoud van dit keuzedeel. Vervolgens vind je vermeld uit welke onderwerpen (leereenheden) het keuzedeel bestaat. Uitdaging In elk keuzedeel werk je stap voor stap toe naar een eindopdracht: de uitdaging, waarvoor je de stof van het gehele keuzedeel gebruikt. Het kan bijvoorbeeld gaan om de verzorging van een wijnproeverij met bijpassende hapjes, een compleet ondernemersplan voor een startup, een gevuld zorgdossier waarin je hebt gedocumenteerd welke begeleiding je een cliënt hebt gegeven en wat de resultaten waren, etc. Je werkt in een aantal stappen naar de eindopdracht toe. Elke stap levert per leereenheid ten minste één beroepsproduct op, dat wil zeggen een document, een (video)verslag van een gesprek of een fysiek product zoals je dat ook in de beroepspraktijk maakt. Dat kan bijvoorbeeld een wijnkaart zijn of het financiële hoofdstuk van een ondernemingsplan. Resultaten Daarna vind je een beschrijving van de doelen waaraan je gaat werken: een opsomming van de resultaten aan het eind van het keuzedeel. Beoordeling Je werkt individueel en soms samen met medestudenten aan je opdrachten. De beoordeling van je werk gebeurt op verschillende manieren en momenten. Het kan zijn dat je een of meer kennistoetsen maakt die mee tellen in de eindbeoordeling. Je zult ook een beoordeling krijgen van de beroepsproducten die je tijdens dit keuzedeel oplevert. En natuurlijk wordt je eindopdracht beoordeeld. Je vindt de beoordelingscriteria telkens kort beschreven in de inleiding Over dit keuzedeel op elke leereenheid. Hoe zwaar een onderdeel meetelt, hoor je van je docent. Oriëntatieopdrachten Voordat je met de eerste leereenheid van een keuzedeel begint, maak je een aantal opdrachten waarmee je je nader op de stof oriënteert. Zo verken je het terrein van dit keuzedeel. Bronnen en verwijzingen In dit keuzedeel vind je verwijzingen naar bronnen. Deze kun je herkennen aan een icoontje. Dit kan een theoriebron zijn, een internetlink of een filmpje. Zo zien de icoontjes eruit: 4

5 Hoe werk je met een keuzedeel? Internetsite Theoriebron Filmpje De theoriebronnen op alfabetische volgorde vind je na de opdrachten in dit boek. Je kunt de inhoudsopgave gebruiken om de juiste bronnen snel te vinden. Let op! Bronnen worden op verschillende manieren bij de opdrachten aangegeven: 1. bron voor een opdracht. In dit geval is de theoriebron van toepassing op de daaropvolgende opdrachten. 2. bron in een opdracht. In dit geval is de theoriebron alleen van toepassing op deze specifieke opdracht. Wordt er in een opdracht geen bron aangegeven, maar heb je wel bepaalde informatie nodig, dan zoek je de informatie in een van de eerder genoemde bronnen binnen deze leereenheid. De internetsites en filmpjes kun je vinden op 24boost, het leerplatform waarop de digitale versie van dit keuzedeel staat. Het keuzedeel in ingedeeld in leereenheden. De titel van de leereenheid vind je bovenaan de pagina in je boek. Zoek in dezelfde leereenheid op 24boost naar het juiste opdrachtnummer en/of de juiste bron. Om toegang te krijgen tot 24boost moet je eerst een account aanmaken en je licentie activeren. 1. Ga naar 2. Ga naar ACCOUNT AANMAKEN 5

6 3. Vul alle gevraagde gegevens in en klik op ACCOUNT AANMAKEN 4. Activeer je account via de link in de die je hebt ontvangen. Let op! De kan in je ongewenste terechtkomen. 5. Log in met jouw Gebruikersnaam en Wachtwoord. 6. Klik op OVERSLAAN in het scherm waar je nu op komt 6

7 Hoe werk je met een keuzedeel? 7. Klik op Activeer je licentie. 8. Voer de licentiecode in die voorin je boek staat en kies voor Uitgeverij Edu Actief. Klik op ACTIVEER. 9. Onder LEREN tref je de bronnen aan. Voor het gebruik van 24boost heb je een tablet, laptop of computer met internettoegang nodig. Je werkt je opdrachten uit op papier of digitaal. 7

8 1. Over dit keuzedeel 1.1 Over dit keuzedeel In dit keuzedeel leer je wat er allemaal komt kijken bij het werken in een wijk. Als hulpverlener ben jij de spin in het web binnen de wijk. Je weet wat er speelt, zowel onder de bewoners als bij de instellingen, de ondernemers en bij de gemeente. Daarbij kunnen tegengestelde belangen ontstaan of behoeftes die niet als individu te vervullen zijn. De spin in het web spint, verbindt, brengt samen en maakt de wegen van het ene naar het andere punt zichtbaar. Je gereedschapskist zit vol met beroepsvaardigheden, activiteiten, methodieken en persoonlijke kwaliteiten die ervoor zorgen dat je de wijk in topconditie houdt. Binnen dit keuzedeel werk je aan het vullen van die gereedschapskist. Zo weet jij straks wat er allemaal speelt in de wijk, hoe je samenwerkt met bewoners om problemen aan te pakken, welke activiteiten je kunt inzetten, hoe je vrijwilligers enthousiasmeert en begeleidt, hoe je je plannen gefinancierd krijgt en op de kaart zet. De uiteindelijke meesterproef van dit keuzedeel is het ontwerpen van een interventie om de leefbaarheid en/of de sociale cohesie (= de hechtheid tussen de mensen) in de wijk te verhogen. Hoe die interventie eruit komt te zien is gebaseerd op de knelpunten en de behoeften in de wijk. Dit keuzedeel omvat een aantal onderdelen. Het is belangrijk dat je goed snapt wat ervan je verwacht wordt. Als de structuur van het keuzedeel je duidelijk is, zul je merken dat dit je veel overzicht geeft. Dit keuzedeel bestaat uit drie leereenheden waarvoor je in totaal 240 SBU nodig hebt: 1. De problematiek 2. De hulpvraag 3. De uitvoering. Hoe werk je met een keuzedeel? Rode Kruis Veenendaal Werkmodel Studiewijzer De uitdaging Je gaat, eventueel in tweetallen (afhankelijk van de wijk en de mogelijkheden), een interventie ontwerpen om de leefbaarheid en/of de cohesie in de wijk te verhogen. Hoe die interventie eruitziet, is gebaseerd op de knelpunten en de behoeften in de wijk. Je verzorgt dus maatwerk. Aan de hand van het maken van opdrachten en beroepsproducten doorloop je de stappen die nodig zijn om een succesvol eindresultaat te bereiken. Het meeste ga je zelf uitzoeken door op zoek te gaan naar relevante achtergrondinformatie bij experts, op internet of van andere bronnen. De achtergrondinformatie leer je te beoordelen op betrouwbaarheid en volledigheid. Maar je krijgt ook hulp in de vorm van voorgeselecteerde informatie, (gast)workshops, van je docent, de mensen uit je netwerk en van de begeleiding van een (zelfgekozen) coach. Wat ga je doen? 1. Je werkt aan de drie leereenheden met daarbij behorende producten en opdrachten. 2. Je voert vijf go/no-go-gesprekken op met de docent afgesproken momenten. 3. Je maakt een logboek waarin je bijhoudt wat er gedaan is en op welk moment, aangevuld met reflecties en aangegeven producten. 8

9 Over dit keuzedeel 4. Je maakt in totaal zes STARRT-verslagen, verdeeld over het keuzedeel. 5. Je voert tien coachingsgesprekken, verdeeld over het keuzedeel. 6. Je vult 25 vrije uren naar eigen inzicht en behoefte. 7. Je maakt een showportfolio van het project. Hoe ga je dit doen? In principe kun je elke wijk kiezen voor de uitvoering van dit keuzedeel. Het is echter aan te bevelen om de wijk te kiezen waar je ook stage loopt. Hier ben je immers al bekend en zijn er voldoende professionals die de wijk ook kennen en die je kunnen helpen. Je mag eventueel in tweetallen werken, afhankelijk van de praktische mogelijkheden (op school en in de wijk) en je persoonlijke voorkeur. Wanneer je ervoor kiest om samen te werken, werk je alleen de beroepsproducten samen uit. Aan alle andere onderdelen werk je individueel. Je wordt ook individueel beoordeeld (ook bij de go/no-go-momenten) en blijft zelf verantwoordelijk voor je urenverantwoording. De tijd die gegeven wordt voor de uitwerking van een beroepsproduct blijft gelijk. Het is dus niet zo dat je jullie uren van het beroepsproduct bij elkaar mag optellen. In het Werkmodel Studiewijzer zijn alle opdrachten terug te vinden. Je ziet daar ook of het een individuele of een groepsopdracht (of met tweetal) betreft en hoeveel uur er voor de opdracht is ingeroosterd. Je houdt in je logboek bij hoeveel tijd je werkelijk aan iets besteed hebt. Mocht een bepaalde opdracht eerder afgerond zijn dan binnen de tijd die ervoor staat, dan kun je die tijd voor andere zaken inzetten. In het Document Structuur vind je een overzicht met eisen aan de verschillende onderdelen. Lees dit goed door en houd het bij de hand bij de uitwerking van dit keuzedeel. Document Structuur Resultaten Leereenheid 1: Je weet wat een wijkonderzoek inhoudt. Je kunt een wijkonderzoek doen. Je weet welke problematieken voorkomen in een wijk. Je kunt uitleggen wat de taken van een wijkwerker zijn. Je weet wat een keukentafelgesprek inhoudt. Je kunt keukentafelgesprekken voorbereiden en voeren. Je kunt verschillende gesprekstechnieken toepassen. Je bent in staat om de hulpvraag van een cliënt te achterhalen. Je bent op de hoogte van de wet- en regelgeving binnen wijkgericht werken. Je kunt selecteren welke wet- en regelgeving binnen jouw werksituatie van belang is. Je formuleert een aanbeveling voor de werkwijze met betrekking tot deze wet- en regelgeving. Je kunt het belang van een netwerk uitleggen. Je kunt een netwerkplan maken. Je kunt een netwerk opbouwen. 9

10 Leereenheid 2: Je kunt de hulpvraag voor je wijkuitvoeringsproject formuleren. Je kunt het maatschappelijk steunsysteem van de cliënt motiveren om mee te denken en mee te werken aan de oplossing voor een probleem. Je kunt een Eigen Kracht-conferentie opzetten en begeleiden. Je kunt een vrijwilligersprofiel, functieomschrijving en contract opstellen. Je kunt vrijwilligers werven. Je kunt onderzoeksresultaten vertalen naar een passend plan van aanpak voor het wijkuitvoeringsproject. Je kunt een begroting maken. Je kunt een investeringsplan maken om het project gefinancierd te krijgen. Je weet hoe je een goede pitch maakt. Je kunt een passende pitch voor het project maken. Leereenheid 3: Je kunt het bedachte project met bijbehorende activiteiten verwerken in een draaiboek. Je kunt een intervisiestructuur opzetten. Je bent in staat om je project planmatig te promoten. Je kunt een project managen en vrijwilligers coachen. Je kunt een project afronden. Je kunt met een groep vrijwilligers evalueren en reflecteren. Beoordeling Dit keuzedeel wordt beoordeeld door je docent en je coach, eventueel aangevuld door een jury van mensen uit de beroepspraktijk. De eindbeoordeling kan onderdeel uitmaken van je diploma en gebruikt worden voor je cv. De eindbeoordeling is opgebouwd uit een aantal producten: de beoordelingen van de gemaakte beroepsproducten een showportfolio waarin je de hoogtepunten van het project laat zien het logboek van dit keuzedeel zes STARRT-verslagen uit verschillende fases van dit keuzedeel. 10

11 Over dit keuzedeel 1.2 Oriëntatie Je hebt nu veel informatie over de werkwijze en de beoordeling van het keuzedeel gekregen. Tijd om eens te kijken naar wat wijkgericht werken eigenlijk inhoudt! Maar eerst nog een paar oriënterende opdrachten. Warming-up Het wijkgericht werken wordt al op grote schaal toegepast in Nederland. Wijkgericht werken in Pijnacker-Nootdorp a. Bekijk het filmpje Wijkgericht werken in Pijnacker-Nootdorp. b. Wat sprak jou aan in dit filmpje? Eigen antwoord c. Maak een mindmap van de belangrijkste onderwerpen die naar voren zijn gekomen in dit filmpje. d. Bedenk nu in welke wijk jij zelf aan de slag zou willen gaan. Een logische keuze is om de wijk waar je stage loopt te gebruiken. Je kunt de opdrachten dan goed combineren met je stageopdrachten en hebt altijd experts in de buurt die jouw vragen over de wijk kunnen beantwoorden. Is dit niet mogelijk of sluit een andere wijk meer aan bij jouw persoonlijke leerdoelen, dan kan dat natuurlijk ook. Bespreek je plan met je docent en eventueel met je coach (als je die al gevonden hebt). Een abc tje Hieronder zie je een tabel met het alfabet erin. Bedenk nu bij iedere letter een woord dat met wijkgericht werken te maken heeft. In ieder vakje moet een woord staan! Maak deze opdracht met z n tweeën. Als je het echt niet meer weet, kun je natuurlijk gebruikmaken van internet of schoolboeken om geschikte woorden te vinden. A. E. I. M. Q. U. Y. B. F. J. N. R. V. Z. C. G. K. O. S. W. D. H. L. P. T. X. 11