MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE"

Transcriptie

1 MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0033 van 22 december 2015 in de zaak 14/MHHC/60-M In zake: de nv [ ] bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Dominique VERMER met kantoor te 1160 Brussel, Tedescolaan 7 waar woonplaats wordt gekozen verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de Vlaamse Minister voor Omgeving, Natuur en Landbouw bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Dirk ABBELOOS met kantoor te 9200 Dendermonde, Noordlaan waar woonplaats wordt gekozen verwerende partij I. VOORWERP VAN DE VORDERING De vordering, ingesteld met een aangetekende brief van 18 juli 2014, strekt tot de vernietiging van de beslissing van de gewestelijke entiteit van 3 juni 2014, gekend onder nummer 13/AMMC/864-M/HVH. De bestreden beslissing legt aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van euro, (1 044 euro verhoogd met de opdeciemen) wegens geluidsoverlast veroorzaakt door haar vestiging te [ ]. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING De verwerende partij heeft een memorie van antwoord ingediend en het administratief dossier neergelegd. De verzoekende partij heeft een memorie van wederantwoord ingediend. De verwerende partij heeft een laatste memorie ingediend. MHHC - 1

2 De partijen zijn opgeroepen voor de zitting van 26 februari 2015 waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Met een beschikking van 9 november 2015 werd de zaak door de voorzitter van het Milieuhandhavingscollege toevertrouwd aan de vierde kamer. Bij tussenarrest van 9 november 2015 werden de debatten heropend en de partijen opnieuw opgeroepen voor de zitting van 24 november Kamervoorzitter Marc VAN ASCH heeft verslag uitgebracht. De verzoekende en de verwerende partij zijn schriftelijk verschenen. De vordering tot vernietiging werd ab initio behandeld en de debatten werden gesloten. III. FEITEN De verzoekende partij exploiteert een grootwarenhuis te [ ]. Op 7 november 2011 gaat de gemeentelijke toezichthouder bij de stad Nieuwpoort ingevolge een klacht ter plaatse. De verzoekende partij wordt aangemaand om de nodige maatregelen te nemen tegen geluidshinder in het kader van de algemene voorwaarden van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1985 houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (hierna Vlarem II). Op 14 augustus 2012 volgt een nieuw plaatsbezoek. De toezichthouder stelt vast dat de lawaaihinder afkomstig is van koelgroepen die geplaatst zijn op het dak en op de muren gelegen rechtover de woning van de klager. De toezichthouder stelt een proces-verbaal op ten laste van de verzoekende partij wegens schending van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (hierna: Milieuvergunningendecreet). In een navolgend proces-verbaal van 23 oktober 2012 wordt de geluidsoverlast nogmaals bevestigd. De toezichthouder gaat op vraag van het parket opnieuw ter plaatse op 6 december Hij stelt vast dat de geluidshinder zich voordoet tijdens de zomer: van zodra de temperatuur in de technische ruimte hoger ligt dan 26 C beginnen de ventilatoren te draaien met geluidshinder als gevolg. Op 6 mei 2013 wordt een bijkomend proces-verbaal opgesteld. De verzoekende partij belooft nieuwe condensatoren te installeren met een laag geluidsniveau. Op 19 juli 2013 meldt de procureur des Konings van Kortrijk aan de gewestelijke entiteit dat hij het milieumisdrijf niet strafrechtelijk zal vervolgen. Met een brief van 7 oktober 2013 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. MHHC - 2

3 Op 8 november 2013 bezorgt de verzoekende partij een schriftelijk verweer aan de gewestelijke entiteit. Opnieuw wordt beloofd geluidsarme condensatoren te installeren, waarvoor een stedenbouwkundige vergunning zal aangevraagd worden. Plaatsing wordt voorzien tegen de zomer Op 3 juni 2014 legt de gewestelijke entiteit de vermelde bestuurlijke geldboete op. Deze beslissing wordt aan de verzoekende partij betekend op 18 juni De verwerende partij motiveert haar beslissing als volgt: Het milieumisdrijf en de toerekenbaarheid aan de overtreder ( ) Overwegende dat conform artikel van VLAREM II voor inrichtingen van klasse 3 het specifieke geluid in open lucht van nieuwe inrichtingen alsmede van veranderingen van bestaande inrichtingen de met 5dB(A) verminderde richtwaarde in bijlage VLAREM II niet mag overschrijden op de in 3 of 4 van artikel 1 van bijlage VLAREM II bepaalde meetpunten. Overwegende dat de inrichting van de vermoedelijke overtreder volgens het gewestplan Veurne-Westkust gelegen is in woongebied; dat de geluidsmeting overdag plaatshad. Overwegende dat conform bijlage 4.5 van VLAREM II de richtwaarde voor het specifieke geluid in open lucht van een als hinderlijk ingedeelde inrichting gelegen in een woongebied voor de beoordelingsperiode overdag (van 7 tot 19 uur) is vastgesteld op 45 db(a); dat conform artikel VLAREM II het specifieke geluid deze richtwaarde verminderd met 5dB(A), zijnde 40dB(A), niet mag overschrijden. Overwegende dat het een stabiel geluid betrof. Overwegende dat de verbalisant op 14 augustus 2012 een geluidsniveau in open lucht vaststelde van 67,5 db(a) LAeq, 15 min; dat dit een overschrijding is van de geldende richtwaarde met 26,5 db(a), na verrekening van de foutmarge van 1 db(a) van het meettoestel. Overwegende dat de meting gebeurde conform de voorwaarden in bijlage van het VLAREM II. Overwegende dat conform artikel 22 van het Milieuvergunningsdecreet de exploitant van een inrichting verplicht is de milieuvoorwaarden na te leven. Overwegende dat conform artikel 43 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (hierna VLAREM I) de exploitant van een inrichting verplicht is de voor de inrichting geldende algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden na te leven. Overwegende dat bovenvermelde feiten vallen onder de definitie van milieumisdrijf conform artikel DABM waarvoor een alternatieve bestuurlijke geldboete kan worden opgelegd. Overwegende dat het milieumisdrijf niet betwist wordt en vaststaat in hoofde van overtreder. 3.2 De hoogte van de boete MHHC - 3

4 Overwegende dat bij de bepaling van de hoogte van de geldboete rekening wordt gehouden met de ernst van het milieumisdrijf, de frequentie en de omstandigheden waarin het milieumisdrijf is gepleegd of beëindigd De ernst van de feiten Overwegende dat bovenvermelde regelgeving ertoe strekt om de negatieve milieu- en veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die milieubelastend (kunnen) zijn, of die gevaarrisico s in zich (kunnen) dragen, te voorkomen of te beperken. Overwegende dat de richtwaarde 40 db(a) betrof; dat een specifiek geluid van 67,5 db(a) werd vastgesteld; dat dit een overschrijding van de richtwaarde met 26,5 db(a) inhoudt, rekening houdend met de meetfout van het meettoestel. Overwegende dat de db(a)- schaal een logaritmische schaal is, hetgeen betekent dat een toename van 3dB(A) reeds een verdubbeling van de akoestische energie meebrengt en een toename van 10 db(a) een vertienvoudiging van de akoestische energie; dat een toename van 10 db(a) als een verdubbeling van de luidheid wordt ervaren. Overwegende dat het overschrijden van de richtwaarde leidde tot klachten van een buurtbewoner; dat er bijgevolg sprake is van geluidshinder. Overwegende dat langdurige blootstelling aan geluid naast effecten als hinder en slaapverstoring ook meer klinische effecten kan veroorzaken; dat er aanwijzingen zijn dat langdurige blootstelling aan geluid de kans op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten vergroot. Overwegende dat de overtreder het misdrijf in professioneel verband heeft gepleegd. Overwegende dat de feiten derhalve voldoende ernstig zijn om te worden gesanctioneerd met een alternatieve bestuurlijke geldboete De frequentie Overwegende dat het een eenmalige schending betreft; dat er minstens geen indicaties zijn die erop wijzen dat bij overtreder de laatste vijf jaar reeds eerder vergelijkbare feiten werden vastgesteld in een proces-verbaal; dat de factor frequentie bijgevolg geen aanleiding geeft tot een hogere geldboete De omstandigheden Overwegende dat de overtreder voornemens heeft om de condensatoren op de voorgevel te hangen; dat dit de geluidsoverlast zou wegnemen; dat dit voornemen door de verbalisant bevestigd werd; dat voorgaande wordt meegenomen als verzachtende omstandigheid bij het bepalen van de geldboete, wat aanleiding geeft tot een lagere geldboete OM DEZE REDENEN beslist de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen aan [ ] NV, met ondernemingsnummer [ ], waarvan de maatschappelijke zetel is gevestigd te [ ], ten bedrage van (zesduizend tweehonderd vierenzestig) euro, zijnde (duizend vierenveertig) euro MHHC - 4

5 vermeerderd met de opdeciemen die ten tijde van het plegen van de feiten van toepassing waren conform artikel DABM. Dit is de bestreden beslissing. IV. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING Uit het onderzoek van het dossier blijkt dat de vordering tijdig en regelmatig ingesteld is. Er worden geen excepties opgeworpen. Het beroep is ontvankelijk. V. ONDERZOEK VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING A. Eerste bezwaar Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij roept de schending in van de termijnen opgelegd in de artikelen en van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna DABM). Zij wijst erop dat de gewestelijke entiteit pas op 7 oktober 2013 haar voornemen betekende om een alternatieve geldboete op te leggen, hetzij 80 dagen na de kennisgeving van 19 juli 2013 door het parket. Vervolgens stelt zij dat de bestreden beslissing pas genomen werd op 3 juni 2014, negen maanden na de kennisgeving van 7 oktober Tenslotte werd de beslissing van 3 juni 2014 pas ter kennis gebracht aan de verzoekende partij op 18 juni 2014, wat niet binnen de termijn van 10 dagen is zoals opgelegd door artikel DABM. De verzoekende partij is van oordeel dat de wettelijke termijn waarover de gewestelijke entiteit beschikte om een boetebeslissing te nemen ruimschoots vervallen was, zodat de beslissing onwettig genomen is en dient vernietigd te worden. 2. De verwerende partij antwoordt dat de vermelde termijnen slechts termijnen van orde zijn, waarvan de overschrijding niet automatisch leidt tot een sanctie. Weliswaar dient de gewestelijke entiteit haar beslissing te nemen binnen een redelijke termijn, die volgens haar niet overschreden is. Tenslotte bewijst de verzoekende partij geen concrete belangenschade. 3. De verzoekende partij repliceert dat zij vroeger maatregelen had kunnen nemen mocht zij tijdig in kennis gesteld geweest zijn van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, zodat haar belangen wel degelijk geschonden werden. Zij wijst erop dat zij reeds in maart 2013 een oplossing had voorgesteld, hetgeen zij nogmaals herhaalde op 6 mei 2013, doch dat de toezichthouder afwachtend reageerde. Bovendien werd inmiddels een studie over de koeling uitgevoerd, waarvan de verzoekende partij het resultaat moest afwachten. In het licht van de afwachtende houding van de verwerende partij, alsook van de houding van de toezichthouder (die liet uitschijnen dat er samen naar een oplossing werd gezocht), kon de verzoekende partij ervan uitgaan dat zij over een bepaalde, bijkomende termijn beschikte om de door haar voorgestelde oplossing uit te voeren zonder dat haar een administratieve geldboete zou opgelegd worden. Zij besluit dat de redelijke termijn wel degelijk werd overschreden. MHHC - 5

6 4. De verwerende partij merkt op dat de verzoekende partij een nieuw bezwaar formuleert in haar memorie van wederantwoord dat uit de debatten moet geweerd worden in toepassing van artikel 7, 1, 4 van het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de rechtspleging voor het Milieuhandhavingscollege (hierna Procedurebesluit). De bewering dat de verzoekende partij vroeger maatregelen had kunnen nemen indien zij tijdig in kennis was gesteld van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, vormt een nieuw bezwaar dat niet in het initiële verzoekschrift geformuleerd werd. Ten gronde werpt de verwerende partij op dat het nieuwe bezwaar geloofwaardigheid mist, vermits de verzoekende partij reeds op 7 november 2011 werd aangemaand om de nodige maatregelen te nemen. De aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning werd pas ingediend op 18 maart 2014, ruim twee jaar later. Bovendien heeft de verzoekende partij slechts maatregelen genomen onder druk van een mogelijke bestuurlijke geldboete, en dit na vele aanmaningen en processen-verbaal. De verwerende partij leidt uit het bezwaar zoals geformuleerd af dat de verzoekende partij de vernietiging vordert uit hoofde van bevoegdheidsoverschrijding. Er kan evenwel geen sprake zijn van verlies van beslissingsbevoegdheid in hoofde van de gewestelijke entiteit, vermits dit in tegenstrijd is met artikel DABM Beoordeling 1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de bestreden beslissing wegens schending van de termijnen zoals bepaald in artikel , 1 en artikel DABM. Deze artikels luiden als volgt: - Artikel , 1 : Na de ontvangst van de beslissing van de procureur des Konings, vermeld in artikel , brengt de gewestelijke entiteit binnen een termijn van dertig dagen de vermoedelijke overtreder op de hoogte van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. - Artikel : Binnen een termijn van honderdtachtig dagen na de kennisgeving, vermeld in artikel , 1, beslist de gewestelijke entiteit over het opleggen van een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. De gewestelijke entiteit geeft aan de vermoedelijke overtreder kennis van haar beslissing binnen een termijn van tien dagen. Deze termijn gaat in op de dag waarop de gewestelijke entiteit haar beslissing heeft genomen. 2. De termijnen bepaald in de artikelen , 1 en , eerste lid DABM zijn geen vervaltermijnen, maar termijnen van orde. De schending van deze termijnen kan niet tot vernietiging van de bestreden beslissing leiden vermits de decreetgever geen sanctie heeft bepaald die de overschrijding ervan van rechtswege bestraft. De loutere overschrijding van deze termijnen kan bijgevolg niet tot vernietiging van de bestreden beslissing leiden. MHHC - 6

7 Het bezwaar faalt in rechte. B. Tweede bezwaar Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij stelt dat zij van goede wil is en actief heeft meegewerkt aan een oplossing om de geluidsoverlast te vermijden. Zij heeft alle nodige maatregelen genomen van zodra de toezichthouder definitief bevestigde dat deze het gewenste resultaat zouden opleveren. De duur van de geluidsoverlast was volgens haar te wijten aan het feit dat de toezichthouder pas in februari 2014 meedeelde dat het plaatsen van nieuwe condensatoren het gewenste resultaat zouden brengen, terwijl de studie reeds in oktober 2013 gefinaliseerd was en zij al in mei 2013 het voorstel tot plaatsing van nieuwe condensatoren had geformuleerd. De verzoekende partij is van oordeel dat de opgelegde boete in het licht van bovengenoemde omstandigheden kennelijk onredelijk is, temeer daar de verwerende partij uiterst lang gewacht heeft om onderzoeksdaden te verrichten en het resultaat hiervan mee te delen. 2. De verwerende partij antwoordt dat de verzoekende partij de rollen omdraait. Zij had reeds een aanmaning gekregen om de nodige maatregelen te nemen op 7 november Het is niet aan verwerende partij of aan de toezichthouder om voorstellen te formuleren. Een exploitant heeft steeds de verplichting om de milieuvoorwaarden na te leven. Nergens wordt gewag gemaakt van enige regelgeving dat de verzoekende partij zou verplicht zijn voorafgaand een goedkeuring te bekomen van enige overheidsdienst. De verwerende partij merkt op dat de verzoekende partij zelfs niet aantoont dat de nieuwe condensatoren effectief zijn geplaatst en dat er niet langer geluidshinder aanwezig is. De verwerende partij voegt hieraan toe dat zij zich mild opgesteld heeft en de intentie van de verzoekende partij om de condensatoren te plaatsen heeft meegenomen in haar beoordeling, hetgeen tot een lagere geldboete heeft geleid. De geldboete werd ook niet opgelegd omdat de situatie nog steeds niet opgelost was in 2014, maar omwille van het vastgestelde milieumisdrijf. Mede gelet op de discretionaire bevoegdheid van de verwerende partij is de opgelegde geldboete niet kennelijk onredelijk, in aanmerking nemend dat de geluidshinder meer dan twee jaar heeft geduurd. 3. De verzoekende partij repliceert dat de verwerende partij bij de bepaling van de hoogte van de administratieve geldboete moet rekening houden met de bepalingen van artikel en DABM. De verzoekende partij erkent dat zij als overtreder ertoe gehouden is om een einde te stellen aan het milieumisdrijf, maar betoogt dat zij onmiddellijk tijdelijke maatregelen heeft genomen (het openen van de bovenruimte) om de geluidshinder te beperken in afwachting van een definitieve oplossing, die een zekere tijd benodigde om te komen tot een duurzaam, geschikt en financieel redelijk resultaat. De definitieve oplossing werd aan de toezichthouder voorgelegd op 17 maart Volgens haar had de toezichthouder toen moeten meedelen dat zij onmiddellijk diende te handelen. Zij is van oordeel dat de gewestelijke entiteit met dit gegeven geen rekening gehouden heeft, en evenmin met het feit dat de geluidshinder enkel plaatsvond tijdens de zomermaanden. Ook de flagrante termijnoverschrijding als boetemilderend element werd volgens de verzoekende partij onvoldoende meegenomen in de bestreden beslissing. MHHC - 7

8 De verzoekende partij meent dat de formele motiveringsplicht en het redelijkheidsbeginsel geschonden zijn. 4. De verwerende partij stelt in haar laatste memorie dat de verzoekende partij opnieuw nieuwe niet-ontvankelijke bezwaren formuleert in haar memorie van wederantwoord door te stellen dat geen rekening gehouden werd met het niet-continu karakter van de geluidshinder enerzijds en de vermeende overschrijding van de redelijke termijn anderzijds. Ten gronde verwijst zij naar de uiteenzetting in het kader van het eerste bezwaar, waaruit blijkt dat de redelijke termijn niet overschreden werd. Beoordeling 1. Overeenkomstig artikel 7, 1, 4 Procedurebesluit van 27 mei 2011 moet het verzoekschrift op straffe van onontvankelijkheid een uiteenzetting vermelden van de ingeroepen bezwaren. Het is hierbij voldoende dat de uiteenzetting van de ingeroepen bezwaren mogelijk maakt te vatten wat de bestreden beslissing verweten wordt in het kader van de legaliteitstoetsing die het Milieuhandhavingscollege doorvoert. In het initieel verzoekschrift wordt onder meer gesteld wat volgt: Tevens is het kennelijk onredelijk om de betwiste geldboete op te leggen, wanneer men in gedachten houdt dat de verwerende partij wel uiterst lang wachtte ( )hetgeen er overigens toe heeft geleid dat de termijnen in artikel en werden geschonden, Het College stelt vast dat de overschrijding van de redelijke termijn reeds in het initieel verzoekschrift werd ontwikkeld. Het niet-continu karakter van de geluidshinder als mogelijk medebepalend element in het kader van de ernst van de opgelegde boete wordt evenwel door de verzoekende partij voor de eerste maal opgeworpen in haar memorie van wederantwoord en is bijgevolg te beschouwen als een nieuw niet-ontvankelijk bezwaar. De exceptie is in de aangegeven mate gegrond. 2. Overeenkomstig artikel DABM moet de gewestelijke entiteit bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete ervoor zorgen dat er geen kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de bestuurlijke geldboete ten grondslag liggen en de boete die op grond van die feiten opgelegd wordt. Artikel DABM bepaalt dat de gewestelijke entiteit de hoogte van de boete moet afstemmen op de ernst van het milieumisdrijf en tevens moet rekening houden met de omstandigheden waarin de vermoedelijke overtreder milieu-inbreuken of milieumisdrijven heeft gepleegd of beëindigd. MHHC - 8

9 Gezien de discretionaire beslissingsruimte waarover de gewestelijke entiteit beschikt bij het bepalen van het boetebedrag, kan er van een schending van vermelde artikels slechts sprake zijn als de gewestelijke entiteit op kennelijk onredelijke wijze toepassing gemaakt heeft van de criteria tot bepaling van het boetebedrag. 2.1 De verzoekende partij argumenteert dat zij actief meegewerkt heeft om aan de geluidshinder te verhelpen. Het College stelt vast dat de bereidheid van de verzoekende partij om tot een oplossing te komen in de bestreden beslissing werd meegenomen als verzachtende omstandigheid. Het onderdeel mist feitelijke grondslag. 2.2 De stelling van de verzoekende partij komt er anderzijds op neer dat de gewestelijke entiteit onredelijk lang met onderzoeksdaden heeft gewacht, zodat de verzoekende partij pas op 18 maart 2014 een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning kon indienen. De verzoekende partij meent dat de toezichthouder (mede) aan de basis ligt van de verlopen tijdsduur om tot een definitieve oplossing te komen, zij stelt dat zulks zou moeten leiden tot een proportionele vermindering van de boete. Uit de bestreden beslissing blijkt vooreerst niet dat het tijdsverloop een voor de verzoekende partij negatieve factor is geweest bij het begroten van de boete. De gewestelijke entiteit heeft rekening gehouden met de ernst van de vastgestelde inbreuk en de hieruit voortvloeiende mogelijke gezondheidsrisico s voor de omgeving als boetebepalende elementen. De overweging van de verzoekende partij dat het lange dralen van de toezichthouder tot een boetemilderend effect zou moeten leiden, kan overigens niet aangenomen worden. Conform artikel 22 van het Milieuvergunningsdecreet juncto artikel 43 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I) dient elke exploitant van een inrichting de milieuvoorwaarden en de voor de inrichting geldende algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden na te leven. Deze verplichting staat los van enig handhavingstoezicht. Ook dit onderdeel van het bezwaar is ongegrond. 3. Tenslotte roept de verzoekende partij de schending in van de redelijke termijnvereiste, die volgens haar moet leiden tot een proportionele vermindering van de boete in het kader van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. 3.1 De principes Bestuurlijke geldboeten zijn administratieve sancties die een punitief karakter hebben in de zin van artikel 6 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950, goedgekeurd door de wet van 13 mei 1955 (hierna EVRM) en van artikel 14 en 15 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966, goedgekeurd door de wet van 15 mei 1981 (BUPO). Als zodanig moeten zij omringd worden met de rechtswaarborgen voor strafvervolging voorzien door de artikelen 6 en 7 EVRM en het zevende aanvullend protocol bij het EVRM. MHHC - 9

10 De toetsing van deze principes geschiedt weliswaar op het niveau van de rechterlijke controle op bestuurlijke beboetingsbesluiten en niet bij de bestuurlijke besluitvorming zelf, waar de algemene beginselen van behoorlijk bestuur als richtsnoer dienen in het kader van de rechtsbescherming van de mogelijke overtreder De algemene beginselen van behoorlijk bestuur, en meer bepaald het zorgvuldigheidsbeginsel, leggen de overheid de verplichting op om binnen een redelijke termijn een beslissing te nemen bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete. Deze verplichting draagt in zich reeds het vermoeden van belangenschade in hoofde van de overtreder, die er mag op rekenen dat de punitieve sanctie die in de vorm van een bestuurlijke geldboete opgelegd wordt, hem niet binnen een kennelijk onredelijke termijn wordt ter kennis gebracht, temeer gelet op de uiterst ruime vork tussen de minimumboete van 0 euro en de maximumboete van euro die de decreetgever overeenkomstig artikel , tweede lid DABM heeft toegekend aan de gewestelijke entiteit. Vanuit het oogpunt dat ondernemen rechtszekerheid vergt, en mede in het licht van de concrete elementen aangehaald door de verzoekende partij in haar memorie van wederantwoord, kan de verzoekende partij minstens een rechtmatig moreel belang laten gelden om binnen een redelijke termijn te weten of zij al dan niet een bestuurlijke geldboete moet betalen en hoeveel deze bedraagt, zodat zij daarmee kan rekening houden bij de planning van haar activiteiten, uitgaven en investeringen De afweging van de redelijke termijnvereiste geschiedt binnen het kader van de rechtsbescherming die aan de overtreder reeds geboden wordt door de vijfjarige vervaltermijn. Dit is immers de absolute grens waarvan de overschrijding aanleiding geeft tot bevoegdheidsverlies in hoofde van de gewestelijke entiteit, en die in hoofde van de decreetgever zelf als maximale redelijke termijn beschouwd is waarbinnen de administratieve beboetingsprocedure kan verlopen. Onder het begrip kennelijk onredelijke termijn dient verstaan te worden een termijn die zodanig laattijdig is dat het niet meer redelijk geacht wordt om alsnog de normale voor de inbreuk decretaal toepasselijke administratieve punitieve sanctie op te leggen. De redelijke termijnvereiste, die zich ten aanzien van de bestuurlijke overheid manifesteert als de verplichting om als een bonus pater familias te handelen, dient in concreto geëvalueerd te worden, waarbij in de regel rekening gehouden wordt zowel met het gedrag van de administratie als met de houding van de overtreder. Hierbij kunnen tal van factoren een rol spelen, zoals de concrete omstandigheden waarin de feiten gepleegd of beëindigd zijn, de mate van medewerking betoond door de overtreder, de duur van mogelijke onderzoeksdaden, de complexiteit van het dossier, de ernst van de vastgestelde inbreuken, enz.. Ook de gevolgen van de overschrijding van de redelijke termijn moeten in concreto worden beoordeeld, zowel uit het oogpunt van de bewijslevering als van de opportuniteit tot het opleggen van de sanctie en de hoegrootheid ervan. De overschrijding van de redelijke termijn kan geen aanleiding geven tot bevoegdheidsverlies in hoofde van de gewestelijke entiteit, maar kan ertoe leiden dat het College, die op dat punt met volle rechtsmacht oordeelt, de bestuurlijke geldboete op een meetbare wijze vermindert of, in uitzonderlijke gevallen, beslist tot volledige kwijtschelding van de boete in de vorm van een nulboete. MHHC - 10

11 3.2 In concreto Het College stelt vast dat het proces-verbaal dateert van 14 augustus De beslissing van het parket tot niet-vervolging werd ter kennis gebracht van de gewestelijke entiteit op 19 juli De verzoekende partij ontving op 7 oktober 2013 bericht van het voornemen van de gewestelijke entiteit om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen. De termijn van orde, bepaald in artikel DABM op dertig dagen werd weliswaar overschreden, doch niet dermate dat dient aangenomen te worden dat de verzoekende partij op kennelijk onredelijke wijze laattijdig op de hoogte werd gebracht. Het College merkt op dat de klachten van geluidshinder op dat ogenblik nog steeds aanwezig waren. In het navolgend schriftelijk verweer van 8 november 2013 werd hieromtrent door de verzoekende partij overigens geen enkele opmerking gemaakt De bestreden beslissing werd door de gewestelijke entiteit genomen op 3 juni 2014, hetzij ruim tien maand na de kennisgeving bedoeld in artikel DABM. Het College stelt evenwel vast dat de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning door de verzoekende partij pas ingediend werd in maart 2014 en de beloofde geluidsarme condensatoren op het ogenblik van de bestreden beslissing nog niet geplaatst waren, terwijl de eerste klachten reeds dateren van november Het College is van oordeel dat de redelijke termijn in casu niet geschonden is. 4. Conclusie Het bezwaar wordt verworpen. MHHC - 11

12 OM DEZE REDENEN BESLIST HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE 1. Het beroep is ontvankelijk maar ongegrond. 2. Het College bevestigt de beslissing van de gewestelijke entiteit van 3 juni 2014 met nummer 13/AMMC/864-M/HVH. 3. De behandeling van het beroep heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Dit arrest is uitgesproken in Brussel op de openbare zitting van 22 december 2015 door het Milieuhandhavingscollege, vierde kamer, samengesteld uit: Marc VAN ASCH Geert DE WOLF Pascal LOUAGE Xavier VERCAEMER voorzitter van de vierde kamer bestuursrechter bestuursrechter met bijstand van hoofdgriffier De hoofdgriffier, De voorzitter van de vierde kamer, Xavier VERCAEMER Marc VAN ASCH MHHC - 12

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/25-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0022 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0018-M Verzoekende partij Jeroen VAN BYLEN met woonplaatskeuze te 2250 Olen, Gerheiden

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/18-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0013 in de zaak met rolnummer 1718/HHC/0024/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Maria VAN HOVE wonende te 2270 Herenthout,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0056 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/96-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Piet DE GROOTE met kantoor te 8300 Knokke-Heist,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/29-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sabine WULLUS, advocaat met kantoor te 8630

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/55-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Filip SOETAERT, advocaat, met kantoor te 8500 KORTRIJK, Doorniksewijk

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0149 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0070/M/0067 In zake: de heer Rik VERSTRAETE, wonende te 8792 Desselgem, Meelstraat 88 verzoekende partij tegen:

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0046 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/87-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Koenraad DEGROOTE met kantoor te 8720 Wakken,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/16-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de STAD [ ] vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen, met adres te [ ] hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/74-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0051 van 21 januari 2016 in de zaak 14MHHC/69-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0153 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0093/M/0082 In zake: bvba J. KRIJNEN KEUKENS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Harry HENDRICKX kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/I/1516/0136 van 16 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/83-I In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sabine WULLUS kantoor houdende te 8630 Veurne, Boterweegschaalstraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0117 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0094/M/0081 In zake: de bvba VINCKE bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Sam DULLAERT kantoor houdende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/97-VK van 21 november 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor wie optreedt de heer Frédérick VAN KERREBROECK, raadsman, hierna de verzoekende partij

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/5-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013

hierna de tegen voor wie hierna de 24 januari 2013 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/4-VK van 24 januari 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/28-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Nicky VAN LAEKEN, advocaat met kantoor te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1491 van 30 augustus 2016 in de zaak RvVb/1415/0506/A/0495 In zake: de bvba MONDY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Jan FERLIN, Peter

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 8 januari 2019 met nummer HHC-M-1819-0018 in de zaak met rolnummer 1718-HHC-0025-M Verzoekende partij de heer Jan TEUGHELS vertegenwoordigd door advocaat Chris DE NYN met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0027 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0087/M Verzoekende partij de nv DIRESCO vertegenwoordigd door advocaat Koen GEELEN, Bernard

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/63-VK van 16 juli 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0135 van 16 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/98-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/60-VK van 27 juni 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/40-VK van 18 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0090 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0136/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Diane REMMERIE, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/90-VK van 18 december 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/65-VK van 25 september 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreden mrs. Thierry WILLEMS en William WILLEMS, advocaten,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0697 van 1 maart 2016 in de zaak RvVb/1415/0538/SA/0518 In zake: het college van burgemeester en schepenen van de stad OUDENBURG bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 25 juni 2019 met nummer RvVb-A-1819-1144 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0447-A Verzoekende partijen de gemeente SINT-KATELIJNE-WAVER, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012

52-VK van. hierna de. tegen. voor wie. hierna de. 6 november 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/5 52-VK van 6 november 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0055 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/91-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0091 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0137/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc VAN DER SMISSEN, wonende te 1730

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/71-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Luc RYCKAERT, advocaat, met kantoor te 9900 EEKLO, Koningin Astridplein

Nadere informatie

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012

mevrouw hierna de tegen hierna de 16 februari 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/ /4-VK van 16 februari 2012 In de zaak van mevrouw [ ] wonendee te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bert VERHAEGHE, advocaat, met kantoor te 8870 IZEGEM, Kasteelstraat

Nadere informatie

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de

de BVBA hierna de tegen wie optreedtt afdelingshoofd Energie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/23-VK van 8 mei 2012 In de zaak van de BVBA [ ] met vennootschapszetel te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0064 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0062/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Silvy DENDAUW, wonende te 8940 Wervik,

Nadere informatie

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012

35-VK van. hierna de. tegen. hierna de. 9 augustus 2012 Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/3 35-VK van 9 augustus 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Willem SLOSSE, advocaat, met kantoor te 2018

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/15-VK van 7 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2011/00007 van 9 februari 2011 in de zaak 2010/0401/SA/3/0363 In zake: 1.... 2.... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0116 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0085/M/0077 In zake: de nv AB-INVEST, met zetel te 3621 Lanaken, Daalbroekstraat 38 vertegenwoordigd door: de

Nadere informatie

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE STROOMDIAGRAM MILIEUHANDHAVING BEROEP BIJ HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Art. 16.4.46 DABM: De beroepen tegen de beslissingen van de gewestelijke entiteit houdende de oplegging van een alternatieve of exclusieve

Nadere informatie

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 244.249 van 23 april 2019 in de zaak A. 221.219/XIV-37.287 In zake: de NV LEUNENS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Valerie

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0078 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0116/M Verzoekende partij de heer Koen WINDELS vertegenwoordigd door advocaat Steven TAMSYN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 29 augustus 2017 met nummer MHHC/M/1617/0121 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0040/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc DE MEYER, met woonplaatskeuze

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 18 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0054 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0117/M Verzoekende partij de nv CORNEILLIE vertegenwoordigd door advocaten Tom MALFAIT en

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0110 van 21 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0075/M/0070 In zake: bvba DURAN CONSTRUCTION vertegenwoordigd door: advocaat Peter HEIRMAN kantoor houdende te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0083 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0131/M Verzoekende partij de heer Jozef ROUGES, wonende te 9080 Zaffelaere, Dam 27 Verwerende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2015/0029 van 24 maart 2015 in de zaak 1213/0772/SA/3/0732 In zake: 1. de stad TIELT, vertegenwoordigd door het college

Nadere informatie