Werkplan 2015 Stichting Digitaal Leren werkplan 2015

Transcriptie

1 Werkplan 2015

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Projecten Ruimte voor professionele ontwikkelingen Verminderen administratieve lasten van het lokale onderwijsbeleid Eduroam Structurele voorzieningen Scholenwijzers BOVO-digitaal VOROC Elektronisch Leerling Dossier Eén aanmeldleeftijd voor het basisonderwijs VVE-up Internetdiensten Helpdesk Samenwerking en coördinatie uitvoering

3 1. Inleiding In 2014 is het aantal activiteiten waar Digitaal Leren zich mee bezig houdt ten opzichte van 2013 wederom uitgebreid. Deels komt dit doordat de schoolbesturen hebben aangegeven het op prijs te stellen wanneer Digitaal Leren een aantal ICTgerelateerde zaken zou oppakken, maar ook omdat de gemeente Den Haag een aantal nieuwe voor het onderwijs bestemde applicaties in gebruik heeft genomen. Dit alles heeft het bestuur aangezet nog eens helder te formuleren wat de missie is van Digitaal Leren. Doel van Digitaal Leren is het beheren, onderhouden en ontwikkelen van digitale voorzieningen die onderwijsinstellingen en gemeenten in staat stellen met elkaar een samenhangende structuur te vormen voor een optimaal onderwijsaanbod, doorgeleiding en begeleiding van de leerlingen uit de regio Haaglanden. Daarnaast reageert Digitaal Leren op verzoeken en aanvragen van scholen/schoolbesturen, aangaande wensen op het gebied van ICT en onderwijs en peilt zij bij haar doelgroep mogelijkheden voor het uitzetten van nieuwe initiatieven. In 2013 is door enkele schoolbesturen aan Digitaal Leren gevraagd in 2014 te onderzoeken welke digitale leermiddelen in de Haagse regio gebruikt worden en welke mogelijkheden er zijn het gebruik hiervan te stimuleren. Het bestuur van Digitaal Leren wil geenszins het beleid van de scholen bepalen, maar ziet wel als mogelijke taak het uitwisselen van ervaringen en het leren van elkaar te faciliteren. Een ander verzoek van de schoolbesturen is het doen van een inventarisatie van alle administratieve applicaties die door scholen gebruikt worden en het aangeven van de verbanden hiertussen. Te denken valt dan in ieder geval aan de koppelingen tussen het LeerlingAdministratieSysteem en BRON, tussen de gemeente en de school/schoolbesturen, tussen scholen onderling en tussen BRON en de gemeente. Met de aanstaande invoering van Passend Onderwijs zal de administratieve last naar verwachting verder toenemen en dus ook de behoefte te kijken of dit beperkt kan worden. De werkzaamheden van Digitaal Leren zijn verder nauw verbonden met de Haagse Educatieve Agenda, waarvan de nieuwste versie Kwaliteit als kompas, de Haagse Educatieve agenda in april 2014 vastgesteld is. Deze HEA is tot stand gekomen in samenwerking met o.a. de Haagse schoolbesturen en is uiteindelijk ondertekend door alle deelnemende partners, waaronder ook Digitaal Leren. Dit werkplan is dan ook een combinatie van een uitwerking van de ambities uit de HEA en de daarbij komende vragen van de schoolbesturen. Het werkplan wordt ter instemming voorgelegd aan het Platform PO, het Platform VO en de in de regio werkzame ROC s. Deze versie van het werkplan dient als basis voor de subsidieaanvraag bij de gemeente Den Haag en andere betrokken gemeenten en voor de verdere financiering door de diverse belanghebbende schoolbesturen. Vaststellen van het werkplan zal gedaan worden na voorlopige toekenning van de subsidie door de gemeente. Deelname aan activiteiten waarbij de financiering 3

4 (mede) gedragen wordt door schoolbesturen, zal door individuele schoolbesturen bevestigd worden. De kosten worden verdeeld onder de deelnemende schoolbesturen volgens te maken afspraken. In dit Werkplan 2015 wordt zoals ook vorig jaar een onderscheid gemaakt naar projecten en structurele voorzieningen. Daarbij wordt zo mogelijk een aansluiting gemaakt bij de in de HEA gebruikte ambities en uitgegaan van de in het budgetoverzicht 2015 genoemde budgetten voor de diverse activiteiten. Indien zich in de loop van het jaar extra werkzaamheden aandienen, zal een aanvulling op dit werkplan gemaakt worden, zal financiering geregeld moeten worden en zal dit aan de belanghebbenden ter instemming voorgelegd worden. Apart wordt ingegaan op de helpdesk en ten slotte op de communicatie en uitvoering van de coördinatie. Als laatste hoofdstuk is de begroting voor dit werkplan opgenomen. 2. Projecten Projecten zijn per definitie in tijd en middelen begrensd, maar kunnen voor Digitaal Leren ook nadrukkelijk een manier zijn om structurele werkzaamheden op gang te brengen. 2.1 Ruimte voor professionele ontwikkelingen In 2014 wordt door Digitaal Leren een onderzoek gedaan naar de wensen van het ondersteunen bij het vergroten van digitale vaardigheden bij docenten, naar de door scholen gebruikte applicaties en naar het gebruik van digitaal lesmateriaal. In de HEA wordt de ambitie verwoord om meer ruimte te maken voor de professionele ontwikkeling in het Haagse onderwijs. Voor het opzetten en onderhouden van professionele netwerken van leraren, schoolleiders, pedagogisch medewerkers en andere beroepsgroepen kan in de tweede tranche budget aangevraagd worden. Deels zijn er al scholen actief in het project LeerKRACHT en daarnaast is Digitaal Leren in gesprek met de Digitale Steden Agenda, Smart Cities en Kennisnet om te onderzoeken op welke wijze wij gezamenlijk scholen kunnen ondersteunen om hun eigen ambities met de digitalisering van het onderwijs en het opleiden voor vaardigheden die typisch bij de 21 e eeuw horen te stimuleren. Uit de HEA: We maken meer ruimte voor de professionele ontwikkeling in het Haagse onderwijs Professionalisering en nieuwe ontwikkelingen: ,- (2 e tranche) LeerKRACHT: ,- (2 e tranche) Netwerken docenten en ondernemers: 5.000,- (2 e tranche) De komende tijd zullen wij gebruiken om met de scholen, waaronder die al bezig zijn met dergelijke initiatieven, en met ondersteunende instanties te overleggen op welke wijze hier vervolg aan gegeven kan worden. 4

5 2.2 Verminderen administratieve lasten van het lokale onderwijsbeleid In de HEA staat verwoord dat men zo mogelijk procedures beter wil organiseren en voorzieningen doeltreffender maken. Men wil werkprocessen voor onderwijssubsidies en voor instroom en overgangen binnen het Haagse onderwijs vereenvoudigen. Als onderdeel van deze ambitie wordt genoemd het opzetten van een nieuwe HEAmonitor. Digitaal Leren beschikt met BOVO-digitaal, VOROC en sinds 2014 Eenaanmeldleeftijd, over informatie over overgangen, die samen met informatie van de gemeente en de rijksoverheid (DUO) kunnen bijdragen aan een goed onderzoeksprogramma. Met de gemeente en schoolbesturen zal de komende periode onderzocht worden of een gezamenlijk optrekken hierin kan leiden tot vermindering van lasten en verbetering van de opbrengsten. Samen met de gemeente en de schoolbesturen onderzoeken op welke wijze Digitaal Leren met de informatie uit haar applicaties kan bijdragen aan een onderzoeksprogramma naar de uitvoering van de HEA-monitor en het voor de scholen verminderen van de administratieve lasten. 2.3 Eduroam Het onderwijs wordt steeds meer digitaal. Leerlingen gebruiken steeds vaker smartphones, tablets en netbooks om het individuele leerproces te ondersteunen. De netwerken in scholen zijn echter veelal niet veilig, niet erg geschikt om grootschalig toegang te bieden aan draadloze apparaten en ook nog duur in onderhoud. Dit kost geld en remt de zeer belangrijke ontwikkeling naar digitaal maatwerk op scholen. Veel scholen zijn zich ervan bewust dat de komende jaren de draadloze netwerken opgewaardeerd dienen te worden. Nadat SURFnet met succes dit concept bij de Universiteiten en Hogescholen uitgerold heeft en nadat dit door de Digitale Steden Agenda en o.a. Digitaal Leren opgepakt is, heeft Kennisnet besloten dit verder voor het primair en voortgezet onderwijs te ondersteunen. Hoewel de uitrol niet snel gaat, wil Digitaal leren in 2015 toch verder deze mogelijkheid verder onder de aandacht van scholen en overige culturele- en educatieve instellingen brengen. Samen met Kennisnet Eduroam onder de aandacht brengen van scholen en culturele instellingen en waar mogelijk ondersteuning bieden bij de implementatie hiervan. 5

6 3. Structurele voorzieningen Digitaal Leren onderhoudt applicaties die soms al een aantal jaren door het onderwijsveld gebruikt worden. Onderstaand staan de voorzieningen beschreven die in dit kader in 2015 onder verantwoordelijkheid van Digitaal Leren zullen worden uitgevoerd. Ze dragen allen bij aan de doelstellingen om te zorgen dat iedere leerling op de juiste plek komt, de overgangen tussen de onderwijssoorten te ondersteunen en te verbeteren en te zorgen dat iedere leerling tot 18 jaar de zorg of ondersteuning krijgt die nodig is. 3.1 Scholenwijzers Jaarlijks verschijnt voor ouders die voor hun kinderen een PO- of VO-school zoeken een gids met daarin informatie over de betreffende scholen in de Haagse regio. De gids van het primair onderwijs wordt sinds de komst van Eenaanmeldleeftijd meegestuurd met de brief aan ouders met een kind dat 1 jaar gaat worden en waarin staat dat hun kind vanaf de leeftijd van één jaar zich kan aanmelden bij één school. De gids voor het voortgezet onderwijs verschijnt in het najaar, voor de aanmeldingsperiode van de scholen voor vo. De inhoud van deze gidsen wordt voor het grootste deel door de scholen zelf ingevuld volgens een gezamenlijk vastgesteld stramien. Digitaal leren verzorgt de gehele organisatie van de totstandkoming van de gidsen en levert aan de gemeente een druk klaar product op. Door Spirit4you wordt jaarlijks na de zomervakantie de gids Wegwijs in het MBO uitgegeven. Voor het invoeren van de teksten van de Scholenwijzer en de MBO-gids wordt een webapplicatie gebruikt. De naam van deze applicatie is Wegwijzer. Naast het gebruik van gegevens uit de Wegwijzer voor de papieren gidsen, wordt uit de Wegwijzer ook informatie gehaald voor de Scholenwijzer op en voor de website De Wegwijzer is te beschouwen als een grote database, waar veel officiële gegevens van scholen in staan, aangevuld met informatie vanuit de scholen. Om er voor te zorgen dat scholen niet dezelfde informatie op verschillende plekken moeten invullen, wordt de Wegwijzer actueel en compleet gehouden en wordt informatie hieruit ook gebruikt voor het vullen en actueel houden van BOVO-digitaal, Eénaanmeldleeftijd en de website van SPPOH. Vanwege de uitbreiding van de functionaliteiten van de Wegwijzer is de applicatie in 2014 structureel aangepast. De gebruiksvriendelijkheid voor het invoeren is toegenomen en de exportmogelijkheden zijn aangepast aan de toegenomen vraag hiervoor. Omdat de digitale versie van de scholenwijzer steeds meer informatie gaat bevatten wordt eind 2014, tegelijk met het verschijnen van de papieren gids vo, een vernieuwde lay-out online gezet met meer informatie en mogelijkheden voor zoeken. Door de vraag naar meer informatie op de digitale Scholenwijzer zal samen met de schoolbesturen onderzocht 6

7 worden welke informatie uit andere bronnen gehaald kan worden (o.a. Inspectie, Vensters voor Verantwoording) en voor welke verdere informatie met doorlinken gewerkt gaat worden. De vraag zal gesteld worden of de informatie op de digitale Scholenwijzer er voor kan zorgen dat de informatie opgenomen in de papieren Scholenwijzer op termijn kan verminderen. 3.2 BOVO-digitaal Sinds het schooljaar wordt voor de overstap van po naar vo gebruik gemaakt van de po-vo-module en de RVC/PCL-module van Onderwijs Transparant (OT). Dit is een SAAS-oplossing (software as a service). Met ingang van 1 augustus 2014 gaat de Wet Passend Onderwijs in en vanaf 2015 wordt de afname van de Citotoets verplaatst naar juni. Dit heeft gevolg voor de advisering en de totstandkoming van het advies. Een en ander zal leiden tot aanpassingen en uitbreiding van de applicatie. Samen met het SWVZHW en SPPOH is in 2014 gezocht naar de beste oplossing hiervoor. Om voor de scholen de werkzaamheden zo overzichtelijk mogelijk te houden, is gekozen om ook de 1loket module van OT af te nemen. Dat betekent voor de scholen dat ze maar met één applicatie hoeven te werken voor de diverse schoolwisselingen (po-po-, po-vo, vo-vo) en voor het invullen van de groeidocumenten (po en vo). De applicatie van OT zal volgens landelijke standaarden en beveiligde verbindingen gegevens uitwisselen met de Leerlingadministratiesystemen en met OSO. Voor zowel po als vo is 2015 het eerste (school)jaar dat Passend Onderwijs van kracht is. Dit zal ongetwijfeld leiden tot voortschrijdend inzicht voor allerlei afspraken en procedures die ook in het loket verwerkt zullen moeten worden. 3.3 VOROC Sinds schooljaar wordt de overgang van vmbo naar het ROC Mondriaan digitaal ondersteund door de applicatie VOROC. Deze applicatie geeft de decanen van de vmbo scholen inzicht in de status van de aanmelding van hun leerlingen. Het overstapdossier, het Doorstroomformulier genaamd, wordt door de decanen in de applicatie ingevuld en na aanmelding van een leerling bij een ROC, automatisch geüpload naar het ROC. Daarnaast worden zorgleerlingen automatisch gemeld bij het project De Overstap. Vanaf het schooljaar doen ook de andere mboscholen in de regio Haaglanden mee aan de uitwisseling van gegevens en vanaf het schooljaar wordt de applicatie VOROC ook in de RMC-regio 27 (Zuid- Holland-Oost) gebruikt. In dit project wordt voor de regio Haaglanden samengewerkt met het RMC, met Spirit4you, ROC Mondriaan, ID-College en AOC Wellant. In de andere regio s wordt samengewerkt met de betrokken partijen. Om zoveel mogelijk leerlingen te kunnen volgen is in 2014 de terugkoppeling met Eduarte centraal gerealiseerd. Dat betekent dat alle scholen die gebruik maken van Eduarte via een aparte module met VOROCscholen gegevens kunnen uitwisselen. 7

8 Naast de inzet van de applicatie VOROC, is voor het slagen van deze overstap de inzet van de coördinator VOROC en de applicatiebeheerder, van het grootste belang. Vanaf januari, bij de start van de aanmeldingen, worden tweewekelijkse rapportages aan de betrokkenen ter beschikking gesteld. Zowel regionale als bovenregionale overleggen door het jaar heen, zorgen voor een goed overleg tussen alle betrokkenen. ROC Mondriaan maakt sinds twee jaar gebruik van Magister als Leerlingadministratiesysteem. De wens is om ook met dit LAS een automatische uitwisseling tot stand te brengen en verder ook met overige ROC s waaraan vmbo-scholen uit de deelnemende regio s leerlingen aanleveren, zodat de terugkoppeling van de status van aanmelding zo snel mogelijk bij de scholen bekend is. 3.4 Elektronisch Leerling Dossier Het ELD is voor het basisonderwijs de tool om te communiceren met, en signalen door te geven aan, de Verwijsindex Haaglanden. De uitvoering van de werkzaamheden, waaronder scholing, is belegd bij Digitaal Leren. Alle Haagse po-scholen hebben toegang tot het ELD en hebben een scholing voor het werken met het ELD gevolgd. De Verwijsindex Haaglanden wordt vanuit de dienst Jeugd van de gemeente Den Haag aangestuurd. Vragen omtrent het gebruik van de applicatie worden door de eerste lijn van de helpdesk opgenomen, beantwoord en indien noodzakelijk doorgestuurd naar de functioneel beheerder of de relatiebeheerders van de Verwijsindex. Voor de scholen is het gebruik van de applicatie voor het afgeven van een signaal richting de Verwijsindex Haaglanden door onder andere de koppeling met het door hen gebruikte leerlingadministratiesysteem zeer eenvoudig. Voor nieuwe gebruikers zullen enkele workshops georganiseerd worden. Samen met de afdeling Jeugd zal besproken worden of er andere belemmeringen zijn voor scholen om niet of onvoldoende te signaleren. 3.5 Eén aanmeldleeftijd voor het basisonderwijs Binnen de gemeente Den Haag zijn afspraken met de schoolbesturen gemaakt voor één aanmeldleeftijd voor het basisonderwijs. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een nieuw ontwikkelde applicatie. Digitaal Leren heeft vanaf oktober 2013 het beheer 8

9 (functioneel- en applicatiebeheer) en overlegt met de gebruikers en de leverancier over eventuele aanpassingen van de applicatie. In 2014 is besloten het convenant door te trekken tot aan de leerplichtige leeftijd en te onderzoeken op welke wijze hierbij samengewerkt kan worden met de eisen gesteld door de Wet Passend Onderwijs. Jaarlijks worden voor nieuwe en huidige gebruikers workshops georganiseerd. Iedere maand worden vanuit het systeem brieven gegenereerd en daarna verzonden naar ouders met kinderen die binnenkort 1 jaar worden en vanaf dat moment zich mogen aanmelden bij de basisschool van hun keuze. In het systeem worden de aanmeldingen bijgehouden en naast de managementrapportages waarin deze gegevens worden opgenomen, worden deze aantallen ook via de Wegwijzer in de digitale scholenwijzer getoond, waardoor ouders steeds een actueel overzicht van het aantal beschikbare plaatsen voor een bepaald schooljaar op iedere basisschool kunnen vinden. Scholen ondersteunen bij het gebruik van de Aanmeldapplicatie middels het geven van workshops en samen met een gebruikersgroep de applicatie verder aanpassen voor WPO. 3.6 VVE-up De gemeente heeft in 2013 een uitwisselingsplatform, VVE-UP (Voor- en Vroegschoolse Educatie Uitwisselingsplatform) laten ontwikkelen. Via het platform worden aanmeldingen bij een voorschool geregistreerd en hebben peuterspeelzalen en kinderdagverblijven direct inzicht of een kind taalondersteuning nodig heeft. Ook zien basisscholen direct of een kind taalondersteuning nodig heeft. Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen hoeven niet langer handmatig rapportages door te geven aan de gemeente, maar kunnen volstaan met registratie in hun eigen administratiesysteem. Deze administratiesystemen zijn gekoppeld aan VVE-UP, waardoor de administratieve last voor betrokken instellingen enorm verminderd is. In 2015 zullen de scholen voor po aangesloten worden op VVE-UP, waardoor tot en met groep 2 de benodigde informatie beschikbaar komt. Alle scholen po worden middels een koppeling van hun administratiesysteem aan VVE-UP gekoppeld. Medewerkers van Digitaal Leren zullen bij de scholen langs gaan om hen te helpen met deze koppeling. 3.7 Internetdiensten Scholen willen op een professionele manier gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van ICT. Ook moet de betrouwbaarheid zeker zo groot zijn als bij consumentengebruik en moet de ondersteuning beter zijn. De verschillende applicaties die Digitaal Leren aan het onderwijsveld ter beschikking stelt, (VOROC, TOPDesk, Wegwijzerapplicatie, Scholenwijzers, ELD etc.) worden gehost in een serverpark binnen het netwerk van GlasLokaal. Daarmee blijft veel 9

10 dataverkeer binnen het eigen scholennetwerk (dus zonder gebruik te maken van internet). Het onderhoud en beheer worden op een verantwoorde wijze uitgevoerd met veel aandacht voor de beveiliging van de gegevens. Met het datacentrum is het mogelijk voor scholen om zelf eenvoudig een e- mailaccount te beheren. Alle leerkrachten en leerlingen van de school kunnen op deze wijze een adres krijgen. Ook is het mogelijk de domeinregistratie via Digitaal Leren te regelen en de schoolwebsite te hosten. Deze diensten zijn te zien als een aanvulling op de aansluiting die de meeste scholen hebben op het netwerk van GlasLokaal. Vanaf 2013 maken steeds meer scholen (en andere instellingen) gebruik van de Digitale muurkrant. Hiermee is het mogelijk berichten voor zowel de eigen instelling als voor andere instellingen berichten op een beeldscherm te plaatsen. Daarnaast kan iedere school ook van belang zijnde berichten van andere instellingen op het eigen scherm opnemen. De Digitale muurkrant is een vorm van narrow casting en ontwikkeld in opdracht van de gemeente Den Haag. Gebruikers zijn veelal maatschappelijke, culturele en educatieve instellingen in de Haagse regio. Met de komst van steeds meer webapplicaties waarop (met een username en wachtwoord) ingelogd moet worden, is het beheer van al die inloggegevens er niet eenvoudiger op geworden. Dat geldt voor zowel de beheerorganisaties van de applicaties als voor de gebruikers. In 2013 zijn door Digitaal Leren in samenwerking met vertegenwoordigers van Haagse schoolbesturen en met Kennisnet de eerste tranche scholen aangesloten op Entree, de Kennisnet Federatie. Entree is het fysieke platform waaraan onderwijsinstellingen en dienstenleveranciers hun systemen kunnen koppelen. Ook in 2015 kunnen scholen weer met nog meer applicaties via SSO inloggen. Met het nieuwe (virtuele) platform is Digitaal Leren in staat de door het onderwijs gebruikte applicaties op een veilige manier ter beschikking te stellen aan de gebruikers. Veelal wordt gebruik gemaakt van koppelingen met andere systemen in het eigen netwerk of, via beveiligde internetverbindingen, met andere systemen. Digitaal Leren zal inzetten op een verdere verbetering van het gebruik van het platform en bij haar doelgroep de mogelijkheden van medegebruik onder de aandacht brengen. 4. Helpdesk Sinds 2008 is mede op initiatief van het programma Digitaal Leren een helpdesk ingericht voor Haagse onderwijsapplicaties om vragen vanuit het onderwijsveld te kunnen beantwoorden. Dit werd ingegeven door het toegenomen gebruik van applicaties voor allerlei processen. Daarnaast zouden ook de vragen over de 10

11 processen zelf hier binnen moeten komen. Door een bemensing van uur is de toegankelijkheid voor het onderwijs sterk verbeterd. De helpdesk bestaat uit een eerste en tweede lijn. Bij de eerste lijn komen de vragen via de telefoon of de binnen en worden deze voor zover mogelijk direct beantwoord. Indien de vraag niet beantwoord kan worden, wordt de vraag doorgezet naar de 2 e lijn. Dit is meestal de functioneel- of applicatie-beheerder. In de meeste gevallen wordt de vraag vervolgens weer via de eerste lijn teruggespeeld, maar het komt ook voor dat de tweede lijn contact opneemt met de vragensteller. De derde lijn komt voor bij problemen van technische aard bij het gebruik van applicaties. Deze is in alle gevallen uitbesteed aan een ICT-onderhoudspartij en wordt alleen door de helpdesk benaderd. Een helpdesk zal altijd nodig zijn voor het beantwoorden van vragen en bij het voorkomen van storingen. Toch streven wij er vanzelfsprekend naar ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk vragen komen, maar indien ze toch komen, deze zo goed en snel mogelijk naar tevredenheid van de klanten af te handelen. De afgelopen jaren werden weer nieuwe applicaties in gebruik genomen (nieuwe BOVO-digitaal, Eeenaanmeldleeftijd en VVE-UP). De vragen en opmerkingen van de gebruikers worden gebruikt om de applicaties te verbeteren. Dat zal ook in 2015 weer aan de orde zijn. 5. Samenwerking en coördinatie uitvoering Digitaal Leren is opgezet in samenwerking met het onderwijs en heeft daarbij de afgelopen jaren zoveel mogelijk aansluiting gezocht met partijen die ook een bijdrage aan het onderwijs leveren: - Kennisnet - SWVZHW - SPPOH - Schoolinfo/OSO - Digitale steden Agenda - Smart Cities - Pitch The Hague Digitaal Leren heeft niet als belangrijkste doelstelling actief aan communicatie te doen. Toch is het bij de uitoefening van haar taken wel belangrijk dat de doelgroep weet heeft van de activiteiten. Daarnaast is gebleken dat van belang is dat Digitaal Leren bekend is bij andere instellingen, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van subsidies of met het oog op mogelijke samenwerking. Ook wordt Digitaal Leren betrokken bij vraagbundeling en ontwikkeling ten behoeve van de verschillende beleidsvelden binnen het onderwijs. Communicatiemiddelen die ingezet worden zijn de website, indien aan de orde een nieuwsbrief, flyers voor speciale projecten en het bijwonen van evenementen in het kader van het onderhoud van netwerken. De kosten voor samenwerking en coördinatie zijn voor zover van toepassing naar rato over de verschillende onderdelen verdeeld. 11