i 1 NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL 23e kamer burgerlijke zaken eindvonnis - op tegenspraak 2018/ 3(/ /3474/A Uitgifte

Transcriptie

1 R epertorum nummer 208/ 3(/55 Oatum van utspraak 6 maart 208 Ronummer 206/3474/A D Net aan te beden aan de ontvanger Dagvaardng 4 besuten Utgfte Utgerekt aan op ( Utgerekt aan op { - f' (vrj: art 260, 2" Wb. regstrate) (G.W.. art ) Utgerekt aan NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL op {,,:,! VON-EVT Aangeboden op Net te regstreren 23e kamer burgerjke zaken endvonns - op tegenspraak!

2 In de zaak van: DE WOONINSPECTEUR, met kantoor te 20 Snt-Joost-ten-Node, Konng Abert t - aan 9 bus 22, eser, op de zttng vertegenwoordgd door mr. Len Scheernck, advocaat, n de paats van mr. Phppe Decercq, advocaat, met kantoor te 3320 Hoegaarden, Gemeentepen 25../ tegen:. De heer, wonende te : 2. De heer, wonende te verweerders, bede op de zttng vertegenwoordgd door mr. Godeeve Defrancq, advocaat, n de paats van mr. Frank Snjkers, advocaat, met kantoor te 850 Grmbergen, Pastoor Woutersstraat 26 bus 7. * In deze zaak spreekt de rechtbank het vogende vonns ut. Het vonns wordt utgesproken n eerste aaneg, na tegenspraak. Artke 2 van de wet van 5 jun 935 op het taagebruk n gerechtszaken werd toegepast voor het opmaken van de akten van rechtspegng de aan dt vonns voorafgngen. De rechtbank heeft kenns genomen van de stukken van de rechtspegng, en n het bjzonder van : de dagvaardng, betekend op 29 augustus 206 met een expoot van mr. de gerechtsdeurwaarder te de concuse van de woonnspecteur, neergeegd op februar 207 ; Nederandstage rechtbank van eerste aaneg Brusse - A.R. 6/3474/A-p.2

3 de "concuseu, "syntheseconcuse" en "syntheseconcuse I" van de heer en de heer respectevejk neergeegd op 30 november 206, 3 maart 207 en 8 januar 208. Op de zttng van 5 februar 208 werden de raadseden van de partjen gehoord, waarna twee stukkenbundes werden neergeegd, het debat werd gesoten en de zaak n beraad werd genomen. De aatste concuse van eke partj wordt beschouwd as syntheseconcuse. De rechtbank beoordeet enke de esen en argumenten de n de syntheseconcuses zjn uteengezet. * A. Feten en procedurevoorgaanden. Na een medng van de denst husvestng van de gemeente de woonnspectear op 8 oktober 203 het gebouw geegen te. Het gebouw s egendom van de heren bezocht en Bjkens het proces-verbaa van dat paatsbezoek werd vastgested dat het een pand betrof waarn twee woongeegenheden waren ondergebracht : een appartement op het gejkvoers dat werd verhuurd, en een appartement op de eerste- en zoderverdepng dat werd bewoond door de heer en zjn gezn. Er werden In de wonng op het gejkvoers verschende gebreken vastgested waardoor zj ongeschkt werd geacht. Ook werden n het gebouw as gehee gebreken vastgested waardoor ook het appartement op de verdepng ongeschkt werd geacht. Voor de opdeng van het goed n twee woongeegenheden zonder stedenbouwkundge vergunnng werd tevens proces-verba opgested op 27 augustus 203 door een stedenbouwkundg ambtenaar van de gemeente' 2. De woonnspecteur stede op 20 december 203 een herstevorderng op de werd overgemaakt aan de procureur des Konngs. Het dosser werd door het parket zonder gevog gerangschkt. Met breven van 30 oktober 205 verzocht de woonnspecteur de heren.., en om bnnen de maand ofwe te meden dat ae gebreken zjn hersted ofwe een renovatepan voor te eggen. Herop werd net gereageerd en op Nederandstage rechtbank van eerste aaneg Brusse - A.R. 6/3474/A-p.3

4 29 augustus 206 gng de woonnspecteur over tot dagvaardng van de heren en 3. Op 3 me 207 deeden de heren en : aan de woonnspecteur en aan het coege van burgemeester en schepenen mee dat de gevruagde herstemaatrege werd utgevoerd nu aan de wonng de bestemmng van ééngeznswonng werd gegeven. Op 20 oktober 207 bezocht de woonnspecteur opneuw het gebouw. Bjkens het proces-verbaa vertoonde het gebouw nog steeds gebreken en waren bede woongeegenheden ongeschkt. We werd vastgested dat het gejkvoers net werd bewoond. B. Esen 4. De woonnspecteur est dat de rechtbank de heren en n sodum, mnstens de ene bj gebreke aan de andere, voor wat betreft het onroerend goed geegen te., kadastraa bekend te n -. zou veroordeen tot het vogende : ofwe de wonng een andere bestemmng te geven op bass van de bepangen van de Vaamse Codex Rumtejke Ordenng; ofwe het pand te sopen, tenzj dt verboden s. Hj vraagt dat de heren : en zouden veroordeed worden om dt ut te voeren bnnen de 0 maanden na betekenng van het vonns, op straffe van een dwangsom van 25 per persoon per dag vertragng, zonder dat er een bjkomende termjn n de zn van artke 385bs, verde d, van het Gerechtejk Wetboek wordt toegekend.!. t! f t Hj vraagt de rechtbank vervogens om hem en het coege van burgemeester en schepenen te machtgen ambtshuve n de utvoerng van de herstemaatrege te voorzen voor het geva dt herste net tjdg wordt utgevoerd, en te zeggen voor recht dat hj gerechtgd s de kosten te verhaen bj de heren : en Ook vraagt hj de rechtbank om hem en het coege van burgemeester en schepenen te machtgen om de kosten van herhusvestng te verhaen op de heren. en Nederandstahge rechtbank van eerste aaneg Brusse - A.R. 6/3474/A- p.4

5 5. De heren en besuten dat de vorderng onontvankejk, mnstens ongegrond s. Ondergeschkt vragen zj om een paatsbezoek te beveen. C. Beoordeng 6. De woonnspecteur heeft de herstevorderng bj de rechtbank aanhangg gemaakt met toepassng van artke 20bs, 5, van de Vaamse Wooncode. Deze bepang udt as vogt : "De woonnspecteur en het coege van burgemeester en schepenen kunnen ook voor de rechtbank van eerste aaneg, zeteend n burgerjke aangeegenheden, n het gerechte/jk arrondssement waar de wonng, het pand, de specfeke woonvorm of het goed, vermed In artke 20,, zch bevndt, de utvoerng van herstemaatregeen vorderen zoas omschreven n." 7. De herstevorderng kan worden gercht tegen eke persoon de vogens de woonnspecteur de bepangen van de Vaamse Wooncode overtreedt. As zodang moet zj net noodzakejk gercht worden tegen ae m ede-egenaars van het onroerend goed. De excepte van net-ontvankejkhed de wordt gesteund op de vaststeng dat de es maar tegen twee van de dre mede-egenaars wordt Ingested, s dan ook ongegrond. 8. De herstevorderng kan maar sagen wanneer zj betrekkng heeft op een wonng n de zn van artke 20,, van de Vaamse ooncode. Vogens de. woonnspecteur gaat het her om een wonng zoas bedoed n het eerste d van de bepang, dat as vogt udt : "As een wonng of een specfeke woonvorm as vermed n artke 5, 3,. eerste d, net vodoet aan de veresten en normen, vastgested met toepassng van artke 5, rechtstreeks of va tussenpersoon wordt verhuurd, te huur gested of ter beschkkng gested met het oog op bewonng, wordt de verhuurder, de eventuee onderverhuurder of degene de de wonng ter beschkkng stet, gestraft met een gevangensstraf van zes maanden tot dre jaar en een gedboete van 500 tot euro of met een van de straffen aeen." Om te kunnen sagen n zjn es, moet de woonnspecteur adus aantonen dat de wonng net vodoet aan de veresten en normen, vastgested met toepassng van artke S van de Wooncode, én dat de wonng wordt verhuurd, te huur gested of ter beschkkng gested met het oog op bewonng. Nederandstage rechtbank van eerste aaneg Brusse - A.R. 6/3474/A- p.s

6 9. Ut de stukken de w?rden voorgeegd bjkt dat het pand n het vereden was opgedeed n twee woongeegenheden. Het appartement dat op het gejkvoers was ngercht, werd verhuurd aan een derde, en het appartement dat door de eerste verdepng en zoderverdepng werd gevormd, werd bewoond door de heer en zjn gezn. Aan de stuate s een ende gekomen. Het gejkvoers wordt net anger verhuurd en het pand wordt thans nog enke bewoond door de heer ;.' en zjn gezn. Het proces-verbaa van het paatsbezoek van 26 oktober 207 bjft spreken van twee verschende woongeegenheden. De vaststengen maken echter vodoende dudejk dat de "wonng." op het gejkvoers net anger bestemd s om as afzonderjke woongeegenhed te denen. Het s just dat dt voormage appartement net voedg werd ontmanted, n de zn dat er nog (bjzonder gebrekkg) keuken- en badmeubar aanwezg s en dat er zch aansutngspunten en afvoeredngen bevnden. Een voedge ontmanteng s echter net verest om het bewjs te everen dat het her net meer om een afzonderjke woongeegenhed gaat. De stopzettng van de verhurng en de fetejke vaststeng dat het gejkvoers thans kennejk wordt gebrukt as opsagrumte of rommehokken, vostaan as bewjs dat er geen afzonderjke woongeegenhed meer wordt verhuurd of te huur of ter beschkkng wordt gested. Het s redejkerwjze ondenkbaar s dat het gejkvoers nog as afzonderjke woongeegenhed zou kunnen worden gebrukt. De rechtbank besut dat het bewjs net wordt geeverd dat de wonng de het voorwerp utmaakt van de herstevorderng, wordt verhuurd, te huur gested of ter beschkkng gested met het oog op bewonng. 0. De wonng n zjn gehee wordt weswaar nog bewoond door de heer en zjn gezn. De woonnspecteur voert echter n de syntheseconcuse net aan dat het her zou gaan om een ter beschkkng steng met het oog op bewonng waarop de herstevorderng kan worden gesteund. De herstevorderng heeft kennejk enke betrekkng op het gejkvoers waarvan beweerd wordt dat het verhuurd wordt. Dt bjkt ook ut de omstandghed dat de herstevorderng net ertoe strekt de wonng n staat te steen, maar om haar een andere bestemmng te geven op bass van de bepangen van de Vaamse Codex Rumtejke Ordenng. De "andere bestemmng", toegeaten door de Vaamse Codex Nederandstage rechtbank van eerste aaneg Brusse - A.R. 6/3474/A-p.6

7 Rumtejke Ordenng, wordt berekt door het pand net tanger te aten bestaan ut twee woongeegenheden, maar ut één woongeegenhed. Anders gezegd, het bjkt dat de es ongegrond s omdat.nmddes vrjwg werd vodaan aan hetgeen werd geëst door de woonnspecteur, namejk het geven van een andere bestemmng aan de wonng.. Nu de heren en destjjds net geantwoord hebben OP.. e vraag van de woonnspecteur en pas na de dagvaardng het nodge hebben gedaan om de woonnspecteur ervan te verwttîgen dat het pand net anger was opgedeed In twee woongeegenheden, bjkt we dat de woonnspecteur destjds terecht s overgegaan tot dagvaardng. Ook ten tjde van. de concuse van de woonnspecteur was deze nog net op de hoogte gebracht van de beëndgng van de onrechtmatge toestand. De gerechtskosten worden n deze omstandgheden ten aste geegd van de heren :en OP GROND VAN DEZE REDENEN BESLIST DE RECHTBANK : De es s toeaatbaar doch ongegrond ; De rechtbank veroordeet de heer en de heer tot de gerechtskosten, begroot op 324,00 (dagvaardng) + 35,8 (overschrjvng hypotheekkantoor) (rechtspegngsvergoedng voor de woonnspecteur), en tot de kosten van de kantmedng. Dt vonns wordt utgesproken tjdens de openbare zttng van de 23 5a kamer van de Nederandstage rechtbank van eerste aaneg Brusse van 6 maart 208, door de heer Francs Van Nuffe, ondervoorztter, n aanwezghed van de heer Johan Gysemans, afgevaardgd grffer. Nederandstage rechtbank van eerste aaneg Brusse - A.R. 6/3474/A-p.7