ffi '?üffhorrand KgÆ-Yffiru EIhf,E Lid Gedeputeerde Staten 2021is deze aanpak gecontinueerd. Sinds 2014 ontvangen Provinciale Staten daarom jaarlijks

Transcriptie

1 KgÆ-Yffiru Lid Gedeputeerde Staten R.A. Janssen Contact '?üffhorrand Aan de leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland Postadres Prov nciehuis Postbus LP Den Haag T Datum 10 juli 2018 Ons kenmerk PZH Uw kenmerk Bijlagen OndeMerp Rapportage Brzo-inspecties Provincie Zuid-Holland Geachte Statenleden, ln de Nota WH hebben Gedeputeerde Staten het voornemen uitgesproken om jaarlijks een rapportage te publiceren over de staat van de veiligheid van de onder het Besluit risico's zware ongevallen (Brzo) vallende bedrijven op haar grondgebied. Met de Nota WH is deze aanpak gecontinueerd. Sinds 2014 ontvangen Provinciale Staten daarom jaarlijks een rapportage met de resultaten van het toezicht en de handhaving bij de Bzo inrichtingen waarvoor Gedeputeerde Staten het Wabo bevoegd gezag zijn. JaarllJks publlceert het landelljke samenwerkingsverband BRZO+ een ovezicht van de resultaten van het toezicht en de handhaving bij alle Bzo-bedrijven in Nederland. Deze 'Monitor naleving en handhaving Bzo-bedrijven2017' is op g juli 2018 aangeboden aan de Tweede Kamer als Bezoekadres Zuid-Hollandplein I 2596 AW Oen Haag Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij hêt provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het t en minuten lopen. De parkeenuimte voor euto's is beperkt. EIhf,E ffi onderdeel van de jaarlijkse Staat van de Veiligheid majeure risicobedrijven Voor het vierde achtereenvolgende jaar ontvangt u hierbij de rapportage 'Bzo-inspecties Provincie Zuid-Holland' die u specifiek inzicht geeft in het toezicht, de naleving en de handhaving bij de Bzo-bedrijven waarvoor de provincie Zuid-Holland het Wabo bevoegd gezag is. Samenvatting en conclusies Brzo-toezicht en naleving Provincie Zuid-Holland Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland waren in 2017 het Wabo bevoegd gezag voor 1 16 Bzo inrichtingen. Bij alle 116 bedrijven is gedurende 2017 een inspectie in het kader van het Bzo uitgevoerd in aanwezigheid van het Wabo bevoegd gezag. De inspecteurs van de Bzoomgevingsdienst hebben namens de provincie aan 100o/o van de gezamenlijke Brzo-inspecties deelgenomen, de Brzo-Veiligheidsregio Zuid-West aan81o/o van deze inspecties en de lnspectie SZW aan 59% van deze inspecties. ln de bijgaande rapportage zijn de belangrijkste resultaten van het jaar 2017 vergeleken met de voorgaande jaren2014,2015 en Het percentage bedrijven zonder overtredingen is gestegen van 32o/o in 2016 naar 47o/o in Het percentage bedrijven met geen of alleen overtredingen in de lichtste categorie 3 is daarmee gestegen van 760/o in naar 84o/o in 2017

2 P'3tnt'" HoLLAND LUID Ons kenmerk PZH s Bijgeen van de bedrijven is in 2017 een overtreding in categorie 1 (onmiddellijke dreiging) vastgesteld. Elke geconstateerde overtreding krijgt, conform de Landelijke Handhavingstrategie Bzo, een bijde zwaarte van de overtreding passende interventie. De publieke samenvattingen van de individuele inspecties vindt u op de website van Brzo+ (www. brzopl us. n l) of via de provi nciale website www. brzoviewer. ozh. n I Ontwikkelingen Bzo Per 1 juli 2017 zijn de WH taken voor de provinciale Bzo en RlE4 inrichtingen geconcentreerd bij de Bzo omgevingsdienst DCMR. Daarmee ligt in Zuid-Holland de taakuitvoering, verantwoording en kwaliteitsborging ten aanzien van deze bedrijven in handen van één gespecialiseerde omgevingsdienst en is de DCMR hiervoor het aanspreekpunt voor de provincie, gemeenten, bedrijven, omwonenden en andere belanghebbenden. ln het Bzo 2015 is veroudering van installaties en corrosie ('ageing') als nieuw aandachtspunt opgenomen. Hiertoe is in 2016 een instrument ontwikkeld om effectief op het thema 'ageing' te kunnen inspecteren bij de reguliere inspecties op arbeidsveiligheid, brandveiligheid en milieuveiligheid. Bijgaande rapportage bevat ook de resultaten van de inspecties op het thema 'ageing' zoals die in2o17 door de BRZO+ inspecteurs zijn uitgevoerd. Evenals in voorgaande jaren maken de Bzo inspecteurs naar aanleiding van een Bzo inspectie een inschatting van de heersende veiligheidscultuur. Dit wordt onder meer gebruikt om diepgaander vervolgonderzoek naar de veiligheidscultuur te prioriteren en om er de intensiteit van het toezicht op af te stemmen. Over het recent door TNO in opdracht van de DCMR uitgevoerde veiligheidscultuurondezoek bent u met onze brief van 2 juli 2018 geïnformeerd. De door TNO gesignaleerde lichte verbetering van de veiligheidscultuur gaat samen met een afname van de Brzo overtredingen in de zwaarste categorie en een verschuiving van mlddelzware naar llchte overtredingen. De Onderzoekraad voor Veiligheid heeft op 21 juni 2018 zijn rapport 'Chemie in samenwerking - Veiligheid op het industriecomplex Chemelot'gepubliceerdl. HoewelZuid-Holland geen met de omvang van Chemelot vergelijkbaar multi-user complex onder één gezamenlijke milieuvergunning kent, is een deel van de aanbevelingen ook voor Zuid-Holland relevant en nemen wij deze ter harte. Binnen het samenwerkingsprogramma Bzo+ dient de relevante aanbeveling over extra inzet op het thema 'ageing' verder te worden uitgewerkt. Met het aannemen van motie 668 hebben Provinciale Staten verzocht om de informatie, zoals die over Brzo inrichtingen verspreid aanwezig is, centraal en gebruiksvriendelijk beschikbaar te maken. Sinds 25 juni 2018 is op de website een interactieve kaartviewer beschikbaar waarmee openbare VTH informatie over Bzo inrichtingen beter wordt ontsloten. Bedrijven zijn primair zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van medewerkers en omgeving en het naleven van wet- en regelgeving. Door intensief en risicogericht te inspecteren en consequent te handhaven op geconstateerde overtredingen blijft de provincie ook de komende jaren onverminderd inzetten op de naleving van wet- en regelgeving en daarmee op het beschermen van een veilige en gezonde leefomgeving. r 8/chemie-in-samenwerkinq-veiliqheþ!:ep:he!:iff!ugltieqomplexchemelot?s= D30488C4F3C F8282 D2932 2t3

3 @ P" '.iffhor.rand Ons kenmerk PZH s lk vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben gelnformeerd Hoogachtend R.A. Janssen Bijlagen: - Rapport'Bzo-inspecties 2017 Provincie Zuid-Holland' 3/3

4 Bijlage 1: Brzo inspecties 2017 Provincie Zuid-Holland $1: lnleiding Deze rapportage beschrijft eerst doel en organisatie van het toezicht op Brzo bedrijven en geeft daarna de resultaten weer van achtereenvolgens het Bzo toezicht, de naleving van de Brzo wetgeving, en de handhaving daarvan in 2017 bij Brzo bedrijven waarvoor de provincie Zuid-Holland het Wabo bevoegd gezag is. Doel en reikwijdte Brzo wetgeving Het Besluit risico's zwate ongevallen (Brzo) is de Nederlandse implementatie van de Europese Seveso lll richtlijn. Het Brzo integreert wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampbestrijding in één juridisch kader. Doelstelling is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen waarbijgevaarlijke stoffen betrokken zijn. Of een bedrijf onder de Brzo wetgeving valt, is afhankelijk van de hoeveelheid en aard van de vergunde hoeveelheid gevaarlijke stoffen die binnen het bedrijf aanwezig mogen zijn. Bedrijven boven de eerste drempelwaarde zijn lagedrempelinrichtingen en dienen onder andere een Preventiebeleid Zwa e Ongevallen (PBZO) op te stellen en een Veiligheidsbeheerssysteem in te richten. Bedrijven boven de tweede drempelwaarde zijn hogedrempelinrichtingen en moeten daarnaast ook een veiligheidsrapport (VR) opstellen en indienen bij de overheid. De inspecties die de basis vormen voor de gegevens van deze rapportage zijn uitgevoerd tussen 1 januari en 31 december 2017 op grond van het Brzo Het Bzo stelt, aanvullend op de voorschriften uit de omgevingsvergunning milieu, extra eisen aan bedrijven die op grote schaal met gevaarlijke stoffen werken. Het besluit vereist dat bedrijven zelf proactief handelen om op systematische wijze zwarc ongevallen te voorkomen dan welde gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken. De Brzo bedrijven hebben niet alleen de verantwoordelijkheid alle benodigde maatregelen te nemen, maar dienen dit ook aantoonbaar te maken. Bedrijven ziln zelf verantwoordelijk voor het naleven van de regelgeving. ln2017 waren 394 Brzo bedrijven actief in Nederland, variërend van complexe chemische industrie tot relatief eenvoudige opslagbedrijven voor gevaarlijke stoffen. Sinds 1 januari 2016 zrjn de provincies het Wabo bevoegd gezag voor vrijwel alle Brzo bedrijven (met uitzondering van nucleaire installaties en defensie- en mijnbouwinrichtingen). Samenwerking drie bevoegde gezagen in BRZO+ Vanwege de drie domeinen waarop het Brzo zich richt, kent het Bzo ook drie bevoegde gezagen die gezamenlijk opereren:. de lnspectie SZW voor het toezicht op de interne of arbeidsveiligheid;. de Veiligheidsregio voor het toezicht op de brandveiligheid en de rampenbestrijding; o het bevoegd gezag Wabo voor het toezicht op de externe veiligheid. Om uniformiteit te waarborgen, zowel tussen de omgevingsdiensten als de verschillende inspectiepartners, is een landelijke samenwerkingsprogramma opgericht, bekend onder de naam BRZO+. De drie genoemde bevoegde gezagen participeren in het BRZO+. Tevens zijn hierbij betrokken de wettelijke adviseurs van de uitvoerende partijen zoals de waterkwaliteitsbeheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat), het Openbaar Ministerie (OM) en de lnspectie Leefomgeving en Transport (llt). Vanuit het BRZO+ is eveneens een ontwikkelprogramma ingericht om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat kennis en kunde van inspecteurs op peil blijft, het landelijke toezicht door ontwikkelt, de uitvoering eenduidig is, specifieke projecten landelijk opgepakt kunnen worden en de naleving centraal wordt gemonitord. 1

5 Landelijk zijn er zes Brzo omgevingsdiensten die namens het Wabo bevoegd gezag de Brzo inspecties uitvoeren. ln Zuid-Holland is de beschikbare capaciteit en expertise samengebracht onder verantwoordelijkheid van de Brzo omgevingsdienst Zuid-Holland - Zeeland die ondergebracht is bij de DCMR Milieudienst Rijnmond. Deze omgevingsdienst coördineert bovendien de uitvoering van de zes Brzo-omgevin gsd iensten. Co m m u n icatie e n pu bl icati e vei I ig h e idsi nfo rm atie Wat betreft communicatie en publicatie is het beleid van de Provincie Zuid-Holland erop gericht burgers actief te informeren over de risicosituatie van bedrijven met gevaarlijke stoffen. Sinds oktober 2014 worden de samenvattingen van alle Brzo inspecties gepubliceerd op de website van BRZO+ ( Met terugwerkende kracht zijn vervolgens ook de samenvattingen van eerdere inspecties uit2014 gepubliceerd. De samenvattingen van de Brzo bedrijven gelegen in Rijnmond worden ook gepubliceerd op de website van Rijnmond Veilig ( Hiermee is binnen Zuid-Holland vooruitgelopen op de implementatie van de nieuwe Seveso lll richtlijn ( U) die in de vorm van een herzien Besluit risico's zwate ongevallen (82o2015) op I juli 2015 in werking is getreden. ln 2014 is DCMR Milieudienst Rijnmond gestart met de publicatie van handhavingsbeschikkingen van Brzo bedrijven en bedrijven met een IPPC (lntegrated Pollution Prevention and Control) installatie die valt onder categorie 4 van bijlage 1 van de Richtlijn lndustriële emissies ( EU). De publicaties zijn in te zien op de website van DCMR ( De overige omgevingsdiensten zijn in 2015 gestart met het publiceren van deze handhavingsbeschikkingen. lnformatie over risico's in de eigen woon- en werkomgeving is te vinden via de provinciale risicokaart risicokaart. Via de publieke website de in de PRTR (Pollutant Release and Transfer Register) verslagen gerapporteerde emissies van individuele bedrijven terug te vinden. Sinds 25 juni 2018 is op de website een interactieve kaartviewer beschikbaar waarmee openbare VTH informatie over Brzo inrichtingen uit de hierboven genoemde bronnen centraal en gebru i ksvriendel ijk wordt ontsloten. 2

6 $ 2: Algemene gegevens B zo bedrijven en inspecties De rapportage is, overeenkomstig de landelijke'monitor naleving en handhaving Brzo bedrijven 2017' gebaseerd op de inspectiegegevens zoals die op de peildatum 1 maart 2018 vastgelegd zijn in het landel ijke registratiesysteem. De resultaten van de uitgevoerde Brzo inspecties worden uniform vastgelegd in een landelijke database: de Gemeenschappelijke lnspectieruimte (GlR). Aan de hand van informatie uit de GIR ontstaat een actueel beeld van de naleving en de handhaving. Deze informatie wordt door de bevoegde gezagen gebruikt voor het waarnemen van trends, het sturing geven aan uitvoering en beleidsontwikkeling, en voor de programmering van inspecties. Verder wordt de informatie gebruikt voor het samenstellen van de landelijke Bzo Monitor van het BRZO+ die sinds 2014 als onderdeel van de jaarlijkse Staat van de Veiligheid wordt aangeboden aan de ministers van Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van lnfrastructuur en Milieu. ln 2017 waren er I 16 actieve Brzo bedrijven in Zuid-Holland waarvoor de provincie Zuid-Holland bevoegd gezag was. Van deze bedrijven valt 28o/o in de sector van bulkchemie en 47o/o zrln handel- en distributiebedrijven. De overige bedrijven vallen in de categorieën petrochemie, fijnchemie, afual, overslag en transport, rubber- en kunststofproductie, energie en overig. Van de 116 bedrijven vallen 86 bedrijven onder de hoge drempelwaarde uit het Brzo en 30 onder de lage drempelwaarde. Uitvoering Brzo inspecties De inspecties worden uitgevoerd om te controleren of de bedrijven zich houden aan de regels van het Brzo. Een Brzo inspectie wordt in gelijkwaardige samenwerking tussen de drie bevoegde gezagen en in een aantal gevallen met de waterkwaliteitsbeheerder (waterschap of Rijkswaterstaat) uitgevoerd. Gezamenlijk vormen zij één inspectieteam waarbij het Wabo bevoegd gezag veelal een coördinerende rol vervult. Het team werkt samen in de voorbereiding, uitvoering (bedrijfsbezoek), afronding en verslaglegging van de inspectie. De inspectie wordt uitgevoerd aan de hand van een landelijk uniforme inspectiemethodiek om een 'level playing field' voor de bedrijven te creëren. De gerapporteerde overtredingen betreft het totaal aan overtredingen voor alle drie de bevoegde gezagen. De planmatige inspecties worden in de regel aangekondigd, dit mede gezien de noodzakelijke aanwezigheid van management en andere sleutelfiguren binnen het te inspecteren bedrijf. Sinds 2013 worden in aanvulling hierop ook onaangekondigde Brzo inspecties uitgevoerd, zowel binnen als buiten kantooruren. Op deze manier wordt een meer realistisch beeld verkregen van de feitelijke naleving bij een bedrijf. Conform de vigerende Nota VTH wordt bij Brzo inspecties tevens de veiligheidscultuur beoordeeld. Het ontbreken van een goede veiligheidscultuur is echter geen overtreding van een wettelijk voorschrift waarop effectief kan worden gehandhaafd. Het slecht scoren op veiligheidscultuur leidt via risicogericht toezicht wel tot een daarop afgestemde intensiteit van het toezicht. Naast de beschreven Bzo inspecties bij bedrijven die vallen onder de reikwijdte van het Brzo wordt door het bevoegd gezag Wabo ook toezicht gehouden op het voldoen aan de meer gedetailleerde middel- en doelvoorschriften uit de omgevingsvergunning milieu en het Activiteitenbesluit. Deze inspecties vinden in de regel onaangekondigd plaats. De resultaten hiervan maken geen onderdeel uit van bijgaande rapportage, hierover wordt met indicatoren als toezichtsdichtheid en naleefgedrag gerapporteerd in de provinciale begroting en jaarrekening. U itgevoerde in specties ln 2017 waren Gedeputeerde Staten het Wabo bevoegd gezag voor 116 actieve Brzo inrichtingen in Zuid-Holland. Bij alle 116 bedrijven is in 2017 een reguliere inspectie in het kader van het Brzo 3

7 u tgevoerd. De inspecteurs van de Brzo omgevingsdienst hebben, namens de provincie als het Wabo bevoegd gezag, deelgenomen aan 1 16 (100%) van alle gezamenlijk routinematige Brzo inspecties. De deelname van de Brzo Veiligheidsregio Zuid-West en de lnspectie SZW bedroeg 81% respectievelijk 59%. Naast de 116 geplande Brzo inspecties zijn in totaal 37 onaangekondigde inspecties uitgevoerd. Verder wordt door het Wabo bevoegd gezag bij alle Bzo bedrijven tevens ten minste jaarlijks een controle op het voldoen aan de vergunningvoorschriften uitgevoerd. Deze Wabo controle wordt in de regel onaangekondigd uitgevoerd. Inspectieondenverpen Alle Brzo bedrijven zijn verplicht een goed functionerend veiligheidsbeheerssysteem te hebben. Het systeem moet borgen dat de kans op een ongeval, als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en de mogelijke gevolgen daarvan zoveel mogel'rjk worden beperkt. Naast de fysieke inspecties aan installaties bijde bedrijven is het inspecteren van het functioneren van het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) een essentieel onderdeel van Brzo inspecties. Het VBS bestaat uit acht vaste elementen. Daarnaast kan op andere thema's worden getnspecteerd, zoals PBZO (preventiebeleid zware ongevallen), MRA (milieurisicoanalyse), ATEX (bescherming voor explosiegevaar), de aanwezigheid van stoffenlijsten, brandveiligheid en tankopslag. Het inspectieteam bepaalt welk deel van het VBS zal worden geïnspecteerd. Deze keus wordt per bedrijf gemaakt op grond van de nalevinggeschiedenis van het bedrijf en de aspecten die bij een vorige inspectie zijn beoordeeld. ln de programmatische opzet van de Brzo inspecties wordt per bedrijf per jaar bepaald welke onderdelen worden geïnspecteerd. Voor elk bedrijf wordt een meerjaren-inspectieplan opgesteld. Dit plan bevat de inspectiethema's voor het betreffende bedrijf over een periode van vijf jaar. Binnen de vijfjaarcyclus moeten alle VBS-elementen ten minste eenmaalzijn beoordeeld. Tijdens de inspecties in 2017 zrln 676 onderwerpen en thema's beoordeeld. Er is bovengemiddeld aandacht besteed aan VBS-element iii: 'controle op de uitvoering' (95 keer) en 'ageing' (322 keer). Tabel 1: Provinciale met naar 1 maart 201 Bulkchemie 32 28o/o Petrochemie 5 4o/o Rubber en Kunststof 4 3% Fijnchemie 3 3% Energie 3 3o/o Atual 2 2% Handelen distributie 54 47o/o Overslag en transport I 7o/o Overig 4 3o/o Totaal o/o 4

8 1: Brzo naar in 2017 Rubber en Kunststof Overslag en transport 7o/o Energie 3% Atual 2o/o Fijnchemie Petrochemie Overig Tabel 2: Aantal en in 2016 Hoge drempel(voorheen VR inr.) o/o Lage drempel(voorheen PBZO inr.) a/o Totaal ll o/o Tabel 3: Deelname aantal toezichthouder o/o 59o/o 81o/o 25o/o 5

9 $ 2: Naleving door bedrijven Bij 47o/o van de 116 Brzo bedrijven is tijdens de jaarlijkse Brzo inspectie geen enkele overtreding van de Brzo wetgeving geconstateerd. Bij 36% van de bedrijven zijn alleen overtredingen in de lichtste categorie 3 (zeer geringe dreiging) vastgesteld. Bij geen van de bedrijven is een overtreding in categorie 1 (onmiddellijke dreiging) vastgesteld. ln de rapportage zijn de belangrijkste resultaten van het jaar 2017 vergeleken met de voorgaande jaren2014,2015 en Ten opzichte van het voorgaande jaar 2O16 valt op dat het aantal bedrijven waar geen enkele overtreding is geconstateerd, is gestegen van 32o/o naar 47o/o. Het percentage bedrijven met geen of uitsluitend overtredingen in de lichtste categorie 3 is daarmee gestegen van 760/o n??r 83%.. ln 2017 is er binnen Zuid-Holland geen enkele overtreding in de zwaarste categorie 1 geconstateerd. Elke geconstateerde overtreding krijgt een bij de zwaarte van de overtreding passende reactie conform de Landelijke Handhavingstrategie Brzo. Overtredingen worden daartoe, conform een landelijk afgestemde indeling, naar ernst onderverdeeld in drie categorieën: Cafesorre l: OnmiddellUke dreiqinq van een zwaar onoeval Voorbeelden hiervan zijn dat er geen beschermingsmiddelen beschikbaar zijn om veilig te kunnen werken of de afwezigheid van een goed protocol om gas-alarm te controleren. lnterventie: direct ingrijpen met zwaarste sanctie(s), werkzaamheden stilleggen en aanvang werk pas toestaan als adequate (nood)maatregelen zijn getroffen. Geen hersteltermijn. Cafeoore 2: Geen onmiddellijke dreioing van een zwaar onoeval, onvoldoende maatreoelen qetroffen Voorbeelden hiervan zijn het niet volgen van veiligheidsaanwijzingen op de daarvoor aanwezige formulieren of het niet kunnen aantonen dat er voldoende onderhoud is gepleegd aan bijvoorbeeld opslagtanks. lnterventie: herstel afdwingen met zware tot middelzware sanctie(s) binnen gepaste hersteltermijn. Cafeqorre 3: Zeer qerinqe dreiqinq van een zwaar onqeval Meestal betreft het hier administratieve tekortkomingen zoals formulieren die niet goed of volledig zijn ingevuld of niet goed vastgelegde criteria voor het uitvoeren van veiligheidsstudies. lnterventie: Herstel afdwingen met lichtere sanctie(s)1 binnen redelijke hersteltermijn. ln totaal zijn 192 overtredingen van verschillende aard en ernst geregistreerd bij de provinciale Bzo bedrijven. Verhoudingsgewijs zijn de meeste overtredingen vastgesteld op element vbs-iii: 'de controle op de exploitatie'. Dit is de manier waarop het bedrijf procedures en instructies vaststelt en toepast voor de beheersing van de veiligheid van de bedrijfsvoering. b

10 Tabel 4. Bno naar l ìtiir.tl i(,1] 11.'t"i,l,:,fí t,,il:t:,,rlr.r,;fì,1;1r r.v:trìlrlt,t j 1,.r,rr',,.ìiil'', 1i.(lf.t,ry'. :r; I i, tiì.j,j,[..,i1.:"t rr rr:)r,'r'jrìr,lrirt '\, rl.] ; I I1.,,r,r",,iI ; Geen overtredingen 55 47% 32o/o 46% 45% Uitsluitend overtredingen in categorie % 44o/o 40% 24% (zeer geringe dreiginq) Een of meerdere overtredingen in /o 24% 12o/o 24o/o categorie 2 of in categorie 2 en 3 (zeer qerinc e en verhooode dreiqinq) Minimaal 1 overtreding in categorie 1 (onmiddelliike dreiqinq) 0 0% 1Yo 2o/o 7o/o Totaal 1t6 gg%' 101o/"' 100% 100% 2: Brzo naar L, r geen overtredingen I alleen overtredingen in cat 3 overtredingen in cat 2 of in cat 2 en 3 I tenminste overtredingen in cat 1 36Yo Tabel 5: van de naar ernst in 2017 /J, I'li:.,I Lr., ì,ii:iu],,.1 tr,t t,,ij/r:lj qir t{;ltí ii,: tt'i) tl ' t Aantal beoordeelde VBS-elementen 676 0: Geen overtreding 484,7,,.Irtl,l "ti., liti: ;,!);:,.tt,t.lt. 1 : Onmiddellijke dreigin g zwaar ongeval 0 0o/o 0,4% 2o/o 3% 2: Geen onmiddellijke dreiging zwaat ongeval 27 14% 25,4% 25o/o 23% 3: Zeer geringe dreiging zwaat ongeval /o 74,1 73o/o 74o/o Totaal % 99,970', 100Yo 100o/o t Van*eg" afrondingen is het totaal * l}oo/o 7

11 Tabel 6: Aantal gelnspecteerde bedrijven en het totaal aan overtredingen per branche met een van 01 Bulkchemie Petrochemie Rubber en Kunststof 04 Fiinchemie Enerqie Atual Handel en I 79 0 distributie 09 Overslag en I 5 l transport Metaal Overiq Totaal 116 6l : Totaal aantal naar en ernst t 0: Geen overtreding.4 3: Zeer geringe dreiging zwaar ongeval t 2: Geen onmiddellijke dreiging zwaar ongeval r 1: Onmiddellijke dreiging zwaar ongeval

12 TabelT: Aantal beoordeelde VBS elementen en andere thema's en het aantal lli.,\,.1,t,i,..1] irtlr),tr,ri]rr'jl ri,,,lrj.ìfll, lr1 rj I ',Ì,rì rl ii,\;trr'lli,ì,1.! v.1a), lrl:rìl tllt,l.,': "1i,)' PBZO l5 3 vbs-a 3 1 vbs-i 23 5 vbs-ii vbs-iii vbs-iv 28 4 vbs-v vbs-vi 29 9 vbs-vii QRA en MRA 32 7 Opslag PGS29 (brandstoffen in 0 tanks) 1 ATEX(exolosievei I iq heid) 2 5 Bedriifsbrandweer I 3 Maatreqelen 15 9 Wabo/Milieu þ 10 Aoeino overio 60 7 Totaal ln2017 is tijdens de Brzo inspecties extra aandacht besteed aan het onderwerp'ageing'. Hierdoor ontstaat op termijn een goed beeld over de mate van beheersing van de risico's die verband houden met'ageing'. Ageing van installaties is het effect waarbij een component lijdt aan een of meer vormen van materiaal verslechtering en beschadiging (meestal, maar niet persé, geassocieerd met de leeftijd en bedrijfstijd). Hierdoor neemt de kans op falen met het verloop van de tijd toe. ln totaal zijn op het thema 'ageing' 322 beoordelingen uitgevoerd waarbij 15 overtredingen zijn geconstateerd. Tabel 8: VBS-elementen Bno 2015 ybs Veiligheidsbeheerssysfeem dat dient ter uitvoering en ter vaststelling van het Preventiebeleid vbselementen VBS-a vbs-i vbs- i vbs- ii VBS-iv VBS-v VBS-vi VBS-vii Zware Onoevallen. Het VBS bestaat uit zeven elementen (VBS ium vii) en een onderdeel waarin de koppeling wordt beschreven tussen het algemene beheerssysteem, het VBS en het preventiebeleid (VBS-a). Die onderdelen van het algemene Þeheerssysteem waartoe de organisatorische structuur, de verantwoordelijkheden, de gebruiken, de procedures, de procedés en de hulpmiddelen behoren welke het mogelijk maken het beleid ter voorkoming van zware ongevallen te bepalen en uit te voeren. De organisatie en het personeel De identificatie en de beoordeling van de gevaren van zware ongevallen De controle op de exploitatie De wiize waarop wordt sehandeld biiwiizisinqen De planning voor noodsituaties Het toezicht op de prestaties Controle en analyse 9

13 4: en de V9S-elementen en andere thema's in r Aantal beoordelingen 2Ot7 I Aantal overtredingen 2Ot7 0.*"Csì"ì"tp.s'c 10

14 $ 3: Handhaving Met ingang van 1 januari 2014 werken de inspectiepartners landelijk volgens een gezamenlijk vastgestelde handhavingsstrategie. Dit betekent dat geconstateerde overtredingen systematisch naar ernst ingedeeld worden en voor overtredingen van dezelfde zwaarte landelijk dezelfde sanctiemiddelen worden ingezet. Elke geconstateerde overtreding krijgt een bij de zwaarte van de overtreding passende reactie conform de Landelijke Handhavingsstrategie Brzo. Tabel 9: Handhavingsinstrumenten volgens Landelijke Handhavingsstrategie Brzo 1. Onmiddellijke dreiging Stillegging (art.28 Arbowet) + proces verbaal Bij negeren PV' (misdrijf), eventueel bestuursdwang _en eventueel inschakelen FPð lnspectie Sãff 2. Geen onmiddellijke dreiging 122 Provinciewet, aû.125 Gemeentewet, art. 48 en art. 63 Wvr) + aanqifte Exploitatieverbod onder last onder dwangsom + procesverbaal N.v.t. Bijnegeren: verbeuren dwangsom bestuursdwang en eventueel inschakelen FP Wabo BGA/R lnspectie SZlff Bestuurlijke boete + zo nodig last onder dwançom (of bestuursdwang) Eis ter naleving (arl.27 Arbowet) of waarschuwing Dwangsom verhoogde boete verbeuren dwangsom bestuursdwang inschakelen FP Bestuurlijke boete en zo nodig dwanqsom (of bestuursdwanq) lnning en/of verhogen dwangsom + PV lnspectie Sãff lnspectie Sãr1/ Wabo BG /R 3. Zær gerínge dreiging Waarschuwingsbrief Dwangsom Wabo BG^/R Waarschuwingsbrief of eis, art. 27 Arbowet Boeterapport lnspectie Sãff De samenwerkende inspectiepartners maken gezamenlijk een afspraak welke handhavingsmiddelen door welk bevoegd gezag worden ingezet. Dit hangt af van het onderwerp, de ernst van de overtreding en de wettelijke mogelijkheden die het bevoegde gezag tot zijn beschikking heeft. Bij alle geconstateerde overtredingen is steeds conform de Landelijke Handhavingstrategie Brzo opgetreden door het bevoegd gezag. Bij de categorie 2 en 3 overtredingen, waarop namens het Wabo bevoegd gezag handhaving is ingezet om de overtreding te doen beëindigen, kon worden volstaan met instrumenten zoals een bestuurlijke (vooraankondiging van een) last onder dwangsom of een aanschrijving en waarschuwing. Andere handhavingsinstrumenten zoals bestuursdwang, bestuurlijke boete of exploitatieverbod zijn op de overtredingen uit2017 niet ingezet. Bij een aantal overtredingen is het niet nodig geweest om over te gaan tot handhaving omdat de overtreding nog tijdens de inspectie is opgeheven. Van de 192 in 2017 geconstateerde overtredingen waren er op peildatum 1 maart 2018 door interventie van de toezichthouders 109 opgeheven. Voor de resterende overtredingen geldt ofwel dat de termijn om de overtreding ongedaan te maken nog niet is overschreden ofwel dat handhaving zal worden ingezet en/of doorgezet totdat de overtreding is opgeheven. 11