Zorgverlening PGZ / Coach Ster / Nova. Kernteam ontwikkeltafels sociaal domein voorzitter / gemeente Maastricht. secretaris gemeente Maastricht

Transcriptie

1 Verslag ontwikkeltafel (OT) Maastricht d.d. 12 oktober 2018, uur OT, arrangementen Jeugd Locatie: Merretkamer, stadhuis Maastricht, Markt 78, 6211 AX Maastricht Aanwezig: Zorgaanbieders Connie Veelen Moniek de Haas Ronald Smits Annemarie Cox Thierry van den Heuvel Hellen Mingels Eveline Rademakers Bjorn Hensels Stijn van Geleuken Richard Brunnenberg Michelle van Kleef Rob Werts Raymond Gorissen Jos Jurgens Hedwig Mordang René Boumans Inge Jochem Gemeenten Suzan Rosenke Paul Konings Lia Theodorou Louk Dorrestein Rob van Lieshout Marie-José Smeets Vanessa de Rond Anacare Adelante AltraCura Columbus Stichting Driestroom Hai-5 Koraalgroep Kracht in Zorg Mondriaan PsyZorg Parnassia/Lucertis Het Robertshuis Scoor Talent (tot uur) Xonar Zorgverlening PGZ / Coach Ster / Nova Zuyderland GGZ gemeente Sittard-Geleen gemeente Maastricht inkoopbureau/gemeente Maastricht inkoopbureau/ gemeente Maastricht inkoopbureau/ gemeente Maastricht gemeente Maastricht gemeente Maastricht Kernteam ontwikkeltafels sociaal domein Ids Bierma voorzitter / gemeente Maastricht Irma Bakker Monique Ahn Yvonne Sinsel secretaris gemeente Maastricht inkoopbureau/ gemeente Maastricht notulist 1. Inloop vanaf 9.15 uur 2. Welkom en mededelingen De voorzitter heet de aanwezigen om 9.30 uur welkom bij deze ontwikkeltafel in het oude stadhuis van Maastricht. De voorzitter verzoekt namens de ondersteuning om in het vervolg diegene die aanwezig is bij de ontwikkeltafel zorgvuldig aan te melden. Er kan ook maar één persoon per aanbieder bij de ontwikkeltafel aanwezig zijn. De voorzitter heeft zojuist helaas iemand weg moeten sturen. De voorzitter geeft aan dat aan het begin van het jaar een selectie wordt gemaakt van de zorgaanbieders die worden toegelaten bij de fysieke ontwikkeltafel en er moeten ook altijd zorgaanbieders worden teleurgesteld. De voorzitter vraagt hiervoor aandacht. Verder deelt de voorzitter mee dat mevrouw Zweers gelukkig inmiddels weer is hersteld. Mevrouw Zweers gaat wel minder werken. Daarom heeft een herprioritering in haar takenpakket plaatsgevonden en zal zij geen voorzitter meer zijn van de ontwikkeltafels en zij zal ook niet meer bij het inkooptraject betrokken zijn. De heer Bierma zal vooralsnog voorzitter van de ontwikkeltafels blijven. Pagina 1 van 20

2 De voorzitter deelt vervolgens mee dat de contractstukken op 17 oktober 2018 in Negometrix worden gepubliceerd samen met een nota van inlichtingen. Dit is twee dagen later dan de oorspronkelijke planning. De voorzitter verzoekt om voortaan alle vragen over de contractstukken via Negometrix te stellen en geen vragen meer per en/of telefonisch te stellen. Verder deelt van de voorzitter mee dat de arrangementsbeschrijvingen van agendapunt 3.1 samen met de tarieven worden behandeld omdat beide onderwerpen nauw met elkaar samenhangen. De agenda wordt daarmee ietwat gewijzigd. Vanuit de aanwezigen worden geen zaken aangedragen die aan de agenda moeten worden toegevoegd. De agenda wordt aldus vastgesteld. De voorzitter geeft aan dat de presentaties nog op de site worden geplaatst. 3. DVO Jeugd en bijlage contractdocumenten 3.1 Arrangementsbeschrijvingen (bijlage worden later ter vergadering uitgereikt, toelichting Vanessa de Rond) Presentatie Toelichting Jeugd: DVO en bijlagen Achtergrond 2014 DVO WMO> Jeugd later toegevoegd Afloop huidige DVO Daarom nu algehele herziening DVO Inhoudelijke toevoegingen vanuit praktijkervaring 2019 Aparte DVO s voor Jeugd 4 jaar Begeleiding Jeugd 2 jaar Wmo 1 jaar Beschermd Wonen 1 jaar De heer Hensels stelt vast dat de gemeente Schinnen in 2019 opgaat in de gemeente Beekdaelen. De heer Hensels heeft gehoord dat de gemeente Schinnen voor BW in 2019 wellicht onder de gemeente Heerlen gaat vallen samen met Nuth en Onderbanken. Zo ja, wanneer is dat definitief? De voorzitter antwoordt dat hierover nog geen besluit is genomen. Dit zou echter wel logisch zijn gelet op de gemeentelijke herindeling en de daarmee samenhangende gebiedsindeling. Zodra het besluit hierover wordt genomen wordt dit aan de zorgaanbieders medegedeeld (afspraak). Wijzigingen DVO Jeugd Algemeen: looptijd 4 jaar, optie verlenging artikel 4.1, invoering basis/keuzepakket artikel 1, opgeschoond qua terminologie/externe juridische check, bijlagen jaarlijks aan te passen (doorontwikkeling), AVG verwerkt. Wijzigingen DVO Jeugd algemeen Specifieke wijzigingen (1): verplichte calamiteitenmelding artikel 17-2, meldplicht onderzoeken artikel 14, informatieplicht uitgebreid artikel 18, meldplicht onderaanneming artikel 20, samenloop financieringsvormen, artikel 19-6, hulpverleningsplan o.b.v. werkwijze 1G1P1R art. 10, definitie wachtlijst, artikel 11. Desgevraagd legt de voorzitter uit dat de producten die onder de DVO hangen jaarlijks kunnen wijzigen. De heer Smits stelt vast dat zorgaanbieders hiermee weer geen zekerheid hebben bij de inkoop. Pagina 2 van 20

3 De voorzitter antwoordt bevestigend. Dit systeem vloeit ook voort uit de evaluatie van 2017 van de zorginkoop uitgevoerd door onderzoeksbureau F-Fort. De conclusie was dat bestuurlijk aanbesteden in de aanvangsfase van de decentralisaties een handige constructie was om de zorgcontinuïteit te waarborgen. Het is echter zeer de vraag of bestuurlijk aanbesteden op de lange termijn wel de meest effectieve en efficiënte inkoopvorm is, ook gezien het belang van de burgers. Vandaar dat inkoop alle producten in de komende periode langs gaat lopen. De voorzitter verwacht ook dat over vier jaar het productenpakket dat in de ontwikkeltafels aan de orde komt, aanmerkelijk zal zijn afgenomen en dat ook producten ofwel gesubsidieerd dan wel regulier aanbesteed zullen worden. Mevrouw De Rond voegt toe dat men zich nu in een overgangsfase bevindt waarbij het de bedoeling is om de meest passende inkoopstrategie te bepalen. De voorzitter legt uit dat de DVO een raamovereenkomst is. De leveringsafspraken gebeuren via de bijlagen. Mevrouw Mordang vraagt meer uitleg over de definitie van de wachtlijst en de teldatum (artikel 11, lid 5). De voorzitter antwoordt dat het begrip wachtlijst nieuw is. Dit begrip bestond niet in de oude DVO. Juridisch gezien kon een wachtlijst niet bestaan. De voorzitter heeft echter geleerd dat de praktijk weerbarstig is. De voorzitter vraagt of deze definitie verwarring oproept. Mevrouw Mordang legt uit dat hierover zeker vragen zullen komen. Mevrouw De Rond stelt voor om dit in de nota van inlichtingen op te nemen (afspraak). Er is gedefinieerd wat voorheen in de DVO stond over de start zorg. Dat is de acceptabele wachttijd en wat daar overheen gaat, is de wachtlijst. Mevrouw Rademakers vraagt hoe lang zorgaanbieders geacht worden cliëntendossiers te bewaren (informatieplicht artikel 18). De heer Dorrestein antwoordt dat de wettelijke minimum bewaartermijn voor financiële controles vijf jaar bedraagt tenzij de cliënt in zorg is. In dit geval loopt de bewaartermijn door. Bij eventuele controles houdt de gemeente nog steeds vast aan het moment dat de reguliere controles worden gestart en vanaf dat moment wordt de termijn berekend. De controlemomenten voor dossier en productie zijn voor de individuele zorgaanbieders verschillend. Mevrouw Mingels vraagt om dit vast te leggen. Zorgaanbieders hebben een informatieplicht, maar de gemeenten moeten ook aangeven als zorgaanbieders dit kunnen afvinken. Mevrouw Mingels vindt dat hierover meer transparantie moet komen. Bovendien zou er structurele feedback moeten komen op de aangeleverde piegelinformatie. De voorzitter legt uit dat ook sprake was van een onderbezetting bij het team inkoop waarbij het soms moeilijk was om de kwartaalgesprekken te voeren en om daarbij ook een goede terugkoppeling te geven. De heer Konings start nu echter officieel per 1 december 2018 bij het team inkoop als inkoper waarmee de bezetting weer op peil is. De heer Konings stelt zichzelf kort voor. Mevrouw Rosenke geeft aan dat op de website van de Rijksoverheid staat dat de wettelijke bewaartermijn vijftien jaar bedraagt. Mevrouw Rosenke vraagt om duidelijk aan te geven welke termijn waarvoor geldt zodat dit transparant is. De voorzitter zal dit terugnemen en indien nodig explicieter in het artikel aangeven (afspraak). Mevrouw Mingels vraagt meer uitleg over de samenloop van financieringsvormen. De voorzitter legt uit dat, als een bepaald product via een subsidielijn wordt gesubsidieerd, dit niet nog een keer via de arrangementensystematiek kan worden betaald. Mevrouw Mingels vraagt hoe zich dit tot de subsidietender [voor de pilot verblijf] verhoudt. De heer Van Lieshout legt uit dat dit in de subsidietender [voor de pilot verblijf] duidelijk wordt gemaakt. De heer Van Geleuken geeft een tip. In de regio Midden-Limburg worden via Negometrix vragen per onderdeel beantwoord. Op het moment dat een vraag wordt beantwoord, krijgt iedereen hiervan een seintje. De heer Dorrestein antwoordt dat er een eenduidig antwoord komt op gebundelde vragen over een bepaald onderwerp na een aantal dagen. Er wordt dus niet tot het einde gewacht. De bedoeling is dat vragen zo snel mogelijk beantwoord worden. Pagina 3 van 20

4 Specifieke wijzigingen (2): definities wachttijd en wachtlijsten artikel 11, onderzoeken door overheidsinstanties artikel 14-4, AVG verwerkt, artikel 15 over privacy, calamiteitenmelding artikel 17-2, informatievoorzieningsplicht uitgebreid, artikel 18, geen dubbele financiering, artikel 19-6, onderlevering gedefinieerd, artikel 19-7, melden onderaannemers artikel 20-4, mediation als optie, artikel De heer Boumans vraagt aan te geven welke artikelen worden bedoeld nu de verwijzingen in de presentatie niet juist zijn. Zo is het lastig om hierover te communiceren. Toegezegd wordt dat de juiste versie van de presentatie vanmiddag op de website wordt geplaatst (afspraak). Mevrouw De Haas vraagt meer uitleg over de onderaannemers. Bij wie moet men dit melden? De heer Dorrestein antwoordt dat onderaanneming op de vragenlijst staat vermeld die moet worden ingevuld. Op die lijst moet men dus invullen wie de onderaannemers zijn. De heer Van den Heuvel vraagt of nog een onderscheid wordt gemaakt tussen franchisenemers en onderaannemers. De heer Dorrestein legt uit dat de hoofdaannemer juridisch verantwoordelijk is voor het contract. Inkoop wil echter ook graag weten wat daaronder zit. Alles moet dus worden gemeld. Meer handhavingmogelijkheden: boeteclausule uitgebreid, artikel 8, opzegging van de DVO, artikel 5, ontbinding van de DVO, artikel 6, inspanningsverplichting warme overdracht bij beëindiging (artikelen 5-3 en 6-4). De voorzitter geeft aan dat als uitgangspunt high trust, high penalty is gekozen, maar dat de high penalty een beetje een dode letter is gebleken. De high trust is inmiddels door bepaalde zorgaanbieders geschaad. Verder hebben de zorgaanbieders ook aangegeven dat wel wat steviger gehandhaafd mag worden, ook bij de gegevensaanlevering en de administratieve afspraken. Mevrouw Van Kleef vraagt waarom bij een warme overdracht bij beëindiging gekozen is voor een inspanningsverplichting. De voorzitter antwoordt dat gekozen is voor een inspanningsverplichting omdat men afhankelijk is van andere partijen en dit niet afgedwongen kan worden. De strekking is dat de kinderen in zorg hiervan niet de dupe mogen worden. Inhoudelijke wijzigingen (zoals bij de DVO algemeen) plus: looptijd 2 jaar artikel 4-1, ondergrens in aantal cliënten artikel 5, subregio s artikel 5, uitzondering voor combi verblijf + begeleiding artikel 5-6. De voorzitter geeft aan dat een aantal zorgaanbieders zich nu roeren die ook de dupe dreigen te worden van de ondergrens in het aantal cliënten. Mevrouw De Rond legt uit dat het de bedoeling is om ook kleine zorgaanbieders kansen te bieden in de drie subregio s. De ondergrens in aantal cliënten staat in artikel 5. Er is een lijst van zorgaanbieders die uit gaan vallen en daarmee is ook gecommuniceerd. Dat zijn heel erg kleine zorgaanbieders met soms minder dan vijf cliënten en de impact daarvan is voor de zorgcontinuïteit dan ook niet groot, ook niet qua specialisme. Het gaat in totaal om 5% van de totale cliëntenaantallen. Dit is een eerste stap om de versnippering aan te pakken en zo wat meer handen en voeten aan de kwaliteitszorg te kunnen geven. Veel van deze zorgaanbieders zijn nu ook op zoek naar samenwerkingspartners. De samenwerking is ook hetgeen gestimuleerd moet worden. Mevrouw Mingels is verrast over het feit dat de cirkel van 10 km nu opeens een harde eis lijkt te zijn. In de vorige ontwikkeltafel was immers afgesproken dat dit meer een richtlijn zou worden en dat men naar 15 km zou gaan. Daarnaast moet een zorgaanbieder die inschrijft op alle drie de regio s ook Pagina 4 van 20

5 binnen drie maanden aldaar een locatie aanbieden. Dit betekent dat een zorgaanbieder binnen de drie regio s heel actief maatschappelijk vastgoed moet hebben ingericht. Is dit dan de oplossing voor het vraagstuk om meer integraal te gaan werken? Mevrouw Mingels denkt dat dit soort regels geen goed effect hebben op de beoogde samenwerking en afstemming. Mevrouw De Rond legt uit dat het niet de bedoeling is om de DVO nu al te verruimen. In overleg met de toegang kan worden afgesproken dat het voor een bepaalde cliënt wenselijk en acceptabel is om over die 10 km-grens heen te gaan. Toegang moet dus het maatwerk leveren. Het zit vooral in de samenwerking met een zorgaanbieder die al in dat gebied een locatie heeft. Zorgaanbieders moeten echt anders gaan denken. Mevrouw Mingels denkt dat kwaliteitseis A7 niet helder gaat zijn door de verplichte locaties. Mevrouw Mingels is oprecht bezorgd. De heer Hensels voegt toe dat men ook naar alternatieven kan kijken. De vraag is ook in hoeverre dit een zorg voor de gemeenten is. Mevrouw Mingels vindt dat zij haar zorgen moet kunnen uiten in deze ontwikkeltafel. Dit is niet de oplossing, want dit gaat te snel. De voorzitter vindt dat de OT hiervoor ook de ruimte biedt. Het is echter wel noodzakelijk om het aantal contractpartijen te verminderen. Mevrouw De Rond legt uit dat het ook niet de bedoeling is om kinderen over grote afstanden in busjes te verplaatsen. De afstand tussen zorg en thuis moet echt kleiner worden gemaakt. Mevrouw Mingels vindt het wel heel ingewikkeld worden met alle factoren tezamen. Mevrouw Mingels moet immers ook nog een bedrijf voeren en ervoor zorgen dat alle medewerkers iedere maand kunnen eten. Mevrouw De Rond vraagt of mevrouw Mingels meer tijd nodig heeft. Mevrouw Mingels antwoordt dat dit momenteel niet de oplossing is voor het vraagstuk. Hai-5 is immer nu heel druk met de subsidies. Dit gaat te snel. De voorzitter vraagt of het denkbaar is voor een zorgaanbieder die voor alle drie de subregio s wil aanbieden maar nog geen locaties heeft, dat een overgangstermijn wordt gehanteerd. De heer Dorrestein stelt voor als dergelijke vragen meer worden gesteld dat het artikel eventueel wordt aangepast. De heer Dorrestein begrijpt het probleem. Mevrouw De Haas vindt dat de gemeente hierin meer kan faciliteren zodat de aanbieders meer gaan samenwerken. Mevrouw De Rond merkt op dat de samenwerking inderdaad meer gefaciliteerd kan worden door het organiseren van een startbijeenkomst waarbij bekeken wordt wat er geregeld moet worden. De heer Jurgens verwacht met de 10 km-grens een grotere verschuiving dan de beoogde 5%. De heer Jurgens zou dit graag inzichtelijk willen hebben. Mevrouw De Rond spreekt af dat er gestart wordt met een groepsbijeenkomst voor aanbieders die groepsbegeleiding bieden. (afspraak). De heer Werts vindt dat toegang een specialistische vraag moet bekijken en of het noodzakelijk is dat een kind naar een locatie gaat verder gelegen dan 10 km. Dit moet niet onmogelijk worden gemaakt. Mevrouw De Rond legt uit dat het prima is als toegang tot maatwerk komt. De toegang bepaalt. De heer Hensels heeft in de vorige ontwikkeltafel een appel gedaan aan de grote zorgaanbieders om de kleine zorgaanbieders te helpen daar waar mogelijk. Helaas hebben zich bij hem maar twee zorgaanbieders gemeld. De bereidheid om samen te werken is blijkbaar heel klein en dit moet meer gefaciliteerd worden. Wat gebeurt met een nieuwkomer die in 2018 is gestart? Mevrouw De Rond legt uit dat dat het basisjaar 2017 is. De oplossing is om te gaan samenwerken. Mevrouw Mingels stelt vast dat de verblijfplaats samen met de toegang bepaald moet worden. Vanaf wanneer is A7 van toepassing? Voor welke kinderen geldt dit? Geldt dit alleen voor de nieuwe instroom? De heer Van Lieshout antwoordt dat dit artikel geldt voor de nieuwe in 2019 gestarte cliënten. Dit moet besproken worden met de toegang, waar bij nieuwe aanmeldingen of een verlenging moet worden afgewogen wat het beste voldoet aan de hulpvraag van het kind Kwaliteitseisen (toelichting Vanessa de Rond) DVO Jeugd Bijlagen Pagina 5 van 20

6 Kwaliteitseisen algemeen: klachtenregeling specifieker (B5/B6), KMS duidelijker (B2), Meldcode huiselijk geweld (B7), VOG rechtspersoon (C3), aanleveren jaarrekening (D7) en jaarverslag (bijlage 4 + spiegelinformatie), samenwerking voorliggend veld (G4), toekomstplan bij 16,5 jaar (G6). De heer Hensels vraagt of het toekomstplan vormvrij is. Mevrouw De Rond antwoordt bevestigend. In het artikel staan een aantal zaken die er tenminste in moeten staan. Dit moet nog verder worden ontdekt. De heer Jurgens vraagt wat met een locatiespecifieke meldcode wordt bedoeld (B7). Mevrouw De Rond legt uit dat in de regio afspraken over de meldcode zijn gemaakt. Iedere aanbieder moet een specifieke toepassing voor zijn eigen organisatie maken. De heer Van Lieshout voegt toe dat aanbieders met verschillende zorgvormen de meldcode ook kritisch moeten bekijken. Mevrouw De Rond vraagt om deze vraag ook via Negometrix te stellen zodat het antwoord gedeeld kan worden en dit eventueel aangescherpt kan worden. De terminologie moet nog worden gecheckt (afspraak). De heer Werts legt uit dat er een landelijke meldcode is die een checklist, een protocol en het hebben van twee functionarissen voorschrijft. De heer Gorissen vraagt naar een handleiding voor de spiegelinformatie. De heer Van Lieshout legt uit dat die bestaat. Misschien moet die handleiding echter nog worden aangescherpt. Dit komt terug in de werkgroep Bekostiging (afspraak). Kwaliteitseisen DVO Begeleiding zoals bij algemeen plus: verplichte samenwerking met voorliggend veld A7.1, nabijheidseis, A km, flexibele ureninzet, G7, samenwerking onderwijs, G8 inzet bij crisis, G9 Mevrouw De Haas stelt vast dat de zorgaanbieders verplicht worden om aan het onderwijsknooppunt deel te nemen. Het komt echter vaak voor dat de gemeentelijke toegang niet naar deze afspraken komt. Mevrouw De Rond legt uit dat de gemeenten zelf afspraken daarover hebben gemaakt met het voorliggende veld. Het kan zijn dat de schoolmaatschappelijk werker naar deze afspraken gaat. Daarmee wordt ook verschillend omgegaan. De heer Van Lieshout voegt toe dat er ook een project is om de werkwijzen van toegang meer te stroomlijnen. 3.3 Declaratieprotocol voor gecontracteerde zorgaanbieders ZiN (toelichting Lia Theodorou) Declaratieprotocol Proces totstandkoming Opzet: procesgericht met verschillende routes Belangrijkste wijzigingen Start zorg 305- bericht Stop zorg 307-bericht Aanscherping met betrekking tot maximale declaratietermijn en intrekkingen Breder gebruik 315- berichten verzoek om toekenning Inzet Behandeling Start Arrangement Mevrouw Theodorou legt uit dat het declaratieprotocol dit jaar tot stand is gekomen dankzij de medewerking van een aantal zorgaanbieders en dankzij de medewerkers van de toegang. Pagina 6 van 20

7 Mevrouw Theodorou deelt mee dat het stop zorg -bericht altijd door de zorgaanbieder moet worden verstuurd. Eigenlijk is dat op het moment dat de toekenning afloopt. Uiteindelijk is echter toch bedacht dat het 307-bericht altijd door de zorgaanbieder moet worden verstuurd om de juiste datum door te geven aan het systeem. Dat is het moment waarop de zorg daadwerkelijk ophoudt om recht te doen aan de realiteit. De heer Hensels heeft recent een bericht heeft gekregen waardoor een verschil ontstaat van circa euro over Hoe gaat men daarmee om? Mevrouw Theodorou antwoordt dat dit onder het resultaat voorgaande jaren moet worden geboekt. Vandaar dat nu de zes maandentermijn is ingevoerd. Het gaat om ken je cliënt. De heer Hensels heeft ook een cliënt die verhuisd is van de gemeente Heerlen naar een andere gemeente en die andere gemeente wil het arrangement verlengen op dezelfde voorwaarden. Dit kan echter niet. De heer Hensels heeft nu een discussie met die gemeente en hij is van mening dat de gemeente Heerlen dit arrangement gewoon moet betalen. De voorzitter stelt voor om deze afspraak in het declaratieprotocol aan te scherpen. De centrumgemeente is echter niet bevoegd om beleid te maken voor achttien gemeenten. Mevrouw Theodorou vindt dat men de kerk in het midden moet laten. Zaken die echt niet terecht zijn, moeten worden geregeld met de toegang. Dit is ook een redelijk grote uitzondering. In de werkgroep Bekostiging is indertijd besloten dat bij verhuizingen de gemeente die het eerste aan zet was, de arrangementen zou betalen. De voorzitter stelt voor om deze vraag via Negometrix te stellen en te beantwoorden. Mevrouw Theodorou voegt toe dat er ook is gezegd dat het inkoopteam het besluit neemt als partijen er echt niet samen uitkomen. De heer Hensels zal deze vraag via Negometrix stellen (afspraak). Mevrouw Mingels vraagt om bij een verlenging die op- of afgeschaald moet worden iets op te nemen. Mevrouw Theodorou antwoordt dat bij een verlenging de af- of opschaling in het vrije tekstveld kan worden vermeld. Hiermee is geen rekening gehouden en dit moet nog in het protocol worden aangepast. De technische mogelijkheden moeten nog worden bekeken. De voorzitter stelt voor om deze vraag ook via Negometrix te stellen en te beantwoorden. Mevrouw Mingels zal deze vraag via Negometrix stellen (afspraak). Mevrouw Mingels vraagt uitleg over de productcombinaties (pagina 4). Mevrouw Theodorou antwoordt dat het daarbij gaat om begeleiding in hetzelfde segment. Mevrouw Mingels merkt verder op dat de datum van de OTS vaak niet gelijk loopt met het 301- bericht (pagina 18). Dit levert problemen op omdat de Gecertificeerde Instellingen de OTS afleveren. Het team Jeugd verandert daarop dan zelf de looptijd. Mevrouw De Rond antwoordt dat dit zo met de Gecertificeerde Instellingen is afgesproken want anders wordt er dubbel betaald. 3.4 Rapportages en Evaluatie (toelichting Rob van Lieshout) 3.5 Uitsluitings- en beëindigingsgronden) (toelichting Ids Bierma) 3.6 Social Return (toelichting Ids Bierma) Rapportages en evaluaties (toelichting Rob van Lieshout): - verplichte levering jaarverslag t.a.v. kwaliteitsmanagement en klachtenregeling, - halfjaarlijkse spiegelinformatie, - accountantsrapport van bevindingen bij jaarrekening; omzet > , - resultaatsturing via kwaliteitsmodel Jeugd ZL + Meetinstrument. Uitsluitings- en beëindiginggronden: verplichting Reserve Aanvaardbare Kosten(art 16, Wtzi). Social Return; geen aanpassingen. De voorzitter legt uit dat de uitsluitings- en beëindigingsgronden onderdeel van de contractafspraken uitmaken.. Dat is niet nieuw. De voorzitter vraagt of de zorgaanbieders social return in de praktijk ook toepassen. Het is immers een wens van gemeenten om social return zo veel als mogelijk in te zetten. Pagina 7 van 20

8 Mevrouw Jochem antwoordt dat social return heel moeizaam is, zeker voor de doelgroep begeleiding en als men alleen maar ambulant werkt. 5% is een groot volume als niemand zich aandient. Dit is dan ook niet realistisch. Mevrouw Mordang vindt de percentages ook vrij hoog. Men kan de namen nu ook niet meer doorgeven in verband met de AVG om aan te tonen dat men hieraan voldoet. Mevrouw De Haas heeft dit opgelost door te werken met anonieme nummers in de administratie. Het vierwekelijkse overzicht is ook wat te veel van het goede. Het moet maatwerk zijn. De voorzitter antwoordt dat de gemeente eiste om social return in alle contracten op te nemen. Het kost ook heel erg veel moeite om dit aan te passen. Met de projectleider Social Return zijn in de praktijk maatwerkafspreken te maken. Desgevraagd stelt mevrouw De Rond vast dat social return een inspanningsverplichting is. De heer Boumans is van mening dat een kleine ambulante zorgaanbieder niet aan social return kan voldoen. Dit is dan ook een zwaard van Damocles. Bovendien gaat iedere regio hiermee verschillend om. De heer Boumans vindt dat samen bekeken moet worden hoe deze opdracht op een respectvolle manier in de overeenkomst kan worden opgenomen. De heer Boumans heeft immers geen mogelijkheid om iemand zo maar ergens neer te zetten. Mevrouw De Haas is een voorstander van het systeem van Roermond waarbij men meerdere opties heeft. De voorzitter wil graag afspreken dat het beleid rondom social return een apart thema wordt voor de ontwikkeltafels van 2019 (afspraak). De voorzitter zal ook ruimte voor het maken van afwijkende afspraken met de projectleider social return bespreken (afspraak). Mevrouw Van Kleef wil social return vooral zo breed mogelijk houden. De heer Gorissen merkt op dat het aanleggen van een 15%-reserve voor risico s in de bedrijfsvoering heel lastig wordt. Dit is amper te doen in een jaar tijd. De heer Dorrestein legt uit dat verschillende organisaties financiële posities hebben die zorgelijk zijn. Een reservepositie is in het belang van de cliënten. 15% van de bruto omzet moet daarom als buffer worden aangemerkt om zaken op te vangen en dit moet in de jaarrekening staan. Dit wordt pas aan het einde van 2019 getoetst. De heer Boumans vindt dit een heel grote uitdaging omdat de tarieven al jaren niet meer stijgen. De heer Dorrestein geeft aan dat zorgaanbieders hiervoor wel een jaar tijd hebben. Banken en zorgkantoren stellen deze eis ook al. Hieraan is echter nog geen handhaving of sanctie verbonden. Zorgaanbieders moeten deze reserve nu gaan opbouwen en hierop zal ook worden getoetst. Dit kan wel een uitsluitings- en beëindigingsgrond zijn voor het contract van Desgevraagd zal de heer Dorrestein de techniek in Negometrix nog controleren (afspraak). De voorzitter legt uit dat zorgaanbieders een voortuitgang in dezen moeten aantonen. De heer Hensels heeft een vraag in verband met de winst in de zorg en het aanleggen van een reserve. Hoe verhoudt zich dit elkaar? De heer Van Lieshout komt hierop zodadelijk terug in de presentatie over de monitoring en tarieven. 4. DVO Begeleiding en bijlage contractdocumenten (toelichting Ids Bierma) 4.1 Kwaliteitseisen (toelichting Vanessa de Rond) 4.2 Declaratieprotocol voor gecontracteerde zorgaanbieders ZIN * 4.3 Rapportages en Evaluatie * 4.4 Uitsluitings- en beëindigingsgronden * 4.5 Social Return * * Deze bijlagen worden niet behandeld omdat deze gelijk zijn aan de bijlagen 3.2. t/m 3.5 De voorzitter schorst de vergadering voor de pauze. Pauze uur Pagina 8 van 20

9 5. Tarieven Jeugd (presentatie Rob van Lieshout) Presentatie Toelichting Jeugd: tarieven Uitvraag Spiegelinformatie heeft 3 doelen: Beleidsinformatie Marktverkenning Tarifering Uurtarieven Jeugdhulp Mevrouw De Haas vraagt waarin de overhead van reiskosten en reistijd zit. De heer Van Lieshout antwoordt dat die hierin zitten. Dit is de basis achter de arrangementen. Op deze manier is het tarief berekend. De heer Boumans stelt vast dat dit niet gaat over de intensiteit groep. De heer Van Lieshout antwoordt dat in de spiegelinformatie uitvraag alle informatie netjes moet zijn ingevuld, om een volledig beeld te geven. Deze informatie is ook opgenomen in de uitvraag, zodat azorgaanbieders dat ook daar in kunnen aangeven.. Deze grafiek toont het tarief dat betaald wordt voor hoog-intensief. Mevrouw Mordang vraagt of de combinatie met verblijf bij behandeling groep ook is meegenomen. Pagina 9 van 20

10 De heer Van Lieshout antwoordt ontkennend. De cliënten die in verblijf zitten, zijn hierin niet meegenomen. Kwaliteit Technisch; kwaliteit hoger: afgekeurde regels < 7%. Inhoudelijk; opleidingsniveaus (kunstmatig hoog), intensiteit (soms meer zorg dan mogelijk), fte (meer fte, dan mensen werkzaam). De heer Van Lieshout legt uit dat sommige zorgaanbieders het opleidingsniveau kunstmatig hoog opgeven. Dit strookt niet met de werkelijkheid. Er waren bijvoorbeeld kinderen die acht dagen per week dagbesteding zouden krijgen. De informatie van elke organisatie wordt ook handmatig gecheckt en dit wordt bijvoorbeeld met de informatie van de betreffende website vergeleken. Dan kan men ook zien dat de zorg die is geleverd van een te hoog niveau is of dat er sprake is van personeelinzet, dat niet aanwezig is. De heer Van Lieshout heeft bij de aanlevering dan ook vraagtekens. Het hoeft echter niet noodzakelijkerwijs te zijn dat de aanlevering fout is, maar dit staat wel ter discussie. De heer Hensels vraagt hoe de opleidingsniveaus verantwoord moeten worden. De heer Van Lieshout antwoordt dat dit in de handleiding staat. Bij dagbesteding moet de persoon die het werk uitvoert, ingevuld worden. Voor de kosten van de gedragswetenschapper wordt het dagdeeltarief opgeplust. Er zit dus al standaard een opslag op. Om herhaling te voorkomen: Meer controle door productie uitvraag aanscherpen, eenmaal per jaar door accountant vastgesteld productieoverzicht, meer controles op werkelijke levering. Doorontwikkeling arrangementensystematiek. Mevrouw Mordang vraagt uitleg over de steekproeven. Bij verblijf komt bijvoorbeeld ook de inspectie langs. De heer Van Lieshout antwoordt dat dit ook locatiebezoeken kunnen zijn waarbij allerlei zaken aan de orde kunnen komen. De contacten met de inspectie zijn ook vrij goed. Inkoop wil echter ook bekijken of standaard een aantal andere zaken gecheckt kunnen worden. Inkoop is namelijk verantwoordelijk voor de zorg die men contracteert. De heer Jurgens merkt op dat de accountants moeite hebben met deze systematiek omdat dit moeilijk valt te controleren. Kan de accountsverklaring op de jaarrekening worden geminimaliseerd door het productieoverzicht van het berichtenverkeer? De facturen van de accountants zijn immers schrikbarend hoog. Mevrouw Theodorou antwoordt dat de landelijke richtlijn is dat de accountsverklaring door de isdcontrole kan worden afgebouwd als de cliëntervaring bij de toegang geborgd is. Dat betekent dat de gemeentelijke toegang zeer gestructureerd contact met de cliënt moet hebben en dat dit goed wordt vastgelegd. Hieraan wordt gewerkt maar dit kan momenteel nog niet losgelaten worden. Het berichtenverkeer is echter niet de feitelijke levering. Dit alles is nog toekomstmuziek en nog lang niet aan de orde. De heer Jurgens verlaat de vergadering om uur. De heer Boumans vraagt of dit iets anders is dan het productieoverzicht van 1 maart. Mevrouw Theodorou antwoordt dat de productieverantwoording van 1 maart in arrangementen en in etmalen wordt opgegeven. De spiegelinformatie is datgene wat daadwerkelijk in uren wordt geleverd. De heer Van Lieshout zal meer controles op werkelijke levering vervangen door spiegelinformatie (besluit). Pagina 10 van 20

11 De heer Boumans heeft dit jaar al een naheffing gekregen van euro van de accountant vanwege allerlei materiële controles op verzoek van de gemeenten. Het is dan ook niet redelijk om nog een keer in juni of in maart of in augustus alles aan te leveren. Het zou beter zijn als inkoop direct bij de zorgaanbieder naar de administratie komt kijken zonder de accountant ertussen te zetten. De heer Van Lieshout antwoordt dat het ook niet de bedoeling is om twee keer alles aan te leveren. Inkoop is op zoek naar een methode die voor alle partijen werkbaar is. Inkoop kan echter niet met vier inkopers de administratie van 160 zorgaanbieders controleren. Het is de bedoeling om een zekere betrouwbaarheid uit de spiegelinformatie te halen en dit is de minst zware administratieve mogelijkheid om dat te doen. De goede zorgaanbieders lijden ook onder de slechte zorgaanbieders. Inkoop heeft namelijk gezien dat er heel rare dingen in de spiegelinformatie zitten. Voor inkoop is het ook heel lastig om op afstand vast te stellen wie de goede en wie de slechte informatie aanlevert. Mevrouw Jochem wijst op de verhouding met de tarieven en de extra kosten. Dan gaat zo n nabrander van euro wel voelbaar zijn. De heer Van den Heuvel vindt dat de kosten naar alle zorgaanbieders worden verschoven. Hoe koppelt men dit aan high trust, high penalty? 90% van de spiegelinformatie ziet er waarschijnlijk goed uit en de andere 10% kan men controleren en samen met de zorgaanbieder oplossen. De heer Van Lieshout antwoordt dat door de wijze van inkoop in dit geval 160 zorgaanbieders volledig gecontroleerd moeten worden. Het voorgestelde alternatief is een efficiënte oplossing en hierover is ook niet licht nagedacht. De voorzitter geeft aan dat de high trust de afgelopen jaren ook is beschaamd. De voorzitter vindt het dan ook inherent aan de arrangementensystematiek die is afgesproken dat nu ook aan de handhaving aandacht wordt gegeven. De heer Van Lieshout ontkent het kostenverhogende effect ook niet. Een inbedding aan de voorkant minimaliseert echter ook de inzet van de accountant. Inkoop vindt dit ook geen ideale oplossing. Op dit moment ziet inkoop echter geen andere oplossing. Mevrouw Jochem vraagt of dit volgend jaar weer losgelaten wordt als de rode en de blauwe lijn in de grafiek weer meer op elkaar liggen. De heer Van Lieshout weet dat niet. Misschien ligt de blauwe lijn dan wel ver boven de rode lijn? Uiteindelijk gaat het niet over financieel voordeel, maar om inzicht in de geleverde zorg, zodat ontwikkelingen aansluiten bij de realiteit in de zorg. Mevrouw Jochem vindt het jammer dat dit geen criterium is om weer op high trust te gaan zitten. De heer Hensels volgt deze discussie met grote verbazing. Hoe zit het met de doorontwikkeling van de arrangementsystematiek? Het is immers lastig als arrangementen worden vastgesteld en dat zorgaanbieders vervolgens een bepaalde productie moeten leveren. Misschien moet men wel op weg naar een andere systematiek? Bereikt men niet hetzelfde indien men werkt met een vast budget zoals in Midden-Limburg gebeurt? Dus P x Q met daarin een afgrenzing van het budget (Q). De heer Van Lieshout antwoordt dat een aantal arrangementen en daaraan gekoppelde bekostiging doorontwikkeld moeten worden om ervoor te zorgen dat het systeem beter werkt. Voorlopig is voor de huidige systematiek gekozen. De heer Van Lieshout geeft aan dat de gemeenten het voorstel van de heer Hensels ten aanzien van P x Q met daarin een afgrenzing van het budget ook in de toekomstige afweging zullen meenemen. De voorzitter voegt toe dat gisteren bij de ontwikkeltafel Wmo besloten is om eerder met de werkgroep Bekostiging Wmo te starten in plaats van een laatste ontwikkeltafel te organiseren. De voorzitter stelt voor om bij jeugd ook vroegtijdig met de werkgroep Bekostiging te starten om de pijnpunten in de systematiek goed te bekijken. Bij de Wmo wordt ook gedacht aan iets dat meer naar P x Q toegaat. Mevrouw De Rond vindt dat ook moet worden bekeken wat haalbaar is in de planning. Crisis en verblijf worden volgend jaar immers al anders ingekocht. De heer Smits vindt dat de heer Hensels een bepaalde interpretatie geeft van de situatie in Midden- Limburg. Dat is echter niet zo bedoeld en dit moet bij de bron worden nagevraagd. De heer Dorrestein geeft aan dat dit bekend is. Mevrouw Mingels vraagt hoe men verder omgaat met het tijdpad en de bekostiging. Dit alles moet immers ook ingeregeld worden zodat de accountant dit goed kan toetsen. De heer Van Lieshout wil aan het einde van deze bijeenkomst terugkomen op de werkgroep Bekostiging. Deze werkgroep zou immers daarin een rol kunnen spelen. Pagina 11 van 20

12 De heer Dorrestein geeft aan dat de controle gaat over de productie van 2019 in maart Zorgaanbieders moeten dit goed registreren. Dit moet men feitelijk al hebben. Mevrouw Mingels herinnert eraan dat men in het verleden ook voor bepaalde verrassingen kwam te staan bij de controles die men liever aan de voorkant had willen weten. Mevrouw Theodorou geeft aan dat werkgroep Bekostiging op korte termijn een bepaald format moet opstellen dat voor 31 december gereed moet zijn. De heer Van Lieshout wil hierbij deze afspraak maken (afspraak). Meer aanpassingen wel gewenst Tarief is consequent te hoog: Aanpassing naar beneden (20% van het verschil) Tarief is consequent te laag Aanpassing naar boven (indexatie) Andere wijzigingen Dyslexie: Tarief wordt opgehoogd Begeleiding Individueel: Hoog intensief komt te vervallen Maatwerktarief Behandeling Individueel Toevoeging Medicijncontrole Andere wijzigingen Crisis: Aanpassingen vooruitlopend op nieuwe ontwikkelingen en n.a.v. sturing 2017/2018 Pleegzorg: Tarief ophoging Extra product Pagina 12 van 20

13 De beschrijving arrangementen Jeugdhulp Zuid-Limburg 2019 worden uitgedeeld (versie oktober 2018). Pagina 13 van 20

14 De heer Boumans vraagt uitleg over het dyslexietraject. Is dit het traject van de volle achttien maanden? De heer Dorrestein antwoordt dat dit het gehele behandelingstraject betreft. De heer Van Lieshout voegt toe dat de organisatie die de dyslexiediagnose doet nu ook de behandeling moet gaan doen. Dit is een inhoudelijke aanpassing. De heer Van Lieshout geeft aan dat het BOR-arrangement de aandacht heeft omdat inkoop de laatste tijd vaker hoort dat de rechtbank de Begeleide omgangsregeling (BOR) oplegt maar dat dit inhoudelijk toch iets heel anders is. Dit is een onderwerp van gesprek met de rechtbank voor Mevrouw De Rond voegt toe dat er een pilot is opgezet voor de komende jaren. Mevrouw Veelen geeft aan dat het tarief BOR geheel niet kostendekkend is. AnaCare heeft daarover veel discussie met de toegang. Dit zijn namelijk heel intensieve trajecten met veel gesprekken met ouders. AnaCare is daarom ook bijna genoodzaakt om hiermee te stopen. De uren die worden gemaakt zijn vele malen meer dan de uren die worden vergoed. De heer Van Lieshout geeft wederom aan dat het BOR-arrangement de aandacht heeft. Pagina 14 van 20

15 De heer Van Lieshout geeft aan dat de medicijncontrole een jaararrangement is. Deze arrangementen worden verder niet geïndexeerd omdat de tarieven niet consequent te laag zijn. De heer Van Lieshout geeft aan dat met uitzondering van laag-kort (geen aanpassing) en hoog-kort (lichte stijging) de regeling van 20% van het verschil hiervoor gaat gelden. Pagina 15 van 20

16 Mevrouw De Haas begrijpt niet hoe men bij begeleiding individueel op enkele contactmomenten per week kan uitkomen. De heer Van Lieshout geeft aan dat dit een gemiddelde is. De heer Hensels heeft discussie met toegang over wat enkele contactmomenten zijn. Dat kan immers ook Skype of beeldbellen met een cliënt zijn. Verder verbaast het de heer Hensels ook dat de prijs van hoog-lang niet zakt. De heer Hensels heeft namelijk van tien zorgaanbieders de spiegelinformatie mogen krijgen. De heer Van Lieshout heeft een analyse gedaan op basis van de spiegelinformatie. De vraag is echter hoe betrouwbaar die spiegelinformatie is. Dit soort vragen komen hieruit naar voren. Indien men zorgaanbieders niet tekort wil doen en inkoop ook niet, komt men uit bij de onwenselijke situatie dat men toch enigszins meegaat op basis van onbetrouwbare informatie en dat men toch her en der wat kleine aanpassingen gaat doen. Mevrouw De Haas vindt dat de heer Hensels heel voorzichtig moet zijn met dergelijke uitspraken. Er zitten grote verschillen in dit segment die niet zonder meer met elkaar te vergelijken zijn. De heer Smits vraagt hoe men het uurtarief ad 62,19 heeft berekend. De heer Van Lieshout geeft aan dat dit een combinatie is van hbo-opgeleid samen met hbo+opgeleid. Het tarief is iets hoger gelegd omdat hbo+ soms meekijkt. Het wo-personeel zal echter niet intensief worden ingezet. Dit is een tarief voor heel intensieve zorg. Het maximum is wat met de toegang wordt afgesproken. De heer Van den Heuvel heeft nog een vraag over de gezinshuizen. Zorgaanbieders kunnen nu geen behandeling meer inzetten vanuit de gezinshuizen. De heer Van den Heuvel merkt op dat echter wel eisen aan het opleidingsniveau worden gesteld. Daarom worden nu gedragswetenschappers ingevlogen en ziet men bij verblijf een stapeling van handelingen. Mevrouw De Rond antwoordt dat men een behandeling voor het kind kan inzetten. De gezinshuisouders kunnen dat echter niet zelf doen. Men ziet nu vaak dat gezinshuisouders ook nog een begeleidingsarrangement aanvragen voor hetzelfde kind dat zij begeleiden. Dit is echter al betaald. Deze vraag wordt nog verder bekeken (afspraak). Pagina 16 van 20

17 De heer Van Lieshout geeft aan dat men in 2017 en 2018 heel verschillende beelden ziet waarbij men in 2017 relatief laag zat en in 2018 relatief hoog. Dat maakt het heel lastig om een afweging te maken voor Pagina 17 van 20

18 Mevrouw Van Kleef vraagt naar de consulttarieven. De heer Van Lieshout geeft aan dat deze tarieven hetzelfde blijven in Mevrouw Van Kleef vraagt verder of iets met de tarieven van bijvoorbeeld psychiaters en klinisch psychologen (wo en wo+) is gedaan. De heer Van Lieshout zal de uitsplitsing schriftelijk aanreiken (afspraak). De heer Werts merkt op dat het verschil bij behandeling groep bijna euro is.???dat is heel veel. De heer Van Lieshout antwoordt bevestigend. 6. Memo resultaatsturing (bijlage 6.1 en 6.2, toelichting Suzan Rosenke) Mevrouw Rosenke verwijst naar de memo Resultaatsturing die is aangereikt. 1. De afspraken op hoofdlijnen: invoering per (uitwerking zie bijlage kwaliteitsmodel) a. Sturen op instellingsniveau; i. Uitval (conform CBS, is al verplicht in contractering) ii. Cliënttevredenheid (door instellingen m.b.v. standaardvraag) iii. Doelrealisatie 1. geen nieuwe start (door instellingen m.b.v. standaardvraag), 2. zonder hulp verder (vanuit berichtenverkeer start/einde zorg), 3. afnameproblematiek (met valide meetinstrument, toewerken naar vergelijkbaarheid), 4. overeengekomen doelen gerealiseerd (met behulp van GAS o.b.v. hulpverleningsplan doelen). b. Sturing op cliëntniveau en gemeentelijk niveau; i. Met behulp van (geaggregeerde) voor geformuleerde resultaten in het hulpverleningsplan (1G1P1R) welke doelen zijn gerealiseerd in welke mate. Mevrouw Rosenke deelt mee dat de werkgroep Resultaatssturing al drie jaar bezig is om resultaatsturing vorm te geven. In de afgelopen twee jaar zijn alle NJI-outcomecriteria onderzocht. Dit heeft ertoe geleid dat de NJI-outcomecriteria volledig worden opgenomen in de contractering samen met de richtlijnen van het CBS, met uitzondering van de afnameproblematiek. Het is ook belangrijk dat zorgaanbieders dit goed monitoren met een valide meetinstrument. Men gaat dan toewerken naar vergelijkbaarheid met T-Jscores. Er wordt een hulpverleningsplan de zogenaamde paarse tabel opgesteld samen met een concretisering van resultaten en doelen. Het doel is dat dit SMART wordt gemaakt samen met de methode GAS (Goal Attainment Scaling). Momenteel wordt dit nog schriftelijk gedaan met het format van 1G1P1R. Het doel is dat iedereen met de resultaten gaat werken om het doel te bereiken. Met de digitalisering van 1G1P1R hoopt de werkgroep dat de administratieve lasten worden beperkt. Deze uitvraag gaat ook gelijk met de uitvraag van het CBS om de extra belasting zo laag mogelijk te houden. Er moet wel één standaardvraag over de cliënttevredenheid per cliënt worden gesteld. Uiteindelijk komen er dus twee standaardvragen over de cliënttevredenheid bij. De heer Boumans moet vaak nog handmatig registreren. Wat betekent dit alles voor de praktijk? De heer Boumans is overigens wel een voorstander van een kwaliteitsmeting. Mevrouw Rosenke legt uit dat bij de CBS-methode wordt aangesloten. Zodra dit digitaal is worden de meetgegevens van het systeem gebruikt. De focus moet liggen op de kwaliteit en de resultaatsturing en niet op de extra belasting. Mevrouw De Rond voegt toe dat de achttien gemeenten samen een webapplicatie gaan aanschaffen zodat iedereen in dat systeem wijzigingen en aanvullingen in het 1G1P1R kan toevoegen. Het 1G1P1R is een communicatiemiddel tussen alle betrokkenen. Mevrouw Rosenke legt uit dat in het 1G1P1R de resultaten en de doelen worden vastgelegd. Dat zijn dus niet de behandelplannen. In het digitale systeem komt de paarse tabel te staan waarin iedereen alles kan invullen. Inkoop heeft dan een dashboard om alles te overzien. Deze webapplicatie wordt nu aanbesteed. Het nieuwe digitale systeem moet op 1 april 2019 actief zijn. Samenwerkingsovereenkomst (bijlage 5, toelichting Ids Bierma) Pagina 18 van 20

19 De voorzitter geeft aan dat de samenwerkingsovereenkomst een set procesafspraken is over hoe men met elkaar omgaat bij bestuurlijk aanbesteden en waarbij iedereen zich aan deze werkwijze conformeert. De samenwerkingsovereenkomst is nu op een paar onderdelen aangepast. In de oude DVO zat een toetredingsmogelijkheid voor nieuwe deelnemers aan de DVO. Dit onderwerp hoort echter niet thuis in de DVO. Dit onderdeel is nu overgeheveld naar de samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsovereenkomst geldt voor alle vier DVO s vanaf 1 januari Verder is ook nadrukkelijker benoemd dat het niet de bedoeling is dat zorgaanbieders in de ontwikkeltafel spreken voor de eigen organisatie. De voorzitter vraagt aan de zorgaanbieders om over het grotere geheel mee te denken en niet vanuit de eigen organisatie. Uiteindelijk worden de voorstellen die vanuit het proces van bestuurlijk aanbesteden en de ontwikkeltafels komen ook altijd door de gemeentebesturen vastgesteld. De voorzitter vraagt om de samenwerkingsovereenkomst in Negometrix te ondertekenen. 7. Samenvatting en vervolgafspraken Mevrouw Bakker vat de gemaakte afspraken samen: zorgaanbieders informeren indien de gemeente Schinnen/Beekdaelen bij BW naar de regio Parkstad gaat, aanscherpen van de definitie wachtlijst, bekijken welke termijnen gelden bij de informatieplicht bij dossiers, controleren en aanpassen van de artikelindeling van de presentatie en publiceren op de website, melden van onderaannemerschap en franchisenemers die bij contracten meeliften in Negometrix en/of bij inkoop, plannen van een startbijeenkomst voor zorgaanbieders om de samenwerking te bekijken qua vastgoed in relatie tot de nabijheidseis van 10 km en de subregio s, nagaan wat met de specifieke meldcode en de terminologieën wordt bedoeld (vraag en antwoord in Negometrix), opstellen van een handleiding voor de spiegelinformatie, nagaan wanneer bij het declaratieprotocol de periode van een half jaar ingaat, nagaan hoe het zit bij verhuizingen met de verlengingen van laag-hoog. Mevrouw Theodorou voegt hieraan toe dat is afgesproken dat de casus wordt aangeleverd en dat inkoop samen met de beleidsmedewerker hierover een standpunt zal innemen. Nagaan of er genoeg ruimte is in het systeem bij verlengingen en het op- en afschalen en of dit in het declaratieprotocol meegenomen kan worden, social return wordt een thema voor de ontwikkeltafels van volgend jaar, bekijken of de vierwekelijkse rapportage achterwege kan blijven, doorontwikkeling in de werkgroep Bekostiging van de bekostiging van de arrangementensystematiek, aangeven van een uniform format voor het vaststellen van de accountantsverklaringen, aanscherpen van de inzet van de arrangementen begeleiding bij de gezinshuizen (vraag en antwoord in Negometrix). De heer Van den Heuvel zal deze laatste vraag in Negometrix stellen (afspraak). De voorzitter dankt voor dit vrij complete overzicht en herinnert de aanwezigen ook nog aan de vragen die nog in Negometrix gesteld zouden worden. Mevrouw Mordang vraagt om in de notulen op te nemen dat het toekomstplan vormvrij is. De voorzitter antwoordt bevestigend. Rondvraag De heer Dorrestein geeft nogmaals aan dat bij Negometrix sprake is van een vertraging van twee dagen. De contractstukken worden op 17 oktober 2018 in Negometrix gepubliceerd. Er komt één aanbesteding met vier percelen waardoor de administratieve druk voor zowel de gemeenten als de zorgaanbieders afneemt. Verder komt er ook een handleiding. De basis is voor alle contracten hetzelfde. Pagina 19 van 20

20 De heer Hensels heeft er last van dat de toekenningen het geld achterblijven waardoor het benodigde personeel pas later aangenomen kan worden. Dit raakt indirect de bekostigingsdiscussie. Mevrouw De Rond wil dit liever op een andere plek bespreken, bijvoorbeeld in de werkgroep Bekostiging. De voorzitter vraagt of een afsluitende ontwikkeltafel op 23 november 2018 nog nodig is. Dit stond in het plan van aanpak van de OT's. De ontwikkeltafels zijn echter dit jaar vrij beleidsarm ingestoken zonder echt grote veranderingen. Of kan worden volstaan om deze ruimte te gebruiken om de werkgroep Bekostiging alvast eind november 2018 op te laten starten? De voorzitter stelt vast dat de aanwezigen liever de werkgroep Bekostiging op 23 november 2018 willen oppakken. Aldus wordt afgesproken (afspraak). Zorgaanbieders kunnen zich hiervoor aanmelden, maar dit biedt geen garantie voor deelname. Mevrouw Mingels merkt op dat bij drie werkgroepen de laatste werkgroepbijeenkomst is geannuleerd. Mevrouw Mingels vindt dat de werkzaamheden van de werkgroepen af moeten worden gemaakt voordat het concept in de ontwikkeltafels belandt. Mevrouw De Rond geeft aan dat er bij de bekostiging wel een taak ligt voor de gemeenten waarbij de werkgroepen niet worden betrokken. De voorzitter wil graag dat de trekkers van de werkgroepen hierover duidelijke afspraken maken. De heer Boumans vraagt naar de indieningsdatum. De voorzitter antwoordt dat de uiterste indieningsdatum 30 november 2018 is. De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun bijdrage aan deze ontwikkeltafel en sluit om uur de bijeenkomst. Volgend jaar zal weer een nieuwe ontwikkeltafel worden georganiseerd. Maastricht, 12 oktober 2018 Pagina 20 van 20