Nota Handhavingsbeleid. Taxiverordening

Transcriptie

1 Nota Handhavingsbeleid Taxiverordening Pagina 1 van 21

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Aanleiding Aanpak Juridische status Visie Uitgangspunten Doelstellingen Handhavingspartners Handhavingsmiddelen Bestuursrecht Strafrecht Privaatrecht Strategie Handhaving niet-aangesloten chauffeurs Taxxxivergunning (handhaving aangesloten chauffeurs) Handhaving primair door het college Handhaving primair door de TTO TTO-vergunning Beoordeling TTO naar aanleiding van kwartaal- jaar- en/of auditrapportages Beoordeling TTO ten aanzien van de opgelegde maatregelen naar aanleiding van geconstateerde overtredingen van aangeslotenen Beoordeling TTO naar aanleiding van klachten Beoordeling TTO naar aanleiding van inspecties Evaluatie...19 BIJLAGE I BIJLAGE II Stroomschema toezicht op de TTO ten aanzien van afhandeling van overtreding van vijf belangrijkste gedragingen...20 Stroomschema klachtafhandeling...21 Pagina 2 van 21

3 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 1 oktober 2011 is de Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp2000) gewijzigd. Het doel van deze wetswijziging is de bevordering van de kwaliteit van het taxivervoer en de versterking van de gemeentelijke bevoegdheden in het belang ervan. Naar aanleiding van deze wetswijziging heeft de gemeente Amsterdam besloten tot het vaststellen van de Taxiverordening Amsterdam 2012 (hierna: Taxiverordening) welke op 8 november 2012 in werking is getreden. Met het invoeren van deze verordening heeft de gemeente meer handvatten gekregen voor toezicht en handhaving in de taxibranche. De verbodsbepalingen als genoemd in artikel 2.3 van de Taxiverordening zullen naar verwachting op 8 mei 2013 in werking treden nadat het college hiertoe heeft besloten. Deze verbodsbepalingen luiden: 1. Het is een chauffeur verboden om zonder geldige vergunning van het college (Taxxxivergunning) op de in bijlage I bij deze verordening aangegeven delen van de openbare weg taxivervoer aan te bieden. 2. Het is een TTO verboden aangeslotenen van het organisatorisch verband op de in bijlage I bij deze verordening aangegeven delen van de openbare weg taxivervoer aan te laten bieden, zonder een geldige vergunning van het college (TTOvergunning). 1.2 Aanpak Vooruitlopend op de Nota Handhavingsbeleid Taxiverordening (hierna: handhavingbeleid) is het handhavingsarrangement opgesteld waarin is beschreven op welke wijze het toezicht en de handhaving op de Amsterdamse taximarkt wordt georganiseerd als de Taxiverordening volledig van kracht is. De verschillende samenwerkingspartners, hun specifieke taken en de wijze van samenwerking zijn daarbij verduidelijkt. Vervolgens is in het plan van aanpak beschreven welke acties nog moeten worden uitgevoerd vóór 8 mei 2013 ter voorbereiding van de start van de handhaving. Het handhavingsarrangement en het plan van aanpak vormen samen de basis voor het handhavingsbeleid. In het handhavingsbeleid wordt beschreven op welke wijze de gemeente zal handhaven in het geval van concrete overtredingen en de toepassing van verschillende sancties en maatregelen. Tevens is in het beleid een stappenplan opgenomen dat er toe dient inzichtelijk te maken welke stappen doorlopen kunnen worden in het geval er sprake is van een overtreding. Het versterken van de positie van de klant staat centraal in het nieuwe taxibeleid. Dit is ook terug te vinden in het handhavingsbeleid. Het uitgangspunt is dat elke taxiklant recht heeft op een veilige rit, ritzekerheid (geen rit weigeren), een eerlijke behandeling (juiste tarieven hanteren) en een chauffeur met kennis van de stad en de gedragsregels. Ritweigering en het rekenen van te hoge prijzen zijn daarom opgenomen in de vijf overtredingen van chauffeurs waar een minimale sanctie op is gesteld. Verder is er extra aandacht voor het klachtrecht van klanten. Klanten kunnen, naar aanleiding van een rit, een klacht indienen en zo aangegeven op welke punten de kwaliteit van taxivervoer te wensen overliet. Een TTO beschikt allereerst over een klachtenprotocol dat voldoet aan de minimumeisen die zijn neergelegd in de Nadere Regels behorende bij de Taxiverordening. Daarnaast kijkt de gemeente in haar rol als toezichthouder actief mee in de klachtafhandeling door TTO s. Hierbij staat de vraag in hoeverre de klant tevreden is over de klachtafhandeling door de TTO. Pagina 3 van 21

4 1.3 Juridische status Het handhavingsbeleid bevat een vaste gedragslijn voor de handhaving van de verboden als genoemd in artikel 2.3 van de Taxiverordening en wordt als beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht vastgesteld. Het neerleggen van deze vaste gedragslijn waarborgt de kenbaarheid en vergroot de voorspelbaarheid van het bestuursoptreden. Een beleidsregel is evenwel beperkt tot het hanteren van een bevoegdheid waarover een bestuursorgaan, in casu het college, reeds beschikt. Het college is op grond van art. 125 van de Gemeentewet bevoegd tot bestuursrechtelijke handhaving. In afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) zijn regels gegeven over de besluitvorming en de toepassing van de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. Het maken van bezwaar tegen de vaststelling van een beleidsregel is door de wet uitgesloten. Echter, degene die in strijd handelt met het bepaalde bij of krachtens de Taxiverordening kan altijd bezwaar maken tegen een aan hem of haar opgelegde sanctiebeschikking. Het voordeel van een beleidsregel is dat in een concrete handhavingbeschikking (met als grondslag de beleidsregel) ter motivering kan worden volstaan met een verwijzing naar die beleidsregel. In de betreffende handhavingbeschikking moet echter tevens worden overwogen, dat er geen sprake is van een bijzonder geval dat tot afwijking van de beleidsregel zou kunnen nopen. Slechts indien toepassing van de vaste gedragslijn voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot het te dienen (handhavings)doel, kan hiervan, op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, worden afgeweken. 2. Visie Met het opstellen en publiceren van het handhavingsbeleid wordt beoogd de handhaving op chauffeurs en TTO s (Toegelaten Taxi Organisaties) door de gemeente inzichtelijk te maken hetgeen naleving van gewenst gedrag bevordert. 3. Uitgangspunten In het handhavingsarrangement zijn de uitgangspunten voor toezicht en handhaving van de taxibranche opgenomen. Deze uitgangspunten vormen de basis voor het voorliggende handhavingsbeleid. 1. De klant centraal 2. Samenwerking tussen handhavingspartners 3. TTO verantwoordelijk voor kwaliteit van het taxivervoer 4. Herkenbare en goed traceerbare taxichauffeurs 5. Informatiegestuurd werken 6. Transparant handhavingsbeleid In het handhavingsarrangement is aangegeven dat de focus van de gemeentelijke handhaving in eerste instantie wordt gelegd op de 5 belangrijkste overtredingen begaan door vergunninghouders, aangevuld met handhaving op taxi s zonder Taxxxivergunning. Dit zal, samen met de gedragingen waarvan de gemeente heeft aangegeven primair als handhaver op te treden, in het handhavingsbeleid verder uitgewerkt worden. Ten aanzien van alle overige gedragingen ligt de verantwoordelijkheid voor het opleggen van maatregelen bij de TTO s. Het functioneren van de TTO s zal na de eerste audits en/of kwartaalrapportages worden geëvalueerd. Naar aanleiding daarvan zal bekeken worden of Pagina 4 van 21

5 het noodzakelijk is aanvullend handhavingsbeleid op te stellen ten aanzien van de overige gedragingen. 4. Doelstellingen Toezicht en handhaving in de taxibranche wordt ingezet om de naleving van de wet- en regelgeving van de chauffeurs en TTO s te bevorderen. Hiertoe zullen diverse instrumenten ingezet worden, variërend van voorlichting tot sanctionering. Door het handhavingsbeleid te publiceren wordt in ieder geval inzichtelijk gemaakt op welke wijze er gehandhaafd zal worden en wat de te nemen stappen zijn in het geval er sprake is van recidive. 5. Handhavingspartners De toezichthoudende en handhavende partijen treden in gezamenlijkheid op tegen nietnaleving van de regels op het gebied van taxi. In verband hiermee is een handhavingsarrangement gesloten tussen de volgende partijen: 1. Gemeente Amsterdam: a) Programmateam Taxi Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (DIVV) en Directie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) b) Dienst Stadstoezicht (DST) c) Dienst Basis Informatie (DBI) d) Stadsdelen 2. Inspectie Leefomgeving en Transport (KIWA in opdracht van ILT) 3. Politie, eenheid Amsterdam 4. Openbaar Ministerie (OM) 5. Belastingdienst In het handhavingsarrangement staan afspraken opgenomen voor de fase waarin de systeemomslag in de taxibranche zou moeten plaatsvinden (tot 2016) en is aangegeven op welke wijze de taken en verantwoordelijkheden tussen de diverse handhavingspartners zijn verdeeld. 6. Handhavingsmiddelen 6.1 Bestuursrecht Voor de uitoefening van haar taak heeft het college een aantal bestuursrechtelijke middelen: Last onder bestuursdwang Last onder dwangsom Intrekken van de vergunning (als sanctie) De bestuursrechtelijke sancties worden onderscheiden in herstelsancties (reperatoire sancties) en punitieve sancties. De herstelsanctie beoogt de overtreding ongedaan te maken of herhaling te voorkomen terwijl de punitieve sanctie beoogt de dader te straffen. De last onder bestuursdwang, de last onder dwangsom en het intrekken van de vergunning zijn vormen van herstelsancties. De punitieve sancties zijn de bestuurlijke boete (voor handhaving van de Taxiverordening is deze niet van toepassing) en in sommige gevallen ook de intrekking van de vergunning. Het toepassen van bestuursrechtelijke sancties is een vrije bevoegdheid van het college. In beginsel geldt echter wel een verplichting om bestuursrechtelijk op te treden. Met handhaving van de bij of krachtens de Taxiverordening gestelde regels worden de belangen Pagina 5 van 21

6 van de consument beschermd en wordt een bijdrage geleverd aan de gewenste verbetering van de kwaliteit van taxivervoer Strafrecht Overtreding van de artikelen 2.3, eerste lid, 2.4 en 2.15 van de Taxiverordening Amsterdam 2012 is ingevolge het bepaalde in artikel 1, vierde lid van de Wet op de Economische Delicten (hierna: WED), strafbaar gesteld. De (bestuursrechtelijke) toezichthouders die zijn beëdigd als (strafrechtelijk) buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) zijn belast met de opsporing van deze strafbare feiten en kunnen (eventueel samen met de politie) procesverbaal opmaken en dit doorzenden aan de Officier van Justitie. Het strafrechtelijk traject met de in dat kader toe te passen sancties heeft vooral tot doel de overtreder te straffen. Eveneens heeft het tot doel overtreding in de toekomst te voorkomen. De strategie gaat er van uit dat zowel het bestuur(srechte)lijke handhavingtraject als strafrechtelijke traject naast elkaar als reactie op een overtreding wordt gevolgd. Het college heeft geen invloed op de beoordeling of strafrechtelijk moet worden opgetreden, op de hoogte van de op te leggen sanctie en de daarvoor te doorlopen procedure. Het strafrechtelijke traject wordt dan ook niet verder in dit handhavingsbeleid uitgewerkt. Het college en het Openbaar Ministerie (hierna: OM) hebben er wel belang bij dat het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk traject daar waar mogelijk op elkaar worden afgestemd en elkaar ondersteunen en/of versterken. 6.3 Privaatrecht Naast het bestuursrecht en het strafrecht zijn er ook privaatrechtelijke middelen die kunnen worden gebruikt bij de handhaving van de verordening. Ingevolge artikel 2.8 van de Taxiverordening moet een TTO, voor zover de TTO aangeslotenen taxivervoer wil laten aanbieden in de gebieden A, B, C, D, E, F en G, een overeenkomst met het college afsluiten. Niet naleven van de hieraan gestelde voorwaarden kan leiden tot aanpassing of beëindiging van deze overeenkomst hetgeen betekent dat aangeslotenen bij de TTO geen of nog slechts gedeeltelijk taxivervoer in Amsterdam aan mogen bieden. Het college is voornemens afspraken over controles op de standplaatsen door TTO s op de eigen aangesloten chauffeurs (serviceteams), onderdeel uit te laten maken van deze overeenkomst. 7. Strategie De bestuursrechtelijke handhaving wordt uitgewerkt in een stappenplan. Dit stappenplan is bedoeld om duidelijkheid te verschaffen aan de TTO s en de chauffeurs over de consequenties van hun handelen of nalaten en geeft de gemeentelijke handhavers richting bij de opvolging van geconstateerde overtredingen. Achterliggende gedachte bij het opstellen van dit beleid is dat de TTO s uiteindelijk zelfregulerend moeten gaan functioneren. Er zal dan ook veel tijd en aandacht besteed worden aan het, daar waar nodig, ondersteunen van de TTO s bij de kwaliteitsverbetering. Dit neemt niet weg dat een TTO die stelselmatig niet voldoet aan de bij of krachtens de verordening gestelde regels het risico loopt dat de vergunning uiteindelijk zal worden ingetrokken. Voor handhaving van de Taxxxivergunning worden verschillende stappenplannen geschetst. Eén voor handhaving op de niet-aangeslotenen en één voor het handhaven van de 5 belangrijkste gedragingen. Voor handhaving van de TTO-vergunning is gekozen voor het in een stroomschema weergeven van de te doorlopen stappen met daarbij een toelichting. Pagina 6 van 21

7 Pagina 7 van 21

8 Algemeen: In een aantal gevallen zal naast een bestuursrechtelijke sanctie ook een strafrechtelijke sanctie kunnen worden opgelegd. In bijzondere gevallen kan van de stappenplannen worden afgeweken. Afhankelijk van de ernst van de overtreding kunnen ook direct zwaardere maatregelen worden toegepast. In het geval er sprake is van het opleggen van een voorwaardelijke sanctie betekent dit dat de te nemen sanctie wel wordt opgelegd, maar dat deze niet ten uitvoer wordt gebracht. Wanneer de overtreder opnieuw de fout in gaat of bepaalde voorwaarden die aan de voorwaardelijke sanctie zijn gesteld negeert, kan de sanctie alsnog ten uitvoer worden gebracht. De nieuwe overtreding moet dan wel van gelijkwaardige aard en ernst zijn, als de overtreding waarop de sanctie is gesteld. De voorwaardelijke sanctie heeft een verjaringstermijn van één jaar. Als de overtreder zich binnen de verjaringstermijn correct gedraagt, komt de voorwaardelijke sanctie dus te vervallen. In het stappenplan kunnen verschillende verjaringstermijnen zijn opgenomen. De verjaringstermijn is in principe één jaar tenzij in het stappenplan een andere termijn wordt genoemd. Indien een volgende overtreding binnen de verjaringstermijn plaats vindt zal de volgende stap van het stappenplan in werking treden. Na het verlopen van de verjaringstermijn begint het stappenplan weer van voren af aan, met dien verstande dat in het geval er bij stap 1 sprake is van het opleggen van een voorwaardelijke sanctie, deze dan achterwege kan worden gelaten en het stappenplan aanvangt bij stap 2. Het overslaan van de 1 e stap heeft te maken met het feit dat de voorwaardelijke sanctie te vergelijken is met een waarschuwing en de overtreder niet opnieuw gewaarschuwd hoeft te worden, aangezien deze al weet dat de betreffende gedraging een overtreding is (aangezien hij hier al eerder voor gewaarschuwd of gesanctioneerd is). De verjaringstermijn loopt vanaf de datum van de laatste overtreding. Op een beschikking van een bestuursorgaan is de Awb van toepassing. Dat betekent dat in sommige gevallen bij de voorbereiding van een beschikking de gelegenheid moet worden gegeven tot het geven van een zienswijze (artikel 4:8). Voordat dus het college een beschikking geeft (zoals het schorsen of intrekken van de vergunning of het opleggen van een dwangsom), wordt het voornemen hiertoe aan de overtreder bekend gemaakt en wordt deze in staat gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. In het geval er sprake is van een beschikking gericht aan de chauffeur wordt de TTO waar deze chauffeur bij is aangesloten eveneens gezien als belanghebbende en krijgt daarmee tevens de mogelijkheid zienswijze in te dienen. 7.1 Handhaving niet-aangesloten chauffeurs Onder de niet-aangesloten chauffeurs wordt begrepen chauffeurs die in het bezit zijn van een geldige landelijke chauffeurskaart maar vervoer aanbieden op de Amsterdamse opstapmarkt zonder in het bezit te zijn van een Taxxxivergunning (en dus ook niet zijn aangesloten bij een TTO). Chauffeurs die rijden met een geschorste vergunning vallen hier niet onder. Chauffeurs die eerder een vergunning hadden, maar van wie de vergunning werd ingetrokken en die nu dus zonder vergunning rijden vallen hier wél onder. In de situatie dat sprake is van een niet-aangesloten chauffeur kan het college geen vergunning intrekken, wel kan een last onder dwangsom worden toegepast. De mogelijkheid een last onder bestuursdwang op te leggen is in dit beleid niet verder uitgewerkt omdat niet ingezien wordt hoe via die weg een effectieve én proportionele last opgelegd zou kunnen worden. Uitwerking in stappenplan Onderstaand worden de stappen beschreven die kunnen volgen op een geconstateerde overtreding. Pagina 8 van 21

9 De overtreding betreft dan het aanbieden van taxivervoer op de opstapmarkt van Amsterdam zonder Taxxxivergunning (artikel 2.3, eerste lid, Taxiverordening Amsterdam 2012). Deze overtreding kan naast bestuursrechtelijk ook strafrechtelijk worden gesanctioneerd. De Wet op de economische delicten bepaalt in artikel 6, eerste lid, onderdeel 4, dat Hij die een economisch delict begaat, wordt gestraft in geval van een andere overtreding, met hechtenis van ten hoogste zes maanden, taakstraf of geldboete van de vierde categorie. Het college heeft echter geen invloed op de uiteindelijke hoogte van de strafrechtelijke sanctie en de daarvoor te doorlopen procedure. Onderstaand wordt dan ook alleen het stappenplan geschetst voor de bestuursrechtelijke procedure. STAPPENPLAN 1 HANDHAVING NIET-AANGESLOTENEN Stap 1 Bestuursrechtelijke sanctie: Voornemen opleggen dwangsom Naar aanleiding van het rapport van bevindingen van de overtreding toetst het bestuursorgaan of er inmiddels een Taxxxivergunning is aangevraagd en of het aannemelijk is dat deze verleend zal worden. Indien hiervan geen sprake is stuurt het college de chauffeur het voornemen tot opleggen van een last onder dwangsom. De chauffeur wordt daarbij in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze (schriftelijk of mondeling) in te dienen. Van het opleggen van de last kan worden afgezien indien er een concreet zicht op legalisering is. Is hiervan geen sprake dan treedt stap 2 van dit stappenplan in werking. Ook is het mogelijk dat naar aanleiding van een klacht van een klant nader onderzoek wordt gedaan naar de chauffeur die taxivervoer heeft aangeboden en bij het vermoeden van het aanbieden van taxivervoer zonder Taxxxivergunning zal eveneens overgegaan worden tot het opleggen van een dwangsom zoals hiervoor beschreven. Informeren TTO Indien sprake is van het gebruik van een taxi welke geregistreerd is bij een TTO wordt de TTO schriftelijk geïnformeerd over het gebruik van deze taxi door een nietaangesloten chauffeur en wordt verzocht aan de gemeente terug te koppelen welke actie zij hierop hebben genomen. Opleggen dwangsom Als de ingediende zienswijze niet leidt tot gewijzigde inzichten zal de beschikking tot het opleggen van de dwangsom verzonden worden (indicatie: 5.600,- per geconstateerde overtreding tot een maximum van ,- euro). De opgelegde dwangsom kent geen verjaringstermijn. Stap 2 Verbeuren dwangsom Indien sprake is van een tweede overtreding wordt de eerder opgelegde dwangsom verbeurd. Ingevolge 5:33 Awb dient de betaling van de verbeurde dwangsom door de overtreder binnen zes weken te gebeuren. De betalingsverplichting van de dwangsom ontstaat door de overtreding van de last. Ook een derde en volgende overtredingen hebben tot gevolg dat een dwangsom wordt verbeurd. Het verbeuren van de dwangsom is mogelijk tot maximaal het vastgestelde maximum bedrag (indicatie: ,-). Het college laat eerst per brief aan de betrokkene weten dat na Pagina 9 van 21

10 het van kracht worden van de dwangsombeschikking één of meer van de daarin vermelde overtredingen zijn geconstateerd. Daarbij wordt het tot die datum verbeurde bedrag vermeld. Tevens wordt aangegeven dat binnen 6 weken na het moment van geconstateerde overtreding dat bedrag op een bepaalde wijze moet zijn voldaan. Invordering dwangsom Wanneer de termijn van zes weken is verstreken zonder dat het verbeurde bedrag is betaald door de overtreder, zal het bestuursorgaan eerst een invorderingsbeschikking dienen te nemen. Het bestuursorgaan dient ingevolge artikel 5:35 Awb de verbeurde dwangsom binnen één jaar na de dag nadat de dwangsom is verbeurd in te vorderen. Wanneer het bestuursorgaan de verbeurde dwangsommen wil invorderen, moet deze het bedrag van de verbeurde dwangsommen vaststellen op grond van hetgeen is bepaald in artikel 5:37 Awb en een invorderingsbeschikking nemen. Indien een derde-belanghebbende verzoekt om de invordering van een dwangsom, dient het bestuursorgaan binnen vier weken een beslissing nemen over de invordering ervan. Het bestuursorgaan kan dan ook besluiten om geen dwangsom op te leggen, wanneer het bestuursorgaan van oordeel is dat er geen dwangsommen zijn verbeurd of dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waardoor afgezien kan en moet worden van de invordering ervan. De overtreder en (mogelijke) derde-belanghebbenden kunnen bezwaar aantekenen tegen de beschikking van de last onder dwangsom alsmede bezwaar aantekenen tegen de beschikking tot invordering van de verbeurde dwangsommen. In artikel 5:39 Awb is vastgelegd dat het bezwaar, (hoger) beroep, of voorlopige voorziening tegen de last onder dwangsom mede betrekking heeft op de invorderingsbeschikking indien dit ook wordt betwist door de overtreder. Hierdoor zal worden voorkomen dat er een afzonderlijke procedure zal plaatsvinden. De rechtbank kan involge het tweede lid van artikel 5:39 het (hoger) beroep tegen de invorderingsbeschikking verwijzen naar een ander orgaan. Stap 3 Vervolgstappen na verbeuren maximum dwangsom Indien het opleggen van de last en het invorderen van de verbeurde dwangsommen niet heeft geleid tot het gewenst resultaat (geen vervoer meer aanbieden op de opstapmarkt of aansluiten bij een TTO en Taxxxivergunning aanvragen) dan kan in overleg met de andere handhavingspartners bekeken worden welke andere stappen genomen kunnen worden om ervoor te zorgen dat de chauffeur zich gaat conformeren aan de geldende regels. 7.2 Taxxxivergunning (handhaving aangesloten chauffeurs) Onderstaand zal de handhaving van aangesloten chauffeurs verder uitgewerkt worden. Onderscheid wordt gemaakt in gedragingen waarvan het college heeft aangegeven dat zij primair op overtredingen zullen sanctioneren en gedragingen waarbij de TTO primair de taak heeft maatregelen op te leggen bij geconstateerde overtredingen. Pagina 10 van 21

11 7.2.1 Handhaving primair door het college Van een aantal voorschriften als genoemd in de Nadere regels eisen chauffeurs is aangegeven dat het college primair zal handhaven op overtredingen. Het betreft hier kerntaken van de overheid en/of dusdanig zware overtredingen of misdrijven dat het altijd raakt aan de integriteit en veiligheid van personen in of buiten de taxi en aan openlijke geweldpleging. Deze voorschriften zijn genoemd in artikel 1, lid 1, onder g, artikel 1, lid 2, onder f, artikel 1, lid 4, onder c t/m j en artikel 1, lid 6, onder a en b van de Nadere regels eisen chauffeurs (zie ook het schema op de volgende pagina). Het stappenplan ten aanzien van overtreding van deze voorschriften wordt hieronder verder uitgewerkt. Verder is in de Taxiverordening in artikel 2.17, eerste lid, onder c, opgenomen dat in het geval de ontheffing medegebruik lijnbusbaan/-strook (TBO) tijdelijk is ingetrokken (geschorst) de Taxxxivergunning voor een gelijke periode wordt geschorst. Eveneens is in artikel 2.17, tweede lid, onder c, opgenomen dat de intrekking van de lijnbusbaan/-strook tot gevolg heeft dat de Taxxxivergunning wordt ingetrokken. Dit betekent dat overtredingen die consequenties hebben voor de geldigheid van de lijnbusbaan/-strook ontheffing altijd consequenties hebben voor de geldigheid van de Taxxxivergunning. De bestuursrechtelijke sancties voor de TBO en de Taxxxivergunning zijn daarom op elkaar afgestemd. De handhaving van de TBO is niet in onderhavig handhavingsbeleid opgenomen maar in een apart document beschreven, te weten Beleid voor medegebruik van de lijnbusbaan/-strook door taxi s. Vanwege de samenhang in de besluitvorming zal correspondentie/ besluitvorming over de sanctionering ten aanzien van de TBO en sanctionering ten aanzien van Taxxxivergunning, in principe tegelijkertijd worden verzonden. Onderstaand worden de mogelijke bestuursrechtelijke sancties weergegeven. De uiteindelijk te nemen stappen zijn afhankelijk van het soort overtreding en worden daarna in een schematisch overzicht weergegeven: één week voorwaardelijke schorsing Het college stuurt een brief aan overtreder met een afschrift aan de TTO waarbij deze is aangesloten, dat met het overtreden van voorschrift <.. > een voorwaardelijke schorsing van één week wordt opgelegd. Deze voorwaardelijke schorsing heeft een verjaringstermijn van één jaar hetgeen betekent dat bij een volgende overtreding binnen één jaar sprake zal zijn van een onvoorwaardelijke schorsing. één week onvoorwaardelijke schorsing Het college verzendt het concept besluit tot oplegging van de onvoorwaardelijke schorsing van één week aan overtreder met een afschrift aan de TTO waarbij deze is aangesloten. Eventuele zienswijzen in overweging nemende wordt daarna het besluit ten aanzien van de schorsing van de Taxxxivergunning genomen. één maand schorsing Het college verzendt het concept besluit tot oplegging van de onvoorwaardelijke schorsing van één maand aan overtreder met een afschrift aan de TTO waarbij deze is aangesloten. Eventuele zienswijzen in overweging nemende wordt daarna het besluit ten aanzien van de schorsing van de Taxxxivergunning genomen (en voor zover van toepassing, in principe tegelijk met het besluit tot schorsing van de TBO verzonden). intrekking TBO en Taxxxivergunning Pagina 11 van 21

12 Het college verzendt het concept besluit tot intrekking van de Taxxxivergunning aan overtreder met een afschrift aan de TTO waarbij deze is aangesloten. Eventuele zienswijzen in overweging nemende wordt daarna het besluit ten aanzien van de intrekking van Taxxxivergunning genomen (en voor zover van toepassing, in principe tegelijk met het besluit tot schorsing van de TBO) verzonden. Schematisch overzicht van de te nemen stappen per overtreding. De nummers in de tabel verwijzen naar het aantal keer dat een overtreding (binnen één jaar na de laatste overtreding) is geconstateerd. SANCTIE BIJ HERHAALDE OVERTREDING STAPPENPLAN 2 HANDHAVING PRIMAIR DOOR HET COLLEGE De chauffeur geeft geen onnodige geluidssignalen met zijn voertuig (Art. 1, lid 1,onder g) De chauffeur gebruikt de standplaats alleen voor het aannemen van ritten (Art 1, lid 2, onder f) De chauffeur heeft geen ernstig misdrijf gepleegd, waarop een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld (Art 1, lid 4, onder c) De chauffeur toont in het verkeer geen ernstig gevaarzettend of asociaal gedrag, waaronder in ieder geval begrepen wordt dat de politie, eenheid Amsterdam ten aanzien van de chauffeur geen mededeling heeft opgemaakt voor een (Lichte) Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer, Alcoholslotprogramma of Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (Art 1, lid 4, onder d) De chauffeur beschikt over de benodigde geldige ontheffingen, vergunningen en vergunningbewijzen om taxivervoer aan te mogen bieden (Art 1, lid 4, onder e) De chauffeur biedt taxivervoer aan terwijl deze beschikt over een geldig rijbewijs (Art 1, lid 4, onder f) De chauffeur hanteert geen enkele vorm van fysiek geweld of bedreiging (Art 1, lid 4, onder g) De chauffeur begaat geen excessieve snelheidsovertreding (> 50 km/u te hard rijden of > 30 km/u te hard rijden bij wegwerkzaamheden) (Art 1, lid 4, onder h) De chauffeur handelt in het verkeer ordelijk en verantwoord binnen de grenzen van de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde kaders (Art 1, lid 4, onder i) De chauffeur brengt met zijn rijgedrag de consument of andere weggebruikers niet in gevaarlijke situaties (Art 1, lid 4, onder j) De chauffeur geeft wijzigingen in zijn situatie die relevant zijn voor de geldigheid van de Taxxxivergunning onverwijld door aan de TTO en het college (Art 6, onder a) De chauffeur meldt verlies of diefstal van de Taxxxiraamkaart direct aan het college (Art 6, onder b) 1 week VW schorsing 1 week OVW schorsing 1 maand OVW schorsing Intrekking Taxxxivergunning 1 e 2 e 3 e 4 e keer 1 e 2 e 3 e 4 e 1 e 1 e 1 e 1 e 1 e 2 e 1 e 2 e 1 e 2 e 1 e 2 e 1 e 2 e 3 e 4 e 1 e 2 e 3 e 4 e Pagina 12 van 21

13 7.2.2 Handhaving primair door de TTO De TTO is, met uitzondering van de gedragingen waarvan het college heeft aangegeven daar toezicht op uit te oefenen, primair verantwoordelijk voor het toezien op de gedragingen van hun aangeslotenen en het opleggen van maatregelen. Van een aantal gedragingen zijn minimaal op te leggen maatregelen voorgeschreven in het maatregelenprotocol. De TTO zal deze maatregelen dienovereenkomstig moeten opleggen. De gedragingen waarvan minimaal op te leggen maatregelen zijn voorgeschreven, zijn: - De chauffeur vervoert consumenten op hun verzoek en/of staakt geen ritten tenzij dit in redelijkheid niet van de chauffeur kan worden gevergd - Op of in de omgeving van de standplaats stremt de chauffeur het verkeer niet en/of op of in de omgeving van de standplaats houdt de chauffeur zich niet hinderlijk op - De aanwijzingen van een ambtenaar in functie of een andere door het college aangewezen persoon die ten doel heeft de kwaliteit van taxivervoer te bevorderen, worden onverwijld opgevolgd - De chauffeur vervoert de consument tegen maximaal het wettelijk geldende tarief - De chauffeur overschrijdt het maximaal aantal toegestane taxi s op de standplaats niet, zet zijn voertuig op de daarvoor aangewezen plekken en rijdt door op de standplaats zodra er voldoende plek is. Er is een nauw verband tussen de door de TTO opgelegde maatregelen aan aangesloten chauffeurs en het toezicht op de handhaving van de TTO-vergunning. Bij de beoordeling of de TTO (nog steeds) voldoet aan de verplichtingen voortvloeiende uit hun vergunning wordt namelijk de mate waarin de TTO maatregelen heeft opgelegd aan de aangeslotenen meegewogen bij de beoordeling. Voor de handhaving van de TTO-vergunning is (nog) geen stappenplan opgesteld. Dit heeft te maken met het feit dat iedere TTO qua omvang en reglement zodanig specifiek is dat maatwerk nodig zal zijn. Indien de TTO nalaat maatregelen op te leggen bij overtreding van een van de genoemde gedragingen heeft dit, evenals het niet naleven van het reglement in het algemeen, in ieder geval consequenties voor het door het college op te stellen nalevingsprofiel van de TTO (nalevingsprofiel: de mate waarin de TTO de voorschriften en beperkingen verbonden aan de TTOvergunning naleeft). Dit betekent tegelijkertijd dat het college genoodzaakt is zelf handhavend op te treden ten aanzien van de chauffeur overeenkomstig stappenplan 3. Zolang de TTO aantoonbaar inspanningen verricht om maatregelen op te leggen naar aanleiding van geconstateerde overtredingen, kan de werking van stappenplan 3 achterwege blijven. Overtredingen van gedragingen kunnen o.a. geconstateerd worden door de gemeente, handhavingspartners, door de TTO (b.v. waarnemers, mysteryguests) en door klanten (in de vorm van klachten). Onderstaand worden ten aanzien van een vijftal in de Nadere eisen maatregelenprotocol minimaal voorgeschreven maatregelen de gewenste bestuursrechtelijke sancties weergegeven in het geval de TTO verzuimt (de juiste) maatregelen op te leggen: Bestuursrechtelijke sanctie: één week VW schorsing Het college stuurt een brief aan overtreder met een afschrift aan de TTO waarbij deze is aangesloten, dat met het overtreden van voorschrift <.. > een Pagina 13 van 21

14 voorwaardelijke schorsing van één week wordt opgelegd. Deze voorwaardelijke schorsing heeft een verjaringstermijn van één jaar hetgeen betekent dat bij een volgende overtreding binnen één jaar sprake zal zijn van een onvoorwaardelijke schorsing. Bestuursrechtelijke sanctie: één week OVW schorsing Het college verzendt het concept besluit tot oplegging van de onvoorwaardelijke schorsing van één week aan overtreder met een afschrift aan de TTO waarbij deze is aangesloten. Eventuele zienswijzen in overweging nemende wordt daarna het besluit ten aanzien van de schorsing van de Taxxxivergunning genomen. Bestuursrechtelijke sanctie: één maand schorsing Het college verzendt het concept besluit tot oplegging van de onvoorwaardelijke schorsing van één maand aan overtreder met een afschrift aan de TTO waarbij deze is aangesloten. Eventuele zienswijzen in overweging nemende wordt daarna het besluit ten aanzien van de schorsing van de Taxxxivergunning genomen. Bestuursrechtelijke sanctie: intrekking Taxxxivergunning Het college verzendt het concept besluit tot intrekking van de Taxxxivergunning aan overtreder met een afschrift aan de TTO waarbij deze is aangesloten. Eventuele zienswijzen in overweging nemende wordt daarna het besluit ten aanzien van de intrekking van Taxxxivergunning genomen verzonden. Pagina 14 van 21

15 Onderstaand wordt stappenplan 3 weergegeven op welke wijze de het college de chauffeur zal sanctioneren in het geval de TTO nalaat maatregelen op te leggen bij overtreding van een van de genoemde gedragingen. De nummers in de tabel verwijzen naar het aantal keer dat een overtreding (binnen één jaar na de laatste overtreding) is geconstateerd. SANCTIE BIJ (HERHAALDE) OVERTREDING STAPPENPLAN 3 HANDHAVING PRIMAIR DOOR DE TTO 1 week VW schorsing 1 week OVW schorsing 1 maand OVW schorsing Uitsluiting GEWENST GEDRAG De chauffeur vervoert consumenten op hun verzoek en/of staakt geen ritten tenzij dit in redelijkheid niet van de chauffeur kan worden gevergd. Artikel 1, lid 3, onder a, Nadere regels eisen chauffeurs Op of in de omgeving van de standplaats stremt de chauffeur het verkeer niet en/of op of in de omgeving van de standplaats houdt de chauffeur zich niet hinderlijk op. Artikel 1, lid 2, onder a, Nadere regels eisen chauffeurs De aanwijzingen van een ambtenaar in functie of een andere door het college aangewezen persoon die ten doel heeft de kwaliteit van taxivervoer te bevorderen, worden onverwijld opgevolgd. Artikel 1, lid 1, onder f, Nadere regels eisen chauffeurs De chauffeur vervoert de consument tegen maximaal het wettelijk geldende tarief. Artikel 1, lid 5, onder a, Nadere regels eisen chauffeurs De chauffeur overschrijdt het maximaal aantal toegestane taxi s op de standplaats niet, zet zijn voertuig op de daarvoor aangewezen plekken en rijdt door op de standplaats zodra er voldoende plek is. Artikel 1, lid 2, onder b, Nadere regels eisen chauffeurs 1 e 2 e 3 e 1 e 2 e 3 e 1 e 2 e 3 e 1 e 2 e 3 e 1 e 2 e 3 e 4 e In een stroomschema (bijlage I) is weergegeven op welke moment de gemeente zal besluiten tot handhaving van de Taxxxivergunning over te gaan, hetgeen overigens ook consequenties zal hebben voor de TTO-vergunning. 7.3 TTO-vergunning De rol van het college bij het toezicht op de TTO-vergunning bestaat uit het controleren of alle bij en krachtens de verordening gestelde voorschriften door de TTO worden nageleefd. De conclusies van deze controle geven het nalevingsprofiel van de TTO weer. Aan de hand van dit nalevingsprofiel bepaalt het college of en zo ja, welke stappen er ondernomen moeten worden richting de TTO om naleving van de voorschriften te verbeteren/waarborgen teneinde de kwaliteit van taxivervoer te kunnen bevorderen. De voor het nalevingsprofiel van belang zijnde informatie wordt onder andere verkregen door: 1. inzage in de kwartaal-, jaar- en/of auditrapportages van de TTO Pagina 15 van 21

16 2. inzage in de door de TTO opgelegde maatregelen naar aanleiding van geconstateerde overtredingen van aangeslotenen; 3. klachten; 4. inspecties. Onderstaand worden de te nemen stappen per situatie verder uitgewerkt Beoordeling TTO (o.a. naar aanleiding van kwartaal- jaar- en/of auditrapportages) Het college zal ieder kwartaal de TTO onder andere controleren op de volgende onderwerpen: Voldoet de TTO nog steeds aan de minimale toelatingseisen voor de TTO (artikel 2.5, eerste lid) Leeft de TTO de in het reglement gestelde regels voldoende na (o.a. legt het sancties op) Heeft de TTO de registratie van de gegevens op orde De conclusies naar aanleiding van de beoordeling van de kwartaal-, jaar- en/of auditrapportages Hoe vaak en in welke mate heeft het college er bij de TTO op moeten aandringen dat maatregelen aan chauffeurs werden opgelegd Op welke wijze en in welke mate heeft de TTO een bijdrage kunnen leveren aan het toezicht op de standplaatsen Bovenstaande aspecten worden meegewogen bij de beoordeling of de TTO nog steeds voldoet aan de vergunningvoorwaarden. Het niet voldoen aan één of enkele van de voorwaarden zal leiden tot inwerkingtreding van onderstaand stappenplan al dan niet in combinatie met een in opdracht van het college uit te voeren inspectie. Van de hieronder opgenomen volgorde kan afhankelijk van de situatie, gemotiveerd worden afgeweken. Stap 1 Gesprek met de TTO Er wordt door iemand van het Taxiteam contact opgenomen met de TTO om te bespreken welke bevindingen er zijn gedaan. Van dit gesprek wordt een gespreksverslag gemaakt. Voor zover van toepassing wordt de TTO de gelegenheid geboden de gewenste verbeteringen door te voeren of aan te geven op welke wijze de geconstateerde onregelmatigheden in de toekomst voorkomen kunnen worden. Alle gemaakte afspraken worden schriftelijk bevestigd. Stap 2 Waarschuwing Geconstateerd is dat de TTO de opgelegde voorwaarden en/of voorschriften niet voldoende naleeft, dan wel dat de aangeslotenen van de TTO zich niet aan de gestelde regels houden. Daarbij blijkt de TTO geen of onvoldoende uitvoering te hebben gegeven aan de eerder door het college geboden mogelijkheid verbeteringen door te voeren en/of het college te informeren op welke wijze de geconstateerde onregelmatigheden in de toekomst voorkomen kunnen worden of de voorgestelde verbeteringen zijn naar oordeel van het college onvoldoende. Het college zal de TTO een schriftelijke waarschuwing geven en motiveert daarbij waarom deze waarschuwing wordt opgelegd. In de waarschuwingsbrief worden termijnen gesteld waarbinnen de TTO Pagina 16 van 21

17 de gelegenheid krijgt alsnog te voldoen aan de door het college gestelde eisen. Het niet of niet tijdig voldoen aan de eisen heeft tot gevolg dat, afhankelijk van de inhoud van de geconstateerde onregelmatigheden, eerst stap 3 of meteen stap 4 in werking treedt. Stap 3 Verzoek tot het uitvoeren van een uitgebreidere audit De TTO wordt verzocht op eigen kosten een uitgebreidere audit te doen. Een uitgebreidere audit heeft tot doel op meerdere onderdelen inzichtelijk te maken op welke wijze de TTO functioneert en hierdoor in staat is het eigen reglement na te leven. De uitkomsten van deze audit worden met het college gedeeld. Aan de hand hiervan bepaalt het college de verder te volgen stappen. Stap 4 Verplichting tot het opstellen van een verbeterplan Het opstellen van een verbeterplan heeft tot doel aan te geven op welke manier het gewenste effect, het tegengaan van de geconstateerde onregelmatigheden, kan worden bereikt. Het college stelt termijnen waarbinnen dit verbeterplan voorgelegd moet worden. Indien het college zich kan vinden in de voorgestelde verbeteringen worden onder andere afspraken gemaakt over de termijnen waarbinnen deze verbeteringen doorgevoerd zullen worden. Stap 5 Uitsluiting van toegang tot één of meer gebieden De mogelijkheid over te gaan tot uitsluiting van één of meer gebieden zal gebruikt worden indien blijkt dat de TTO en/of haar aangeslotenen zodanig gedrag blijven vertonen dat de kwaliteit van taxivervoer onevenredig wordt aangetast. Daarbij kan gedacht worden aan het in eerste instantie uitsluiten van de standplaatsen Centraal Station en Leidseplein. Een dergelijke uitsluiting zal over het algemeen een tijdelijk karakter hebben omdat deze is bedoeld om de TTO in de gelegenheid te stellen de organisatie en haar aangeslotenen op orde te krijgen. In de tussentijd kunnen zij met hun gedrag op de overige standplaatsen aantonen in hoeverre zij alsnog het gewenste gedrag kunnen tonen, teneinde de kwaliteit van taxivervoer te waarborgen. Stap 6 Schorsing van de TTO-vergunning Indien het opleggen van de uitsluiting niet het gewenste effect heeft gehad kan overgegaan worden tot schorsing van de TTO-vergunning. Deze maatregel heeft grote consequenties voor zowel de TTO als aangeslotenen. De aangeslotenen mogen gedurende de schorsingsperiode van de TTO namelijk geen taxivervoer meer aanbieden in de opstapmarkt op de aangewezen weggedeelten. Stap 7 Intrekking van de TTO-vergunning De intrekking van de TTO-vergunning is de zwaarste sanctie die kan worden opgelegd. De TTO verliest hiermee de vergunning en de bestuursleden kunnen vijf jaar lang geen plaats meer nemen in het bestuur van een andere TTO. De aangesloten chauffeurs zijn hun Taxxxivergunning kwijt en moeten zich bij een andere TTO aansluiten om opnieuw vergunning aan te kunnen vragen. Pagina 17 van 21

18 7.3.2 Beoordeling TTO ten aanzien van de opgelegde maatregelen naar aanleiding van geconstateerde overtredingen van aangeslotenen De TTO zal de komende jaren moeten laten zien dat zij in staat is voldoende toe te zien op en indien nodig op te treden tegen de bij haar aangesloten chauffeurs. Het college heeft de taak om de TTO hierop te controleren. Ten aanzien van een vijftal voorschriften is aangegeven dat de TTO in geval van overtreding in ieder geval de door het college aangegeven minimale maatregelen moet opleggen. Deze minimale maatregelen (of zelfs eventueel zwaardere maatregelen) heeft de TTO ook in het reglement opgenomen. Van deze vijf voorschriften wil het college actief op de hoogte gehouden worden van de door de TTO opgelegde maatregelen. Deze vijf voorschriften zijn onderstaand uitgesplitst naar een totaal van 9 gedragingen. Artikel Artikel 1, lid 3, onder a, Nadere regels eisen chauffeurs Artikel 1, lid 3, onder a, Nadere regels eisen chauffeurs Artikel 1, lid 2, onder a, Nadere regels eisen chauffeurs Artikel 1, lid 2, onder a, Nadere regels eisen chauffeurs Artikel 1, lid 1, onder f, Nadere regels eisen chauffeurs Artikel 1, lid 5, onder a, Nadere regels eisen chauffeurs Artikel 1, lid 2, onder b, Nadere regels eisen chauffeurs Artikel 1, lid 2, onder b, Nadere regels eisen chauffeurs Artikel 1, lid 2, onder b, Nadere regels eisen chauffeurs Omschrijving gedraging De chauffeur vervoert consumenten op hun verzoek tenzij dit in redelijkheid niet van de chauffeur kan worden gevergd. De chauffeur staakt geen ritten tenzij dit in redelijkheid niet van de chauffeur kan worden gevergd. Op of in de omgeving van de standplaats stremt de chauffeur het verkeer niet. Op of in de omgeving van de standplaats houdt de chauffeur zich niet hinderlijk op. De aanwijzingen van een ambtenaar in functie of een andere door het college aangewezen persoon die ten doel heeft de kwaliteit van taxivervoer te bevorderen, worden onverwijld opgevolgd. De chauffeur vervoert de consument tegen maximaal het wettelijk geldende tarief. De chauffeur overschrijdt het maximaal aantal toegestane taxi s op de standplaats niet. De chauffeur zet zijn voertuig op de daarvoor aangewezen plekken. De chauffeur rijdt door op de standplaats zodra er voldoende plek is. Een voorbeeld van de wijze waarop het college zal handelen naar aanleiding van de geconstateerde overtreding is in een stroomschema (bijlage I) weergegeven Beoordeling TTO naar aanleiding van klachten De klant staat centraal in het nieuwe taxibeleid. Daarom wordt bij de beoordeling van de TTO extra gewicht toegekend aan een correcte en snelle afhandeling van klachten door de TTO. Deze klachten kunnen door op verschillende manieren worden ingediend: bij het Landelijk Klachtenmeldpunt (LKM), bij de gemeente of rechtstreeks bij de TTO. De basis voor een juiste klachtenafhandeling is neergelegd in het klachtenprotocol van de TTO welke in ieder geval voldoet aan de minimale eisen uit de Nadere regels klachtenprotocol. De gemeente controleert actief of klachten naar tevredenheid worden afgehandeld. Indien blijkt dat de klachten niet conform het protocol worden afgehandeld (b.v. de termijnen worden niet in acht genomen, klachten blijken niet te worden afgehandeld of de klachtenregistratie is onvolledig) zal dit consequenties hebben voor het nalevingsprofiel van de TTO. Ten aanzien van de mogelijke consequenties voor de TTO wordt verwezen naar de stappen opgenomen bij punt Het proces van klachtenbehandeling is weergegeven in het schema opgenomen in bijlage II. Pagina 18 van 21

19 7.3.4 Beoordeling TTO naar aanleiding van inspecties Het college kan besluiten dat het gewenst is een inspectie uit te voeren bij een TTO. Deze kan steekproefsgewijs uitgevoerd worden of gebaseerd zijn op de aan het college verstrekte informatie van handhavingspartners of anderen. Deze inspectie dient er toe nadere informatie te verzamelen over het nalevingsprofiel van de TTO. De inspectie wordt verricht door de daarvoor aangewezen toezichthouder(s). 8. Evaluatie Ongeveer een jaar na de inwerkingtreding van de verordening - eind zullen de handhavingspartners met elkaar de voortgang op de doelstellingen evalueren. Dit kan tot gevolg hebben dat het handhavingsbeleid moet worden herzien en opnieuw vastgesteld. Pagina 19 van 21

20 BIJLAGE I Stroomschema toezicht op de TTO ten aanzien van afhandeling van overtreding van vijf belangrijkste gedragingen Overtreding chauffeur Reactie binnen 2 weken TTO verzoeken maatregel op te leggen en binnen 2 weken te reageren GEEN reactie binnen 2 weken Opgelegde maatregel is conform protocol Gegevens registreren en dossier sluiten Opgelegde maatregel is NIET conform protocol Contact opnemen met TTO en vragen om schriftelijke motivering binnen 1 week Maatregel binnen 1 week opgelegd Contact opnemen met de TTO en verzoeken alsnog binnen 1 week maatregel op te leggen. Maatregel niet binnen 1 week opgelegd of weigering maatregel op te leggen. Motivering voldoende Motivering onvoldoende. Verzoeken om nadere motivering binnen 1 week Motivering blijft onvoldoende. Waarschuwen dat bij uitblijven van de op te leggen maatregel de gemeente gaat sanctioneren, hetgeen consequenties heeft voor de door het college op te stellen risicoanalyse van de TTO. Nog 1 week de tijd gunnen. Binnen 1 week geen maatregel opgelegd Gegevens registreren en dossier sluiten Sanctionering chauffeur door college EN officiële waarschuwing naar de TTO Pagina 20 van 21

21 BIJLAGE II Stroomschema klachtafhandeling Binnenkomst van de klacht Gemeente Amsterdam Kopie van de klacht naar gemeente Landelijk klachtenmeldpunt Ontvangstbevestiging Onderzoek identiteit vervoerder/ TTO Melding/ verzoek meekijken door gemeente Follow Up-vraag aan klant: tevredenheid met afhandeling TTO/ vervoerder bekend? TTO / vervoerder onbekend? Vervoerder / TTO Afhandeling klacht door vervoerder / TTO Vermelding klacht in dossier chauffeur /TTO Tevreden met afhandeling Contact met klant over nadere details Ontevreden met afhandeling Chauffeur heeft geen Taxxxipas Chauffeur heeft Taxxxipas Klant wijzen op geschillencommissie Evt. melding klacht aan Inspectie L&T/ Politie Gesprek met TTO / chauffeur NEE Voldoende bewijs EN grond voor sanctie? JA Melding acties jegens chauffeur /TTO Klacht zal niet worden afgehandeld Klacht in dossier Sanctie opleggen (in dossier) Aandachtspunt in audit en/of inspectie Communicatie met klant Pagina 21 van 21