Grondwettelijk Hof: 'una via'-wet schendt non bis in idem
|
|
- Laurens Dijkstra
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Grondwettelijk Hof: 'una via'-wet schendt non bis in idem Auteur: Filip Smet Editie: Fiscoloog 1382 p. 1 Publicatiedatum: 16 april 2014 Rechtba nk/hof: Grondwettelijk Hof Datum van uitspraak:03 april 2014 ln een opmerkel'rjk arrest van 3 april 2014 komt het Grondwettelijk Hof tot de conclusie dat de manier waarop de una via-wet van 20 september 2012 heeft gepoogd het non bis in idem-beginsel in de fiscale wetteksten te verankeren, niet volstaat (nr.6t/2o!4). Het Hof gaat daarbij uit van een ruime invulling van dit beginsel en stelt onomwonden dat het bestaan van een definitieve fiscaaladm n stratieve sanctie niet kan worden gevolgd door een strafuervolging wegens fiscale fraude. Vermits de una via-wet dergelijke combinatie niet uitsluit, beslist het Hof drie artikelen ervan te vernietigen. De una via-wet De una via-wet van 20 september 2012 (BS 22 oktober 2012) heeft vooreerst tot doel in het fiscaal recht het principe in te voeren dat de vervolging van fiscale overtredingen bij voorkeur door één enkele instantie gebeurt (de fiscale Administratie of het Openbaar Minis-terie). De keuze dient af te hangen van de aard van de overtreding en de aard van het onderzoek dat nodig is om de overtreding effectief te kunnen sanctioneren. Bedoeling is dat de keuze wordt gemaakt na overleg tussen de fis-cale Administratie (in de persoon van de gewestel'rjk directeur of de ambtenaar die hij aanwijst) en de procureur des Konings (nieuw art.29, al. 3 Wet-boek van Strafuordering; zie Fisc., nr.!297, p. Ll. Daarbij moet rekening worden gehouden met het zgn. 'subsidiariteitsbeginsel' : bij voorkeur moet de fiscale Administratie de fiscale fraude aanpakken en het OM zal slechts in uitzonderl'tjke om-standigheden tussenkomen (Fisc., nr. 1315, p. 9). De wet had tevens de ambitie het non bis in idem-beginsel in de Belgische (fiscale) wetgeving te verankeren. Dit principe houdt in dat een persoon slechts éénmaal kan worden vervolgd en gesanctioneerd voor eenzelfde overtreding. Het betreft een algemeen rechtsbeginsel dat onder meer uitdrukkelijk wordt gewaarborgd door artikel 50 van het "Handvest van de grondrechten van de Europese Unie", artikel 14, alinea 7 van het BUPO-verdrag en artikel 4 van het zevende aanvullend protocol bij het EVRM (zie hierover o.m. Fisc., nr. 1331, p. 6). De fiscale wetgever heeft de verankering van dit principe willen bewerkstelligen door de uitvoerbaarheid van fiscaal-administratieve sancties in te perken. Zo heeft h'rj inzake inkomstenbelastingen de regel ingevoerd dat "de opeisbaarheid van de belastingverhoging en het verloop van de verjaring van de vordering tot voldoening [worden] geschorst wanneer het openbaar ministerie de strafuordering overeenkomstig artikel460 [WlB 1992] uitoefent" (art. 444, al.5 WIB L992; zte de gelijklopende bepaling inzake ad-ministratieve boetes ingeschreven in art. 445,a1.5 WIB L992; zie ook inzake BTW-boetes art.72, al. 2 WBTW). Deze opschorting van de opeisbaarheid van de sanctie start zodra een gerechtel'tjk onderzoek is ingesteld (Fisc., nr. 1315, p. 9). Bü een verwijzing naar de correctionele rechtbank is de
2 rl belastingverhoging "definitief niet opeisbaar". Bij een beschikking van buitenvervolgingstelling daarentegen, komt er een einde aan de schorsing van de opeisbaarheid (Fisc., nr. 1297, p.21. Merk op dat inzake registratie- en successierechten nog geen gel'rjklopende bepaling is ingevoerd, omdat hiertoe overleg met de Gewesten noodzakelijk is (Fisc., nr.13t7, p. 10). Tegen de una via-wet werd een vernietigingsberoep bij het Grondwettelijk Hof ingediend. Het beroep beoogde zowel de vernietiging van de regeling inzake het voorafgaandelijk overleg in het kader van het una via-beleid, als de vernietiging van de regeling inzake de tijdelijke 'opschorting'van fiscaa l-ad ministratieve sancties. Het overleg tussen procureur en gewestelijk directeur Voor het Hof werden hoofdzakelijk twee grieven aangehaald tegen het overleg tussen de procureur en de gewestelijk directeur omtrent concrete dossiers in het kader van het una via-beleid. * Vooreerst zou het overleg een discriminerende behandeling nstellen tussen de belastingplichtigen, omdat de wet niet in een voldoende nauwkeurig criteríum voorziet op grond waarvan de keuze tussen fiscus (admin stratieve afhandeling) of OM (strafuervolging) moet worden ge-maakt. Het Hof stelt vast dat de wetgever bewust heeft nagelaten een rigide stelsel vast te leggen en dat dit geldt ten aanzien van alle belastingplichtigen (randnr ). De wetgever heeft immers rekening gehouden met artikel 151, 5 1 gecoördineerde Grondwet, dat de onafhankelijkheid van het OM bij de beslíssing om al dan n et te vervolgen, vastlegt. Aangezien alle belastingplichtigen aan hetzelfde, weloverwogen stelsel onderworpen zijn, is er geen sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel. * Volgens de tweede grief ontstaat er een discriminatie tussen, enerz'rjds, rechtsonderhorigen die worden vervolgd voor gemeenrechtelijke mis-dr'rjven, en, anderzíjds, rechtsonderhorigen die worden vervolgd voor fiscale misdrijven. Deze laatste categorie wordt immers anders behandeld, omdat de 'klager' - zijnde de fiscale Administratie - een rechtstreekse invloed heeft op het vervolgingsbeleid via het overleg met de procureur. Het Hof stelt echter vast dat "de fiscale misdr'ljven [...] de hele gemeenschap aantasten door de overheid de middelen te ontnemen die nodig zijn voor haar goede werkíng" (8.6.3.). Om die reden bestaan er essentiële verschillen tussen de gemeenrechtelijke klager en de belastingadminis-tratie, zodat het verschil in behandeling verantwoord is. Het Hof ziet dus geen graten in de bestaande regeling van overleg tussen de procureur en de gewestelijk directeur in het kader van de una via-wet. Opschorting invorderbaarheid fiscaal-administratieve sanct e soms onvoldoende Zoals gezegd, viseerde het vernietigingsberoep ook de bepalingen van de una via-wet inzake de opschorting van de fiscaal-administratieve sanct es (boetes en belastingverhogingen). Ook deze bepalingen zouden een discriminat e nstellen, met name omdat ze het non bis in idem-principe niet garanderen ten aanzien van alle belastingplichtigen. Kort gezegd, werkt de uitsluiting van de dubbele sanctionering slechts in één richting, namel'rjk wanneer de belastingplichtige tijdens het fiscaal onderzoek wordt geconfronteerd met een gerechtelijk onderzoek. ln die hypothese zal het mechanisme van opschorting in werking treden. Maar, zoals reeds opgemerkt in deze nieuwsbrief, is de situatie niet afgedekt waarbij een belastingplichtige eerst een definitieve fiscaal-administratieve sanctíe (boete of belastingverhoging) met strafrechtel'tjk karakter zou betalen (dus een sanctie die niet meer voor verdere betwísting
3 vatbaar is via een bezwaar of een gewoon rechtsmiddel), en nadien zou worden geconfronteerd met een strafuervolging (Fisc., nr. L3L7, p. 10). Het is precies deze hypothese die het Grondwettelijk Hof nu doet besluiten tot een schending van het non bis in idem-beginsel en het bestaan van een verboden discriminatie. Schending non bis in idem-beginsel Een eerste belangrijke stap in de redenering van het Hof is de vaststelling van het karakter van fiscaal-administratieve sanct es. Het Hof stelt onomwonden het volgende : "De fiscale geldboete [art. 445 WIB 1992 en 70 WBTWIen de belastingverhoging [art. 444WlB 1992] hebben een overheersend repressief karakter en vormen bijgevolg sancties van strafrechtelijke aard" ( ). Het Hof maakt aldus geen specifiek onderscheid naargelang de hoogte van de boete of de belastingverhoging om te besluiten tot het strafrechtelijk karakter ervan. Het Hof gaat er kennelijk van uit dat dit steeds het geval is, zoals het dit overigens eerder ook al deed rekening houdend met het doel van deze sancties (bestraffen en voorkomen); (bv. GwH 18 juni2008, nr.9t/2oo8, B.8.1.; Fisc., nr.1125, p.5). Ook de interpretatie van het non bis in idem-beginsel vat het Hof zeer ruim op onder verwijzing naar het arrest Zolotoukhine (EHRM, Grote Kamer, 10 februari 2009, Fisc., nr. t33l, p. 6) : het Grondwettelijk Hof bevestigt dat het beginsel ver-biedt "een persoon te vervolgen of te berechten voor een tweede 'misdrijf' voor zover identieke feiten of feiten die in hoofdzaak dezelfde zijn, eraan ten grondslag liggen" ( ). Het Grondwet-telijk Hof verlaat expliciet het eerdere standpunt (vóór het arrest Zolotoukhine) dat vereist dat er sprake is van overtredingen met dezelfde "essentiële bestanddelen"; vereiste waaraan niet voldaan is "wanneer het morele element van de bei-de strafbaarstellingen versch lt" (bv. voormeld ar-rest nr.97/2oo8, 8.9. en 8.10.; Fisc., nr. 1331, p.6). ln zijn nieuw arrest stelt het Grondwettelijk Hof zeer duidelijk dat de fiscale strafbepalingen (art. 449 WIB 1992 en 73 WBTW) feiten bestraffen die "in wezen identiek zijn" als de feiten waarvoor de fiscaal-administratieve sancties worden opgelegd (art.444 en 445 WIB 1992 en 70 WBTW), "hoewel de leerste bepalingen] vereisen dat bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden wordt vastgesteld" ( ); (merk op dat dít verschil in moreel bestanddeel het Hof in zijn voormeld arrest van 2008 nog deed besluiten dat "de essentiële elementen" van de overtredingen niet identiek zijn, zodat het non bis in idem-beginsel niet is geschonden). Dit alles brengt het Hof tot het besluit dat, in toepassing van het non bis in idem-beginsel, in de situatie waarin "op definitieve wijze" een fiscaal-administratieve sanctie is opgelegd, een tweede strafuervolging (ditmaal door het OM) is uitgesloten (ongeacht in welk stadium deze tweede vervolging zich voordoet). Het verbod op een tweede vervolging geldt uiteraard niet in zoverre er "nieuwe feiten" opduiken, die aangeven "dat de omvang van de fraude groter is dan de aanvankelijk ontdekte fraude", zo benadrukt het Hof (8.t Het feit dat de huidige wetsbepalingen inzake opschorting van fiscaal-administratieve sancties niet uitsluiten dat na het definitief worden van deze sanct es een 'tweede' strafuervolging zou worden ingesteld, maakt volgens het Hof een schending van het non bis in idem-beginsel uit en leidt tot een verboden discriminatie ( ). Gevolgen van het arrest? De technische gevolgen van het arrest zijn beperkt. Enkel de artikelen 3, 4 en 14 van de una via-wet worden vernietigd (cf. de artikelen die de regel van de tijdelíjke opschorting hebben ingevoerd in de voormelde art.444 en 445 WIB 1992 en 72 WBTW). Dit houdt in dat de bepalingen die de invorderbaarheid van de fiscaal-administratieve sancties opschorten tijdens een strafrechtelijk onderzoek, nu zullen wegvallen. lronisch genoeg lijkt de belastingplichtige hierdoor (tijdelijk althans)
4 in een slechtere positie te komen. Maar hij ziet zich nu wel gesterkt door de zeer duidelijke uitspraak van het Grondwettelijk Hof inzake de toepassing van het algemeen rechts-beginsel non bis in idem op het fiscaal (straf)recht. Vanuit dat oogpunt zullen de gevolgen voor de prakt jk zeer belangrijk zijn. Het Grondwettelijk Hof heeft nu onomwonden gesteld dat de combinatie van fiscaal-administratieve sancties - die het zonder onderscheíd een strafrechtelijk karakter toedicht - en een strafuervolging voor fiscale fraude een schending inhoudt van het non bis in idem-beginsel. Dit zal uiteraard in veel lopende fiscale (straf)zaken een belangrijk nieuw element vormen. Bovendien komen er meteen talvan rechtsvragen bij. Wat bv. met de recent ingevoerde zwaardere bestraffing inzake "ernstige fiscale fraude" (art.449, al. 2 WIB 1992, ziefisc., nr. 1349, p. 1)? Ook de vervolging van deze strafbare gedraging - die overigens zelf het voorwerp uítmaakt van een vernietigingsberoep b'tj het Grondwettelijk Hof - zal in de regel gebaseerd zijn op " n wezen dezelfde feiten" als deze waarop de fiscaal-administratieve sanctie betrekking heeft. En wat met reeds afgesloten definitieve akkoorden met de belastingplichtige waarbij in het kader van een (zo blijkt nu) verboden dubbele vervolging twee sancties zijn opgelegd? M ogelijke oplossi nge n? Een nieuw wetgevend ingrijpen dringt zich op, aangezien door de vernietiging van het bestaande - zij het onvolkomen - systeem van opschorting van fiscaal-administratieve sancties de verboden dubbele vervolging en sanctionering weer volop speelt. D t l jkt onhoudbaar. Een regeling zoals de bestaande regeling waarb'rj de fiscaal-administratieve sanctie definitief kan worden, ongeacht een latere vervolging, kan niet meer door de beugel. Er zijn allicht twee mogel'rjke alternatieven. * Men kan een regeling invoeren die wél nog een bezwaar toelaat tegen een fiscaal-administratieve sanctie indien later een strafuervolging wordt ingesteld, ongeacht het ogenblik waarop dit gebeurt. * Een tweede oplossing zou een systeem kunnen zijn zoals dit bestaat in het sociaal Strafwetboek, waarbij het OM een initiatiefrecht krijgt na het afsluiten van een sociaal onderzoek. lndien het OM dit initiatiefrecht niet binnen een bepaalde termijn uitoefent, kunnen adm n stratieve sancties worden opgelegd en definitief worden (art. 68 e.v. sociaal Strafwetboek). De wetgever zal ook zijn standpunt moeten aanpassen omtrent de draagwijdte van het non bis in idem-begrip. Waar de huidige regeling lijkt uit te gaan van een verbod op dubbele sanct oner ng (vandaar de 'opschorting' van fiscaal-administratieve sancties), gaat het in wezen over een verbod op dubbele 'vervolging' (Fisc., nr. L3t7, p. 10). Ook het Grondwettelijk Hof stelt ímmers dat het bestaan van een definitieve sanctie zich verzet tegen "het instellen van nieuwe strafvervolgingen". Het is nu añ vachten op een concreet initiatief van de wetgever. Kaderstukje : Belastingverhogingen : onmogelijkheid van 'u tstel' is discriminerend De regeling inzake de belastingverhogingen in het kader van de inkomstenbelastingen (art. zl44 WIB 1992) kwam onlangs ook in een andere context ter sprake voor het Grondwettelijk Hof (arrest nr. 55/ZOL4van27 maart 20L41 : ervan uitgaand dat de verhogingen een strafsanctie uitmaken, rijst de vraag of het discriminerend is dat de wettelijke regeling het de rechter niet mogelijk maakt de verhoging gepaard te laten gaan met 'uitstel' (waarbij de tenuitvoerlegging van de straf gedurende
5 een bepaalde termijn wordt uitgesteld), terw'rjl hij krachtens de wet wel uitstel kan verlenen voor gewone strafrechtelijke sancties. Het Grondwettel jk Hof antwoordt dat dit inderdaad discriminerend is en verwijst daarvoor integraal naar zijn vorige rechtspraak waarin het tot dezelfde conclusie kwam inzake evenredige administratieve BTW-boetes (met penaal karakter); (arrest van 5 november 2008; Fisc., nr. IL37, p. 10 en arrest van 21 februari 2013, Fisc., nr. 1330, p. 5). ln het laatst vermelde arrest (van 2013) lichtte het Hof in één van zijn overwegingen toe wat de precieze gevolgen zijn van deze "gedee tel jke on-grondwettigheid" van de regeling inzake BTWboetes : dit wil niet zeggen dat deze regeling (in añarachting van een wetswijziging) niet meer zou kunnen worden toegepast door de rechtsinstanties, althans mits "zij vaststellen dat de overtredingen vaststaan, dat het bedrag van de geldboete niet onevenredig is met de ernst van de overtreding en dat er geen reden zou zijn geweest om uitstel te verlenen, zelfs indien de wet in d e maatregel had voorzien". Uit deze ovenirreging heeft het Hof van Cassatie inmiddels afgeleid dat een rechter die een evenredige BTW-boete oplegt "zonder vast te stellen dat er geen aanleiding zou zijn geweest de lbtw-plichtige] uitstel te verlenen, ook al had de wet in die maatregel voorzien", het gelijkheidsbeginsel schendt (Cass. 20 juni 2013, Fisc., nr. 1351, p. 13). Aangenomen mag worden dat hetzelfde geldt wat de belastingverhogingen inzake inkomstenbelastingen betreft (en, bíj uitbreiding, de administratieve geldboetes van art. 445 WIB 1992 met een strafkarakter en de b'rjzondere geheimecommissielonenaanslag van art. 219 WIB 1992, in die situaties waarin kan worden aangenomen dat deze aanslag, minstens gedeeltelijk, het karakter heeft van een strafsanctie; zie over deze discussie on-langs nog Fisc., nr. 1375, p. 13) : de feitenrechter moet ook hier - op straffe van schending van het gelijkheídsbeginsel - nagaan of er in het concrete geval reden zou zijn om 'uitstel'te verlenen, indien de fiscale wet in die mogelijkheid had voorzien. ls er in casu geen dergel'rjke reden voorhanden, dan kan de rechter toepassing ma-ken van het wetsartikel dat in de belastingver-hoging (met strafrechtelijk karakter)voorziet. En wat als er volgens de rechter in casu wel een reden zou z'rjn om uitstel te verlenen als de wet dat had toegelaten? Dan lijkt uit de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof te volgen dat de rechter de opgelegde boete moet kunnen schrappen wegens schending van het gel'rjkheidsbeginsel. (CB)
A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.
Rolnummer 5578 Arrest nr. 181/2013 van 19 december 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Grondwettelijk
Nadere informatieHof van Cassatie van België
3 JANUARI 2012 P.11.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0894.N 1. C. M. P. M. C., inverdenkinggestelde, 2. F. C. A. D., inverdenkinggestelde, 3. F. A. J.-M. G., inverdenkinggestelde, eisers,
Nadere informatieRolnummer 5807. Arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 A R R E S T
Rolnummer 5807 Arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste
Nadere informatieAlgemene beginselen. Afdeling 1. De straffen
8 Deel I Strafrecht H o o f d s t u k 1 Algemene beginselen 1. Sinds 1981 zijn de bepalingen inzake de strafrechtelijke sancties in alle fiscale wetboeken gelijkluidend. Alle fiscale wetboeken bevatten
Nadere informatieRechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten
Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.
Nadere informatieSTRAFSANCTIES IN HET FISCAAL RECHT
STRAFSANCTIES IN HET FISCAAL RECHT Kris HEYRMAN Advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman Berkenlaan 45, 2610 Antwerpen tel: 03.287.06.66 kris.heyrman@duboislaw.be I. Administratieve geldboeten A) Proportionele
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling Eubelius Spotlight www.eubelius.com Onrwerp De wet 20 september 2012 tot instelling het "Una via"-principe in vervolging inbreuken op wetgeving en tot verhoging penale boetes Datum December
Nadere informatieHet Belgisch una via-model in fiscale strafzaken
Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be
Nadere informatieDe bom onder de fiscale rechtshandhaving. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten
De bom onder de fiscale rechtshandhaving Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten administratief recht strafrecht CRITERIUM STRAFMAAT administratief recht strafrecht medewerkingsplicht zwijgrecht
Nadere informatieRolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T
Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de
Nadere informatieDEBAT INZAKE FISCALE SANCTIONERING
DEBAT INZAKE FISCALE SANCTIONERING Jan Tuerlinckx & Karel Anthonissen Advocaat-vennoot Tuerlinckx Fiscale Advocaten & Gewestelijk directeur van de BBI 1. Kunnen belastingen an sich een strafrechtelijk
Nadere informatierechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1274/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1274/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1655 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000827 Notitienummer parket rechtbank
Nadere informatieRolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T
Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 JANUARI 2014 F.12.0081.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0081.F J. T., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van
Nadere informatieRolnummer 5840. Arrest nr. 85/2014 van 22 mei 2014 A R R E S T
Rolnummer 5840 Arrest nr. 85/2014 van 22 mei 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73sexies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gesteld door het
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieRolnummers 5514 en Arrest nr. 148/2013 van 7 november 2013 A R R E S T
Rolnummers 5514 en 5523 Arrest nr. 148/2013 van 7 november 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 227, 2, van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij
Nadere informatiejurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.
Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
Nadere informatieRolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T
Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21
Nadere informatieFORMALITEITEN INDIENING BTW-LISTING ADVOCATEN BEROEPSGE- HEIM GELIJKHEIDSBEGINSEL Rechtspraak
BTW FORMALITEITEN INDIENING BTW-LISTING ADVOCATEN BEROEPSGE- HEIM GELIJKHEIDSBEGINSEL Rechtspraak De feiten Artikel 60 van de wet van 30 juli 2013 heeft, met ingang van 1 januari 2014, de vroegere btw-vrijstelling
Nadere informatieINHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1
INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................
Nadere informatierechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1230/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1230/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1580 Datum van uitspraak 13 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000908 Notitienummer parket rechtbank
Nadere informatieBELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van. Financiën, wiens kabinet gevestigd is te Brussel, Wetstraat 12,
6 OKTOBER 2000 F.97.0038.N/1 F.97.0038.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, wiens kabinet gevestigd is te Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt de directeur der directe
Nadere informatieI n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r
I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(
Nadere informatieHof van Cassatie van België
29 JANUARI 2015 F.14.0007.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0007.F 1. J. B. en 2. M. D., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën,
Nadere informatieRolnummer Arrest nr. 91/2008 van 18 juni 2008 A R R E S T
Rolnummer 4221 Arrest nr. 91/2008 van 18 juni 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 449 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep
Nadere informatieRolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T
Rolnummer 1144 Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de gecoördineerde wetten van 12 juli 1978 betreffende het accijnsregime van alcohol, gesteld door de Correctionele
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 APRIL 2015 F.14.0045.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0045.N G. D. G., eiser, met als raadsman mr. Michel Maus, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9052 Zwijnaarde, Bollebergen
Nadere informatieRAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN
RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 JUNI 2014 P.13.1747.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1747.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWER- PEN, eiser, tegen G J M B, beklaagde, verweerder. I. RECHTSPLEGING VOOR
Nadere informatieHof van Cassatie van België
18 APRIL 2013 F.11.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0142.F N. D., Mr. Marc Levaux, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 JUNI 2015 F.13.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0146.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Nadere informatieHof van Cassatie van België
19 JANUARI 2016 P.15.0768.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0768.N 1. H J V D K, beklaagde, 2. T P V Z, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van
Nadere informatieDE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW
DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW Kris Heyrman TITEL VAN DE CONFERENTIE Advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman Berkenlaan 45, 2610 Antwerpen Voornaam & Naam van de spreker tel:03.287.06.66
Nadere informatieRolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T
Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij
Nadere informatieAlgemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5
Algemene inhoud Reeks Fiscaal Compendium Ten geleide Voorwoord Algemene bibliografie V VII IX XI DEEL I Inleiding HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3 HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 1. Eerste fase: voor
Nadere informatieHof van Cassatie van België
30 OKTOBER 2012 P.12.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0423.N I D P O R, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom Van Bockstaele, advocaat bij de balie te Oudenaarde, tegen Y B, burgerlijke
Nadere informatieFiscaal stelset spaarboekjes strijdig met vrij dienstenverkeer (bis)
Fiscaal stelset spaarboekjes strijdig met vrij dienstenverkeer (bis) Auteur(s): Bart De Cock/Koen Van Duyse Editie: Fiscoloog 137I p. I Publicatiedatum: 29 januari 2014 Rechtbank/Hof: G rondwettelijk Hof
Nadere informatieRelevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen
Nadere informatieHof van Cassatie van België
23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat
Nadere informatieRolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T
Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel
Nadere informatieGelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;
HET HOF, Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; Gelet op het arrest van dit Hof van 15 januari 1988; Over het eerste middel, gesteld als
Nadere informatieHof van Cassatie van België
11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De
Nadere informatieRolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T
Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.
Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het
Nadere informatieniet verbeterde kopie
Rolnummers 4465 en 4480 Arrest nr. 99/2009 van 18 juni 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 458 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Correctionele
Nadere informatieHof van Cassatie van België
31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.
Nadere informatieRolnummers 4284, 4290 en 4291. Arrest nr. 162/2007 van 19 december 2007 A R R E S T
Rolnummers 4284, 4290 en 4291 Arrest nr. 162/2007 van 19 december 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door
Nadere informatieRolnummer Arrest nr. 123/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T
Rolnummer 4667 Arrest nr. 123/2009 van 16 juli 2009 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen-
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal
Nadere informatieSteven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013
Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel
Nadere informatieHof van Cassatie van België
17 FEBRUARI 2015 P.14.1509.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1509.N I PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, eiser, tegen 1. C M P M C, 2. F C A D, 3. F A J-M G, verweerders.
Nadere informatieRolnummer Arrest nr. 12/2017 van 9 februari 2017 A R R E S T
Rolnummer 6210 Arrest nr. 12/2017 van 9 februari 2017 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 43 van het Strafwetboek, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Luik, afdeling
Nadere informatieHof van Cassatie van België
1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/11/2015
Datum van inontvangstneming : 06/11/2015 Vertaling C-524/15-1 Zaak C-524/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 oktober 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Bergamo (Italië)
Nadere informatieRolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T
Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.
Nadere informatieHof van Cassatie van België
9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het
Nadere informatieHof van Cassatie van België
29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR
Nadere informatieDeel I - Wat gebeurt er na de controle?
Inhoudstafel Deel I - Wat gebeurt er na de controle? 1. U bekent... 3 1.1. Hoe doet u dat?... 3 1.2. Wat is een samengestelde erkenning?...................... 4 1.3. Kunt u terugkomen op uw bekentenis?...
Nadere informatieRolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T
Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van
Nadere informatieRolnummer 5552. Arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 A R R E S T
Rolnummer 5552 Arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 378 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals vervangen bij artikel 380 van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 JUNI 2011 S.10.0016.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0016.F RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen H. A. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieDe vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen
Hoofdstuk 9 De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen 9.1 Aangifteverplichting Belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de P.B., de Ven. B., de R.P.B. en de meeste B.N.I.'ers zijn
Nadere informatieSTRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1
STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een
Nadere informatieHof van Cassatie van België
18 APRIL 2017 P.17.0147.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.0147.N G D D V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Charlotte Kennis, advocaat bij de balie te Dendermonde. I. RECHTSPLEGING VOOR
Nadere informatieHof van Cassatie van België
26 JUNI2015 D.13.0025.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.13.0025.N e1ser, vertegenwoordigd door mr., advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1., met kantoor te ~ 2. 3. rmet zetel te rechtspersoon,
Nadere informatieBeroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie
Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Kanselarij Boudewijnlaan 30 1000 Brussel T. secretariaat:
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 MAART 2016 F.14.0034.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0034.N SOLIVAR nv, met zetel te 8490 Jabeke, Popstaelstraat 68, eiseres, met als raadsman mr. Michel Maus, advocaat bij de balie
Nadere informatieHof van Cassatie van België
8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieRolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T
Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te
Nadere informatieHof van Cassatie van België
3 FEBRUARI 2009 P.08.1742.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1742.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, eiser, I tegen M J V, beklaagde, gedetineerd, verweerder. II J L C, beklaagde,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
31 JANUARI 2014 F.12.0197.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0197.F C. E., Mr. Xavier Thiébaut, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
23 DECEMBER 2014 P.14.1422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1422.N D J M T, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieHof van Cassatie van België
3 SEPTEMBER 2015 F.13.0088.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0088.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt
Nadere informatieC. Niet-naleving van een beroepsverbod 1. In de fiscale wetboeken
HOOFDSTUK 2 DE MISDRIJVEN 39 C. Niet-naleving van een beroepsverbod 1. In de fiscale wetboeken a. De strafrechtelijke sanctie 1) Eigenlijk beroepsverbod Luidens artikel 455 van het WIB 1992 79 kan, wanneer
Nadere informatieHof van Cassatie van België
18 APRIL 2017 P.17.0105.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.0105.N H M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kim Keersmaekers, advocaat bij de balie te Dendermonde. I. RECHTSPLEGING VOOR
Nadere informatieDe Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
1/6 Advies nr 56/2013 van 6 november 2013 Betreft: Advies inzake het ontwerp van Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet tot wijziging van artikel 92, 93, 95, 98
Nadere informatieRolnummer 4724. Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T
Rolnummer 4724 Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 931, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.
Nadere informatierechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees
Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1659 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000656 Notitienummer parket rechtbank
Nadere informatieRolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T
Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep
Nadere informatieHOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN
HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen
Nadere informatieHof van Cassatie van België
15 DECEMBER 2014 S.13.0069.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0069.N M. H. Mr. Pierre Van Hooland, avocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister
Nadere informatieWet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten
Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
F.11.0114.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0106.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, tegen LA CHARMILLE vzw, Mr. Hugues Michel, advocaat bij de balie van Charleroi. Nr. F.11.0114.F
Nadere informatieMOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT
MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT Cassatiemiddelen Schending van het recht, in het bijzonder doel en strekking van artikel 16 lid 2 letter c van de Algemene Wet Rijksbelastingen (hierna ook: I6,2,c AWR),
Nadere informatieAbnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?
Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen
Nadere informatieHof van Cassatie van België
8 APRIL 2011 F.10.0033.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0033.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 DECEMBER 2011 P.11.1912.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1912.N E J E V D B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als
Nadere informatieCirculaire 2019/C/14 - Addendum bij de circulaire. aanvullende rapporteringsverplichtingen inzake verrekenprijzen. Verwante documenten.
GEAVANCEERD ZOEKEN RECENTE WIJZIGINGEN CONTACT MYFISCONETPLUS FISCONET plus.be Federale Overheidsdienst FINANCIEN NL Circulaire 2019/C/14 - Addendum bij de circulaire 2017/C/56 betreffende de aanvullende
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 JUNI 2014 P.14.0280.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0280.N 1. P J P D L, beklaagde, 2. S I D L, beklaagde, eisers, beiden met als raadsman mr. Tom Decaigny, advocaat bij de balie te
Nadere informatieHof van Cassatie van België
11 MAART 2011 F.10.0004.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0004.N STAD ANTWERPEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 2000 Antwerpen, Grote Markt
Nadere informatie