1. Opening en vaststelling agenda Mondeling. 2. Verslag vergadering 6 april 2017 en 31 mei 2017 Bijgevoegd. 3. Mededelingen Bijgevoegd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Opening en vaststelling agenda Mondeling. 2. Verslag vergadering 6 april 2017 en 31 mei 2017 Bijgevoegd. 3. Mededelingen Bijgevoegd"

Transcriptie

1 Agenda vergadering Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum 29 juni 2017 begin en eindtijd 10:00-12:00 uur locatie Gemeentehuis West Maas en Waal, Dijkstraat AG Beneden-Leeuwen aan Leden Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid van M. Pieters afdeling Directie doorkiesnummer (088) ons kenmerk GGD/DIR/2017/1344/MP/JvW 1. Opening en vaststelling agenda Mondeling 2. Verslag vergadering 6 april 2017 en 31 mei 2017 Bijgevoegd 3. Mededelingen Bijgevoegd 4. Medewerker betrokkenheid- en tevredenheidsonderzoek (MBTO) Bijgevoegd 5. Financieel 5.1 Jaarstukken 2016 Bijgevoegd 5.2 Programmabegroting GGD 2018 Bijgevoegd 6. Veilig Thuis 6.1 Overdrachtsafspraken tussen Veilig Thuis en gemeenten en gemeenten en het lokale veld 6.2 Verlenging interim-management i.r.t. Stap 2 en inbedding Veilig Thuis bij GGD 6.3 Regionaal rekenkameronderzoek Governance Veilig Thuis Gelderland Zuid Bijgevoegd Bijgevoegd Bijgevoegd 7. Rondvraag Mondeling 8. Sluiting Centraal postadres Postbus BC Nijmegen info@ggdgelderlandzuid.nl Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel)

2 Verslag - concept bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum/tijd bespreking 6 april 2017 van uur Locatie Gemeentehuis in Beneden-Leeuwen Aanwezig dhr. S. Buwalda (Zaltbommel), dhr. G. Bel (Lingewaal), mw. A. Benschop (Buren), dhr. S. van Elk (Druten), dhr. H. Driessen (Tiel), dhr. R. Engels (Wijchen), dhr. B. Frings, voorzitter (Nijmegen), J. Kersten (Beuningen), dhr. K. Krook (Neerijnen), dhr. R. Benschop (Neder-Betuwe),, dhr. F. Sidali (Culemborg), mw. A. Sørensen (Maasdriel), dhr. B. van Swam (West Maas en Waal), mw. E. de Swart (Heumen), dhr. S. Thijssen (Berg en Dal), mw. M. Pieters en dhr. J. van Wijngaarden, dhr. G. Cazemier afwezig Dhr. N. Wiendels (Geldermalsen), mw. K. Peters (Mook en Middelaar) kopie aan OR van Jolette Slagter afdeling Directie doorkiesnummer (088) directie@ggdgelderlandzuid.nl ons kenmerk GGD/DIR/0039/js datum 6 april 2017 Onderwerp / Besluit Actie 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom. Berichten van verhindering: Dhr. N. Wiendels; wordt vertegenwoordigd door Guido Bel, mevr. K. Peters. De voorzitter deelt mee dat er gebak is vanwege het feit dat het verscherpt toezicht bij Veilig Thuis is opgeheven. Hij spreekt zijn dank uit naar het interimmanagement in de persoon van dhr. G. Cazemier. Dhr. Thijssen ( Berg en Dal) spreekt ook zijn complimenten in deze uit naar het DB. Vaststelling van de agenda De agenda wordt conform vastgesteld. 2. Verslag AB-vergadering 15 december 2016 en 9 maart Verslag vergadering 15 december 2016 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 2.2 Verslag vergadering 9 maart 2017 Tekstueel: Dhr. G. Bel staat zowel aan- als afwezig gemeld, hij was afwezig. Mevr. Benschop toevoegen aan de lijst, was wel aanwezig. Er staan nog enkele mensen dubbel vermeld. Het verslag wordt verder vastgesteld. 3. Mededelingen 3.4 Overweging verhuizing Tiel Dhr. G. Bel (Lingewaal):op dit moment zit de GGD in een pand van de regio Rivierenland. Op het moment dat ze gaan verhuizen heeft regio Rivierenland een financieel probleem. Hij verzoekt dit in goed overleg met de regio Rivierenland te laten verlopen. De voorzitter merkt op de heren Driessen en Engels vanuit het DB met de huisvesting Centraal postadres Postbus BC Nijmegen info@ggdgelderlandzuid.nl Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg TV Nijmegen T: (024) F: (024)

3 datum 6 april 2017 ons kenmerk GGD/DIR/0039/js pagina 2 van 6 zijn belast. Zij zijn in hierover in gesprek met de regio. Positieve gevolgen lijken dusdanig gunstig dat er keuzes gemaakt moeten worden. Zorgvuldigheid in dit traject wordt zeker in acht genomen. De overige mededelingen worden voor kennisgeving aangenomen. 4. Veilig Thuis 4.1 Stand van zaken i.r.t. Verscherpt Toezicht De gemeenten zijn via een brief op de hoogte gebracht van het goede nieuws. Dhr. G. Cazemier geeft nog een korte aanvullende toelichting. Er is nog een minpunt m.b.t. de doorlooptijd bij onderzoeken. Dit punt moet voor de volgende inspectie van 4 juli verbeterd worden. Hier wordt uit volle kracht aan gewerkt. De voorzitter merkt op dat hij een gesprek heeft gehad met het OM met het oog op samenwerkingsafspraken naar het lokale veld. Op dit punt wordt VT Gelderland-Zuid momenteel als voorbeeld gezien. Dhr. Sidali (Culemborg) vraagt naar het routeeroverleg. Het beeld ontstaat dat dit een bypass is; is dit passend bij de opdracht van VT? De voorzitter geeft aan dat hij een discussie met de inspectie heeft gehad of zaken onder VT of het Veiligheidshuis georganiseerd moeten worden. Vanuit de inspectie is er geen drang om zaken anders te organiseren. Dhr. H. Driessen (Tiel) vraagt hier helder over te communiceren. Er gaan nu diverse tegenstrijdige berichten rond. Dat leidt tot verwarring. De voorzitter stelt voor om bij de formele brief vanuit de inspectie een duidelijk beeld te geven over de op dit moment geldende status van het routeeroverleg. Mevr. de Swart (gemeente Heumen) merkt op dat het misschien ook toegelicht kan worden in de Raads informatie-avonden. Afspraak: Bij de formele brief vanuit de inspectie de huidige stand van zaken beschrijven met daarbij het ontwikkeltraject om tot een definitief besluit te komen. Hieraan financieel plaatje toevoegen zodat iedereen op gelijke wijze geïnformeerd is. 4.2 Overdrachtsafspraken tussen Veilig Thuis en gemeenten en gemeenten en het lokale veld Dhr. S. Thijssen (Berg en Dal) informeert naar de stappen die er reeds gemaakt zijn. Dhr. G. Cazemier: Samen Doen loopt, tijdpad is uitgezet om te kijken of we op koers liggen zowel ambtelijk als bestuurlijk. Volgens planning moeten de afgesproken stappen eind mei klaar zijn, daarna kan besluitvorming plaatsvinden. Hierin wordt ook meegenomen hoe de keten is georganiseerd. De voorzitter verzoekt te laten zien dat er een opschalingsmodel op lokaal niveau is. Dit kan binnen de gemeenten anders worden uitgewerkt. Het AB neemt kennis van de voorbereiding inzake het maken van de samenwerkingsafspraken, de route en het concept tussen VT en de gemeenten in het kader van toetsingskader Stap 2 van VT. 4.3 Verlenging interim-management i.r.t. Stap 2 en inbedding Veilig Thuis bij GGD Dhr. van Elk (Druten) vraagt zich af of VT per kan draaien zonder steun van BMC? Per is een nieuwe manager beoogd en vindt er taakoverdracht plaats. Wat is dan per nog de toegevoegde waarde in positionering en verantwoording van VT aan het bestuur? Hij denkt hierbij ook aan de kosten. Had dit niet voorzien kunnen worden zodat we dit bij de bespreking begroting 2018 mee hadden kunnen nemen; nu verwacht hij weer een aanpassing van de begroting. Dhr. Van Elk pleit ervoor dat deze kosten binnen de begroting worden opgevangen, zodat er geen begrotigswijzigingen meer plaats vinden. Dhr. Benschop (Neder-Betuwe) sluit zich hierbij aan, eveneens dhr. Thijssen (Berg en Dal), mevr. Benschop (Buren), dhr. Bel (Lingewaal en Geldermalsen),

4 datum 6 april 2017 ons kenmerk GGD/DIR/0039/js pagina 3 van 6 Dhr. Driessen (Tiel) en mevr. Sorensen (Maasdriel). Dhr. Krook (Neerijnen) vraagt ook heel goed te beargumenteren waarom er meer FTE nodig is en we deze kosten moeten maken. De gemeente Neerijnen is akkoord met het voorstel zoals het er ligt. De voorzitter legt uit wat de koers binnen het DB is geweest om voor de voorgestelde constructie te kiezen. Hierbij komt de vraag, hoe VT te positioneren binnen de GGD? Onder DPG GGD, of met een aparte bestuurder? Dhr. Sidali (Culemborg) is het inhoudelijk eens met de constructie zoals beschreven is op basis van het rapport Van Montfoort. Het gaat echter ook om de kosten; deze moeten geheel duidelijk zijn. Hij pleit voor het zoeken van een oplossing binnen de begroting van de GGD. Dhr. van Elk (Druten) merkt op dat de kosten voor verlenging niet in de begroting 2018 zijn opgenomen. Dit had hij graag gezien als discussiepunt bij de begroting De voorzitter geeft aan dat in het AB besloten is de begroting VT apart inzichtelijk te maken. Indien de vergadering wil dat besluitvorming plaats vindt bij agendapunt 6, dan laten we het daar terug komen. Dhr. Thijssen (Berg en Dal) merkt op dat er nu een aantal zaken door elkaar heen lopen: - Positionering VT; er is geen behoefte aan wijziging van de standpunten - Kosten management VT - Fasering: oppassen dat bij Raden de indruk onstaat dat we telkens ergens op terugkomen en daar de begroting weer op aan moeten passen. Dhr. Krook (Neerijnen) wil absoluut geen risico lopen dat we volgend jaar weer onder toezicht komen. Dat is hem wel een extra bedrag voor VT waard. Dhr. Sidali (Culemborg) onderschrijft de noodzaak om VT goed in te richten. VT is apart begroot om het inzichtelijk te maken, maar is een onderdeel van de begroting GGD. Dit is naar de gemeenteraden ook duidelijker en inzichtelijker. Mevr. Sorensen (Maasdriel) vraagt of voor overdracht naar de DPG ook een geschikte overgangsdatum zou kunnen zijn? De voorzitter geeft aan dat we dan in het najaar zouden moeten besluiten over het beleggen van de verantwoordelijkheid VT binnen de GGD : bij DPG of bij aparte directeur. Dhr. van Elk (Druten) geeft aan dat we er rekening mee moeten houden dat er wijzigingen komen in zowel de begroting 2017 als Hij wil de opdracht dan ook terugleggen met de opdracht VT binnen de begroting van de GGD op te nemen. Dhr. Buwalda (Zaltbommel) sluit zich hierbij aan. De voorzitter merkt op dat het DB dit probleem in alle creativiteit probeert op te lossen. Als dit niet meer oplosbaar is binnen de begroting, dan heeft het DB de plicht om het AB daarvan in kennis te stellen en te zoeken naar een andere oplossing. Indien nodig zal het DB een waarschuwing bij de begroting afgeven, zodat gemeenten in hun eigen begroting rekening kunnen houden met een mogelijk risico. De voorzitter vindt het te makkelijk om te wijzen naar een oplossing binnen de begroting van de GGD. Het afgelopen jaar is er al een bezuiniging van meer dan 5,5% gerealiseerd. Deze kosten uit de begroting van de GGD halen kan niet meer, zonder op de kwaliteit van dienstverlening achteruit te gaan. Dit is in de oplegger bij de begroting meegenomen en een zwaarwegend argument. Dhr. Engels (Wijchen) merkt op dat het AB ook kan besluiten om Van Montfoort los te laten. Dat geeft ruimte. Het DB kan dan zoeken naar een oplossing en terug komen met een voorstel, waarbij de risico s in acht genomen worden. De voorzitter geeft aan dat we, indien we het voorstel van dhr. Engels aannemen, dan in de vergadering van juni een beslissing moeten nemen. Ook dan heeft dit invloed op de begroting. Er ontstaat een duscussie over de kosten die daadwerkelijk meegenomen moeten

5 datum 6 april 2017 ons kenmerk GGD/DIR/0039/js pagina 4 van 6 worden in de begroting 2017 en De meerkosten worden door dhr. Cazemier in beeld gebracht. Deze kosten zullen in eerste instantie binnen de Marap worden opgevangen. Als dit niet mogelijk is, dan komt er naar het AB een voorstel tot wijziging van de begroting. Afspraak: De voorzitter deelt mee dat er een nieuw voorstel vanuit het DB komt, waarin de uitgangspunten niet ter discussie staan, maar de extra kosten duidelijk in beeld gebracht worden. 5. Evaluatie en doorontwikkeling Wmo-toezicht De voorzitter deelt mee dat er een memo is opgesteld met daarin de uitkomsten van de evaluatie en een aantal scenario s met betrekking tot de doorontwikkeling Wmo. Dhr. Hoff geeft een korte toelichting op dit agendapunt. Er ligt een voorstel van drie mogelijke scenario s. Ten aanzien van de algemene voorzieningen is het aanbod vereenvoudigd. Het huidige toezicht wordt verbreed naar maatwerk en maatwerk algemene voorzieningen. In begroting 2018 is scenario 1 opgenomen. Afhankelijk van de keuze in deze vergadering, dan kan dit leiden tot een aanpassing van de concept-begroting. De voorzitter vraagt of elke gemeente afzonderlijk een scenario kan kiezen? Dit is niet mogelijk. Voorstel is om lokaal ingekocht onderzoek dat niet valt binnen dit voorstel door betreffende gemeente(n) te laten betalen. Enkele opmerkingen die gemaakt worden: Dhr. Sidali (Culemborg) kiest voor scenario 3 met als opmerking dat we als gemeente anders om moeten gaan met het eigen meldgedrag. Dhr. Thijssen (Berg en Dal) merkt op dat onderzoek naar nieuwe aanbieders steeds meer via contractmanagement loopt. Het accent komt steeds meer op signaal gestuurd onderzoek te liggen. Is er dan sprake van een open eind financiering? Dhr. Buwalda (Zaltbommel) kiest voor scenario 3. Is er kritisch gekeken naar de voorgestelde 250 uur per casus? Is het proces meer in zicht gebracht om voor 250 uur te kunnen kiezen? PGB is een taak voor gemeenten zelf en dit moeten we niet bij de GGD leggen. Dhr. Hoff geeft aan dat de signalen kort verkend worden en worden gedeeld met de gemeenten. Onderzoek vindt alleen plaats in serieuze gevallen. Als we de ambtelijke afstemming hierin meenemen is de begrote 250 uur aan de krappe kant. De post Wmo is in de concept-begroting 2018 meegenomen (scenario 1), in 2017 nog niet. Er wordt gestemd. De meerderheid van de vergadering stemt voor scenario 3. De gemeenten Druten, Lingewaal, Geldermalsen en Neerijnen kiezen voor scenario 1. Het AB besluit in het kader van doorontwikkeling Wmo-toezicht: 1. Kennis te nemen van het voorstel om de huidige werkwijze voor maatwerkvoorzieningen Wmo-toezicht op basis van signaalgestuurde onderzoeken door te ontwikkelen en ook algemeen geldend te maken voor algemene voorzieningen. 2. In te stemmen met aanpassing van het Wmo-toezicht op maatwerk- en algemene voorzieningen in Gelderland-Zuid, Mook en Middelaar en daarbij de keuze te maken voor scenario Kennis te nemen van het feit dat het aantal onderzoeken naar signalen is gemaximeerd. 4. In te stemmen met facultatieve financiering voor de (signaal)gestuurde onderzoeken indien er meer onderzoeken moeten worden uitgevoerd dan het maximum aantal uit het gekozen scenario. Financiering vindt plaats door alle gemeenten in Gelderland-Zuid, Mook en Middelaar (naar rato van inwoneraantal), tenzij het om een lokaal ingekochte algemene voorziening gaat. In dat geval vindt financiering van het extra onderzoek plaats door betreffende gemeente(n), na afstemming met deze gemeente(n). 5. Kennis te nemen van het risico dat een Wmo-toezicht onderzoek naar een Grote calamiteit niet is opgenomen in de begroting van Wmotoezicht en dat ad hoc aanvullende financieringsafspraken moeten worden gemaakt indien een dergelijk toezichtonderzoek nodig is. 6. Opdracht te geven voor het opstellen van de Beleidsregel Actieve

6 datum 6 april 2017 ons kenmerk GGD/DIR/0039/js pagina 5 van 6 openbaarmaking rapporten Wmo-toezicht in het eerste half jaar Kennis te nemen van het risico van mogelijke juridische procedures als gevolg van openbaarmaking van de eindrapporten Wmo-toezicht. In dat geval zullen bijbehorende kosten worden doorberekend. 8. Kennis te nemen van de pilot in Rijk van Nijmegen samenwerking tussen Wmo-toezicht en rechtmatigheidscontrole waarbij rapporten van het Wmo-toezicht geraadpleegd worden voor de materiële controle. 6. Toelichting programmabegroting GGD 2018 Het DB stuurt de concept-begroting naar de Raden. Dan komt de concept-begroting terug in het AB om te worden vastgesteld. 6.0 Toelichting in gemeenteraad/commissievergadering Dhr. Driessen (Tiel) maakt graag gebruik van het aanbod om lokaal uitleg te komen geven. Hij maakt daarvoor een afspraak. Er is net een besluit genomen over de scenario s met betrekking tot Wmo. Dit heeft gevolgen voor de begroting. Kan dit nog naar de Raden worden gecommuniceerd? Dhr. Engels (Wijchen) wil dan graag eenmalig een totaal verhaal naar de Raden. Hierin alle punten uit deze vergadering meenemen. Ook de gemeente Beuningen heeft graag een toelichting. De datum van 6 juni voor de informatieve bijeenkomst VT is minder geschikt vanwege een Raadsvergadering. 6.1 Harmonisatie uniforme taken; Presentatie Begroting 2018 in lijn met meerjarenstrategie; BBV Dit punt wordt samen met 6.2 besproken. Besluit: Het AB neemt kennis van de wijzigingen in de concept-begroting 2018 ten gevolge van harmonisatie van uniforme taken, presentatie van producten in lijn met de meerjarenstrategie Over Bruggen en inrichting begroting conform BBV. 6.2 Financiële doorwerking van harmonisatie JGZ, PSHi en Veilig Thuis per gemeente Dhr Krook (Neerijnen) vraagt of het mogelijk is dit stapsgewijs op te nemen door middel van een ingroeipad over 2 jaar. Dit zou dan een aanvulling op de begroting zijn. De voorzitter merkt op dat we bij de fusie gezegd hebben dit binnen 2 jaar te effectueren. Dat betekent dat we dit in de begroting 2018 moeten opnemen. Dhr. Driessen (Tiel) wil zich liever houden aan de eerder gemaakte afspraken, dus geen ingroeimodel. Mevr. Benschop (Buren) en mevr. de Swart (Heumen) sluiten zich hierbij aan. Besluit: Het AB neemt kennis van de financiële effecten van harmonisatie JGZ, PSHi en VT en stemt in met de invoering van de harmonisatie in Wijziging systematiek afrekening lokale huisvestingskosten cb s J Besluit: Het AB neemt kennis van de (budgetneutrale) wijziging van de systematiek m.b.t. de afrekening van lokale huisvestingskosten voor de consultatiebureaus JGZ, zoals deze zijn verwerkt in de concept-begroting Gemeentelijke lijkschouwing Het AB neemt kennis van de volgende punten: 1. Het feit dat er in de afgelopen jaren een toename heeft plaatsgevonden van het aantal schouwen bij een niet natuurlijke dood. 2. Het DB meent dat de kosten voor de gemeentelijke lijkschouwing moeten worden gedekt door opbrengsten binnen dat product en dat de kosten bepaald worden door de integrale kostprijs. 3. In de begroting jaarlijks additioneel wordt geraamd hoeveel schouwen in het begrotingsjaar worden uitgevoerd en dat lopende jaar de werkelijke aantallen schouwen worden vertaald naar een wijziging in de bijdrage van de gemeenten. 4. In de begroting van 2018 is vooralsnog uitgegaan van 471 lijkschouwen en 188 ethanasie-schouwen, zodat de begroting voor dit product in 2018 in tot

7 datum 6 april 2017 ons kenmerk GGD/DIR/0039/js pagina 6 van ,- (incl. BTW) bedraagt. 6.5 Addendum op notitie Risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen Dit agendapunt wordt in combinatie met punt 6.6. besproken. 6.6 Indexering, acquisitiedoelstelling en taakstelling GGD en verhoging gemeentelijke bijdrage uniforme pakket Het PFO regio Nijmegen heeft een indexering van gemeentelijke bijdragen voorgesteld van -/- 0,6%. Regio Rivierenland sluit zich hierbij aan. Het DB heeft geadviseerd hier afstand van te nemen en het advies niet te volgen. Dhr. Van Elk (Druten) heeft de begrotingsrichtlijnen binnen het College behandeld. Zij komen uit op -/- 0,9%. Dit is een fors verschil met de voorgestelde 1,8%. Hij wil dit graag nader bespreken. De begroting wordt afgesloten met een nagatief resultaat van -/ ,- die afgedekt wordt met een gemeentelijke bijdrage. Hij mist de taakstelling om het tekort verder terug te kunnen brengen. De voorzitter deelt mee dat er binnen het DB uitgebreid gediscussieerd is over het tekort, maar dat er geen ruimte meer is in de reserves en overige begrotingsposten. Dhr. Thijssen (Berg en Dal) verzoekt nogmaals om een uitgebreidere toelichting waarin gemotiveerd aangegeven wordt dat de rek er uit is. In punt 6.6.b (volgblad 2) is een uitgebreide toelichting opgenomen. Afspraak: Afgesproken wordt ook voor dit punt (afwijken van het advies van -/- 0,6% naar 1,8%) een goede uitgebreide toelichting te geven in de aanvullende brief naar de Raden. Het AB mandateert het DB een brief te maken waarbij alle richtlijnen in acht worden genomen Stemgewicht AB 2017 Besluit: Het AB stelt het Stemgewicht 2017 vast conform de bijlage. In totaal 36 stemmen. 9. Startnotitie GGZ-Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang Er is een presentatie voorbereid. Hier is helaas geen tijd meer voor. Afgesproken wordt dat de presentatie bij het verslag wordt meegestuurd. Besloten wordt: 1. Kennis te nemen van de Startnotitie GGZ-Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang. 2. In te stemmen met de Startnotitie GGZ-Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang. 10. Rondvraag Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. 11. Sluiting De voorzitter sluit om uur de vergadering onder dankzegging aan de deelnemers voor hun bijdrage aan deze vergadering.

8 Ambulantisering en decentralisatie BW/MO Naar een Meerjaren plan van aanpak Regio Nijmegen & Rivierenland

9 Even terug naar Dannenberg

10 Er is al veel - Regionale OGGz-visie Sluitende aanpak psychisch kwetsbaren - Trimbosscenario s - - > Bij aansluiten, actualiseren, aanvullen, concretiseren, afspraken maken,

11 Uitgangspunten 1. Zo zelfstandig mogelijk 2. Ondersteuningscontinuüm en diverse woonvarianten 3. Participatie & inclusie 4. Belang ervaringsdeskundigheid en sociaal netwerk Aandachtspunt Concentratie en absorptievermogen wijken en dorpen

12 Uitgangspunt regionale samenwerking Solidariteit diverse aspecten, m.n.: - Zorg (uitgaven, inkoop, toeleiding, wachtlijstbeheer, kwaliteit & handhaving) - Wonen - Participatiewet uitkeringen - Spreiding van problematiek

13 Proces - Rol Bestuursteam - AB GGD - Vaststelling startnotitie in colleges na AB GGD - Raadsinformatiebijeenkomst 29 mei - Projectteam en stuurgroep verwarde personen als externe denktank - Werkconferenties cliënten en aanbieders voor en na (inspraak) de zomer

14 Verslag - concept bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum/tijd bespreking 31 mei uur Locatie Gemeentehuis West Maas en Waal in Beneden-Leeuwen Aanwezig dhr. S. Thijssen (Berg en Dal), dhr. J. Kersten (Beuningen), mw. A. Benschop (Buren), dhr. F. Sidali (Culemborg), dhr. S. van Elk (Druten), dhr. G. Bel (Lingewaal), mw. A. Sørensen (Maasdriel), dhr. R. Benschop (Neder-Betuwe), dhr. B. Frings, voorzitter (Nijmegen), dhr. H. Driessen (Tiel), dhr. B. van Swam (West Maas en Waal), dhr. R. Engels (Wijchen), dhr. S. Buwalda (Zaltbommel), mw. K. Peters (Mook en Middelaar), dhr. G. Cazemier, dhr. J. van Wijngaarden en op uitnodiging mw. N. Willemsen, dhr. M. Ruiter en dhr. M. de Bont afwezig mw. E. de Swart (Heumen), dhr. K. Krook (Neerijnen) en dhr. N. Wiendels (Geldermalsen) met kennisgeving kopie aan OR van Mieke de Riemer afdeling Directie doorkiesnummer (088) directiesecretariaat@ggdgelderlandzuid.nl ons kenmerk GGD/DIR/0068/JW/mr datum 31 mei 2017 Onderwerp / Besluit Actie 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. Berichten van verhindering: mw. E. de Swart, dhr. K. Krook en dhr. N. Wiendels. Dhr. Krook en dhr. Wiendels laten zich vervangen door dhr. G. Bel. Vaststelling van de agenda De agenda wordt conform voorstel vastgesteld. 2. Mededelingen De voorzitter, dhr. B. Frings, deelt mee dat de gezamenlijke rekenkamercommissies van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen onderzoek gaan uitvoeren naar de wijze waarop de governance van Veilig Thuis Gelderland Zuid is ingericht en heeft gefunctioneerd en in het bijzonder de rol die de gemeenteraden daarin hebben gespeeld. Dit onderzoek komt terug in het AB van 29 juni a.s. 3. Stand van zaken overdrachtsafspraken tussen Veilig Thuis en gemeenten en tussen gemeenten en het lokale veld Mw. Nanja Willemsen (Manager Veilig Thuis a.i.) houdt een inleiding. De PowerPointpresentatie is bijgevoegd. N.a.v. de vraag van dhr. Driessen of de ambtelijke ondersteuning goed is meegenomen, wordt er geantwoord dat zowel de ambtenaren zorg als de ambtenaren integrale veiligheid hierbij betrokken zijn. Dhr. S. Thijssen stelt voor om de samenwerkingsafspraken per bepaalde datum vast te stellen t.b.v. Stap 2 van de inspectie. Het is een dynamisch geheel; wijzigingen kunnen daarna wederom worden vastgesteld. Dhr. S. van Elk geeft aan dat het moeilijk zal worden om 6 juni eventuele opmerkingen op de notitie door te geven. Centraal postadres Postbus BC Nijmegen info@ggdgelderlandzuid.nl Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg TV Nijmegen T: (024) F: (024)

15 datum 31 mei 2017 ons kenmerk GGD/DIR/0068/JW/mr pagina 2 van 2 De voorzitter geeft aan de samenwerkingsafspraken behelzen dat elke casus in beeld blijft op lokaal niveau. M.b.t. de begroting Veilig Thuis merkt de voorzitter op dat Veilig Thuis een zichtbaar onderdeel is binnen de GGD-begroting. Dhr. F. Sidali geeft aan dat het sociaal wijkteam geen wettelijke termijn kent. Waarom wordt dan toch in de samenwerkingsafspraken een termijn van 5 werkdagen gehanteerd? Dhr. M. Ruiter antwoordt dat de termijn van 5 dagen een inhoudelijk advies is; dit is juridisch niet steekhoudend. In de jeugdwet staat dat er binnen 10 weken zorg geleverd moet worden. N.a.v. een vraag geeft dhr. G. Cazemier aan dat de samenwerkingsafspraken ook tot doel hebben om de rol van Veilig Thuis zo klein mogelijk te houden; Veilig Thuis is geen hulpverleningsorganisatie. Voor alle duidelijkheid: Veilig Thuis creëert met deze afspraken niet hun eigen werk. Besloten wordt: 1. Kennis te nemen van de concept-afspraken tussen Veilig Thuis en gemeenten en gemeenten en het lokale veld. 2. Kennis te nemen van het collegevoorstel (sjabloon). 3. Eventuele opmerkingen op de concept-samenwerkingsafspraken door te geven aan Veilig Thuis voor woensdag 7 juni a.s. 4. De definitieve afspraken (die het AB van het DB ontvangt na 8 juni) door te geleiden naar de colleges van de deelnemende gemeenten ter vaststelling. 5. Veilig Thuis vóór 29 juni per brief te informeren over de uitkomst van de besluitvorming van de colleges. 4. Rondvraag Niemand maakt gebruik van de rondvraag. 5. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering onder dankzegging aan de deelnemers voor hun bijdrage aan deze vergadering.

16 Samenwerkings afspraken Veilig Thuis - gemeenten Stand van zaken (tbv AB 31 mei 2017)

17 Waar staan we in het proces? 13 maart: startbijeenkomst stap 2 Stap 1: kwaliteit Veilig Thuis Maart: bestuurlijke opdracht in beide subregio s vastgesteld 28 maart: hertoetsing stap 1 4 april: verscherpt toezicht opgeheven 20 april: eerste werksessie Stap 2: samenwerkingsafspraken Veilig Thuis - ketenpartners 8 mei tweede werksessie 11 mei: derde werksessie 23 mei RAO 29 mei: aanleveren stukken DB 31 mei: AB (stand van zaken) 8 juni: DB juni: colleges 29 juni: AB 4 juli 2017: toetsing stap 2

18 Wat wordt van ons als gemeenten verwacht? bestuurlijk vastgestelde samenwerkingsafspraken Veilig Thuis - lokaal veld Voldoende toerusting lokaal veld om hulp en/of ondersteuning aan huishoudens te kunnen bieden die kampen met ernstige vormen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling

19 Overdrachtsprotocol Wat wilden we opleveren? Triageprotocol Kennis- en kwaliteitsplan Lokaal veld (bijgestelde) proces- Beschrijvingen (V. Thuis) Activiteitenplan Veilig Thuis

20 Hoe is het proces verlopen? Bestuurlijke opdracht Eerste uitwerking producten via Samen Doen 3 werksessies Vooral wat er al was op een rij gezet, verduidelijkt : formaliseren van bestaande afspraken in de praktijk

21 VT geeft voorlichting ondersteuning en advies Een voorbeeld: werkwijze VT in beeld WERKWIJZE VEILIG THUIS GELDERLAND-ZUID Meldingen komen binnen Politiemeldingen 18 - / 18 + Burgers en professionals Routeeroverleg bij VHH (diezelfde dag) OVERDRACHT VIA BZ Lokaal veld JBG VHH VT VT Triage door VT (binnen 5 werkdagen) Inclusief acuut gevaar OVERDRACHT VIA ( ) VT is verantwoordelijk voor het zicht op de veiligheid vanaf einde triage tot overdracht Onderzoek bij VT (max 10 weken) OVERDRACHT VIA ( ) Lokaal veld: organiseren en/of uitvoeren van ondersteuning, hulp of zorg Afspraken maken wel/niet monitoring door VT

22 Overdrachtsprotocol Overige afspraken (incl. monitoring) Wat hebben we opgeleverd? Regionale samenwerkingsafspraken Afspraken Veilig Thuis triage routeeroverleg, procesbeschrijving. Kennis- en kwaliteitsplan Lokaal veld

23 Opbouw document 1. Inleiding 2. Wettelijke/bovenwettelijke taken 3. Proces na signalen HG/KM 4. Proces advies en ondersteuning Veilig Thuis 5. Overdrachtsafspraken 6. Kennis en kwaliteit lokale teams 7. Monitoring 8. Overige samenwerkingsafspraken 9. Evaluatie en aanpassing samenwerkingsafspraken Doelgroep bestuur Wijzigingen via AB GGD Bijlagen professionals Samen Doen

24 Hoe ziet het bestuurlijke proces er uit? 29 mei: aanleveren stukken bij DB 29 mei: aanleveren stukken bij beleidsambtenaren gemeenten 8 juni: besluitvorming DB (stukken gaan formeel richting gemeenten) 29 mei 28 juni: besluitvorming colleges 29 juni: besluitvorming AB 4 juli: toetsing inspecties stap 2

25 Waar liggen nog bommetjes? Nog weinig zicht op praktische consequenties afspraken Visie op sociale teams ten aanzien van niet vrijwillige hulpverlening (positie sociale teams en regieteams) Routeeroverleg (kosten deelnemers en discussie toegangspoort) Privacy Wachttijden Kosten Veilig Thuis

26 Waar liggen nog bommetjes? Hoe tackelen we deze punten? Nog weinig zicht op praktische consequenties afspraken Mensen van de werkvloer en beleidsmedewerkers zijn meegenomen in het proces. Dit voortzetten begin juli bij elkaar Visie op sociale teams ten aanzien van niet vrijwillige hulpverlening (positie sociale teams en regieteams) Routeeroverleg (kosten deelnemers en discussie toegangspoort) Privacy Visievorming begint nu op gang te komen Meenemen discussiepunten bij evaluatie en besluitvorming routeeroverleg najaar 2017 Leertuin privacy, afspraken mailverbinding Wachttijden Escalatieroute binnen gemeenten is benoemd. Kwaliteitsimpuls via regionale middelen Kosten van Veilig Thuis Kosten in relatie tot meldingen nader in beeld werkgroep in het najaar Evaluatie en monitoring nadrukkelijk ingebouwd in samenwerkingsafspraken Afspraken zijn begin van nieuw proces

27 Wat gebeurt er als één gemeente niet vaststelt? Conclusie inspecties: geen afspraken Toetsing stap 2: altijd onvoldoende Opnieuw verscherpt toezicht? Bestuurlijke/politieke afbreukrisico s Financiële gevolgen Slachtoffers?

28 Vragen?

29 Algemeen bestuur Vergadering 29 juni 2017 Agendapunt 3 Onderwerp Mededelingen 1. Huisvesting GGD, locatie Nijmegen Onder meer vanwege hoge huurlasten, achterstallig onderhoud en de momenteel lage rente is GGD Gelderland-Zuid al geruime tijd in gesprek met de gemeente Nijmegen (de verhuurder) om het pand te kopen en te renoveren. De verkoopprijs die gemeente Nijmegen hanteert is hoog, zeker gezien het achterstallige onderhoud. Om het pand aan de huidige eisen te laten voldoen, zal een flinke investering nodig zijn. Dit speelt overigens ook bij voortzetting van het huurconstruct, waarbij een investering zal worden omgeslagen in de huurpenningen. Zowel bij koop als voortzetting huur van het pand, zou dit leiden tot een majeure verhoging van de huisvestingslasten. Het Dagelijks Bestuur heeft daarom een marktoriëntatie laten uitvoeren. Hierbij is het pand aan de Tarweweg 2 te Nijmegen (het voormalige Propersona-gebouw) als aantrekkelijk alternatief naar voren gekomen, zowel qua prijsstelling, ligging en aanrijtijd, als mogelijkheden om het gebouw naar de huidige wensen en maatstaven in te richten. Hoewel blijven op de Groenewoudseweg 275 inhoudelijke en bedrijfsmatige voordelen heeft gezien de verbinding met de veiligheidsregio (GGD en VRGZ delen de ondersteunende diensten), is het financiele verschil te groot om voortzetting van huisvesting aan de Groenewoudseweg te rechtvaardigen. Het DB is daarom met Pro Persona in onderhandeling gegaan voor een optie. Op 14 juni vindt bestuurlijk overleg plaats tussen gemeente Nijmegen (burgemeester en wethouder vastgoed) en het Dagelijks Bestuur van GGD Gelderland-Zuid (DB-leden Driessen en Engels en de DPG) over een mogelijk bod van de gemeente Nijmegen. Ter vergadering wordt de stand van zaken meegedeeld. 2. Huisvesting GGD, locatie Tiel Na gesprekken met Regio Rivierenland over het voornemen van de GGD om te verhuizen, heeft de Regio medio mei 2017 een voorstel gedaan voor huurverlaging. Het Dagelijks Bestuur heeft het financiële aanbod van de Regio afgewogen tegen (1) de veranderde huisvestingsbehoeften van de GGD, (2) het feit dat verbouwing van het huidige pand een investering vraagt met een resultaat dat suboptimaal zal zijn, (3) de mogelijkheden van de beoogde nieuwe huisvestingslocatie en (4) de aantrekkelijke prijsstelling van het te verwerven pand. Deze afweging heeft geleid tot het besluit van het Dagelijks Bestuur om het ingezette traject ten aanzien van herhuisvesting van de GGD in Tiel voort te zetten. Concreet betekent dit dat de GGD, onder voorbehoud van een bouwkundige keuring, asbest- en grondonderzoek, het pand aan de Kersenboogerd 2 zal aankopen per 26 juni a.s. Het bedrag kan volledig met eigen middelen van de GGD gefinancierd worden. 3. Tekort vaccin Hepatitis A De GGD heeft te maken met een tekort aan het Hepatitis A-vaccin. Dat komt door een Europees tekort aan dit vaccin. Reden hiervoor is dat er meer vraag naar dit vaccin is dan er wordt geproduceerd. Landelijk wordt door het RIVM en het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering geadviseerd om de vaccins die nog op de markt zijn, te geven aan mensen die het hoogste risico lopen. GGD Gelderland-Zuid volgt dit advies. Dit betekent dat klanten die naar laag-risicolanden gaan voor het oplopen van Hepatitis A, deze vaccinatie niet krijgen. Deze maatregel kan van invloed zijn op de volksgezondheid, maar wordt zo goed mogelijk landelijk gemonitord. Daarnaast heeft deze situatie invloed op de bedrijfsvoering van de GGD; de verwachting is dat de omzet van Reizigersvaccinatie tijdelijk zal dalen. Verwacht wordt dat het Hepatitis A-vaccin eind 2017 weer normaal verkrijgbaar is in Nederland. De GGD zal zijn beleid dan weer aanpassen. 4. Distributie jodiumtabletten In 2014 is besloten de voorbereiding op, en maatregelen bij, kernongevallen in Nederland en onze buurlanden te harmoniseren. Het beoogde resultaat is dat in de buurlanden België en Duitsland dezelfde maatregelen worden voorbereid en genomen. Als gevolg van deze harmonisatie worden in Nederland de interventieniveaus en de daarmee samenhangende preparatiezones aangepast. Het

30 gevolg is dat delen van Gelderland-Zuid in een preparatiezone liggen. De preparatiezone, ook wel tweede ring genoemd, rondom een kernenergiecentrale is vergroot naar 100 km. Hierdoor liggen delen van Gelderland-Zuid in een preparatiezone. Dit betreft (delen van) de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel. In deze gebieden moet de distributie van jodiumtabletten worden voorbereid voor jongeren tot en met 18 jaar en zwangere vrouwen. VWS heeft gekozen voor een combinatie van pre-distributie en nooddistributie en is voornemens de predistributie van jodiumtabletten in september 2017 uit te voeren. Hoewel de distributie landelijk door VWS wordt gecoördineerd, zal er waarschijnlijk een regionale doorvertaling van de boodschap komen. Bij predistributie kan hierbij bijvoorbeeld gedacht worden aan een brief met als afzender de GGD (DPG) of de burgemeester. De beoogde rol van de veiligheidsregio omvat: 1. Coördineren van de inventarisatie welke bijzondere locaties in de regio in aanmerking komen voor opslag van jodiumtabletten. Bijzondere locaties zijn locaties in de preparatiezones waar veel personen uit de doelgroep kunnen verblijven, bijvoorbeeld scholen. 2. Regionale uitwerking van het plan van aanpak nooddistributie. 3. Coördineren van de opslag van noodvoorraad jodiumtabletten voor nooddistributie, geclusterd met de andere veiligheidsregio s in de preparatiezone in kwestie. 4. Bijdrage in de communicatie over de distributie, in afstemming met de betrokken partijen. De veiligheidsregio is volgend in de uitvoeringsoperatie en primair afhankelijk van de landelijke afspraken. Op korte termijn moet duidelijk worden welke concrete acties de veiligheidsregio moet uitvoeren in het kader van de distributie van jodiumtabletten. Voorafgaand aan de feitelijke distributie in september 2017, wordt met de betrokken partijen - waaronder ook de gemeenten - de communicatie over dit onderwerp nader afgestemd. Ter kennisname is bijgevoegd de factsheet van VWS over jodiumprofylaxe. 5. Groen, gezond & in beweging Woensdag 31 mei jl. vond de eerste halfjaarlijkse werkconferentie plaats van Nijmegen: groen, gezond en in beweging. Het Radboudumc, gemeente Nijmegen en GGD Gelderland-Zuid zijn gezamenlijk initiatiefnemer voor deze beweging. De komende tien jaar willen deze organisaties, samen met Nijmeegse instellingen, inwoners en bedrijven samenwerken om de stad groen, gezond en in beweging te krijgen. Ieder draagt zijn steentje bij vanuit eigen ervaring op de gebieden: gezond gewicht, voldoende beweging, gezonde voeding, afname van roken en bewuster alcoholgebruik, mentale fitheid, een schone, rustige en groene leefomgeving. Het doel van deze beweging is om een leefomgeving te maken die een gezonde leefstijl stimuleert en waarin een gezonde keuze een makkelijke keuze is. Door ieder half jaar een werkconferentie te houden werken Radboudumc, gemeente Nijmegen en GGD Gelderland-Zuid samen met andere deelnemers aan concrete resultaten. Er wordt een podium geboden voor inspirerende voorbeelden. En deelnemers kunnen aanspraak maken op elkaars kennis, kunde en ervaring en deze met elkaar delen. Ook kunnen de deelnemers zich verbinden aan bestaande en nieuwe activiteiten. Voor deze eerste werkconferentie waren deelnemers uit het sociaal domein, zoals onderwijs, zorg en welzijn, maar ook uit het bedrijfsleven uitgenodigd. Op deze manier bereiken we dus ook groepen die we normaal niet zo gemakkelijk bereiken. Ter kennisname is bijgevoegd de flyer van Groen, gezond & in beweging. Voor meer informatie, zie 6. Overheveling RVP naar gemeentefonds per 1 januari 2019 In de meicirculaire 2017 gemeentefonds van het Ministerie van BZK staat vermeld dat het voorgenomen jaar van invoering van de wettelijke verankering van het Rijksvaccinatieprogramma (hierna: RVP) in de Wet publieke gezondheid (Wpg) met een jaar wordt uitgesteld. Met deze wijziging van de Wpg wordt een deel van de uitvoering van het RVP onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten gebracht. De parlementaire behandeling vindt later plaats dan voorzien. Daarom is 2019 nu het voorgenomen jaar van invoering voor het deel van het wetsvoorstel betreffende het RVP. Dit geeft gemeenten voldoende tijd om de voorbereiding met uitvoerende organisaties vorm te geven. Uitsluitsel over de omvang en verdeling van middelen volgt naar verwachting in de decembercirculaire 2017.

31 7. Verbinden zorg, sport en bewegen: buurtsportcoach De academische werkplaats AMPHI Integraal Gezondheidsbeleid voert samen met de Wageningen Universiteit een onderzoek uit naar de Buurtsportcoach, die zich bezighoudt met het verbinden van zorg en bewegen in de buurt en de sport. Onder andere de gezondheidsmakelaars van de GGD in Nijmegen, Beuningen en Maasdriel worden deels uit deze regeling gefinancierd. Op 1 juni heeft de eindbijeenkomst plaatsgevonden van dit project. De resultaten van de twee promotietrajecten zijn teruggekoppeld naar buurtsportcoaches, beleidsmedewerkers van gemeenten, de VSG (Vereniging Gemeente en Sport) en de directie Sport van het ministere van VWS. Uit het onderzoek blijkt dat een integrale aanpak waarin de samenwerking en inbedding met de eerste lijn/zorg wordt gezocht veelbelovend is en beter de kwetsbare doelgroep bereikt dan buurtsportcoaches die vooral vanuit een sportsetting werken. Het onderzoek laat zien dat de manier waarop onze gezondheidsmakelaars werken en zijn ingebed een verstandige en potentieel effectieve manier van werken mogelijk maakt. De belangrijkste gegevens zijn ook in een factsheet weergegeven (zie bijlage). In september promoveert Karlijn Leenaars op haar proefschrift aan de Wageningen Universiteit. Haar laatste artikel is net gepubliceerd in Health Promotion International, een van de wereldwijd toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften over gezondheidsbevordering. Het artikel gaat over het belang van de context waarbinnen de buurtsportcoach werkt. Dit artikel is als bijlage toegevoegd. Gerard Molleman, manager GGD Gezond Leven, is één van haar twee co-promotoren. 8. Afscheid van Anna van Lubeck, manager Bijzondere Zorg Mw. A. van Lubeck, manager Bijzondere Zorg zal per 15 juli 2017 de GGD verlaten. Zij gaat aan de slag als regiomanager bij Iriszorg regio Apeldoorn.

32 Factsheet Jodiumprofylaxe Definities Jodiumprofylaxe is het preventief slikken van jodium(tabletten) om de opslag van radioactief jodium in de schildklier zoveel mogelijk te voorkomen. Predistributie is het uitdelen van tabletten aan vooraf bepaalde doelgroepen zonder dat er een acute dreiging is van een kernongeval of lozing van radioactief jodium. Nooddistributie is het uitdelen van jodiumtabletten bij een concrete dreiging van een lozing van radioactief jodium of kernongeval aan mensen die (nog) geen beschikking hebben over jodiumtabletten. Stand van zaken De minister van Economische Zaken heeft op 2 juli 2014 aan de Tweede Kamer gemeld dat jodiumprofylaxe in grotere regio s moet worden voorbereid. Om op het moment van een kernongeval dezelfde maatregelen te kunnen treffen als onze buurlanden (harmonisatie). Dit besluit is in lijn met uitgangspunten van het Internationaal Atoom en Energie Agentschap (IAEA). De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft op 8 maart 2016 aan de Tweede Kamer gemeld dat zij voor alle doelgroepen die er baat bij hebben jodiumtabletten beschikbaar stelt. Dit gebeurt door middel van predistributie en nooddistributie. De afgelopen maanden heeft VWS, in overleg met vertegenwoordigers en deskundigen van onder andere veiligheidsregio s, GGD GHOR NL en andere ministeries, een plan van aanpak voor de predistributie van jodiumtabletten uitgewerkt. Nu hierover overeenstemming is bereikt, kan VWS zich met de verschillende partijen gaan richten op de daadwerkelijke distributie van jodiumtabletten. Om het bereik van de predistributie zo groot mogelijk te maken, is het belangrijk dat de distributie niet in de vakantiemaanden plaatsvindt. Daarom kiest VWS ervoor om de predistributie in september 2017 uit te voeren.

33 Doelgroepen jodiumprofylaxe In de eerste ring rondom een kernreactor zijn mensen tot en met 40 jaar en zwangere vrouwen aangewezen als de groep die over jodiumtabletten moeten beschikken. In de tweede ring rondom een kernreactor zijn mensen tot 18 jaar en zwangere vrouwen aangewezen als groep die over jodiumtabletten moeten beschikken. Zwangere vrouwen krijgen jodiumtabletten primair aangeboden ter bescherming van het ongeboren kind. De indeling van mensen (in leeftijdscategorieën en de afstand waarop iemand van een kernreactor woont) heeft te maken met de volgende twee factoren: Hoe ouder iemand is, hoe kleiner de kans is op het ontstaan van schildklierkanker als gevolg van blootstelling aan radioactief jodium. De risico s op bijwerkingen bij het innemen van jodiumtabletten nemen toe naarmate mensen ouder worden. Denk daarbij aan de ontwikkeling van allergieën of functiestoornissen van de schildklier. Bij een kernongeval neemt het risico op besmetting met radioactief jodium af naarmate mensen verder van een kernreactor wonen: De schildklier van (ongeboren) kinderen is gevoeliger voor radioactief jodium dan die van volwassenen. Zij hebben dus het meeste baat bij de beschermende werking van jodiumtabletten. De jodiumtabletten zijn na de predistributie verkrijgbaar bij apotheken en drogisterijen. Zwangere vrouwen kunnen daar jodiumtabletten kopen. Ook andere mensen die niet in de doelgroep vallen, maar wel jodiumtabletten willen aanschaffen, krijgen zo de mogelijkheid om jodiumtabletten in huis te halen. Figuur 1 Kilometerbepaling per kernreactor Locatie kernreactor Type Eerste ring (0 t/m 40 jaar en zwangeren) Tweede ring (0-18 jaar en zwangeren) Borssele Kerncentrale 20 km 100 km Doel (België) Tihange (België) Mol (België) Emsland (Duitsland) Petten Delft Kerncentrale 20 km 100 km Kerncentrale nvt 100 km 20 km nvt Kerncentrale 25 km 100 km Onderzoeksreactor Onderzoeksreactor Onderzoeksreactor nvt nvt 3 km 0,5 km Predistributie jodiumtabletten In de eerste ringen rondom de kerncentrales Borssele, Doel en Emsland zijn de jodiumtabletten grotendeels al gedistribueerd. In een aantal gemeenten in Zeeland en Midden-West-Brabant waar dat nog niet is gebeurd, krijgen mensen tot en met 40 jaar de jodiumtabletten per post thuisgestuurd. In de tweede ringen rondom de kerncentrales Borssele, Doel, Tihange en Emsland en de onderzoeksreactor Delft krijgen alle gezinnen met kinderen tot 18 jaar jodiumtabletten thuisgestuurd. Rondom de onderzoeksreactor in Petten heeft al predistributie plaatsgevonden. In totaal gaat het om ongeveer 1,4 miljoen huishoudens die allemaal in één en dezelfde week de jodiumtabletten thuis ontvangen. Elk huishouden met mensen uit de doelgroepen ontvangt (op naam) een informatiepakket met daarin het doosje met de jodiumtabletten, begeleidende brief en een informatiekaart. Zwangere vrouwen kunnen via de verloskundige en/of gynaecoloog informatie krijgen over jodiumtabletten.

34 Ook bijzondere locaties zoals scholen, kinderopvanglocaties of hulpdiensten kunnen jodiumtabletten in voorraad opslaan. De veiligheidsregio inventariseert de behoefte. Op basis daarvan stelt VWS de jodiumtabletten beschikbaar. VWS ontwikkelt momenteel diverse communicatiemiddelen. Deze worden met de betrokken partijen afgestemd. Tijdens de week van de predistibutie (en daarna) zal alle informatie terug te vinden zijn op: Nooddistributie jodiumtabletten Tijdens een kernongeval of geplande lozing van radioactief jodium organiseert de daartoe bevoegde veiligheidsregio de nooddistributie van jodiumtabletten. Alle direct betrokken veiligheidsregio s werken een operationeel plan uit, welke volgens planning eind 2017 geïmplementeerd kan worden. Hierbij geldt het volgende uitgangspunt: Alle huishoudens met mensen uit de doelgroep binnen een gemeente moeten op één locatie bij hen in de buurt jodiumtabletten kunnen afhalen, mocht dat voor hen noodzakelijk zijn. Werking jodiumprofylaxe Het menselijk lichaam slaat jodium op in de schildklier. De schildklier regelt de stofwisseling in het lichaam. Als radioactief jodium wordt opgeslagen in de schildklier, kan het op termijn zorgen voor schade aan de schildklier. Denk bijvoorbeeld aan een verhoogd risico op schildklierkanker. Het preventief slikken van jodiumtabletten zorgt ervoor dat de schildklier verzadigd wordt met stabiel jodium. Hierdoor wordt het radioactieve jodium dat mensen binnenkrijgen niet opgeslagen in de schildklier, maar juist afgescheiden. Als de tabletten in de periode van 12 uur voor het contact met het radioactieve jodium worden ingenomen, wordt de opslag van radioactief jodium maximaal geblokkeerd. De schildklier is dan beschermd. Inname van jodiumtabletten na contact met radioactief jodium heeft een beperkt effect doordat het voor een kleinere blokkade van radioactief jodium zorgt. Figuur 2 De eerste en tweede ring in kaart Door de combinatie van predistributie en nooddistributie worden de jodiumtabletten grondig verspreid. Zo is er tijdens een kernongeval of geplande lozing van radioactief jodium minder acute vraag naar jodiumtabletten. Er zijn dan genoeg jodiumtabletten bij de inwoners van gemeenten voorradig. Belangrijkste betrokken partners Veiligheidsregio s, GGD en en gemeenten Apotheken en drogisterijen Gynaecologen en verloskundigen Huisartsen en internisten IenM, VenJ en ANVS RIVM en NVIC IFV en RvIG Overige ministeries

35 Dit is een uitgave van Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Bezoekadres Parnassusplein vx Den Haag Postadres Postbus ej Den Haag Telefoon Telefax april 2017

36 Waarom Nijmegenaren voelen zich gezond. Maar er is nog veel gezondheidswinst te behalen. Veel mensen die zich gezond voelen, gedragen zich niet altijd gezond. Wij bewegen te weinig, één op de twee volwassenen heeft overgewicht en onze kinderen eten veel te weinig groenten en fruit. Er zijn grote sociale verschillen in de stad. Inwoners met een laag opleidingsniveau zijn duidelijk slechter af. Niets doen is geen optie. Een nieuwe tweedeling gezond versus niet gezond tekent zich af. En de maatschappelijke kosten hiervan blijven onverantwoord groeien. Wat Gezonde inwoners in een gezonde stad. Een omgeving waarin groene en gezonde keuzes gemakkelijker worden en het gezondheidsniveau substantieel toeneemt. Wij willen de komende jaren duidelijke vooruitgang zien in leefstijl en hoe onze stad eruit ziet: gezond gewicht, voldoende beweging, gezonde voeding, afname van roken en bewuster alcoholgebruik, mentale fitheid, een schone, rustige en groene leefomgeving. Hoe De komende tien jaar gaan wij samen aan het werk om onze stad groen, gezond en in beweging te krijgen. Er zijn tal van succesvolle initiatieven. Die willen wij delen en een podium geven. Wij organiseren ontmoetingen. In dialoog delen wij resultaten en kennis. Zo leren wij van elkaar en inspireren wij elkaar met voorbeelden. Wij verbinden onderwerpen en partijen. En natuurlijk geven wij zelf het goede voorbeeld in onze eigen organisaties. Wie Onze rol Doet u Scholen, sportclubs, overheden, bedrijven, zorg- en welzijnsorganisaties, wijk- en burgerinitiatieven, inwoners en vrijwilligers: wij nodigen iedereen uit om mee te doen. Wij zijn een netwerk. Iedereen die wil en kan bijdragen aan een gezonde en groene stad in beweging kan meedoen en aansluiten. Met de inzet en expertise van velen als mens, als werkgever, als werknemer, als bedrijf en als dienstverlener kunnen wij heel Nijmegen bereiken. En ons doel dichterbij brengen. Wij brengen een beweging op gang die werkt aan een het creëren van een gezonde sociale en fysieke omgeving, waar je ook komt in de stad. Die toegang tot zorg, sport en andere preventie-activiteiten makkelijk maakt. Die een omgeving creeert die uitdaagt tot gezond gedrag en gezonde keuzes makkelijk maakt. Diversiteit is daarbij onze kracht. Wij dragen ieder ons steentje bij vanuit onze eigen ervaring. Wij zijn nieuwsgierig naar wat echt werkt. En wat niet. We complimenteren elkaar daarmee of spreken elkaar daar juist op aan Als initiatiefnemer zijn wij hierin niet per definitie de regisseur, eigenaar of financier. Wel zijn wij inspirator, aanjager, facilitator. Zo groeit de beweging. Als een magneet voor Nijmeegse bedrijven en instellingen. Als een olievlek van Nijmeegse gezondheid. mee? Wilt u meedoen? Dat kan! De beweging is van ons allemaal. Laat daarmee zien dat u verantwoordelijkheid neemt en dat u aandacht heeft voor maatschappelijk ondernemen! Kent u een bestaand project dat binnen de beweging past? Of heeft u een idee met een eigenaar? Meld het aan en doe mee! Abonneert u zich op onze nieuwsbrief of bezoek een van de halfjaarlijkse werkconferenties. Ga naar Of mail info@wijzijngroengezondeninbewegingnijmegen.nl

37 Wij zijn groen, gezond en in beweging Nijmegen Doet u mee?

38 De buurtsportcoach en de verbinding tussen zorg, sport en bewegen In september 2013 zijn de Wageningen Universiteit en het Radboudumc, in samenwerking met Kenniscentrum Sport, VSG, ROS, KNGF en met financiële ondersteuning van ZonMw, gestart met het onderzoeksproject Verbinding zorg, sport en bewegen. De onderzoekers volgden drie jaar lang 13 buurtsportcoaches uit 9 verschillende gemeenten (Den Haag, Den Bosch, Heusden, Nijmegen, Zwolle, Hoogeveen, Emmen, Utrecht en Franeker). In het onderzoek lag de focus op twee belangrijke gebieden: De inzet van de buurtsportcoaches en de samenwerking tussen de verschillende organisaties op het gebied van zorg, sport en bewegen. De invloed van de georganiseerde beweegactiviteiten op de structurele beweegdeelname en gezondheid van buurtbewoners. De belangrijkste resultaten uit het onderzoek zijn in deze factsheet weergegeven. Contactgegevens: Wageningen Universiteit Karlijn Leenaars, karlijn.leenaars@wur.nl Academische werkplaats AMPHI, Eva Smit, Eva.Smit@radboudumc.nl Vereniging Sport en Gemeenten

39

40 Tabel 1: Scores fittesten en vragenlijsten per wervingsstrategie Doorverwijzing PR Brief Figuur 1: sport Activiteit buurtsportcoach Doorverwijzing Ondersteuning organisatie Ondersteunend aan buurtsportcoach Figuur 2: integraal Activiteit buurtsportcoach Doorverwijzing Ondersteuning organisatie Ondersteunend aan buurtsportcoach Dit blijkt ook uit de resultaten van de afgenomen fittesten en vragenlijsten. De geteste deelnemers konden verdeeld worden over 3 verschillende wervingsstrategieeën: deelnemers die zijn doorverwezen, deelnemers die zich hebben aangemeld via promotieactiviteiten of mond tot mond reclame en deelnemers die zijn benaderd met een persoonlijke brief voor deelname aan een fittest of bewegingsprogramma. Deelnemers die door een professional zijn doorverwezen scoren het slechtst op de fittest en variabelen als motivatie, ervaren gezondheid en zelfeffectiviteit. In elke groep zijn bijzondere voorbeelden te noemen van inwoners voor wie het goed zou zijn om meer te gaan bewegen. In de groep deelnemers die zijn doorwezen blijkt dit aantal aanzienlijke hoger te zijn. De inspanning die het kost om een doorverwijzingssysteem op te zetten en het onderhouden van contacten met zorgprofessionals blijkt daardoor effectief te zijn. Leeftijd* BMI* Middelomtrek (cm) 107.3^ Vetpercentage ^ Bloeddruk Diastolisch Systolisch 82.9 $ ^ Schouderlenigheid (cm) 11.8 $ Beenkracht (aantal keer) 11.8 $ Armkracht (aantal keer) ^ Knijpkracht (kg) $ Uithoudingsvermogen (m) ^ Ervaren gezondheid Fysiek funct* Algemeen ^ Aantal ziektes Motivatie 6.54^ Self efficacy Fitnorm Tweedeling Driedeling 0.21^ 0.63^ Beweegnorm ^ Combinorm 0.43^ * Alle drie de groepen verschillen significant van elkaar, ^ Groep verschilt van beide andere groepen, $ Groep verschilt significant met Brief groep, - Groep verschilt significant met PR groep. Het is opvallend dat de leeftijd van de groep die is doorverwezen significant lager is, maar de scores op de andere variabelen slechter is. Een normale verwachting is dat de scores verslechteren met de leeftijd. Voor de resultaten met betrekking tot beenkracht, armkracht, knijpkracht, uithoudingsvermogen, ervaren gezondheid, motivatie, self efficacy en de scores met betrekking tot beweeggedrag betekent dat een hogere score beter is. Voor de andere resultaten is een lagere score beter.

41 Tabel 2: Het effect van deelname aan een beweegprogramma over de tijd Nulmeting Tussenmeting Jaarmeting BMI Middelomtrek (cm) $ Vetpercentage Bloeddruk Diastolisch Systolisch ^ Schouderlenigheid (cm) Beenkracht (aantal keer) 12.7^ Armkracht (aantal keer) 16.4^ Knijpkracht (kg) Uithoudingsvermogen (m) 435.9^ Ervaren gezondheid Fysiek funct Algemeen Aantal ziektes Motivatie 9^ Fitnorm Tweedeling Driedeling Beweegnorm Combinorm * Alle drie de metingen verschillen significant van elkaar, ^ Meting verschilt van beide andere metingen, $ Meting verschilt significant van tussenmeting, - Meting verschilt significant van basismeting. Voor de resultaten met betrekking tot beenkracht, armkracht, knijpkracht, uithoudingsvermogen, ervaren gezondheid, motivatie en de scores met betrekking tot beweeggedrag betekent dat een hogere score beter is. Voor de andere resultaten is een lagere score beter.

42 Health Promotion International, 2017, 1 13 doi: /heapro/dax005 Article The operational context of care sport connectors in the Netherlands K. E. F. Leenaars 1, *, E. C. van der Velden-Bollemaat 1,E.Smit 2, A. Wagemakers 1, G. R. M. Molleman 2, and M. A. Koelen 1 1 Department of Social Sciences, Health and Society, Group, Wageningen University & Research Centre, P.O. Box 8130, Wageningen, EW, The Netherlands and 2 Academic Collaborative Centre AMPHI, Primary Health Care, Radboud University Medical Center, P.O. Box 9101, Nijmegen, HB 6500, The Netherlands *Corresponding author. karlijn.leenaars@wur.nl Summary To stimulate physical activity (PA) and guide primary care patients towards local sport facilities, Care Sport Connectors (CSCs), to whom a broker role has been ascribed, were introduced in 2012 in the Netherlands. The aim of this study is to describe CSCs operational context. A theoretical framework was developed and used as the starting point for this study. Group interviews were held with policymakers in nine participating municipalities, and, when applicable, the CSC s manager was also present. Prior to the interviews, a first outline of the operational context was mapped, based on the analysis of policy documents and a questionnaire completed by the policymakers. A deductive content analysis, based on the theoretical framework, was used to analyse the interviews. Differences were found in CSCs operational context in the different municipalities, especially the extent to which municipalities adopted an integral approach. An integral approach consists of an integral policy in combination with an imbedding of this policy in partnerships at management level. This integral approach is reflected in the activities of other municipal operations, for example the implementation of health and PA programs by different organisations. Given the CSC mandate, we think that this integral approach may be supportive of the CSCs work, because it is reflected in other operations of the municipalities and thus creates conditions for the CSCs work. Further study is required to ascertain whether this integral approach is actually supporting CSCs in their work to connect the primary care and the PA sector. Key words: physical activity promotion, primary healthcare, PA sector, intersectoral collaboration, broker role, operational context INTRODUCTION In order to stimulate physical activity (PA), in 2012 the Dutch Ministry of Health, Welfare, and Sport introduced neighbourhood sport coaches (Buurtsportcoach), to whom a broker role is ascribed. Some of these coaches, the so-called Care Sport Connectors (CSCs), are employed specifically to stimulate intersectoral collaboration between the primary care and the PA sector in order to guide primary care patients towards local PA facilities. The PA sector covers all PA services in the neighbourhood, i.e. sport clubs, fitness centres, PA lessons at community centres, and walking groups. This connection is desirable because primary care-based PA VC The Author Published by Oxford University Press. All rights reserved. For Permissions, please journals.permissions@oup.com

43 2 K. E. F. Leenaars et al. interventions are effective in reaching physically inactive adults (Eakin et al., 2000). However, patients prefer to stick with the known and secure environment of primary care PA facilities rather than participate in unknown or untried local facilities (den Hartog et al., 2014; Meijer et al., 2012). The general idea is that CSCs facilitate the connection between the primary care and the PA sector; professionals in these sectors collaborate; activities to promote PA will be implemented; these activities reach certain target groups; target groups will become more physically active; and health outcomes will improve. A blueprint for CSC implementation was deliberately not presented, allowing municipalities to implement CSCs in line with local needs and contexts. Almost simultaneously with the CSC funding, the Dutch government delegated tasks in the field of public health to the municipalities, in order to organise the care and support of residents closer to the residents. Therefore, responsibilities and resources regarding the organisation of care were transferred from central government to local government. Municipalities are also expected to work on a more integrated basis in the social domain (Dutch Ministry BKZ, 2013). This decentralisation requires a change in the method of care, in which integrated community care with a focus on prevention and health is central (Dutch Ministry BKZ, 2013). The manner in which municipalities shape these changes will have an impact on the functioning of professionals with responsibility for prevention and health promotion. Because of the differences in the implementation of the CSC funding and the current changes in the Dutch public health system, the context in which the CSCs are working can and will be different. These context-related factors might influence the success of an intervention, program, and policy, and are therefore important to take into consideration in studies on the impact of an intervention, program, or policy (Ndumbe-Eyoh and Moffat, 2013; Glasgow et al., 2012). An important step in studying the impact of a broker role on improving intersectoral collaboration is to have insight into how the CSC role is integrated with other operations of the municipality. Although some studies focus on the broker role (Harting et al., 2010; Langeveld et al., 2016; Hagen et al., 2015), to our knowledge not much is known about the impact of the operational context on brokers work. Therefore, the aim of this study is to describe the operational context of the CSC. METHODS This study is part of a larger project in which a multiple case study is being conducted in nine municipalities spread over the Netherlands from 2014 to the end of 2016 to study the role and impact of the CSC in connecting the primary care and the PA sector, and residents participation (Smit et al., 2015). Study design This study was a qualitative study, started with the development of a theoretical framework used for an analysis of policy documents, and questionnaires and semistructured interviews with policymakers of nine municipalities to study the operational context in which CSCs were working. Theoretical framework In order to study the context in which CSCs were working, a theoretical framework had to be developed. The CSC is a new function, and a framework specific to the context in which CSCs are working was not yet available. Although existing frameworks in the field of political science (Sabatier and Mazmanian, 1979; Rütten et al., 2010) or organisational science (Mintzberg, 1979) are available, these frameworks were not suitable for this study, as these are only directed at municipal policy. To study the operational context of the CSC, the broader system in which the CSC is working needs to be studied, including the primary care and the PA sector. As CSCs have the task of connecting the primary care and the PA sector and stimulating primary care patients to become physically active, it can be argued that CSCs are working in the public health system. Therefore, public health capacity mapping was used as a starting point, because it evaluates a system s ability to fulfil its specific functions within a set of resource constraints and does not provide answers about the actual performance of health systems (Aluttis et al., 2013). On the basis of a literature search, in-depth interviews with experts in the field of public health, and a workshop at the Dutch conference for Public Health, we developed with the research team a framework to study the CSCs operational context. This framework was based on Aluttis et al. s (2013) country-level framework for public health capacity, Meyer et al. s (2012) conceptual model for public health systems and services research, and Bagley and Lin s (2009) rapid assessment tool for public health system capacity in Australia. These frameworks and tools were used because they were developed recently, were based on a literature search on public health capacity, and were the most applicable to the aim of this study. Aluttis et al. s (2013) conceptual model contains the following domains: leadership and governance, organisational structures, workforce, financial resources, knowledge development,

44 Operational context of care sport connectors 3 and country-specific context with relevance for public health. Meyer et al. s (2012) conceptual model is an adaptation of Handler et al. s (2001) model and contains eight fundamental elements of organisation capacity: fiscal and economic resources, workforce and human resources, physical infrastructure, inter-organizational relationships, information resources, system boundaries and size, governance and decision-making structure, and organization culture. Bagley and Lin s (2009) tool consists of four categories: policy development, resources, programs, and organizational environment. Based on their frameworks, a first framework was developed. In order to ensure that the framework fitted with the Dutch context, we consulted threeexpertsinthefieldofpublichealthtodiscussthefinal design of the framework. This approach resulted in a framework to study CSCs operational context, which consisted of five domains: policy, organisation, resources, programs, and partnerships (Supplementary Material, figure 1). The tools developed by Aluttis et al. (2013) and Bagley and Lin (2009) were used to operationalise the domains for the CSC context (Table 1). Policy Policy is operationalised for both the public health and the PA sector, and consists of the existence of a public health policy, a PA policy, an integral policy relating to health and PA, and the implementation of an integral policy. To identify municipal integral policy relating to health and PA, the following indicators were used: 1) PA was part of the health policy, and 2) vitality and participation were part of the PA policy. Implementation was operationalised if other initiatives in the area of healthcare, public health, and PA promotion besides the CSC were implemented, and if the CSC role was stated in the policy. Organisation Organisation consists of the structure and culture of the organisation. The structure was operationalised by how the CSC funding was implemented (number of CSCs, target group, sector), CSC function profile, and the presence of professionals in the field of public health and PA promotion. Culture was operationalised in terms of who and how professionals in the field of public health and PA promotion were directed in their work. Programs This domain was operationalised on the basis of the existence of health promotion and PA programs implemented in the municipality. Partnerships This domain was operationalised by the existence of different partnerships in the field of public health, the PA sector, between both sectors, and at management level between the municipality and other organisations in the field of public health and the PA sector in the municipality. How these domains influence one another and their potential interaction is not known yet (Aluttis et al., 2013; Meyer et al., 2012; Bagley and Lin, 2009). In addition, the theoretical framework was presented and discussed at the Dutch Conference for Public Health (Leenaars et al., 2015). During this workshop, participants discussed the importance of certain domains and interactions between the domains and added some minor nuances, but no relevant issues were raised in relation to the theoretical framework that would lead to an adjustment of the framework Therefore, it was decided within the research team not to determine possible interaction in the framework, but to identify whether a possible interaction could be determined based on the different context of this study. Setting and study population This study was conducted in the nine municipalities that were also participating in the larger project (Smit et al., 2015). In two municipalities, the number of inhabitants was more than 300,000, in four municipalities the number of inhabitants was between 100,000 and 300,000, in three municipalities the number of inhabitants was fewer than 100,000 (CBS, 2015). To study the CSCs operational context, group interviews were held with policymakers from both the public health department and the PA department of each municipality, and CSCs manager. In this way, relevant stakeholders of the CSC could interact with one another and this enabled us to gain more information about the CSCs operational context. Together with the CSC manager, a health department policymaker and a PA department policymaker were selected and invited to participate in the interview. In two cases, the policymaker of the PA department was also CSCs manager (Table 2). Resources The resources were operationalised on the basis of availability of financial resources for health promotion, PA promotion, and an activity budget for the CSC. Procedure In total, nine group interviews were held with 25 participants between November 2015 and January The interviews took place at the policymakers workplace

45 4 K. E. F. Leenaars et al. Table 1: Operationalisations of the theoretical framework to map the operational context of the CSC Domains Policy Organisation Resources Programs Partnerships Operationalisation Integral health and PA policy Other sectors were involved in: the development of the health policy / PA policy (e.g. welfare, PA) State the priorities of the health policy / PA policy Vitality and participation is part of the health policy / PA policy Sport and PA is part of the health policy / PA policy Implementation The CSC has a role in the implementation of the health policy / PA policy Other initiatives besides the CSC are implemented to establish a connection between both sectors Structure The number of CSCs in the municipality The sectors in which the CSCs are working The target group they are targeting The most import tasks and competences of the CSC in your municipality Other professionals working in the field of public health and the PA sector (for example, health broker, sport consultant, elderly adviser) Culture The direction of the CSC (whom and how) The municipality role in connecting the CSC with other professionals in the field of public health and PA sector. Financial resources The budget for preventive activities The budget for PA promotion The availability of an activity budget for the CSC Existing health promotion programs implemented in the municipality (implementation by which organisation, and target group) Existing PA promotion programs implemented in the municipality (implementation by which organisation, and target group) Existing partnerships in the municipality between: 1. Primary care professionals 2. PA professionals 3. Primary care vs. PA professionals 4. Public health 5. Management level: municipality, public health and PA organisations and lasted on average 1.5 hours. The interviews were conducted by two researchers (KL and EVB) in Dutch. At the beginning of each group interview, participants were informed about the procedure and signed an informed consent. Before the interviews, current policy documents regarding the municipalities health and PA policy were analysed regarding the five domains of the theoretical framework by one researcher (KL or EVB). In addition, participating policymakers received a questionnaire prior the interview to enable the collection of information regarding the five dimensions of the theoretical framework. Questions asked were for example: How is the CSC funding implemented in the municipality? and Name five major partnerships available to the CSC in the municipality. The document analysis and questionnaires were used to gain a first insight into the operational context of the CSC and to summarise and describe this operational context in each municipality in line with the five domains of the theoretical framework. This summary was presented to the policymakers and used to guide the interviews. The interview topic list was based on the theoretical framework. At the beginning of each topic (one of the five domains of the theoretical framework), the researcher presented a summary of the domain based on

46 Operational context of care sport connectors 5 Table 2: Study participants, topic list of the interviews, and code list used in the analysis Study participants Topic list of the interviews, and code list used in the analysis Municipality Participants Domains Top-down codes Inhabitants Policymaker Policymaker Manager Total Policy Integral health and PA policy PA health CSC Implementation , , Organisation structure CSC funding Other functions Function profile Directing , , Resources Budget for PA promotion Budget for health promotion Budget for the CSC 3. <100,000 1 Not available 1 2 Programs Programs health promotion Programs PA promotion 4. >300, Partnerships Partnerships at management level Partnerships at operational level 5. >300, , ,000 1 a , , <100, , ,000 1 a Not available 0 1 Total a Also manager CSC the questionnaire and policy analysis. In this way, participants could check the data and were invited to make corrections or additions. Subsequently, in-depth questions were asked regarding the participants perceptions about the CSC role in the five domains of the operational context. Questions asked were for example: What is the reasoning for the way the CSC funding is implemented? and In what manner is the CSC stimulated to join/use the partnerships/programs for his work to connect the primary care and the PA sector? Data analysis All interviews were audiotaped and transcribed (intelligent verbatim style). Both the interview transcripts and the policy documents were coded (Table 2) and analysed using software for qualitative analysis (Atlas.ti). A deductive content analysis was conducted to study the CSCs operational context (Elo and Kyng as, 2008). After the data were read, meaningful text fragments were identified, coded, and clustered by two researchers (X and X) on the basis of the theoretical framework as described above. During the analysis process, no new concept surfaced that could not be tied in with the other five domains and variables in the framework. The coding was compared between both researchers and differences were discussed to reach consensus about the codes assigned by the researchers. After the data analysis was completed, the results were discussed within the research team. Citations were translated into English by a translation agency. In order to describe the CSCs operational context, the results of the three data collection methods were combined. The data from the policy documents and questionnaires were used to describe the five domains of the theoretical framework, and the interviews with the policymakers were used as a further explanation of the CSCs operational context. RESULTS Policy Integral health and PA policy In eight municipalities, PA was part of health policy. However, in three of these, the focus was mostly on youth. Therefore, an integral health policy was under development in these municipalities. In one municipality, PA was not part of health policy. Seven of the nine municipalities included vitality and participation in their PA policy. In the other two municipalities, PA policy focused mostly on youth, and therefore an integral PA policy was under development.

47 6 K. E. F. Leenaars et al. Irrespective of whether PA or the vitality and participation were mentioned in their health and PA policy, all policymakers stated in the interviews that PA was used as a means to stimulate a healthy lifestyle among their residents. Therefore, PA was an essential part of the implementation of both health and PA policy. Why do you, as a council, want people to exercise more? Why would you? Well, because it contributes to healthy citizens, citizens in good health and vitality, a healthy and vital town. (Municipality #6) Implementation All policymakers mentioned the importance of the connection between the primary care and the PA sector, mostly as a means to stimulate the health of their residents, especially residents who could benefit from PA, like primary care patients and the elderly. It truly is about people getting more involved in PA and then you automatically focus on the target groups that now, as yet, do not or hardly exercise and then you step into the care domain and so the relationship with care work is extremely important. (Municipality #7) In five municipalities, other initiatives besides the CSC were implemented in order to establish a connection between the primary care and the PA sector; for example, a pilot project in which professionals collaborated in order to stimulate primary care patients to become physically active. In some municipalities, the CSC was directly involved in these programs. In the other four municipalities, no other initiatives to stimulate a connection between the primary care and the PA sector were implemented. In these municipalities, the CSC was responsible for this connection. Four municipalities stated the role of the CSC in their health policy (n ¼ 3) or in their PA policy (n ¼ 1), and the CSC was partially responsible for policy implementation. Although the other five municipalities did not state the CSC s role in their policy, policymakers mentioned that the CSC role was important for the implementation of both health and PA policy. The CSCs are actually working within their community on behalf of the council. So yes, they are in fact our most advanced posts in these villages and neighbourhoods. (Municipality #2) Organisation Implementation of CSC funding. Two different approaches to the implementation of the CSC funding could be distinguished: 1) CSCs working only from the PA sector and 2) an integral approach in which CSCs were working from care, welfare, and PA organisations, or a partnership between primary care, welfare, and PA organisations. CSCs working only from the PA sector. In four municipalities, CSCs were working from the PA sector: in three municipalities, CSCs were working at the municipality s PA department, and, in one municipality, the CSCs were working at a PA organisation in the municipality. According to the policymakers, it was the most logical choice, because other matters concerning PA in the municipality were also organised at the department or the organisation. In addition, the CSC had a central part in the implementation of PA policy and therefore the PA department could better direct the CSC. The PA department here had the expertise at their disposal, and the people who were responsible for the execution and who had more or less done the same work for years on end were there. And we also would like to have more say over the things the CSC is about to do, and, if you have this within your department, you have more control over it. (Municipality #2) Integral approach. Three municipalities employed the CSC at both primary care, welfare, and PA organisations. The policymakers in these three municipalities believed that, in this way, the connection between the primary care and the PA sector would be established more easily. And you can only connect if people are half in the one and half in the other or, in any case, this makes it easier. (Municipality #1). Another advantage of this approach was that the different organisations expertise could be used and the cofunding was easily arranged. Despite the advantages, two municipalities also mentioned some difficulties in this approach: the organisations own interests and differences in work conditions. So you do have a directing issue. Of course, it is about collaboration at the level of content, but the question is, yes, to what degree do people do their thing, which might lean towards the interests of an organisation itself rather than towards the interests of your funding. (Municipality #4) In two municipalities, a partnership was created between primary care, welfare, and PA organisations as part of the CSC funding. In one municipality, the CSC was part of this partnership and together they developed

48 Operational context of care sport connectors 7 a plan of action to stimulate PA in the neighbourhood. According to the policymakers, this would lead to support among professionals in the neighbourhood and support the CSCs in their work. We wanted to have support in the neighbourhood and we actually wanted to just also say they know, they know and they themselves have a sense of what works best in that neighbourhood. So just let us have confidence in that, and we let it go. (Municipality #5) In the other municipality, the partnership organisations received the CSC funding to enable them to organise an activity to promote PA among the residents together with an organisation from another sector. A CSC was not appointed in this municipality, because the partnership already existed and the CSC funding was used to support the participating organisations in their work. Then I thought, yes, that funding is there and we have a well-oiled collaborative network, it is only in terms of finance that it now starts to crunch....and we have now more or less used it as a financial impetus, but so that people would not quit for the reason that they could not financially...ehm, are put under time pressure by their own organisation, that they would not be in this situation. (Municipality #9) Function profile In one municipality, conditions and requirements were determined for organisations as a prerequisite for receiving the CSC funding. In order to receive the funding, the organisation had to organise an activity to promote PA among residents together with an organisation from another sector and be part of the partnership for at least six months. In the other eight municipalities, a CSC function profile was outlined. In two of the eight municipalities, in which CSCs had a broader aim, stimulating PA was mentioned as a means to promote residents health. The CSC in one municipality was employed to decrease health inequalities, promote residents health, and build preventive structures with professionals. In the other municipality, the CSC was employed to stimulate a healthy active lifestyle among residents. Look, the CSC funding is actually mainly focused on using sports as a tool, for other goals. It is not so much about these sports and exercise as it is about sports and exercise in order to become healthy and participate. This is also how it is looked upon within the PA domain, like yes, we believe PA is very important, including in terms of health and also in terms of participation. And we believe that this in itself already provides opportunities to enhance PA and the PA infrastructure. (Municipality #4) CSCs in these municipalities had a broker role in which they had to stimulate collaboration between professionals so that activities would be organised or existing activities would be connected with one another. An important feature was that activities needed to be assured by existing organisations and that the CSC would not remain responsible for the activities. One municipality focused mostly on primary healthcare professionals and stimulating an integral approach to promote residents health. They have been assigned to put health into the limelight in the neighbourhood and to ensure that there are sufficient collective activities and look into the need for health-improving initiatives and, to do so, they need other parties. For this, they need their network. (Municipality #1) The other municipality focused mostly on the PA sector and increasing sports clubs capacity to work with other target groups or offer new PA activities. In other words, the CSC in particular is required to play an important role in this, to make it possible for these clubs to develop the capacity to set up these types of activities, to be able to guide and support them and also provide continuity in this. The CSC plays an important role in the initial stage, with the aim of having them focus on new things once it is up and running...and that these clubs take over. (Municipality #4) In the other eight municipalities, the CSCs main formulated aim was to stimulate PA among residents. Health promotion was often mentioned by policymakers as a side effect. In the other two municipalities, CSCs had a broader aim, and stimulating PA was mentioned as a means of improving residents health. In four of the six municipalities in which CSCs had the task of stimulating PA, policymakers stated that CSCs should guide residents towards local PA facilities or eliminate barriers that hinder residents from becoming physically active by, for example, coordinating a coherent PA offer. Collaboration with other professionals was often mentioned as an important task because it enabled the CSC not only to reach the target group, but also to stimulate collaboration between the sectors.

49 8 K. E. F. Leenaars et al. Yes, in my view they [CSCs] should act as a kind of intermediary and let s say attract people who are interested, and only if it is not possible, only then do something in the way of execution. I would prefer to use the existing PA range as much as possible, there is already quite a lot. It is only the way to get there, to find them, that is too difficult for some people. (Municipality #8) In the other two of these six municipalities, policymakers attributed particularly an organiser role to the CSC. The CSCs in these municipalities were responsible for the organisation of PA activities or for strengthening initiatives in the neighbourhood. Collaboration with professionals was mentioned as an important task in order to work together on activities or initiatives to stimulate PA. You now see that the one plays a greater role in the organisation in the implementation, which is more the CSC, so to say. However, like, the guidance, support, and referrals of a vulnerable group and becoming aware of such needs, that is more the territory of welfare officers. And these two seek out each other far more, like, you know, the one observes and the other one also has intentions with this target group, and they do need a party that can subsequently develop and implement the supply. (Municipality #3) Other professionals related to health promotion and PA promotion The number and diversity of functions differed for each municipality, and in most municipalities it was difficult to gain an insight into the different functions, particularly as these professionals generally do not work at a municipal department, but rather for a public health, welfare, or PA organisation. However, in all municipalities, other professionals working in the fields of health promotion and PA promotion were employed, for example a PA consultant and a health broker. These other professionals can be supportive of the CSCs work. In a general position as a community worker, but they do lack this specific senior citizens support worker as, say, their liaison officer. (Municipality #2) Directing Different forms of directing, related to the different forms of implementation of the CSC funding, could be distinguished. Municipalities that appointed the CSC to their PA department provided direct guidance to the CSC, whereas municipalities that appointed the CSC to an external organisation all directed the CSC indirectly by using a performance agreement with the organisation, in which desired outcomes were formulated. The organisations that appointed the CSC were responsible for the direct guidance of the CSC. In the decision on the subsidy, or in the requirements that go with the allocation of the grant, we specifically point out that attention should be paid to this connection. However, we as civil servants do not necessarily go around to a neighbourhood team with a view to making this connection. That is...should be at neighbourhood level. (Municipality #7) However, in all municipalities, the management of the CSC or the organisation that appointed the CSC had a facilitating role in which conditions for the CSC were created. It was up to the CSC to actually made a connection with other functions, use, and/or strengthen relevant existing programs and partnerships in the work of establishing collaboration between the sectors at community level and of stimulating the target group to become physically active. You set a framework and especially create room to manoeuvre and to use the framework to get started. (Municipality #1) Resources It was hard to obtain information on the budgets for health promotion activities and PA promotion in the municipalities. There was no figure in the budget for health promotion activities per resident in five municipalities, and no figure in the budget for PA promotion available per resident in four municipalities. These budgets were part of the entire public health budget and entire PA budget available in the municipality and therefore hard to assign specifically. The budget for health promotion activities in four municipalities varied between e0.93 and e2.83 per resident, and the budget in five municipalities for PA promotion varied between e1.00 and e14.12 per resident. In all municipalities, an activity budget for the CSC was available. Programs In seven municipalities, programs for health promotion and PA promotion were implemented, targeting different target groups. In two municipalities, the programs mostly targeted youth. These two municipalities were in the process of developing a program for the target group, adults. In six of the nine municipalities, the programs were being implemented by different organisations in the fields of public health, PA, and welfare. In the other three municipalities, the programs were being

50 Operational context of care sport connectors 9 Table 3: Operational context of the CSC of nine municipalities Integral Policy Organisation Resources Programs Partnerships approach Integral health policy Integral PA policy Initiatives (care vs PA) CSC role stated in policy CSC implementation Function profile Health promotion PA promotion Budget CSC Targeting whole population Implementation by different organisations Municipality Management Operational 1. Yes Yes Yes Yes Yes Care, welfare, and sport organisations 2. No Under development 3. No Under development PA as a means to stimulate health, e2.82 pp e14.12 pp Available Yes Yes Yes Yes broker role to build preventive structures Under No No Sport department Organiser role to stimulate PA Not known Not known Available No No No Yes development Under No Yes Sport department Organiser role to stimulate PA Not known e8.18 pp Available No No No Yes development 4. Yes Yes Yes Yes No Care, welfare, and sport organisation 5. Yes Yes Yes Yes No Partnership between primary care, welfare, and PA professionals PA as a means to stimulate health, e0.90 pp Not known Available Yes Yes Yes Yes broker role to connect activities of both sectors and increase capacity of sports clubs Stimulate PA by guiding residents e2.30 pp Not known Available Yes Yes Yes Yes towards PA facilities Collaboration with other sectors to reach the target group 6. Yes/no No Yes Yes No Sport department Stimulate PA by guiding residents e0.93 pp e9.27 pp Available Yes Yes Yes Yes towards PA facilities Collaboration with other sectors to reach the target group 7. Yes Yes Yes Yes No Care, welfare, and sport organisation Stimulate PA by guiding residents Not known Not know Available Yes Yes Yes Yes towards PA facilities Collaboration with other sectors to reach the target group 8. No Under development Yes No No Sport organisations Stimulate PA by guiding residents Not known e2.00 pp Available Yes No No Yes towards PA facilities Collaboration with other sectors to reach the target group 9. Yes Yes Yes No Yes Partnerships between primary care, welfare, and PA professionals Not applicable Not known e1.00 pp Available Yes Yes Yes Yes Organisations receive funding to organise an activity together with another sector to promote PA

51 10 K. E. F. Leenaars et al. implemented by the municipality only. Some of these programs were implemented by the CSC. In addition, in five municipalities, programs that CSCs could use or were using in their work to guide residents towards local PA facilities were being implemented. This is, as it were, the toolbox for the CSC and then you get a vast range of programs around it, which, naturally, do coincide with PA. (Municipality #4) Partnerships Two types of partnership could be distinguished in the municipalities: partnerships at management level and partnerships at operational level. In three municipalities, partnerships were mostly organised at the operational level; for example, a partnership between sports clubs, a meeting of professionals working in the neighbourhood, or sounding-board groups. Some of these partnerships were organised by the CSC. In the other six municipalities, partnerships at both management level and operational level were organised; for example, collaboration between the municipality and a health insurer, or a partnership between represented organisations. According to the policymakers, partnerships at the strategic level are mostly supportive of the work of the CSC. A great many of these things are mainly at the tactical and strategic level. However, these do set the conditions for a number of other things. (Municipality #1) Table 3 presents a summary of the operational context in the nine municipalities. A complete overview of the operational context in the nine municipalities is presented in Supplementary material, Table 4. DISCUSSION The aim of this study was to describe the operational context of the CSC in nine Dutch municipalities. The results show that this operational context differs. In particular, the extent to which municipalities had adopted an integral approach seems to be different. An integral approach consists of an integral health and PA policy in combination with an imbedding of this policy in partnerships between health and the PA sector at management level. More specifically, this integral approach is reflected in the implementation of other municipal operations: the implementation of CSC funding; the implementation of other initiatives in the fields of public health, care, and PA; and the availability of health promotion and PA promotion programs implemented by different organisations. The results of this study show that municipalities with an integral approach (n ¼ 5) implemented the CSC funding in such a way that CSCs were working from different sectors (e.g. care, welfare, PA organisation). In these municipalities, other initiatives in the fields of public health, care, and PA were also implemented, and programs to promote health and PA were implemented by different organisations. In municipalities that adopted a less integral approach (n ¼ 4), this was hardly present, and CSCs were working only from the PA sector. CSCs in these municipalities were mainly responsible for the connection between the primary care and the PA sector. Given the CSC mandate, we think that the integral approach may be supportive of the CSCs work, because it is reflected in other operations of the municipalities and thus creates conditions for the CSCs work. This integral approach can be characterised as a governance for health, and supports therefore our idea that this integral approach is supportive of the CSCs work. Governance of health promotes joint action of health and non-health sectors, and requires an integral policy which must be supported by structures and mechanisms that enable collaboration. A governance for health gives strong legitimacy for public health professionals to help them reach out and perform new roles in shaping policies to promote health and well-being (Kickbusch and Gleicher, 2012). This integral approach supports CSCs thus directly and indirectly in their work, because it determines the way in which CSCs are organised and how other municipal operations are organised. However, whether this integral approach is actually supporting CSCs in their work to connect the primary care and the PA sector, or whether other factors could be supportive of the CSCs work, needs to be further studied; especially because municipalities adopting a less integral approach were often of a small size. Possibly, an integral approach is less necessary because of their small size. Other factors in these municipalities could be supportive of the CSCs work; for example, short communication lines between departments, and the municipality and organisations. One the other hand, there could also be a difference in the educational level between policymakers of a municipality of a small size, compared to policymakers of municipalities of a large size. Before the study, it was not known how the domains of the presented theoretical framework influence on another and the possible interaction (Aluttis et al., 2013; Meyer et al., 2012; Bagley and Lin, 2009). The results of this study suggest that an integral policy, in combination with an embedding of this policy in partnerships at management level, is an important concept and influence other municipal operations, like organisation and

52 Operational context of care sport connectors 11 programs. These possible influences of the domains, based on this study s results, are presented in Supplementary Material, Figure S2. Our findings seem to be in line with other studies investigating factors influencing public health capacity and intersectoral action. These studies mention leadership and strong governance (Bagley and Lin, 2009; Aluttis et al., 2014), partnerships (Bagley and Lin, 2009; Rantala et al., 2014), resources (Aluttis et al., 2014; St Pierre et al., 2008), and policy and a strategic plan (PHAC and WHO, 2008) as important concepts influencing public health capacity and prerequisites for intersectoral action. Although (financial) resources were also mentioned as an important concept in other studies, in this study it was hard to determine the interaction of resources with the other domains because it was hard to obtain information on municipal budgets. This study provides an insight into how to study the operational context of professionals working in the field of health promotion. This insight is useful because, when the impact of an intervention, program and policy is being studied, contextual factors need to be taken into consideration (Ndumbe-Eyoh and Moffat, 2013; Glasgow et al., 2012). The results of this study are therefore relevant for other researchers because they provide: 1) a theoretical framework for researchers to study the operational context and 2) an insight into factors that need to be taken into consideration in studies on operational context. First, the theoretical framework seems to be a useful way to describe the operational context of professionals working in the field of public health. During the interviews, no other domains relating to CSCs operational context were identified, and so it seems that the framework includes all relevant domains. It became clear that it is important to have a connection between the strategic and operational level. However, it is not clear how the different domains influence one another. Other studies should reveal whether and how these domains influence one another and the operational context. Whether this framework is, after some changes, applicable to other professionals working in the field of public health should also be explored. Secondly, studying an operational context appeared to be complex and time consuming for both the researcher and the participants, especially because not all municipalities monitor their activities. Using different data collection methods ensured that as much information as possible was collected. In addition, providing the participants a first outline of the operational context, based on information already available to the researchers (for example policy documents), limited the work burden for the participants. The method used in this study is therefore recommended, especially because in a short period of time a comprehensive insight into the work of the municipality could be outlined. Evidence is lacking on which operational context or implementation of the CSC funding is the most supportive of, and effective for, CSCs work, but providing an insight into the current operational context is an important part of any attempt to improve it. Participation in this study was therefore relevant for policymakers because it enabled them to reflect jointly on their policy regarding the CSC role and provided an opportunity to identify strengths and areas for improvement. In addition, the results of this study are relevant for policymakers and municipalities working on a connection between the primary care and the PA sector, especially because the CSC funding was implemented differently and there were differences in municipalities integral approaches. The results of this study may therefore lead to new insights for policymakers about the CSC role and connections between the primary care and the PA sector. Study s limitations Some limitations need to be taken into account when these results are being interpreted. In order to describe the operational context, information on many different topics was needed. Therefore, it is possible that during the interviews we had not enough time to reflect extensively on all topics. In addition, not all municipalities monitor their activities and therefore it was not always possible to gain a complete overview of the context. However, by using different data collection methods, we were able to collect rich data to describe the operational context of the CSC. In this study, we described CSCs operational context in nine municipalities. These municipalities were different in size and population, and the local government is in all probability different in structure, power, and political representativeness. Although these factors may influence how municipalities give meaning to their operations, we disregarded these factors because we were interested in the context in which the CSCs were operating and not in the processes that had led to this operational context. CONCLUSION This study provided a first insight into CSCs operational context; this context was organised differently in the nine municipalities. In particular, the extent to which a municipality adopted an integral approach seemed to influence its existing operations and thus

53 12 K. E. F. Leenaars et al. whether the operational context was supportive of the work of the CSC. Whether this integral approach is actually supporting CSCs in their work to connect the primary care and the PA sector needs to be further studied. In addition, this study provided a new framework to study the operational context of professionals working in the field of public health. Further research is needed to explore whether this framework is applicable to other professionals. FUNDING This work was supported by ZonMw, the Dutch Organisation for health research and healthcare innovation (project number ). Trial registration: Nederlands Trialregister NTR4986. Registered 14 December 2014 SUPPLEMENTARY MATERIAL Supplementary material is available at Health Promotion International online. REFERENCES Aluttis C., Van den Broucke S., Chiotan C., Costongs C., Michelsen K., Brand H. (2013) Review of Public Health Capacity in the EU: Final Report. Luxembourg: European Commission Directorate General for Health and Consumers. europa.eu/health/social_determinants/docs/report_ph_capacity_ 2013_en.pdf (last accessed 15 May 2016). Aluttis C., Van den Broucke S., Chiotan C., Costongs C., Michelsen K and Brand H. (2014) Public health and health promotion capacity at national and regional level: A review of conceptual frameworks. Journal of Public Health Research 3, 199. doi: /jphr Bagley P. and Lin V. (2009) The development and pilot testing of a rapid assessment tool to improve local public health system capacity in Australia. BMC Public Health 9, 413. doi: / CBS (2015) Characteristics of municipalities in the Netherlands. (last accessed 2 November 2015). den Hartog F., Wagemakers A., Vaandrage L., van Dijk M. and Koelen M. A. (2014) Alliances in the Dutch Beweegkuur lifestyle intervention. Health Education Journal 73, Dutch Ministry BKZ (2013) Decentralisations in the Netherlands. gemeenten/inhoud/decentralisatie-van-overheidstaken-naargemeenten (last accessed 4 April 2016). Eakin E. G., Glasgow R. E. and Riley K. M. (2000) Review of primary care-based physical activity intervention studies. Family Practice 49, Elo S. and Kyng as H. (2008) The qualitative content analysis process. Journal of Advanced Nursing 62, Glasgow R. E., Green L. W., Taylor M. V. and Stange K. C. (2012) An evidence integration triangle for aligning science with policy and practice. American Journal of Preventive Medicine 42, Hagen S., Helgesen M., Torp S. and Fosse E. (2015) Health in all policies: A cross-sectional study of the public health coordinators role in Norwegian municipalities. Scandinavian Journal of Public Health 43, Harting J., Kunst A. E., Kwan A. and Stronks K. (2010) A health broker role as a catalyst of change to promote health: An experiment in deprived Dutch neighbourhoods. Health Promotion International 26, Kickbusch I. and Gleicher D. (2012) Governance for health in the 21 st century. World Health Organization, Copenhagen. data/assets/pdf_file/0019/ /RC62BD01-Governance-for-Health-Web.pdf (last accessed 10 September 2016). Langeveld K., Stronks K. and Harting J. (2016) Use of a knowledge broker to establish healthy public policies in a city district: A developmental evaluation. BMC Public Health 16, 271. doi: /s Leenaars, K. E. F., Tijhuis, K. Smit E., Wagemakers, A., Molleman, G. R. M., Koelen, M. A. (2015) Workshop: Het in kaart brengen van gemeentelijke capaciteit voor publieke gezondheid in Nederland. Nederlands Congres voor Volksgezondheid, Rotterdam 9 10 april Mintzberg H. (1979) The Structuring of Organizations. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall. Meijer S., Hesselink A. and Martens M. (2012) Leefstijlbeïnvloeding in de eerstelijn. Verkenning naar de ervaringen van zorgverleners. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Documenten_en_publicaties/Wetenschappelijk/Rapporten/ 2013/januari/Leefstijlbe%C3%AFnvloeding_in_de_eerste_ lijn_verkenning_naar_de_ervaringen_van_zorgverleners (last accessed 15 May 2016). Meyer A. M., Davis M. and Mays G. P. (2012) Defining organizational capacity for public health services and systems research. Journal of Public Health Management and Practice 18, Ndumbe-Eyoh S. and Moffat H. (2013) Intersectoral action for health equity: A rapid systematic review. BMC Public Health 13, doi: / PHAC and WHO. (2008) Health Equity through Intersectoral Action: An Analysis of 18 Country Case-Studies. Public Health Agency of Canada and World Health Organization, Ottawa, Geneva. Rantala R., Bortz M. and Armada F. (2014) Intersectoral action: Local governments promoting health. Health Promotion International 29, Rütten A., Gelius P. and Abu-Omar K. (2010) Policy development and implementation in health promotion from theory to practice: the ADEPT model. Health Promotion International doi: /heapro/daq080.

54 Operational context of care sport connectors 13 Sabatier P. and Mazmanian D. (1979) The conditions of effective implementation: a guide to accomplishing policy objectives. Policy Analysis 5, Smit E., Leenaars K. E. F., Wagemakers A., Molleman, G. R. M., Koelen, M. A., van der Velden, J. (2015) Evaluation of the role of Care Sport Connectors in connecting primary care, sport, and physical activity, and residents participation in the Netherlands: study protocol for a longitudinal multiple case study design. BMC Public Health 15: 510. St Pierre L., Hamel G., Lapointe G., McQueen D. and Wismar M. (2008) Governance Tools and Framework for Health in All Policies. National Collaborating Centre for Healthy Public Policy, International Union for Health Promotion and Education, and European Observatory on Health Systems and Policies, Montreal, Paris, Brussels. Governance_tools_and_framework1.pdf (last accessed 15 May 2016).

55 Algemeen bestuur Vergadering 29 juni 2017 Agendapunt 4 Onderwerp Medewerker betrokkenheid- en tevredenheidsonderzoek (MBTO) Korte samenvatting onderwerp: Op 28 maart jl. is het medewerker betrokkenheid- en tevredenheidsonderzoek (MBTO) bij GGD Gelderland-Zuid gehouden. Veilig Thuis werd op die datum geïnspecteerd voor Stap 2. Vandaar dat op 4 april jl. het MBTO gehouden is bij de afdeling Veilig Thuis. Methode: MBTO via stemkastjes Medewerkers konden met gebruik van stemkastjes aangeven hoe tevreden zij zijn over verschillende aspecten van 1) hun werk, 2) de organisatie, 3) hun collega s, 4) hun leidinggevende en van 5) de arbeidsomstandigheden bij GGD Gelderland-Zuid. Na een serie vragen over een bepaald thema is aan de deelnemers gevraagd de resultaten te verdiepen door in groepjes via tablets aan te geven waardoor een item lager scoort en wat er gedaan kan worden om de score te verbeteren. Alle bijdragen werden verzameld op een centraal scherm. Aantal deelnemers In totaal hebben 274 medewerkers aan het onderzoek deelgenomen (240 algemeen, 34 Veilig Thuis). De resultaten zijn anoniem verwerkt en zijn niet te herleiden naar een persoon. Resultaten en duiding Een MBTO is een middel om in kaart te brengen waar de organisatie een risico loopt dat de organisatiedoelen niet worden bereikt en waar er kansen liggen om te verbeteren. Door het onderzoeksbureau is een algemene rapportage MBTO voor de gehele organisatie opgeleverd. Ook is per afdeling c.q. team gerapporteerd wat de sterke en zwakke punten zijn. Er zijn teams die op items lager of hoger scoren, maar geen teams, die in de breedte van het onderzoek opvallend anders scoren. Deze afdelings- cq. teamspecifieke resultaten zijn besproken in de verschillende afdelings- en teamvergaderingen. En hieruit komen verschillende aandachtspunten ter verbetering, die afdelings- of teamspecifiek worden aangepakt. In het algemeen kent GGD Gelderland-Zuid een sterk basisniveau in tevredenheid, met enkele uitschieters naar boven, vooral waar het de collegialiteit betreft. Organisatie-breed kent GGD Gelderland-Zuid slechts acht items de onder de 6.0 gemiddeld scoren en slechts drie items die een 5,5 of lager scoren (digitale werkomgeving heeft de laagste score in het onderzoek). Dit toont aan dat het basisniveau sterk is en een solide grond biedt om verder op te ontwikkelen. In de bijlagen vindt u een factsheet met daarin de belangrijkste resultaten van het MBTO organisatie-breed en een reflectie op deze resultaten van de DPG, mede namens het MT. In deze reflectie leest u ook met welke thema s organisatie-breed aan de slag wordt gegaan. Voorstel te beslissen: 1. Kennis te nemen van de resultaten van het MBTO en van de reflectie op de resultaten van de DPG, mede namens het MT.

56 MedewerkersBetrokkenheidenTevredenheidsOnderzoek (MBTO) De rapportcijfers Deze kolom bevat de gemiddelde rapportcijfers Hieronder staan hoogste en laagste scores per blok per item 7,7 het plezier in mijn werk mijn werk 7,7 de autonomie in mijn werk 7,6 de inhoud van mijn functie 7,5 de voldoening in mijn werk 7,0 6,3 mate van invloed op voor mij belangrijke ontwikkelingen 6,2 mijn invloed op de werkdruk 6,1 de werkdruk de organisatie 6,3 7,7 samenwerking binnen mijn team 7,0 mijn vertrouwen in onze organisatie 6,8 de duidelijkheid wie waarvoor verantwoordelijk is 6,8 de duidelijkheid van plannen en doelstellingen van mijn team 6,0 de interne informatievoorziening 5,7 de duidelijkheid hoe onze strategie zich in uitvoering vertaalt 5,5 de mate waarin we als GGD GZ als eenheid functioneren 5,0 de informatieverschaffing van de OR naar het personeel je collega's 7,5 8,1 de mate waarin afspraken door mijn collega's worden nagekomen 8,1 de mate waarin we als collega's voor elkaar klaarstaan 8,1 de vakbekwaamheid van mijn directe collega's 8,0 de mate waarin mijn collega's mijn mening serieus nemen 8,0 de mate waarin collega's met elkaar meedenken 6,8 de mate waarin we waardering uitspreken en successen vieren 6,8 de mate waarin we bereid zijn te veranderen 6,7 de mate waarin je elkaar aanspreekt leidinggevenden 7,1 7,9 de mate waarin mijn direct leidinggevende mij serieus neemt wanneer ik iets aankaart 7,7 de samenwerking tussen mij en mijn direct leidinggevende 7,6 de duidelijkheid van mijn direct leidinggevende over wat hij/zij van mij verwacht 7,5 de beschikbaarheid van mijn leidinggevende 7,5 het leiderschap van mijn afdelingsmanager 6,5 manier waarop leidinggevenden mdws vooraf raadplegen bij toekomstige veranderingen 6,1 de wijze waarop wordt omgegaan met niet goed functionerende medewerkers 5,7 het leiderschap van de directeur arbeids omstandigheden 6,8 8,1 de mate waarop ik mij op mijn werkplek veilig voel 8,1 de mate waarin ik mij veilig voel in de omgang met collega's 7,8 de mate waarin ik mij veilig voel in de omgang met cliënten 5,9 de schoonmaak 5,8 de pauzevoorzieningen 5,6 de klimaatbeheersing 4,4 de digitale werkomgeving Wat valt op? Het basisniveau is sterk en biedt een solide grond om verder te ontwikkelen Slechts 8 items scoren gemiddeld onder de 6,0 en daarvan slechts 3 items een 5,5 of lager Bij de GGD is de inrichting en beleving van het eigen werk de sterkste driver in tevredenheid De items die collegialiteit betreffen scoren het hoogst en vergeleken met andere organisaties bovengemiddeld Digitale werkomgeving heeft de laagste score in het onderzoek. Resultaten MBTO GGD 2017 Afgenomen op 28 maart 2017 en 4 april 2017 Respondenten: 274 Alle cijfers zijn gemiddelde rapportcijfers die medewerkers van de GGD hebben gegeven over het onderwerp

57 MedewerkersBetrokkenheidenTevredenheidsOnderzoek (MBTO) Floreren van de professional door te investeren in: Bijdragen tablets Hieronder staan de bijdragen op de tablets van alle groepjes over de onderwerpen: floreren van de professional, werkdruk, interne informatievoorziening Interne informatievoorziening wat kan beter? 6,0 Digitale werkomgeving 4,4 Aanpakken van werkdruk door verbeteren van: 6,1 door verminderen van: Hoe nu verder? Voor de zomervakantie worden de resultaten in je team besproken. Dit gaat over de teamspecifieke resultaten. Denk alvast na over punten die jij belangrijk vindt om te bespreken. In het MT worden de GGD brede resultaten besproken en worden vervolgstappen afgesproken. Wil je de gehele rapportage inzien? Die is te vinden op het kwaliteitshandboek Resultaten MBTO GGD 2017 Afgenomen op 28 maart 2017 en 4 april 2017 Respondenten: 274 Alle cijfers zijn gemiddelde rapportcijfers die medewerkers van de GGD hebben gegeven over het onderwerp

58 MBTO Reflectie op de resultaten 30 mei 2017 Het MBTO laat zien dat medewerkers graag bij de GGD werken. Dat is goed nieuws. Over het algemeen is de waardering hoog. Dat is bijzonder mooi omdat we nog geen 4 jaar na de fusie zijn en dat de GGD in die tijd met veel veranderingen te maken kreeg. De hoofdconclusie van het MBTO is dan ook dat het basisniveau sterk is en een solide grond biedt om verder te ontwikkelen. Bij de GGD is de inrichting en beleving van het eigen werk de sterkste driver in tevredenheid. Collegialiteit springt er meer dan bij andere organisaties uit. Inhoud en werkplezier, het is goed om te merken dat velen graag bij de GGD werken! Vanuit een GGD-breed perspectief komen verschillende aandachtspunten naar voren. Onderstaand worden deze in samenhang beschouwd. Per afdeling is het beeld verschillend de resultaten worden per afdeling/team besproken. Leiderschap In de feedback op de vraag over het leiderschap van de directeur wordt zichtbaarheid veelvuldig genoemd. Een signaal dat velen niet weten wat ik doe, en dat de wens er is voor persoonlijke ontmoetingen. Het klopt dat ik veel buitenshuis ben, want ook dat is een belangrijk onderdeel van mijn functie. De suggestie om met teams in gesprek te gaan vind ik een goed idee. Het geeft de gelegenheid voor een stukje nadere kennismaking en verdieping. Ik zal deze laten inplannen. Overigens, schroom niet als je eens een keer wat kwijt wil. Daar sta ik altijd open voor. De kern van de meerjarenstrategie (MJS) gaat om het verbinden van werkvelden, zowel intern als extern. Verbinden en het ontwikkelen van netwerken is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Wat betekent dit dan in de praktijk voor hoe je werkt? Juist door het werk dat we dagelijks verzetten, kan elke GGD er bijdragen aan het realiseren van de meerjarenstrategie. Uit het MBTO komt naar voren dat het echt optrekken als één GGD ( de mate waarin we als eenheid functioneren en samenwerken ) nog verbeterd kan worden. Om dit te verbeteren vraagt om persoonlijk én gezamenlijk leiderschap. Een consequente doorvertaling van de strategie naar uitvoering is nodig. Alleen wanneer je als professional weet waar de organisatie naar toe wil en wat er daartoe van je wordt verwacht, kun je zelf het voortouw nemen in de ontwikkeling van je werk én van jezelf. Als leidinggevenden kunnen we in de doorvertaling van de strategie gezamenlijk nog winst boeken. Met dit thema gaan we (MT en teammanagers) dan ook aan de slag. Hebben wij een eenduidig beeld over hoe we deze vertaling voor ons zien? Wat betekent het voor onze eigen manier van werken? Hoe trekken we gezamenlijk op in dezelfde richting? Welke randvoorwaarden zijn nodig en hoe kunnen we die het beste realiseren? Operationeel geven jullie aan behoefte te hebben aan meer ruimte voor uitwisseling en multidisciplinair samenwerken. Daarnaast is er behoefte aan informele ontmoetingsmomenten en/of sociale activiteiten. Ook de verbinding met Veilig Thuis wordt benoemd. Natuurlijk kennen we al verschillende mooie samenwerkingsproducten, maar er is nog veel te bereiken en die ambitie hebben jullie ook. 1

59 Optimaliseren van processen Zowel bij de enquete over duurzame inzetbaarheid als bij het MBTO komt werkdruk naar voren. Keuzes maken (prioriteren) en realistisch inplannen worden benoemd. Voor onze verbindende en vernieuwende producten van de MJS brengen we momenteel in kaart welke tijdsinvestering nodig is. Hoe matchen we ambities met beschikbare capaciteit? Naast het maken van inhoudelijke keuzes, zijn goed ingerichte werkprocessen belangrijk om verspilling van tijd en energie te voorkomen. De LEAN-sessies laten zien dat we veel ingesleten onhandigheden in onze processen hebben. Ook worden op verschillende plekken in de organisatie oplossingen bedacht voor een vergelijkbaar vraagstuk. Processen optimaliseren met behulp van LEAN is tot nu toe beperkt vormgegeven. Om meer ruimte te scheppen voor de uitvoering en de inhoud van het werk, willen we onze werkprocessen bedrijfsmatig doorlichten. Het gaat om processen samenhangend en efficiënt te organiseren over de gehele organisatie. Duidelijk is dat ICT -dienstverlening het laagste scoort. Een slechte performance van ICT is belemmerend bij alle werkzaamheden. Momenteel werken we aan een zo scherp mogelijk programma van eisen voor de aanbesteding van de ICT. Dit om een herhaling van de slechte ervaringen te kunnen voorkomen. Om de operationele problemen op te lossen heeft ICT veelvuldig contact met Netsourcing; de stappen die gezet worden zijn echter klein. Ruimte om te vernieuwen is er haast niet omdat de basis nog niet op orde is. In het MBTO zijn ook aanbevelingen over de interne informatievoorziening gegeven. Intussen heeft een eerste aanpassing van intranet al plaatsgevonden. Belangrijke informatie is beter en langer zichtbaar. Het team Communicatie is aan de slag om meer verbeteringen te realiseren. Persoonlijke ontwikkeling De GGD ers zijn in het algemeen erg tevreden over hun werk. Investeren in persoonlijke ontwikkeling / opleidingen wordt benoemd als belangrijk aandachtspunt. Daarnaast worden ook feedback, intervisie, waardering en aandacht genoemd. Momenteel wordt gewerkt aan een GGD breed opleidingsaanbod. Hierbij zullen we zowel individueel leren als samen leren (feedback, intervisie) meenemen. Dit MBTO geeft een mooie doorkijk van onze GGD organisatie met kansen voor de toekomst. Het basisniveau van onze GGD is sterk, en er is ruimte om te verbeteren. Het MBTO helpt ons om dat in beeld te brengen. Ik wil jullie ook allemaal bedanken voor je bijdrage. Ik wil jullie ook allemaal oproepen om actief bij te dragen aan het continueren van onze sterke basis en vandaar uit aan het werken aan verbeteringen. De GGD maken we samen. Moniek Pieters, Mede namens het Management Team GGD 2

60 Algemeen bestuur vergadering 29 juni 2017 agendapunt 5.1 onderwerp Jaarstukken 2016 Korte samenvatting onderwerp: In de bijlage treft u aan het gecombineerde Jaarverslag Hierin vindt u: a. het inhoudelijke jaarverslag In het inhoudelijk jaarverslag wordt toegelicht welke activiteiten de GGD Gelderland-Zuid in 2016 op het terrein van de Publieke Gezondheidzorg heeft ondernomen en welke resultaten ze daarbij geboekt heeft. Naast de activiteiten en resultaten per afdeling, worden de zeven verbindende en vernieuwende producten beschreven, waarvan de ontwikkeling in 2016 is gestart en die een uitwerking vormen van de in 2015 vastgestelde Meerjarenstrategie b. het financiële jaarverslag In het financieel jaarverslag 2016 worden de baten en lasten van 2016 van GGD Gelderland-Zuid in beeld gebracht. Financieel gezien is de GGD succesvol in het acquireren van opdrachten. In 2016 heeft de GGD 1.067,000,-- geacquireerd tegen een vooraf gestelde doelstelling van ,--. Dit illustreert dat de GGD in staat is de inhoudelijke uitdagingen en kansen die er zijn, op te pakken en te verzilveren. In die zin wordt de opdracht om een ondernemingsgerichte GGD te zijn, goed ingevuld. De accountant heeft een goedkeurende verklaring afgegeven voor rechtmatigheid en getrouwheid. De verklaring bevat geen bijzondere opmerkingen. De accountantsverklaring is bijgevoegd. De accountant heeft zich waarderend uitgelaten over het verloop van de controle en de wijze waarop de administratieve organisatie is vorm gegeven. Onderstaand treft u het resultaat van de jaarrekening 2016 en een (korte) verklaring van het resultaat aan. Resultaat GGD Gelderland-Zuid: positief VT: negatief GGD excl. VT: positief Resultaat acquisitie Acquisitie Extra inzet personeel voor realiseren acquisitie -/ Extra materiële kosten voor realiseren acquisitie -/ Subtotaal Resultaat incidentele posten Doorschuiven opbrengsten naar nieuwe jaar -/ (incidenteel) Hogere kosten reservering IKB -/ (incidenteel) Aanvulling voorziening onderhoud huisvesting -/ (incidenteel) Opleidingskosten lager dan begroot (incidenteel) Overige kosten lager dan begroot (incidenteel) Subtotaal -/ Resultaat genormaliseerd Loonstijging 3% door nieuwe CAO -/ (structureel) Inzet van de post onvoorzien (incidenteel) Subtotaal -/ Verschil in resultaat positief

61 Het resultaat na bestemming over 2016 is ,-- positief. Het Dagelijks Bestuur heeft voorgesteld om dit bedrag toe te voegen aan de algemene reserve van GGD Gelderland-Zuid. Met de toevoeging van de komt de algemene reserve op Hiermee voldoet de algemene reserve nog niet aan de streefwaarde van het weerstandsvermogen ( ). De benodigde weerstandscapaciteit op basis van de risico s bedraagt De algemene reserve van dekt daarmee 37% van de risico s. Op 29 maart jl. is het Jaarverslag/Jaarrekening 2016 (incl. accountantsverklaring) voor zienswijze toegezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten. De zienswijzen worden door het Algemeen Bestuur betrokken bij de behandeling en vaststelling van de Jaarrekening 2016 in de vergadering van 29 juni a.s. In de bijlage vindt u een overzicht van de beschikbare zienswijzen van de deelnemende gemeenten. Ter vergadering wordt u een actueel overzicht van de zienswijzen aangereikt. Voorstel te beslissen: 1. Kennisnemen van de concept Jaarstukken 2016 en de accountantsverklaring. 2. Vaststellen van de concept Jaarstukken Instemmen met de resultaatbestemming: toevoegen aan de algemene reserve.

62 Gelderland-Zuid Oog voor kwetsbare mensen Jaarverslag 2016

63 Leeswijzer Dit jaarverslag bestaat uit een inhoudelijk en financieel overzicht van het jaar Hoofdstuk 1 gaat in op de algemene ontwikkelingen die relevant zijn voor het werkveld van de GGD. Hoofdstuk 2 beschrijft de brede aanpak (integrale pro ducten) waar we als GGD vanuit onze meerjarenstrategie op inzetten. De daaropvolgende hoofdstukken vatten per afdeling/werkveld samen wat de ontwikkelingen en resultaten in 2016 zijn. Tot slot brengen we de kosten en baten in beeld in het financiële jaarverslag. VOORWOORD 3 1. RELEVANTE ONTWIKKELINGEN 7 Veranderingen sociaal domein 8 Concretisering meerjarenstrategie 9 2. VERBINDENDE EN VERNIEUWENDE PRODUCTEN 10 Vluchtelingen 11 Antibioticaresistentie 12 Gezonde en veilige leefomgeving 12 Mensen met verward gedrag 12 Een goed begin 13 Welbevinden op school 13 Gezond ouder worden 13 Laaggeletterdheid JEUGDGEZONDHEIDSZORG ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG 20 Preventie en bestrijding infectieziekten 21 Medische Milieukunde 24 Toezicht en handhaving kinderopvang 26 Toezicht Wmo 27 Forensische Geneeskunde 29 Vluchtelingen GEZOND LEVEN BIJZONDERE ZORG VEILIG THUIS BEDRIJFSVOERING 45 Personeel en organisatie 46 Communicatie 46 Kwaliteit en klachten 47 Arbo 49 Melding incidenten 49 Facilitaire Dienstverlening en ICT 49 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 50 9 FINANCIEEL JAARVERSLAG 54 2 / 100 Inhoud

64 Oog voor kwetsbare mensen De GGD is er voor de publieke gezondheidszorg. Dit betekent dat we voor álle inwoners werken, jong en oud, gezond en minder gezond, in steden, wijken en dorpen. Op vele manieren hebben we laagdrempelig contact met jongeren, ouderen, vluchtelingen. Dat begint al op het consultatiebureau, waar we de allerjongsten met hun ouders zien. We komen jongeren tegen op school. En reizigers gaan naar de GGD voor hun vaccinaties. Dat we kwetsbare mensen zien en daar iets mee doen, is een natuurlijk proces. Ik beschouw het als onze maatschappelijke opdracht om zo vroeg mogelijk te signaleren als mensen een steuntje in de rug nodig hebben. Met gemeenten denken we graag mee over hoe gezondheid, zorg en ondersteuning het beste in de wijken geleverd kan worden. Wie zijn die kwetsbare mensen precies? Kinderen zijn per definitie kwetsbaar. Gezond en veilig opgroeien is de basis voor je verdere leven. Gelukkig gaat het met de meeste kinderen in Nederland heel goed. Een klein deel van de kinderen en ouders heeft extra ondersteuning nodig. Een kind dat zich niet goed heeft kunnen hechten aan een ouder/verzorger, is kwetsbaar in zijn emotionele ontwikkeling. Er zijn ook andere omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat een kind kwetsbaar is, denk aan ziekte, nare gebeurtenissen, armoede. Als GGD willen we er juist voor deze kinderen en gezinnen zijn. Volwassenen kunnen op meerdere gebieden moeilijkheden ondervinden, waardoor ze soms (tijdelijk) kwetsbaarder zijn. Het verlies van een baan, een traumatische gebeurtenis of gezondheidsproblemen. Ouderen worden door de jaren heen steeds kwetsbaarder. Het netwerk om hen heen wordt kleiner. Meedoen wordt lastiger, terwijl dat juist belangrijk is om het leven betekenis te geven. Veel ouderen kampen met eenzaamheid. Het beleid om mensen langer thuis te laten wonen, doet een beroep op mantelzorg en professionele organisaties in de wijk. Als GGD zetten we ons in van nul tot honderd. Voor gezond en veilig opgroeien. En voor veerkracht en gezond ouder worden. Waarbij gezond ouder worden zo vroeg mogelijk begint. DR. IR. MONIEK PIETERS, DIRECTEUR PUBLIEKE GEZONDHEID GGD GELDERLAND-ZUID PATRICK KLAASSEN, GEZONDHEIDSMAKELAAR REGIO RIVIERENLAND De groep ouderen is een groeiende groep, met vage leeftijdsgrenzen. Waar de ene zich fit voelt op 60-jarige leeftijd, voelt de ander zich oud. Maar hoe oud we ook zijn, we willen allemaal zo lang mogelijk gezond en zelfstandig kunnen deelnemen aan de maatschappij. En daar help ik, binnen mijn gemeenten West Maas en Waal, Maasdriel en Zaltbommel, graag aan mee. Samen met lokale partners werkte ik in 2016 aan valpreventie in de Bommelerwaard, aan een beweegtuin in een Zaltbommelse seniorenwijk, en aan een praatgroep in Alphen. Ik merk dat er bij lokale professionals veel energie is om samen te werken aan gezondheidsbevordering. We voelen het als een gezamenlijke opdracht. Voorwoord home inhoud 3 / 100

65 Voorwoord MARJON VAN KLAVEREN, JEUGDVERPLEEGKUNDIGE 0-19 JAAR In Nijmegen-Noord ken ik zo n beetje alle ouders. Ik merk het als ouders zich onzeker voelen over hun opvoeding. Ze bellen of appen mij op mijn 06-nummer. Of ze komen naar me toe op het schoolplein. Je geeft dan tips en denkt: ik ken andere ouders die hier ook wel iets aan zouden hebben. Daarom ben ik een facebookpagina begonnen. Ik wil voorkomen dat ouders in hun eentje blijven worstelen, bijvoorbeeld omdat ze zich schamen of onzeker zijn. We kunnen allemaal van elkaar leren. Ook willen ouders met andere ouders over opvoeden praten. Via facebook kan ik deze mensen met elkaar verbinden. WENDY BROEREN, MEDEWERKER BIJZONDERE ZORG Ik ben veel op straat te vinden, op zoek naar buitenslapers die zorg nodig hebben. Mensen belanden heus niet zomaar op straat. Vaak spelen drank, verslaving of geestelijke problemen een rol. Zonder netwerk van kinderen, familie of vrienden kun je dan hard vallen. Ik ga naar de plekken waar ze te vinden zijn. Die plekken ken je snel genoeg, en ook de mensen. Ik maak een praatje met ze, luister en leef met ze mee. Met regelmaat kom ik terug, ik doe m n best om een band op te bouwen. Zodra ze ervoor openstaan, regel ik zorg of hulp. Vaak zijn ze teleurgesteld in de hulpverlening. Dan moet je het vertrouwen terugwinnen. LINDA DE HEER, PROJECTLEIDER LAAGGELETTERDHEID Laaggeletterdheid is een maatschappelijk probleem. Als GGD spelen we graag een rol in het gezondheidsvaardig maken van laaggeletterde mensen. Onze medewerkers zien veel mensen en kunnen dus ook veel signalen oppikken. Vult een cliënt bijvoorbeeld een formulier niet in? Dan kan dit wijzen op laaggeletterdheid. GGD-medewerkers met klantcontacten volgden in 2016 een training om dit soort signalen te herkennen en te bespreken. Daarnaast zijn we zelf eenvoudiger gaan schrijven. We kunnen laaggeletterden doorverwijzen naar bijvoorbeeld een taalcursus, maar we kunnen natuurlijk zelf ook een bijdrage leveren met simpele en heldere teksten. home inhoud 4 / 100

66 Voorwoord PUSHPA HÖPPENER, VERPLEEGKUNDIGE SEKSUELE GEZONDHEID MARIEKE TE PLATE, ADVISEUR GEZONDE SCHOOL REGIO NIJMEGEN In Nederland wordt 1 op de 9 jongeren in het Voortgezet Onderwijs gepest. Dit blijkt uit de Gezondheidsmonitor Jeugd. We willen pestgedrag het liefst voor zijn. Dat doen we door schoolbreed in te zetten op sociale veiligheid. Hiervoor zijn we doorlopend in gesprek met scholen: hoe kunnen we samen steeds beter aan een sociaal veilige school werken? Een positieve schoolsfeer draagt bij aan het voorkomen van pesten en conflicten. In 2016 hebben we seksuele voorlichting georganiseerd voor Eritrese jongens. In een cyclus van 3 bijeenkomsten hebben we per deelnemersgroep aandacht besteed aan omgangsvormen in Nederland, ja/nee signalen, anticonceptie, veilig vrijen, homoseksualiteit en andere zaken. Vaak was het improviseren zo n bijeenkomst, met een tolk erbij. Maar het ging goed. De jongens waren nieuwsgierig, betrokken en namen de lesstof serieus. Vervolgens zijn we ook trainingen gaan geven aan drie groepen Eritrese jonge vrouwen op Heumensoord. Deze vrouwen hebben relatief vaak te maken met seksueel geweld en onbedoelde zwangerschap. We hebben de vrouwen geholpen om hun ervaringen te delen en zich te laten testen op soa s. Dat vergt creativiteit en een laagdrempelige aanpak, anders bereik je deze kwetsbare groep niet. EDWIN MULDER, CONSULENT AANGEPAST SPORTEN Een actieve leefstijl is belangrijk voor mensen die getroffen zijn door hersenletsel. Beweging zorgt namelijk voor verbetering van hersenfuncties en geeft positieve energie. Bovendien kan beweging de kans op een terugval verkleinen en is het een leuke manier om andere mensen te ontmoeten. Daarom ben ik samen met Uniek Sporten en Ziekenhuis Rivierenland een beweeggroep gestart bij gymnastiekvereniging Hellas in Tiel. Speciaal voor mensen die willen bewegen na het oplopen van hersenletsel. home inhoud 5 / 100

67 Voorwoord COLETTE VAN BOKHOVEN, ARTS SEKSUELE GEZONDHEID Internet is een onderdeel van de leefwereld van jongeren. De drempel voor het uitwisselen van intieme foto s is laag. Het gevaar zit m in het feit dat jongeren nog niet in staat zijn de gevolgen van hun acties te overzien. In the heat of the moment is het versturen van foto s leuk. Maar, met die ene druk op de knop is de foto zichtbaar voor de hele wereld. En vind je dát later ook nog zo leuk? Wij proberen jongeren hiervan bewust te maken. Op een manier die aansluit bij hun belevingswereld. Er circuleren bijvoorbeeld best wel wat filmpjes op YouTube over dit onderwerp. Daar kies je dan de goede uit. RINKE ROZIE, PROJECTLEIDER KETENAANPAK PROSTITUTIE Sekswerkers zijn een kwetsbare groep. Kwetsbaar voor bijvoorbeeld soa s, maar ook voor seksueel geweld. Ze hechten aan anonimiteit en zijn voor hulpverleners niet zo makkelijk te vinden. Zeker nu zij zich steeds vaker via internet en social media aanbieden, en niet meer alleen via clubs, privéhuizen, raam- of tippelzones. Dan is het fijn om een breed netwerk te hebben. Signalen krijgen we van de woningbouwcorporaties of de politie. Maar ook via onze eigen collega s van Veilig Thuis, Jeugdgezondheidszorg of Seksuele Gezondheid. Als je hoort dat iemand 24 uur per dag actief is op een seks-site, wijst dit mogelijk op uitbuiting of andere problemen. Dan proberen we contact te leggen om te kijken wat er speelt. GERARD MOLLEMAN, MANAGER AFDELING GEZOND LEVEN De GGD werkt op verschillende manieren aan het bevorderen van de gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking. Bijvoorbeeld door in de gezondheidsmonitor E-MOVO, die zich richt op het voortgezet onderwijs, ook het praktijkonderwijs en speciaal onderwijs mee te nemen. Juist bij die leerlingen zien we achterstanden op het gebied van voeding en beweging. We zijn als GGD ook deelnemer aan het initiatief Special Olympics Zorgaanbieders in de regio Nijmegen. Met 35 partners uit de regio zetten we ons in voor een gezonde leefstijl bij mensen met een verstandelijke beperking. home inhoud 6 / 100

68 Relevante ontwikkelingen 1 Relevante ontwikkelingen home inhoud 7 / 100

69 Relevante ontwikkelingen Veranderingen sociaal domein De decentralisaties in het kader van de stelselwijziging Jeugd, Wmo en Participatiewet hebben het gemeentelijke landschap sinds 2015 flink gewijzigd. In eerste instantie legden gemeenten zich vooral toe op de inrichting van de lokale toegangspoort (lokale ondersteuning, zoals sociale wijkteams, regieteams, expertteams en kernpunten). De decentralisaties hadden ook invloed op de producten en diensten die de GGD als gemeenschappelijke gezondheidsdienst in de regio levert. Nieuwe taken. In opdracht van alle gemeenten in de regio Gelderland-Zuid kregen wij de uitvoeringsverantwoordelijkheid voor drie nieuwe taken: Veilig Thuis, Toezicht Wmo en Toegang Beschermd Wonen. De uitvoering van deze taken is nog volop in ontwikkeling. Veilig Thuis kende turbulente tijden en werd in april onder verscherpt toezicht geplaatst. Het toezicht op het Wmoaanbod is een jong werkgebied dat we vormgeven samen met aanbieders en cliënten uit de regio. Ook met de gemeenten zijn we in gesprek over wat het Wmo-toezicht zou moeten zijn. Hierbij is onder meer aandacht voor de aansluiting op rijksinspecties. De uitvoering van Toegang Beschermd Wonen is eveneens volop in ontwikkeling en vraagt afstemming. Zeker gezien de decentralisatie van Beschermd Wonen van centrumgemeente Nijmegen naar individuele gemeenten in Kwaliteitsgericht, omgevingsbewust en ondernemend. Na de fusie medio 2013 van GGD Regio Nijmegen en GGD Rivierenland tot GGD Gelderland-Zuid, heeft de GGD een flinke ontwikkeling doorgemaakt. De maatschappelijke veranderingen en de decentralisaties van het rijk naar gemeenten, hebben het takenpakket van de GGD gewijzigd. Daarnaast is de manier waarop we deze taken uitvoeren, veranderd. De richting hiervan is vastgelegd in de meerjarenstrategie Over bruggen van de GGD. De uitgangspunten die de GGD in de meerjarenstrategie heeft verwoord, vinden hun weerslag in hoe de GGD haar taken uitvoert. Dit is ook zichtbaar in de kernwaarden die de GGD voert: kwaliteitsgericht, omgevingsbewust en ondernemend. Intern heeft dit geleid tot een positieve flow. Medewerkers worden uitgedaagd om uit hun comfortzone te treden, initiatieven te ontplooien, en nieuwe verbindingen met partners aan te gaan. Extern constateren we dat het inzetten op een stevig en duurzaam netwerk, zijn vruchten afwerpt. In het jaarverslag worden verschillende voorbeelden van succesvolle samenwerkingen genoemd. Financieel gezien is de GGD succesvol in het acquireren van opdrachten. Dit illustreert dat we ondernemersgeest hebben en in staat zijn de inhoudelijke uitdagingen en kansen die er zijn, op te pakken en te verzilveren. Op deze manier geven we invulling aan onze opdracht om een ondernemende GGD te zijn. Aandacht voor kwetsbaren. De decentralisaties hebben ook invloed op onze manier van werken als GGD. Lokaal werken we immers samen met verschillende partners op het gebied van jeugd, zorg, welzijn en veiligheid. We ondersteunen nadrukkelijk de wijkgerichte benadering en het organiseren van welzijn en zorg dichtbij de burger, in zijn/haar eigen leefomgeving. We verbinden onze eigen werkzaamheden waar mogelijk, zodat we in samenhang aan oplossingen voor inwoners werken. Belangrijk hierbij is dat we aansluiten op hun specifieke behoeften. Speciale aandacht hebben we voor hen die kwetsbaar zijn. Digitale communicatie. Om onze doelgroepen goed te kunnen bereiken en de interactie te bevorderen werken we aan digitale home inhoud 8 / 100

70 Relevante ontwikkelingen communicatie. Op onze vernieuwde website vinden ouders onder andere informatie over opvoeden en opgroeien. Ook kunnen zij vragen stellen via de mail. Jongeren hebben de mogelijkheid om anoniem vragen te stellen en te chatten op JouwGGD.nl Er is een jongerenredactie samengesteld die de JouwGGD-redactie adviseert. Naast Facebook is JouwGGD sinds 2016 ook op Instagram actief. De invoering van e-health en uitbreiding van het online aanbod, benutten we om preventie bij risicogroepen te verbeteren. Zo zijn er voor seksuele gezondheidszorg diverse e-health toepassingen. Reizigers kunnen online hun eigen vaccinatiegegevens inzien en eenvoudig een afspraak maken. Daarnaast hebben we de GGD Reist Mee -app gelanceerd, waarmee klanten informatie vinden over de gezondheidsrisico s van hun reis. Landelijk werken alle GGD en samen aan de GGD-appstore. Hierin staan gezondheidsapps die door GGD en op inhoud zijn getoetst. In 2016 hebben we de uitwerking van deze producten integraal opgepakt. Intern, vanuit de verschillende afdelingen en taakgebieden van de GGD die hierbij betrokken zijn. En extern, door goed te schakelen met gemeenten en samenwerkingspartners. Ook andere producten ontwikkelden we vanuit een integrale insteek, samen met interne en externe partijen. Het is kenmerkend voor onze dienstverlening: we werken altijd in een omgeving waar samenwerking de kwaliteit verbetert. Een goed voorbeeld is ook onze aanpak van laaggeletterdheid. In het volgende hoofdstuk gaan we nader in op deze integrale producten. Concretisering meerjarenstrategie Eind 2015 gaf ons Algemeen Bestuur akkoord voor de meerjarenstrategie van GGD Gelderland-Zuid. Daarmee stemde het bestuur in met de uitwerking van een zevental verbindende en vernieuwende producten. 1. Vluchtelingen 2. Gezonde en veilige leefomgeving 3. Antibioticaresistentie 4. Mensen met verward gedrag 5. Goed begin (-9 maanden tot 4 jaar) 6. Welbevinden op school 7. Gezond ouder worden home inhoud 9 / 100

71 2 Verbindende en vernieuwende producten home inhoud 10 / 100

72 Verbindende en vernieuwende producten Vluchtelingen GGD Gelderland-Zuid zet zich in voor een gezonde opvang van asielzoekers en een succesvolle integratie van vergunninghouders. Dit bevorderen we door het integraal organiseren van de publieke gezondheidszorg. Vanaf het moment van binnenkomst tot en met de periode van vestiging in de gemeenten. Dit omvat onder meer: snelle toegang tot preventie, coördinatie van zorg op de opvanglocatie, en het opbouwen van een netwerk voor betrokken ketenpartners in iedere gemeente. We richten ons op de asielzoekers die verblijven in een COA-opvanglocatie in Gelderland-Zuid, en op vergunninghouders die (gaan) wonen binnen gemeenten in Gelderland-Zuid. Heumensoord. Van oktober 2015 tot mei 2016 werd het bosgebied Heumensoord bij Nijmegen door het COA gebruikt als opvanglocatie voor asielzoekers. De noodlocatie bood onderdak aan circa asielzoekers en was hiermee de grootste noodopvang in Nederland. De publieke gezondheidszorg voor deze groep werd verzorgd door onze GGD. Betrokken waren onze afdelingen Jeugdgezondheidszorg, Infectieziektebestrijding, Seksuele Gezondheid, Technische Hygiënezorg en Gezond Leven. Vanuit ons team Infectieziekten hebben we ons samen met de GHOR, ziekenhuizen en huisarts van Heumensoord voorbereid op mogelijke grootschalige uitbraken. We werkten mee aan een landelijk onderzoek om immigranten en asielzoekers op een preventieve manier te screenen op TBC. Ook boden we op Heumensoord jeugdgezondheidszorg aan voor kinderen tot 4 jaar en binnen de Heumensoord school. Om gemiste inentingen (door het vluchten uit oorlogsgebied) in te halen en om een griepuitbraak te voorkomen organiseerden we voor bewoners een grote vaccinatiesessie. Tot slot gaven we aan groepen bewoners training en voorlichting. Onder meer over bepaalde infectieziekten zoals hoofdluis en scabiës en het voorkómen daarvan, maar ook over seksualiteit en over de Nederlandse gezondheidszorg. Publieke gezondheidszorg AZC s. We hebben reguliere publieke gezondheidszorg geboden op het asielzoekerscentrum (AZC) in Nijmegen. Verder troffen we voorbereidingen voor het nieuwe AZC in Nijmegen (Stieltjesstraat). Ten opzichte van 2015 liep in 2016 de instroom van nieuwe asielzoekers in Nederland aanzienlijk terug. Uitwerkingsakkoord/regiocoördinator. In 2016 kwam op landelijk niveau het Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom tot stand. Op basis hiervan hebben we met gemeenten afspraken gemaakt over de publieke gezondheidszorg. Ook is de voordracht en detachering van een Regiocoördinator publieke zorg voor vluchtelingen Gelderland-Zuid (VNG) geregeld. Extra zorg voor statushouders. Statushouders bieden wij extra publieke gezondheidszorg zoals we die met gemeenten hebben afgesproken volgens het Uitwerkingsakkoord. Het ontbreken van schoolgegevens bemoeilijkt de uitvoering van jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor jonge statushouders. Sinds eind 2016 heeft de JGZ aansluiting op het Basisregister Onderwijs (BRON), wat het proces vergemakkelijkt. home inhoud 11 / 100

73 Verbindende en vernieuwende producten Gezonde en veilige leefomgeving Met de nieuwe Omgevingswet, die in 2019 van kracht wordt, wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. In 2016 zijn we gestart met de voorbereidingen hiervoor, onder meer via de ontwikkeling van een nieuw product: Integrale advisering gezonde leefomgeving. Uitgangspunt is dat een gezonde leefomgeving de kwaliteit van leven verhoogt, voor iedereen. Verschillende partijen zijn betrokken bij de ontwikkeling van dit product: de rijksoverheid, gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio/brandweer en interne afdelingen van de GGD. Met deze brede samenwerking willen we een integraal advies kunnen aanbieden, waarbij verschillende aspecten voor een gezonde leefomgeving in samenhang bekeken worden. Ondersteuning gemeenten. Om gemeenten te helpen bij de voorbereiding en implementatie van de Omgevingswet, ontwikkelden we een toolkit met factsheets die in het voorjaar van 2017 beschikbaar komt. Ook ontwikkelden we de Gelderse Gezondheidswijzer, samen met Provincie Gelderland, de twee andere Gelderse GGD en en RoyalHaskoning-DHV. Met deze quickscan kunnen gemeenten snel in beeld brengen hoe gezond een wijk of buurt is. Antibioticaresistentie Antibioticaresistentie (ABR) is één van de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid. Daarom stelde het ministerie van VWS in juni 2015 een brede aanpak van ABR voor. De GGD heeft een rol in het bevorderen van deze aanpak in de regio, in afstemming met regionale ketenpartners (ziekenhuizen, verpleeg- en thuiszorg- organisaties, huisartsen). Daarnaast heeft de GGD een rol als verbinder naar andere sectoren, zoals de veterinaire- en milieusector. In juni 2016 besloot VWS om Nederland in tien zorgregio s te verdelen. In deze regio s werken curatieve zorg, langdurige zorg, huisartsen en publieke gezondheidszorg samen aan een brede aanpak van ABR. Voor het uitvoeren van basistaken in het bestrijden van ABR en het doen van pilots kunnen de regio s in 2017 subsidie aanvragen. Zorgnetwerk GAIN. In 2016 hebben we een zorgnetwerk in Gelderland gevormd: het Gelders Antibioticaresistentie en Infectiepreventie Netwerk (GAIN). Vanuit GAIN maakten we een start met het opstellen van een regionaal risicoprofiel voor ABR. Ook hebben we het team Infectieziekten uitgebreid met een deskundige infectiepreventie (DIP). De DIP heeft een rol in de casuïstiek op het gebied van antibioticaresistentie en uitbraken van infectieziekten. Daarnaast heeft de DIP taken op het gebied van beleidsontwikkeling en onderzoek bij ABR en infectiepreventie. Mensen met verward gedrag Op 1 oktober 2018 moeten alle gemeenten beschikken over een sluitende aanpak voor psychisch kwetsbare inwoners. De GGD heeft samen met gemeenten, politie, partners zorg, welzijn, wonen, veiligheid en met ervaringsdeskundigen in 2016 een plan van aanpak opgesteld. Deze aanpak stelt de inwoner en zijn naasten centraal. Het plan heeft twee hoofdlijnen/programma s: vroegsignalering en passende zorg om escalatie te voorkomen. Daarnaast passend vervoer en een sluitend aanbod wanneer escalatie zich voordoet. De veiligheid van inwoners en hulpverleners wordt hierbij geborgd. We gaan uit van een op herstel gerichte aanpak, om psychisch kwetsbare men- home inhoud 12 / 100

74 Verbindende en vernieuwende producten sen zoveel mogelijk in hun eigen woonomgeving te kunnen ondersteunen of te laten terugkeren. Het plan van aanpak wordt in 2017 uitgevoerd. ZonMw heeft hiervoor een subsidie toegekend. Een goed begin Met gezonde en veilige eerste levensjaren leggen we de basis voor een gezonde ontwikkeling van mensen. Het product Goed begin is een samenwerking tussen onze afdelingen Jeugdgezondheidszorg (JGZ), Gezond Leven en Veilig Thuis. Vanuit verschillende invalshoeken onderzoeken we op welke manier we de zorg voor de meest kwetsbare groep van -9 maanden tot 4 jaar kunnen verbeteren. In 2016 hebben we hiervoor een plan ontwikkeld. De focus in dit plan ligt op: een betere voorbereiding op het ouderschap voor risicogroepen, preventie van kindermishandeling, en outreachend werken met multiprobleem-gezinnen. Verloskundig samenwerkingsverband. Om de zorg vanaf de conceptie tot en met het eerste levensjaar te optimaliseren, werkt de JGZ samen met de beide Nijmeegse ziekenhuizen, de eerstelijns verloskundigen en kraamzorgorganisaties. Al deze partijen hebben zich samengevoegd in Geboorteorganisatie Samen. Welbevinden op school Met de meeste kinderen in Nederland gaat het goed. Echter 1 op de 3 kinderen neemt problemen van thuis mee naar school. Wanneer die problemen niet tijdig worden opgemerkt, lopen deze kinderen het risico om uiteindelijk in de zorg te belanden. Dus: hoe eerder hun (thuis)problemen gesignaleerd worden, hoe beter. Het bevorderen van het welbevinden van alle leerlingen binnen een positief pedagogisch klimaat werkt positief op de gezondheid, het verbetert de leerprestaties en het voorkomt bovendien psychische problemen op latere leeftijd. Schoolaanbod op maat. In de regio Gelderland-Zuid werken we aan een effectief ondersteuningsaanbod voor scholen, passend bij hun vragen over het werken aan welbevinden. We adviseren en ondersteunen scholen bij de beleidsvorming, we organiseren activiteiten waarbij we kennis delen, en waarbij scholen elkaar inspireren en ervaringen uitwisselen. Dit doen we vanuit het team Gezonde School (afdeling Gezond Leven), samen met de scholen en lokale, regionale en landelijke partners. Ook onze afdelingen Jeugdgezond heidszorg en Veilig Thuis leveren een bijdrage, onder meer in hun signalerende rol. Samen werken we aan een sociaal veilige omgeving op scholen. Preventieprogramma s. Vanuit een proactieve houding brengt de JGZ de winst van preventie voor kwetsbare groepen maar ook voor de gemeente onder de aandacht. Zo zijn we gestart met de ouder-baby interventie, in samenwerking met Pro Persona en Entrea (voor ouders met psychische problemen met jonge kinderen). Dit wordt opgenomen binnen ons Video Home Training-programma. Ook het programma Voorzorg draagt bij aan preventie van kindermishandeling. Gezond ouder worden Met de toenemende vergrijzing neemt het aantal ouderen in onze regio toe. Het (rijks)beleid is erop gericht om mensen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving te laten wonen. Zo nodig met passende zorg aan huis. Als GGD leveren we een bijdrage aan het bevorderen van de zelfredzaamheid van mensen, door hen zo lang mogelijk home inhoud 13 / 100

75 Verbindende en vernieuwende producten gezond te houden. Hierbij gaan we uit van het concept positieve gezondheid: we zetten in op wat mensen nog wél kunnen. Samenwerking en dialoog. Hoe vergroot je bij een ouder wordend iemand het vermogen zich aan te passen aan veranderende omstandigheden? Enerzijds door het tijdig aanreiken van betrouwbare en heldere informatie. Maar ook door het trainen van vaardigheden om zelf (vroegtijdig) bewuste keuzes te maken. Als mensen weten wat er qua zorg en ondersteuning mogelijk is, verhogen zij de regie op hun leven. Als GGD helpen we die mogelijkheden in kaart te brengen en waar mogelijk te verbeteren. Zoveel mogelijk in de directe omgeving van inwoners. We werken onder meer samen met sportorganisaties, seniorenverenigingen, lokale en regionale zorgpartners, welzijnswerk en sociale wijkteams. Ook binnen de GGD zijn alle afdelingen betrokken bij het ontwikkelen van een sluitende aanpak rond ouderen. Concrete preventiethema s. Samenwerking rond de doelgroep ouderen zoeken we ook vanuit concrete thema s. Denk aan valpreventie, stimuleren van beweging, voorkomen van ouderenmishandeling, en omgaan met extreme weersomstandigheden zoals een hittegolf. Ook dit concrete aanbod draagt bij aan het behouden van zelfredzaamheid bij het ouder worden. Laaggeletterdheid In Nederland is 1 op de 9 mensen van jaar laaggeletterd. Uit onderzoek blijkt dat veel laaggeletterden minder gezondheidsvaardigheden hebben en meer gezondheidsproblemen ervaren dan geletterden. Vanuit het programma Gezond In De Stad ontving de GGD in 2016 een subsidie. Deze subsidie gebruiken we om het onderwerp gezondheidsvaardigheden en laaggeletterdheid op de agenda te zetten, binnen en buiten de GGD. Signaleren en schrijven. In 2016 zijn onze medewerkers met klantcontacten getraind in het signaleren, bespreekbaar maken en doorverwijzen van laaggeletterden naar (taal)hulp. En daarnaast in het begrijpelijk schrijven van teksten (B1-niveau). Met de applicatie Klinkende taal kunnen zij in Word hun eigen teksten checken op leesbaarheid en begrijpelijkheid. Samenwerkingsprojecten. Bij het aanpakken van laaggeletterdheid zoeken we ook de samenwerking met externe partijen. Zo hebben we met stichting Pharos een pilot opgezet bij een consultatiebureau in een Nijmeegse wijk. Een van de resultaten is nieuw voorlichtingsmateriaal dat ons helpt bij het eenvoudiger communiceren met ouders. Met de bibliotheek en het ziekenhuis in Rivierenland zijn we het project SamenWel! gestart. Doel hiervan is om lager opgeleiden te bereiken met gezondheidsinformatie. AANPAK LAAG- GELETTERD- HEID TRAINING begrijpelijk schrijven B1-niveau TRAINING signaleren & doorverwijzen medewerkers met klantcontact home inhoud 14 / 100

76 3 Jeugdgezondheidszorg home inhoud 15 / 100

77 Jeugdgezondheidzorg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Gelderland-Zuid wil bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van de jeugd. Dit doel kan alleen bereikt worden binnen een samenhangend professioneel systeem van zorg voor jeugdigen. In goede afstemming met en aansluiting op de behoefte van ouders en jeugdigen. De inzet van de JGZ richt zich op het zo vroeg mogelijk signaleren en inter veniëren in het ontwikkelings- en opgroeiproces van de jeugd. Dit gebeurt zoveel mogelijk in de omgeving van het kind of de jongere zelf. Onze profes sionele interventies zijn over het algemeen evidence en/of practice based, en voeren we uit in samenwerking met andere partners. Voor de gemeenten in regio Rijk van Nijmegen en de gemeente Neder Betuwe voeren we de JGZ uit voor de doelgroep 0-18-jarigen. Voor de overige gemeenten in Rivierenland voor 4-18-jarigen. Ontwikkelingen Preventieagenda Jeugd. Landelijk gingen we vanuit de JGZ van start met een Preventieagenda Jeugd, om de kracht van de publieke en collectieve preventie relevant te houden voor de Nederlandse samenleving. Als hoekstenen hebben we benoemd: hechting, ouderschap, weerbaarheid en gezonde leefstijl. Met deze focus gaan we maatschappelijke epidemieën als kindermishandeling, schoolverzuim en armoede tegen. De JGZ-organisaties slaan de handen ineen om meer gezamenlijk te ontwikkelen en in het hele land meer uniformiteit aan te brengen. Aandacht voor vluchtelingen. GGD-breed was er veel aandacht voor vluchtelingen. Binnen JGZ zijn verschillende werkwijzen ontwikkeld en is personeel bijgeschoold. In de tweede helft van 2016 hebben we onze focus verlegd naar nieuwvestigers. Van VSV naar Geboorteorganisatie Samen. Het verloskundigen samenwerkingsverband (VSV) heet nu Geboorteorganisatie Samen. Doel van dit samenwerkingsverband is het optimaliseren van zorg vanaf de conceptie tot en met het eerste levensjaar. Landelijk gezien is het bijzonder dat de GGD/JGZ hierin participeert; dit wordt als goed voorbeeld gezien. Speerpunten Succesvolle samenwerkingen Naar aanleiding van een samenwerkingsdocument opgesteld door huisartsen, jeugdartsen en gemeenten in de regio Rijk van Nijmegen, is een werkgroep gestart. Deze werkgroep is bedoeld om het document in de praktijk handen en voeten te geven. Daarnaast lopen in Rivierenland verschillende gesprekken tussen huisartsen en jeugdartsen om de samenwerking te versterken. Het samenwerkingsdocument wordt hierbij als voorbeeld genomen. In het algemeen hebben we veel aandacht gegeven aan het versterken van de JGZ op scholen. Samen met ROC Nijmegen bekeken we de mogelijkheden om op het ROC de JGZ-formatie uit te breiden. Aanleiding is de toenemende vraag naar zowel het verzuimspreekuur (door de jeugdarts) als naar de verpleegkundige interventies. De toenemende vraag is te verklaren door de succesvolle inzet van het JGZ-team binnen het ROC. In Rivierenland zijn de eerste besprekingen geweest om de JGZ-inzet op dezelfde wijze als in Nijmegen vorm te geven: een jeugdarts voor het verzuimspreekuur en een jeugdverpleegkundige voor leefstijlproblemen. home inhoud 16 / 100

78 Jeugdgezondheidzorg Verwijzing door jeugdartsen. Er is een start gemaakt met de inzet van Zorgdomein en toegang tot het systeem Edifact van huisartsen, om rechtstreeks en efficiënter te kunnen verwijzen. Aanpak schoolverzuim. De GGD wil samen met gemeenten (leerplicht) en scholen de evidence-based methodiek invoeren. Doel hiervan is om ziekteverzuim van leerlingen terug te dringen. In 2016 zijn we gestart met gesprekken met gemeenten en scholen. Landelijk werken we samen met andere GGD en om de methodiek door te ontwikkelen. Aanpak laaggeletterdheid. Naar aanleiding van het landelijk programma Tel mee met Taal is een GGD-brede werkgroep gezondheidsvaardigheden en laaggeletterdheid opgericht. De werkgroep vraagt binnen alle GGD-afdelingen aandacht voor laaggeletterdheid en heeft hiervoor een aantal actiepunten opgesteld. Digitale communicatie. JouwGGD.nl is dé website met gezondheidsinformatie voor jongeren. Jongeren hebben de mogelijkheid om anoniem vragen te stellen en te chatten. Op basis van de uitkomsten van een klantonderzoek is onder andere een jongerenredactie samengesteld die de JouwGGD-redactie adviseert. De uitkomsten van het klantonderzoek waren positief. Naast Facebook is JouwGGD sinds 2016 ook op Instagram actief. Informatie uit Digitaal Dossier. We hebben gewerkt aan het beschikbaar maken van informatie uit het Digitaal Dossier voor onderzoek en beleid, zoals overgewichtcijfers. Kwaliteit. Volgens onze visie kent kwaliteit 3 pijlers: kennis & kunde, bejegening & communicatie, samenwerking intern/extern. Op alle drie de terreinen hebben we veel inzet gepleegd in We besteedden aandacht aan motiverende gespreksvoering en aan de betekenis van de transitie voor zorg en jeugd. We werkten onder meer aan een minisymposium over samenwerking in het sociale domein. Ook brachten we via samenwerking de winst van preventie onder de aandacht. Zo gingen we van start met de ouder- baby interventie voor ouders met psychische problemen. Dit gebeurde in samenwerking met Pro Persona en Entrea. Daarnaast werkten we aan andere programma s waarmee het verschil gemaakt kan worden. Onderzoek. We hebben als JGZ diverse onderzoeksaanvragen (mede) ingediend. Gehonoreerd is de aanvraag voor een SOJ (Specialistisch Ondersteuner Jeugd), in aansluiting op de SOH (praktijkondersteuner huisartsen GGZ). Dit hebben we samen met GGD Gelderland-Midden en gemeente Nijmegen opgepakt. Daarnaast is het AMPHI-project Gezonde (op)voedingspraktijken gehonoreerd. Huisvesting. In ons huisvestingbeleid hebben we speciale aandacht gegeven aan de kwaliteit en laagdrempeligheid van consultatiebureaus. Implementatie Lean. De Lean-werkwijze stelt klantbelang voorop (zie ook hoofdstuk Bedrijfsvoering, Kwaliteit en klachten). We zijn gestart met een Lean-traject om de bereikbaarheid voor klanten te verbeteren. home inhoud 17 / 100

79 Jeugdgezondheidzorg Resultaten Integraal product Goed begin Het product Goed begin is een samenwerkingsverband van de afdelingen JGZ, Gezond Leven en Veilig Thuis. We hebben deze verbinding gezocht om de zorg voor de meest kwetsbare groep (-9 maanden 4 jaar) te verbeteren. Goede samenwerking met scholen. Uit een rapport van Marant (in opdracht van Vraagwijzer/gemeente West Maas en Waal) is te lezen dat onze jeugdverpleegkundigen goed werk verrichten in dit gebied. In het rapport staat onder meer dat zij veel vertrouwen van scholen genieten, goed zichtbaar en benaderbaar zijn, preventief te werk gaan, goed afstemmen met schoolmaatschappelijk werk en een verbindende factor zijn tussen scholen en Vraagwijzer. Voorlichting over ouderschap. Aan de doelgroep kwetsbare jeugdigen uit het Praktijkonderwijs en Speciaal Onderwijs is voorlichting aangeboden over ouderschap. Versterkte samenwerking met STMR. De samenwerking met Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland (STMR), die in Rivierenland de JGZ 0-4 jaar uitvoert, is versterkt. Facebook in de wijk. In één wijk in Nijmegen zijn we gestart met een Facebookexperiment. De jeugdgverpleegkundige in die wijk deelt informatie en wijkinitiatieven met ouders over opvoeden en opgroeien. Dit experiment wordt in 2017 uitgerold over meer wijken in Nijmegen. Nieuwe website. De GGD-website is vernieuwd. Ouders vinden hier informatie over opvoeden en opgroeien. Ook kunnen zij vragen stellen via de mail. Voor de website wordt gebruikgemaakt van de content van opvoeden.nl. Deelname aan Groter worden! Dit is een landelijk initiatief: JGZ-organisaties maken en delen informatiefilmpjes voor ouders, rond het thema opgroeien en opvoeden. In 2016 zijn er diverse nieuwe filmpjes toegevoegd, bijvoorbeeld over beeldschermwerken en alcohol ( Deelname aan JouwGGD. Als JGZ leveren we een bijdrage aan de website JouwGGD. Uit een evaluatie blijkt dat bezoekers (jongeren) tevreden zijn over deze website. Afspraken over rechtstreeks verwijzen. Met medisch specialisten hebben we heldere afspraken gemaakt over rechtstreeks verwijzen. Moederraad geboorteorganisatie. De Moederraad voor Geboorteorganisatie Samen is ingesteld. Deze is ook beschikbaar als klankbordgroep voor de JGZ. TOP 5 CHATONDERWERPEN JOUWGGD 1 Seks 2 Gezondheid overig (o.a. vaccinaties) 3 Gewicht/gezondheid 4 Gevoelens (o.a. zelfvertrouwen, pesten) 5 Relaties/vrienden home inhoud 18 / 100

80 Jeugdgezondheidzorg TOP 10 FAVORIETE ONDERWERPEN JOUWGGD 1 Gezond gewicht 2 Waterpijp 3 Maagdenvlies Preventieve logopedie screening, vervolgcontacten en screening op indicatie berichtgeving ouders bij problemen doorverwijzing probleemgevallen jarigen standaard consulten standaard huisbezoeken circa 14 dagen na geboorte vaccinaties Rijksvaccinatieprogramma 0-4 jarigen * gehoorscreeningen (incl. 2e en 3e screening) extra zorg: spreekuurbezoek extra zorg: telefonische consulten en bereikbaarheid extra zorg: huisbezoek op indicatie extra zorg: consulten op indicatie Drugs 5 Testen op soa s 6 Alle soa s op een rij 7 Veilig vrijen 4-18 jarigen standaard contactmoment vaccinaties Rijksvaccinatieprogramma 4-19 jarigen 8.578* extra zorg: vervolgcontacten gesignaleerde kinderen * Deze cijfers zijn gebaseerd op een prognose; de definitieve cijfers komen van het RIVM. 8 Seks 9 Veranderingen in de puberteit 10 Puistjes home inhoud 19 / 100

81 4 Algemene Gezondheidszorg home inhoud 20 / 100

82 Algemene Gezondheidzorg Algemene Gezondheidszorg bestaat uit Preventie en Bestrijding Infectieziekten, Medische Milieukunde, Toezicht en Handhaving Kinderopvang, Toezicht Wmo, Forensische Geneeskunde, en Vluchtelingen. Preventie en Bestrijding Infectieziekten Preventie en bestrijding infectieziekten heeft tot doel: het vroegtijdig signaleren, voorkomen en bestrijden van infectieziekten. Daarnaast hebben wij een rol in de rampenbestrijding. Onze rol bestaat uit het voorbereiden op en bestrijden van uitbraken. Onze doelgroep bestaat uit de totale bevolking. Met de nadruk op risicogroepen en instellingen waar deze risicogroepen verblijven. De producten die horen bij het onderdeel Preventie en Bestrijding Infectieziekten, zijn: Infectieziektebestrijding, Tuberculosebestrijding, Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg, Reizigersvaccinaties en -advies, en Technische Hygiënezorg. MELDINGSPLICHTIGE INFECTIEZIEKTEN 360 meldingen TOP 5 meldingen Kinkhoest Hepatitis B STEC Tuberculose Legionella Ontwikkelingen Antibioticaresistentie (ABR). ABR is één van de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid. Daarom stelde VWS in juni 2015 een brede aanpak van ABR voor. De GGD heeft een rol in het bevorderen van deze aanpak in de regio, in afstemming met regionale ketenpartners. Daarnaast heeft de GGD een rol als verbinder naar andere sectoren, zoals de veterinaire en milieusector. In juni 2016 besloot VWS om Nederland in tien zorgregio s te verdelen. In deze regio s werken curatieve zorg, langdurige zorg, huisartsen en publieke gezondheidszorg samen aan een brede aanpak voor ABR. Voor het uitvoeren van basistaken ABR-bestrijding kunnen de regio s in 2017 subsidie aanvragen. Noro- en Zikavirus. Vanaf de vroege zomer kregen we te maken met meer uitbraken van het Norovirus dan in voorgaande jaren. Opvallend was het aantal uitbraken gemeld door scholen, sportverenigingen en kinderdagverblijven. Veel vragen kregen we in 2016 over het Zikavirus (in relatie tot de uitbraak in Zuid- en Centraal- Amerika). Daarnaast over dode watervogels met verdenking vogelgriep, en over scabiës. Vluchtelingen. Door de komst van vluchtelingen naar Nederland, werd de behoefte aan tuberculosebestrijding groter en onvoorspelbaarder. Ook de behoefte aan seksuele voorlichting voor asielzoekers en statushoudende vluchtelingen groeide. Digitaal aanbod Reizigersvaccinaties. De doelgroep voor Reizigersvaccinaties en -advies zoekt steeds vaker digitaal naar het goedkoopste aanbod. Daarom lag onze focus op veranderende klantbehoeften, onder andere door verbeterde digitale toegang van voorzieningen. home inhoud 21 / 100

83 Algemene Gezondheidzorg Kwaliteitskader crisisbeheersing. In 2016 is het nieuwe kwaliteitskader crisisbeheersing 2.0 vastgesteld. We hebben een start gemaakt om het bestaande GROP (GGD Rampen Opvang Plan) te toetsen aan dit kwaliteitskader en het hierop aan te passen. Soa-bestrijding via e-health. E-health technologie wordt steeds belangrijker in het sturen op preventie en het voorkómen van SOA s. We hebben nieuwe mogelijkheden toegepast in GEVONDEN SOA S 836 Chlamydia 1091 soa s Speerpunten Gonorroe Syfilis 12 Hiv 4 Hepatitis B Succesvolle samenwerkingen. Samen met de GGD en in Oost- Nederland (Infectieziektebestrijding en Medische Milieukunde) en de academische werkplaats AMPHI hebben we een regionaal one health -kennisnetwerk op het gebied van zoönosen opgezet. Bij dit netwerk zijn de omgevingsdiensten en dierenartsen uit onze regio betrokken. Een ander belangrijk netwerk is het zorgnetwerk provincie Gelderland. Samen met de andere GGD en uit Gelderland, huisartsen, de ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorg) en laboratoria van de ziekenhuizen overleggen we geregeld en geven we dit netwerk vorm. Op het gebied van TBC hebben we de mogelijkheden voor samenwerking binnen de regio Oost- en Noord-Nederland verkend, evenals de samenwerking in de keten. Ook de samenwerking met longartsen, laboratoria, hygiënisten en ARBO-diensten is versterkt. Verder hebben we meegewerkt aan een landelijk onderzoek om immigranten en asielzoekers op een preventieve manier te screenen op TBC. Tot slot zijn we op het gebied van de rampenbestrijding doorlopend bezig met het verstevigen van de samenwerking met GHOR Gelderland-Zuid en ketenpartners. Onder meer via oefening en het doorvoeren van verbeterpunten in de rampenaanpak. Preventie ABR. In het kader van de aanpak antibioticapreventie (ABR) hebben we op verschillende terreinen de verbinding gezocht. Zowel intern, met de teams Infectieziekten en Medische Milieu - kunde, als extern met diverse zorgpartners (zorgnetwerk provincie Gelderland). Met behulp van RIVM-regiogelden hebben we een start gemaakt met het opstellen van een regionaal risicoprofiel ABR. Het team Infectieziekten is uitgebreid met een deskundige infectiepreventie (DIP). De DIP heeft onder meer een rol op het gebied van beleidsontwikkeling en onderzoek bij ABR en infectiepreventie. Seksuele Gezondheidszorg dichtbij. We hebben de mogelijkheden verkend om zorg en preventie op het gebied van seksuele gezondheid, dichter bij onze doelgroepen aan te bieden. Zoals op het ROC en in de wijk. home inhoud 22 / 100

84 Algemene Gezondheidzorg Digitale vernieuwing. De digitale toepassingen om preventie bij risicogroepen verder te verbeteren, zijn uitgebreid. Onder andere het e-health en online aanbod. Ook kunnen afspraken eenvoudiger online worden gemaakt. Resultaten THZ-inspecties op orde. Alle inspecties Technische Hygiëne Zorg (wettelijk verplichte en verstrekte opdrachten) zijn uitgevoerd. Samenwerking TBC. Ten behoeve van TBC-preventie en bestrijding zijn we nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan. Zo hebben we een structurele oplossing voor het tekort aan TBCartsen gevonden. Groei bij Reizigersvaccinaties. Het gemiddeld aantal consulten is toegenomen met 10%. Ook het aanbod is gegroeid. Naast het aanbod voor reizigers kunnen inwoners en bedrijven ook bij ons terecht voor vrije keuze vaccinaties. Voorlichtingsmateriaal vluchtelingen. We hebben nieuw voorlichtingsmateriaal over TBC voor vluchtelingen ontwikkeld, met name voor Eritreeërs. Dit gebeurde in samenwerking met de KNCV en Voorlichting seksuele gezondheid. Op het gebied van seksuele gezondheid weten we steeds gerichter de risicogroep van jongeren te bereiken. Een voorbeeld is het nieuwe studentenspreekuur Sense dat inmiddels draait. Ook zijn er opnieuw scholen bijgekomen die lesprogramma s als Lang Leve de Liefde, Lentekriebels en het Vlaggensysteem opgenomen hebben in hun opleidingscurricula. Tot slot hebben we train-de-trainer bijeenkomsten georganiseerd, om intermediairs op te leiden rond seksuele gezondheid-thema s. Dit deden we in samenwerking met Het Interlokaal. Ook organiseerden we ketenpartnerbijeenkomsten rond het thema, zowel in de regio Nijmegen als in Rivierenland. Nieuwe digitale middelen. Om beter te kunnen inspelen op de doelgroepen van onder andere Sense en Reizigersvaccinaties hebben we nieuwe digitale middelen geïmplementeerd. Zo is er voor reizigers de mogelijkheid om online snel een afspraak te kunnen maken voor vaccinaties en om eigen vaccinatiegegevens te kunnen terugzien. Voor seksuele gezondheidszorg zijn er diverse e-health toepassingen zoals Vrijfijn.nl. Daarnaast hebben we de GGD Reist Mee -app gelanceerd. Hierin kunnen klanten informatie vinden over de verschillende gezondheidsrisico s van een reis. Een andere app is de KIDDI-app, waarin de gezondheidsrisico s voor kindercentra op basis van LCHV-richtlijnen, makkelijk te vinden zijn. Deze hebben we samen met het RIVM ontwikkeld. Positieve kwaliteitsbeoordeling Inspectie. De Inspectie voor de Gezondheidszorg concludeerde net als in 2014 dat GGD Gelderland-Zuid op het gebied van de algemene infectieziektebestrijding nog steeds goede kwaliteit van zorg levert. Op enkele punten is de kwaliteit zelfs verbeterd ten opzichte van de vorige inspectie in Als voorbeelden worden genoemd: het registratiesysteem voor meldingsplichtige instellingen, het aanmoedigen van artikel 26-instellingen om te melden, bereikbaarheid van de arts Infectieziekten. Ook is het team Infectieziekten intercollegiaal gevisiteerd door andere GGD en. De visiteurs waren net zoals de Inspectie positief. home inhoud 23 / 100

85 Algemene Gezondheidzorg Procesverbeteringen rampenbestrijding. In 2016 is eenmaal een GROP-inzet geweest, rondom 50 studenten van de HAN die onwel waren geworden door het NORO-virus. De inzet is geëvalueerd, intern en monodisciplinair. Verbeterpunten worden verwerkt in het GROP en meegenomen bij OTO-activiteiten in Onderzoek. We hebben een bijdrage geleverd aan evidence based werken, door het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek binnen de academische werkplaats AMPHI. Het onderzoek Wie heeft de (vorige) mazelenepidemie gemist? is afgerond. Evenals het onderzoek De impact van MRSA: Een verkenning van de impact van MRSA en daarbij behorende maatregelen op het psychosociaal welbevinden van bewoners woonachtig in een verpleeg- of verzorgingshuis. Meldingen infectieziekten vragen/meldingen (excl. 360 meldingen van meldingsplichtige ziekten) uitbraken en ongewoon aantal ziektegevallen bij instellingen 121 Reizigersvaccinaties en -advies consulten vaccinaties Hygiënebegeleiding en -inspectie adviezen aan gemeenten/risico-instellingen 12 tattoo- en piercingshops 38 evenementen 4 seksinrichtingen 9 Medische Milieukunde Het doel van Medische Milieukunde (MMK) is het beperken en zoveel mogelijk voorkomen van gezondheidsschade door blootstelling aan schadelijke milieufactoren. En het voorkomen van secundaire gezondheidsschade door ongerustheid. MMK geeft advies aan gemeenten in Gelderland-Zuid, hun inwoners en de instellingen in deze regio. Bij de uitvoering van deze taak wordt samengewerkt met GHOR Gelderland-Zuid, diverse partners en andere GGD en. Voor het product integrale advisering gezonde leefomgeving geldt als uitgangspunt: een gezonde leefomgeving is een voorwaarde om de kwaliteit van leven te verhogen, voor iedereen. Vanuit verschillende invalshoeken wordt hier advies over gegeven: vanuit het rijk, gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio/brandweer en ook vanuit de verschillende afdelingen binnen de GGD. Doel is om een integraal advies te kunnen aanbieden, waarbij verschillende aspecten voor een gezonde leefomgeving in samenhang bekeken worden. Ontwikkelingen Ondersteuning gemeenten. Van gemeenten kregen we een toenemend aantal aanvragen voor ondersteuning. Onder meer op het gebied van asbest, houtrook en advisering van milieueffecten bij veehouderijen. Nieuwe Omgevingswet. Met de nieuwe Omgevingswet, die in 2019 van kracht wordt, wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. In 2016 zijn we gestart met de voorbereidingen, onder meer via de ontwikkeling van een nieuw product: integrale advisering gezonde leefomgeving. home inhoud 24 / 100

86 Algemene Gezondheidzorg Speerpunten Succesvolle samenwerkingen. In het kader van de nieuwe Omgevings wet en de behoefte aan integrale advisering, hebben we extra geïnvesteerd in de contacten met samenwerkingspartners. Denk aan gemeenten, Provincie, andere GGD en en omgevingsdiensten. Ook legden we verbindingen met afzonderlijke gemeentelijke afdelingen (Ruimtelijke Ordening/Milieu/Verkeer/Economische Zaken/ Volksgezondheid). Samen met deze partners werkten we aan een samenhangend aanbod voor het realiseren/behouden van een gezonde leefomgeving. Voor gemeenten ontwikkelden we een toolkit met factsheets. Deze biedt ondersteuning bij het implementeren van de Omgevingswet en komt in het voorjaar van 2017 beschikbaar. Voor het realiseren van een gezonde én veilige leefomgeving, zochten we onder meer de samenwerking met Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (GHOR en Brandweer) en de gemeentelijke Bevolkingszorg. Bevorderen binnenmilieu. Zowel in woningen en instellingen als in scholen en kinderdagverblijven werkten we aan de kwaliteit van het binnenmilieu. Onderzoek naar laagfrequent geluid. Samen met de GGD en in Gelderland en het Leids Universitair Medisch Centrum hebben we in 2016 een onderzoek uitgevoerd naar laagfrequent geluid en (over)gevoeligheid van mensen voor lage tonen. Advisering over het Gelders Plussenbeleid. Onder de noemer Gelders Plussenbeleid heeft de Provincie Gelderland een systeem opgezet om uitbreiding van veehouderijen te compenseren met investeringen in milieu, ruimtelijke kwaliteit en dierenwelzijn. Samen met de andere Gelderse GGD en hebben wij hierbij geadviseerd. Ontwikkeling Gelderse Gezondheidswijzer. Samen met de twee andere Gelderse GGD en en RoyalHaskoning-DHV hebben wij in opdracht van de Provincie een nieuw instrument ontwikkeld: de Gelderse Gezondheidswijzer. Met deze quickscan kunnen gemeenten snel in beeld brengen hoe gezond de leefomgeving in een wijk of buurt is, om aan de hand hiervan beleid te maken. Deze gezond heidswijzer is genomineerd voor de Eenvoudig Beter Trofee 2016 van het ministerie van Milieu en Infrastructuur. Vergunningverlening. Om gezondheid in te bedden in de vergunningverlening zochten we aansluiting bij omgevingsdiensten in Rivierenland en de regio Nijmegen. Resultaten Meer meldingen en (advies)vragen. In vergelijking met voorgaande jaren hebben we meer meldingen en (advies)vragen afgehandeld. Fietsgebruik bevorderd. Samen met collega s van Infectieziektebestrijding en Gezond Leven en andere GGD en in de regio Oost- Nederland, hebben we fietsgebruik onder de aandacht gebracht en aangemoedigd. Ons gezamenlijke doel was het bevorderen van beweging en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Deelname project Goed Voorbereid. We zijn deelnemer geworden van het project Goed Voorbereid. In samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis willen we komen tot een zorgaanpak voor kwetsbare burgers bij extreem weer, zoals hitte. home inhoud 25 / 100

87 Algemene Gezondheidzorg Medische Milieukunde advisering burger 148 advisering gemeente 40 advisering instantie 98 advisering op eigen initiatief 22 Toezicht en handhaving kinderopvang Doel van toezicht en handhaving is dat de kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen voldoen aan de kwaliteitseisen, zoals omschreven in de Wet Kinderopvang. Het gaat hierbij om kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, gastouderbureaus en gastouders. Dit toezicht wordt uitgevoerd door de GGD, op basis van inspecties volgens landelijk protocol, met bijbehorende rapportages aan de gemeenten. Ontwikkelingen De gemeenten Nijmegen en Druten hebben dit al gedaan, in 2016 hebben de gemeente Culemborg en Tiel ook besloten om de lichte handhaving, aanmelding en registratie over te dragen. Speerpunten Succesvolle samenwerkingen. We hebben met gemeenten op verschillende gebieden die met toezicht te maken hebben, integrale afspraken gemaakt. Invoering Nieuwe Toezicht. We hebben een bijdrage geleverd aan de landelijke ontwikkeling van het Nieuwe Toezicht. Via intensieve scholing is het team toezichthouders voorbereid op het uitvoeren van dit Nieuwe Toezicht. Ook zijn we gestart met intervisie. Implementatie lichte handhaving. In de gemeenten Culemborg en Tiel hebben we het proces van lichte handhaving en aanmelding/ registratie geïmplementeerd. Het Nieuwe Toezicht. Landelijk werd in 2016 het Nieuwe Toezicht verder ontwikkeld en voorbereid, conform besluitvorming in de Tweede Kamer. Het gaat hierbij onder andere om meer aandacht voor de pedagogische praktijk, invoering van doel en middelvoorschriften en verdere ontwikkeling van het risicogestuurd inspecteren. Geplande invoering hiervan is 1 januari Lichte handhaving naar GGD. Een regionale ontwikkeling is dat een deel van de gemeenten de taken op het gebied van lichte handhaving, aanmelding en registratie wil overdragen aan de GGD. Resultaten Inspecties op orde. De verplichte inspecties bij kinderopvangvoorzieningen zijn allemaal uitgevoerd (100%), alsmede de wettelijk verplichte steekproef. Handhaving op orde. Op alle handhavingsadviezen in de gemeente Nijmegen heeft de GGD een besluit genomen om al dan niet te handhaven. home inhoud 26 / 100

88 Algemene Gezondheidzorg Uitbreiding handhaving en registratie. Sinds 1 september 2016 voeren wij in de gemeente Culemborg de lichte handhaving uit, evenals de registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). De voorbereidingen voor de gemeente Tiel zijn ook getroffen: daar starten wij vanaf 1 januari 2017 met deze aanvullende taken. Overlegbijeenkomsten. In het kader van het convenant kwaliteit kinderopvang tussen de gemeente Nijmegen, de kinderopvanginstellingen in Nijmegen en de GGD zijn de afgesproken overlegbijeenkomsten gestart. Toezicht Wmo Toezicht Wmo heeft als doel toezicht te houden op de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning, die in het kader van de Wmo 2015 wordt gegeven. Het Wmo-toezicht richt zich daarbij enerzijds op de aanbieders die de ondersteuning verzorgen, en anderzijds op de cliënten die de ondersteuning ontvangen. Daarbij kijkt het Wmotoezicht in hoeverre de ondersteuning de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt bevordert. Ontwikkelingen Toezicht en handhaving kinderopvang geïnspecteerde kinderdagverblijven en BSO 419 geïnspecteerde peuterspeelzalen 68 geïnspecteerde gastouderbureaus 22 geinspecteerde gastouders in steekproef 81 handhavingstrajecten gemeente Nijmegen, Druten 58 en Culemborg (v.a.1-9) Wmo-toezicht in ontwikkeling. Wmo-toezicht is een nieuwe taak en nog volop in ontwikkeling. Dat geldt ook voor de vormgeving van deze taak: hoe gaan we het toezicht in de praktijk uitwerken? Leerpunten, onder meer afkomstig uit gesprekken met aanbieders en cliënten, verwerken we in onze werkwijze. TOEZICHT 23 Toezichtonderzoeken WMO 590 Kinderopvang inspecties Dit is 100% van de taakstelling 52 Hygiëneinspecties home inhoud 27 / 100

89 Algemene Gezondheidzorg Input voor materiële controles. Gemeenten hebben te kennen gegeven dat zij de resultaten van het Wmo-toezicht mogelijk als input willen gebruiken voor materiële controles. Hiervoor is in het laatste kwartaal van 2016 een pilot uitgevoerd met de gemeente Nijmegen. Deze wordt begin 2017 geëvalueerd. Speerpunten Succesvolle samenwerkingen. De ontwikkelingen in het sociaal domein, ook op het gebied van Wmo-toezicht, zijn van invloed op de manier waarop wij deze nieuwe taak vormgeven. Dit doen we samen met aanbieders en cliënten uit de regio. We hebben stevig ingezet op het ontwikkelen van een netwerk, zodat we een goede basis hebben voor verdere vormgeving van het Wmo-toezicht. Resultaten Afhandeling meldingen. Het Wmo-toezicht heeft 5 meldingen afgehandeld. Dit betrof meldingen van calamiteiten en geweldsincidenten door aanbieders. Onderzoek naar aanbieders. We hebben 8 toezichtonderzoeken gedaan bij nieuwe aanbieders van maatwerkvoorzieningen. Naar aanleiding van signalen hebben we 3 onderzoeken uitgevoerd bij aanbieders die eerder onder verscherpt toezicht stonden. Onderzoeksverkenningen. In de praktijk bleek dat binnengekomen signalen niet altijd tot een onderzoek hoefden te leiden. Daarom zijn ook 5 onderzoeksverkenningen uitgevoerd. Deze hebben niet geleid tot een volledig uitgevoerd toezichtonderzoek. Oppakken meldingen. We hebben actief meldingen opgepakt. Het ging hierbij om zowel het onderzoeken als afhandelen van meldingen over Wmo-voorzieningen. Evalueren meldingsprotocol. We hebben het protocol meldingen calamiteiten/geweldsincidenten geëvalueerd en bijgesteld. Bevindingen uit evaluatie. De evaluatie van 2016 laat onder meer zien dat signaalgestuurde onderzoeken meer tijd kosten dan vooraf was ingeschat. Tijd die nodig is om goed gefundeerde bevindingen op te leveren voor gemeenten. Daarnaast blijkt het onderzoek bij nieuwe aanbieders een waardevol moment voor vroegtijdige signalering. Onderzoek naar kwaliteit. Om de kwaliteit van de Wmoondersteuning bij hoog-risico aanbieders en kwetsbare groepen te meten, voerden we periodiek onderzoek uit. Beleidsaanbevelingen. De resultaten van risicogestuurd toezicht hebben we vertaald naar beleidsaanbevelingen voor gemeenten. Voortrekkersrol Wmo-toezicht Gelderland-Zuid. Door de rijksinspecties wordt aan andere Wmo-toezichthouders geadviseerd om het Wmo-toezicht vorm te geven zoals wij dat doen. Ook heeft het ministerie van VWS ons na een werkbezoek gecomplimenteerd met de wijze waarop wij het Wmo-toezicht in Gelderland-Zuid ontwikkelen en uitvoeren. home inhoud 28 / 100

90 Algemene Gezondheidzorg WMO-Toezicht toezichtonderzoeken calamiteiten 5 onderzoeksverkenningen van signalen (niet geleid tot volledig onderzoek) 5 toezichtonderzoeken signalen 5 toezichtonderzoeken nieuwe aanbieders 8 Forensische Geneeskunde medische arrestantenzorg. In dit kader is door GGD-en een landelijke projectgroep Versterking van de publieke taak forensische geneeskunde gestart. Speerpunten Succesvolle samenwerkingen. We hebben de samenwerking met ketenpartners, zoals Politie, ziekenhuisjuristen, OM, centrum Seksueel en Familiaal Geweld, verbeterd. Het doel van Forensische Geneeskunde is om forensische taken uit te voeren voor gemeenten, Politie en Justitie in Gelderland-Zuid. Ook kan de forensisch geneeskundige door medische beroepsbeoefenaren geraadpleegd worden. Deze taken worden uitgevoerd in opdracht van Politie en/of in het kader van de Wet op de lijkbezorging. De Wet op de lijkbezorging verplicht gemeenten om één of meerdere lijkschouwers te benoemen. Ontwikkelingen Nieuwe regeling NODOK. Sinds 1 augustus 2016 geldt een nieuwe regeling voor Nader Onderzoek naar de DoodsOorzaak bij Kinderen (NODOK). Deze vernieuwde procedure is gericht op het achterhalen van de doodsoorzaak bij kinderen, en vindt alleen plaats met toestemming van ouders. Landelijke projectgroep GGD en. De minister van V&J heeft de Commissie Hoes gevraagd om hem en de Politie te adviseren over de dienstverlening op het gebied van forensisch medisch onderzoek en Implementatie urinesneltest. Met deze sneltest kan bij een lijkschouwing snel bekeken worden welke stoffen zich in de urine bevinden. Resultaten Registratie overleden kinderen. Alle (gemelde) minderjarigen die zijn overleden, worden geregistreerd. Start urinesneltest. De urinesneltest is ingevoerd als onderdeel van de lijkschouw. Forensische geneeskunde lijkschouwingen* 381 euthanasie schouwen 188 consultatie medische beroepsbeoefenaren 242 * De stijging van het aantal lijkschouwen zet zich door, zij het minder sterk dan in In 2016 is ruim 36% meer schouwen gedaan. home inhoud 29 / 100

91 Algemene Gezondheidzorg Vluchtelingen 1 Resultaten Ontwikkeling integraal product. In dit product is geborgd dat voor vluchtelingen gezonde opvang en inburgering plaatsvindt in een doorlopende lijn. Vanaf het moment van binnenkomst tot en met de periode van huisvestiging in de gemeenten. Dit omvat onder meer: snelle toegang tot preventie, coördinatie van zorg op de opvanglocatie, en het opbouwen van een netwerk voor betrokken ketenpartners in iedere gemeente. Aanbod voor opvanglocaties. We hebben publieke gezondheidszorg geleverd voor COA-noodopvanglocatie Heumensoord en het AZC Nijmegen. Aanbod nieuwe AZC s. We hebben het aanbod publieke gezondheidszorg voorbereid voor AZC Stieltjesstraat in Nijmegen. Deze gaat in 2017 open. Borging extra zorg voor statushouders. Statushoudende vluchtelingen die in gemeenten zijn komen wonen, kunnen rekenen op publieke gezondheidszorg en een (zorg)netwerk. Aanstelling regiocoördinator. We hebben een regiocoördinator publieke zorg voor vluchtelingen Gelderland-Zuid aangesteld. Deze valt onder de verantwoordelijkheid van de VNG (gedetacheerd vanuit de GGD). NOODOPVANG HEUMENSOORD 2960 vluchtelingen 750 < 18 jaar 400 inentingen Rijksvaccinatie programma 0-19 jaar 112 contactmomenten op indicatie 0-19 jaar 40 voorlichtingsbijeenkomsten 885 deelnemers 1 Zie ook hoofdstuk 2 home inhoud 30 / 100

92 5 Gezond Leven home inhoud 31 / 100

93 Gezond Leven De afdeling Gezond Leven verzamelt, bestudeert en vergelijkt gegevens en cijfers over de gezondheid van de inwoners van Gelderland- Zuid. De resultaten vormen de basis voor het gezondheidsbeleid en de uitvoerings programma s van de regio Gelderland-Zuid, de subregio s, de gemeenten en de GGD. Wij werken vanuit een settingbenadering. Deze settings zijn de school (Gezonde School) en de wijk of gemeente (Gezonde Wijk/Gemeente). Leidend in onze activiteiten is het uitgangspunt: gelijke kansen voor inwoners op een goede gezondheid. Daarbij richten we ons met name op de jeugd, ouderen, kwetsbare burgers en mensen die een verhoogd risico lopen op gezondheidsproblemen, zoals mensen met een lage sociaal economische status. Daarnaast adviseren en ondersteunen we gemeenten en samenwerkings verbanden op het gebied van gezond heidsbeleid. Nieuwe Gezondheidsagenda. Binnen de gemeente Nijmegen is actief meegewerkt aan de Gezondheidsagenda voor Gezondheidsbeleid Rivierenland. In Rivierenland zijn de contouren voor een regionaal preventief beleid opgesteld met gemeenten en partners vanuit welzijn, GGZ en de eerstelijnsondersteuning. Lokale Toegangspoort Wijchen. Door de verantwoordelijkheid voor uitvoeringsregie en monitoring van de Lokale Toegangspoort, die de gemeente Wijchen bij de GGD neerlegde, konden we onze monitoringsfunctie binnen het sociale domein inhoud geven. Aandacht voor laaggeletterdheid. De maatschappelijke aandacht voor laaggeletterdheid groeit. De GGD levert een bijdrage in de aanpak van dit probleem. Concreet: het gezondheidsvaardig(er) maken van de laaggeletterdendoelgroep. Ontwikkelingen Zorg dichtbij de burger. De nieuwe gemeentelijke verantwoordelijkheden (transities) hebben invloed op de GGD en de rol die de afdeling Gezond Leven daarbij wil spelen. De nadruk op een wijkgerichte benadering, het organiseren van welzijn en zorg dichtbij de burger in zijn eigen leefomgeving, worden vanuit Gezond Leven krachtig ondersteund. Nijmegen Op Eén Lijn. In het Rijk van Nijmegen speelt de samenwerking binnen Nijmegen Op Eén Lijn (NOEL), en de van daaruit opgerichte nieuwe stuurgroep voor Gezonde Wijken, een belangrijke rol. In NOEL werken huisartsen, wijkverpleegkundigen, sociale wijkteams, welzijnswerk, gemeenten en de publieke gezondheid samen om preventie op wijkniveau te versterken. Speerpunten Integraal Gezondheidsbeleid. AMPHI Integraal Gezondheidsbeleid wordt vanuit Gezond Leven geleid. Academische werkplaats AMPHI is een samenwerkingsverband tussen de GGD en van Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden en de afdeling Eerste Lijn Geneeskunde van het Radboudumc. In 2016 werkten we aan een sterkere betrokkenheid van de GGD Gelderland-Midden bij AMPHI. Samenwerking scholen en gemeenten. Veel aandacht gaven we aan het versterken van de interne en externe samenwerking, gericht op scholen en wijken/gemeenten. Ook het versterken van de preventieve infrastructuur hoort daarbij. home inhoud 32 / 100

94 Gezond Leven Aanpak laaggeletterdheid. Met de bibliotheek en het ziekenhuis in Rivierenland zijn we een project gestart om gezondheidsinformatie beter beschikbaar te krijgen. De gezondheid van vluchtelingen en statushouders is eveneens een thema dat onze betrokkenheid vraagt. Aanpak ouderenmishandeling. Samen met Veilig Thuis hebben we de preventie en aanpak van ouderenmishandeling opgepakt. Dit in samenwerking met ouderen en professionals in de nulde en eerste lijn. Preventieve ouderenzorg. We hebben inhoud gegeven aan een programma voor preventieve ouderenzorg, als vervolg op het project Preventiekracht Thuiszorg. Onder andere door samenwerking met zorgaanbieders. Alcoholmatiging. We hebben het Alcoholmatigingsplan met gemeenten in de regio Nijmegen afgerond. De aanpak wordt uitgebreid naar Rivierenland. GIDS-programma s. Verschillende programma s die in de loop van 2015 werden opgezet in het kader van Gezond In De Stad (GIDS)- gelden, zijn verder uitgewerkt en uitgevoerd. Het gaat hierbij om programma s gericht op een Goed begin, laaggeletterdheid, terugdringen overgewicht, en aandacht voor Sociaal Economische Gezondheidsverschillen. Resultaten Lokale Toegangspoort Wijchen. Qua taakinvulling betekende dit de uitvoeringsregie en het monitoren van de voortgang hiervan. Monitoring en dataverwerking. We hebben nieuwe vormen onderzocht van dataverwerking, dataverzameling en het zichtbaar maken van resultaten. Ook hebben we bekeken hoe we kunnen omgaan met privacy en andere ethische vragen bij het koppelen van data. Regio-brede aanpak gezonde voeding. We hebben onze aanpak voor gezonde voeding op school (gezonde kantines, gezonde overblijfmogelijkheden, fruitbeleid, gezonde traktaties, etc.) verder uitgerold in de regio. Homoseksualiteit en het onderwijs. Het project SchoolsOUT, gericht op het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en ROC in de stad Nijmegen, kreeg opnieuw veel aandacht. Integrale producten. Samen met interne en externe partners ontwikkelden we enkele integrale producten: gezond ouder worden, goed begin, gezonde leefomgeving en bijdrage aan vluchtelingen. Ook rondom Gezonde Stad, en Sociale veiligheid en weerbaarheid, ontwikkelden we vernieuwende en verbindende producten. Wijkanalyses/profielen. We hebben circa 60 analyses gemaakt van de gebieden waar de sociale wijkteams werken. Deze zijn voor het Rijk van Nijmegen beschikbaar via de website van de stuurgroep Gezonde Wijken van NOEL. Verbeterde samenwerking op scholen. We hebben samen met onze afdeling Jeugdgezondheidszorg ons aanbod op scholen versterkt. home inhoud 33 / 100

95 Gezond Leven Dekkend netwerk makelaars en adviseurs. We hebben in de regio een dekkend netwerk van gezondheidsmakelaars en adviseurs Gezonde School gerealiseerd. Hiermee is een belangrijke basis gelegd voor een lokale en regionale infrastructuur die gezondheidsbevordering tot doel heeft. Opbrengsten E-MOVO. De resultaten van de gezondheidsmonitor onder jongeren in het voortgezet onderwijs (VO), zijn in 2016 opgeleverd. We hebben 4 focusgroep-gesprekken gevoerd met jongeren om de uitkomsten te duiden. De regionale resultaten zijn uitgebracht als E-magazine. Ook hebben we de resultaten verwerkt in 16 presentaties en tabellenboeken voor de afzonderlijke gemeenten. Daarnaast produceerden we 41 schoolrapporten en presentaties voor de deelnemende VO-scholen en extra rapporten voor het speciaal onderwijs. De gegevens voor het speciaal onderwijs hebben we gepresenteerd op het Nationaal Congres Volks gezondheid Monitorgegevens Wijchen. We hebben 6 rapporten met monitorgegevens opgeleverd voor de gemeente Wijchen, over de lokale toegangspoort in Wijchen. Dit resulteerde in concrete voorstellen voor de populatiebekostiging in Wijchen. Data volwassenen- en ouderenmonitor. In 2016 ging de volwassenen- en ouderenmonitor van start. Hiervoor hebben we data verzameld onder burgers in alle gemeenten van het werkgebied. Stijging Gezonde School-kantines VO. Er kwamen 8 Gezonde School-kantines bij in het voortgezet onderwijs. GEZONDHEID EN WELBEVINDEN JONGEREN GEBRUIK VAN GENOTMIDDELEN ONDER 15/16-JARIGEN 87% Voelt zich gezond 16% Geeft mantelzorg 56% Heeft recent alcohol gedronken 78% Sport wekelijks bij club/sportschool 10% Is wel eens somber 19% Heeft recent gerookt 41% Eet dagelijks groente 8% Heeft financieel lastige thuissituatie 9% Heeft recent geblowd home inhoud 34 / 100

96 Gezond Leven Vignetten Gezonde School. Het aantal scholen dat een vignet Gezonde School ontving, groeide van 27 in 2015 naar 52 in Er gingen 46 nieuwe begeleidingstrajecten met scholen van start, voor het behalen van een vignet Gezonde School. Inspiratiemiddag seksuele diversiteit. We organiseerden voor scholen een inspiratiemiddag over seksuele diversiteit en sociale weerbaarheid, waaraan 130 mensen uit het onderwijs deelnamen. Onderzoek alcoholverkoop. In de regio Nijmegen stuurden we 17-jarige mystery shoppers op pad om bij 145 verkooppunten te controleren of er alcohol werd verkocht aan jongeren onder 18 jaar. De uitkomsten lieten zien dat de naleving van de Drank- en Horecawet in de regio Nijmegen is verbeterd t.a.v. voorgaande jaren. Onderzoek naar schuldhulpverlening. We hebben kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar schuldhulpverlening in Rivierenland. Bijeenkomsten Gezonde Wijk. In samenwerking met netwerk NOEL organiseerden we 2 uitwisselingsbijeenkomsten. Groen, Gezond in Beweging. De voorbereidingen voor het convenant en de aanpak Groen, Gezond in Beweging hebben plaatsgevonden. Dit is een samenwerkingsplan van gemeente Nijmegen, Radboudumc en GGD. Verbinding zorg, sport & bewegen. Onderzoek naar de samenwerking van buurtsportcoaches, lokale zorg en sportaanbieders, en participatie van buurtbewoners. Dit resulteerde in data en 2 wetenschappelijke artikelen in internationale tijdschriften. Studie naar e-learning voor ouders. Vervolgonderzoek e-health Noord-Limburg. Doel is versterking van opvoedingspraktijken en -stijlen, als onderdeel van bestaande interventies. Dit ter voorkoming van overgewicht bij kinderen. Borging alcoholmatiging. We hebben het alcoholmatigingsproject regio Nijmegen geborgd binnen de reguliere activiteiten van Iriszorg en GGD. Anonieme data-uitwisseling. Met de gemeente Nijmegen hebben we een tool aangeschaft om data geanonimiseerd te kunnen koppelen door middel van een Trusted Third Party -constructie. Monitorinstrumenten. Om de gezondheidsbevorderende werking van een (preventie)systeem te kunnen meten werd het Monitor instrument gezondheidsbevordering ontwikkeld. Een ander monitorinstrument was voor SchoolsOut, om de mate van implementatie van SchoolsOUT te meten per school. Acquisities. Dankzij subsidiegeld kunnen 3 nieuwe onderzoeken van start gaan: gecombineerde leefstijlinterventies voor kinderen met overgewicht, het bevorderen van gezondheid van lage SESgezinnen in Wijchen-Noord, en de inzet van een spreekuurondersteuner in de Jeugdgezondheidszorg. Daarnaast kregen we subsidie voor valpreventie in Gelderland-Zuid. Publicaties. In het Tijdschrift Gezondheidswetenschappen werd een wetenschappelijk artikel gewijd aan de resultaten van SchoolsOUT. Ook was er in maart de publicatie Quick Scan regionale kennisagenda Publieke Gezondheid voor het Sociaal Domein, gezien vanuit de GGD-context. home inhoud 35 / 100

97 Gezond Leven Gezonde kennis rapporten/factsheets 65 monitoronderzoek: voorbereiding regionaal 1 gezondheidsprofielen 1 wijkprofielen/-analyses, schoolprofielen 101 presentaties en adviezen 146 themabijeenkomsten GGD/gemeente/veld met RU en HAN 7 bijdragen onderzoeken samen met RU en HAN 7 subsidieverzoeken (onder andere ZonMw) 13 deelname aan commissies van ZonMw/HAN/CIAO 7 stagiaires 5 publicatie van artikelen 9 managementrapportage Lokale Toegangspoort Wijchen 6 regievoering uitvoeringspraktijk Wijchen 1 Gezonde School gezondheidbevorderende activiteiten 77 actieve deelname aan samenwerkingsverbanden en netwerken 48 verzorgen van presentaties, lezingen, workshops, symposia 98 algemene advisering en ondersteuning van gemeenten 16 adviezen beleid/ouderenbeleid 16 Scholen met een vignet Gezonde School basisonderwijs 35 voortgezet onderwijs 17 middelbaar beroepsonderwijs 4 GEZONDE SCHOOL 25 nieuwe vignetten Gezonde School 46 nieuwe begeleidingstrajecten naar vignet Gezonde School 8 nieuwe Gezonde Schoolkantines home inhoud 36 / 100

98 Gezond Leven GEZONDE SCHOOL JAAROVERZICHT Culemborg 22 scholen Buren 16 scholen Neder-Betuwe 8 18 scholen Totaal aantal scholen in Gelderland-Zuid Aantal scholen in Gelderland-Zuid dat werkt met de Gezonde School-aanpak Lingewaal 9 scholen 0 Zaltbommel 20 scholen Geldermalsen 17 scholen 2 Neerijnen 11 scholen 1 Tiel 29 scholen 8 West Maas en Waal 11 scholen 1 Druten 11 scholen 1 Wijchen 19 scholen Beuningen 17 scholen 0 Nijmegen 80 scholen 14 Berg en Dal 20 scholen 0 Maasdriel 11 scholen 3 2 Heumen 7 scholen 2 6 Het cijfer in een blokje laat zien hoeveel scholen binnen een gemeente (basis-, voortgezet en speciaal onderwijs) werken aan een bepaald gezondheidsthema. De kleur geeft aan om welk gezondheidsthema het gaat. X Totaal aantal behaalde vignetten in betreffende gemeente Voeding Hygiëne, Huid en Gebit Fysieke Veiligheid Sport en Bewegen Roken, Alcohol en Drugspreventie (Binnen) milieu Sociale Veiligheid en Welbevinden Relaties en Seksualiteit Mediawijsheid % % scholen dat structureel aan gezondheid werkt in betreffende gemeente home inhoud 37 / 100

99 6 Bijzondere Zorg home inhoud 38 / 100

100 Bijzondere Zorg Gemeenten zijn op basis van de Wmo verantwoordelijk voor de regie op de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). De afdeling Bijzondere Zorg verricht activiteiten op dit terrein voor Gelderland- Zuid. Met als doel: voorkomen dat mensen verkommeren en/of voor overlast zorgen. Onze doelgroep bestaat uit sociaal kwetsbare mensen in multiprobleem-situaties die zelf niet om hulp vragen. De omgeving maakt zich zorgen over hen. Professionals (bijvoorbeeld politie, gemeente, woningbouwcorporatie) kunnen deze mensen aanmelden bij Bijzondere Zorg. Wij zorgen ervoor dat zo snel mogelijk passende zorg wordt geregeld. Ook Toegang Beschermd Wonen is onderdeel van de Bijzondere Zorg. Toegang Beschermd Wonen beoordeelt de toegang tot beschermd wonen voor alle gemeenten in de regio Gelderland-Zuid. Meer multi-problematiek. De intensiteit en complexiteit van de problemen bij sociaal kwetsbare burgers, neemt toe. Deze ontwikkeling vraagt nog meer versterking van de ketensamenwerking en een heldere regievoering. Het accent lag in 2016 meer op risicogericht optreden dan op streven naar maximale veiligheid. Toename huisuitzettingen. Met het product Begeleide Herkansing bedienen we alleen de Stad Nijmegen. Het aantal (dreigende) huisuitzettingen nam in de hele regio Nijmegen toe. Meer aanvragen Beschermd Wonen. Het aantal meldingen bij Toegang Beschermd Wonen groeide in 2016 ten opzichte van Speerpunten Ontwikkelingen Verwarde personen. Door de veranderingen in het sociaal domein komen psychisch kwetsbare mensen (verwarde personen) vaker onnodig terecht in een traject met de politie. Gemeenten kregen de opdracht om in 2016 een sluitende aanpak op te leveren voor verwarde personen. Onverzekerde burgers. Eén van de resultaten van het landelijk aanjaagteam verwarde personen is de subsidieregeling onverzekerden. De afdeling Bijzondere Zorg wordt met ingang van 2017 het meldpunt voor zorgverleners die medische zorg verlenen aan onverzekerde burgers. Sluitende aanpak verwarde personen. Samen met gemeenten en partners op het terrein van zorg, welzijn, wonen en veiligheid hebben we belangrijke stappen gezet in het ontwikkelen van een sluitende aanpak voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Netwerksamenwerking. De banden met het netwerk van lokale teams, zorgorganisaties, woningbouwcoöperaties en (wijk)politie zijn verstevigd, om samen te werken aan een multidisciplinaire aanpak voor (psychisch) kwetsbare burgers. Onze interventieteams in de regio spelen hierbij een belangrijke rol, onder meer door diverse expertises in de teams, zoals psychiater en verslavingsarts. Outreachende werkwijze. We hebben geïnvesteerd in de outreachende werkwijze van de (regionale) interventieteams en in de kwaliteit van dienstverlening. home inhoud 39 / 100

101 Bijzondere Zorg Ketenaanpak ex-gedetineerden/prostituees. We hebben de samenwerking met zorg- en veiligheidspartijen rond deze doelgroepen geïntensiveerd. Bij de prostituees gebeurde dit vanuit het project Ketenaanpak Prostitutie. Samenwerking met Veilig Thuis. Ook onze samenwerking met Veilig Thuis kreeg de aandacht. Onder meer vanwege uithuisplaatsingen (WTH) en regievoering bij onveilige situaties. Deskundigheidsbevordering. We hebben geïnvesteerd in het versterken van onze expert- en regierol. Onze professionals kregen scholing op het gebied van Regievoeren in netwerken en Bemoeizorg training. Academische Werkplaats. We hebben een bijdrage geleverd aan de academische werkplaats OGGZ (openbare geestelijke gezondheidszorg). OGGZ-monitor. Samen met de gemeenten hebben we nieuwe afspraken gemaakt over de invulling en uitvoering van de OGGZmonitor. Toegang Beschermd Wonen. In samenwerking met de gemeenten is het product Toegang Beschermd Wonen verder doorontwikkeld. Aansluiting op lokale teams. We hebben de samenwerking met de lokale teams binnen de regio versterkt en daar waar nodig herijkt. Voor elk lokaal team is een contactpersoon van Bijzondere Zorg aangesteld. Als uitgangspunt voor de samenwerking geldt dat problemen zo veel mogelijk worden opgelost daar waar ze ontstaan: dichtbij mensen thuis, op scholen of in buurten. Resultaten Verbeterde samenwerking lokale teams. De samenwerking in het veld is verbeterd. Onder andere door inzet van contactpersonen, deelname aan lokale zorgoverleggen, en inzet van expertise in het voorveld. Deze verbeterde samenwerking leidde tot versterking van de sociale veiligheid. Versterking expert- en regierol. Onze expert- en regierol hebben we verstevigd, dankzij scholing, stroomlijnen van werkprocessen en betere samenwerking in het veld. Ook hebben we kennis over gedragen aan onder andere scholen en lokale teams. Borging Housing First. Het project Housing First hebben we geborgd binnen het reguliere aanbod van samenwerkingspartners. Aanscherpen werkprocessen. We hebben de werkprocessen binnen de teams Bijzondere Zorg en Toegang Beschermd Wonen geanalyseerd en gestroomlijnd. Verbeterde kwaliteit dienstverlening. De deskundigheid van onze professionals en de effectiviteit van onze dienstverlening is toegenomen. Ook hebben we gewerkt aan verbetering van producten, zoals de OGGZ-monitor en Toegang Beschermd Wonen. Hernieuwde samenwerking netwerkpartners. De samenwerking met zorg- en veiligheidspartners hebben we herijkt, in het licht van het veranderende zorglandschap. home inhoud 40 / 100

102 Bijzondere Zorg Versterking interne samenwerking. We hebben de samenwerking met de andere afdelingen van de GGD verstevigd en kennisdeling geborgd. Bijzondere Zorg consultatie 258 trajectindicering (incl. Veiligheidshuis Nijmegen, alleen meldingen Bijzondere Zorg) 535 na indicering in behandeling genomen trajectregies 121 nazorg adviezen veelplegers (geen Huiselijk Geweld) 428 uur Beschermd Wonen herindicatie/aanvulling/wijziging 379 nieuwe aanvraag 365 home inhoud 41 / 100

103 7 Veilig Thuis home inhoud 42 / 100

104 Veilig Thuis Gemeenten zijn op basis van de Wmo verantwoordelijk voor advies, onder zoek en zo nodig ondersteuning bij (vermoedens) van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Deze taak is belegd bij het adviesen meldpunt Veilig Thuis. In de regio Gelderland-Zuid is Veilig Thuis onderdeel van de GGD. We richten ons in het bijzonder op kwetsbare groepen, zoals kinderen en ouderen. Naast kindermishandeling is daarom ook ouderenmishandeling een belangrijk aandachtsgebied. We werken intensief samen met partners en lokale netwerken op het terrein van zorg en veiligheid. Veilig Thuis is toegankelijk voor particulieren en hulpverleners en neemt ook anonieme meldingen aan. Managementwisseling. Veilig Thuis had te maken met een managementwisseling. In april kreeg Veilig Thuis een interimdirectie, met als belangrijkste opdracht het verscherpt toezicht op te heffen. Met de verlenging van het verscherpt toezicht in oktober, stelde het bestuur van Veilig Thuis in november een nieuwe (interim-) directeur aan. Overgang naar de GGD. Per 1 januari 2017 maakt Veilig Thuis formeel deel uit van GGD Gelderland-Zuid. In 2016 heeft overgang van onderneming plaatsgevonden voor medewerkers van Jeugdbescherming Gelderland en Moviera. Ontwikkelingen Turbulent jaar. Voor Veilig Thuis was 2016 een turbulent jaar waarin een groot beroep gedaan werd op het uithoudingsvermogen van medewerkers. De veiligheid voor kinderen en gezinnen is steeds hun prioriteit geweest. Verscherpt toezicht. Veilig Thuis werd in april 2016 onder verscherpt toezicht geplaatst door de Inspecties Gezondheidszorg en Jeugdzorg. In oktober werd het verscherpt toezicht verlengd met nogmaals zes maanden. Eind 2016 staat Veilig Thuis nog steeds onder verscherpt toezicht. In maart 2017 vindt de hertoets plaats van stap 1 van het toetsingskader van de Inspecties. We horen dan of het verscherpt toezicht vervalt. Wachtlijstproblemen. De wachtlijsten en doorlooptijden bij Veilig Thuis waren de eerste helft van het jaar aanzienlijk. Er is veel werk verzet om deze op een aanvaardbaar niveau te krijgen. In september waren de wachtlijsten onder controle. Routeeroverleg. In december 2016 is gestart met een routeeroverleg (voor de duur van het verscherpt toezicht) onder de regie van het Veiligheidshuis. In het routeeroverleg worden de zorgmeldingen van de politie ingebracht. Veel partijen zijn hierbij betrokken, waaronder Veilig Thuis Gelderland-Zuid. Meer geld. De begroting van Veilig Thuis is door de gemeenten opgeplust naar 4,25 miljoen. Onderzoek naar organisatie. In mei 2016 verscheen een rapport van Van Montfoort, waarin geadviseerd werd om Veilig Thuis onder te brengen bij de GGD en het construct met een aparte directeur te continueren tot 1 juni Speerpunten Opheffen verscherpt toezicht. In 2016 hebben we er hard aan gewerkt om van het verscherpte toezicht af te komen. Daartoe heb- home inhoud 43 / 100

105 Veilig Thuis ben we wachtlijstteams ingezet en verschillende actieplannen opgesteld en ten uitvoer gebracht. Professionalisering werkprocessen. We hebben veel aandacht besteed aan professioneel handelen en het vaststellen en implementeren van werkprocessen. Kwaliteit. We zijn begonnen met het beschrijven en implementeren van kwaliteitsrichtlijnen en kwaliteitsprocedures. Samenwerking. We hebben veel geïnvesteerd in de samenwerking met het Veiligheidshuis en met onze partners in het lokale veld (wijkteams). Positionering. Veel aandacht hebben we ook besteed aan de positionering van Veilig Thuis op het kruispunt van zorg en veiligheid en onze rol in deze domeinen. Resultaten Overgang van onderneming. Medewerkers van Moviera en Jeugdbescherming Gelderland zijn per 1 januari 2017 GGDmedewerkers. Raadsinformatieavonden. We hebben in de regio Rivierenland en Rijk van Nijmegen enkele bijeenkomsten georganiseerd om raadsleden te informeren over het verscherpt toezicht en de gevolgen hiervan. Deze werden goed bezocht. Uitbreiding personeelsformatie. Het team van Veilig Thuis is uitgebreid met gespecialiseerde medewerkers, een procescoördinator, een teammanager en gedragswetenschappers. De personeelsformatie is hiermee op het niveau gekomen om alle meldingen te kunnen afhandelen. Routeeroverleg van start. Sinds medio december gaan zorgmeldingen van de politie niet langer direct naar Veilig Thuis. Ze gaan in plaats daarvan naar het routeeroverleg, dat in principe iedere werkdag plaatsvindt. In dit overleg bekijken zorg- en veiligheidspartners wie de melding het beste kan oppakken. Verbeterplan deels uitgevoerd. Het Verbeterplan dat eind 2015 werd opgesteld n.a.v. het verscherpt toezicht, hebben we voor een belangrijk deel uitgevoerd. Maatwerkafspraken. Voor Mook en Middelaar (die onder Veiligheidsregio Noord-Limburg vallen) zijn maatwerkafspraken gemaakt. Wachtlijsten weggewerkt. We hebben de wachtlijsten weggewerkt, de doorlooptijden (triage en onderzoek) zijn verkort. Meer zicht op veiligheid. Door de acties uit het Verbeterplan en het wegwerken van de wachtlijsten, hebben we meer zicht op veiligheid gerealiseerd. Veilig Thuis adviezen meldingen en zorgmeldingen casussen Wet Tijdelijk Huisverbod 57 home inhoud 44 / 100

106 8 Bedrijfsvoering home inhoud 45 / 100

107 Bedrijfsvoering Personeel en organisatie Formatie en verzuim. Er zijn bijna 50 vacatures geweest. De gemiddelde leeftijd van het personeel is 48 jaar. De verdeling tussen mannen en vrouwen is respectievelijk 9% en 91%. Het ziekteverzuim is ten opzichte van 2015 met 0,2% licht gestegen naar 6,0% (exclusief zwangerschappen). Duurzame inzetbaarheid. In 2016 hebben we diverse activiteiten georganiseerd in het kader van het programma Samen Gezond Werken. Daarnaast hielden we een enquête onder medewerkers over hun wensen en behoeften op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Hierop was de respons 78%. De belangrijkste uitkomsten van de enquête waren dat 93% van de medewerkers van de GGD met plezier naar het werk gaat, en een derde van de medewerkers een zware werkbelasting ervaart. Bijna de helft geeft aan wel eens wat anders te willen doen binnen de GGD. Ontwikkeling opleidingsprogramma. Er is een start gemaakt met het GGD-opleidingsprogramma Samen ontwikkelen, waarin de wensen uit de enquête en de doelstellingen uit de meerjarenstrategie samenkomen. Het GGD-opleidingsprogramma krijgt verder vorm in Implementatie functiewaarderingsysteem HR21. Met een nieuw functiewaarderingssysteem zet de GGD in op het verwijderen van de historische verschillen tussen GGD Regio Nijmegen en GGD Rivierenland waaruit GGD Gelderland-Zuid is ontstaan. Ook betekent dit het neerzetten van een toekomstgericht functiehuis, waarbij het makkelijker wordt om tussen functies te wisselen. In 2016 zijn bijeenkomsten ge hou den met managers en medewerkers. Afronding outplacement logopedisten. De werk-naar-werk - trajecten van medewerkers die boventallig waren door de bezuiniging op logopedie, hebben we afgerond. Een aantal van hen heeft binnen de GGD werk gevonden en een aantal is uit dienst gegaan. Willen medewerkers wel eens wat anders doen binnen de GGD? Directie bureau JGZ BZ & VT AGZ Gezond Leven ja 47% misschien 30% nee 23% 47% wil wel eens wat anders doen, zoals: Andere taken binnen de functie. Deelnemen aan een GGD-breed project. Verdieping op specialisatie. Investeringen in e-hrm. Het personeelsinformatiesysteem is vernieuwd en klaargemaakt voor het Individueel Keuze Budget in Hierop zijn ook de arbeidsvoorwaarden aangepast. Communicatie Oplevering communicatiestrategie. De meerjarenstrategie is door het team Communicatie vertaald in een communicatiestrategie. Deze strategie beschrijft de doelstellingen en daaruit voortvloeiend de prioriteiten voor communicatie in de komende jaren. home inhoud 46 / 100

108 Bedrijfsvoering Positioneren GGD. Door Communicatie is nadrukkelijk aandacht gegeven aan accenten uit de meerjarenstrategie: de vernieuwende en verbindende projecten van de GGD en de nadruk op kwetsbare groepen. Ook hebben we extra aandacht gegeven aan het positioneren van nieuwe taakgebieden: Veilig Thuis en Wmo-Toezicht zijn herkenbaar op de kaart gezet. Nieuwe websites. In maart werd het nieuwe intranet (interne website) van de GGD opgeleverd, waarop medewerkers informatie kunnen halen en brengen. In december kwam daar de nieuwe website van de GGD bij. Deze is geschreven op taalniveau B1 en vergeleken met de eerdere website(s) beter doorzoekbaar en scanbaar. De nieuwe website van de academische werkplaats AMPHI ging in november online. Versterking communicatiekracht. Een belangrijke uitdaging die voortvloeit uit de communicatiestrategie, is om medewerkers meer zelfredzaam te maken bij het communiceren over hun vak/project. In 2016 hebben we hieraan gewerkt met communicatietrainingen (B1-schijven), communicatietools en planvorming. Digitale innovatie. Vanuit Communicatie hebben we ondersteuning geboden bij het ontwikkelen van digitale tools en andere communicatiemiddelen voor de afdelingen. DIGITALE VERNIEUWING JouwGGD.nl Gelderse Gezondheidswijzer Facebook in de wijk Social media-beleid. We hebben social media-beleid ontwikkeld, als onderdeel van een crossmediale communicatieaanpak (versterking via verschillende kanalen). Tool voor omgevingsanalyse. Samen met de Veiligheidsregio hebben we een tool aangeschaft (OBI4wan) om relevante berichtgeving op social media te kunnen monitoren. Herschrijven naar B1-niveau. We hebben een begin gemaakt met het herschrijven van alle schriftelijke communicatie (folders, brieven, website) naar taalniveau B1. Dit wordt in 2017 verder afgerond. Oefening crisiscommunicatie. In het kader van rampen- en crisisbestrijding hebben we vanuit team Communicatie 4x meegedaan aan een regionale oefening vanuit de Veiligheidsregio. Kiddiapp GGD reist mee-app Kwaliteit en klachten Doorstart Lean Werken. Lean Werken is een werkwijze die zich richt op het continu verbeteren van werkprocessen. In 2016 hebben we een doorstart gemaakt met de lean-werkwijze binnen de GGD. Naast afdelingsgebonden projecten bij onder andere Jeugdgezondheidszorg (JGZ), zijn er ook GGD-brede projecten opgepakt. home inhoud 47 / 100

109 Bedrijfsvoering Daarnaast zijn teammanagers en medewerkers van de JGZ getraind in de lean-werkwijze, en gestart met verbeterprojecten. Opsporen van risico s. Met het inzetten en uitvoeren van audits geven we vorm en inhoud aan de continue verbetercyclus. In 2016 is in de audits meer accent komen te liggen op risico s in processen. Naast primaire processen zijn er ook GGD-brede onderwerpen geaudit. Voorbeelden zijn: communicatie en bereikbaarheid van afdelingen. Leveranciersbeoordelingen. Begin 2016 zijn, als vervolg op de leveranciersbeoordelingen van de ondersteunende diensten, gesprekken geweest met P&O, Financiën, Juridische dienstverlening, ICT, Post, Archief en Interne zaken. Hierbij is geconstateerd dat, met uitzondering van ICT, de afgesproken verbeterpunten en -maatregelen zijn nagekomen. Met de manager ICT zijn vervolgafspraken gemaakt. Kwaliteitshandboek. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de omzetting van het huidige kwaliteitshandboek naar een nieuwe applicatie. Benchmark. In 2016 hebben we weer meegedaan aan het benchmarkonderzoek van GGDGHOR Nederland. Onze invulling en de indicatoren waarop we presteren, hebben we binnen de afdelingen besproken. Ook is besloten om een best practice in te sturen op het terrein van gezondheidsmakelaar en gezondheidsprofielen. Verbetering interne beleidscyclus. Bij de externe audits is geconstateerd dat niet alle afdelingen beschikken over een jaarplan en er gewerkt wordt met verschillende formats. Om deze reden hebben we er begin 2016 voor gekozen om A3- afdelingsjaarplannen op te stellen, waarbij het meerjarenbeleidsplan en het jaarplan van de organisatie/directeur het kader vormt. Nieuw monitorsysteem. Een ander verbeterpunt dat uit externe audits naar voren kwam, is het aantoonbaar kunnen maken van continue verbetering van werkprocessen (plan-do-check-act). Hiervoor is een vernieuwd monitorsysteem ingericht: het Betersysteem. Zelfdiagnose. In 2015 is het (landelijke) HKZ-normeringsysteem vernieuwd. Ons huidige HKZ-keurmerk is geldig tot juni Om te voorkomen dat we te gefocust alleen met de (nieuwe) norm aan de slag gaan, hebben we een zelfdiagnose uitgevoerd binnen de afdelingen. Doel is om te komen tot een kwaliteitsmanagementsysteem dat past bij de meerjarenstrategie van de GGD en bij de nieuwe Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz). Klachten. In 2016 heeft de GGD 37 klachtmeldingen ontvangen waarmee klanten/burgers aangaven in meer of mindere mate ontevreden te zijn met de dienstverlening van de GGD. Van deze klachten zijn er 19 door interne bemiddeling afgehandeld. Het resterende aantal ging door naar de Externe Klachtencommissie. Deze commissie beoordeelde hiervan 10 klachten als gegrond, en 8 ongegrond. Voorbereiding Wkkgz. Eind 2016 zijn de nodige voorbereidingen getroffen voor de toepassing van de Wkkgz per 1 januari Wat betreft de instelling van een nieuwe Klachten commissie GGD Gelderland-Zuid en de aansluiting bij de landelijke Geschillencommissie is dit gelukt. Wat betreft de werving van een klachtenfunctionaris en de informatieverstrekking op de website is dit nog niet gelukt. home inhoud 48 / 100

110 Bedrijfsvoering Privacy. Vanaf januari 2016 is een organisatie verplicht datalekken te melden. Deze verplichting vloeit voort uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). In samenwerking met de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) is uitgezocht welke (preventieve) maatregelen zowel de GGD als VRGZ moeten nemen. Arbo Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E). In het voorjaar van 2016 is voor GGD Gelderland-Zuid de RI&E uitgevoerd. Naar aanleiding van de RI&E is een plan van aanpak op afdelingsniveau opgesteld. In het kader van de RI&E zijn voor de externe locaties van de afdeling Jeugd gezondheidszorg arbo-rondgangen uitgevoerd. Samen Gezond Werken van start. Dit interne project is erop gericht om medewerkers te prikkelen bewust om te gaan met gezond werken. Het programma is variabel van opzet. Binnen het project wordt maandelijks fruit aangeboden aan de medewerkers van de GGD. Er zijn activiteiten georganiseerd waaronder yoga, bootcamp, en een workshop mindfulness. Daarnaast is een massagestoel aangeschaft waar medewerkers gebruik van kunnen maken. Nieuw arbobeleid. In 2016 is een nieuw arbobeleid geschreven voor GGD Gelderland-Zuid. Hierin staat centraal: het beschermen en bevorderen van de veiligheid, gezondheid en welzijn van medewerkers en van een goed werkmilieu binnen GGD Gelderland-Zuid. Borging training Agressie en Geweld. De training Agressie en Geweld voor medewerkers is opgenomen in het GGD-brede opleidingsplan. De training wordt in 2017 georganiseerd. Melding incidenten Meldingen en verbetermaatregelen. In 2016 heeft de Melding Incidenten Cliënten-commissie (MIC) in totaal 24 meldingen van (bijna) fouten door medewerkers, besproken en afgehandeld. De MIC-commissie bestaat uit inhoudsdeskundige medewerkers die vanuit een onafhankelijke rol meldingen analyseren en adviseren tot verbetermaatregelen. Het merendeel van de meldingen ging over fouten bij vaccinaties. Maatregelen die we hebben genomen, zijn onder andere het invoeren van extra controlemomenten en verbeteringen in de inwerkperiode van nieuwe medewerkers. Voorbereiding Wkkgz. Met ingang van 2017 is de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) van toepassing op de MICmeldingen. Hiervoor zijn in 2016 voorbereidingen getroffen. Facilitaire Dienstverlening en ICT Centraal loket Facilitaire Services. In 2016 heeft GGD Gelderland- Zuid de facilitaire dienstverlening afgenomen van Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ). De dienstverlening voor de Facilitaire Services wordt sinds oktober 2016 aangeboden via een centraal loket, de Servicedesk. Implementatie FMIS-systeem. We hebben een nieuw facilitair managementinformatiesysteem (FMIS) ingevoerd. Iedere medewerker kan nu zijn/haar meldingen vanaf de individuele werkplek doen, op verschillende manieren via het principe click, call, face. home inhoud 49 / 100

111 Bedrijfsvoering Aanbesteding ICT-dienstverlening. De ICT-dienstverlening is in gezamenlijkheid met de VRGZ uitbesteed aan een derde partij. De voorbereidingen voor het werven van een nieuwe partij samen met de VRGZ, zijn in 2016 gestart. Doel is om eind 2017 te kunnen beschikken over een nieuwe contractpartij en de migratie in 2018 vorm te geven. Behoefteonderzoek informatiemanagement. Parallel aan de voorbereidingen voor een nieuwe ICT-aanbieder hebben we onderzocht welk type organisatie hiervoor wenselijk is. De informatiemanager van de GGD speelt daarbij een cruciale rol. Doorontwikkeling infrastructuur ICT. De huidige ICT-dienstverlening levert niet de continue kwaliteit die de GGD nodig heeft om haar primaire processen optimaal te kunnen ondersteunen. De stappen die in 2016 genomen zijn om de infrastructuur en informatiearchitectuur te verbeteren, bleken onvoldoende en worden in 2017 nadrukkelijk vervolgd. Digitalisering Post- en Archiefzaken. Het digitaliseren van de post- en archiefprocessen hebben we verder vormgegeven. Voor een deel van de organisatie kunnen medewerkers hun primaire processen volledig digitaal vormgeven. De overige afdelingen zullen dit in 2017 verder invulling geven. We volgen hierbij de wettelijke normen. Inkoopadvies door VRGZ. Ten behoeve van onze inkooptrajecten maakten we incidenteel gebruik van inkoopkennis bij de VRGZ. Bestemming hoofdvestiging Nijmegen. Met de gemeente Nijmegen zijn we gesprekken gestart over de bestemming van het pand aan de Groenewoudseweg, na afloop van het huurcontract. Dit heeft nog niet geleid tot een definitief resultaat. De gemeente heeft het pand zowel te koop als te huur aangeboden. Bijzondere Zorg terug naar hoofdvestiging. In 2016 is de afdeling Bijzondere Zorg van het poortgebouw LUX in het centrum van Nijmegen, weer (terug) verhuisd naar het GGD-pand aan de Groenewoudseweg. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Het Algemeen Bestuur heeft op 12 december 2014 een nieuwe notitie risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen vastgesteld. Hierin zijn rollen en taken voor risicomanagement geregeld en de spelregels voor het kwantificeren van risico s en de informatievoorziening daarover: Het complete overzicht van de risico-inventarisatie en de voorgestelde of genomen beheersmaatregelen wordt één keer per vier jaar besproken met het Algemeen Bestuur. In de tussenliggende periode wordt een samenvatting van de risico-inventarisatie opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Bij het uitbrengen van financiële rapportages (begroting, jaarrekening, tussentijdse cijfers) worden nieuwe of verdwenen risico s als mutatie gemeld. De frequentie van de rapportage over risico s wordt groter als daar aanleiding voor is. Voor de omvang van de algemene reserve wordt als streefwaarde genomen: 1.000,- per medewerker. 0,5% van opgenomen gelden in verband met renterisico s. 1% van de totale uitgaven. home inhoud 50 / 100

112 3% van de inkomsten, niet zijnde inwonerbijdrage en factuurbijdrage uniforme taken. Resultaten op basis van de jaarrekening worden verrekend met de algemene reserve. Als de algemene reserve lager wordt dan nihil én niet binnen de scope van de meerjarencyclus binnen de eigen begroting op niveau kan worden gebracht, storten gemeenten bij tot nihil. Als de reserve boven het maximum komt, wordt het meerdere aan gemeenten uitgekeerd. Berekening streefwaarde algemene reserve Aantal medewerkers 447 Opgenomen gelden (leningen) 0 Totale lasten * Totale baten (excl. inwonersbijdrage en * factuurbijdrage uniforme taken) Bedrag per medewerker Percentage over opgenomen gelden (leningen) 0,5% 0 Percentage totale lasten 1,0% Percentage over totale baten 3,0% Streefwaarde algemene reserve * o.b.v. realisatie 2016, excl. doorstorting soa-gelden Omvang algemene reserve Realisatie 2016 Norm algemene reserve Algemene reserve per einde boekjaar 732 Verschil algemene reserve t.o.v. norm Bedragen x Indien het Algemeen Bestuur instemt met de afwikkeling van het jaarrekeningresultaat op de algemene reserve neemt het verschil ten opzichte van de norm met af tot Benodigde weerstandscapaciteit Totaal noodzakelijke weerstandscapaciteit na weging Totaal beschikbare weerstandscapaciteit (alg. reserve onvoorzien 170) 31/12 Mate waarin de capaciteit de risico s kan afdekken 37% (= weerstandsvermogen) Bedragen x RISICO S Een samenvatting van de financieel gekwantificeerde risico s wordt in onderstaande tabel weergegeven. Als alle geïdentificeerde risico s zich zouden voordoen, zou daar ongeveer 2,4 miljoen euro mee gemoeid zijn. De algemene reserve kan 37% van de risico s afdekken. Als alle risico s zich voordoen, dan is de algemene reserve niet toereikend om de kosten te dekken. Samenvatting risico s Verwachte finan ciële gevolgen risico s Benodigde weerstands capaciteit na weging Nieuwe wet- en regelgeving en politiek bestuurlijke risico s Maatschappelijke risico s Economische risico s Middelen, organisatie medewerkers en efficiency Totaal Bedragen x home inhoud Financieel jaarverslag 51 / 100

113 Jeugdgezondheidzorg KENGETALLEN Onderstaand zijn de kengetallen opgenomen die het BBV voorschrijft. Verloop van de kengetallen Realisatie 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Netto schuldquote (1) -1,58% -6,50% -1,22% Netto schuldquote gecorrigeerd -1,58% -6,50% -1,22% voor alle verstrekte leveringen (2) Solvabiliteitsratio (3) 13,13% 35,72% 19,01% Structurele exploitatieruimte (4) 0,34% 0,00% -0,60% FINANCIERING De hoeveelheid geld die nodig is voor de uitvoering van de verschillende taken van de organisatie, wordt beheerd door de treasuryfunctie. De werkwijze, de taken en de verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het treasurystatuut. De GGD voert een risicomijdend beleid. Conform artikel 13 van het BBV dient de paragraaf financiering in ieder geval te bevatten: de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. 1. Aangezien de GGD geen langlopende leningen aantrekt of uitzet, tellen alleen de vlottende activa en passiva mee. Omdat deze veelal tegen elkaar zullen wegvallen, schommelt de schuldquote normaliter rond 0%. Een negatieve schuldquote geeft aan dat de financiële activa (uitgezet geld, liquide middelen, vorderingen) hoger zijn dan de (vlottende) schulden. 2. De GGD verstrekt geen leningen, dit kengetal zal altijd gelijk zijn aan de netto schuldquote. 3. Hoe hoger het percentage, des te beter de organisatie in staat is aan haar langlopende financiële verplichtingen te voldoen. Voor de GGD zegt dit kengetal weinig, omdat het eigen vermogen niet/ nauwelijks zelf te beïnvloeden is (saldi worden verrekend met de deelnemers) en er geen langlopende financiële verplichtingen worden aangegaan. Het gepresenteerde percentage geeft derhalve aan dat het totale vermogen voor 13% uit eigen vermogen en 87% uit vlottende schulden bestaat. Gezien het negatieve percentage schuldquote is dit echter geen enkel probleem. 4. Ook dit kengetal schommelt veelal rond de 0. Aangezien de GGD een verlengstuk van de gemeenten is, zijn de baten veelal gelijk aan de lasten, en de tekorten/overschotten worden vroeg of laat met de gemeenten verrekend. Aangezien de GGD geen lang vreemd vermogen heeft (zowel uitgezet als opgenomen), beperkt het risicobeheer zich tot de kortlopende schulden en vorderingen. Zaken als betalingstermijnen en invordering zijn hierbij relevant. Deze zaken zijn in de reguliere werkprocessen ingebed. Saldo financieringsfunctie boekjaar 2016 Rentelasten Rentebaten Totaal Bedragen x KASGELDLIMIET Jaarlijks wordt door het ministerie aangegeven welk bedrag mag worden gefinancierd met kortlopende geldleningen: de kasgeldlimiet. In 2016 is dit 8,2% van het begrotingstotaal met een minimum van ,-. Als de kasgeldlimiet meer dan 3 kwartalen wordt overschreden, moet de kortlopende schuld worden omgezet in een langlopende schuld. In 2016 blijft de GGD binnen de norm voor de kasgeldlimiet. Toegestane kasgeldlimiet is ,-. home inhoud Financieel jaarverslag 52 / 100

114 Jeugdgezondheidzorg Kwar taal Kwartaal Kwartaal Kwartaal Gemiddelde netto vlottende schuld Ruimte onder kasgeldlimiet Bedragen x RENTERISICONORM Om ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen te beperken, is de renterisiconorm ingesteld. Deze renterisiconorm geeft de omvang van de schuld weer, die in een jaar maximaal voor renteconversie in aanmerking mag komen. ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN De kapitaalgoederen van de GGD worden normaal onderhouden en vervangen na afloop van de economische levensduur. Voor het huurderonderhoud aan de Groenewoudseweg 275 is een voorziening getroffen, op basis van een meerjarenonderhoudsplan. Een overzicht van de investeringen vindt u op pagina 83. In 2016 is dit een percentage van 20% van het begrotingstotaal met een minimum van ,-. De GGD heeft geen leningen. 1. Renteherziening 2. Aflossingen 3. Renterisico (1 + 2) 4. Renterisiconorm* Ruimte onder renterisiconorm Ruimte boven renterisiconorm Bedragen x * Berekening: (begrotingstotaal 2016) x 20% (percentage regeling) VENNOOTSCHAPSBELASTING Op basis van de huidige informatie wordt er geen VPB-last voorzien. Hiermee is derhalve geen VPB-last in de jaarrekening opgenomen. home inhoud Financieel jaarverslag 53 / 100

115 Relevante ontwikkelingen 9 Financieel jaarverslag home inhoud 54 / 100

116 Jeugdgezondheidzorg Jaarrekening 1. Balans per 31 december Toelichting op de balans Baten en lasten totaal Baten en lasten Veilig Thuis Baten en lasten excl. Veilig Thuis Toelichting baten en lasten Grondslagen waardering en resultaatbepaling Specifieke uitkeringen (SiSa) Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen (WNT) 75 Overige gegevens 10. Controleverklaring 77 BIJLAGEN I. Begrotingswijzigingen Geplande en gerealiseerde investeringen Afname Mook en Middelaar Afrekening huisvesting locaties Jeugdgezondheidszorg Productindeling GGD Gelderland-Zuid Bijdrage voor statushouders per gemeente Bijdrage per gemeente gespecificeerd Totale bijdrage per gemeente Producten met subsidie Productiecijfers Bestuur en vaststelling jaarrekening Lijst van afkortingen 99 Inhoud Financieel jaarverslag home inhoud Financieel jaarverslag 55 / 100

117 Jeugdgezondheidzorg 1. Balans per 31 december 2016 Activa VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Materiële vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Voorraden Uitzetting met rentetypische looptijd < 1 jaar Debiteuren Debiteuren openbare lichamen Uitzettingen Rijks schatkist Overige vorderingen Liquide middelen Liquide middelen Passiva VASTE PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen Voorzieningen VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schuld met rentetypische looptijd < 1 jaar Crediteuren Belastingen en sociale premies Overige schulden en overlopende passiva Totaal activa Totaal passiva Bedragen x Bedragen x home inhoud Financieel jaarverslag 56 / 100

118 Jeugdgezondheidzorg 2. Toelichting op de balans Vaste activa MATERIËLE VASTE ACTIVA De boekwaarde van de materiële vaste activa met economisch nut per ultimo huidig boekjaar ten opzichte van vorig boekjaar bestaat uit de hieronder genoemde onderdelen. Verloop materiële vaste activa Aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijving per 1 januari Boekwaarde per 1 januari Aanpassing gebouwen Automatisering Inventaris Vervoermiddelen Totaal Materiële vaste activa Gebouwen Aanpassing gebouwen Overige materiële vaste activa Automatisering Inventaris Investeringen Afschrijvingen Desinvesteringen Boekwaarde per 31 december Vervoermiddelen Vervoermiddelen Aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijving per 31 december Boekwaarde per 31 december Een overzicht van de investeringen vindt u op pagina 83. LET OP: Voor alle bedragen van deze toelichting op de balans geldt: x home inhoud Financieel jaarverslag 57 / 100

119 Jeugdgezondheidzorg Vlottende activa VOORRADEN Voorraden Vaccins UITZETTINGEN MET RENTETYPISCHE LOOPTIJD < 1 JAAR Debiteuren Debiteuren Debiteuren openbare lichamen De debiteuren openbare lichamen bestaan voor de GGD uit het Rijk, voor wat betreft de entgelden, de aanvullende curatieve SOA-zorg, de labdiagnostiek, de seksuele gezondheid, bijdragen van de provincie voor projecten, de bijdragen van deelnemende gemeenten, Politie, andere GGD en en de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. het Rijk anders op de geld- en kapitaalmarkt had betaald. Voor saldi op de rekening-courant wordt de daggeldrente (Eonia) vergoed. In 2016 werd geen enkel kwartaal het drempelbedrag ( ) overschreden, hetgeen volgt uit het feit dat de bankrekeningen gekoppeld zijn aan de rekening van s Rijks schatkist. Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal Overschrijding drempelbedrag Buiten s Rijks schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag Overige vorderingen Fietsregeling personeel 0 7 Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Eind 2016 zijn alle lopende personeelsleningen in het kader van de fietsregeling volledig afgerekend met betrokken medewerkers. Uitzettingen Rijks schatkist Uitzettingen Rijks schatkist Middelen opnemen uit de schatkist kan per dag tot het bedrag van de intradaglimiet van Over middelen die in de schatkist worden aangehouden, wordt dezelfde rente vergoed als de rente die Nog te ontvangen bedragen Rijk Gemeenten Overig home inhoud Financieel jaarverslag 58 / 100

120 Jeugdgezondheidzorg Nog te ontvangen bedragen Toevoegingen Ontvangen bedragen Rijk Entgelden JGZ Hielprik Labdiagnostiek en Sense Opleiding arts maatschappij en gezondheid HBV preventie Integrale aanpak valpreventie Bewegen bij dementie Vaste passiva EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen Algemene reserve Bestemde reserve Digitaal Dossier JGZ 0 31 Bestemde reserve Uittreding M&M 0 17 Bestemde reserve Toezicht WMO Gemeenten Huisvesting JGZ-dependances Huisvesting gemeente Wijchen Statushouders (zie ook pagina 87) LIQUIDE MIDDELEN Liquide middelen ING bank Kas 2 3 Rek. courant Rabobank 0 0 Rek. courant ING-bank 1 1 Rek. courant BNG-bank Overtollige middelen worden, met uitzondering van het drempelbedrag van , aangehouden in de schatkist van het Rijk (zie uitzettingen met een rentetypische looptijd <1 jaar). Nog te bestemmen resultaat Totaal eigen vermogen Algemene reserve Op 12 december 2014 stelde het Algemeen Bestuur een nieuwe norm(berekening) voor de algemene reserve vast. De berekening van deze norm voor het jaar 2016 bedraagt De werkelijke stand per jaareinde, inclusief verrekening met het jaarrekeningresultaat 2015, bedraagt , een tekort t.o.v. de norm van Indien besloten wordt het resultaat van toe te voegen aan de algemene reserve, wordt het tekort op het weerstandvermogen ten opzichte van de normberekening Verloop bestemde reserves Toevoeging Onttrekking Digitaal Dossier JGZ Uittreding M&M Toezicht WMO home inhoud Financieel jaarverslag 59 / 100

121 Jeugdgezondheidzorg Digitaal dossier JGZ In 2016 zijn alle projecten in het kader van het digitaal dossier afgerond. Het restant van de bestemde reserve op 31 december 2015 is in 2016 gebruikt om de werkzaamheden omtrent de koppeling LSP en de koppeling entgegevens af te ronden. Uittreding Mook en Middelaar Conform begroting is deze reserve in 2014 voor 75% van de jaarlijkse frictiekosten onttrokken. In 2015 is deze reserve voor 50% en in 2016 is de laatste 25% onttrokken. Niet actief personeel De voorziening voor niet actief personeel is gevormd voor de verwachte uitgaven van WW- en wachtgelduit keringen. Vlottende Passiva NETTO VLOTTENDE SCHULD MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD < 1 JAAR Toezicht WMO Conform begroting is de bestemde reserve WMO in 2016 ingezet om de uitvoering van deze taak, naast de bijdragen van de gemeenten, te bekostigen. Crediteuren Crediteuren VOORZIENINGEN Voorzieningen Storting Besteding Vrijval Onderhoud kantoor Groenewoudseweg Niet actief personeel Onderhoud kantoor Groenewoudseweg De dotatie en onttrekkingen aan de voorziening periodiek onderhoud hoofdkantoor Groene woud se weg worden ontleend aan het onderhoudsplan van gemeente Nijmegen. Belastingen en sociale premies Nog te betalen omzetbelasting Nog te betalen loonbelasting Nog te betalen sociale lasten/pensioenpremies Overige schulden en overlopende passiva Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen inkomsten Nog te betalen aan personeel Negatieve banksaldi Nog te betalen personeel bevat op 31 december 2016 de verplichting uitbetaling inzake Individueel KeuzeBudget (IKB) voor home inhoud Financieel jaarverslag 60 / 100

122 Jeugdgezondheidzorg Vooruitontvangen inkomsten Rijk Gemeenten Overig Vooruitontvangen inkomsten Toevoegingen Bestedingen Niet uit de balans blijkende verplichtingen De GGD Gelderland-Zuid is met gemeente Nijmegen een huurovereenkomst aangegaan voor de huur van het pand aan de Groenewoudseweg 275 te Nijmegen. Het wordt per kalenderjaar verlengd. De huur bedraagt voor De huur wordt jaarlijks geïndexeerd. Rijk Coördinatie ASG Bewegen bij dementie Integrale aanpak valpreventie Gemeenten Dappere Dino s Coaching logopedisten Rivierenland Gezondheidsmakelaar/Buurtsportcoaches Gezonde Gids Beweegtuinen Millingen Ex-gedetineerden begeleiding Vroegsignalering schuldhulpverlening proeftuin Straks zwanger SchoolsOut Preventiebudget Gezond ouder worden Ouderen in Veilige handen Statushouders* * Zie ook pagina 84. Per 1 februari 2016 is Veilig Thuis, samen met het Veiligheidshuis, in het Poortgebouw Lux van de gemeente Nijmegen gehuisvest. De hieruit voortvloeiende huurprijs bedraagt voor 2017, aangezien de huurovereenkomst loopt tot en met 31 maart Vanaf 1 juli 2013 huurt de GGD Gelderland-Zuid het pand aan JS de Jongplein in Tiel van Regio Rivierenland. De huur betreft een all-in huurprijs en wordt vanaf 1 januari Deze huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van 5 jaar en loopt tot 30 juni De GGD Gelderland-Zuid is met meerdere verhuurders huurovereenkomsten aangegaan voor de dependances, in totaal 22 locaties. De totale verplichting in 2017 bedraagt Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt over maximale huisvestingslasten voor rekening van de GGD Gelderland-Zuid. Dit is in totaal voor en bestaat uit huurlasten, gebouwgebonden servicekosten en facilitaire meerkosten GGD Gelderland-Zuid. Extra kosten ( ) worden met de gemeenten afgerekend. In het bovenstaande zijn alleen de verplichtingen van materieel belang weergegeven. home inhoud Financieel jaarverslag 61 / 100

123 Jeugdgezondheidzorg 3. Baten en lasten totaal Baten en lasten Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Bijdrage deelnemende gemeenten Uniforme taken o.b.v. facturen Subsidies rijk Doorstorting GGD en Subsidies gemeenten Overige opbrengsten Aquisitiedoelstelling Som der bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Afschrijvingen Huisvestingskosten Kantoormiddelen Medische zaken Communicatieapparatuur Autokosten Algemene kosten Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Doorstorting GGD en Voorlichting Rente Som der bedrijfskosten Vervolg baten en lasten Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Totaal saldo van baten en lasten Incidentele baten Incidentele lasten Saldo incidentele baten en lasten Gerealiseerd totaal saldo Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves Digitaal Dossier JGZ Uittreding Mook en Middelaar Afboeking vordering Mook en Middelaar EGB-samenwerking Toezicht WMO Veilig Thuis Totaal toevoegingen/onttrekkingen Gerealiseerd resultaat Voorstel resultaatbestemming Nog te bestemmen resultaat algemene reserve Totaal saldo van baten en lasten Bedragen x Een nadere toelichting vindt u op pagina 65. home inhoud Financieel jaarverslag 62 / 100

124 Jeugdgezondheidzorg 4. Baten en lasten Veilig Thuis Baten en lasten Veilig Thuis Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Bijdrage deelnemende gemeenten Uniforme taken o.b.v. facturen Subsidies rijk Doorstorting GGD en Subsidies gemeenten Overige opbrengsten Aquisitiedoelstelling Som der bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Afschrijvingen Huisvestingskosten Kantoormiddelen Medische zaken Communicatieapparatuur Autokosten Algemene kosten Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Doorstorting GGD en Voorlichting Rente Som der bedrijfskosten Vervolg baten en lasten Veilig Thuis Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Totaal saldo baten en lasten Incidentele baten Incidentele lasten Saldo incidentele baten en lasten Gerealiseerd totaal saldo Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves Digitaal Dossier JGZ Uittreding Mook en Middelaar Afboeking vordering Mook en Middelaar EGB-samenwerking Toezicht WMO Veilig Thuis Totaal toevoegingen/onttrekkingen Gerealiseerd resultaat Een nadere toelichting vindt u op pagina 65. Totaal saldo baten en lasten Bedragen x home inhoud Financieel jaarverslag 63 / 100

125 Jeugdgezondheidzorg 5. Baten en lasten excl. Veilig Thuis Baten en lasten excl. Veilig Thuis Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Bijdrage deelnemende gemeenten Uniforme taken o.b.v. facturen Subsidies rijk Doorstorting GGD en Subsidies gemeenten Overige opbrengsten Aquisitiedoelstelling Som der bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Afschrijvingen Huisvestingskosten Kantoormiddelen Medische zaken Communicatieapparatuur Autokosten Algemene kosten Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Doorstorting GGD en Voorlichting Rente Som der bedrijfskosten Vervolg baten en lasten excl. Veilig Thuis Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Totaal saldo van baten en lasten Incidentele baten Incidentele lasten Saldo incidentele baten en lasten Gerealiseerd totaal saldo Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves Digitaal Dossier JGZ Uittreding Mook en Middelaar Afboeking vordering Mook en Middelaar EGB-samenwerking Toezicht WMO Veilig Thuis Totaal toevoegingen/onttrekkingen Gerealiseerd resultaat Voorstel resultaatbestemming Nog te bestemmen resultaat algemene reserve Totaal saldo van baten en lasten Bedragen x Een nadere toelichting vindt u op pagina 65. home inhoud Financieel jaarverslag 64 / 100

126 Jeugdgezondheidzorg 6. Toelichting Baten en lasten BEDRIJFSOPBRENGSTEN Bijdrage deelnemende gemeenten Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Realisatie 2016 Uniforme taken Uniforme taken o.b.v. facturen Totaal Uniforme taken o.b.v. facturen Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Voor de inspecties kindercentra is minder aan opbrengsten gerealiseerd. Dit komt door een verschil in gerealiseerde extra inspecties t.o.v. de begrote extra inspecties. De wettelijke jaarlijks verplichte inspecties zijn 100% gerealiseerd. Subsidies rijk Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Van het rijk werd meer subsidie ontvangen. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden hieronder toegelicht. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Meer opbrengst voor gegeven inentingen in het kader 10 van het Rijksvaccinatieprogramma, met name door hogere opkomst 9-jarigen Meer opbrengst door meer hielprikken gegeven dan 6 begroot. Meer subsidie opleiding arts M&G doordat 2 jeugdartsen 112 meer aan de opleiding zijn begonnen. Meer opbrengst voor het begeleiden van stagiaires Overige opbrengsten Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Realisatie 2016 Subsidies rijk Doorstorting GGD en Subsidies gemeenten Overige opbrengsten Acquisitidoelstelling Totaal Algemene gezondheidszorg (AGZ) Meer subsidie voor Sense activiteiten. 15 Meer subsidie opleiding arts M&G doordat 1 arts meer in 43 opleiding is dan begroot. Meer subsidie landelijke implementatie HPB door hogere 8 opkomst. Minder subsidie voor Coördinatie ASG (Soa Zorg) dan -36 begroot. 30 Gezond Leven (GL) Subsidie voor verlenging Ondersteuningsaanbod (voorheen Jeugdimpuls) niet begroot. home inhoud Financieel jaarverslag 65 / 100

127 Jeugdgezondheidzorg Meer subsidie voor Bewegen Bij Dementie. 26 Meer subsidie voor Integrale Aanpak Valpreventie Directie Subsidie (ESF) voor Lean trajecten, dit was niet begroot Totaal meer subsidies rijk 213 Doorstorting GGD en Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting was het laatste jaar dat er op basis van onderzoeken werd afgerekend. De afrekening van 2014 was voor de overige GGD en (regio Oost) lager dan dat zij aan voorschotten hebben ontvangen, derhalve is er circa terug gevorderd. Dit bedrag is doorberekend aan de betreffende GGD en, en voor de GGD Gelderland Zuid budget neutraal. Subsidies gemeenten Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Van gemeenten is meer subsidie ontvangen dan begroot. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden hieronder toegelicht. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Meer uitgevoerd maatwerk, met name voor logopedie, 56 dan begroot. Meer uitgevoerde werkzaamheden in het kader van 11 VVE dan begroot. Meer bijdrage voor de huisvestingskosten CB kantoren (in 22 verband met hogere lasten) Extra opbrengsten voor diverse kleine niet begrote 12 projecten Minder subsidie Kijk op Kleintjes / Zorgcoördinatie -6 dan begroot Minder opbrengsten voor uitvoering Centrum Jeugd -57 en Gezin door afname van deelnemende gemeenten 38 Algemene gezondheidszorg (AGZ) Opbrengsten gezondheidzorg voor Statushouders 202 Extra opbrengsten voor diverse kleine niet begrote 10 projecten 212 Bijzondere Zorg (BZ) Extra opbrengsten nieuw project begeleiding 15 ex-gedetineerden Extra opbrengsten nieuw project Plan uitstroom prostitutie 45 Extra opbrengsten nieuw project Housing First 33 Meer opbrengsten door ophoging subsidie Toegang 162 beschermd wonen 255 Gezond Leven (GL) Subsidie Ouderenmishandeling niet begroot. 76 Meer opbrengsten door uitbreiding Volwassenmonitor. 15 Project Beweegtuin Millingen was niet begroot. 26 Meer opbrengsten voor lokale toegangspoort Wijchen 13 door wijziging in samenstelling ingezet personeel. Meer opbrengsten gezondheidsmakelaars / Buurtsportcoaches door meer deelnemende gemeenten en inzet 50 voor aangepast sporten. home inhoud Financieel jaarverslag 66 / 100

128 Jeugdgezondheidzorg Extra opbrengsten voor diverse kleine niet begrote 10 projecten. Meer opbrengsten voor Gezond Ouder Worden dan 27 begroot. Subsidie Gezonde Gids doorgeschoven naar 2017 vanwege nog niet bestede subsidie 2015 en Minder subsidie Gezonde lifestyle interventies uit restant -21 preventiebudget 2014 besteed door uitval projectleider. Subsidie Schoolsout doorgeschoven naar 2017 vanwege -2 nog niet bestede subsidie. 48 Overig Nieuw project Psychisch kwetsbare burgers Totaal meer subsidies gemeenten 571 Overige opbrengsten Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting De overige opbrengsten zijn hoger dan begroot. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden hieronder toegelicht. Jeugdgezondheidzorg (JGZ) Meer opbrengst door inzet jeugdverpleegkundige voor 9 leerlingenzorg Meer opbrengst door verzorging van maatwerk voor 24 scholen Meer opbrengst door diverse kleine projecten 17 Meer opbrengst workshops straks zwanger worden uit 18 restant CJG geld 2014 Meer opbrengst inzet JGZ voor GHOR crisismanagement 14 Minder opbrengst Vertrouwenspersoon sexsuele intimidatie onderwijs -26 Minder opbrengst inzake individuele en groepsvoorlichting, wordt niet meer gegeven -3 Minder opbrengst detachering, in 2016 geen detacheringen JGZ medewerkers -56 Minder bijdrage Jeugdzorg Mook -10 Minder opbrengst PGA JGZ, per 1 juli zijn alle producten -32 voor asielzoekers samengevoegd in het product vluchtelingen. Minder opbrengst Centrum Jeugd en Gezin wordt niet -39 meer via NIM afgenomen. -84 Algemene gezondheidszorg (AGZ) Meer opbrengst door niet begrote vergoeding TBC 50 behandelingen door zorgverzekeraars Meer subsidie voor onderzoek naar MRSA 24 Meer opbrengst door subsidie voor het project Wie heeft 10 de mazelen gemist Meer opbrengst Reizigersvaccinaties door meer bezoekers 49 reizigersbalie. Meer opbrengst voor diverse kleine projecten 8 Meer opbrengst hygiëne inspecties, met name tattooshops en schoonheidsalons 15 Meer opbrengst inzet AGZ voor GHOR crisismanagement 3 Meer opbrengst voor forensische werkzaamheden voor 36 de politie. In verband met de Europese aanbesteding voor deze werkzaamheden door Politie Nederland is deze opbrengst niet begroot. home inhoud Financieel jaarverslag 67 / 100

129 Jeugdgezondheidzorg Meer opbrengst vergoeding gemaakte kosten voor de 95 noodopvang voor vluchtelingen op Heumensoord door COA Nederland Meer opbrengst statushouders Mook 2 Meer opbrengst voor gezondheidzorg voor vluchtelingen 48 (geen statushouders) Meer opbrengst door uitvoering werkzaamheden voor 28 een WMO Casus Meer opbrengsten door detacheringen, waarvan ten 67 tijde van de begroting was aangenomen dat deze zouden eindigen in 2015 Minder opbrengst voor Grootschalig optreden door -22 onderbezetting voor een gedeelte van het jaar Minder opbrengsten Sociale Medische Advisering, inhuur -17 medewerker is per einde 2015 beëindigd 396 Bijzondere Zorg Meer opbrengst detacheringen, niet begroot 25 Minder bijdrage woning corporaties voor meldpunt -88 Bijzondere Zorg is per 2016 beëindigd. Minder opbrengst voor inzet voor GHOR crisismanagement Veilig Thuis Minder opbrengst bijdrage derden aan Veilig Thuis Meer opbrengsten voor begeleiden scholen en rookvrije 39 scholen (voorheen Jeugdimpuls) Meer opbrengst voor diverse kleine projecten 5 Meer opbrengst voor inzet voor GHOR crisismanagement 8 Minder opbrengst voor detacheringen Overig Meer opbrengst detacheri ngen, ten tijde van begroting 111 nog geen rekening mee gehouden Minder opbrengst doorbelasting huisvestingslasten -30 hoofdgebouw door vertrek Mondzorg voor Kids Minder opbrengst voor inzet voor GHOR crisismanagement Totaal meer overige opbrengsten 362 Acquisitiedoelstelling Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Er is voor aan extra opbrengsten gerealiseerd. Zie de toelichtingen bij uniforme taken o.b.v. facturen, subsidies rijk, subsidies gemeenten en overige opbrengsten. Hiermee is de resterende acquisitiedoelstelling van gerealiseerd. Gezond Leven (GL) Meer opbrengst door nieuw Fonds NutsOhra projectsubsidie voor Kwetsbare gezinnen in Wijchen 82 home inhoud Financieel jaarverslag 68 / 100

130 Jeugdgezondheidzorg BEDRIJFSKOSTEN Personeelskosten Realisatie 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Uitzendkrachten, detachering en inhuur Opleidingen Overige personeelslasten Totaal Totale kosten voor inzet personeel Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting De verhoging van de 3% loonstijging CAO vondt plaats na de vaststelling van de begroting en is daarom niet in de raming opgenomen: De totale personele inzet is hoger dan begroot als gevolg van de vervanging van langdurig zieke medewerkers en de inzet van extra personeel voor nieuw geacquireerde projecten. Opleidingen Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting De opleidingskosten zijn lager dan begroot. De opleidingskosten zijn conform realisatie Totale kosten inzet personeel Realisatie 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenpremie Kosten voor uitzendkrachten, detacheringen en inhuur freelancers Totaal Overige personeelslasten Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Aan overige personeelslasten is meer uitgegeven. Reiskosten, uitgaven aan personeelsbijeenkomsten, kerstpakketten en hardware in bruikleen vielen hoger uit dan begroot. In 2016 was een dotatie van noodzakelijk aan de voorziening voormalig personeel. Anderzijds waren er posten die gunstig uitvielen ten opzichte van de begroting. Fte, in- en extern Realisatie 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Aantal fte dat werd 240,4 259,4 234,9 verloond via de GGD Becijferd aantal fte voor uitzendkrachten, 25,8 0,0 24,8 detacheringen en freelancers Totaal 266,2 259,4 259,7 Afschrijvingen Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Realisatie 2015 Gebouwen Inventaris Automatisering Vervoersmiddelen Totaal home inhoud Financieel jaarverslag 69 / 100

131 Jeugdgezondheidzorg Afschrijvingen Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Door het niet of later investeren blijven afschrijvingslasten achter ten opzichte van de begroting, zie ook hoofdstuk 12 Geplande en gerealiseerde investeringen. Bijgestelde Overige bedrijfskosten Realisatie 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Huisvestingskosten Kantoormiddelen Medische zaken Communicatieapparatuur Autokosten Algemene kosten Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Doorstorting GGD en Voorlichting Totaal Huisvesting J.S. de Jongplein 2 Tiel, Huisvesting Lux Nijmegen De huisvestingskosten van Tiel zijn conform begroting. De huisvestingskosten van Lux zijn hoger dan in de begroting meegenomen. Dependances JGZ Voor de huisvestingskosten van dependances is binnen JGZ rekening gehouden met een budget van (incl. gemeente Mook en Middelaar). Er is ook rekening gehouden met een afrekening naar gemeenten van , dus totale kosten in de begroting zijn De werkelijke kosten zijn dit is meer dan begroot. De onderhoudskosten zijn lager dan begroot. Kantoormiddelen Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Aan kantoormiddelen is meer besteed dan verwacht. Dit verschil wordt veroorzaakt door de hogere uitgaven voor de volwassenmonitor Door meer digitalisering binnen de gehele organisatie is er minder uitgegeven voor kopieën/ lichtdrukken en aanschaf papier. Huisvestingskosten Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Huisvesting Groenewoudseweg 275 Nijmegen De huisvestingskosten van de Groenewoudseweg Nijmegen zijn hoger dan begroot. Aan de voorziening onderhoud is, op basis van een geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan, meer gedoteerd dan in de begroting was meegenomen. Daar staat tegenover dat de kosten voor klein onderhoud lager zijn. Medische zaken Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Aan medische kosten wordt meer uitgegeven dan begroot. Dit komt door de betaling van 25% afdracht TBC declaraties voor de GGD GHOR Nederland Het landelijk besluit voor deze verplichte afdracht kwam te laat om nog in de begroting te verwerken. Ook is er in de begroting geen rekening gehouden met het testen en beoordelen van de nieuw aangeschafte koelkasten De labonderzoeken tbv van soa s zijn duurder dan verwacht Onderhoud medische apparatuur vallen hoger uit. Tevens zijn er meer vaccinaties uitge- home inhoud Financieel jaarverslag 70 / 100

132 Jeugdgezondheidzorg voerd, waardoor er meer inkoop heeft plaatsgevonden De medicijnkosten van soa s en rabiës zijn hoger dan begroot. Overige medische kosten vallen hoger uit. Communicatieapparatuur Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting De kosten voor outsourcing ICT zijn hoger dan verwacht. Algemene kosten Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Aan algemene kosten is minder uitgegeven dan verwacht. In de jaarrekening 2015 is een bedrag voor BTW opgenomen, dat nu vrijvalt. Op dat moment was het nog niet duidelijk of deze moest worden afgedragen. Inzet post onvoorzien Voor een aantal projecten (directie en coordinatie ASG) is minder ingezet op het vlak van inhuur derden Op diverse andere posten zijn ook minder kosten gemaakt Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting De extra kosten voor de inkoop van de ondersteunende diensten heeft drie belangrijke oorzaken: extra kosten voor tijdelijke inzet van externen, kosten voor ICT onderzoek en een dotatie aan de voorziening voor personeel. Doorstorting GGD en Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Zie toelichting bij opbrengsten. Financiële baten en lasten Realisatie 2016 Bijgestelde Begroting 2016 Realisatie 2015 Rentebaten Rentelasten Totaal Financiële baten en lasten Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting De geraamde rentebaten en -lasten wijken licht af van de realisatie. Deze posten zijn vrijwel niet nauwkeurig te ramen aangezien ze afhankelijk zijn van de banksaldi gedurende het jaar. Bijgestelde Incidentele baten en lasten Realisatie 2016 Begroting 2016 Realisatie 2015 Incidentele baten Incidentele lasten Totaal Incidentele baten en lasten Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Er is een eenmalige last gerealiseerd als gevolg van verkoop van inventaris voor minder dan de boekwaarde op dat moment. Voorlichting Verschil realisatie 2016 t.o.v. bijgestelde begroting Binnen de gehele GGD is minder uitgegeven aan voorlichtingsmaterialen. Dit is het gevolg van de digitalisering. home inhoud Financieel jaarverslag 71 / 100

133 Jeugdgezondheidzorg 7. Grondslagen waardering en resultaatbepaling ALGEMEEN De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften, die het Besluit begroting en verantwoording (BBV) provincies en gemeenten daarvoor geeft. Het overzicht van baten en lasten van GGD Gelderland-Zuid omvat het totaal van alle activiteiten, die de GGD in 2016 heeft uitgevoerd. De waardering van activa en passiva geschiedt, voor zover niet anders vermeld, tegen nominale waarde. Gehanteerde afschrijvingspercentages van de belangrijkste materiële vaste activa Inventarissen, stoffering, aanpassing gebouw, 10% meubilair en bekabeling Hardware en algemene software 20% Specifieke softwareapplicaties 20% Telefooninstallaties 20% Overige bedrijfsmiddelen 20% GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op de verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. In het jaar van aanschaf wordt tijdsevenredig afgeschreven. Activa met een verkrijgingsprijs van meer dan worden geactiveerd. Investeringen die volledig zijn afgeschreven maar nog wel in eigendom zijn, zijn middels desinvestering overgebracht naar de staat van eigendommen. Veelal worden kleinere investeringen in het lopende boekjaar gebundeld en start de afschrijving halverwege het jaar. Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van voorzieningen wegens oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het nog te bestemmen saldo van de rekening van baten en lasten over De algemene reserve dient primair als weerstandsvermogen om incidentele tegenvallers in de home inhoud Financieel jaarverslag 72 / 100

134 Jeugdgezondheidzorg exploitatie op te vangen. De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan een bepaalde bestemmingsrichting is meegegeven. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor, op grond van artikel 44 BBV, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Vanaf 2016 geldt de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsinstellingen. Samen met andere GGD en bekijkt GGD Gelderland-Zuid wat hiervan de consequenties zijn. Op basis van de huidige informatie is de verwachting dat voor enkele producten er sprake zal zijn van een vennootschapsbelastingplicht. De voorziening onderhoud kantoor Groenewoudseweg heeft betrekking op de komende 5 jaar en is nominaal gewaardeerd. De informatie voor de onderbouwing van de voorziening wordt verkregen van het herziene Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) gemeente Nijmegen. De voorziening voor niet actief personeel is gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De gevormde voorzieningen worden toegelicht in de toelichting op de balans. Er wordt geen rente toegerekend aan de voorzieningen. Aangezien het niet is toegestaan voorzieningen te vormen voor jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Het gaat dan om overlopende vakantiegeldaanspraken, aanspraken op een overbruggingsperiode, levensloop en versterkt ouderdomspensioen. Voor jaarlijks terugkerende arbeidsgerelateerde kosten zonder (naar verwachting) een jaarlijks vergelijkbaar volume is een verplichting opgenomen. Schulden Schulden worden opgenomen tegen nominale waarde. GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico s die home inhoud Financieel jaarverslag 73 / 100

135 Jeugdgezondheidzorg 8. Specifieke uitkeringen (SiSa) SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2016 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking SiSa d.d. 10 januari 2017 VWS H3 Seksualiteitscoördinatie- en hulpverlening + aanvullende Aantal consulten (jaar T) seksualiteitshulpverlening in het Aantal gevonden soa s (jaar T) in het verzorgingsgebied. Aantal soa-onderzoeken (jaar T) in het verzorgingsgebied. Besteding (jaar T). Stand Egalisatie reserve per 31 december (jaar T). curatieve soa-bestrijding verzorgingsgebied. Subsidieregeling publieke gezondheid Gemeenten Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: H3 / 01 Indicatornummer: H3 / 02 Indicatornummer: H3 / 03 Indicatornummer: H3 / 04 Indicatornummer: H3 / Specificatie realisatie in aantallen Aantal consulten seksualiteitshulpverlening Aantal gevonden soa s Aantal soaonderzoeken Besteding Stand egalisatiereserve per 31 december GGD Gelderland-Zuid GGD Noord- en Oost-Gelderland GGD IJsselland GGD Twente Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden home inhoud Financieel jaarverslag 74 / 100

136 Jeugdgezondheidzorg 9. Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen (WNT) Per 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Topfunctionaris publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. De verant- Naam M.N. Pieters M.N. Pieters L. Euser G. Cazemier woording is opgesteld op basis van de volgende op GGD Gelderland Zuid van toepassing zijnde regelgeving: Het algemene WNTmaximum. Functie Directeur Publieke Gezondheid Directeur Publieke Gezondheid Directeur a.i. Veilig Thuis Directeur a.i. Veilig Thuis Duur dienstverband 1/1-31/12 1/1-31/12 23/5-30/11 14/11-31/12 Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor de GGD Gelderland Zuid is Omvang dienst verband (in fte) 1,0 1,0 0,67 0, Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon Gewezen topfunctionaris Nee Nee Nee Nee of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor top- (Fictieve) dienstbetrekking Ja Ja Ja Ja functionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de Bezoldiging Beloning leden van het Algemeen Bestuur; dit bedraagt voor de voorzitter Belastbare onkostenvergoedingen % en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum. Beloningen betaalbaar op Naast de hieronder vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige termijn functionarissen die in 2016 een bezoldiging oven het toepasselijke Totaal bezoldiging WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden Toepasselijk WNTmaximum Motivering indien N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2016 geen ontslaguitkeringen overschrijding aan overige functionarissen betaald die o.g.v. de WNT dienen te worden gerapporteerd. home inhoud Financieel jaarverslag 75 / 100

137 Jeugdgezondheidzorg Toezichthoudende topfunctionarissen Vertegen woordiger van de gemeente Functie(s) Duur dienstverband Totaal bezol - diging betaal - baar op termijn Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding Dhr. Hendriks, G. Beuningen Lid AB 1/1-12/ N.v.t. Dhr. Kersten, J. Beuningen Lid AB 13/07-31/ N.v.t. Mw. Klein-de Jong, S. Buren Lid AB 1/1-12 / N.v.t. Mw. Benschop-Eldik, A. Buren Lid AB 13/4-31/ N.v.t. Dhr. Sidali, F. Culemborg Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Dongen van, J. Druten Lid AB & DB 1/1-13/ N.v.t. Dhr. Elk van, G. Druten Ld AB 14/08-31/ N.v.t. Wiendels, N. Geldermalsen Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Thijssen, S. Berg en Dal Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Mw. Swart de, E. Heumen Lid AB & DB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Bel, G. Lingewaal Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Mw. Blaauwhof, M. Maasdriel Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Mw. Sørensen, A. Maasdriel Lid AB 1/6-31/ N.v.t. Dhr. Neerbos van, V. Neder-Betuwe Lid AB & DB 1/1-26/ N.v.t. Dhr. Benschop, R. Neder-Betuwe Lid AB 8/12-31/ N.v.t. Dhr. Krook, K. Neerijnen Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Frings, B. Nijmegen Voorzitter AB & DB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Driessen, H. Tiel Plv voorzitter AB/DB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Swam van, B. West Maas en Waal Lid AB & DB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Engels, R. Wijchen Lid AB & DB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Buwalda, S. Zaltbommel Lid AB 1/1-31/ N.v.t. home inhoud Financieel jaarverslag 76 / 100

138 Jeugdgezondheidzorg 10. Controleverklaring Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid te Nijmegen A. VERKLARING OVER DE IN DE JAARSTUKKEN OPGENOMEN JAARREKENING 2016 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid te Nijmegen gecontroleerd. Naar ons oordeel: Geeft de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2016 als van de activa en passiva van gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid op 31 december 2016 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Zijn de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2016 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de begroting en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling, zoals opgenomen in het normenkader. De jaarrekening bestaat uit: De balans per 31 december Het overzicht van baten en lasten over De toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) het door het algemeen bestuur op 23 december 2016 vastgestelde Normenkader 2016 en de Regeling Controleprotocol Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Materialiteit Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op EUR , waarbij de bij onze controle toegepaste goedkeurings- home inhoud Financieel jaarverslag 77 / 100

139 Jeugdgezondheidzorg tolerantie voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves bedraagt, zoals voorgeschreven in artikel 2 lid 1 Bado. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn, zoals ook bedoeld in artikel 3 Bado. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de materialiteitsvoorschriften gehanteerd zoals vastgelegd in de Regeling controleprotocol WNT Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekening controle of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de voor de gemeenschappelijke regeling van toepassing zijnde vereisten in de Gemeentewet en aan de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Wij zijn met het algemeen bestuur overeengekomen dat wij aan het algemeen bestuur tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de EUR rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve of WNT-redenen relevant zijn. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het jaarverslag in overeenstemming met het BBV. B. VERKLARING OVER DE IN DE JAARSTUKKEN OPGENOMEN ANDERE INFORMATIE Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvatten de jaarstukken andere informatie, die bestaat uit: Het jaarverslag, waaronder de paragrafen Overige gegevens Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: Met de jaarrekening verenigbaar is zoals bedoeld in artikel 213 slid 3 sub d Gemeentewet en geen materiële afwijkingen bevat. Alle informatie bevat die op grond van het BBV is vereist. C. BESCHRIJVING VAN VERANTWOORDELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT DE JAARREKENING Verantwoordelijkheden van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur voor de jaarrekening Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met het BBV. Het dagelijks bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verant - woorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de begroting en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling, zoals opgenomen in het normenkader. home inhoud Financieel jaarverslag 78 / 100

140 Jeugdgezondheidzorg In dit kader is het dagelijks bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het dagelijks bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de gemeenschappelijke regeling. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaar- den, het Bado en het controleprotocol dat is vastgesteld door het algemeen bestuur en de Regeling Controleprotocol Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) 2016, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: Het identificeren en inschatten van de risico s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude dan wel het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, het in reactie op deze risico s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing. Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het dagelijks bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan. Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen. home inhoud Financieel jaarverslag 79 / 100

141 Jeugdgezondheidzorg Het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen. Wij communiceren met algemeen bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Arnhem, 15 maart 2017 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. C.L. Willems RA home inhoud Financieel jaarverslag 80 / 100

142 Jeugdgezondheidzorg BIJLAGE 1. Begrotingswijzigingen Begrotingswijzigingen 2016 Toezicht WMO (1) Individueel Keuze Budget (2) Acquisitie doelstelling (3) Verschui - vingen (4) Veilig Thuis (5) Veilig Thuis (6) Bijgestelde begroting 2016 Bijdrage gemeenten: uniforme taken uniforme taken o.b.v. facturen Subsidies gemeenten Subsidies rijk Doorstorting GGD en Overige opbrengsten Te acquireren Som der bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Huisvestingskosten Kantoormiddelen Medische zaken Communicatieapparatuur Vervoersmiddelen Afschrijvingen Algemene kosten Onvoorzien Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Doorstorting GGD en Voorlichting Rente Som der bedrijfskosten Saldo van baten en lasten Bedragen x home inhoud Financieel jaarverslag 81 / 100

143 Jeugdgezondheidzorg Vervolg Begrotingswijzigingen 2016 Toezicht WMO (1) Individueel Keuze Budget (2) Acquisitie doelstelling (3) Verschui - vingen (4) Veilig Thuis (5) Veilig Thuis (6) Bijgestelde begroting 2016 Saldo van baten en lasten Voorstel voor resultaatsbestemming + is dotatie - is onttrekking Mutatie bestemde reserve DD-JGZ Mutatie bestemde reserve frictiekn Mook en Middelaar Mutatie bestemde reserve EGB-samenwerking Mutatie bestemde reserve Toezicht WMO Mutatie bestemde reserve Veilig Thuis Geraamd resultaat Bedragen x TOELICHTING 1. In AB-vergadering 1 oktober 2015 is besloten dat bij Toezicht WMO uitgegaan kan worden van plusscenario 1 ( ). De bijdrage van gemeente Mook en Middelaar bedraagt voor 2016, de gemeenten in Gelderland-Zuid dragen voor bij. Hiervan wordt gedekt uit de bestemde reserve Toezicht WMO (reeds in de programmabegroting 2016 opgenomen). 2. Het Individueel Keuze Budget (IKB) wordt per 1 januari 2017 ingevoerd. Vanwege de introductie van het IKB ontstaat er eenmalig een extra last van 7/12 van het vakantiegeld in Voor de GGD gaat het om een bijdrage van Van de aquisitiedoelstelling is in de begroting ingevuld door extra opbrengsten en verlaging van personele kosten. 4. In de kolom verschuivingen staan budgettair neutrale bijstellingen. De verschuivingen beogen de realisatie en begroting beter vergelijkbaar te maken. 5. Voor 2016 is er in totaal voor de uitvoering en doorontwikkeling van Veilig Thuis aangevraagd. Dit komt voort uit eerdere gemaakte becijferingen ten aanzien van personeel en aanvullende verbeteracties op basis van Inspecties Jeugdzorg (IJZ) en Gezondheidszorg (IGZ). Hiervan is toegekend. 6. In AB-vergadering van 30 juni 2016 is voor de verdere doorontwikkeling van Veilig Thuis voor het tweede halfjaar van toegekend. Daarnaast is voor het aanvalsplan vastgesteld. home inhoud Financieel jaarverslag 82 / 100

144 Jeugdgezondheidzorg BIJLAGE 2. Geplande en gerealiseerde investeringen Geplande en gerealiseerde investeringen Doorgeschoven vanuit 2015 Investeringsbegroting 2016 Totaal begroot Uitgegeven in 2016 Verschil begroot/ realisatie Doorschuiven naar 2017 Gebouwen Verbouwing Slim werken (1) Overige materiële vaste activa (automatisering) Registratiesysteem reizigers Systeem Slim werken (1) Vervanging werkplekken (2) Stelpost hard- en software (3) Ipads Telefonie JGZ Dependances Overige materiële vaste activa (inventaris) Diverse inventaris (2) Meubilair (2) Koelkasten JGZ Meubilair Slim werken (1) Vervoermiddelen Auto (4) Totaal TOELICHTING 1. In Tiel vindt in overleg met betreffende medewerkers een afweging plaats tot het herzien van benodigde ruimten en/of voorzieningen. Om geen onnodige investeringen te laten plaatsvinden, is de keuze gemaakt om het budget door te schuiven naar 2017 totdat de businesscase in samenwerking met Regio Rivierenland volledig is uitgewerkt. 2. In het GGD-pand aan de Groenewoudseweg 275 te Nijmegen vindt in 2017/2018 een midlife update of een volledige revitalisatie plaats. Dit is afhankelijk van besluitvorming door het Algemeen Bestuur. Het proces tot besluitvorming hierover is in volle gang. In 2016 is besloten om geen investeringen meer te doen voorafgaande aan de besluitvorming en de gereserveerde budgetten van 2016 door te schuiven naar In 2016 zijn twee scanners (9k), een nieuw software pakket voor SG (19k) en ontwikkelkosten HP Zone (26k) aangeschaft. 4. Er zijn twee auto s besteld. Deze zullen in 2017 worden geleverd. home inhoud Financieel jaarverslag 83 / 100

145 Jeugdgezondheidzorg BIJLAGE 3. Afname Mook en Middelaar In verband met de uittreding van gemeente Mook en Middelaar wordt dit overzicht apart gepresenteerd. Afname Mook en Middelaar Begroting 2016 Realisatie 2016 JGZ Algemeen 0-19 incl. DD-JGZ en structurele component van huisvesting Logopedie Veilig Thuis* Statushouders (zie Bijdrage voor statushouders ) Maatwerk ZAT Totaal gefactureerde bijdrage Gerealiseerde kosten huisvesting Structurele component voor huisvesting (onderdeel van voorschot) Nog te verrekenen huisvesting over * Het betreft hier de primaire begroting. Het AB heeft in december 2015 en juni 2016 extra financiering toegekend, dit heeft tot een hogere realisatie geleid. home inhoud Financieel jaarverslag 84 / 100

146 BIJLAGE 4. Afrekening huisvesting locaties Jeugdgezondheidszorg Gemeenten budget 2016 realisatie 2016 verschil 2016 budget 2017 verwach ting 2017 verschil 2017 Beuningen Druten Berg en Dal Heumen Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Mook en Middelaar * Totaal * De gemeente Mook en Middelaar is vanaf 1 januari 2013 uit de gemeenschappelijke regeling getreden, maar blijft Jeugdgezondheidszorg afnemen. De in 2016 gerealiseerde uitgaven betreffen de aan de GGD gefactureerde huur, gebouwgebonden servicekosten, huur koelkasten en facilitaire meerkosten GGD. Het is mogelijk dat de kosten 2016 hierdoor niet volledig worden weergegeven. Kosten die in 2017 aan GGD Gelderland-Zuid worden gefactureerd en die betrekking hebben op 2016, worden in de jaarrekening 2016 met gemeenten afgerekend. De verwachting 2017 is indicatief en gebaseerd op hetgeen in januari 2017 bekend is. home inhoud Financieel jaarverslag 85 / 100

147 Jeugdgezondheidzorg BIJLAGE 5. Productindeling GGD Gelderland-Zuid 2016 Directiebureau Directeur Publieke Gezondheid (DPG) Interim directeur Veilig Thuis Gezond Leven (GL) Jeugdgezondheidzorg (JGZ) Algemene Gezondheidszorg Bijzondere Zorg (BZ) Veilig Thuis (VT) PRODUCTEN Gezonde school, wijk en gemeente Gezonde kennis Gezondheidsmakelaar / buurtcoaches Gezonde school maatwerk Schoolsout Alcoholmatiging / Alcoholpreventie Preventiekracht Dichtbij Huis Ouderenmishandeling PRODUCTEN Preventieve logopedie Vertrouwenspersoon onderwijs Maatwerk JGZ JGZ algemeen 0-19 jarigen incl. DD-JGZ Kijk op kleintjes Attentiewijken Toets op sociaal medische indicatie kinderopvang Activiteiten in het kader van CJG Virtueel CJG en verwijsindex risicojongeren (VIR) Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (PGA) (AGZ) PRODUCTEN TBC en infectieziekten Infectiepreventie / ABR Seksuele Gezondheid Coördinatie ASG Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (PGA) Reizigersvaccinaties en -advies Toezicht en handhaving kinderopvang Hygiënebegeleiding en -inspectie, overige WPG-taken Toezicht WMO Forensische Genees kunde Medische Milieukunde Vluchtelingen PRODUCTEN PSHI / PSHOR Begeleide herkansing Bijzondere Zorg Toegang Beschermd Wonen Psychisch Kwetsbare Burgers PRODUCTEN Veilig Thuis home inhoud Financieel jaarverslag 86 / 100

148 BIJLAGE 6. Bijdrage voor statushouders per gemeente Gezondheidzorg statushouders 1e helft 2016 Gezondheidzorg statushouders 2e helft 2016 Doorgeschoven Kinderen Volwassenen Kinderen + volwassenen Bijdrage Kinderen Volwassenen Kinderen + volwassenen Bijdrage 2016 Uitgege ven in 2016 naar 2017 Totaal Totaal Vergoeding e helft e helft Totaal Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal gemeenten GR GGD Gelderland-Zuid Mook en Middelaar Totaal Nog niet in rekening gebracht (geschat aantal per 31 december 2016), wel opgenomen in jaarrekening: % aantal kinderen in schatting regio Nijmegen 33% % aantal kinderen in schatting regio Rivierenland 28% In 2017 volgt de afrekening op basis van werkelijke aantallen. home inhoud Financieel jaarverslag 87 / 100

149 Jeugdgezondheidzorg BIJLAGE 7. Bijdrage per gemeente gespecificeerd Bijdrage per gemeente Totaal GGd GLD-Zuid Berg en Dal Beu ningen Druten Heumen Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Buren Culemorg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder- Betuwe Neerijnen Tiel Zaltbommel Inwoners per 1/1/ Uniform Uniform MBZ Uniform logopedie UNIFORME TAKEN Preventieve logopedie JGZ Nijmegen 0-19, JGZ Riv 4-19 AGZ Taken Bijzondere Zorg Veilig Thuis Gezond Leven Subtotaal (conform primaire begroting) Bijdrage IKB WMO Toezicht Subtotaal (conform AB besluitvorming) Totaal uniforme taken Toezicht en handhaving kinderopvang factuur Totaal uniforme taken obv factuur home inhoud Financieel jaarverslag 88 / 100

150 Jeugdgezondheidzorg Vervolg bijdrage per gemeente Totaal GGd GLD-Zuid Berg en Dal Beu ningen Druten Heumen Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Buren Culemorg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder- Betuwe Neerijnen Tiel Zaltbommel MAATWERK Maatwerk JGZ Attentiewijken Gezonde School maatwerk Totaal Maatwerk OVERIGE OPBRENGSTEN EN SUBSIDIES VAN GEMEENTEN PRODUCTGROEP Jeugd gezondheidszorg (JGZ) JGZ Algemeen 0-19 jarigen incl. DD-JGZ Kijk op Kleintjes Toets sociaal medische indicatie kinderopvang Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Virtueel CJG en verwijsindex risicojongeren JGZ Rivierenland JGZ Rivierenland PRODUCTGROEP Algemene Gezondheidszorg (AGZ) Toezicht en handhaving kinderopvang Hygiënebegeleiding en inspectie overigen, WPG-taak Medisch milieukunde Vluchtelingen (zie ook pagina 87) home inhoud Financieel jaarverslag 89 / 100

151 Jeugdgezondheidzorg Vervolg bijdrage per gemeente Totaal GGd GLD-Zuid Berg en Dal Beu ningen Druten Heumen Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Buren Culemorg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder- Betuwe Neerijnen Tiel Zaltbommel PRODUCTGROEP Meldpunt Bijzondere Zorg (BZ) PSHI Meldpunt Bijzondere Zorg Nijmegen Toegang Beschermd wonen PRODUCTGROEP Veilig Thuis (VT) Veilig Thuis PRODUCTGROEP Gezond Leven (GL) Gezonde school Gezonde kennis Gezondheidsmakelaar / buurtsportcoaches Schoolsout Alcoholmatiging / Alcoholpreventie Preventiekracht Dichtbij Huis Ouderenmishandeling PRODUCTGROEP Overige Integrale aanpak Psychisch kwetsbare burgers Te verrekenen huisvesting JGZ-dependances Totaal overige opbrengsten/subs. van gemeenten Totaal bijdrage per gemeente home inhoud Financieel jaarverslag 90 / 100

152 BIJLAGE 8. Totale bijdrage per gemeente Bijdrages per gemeenten Uniforme wettelijke taken Maatwerk Jeugdgezondheidszorg Algemene Gezondheids Zorg Bijzondere Zorg Veilig Thuis Gezond Leven Psychisch kwetsbare burgers Afrekening huisvesting JGZ-dependances Totaal Berg en Dal Beuningen Druten Heumen Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Buren Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Tiel Zaltbommel Totale bijdrage home inhoud Financieel jaarverslag 91 / 100

153 BIJLAGE 9. Producten met subsidie Voor een product, waarvan financiële verantwoording in de jaarrekening gewenst is op basis van de subsidiebeschikking, worden hieronder de realisatie en de begroting weergegeven Buurtsportcoaches Beuningen* Realisatie 2016 Begroting 2016 Overige opbrengsten - - Gemeentelijke bijdrage Totale opbrengsten Materiële kosten - - Uren personeel Totale kosten Resultaat * Onderdeel van product Gezondheidsmakelaar/ Buurtsportcoaches 1540 Plan uitstroom prostitutie* Realisatie 2016 Begroting 2016 Gemeentelijke bijdrage Totale opbrengsten Co-financiering Casemanagement Preventie Netwerkvorming Co-financiering Totale kosten Resultaat * Onderdeel van product Bijzondere Zorg home inhoud Financieel jaarverslag 92 / 100

154 BIJLAGE 10. Productiecijfers De belangrijkste gegevens betreffende de ontwikkeling van GGDproducten in kwantitatieve zin, zijn hieronder weergegeven over de periode 2016 en de verwachte productie over geheel 2016 (afgegeven in juni). In zijn algemeenheid komt de verwachte productie overeen met de begroting. Als daar aanleiding voor is, wordt een toelichting gegeven waarom de productiecijfers afwijken. PRODUCTGROEP Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 Preventieve logopedie screening, vervolgcontacten en screening op indicatie berichtgeving ouders bij problemen doorverwijzing probleemgevallen JGZ algemeen 0-19 jarige 0-4 jarigen standaard consulten standaard huisbezoeken circa 14 dagen na geboorte vaccinaties Rijksvaccinatieprogramma nog niet jarigen bekend aantal gehoorscreeningen (incl 2e en 3e screening) extra zorg: spreekuurbezoek Vervolg Jeugdgezondheidszorg Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 extra zorg: telefonische consulten en bereikbaarheid extra zorg: huisbezoek op indicatie extra zorg: consulten op indicatie jarigen standaard contactmoment vaccinaties Rijksvaccinatieprogramma nog niet jarigen bekend extra zorg: vervolgcontacten gesignaleerde kinderen Programmatisch onderzoek regulier onderwijs 4-18 jaar standaard screening PO standaard PGO PO standaard contacten VO consulten op indicatie PO/VO extra zorg: telefonische consulten PO/VO extra zorg: adviesgesprekken PO/VO extra zorg: huisbezoek op indicatie home inhoud Financieel jaarverslag 93 / 100

155 Jeugdgezondheidzorg PRODUCTGROEP Algemene Gezondheidszorg (AGZ) Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 TBC en infectieziekten aantal actieve TBC aantal latente TBC aantal longfoto s aantal Mantoux aantal meldingen meldingsplichtige infectieziekten (WPG excl. artikel 26)(1)* aantal meldingen niet-meldingsplichtige infectieziekten aantal meldingen instellingen (WPG artikel 26) aantal telefoontjes infectieziekten aantal overige meldingen en vragen infectieziekten (bv blootstelling, risicoinschatting) Seksuele Gezondheid aantal consulten seksuele gezondheid vindpercentage 15,00% 18,6% 18,00% Reizigersvaccinaties en -advies aantal consulten aantal vaccinaties Vervolg Algemene Gezondheidszorg Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 WMO-Toezicht aantal toezichtonderzoeken calamiteiten aantal onderzoeksverkenningen van signalen (niet geleid tot volledig onderzoek) aantal toezichtonderzoeken signalen (2)* aantal toezichtonderzoeken nieuwe aanbieders (3)* aantal toezichtonderzoeken aanbieders eerder onder (verscherpt) toezicht (2)* Hygiënebegeleiding en -inspectie inventarisatie van de risico-instellingen aantal adviezen aan gemeenten/risicoinstellingen tattoo- en piercingshops evenementen seksinrichtingen overig (waaronder opvangvoorzieningen) GROP GROP-opgeschaalde situaties Toezicht en handhaving kinderopvang aantal geïnspecteerde kinderdagverblijven en BSO aantal geïnspecteerde peuterspeelzalen aantal geïnspecteerde gastouderbureaus aantal geinspecteerde gastouders in steekproef aantal handhavingstrajecten gemeente Nijmegen, Druten en Culemborg (v.a. 1-9) Forensische Geneeskunde lijkschouwingen (4)* euthanasie schouwen consultatie medische beroepsbeoefenaren * Een nadere toelichting vindt u op pagina 96 home inhoud Financieel jaarverslag 94 / 100

156 Jeugdgezondheidzorg Vervolg Algemene Gezondheidszorg Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 Medische Milieukunde advisering t.a.v. burger advisering t.a.v. gemeente advisering t.a.v. instantie advisering eigen initiatief PRODUCTGROEP Bijzondere Zorg Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 Vervolg Bijzondere Zorg Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 consulatie X* reguliere meldingen (toeleiding naar zorg na X* indicering) regie meldingen X* Beschermd Wonen herindicatie/aanvulling/wijziging nieuwe aanvraag PSHi en PSHOR doorlopende beschikbaarheid voor consulta tie en advies bij incidenten (aantal incidenten) PSHI-trajectregie (aantal incidenten) Begeleide Herkansing aantal casussen (incl. lopende zaken uit voorgaande jaren) begeleide herkansing PRODUCTGROEP Veilig Thuis Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 Veilig Thuis aantal adviezen aantal meldingen en zorgmeldingen WTH casussen Bijzondere Zorg consultatie trajectindicering (incl. veiligheidshuis Nijmegen, alleen BZ-meldingen) na indicering in behandeling genomen trajectregies nazorg adviezen veelplegers (TOP X, geen HG) 400 uur 428 uur 400 uur casus monitoring over trajectregie (rivierenland geen onderscheid tussen indicering en regie) PRODUCTGROEP Gezond Leven (GL) Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 Gezonde School deel A algemene ondersteuning vanuit GGD volgens 100% 100% 100% principe van de Gezonde School adviesgesprekken over Gezonde School 60% 78% 60% gericht op de 9 Gezonde School thema s: regio nijmegen PO scholen 60% 87% 30% regio nijmegen VO scholen 60% 96% 100% * Geen aantallen afgesproken home inhoud Financieel jaarverslag 95 / 100

157 Jeugdgezondheidzorg Vervolg Gezond Leven Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 regio rivierenland PO scholen 60% 64% 30% regio rivierenland VO scholen (1 ROC 100%) 60% 94% 100% overheerlijk overblijven 60% 2 0 scoren voor gezondheid 60% 3 1 lentekriebels 60% 18 1 lang leve de liefde en meer 60% 7 1 aantal scholen met een landelijk vignet Gezonde School: PO VO MBO Gezonde School deel B organiseren en/of uitvoeren van gezondheidbevorderende activiteiten actieve deelname aan samenwerkingsverbanden en netwerken verzorgen van presentaties, lezingen, workshops, symposia algemene advisering en ondersteuning van gemeenten adviezen beleid/ouderenbeleid Gezonde Kennis rapporten/factsheets monitoronderzoek: voorbereiding regionaal gezondheidsprofiel wijkprofielen, wijkanalyses, schoolprofielen Vervolg Gezond Leven Bijgestelde begr Realisatie 2016 Verwachting 2016 presentaties adviezen themabijeenkosmten GGD/gemeente/ veld met RU/radboudumc en HAN bijdragen aan het uitvoeren van onderzoeken samen met RU en HAN subsidieverzoeken (o.a. ZonMw) deelname aan commissies van ZonMw/HAN/CIAO stagiaires publicatie van artikelen managementrapportage LTP Wijchen regiovoering uitvoeringspraktijk Wijchen Toelichting JEUGDGEZONDHEIDSZORG Preventieve logopedie De cijfers van de verwachting 2016 zijn gebaseerd op de werkwijze van voor Door de bezuinigingen op logopedie in Rivierenland zijn de cijfers aanzienlijk lager. 0-4 jarigen Vaccinaties Rijksvaccinatieprogramma 0-4 jarigen. Zodra DD JGZ de basis van registratie is, zijn deze gegevens eerder leverbaar. home inhoud Financieel jaarverslag 96 / 100

158 Jeugdgezondheidzorg Extra zorg: huisbezoek op indicatie. De verwachting was dat de extra zorg meer in de vorm van huisbezoeken zou plaatsvinden. Extra zorg: consulten op indicatie. In de praktijk vertaalt het zich meer in extra consulten jarigen Standaard contactmoment. In de begroting is nog geen rekening gehouden met het reduceren van de standaard zorg (en uitbreiden van extra zorg). Vaccinaties Rijksvaccinatieprogramma 4-19 jarigen. Zodra DD JGZ de basis van registratie is, zijn deze gegevens eerder leverbaar. Extra zorg: vervolgcontacten gesignaleerde kinderen. Het meer geven van zorg op maat leidt tot meer extra zorg dan voorzien. 0ok is er meer extra zorg door het invoeren van het contactmoment met adolescenten. Programmatisch onderzoek regulier onderwijs 4-18 jaar Screening PO. Dit is toegenomen doordat er drie screeningen tijdens PO plaatsvinden, waarna op basis van triage eventueeel extra zorg volgt. Standaard PGO PO. Dit wordt niet meer standaard gedaan maar aan de hand van een triage, tijdens een screening. Consulten op indicatie PO/VO zijn door flexibilisering JGZ toegenomen omdat de focus nu meer op extra zorg ligt en minder op standaardzorg. Huisbezoeken op indicatie vinden relatief weinig plaats, hierdoor kunnen grote fluctuaties in het aantal ontstaan. ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG 1. Er is hier een toename in verband met een veranderde registratie bij vragen vanuit kinderopvang en scholen bij huiduitslag. 2. Bij WMO-Toezicht zijn 2 onderzoeken uitgevoerd bij aanbieders die eerder onder (verscherpt) toezicht hebben gestaan. Over deze aanbieders waren ook signalen ontvangen en is een uitgebreid onderzoek uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn niet opgenomen bij het aantal onderzoeken naar signalen. 3. Er zijn 4 onderzoeksverkenningen uitgevoerd en 4 volledige onderzoeken bij nieuwe aanbieders. 4. De stijging van het aantal lijkschouwen zet zich door, zij het minder sterk dan in 2015.In 2016 is ruim 36% meer schouwen gedaan dan begroot. Omdat voor deze schouwen specialistische artsen op uurbasis worden ingezet, zijn de kosten ook naar rato hoger. BIJZONDERE ZORG Geen bijzonderheden. VEILIG THUIS In plaats van het aantal meldingen en zorgmeldingen, wordt het aantal in 2016 gestarte casussen gerapporteerd, omdat het aantal meldingen/zorgmeldingen in 2016 (1946 meldingen/zorgmeldingen) geen betrouwbaar gegeven is. Circa 150 meldingen die in 2016 geregistreerd zijn, horen vermoedelijk nog bij 2015 (registratie-achterstand). Circa 90 casussen die in 2016 gestart zijn, bevatten meer dan één melding, maar een deel daarvan betreft duplicaten (door storingen in de gekoppelde systemen). GEZOND LEVEN Geen bijzonderheden. home inhoud Financieel jaarverslag 97 / 100

159 Jeugdgezondheidzorg BIJLAGE 11. Bestuur en vaststelling jaarrekening ALGEMENE GEGEVENS De GGD behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openbare gezondheidszorg voor de bevolking, en geeft uitvoering aan de Wet Publieke Gezondheid. De gemeenschappelijke ALGEMEEN BESTUUR / DAGELIJKS BESTUUR Het bestuur was op 31 december 2016 samengesteld uit de volgende vertegenwoordigers van gemeenten: regeling was in 2016 werkzaam in de gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Gemeente Naam Functie Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Mook en Middelaar Berg en Dal Thijssen, S. Lid (alleen JGZ), Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, Beuningen Kersten, J. Lid West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel. De gemeenschappelijke Buren Benschop-Eldik, A. Lid regeling is gevestigd te Nijmegen. Culemborg Sidali, F. Lid Druten Elk van, G. Lid DIRECTIE Geldermalsen Wiendels, N. Lid Per 31 december 2016 is mevrouw M. Pieters Directeur Publieke Heumen Swart de, E.J.M. Lid* Gezondheid (DPG). De directie verklaart hierbij dat de jaarrekening Lingewaal Bel, G. Lid 2016 naar waarheid en in overeenstemming met de richtlijnen, zoals Maasdriel Sørensen, A. Lid deze in 2016 van toepassing waren, is opgesteld. Neder-Betuwe Benschop, R. Lid Neerijnen Krook, K. Lid GOEDKEURING JAARREKENING Nijmegen Frings, L.C.M. Voorzitter* De jaarrekening 2016 zal op 29 juni 2017 worden goedgekeurd door het Algemeen Bestuur, nadat de gemeenteraden van de deelnemende Tiel Driessen, H.A. Plaatsvervangend voorzitter* gemeenten hun zienswijze naar voren hebben gebracht. De jaar- West Maas en Waal Swam van, A.P.M. Lid* stukken zijn in de vergadering van 16 maart 2017 door het Dagelijks Wijchen Engels, R.W.M. Lid* Bestuur vastgesteld. Zaltbommel Buwalda, S. Lid * Tevens lid van het Dagelijks Bestuur home inhoud Financieel jaarverslag 98 / 100

160 Jeugdgezondheidzorg BIJLAGE 12. Lijst van afkortingen AMPHI Academische werkplaats AMPHI-IGB Academische werkplaats Integraal Gezondheidsbeleid ASG Aanvullende seksuele gezondheidszorg BBV Besluit Begroting en Verantwoording BIG Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg BiZa Binnenlandse Zaken BOS-regeling Buurt Onderwijs en Sport regeling BRN Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen BSO Buitenschoolse opvang BTP Basistakenpakket BZ Bijzondere Zorg CIb Centrum Infectieziektebestrijding (RIVM) CGL Centrum Gezond Leven CJG Centra voor Jeugd en Gezin CWZ Canisius Wilhelmina Ziekenhuis FIOM Federatie van Instellingen voor Ongehuwde Moeders FONA FOuten en Near Accidents GBA Gemeentelijke Basisadministratie GHOR Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen GOB Gastouderbureau GRIP Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GROP GGD Rampen Opvangplan HAN Hogeschool Arnhem en Nijmegen HG-keten Huiselijk Geweld-keten HKZ JGZ KHB KIPPPI KNOV KON LCI LEAN MERS Ministerie van VWS MMK MOA MOP NICTIZ NIM NODOprocedure NZa OGGZ OM Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen Jeugdgezondheidszorg Kwaliteitshandboek Kort Instrument voor Psychologische en Pedagogische Probleeminventarisatie Koninklijke Nederlandse Organisatie van verloskundigen Kring Oost Nederland Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding Effectief samenwerken naar strategische doelen; binnen een cultuur van continue verbetering, met de focus op de klant Middle East Respiratory Syndrome-coronavirus Ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport Medische Milieukunde Medische Opvang Asielzoekers Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Nederlands ICT Instituut in de Zorg Nijmeegs Instituut voor Maatschappelijk Werk Nader Onderzoek DoodsOorzaak; is bedoeld om de doodsoorzaak te achterhalen bij onverklaard overlijden van minderjarigen. De NODO-procedure heeft een neutraal, niet-justitieel karakter. Nederlandse Zorgautoriteit Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Openbaar Ministerie home inhoud Financieel jaarverslag 99 / 100

161 Jeugdgezondheidzorg OOGG PO PSHi PSOR RAV RBGZ RIVM RSU Seks-hag SGRC SOA SPEL Swon THZ TNO-PG VGGM VO VPN WPG WMO ZON-Mw ZRM ZZG Stichting Ondersteunings Organisatie Gelders Rivierenland, Gelderse Vallei en gemeente Zaltbommel Primair Onderwijs PsychoSociale Hulpverlening bij incidenten PsychoSociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Regionale Ambulance Voorziening Regionale Brandweer Gelderland Zuid Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Regeling Specifieke Uitkering Huisarts Adviesgroep Seksuele Gezondheid Sociaal Geneeskundige RegistratieCommissie Seksueel Overdraagbare Aandoening Stichting Provinciale Entadministratie Limburg Seniorennetwerk Technische Hygiënezorg TNO Preventie en Gezondheid Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland- Midden Voortgezet Onderwijs Virtual Private Network Wet Publieke Gezondheid Wet Maatschappelijke Ondersteuning De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie Zelfredzaamheid Matrix Zorggroep Zuid-Gelderland home inhoud Financieel jaarverslag 100 / 100

162 Deloitte. Dëloltte Accountônts B.V Meander MD Arnhem Postbus AG Arnhem Ncderland Tel: Fax: Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappel[ke regellng GGD Gelderland-Zuld te Nümegen Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel WiJ hebben de Jaarrekenlng 2016 van gemeenschappel ke regellng GGÐ Gelderland-Zuld te Nfmegen gecontroteerd. Naar ons oordeel: a a Geeft de ln de Jaarstukken opgenomen jaarekenlng een getrouw beeld van de grootte en de samenstdllng van zowel de baten en lasten over 2016 als van de actlva en passlva van gemeenschappeluke regellng GGD Gelderland-Zulcl op 31 december 2016 ln overeenstemmlng met het Beslult begrotlng en verantwoording provlncies en gemeenten (BBV). ZUn de ln de jaarrekenlng verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutatles over 2016 ln alle van materleel belang zfnde aspecten rechtmatlg tot stand gekomen ln overeenstemmlng met de begro" tlng en met de ln de relevante wet- en regelgevlng opgenomen bepallngen, nraaronder verordenlngen van de gemeenschappelflke regellng, zoals opgenomen ln het normenkader. De Jaanekenlng beståat ult: a De balans per 31 december r Het ovenlcht van baten en lasten over a De toellchtlne met een overzlcht van de gehanteerde grondslagen voor ñnandðle verslaggevlng en andere toellchtlngen. De basis voor ons oordeel WIJ hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden. het Besfult ðccountöntscontrole decentrale overheden (Bado) het door het ålgemeen bestuur op 23 december 2016 vastgestelde Normenkader 2016 en de Regellng Controleprotocol Wet normering bezoldlglng topfunctlonarlssen publleke en semlpublleke sector (wf, T) Onze verantwoordelljkheden op grond hlervan z[n beschreven ln de sectle'onze verantwoordelükheden voor de controle van de Jaarrekenlng". tvlj zfn onafhankelfk van gemeenschappelfke regellng GGD Gelderland-Zuld zoals verelst ln de Verordenlng lnzake de onabrankelükheld van accountants b[ assurance-opdrachten (VlO) en andere voor de opdracht relevante onañankelljkheldsregels ln Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordenlng gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). W[ vlnden dat de door ons verkregen controle-lnformatie voldoende en geschlkt ls als basls voor ons oordeel. Deloltts Account nts B.V. b lngeschrcven ln het hsndllsreglstcr vðn dc Kamer vðn Koophandel t Rotterdarn onder nulnmer , Hcmbrr of Delolttc Touche Tohmttsu Llmltcd l2ùt7 0LZ446l i4h

163 Deloitte" Materialiteit Op basls van onze professlonele oordeelsvorming hebben wlj de materlal telt voor de Jaarrekening als geheel bepaald op e , waarb[ de b[ onze controle toegepaste goedkeurlngstolerantle voor fouten 1olo ]ì voor onzekerheden 3olo van de totale lôst n lncluslef toevoeglngen aan reserves bedraagt, zoals voorgeschreven ln artlkel 2 lld 1 Bado. Wü houden ook rekenlng met afw[klngen en/of mogelljke aftvijklngen dle naar onze menlng voor de gebrulkers van de Jaarrekenlng om kwalltatleve redenen materleel zljn, zoals ook bedoeld ln artlkel 3 Bado. DaarbU zun voor de controle van de ln de Jaarrekenlng opgenomen WNT-lnformatle de materlalltelbvoorschrlfren gehanteerd zoals vastgelegd ln de Regellng controleprotocol WNT WU zfin met heb algemeen bestuur overeengekomen dat wlj aan het algemeen bestuur tfdens onze controte geconstateerde afu ljklngen boven de rapporteren alsmede klelnere afwfklngen dle naar onze menlng om kwalltatleve of WNT-redenen relevant zun. Verklaring over de ln de iaarstukken opgenomen andere informatie Naast de Jaarrekenlng en onze controleverklarlng daarbf, omvatten de Jaarstukken andere lnformatle, dle bestaat ult:. Het Jaarverslag, waaronder de paragrafen. Overlge gegevens Op grond van onderstaande werkzaamheden zfin wu van menlng dat de andere lnformatle: a Met de Jaarrekenlng verenlgbaar ls zoals bedoeld in artlkel 213 lld 3 sub d Gemeentewet en geen materlële afwuklngen bevat.. Alle lnformatle bevåt dle op grond van het BBV ls verelst, WiJ hebben de andere lnformatle gelezen en hebben op basls van onze kennls en ons begrip, verkregen vanult de Jaanekenlngcontrole of anderszlns, overwogen of de andere lnformatle materlële añ rüklngen bevat. Met onze werkzaamheden hebben w[ voldaan aan de voor de gemeenxhappeluke regellng van toepasslng zfnde verelsten ln de Gemeentewet en aan de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hcbben nlet dezelfde dlepgang als onze conrolewerkzaamheden bu de Jaarrekenlng. Het rtagel[ks bestuur ls veran woord'a,u* uoor het opstellen van de andere lnformahe, waaronder het taarverslag ln overeenstemmlng met het BBV o5olZOL7 Ot2446 MH

164 Deloittc. Beschrijving ven verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekenlng Verantwoordelljkheden van het dagelfiks bestuur en het algemeen bestuur voor de jaerrckenlng Hct dagelfiks bestuur ls versntwoordelfk voor het opmaken en getrouw weargeven van de Jaarrekenlng ln overeenstemmlng met het BBV. tlet dagelüks bestuur ls ook verantwoordelfk voor het rechtmatlg tot stand komen van de ln de Jaanekenlng verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutatles, ln overeenstemmlne met de begroung en met de ln de relevante wet- en regelgevlng opggnomen bepallngen, waaronder verordenlngen van de gemeenschappellke regellng, zoals opgenomen ln het normenkader, ln dlt kader ls het dagelljks bcstuur tevsns verantwoordelflk voor een zodanlge lnterne beheersing dle het dagel[ks bestuur noodzakellk acht om het opmaken van de Jaarrekenlng en de nalevlng van dle relevante wet- n regelgevlng mogelfik te maken zonder afwljklngen van materleel belang als gevolg van fouten of fraude. I'let algemeen bestuur ls verantwoordelfk voor het ultoefenen van toez cht op het proces van flnanclële verslaegevlng van de gemeenschappelfke regellng. Onze vertnt$roordelijkheden voor de controle van de Jaarrckcnlng Onze verantwoordelukheld ls het zodanlg plannen en ulwoeren van een controleopdracht dat w[ daarmee voldoende en geschlkte controle-lnformatle verkrflgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle ls ulteevoerd met een hoge mate maãr geen absolute mate van zekerheld waardoor het mogelijk ls dat wu tüdens onze controle nlet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Añvuklngen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zfln materleel lndlen redelukerwls kan worden venvacht dat deze, aê onderlflk of gezamenluk, van lnvloed kunnen zfn op de economlsche besllsslngen dle gebrulkcrs op basls van deze Jaðrrekenlng nemen. De materlalltelt bclnvloedt de aard, tlmlng en omvâng vån onze controlewerkzaamheden en de evaluatle van het effect van onderkende afwflklngen op ons oordeel. WJ hebben deze accountantsconlrole professloneel krltlsch ultgevoerd en hebben waar relevant profess onele ooldeelsvormlng oegepast ln overeenstemmlng met de Nederlandse controlcstandðârden, het Bado en het controleprotocol dat ls vastgesteld door het algemeen bestuur cn de Regellng Controleprotocol Wet normerlng bezoldlglng topfunctlonarlssen publlcke en semlpublleke sector (WNÐ 2016, ethlsche voor6chrlf- ' ten en de onafhankelljkheldselsen. Onze controle bestond onder andere ult: I Het ldenuñc ren en lnschatten van de rlslco's dat de Jaarrekenlng afu[klngen van materleel belang bev t als gevolg van fouten of fraude dan wel het nlet rechtmaug tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutttles, hêt ln reacüe op dezc rlslcob bepalen cn ultvoeren van controlewcrkzaamheden en het verkrfgen van controle-lnformatle dle voldoende en geschlkt ls als basl voor ons oordecl. B[ fraude ls het rlslco dat een afrvflklng van materleel belang nlet ontdekt wordt groter dan bu fouten. BU ffaude kan sprake zfln van samensprnnlng, valsheld ln geschrlfre, het opzettelfk nalaten transactles Våst te leggen, het opzettetük verkeerd voorutellen van zaken of het doorbreken van de lnterne beheerslng zofl A12446 MH

165 Deloittc. a Het verkrljgen van lnzicht ln de lnterne beheerslng dle relevant ls voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren dle passend zljn ln de omstandlgheden. Deze werkzaamheden hebben nlet als doel om een oordeel ult te spreken over de effectlvltelt van de lnterne beheerslng van de gemeenschappeluke regellng. Het evalueren van de geschlktheld van de gebrulkte grondslagen voor financlêle verslaggevlng, de gebrulkte financlêle rechtmatigheldscrlteria en het eyalueren van de redelfkheld van schattlngen door het dagelflks bestuur en de toellchtlngen dle daarover ln dejaarrekenlng staan. a Het evalueren van de presentatle, structuur en lnhoud van de Jaarrekenlng en de daarln opgenomen toellchtlngen. Het evalueren of de Jaarrekenlng een getrouw beeld geeft v n de onderllggende transacties en gebeurtenlssen en of de ln de Jaarrekenlng verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutatles ln alle van materleel belang zljnde aspecten rechtmatlg tot stand zfjn gekomen, WU communlceren met algemeen bestuur onder andere over de geplande relkwljdte en tlmlng van de conlrole en over de slenlflcante bevlndlngen dle ult onze controle naar voren zfn Eekomen, waaronder eventuele slgnlflcante tekortkomlngen ln de lnteme beheerslng. Arnhem, 15 maart 2017 Deloltte Paraaf voor ldentlfl catledoelelnden : RA /20 t7 OLZ446 I MH

166 Zienswijzen gemeenten Jaarstukken 2016 Overzicht dd. 14 juni 2017 bijlage bij punt 5.1 Gemeente Rivierenland Zienswijze door gemeente gemaakte opmerkingen Buren Akkoord Raad stemt in met jaarrekening 2016 en met toevoeging van aan de algemene reserve Culemborg Akkoord Raad stemt in met jaarrekening 2016 en met toevoeging van aan de algemene reserve Geldermalsen Akkoord Instemming met jaarrekening 2016 en met toevoeging van aan de algemene reserve Aan de opdracht om een ondernemingsgerichte organisatie te zijn heeft u ruimschoots voldaan. Lingewaal Akkoord Maasdriel Akkoord Instemming met jaarrekening 2016 en met toevoeging van aan de algemene reserve Neder-Betuwe Akkoord Raad stemt in met jaarrekening 2016 en met toevoeging van aan de algemene reserve Neerijnen Akkoord Instemming met jaarrekening 2016 en met toevoeging van aan de algemene reserve Aan de opdracht om een ondernemingsgerichte organisatie te zijn heeft u ruimschoots voldaan. Tiel Zaltbommel Akkoord Raad stemt in met jaarrekening 2016 en met toevoeging van aan de algemene reserve

167 Gemeente regio Nijmegen Zienswijze door gemeente gemaakte opmerkingen Beuningen Akkoord Instemming met jaarrekening 2016 en het winstbestemmingsvoorstel Druten Berg en Dal Heumen Nijmegen West Maas en Waal Akkoord Raad stemt in met de jaarrekening 2016 GGD GZ Raad stemt in om het resultaat van toe te voegen aan de algemene reserve Wijchen Akkoord Raad stemt in met de jaarrekening 2016 GGD GZ Raad stemt in om het resultaat van toe te voegen aan de algemene reserve

168 Algemeen bestuur vergadering 29 juni 2017 agendapunt 5.2 onderwerp Programmabegroting 2018 Korte samenvatting onderwerp: Bijgaand ontvangt u een aangepaste versie van de conceptbegroting (versie 0.9, dd. 14 juni 2017). Ongewijzigde uitgangspunten in versie 0.9 van de conceptbegroting 2018: - Een indexering van de gemeentelijke bijdrage van 1,8%. - Een acquisitiedoelstelling van ,-- (netto). - Een taakstelling van ,-- in 2018, oplopend tot ,-- in 2021 ten gevolge van uitvoering integrale JGZ in Neder-Betuwe en invoering nieuw functiewaarderingsysteem HR 21). - Gelijkblijvende huisvestingslasten in Nijmegen en wijziging huisvestingslasten in Tiel door verhuizing. - Hogere ICT-lasten ten gevolge van nieuwe aanbesteding. De kosten van ICT nemen naar verwachting in 2018 toe met naar schatting ,--. - Harmonisering van JGZ, PSHi en Veilig Thuis. - Verhoging forensische geneeskunde met ,-- als gevolg van een toenemende productie Gewijzigde uitgangspunten in versie 0.9 van de conceptbegroting 2018: (t.o.v. versie 0.8, die op 31 maart jl. is toegezonden aan de raden van deelnemende gemeenten) 1. Verhoging WMO van ,-- is niet opgenomen, conform AB besluit van 6 april De incidentele verhoging van de inwonerbijdrage is bepaald op ,-- (was ,--) ten behoeve van: a) extra huisvestingslasten voor Veilig Thuis; b) half jaar extra huur huidig pad Tiel ter overbrugging verhuizing en verhuiskosten; c) aanbestedingstraject ICT. De huidige ICT-voorziening is verouderd en dient vervangen te worden om de bedrijfsvoering van de GGD niet in gevaar te brengen en soepel te laten verlopen. De rol van ICT in de afgelopen jaren is steeds belangrijker geworden: Het is een randvoorwaarde om effectief en efficiënt te kunnen werken. 3. De structurele verhoging van de inwonerbijdrage is bepaald op ,-- (was ,--) ten behoeve van de uitvoering uniforme taken. 4. Juist referentiekader t.b.v. Harmonisatie Veilig Thuis in conceptbegroting 2018 In de begroting 2018 (versie 0.8, dd. 31 maart 2017) is op diverse onderdelen een harmonisatie doorgevoerd, te weten op de terreinen JGZ, PSHi en Veilig Thuis. In het overzicht (dat gepresenteerd is in het AB van 6 april jl. en bijlage 6.4 in de concept-begroting 2018, versie 0.8) waarin de bijdragen van de deelnemende gemeenten zijn opgenomen, is voor Veilig Thuis niet het juiste referentiekader gehanteerd. Concreet is sprake van een tweetal aspecten, dat leidt tot een wijziging van de bijdrage van de gemeenten. Het gaat om: a. De bijdrage voor vrouwenopvang b. De bijdrage Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

169 ad. a De bijdrage vrouwenopvang is een bijdrage die door het Rijk wordt verstrekt aan de centrumgemeente Nijmegen. Nijmegen wordt geacht deze door te geleiden naar de GGD. In het overzicht in de concept-begroting 2018 (versie 0.8, dd. 31 maart 2017) is deze bijdrage echter niet ten laste van de gemeente Nijmegen gebracht, maar meegenomen in de harmonisatie en daardoor ten laste gebracht van alle gemeenten. ad. b De AMK-bijdrage werd door de gemeenten uit Regio Nijmegen aan de gemeente Nijmegen betaald en vervolgens aan de GGD. Wat in de concept-begroting (versie 0.8) niet goed is gegaan, is dat in de harmonisatie de bijdrage alleen naar de Nijmeegse gemeenten is omgeslagen en niet over de gehele regio, terwijl de bijdrage voor de Rivierenlandse gemeenten wel over alle gemeenten is geharmoniseerd. Gevolg is dat de Rivierenlandse gemeenten nu meer betalen en gemeenten in de Regio Nijmegen minder. In de concept-begroting (versie 0.8) was dit andersom en dat wordt hiermee opgeheven. Bovengenoemde twee aspecten zijn verwerkt in de bijgaande concept-begroting (versie 0.9, dd. 14 juni 2017) en in tabel 1 en 2 van de bijlage (zie onder). Met het oog op een juiste advisering is deze informatie betreffende harmonisatie Veilig Thuis in mei jl. gestuurd naar de ambtenaren Financien en Volksgezondheid van de deelnemende gemeenten. Zienswijzen In de bijlage vindt u een overzicht van de beschikbare zienswijzen van de deelnemende gemeenten ten behoeve van de behandeling en vaststelling van de Begroting Ter vergadering wordt u een actueel overzicht van de zienswijzen aangereikt. Verzoek Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld in te stemmen met de conceptbegroting (versie 0.9; dd. 14 juni 2017). Dit betekent dat aan het Algemeen Bestuur wordt gevraagd een besluit te nemen over de hoogte van de indexering en de hoogte van de incidentele en structurele bijdrage. Voorgesteld wordt een indexering van 1,8%, een incidentele bijdrage van ,-- en een structurele bijdrage van ,-- (zie boven). Als een meerderheid in het AB (conform de stemverhouding) de indexering wil bepalen op 1,22%, dan is het tekort op de begroting van de uniforme taken ,--. Het Dagelijks Bestuur stelt dan voor om de structurele bijdrage te verhogen met ,- tot , mede omdat het Dagelijks Bestuur (op voordracht van de GGD) geen mogelijkheid ziet om naast de hierboven genoemde taakstelling van de GGD van ,-- in 2018 oplopend tot ,-- in 2021 nog meer te bezuinigen. Inhoudelijke analyse geeft aan dat de taken in het uniforme pakket van de GGD op het professionele minimum worden uitgevoerd. Voorstel te beslissen: 1. Instemmen met de aangepaste begroting 2018 (versie 0.9; dd. 14 juni 2017) en daarmee met: a. Indexering van 1,8% b. Een incidentele verhoging van de inwonerbijdrage van ,--. c. Een structurele verhoging van de inwonerbijdrage van , Indien met beslispunt 1 niet wordt ingestemd, in te stemmen met een: a. Indexering van 1,22%. b. Een incidentele verhoging van de inwonerbijdrage van ,--. c. Een structurele verhoging van de inwonerbijdrage van ,--.

170 Bijlagen Bijlage I: Totale bijdrage Veilig Thuis per gemeente Gemeenten Inwoners per 1/1/2017 (conform BRN Richtlijn) Totale bijdrage VT 2018 Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal gemeenten Mook en Middelaar Totaal

171 Bijlage II: Totale harmonisatie effecten per gemeente Totaal harmonisatie effecten Gemeenten Inwoners per 1/1/2017 (conform BRN Richtlijn) JGZ 0 tot 18 uniforme bijdrage JGZ 4 tot 18 uniforme bijdrage PSHI uniforme bijdrage Bijzondere Zorg bijdrage Veilig Thuis incl. AMK bijdrage* AMK bijdrage (budget neutraal)* Veilig Thuis excl. AMK bijdrage* (1) (2) (3) (4) Beuningen % Druten % Berg en Dal % Heumen % Nijmegen % West Maas en Waal % Wijchen % Buren % Culemborg % Geldermalsen % Lingewaal % Maasdriel % Neder-Betuwe % Neerijnen % Tiel % Zaltbommel % Totaal gemeenten % Mook en Middelaar % Totaal % van totale uniforme bijdrage Totaal % * De harmonisatie effecten voor de gemeenten in het Rijk van Nijmegen zijn te verklaren door de AMK bijdrage. Deze bijdrage wordt nu betaald aan de gemeente Nijmegen. Vanaf 2018 wordt deze AMK bijdrage rechtstreeks betaald aan de GGD. Dit betreft een budget neutrale wijziging voor de gemeenten. Indien de AMK bijdrage buiten beschouwing wordt gelaten dan zijn de effecten minimaal. De AMK bijdrage per gemeente zijn: - Berg en Dal Beuningen Druten Heumen Nijmegen Wijchen Totale AMK bijdrage vanuit het Rijk van Nijmegen

172 Programmabegroting 2018 uitgave GGD Gelderland-Zuid datum 14 juni 2017 afdeling Directie ons kenmerk GGD/0034/17/MP/jj versie Programmabegroting status CONCEPT

173 Programmabegroting 2018 pagina 2 van 77

174 Programmabegroting 2018 pagina 3 van 77 Inhoudsopgave 1 INLEIDING PROCEDURE OPZET BEGROTING GEZONDHEID IN GELDERLAND-ZUID GEZONDHEIDSSITUATIE IN GELDERLAND-ZUID MEERJARENSTRATEGIE GGD GELDERLAND-ZUID PROGRAMMA GGD OVERZICHT PROGRAMMA GGD-BREDE PRODUCTEN (UNIFORM) WERKVELD SPECIFIEK (UNIFORM) WERKVELD SPECIFIEK (FACULTATIEF) INTERNE DIENSTVERLENING ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN PARAGRAFEN RISICOMANAGEMENT EN WEERSTANDSVERMOGEN KENGETALLEN ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN FINANCIERING RENTE ORGANISATIE EN BEDRIJFSVOERING VERBONDEN PARTIJEN FINANCIËN OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN (INCL. TOELICHTING) OVERZICHT VAN GERAAMDE BATEN EN LASTEN PER TAAKVELD EEN GEPROGNOSTICEERDE BEGIN- EN EINDBALANS BIJLAGEN INVESTERINGSPLANNING VERLOOPOVERZICHT VOORZIENINGEN EN RESERVES GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING BIJDRAGE PER GEMEENTE BIJDRAGE MOOK EN MIDDELAAR LIJST VAN AFKORTINGEN... 77

175 Programmabegroting 2018 pagina 4 van 77

176 Programmabegroting 2018 pagina 5 van 77 1 Inleiding Voor u ligt de concept programmabegroting GGD Gelderland-Zuid GGD Gelderland-Zuid werkt voor 16 gemeenten in Rivierenland en regio Nijmegen. Daarnaast voert de GGD voor gemeente Mook en Middelaar de volgende taken uit: JGZ 0-18, Toezicht Wmo, Toegang beschermd wonen en Veilig Thuis. In de begroting zijn uniforme en facultatieve taken opgenomen, deze laatste voor zover deze door gemeenten zijn aangegeven voorafgaand aan het opstellen van de begroting. 1.1 Procedure Conform de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid wordt de conceptbegroting 2018 voorgelegd aan de deelnemende gemeenten voor zienswijze. Het Algemeen Bestuur zal de begroting 2018 eind juni 2017 vaststellen. 1.2 Opzet begroting De begroting 2018 kent een wezenlijk andere opzet dan in de voorgaande jaren. De aanleiding hiervoor is enerzijds een beleidsmatige en anderzijds ingegeven door wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De beleidsmatige aanpassingen hangen samen met de visie van de GGD om integraal te werken vanuit verbindende thema s. Vanuit deze visie en de werkpraktijk is gekozen voor een indeling van de begroting 2018 in een uniform en een facultatief deel. Ten aanzien van de uniforme taken onderscheiden we GGD-brede producten (waar meerdere afdelingen in samenwerken en in lijn met de meerjarenstrategie) en producten die werkveldspecifiek zijn. De facultatieve taken worden per werkveld aangegeven. Niet alleen oogt het anders, maar ook financieel-technisch zijn diverse aanpassingen doorgevoerd. Conform voorschrift BBV zijn de onderdelen Interne dienstverlening en Algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Onder algemene dekkingsmiddelen is de bijdrage van de gemeenten aan het uniforme takenpakket opgenomen. In het financiële deel van de begroting zijn de financiële kengetallen, een balans en de baten en lasten per taakveld opgenomen. Ook zijn de voorgeschreven kengetallen (m.n. betreffende personele kosten) voor de eerste maal in de begroting terug te vinden.

177 Programmabegroting 2018 pagina 6 van 77 2 Gezondheid in Gelderland-Zuid 2.1 Gezondheidssituatie in Gelderland-Zuid Gezondheid en transities in het sociale domein Gezondheid is een groot goed. Nederlanders vinden gezondheid het belangrijkste in hun leven, met afstand gevolgd door familie/relaties. Gezondheid is meer dan afwezigheid van ziekten. De (nieuwe) definitie van gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren; in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven (Huber, 2014). Onze gezondheid hangt met veel aspecten samen. Heel sterk is de relatie met participatie; waarbij wordt verstaan participatie op de arbeidsmarkt, in het onderwijs of bij vrijwilligerswerk. De participatie is hoger als iemand gezond is, maar ook het omgekeerde geldt: als je participeert, heeft dit een positief effect op gezondheid. Een kind dat gezond is, behaalt op school betere resultaten en maakt daarmee een betere kans op de arbeidsmarkt. Een hoger inkomen is weer gekoppeld aan een gezondere leefstijl en daarmee aan een betere gezondheid. En zo zijn er relaties met welzijn, het sociale netwerk, sociale veiligheid, de inrichting van onze leefomgeving, toegankelijkheid van voorzieningen, etc. Gezondheid is dus afhankelijk van veel factoren. Met de transities in het sociale domein zijn er meer kansen om op gemeentelijk niveau de factoren die samenhangen met gezondheid te beïnvloeden. De bedoeling is dat maatregelen op de verschillende domeinen meer in samenhang met elkaar worden gebracht en beter gericht worden op de individuele situatie van de inwoners. De GGD zet zich in om publieke gezondheid, preventie, welzijn, zorg en veiligheid te verbinden; hierbij rekening houdend met de lokale context. De uitdaging voor de GGD is om haar werkzaamheden in goede samenwerking met (sociale) wijkteams, regie- en gebiedsteams en andere keten- en netwerkpartners vorm te geven Gezond leven De overheid streeft een gezonde en veilige samenleving na. Om levensbedreigende of chronische ziekten te voorkomen en vroegtijdig op te sporen, zijn er vaccinatieprogramma s en bevolkingsonderzoeken. Maar het voorkomen van ziekten staat voorop; het bevorderen van een gezonde leefstijl is daarom van cruciaal belang. In de Volksgezondheidstoekomstverkenningen (VTV), die in 2014 door het RIVM zijn uitgebracht, blijkt dat de levensverwachting stijgt, maar minder hard dan de afgelopen 10 jaar. Ook blijven de verschillen tussen de sociaaleconomische groepen groot; voor de nabije toekomst worden ze mogelijk zelfs groter. Opvallend is de levensverwachting in goed ervaren gezondheid; deze is voor laagopgeleiden 19 jaar korter dan voor hoogopgeleiden. De meeste ziektelast komt voor rekening van psychische stoornissen, hart- en vaatziekten en kanker. Van de leefstijlfactoren die bijdragen aan de totale ziektelast is roken het belangrijkst, gevolgd door overgewicht en weinig lichamelijke activiteit. Het aandeel ouderen in de samenleving stijgt. Het aantal mensen met een chronische ziekte neemt toe, er blijven echter evenveel mensen met een beperking. De meeste chronisch zieken participeren; vooral het hebben van beperkingen is belemmerend voor participatie, niet de chronische ziekte op zich. De variëteit binnen de groep chronisch zieken is groot. Het vermogen om zich aan te passen en eigen regie te voeren wordt belangrijker, maar niet iedereen is even zelfredzaam. Deze chronisch zieken hebben ondersteuning nodig, die aansluit bij hun capaciteiten en wensen. Zorggebruik is niet alleen een kostenpost; het is ook een investering in de toekomst: een groot deel van de stijging in levensverwachting en het kunnen blijven participeren aan de samenleving komt door preventieve en curatieve zorg. De zorg biedt ook aan veel mensen werkgelegenheid.

178 Programmabegroting 2018 pagina 7 van 77 De Wet publieke gezondheid (Wpg) vormt het belangrijkste wettelijke kader voor gezondheidsbeleid, gezondheidsbescherming en (wijkgerichte) gezondheidsbevordering. De vierjaarlijkse nota Gemeentelijk Gezondheidsbeleid wordt volgens deze wet opgesteld. Aanknopingspunten hiervoor biedt de landelijke nota gezondheidsbeleid, als onderdeel van de zogenaamde preventiecyclus. Gemeenten maken iedere vier jaar een lokale gezondheidsnota, waarin staat wat zij doen om hun inwoners gezond te houden en hoe zij dit uitvoeren. De Wpg staat niet op zichzelf, maar raakt ook andere wettelijke taken; zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de transities rond zorg, ondersteuning, jeugd en werk. Gemeenten pakken deze transities/transformatie vaak in samenhang op, waarbij de relatie met gezondheid altijd aanwezig is Gezondheidssituatie in Gelderland-Zuid Ruim driekwart van de volwassen inwoners van Gelderland-Zuid vindt de eigen gezondheid goed. Zo blijkt uit een grootschalig GGD-onderzoek in 2012 onder zelfstandig wonende 19-plussers. Uit het EMOVO-onderzoek onder jongeren (klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs) uit 2015 blijkt dat 87% van de jongeren zijn of haar eigen gezondheid goed vindt. Gemiddeld voelt ook ruim negen van de tien volwassen inwoners zich gelukkig en geeft slechts 7% zichzelf een onvoldoende als rapportcijfer voor geluk. Voor jongeren zien we dat 71% het eigen geluk met een 8 of hoger scoort en één op de tien scoort dit met een 6 of lager. Toch heeft 62% een of meerdere chronische gezondheidsklachten; zoals hoge bloeddruk (18%), migraine (17%), artrose (15%) of diabetes (6%). De huisarts is een belangrijke schakel binnen de eerstelijn en het eerste aanspreekpunt voor mensen met vragen of problemen over gezondheid en ziekte. Gemiddeld heeft in Gelderland-Zuid 73% van de inwoners het afgelopen jaar contact gehad met de huisarts. Psychische ongezondheid vormt een groot deel van de totale ziektelast onder de volwassen bevolking. In Gelderland-Zuid heeft 37% een matig risico op een depressie of angststoornis en 6% heeft zelfs een hoog risico. Onder jongeren zien we dat 10% zich, in de twee weken voorafgaand aan het onderzoek, meer dan de helft van de tijd in de put of somber heeft gevoeld. Mensen die het gevoel hebben controle te hebben over hun leven kunnen beter omgaan met problemen, waaronder gezondheidsproblemen. Regie over eigen leven is een beschermende factor tegen achteruitgang in lichamelijk functioneren en 92% van de inwoners heeft deze regie. De sociale omgeving kan de gezondheid van een persoon zowel positief als ook negatief beïnvloeden. Driekwart van de inwoners ziet de buren regelmatig en zeven op de tien inwoners doet ook wel eens iets voor de buren. Eén op de drie doet vrijwilligerswerk; dit kan zin geven aan het leven en brengt mensen in contact. Hierdoor wordt de kans op eenzaamheid verkleind. Langdurige eenzaamheid heeft direct gevolgen voor de kwaliteit van leven en heeft een negatieve invloed op de gezondheid; 5% is ernstig eenzaam, 3% zeer ernstig eenzaam. Ouderen zijn vaker eenzaam dan 19- tot 65- jarigen. We zien dat 8% van de jongeren weinig sociale steun ervaart door vrienden. Chronische aandoeningen komen logischerwijs vaker voor bij 65-plussers, zo ook beperkingen. Gemiddeld heeft bijna een kwart van hen mobiliteitsproblemen, oplopend tot ruim de helft bij 85- plussers. Kwetsbaarheid is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren; hetgeen de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten. In Gelderland-Zuid kan ruim een kwart (27%) van de 65-plussers als kwetsbaar worden beschouwd. Gezondheidswinst is te behalen door aanpassing van leefstijl; zoals roken, voeding en bewegen. Maar ook het verbeteren van de sociale omgeving, zingeving, werken of het doen van vrijwilligerswerk geeft gezondheidswinst.

179 Programmabegroting 2018 pagina 8 van 77 Binnen de regio zijn er grote gezondheidsverschillen tussen hoog- en laagopgeleiden. En ook is er sprake van gezondheidsverschillen tussen de diverse gemeenten in Gelderland-Zuid. Aandacht voor lage SES-groepen blijft belangrijk, om verschillen in gezondheid niet groter te laten worden. Daarnaast is aandacht voor kwetsbare groepen van belang, om te zorgen dat iedereen mee blijft doen en mee kán doen. Denk hierbij ook aan migranten en aan mensen met een (licht) verstandelijke beperking, die door de gewijzigde zorgarrangementen meer lokale ondersteuning behoeven. Hierbij helpt het om aan te sluiten bij de lokale situatie en bij bestaande initiatieven binnen het hele zorg- en welzijnsveld. Dit is gebruik maken van de kracht die al aanwezig is én deze versterken. 2.2 Meerjarenstrategie GGD Gelderland-Zuid Het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid heeft eind 2015 de Meerjarenstrategie vastgesteld. Conform de Gemeenschappelijke Regeling stelt de GGD iedere vier jaar een meerjarenstrategie op. Met de meerjarenstrategie wil de GGD inzicht bieden in de focus, strategie en ambities van de GGD voor de periode , vanuit de publieke dienstverlening die de GGD voor de gemeenten van Gelderland-Zuid vervult. De maatschappij verandert en de GGD sluit hier op aan, zodat wij onze gemeenten op goede wijze kunnen blijven ondersteunen bij het gemeentelijk beleid. De meerjarenstrategie van GGD Gelderland-Zuid beschrijft de koers van de GGD voor de komende vier jaar: de periode van 2016 tot en met De meerjarenstrategie is gebaseerd op de gezondheidssituatie van onze inwoners en de veranderingen in de maatschappij. Dit alles in het licht van de GGD als publieke gezondheidsdienst. De GGD als publieke gezondheidsdienst GGD Gelderland-Zuid is de gemeenschappelijke gezondheidsdienst van 16 gemeenten in Gelderland- Zuid. De GGD werkt als verlengde arm van deze gemeenten samen met burgers, welzijn-, sport- en zorgorganisaties en veiligheidspartners. De GGD voert een divers takenpakket uit op het gebied van publieke gezondheid. De taken zijn gericht op het beschermen, bewaken en bevorderen van gezondheid. Basistaken van de GGD zijn: kennis hebben van en informatie geven over de gezondheid van de inwoners, het organiseren van collectieve preventie (preventie gericht op groepen), uitvoering van infectieziektebestrijding en uitvoering van de taken op het terrein van jeugdgezondheid. Een belangrijk deel van de taken van de GGD concentreert zich in het voorveld (preventie, signaleren, monitoren), maar de GGD voert ook vangnettaken voor de gemeenten uit. Met de decentralisaties zijn ook nieuwe taken bij de GGD neergelegd: Wmo-toezicht, Veilig Thuis en Toegang beschermd wonen. De GGD bundelt kennis en expertise regionaal en (inter)nationaal en zet deze lokaal en regionaal in. Binnen het brede takenpakket vervult de GGD verschillende rollen: deskundige uitvoerder kennis- en expertiseorganisatie vertrouwde adviseur crisisorganisatie toezichthouder Juist de samenhang tussen de vijf rollen maakt de GGD onderscheidend. Als publieke dienst werken wij vanuit het algemeen belang, ten behoeve van gemeenten en haar inwoners. De GGD kan toeleiden naar zorg, maar verleent deze zelf niet. Dit geeft de GGD een onafhankelijke positie in het veld. Door de breedte en samenhang van ons werkveld kan de GGD gemeenten integraal adviseren en ondersteunen.

180 Programmabegroting 2018 pagina 9 van 77 De samenleving verandert De samenleving verandert van de maakbare maatschappij naar de zelfredzame maatschappij, waarbij de focus ligt op meedoen en uitgaan van kansen en mogelijkheden. In het sociale domein hebben gemeenten nieuwe taken gekregen. Zij zijn integraal verantwoordelijk geworden voor de zorg en ondersteuning van burgers. Zij organiseren deze taken dichtbij de burger en gaan zoveel mogelijk uit van eigen regie. Zowel in het sociaal domein als ook in de gezondheidszorg zien wij een verschuiving van specialistische zorg naar lichtere zorg en het voorkómen van zorg. Met het nieuwe concept van gezondheid (Positieve gezondheid) wordt gezondheid gezien als een middel voor een betekenisvol bestaan. Positieve gezondheid kan omschreven worden als het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen (Huber, 2014). Meer en meer ontstaat het maatschappelijk besef dat investeren in preventie van belang is. Ook verandert de manier waarop wij als samenleving omgaan met risico s: van maximale veiligheid voor iedereen naar risicogericht optreden. De GGD verandert mee De veranderingen in de samenleving maken dat de GGD ook verandert: 1. Wij sluiten aan bij de behoeften van inwoners. Bij de uitvoering van onze dienstverlening, bij het opstellen en uitvoeren van nieuwe plannen en bij de communicatie, sluiten wij aan bij de behoefte van inwoners. Wij helpen inwoners om zelf regie op de gezondheid te houden of te ontwikkelen. 2. De GGD heeft extra aandacht voor kwetsbare groepen. Niet iedereen is even goed in staat om regie op de eigen gezondheid te voeren. Daarom richt de GGD zich extra op kwetsbare groepen, zoals mensen met een lage sociaaleconomische status, ouderen en zorgwekkende zorgmijders. Wij hebben kwetsbare groepen in beeld en bieden zo nodig extra ondersteuning en leiden toe naar zorg. 3. De GGD versterkt zijn rol als verbinder en makelaar. De GGD voert zijn publieke opdracht uit in samenwerking met gemeenten, lokale, regionale en nationale partners. Wij adviseren gemeenten gevraagd en ongevraagd over vraagstukken op het gebied van de publieke gezondheid. Wij werken vanuit een integrale aanpak aan gezondheidsproblemen. Wij versterken onze rol als verbinder en makelaar om collectieve preventie vorm te geven; om nog beter te signaleren en vroegtijdig in te grijpen; om een bijdrage te leveren aan een gezond en veilig leefklimaat. Om de rol van verbinder en makelaar te versterken, transformeert de GGD zich meer en meer naar een netwerkorganisatie. Ambities voor de komende jaren De GGD wil met zijn dienstverlening aansluiten bij de veranderende samenleving en de nieuwe taken van gemeenten. Om dit mogelijk te maken, investeren en innoveren wij intern en samen met onze ketenpartners op de volgende terreinen: 1. Partner op het gebied van een gezonde jeugd. De GGD wil zich nog meer inzetten voor een gezonde start voor alle kinderen, om opgroei- en opvoedproblemen te voorkomen. Wij behouden de kracht van jeugdgezondheidszorg: de preventieve aanpak, het grote bereik, de laagdrempeligheid en het volgen van de ontwikkeling van alle kinderen. De wijze waarop wij de ondersteuning aanbieden zal meer variëren en beter aansluiten op de behoefte en mogelijkheden van ouders en kinderen. Wij gaan meer aandacht en tijd besteden aan de ouders en kinderen die het echt nodig hebben en nu niet altijd (voldoende) in beeld zijn. Daarom passen wij onze werkwijzen aan en versterken wij onze netwerken met kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, scholen en de huisarts. Wij investeren in de samenwerking met de sociale wijkteams en werken meer op maat en outreachend om risicokinderen dezelfde gezonde basis te bieden.

181 Programmabegroting 2018 pagina 10 van Het organiseren van preventie in het sociaal domein. Om preventie in het sociaal domein vorm te geven, werken wij aan een preventieve infrastructuur. Deze infrastructuur wordt, vanuit een integrale aanpak, ontwikkeld en/of versterkt in nauwe aansluiting op de sociale wijkteams. Vanuit onze epidemiologische kennis over de gezondheidssituatie weten wij wat er speelt. Wij hebben deskundigheid over het bevorderen van gezondheid en vinden aangrijpingspunten om preventie te organiseren. Vervolgens zetten wij samenwerkingsverbanden op rondom thema s en om een ketenaanpak mogelijk te maken. Wij zoeken naar wederzijdse belangen en win-win situaties tussen gemeente, burgers, welzijns-, sport/beweeg- en zorgorganisaties. 3. Samenwerken aan sociale veiligheid. Sociale veiligheid is de basis van het bestaan. De essentie is dat je je veilig voelt in je sociale omgeving en geen hinder ondervindt van anderen. Sociale veiligheid en gezondheid hebben duidelijke raakvlakken. Het gevoel van sociale veiligheid draagt bij aan de ervaren gezondheid. De GGD draagt bij aan de veiligheid op school en in de wijk, door in te zetten op een preventieve aanpak en door handelend op te treden bij individuele casuïstiek. De GGD biedt een vangnet voor mensen die overlast veroorzaken vanuit gezondheidsproblemen. De GGD leidt hen naar zorg. Wij werken in samenwerking met de cliënt, het sociale netwerk en sociale partners, aan voorwaarden voor een menswaardig bestaan. Hierdoor neemt de overlast af en de sociale veiligheid toe. De GGD gaat in deze aanpak meer optrekken met de sociale wijkteams, politie en het Veiligheidshuis. 4. Betrouwbare bijdrage aan een veilige en gezonde leefomgeving. De GGD staat voor een gezonde en veilige leefomgeving als basis voor alle inwoners. Samen met inwoners en netwerkpartners werkt de GGD aan een leefomgeving waarbinnen inwoners gezond en veilig kunnen leven. De GGD bundelt de kennis en krachten met politie en brandweer om gemeenten bij de inrichting van de openbare ruimte in een vroegtijdig stadium te kunnen adviseren. De GGD zorgt dat de basisinfrastructuur op orde is om bij een crisissituatie adequaat te kunnen handelen. Risico s worden tijdig onder de aandacht gebracht van gemeenten. Wij dragen bij aan het vergroten van zelfredzaamheid door inwoners beter te informeren. Wij leveren een bijdrage aan het ontwikkelen van een kennisinfrastructuur rondom gezondheidsrisico s en crisis. Van strategie naar uitvoering Eind 2015 gaf het Algemeen Bestuur akkoord voor de meerjarenstrategie. Daarmee stemde het bestuur ook in met de uitwerking van een zevental verbindende en vernieuwende producten: 1. Goed begin 2. Gezond Ouder worden 3. Sociale Veiligheid op school 4. Sociale aanpak in gemeenten van mensen met verward gedrag 5. Vluchtelingen 6. Infectiepreventie / Antibiotica Resistentie 7. Integrale advisering Gezonde leefomgeving. In 2016 hebben we de uitwerking van deze producten integraal opgepakt. Intern, vanuit de verschillende afdelingen en taakgebieden van de GGD die hierbij betrokken zijn. En extern, door goed te schakelen met gemeenten en samenwerkingspartners. De bovengenoemde verbindende en vernieuwende producten zijn opgenomen in het producten- en dienstenpakket van de GGD ten behoeve van de uitvoering vanaf Met de huidige maatschappelijke ontwikkelingen zien we aanvullend een aantal gebieden waar we in het kader van nieuw voor oud, budgettair neutraal de aandacht willen verleggen. Daar bovenop zijn dit speerpunten waarop we landelijk willen acquireren.

182 Programmabegroting 2018 pagina 11 van 77 Door de ambulantisering van de GGZ wordt de doelgroep psychisch kwetsbare burgers voor gemeenten groter. Zeker gezien de ontwikkelingen en aandacht voor verwarde personen, de aanstaande decentralisatie van beschermd wonen, is de ambitie om OGGz/ Bijzondere Zorg beter neer te zetten. We zetten in op de doorontwikkeling van de afdeling Bijzondere Zorg. Dit betekent investeren in professionalisering en bedrijfsmatiger werken. Het aantal ouderen in de bevolking neemt toe. Nederland vergrijst en ontgroent. Dat zien we ook terug in Gelderland-Zuid. Ouderen zijn fysiek, sociaal en emotioneel kwetsbaarder en hebben vaak (meerdere) chronische ziekten en aandoeningen. Ouderen wonen langer met ondersteuning zelfstandig thuis. Ten behoeve van het bevorderen van de gezondheid en welbevinden van ouderen (preventie) en bevorderen van participatie in de samenleving, wil de GGD in 2018 meer investeren in de aandacht voor de ouderen. Het verzamelen van gegevens over gezondheid in de volle breedte en deze te duiden in de lokale context en het bieden van handelingsopties, is een belangrijke kerntaak van de GGD. Om de ambities op het terrein van gezonde jeugd, organiseren van preventie, samenwerken aan sociale veiligheid en bijdragen aan een veilige en gezonde leefomgeving te kunnen waarmaken, is het randvoorwaardelijk om de monitorfunctie van de GGD door te ontwikkelen. Met het TTP-construct kunnen we op een veilige manier gegevens koppelen en op deze wijze gegevens van verschillende domeinen met elkaar verbinden. Noodzakelijk hierbij is aan te sluiten bij de lokale toegangspoort van de gemeenten (sociale wijkteams).

183 Programmabegroting 2018 pagina 12 van 77 3 Programma GGD 3.1 Overzicht programma

184 Programmabegroting 2018 pagina 13 van 77 Vier pijlers van betrouwbare publieke gezondheid Bij brief aan de Tweede Kamer: Betrouwbare publieke gezondheid, gezamenlijke verantwoordelijkheid gemeenten en Rijk, 28 augustus 2014, heeft de minister van VWS verschillende pijlers van de GGD benoemd voor een robuuste vormgeving van de publieke gezondheid. De minister stelt: De Wpg geeft gemeenten daarvoor een aantal taken zoals het uitvoeren van infectieziektebestrijding, preventieve ouderenzorg en jeugdgezondheidszorg, het monitoren van de volksgezondheid en het voeren van lokaal gezondheidsbeleid waarbij een grote mate van lokale beleidsruimte hoort. De Wpg geeft het Rijk, in casu de minister van VWS, specifieke taken binnen de publieke gezondheid met het doel de kwaliteit en doelmatigheid van de publieke gezondheid te bevorderen. Vier taken zijn voor het fundament van de publieke gezondheid van zo essentieel belang, dat zij op een uniforme wijze moeten worden geborgd. Ze vragen een gespecialiseerde deskundigheid met een hoge mate van continuïteit en duidelijke aanspreekpunten (zowel voor de lokale als de landelijke overheid). Deze taken dienen daarom bij de GGD en te worden belegd en vormen de vier pijlers van iedere GGD. Rijk en gemeenten moeten, vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid, de kwaliteit van deze pijlers gezamenlijk verankeren. De vier pijlers zijn in de brief van de minister in onderstaande figuur verbeeld. Deze vier pijlers komen in de begroting van de GGD terug bij de uniforme taken (professioneel geborgde uitvoering van wettelijke taken), maar kennen ook een facultatieve component die per gemeente (of groep van gemeenten) wordt afgenomen.

185 Programmabegroting 2018 pagina 14 van GGD-brede producten (uniform) Vluchtelingen De publieke gezondheid vluchtelingen richt zich op de gezonde opvang van vluchtelingen en statushouders in Gelderland-Zuid, zowel binnen de COA-locaties als binnen gemeenten. De publieke gezondheid van vluchtelingen en statushouders betreft één van de vernieuwende en verbindende producten in het kader van de GGD-meerjarenstrategie. Op een integrale manier worden binnen Gelderland-Zuid en binnen de GGD duurzame netwerken gebouwd die nodig zijn om aan te sluiten bij de behoefte van gemeente en (nieuwe) inwoners en wordt extra aandacht gegeven aan deze kwetsbare groep in ons werkgebied. Belangrijke ontwikkelingen in 2018 betreffen de afbouw van de zorg in het AZC Stieltjesstraat, waarvan de sluiting voorzien is in september 2018, en de laatste fase van de inzet van de extra middelen die beschikbaar zijn gesteld in het kader van het Uitwerkingsakkoord verhoogde instroom asielinstroom en het borgen van een duurzame organisatie voor deze zorg. Strategisch doel Vluchtelingen: gezonde opvang van asielzoekers en succesvolle integratie van vergunninghouders. Operationeel doel Prestatie 2018 Borgen van gezonde opvang en inburgering van vluchtelingen in één doorlopende lijn vanaf binnenkomst tot en met de eerste periode na huisvesting in de gemeenten. Bieden Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers in AZC s in opdracht van COA. WPG-taken van de GGD extra inzetten voor extra behoeften van nieuw gevestigde statushouders in gemeenten. Cultuur-sensitief werken vanuit GGD en netwerkpartners. (Uit)bouwen van netwerken gezondheidszorg voor vluchtelingen met COA, gemeenten en ketenpartners.

186 Programmabegroting 2018 pagina 15 van 77 Bedragen x 1.000,- Vluchtelingen Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Gezondheid van de jeugd -9 mnd - 18 jaar (regio Nijmegen, West Maas en Waal en Neder- Betuwe) We gaan uit van de gezonde ontwikkeling van het kind en de vraag van ouders, kinderen en jongeren. Landelijk ligt de focus op de thema s goede hechting, ouderschap, weerbaarheid en gezonde leefstijl. Daarmee dragen we bij aan het oplossen/terugdringen van de maatschappelijke epidemieën van deze tijd: schoolverzuim, kindermishandeling en armoede. Met de meeste kinderen in Nederland gaat het goed, waarbij het belangrijk is dat zij hun veerkracht behouden. Een deel van de jeugd heeft extra aandacht nodig om veerkrachtig te worden. Daarnaast is een klein deel van de kinderen dat zorg nodig heeft. De kinderopvang en later de school heeft een grote vormende waarde en neemt in het leven van kinderen een vooraanstaande plaats in. Een gezonde en veilige kinderopvang en school is een belangrijke omgeving, waar een positieve invloed kan uitgaan op de ontwikkeling van het kind. Ook is het een vindplaats van signaleren als kinderen problemen hebben. Iedere school heeft een eigen jeugdarts, eigen jeugdverpleegkundige(n) en een eigen gezonde school-adviseur, die nauw met elkaar samenwerken en de school kennen. Ze kunnen elkaars expertise benutten en elkaar in stelling brengen om samen met de school en de ouders bij te dragen aan individuele en collectieve vormen van oplossingen. De GGD heeft hiermee een dekkend netwerk over de hele regio gerealiseerd, waarmee voor iedere school een aanbod op maat kan worden geleverd. Partner op het gebied van een gezonde jeugd is één van de ambities van de GGD uit de Meerjarenstrategie In de Meerjarenstrategie geven we aan dat we nog meer willen inzetten op een gezonde start voor alle kinderen om opgroei- en opvoedproblemen te voorkomen met speciale aandacht voor risicokinderen en hun ouders (kwetsbare groepen). We passen daarom onze werkwijzen aan en versterken onze netwerken en duurzame samenwerking met kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, scholen, ouders en de huisarts. We investeren in de samenwerking met de sociale wijkteams en werken meer op maat en outreachend om risicokinderen dezelfde gezonde basis te bieden.

187 Programmabegroting 2018 pagina 16 van 77 De implementatie van de Stelselwijziging Jeugd en Passend Onderwijs is in volle gang. Dat geeft de gemeente nieuwe verantwoordelijkheden. Van de GGD vraagt het dat zij meebeweegt en haar eigen rol en taak met deze nieuwe maatschappelijke uitdagingen opnieuw inhoud en vorm geeft. Centrale elementen zijn het versterken van eigen kracht, eigen regie van jeugdigen en ouders. Van de professional vraagt dat een andere instelling. Zij zal moeten aansluiten op deze vraag en de eigen mogelijkheden van ouder en kind moeten stimuleren. Tegelijkertijd willen we zaken meer in samenhang met elkaar en geïntegreerde aanpakken. Niet wachten tot het fout gaat, maar meer investeren in preventie. Een integrale aanpak vraagt van de GGD dat haar professionals ook meer samen optrekken en elkaars mogelijkheden beter benutten. Nu er een regionaal dekkend netwerk van gezonde school-adviseurs is gerealiseerd in de regio Gelderland-Zuid kunnen jeugdartsen en verpleegkundigen en gezonde school-adviseurs gezamenlijk op school optrekken en zo nodig hun collega s van seksuele gezondheid, Milieu en Gezondheid, Bijzondere Zorg en Veilig Thuis inschakelen. Er wordt daarbij ook gewerkt met een nieuwe definitie van gezondheid. Naast fysieke en mentale aspecten van gezondheid en kwaliteit van leven zijn ook participeren aan de samenleving, goed dagelijks kunnen functioneren en aandacht voor zingeving belangrijke aspecten van gezondheid. Er is een landelijke Preventie-agenda Jeugd opgesteld. De focus is op de thema s: goede hechting, ouderschap, weerbaarheid en gezonde leefstijl. Daarmee wordt bijgedragen aan het oplossen/terugdringen van de maatschappelijke epidemieën van deze tijd: schoolverzuim, kindermishandeling en armoede. Ook wordt gezocht naar nieuwe innoverende manieren om de doelgroep te bereiken en te bedienen: digitalisering en E-health. In de regelgeving krijgen we in 2018 ook nog te maken met de overheveling van financiering van Rijksvaccinatieprogramma naar gemeenten. Andere uitdagingen liggen in de meer gedifferentieerde leerling-populatie door de invoering van passend onderwijs en de toename van jeugdige vluchtelingen. Ook komen er nieuwe thema s op de jeugd en het onderwijs af, zoals bijvoorbeeld de toenemende digitalisering en de invloed van social media. De stelselwijziging jeugd heeft ook extra aandacht gebracht voor een gezonde start in het leven en investeren daarin. Dat begint al bij het zwanger worden. Binnen de geboortezorg heeft dat tot veel meer samenwerking geleid, waar de jeugdgezondheidszorg op is aangesloten. De GGD participeert in de geboorte-organisatie Samen; een samenwerkingsverband tussen de beide Nijmeegse ziekenhuizen, de eerstelijnsverloskundigen, kraamzorgorganisaties en de GGD. Het doel is het optimaliseren van de keten van -1 jaar tot 1 jaar. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Wij willen dat kinderen en Systematisch volgen, Risicosignalering 0-18 jongeren lichamelijk, psychisch en sociaal gezond en veilig opgroeien. beoordelen van de ontwikkeling, tijdig signaleren, ontzorgen en normaliseren. De koppeling tussen RIVM en het Digitaal Dossier JGZ is gerealiseerd; de zogenaamde entkoppeling. Contactmomenten in

188 Programmabegroting 2018 pagina 17 van 77 meerdere vormen, waaronder digitale middelen. Bijdragen aan reductie schoolverzuim. Vluchtelingen krijgen een extra aanbod (individueel en collectief). Toeleiden. Verwijzingen naar medische en psychosociale hulpverlening verlopen weloverwogen (demedicalisering) en soepel. Preventieve voorlichting, advies, instructie en begeleiding. Inzet over bewust ouderschap voor alle aanstaande ouders met een focus op de kwetsbare jong volwassenen. Uitvoeringsplan collectieve preventie voor 0- tot 4- jarigen. Op basis van werkwijze Gezonde School is inzet mogelijk waarbij gebruik gemaakt kan worden van een geïnnoveerd pakket aan interventies. Prioriteit is gegeven aan kwetsbare leerlingen. Hierbij extra focus op de thema s welbevinden en gezond gewicht. Bij informatievoorziening wordt meer gebruik gemaakt van digitale mogelijkheden. Samenwerken. Sterke verbindingen tussen het sociale domein en de medische wereld. Afgestemde zorg met eerste en tweede lijn voor -9 maanden tot 1 jaar. Netwerkversterking op en rond scholen. Op basis van case-reviews keten verbeteren. Adviseren van gemeenten en scholen. Adviezen zijn gebaseerd op school- en wijkprofielen.

189 Programmabegroting 2018 pagina 18 van 77 Monitoren. Presentatie uitkomsten en speerpunten kindmonitor In- en externe informatievoorziening uit DD-JGZ optimaliseren. Bedragen x 1.000,- Gezondheid van de Jeugd -9mnd - 18 Begroting Raming Raming Raming jaar Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Gezondheid van de jeugd 4 18 jaar (Rivierenland exclusief West Maas en Waal en Neder-Betuwe) We gaan uit van de gezonde ontwikkeling van het kind en de vraag van ouders, kinderen en jongeren. Landelijk ligt de focus op de thema s goede hechting, ouderschap, weerbaarheid en gezonde leefstijl. Daarmee dragen we bij aan het oplossen/terugdringen van de maatschappelijke epidemieën van deze tijd: schoolverzuim, kindermishandeling en armoede. Met de meeste kinderen in Nederland gaat het goed, waarbij het belangrijk is dat zij hun veerkracht behouden. Een deel van de jeugd heeft extra aandacht nodig om veerkrachtig te worden. Daarnaast is een klein deel van de kinderen dat zorg nodig heeft. De school heeft een grote vormende waarde en neemt in het leven van kinderen een vooraanstaande plaats in. Een gezonde en veilige school is een belangrijke omgeving, waar een positieve invloed kan uitgaan op de ontwikkeling van het kind. Ook is het een vindplaats van signaleren als kinderen problemen hebben. Iedere school heeft een eigen jeugdarts, eigen jeugdverpleegkundige(n) en een eigen gezonde school-adviseur, die nauw met elkaar samenwerken en de school kennen. Ze kunnen elkaars expertise benutten en elkaar in stelling brengen om samen met de school en de ouders bij te dragen aan individuele en collectieve vormen van oplossingen. De GGD heeft hiermee een dekkend netwerk over de hele regio gerealiseerd, waarmee voor iedere school een aanbod op maat kan worden geleverd.

190 Programmabegroting 2018 pagina 19 van 77 Partner op het gebied van een gezonde jeugd is één van de ambities van de GGD uit de Meerjarenstrategie In de Meerjarenstrategie geven we aan dat we nog meer willen inzetten op een gezonde start voor alle kinderen om opgroei- en opvoedproblemen te voorkomen met speciale aandacht voor risicokinderen en hun ouders (kwetsbare groepen). We passen daarom onze werkwijzen aan en versterken onze netwerken en duurzame samenwerking met kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, scholen, ouders en de huisarts. We investeren in de samenwerking met de sociale wijkteams en werken meer op maat en outreachend om risicokinderen dezelfde gezonde basis te bieden. De implementatie van de Stelselwijziging Jeugd en Passend Onderwijs is in volle gang. Dat geeft de gemeente nieuwe verantwoordelijkheden. Van de GGD vraagt het dat zij meebeweegt en haar eigen rol en taak met deze nieuwe maatschappelijke uitdagingen opnieuw inhoud en vorm geeft. Centrale elementen zijn het versterken van eigen kracht, eigen regie van jeugdigen en ouders. Van de professional vraagt dat een andere instelling. Zij zal moeten aansluiten op deze vraag en de eigen mogelijkheden van ouder en kind moeten stimuleren. Tegelijkertijd willen we zaken meer in samenhang met elkaar en geïntegreerde aanpakken. Niet wachten tot het fout gaat, maar meer investeren in preventie. Een integrale aanpak vraagt van de GGD dat haar professionals ook meer samen optrekken en elkaars mogelijkheden beter benutten. Nu er een regionaal dekkend netwerk van gezonde school-adviseurs is gerealiseerd in de regio Gelderland-Zuid kunnen jeugdartsen en -verpleegkundigen en gezonde school-adviseurs gezamenlijk op school optrekken en zo nodig hun collega s van seksuele gezondheid, Milieu en Gezondheid, Bijzondere Zorg en Veilig Thuis inschakelen. Er wordt daarbij ook gewerkt met een nieuwe definitie van gezondheid. Naast fysieke en mentale aspecten van gezondheid en kwaliteit van leven zijn ook participeren aan de samenleving, goed dagelijks kunnen functioneren en aandacht voor zingeving belangrijke aspecten van gezondheid. Er is een landelijke Preventie-agenda Jeugd opgesteld. De focus is op de thema s: goede hechting, ouderschap, weerbaarheid en gezonde leefstijl. Daarmee wordt bijgedragen aan het oplossen/terugdringen van de maatschappelijke epidemieën van deze tijd: schoolverzuim, kindermishandeling en armoede. Ook wordt gezocht naar nieuwe innoverende manieren om de doelgroep te bereiken en te bedienen: digitalisering en E-health. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het Rijksvaccinatie Programma (RVP) gaat met ingang van 1 januari 2018 (mogelijk 1 januari 2019) over van het Rijk naar de gemeenten en daarmee gaan ook de middelen over. Andere uitdagingen liggen in de meer gedifferentieerde leerling-populatie door de invoering van passend onderwijs en de toename van jeugdige vluchtelingen. Ook komen er nieuwe thema s op de jeugd en het onderwijs af, zoals bijvoorbeeld de toenemende digitalisering en de invloed van social media. De stelselwijziging jeugd heeft ook extra aandacht gebracht voor een gezonde start in het leven en investeren daarin. Dat begint al bij het zwanger worden. Binnen de geboortezorg heeft dat tot veel meer samenwerking geleid, waar de jeugdgezondheidszorg op is aangesloten.

191 Programmabegroting 2018 pagina 20 van 77 Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Wij willen dat kinderen en Systematisch volgen, Risicosignalering jongeren lichamelijk, psychisch en sociaal gezond en veilig opgroeien. beoordelen van de ontwikkeling, tijdig signaleren, ontzorgen en normaliseren. De koppeling tussen RIVM en het Digitaal Dossier JGZ is gerealiseerd; de zogenaamde entkoppeling. Contactmomenten in meerdere vormen, waaronder digitale middelen. Reductie schoolverzuim Vluchtelingen krijgen een extra aanbod (individueel en collectief). Toeleiden. Verwijzingen naar medische en psychosociale hulpverlening verlopen weloverwogen (demedicalisering) en soepel. Preventieve voorlichting, advies, instructie en begeleiding. Inzet over bewust ouderschap voor kwetsbare jong volwassenen. Op basis van werkwijze Gezonde School is inzet mogelijk waarbij gebruik gemaakt kan worden van een geïnnoveerd pakket aan interventies. Prioriteit is gegeven aan kwetsbare leerlingen. Hierbij extra focus op de thema s welbevinden en gezond gewicht. Bij informatievoorziening wordt meer gebruik gemaakt van digitale mogelijkheden. Samenwerken. Sterke verbindingen tussen het sociale domein en de medische wereld. Netwerkversterking op en rond scholen. Op basis van case-reviews keten verbeteren. Adviseren van gemeenten en scholen. Adviezen zijn gebaseerd op school- en wijkprofielen.

192 Programmabegroting 2018 pagina 21 van 77 Monitoren. Presentatie uitkomsten en speerpunten kindmonitor In- en externe informatievoorziening uit DD-JGZ optimaliseren. Bedragen x 1.000,- Gezondheid van de Jeugd 4-18 jaar Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Wijk en omgeving Met Wijk en omgeving willen wij een betrouwbare bijdrage leveren aan het realiseren van een gezonde en veilige omgeving voor alle inwoners in Gelderland-Zuid. De wijk is de directe woon- en leefomgeving van inwoners, en deze omgeving heeft grote invloed op hun gezondheid. Nodigt de wijk uit om te bewegen en buiten te zijn, elkaar te ontmoeten? Kun je er betaalbaar gezond eten kopen? Hoe is de sociale cohesie en gevoel van veiligheid? En hoe zit het fijnstof, luchtkwaliteit en geluidsoverlast? En hoe zijn voorzieningen rondom zorg/eerste lijn, welzijn, sport- en beweegaanbod, wonen, cultuur, groen en scholen? Alles komt samen in de wijk, buurten of dorpskernen. Wijkgericht werken is heel belangrijk, juist om slimme en effectieve oplossingen dichtbij inwoners te organiseren, samen met de vele professionals die in de wijk zijn. Gebruik maken van elkaars kracht, op maat en lokaal wat lokaal kan zijn hierbij de uitgangspunten. We leveren een bijdrage aan gezonde en veilige omgeving door het geven van voorlichting, advies, pleitbezorgen, stimuleren, faciliteren, ondersteunen van gemeenten, inwoners en regionale en lokale ketenpartners op het gebied van zorg, welzijn, veiligheid en het fysieke en sociale domein. Gezondheidsmakelaars zetten we gericht in om de juiste mensen bij elkaar te brengen, bruggen te bouwen. Zij brengen netwerkpartners, maar zeker ook GGD-collega s in stelling en versterken hen. Bijvoorbeeld: samen met de collega s van Milieu en Gezondheid samenwerken binnen het hitteplan en stimuleren van groen en beweging in de stad, wat ook bijdraagt aan het voorkomen van hitteplekken. Ze betrekken de collega s van Bijzondere zorg bijvoorbeeld bij collectieve acties voor

193 Programmabegroting 2018 pagina 22 van 77 armoedebestrijding en binnen de aanpak van gezond gewicht verbinden zij de adviseurs gezonde school en jeugdartsen en sociaal verpleegkundigen met huisartsen, sociale wijkteams en het lokale sportaanbod. Overigens is het makelen en elkaar in stelling brengen een taak die we van alle professionals binnen de GGD verwachten. Het is de taak van gezondheidsmakelaars om de lokale preventieve infrastructuur te verbeteren, door het bevorderen van: de samenhang tussen alle activiteiten in een wijk/gemeente; de samenwerkingsstructuur en netwerk van relevante partijen; de effectiviteit van de gezondheidsaanpak en het realiseren van een integrale aanpak. De preventieve infrastructuur wordt weergegeven en gemeten met 8 indicatoren, zie Figuur 1. Duurzaamheid Samenhang Gemiddelde gemeenten Samenwerking Gemiddelde wijken Draagvlak Integrale aanpak Bereik einddoelgroep Zichtbaarheid resultaten Aanpak gebaseerd op gezondheidsprofiel Figuur 1: Mening van verschillende professionals over de sterkte van de preventieve infrastructuur in hun gemeente (n=101) of wijk (n=46), (eerste resultaten onderzoek stagiaires WUR, 2017). Een integrale aanpak is een duurzame en brede, intersectorale aanpak, die alleen samen met andere relevante partners uitgevoerd kan worden. Deze aanpak bestaat uit een uitgebalanceerde mix van activiteiten en interventies (voorlichting/educatie, signalering, omgevingsinterventies en beleid) met als doel het verbeteren van de sociale en fysieke omgeving, van gedrag en vaardigheden en verbinding van preventie en zorg. De aanpak is op maat voor de wijk/gemeente en is gebaseerd op gezamenlijk eigenaarschap en draagvlak bij relevante partners en is cijfermatige onderbouwd vanuit gezondheidsprofielen. Door evaluatie en monitoring maken we resultaten/succesjes van de aanpak zichtbaar en kunnen we de aanpak doorlopend verbeteren. We werken samen met inwoners/de doelgroep om de aanpak goed op hun behoeften te kunnen laten aansluiten en om kwetsbare doelgroepen daadwerkelijk te kunnen bereiken. Zo leggen we een stevige basis voor lokale gezondheidsbevordering en bescherming en dragen wij bij aan het creëren van een gezonde en veilige omgeving, en een duurzame afname van gezondheidsachterstanden. Bij het realiseren van een gezonde en veilige wijk en omgeving, richten we ons op: Het hebben/behouden van goede interne en externe netwerken. Kennis en expertise over een effectieve integrale aanpak (wat, hoe en onder welke voorwaarden). We werken samen met inwoners/doelgroep.

194 Programmabegroting 2018 pagina 23 van 77 Cijfermatige onderbouwing (als basis voor handelen). Monitoring & realiseren van zichtbaar maken van succesjes & lerende aanpak. Op thema s uitproberen en verbeteren van effectiviteit van aanpak. Vanuit wijkgericht werken met speciale aandacht voor op kwetsbare groepen, zoals ouderen, vluchtelingen, lvb, (psychisch) kwetsbare burgers met een spin off naar de hele wijk/dorp/gemeente. Gezondheidsmakelaars zetten we gericht in om de juiste mensen bij elkaar te brengen en deze mensen in stelling te brengen/te versterken. Ook verbinding met MMK, Bijzondere zorg, Veilig Thuis en JGZ. Ondersteuning en advisering van gemeenten bij de implementatie van de Omgevingswet. Gezondheidsbescherming van inwoners tegen ongunstige milieufactoren in de koude en warme fase. Vanuit de Wet Publieke Gezondheid heeft de GGD de wettelijke verplichting tot het beschermen en bevorderen van gezondheid. Zoals in de meerjarenvisie staat beschreven heeft de GGD meerdere taken en rollen, welke samenkomen in wijk, buurten, dorpskernen en gemeenten. Het programma wijk en omgeving sluit naadloos aan op de meerjarenvisie, waarbij zorg en ondersteuning dichtbij de burger worden georganiseerd, we aansluiten op de behoefte van burgers, we extra aandacht hebben voor kwetsbare groepen en we onze rol als makelaar en verbinder versterken. We sluiten hiermee aan op de gestelde ambities om: Preventie in het sociaal domein te organiseren (ambitie 2), samen werken aan sociale veiligheid (ambitie 3), en een betrouwbare bijdrage te leveren aan een gezonde en veilige omgeving (ambitie 4). Wijk en omgeving linkt met de verbindende en vernieuwende producten in het kader van de Meerjarenstrategie: Integrale advisering gezonde leefomgeving: hierdoor levert de GGD een betrouwbare bijdrage aan een veilige en gezonde leefomgeving (een van de ambities van de GGD). Gezond ouder worden. Vluchtelingen. Omgevingswet: Met de Omgevingswet bundelt de overheid de regels voor ruimtelijke projecten. De omgevingswet treedt per 1 januari 2019 in werking. De nieuwe Omgevingswet biedt kansen om de publieke gezondheid effectiever te beschermen en te bevorderen door: samenhang tussen gezondheid, milieu, veiligheid en ruimtelijke ordening en leefomgeving te vergroten en in een vroeg stadium mee te nemen bij planvorming. Bijvoorbeeld door scholen, kinderopvang en zorgcentra niet te dicht langs drukke wegen te plannen (minder luchtverontreiniging en minder geluidshinder); de Wet publieke gezondheid (artikel 2c en 16), Omgevingswet en -visie en WMO te verbinden. Bijvoorbeeld door rekening te houden met de invloed van groen op het welbevinden van inwoners en met mogelijkheden tot bewegen en ontmoeten. Voor ouderen voldoende bankjes, goede wandelpaden, voldoende verlichting; de Omgevingswet te verbinden aan het concept positieve gezondheid. Zelfredzaamheid, veerkracht en adaptief vermogen passen bij de doelstellingen van de Omgevingswet. Vergrijzing: Het aantal 65-plussers in Gelderland-Zuid neemt toe van 15% in 2012 naar 19% in In dezelfde periode daalt het aantal 0-19 jarigen van 24% naar 22%. Met het ouder worden, neemt ook de kans op gezondheidsproblemen toe. Ouderen zijn fysiek, sociaal en emotioneel kwetsbaarder en hebben vaak (meerdere) chronische ziekten en aandoeningen. Gemiddeld heeft bijna een kwart van de 65-plussers mobiliteitsproblemen, oplopend tot ruim de helft

195 Programmabegroting 2018 pagina 24 van 77 bij 85-plussers. Door de stijging van het aantal 85-plussers zal dementie naar verwachting (met 70%) stijgen. Hoe ouder, hoe vaker mensen (ernstig) eenzaam zijn, al is dit in Gelderland-Zuid (10%) lager dan in Nederland (14%). (Psychisch) kwetsbare groepen: De ambitie samenwerken aan sociale veiligheid geeft voor het werkveld Wijk en Omgeving aan waar de GGD aan bij wil dragen. Sociale veiligheid is de basis van het bestaan. De essentie is dat je je veilig voelt in je sociale omgeving en geen hinder ondervindt van anderen. Sociale veiligheid en gezondheid hebben duidelijke raakvlakken. Het gevoel van sociale veiligheid draagt bij aan de ervaren gezondheid. Anderzijds: mensen die ernstig psychisch ongezond zijn, veroorzaken vaker overlast. Overlast van deze mensen kan invloed hebben op de sociale veiligheid en deze onveiligheid kan leiden tot maatschappelijke onrust. De GGD realiseert samen met het sociale netwerk van de cliënt en sociale partners in het veld de nodige voorwaarden om de cliënt weer een menswaardig bestaan te bieden. Hierdoor neemt de overlast af en neemt de sociale veiligheid toe. Het gaat hierbij om een intensief traject waarbij de GGD partijen bijeen brengt, zodat er zorg wordt ingezet en de veiligheid wordt verhoogd. De intensiteit en complexiteit van problemen neemt toe (naast toename van psychische problematiek een toename van problemen op meerdere leefgebieden; o.a. schuldenproblematiek). Deze ontwikkeling vraagt nog meer om versterking van de ketensamenwerking, versterking binnen de keten van zorg en veiligheid en een heldere regievoering. In 2016 is in de regio Gelderland-Zuid flink geïnvesteerd in een solide netwerk. Partners van 17 gemeenten, wonen, welzijn, zorg en veiligheid hebben gewerkt aan een plan voor een sluitende aanpak verwarde personen. Door de gevolgde aanpak is het thema verwarde personen goed op de kaart gezet zowel in het professionele als het bestuurlijke netwerk. In 2017 en 2018 willen we oplossingsrichtingen en ambities omzetten in innoverende werkzaamheden. Het gaat om nieuwe arrangementen van samenwerking waarin de burger met een psychische kwetsbaarheid centraal staat en waarbij lokaal, samen, meer doen en eropaf belangrijke elementen zijn. De GGD is daarbij gericht op: een goede samenwerking met lokale teams, veiligheidshuis en politie om sociale veiligheidsproblemen vroegtijdig te kunnen signaleren en aan te pakken; versterken van de integrale aanpak van (psychisch) kwetsbare burgers. Het gaat hier zowel om versterken van het voorveld, vroegsignalering en preventie alsook adequaat optreden van zorg en veiligheid in geval van escalatie. Ingezet wordt op een humane eerste opvang waarin multidisciplinair vervolgstappen worden bepaald in een setting die bijdraagt aan herstel. En op vervoer dat passend is voor hun situatie; door ontwikkelen van de OGGz-monitor met als doel om inzicht te krijgen in de grootte van de OGGz-doelgroep en in de in- en uitstroom van de OGGz-doelgroep in bestaande voorzieningen; investeren in een goede aansluiting tussen de geestelijke gezondheidszorg en de openbare geestelijke gezondheidszorg; met het uitvoeren van de taak psychosociale hulpverlening bij incidenten (PSHi) levert de GGD een belangrijke bijdrage aan de ambitie gezonde en veilige leefomgeving. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Bevorderen van Het voorkomen en Consultatie en Advies. gezondheid van inwoners door verminderen van sociale uitsluiting van Indiceren: beoordelen van de gezondheids-, zorg- en overlast situatie. realiseren van gezonde en veilige omgeving en kwetsbare mensen die vaak meervoudige Trajectregie: opstellen en uitvoeren Trajectplan om teloorgang/overlast te

196 Programmabegroting 2018 pagina 25 van 77 verbeteren van integrale aanpak. problemen hebben (OGGz) door vroegtijdig signaleren en beïnvloeden van risicofactoren en beschermende factoren. Voorlichting, advies, en ondersteunen van regionale en lokale ketenpartners op het gebied van zorg en veiligheid, woningbouw en scholen. stoppen. Toeleiden naar reguliere zorg. Casusmonitoren: bieden van nazorg (monitoren van overdracht). Netwerkondersteuning: overleggen en afstemmen met ketenpartners en lokale teams. Bijdrage aan casusoverleg zorgen veiligheid. Coördinatie Interventie team. Verbeteren lokale (gemeentelijke) en regionale preventieve infrastructuur. Bouwen en onderhouden netwerk (intern GGD en extern). Inzet van een gezondheidsmakelaar in iedere gemeente/wijk (dekkend netwerk over werkgebied vanuit uniforme bijdrage). Bevorderen van sociale veiligheid in de wijk/gemeente. Inzicht geven in- en advisering over relevante, landelijke en regionale ontwikkelingen op het gebied van de OGGz naar gemeenten. Gezond ouder worden. Integrale aanpak Valpreventie. Dementievriendelijke gemeenten. Integrale aanpak Mentale gezondheid/eenzaamheid/ontmoeten. Integrale aanpak bij risicovolle situaties (hitte, ijzel e.d.) in koude en warme fase. Koppeling met kwetsbaarheidsscreening huisartsen. Beschermen en bevorderen van leefbaarheid in de wijk/gemeente via ruimtelijke structuur en inrichting. Inzicht geven, advisering over en ondersteuning van gemeenten bij implementatie omgevingswet o.a. d.m.v. Gelderse gezondheidswijzer, en overige advisering rondom milieu en gezondheid. Voorkomen of beperken van gezondheidsschade ten gevolge van blootstelling aan ongunstige milieufactoren (MMK). Integrale advisering over de (negatieve) invloeden van milieufactoren op de gezondheid van inwoners. Voorlichting geven aan gemeenten en inwoners. (Oriënterend) onderzoek naar blootstelling aan milieufactoren en gezondheidsproblemen. Signaleren van ongewenste

197 Programmabegroting 2018 pagina 26 van 77 ontwikkelingen. Verwerken van meldingen, vragen en klachten. Preventie. Borgen inzet GAGS voor de GHOR. Bedragen x 1.000,- Wijk en Omgeving Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Publieke gezondheid bij crisis en rampen De publieke gezondheidszorg bij crisis en rampen richt zich op het borgen van de inzetcapaciteit van de GGD bij calamiteiten en crisis, zodat wordt voldaan aan de eisen die zowel de Wet publieke gezondheid als de Wet veiligheidsregio s stelt. Publieke gezondheid bij incidenten, rampen en crises is benoemd als een van de vier pijlers van de GGD. Een van de belangrijkste GGD-rollen betreft die van crisisorganisatie. Met het subprogramma publieke gezondheid bij crisis en rampen wordt deze rol ingevuld en wordt voldaan aan de wettelijke eisen op dit gebied. Het biedt het kader voor alle GGD-medewerkers om zich voor te bereiden op hun rol in een crisissituatie of ramp. Daarbij geven we extra aandacht aan kwetsbare groepen ten tijde van een crisis of ramp. Belangrijke ontwikkelingen betreffen de invoering van het Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO 2.0, de subsidiekaders van NZa/AZO voor OTO-middelen 2018 en de mogelijke aanpassing van de Wet Veiligheidsregio s in 2017.

198 Programmabegroting 2018 pagina 27 van 77 Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Borgen publieke gezondheid bij crisis en (Kunnen) uitvoeren van GGD-taken IZB, MMK, Actueel GGD-crisisplan en GGD Rampen Opvang Plan (GROP). rampen. GZO en PSH in opgeschaalde situaties. Oefenen, trainen en opleiden conform deze plannen. Voorzien in piketfuncties publieke gezondheid voor VRGZ-/GHOR-crisisorganisatie. Bedragen x 1.000,- Publieke gezondheid bij crisis en rampen Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting

199 Programmabegroting 2018 pagina 28 van Werkveld specifiek (uniform) Algemene gezondheidszorg Gezondheidsbescherming Gezondheidsbescherming richt zich op het beschermen van de gezondheid van inwoners van Gelderland-Zuid tegen infectieziekten in binnen- en buitenland, ongunstige milieufactoren en seksuele gezondheidsrisico s. Doel is onder andere om te voldoen aan de eisen die wet- en regelgeving stelt aan gemeenten (Wet publieke gezondheid, Wet veiligheidsregio s en subsidieregeling publieke gezondheidszorg). Gezondheidsbescherming is een van de 4 pijlers zoals benoemd in brief min. VWS aan Tweede Kamer. Gezondheidsbescherming betreft een van de belangrijkste wettelijk verplichte taken in de Wet Publieke Gezondheid. Binnen dit subprogramma zijn 3 van de verbindende en vernieuwende producten in het kader van de Meerjarenstrategie opgenomen: integrale advisering gezonde leefomgeving: hierdoor levert de GGD een betrouwbare bijdrage aan een veilige en gezonde leefomgeving (een van de ambities van de GGD; zie wijk en omgeving ); infectiepreventie en bestrijding antibiotica-resistentie: aandacht voor kwetsbare groepen en het voorkomen dat een van de grootste bedreigingen binnen de gezondheidszorg in Nederland onbeheersbaar wordt; integrale organisatie seksuele gezondheidszorg: hierbij focust de GGD nog meer op preventie en sluit zo goed als mogelijk aan bij de behoefte van de inwoners (zie facultatieve werkvelden). Belangrijke ontwikkelingen betreffen: aanhoudende dreiging en onvoorspelbaarheid van infectieziekten, opkomende zoönosen en gevaar van infecties door bacteriën die (multi)resistent zijn tegen antibiotica; extra behoefte aan TBC-zorg in relatie tot de nieuwkomers en statushouders in Nederland; voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet; zorg over groepen die relatief grote seksuele gezondheidsrisico s lopen en de noodzaak tot netwerksamenwerking, extra preventie en inzet van E-health hiervoor. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Gezondheidsbescherming Voorkomen en Surveillance van inwoners tegen infectieziekten bestrijden van infectieziekten en TBC, Verwerken van meldingen conform WPG in binnen- en vroegtijdig signaleren Beleidsadvisering buitenland, ongunstige hiervan en adequaat Preventie milieufactoren en voorbereid zijn op Bron- en contactopsporing / screening seksuele gezondheidsrisico s. uitbraken. Netwerksamenwerking Vangnet Uitbraakmanagement Onderzoek

200 Programmabegroting 2018 pagina 29 van 77 Behandeling en begeleiding. Preventie en bestrijding van niet te behandelen infecties veroorzaakt door resistente bacteriën (Antibiotica Resistentie - ABR). Regie-, coördinatie-, en adviesfunctie voor de uitvoering van de aanpak ABR met de keten partners Gelderland- Zuid. Deelnemen aan het Gelders Antibiotica en Infectiepreventie netwerk (GAIN). Deelnemen aan het ABR-kennisnetwerk Oost-Nederland. Voorkomen of beperken van gezondheidsschade ten gevolge van blootstelling aan ongunstige milieufactoren (MMK). Zie paragraaf Wijk en omgeving pagina Toezicht en forensische geneeskunde Dit subprogramma richt zich op het ondersteunen van gemeenten, rijk en netwerkpartners bij het borgen van de kwaliteit van de kinderopvang, risico-instellingen en evenementen, forensische geneeskunde en Wmo-voorzieningen. Dit laatste ook voor gemeente Mook en Middelaar. Toezicht is een van de 4 pijlers zoals benoemd in de brief min. VWS aan de Tweede Kamer. Met dit subprogramma wordt invulling gegeven aan de GGD-rol GGD als toezichthouder en wordt de nieuwe taak WMO-toezicht georganiseerd die gemeenten, in het kader van de decentralisaties in het sociale domein, bij de GGD heeft belegd. Wij helpen gemeenten om te borgen dat de (kwetsbare) gebruikers van de betreffende voorzieningen er op kunnen vertrouwen dat de geboden diensten en zorg van goede kwaliteit zijn. Belangrijke ontwikkelingen betreffen: invoering van Het Nieuwe Toezicht voor de kinderopvang; de kaders en inhoud hiervan zijn nog niet bekend en kunnen nog leiden tot (fundamentele) aanpassingen in de opzet en financiering van het toezicht kinderopvang in 2018; in toenemende mate overdragen van taken registratie en lichte handhaving kinderopvang door gemeenten aan de GGD, in de vorm van een opdracht per gemeente; doorgaande opbouw van het Wmo-toezicht en de besluitvorming die hierover nog in 2017 door het GGD-bestuur plaatsvindt; advisering door de Commissie Hoes aan de Minister in 2017 over de toekomstige organisatie van de forensische geneeskunde in Nederland en besluitvorming van de Minister hierover.

201 Programmabegroting 2018 pagina 30 van 77 Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Bijdragen aan kwaliteitsborging kinderopvang, specifieke Toezicht houden op kwaliteit kinderopvang. Toezicht kinderopvang volgens wet Kinderopvang, aangepast aan Het Nieuwe Toezicht. voorzieningen, WMOdiensten en forensische opsporing. Registratie en lichte handhaving kinderopvang in opdracht enkele gemeenten. Technische hygiënezorg bij risico-instellingen en evenementen. Toezicht houden op de kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning Wmo Bieden van continue beschikbaarheid en inzet van forensisch geneeskundige expertise voor lijkschouw en onderzoek. Technische hygiënezorg bij risicovolle situaties: grote evenementen. tattoo- en piercingshops. seksinrichtingen. opvangvoorzieningen. Kwaliteitstoezicht bij WMOmaatwerkvoorzieningen: meldingen van calamiteiten en geweldsincidenten. signaalgestuurd toezicht. nieuwe aanbieders. aanbieders die onder (verscherpt) toezicht stonden. Uitvoeren van lijkschouwen bij vermoeden van niet-natuurlijk overlijden en euthanasie. Uitvoering van forensisch medisch onderzoek in opdracht van de Politie. Bedragen x 1.000,- Uniform Algemene Gezondheidszorg Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting

202 Programmabegroting 2018 pagina 31 van Bijzondere Zorg Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) Psychosociale Hulpverlening bij incidenten (PSHi) De zorg voor de kwetsbare burgers loopt als een rode draad door de dienstverlening van de GGD heen. Het gaat om zowel interne als externe samenwerking die essentieel is om kwetsbare burgers van alle leeftijden de juiste ondersteuning te bieden. De GGD biedt ondersteuning aan juist die burgers die nergens anders terecht kunnen en helpt hen om weer te participeren in de maatschappij en hen toe te leiden naar passende zorg. Binnen het werkveld Bijzondere Zorg vallen de taken: Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz), Psychosociale Hulpverlening bij incidenten (PSHi) en Toegang Beschermd Wonen. Voor de uitwerking van Toegang Beschermd Wonen zie paragraaf De OGGz biedt (gevraagd en ongevraagd) hulp aan mensen met (psychische) problematiek waarover men zich zorgen maakt en die zelf geen hulp of ondersteuning zoeken of deze mijden. Vaak gaat het om complexe en langdurige zorgvragen op verschillende leefgebieden. De populatie is zeer heterogeen; denk aan dak- en thuislozen, woningvervuilers, chronisch verslaafden, straatprostituees, stelselmatige delict plegers, mensen met ernstige psychische aandoeningen, mensen met een verstandelijke beperking, vereenzaamde ouderen en chronisch zieken. Soms is er sprake van overlast in het woon- en leefklimaat van de omgeving of gevaar voor de persoon zelf. De OGGz legt contacten met de aangemelde cliënt(en), bemiddelt en verwijst door naar de meest geschikte hulpverlening. De OGGz maakt ook een eerste (medische) beoordeling van eventuele lichamelijke problemen en ziekten en van psychische problematiek. De OGGz-taak wordt uitgevoerd door het team Bijzondere Zorg binnen de Regio Gelderland-Zuid. Bijzondere Zorg opereert op het snijvlak van zorg en openbare orde en veiligheid, en werkt daarbij intensief samen met (zorg- en veiligheid)- partners en lokale netwerken. PSHi is gecoördineerde hulp die geboden wordt bij (een dreiging van) maatschappelijk onrust bij een ingrijpende gebeurtenis of incident. Het doel van de werkzaamheden PSHi is o.a.: verminderen en/of reguleren van maatschappelijk onrust ten gevolge van een calamiteit of zedenzaak, voorkomen dan wel verminderen van eventuele psychosociale klachten of gezondheidsproblemen door opvang en ondersteuning van betrokkenen. Het gaat om gebeurtenissen die een grote impact hebben op een groep of gemeenschap waarbij coördinatie van hulpverlening gewenst is, maar waarbij geen sprake is van een officiële GRIP-situatie. Er wordt nauw samengewerkt met gemeente, school, vereniging of wijk waar de gebeurtenis heeft plaats gevonden, bureau slachtofferhulp en politie. Voor de uitvoering van de hulpverlening zijn samenwerkingsafspraken gemaakt tussen GGD Gelderland-Zuid en betrokken PSHi-partners. GGD Gelderland-Zuid heeft de ambitie komende jaren om met zijn dienstverlening aan te sluiten bij de veranderende samenleving en nieuwe taken van de gemeenten (bron: Over bruggen, 2015). Eén van de ambities van de Meerjarenstrategie voor de komende jaren is: Samenwerken aan sociale veiligheid. Deze ambitie geeft voor het werkveld Bijzondere Zorg de visie en missie weer. Sociale veiligheid is de basis van het bestaan. De essentie is dat je je veilig voelt in je sociale omgeving en geen hinder ondervindt van anderen. Sociale veiligheid en gezondheid hebben duidelijke raakvlakken. Het gevoel van sociale veiligheid draagt bij aan de ervaren gezondheid. Anderzijds: mensen die ernstig psychisch ongezond zijn, veroorzaken vaker overlast. Overlast van deze mensen kan invloed hebben op de sociale veiligheid en deze onveiligheid kan leiden tot maatschappelijke onrust.

203 Programmabegroting 2018 pagina 32 van 77 Bijzondere Zorg biedt een vangnet voor mensen die overlast veroorzaken vanuit gezondheidsproblemen. Een deel van hen is zorgmijdend. Naast psychische of psychiatrische problematiek, spelen vaak problemen op meerdere leefgebieden. Bijzondere Zorg realiseert samen met het sociale netwerk van de cliënt en sociale partners in het veld de nodige voorwaarden om de cliënt weer een menswaardig bestaan te bieden. Hierdoor neemt de overlast af en neemt de sociale veiligheid toe. Het gaat hierbij om een intensief traject waarbij de GGD partijen bijeen brengt, zodat er zorg wordt ingezet (procesregie) en de veiligheid wordt verhoogd. Bij mensen die in een justitieel traject zitten (bijvoorbeeld veelplegers), zorgt de GGD voor de regie op het zorgdeel. De GGD wil hierin meer samen optrekken met de sociale wijkteams om hierbij kennis en expertise in te brengen en te helpen met signaleren. De GGD is daarbij gericht op: een goede samenwerking met lokale teams, veiligheidshuis en politie om sociale veiligheidsproblemen vroegtijdig te kunnen signaleren en aan te pakken; versterken van de integrale aanpak van zorgwekkende zorgmijders; door ontwikkelen van de OGGz-monitor met als doel om inzicht te krijgen in de grootte van de OGGz-doelgroep en in de in- en uitstroom van de OGGz-doelgroep in bestaande voorzieningen; investeren in een goede aansluiting tussen de geestelijke gezondheidszorg en de openbare geestelijke gezondheidszorg. Met het uitvoeren van de taak psychosociale hulpverlening bij incidenten levert Bijzondere Zorg een belangrijke bijdrage aan de ambitie gezonde en veilige leefomgeving. Realiseren van sluitend netwerk ten behoeven van (psychisch) kwetsbare burgers. Elke gemeente dient een sluitend netwerk te hebben in oktober Bijzondere Zorg heeft de ambitie om een bijdrage te leveren aan dit sluitende netwerk. Meer aandacht voor risicogericht optreden in plaats van streven naar maximale veiligheid voor iedereen. De intensiteit en complexiteit van problemen neemt toe (naast toename van psychische problematiek een toename van problemen op meerdere leefgebieden; o.a. schuldenproblematiek). Deze ontwikkeling vraagt nog meer om versterking van de ketensamenwerking, versterking binnen de keten van zorg en veiligheid en een heldere regievoering. De vergrijzing en reductie van bedden o.a. in de GGZ kunnen een toename betekenen van de OGGz-problematiek. Afname van budgetten vraagt om vergroten van effectiviteit, efficiency en toepassen van E-health. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Het doelmatig en doeltreffend uitvoeren van de OGGz-taak. Systematisch volgen, beoordelen van de ontwikkeling, tijdig signaleren en bijstellen. Het in kaart brengen van de omvang van kwetsbare groepen. Doorontwikkelen van de OGGz-monitor. Beleidsadvisering ten behoeve OGGz. Inzicht geven in- en advisering over relevante, landelijke en regionale ontwikkelingen op het gebied van de OGGz.

204 Programmabegroting 2018 pagina 33 van 77 Speerpunt: Sluitend netwerk (psychisch) kwetsbare burgers. Uitvoeren regeling onverzekerden. Activiteiten: Interventieteam 2.0. Versterken van de keten rondom niet-acute meldingen. Toeleiden onverzekerden naar passende zorg. PSHi: Voorkomen en beperken van gezondheidsschade van burgers als gevolg van ingrijpende gebeurtenissen Effectieve gecoördineerde inzet van hulpverlening bij ingrijpende gebeurtenissen zodat maatschappelijke onrust zo klein mogelijk blijft en herstel bevorderd wordt. Adviseren gemeenten, lokale teams, scholen en (zorg)partners bij ernstige incidenten. Inzet PsychoSociale Hulpverlening bij ernstige gebeurtenissen. Consultatie en advies aan netwerkpartners. Bedragen x 1.000,- Uniform Bijzondere Zorg Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Gezond Leven Gezonde kennis Binnen het product Gezonde kennis verzamelt, bestudeert en vergelijkt de GGD Gelderland-Zuid gegevens en cijfers over de gezondheid en factoren die de gezondheid beïnvloeden van de inwoners van Gelderland-Zuid. Dit doen wij onder andere door een grote representatieve groep inwoners uit het werkgebied te bevragen in onze jaarlijkse monitor-onderzoeken. Wij maken onderscheid tussen ouders van kinderen van 0-12 jaar, jongeren in groep 2 en 4 van het middelbaar onderwijs (EMOVO), volwassenen van jaar en van 65 jaar en ouder. Ieder van deze groepen wordt eens per vier jaar ondervraagd. Deze onderzoeken doen wij op een gestructureerde manier vanaf 2003 voor EMOVO en vanaf 2008 voor de drie andere leeftijdsgroepen. Dat betekent dat wij inmiddels trends over de jaren heen kunnen aangeven. De gegevens worden ook geleverd aan en gebruikt

205 Programmabegroting 2018 pagina 34 van 77 door landelijke instanties als het CBS en het RIVM om landelijke overzichten te maken en vergelijkingen tussen regio s en gemeenten mogelijk te maken. De resultaten zijn echter vooral bedoeld als basis voor het gezondheidsbeleid en de uitvoeringsprogramma s van de regio, de subregio s, de gemeenten en de GGD. Naast de monitorgegevens verzamelt en beschikt de GGD ook over andere gegevens, zoals bijvoorbeeld vanuit de dossiers van JGZ en de OGGz-monitor en kwalitatieve data. De onderzoekers en epidemiologen van Gezonde Kennis verzamelen, interpreteren en presenteren deze gegevens op een wetenschappelijk verantwoorde manier. In toenemende mate worden de beschikbare gegevens vertaald in profielen op wijk- en dorpsniveau. Waar mogelijk gebruiken wij ook gegevens die elders beschikbaar zijn over de gemeente en de zorg die er wordt verleend. Voor het hele werkgebied van GGD Gelderland-Zuid zijn profielen beschikbaar. De GGD vormt met de GGD in Arnhem en Eerstelijnsgeneeskunde van Radboudumc de academische werkplaats AMPHI integraal gezondheidsbeleid. Praktijkvragen vanuit de GGD en de gemeenten worden hier samen met de universiteit/umc opgepakt en uitgewerkt, met als doel verder leren en verbeteren van het integraal gezondheidsbeleid op een wetenschappelijk verantwoorde én praktijkgerichte manier. Er lopen verschillende promotietrajecten en klein-maar-fijn onderzoeken op het terrein van jeugd, bewegen, opvoeding en overgewicht, bereiken van lage SES-groepen, wijkprofielen en relatie tussen huisartsen en jeugdartsen. In de meerjarenstrategie van de GGD staat verwoord dat wij zo lokaal mogelijk en op maat willen werken. Dat moet ondersteund worden door betrouwbare cijfers over de gezondheid en het welzijn van de bewoners van een gemeente. De gegevens die vanuit de monitoren verzameld worden, worden actief verzameld en gedeeld met de relevante collega s binnen de GGD en de gemeenten, zodat zij zich mede-eigenaar voelen van de gegevens en deze gebruiken als basis voor verantwoorde beleidskeuzes en evaluatie van uitgevoerd beleid. De monitor-onderzoeken naar de gezondheid van de bevolking leveren een belangrijke basis, waarop beleid gemaakt kan worden. Rondom de monitor-onderzoeken zien wij enerzijds een steeds grotere wens en urgentie om landelijk te uniformeren, zodat gegevens beter vergelijkbaar worden en aangeleverd en gebruikt kunnen worden in portals zoals Waarstaatjegemeente.nl en de sites van het RIVM. Anderzijds is er de wens om op wijk- en dorpsniveau actuele en relevante gegevens op maat te hebben. Het blijft een uitdaging om deze beide wensen optimaal te honoreren. Voor gemeenten zijn de lokale gegevens van belang als outcome indicatoren van het gevoerde beleid. De urgentie om over goede cijfers te beschikken is door de transities en de nieuwe verantwoordelijkheden van de gemeente op het gebied van zorg en welzijn enorm gestegen. De gegevens zijn ook gewenst op wijk- en dorpsniveau. In de monitor-onderzoeken worden daar soms ook extra vragen over opgenomen. Door de toegenomen informatiebehoefte worden de vragenlijsten steeds langer. Dat kan een negatief effect hebben op de respons. Ook door andere ontwikkelingen in de maatschappij (werkdruk, desinteresse, etc.) loopt de respons geleidelijk aan terug, zeker bij jongvolwassenen. Was de respons 10 jaar geleden rond de 70% nu zijn wij al tevreden als wij de 50% halen. Dat zijn binnen de onderzoekswereld goede respons-cijfers. Het dwingt echter wel om ook na te denken over andere vormen van informatie-verzamelen, bijvoorbeeld wat Big Data voor mogelijkheden biedt, gebruik van apps, smartwatch etc.

206 Programmabegroting 2018 pagina 35 van 77 Daarnaast is er een grote behoefte om data uit allerlei bronnen naast elkaar te zetten, te visualiseren, te vergelijken of zelfs met elkaar te koppelen. Als wij een koppeling tussen medische en sociale data willen maken dan moet dat in een veilige omgeving gebeuren. Dit in samenwerking met elkaar waar ieder zich ook eigenaar blijft voelen van de eigen data, zeggenschap heeft over het gebruik van deze data en de koppelingen die wij realiseren. Daarbij gaat in toenemende mate het privacyvraagstuk belangrijk worden. Samen met de gemeente Nijmegen heeft de GGD al een Trusted Third Party-constructie aangeschaft om gegevens optimaal veilig aan elkaar te kunnen koppelen. Daar wordt nu mee geëxperimenteerd met de OGGz-monitor. Stap voor stap willen wij dit uitbreiden. Daarbij betrekken we ook de ervaring die we hebben opgedaan met het monitoren van de lokale toegangspoort in Wijchen. Hoe lopen cliënt-stromen, waar stokt dit, waar zijn dubbelingen en hoe kan op basis van gegevens en het gezamenlijk bespreken ervan met de verschillende aanbieders tot betere keuzes en hulpverleningsstromen gekomen worden? De GGD wil graag, samen met de gemeenten, bouwen aan een solide datainfrastructuur. Dit sluit aan bij de wettelijke taak die de GGD voor de gemeenten vervult (monitoring, signalering, advies). De kennis en kunde die de GGD in Wijchen en Nijmegen heeft opgebouwd, zou de GGD graag regionaal in willen zetten. Dit draagt ook bij aan een doelmatige invulling van dit specialistische werkterrein. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Verzamelen van beleidsrelevante gegevens over gezondheid van de burgers. Uitvoeren van de kindermonitor Rapportage van de gegevens aan alle gemeenten afzonderlijk en aan de belangrijkste ketenpartners in de vorm van factsheets en tabellen boeken per gemeente en verdiepende factsheets over relevante thema s. Up to date maken van gezondheidsprofielen. Aanleveren van actuele gezondheidsprofielen per wijk/dorp/deel van een gemeente, aangevuld met beschikbare relevante gegevens. Bijdragen aan het beschikbaar maken van binnen de GGD aanwezige gegevens bij JGZ, seksuele gezondheid, MMK, Bijzondere zorg en Veilig Thuis. Voorbeelden zijn de jaarlijkse over- en onder-gewichtscijfers van het KD+ van kinderen van 5, 7 en12 jaar, bijdragen aan de SOA-thermometer, OGGzmonitor. Op aanvraag van gemeenten bewerken en beschikbaar maken van gegevens over gezondheid van de bevolking. Prestatie is afhankelijk van de vraag. Ervaring opdoen met en deelnemen aan (landelijke) experimenten met big-data. Deelnemen aan 1 experiment.

207 Programmabegroting 2018 pagina 36 van 77 Bijdragen aan het opzetten van een veilige en betrouwbare regionale datainfrastructuur. Inzetten van een TTPconstructie om op een veilige manier gegevens van mensen op een privacy-veilige manier aan elkaar te koppelen om relevante beleidsinformatie op te leveren. TTP-constructie wordt 5 keer gebruikt om sets van gegevens te koppelen. Bijdragen aan het opzetten van een samenwerkingsstructuur tussen verschillende partijen uit het publieke domein, veiligheid en zorg en welzijn om data te koppelen. Een samenwerkingsstructuur tussen gemeentelijke instanties en enkele zorginstellingen. Bedragen x 1.000,- Uniform Gezond Leven Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Jeugdgezondheidszorg De Jeugdgezondheidszorg heeft tot doel bij te dragen aan een gezonde ontwikkeling van de jeugd. Zij doet dit vanuit de visie dat dit doel alleen bereikt kan worden binnen een samenhangend professioneel systeem van zorg voor jeugdigen en in goede afstemming met en aansluiting op de behoefte van ouders en jeugdigen. De inzet van JGZ richt zich op een zo vroeg mogelijk preventief signaleren en interveniëren ten aanzien van de ontwikkeling van de jeugd, waarbij nabijheid voorop staat. Deze professionele activiteiten worden zoveel mogelijk 'evidence en/of practice based' efficiënt en effectief uitgevoerd, in samenwerking met andere partners. Voor de gemeenten in de regio Nijmegen en de gemeenten West Maas en Waal en Neder-Betuwe wordt de JGZ uitgevoerd voor de doelgroep -9 maanden - 18-jarigen; voor de overige gemeenten in Rivierenland voor 4-18-jarigen.

208 Programmabegroting 2018 pagina 37 van 77 Binnen de GGD zijn de producten Gezondheid van de Jeugd -9 maanden -18 jaar en Gezondheid van de Jeugd 4-18 jaar als product GGD-breed beschreven; deze producten zijn opgenomen in paragraaf 3.2. Deze paragraaf (3.3.4) richt zich specifiek op de Jeugdgezondheidszorg. Het product logopedie wordt hier apart beschreven; het is een uniform product maar wordt niet in alle gemeenten uitgevoerd omdat een aantal gemeenten ervoor heeft gekozen eigen overeenkomsten met vrijgevestigde logopedisten te sluiten. Daarnaast wordt in deze paragraaf Huisvesting JGZ toegelicht. Waar staat de Jeugdgezondheidszorg Gelderland-Zuid voor? Wij willen dat kinderen en jongeren, lichamelijk, psychisch en sociaal, gezond en veilig opgroeien. Daarom volgen wij alle kinderen van hun geboorte totdat ze 18 jaar zijn en zien de kinderen op belangrijke ontwikkelmomenten. Wij investeren in het bijzonder in kinderen en jongeren voor wie veilig en gezond opgroeien niet vanzelfsprekend is. De pijlers van de Jeugdgezondheidszorg in Gelderland-Zuid Versterken: het kind en het gezin staan centraal en eigen kracht voorop Wij gaan uit van de gezonde ontwikkeling van het kind en de vraag van ouders, kinderen en jongeren. In de jeugdgezondheidszorg ligt landelijk de focus in de (nieuwe) preventieagenda op vier hoekstenen: hechting, ouderschap, weerbaarheid en een gezonde leefstijl. Wij zien de kinderen op de belangrijke ontwikkelmomenten in hun leven. Wij signaleren samen met ouders en kinderen vroegtijdig problemen. Wij kijken eerst naar wat ouders, kinderen en jongeren zelf kunnen, alleen of met anderen uit hun sociale netwerk. Wij bevestigen, stimuleren en versterken hun zelfredzaamheid en ondersteunen op basis van hun behoefte, mogelijkheden en leefwereld. Ze houden zoveel mogelijk eigen regie in handen. Verbinden: samenwerken en kennis delen in een netwerk Wij versterken een integrale aanpak om signalen vroeg op te pakken en problemen te voorkomen. Hierbij staat altijd de behoefte van de ouders, kinderen en jongeren centraal. Wij werken hiervoor actief samen met ouders, jongeren, scholen, kinderopvang, huisartsen, kraamzorg, verloskundigen, specialisten, paramedici, welzijnsinstellingen en sociale teams binnen heel Gelderland-Zuid. Het samenbrengen van kennis en deskundigheid van welzijn en zorg helpt bij het adequaat signaleren van problemen, waardoor de juiste zorg en ondersteuning tijdig ingezet kan worden, zowel op casusniveau als ook collectief in buurten, gemeenten en scholen. We zijn kennisdelers en werken samen met al onze afdelingen binnen de GGD, zoals Gezond Leven en Seksuele gezondheid en met partners in het sociale domein. Vangnet: extra ondersteuning voor ouders, kinderen en jongeren die het nodig hebben Niet voor alle kinderen en jongeren is het vanzelfsprekend dat ze opgroeien in een gezonde en veilige omgeving. Wij hebben deze kinderen en jongeren in beeld en bieden zo nodig deze kinderen, jongeren en ouders extra ondersteuning of leiden ze toe naar professionele zorg. De preventieagenda focust zich op de thema s kindermishandeling, schoolverzuim en armoede door versterking van de vier hoekstenen. Vernieuwen: een innovatieve en veerkrachtige jeugdgezondheidszorg De samenleving verandert. Ons aanbod sluit aan bij nieuwe trends en problematieken van de tijd. Wij worden dus een innovatieve, dynamische, veerkrachtige JGZ. Wij hebben een cultuur waarin we continu bezig zijn met innovatie en verbetering. Wij gaan hierbij uit van eigen regie en de wensen van onze klanten. De organisatie is ingericht met eigentijdse communicatiemiddelen en draagt bij aan doorontwikkeling van werkwijzen en onderzoek en geeft gevraagd en ongevraagd advies over huidige en toekomstig jeugdbeleid.

209 Programmabegroting 2018 pagina 38 van 77 Vakbekwaam en flexibel: de professional in zijn kracht De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een deskundige en wendbare professional: omgevingsgericht, kwaliteitsbewust en ondernemingsgezind. De professional is flexibel in het aanbieden van jeugdgezondheidszorg, is direct beschikbaar en sluit aan op de vraag van het kind, de jongere of ouder. Onze medewerkers hebben ruimte om te experimenteren Preventieve Logopedie De preventieve logopedie is gericht op het voorkomen van stoornissen op het gebied van taal, spraak, stem en afwijkende mondgewoonten bij kinderen. Alle kinderen van 5 jaar worden gescreend op stoornissen in de spraak-, taal- en stemontwikkeling en op de ontwikkeling van het mondgedrag. Ouders worden over de bevindingen geïnformeerd, krijgen advies en zo nodig wordt een verwijzing (via de huisarts) naar een particuliere logopedist besproken. De logopedist maakt deel uit van het multidisciplinaire JGZ-team en adviseert de jeugdarts en -verpleegkundige wanneer in de vroege ontwikkeling logopedische problematiek ontstaat. De preventieve logopedie wordt uitgevoerd in de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Berg en Dal, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Mook en Middelaar, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel en Zaltbommel Huisvesting De JGZ heeft voor haar consultatiebureaus laagdrempelige huisvesting in de diverse gemeenten. In het verleden bestond de financiering huisvesting deels uit uniforme bijdrage en deels uit facultatieve bijdrage. Met ingang van deze begroting is huisvesting volledig onder uniforme bijdrage (op basis van factuur) opgenomen. Voor gemeenten is het daarmee inzichtelijker wat de kosten zijn voor de huisvesting en biedt het hen de mogelijkheid om daarop te sturen. Bedragen x 1.000,- Uniform Jeugdgezondheidszorg Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting

210 Programmabegroting 2018 pagina 39 van Veilig Thuis Veilig Thuis Gelderland-Zuid is het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Huiselijk geweld (AMHK). Veilig Thuis is het adres voor advies en meldingen over huiselijk geweld en kindermishandeling. Veilig Thuis is voor iedereen bereikbaar, op alle dagen van de week. De slachtoffers op wie Veilig Thuis zich richt, zijn van alle leeftijden. In het bijzonder de kwetsbare groepen jongeren en ouderen. Bij Veilig Thuis werken deskundige professionals met hart voor mensen. Samen met betrokkenen zoeken zij zo snel mogelijk naar passende ondersteuning voor alle betrokkenen. Vanuit de Meerjarenvisie Over bruggen wil de GGD publieke gezondheid, zorg, welzijn en veiligheid verbinden. De preventieve taken van de GGD geven wij vorm in het sociale domein en in afstemming met de sociale wijkteams. Vanuit Veilig Thuis werken wij samen met het lokale veld waaronder de sociale wijkteams, aan het versterken van de sociale veiligheid. De GGD levert een betrouwbare bijdrage aan een veilige en gezonde leefomgeving. Veilig Thuis schakelt met Veiligheidshuis, politie, OM, lokaal veld en zorgaanbieders. Op deze manier zorgen wij voor de verbinding tussen publieke gezondheid, zorg, welzijn en veiligheid. Veilig Thuis werkt aan de verdere professionalisering van de organisatie en de samenwerking met de partners in de keten van zorg en veiligheid. Met name de uitvoering van de afspraken die met de gemeenten worden gemaakt over Toetsingskader stap 2 hebben grote impact op de organisatie. Wij verwachten dat het beroep dat gedaan wordt op Veilig Thuis gaat veranderen. De inzet op preventie, advies en consultatie wordt groter. Doordat de expertise bij het lokale veld (jeugd- en wijkteams, jeugdhulpaanbieders, etc.) toeneemt en zij ook sneller casussen kunnen overnemen, verwachten wij dat er minder een beroep gedaan gaat worden op onderzoeken. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Een veilig thuis voor iedereen, jong en oud. Structureel werken aan preventie. Planmatig werken aan voorlichting gericht op burgers en professionals. Snel en effectief schakelen tussen zorgmeldingen en hulpverlening. Inregelen gemaakte afspraken, consultatie lokaal veld inzake casuïstiek. Versterken lokaal veld. Ontwikkelen van ondersteuningstrajecten binnen de advisering.

211 Programmabegroting 2018 pagina 40 van 77 Bedragen x 1.000,- Uniform Veilig Thuis Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting

212 Programmabegroting 2018 pagina 41 van Werkveld specifiek (facultatief) In deze paragraaf worden de facultatieve werkvelden van de GGD nader toegelicht. Deze bestaan voor een groot deel uit facultatieve taken voor gemeenten waarbij er een keuzemogelijkheid bestaat om werkvelden af te nemen. Daarnaast worden in deze paragraaf diensten aan derden nader toegelicht Algemene gezondheidszorg Algemene gezondheidszorg (AGZ) heeft o.a. tot doel gezondheidsbescherming. Gezondheidsbescherming richt zich op het beschermen van de gezondheid van inwoners van Gelderland-Zuid tegen infectieziekten in binnen- en buitenland, ongunstige milieufactoren en seksuele gezondheidsrisico s. Doel is onder andere om te voldoen aan de eisen die wet- en regelgeving stelt aan gemeenten (Wet publieke gezondheid, Wet veiligheidsregio s en subsidieregeling publieke gezondheid). Aanvullende seksuele gezondheidszorg en reizigersadvisering en -vaccinatie zijn twee producten van GGD Gelderland-Zuid, die behoren tot AGZ/gezondheidsbescherming. Zij behoren niet tot het uniforme werkveld: aanvullende seksuele gezondheidszorg is een subsidietaak en reizigersadvisering en -vaccinatie is een markttaak. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Gezondheidsbescherming van inwoners tegen infectieziekten in binnen- en buitenland en seksuele gezondheidsrisico s. Bevorderen van de seksuele gezondheid en beschermen tegen risico s op dit gebied. Aanvullende seksuele gezondheidszorg (ASG) voor Gelderland-Zuid: - preventie en bevordering seksuele gezondheid; - voorkomen van verdere verspreiding van Soa s gericht op risicogroepen. Coördinatie organisatie ASG voor regio Oost. Preventie en netwerksamenwerking seksuele gezondheidszorg Gelderland- Zuid. Beperking van gezondheidsrisico s van reizigers en specifieke beroepsgroepen en infectierisico s van inwoners Gelderland- Zuid. Adviseren en vaccineren van reizigers ter voorkoming van infectieziekten en andere gezondheidsproblemen tijdens (verre) reizen. Voorkomen van import van infectieziekten. Cliënten met beroepsrisico vaccineren ter voorkoming van infectieziekten. Inwoners vaccineren tegen overige gezondheidsrisico s (Kinkhoest zwangere, etc.).

213 Programmabegroting 2018 pagina 42 van 77 Bedragen x 1.000,- Facultatief Algemene gezondheidszorg Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Bijzondere zorg Het facultatieve deel van Bijzondere Zorg bestaat uit Toegang Beschermd Wonen en een aantal arrangementen op het gebied van Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz). Toegang Beschermd Wonen De GGD levert aan de gehele regio Gelderland-Zuid, op basis van subsidie van centrumgemeente Nijmegen, Toegang Beschermd Wonen (wettelijke gemeentelijke taak). GGZ-cliënten die in aanmerking willen komen voor beschermd wonen kunnen daarvoor sinds 1 januari 2015 een aanvraag doen bij Toegang Beschermd Wonen bij GGD Gelderland-Zuid. Het team Toegang Beschermd Wonen, als onderdeel van de afdeling Bijzondere Zorg, beoordeelt de aanmelding, doet onderzoek en stelt op basis van het uitgevoerde onderzoek een advies op m.b.t. de toegang tot beschermd wonen. Toegang Beschermd Wonen werkt intensief samen met (zorg)partners en lokale netwerken. Arrangementen op het gebied van OGGz Het werkveld Bijzondere Zorg levert aan de gemeente Nijmegen een aantal speciale arrangementen op het gebied van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz): - Begeleide Herkansing - Housing First - Praktijk Buitenzorg Begeleide Herkansing is een product van Bijzondere Zorg en de vijf Nijmeegse woningcorporaties (Portaal, Talis, Standvast, De Gemeenschap en WoonGenoot). Begeleide Herkansing wordt dan ook in de gemeente Nijmegen uitgevoerd. Met Begeleide Herkansing wordt huishoudens die ontruimd zijn of ontruimd dreigen te worden vanwege ernstige problemen op diverse leefgebieden, een laatste kans geboden op het krijgen van vervangende huisvesting.

214 Programmabegroting 2018 pagina 43 van 77 Housing First is een succesvolle interventie voor langdurig dak- en thuislozen met multiproblematiek. Housing First biedt individuele woonruimte in combinatie met intensieve begeleiding voor een complexe doelgroep met veelal meervoudige problematiek. Housing First wordt uitgevoerd door de GGD, Iriszorg, RIBW, Leger des Heils, in nauwe samenwerking met een aantal woningbouw coöperaties en andere netwerkpartners. Naast het coördinatorschap voert de GGD de toeleiding van kandidaten naar Housing First uit. In de praktijk Buitenzorg werken Bijzondere Zorg, aantal Nijmeegse huisartsen, Iris Zorg en de RIBW samen. Praktijk Buitenzorg is bedoeld voor burgers die om allerlei redenen de weg naar de reguliere huisartsenzorg niet vinden. Het doel is het bieden van laagdrempelige medische zorg aan (psychische/sociaal) kwetsbare burgers in Nijmegen. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Het doelmatig en Adviseren over passende ondersteuning Consultatie en advies. doeltreffend uitvoeren van de taak Toegang die de cliënt met psychische problematiek de hoogst haalbare vorm Screenen ontvangen meldingen. Beschermd Wonen. van herstel/participatie/zelfredzaamheid Uitvoeren van onderzoek. biedt. Uitbrengen advies. Aanvraag beschikking. Systematisch volgen, beoordelen van de ontwikkelingen en tijdig signaleren en adviseren. Afstemming met aanbieders van o.a. beschermd wonen, GGZ en maatschappelijke opvang en samenwerking met (lokale)organisatievormen zoals sociale wijkteams. Op basis van analyses en signalen adviseren van de gemeenten. Overleg met zorgaanbieders. Afstemming met- en overdracht casuïstiek aan wijkteams. Speerpunt: In het kader van verdergaande ambulantisering, o.a. borgen van beleid, samenwerking en uitvoering samen met gemeenten en lokale teams. Activiteiten: Door ontwikkelen van beschermd wonen met als uitgangspunt zo lokaal waar mogelijk. Het doelmatig en doeltreffend uitvoeren van de OGGz-taak. Het voorkomen en verminderen van sociale uitsluiting van kwetsbare mensen die vaak meervoudige problemen hebben (OGGz) door vroegtijdig signaleren en beïnvloeden van risicofactoren en beschermende factoren. Vergroten zelfredzaamheid en verminderen van overlast en aanbieden van laagdrempelige medische zorg aan kwetsbare burgers. Begeleide Herkansing trajectregie. Housing First coördinatie en toeleiding. Buitenzorg trajectregie.

215 Programmabegroting 2018 pagina 44 van 77 Bedragen x 1.000,- Facultatief Bijzondere Zorg Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Gezond leven Gezond Leven voert voor de gemeenten een aantal extra taken uit bovenop het basispakket dat uit de inwonerbijdrage wordt betaald. Voor ieder van deze taken is een aparte subsidieaanvraag ingediend waarin de doelen en de werkzaamheden uitgebreid zijn beschreven. Op basis daarvan hebben gemeenten een beschikking afgegeven. Voor de meeste van deze taken betreft het een uitbreiding van de werkzaamheden die vanuit het basispakket per gemeente worden geleverd, zoals de inzet van gezondheidsmakelaars en gezonde school-adviseurs of aandacht voor specifieke thema s als aanvulling op de werkzaamheden. In het schema hieronder geven we puntsgewijs aan om welke activiteiten het gaat die door gemeenten extra gefinancierd worden. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Het bevorderen van de gezondheid van inwoners van het werkgebied en het versterken van een preventieve infrastructuur in Uitvoeren van elementen van de Nijmeegse gezondheidsagenda : een dekkend netwerk van gezondheidsmakelaars voor alle In samenwerking met o.a. bewoners, welzijns- en sportinstellingen op maat preventieve acties uitvoeren in de wijken. gemeenten en de regio. stadsdelen en extra aandacht voor enkele specifieke thema s. Stadsbrede extra inzet voor het thema voeding. Bijdragen aan Groen, Gezond in Beweging. De samenwerking met huisartsen versterken en ze actief betrekken bij preventieve acties. Extra inzet voor de mensen met een lichtverstandelijk beperking (LVB) en de

216 Programmabegroting 2018 pagina 45 van 77 LHBT-groep. Uitvoeren programma Gezond Ouder worden. Extra inzet voor Gezondheidsmakelaars o.a. vanuit de buurtsportcoachregeling. Extra activiteiten in Beuningen, Maasdriel en Zaltbommel. Extra inzet van gezonde schooladviseurs, vanuit maatwerk en BSC-regeling. Verhogen van de acceptatie en tolerantie m.b.t. seksuele diversiteit en de LHBT-groep in Nijmegen. Extra activiteiten in Berg en Dal, Druten, West Maas en Waal en Maasdriel. Uitvoeren van het programma SchoolsOUT op alle scholen voor BO, VO en ROC in Nijmegen. Uitvoeren van een programma tegen ouderenmishandeling voor het hele werkgebied. Creëren en in stand houden van een ondersteuningsstructuur in de regio met consulenten. Met Veilig Thuis preventieve activiteiten opzetten op dit thema. Extra aandacht voor financiële uitbuiting van ouderen. Extra aandacht voor mantelzorgers. Bijdragen aan het monitoren van het sociale domein in de gemeente Wijchen. Leveren van periodieke rapportages.

217 Programmabegroting 2018 pagina 46 van 77 Bedragen x 1.000,- Facultatief Gezond Leven Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting Jeugdgezondheidszorg De Jeugdgezondheidszorg voert voor de gemeenten een aantal extra taken uit bovenop het basispakket dat uit de inwonerbijdrage wordt betaald. Voor ieder van deze taken is een aparte subsidieaanvraag ingediend waarin de doelen en de werkzaamheden uitgebreid zijn beschreven. Op basis daarvan hebben gemeenten een beschikking afgegeven. Veelal is maatwerk gericht op het versterken van de eigen kracht van ouders/kinderen en daarmee het voorkomen van inzet van zwaardere zorg; en draagt bij aan het versterken van de samenwerking in de keten van de jeugd. Voorbeelden zijn inzet Videohometraining, Opvoedhulp, specifieke ondersteuning van kinderen met problemen rond de scheiding van hun ouders. In de regio Nijmegen is het Procescoördinatorschap voor de verwijsindex bij de GGD ondergebracht. Bedragen x 1.000,- Facultatief Jeugdgezondheidszorg Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting

218 Programmabegroting 2018 pagina 47 van Interne dienstverlening Arbo Voor GGD Gelderland-Zuid zijn passende arbeidsomstandigheden belangrijke voorwaarden voor gezond en veilig werken. Medewerkers moeten hun werk kunnen doen zonder lichamelijke of geestelijke problemen op te lopen. De Arbeidsomstandighedenwet is de plaats waar rechten en verplichtingen zijn beschreven voor werknemers en werkgevers. De hoofdlijnen hebben onder meer betrekking op de volgende punten: De eerste verantwoordelijkheid voor goede arbeidsomstandigheden ligt bij de directeur; Een organisatie met meer dan 25 medewerkers heeft een preventiemedewerker aangesteld; Binnen de organisatie is een actuele RI&E aanwezig; Medewerkers hebben voorlichting gekregen over risico s die in hun werk voorkomen; Er is sprake van maatwerk binnen de organisatie; Over het beleid is er overleg tussen werknemer en werkgever. Een veilige werkomgeving stelt de medewerkers in staat de meerjarenvisie uit te voeren. Goed welzijn van de medewerkers zal het ziekteverzuim verminderen. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Zorg dragen voor goede arbeidsomstandigheden en veiligheid voor alle medewerkers en derden in de organisatie. Veiligheid voor medewerkers. Bescherming van de gezondheid van medewerkers. Actuele RI&E en het bijbehorende plan van aanpak. Actuele procedures en voorschriften conform Arbowet. Bevorderen van het welzijn van de medewerkers. Adequate BHV. Verzuimbeperking Verminderen van psychosociale arbeidsbelasting (waaronder te hoge werkdruk). Agressie preventie Communicatie Communicatie heeft als strategisch doel het versterken van de communicatiekracht van de organisatie op individueel en corporate niveau. Dit doen wij onder andere door: 1. Communicatiemiddelen up to date houden: intranet, website, sociale media, systemen voor nieuwsbrieven en cijfers (monitors) bijhouden en doorontwikkelen.

219 Programmabegroting 2018 pagina 48 van Dagelijks monitoren van en reageren op onze omgeving en dit delen binnen de organisatie. 3. Ondersteunen en adviseren bij GGD (vernieuwende)projecten en projecten met samenwerkingspartners. Vanuit de Meerjarenstrategie Over Bruggen wil de GGD publieke gezondheid, zorg, welzijn en veiligheid verbinden. De GGD ziet dat de samenleving verandert en wil mee veranderen door: aan te sluiten bij de behoefte van inwoners. Bijvoorbeeld door het betrekken van inwoners bij het opstellen van plannen en uitvoering. De GGD wil ook minder zenden en meer ontvangen en werken aan een interactieve communicatie met inwoners; extra aandacht voor kwetsbare groepen; het versterken van de rol als verbinder en makelaar en te ontwikkelen naar een netwerkorganisatie. Communicatie levert hierbij een belangrijke bijdrage door de communicatiekracht van de organisatie op individueel en corperate niveau te versterken. Binnen de GGD heeft communicatie een verbindende rol. Medewerkers aanhaken bij de veranderingen. Daarnaast levert communicatie een bijdrage leveren aan een goede samenwerking met onze gemeenten, de inwoners en onze vele ketenpartners. Ook wordt door communicatieadvies en ondersteuning het effect en het bereik van onze boodschap vergroot. En sociale media platforms en andere middelen worden benut om specifieke doelgroepen te bereiken. De Meerjarenstrategie is in 2016 vertaald in een communicatiestrategie. Deze strategie beschrijft de doelstellingen en daaruit voortvloeiend de prioriteiten voor Communicatie in de komende jaren. De nieuwste landelijke ontwikkeling binnen het vakgebied communicatie is de Newsroom. De Newsroom is een plek binnen de organisatie waar gemonitord wordt wat er buiten leeft om daar, als dat nodig is, (binnen) snel op te reageren. Communicatie wil luisteren door te monitoren wat er buiten leeft en speelt op het brede gebied van gezondheid. Deze informatie brengen we naar binnen en we ondersteunen en adviseren de organisatie bij het reageren. Dit reageren kan door woordvoering en webcare en alles wat er aan zenden tussen in zit. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Het versterken van de communicatiekracht van de organisatie op individueel en corporate niveau. Communicatiemiddelen up to date houden en adequaat inzetten. (Sociaal) intranet en website en zijn op orde en worden dit jaar doorontwikkeld. Er is een social media beleid: verschillende social media platforms versterken elkaar en worden ingezet gericht op specifieke doelgroepen. Communicatie werkt samen met andere organisaties. Naast het

220 Programmabegroting 2018 pagina 49 van 77 gebruik van eigen social media platforms gebruikmaken van platforms van anderen om de doelgroep te bereiken (bijvoorbeeld Yallafoundation). Dagelijks monitoren van onze omgeving (via obi4wan). Fungeren als newsroom. Communicatie haalt buiten naar binnen en ondersteunt professional in het reageren. Communicatie biedt ondersteuning en advies aan medewerkers en zorgt dat het reageren vanuit binnen (vanuit de GGD) eind dit jaar op orde is. Ondersteunen en adviseren bij GGD (vernieuwende)projecten en projecten met samenwerkingspartners. Communicatie biedt advies en ondersteuning bij (samenwerkings)projecten. De ondersteuning is gericht op vergroten van het bereik en het effect van het project Informatiemanagement Informatiemanagement (IM) heeft als belangrijkste taak de ontwikkelingen en ambities van de GGD te vertalen in oplossingen op het terrein van informatie en ICT. De informatiemanager vervult een brugfunctie tussen de GGD afdelingen enerzijds en VRGZ ICT en haar onderaannemers anderzijds. Hij bewaakt dat de GGD de ICT krijgt die het nodig heeft, tegen afgesproken kosten en kwaliteit. In de dynamische wereld waarin we leven richt IM zich vooral ook op de toekomst: hoe grijpen maatschappelijke en technologische ontwikkelingen in op de GGD-processen, wat moeten we doen om ook in de toekomst die processen optimaal met informatievoorziening te ondersteunen. Hierbij bewaakt IM dat er een samenhangende, wendbaar applicatielandschap ontstaat dat voldoet aan wettelijke eisen ten aanzien van privacy, informatiebeveiliging en archivering. In de meerjarenvisie staan diverse ontwikkelingen die impact hebben op de informatievoorziening. GGD positioneert zich als verbinder en makelaar met gemeenten en lokale, regionale en landelijke partners. Vanuit deze positie kan de GGD zorgen voor voorzieningen voor effectieve samenwerking: veilige , samenwerkingsfunctionaliteit en video-conferencing. In de zelfredzame maatschappij neemt de burger regie op zijn eigen gezondheid. Dit leidt tot nieuwe interactievormen gebaseerd op social media, E-health en cliënten die hun eigen gezondheidsdossier beheren.

221 Programmabegroting 2018 pagina 50 van 77 Om de beweging naar risicogericht optreden te maken, is het verkrijgen van accurate informatie over risicoprofielen cruciaal. Moderne data analytics (big data) technieken en het ontsluiten van grote hoeveelheden data (b.v. het DataBuffet van GGDGHOR Nederland) zijn cruciaal bij het ontwikkelen van een informatiegestuurde gezondheidszorg. De verwachting is dat de doorontwikkeling en vernieuwing van het takenpakket van de GGD komende jaren gestaag doorgaat. Zonder sturing op samenhang en wendbaarheid bestaat het gevaar dat er een enorme versnippering ontstaat in het informatielandschap, waardoor het onbeheersbaar en kostbaar wordt. Op het terrein van informatiemanagement lopen voor 2018 de volgende relevante ontwikkelingen. De wet- en regelgeving ten aanzien van privacy wordt verder aangescherpt op Europees niveau. Informatie, veelal opgeslagen in digitale systemen, is een dominant product van onze informatiemaatschappij. Veel werkprocessen zijn voor een goed verloop afhankelijk van de juiste informatie op het juiste moment en op de juiste plaats. Deze afhankelijkheid stelt hoge eisen aan de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en bereikbaarheid van de ondersteunende processen en systemen. Informatieveiligheid en informatiebeveiliging vragen mede daardoor meer dan ooit om aandacht van bestuur en management. Deze aandacht is niet vrijblijvend. De nieuwe Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), inclusief de op 1 januari 2016 in werking getreden meldplicht datalekken en de uitbreiding van de bestuurlijke boetebevoegdheid van de Autoriteit Persoonsgegevens (voorheen Cbp), en de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo), bieden voldoende handvatten om te spreken van een wettelijke verplichting op het terrein van informatieveiligheid en informatiebeveiliging. Overheidsorganisaties moeten hun dienstverlening digitaal aanbieden aan klanten. De digitalisering van de dienstverlening zal komende jaren nog aandacht vragen. De landelijke samenwerking tussen GGD-en zal verder intensiveren. GGDGHOR Nederland speelt hierin een prominente rol, bijvoorbeeld door informatiedeling via het DataBuffet. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Zorgdragen voor informatieveiligheid. Voldoen aan wettelijke verplichtingen. Voldoen aan Norm NEN7510. Aanstelling functionaris gegevensbescherming en security officer. Optimalisatie van de ICTinfrastructuur. Belangenbehartiging van de GGD tijdens de aanbesteding van ICT-diensten door de VRGZ. Bewaken dat de SLA van nieuwe dienstverleners voldoen aan het GGD programma van eisen. Sturende rol innemen op de prestaties van VRGZ ICT en haar onderaannemers. Service level rapportages inrichten en monitoren; afspraken maken over kwaliteitsverbetering. Beheren en actualiseren van het GGD programma van eisen. Alert zijn op veranderende behoeften en die consolideren in het programma van eisen.

222 Programmabegroting 2018 pagina 51 van 77 Meer samenhang en integraliteit brengen in de projecten die GGD ontwikkelt/uitvoert en zorgen voor effectiviteit in de uitvoering. Zorgen dat er projectmatig wordt gewerkt binnen GGD en dat de I-component is vertegenwoordigd. Zorgen dat projectvoorstellen worden getoetst op vigerende IM-kaders t.a.v. informatiebeveiliging, privacy en architectuur. Elk project heeft een projectplan; en de voortgang wordt gemonitord. Alle projectvoorstellen toetsen; besluitvorming in het MT organiseren. Nieuwe ontwikkelingen binnen de GGD (meerjarenvisie op informatie, data en ICT) brengen (b.v. big data). Zorgen voor een heldere visie hoe informatie en data GGD intern en extern beter kan dienen. Visie en kaders op het gebied van IM actualiseren en communiceren. Nieuwe technologische en maatschappelijke ontwikkelingen binnen de GGD brengen. Ontwikkelingen monitoren en voorstellen ontwikkelen voor de toepassing daarvan binnen GGD. Bereiken van een duidelijke beheer- en IM-organisatie met professionele werkprocessen en een slagvaardige governance. Zorgen voor een duidelijke organisatorische positionering van functionarissen en heldere TBV s. Zorgen voor en implementeren van heldere werkprocessen in samenspraak met VRGZ. Beheer- en IM-organisatie duidelijk documenteren en betrokkenen coachen om rolvast te functioneren. Selectie van processen bepalen: Projectideeën uitwerken Projecten uitvoeren Autorisatieproces Wijzigingenbeheer Incidentenproces Zorgen voor effectieve en slagvaardige besluitvoering. Vergroten van de deskundigheid van de organisatie in het maken van keuzes ten aanzien van informatiegebruik en investeringen Kwaliteit Kwaliteit is gelijk aan continu en bewust gericht werken aan verbetering, dit in lijn met de missie en visie van de organisatie. Hierbij gaat het om het hier en nu, en om een proactieve en creatieve houding ten aan zien van wat morgen en dan nodig en gewenst is.

223 Programmabegroting 2018 pagina 52 van 77 Wij onderscheiden hierbij activiteiten, mensen, objecten, middelen, ideeën, resultaten, waarderingen. Dit vertaalt zich in de GGD in diensten en producten. De kunst is om deze zo te organiseren en te bieden dat de klant en de opdrachtgever hiermee nu en in de toekomst tevreden zijn. En dat zij zich gehoord voelen in hun wensen en behoeften, die in de loop van de tijd veranderen. Een van de kernwaarden van de GGD is kwaliteitsgerichtheid. Dit wordt omschreven als: Is zich ervan bewust dat het te leveren product moet voldoen aan gestelde eisen, normen en prioriteiten en handelt hiernaar. Legt verantwoording af voor het gerealiseerde kwaliteitsniveau. Streeft naar continue kwaliteitsverbetering. Deze waarde ligt verankert in het kwaliteitsmanagementsysteem op GGD-niveau als ook op niveau van de afdelingen. Dit gecombineerd met de andere kernwaarden: ondernemingsgerichtheid en omgevingsgerichtheid dragen we met elkaar zorg voor goed verlopende werkprocessen. Doelgericht werken aan continue verbetering met gebruik van de verschillende kwaliteitsinstrumenten is hierbij een vanzelfsprekendheid. Aandacht zal uitgaan naar de vraag hoe organiseren we de zorg- en dienstverlening zo dat deze veilig is en er zich geen moeilijkheden of verspillingen in de processen voordoen. We denken bij fysieke veiligheid aan de klant en aan de medewerkers. Het kader hiervoor is o.a. de Wkkgz. Een ander aspect van veiligheid is privacy en gegevens verwerking en uitwisseling. Er worden meer persoonsgevoelige gegevens digitaal opgeslagen, de noodzaak om informatie uit te wisselen met ketenpartners neemt toe, zo ook de vraag van de cliënt om dossierinzage. Veiligheid is een essentieel issue voor de cliënt, de medewerkers en de organisatie. Hierop zijn diverse wetten van toepassing, zoals de Wbp, Wgbo, Wbig, jeugdwet. GGD Gelderland-Zuid is gecertificeerd voor de norm HKZ 2011 publieke gezondheid. In 2018 zal de organisatie geaudit worden op HKZ 2015 met de intentie dat we hieraan gaan voldoen. Naast de normen HKZ, die staan voor zowel de primaire processen als de sturende en ondersteunende processen, bereidt de organisatie zich ook voor op de norm informatiebeveiliging NEN De genoemde certificering geldt voor alle onderdelen van de GGD. Voor sommige afdelingen geldt dat zij ook moeten voldoen en getoetst worden aan de normen van de inspectie voor de gezondheidszorg en bezocht worden door een visitatiecommissie. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Een vitaal en inspirerend kwaliteitsmanagementsysteem, dat ondersteuning biedt aan de werkprocessen, informatie biedt over de geleverde zorgen dienstverlening, stimuleert tot innovatie en gedragen wordt door de organisatie. Op GGD-breed niveau en afdelingsniveau worden de verschillende kwaliteitsinstrumenten en methodieken toegepast, die ertoe bijdragen dat er goed zicht is op de veiligheid en geboden kwaliteit aan de klant, ketenpartners, opdrachtgevers. Een vitaal en gedragen kwaliteitsmanagementsysteem dat voldoet aan de pijlers van de organisatie en aan HKZ 2015.

224 Programmabegroting 2018 pagina 53 van 77 Op GGD-breed niveau en afdelingsniveau worden de verschillende informatiebronnen zo ingericht, dat zij voldoen aan de waarborgen van een veilig informatievoorzieningenbeheer. Een zorgvuldig en gedragen informatiebeveiligingssysteem als onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem, dat voldoet aan NEN Klanten en medewerkers zijn bekend met de klachtprocedure. Goede klachtopvang en behandeling, dat leidt tot verbetermaatregelen van de zorg- en dienstverlening. Medewerkers zijn bekend met de procedure melding incidenten, die betrekking hebben cliënten en henzelf. Incidenten met betrekking tot cliënten en medewerkers worden gemeld, geanalyseerd en leiden tot verbetermaatregelen. Managers en medewerkers werken aan continue verbetering van de werkprocessen met gebruikmaking van audits, ervaringsonderzoeken bij klanten, ketenpartners, leveranciers, signalering van risico s en monitoring op realisatie van verbetermaatregelen. Werken aan continu verbeteren is geïntegreerd in de werkprocessen. Medewerkers met een bepaalde rol t.a.v. kwaliteitsmanagementsysteem zijn hierin deskundig en vaardig in het toepassen van de diverse verbetertechnieken, zoals LEAN, PRISMA, auditen, onderzoeken afnemen. Medewerkers zijn deskundig en vaardig in het toepassen van diverse verbetertechnieken. Een gebruiksvriendelijk vernieuwd kwaliteitshandboek (KHB) waarin documenten staan die de kritische processen binnen GGD Gelderland-Zuid beschrijven. Beheerders en webeditors zijn deskundig en vaardig in het werken met de KHB applicatie Starling en met het volgens de methodiek Slim&Slank op te stellen werkprocessen. Medewerkers maken gebruik van het KHB en kunnen de documenten op een snelle manier de correcte documenten vinden.

225 Programmabegroting 2018 pagina 54 van Bedrijfsvoering Op grond van BBV dient de overhead afzonderlijk inzichtelijk gemaakt te worden in de begroting. Dit is aanleiding om de ondersteunende diensten en de stafafdelingen evenals de primaire processen uit te werken aan de hand van de 3 W-vragen. In het kader van interne dienstverlening worden de PIOFACH-taken beschouwd. Binnen de VRGZ worden deze vorm gegeven door het Directiebureau en de afdelingen Facilitaire Dienstverlening, HRM, Financiën en Control. De afdeling Facilitaire Dienstverlening bestaat uit Inkoop, ICT, documentaire informatievoorziening en huisvesting. De ondersteunende diensten worden door de GGD betrokken van de VRGZ. De dienstverlening is vastgelegd in een DVO. De basis voor de afname van de ondersteuning is op basis van gemene rekening. Dit is ingegeven doordat op deze wijze geen BTW betaald hoeft te worden. Het gevolg is wel dat de toerekening van de kosten op vaste grondslagen is gebaseerd. Vanuit de Meerjarenvisie Over bruggen ondersteunt bedrijfsvoering de GGD organisatie om de doelen voor de publieke gezondheid te realiseren. De bedrijfsvoering opereert als partner om gezamenlijk met de GGD met de samenleving mee te veranderen. Dit gebeurt door: aan te sluiten bij de behoefte aan een goede informatievoorziening voor medewerkers en partners; het begrip goed werkgeverschap te concretiseren en in te vullen; de organisatie effectief en efficiënt te laten opereren door onder andere instrumenten en advisering te bieden waardoor de organisatie in control kan zijn. Aandacht zal uitgaan naar de vraag hoe de organisatie haar dienstverlening kan laten aansluiten bij de aanwezige middelen. Het maken van gezamenlijke keuzes, mede gelet op de beperkte middelen, vormt een belangrijke uitdaging. Dit vraagt om het optimaliseren van de organisatie inrichting, kortom een toekomstbestendige organisatie, goede informatie en een adequaat financieel beheer. Dit alles gebeurt met de partners waarbij een hoge mate van tevredenheid het streven is. Strategisch doel Operationeel doel Prestatie 2018 Een goede informatievoorziening voor medewerkers en partners. Eenduidige informatie waarbij wordt geput uit brondata. Aanbesteding van de architectuur, gericht op medewerkers brongegevens is afgerond. Implementatie van het bronsysteem is in 2018 vorm gegeven. Correcte informatie voor gebruiker om te kunnen sturen. Bronapplicatie (1 keer registreren en meervoudig gebruik). Betere managementinformatie. Managementtool is beschikbaar voor alle interne klanten, waardoor aan de klantvraag wordt voldaan. De leverancier en afnemers hebben een uniform beeld over wie gegevens eigenaar (HRM) is en wie uit deze gegevens mag putten. Per sector worden kpi s ontwikkeld. In de tussentijdse rapportages worden

226 Programmabegroting 2018 pagina 55 van 77 deze gemonitord. Doelmatige inzet van middelen. In de organisatie wordt kritisch gekeken naar de inzet en aanschaf van applicaties. Voldoen aan Archiefwet voor digitalisering. Verdere implementatie zaakgericht werken en optimaliseren gebruik DMS (JOIN) Omzetten analoge archieven naar digitale, indien van toepassing en toegevoegde waarde. Goed werkgeverschap Medewerkers hebben meer binding met de organisatie en een grotere tevredenheid over de organisatie/functie. Gesprekscyclus op basis van individuele jaarplannen (taken, competenties, groei). Organisatievisie handen en voeten geven, door rolverduidelijking, verantwoordelijkheden beleggen, bedrijfsvoering partner invullen, opdrachtgeverschap en opdrachtnemersrol, kernwaarden body geven etc. Kortom de 7 S en hernieuwd vormgeven (organisatie inrichting). Organisatievisie (met grote mate van betrokkenheid medewerkers) opstellen. Organisatie inrichtingsprincipes opstellen. Inrichtingsprincipes worden vorm gegeven. Vieren van succesfactoren. Elkaar kennen elkaar vertrouwen samenwerken. Leuke activiteiten met elkaar doen; op tafel brengen wat er speelt, wat betekent dit, hoe gaan we dit verbeteren. De MO-resultaten (medewerkersonderzoek) aanpakken: bespreken, verbeteren, vasthouden. Realiseren duurzaam inzetbaar personeel en gevarieerd medewerkersbestand. Inzetten van diverse middelen om flexibiliteit en mobiliteit te bevorderen: Aanbieden opleidingen en trainingen. Ter voorkoming van beroepsziekten bij brandweer investeren in arbeidshygiëne (persoonlijke middelen + inrichting kazernes). Investeren in leiderschap (gericht op kwaliteit werkrelaties, ontwikkeling talent en duurzame inzetbaarheid personeel). Organisatie is in De begroting, de De planningen wordt gerealiseerd en de

227 Programmabegroting 2018 pagina 56 van 77 control. tussenrapportages en de begroting zijn adequaat en transparant. opgeleverde producten voldoen aan wet- en regelgeving. De organisatie kent een adequate (financiële) beheersing. Door ontwikkelen van instrumentarium dat inzicht geven in de relaties tussen de inzet van middelen enerzijds en de prestaties en de effecten anderzijds. De organisatie werkt doelmatig en rechtmatig. Periodiek toetsen van werkprocessen aan doelmatigheid en rechtmatigheid. Inkoop. Inkoop gebeurt conform geldende Wet- en Regelgeving op het gebied van Aanbesteden en Inkopen. Alle door te lopen inkooptrajecten worden getoetst aan rechtmatigheid en doelmatigheid. Bedragen x 1.000,- Interne dienstverlening Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting

228 Programmabegroting 2018 pagina 57 van Algemene dekkingsmiddelen Onder algemene dekkingsmiddelen worden verstaan de inkomsten die vrij besteedbaar en daarmee bestuurlijk zijn af te wegen. De GGD kent één begroting waardoor de uniforme bijdrage van de deelnemende gemeenten op basis van een bijdrage per inwoner beschouwd kan worden als een algemeen dekkingsmiddel. Bedragen x 1.000,- Algemene Dekkingsmiddelen Begroting Raming Raming Raming Lasten Personeelskosten Materiële kosten Kapitaallasten Bijdrage aan interne dienstverlening Baten Uniforme bijdrage gemeenten Subsidie gemeenten Bijdrage rijk Overige opbrengsten Resultaat Mutatie reserve Resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting

229 Programmabegroting 2018 pagina 58 van 77 4 Paragrafen 4.1 Risicomanagement en Weerstandsvermogen Het Algemeen Bestuur heeft op 12 december 2014 een nieuwe notitie risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen vastgesteld. Hierin zijn rollen en taken voor risicomanagement geregeld en de spelregels voor het kwantificeren van risico s en de informatievoorziening daarover: Het complete overzicht van de risico-inventarisatie en de voorgestelde of genomen beheersmaatregelen wordt één keer per vier jaar besproken met het Algemeen Bestuur. In de tussenliggende periode wordt een samenvatting van de risico-inventarisatie opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Bij het uitbrengen van financiële rapportages (begroting, jaarrekening, tussentijdse cijfers) worden nieuwe of verdwenen risico s als mutatie gemeld. De frequentie van de rapportage over risico s wordt groter als daar aanleiding voor is. Voor de omvang van de algemene reserve wordt als streefwaarde genomen: ,- per medewerker; - 0,5% van opgenomen gelden in verband met renterisico s; - 1% van de totale uitgaven; - 3% van de inkomsten, niet zijnde inwonerbijdrage en factuurbijdrage uniforme taken. Resultaten op basis van de jaarrekening worden verrekend met de algemene reserve. Als de algemene reserve lager wordt dan nihil én niet binnen de scope van de meerjarencyclus binnen de eigen begroting op niveau kan worden gebracht, storten gemeenten bij tot nihil. Als de reserve boven het maximum komt, wordt het meerdere aan gemeenten uitgekeerd De begroting is met inachtneming van bovenstaand beleid opgesteld. Algemene reserve De streefwaarde op basis van de begroting 2018 is als volgt: Begroting 2018 Bedrag per medewerker 1.000, Percentage over opgenomen gelden (leningen) 0,5% nvt Percentage totale uitgaven 1,0% Percentage over inkomsten niet zijnde uniforme bijdrage 3,0% Streefwaarde Algemene reserve Indien de resultaatbestemming wordt overgenomen uit de jaarrekening 2016 wordt de algemene reserve ,-. Daarmee is de streefwaarde niet bereikt. Risico s Een samenvatting van de financieel gekwantificeerde risico s wordt in onderstaande tabel weergegeven. Als alle geïdentificeerde risico s zich zouden voordoen, zou daar ongeveer 2,4 miljoen euro mee gemoeid zijn. De algemene reserve kan 37% van de risico s afdekken.

230 Programmabegroting 2018 pagina 59 van 77 Totaal van verwachtingswaarde afzonderlijke risico's Totaal van noodzakelijke risicocapaciteit na weging van verwachtingswaarde met kans Samenvatting risico's Nieuwe wet- en regelgeving en politiek bestuurlijke risico's Maatschappelijke risico's Economische risico's Middelen, organisatie medewerkers en efficiency Als alle risico s zich voordoen, dan is de algemene reserve niet toereikend om de kosten te dekken. 4.2 Kengetallen Onderstaande kengetallen zijn opgenomen conform bepalingen BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) Realisatie Gewijzigde Begroting Raming Raming Raming 2016 begr a) netto schuldquote -1,57% -1,86% -0,94% -0,84% 0,42% 0,59% b) netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen -1,57% -1,86% -0,94% -0,84% 0,42% 0,59% c) solvabiliteitsratio 14,31% 14,45% 14,57% 14,73% 14,85% 14,97% d) structurele exploitatieruimte 0,63% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% a) Aangezien de GGD geen langlopende leningen aantrekt of uitzet, tellen alleen de vlottende activa en passiva mee. Omdat deze veelal tegen elkaar zullen wegvallen, schommelt de schuldquote normaliter rond 0%. Een negatieve schuldquote geeft aan dat de financiële activa (uitgezet geld, liquide middelen, vorderingen) hoger zijn dan de (vlottende) schulden. b) De GGD verstrekt geen leningen, dit kengetal zal altijd gelijk zijn aan de netto schuldquote. c) Hoe hoger het percentage, des te beter de organisatie in staat is aan haar langlopende financiële verplichtingen te voldoen. Voor de GGD zegt dit kengetal weinig, omdat het eigen vermogen niet/nauwelijks zelf te beïnvloeden is (saldi worden verrekend met de deelnemers) en er geen langlopende financiële verplichtingen worden aangegaan. Het gepresenteerde percentage geeft derhalve aan dat het totale vermogen voor 15% uit eigen vermogen en 85% uit vlottende schulden bestaat. Gezien het negatieve percentage schuldquote is dit echter geen enkel probleem. d) Ook dit kengetal schommelt veelal rond de 0. Aangezien de GGD een verlengstuk van de gemeenten is, zijn de baten veelal gelijk aan de lasten, en de tekorten/overschotten worden vroeg of laat met de gemeenten verrekend. 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen Een overzicht van de geplande investeringen is opgenomen in de bijlagen bij de begroting. De kapitaalgoederen van de GGD worden normaal onderhouden en vervangen na afloop van de economische levensduur. Voor het huurderonderhoud aan de Groenewoudseweg 275 te Nijmegen is een voorziening getroffen, op basis van een meerjarenonderhoudsplan.

231 Programmabegroting 2018 pagina 60 van Financiering Beleidsvoornemens t.a.v. risicobeheer en financieringsportefeuille Risicobeheer Het verstrekken van leningen en garanderen van rente en aflossing van leningen is de GGD niet toegestaan. Financieringsportefeuille De hoeveelheid geld die nodig is voor de uitvoering van de verschillende taken van de organisatie wordt beheerd door de treasuryfunctie. Werkwijze, taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het treasurystatuut. Voor de GGD geldt het schatkistbankieren voor decentrale overheden. Dit houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse Staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. 4.5 Rente In onderstaand tabel is het renteschema conform BBV richtlijn opgenomen. Gezien het feit dat de GGD geen rentelasten heeft worden geen bedragen verantwoord in de tabel. Begroting 2018 a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering - b. De externe rentebaten - Totaal door te rekenen externe rente - c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend - De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend - Totaal c - Saldo door te rekenen externe rente (a+b+c) - d1. Rente over eigen vermogen - d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) - De aan taakvelden (programma s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente - e. De werkelijk aan taakvelden (programma s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) - f. Renteresultaat op het taakveld treasury -

232 Programmabegroting 2018 pagina 61 van 77 Kasgeldlimiet Jaarlijks geeft het ministerie van Financiën aan welk bedrag mag worden gefinancierd met kortlopende geldleningen; de kasgeldlimiet. Als de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden, moet de kortlopende schuld worden omgezet in een langlopende schuld. De kasgeldlimiet (In euro's) Omvang begroting per (= grondslag) In procenten van de grondslag 8,2% Toegestane kasgeldlimiet e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal netto vlottende schuld Toegestane kasgeldlimiet Ruimte (+) / Overschrijding (-) Renterisiconorm Om ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen te beperken, geeft het ministerie van Financiën ook jaarlijks een renterisiconorm aan. Deze renterisiconorm geeft de omvang van de schuld weer die in een jaar maximaal voor renteconversie in aanmerking mag komen. Bedragen x 1.000,- Renterisico vaste schuld in relatie tot renterisiconorm Renteherziening Aflossingen Renterisico (1+2) Renterisiconorm a. Ruimte onder renterisiconorm b. Ruimte boven renterisiconorm Berekening renterisiconorm 4a. Begrotingstotaal begroting b. Percentage regeling 20% Renterisiconorm (4a x 4b) 6.643

233 Programmabegroting 2018 pagina 62 van Organisatie en Bedrijfsvoering Zie hoofdstuk 3.5 Interne dienstverlening voor de informatie over de bedrijfsvoeringstaken binnen de GGD. 4.7 Verbonden partijen Vanaf de begroting 2018 worden de bepalingen in de BBV met betrekking tot verbonden partijen gevolgd. Er is sprake van een verbonden partij als er bestuurlijk en financieel belang is waarbij de begrippen bestuurlijk en financieel in de BBV nader worden gedefinieerd (de GGD heeft geen organisaties die aan deze definitie voldoen).

234 Programmabegroting 2018 pagina 63 van 77 5 Financiën 5.1 Overzicht van baten en lasten (incl. toelichting) Bedragen x 1.000,- Resultaat 2016 Gewijzigde begr Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Lasten Personeelskosten Kapitaallasten Materiële kosten Incidentele lasten 3 Baten Uniforme bijdrage gemeenten Subsidie gemeenten Bijdrage Rijk Overige opbrengsten Mutatie Reserve -204 Incidentele baten 0 Resultaat Een specificatie per gemeente van de uniforme bijdrage gemeenten en subsidie gemeenten voor 2018 is opgenomen in paragraaf 6.4. Het verschil tussen bovenstaand bedrag subsidie gemeenten en de specificatie betreft doorgeschoven gelden vanuit 2017 voor het product Vluchtelingen Verloopstaat Bedragen x 1.000,- Programmabegroting Lasten Personeel Loonkosten uitzetting 340 Verschuiving forensische geneeskunde naar inhuur derden -92 Actualisatie HR Bezuinigingstaakstelling actualisatie HR Bezuinigingstaakstelling Neder-Betuwe

235 Programmabegroting 2018 pagina 64 van 77 Materieel Indexering 1,50% 180 Huisvestingslasten - additioneel huur Lux Veilig Thuis * ongedekte huur na vertrek Mondzorg voor Kids 62 - Half jaar huur huidig pand Tiel en verhuiskosten * besparing door koop nieuw pand Tiel -177 Stijging ICT kosten - Aanbestedingstraject * Outsourcingskosten (75% van totale risico) Softwarelicenties 50 - Telefonie en datalijnen 46 Inhuur derden - Forensische geneeskunde Overige projecten 64 Overige mutaties Totaal lasten Baten Indexering uniforme bijdrage 1,8% 339 Extra bijdrage - Forensische geneeskunde ( gemeenten, Politie) PSHi 32 - Incidentele extra bijdrage * Structurele extra bijdrage 101 Acquisitiedoelstelling (de totale acquisitiedoelstelling is , maar de mutatie t.o.v. gewijzigde begroting 2017 is ) 177 Indexering facultatief / overige posten -3 Totaal baten Programmabegroting * Incidenteel Beleidsindicatoren Resultaat Gewijzigde Begroting Raming Raming Raming 2016 begr Formatie (fte per inwoners) 0,48 0,52 0,52 0,52 0,52 0,52 Bezetting (fte per inwoners) 0,49 0,47 0,47 0,47 0,47 0,47 Apparaatskosten (kosten per inwoner) Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom plus totale kosten inhuur externen) 19% 1% 1% 1% 1% 1% Overhead (% van totale lasten) 28% 28% 26% 26% 26% 26%

236 Programmabegroting 2018 pagina 65 van 77 Het % externe inhuur is in de realisatie 2016 fors hoger dan de begrotingen en ramingen. Dit komt doordat vrijwel geen externe inhuur begroot wordt, maar in werkelijkheid wel wordt ingezet. Hiervoor wordt de budgettaire ruimte uit de formatie benut. Teammanagers worden conform BBV wet- en regelgeving gerekend tot de overhead. Echter, circa 50% van hun inzet is direct toe te rekenen aan het primaire proces. Het werkelijke overhead percentage is daarmee lager. 5.2 Overzicht van geraamde baten en lasten per taakveld In onderstaand overzicht wordt per taakveld de baten en lasten inzichtelijk gemaakt. Hierbij zijn de realisatie 2016 en begroting 2017 niet gepresenteerd. De presentatie van baten en lasten per taakveld is per 1 januari 2018 gestart. Onder 0.8 Overige baten en lasten is het bedrag onvoorzien geraamd. Bedragen x 1.000,- Begroting Raming Raming Raming Overhead Baten Lasten Overige baten en lasten Lasten Openbare orde en veiligheid Baten Lasten Samenkracht en burgerparticipatie Baten Lasten Maatwerkvoorziening (WMO) Baten Lasten Maatwerkdienstverlening (18-) Baten Lasten Geëscaleerde zorg Baten Lasten /6.82 Geëscaleerde zorg 18- en Baten Lasten Volksgezondheid Baten Lasten Totaal

237 Programmabegroting 2018 pagina 66 van Een geprognosticeerde begin- en eindbalans Bedragen x 1.000,- ACTIVA Realisatie 2016 Gewijzigde begr Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Vaste Activa Materiële vaste activa eind Vlottende activa Voorraden Uitzetting met rentetypische looptijd < 1 jaar Debiteuren Debiteuren openbare lichamen Uitzettingen Rijks schatkist Overige vorderingen Liquide middelen Totaal Activa PASSIVA Realisatie 2016 Gewijzigde begr Begroting 2018 Raming 2019 Raming 2020 Raming 2021 Vaste Passiva Eigen vermogen * Gerealiseerd resultaat Voorzieningen Netto vlottende schuld met rente typische looptijd < 1 jaar Crediteuren Belastingen en sociale premies Overige schulden en overlopende passiva Totaal Passiva EMU saldo ** * Uitgangspunt is dat het voorstel voor (toekomstige) resultaatbestemming door het Algemeen Bestuur wordt goedgekeurd. De standen zijn vanaf de kolom begroting 2017 bijgewerkt op basis van de jaarrekening 2016 tenzij andere gegevens voor handen zijn. ** Conform vragenlijst berekening EMU-saldo gemeenschappelijke regeling

238 6 Bijlagen Programmabegroting 2018 pagina 67 van 77

239 Programmabegroting 2018 pagina 68 van Investeringsplanning Bedragen x 1.000,- Gebouwen Pand Tiel Begroting Raming Raming Raming Overige materiële vaste activa (automatisering) Vervanging werkplekken Hard- en software Afdelingsspecials Laptops Thin Cliënts 210 Desktop Beeldschermen Overige materiële vaste activa (inventaris) Meubilair Diverse inventaris Vervoermiddelen Facilitaire bus 30 Totaal GGD Gelderland-Zuid Gebouwen Het betreft de aanschaf van een nieuw pand in Tiel. Investering is inclusief verbouwingskosten en aanpassing van het terrein. Thin cliënt Voor de overgang naar een nieuw netwerk outsource bedrijf moet er in 2018 per werkplek een nieuwe thin cliënt worden aangeschaft. Facilitaire bus De bestelbus die gebruikt wordt voor de bevoorrading van de consultatiebureaus moet in 2018 vervangen worden. Overig De overige investeringen betreffen vervanging van afgeschreven inventaris.

240 Programmabegroting 2018 pagina 69 van Verloopoverzicht voorzieningen en reserves Voorzieningen Bedragen x 1.000,- boekwaarde toevoeging onttrekking boekwaarde verwachte boekwaarde per Onderhoud Groenewoudseweg Niet actief personeel Totaal Onderhoud kantoor Groenewoudseweg: De dotatie en onttrekkingen aan de voorziening periodiek onderhoud hoofdkantoor Groenewoudseweg worden ontleend aan het onderhoudsplan van gemeente Nijmegen. Niet actief personeel: De voorziening voor niet actief personeel is gevormd voor de verwachte uitgaven van WW- en wachtgelduitkeringen. Reserves De GGD heeft geen bestemde reserves.

241 Programmabegroting 2018 pagina 70 van Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Algemeen De begroting is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften, die het Besluit begroting en verantwoording (BBV) provincies en gemeenten daarvoor geeft. Het overzicht van baten en lasten van GGD Gelderland-Zuid omvat het totaal van alle activiteiten, die de GGD in 2018 verwacht uit te voeren. De waardering van activa en passiva geschiedt, voor zover niet anders vermeld, tegen nominale waarde. Vanaf 2016 geldt de Vpb-plicht voor overheidsinstellingen. Samen met andere GGD'en bekijkt de GGD wat hiervan de consequenties zijn. Na overleg met en goedkeuring van de andere regio's worden de activiteitenlijst en casussen met de daarbij behorende fiscale conclusies aan de Belastingdienst voorgelegd en besproken. Uiteindelijk zal dit moeten leiden tot voldoende houvast bij het bepalen van de fiscale posities van de afzonderlijke GGD'en. Op basis van de huidige informatie is de verwachting dat er in beperkte mate sprake kan zijn van een VPB-plicht. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op de verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. In het jaar van aanschaf wordt tijdsevenredig afgeschreven. Activa met een verkrijgingsprijs van meer dan worden geactiveerd. Investeringen die volledig zijn afgeschreven maar nog wel in eigendom zijn, zijn middels desinvestering overgebracht naar de staat van eigendommen. Veelal worden kleinere investeringen in het lopende boekjaar gebundeld en start de afschrijving halverwege het jaar. De gehanteerde afschrijvingspercentages van de materiële vaste activa zijn als volgt: Gebouwen 20 jaar 5% Inventarissen, stoffering, aanpassing gebouw, meubilair en bekabeling 10 jaar 10% Hardware: Beeldschermen, Telefooncentrale met toestellen 7 jaar 14% Algemene / Specifieke softwareapplicaties 5 jaar 20% Telefooninstallaties 5 jaar 20% Overige bedrijfsmiddelen 5 jaar 20% Hardware: Laptops, Thin clients, desktop 4 jaar 25% Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van voorzieningen wegens oninbaarheid.

242 Programmabegroting 2018 pagina 71 van 77 Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het nog te bestemmen saldo van de rekening van baten en lasten. De algemene reserve dient primair als weerstandsvermogen om incidentele tegenvallers in de exploitatie op te vangen. De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan een bepaalde bestemmingsrichting is meegegeven. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor, op grond van artikel 44 BBV, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan; waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorziening onderhoud kantoor Groenewoudseweg heeft betrekking op de komende 5 jaar en is nominaal gewaardeerd. De informatie voor de onderbouwing van de voorziening wordt verkregen van het herziene Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) gemeente Nijmegen. De voorziening voor niet actief personeel is gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De gevormde voorzieningen worden toegelicht in de toelichting op de balans. Er wordt geen rente toegerekend aan de voorzieningen. Schulden Schulden worden opgenomen tegen nominale waarde. Grondslagen van resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Aangezien het niet is toegestaan voorzieningen te vormen voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Het gaat dan om overlopende vakantiegeldaanspraken, aanspraken op een overbruggingsperiode, levensloop en versterkt ouderdomspensioen. Voor jaarlijks terugkerende arbeid gerelateerde kosten zonder (naar verwachting) een jaarlijks vergelijkbaar volume is een verplichting opgenomen.

243 6.4 Bijdrage per gemeente Soort bijdrage Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder- Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal Inwoners per 1/1/2017 (conform BRN Richtlijn) Uniform Uniform Gezondheid van de jeugd -9 mnd 18 jaar Uniform Gezondheid van de jeugd 4 jaar 18 jaar Uniform Wijk en omgeving gedeelte Bijzondere Zorg Uniform logopedie Uniforme bijdrage thema's Gezondheid van de jeugd -9mnd - 18 jaar Uniform Gezondheid van de jeugd 4-18 jaar Uniform Wijk en omgeving Uniform Totaal thema's Uniforme bijdrage zorgtaken Preventieve Logopedie uniform Jeugdgezondheidszorg uniform Algemene gezondheidszorg Uniform Bijzondere Zorg Uniform Veilig Thuis Uniform Gezond Leven Uniform Totaal zorgtaken Totaal uniforme bijdrage obv inwoners Uniforme bijdrage obv factuur Huisvesting Consultatiebureaus UniformFactuur Toezicht en handh. Kinderopvang UniformFactuur Totaal uniforme bijdrage obv factuur Extra bijdrage Extra bijdrage Incidenteel Uniform Extra bijdrage Structureel Uniform Totaal extra bijdrage Totaal uniforme bijdrage Bijdragen maatwerk en subsidies gemeenten Jeugdgezondheidszorg Factuur Algemene gezondheidszorg Factuur Bijzondere Zorg Factuur Gezond Leven Factuur Totaal maatwerk en subsidies gemeenten Totaal uniforme bijdrage, maatwerk en subsidies van gemeenten

244 6.4.1 Verloopoverzicht per gemeente Verloopoverzicht op totaalniveau Bedrag Gewijzigde begroting Harmonisatie JGZ /- Huisvesting JGZ (wordt op factuurbasis) Bijzondere Zorg centrumgemeente PSHI Veilig Thuis Forensische geneeskunde Index uniforme bijdrage 1,8% Totaal begroting Gezondheid van de jeugd -9mnd - 18 jaar Gemeenten Gelderland-Zuid 2017 Seksuele gezondheid Jeugd (vh AGZ Bijdrage 2018 Gezonde School (vh Gezond Leven Aantal inwoners Gewijzigde begroting -/- Huisvesting JGZ (wordt factuurbasis) Harmonisatie JGZ Taak) Taak) Index uniforme bijdrage 1,8% Totaal Berg en Dal Beuningen Druten Heumen Neder-Betuwe Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Totaal Gezondheid van de jeugd 4-18 jaar Gemeenten Gelderland-Zuid 2017 Bijdrage 2018 Seksuele Gezonde gezondheid School (vh Aantal Gewijzigde Harmonisatie Jeugd (vh AGZ Gezond Leven Index uniforme inwoners begroting JGZ Taak) Taak) bijdrage 1,8% Totaal Buren Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neerijnen Tiel Zaltbommel Totaal Wijk en omgeving Gemeenten Gelderland-Zuid 2017 Bijdrage 2018 Bijzondere Aantal Gewijzigde zorg centrum Gezonde wijk Medische Index uniforme inwoners begroting Bijzondere Zorg gemeente en gemeente Milieukunde bijdrage 1,8% Totaal Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal Preventieve Logopedie 2017 Bijdrage 2018 Aantal Gewijzigde Wijziging verhouding Index uniforme Gemeenten Gelderland-Zuid inwoners begroting inwoners bijdrage 1,8% Totaal Berg en Dal Buren Culemborg Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel Zaltbommel Totaal

245 Programmabegroting 2018 pagina 74 van 77 Algemene gezondheidszorg Gemeenten Gelderland-Zuid /- Seksuele gezondheid 2017 (zie -/- Medische Milieukunde 2017 (zie thema Wijk en Bijdrage 2018 Aantal Gewijzigde Verhoging Forensische Wijziging verhouding Index uniforme inwoners begroting Geneenskunde thema's JGZ) omgeving) inwoners bijdrage 1,8% Totaal Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal Bijzondere Zorg 2017 Bijdrage 2018 Gemeenten Gelderland-Zuid Aantal inwoners Gewijzigde begroting -/- bijdrage BZ 2017 (zie wijk en omgeving) PSHI (vh subsidies gemeenten)* Index uniforme bijdrage 1,8% Totaal Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal * tot en met 2017 is de bijdrage PSHI via de subsidies gemeenten bij alleen de gemeenten uit Regio Nijmegen in rekening gebracht. Veilig Thuis 2017 Bijdrage 2018 Gemeenten Gelderland-Zuid Aantal inwoners Gewijzigde begroting Extra financiering Centrum bijdrage VO Nijmegen Centrum bijdrage HG Den Bosch Harmonisatie Index uniforme bijdrage 1,8% Totaal Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal Gezond Leven Gemeenten Gelderland-Zuid 2017 Bijdrage /- Gezonde -/- Gezonde Wijziging Aantal Gewijzigde school 2017 (zie wijk 2017 (zie verhouding Index uniforme inwoners begroting JGZ) JGZ) inwoners bijdrage 1,8% Totaal Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal Totaal In de begroting 2017 zijn per abuis enkele bijdragen verschoven tussen afdelingen. In de kolom gewijzigde begroting 2017 zijn deze bedragen gecorrigeerd. Op enkele kleine afrondingsverschillen na zijn dit kostenneutrale verschuivingen op totaal en per gemeente.

246 Programmabegroting 2018 pagina 75 van 77 Samenvatting per gemeente Gemeenten Gelderland-Zuid Gezondheid van de jeugd -9mnd - 18 jaar Gezondheid van de jeugd 4-18 jaar Wijk en omgeving Preventieve Logopedie Bijdrage 2018 Algemene gezondheids zorg Bijzondere Zorg Veilig Thuis Gezond Leven Totaal Berg en Dal Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Heumen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal

247 Programmabegroting 2018 pagina 76 van Bijdrage Mook en Middelaar Aantal Inwoners Begr Begr Inwoners per 1/1/2017 (conform BRN Richtlijn) 7771 JGZ algemeen Logopedie Maatwerk Lichte hulp Huisvesting JGZ Totale kosten huisvesting (=op basis van verwachte huisvestingskosten) Verwachte bijbetaling na afloop jaar Totale bijdrage huisvesting JGZ Veilig Thuis Toezicht WMO Totale bijdrage

248 Programmabegroting 2018 pagina 77 van 77 7 Lijst van afkortingen Afkorting AMHK AMPHI ASG AZC BBV COA DVO EMOVO GHOR GRIP GROP HKZ IM JGZ KHB LEAN Ministerie van VWS MMK MJOP MO MOP NODO-procedure NZa OGGz OM Piofach PSHi RIVM SOA VO VPB WPG WMO ZAT ZZG Betekenis Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling Academische werkplaats Aanvullende seksuele gezondheidszorg Asielzoekerscentrum Besluit Begroting en Verantwoording Centraal orgaan opvang asielzoekers Dienstverleningsovereenkomst Elektronische monitor volksgezondheid Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GGD Rampen Opvangplan Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen Informatiemanagement Jeugdgezondheidszorg Kwaliteitshandboek Effectief samenwerken naar strategische doelen; binnen een cultuur van continue verbetering, met de focus op de klant. Ministerie van Volksgezondheid en Sport Medische Milieukunde Meerjarenonderhoudsplan Medewerkersonderzoek Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Nader Onderzoek DoodsOorzaak; is bedoeld om de doodsoorzaak te achterhalen bij onverklaard overlijden van minderjarigen. De NODO-procedure heeft een neutraal, niet-justitieel karakter. Nederlandse Zorgautoriteit Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Openbaar Ministerie Personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, administratieve organisatie, communicatie en huisvesting PsychoSociale Hulpverlening bij incidenten Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Seksueel Overdraagbare Aandoening Voortgezet Onderwijs Vennootschapsbelasting Wet Publieke Gezondheid Wet Maatschappelijke Ondersteuning Zorg Advies Teams Zorggroep Zuid-Gelderland

249 Zienswijzen gemeenten Programmabegroting GGD 2018 Overzicht dd. 14 juni 2017 bijlage bij punt 5.2. Gemeente Rivierenland Zienswijze door gemeente gemaakte opmerkingen Buren Akkoord Buren vraagt blijvende aandacht voor Veilig Thuis en verwarde personen. Culemborg Gedeeltelijk akkoord Akkoord met indexering van 1,8%. Niet akkoord met incidentele verhoging van (welke beschouwd kan worden als indexering) Niet akkoord met een incidentele verhoging van , tenzij deze goed onderbouwd kan worden. Geldermalsen Akkoord Complimenten voor de nieuwe opzet van de begroting. Verzoek om in de begroting 2019 het jaar 2018 te noemen tbv vergelijkbaarheid en inzichtelijkheid. Verzoek om niet alleen de kosten per product te laten zien, maar ook de bijdrage per gemeente per product. Lingewaal Niet akkoord Niet akkoord met een indexering van 1,8%, maar met 0,6% (conform loon-prijscompensatie). Niet akkoord met structurele en incidentele verhoging van de inwonerbijdrage, zonder extra taakstelling. Bijstelling van acquisitiedoelstelling biedt mogelijkheden voor sluitende begroting. Maasdriel Akkoord GGD heeft gewerkt aan een meer overzichtelijke begroting; er is inzicht in de kosten per product/programma wat de GGD hiervoor gaat doen en wat de GGD wil bereiken. Gevolg is wel dat een vergelijking met de voorgaande begrotingen niet goed mogelijk is. Neder-Betuwe Akkoord Complimenten voor de nieuwe opzet van de begroting komt niet voor in de begroting. Verzoek om tbv de inzichtelijkheid het voorafgaande jaar te noemen. Verzoek om per product de bijdrage per gemeente inzichtelijk te maken. Neerijnen Akkoord Het jaar 2017 komt niet voor in de begroting. Tbv de inzichtelijkheid zou het prettig zijn als voor de volgende begroting het voorgaande begrotingsjaar ook wordt meegenomen. De exacte kosten voor de aanbesteding ICT zien we graag terug in de jaarrekening Tiel Zaltbommel

250 Gemeente regio Nijmegen Zienswijze door gemeente gemaakte opmerkingen Beuningen Gedeeltelijk akkoord Niet akkoord met indexering van 1,8%, maar met 1,22% Niet akkoord met de incidentele ( ) en structurele ( ) verhoging van de inwonerbijdrage Verzoek om de incidentele verhoging te onderbouwen Druten Berg en Dal Heumen Nijmegen West Maas en Waal Gedeeltelijk akkoord Niet akkoord met structurele verhoging van inwonerbijdrage en indexering van 1,8, maar met 1,22%. Niet akkoord met incidentele verhoging van de inwonerbijdrage, tenzij er een goede onderbouwing voor is. Het verschil tussen 1,22 en 1,8% indexering, te weten , te beschouwen als een te dekken tekort. Wijchen Gedeeltelijk akkoord Niet akkoord met indexering van 1,8%, maar met 1,22% Niet akkoord met de incidentele ( ) en structurele ( ) verhoging van de inwonerbijdrage Verzoek om de incidentele verhoging te onderbouwen

251 Algemeen bestuur Vergadering 29 juni 2017 Agendapunt 6.1 Onderwerp Afspraken tussen Veilig Thuis en gemeenten en gemeenten en het lokale veld Korte samenvatting onderwerp: De gemeenten zijn op grond van de Wmo verantwoordelijk voor het organiseren van de keten van zorg en veiligheid. Om snel veiligheid en hulpverlening te kunnen organiseren is het belangrijk dat alle betrokken organisaties concrete samenwerkingsafspraken maken. De afgelopen maanden is in opdracht van de gemeenten in de regio Gelderland Zuid door de werkgroep Samen Doen (enkele vertegenwoordigers van gemeenten, coördinatoren van lokale teams, Veilig Thuis en het Veiligheidshuis) gewerkt aan het vastleggen van die samenwerkingsafspraken. Er is in hoge mate sprake van consolidatie van de huidige praktijk. We verwachten dat deze afspraken de samenwerking tussen de schakels in de keten gaan vergemakkelijken en ertoe zullen leiden dat er sneller voor veiligheid en hulpverlening ingezet kan worden. Begin 2018 worden de gemaakte afspraken geëvalueerd en gaan we die bijstellen waar dat nodig is. Deze afspraken zijn mede tot stand gekomen onder invloed van de toetsing van de Inspectie op 4 juli aanstaande aan Toetsingskader Stap 2. Voor die datum moeten er door alle deelnemende gemeenten ondertekende afspraken liggen tussen Veilig Thuis en de gemeenten en de gemeenten en het lokale veld. In het geval een of meer gemeenten de afspraken niet ondertekend, dan leidt dat ertoe dat Veilig Thuis onvoldoende scoort op dit item van de toetsing op Stap 2. Proces Na de vergadering van het Algemeen Bestuur op 31 mei jl. waarin de stand van zaken toegelicht is van de overdrachtsafspraken tussen veilig Thuis en gemeenten en gemeenten en het lokale veld, heeft u de mogelijkheid gehad om de overdrachtsafspraken goed door te nemen, te bespreken met uw ambtenaren en uw eventuele opmerkingen door te geven t.b.v. bespreking in het Dagelijks Bestuur. Verzoek aan Algemeen Bestuur Het Dagelijks Bestuur heeft 8 juni jl. de door een aantal leden gestuurde opmerkingen besproken en heeft de overdrachtsafspraken (behoudens enkele tekstuele/taalkundige verbeteringen) op 9 juni jl. inhoudelijk ongewijzigd doorgezonden aan de leden van het Algemeen Bestuur met het verzoek om deze samenwerkingsafspraken door te geleiden naar de colleges van de deelnemende gemeenten ter vaststelling vóór 29 juni. Daarnaast heeft het DB de gemeenten verzocht om vóór 29 juni het DB per brief te informeren over de uitkomst van de besluitvorming van de colleges. Bijgevoegd treft u hiervoor aan: 1. Definitieve set overdrachtsafspraken 2. Concept/voorbeeld collegevoorstel 3. Concept/voorbeeld raadsbrief 4. Concept/voorbeeld brief reactie gemeente aan DB. Voorstel te beslissen: 1. Kennis te nemen van de definitieve afspraken tussen Veilig Thuis en gemeenten en gemeenten en het lokale veld. 2. De definitieve afspraken door te geleiden naar de colleges van de deelnemende gemeenten ter vaststelling. 3. Het DB per brief te informeren over de uitkomst van de besluitvorming van de colleges. 4. De definitieve afspraken tussen Veilig Thuis en gemeenten en gemeenten en het lokale veld vast te stellen.

252 Bestuurlijke Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis gemeenten Gelderland-Zuid

253 2 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

254 3 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Wettelijke en bovenwettelijke taken Veilig Thuis Wettelijke taken/verantwoordelijkheden Veilig Thuis Bovenwettelijke taken Veilig Thuis Proces na signaal Zorgmeldingen politie Zorgmeldingen politie Mook en Middelaar Meldingen burgers en professionals Veilig Thuis Proces advies en ondersteuning bij Veilig Thuis Adviesvragen Veilig thuis Ondersteuningsvragen Veilig thuis Overdracht casussen Overdracht vanuit Routeeroverleg Overdracht vanuit Veilig Thuis na triage Overdracht vanuit Veilig Thuis na onderzoek Afspraken na overdracht Kennis en kwaliteit lokaal veld Uitgangspunten Afspraken Monitoring Monitoring op casusniveau Beleidsmonitoring huiselijk geweld en kindermishandeling Overige samenwerkingsafspraken Evaluatie en aanpassing samenwerkingsafspraken... 21

255 4 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage I Begrippenlijst samenwerkingsafspraken Veilig Thuis en lokaal veld Bijlage II Werkwijze Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage III Triageprotocol: Screening en vervolg van een melding Bijlage IV Overdrachtsprotocol: Koppelpunten Gemeenten Voor Veilig Thuis bij Overdracht Bijlage V Overdrachtsprotocol van Veilig Thuis Naar het Lokaal Veld Bijlage VI Werkdocument veiligheidskaart Bijlage VII Werkafspraken routeeroverleg Bijlage VIII Regionaal Kennis- en Kwaliteitsplan Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Lokale Teams Bijlage IX Overdrachtsbrieven Veilig Thuis Voorbeeldbrief afsluiting onderzoek Veilig Thuis Voorbeeldbrief aankondiging huisbezoek Veilig Thuis Akkoordverklaring cliënt opvragen informatie Veilig Thuis Voorbeeld overdrachtsbrief Veilig Thuis voor cliënt Voorbeeldbrief overdrachtsbrief Veilig Thuis professional Voorbeeldbrief Veilig Thuis terugbelverzoek Voorbeeldbrief Veilig Thuis terugkoppeling melder/professional/burger Voorbeeldbrief Veilig Thuis terugkoppeling zorgmelding Bijlage X Werkdocument risicotaxatie Routeeroverleg via kleurcodering Bijlage XI Werkdocument meldingsformulier professionals Bijlage XII Voorbeeld Contactpersonenlijst Bijlage XIII Wetstekst taken bevoegdheden Veilig Thuis... 82

256 5 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 1. Inleiding Veilig Thuis Gelderland-Zuid (in dit stuk verder aangeduid als: Veilig Thuis) is het regionale advies- en meldpunt bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling in Gelderland-Zuid 1 en de gemeente Mook en Middelaar (in dit stuk verder aangeduid als: regiogemeenten). Veilig Thuis maakt deel uit van de ketensamenwerking bij de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld 2. Veilig Thuis moet zich door ontwikkelen naar een organisatie met een drietal kerntaken: - een toegankelijk meldpunt dat bij signalen snel zicht op veiligheid krijgt en zo nodig - hulp voor het betrokken cliëntsysteem 3 organiseert; - een advies-,ondersteunings- en expertisefunctie voor burgers en professionals die in aanraking komen of aan de slag gaan met huiselijk geweld en kindermishandeling; - een onderzoeksfunctie met verregaande wettelijke bevoegdheden om in complexe casuïstiek een doorbraak te forceren. In deze overeenkomst worden de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de regiogemeenten bestuurlijk vastgelegd. Alle partijen realiseren zich dat deze afspraken geen eindproduct, maar een startpunt vormen voor een betere samenwerking. De afspraken worden het komende jaar geïmplementeerd. Uitgangspunt daarbij is het op termijn aanscherpen en aanpassen van deze afspraken op basis van de ervaringen in de praktijk. 1 Gelderland-Zuid bestaat uit de gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Berg en Dal, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel. 2 Zie Visiedocument aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling Regio Rijk van Nijmegen & Rivierenland Voor een veilig thuis 3 Met de term cliëntsysteem (zie ook: Bijlage I) sluiten wij aan bij de terminologie van Toetsingskader Stap 2 van de inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg.

257 6 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 2. Wettelijke en bovenwettelijke taken Veilig Thuis 2.1 Wettelijke taken/verantwoordelijkheden Veilig Thuis De taken en verantwoordelijkheden van Veilig Thuis zijn beschreven in artikel van de Wmo Op hoofdlijnen gaat het om twee wettelijk beschreven taken: Meldpunt- en onderzoeksfunctie (artikel lid 2) - Meldpunt voor vermoedens of gevallen van huiselijk geweld en kindermishandeling - Uitvoeren onderzoeken - Beoordelen vervolgstappen - Inzet ketenpartners - Inschakelen politie/raad (vdk) - Informeren melder Adviesfunctie (artikel lid 3) - Adviseren en ondersteunen signalerende burgers of professionals bij vermoedens of gevallen huiselijk geweld en kindermishandeling 2.2 Bovenwettelijke taken Veilig Thuis Met Veilig Thuis zijn in 2014 als onderdeel van het Functioneel Programma van Eisen AMHK een aantal plustaken afgesproken. In de afspraken die nu voorliggen zijn deze als volgt belegd: 1. Uitvoering casemanagement Wet Tijdelijk Huisverbod De uitvoering van het casemanagement in het kader van de Wet Tijdelijk Huisverbod wordt vanaf 2017 uitgevoerd door de afdeling Bijzondere Zorg, ondergebracht bij de GGD Gelderland-Zuid. 2. Regievoering ketenaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Veilig Thuis is een van de partners in de ketenaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling zoals beschreven in de regiovisie Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Gelderland-Zuid. 3. Monitoring In de samenwerkingsafspraken zijn afspraken opgenomen over de wijze van monitoring (zie paragraaf 7). 4 De exacte wetstekst is weergegeven in Bijlage XIII.

258 7 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 4. Adviezen Maatwerktrainingen Deze taak is gerelateerd aan de wettelijke taak van advies en ondersteuning en is opgenomen in paragraaf Beschikbaarheid Crisisdienst/Crisisinterventie Veilig Thuis zet bij spoed de eigen piketdienst in en beschikt over adequate overeenkomsten met crisisdiensten voor jeugd en volwassenen uurs bereikbaarheid De 24/7 bereikbaarheid is een onderdeel van de wettelijke taak van Veilig Thuis. 7. Kwaliteitsbewaking AMHK Deze taak is onderdeel van de interne processen en wordt getoetst door de inspectie.

259 8 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 3. Proces na signaal Veilig Thuis is verantwoordelijk voor de afhandeling van de volgende signalen: - Zorgmeldingen politie ten aanzien van cliëntsystemen afkomstig uit de regio Gelderland-Zuid; - Zorgmeldingen politie ten aanzien van cliëntsystemen afkomstig uit de gemeente Mook en Middelaar; - Meldingen van professionals en burgers ten aanzien van cliëntsystemen afkomstig uit de regiogemeenten. 3.1 Zorgmeldingen politie In Gelderland-Zuid worden politiemeldingen (met uitzondering van de politiemeldingen van de gemeente Mook en Middelaar) afgehandeld via het zogeheten Routeeroverleg. Het Routeeroverleg vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van het Veiligheidshuis en de (voor het Veiligheidshuis) geldende samenwerkings- en privacy-convenanten 5. Op basis van een evaluatie wordt in het najaar van 2017 een besluit genomen over het al dan niet definitief voortzetten van het Routeeroverleg en de positionering. Ten aanzien van het Routeeroverleg zijn vooralsnog de volgende afspraken gemaakt: A. Het Veiligheidshuis Nijmegen is procesverantwoordelijk voor: a. verrijking van de melding met informatie uit het veld (bekend, actieve regie of overige relevante informatie); b. agendering in het routeringsoverleg; c. vastleggen van de gemaakte afspraken; d. doorgeleiding naar een verantwoordelijke partij. B. De voorzitter van het Routeeroverleg draagt er zorg voor dat binnenkomende politiemeldingen doorgaans binnen één werkdag worden verrijkt, geagendeerd en doorgeleid naar een verantwoordelijke partij. C. De regiogemeenten regelen conform de geldende regionale verdelingsafspraken de bekostiging van de deelname van alle deelnemers aan het Routeeroverleg, de gemeente Nijmegen regelt de bekostiging van de deelnemer vanuit het Regieteam Nijmegen. De kosten van de facilitering door het Veiligheidshuis worden verrekend met de GGD. D. Het Routeeroverleg vindt iedere werkdag plaats. E. Het lokale veld (en de overige deelnemers Jeugdbescherming Gelderland, politie, regieteam Nijmegen, Veilig Thuis) geven in de fase van verrijking op 5 Zie memo Van Voorportaal naar Routeeroverleg dat is op 17 november 2016 vastgesteld in de stuurgroep Veiligheidshuis en het Algemeen Bestuur van de GGD. Zie ook Bijlage VII (Werkafspraken Routeeroverleg).

260 9 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid verzoek van het Veiligheidshuis (dat een Burgerservicenummer aanlevert) antwoord op de gestelde verrijkingsvragen. F. Het Routeeroverleg informeert het lokale veld (of de overige ketenpartners) via het programma VIS2 als een casus wordt overgedragen. De overdrachtsafspraken zijn vastgelegd in hoofdstuk 5. G. Wanneer Veilig Thuis vanuit het routeeroverleg politiemeldingen ontvangt, behandelt Veilig Thuis deze conform de reguliere werkprocessen. H. In het managers overleg Routering wordt de ontwikkeling van het routeeroverleg waaronder het opstellen en vaststellen van werkafspraken gevolgd (zie Bijlage VII). 3.2 Zorgmeldingen politie Mook en Middelaar De gemeente Mook en Middelaar is geen onderdeel van de politieregio Gelderland-Zuid, maar van de politieregio Limburg-Noord. Ten aanzien van deze politiemeldingen is de volgende afspraak gemaakt 6 : A. Politiemeldingen die betrekking hebben op casussen afkomstig uit de gemeente Mook en Middelaar worden door Veilig Thuis via de reguliere processen afgehandeld. 3.3 Meldingen burgers en professionals Veilig Thuis Veilig Thuis ontvangt ook meldingen van burgers en professionals. Ten aanzien van deze meldingen worden de volgende afspraken gemaakt: A. Veilig Thuis handelt meldingen van burgers en professionals af conform de geldende wettelijke en door de VNG vastgestelde veldnormen 7. B. Als er sprake is van spoed en crisis, dan zet Veilig Thuis indien nodig - de benodigde specialistische zorg in en wordt achteraf door het lokale veld een beschikking afgegeven. Als er geen sprake is van crisis en spoed, dan kan Veilig Thuis niet rechtstreeks hulpverlening inzetten, maar adviseert Veilig Thuis het lokale veld 8. 6 Zie memo Van Voorportaal naar Routeeroverleg dat is vastgesteld in de stuurgroep Veiligheidshuis en het Algemeen Bestuur van de GGD. 7 Conform artikel van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 start Veilig Thuis bij meldingen waarbij is vastgesteld dat onderzoek naar kindermishandeling of huiselijk geweld plaats moet vinden met dit onderzoek; oordeelt Veilig Thuis binnen 10 weken na deze vaststelling of en zo ja tot welke stappen het onderzoek aanleiding geeft. 8 Zie Bijlage V Overdrachtsprotocol van Veilig Thuis Naar het Lokaal Veld.

261 10 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid C. Bij meldingen door professionals wordt het Meldingsformulier t.b.v. schriftelijke meldingen door professionals. Melding aan Veilig Thuis Gelderland-Zuid 9 gebruikt. D. Bij een melding volgt Veilig Thuis de afspraken gemaakt in Het Triageprotocol: Screening en vervolg 10 van een melding, waarbij er sprake is van in ieder geval een korte screening op direct gevaar en structurele ernstige onveiligheid; een verrijking op basis van diverse bronnen; afstemming met politie en/of OM indien strafrechtelijke componenten aanwezig zijn; het eventueel verrijken van de melding aan de voorkant via het routeeroverleg; een bepaling van het type en de uitvoering van de triage (verkort of lang)met als resultaat een ingevuld triageformulier. 9 Zie Bijlage XI (Werkdocument meldingsformulier professionals). 10 Zie Bijlage III (Triageprotocol: Screening en vervolg van een melding).

262 11 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 4 Proces advies en ondersteuning bij Veilig Thuis 4.1 Adviesvragen Veilig thuis In sommige gevallen willen burgers en professionals geen melding doen, maar advies inwinnen hoe met een bepaalde situatie of casus moet worden omgegaan. Bij dergelijke signalen vervult Veilig Thuis een adviesfunctie. De adviesvrager blijft zelf verantwoordelijk voor het zicht op de veiligheid in het betreffende cliëntsysteem. Ten aanzien van de adviesfunctie worden de volgende afspraken gemaakt: A. Alle inwoners en professionals in de regiogemeenten kunnen (al dan niet anoniem) Veilig Thuis benaderen voor advies over (een vermoeden van) huiselijk geweld en/of kindermishandeling. B. Indien een professional om advies vraagt, blijft het casemanagment bij de professional. C. Veilig Thuis geeft bij afsluiting van het contact richting de adviesvrager duidelijk aan dat het contact een adviesgesprek was; het casemanagement niet bij Veilig Thuis ligt; er vanuit Veilig Thuis geen verdere actie wordt ondernomen tot door de adviesvrager opnieuw contact wordt opgenomen met Veilig Thuis; er geen gegevens worden vastgelegd over het betreffende cliëntsysteem (maar wel over de inhoud van het advies en indien bekend de naam van de adviesvrager). 4.2 Ondersteuningsvragen Veilig thuis Adviesvragers kunnen ondersteund worden door Veilig Thuis. Te denken valt aan het ondersteunen bij het: - voorbereiden van c.q. het voeren van gesprekken met betrokkenen; - opstellen c.q. bespreken van veiligheidsplannen; - multidisciplinair voorbereiden van een plan van aanpak. Ten aanzien van ondersteuning worden de volgende afspraken gemaakt: A. Veilig Thuis biedt vanuit haar expertise professionals waar nodig en mogelijk ondersteuning aan. B. Veilig Thuis geeft voordat er ondersteuning wordt geboden richting de adviesvrager duidelijk aan dat het casemanagement bij ondersteuning niet bij Veilig Thuis ligt/komt te liggen;

263 12 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid er geen gegevens worden vastgelegd over het betreffende cliëntsysteem (maar wel over de inhoud van de ondersteuningsvraag en de naam van de adviesvrager).

264 13 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 5 Overdracht casussen Een signaal over huiselijk geweld en/of kindermishandeling kan leiden tot een zorgmelding door de politie of tot een melding door een burger of professional. De werkwijze die gevolgd wordt, bestaat uit een aantal stappen, welke in het zogeheten Overdrachtsprotocol 11 is uitgewerkt. Op drie momenten kan er overdracht plaatsvinden naar het lokaal veld: - na het routeeroverleg (na doorgaans 1 dag); - na triage door Veilig Thuis (na maximaal 5 dagen); - na onderzoek door Veilig Thuis (na maximaal 70 dagen). 5.1 Overdracht vanuit Routeeroverleg Het Routeeroverleg: A. organiseert een snelle interventie door één van de ketenpartners in het routeeroverleg bij acuut gevaar; B. informeert de deelnemers van het routeeroverleg via het programma VIS2 12 als een casus wordt overgedragen; C. verstrekt aan de deelnemers van het routeeroverleg de in het Overdrachtsprotocol beschreven overdrachtsinformatie. 5.2 Overdracht vanuit Veilig Thuis na triage Veilig Thuis: A. organiseert een snelle interventie bij acuut gevaar; B. informeert het betrokken cliëntsysteem schriftelijk over het feit dat een melding is doorgezet naar het lokaal veld; C. informeert het lokaal veld telefonisch als een casus wordt overgedragen; D. biedt desgewenst ondersteuning bij het oppakken van een vervolgtraject door het lokaal veld; E. verstrekt aan het lokaal veld de in het Overdrachtsprotocol beschreven overdrachtsinformatie; F. is verantwoordelijk voor zicht op veiligheid vanaf het moment dat een melding is getrieerd 13 tot het moment dat de casus is overgedragen naar het 11 Zie Bijlage V (Overdrachtsprotocol van Veilig Thuis Naar het Lokaal Veld). 12 Dan wel via een mail-bericht bij niet op VIS 2 aangesloten organisaties. 13 Zie Kwaliteitskader Veilig Thuis. Onderdeel: Zicht op Veiligheid, 1 juli Bij spoed of crisis is Veilig Thuis verantwoordelijk voor zicht op veiligheid in het cliëntsysteem vanaf het moment dat men kennis heeft genomen van het spoedeisende karakter van een melding. Bij overschrijding van de maximale termijn van vijf werkdagen voor triage geldt hetzelfde

265 14 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid lokaal veld. 5.3 Overdracht vanuit Veilig Thuis na onderzoek Veilig Thuis: A. organiseert een snelle interventie bij acuut gevaar; B. informeert het betrokken cliëntsysteem schriftelijk over het feit dat een melding is doorgezet naar het lokaal veld; C. informeert het lokaal veld over de start van een onderzoek en over de uitkomsten van een onderzoek; D. informeert het lokaal veld via persoonlijk contact (warme overdracht) als een casus wordt overgedragen; D. Verstrekt aan het lokaal veld de in het Overdrachtsprotocol beschreven overdrachtsinformatie; E. is verantwoordelijk voor zicht op veiligheid vanaf het moment dat een melding is getrieerd tot het moment dat de casus is overgedragen naar het lokaal veld. 5.4 Afspraken na overdracht A. Het lokaal veld maakt op basis van het advies vanuit het Routeeroverleg of vanuit Veilig Thuis afspraken met het cliëntsysteem met als doel een duurzaam herstel van de veiligheid. B. Het lokaal veld bevestigt de overdracht en informeert binnen vijf werkdagen Veilig Thuis en het Routeeroverleg: dat een casus wordt opgepakt binnen de geadviseerde termijn; dat een casus niet wordt opgepakt binnen de geadviseerde termijn. informeert het betrokken cliëntsysteem over het feit dat een melding wordt opgepakt op basis van óf een zorgmelding van de politie óf een melding vanuit Veilig Thuis. C. De coördinator van het lokaal veld informeert de verantwoordelijke wethouder als vanwege capaciteits- of kwaliteitsproblemen in het lokaal veld het niet mogelijk is om de overdrachtsafspraken na te komen en de veiligheid van het cliëntsysteem hierdoor in gevaar komt. D. Vanaf het moment dat het lokaal veld de overdracht bevestigt (zie afspraak B), is het lokaal veld verantwoordelijk voor (het bepalen en organiseren van) het proces- en casemanagement. E. Casuïstiek wordt opgepakt binnen de door Veilig Thuis of het Routeeroverleg geadviseerde termijn, tenzij het lokaal veld een beargumenteerd besluit neemt waarom de casus niet binnen de geadviseerde termijn kan worden opgepakt. F. Het lokaal veld:

266 15 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid organiseert of maakt (na triage bij Veilig Thuis en zover noodzakelijk) op basis van input vanuit Veilig Thuis een veiligheidsplan c.q. voert het door Veilig Thuis opgestelde veiligheidsplan uit (na onderzoek); organiseert of biedt zelf ambulante ondersteuning of hulpverlening; verwijst door naar een zorgaanbieder door middel van een beschikking. G. Als het lokaal veld na overdracht vanuit Veilig Thuis of het Routeeroverleg, ondanks het inwinnen van advies bij Veilig Thuis, geen opvolging kan geven aan de gemaakte afspraken c.q. het niet lukt om te komen tot duurzaam herstel van de veiligheid, dan meldt het lokaal veld de casus (met een verslag van uitgevoerde activiteiten en het resultaat hiervan) aan bij Veilig Thuis.

267 16 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 6 Kennis en kwaliteit lokaal veld De lokale teams hebben een belangrijke rol in de keten van huiselijk geweld en kindermishandeling. Van belang is dat lokale teams beschikken over voldoende competenties, kennis en vaardigheden op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Ten aanzien van het versterken van de kennis en kwaliteit van het lokaal veld zijn regionale uitgangspunten 14 geformuleerd en worden voor 2017 en 2018 een aantal afspraken gemaakt. 6.1 Uitgangspunten De gemeenten hanteren de onderstaande uitgangspunten met betrekking tot kennis- en kwaliteit van het lokale veld: A. Er wordt gewerkt volgens het kwaliteitskader jeugd en de norm verantwoorde werktoedeling. B. In het lokale veld wordt gewerkt met vakbekwame professionals op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. C. Het lokale veld beschikt over voldoende personeel om overgedragen casuïstiek op te pakken conform de eisen van het overdrachtsprotocol. D. Er wordt gewerkt met aandachtsfunctionarissen die lid zijn van de landelijke vereniging (LVAK). E. Alle lokale teams stellen een eigen meldcode vast. F. Alle medewerkers van het lokale veld kunnen het stappenplan van de Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling toepassen. G. Alle medewerkers van het lokale team zijn in staat om de onveiligheid met het gezin/huishouden te bespreken. H. Binnen het lokale veld zijn professionals die in staat zijn een veiligheidsplan en hulpverlenings- en herstelplan op te stellen en uit te voeren. I. Een veiligheidsplan wordt altijd opgesteld in afstemming met de leden van het gezin/huishouden, diens netwerk en betrokken professionals. Hierbij wordt zo veel mogelijk ingezet op het inzetten van eigen kracht en het geven van netwerkondersteuning. J. Alle medewerkers van het lokale veld kunnen een goede inschatting maken van de veiligheid van alle leden van het gezin/huishouden (risicotaxatie) en zijn in staat aan vraagverheldering te doen. K. Binnen het lokale veld zijn professionals die weten welke specialisten zij voor specifieke vormen van huiselijk geweld, zoals eer gerelateerd geweld, seksueel geweld en ouderenmishandeling kunnen inschakelen. L. In het opleidings-en scholingsplan van het lokale veld wordt vastgelegd hoe geborgd wordt dat de medewerkers over voldoende competenties, kennis en 14 Zie Bijlage VIII (Regionaal Kennis- en Kwaliteitsplan Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Lokale Teams).

268 17 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid vaardigheden beschikken om noodzakelijk hulp/of ondersteuning te kunnen bieden op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. 6.2 Afspraken Voor 2017 maken de gemeenten met elkaar de volgende afspraken over de kennisen kwaliteit van het lokale veld: A. Binnen het lokale veld werken geregistreerde professionals (SKJ of BIG geregistreerd) en wordt gewerkt volgens de norm verantwoorde werktoedeling. Bij gemeenten waar dit nog niet het geval is wordt gezorgd dat dit voor het einde van 2017 is gerealiseerd. B. Alle lokale teams hebben in juli 2017 aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling aangewezen. C. Gemeenten zorgen dat aandachtsfunctionarissen binnen het lokale veld voldoende uren ter beschikking hebben voor het uitvoeren van hun taak. D. Alle aandachtsfunctionarissen zijn lid van de landelijke vereniging aandachtsfunctionarissen (LVAK). E. Het lidmaatschap van het LVAK wordt in 2017 en 2018 vergoed vanuit de DU vrouwenopvang. F. Alle aandachtsfunctionarissen kunnen in 2017 de training aandachtsfunctionarissen van de LVAK volgen. Kosten worden vergoed vanuit de DU vrouwenopvang. Deze training vindt plaats in september en oktober G. Alle lokale teams hebben eind 2017 een eigen meldcode vastgesteld en op de juiste manier geïmplementeerd. H. Professionals uit het lokale veld nemen in 2017 deel aan het aanbod deskundigheidsbevordering huiselijk geweld en kindermishandeling. Kosten worden in 2017 vergoed vanuit de DU vrouwenopvang. I. De opleidings-en scholingsplannen worden eind 2017 regionaal geïnventariseerd. Begin 2018 evalueren we en kijken of we voor bepaalde onderdelen op het gebied van kennis en kwaliteit medewerkers gezamenlijk kunnen blijven optrekken.

269 18 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 7 Monitoring Monitoring is een belangrijke ontwikkelopgave voor Veilig Thuis en de regiogemeenten. Ook op Rijksniveau wordt nagedacht over een versterking van de radarfunctie van Veilig Thuis binnen de keten. Over monitoring zijn eerste afspraken gemaakt ten aanzien van - monitoring op casusniveau; - beleidsmonitoring. 7.1 Monitoring op casusniveau Veilig Thuis monitort na overdracht of de stappen die in gang zijn gezet ook worden uitgevoerd én leiden tot het (duurzaam) stoppen van geweld. Onze verwachting is dat vanwege wijzigingen in de wetgeving 15 de afspraken over monitoring geherformuleerd moeten worden. Voorlopig worden de volgende afspraken gemaakt: A. Bij overdracht van casussen vanuit het routeeroverleg naar het lokaal veld en/of deelnemers routeeroverleg vindt geen monitoring plaats; Veilig Thuis direct na triage vindt alleen monitoring plaats in gevallen waarin door Veilig Thuis hiertoe wordt besloten; Veilig Thuis na onderzoek vindt altijd monitoring plaats. B. Wanneer monitoring wordt ingezet zal Veilig Thuis via telefonisch contact (en indien nodig: door middel van een huisbezoek) navraag doen bij het gezinssysteem en andere belangrijke betrokkenen: na drie maanden: o of de stappen die in gang gezet zijn, worden uitgevoerd; o wat het effect is op het stoppen van geweld. na een jaar: o in hoeverre het geweld duurzaam is gestopt. C. Nadat het Routeeroverleg is geëvalueerd, nemen gemeenten en Veilig Thuis een besluit over het monitoren van de casussen die vanuit het Routeeroverleg worden overgedragen. D. Het lokaal veld verleent medewerking aan het monitoren door het aanleveren van relevante informatie op casusniveau. E. Veilig Thuis rapporteert in de beleidsmonitoring (zie 7.2 Beleidsmonitoring) periodiek over bovenstaande afspraken. 15 Onze verwachting is dat Veilig Thuis bij een wetswijziging een soort radarfunctie ten aanzien van huiselijk geweld en kindermishandeling krijgt.

270 19 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 7.2 Beleidsmonitoring huiselijk geweld en kindermishandeling Ten behoeve van de beleidsontwikkeling en aansturing van de ketensamenwerking huiselijk geweld en kindermishandeling worden de volgende afspraken gemaakt: A. Veilig Thuis ontwikkelt in samenwerking met de gemeenten in 2017 een bruikbaar monitoringinstrument rond onder andere meldingen, adviezen en de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.

271 20 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 8 Overige samenwerkingsafspraken Veilig Thuis en de regiogemeenten hebben aanvullend nog de volgende samenwerkingsafspraken gemaakt: A. Veilig Thuis is verantwoordelijk voor het opstellen, actualiseren en beschikbaar stellen van een contactpersonenlijst 16 (inclusief bereikbaarheidsgegevens) conform. B. De contactpersonenlijst wordt tenminste ieder kwartaal geactualiseerd. C. Er wordt een gezamenlijk overleg tussen Veilig Thuis, vertegenwoordiging uit het lokale veld, en andere relevante ketenpartners gehouden (Samen Doen), waarin de samenwerkingsafspraken gemonitord en zo nodig bijgesteld worden. D. Vertegenwoordigers van het lokaal veld c.q. de gemeente in het Samen Doen overleg zijn verantwoordelijk voor het controleren, aanvullen, wijzigen en actualiseren van de lijst voor de eigen gegevens. E. Veilig Thuis verwerkt alle aanvullingen en mailt de geactualiseerde contactpersonenlijst binnen 30 dagen naar alle contactpersonen in het lokale veld. F. In overleg met Samen Doen wordt in 2017 de lijst contactpersonen uitgebreid met contactpersonen voor het onderwijs, leerplichtzaken, het Veiligheidshuis, de politie, het Openbaar Ministerie alsmede de belangrijkste ketenpartners op het gebied van ouderen, licht verstandelijk beperkten, lichamelijk gehandicapten of anderszins kwetsbare mensen. G. Veilig Thuis stelt binnen de eigen organisatie aandachtsfunctionarissen aan voor tenminste: seksueel misbruik; eergerelateerd geweld; vluchtelingenproblematiek; ouderenmishandeling. H. Veilig Thuis biedt op aanvraag van ketenpartners (groepsgerichte) voorlichtingsactiviteiten aan. In 2017 maken Veilig Thuis en de regiogemeenten afspraken over het al dan niet aanvullend proactief aanbieden van voorlichtingsactiviteiten voor bepaalde ketenpartners. 16 Zie Bijlage XII (Voorbeeld Contactpersonenlijst).

272 21 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 9 Evaluatie en aanpassing samenwerkingsafspraken Deze samenwerkingsafspraken zijn in overleg tussen uitvoerende professionals in de sociale teams, beleidsadviseurs en de werkgroep Samen Doen ontwikkeld. De afspraken moeten nu in en aan de praktijk worden getoetst en daarna waar nodig worden bijgesteld. Ten aanzien van evaluatie en aanpassing van deze afspraken zijn de volgende afspraken gemaakt: A. Deze samenwerkingsafspraken worden begin 2018 geëvalueerd en indien nodig bijgesteld en aangescherpt. B. Het vaststellen van (eventueel gewijzigde) samenwerkingsafspraken is een bevoegdheid van het Algemeen Bestuur van de GGD na consultatie van de Colleges. C. De bijlagen bij deze samenwerkingsafspraken zoals het Triageprotocol, het Overdrachtsprotocol en het Regionale Kennis- en Kwaliteitsplan worden in het najaar 2017 verder uitgewerkt, aangepast en door vertaald naar de behoefte van de uitvoerende professionals. D. De voorzitter van de werkgroep Samen Doen is bevoegd om na consultatie van de werkgroep deze bijlagen aan te passen. E. De regiogemeenten en Veilig Thuis maken nog nadere afspraken over de samenstelling en het voorzitterschap van de werkgroep Samen Doen en de wijze waarop de bijlagen worden doorontwikkeld.

273 22 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlagen

274 23 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage I Begrippenlijst samenwerkingsafspraken Veilig Thuis en lokaal veld Aandachtsfunctionaris: Casemanagement Binnen een organisatie de deskundige persoon op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Taken van de aandachtsfunctionaris zijn onder te verdelen in: Uitvoerende taken: ondersteunen, adviseren, begeleiden, motiveren en informeren van collega s. Beleidsmatige taken: invullen, bijstellen en evalueren van de meldcode, het informeren van collega s over ontwikkelingen, het geven of organiseren van scholing, en het uitwerken van beleid over het zorgvuldig vastleggen en documenteren van de stappen van de meldcode. In kleine organisaties combineert meestal één persoon deze taken, terwijl grotere organisaties er vaker voor kiezen om de uitvoerende en beleidsmatige taken te verdelen over twee of meerdere personen. De norm is 1 aandachtsfunctionaris op 20 medewerkers. Casemanagement is een integraal onderdeel van de hulpverlening. Wanneer er meer ondersteuning nodig is op de regie, is er sprake van een casemanager. In de meeste gevallen is dat degene die het meest direct betrokken is bij het huishouden/gezin. De casemanager is degene die ervoor zorgt dat iedereen in de casus doet wat hij moet doen en daar zelf ook voor zover het zijn eigen professionele discipline betreft - actief aan deel neemt. Daartoe werkt hij samen met de professionele partners het plan van aanpak uit in een uitvoeringsplan, toetst hij of de doelen in de praktijk ook haalbaar zijn, c.q. gehaald worden. Het uitgangspunt hierbij is het versterken van de eigen regie van de cliënten en hun sociale netwerk, bij voorkeur met toepassing van sociale netwerkstrategieën.

275 24 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Het Sociale (wijk/kern)team, het Regieteam of het Veiligheidshuis heeft in de toewijzing van de casemanager een dwingende rol als dit noodzakelijk is. Cliëntsysteem: Drang: Dwang: Clientsysteem: de direct betrokkene (op wie het signaal of advies vraag betrekking heeft) en de leden van het huishouden of gezin van deze betrokkene. Sociaal onvrijwillige hulpverlening. Er is sprake van sociaal onvrijwillige hulpverlening bij cliënten die in contact komen met hulpverlening omdat ze onder druk zijn gezet door hun omgeving (ouders, echtgenoot werkgever, woningcorporatie, gemeente, hulpverleningsinstantie). Indien de stap naar hulpverlening niet wordt gezet dan volgen er sancties. De ernst van de sancties kan verschillen naarmate de problemen van de cliënten groter zijn (intrekken zakgeld, echtscheiding, ontslag, woningontruiming, stopzetten uitkering, melding bij Veilig Thuis etc.). Wettelijke onvrijwillige hulpverlening. Gedwongen hulpverlening is hulp die door een rechter is opgelegd na een strafproces of een civiel proces. (Jeugd)reclassering, OTS, machtigingen tot opname (binnen de psychiatrie). Hulpverlenings- en herstelplan: Het herstel- en hulpverleningsplan beschrijft de ondersteuning, hulp of behandeling die nodig zijn voor 17 : - herstel van de schade bij betrokkenen zoals die in het onderzoek is vastgesteld - het bewerkstelligen van duurzame veiligheid voor alle betrokkenen. In het plan staan beschreven: - de schade bij de verschillende betrokkenen; - de risicofactoren die een bijdrage leveren aan het in stand houden van onveiligheid; 17 Handelingsprotocol Veilig Thuis:

276 25 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid - de doelen die bij het herstel van schade en het verminderen van de invloed van de risicofactoren moeten worden bereikt; - de ondersteuning, hulp of behandeling die ingezet worden; - de afspraken over toezicht op en naleving van het plan. Lokaal veld: Onderzoek Veilig Thuis: Alle gemeentelijke teams in Gelderland-Zuid die onder diverse namen functioneren (sociaal wijkteams, regieteams, kernteams, buurtzorg jong, gebiedsteams, regieteams) én organisaties die door gemeenten zijn aangewezen als aanspreekpunt voor de overdracht van casussen vanuit Veilig Thuis. Bij casussen met ernstige vermoedens op structurele en ernstige onveiligheid wordt beoordeeld en onderzocht of er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en wordt gekeken welke stappen of maatregelen nodig zijn. Zie ook handelingsprotocol Veilig Thuis paragraaf Onvrijwillige cliënten: Van onvrijwillige cliënten is sprake als: cliënten ontkennen dat zij een probleem hebben dat anderen iets aangaat. zij weigeren met buitenstaanders over dit probleem te praten en deze toe te staan hen te adviseren. zij niet overwegen om de zaken op een andere manier aan te pakken. zij niet zelfstandig het initiatief nemen tot een hulpverleningscontact. Procesregie: Gericht op de ketensamenwerking en betreft: op basis van signalen van partners sturen op de totstandkoming van een integraal plan van aanpak per casus. Hierbij hoort het aanwijzen van de casemanager, het plan van aanpak controleren en sturen op het proces en de samenwerking. 18 Handelingsprotocol Veilig Thuis:

277 26 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Routeeroverleg: Triage Veilig Thuis: Veiligheidsplan: Overleg waar nieuwe zorgmeldingen van de politie in de regio Gelderland-Zuid worden geagendeerd en doorgeleid naar de verantwoordelijke partij. Het Veiligheidshuis is procesverantwoordelijk voor de verrijking van meldingen met informatie uit het veld (bekend, actieve regie of overige relevante informatie), agendering in het routeringsoverleg, vastleggen van gemaakte afspraken en doorgeleiden naar verantwoordelijke partij. Maakt onderdeel uit van het werkproces van Veilig Thuis en is een beslisproces waarbij meldingen van huiselijk geweld worden beoordeeld op welke urgentie en expertise nodig is om het geweld te stoppen. Een veiligheidsplan beschrijft wat er nodig is om bij een cliëntsysteem directe veiligheid (stoppen van geweld en beschermen slachtoffer) te bereiken. Het plan is opgesteld op basis van gedeelde consensus van de betrokken partijen over wat voldoende veiligheid (6 op de veiligheidsschaal) voor het individu inhoudt 19. In een veiligheidsplan worden tenminste vastgelegd: - concrete aanwijzingen van eerdere onveiligheid; - mogelijke gevolgen van voortdurende of escalerende onveiligheid; - de minimale eisen die Veilig Thuis stelt aan herstel van veiligheid; - regels voor het omgaan met triggers en stressoren; - afspraken die worden gemaakt over herstel van veiligheid; - consequenties van het niet nakomen van de gemaakte afspraken; - wie wanneer toeziet op het nakomen van de gemaakte afspraken; 19 Vogtlander, L & Arum, S. van (2016). Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg. Utrecht: GGD GHOR Nederland

278 27 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid - afspraken over tussenevaluatie, bijstelling van het veiligheidsplan en eindevaluatie 20. In de regio Gelderland-Zuid wordt voor het opstellen van een Veiligheidsplan gewerkt met de Veiligheidskaart. Vrijwillige cliënten: Van vrijwillige cliënten is sprake als: cliënten herkennen en erkennen dat zij een probleem hebben dat zij niet zelfstandig op kunnen lossen. zij bereid zijn met een ander hierover in gesprek te gaan en die ander toestaan hen hierover te adviseren. zij bereid zijn om de zaken op een of andere manier anders aan te pakken. het initiatief in het ontstaan van het hulpverleningscontact vanuit henzelf komt. 20 Handelingsprotocol Veilig Thuis:

279 28 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage II Werkwijze Veilig Thuis Gelderland-Zuid

280 29 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage III Triageprotocol: Screening en vervolg van een melding

281 30 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Inleiding Triage is een dynamisch beslisproces waarmee bij meldingen van huiselijk geweld kan worden beoordeeld welke urgentie en expertise nodig is om het geweld te stoppen. Het triage-instrument biedt handvatten om te beoordelen welke spoed nodig is en welke expertise nodig is om in te grijpen om de fysieke en emotionele veiligheid van gezinsleden direct en op termijn te borgen. De triage Veilig Thuis is bruikbaar om iedere melding van (een vermoeden van) geweld: te beoordelen op direct gevaar, op ernst van de onveiligheid en op complexiteit van de problematiek en vervolgens toe te leiden naar de specifieke expertise die nodig is om de veiligheid op maat te managen en om op termijn risicogestuurde zorg te bieden. 21 Iedere melding bij Veilig Thuis wordt beoordeeld en onderverdeeld naar: Direct gevaar Structurele ernstige onveiligheid Schadelijke multiproblematische leefsituatie ernstige kwetsbaarheid Bij een telefonische melding wordt samen met de melder onderstaande screening en inschatting doorlopen, bij een schriftelijke melding doet de medewerker dit aan de hand van de informatie die voorhanden is. 21 Triage instrument, versie landelijk prototype 0.6, maart 2015

282 31 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 1. Screening: Er is sprake van direct gevaar op basis van onderstaande twee criteria: Criterium 1: Melding betreft recent ernstig gewelddadig gedrag: verwondingen met medische behandeling letsel (ernstig vermoeden dat dit is toegebracht) bij zuigeling of zeer jong kind poging tot verwurging wapengebruik geweld tijdens zwangerschap verkrachting seksueel binnendringen bij kinderen < 12 jaar (een ernstig vermoeden van) seksueel misbruik van kinderen < 18 jaar Of: een acute dreiging om de (ex)-partner, kinderen, familielid of zichzelf te doden, ernstig letsel toe te brengen of hun vrijheid te benemen (ook eerwraak en vrouwelijke genitale verminking) ernstige fysieke verwaarlozing die acuut de gezondheid bedreigt van zeer jonge kinderen of een oudere in een zorgafhankelijke situatie anders, namelijk: Criterium 2 De pleger heeft direct toegang tot het slachtoffer Het slachtoffer is nog in een zorgafhankelijke positie en deze kan nu niet in veiligheid worden gebracht door de directe omgeving. Conclusie NEE, er is geen sprake van direct gevaar JA, er is wel sprake van direct gevaar Ga altijd door met de screening op structurele ernstige onveiligheid

283 32 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Met de screening op structurele ernstige onveiligheid wordt beoordeeld of er sprake is van zich herhalende of voortdurende ernstig onveilige en schadelijke gebeurtenissen en situaties. Van structurele ernstige onveiligheid is meestal sprake als er voldaan wordt aan onderstaand criterium: Over een periode van enkele weken of langer (en vroeger in de geschiedenis) zijn hieronder genoemde concrete voorbeelden van zorgwekkend onveilige situaties of zorgwekkend geweld aanwezig van: ouder naar kind, van ouder met ongeboren kind tussen kinderen/ jeugdigen van een kind naar zijn ouder tussen mantelzorger en oudere tussen (ex)-partners of tussen familieleden Lichamelijk geweld: lichamelijke mishandeling al of niet met verwondingen Psychisch geweld: dreigen met het toebrengen van letsel, of met iemand te zullen vermoorden psychisch geweld in de vorm van vernederingen, verbale aanvallen, intimidatie en/of constant in de gaten houden wat het slachtoffer doet en zegt stalking opsluiting huisvredebreuk gezinslid dat ernstige vernielingen in of rondom huis aanricht ernstige strijd tussen ouders kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld tussen ouders Seksueel geweld herhaalde vermoedens seksueel misbruiksituaties dwingen tot seksuele handelingen gedwongen prostitutie (mensenhandel en loverboy problematiek) Verwaarlozing: het onthouden van basiszorg aan iemand die zorgafhankelijk is chronische lichamelijke verwaarlozing van kinderen chronische affectieve verwaarlozing van kinderen chronische pedagogische verwaarlozing van kinderen Overig: geweld dat samenhangt met eer gerelateerde problematiek huwelijksdwang ernstig vermoeden van Münchhausen bij Proxy dierenmishandeling en verwaarlozing anders, namelijk. Conclusie: NEE, er is geen sprake van structurele ernstige onveiligheid JA, er is wel sprake van structurele ernstige onveiligheid

284 33 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid ER IS EEN ERNSTIG VERMOEDEN op structurele ernstige onveiligheid, maar om een gefundeerd oordeel over de veiligheidssituatie te kunnen vormen, moet nog onderzoek of een interventie plaatsvinden dat hierover uitsluitsel kan geven. Wanneer Veilig Thuis het relevant acht en dit geen negatieve effecten heeft op de veiligheid van betrokkenen, kan Veilig Thuis in dit geval ook eerst contact opnemen met de direct betrokkenen zelf, over de vraag of zij open staan voor hulp en ondersteuning. Er kan sprake zijn van een Schadelijke multiproblematische leefsituatie als voldaan wordt aan twee of meer van de volgende criteria: Criterium 1 Er is sprake van een eenmalige of enkele onveilige gebeurtenissen die een symptoom kunnen zijn van ernstige overbelasting van het gezin/ huishouden. Criterium 2 Er zijn problemen op meerdere leefgebieden van gezondheid, wonen, werken, financiën, culturele integratie, relaties, opvoeding. Criterium 3 De problematiek heeft negatieve impact op het gezinssysteem of op de directe leefomgeving, maakt de opgroeisituatie van eventuele (ongeboren) kinderen zorgelijk. Criterium 4 Hulp wordt afgehouden, of de inzet van het systeem is onvoldoende, of de hulp leidt binnen de gewenste termijn niet tot de noodzakelijke resultaten, of de problematiek is vastgelopen. Conclusie / weging: NEE, er is geen sprake van schadelijke multiproblematische leefsituatie JA, er is wel sprake van schadelijke multiproblematische leefsituatie ga door met screening op ernstige kwetsbaarheid van het systeem Er is sprake van ernstige kwetsbaarheid van het systeem (bij volwassene of kind) bij: Gezinslid met patroon van alcoholmisbruik/drugsmisbruik. Gezinslid met gedrag passend bij ernstige psychische stoornis. Gezinslid met verstandelijke beperking. Gezinslid met ernstig lichamelijk gezondheidsprobleem.

285 34 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 2. Verrijken/aanvullen: Aansluitend wordt de melding aangevuld /verrijkt ( indien het geen politiemelding betreft) met informatie uit de volgende systemen: de eigen systemen van Veilig Thuis (mogelijk eerdere meldingen, onderzoeken of en huisverboden) de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) de Raad voor de Kinderbescherming (bij kinderen: bij wie ligt het gezag en loopt er een onderzoek?) In geval van een lopende maatregel wordt contact opgenomen met de uitvoerder van de maatregel en wordt met hem /haar verder afgestemd. de Verwijsindex Risicojongeren (op naam van de kinderen) (het Centraal Gezag register) Opvragen politiegegevens (op naam pleger en op adres) Veilig Thuis vraagt, wanneer daar aanleiding voor is, aanvullende informatie aan de politie over alle personen die direct betrokken zijn bij een melding. Daarbij gaat het om de vraag of die personen bekend zijn bij de politie in een context die de politie voor een Veilig Thuis-melding relevant acht. Veilig Thuis vraagt daarbij altijd of er sprake is van eerdere mutaties m.b.t. Geweld/zeden/vuurwapenbezit of vuurwapengebruik. Contact met direct betrokkenen Wanneer Veilig Thuis het relevant acht en dit geen negatieve effecten heeft op de veiligheid van betrokkenen kan Veilig Thuis contact opnemen met de direct betrokkenen zelf, over de vraag of zij open staan voor hulp en ondersteuning. Deze mogelijke nieuwe aanvullende informatie over eerdere meldingen, huisverboden en mutaties van politie, of relevante feitelijke informatie na contact met direct betrokkenen wordt genoteerd. De uitkomst van de screeningsroute Als er naar het lokale veld overgedragen kan worden hoeft er geen intercollegiale beoordeling plaats te vinden. Bij een positieve screening op direct gevaar, structurele onveiligheid of schadelijke multiproblematische leefsituatie vindt hierna een gezamenlijke intercollegiale bespreking en beoordeling plaats.

286 35 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 3. Intercollegiale beoordeling en besluitvorming Bij een positieve screening op direct gevaar, structurele onveiligheid of schadelijke multiproblematische leefsituatie bespreekt en beoordeelt de medewerker de casus: met een collega of met de gedragswetenschapper of in het team of met de vertrouwensarts. In het handelingsprotocol Veilig Thuis wanneer de vertrouwensarts in ieder geval betrokken dient te worden (bij direct gevaar en bij letsel). Gezamenlijk wordt een veiligheidsinschatting gedaan. Dit gebeurt met het toekennen van een cijfer op een schaal van 0-10 en aansluitend wordt. Daarna wordt een gevaar taxatie opgesteld waarbij de grootste zorgen worden benoemd en de gevaren wanneer niets wordt gedaan. Op basis van bovenstaande uitkomst kan dit leiden tot een van de volgende conclusies: Direct gevaar Veilig Thuis houdt het casemanagement. Structurele ernstige onveiligheid Veilig Thuis houdt het casemanagement. Ernstig vermoeden structurele ernstige onveiligheid Schadelijke multiproblematische leefsituatie Idem, en hulp organiseren lukt niet of heeft onvoldoende effect Geen van bovengenoemden Ernstige kwetsbaarheid systeem Onderzoek door Veilig Thuis. Overdracht aan regisseur wijkteam lokale veld en mogelijkheid tot inzetten hulp. Veilig Thuis pakt hem op, eventueel i.s.m. het lokale veld. Overdracht aan (betrokken) professional lokale veld. Informatie geeft aanwijzingen voor de inhoud van de vervolgstappen. Om te komen tot een zorgvuldige maar ook efficiënte triage is een dagelijkse afstemming met het lokale veld /de wijkteams zeer essentieel, zowel voor het opvragen van informatie, de afstemming over de mogelijkheden van overdracht of

287 36 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid als informant gedurende een onderzoek. Daarvoor zijn actuele telefoonnummers en contactpersonen beschikbaar.

288 37 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage IV Overdrachtsprotocol: Koppelpunten Gemeenten Voor Veilig Thuis bij Overdracht Gemeente Naam onder de mail Welke partij is aangewezen door gemeente bij overdracht vanuit VT Berg en Dal Esther van Dorst regieteam, contactpersoon Jur den Breejen Beuningen Sonja van Kampen Helen Nikkelen (wijkteam), en Wat is de plek waar veiligheidsplannen (mede) worden opgesteld/uitgevoerd regieteam, contactpersoon Jur den Breejen Helen Nikkelen (wijkteam), en Buren Diana Grudzinska gebiedsteam Stib gebiedsteam Stib Culemborg Christine Dolman sociaal wijkteam zorgaanbieders/jbg Druten Arvid Ernst sociaal team sociaal team Geldermalsen Hans Bransen Kernteam (Hans Bransen is teamleider) Kernteam (Hans Bransen is teamleider) Heumen Anke van Eijken Kernteam Kernteam Lingewaal Rebecca Bosch sociaal team afdeling VVH-IVR van de Maasdriel Marco de Bont gebiedsteams Maasdriel, (Matthe Bosshardt is aanspreekpunt) Mook en Karin Peters Middelaar Neder-Betuwe Maaike Seure Kernteam (coördinator Ingrid van Ballegooij) Sociaal Team, coördinator Ria Elfring als contactpersoon Neerijnen Simone Schuts sociaal team Neerijnen (coördinator zet het uit binnen het team) gemeente gebiedsteams Maasdriel Kernteam (coördinator Ingrid van Ballegooij) Sociaal Team, coördinator Ria Elfring als contactpersoon sociaal team Nijmegen Martin Ruiter regieteams en sociale wijkteams regieteams en sociale wijkteams Tiel Renate Valerianus Wijkteams Jeugd Tiel en de STMR/AMV (Aanspreekpunt is Truus Gillissen West Maas en Waal Bert van Swam Vraagwijzer en de contactpersoon is Karin Laarakker Wijchen Lucas van Horck Regieteam (contactpersoon Jaap van den Bergh) Zaltbommel Jessica Aarnink Buurtzorg Jong, contactpersoon Irmgard van Buuren. Bij casuïstiek van alleen +23 jaar betrekt Buurtzorg Jong het buurtteam voor Voor gezinnen met kinderen onder 23 jaar zijn dit de wijkteams Jeugd. Voor volwassenen (23+) is dit STMR. de zorgaanbieders die via Vraagwijzer worden ingezet en waar vraagwijzer intensieve monitoring op in zet Regieteam of sociaal wijkteam Buurtzorg Jong (en bij +23 is dat Buurtteam )

289 38 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage V Overdrachtsprotocol van Veilig Thuis Naar het Lokaal Veld

290 39 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

291 40 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage VI Werkdocument veiligheidskaart Veiligheidskaart van Datum: - - Waar maken we ons zorgen over? Schade in het verleden: Momenten in het verleden, waarbij kinderen/gezinsleden zijn gekwetst of in gevaar zijn geweest tijdens verzorging door/omgang met ouders/mantelzorger/ander gezinslid. Wat gaat goed? Acties ter bescherming: Tijden waarin of momenten waarop de betrokkenen in staat zijn geweest om de kinderen/gezinsleden te beschermen of dat zij iets gedaan hebben om de schadelijke gebeurtenissen te stoppen. Complicerende factoren: Dingen in het leven van de familie die het nu of in de toekomst moeilijker maken om de kinderen/gezinsleden te beschermen en voor hen te zorgen of die de samenwerking tussen ouders/familieleden en de organisatie moeilijk maken. Sterke punten: Dingen die in het verleden in het leven van de familie geholpen hebben om goed voor de kinderen/gezinsleden te zorgen/met hen om te gaan en die hen kunnen helpen om de kinderen/gezinsleden ook in de toekomst te beschermen of goed te verzorgen. Veiligheidsschaal: Op een schaal van 0-10, waarbij 10 betekent dat de kinderen/gezinsleden veilig genoeg zijn om de casus te kunnen sluiten en 0 betekent dat er op dit moment niet genoeg veiligheid is om de kinderen/gezinsleden thuis te laten wonen, hoe beoordeelt u de situatie? Plaats de beoordeling van verschillende mensen op de schaal hieronder Wat moet er gebeuren en wat spreken we af? Gevaren voor de toekomst: (Ieders) zorgen over wat de betrokkenen zouden kunnen doen (of niet doen) in hun zorg voor/omgang met de kinderen/gezinsleden in de toekomst dat kan leiden tot schade. Grootste gevaar: Wat is het ergste dat er kan gebeuren als er geen afspraken voor toekomstige veiligheid worden gemaakt? Veiligheidsdoelen: Ieders ideeën over wat de betrokkenen nu en in de toekomst moeten doen in het zorgen voor/omgang met hun kinderen/gezinsleden, om hen te beschermen tegen de beschreven gevaren. Hoe lang zou de organisatie moeten zien dat betrokkenen dit doen om de zaak te kunnen sluiten? Afspraken / volgende stappen in de richting van toekomstige veiligheid: Afspraken over volgende stappen die iedereen moet nemen in het bereiken van deze veiligheidsdoelen. Toezicht: Wie houdt toezicht op de hiaten in het plan en het navolgen van de afspraken? En wat is de frequentie? Wie moet wie op de hoogte stellen als het om wat voor reden dan ook niet lukt om de afspraken na te komen. Indien nodig wordt tussentijds een nieuw overleg georganiseerd en nieuwe afspraken gemaakt. Ondertekening voor akkoord: datum en handtekening van de betrokkenen.

292 41 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage VII Werkafspraken routeeroverleg Toelichting: In dit document worden alle werkafspraken verzameld die gedurende de ontwikkeling van het routeeroverleg afgesproken zijn. Dit document is een groeidocument. Vaststelling van de werkafspraken tijdens het Managersoverleg Routeren. 1. Politie doet tijdens het routeeroverleg een korte scan met als doel de juiste routeerbeslissing te nemen. De politie kijkt tijdens het overleg in BV-IB en meldt pro-actief relevante zaken. 2. In het half uur na het routeeroverleg is er tijd voor Veilig Thuis om met de politie eventueel een verdieping te doen op deze scan (vuurwapengevaarlijk, zeden, huiselijk geweld recidive, Topx) over de meegenomen meldingen vanuit het RO of ten aanzien van de overige meldingen die bij Veilig Thuis binnen zijn gekomen. 3. Na het routeeroverleg is er binnen 5 werkdagen tenminste telefonisch contact met het huishouden, bij voorkeur echter is er face to face contact met het huishouden. Voor Veilig Thuis betekent deze afspraak dat er binnen 5 werkdagen getrieerd wordt en dat er tenminste telefonisch contact is met het huishouden. 4. Zorgmeldingen worden op werkdagen doorgaans binnen 24 uur na ontvangst gerouteerd. Op elke werkdag is er een Routeringsoverleg. 5. Wanneer het niet lukt om alle zorgmeldingen te bespreken op dezelfde dag als dat de melding ontvangen is, zal de voorzitter/procesregisseur van te voren een risico inschatting maken welke melding in ieder geval besproken moet worden. Dit is met name op de maandag aan de orde. 6. Wanneer zorgmeldingen ontvangen worden over een situatie in onze regio maar waarbij de betrokkene in een andere regio woonachting is, dan zorgt Veilig Thuis, namens het routeeroverleg, voor het informeren van het betrokken Veilig Thuis aldaar. Intern legt Veilig Thuis deze actie vast in een advies. 7. Wanneer een casus gerouteerd wordt, kan omwille van de inhoud besloten worden tegelijkertijd meerdere sporen in te zetten voor een huishouden. Bijvoorbeeld naast inzet van Veilig Thuis ook inzet van drang of Bijzondere Zorg, omdat het noodzakelijk is om direct iemand beschikbaar te hebben om in het huishouden te stappen en te doen wat nodig is. Op dat moment maken betrokkenen afspraken over het beleggen van procesregie en uitvoeringregie. 8. De experts zitten aan tafel, de voorzitter bewaakt het proces en de eenduidige besluitvorming en hakt indien nodig knopen door. Waar escalatie nodig is in de samenwerking, verloopt dit via betrokken management niveau. 9. Onvolledige zorgmeldingen, waardoor er niet gerouteerd kan worden, neemt de politie op dat moment zelf mee terug. Aanwezigen blijven hierop alert.

293 42 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 10. Partners in het Routeeroverleg nemen vanuit Vis2 na het Routeeroverleg de informatie (registratielijst: routeringsoverleg) over in het eigen systeem. Nog onduidelijk: wordt dit opgenomen in het dossier? Wordt er een vermelding niet ter inzage van de cliënt toegevoegd? Dit is onderdeel van de leertuin privacy. 11. SWT s ontvangen de informatie (registratielijst; routeringsoverleg) over de eigen casus na het Routeeroverleg via de inkijkfunctie in Vis2. Nog onduidelijk: wordt dit opgenomen in het dossier? Wordt er een vermelding niet ter inzage van de cliënt toegevoegd? Dit is onderdeel van de leertuin privacy. 12. CORV meldingen moeten via het systeem teruggekoppeld worden aan de politie.

294 43 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage VIII Regionaal Kennis- en Kwaliteitsplan Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Lokale Teams Het lokale veld heeft een belangrijke rol in de keten van huiselijk geweld en kindermishandeling. Van belang is dat alle betrokken professionals ook op wijkniveau weten hoe te handelen indien er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. De afspraken in dit kwaliteitskader vormen een verdere concretisering van de afspraken die gemaakt zijn in de regionale aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM) van de regio Gelderland-Zuid. Doel van het plan is om te borgen dat er voldoende kennis en kwaliteit op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling binnen het lokale veld aanwezig is. Uitgangspunten We spreken met elkaar de volgende uitgangspunten af met betrekking tot de kennis en kwaliteit van lokale teams: b. er wordt gewerkt volgens het kwaliteitskader jeugd en de norm verantwoorde werktoedeling c. in het lokale veld wordt gewerkt met vakbekwame professionals op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling d. Het lokale veld beschikken over voldoende personeel om overgedragen casuïstiek op te pakken conform de eisen van het overdrachtsprotocol e. er wordt gewerkt met aandachtsfunctionarissen die lid zijn van de landelijke vereniging (LVAK) f. alle lokale teams stellen een eigen meldcode vast g. alle medewerkers van het lokale veld kunnen het stappenplan van de Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling toepassen h. alle medewerkers van het lokale team zijn in staat om de onveiligheid met het gezin/huishouden te bespreken i. binnen het lokale veld zijn professionals die in staat zijn een veiligheidsplan en hulpverlenings- en herstelplan op te stellen en uit te voeren j. een veiligheidsplan wordt altijd opgesteld in afstemming met de leden van het gezin/huishouden, diens netwerk en betrokken professionals. Hierbij wordt zo veel mogelijk ingezet op het inzetten van eigen kracht en het geven van netwerkondersteuning k. alle medewerkers van het lokale veld kunnen een goede inschatting maken van de veiligheid van alle leden van het gezin/huishouden (risicotaxatie) en zijn in staat aan vraagverheldering te doen

295 44 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid l. binnen het lokale veld zijn professionals die weten welke specialisten zij voor specifieke vormen van huiselijk geweld, zoals eer gerelateerd geweld, seksueel geweld en ouderenmishandeling kunnen inschakelen m. in het opleidings-en scholingsplan van het lokale veld wordt vastgelegd hoe geborgd wordt dat de medewerkers over voldoende competenties, kennis en vaardigheden beschikken om noodzakelijk hulp/of ondersteuning te kunnen bieden op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Onderdelen Het kennis- en kwaliteitsplan bestaat uit vijf onderdelen 22 : - Professionaliteits-eisen medewerkers - Aandachtsfunctionarissen - Eigen meldcode - Training deskundigheidsbevordering - Duurzaam borgen kennis en kwaliteit medewerkers HGKM Hieronder wordt verder ingegaan op deze onderdelen. Bij elk onderdeel wordt eerst ingegaan op de afspraken die we met elkaar maken. A. Professionaliteits-eisen medewerkers lokale teams Afspraak Binnen het lokale veld werken geregistreerde professionals (SKJ of BIG geregistreerd) en wordt gewerkt volgens de norm verantwoorde werktoedeling. Bij gemeenten waar dit nog niet het geval is wordt gezorgd dat dit voor het einde van 2017 is gerealiseerd. In het kwaliteitskader jeugd 23 wordt ingegaan op de verantwoordelijkheden en positie van professionals in de jeugdhulp en worden handvatten geboden voor het toepassen van de norm verantwoorde werktoedeling in de praktijk. In de Jeugdwet is beroepsregistratie geïntroduceerd als een middel om verantwoorde hulp te borgen. In bepaalde situaties of voor bepaalde werkzaamheden moeten professionals op hbo, hbo-plus, wo en wo-plus niveau geregistreerd zijn. Registratie in het BIG-register (artikel 3 beroepen: artsen, verpleegkundigen, psychotherapeuten, GZ psychologen) of in de te onderscheiden kamers binnen het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) biedt een herkenbaar kwaliteitskeurmerk en erkenning van een niveau 22 In bijlage 1 van dit plan is een overzicht van de stand van zaken van de verschillende onderdelen opgenomen. 23

296 45 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid van de vakbekwaamheid van professionals. Aan de (her)registratie zijn ook scholingseisen verbonden. Als professionals in dienst van de gemeente (de toegang tot) jeugdhulp uitvoeren, is de gemeente zelf ook gebonden aan de norm van de verantwoorde werktoedeling. Daarnaast moeten gemeenten zich ervan vergewissen dat jeugdhulpaanbieders zich houden aan de norm (meegenomen als eis in de inkoop). Leidend principe bij het toepassen van de norm verantwoorde werktoedeling is het principe dat organisaties het werk moeten toebedelen aan geregistreerde professionals, tenzij ze kunnen motiveren waarom ze dit niet doen. Sommige professionals kunnen zich pas vanaf 2018 laten registreren (maatschappelijk werk en sociaal pedagogische hulpverlening), maar zij kunnen wel vast een vooraanmelding doen. In het kwaliteitskader jeugd is opgenomen dat uiterlijk 1 januari 2016 professionals die taken uitvoeren die vallen onder het kwaliteitskader jeugd een vooraanmelding hebben gedaan bij het Kwaliteitsregister Jeugd. We hebben geïnventariseerd hoe het hier in de regio mee staat en maken de afspraak dat bij gemeenten waar dit nog niet op orde was dit voor het einde van het jaar is gerealiseerd. De professionals die worden ingezet (niet-geregistreerd of geregistreerd) moeten volgens het kwaliteitskader jeugd altijd vakbekwame professionals zijn. Geregistreerde en niet-geregistreerde professionals moeten voldoende toegerust zijn voor de taak waarmee ze belast worden. Ze moeten beschikken over de voor de werkzaamheden benodigde competenties, kennis en vaardigheden op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een voorzet hiervoor is gedaan in bijlage 2. B. Aandachtsfunctionarissen Afspraken - Alle lokale teams hebben in juli 2017 aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling aangewezen - Gemeenten zorgen dat aandachtsfunctionarissen binnen het lokale veld voldoende uren ter beschikking hebben voor het uitvoeren van hun taak - Alle aandachtsfunctionarissen zijn lid van de landelijke vereniging aandachtsfunctionarissen (LVAK) - Het lidmaatschap van het LVAK wordt in 2017 en 2018 vergoed vanuit de DU vrouwenopvang (jaarlijks 9.225,-) - Alle aandachtsfunctionarissen kunnen in 2017 de training aandachtsfunctionarissen van de LVAK volgen. Kosten ( ,-) worden vergoed vanuit de DU vrouwenopvang. Deze training vindt plaats in september en oktober 2017.

297 46 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid De aandachtsfunctionaris is binnen de eigen organisatie de deskundige persoon op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Taken van de aandachtsfunctionaris zijn onder te verdelen in : Uitvoerende taken: ondersteunen, adviseren, begeleiden, motiveren en informeren van collega s. Beleidsmatige taken: invullen, bijstellen en evalueren van de meldcode, het informeren van collega s over ontwikkelingen, het geven of organiseren van scholing, en het uitwerken van beleid over het zorgvuldig vastleggen en documenteren van de stappen van de meldcode. In kleine organisaties combineert meestal één persoon deze taken, terwijl grotere organisaties er vaker voor kiezen om de uitvoerende en beleidsmatige taken te verdelen over twee of meerdere personen. De norm is 1 aandachtsfunctionaris op 20 medewerkers. Om het deskundigheidsniveau van aandachtsfunctionarissen te garanderen spreken we af dat de aandachtsfunctionarissen van het lokale veld lid worden van de Landelijke vereniging voor aandachtsfunctionarissen (LVAK). Alle aandachtsfunctionarissen van het lokale veld krijgen in 2017 de gelegenheid om deel te nemen aan de training aandachtsfunctionaris (zie bijlage 3). In de training maken de LVAK deelnemers als huiswerk een plan van aanpak voor de eigen organisatie, vanuit hier kan de implementatie van de eigen meldcode plaatsvinden. Na de training kan de aandachtsfunctionaris in ongeveer 3 uur een eigen meldcode voor de organisatie opstellen. De training van de LVAK 24 (eenmalig) en het lidmaatschap van de LVAK 25 voor de aandachtsfunctionarissen van het lokale veld worden in 2017 en 2018 vergoed vanuit de DU vrouwenopvang. De gemeenten zijn verantwoordelijk om te zorgen dat de aandachtsfunctionarissen voldoende tijd ter beschikking hebben voor het uitvoeren van de taak. Het aantal uren is sterk afhankelijk van de grootte van de organisatie, de fase van de implementatie van de meldcode en het vóórkomen van situaties van kindermishandeling

298 47 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid C. Eigen meldcode lokaal team Afspraak Alle lokale teams hebben eind 2017 een eigen meldcode vastgesteld en op de juiste manier geïmplementeerd. Sinds 1 juli 2013 zijn organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren op grond van de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht om een eigen meldcode te hanteren. Het basismodel meldcode 26 bevat een handreiking voor het opstellen van een meldcode voor de eigen instelling of organisatie. Naast het stappenplan van de meldcode is het de bedoeling is dat de meldcode voor de eigen organisatie of praktijk veel concreter is, door de beroepskrachten en de doelgroep specifieker te omschrijven en door nauwkeurig aan te geven welke beroepskrachten geacht worden welke stappen te zetten en wie er binnen de organisatie of praktijk eindverantwoordelijk is voor de beslissing om al dan niet een melding te doen. In het stappenplan van de meldcode voor de eigen organisatie wordt ook het gebruik van de verwijsindex (VIR) als samenwerkingsinstrument opgenomen. In de meldcode wordt ook aangegeven op welke wijze consultatiebureaus, kinderopvang en scholen betrokken worden. Voor de sociale (wijk) teams, met taken in verband met jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning, geldt de verplichting om een meldcode te hebben en te gebruiken. Als er sprake is van een zelfstandige stichting, dan stelt deze een eigen meldcode op voor alle teams. Is het een netwerkorganisatie dan kan een eigen meldcode voor het team worden opgesteld, maar er kan ook worden gekozen voor een constructie waarbij de leden van het team ieder de meldcode van hun moederorganisatie hanteren. 26

299 48 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid D. Deskundigheidsbevordering Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Lokale Teams Afspraak - Professionals uit het lokale veld nemen in 2017 deel aan het aanbod deskundigheidsbevordering huiselijk geweld en kindermishandeling. Kosten worden in 2017 vergoed vanuit de DU vrouwenopvang (inschatting ,- in 2017). Op verzoek van de gemeenten in het Rijk van Nijmegen en Rivierenland is een voorstel ontwikkeld voor de deskundigheidsbevordering voor het lokale veld, zie bijlage 4 voor de inhoud. De deskundigheidsbevordering voor het lokale veld wordt aangeboden door een samenwerking van 4 partijen: Moviera, JBG, Veilig Thuis en Het Leerhuis NIM (voor de gemeenten waar zij actief zijn). De middelen hiervoor zijn voor 2017 afkomstig uit de DU vrouwenopvang. De training levert ook punten op voor de SKJ-registratie. E. Duurzaam borgen van kennis- en kwaliteit medewerkers Afspraak - Het lokale veld legt in 2017 in de scholings- en opleidingsplannen vast hoe geborgd wordt dat de medewerkers over voldoende competenties, kennis en vaardigheden beschikken om noodzakelijk hulp/of ondersteuning te kunnen bieden op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit wordt eind 2017 regionaal geïnventariseerd. - Begin 2018 evalueren we en kijken of we voor bepaalde onderdelen op het gebied van kennis en kwaliteit medewerkers gezamenlijk kunnen blijven optrekken. In de regionale aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling is afgesproken dat het versterken van de kwaliteit van het lokale veld een lokale verantwoordelijkheid is. Het is de verantwoordelijkheid van alle gemeenten om hier afspraken over te maken zodat deze goed aansluit bij de behoefte van de eigen lokale teams. In de lokale opleidings-en scholingsplannen wordt opgenomen op welke wijze wordt gezorgd dat het lokale veld beschikken over voldoende competenties, kennis en vaardigheden beschikken op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. We kijken hierbij of we in bepaalde onderdelen gezamenlijk kunnen blijven optrekken.

300 49 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage 1: Stand van zaken Professionaliteitseisen Afspraken Wie wel Wie nog niet Onbekend toepassen norm verantwoorde werkverdeling Beuningen, Buren, Nijmegen, Maasdriel, Neerijnen, Tiel, Culemborg, West Maas en Waal, Geldermalsen, Nederbetuwe, Heumen, Zaltbommel Mook en Middelaar Berg en Dal, Druten, Lingewaal, Wijchen werken met geregistreerde professionals Beuningen, Buren, Berg en Dal, Druten, Lingewaal Nijmegen, Maasdriel, Mook en Middelaar, Neerijnen, Tiel, Culemborg, West Maas en Waal, Geldermalsen. Nederbetuwe, Heumen, Zaltbommel, Wijchen

301 50 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Aandachtsfunctionarissen Afspraken Wie wel Wie nog niet Onbekend Aandachtsfuntionarissen benoemd Buren, Berg en Dal, Mook en Middelaar, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Culemborg, West Maas en Waal, Wijchen Beuningen, Druten, Lingewaal, Maasdriel, Geldermalsen, Nederbetuwe, Heumen, Zaltbommel training gehad Buren, Berg en Dal, Tiel (1 persoon), Culemborg Beuningen, Druten. Lingewaal. Maasdriel, Mook en Middelaar, Neerijnen, Nijmegen, Geldermalsen, Nederbetuwe, Heumen, Zaltbommel, Wijchen West Maas en Waal lid LVAK Buren, Beuningen, Berg en Dal, Druten. Lingewaal, Maasdriel, Mook en Middelaar, Neerijnen, Nijmegen, Culemborg, West Maas en Waal, Geldermalsen, Nederbetuwe, Heumen, Zaltbommel, Wijchen, Tiel

302 51 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Eigen meldcode Afspraken Wie wel Wie nog niet Onbekend eigen meldcode Buren, Lingewaal (opfrissing nodig), Maasdriel, Nijmegen, West Maas en Waal, Nederbetuwe, Heumen, Zaltbommel, Wijchen Berg en Dal, Druten, Culemborg, Geldermalsen Beuningen, Neerijnen, Tiel Deskundigheidsbevordering Afspraken Wie wel Wie nog niet Onbekend Deskundigheidsbevordering De meeste gemeenten geven aan al wat aan deskundigheidsbevordering te hebben gedaan (hoe intensief verschilt er per gemeente) maar er is wel behoefte aan herhaling en opfrissing. Veel verwijzen dat medewerkers via de moederorganisatie zijn getraind.

303 52 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage 2: Competenties /Vaardigheden voor overdracht van Veilig Thuis naar het lokale veld: In het kader van toetsingskader stap twee worden samenwerkingsafspraken met het lokale veld opgesteld 27. Veilig Thuis maakt generieke afspraken met elke gemeente in het verzorgingsgebied waarin is vastgelegd dat de instelling of professional die door de gemeente is aangewezen om hulp en/of ondersteuning te bieden/verlenen aan het betreffende cliëntsysteem: in staat is om een veiligheidsplan en een hulpverlenings- en herstelplan op te stellen en uit te voeren, en in staat is om de melding te bespreken met het cliëntsysteem en in een lichte mate aan vraagverheldering te doen (niet-vraaggericht werken), en in staat is om met voldoende capaciteit uitvoering te geven aan de noodzakelijke vervolgstappen van meldingen die door Veilig Thuis worden overgedragen. Hieronder staan competenties en vaardigheden geformuleerd die hierbij passen. Competenties - HBO+ aanvullend - Kennis hebben van de WMO/ Jeugdrecht/wet - Kennis hebben van de verschillende culturen - Kennis hebben van de verschillende vormen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, de risicofactoren, op kind en ouder-niveau en wat de impact daarvan is op korte en lange termijn. - Onderscheid kunnen maken tussen crisis situaties en hoge/ midden urgente zaken - Goed op de hoogte zijn van de Werking en verantwoordelijkheden van Veilig Thuis, en de samenwerkingsmogelijkheden tussen lokaal veld en Veilig Thuis. JB, GGD-BZ, SWT, regieteams, GGZ, hulpverleners,ouderenzorg, vertrouwensartsen etc. - Op de hoogte is van de sociale kaart/ regio en wat de gemeente heeft ingekocht. - Op de hoogte zijn van het aanbod van diverse instanties 27

304 53 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid - Op de hoogte zijn van de juridische afspraken die gelden voor de sociale wijkteams - Weet hebben van de privacy regels, met name in kader van samenwerking met netwerkorganisaties - Kunnen opstellen van veiligheidsplannen op maat in samenwerking met hulpverleners en de betrokken cliënten, het aanpassen, bespreken en evalueren ervan - Gebruik maken van Eigen Kracht van de gezinnen/ betrokkenen - Coachende vaardigheden - Kunnen delegeren van taken/ en verantwoordelijkheden - Maken van samenwerkingsafspraken en evalueren - Aanspreekpunt zijn - Netwerkoverleggen organiseren op moment dat het nodig is in belang van veiligheid - Streven en inzetten naar op duurzame veiligheid - Streven in en werken vanuit samenwerking naar gezamenlijke verantwoordelijkheid/ collegialiteit, - Regie nemen of regie delegeren, met duidelijke afspraken - Overleg met VT indien wenselijk dan wel noodzakelijk - Bereikbaar en beschikbaar zijn Vaardigheden - Effectieve schriftelijke en mondelinge communicatie ; d.w.z. alle facetten van gespreksvaardigheid bezitten en (interculturele) sensitiviteit - Autonoom kunnen werken en samenwerken met diverse disciplines - Kritisch, analytisch, beschouwend, relativerend (bv. bij conflictuerende personen, een nuchtere opstelling en niet laten meeslepen in emoties), daadkrachtig, relativeringsvermogen, stabiel, toegewijd, empatisch, daadkrachtig, confronterend (moeilijke kwesties durven benoemen) en zelfverzekerd, objectief ( waarbij het doen van aannames wordt vermeden) - Een bruggenbouwer en verbinder

305 54 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage 3: Training aandachtsfunctionaris Huiselijk geweld en Kindermishandeling LVAK U bent als Aandachtsfunctionaris verantwoordelijk voor de uitvoering van de implementatie Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. U coördineert het signaleringsproces, verwijzing en zorg rondom het kind en het gezin bij een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarnaast bent u vraagbaak voor de andere medewerkers, en geeft advies over de aanpak kindermishandeling zowel beleidsmatig als op uitvoerend niveau. U zorgt voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Om deze taak goed uit te voeren, kunt u de Training Aandachtsfunctionaris volgen. De training sluit aan op relevante, actuele ontwikkelingen van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. De training is ontwikkeld door de LVAK, en wordt uitgevoerd door speciaal voor deze training opgeleide trainers van de LVAK. Doelgroepen De training Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling en Huiselijk Geweld is bedoeld voor: Medewerkers die verantwoordelijk zijn voor zorg- kwaliteit en veiligheidsbeleid Aandachtsfunctionarissen middenmanagement van bijvoorbeeld: zorginstellingen, onderwijs, kinderopvang, gezondheidszorg, politie, justitie enz. Onderdelen Tijdens de training krijgt u de onderdelen van de training op twee niveaus aangeboden: Voor uzelf in uw functie als Aandachtsfunctionaris Voor het begeleiden en coachen van de collega s en de directie/bestuur In de training worden de volgende onderdelen behandeld: Theorie rond kindermishandeling en huiselijk geweld Kennis en werkwijze rond de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

306 55 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Taken en verantwoordelijkheden van de aandachtsfunctionaris, de directie en de uitvoerende collega s Hoe om te gaan met informatie binnen de wettelijke en juridische kaders Maken van een plan van aanpak/implementatieplan voor de organisatie Kennis van Veilig Thuis Het begeleiden van de collega s in het signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld Het begeleiden van collega s bij het nemen van de stappen van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Eigen inzicht in het handelen als aandachtsfunctionaris Het coachen van collega s Communicatie als aandachtsfunctionaris met ouders/verzorgers, collega s en externe partners Wegen van veiligheid en risico s Het samenwerken met ketenpartners Resultaat Na het volgen van de training: Signaleren en inschatten van ernst Heeft u kennis over de verschillende aspecten van kindermishandeling en huiselijk geweld Bent u in staat collega s te begeleiden bij het in kaart brengen van de signalen en deze concreet te beschrijven Heeft u inzicht in het vroegtijdig signaleren van zorgen en het inschatten van de ernst van de signalen Weet u hoe u tot een ernsttaxatie komt Weet u hoe u een ernsttaxatie omzet in een professioneel advies Kunt u uw medewerkers coachen in het inschatten van ernst en het omzetten van deze ernsttaxatie in een professioneel advies Kunt u uw collega s coachen bij eventuele dilemma s, loyaliteitsproblemen en/of handelingsverlegenheid Handelen en samenwerken Kent u het doel en de stappen van de meldcode en bent in staat om de meldcode te volgen indien er vermoedens zijn van huiselijk geweld en/of kindermishandeling

307 56 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Heeft u kennis over de verantwoordelijkheden, taken en grenzen van de aandachtsfunctionaris, de directie en de inhoudelijk medewerkers en kunt hen hierin coachen Bent u in staat om binnen de geldende wettelijke en juridische kaders informatie te delen met anderen Bent u in staat om de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor uw organisatie te ontwikkelen en deze te implementeren Kent u de werkwijze van Veilig Thuis en u heeft kennis over de vervolgroutes. U kunt samenwerken met hen en hierin uw collega s coachen Heeft u inzicht in de mogelijkheden en grenzen van het bieden van steun aan ouder en kind en u kunt uw collega s hierin coachen Communiceren Kunt u uw signalen en zorgen bespreken met de ouder en/of jongere, collega s en externe partners Kunt u een professioneel advies geven aan de ouder en/of jongere Kunt u uw medewerkers coachen in het contact met de ouder en/of jongere, collega s en externe partners Kunt u op professionele wijze advies geven aan de directie en/of het bestuur van uw organisatie omtrent de meldcode Tijdsinvestering De training beslaat in totaal vijf dagdelen, verdeeld over 2.5 dagen en een huiswerkopdracht van ongeveer 10 uur. Aantal deelnemers Er kunnen maximaal 12 personen aan een training deelnemen. Kosten Deelname is 550,- per persoon. In-company 3.900,- (maximaal 12 deelnemers). Kwaliteit De training is ontwikkeld door de vereniging Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling (LVAK). Na het volgen van de training krijgt u een officieel certificaat van de LVAK. De training is opgenomen in de DANS,

308 57 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Databank Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en Bureau Kwaliteitszorg Kinderopvang. Uitgevoerd door gecertificeerde trainers van de LVAK De door de LVAK-ontwikkelde Training Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling/Huiselijk geweld wordt uitgevoerd door speciaal voor deze training opgeleide trainers van de LVAK.

309 58 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage 4: Deskundigheidsbevordering HGKM De deskundigheidsbevordering wordt uitgevoerd door Moviera, JBG, Veilig Thuis en NIM/Leerhuis (voor de gemeenten waar zij actief zijn). Naast de basistraining voor alle teamleden zijn er diverse thema-trainingen m.b.t. huiselijk geweld en kindermishandeling waarin medewerkers zich via open inschrijving voor aan kunnen melden. Training verplicht voor iedereen Meldcode huiselijk geweld (uitgevoerd) Veiligheidsrisico taxatie maken Inhoudelijk Basistraining signalering en bespreekbaar maken van huiselijk geweld Telkens voor 140 mensen Training duurt 3 uur Basistraining verplicht voor allen die deze nog niet eerder hebben gehad (schatting 80 mensen) Actieleergroep Meldcodevaardigheden Instructie- en Kennislessen Expertiseteam bijeenkomsten Strippenkaart activiteiten Oefenen met je rol in het kader van de meldcode, het veiligheidsplan, het herstelplan en VIR (voor hen die nog niet handelingsbekwaam zijn) Instructielessen: Het kunnen opstellen van een veiligheidsplan en een herstelplan, kunnen werken met het VIR Kennislessen: Verdieping van inhoudelijke kennis (op vraag) Maandelijkse expertiseontwikkeling a.d.h.v. casuïstiek Achteraf te verantwoorden activiteiten die gaandeweg noodzakelijk blijken en kosten met zich meebrengen Voor naar schatting 80 deelnemers 3 x 2.5 uur oefenen. In totaal 8 bijeenkomsten div. thema s gem 20 deelnemers Les duurt 2 uur Maandelijks voor 10 tot 15 mensen evt. met inzet externe deskundige op vraag. Bijv. inzet trainingsacteurs, spreker, voorlichtingen op maat voor nieuwe medewerkers ect. Er is een projectleider van Moviera die contact opneemt met het lokale veld om afspraken te maken over de lokale planning en behoefte.

310 59 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage IX Overdrachtsbrieven Veilig Thuis 1. Voorbeeldbrief afsluiting onderzoek Veilig Thuis

311 60 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

312 61 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 2. Voorbeeldbrief aankondiging huisbezoek Veilig Thuis

313 62 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 3. Akkoordverklaring cliënt opvragen informatie Veilig Thuis

314 63 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 4. Voorbeeld overdrachtsbrief Veilig Thuis voor cliënt

315 64 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 5. Voorbeeldbrief overdrachtsbrief Veilig Thuis professional

316 65 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 6. Voorbeeldbrief Veilig Thuis terugbelverzoek

317 66 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 7. Voorbeeldbrief Veilig Thuis terugkoppeling melder/professional/burger

318 67 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 8. Voorbeeldbrief Veilig Thuis terugkoppeling zorgmelding

319 68 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage X Werkdocument risicotaxatie Routeeroverleg via kleurcodering

320 69 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

321 70 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

322 71 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

323 72 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage XI Werkdocument meldingsformulier professionals

324 73 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

325 74 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

326 75 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

327 76 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

328 77 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

329 78 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

330 79 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid

331 80 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage XII Voorbeeld Contactpersonenlijst [Geef een

332 81 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid [Geef een

333 82 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Bijlage XIII Wetstekst taken bevoegdheden Veilig Thuis 1 Het college draagt zorg voor de organisatie van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Artikel is van overeenkomstige toepassing. 2 Het AMHK oefent de volgende taken uit: o o o o o o o a. het fungeren als meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling; b. het naar aanleiding van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan, onderzoeken of daarvan daadwerkelijk sprake is; c. het beoordelen van de vraag of en zo ja tot welke stappen de melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan aanleiding geeft; d. het in kennis stellen van een instantie die passende professionele hulp kan verlenen bij huiselijk geweld of kindermishandeling, van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan, indien het belang van de betrokkene dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft; e. het in kennis stellen van de politie of de raad voor de kinderbescherming van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan, indien het belang van de betrokkene dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft; f. indien het AMHK een verzoek tot onderzoek bij de raad voor de kinderbescherming doet, het in kennis stellen daarvan van het college, en g. het op de hoogte stellen van degene die een melding heeft gedaan, van de stappen die naar aanleiding van de melding zijn ondernomen. 3 Het AMHK verstrekt aan degene die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling heeft, desgevraagd advies over de stappen die in verband daarmee kunnen worden ondernomen en verleent daarbij zo nodig ondersteuning.

334 83 Bestuurlijke samenwerkingsafspraken regiogemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid 4 Het college bevordert een goede samenwerking tussen het AMHK, de hulpverlenende instanties, de politie en de gecertificeerde instellingen en de raad voor de kinderbescherming in de zin van de Jeugdwet. 5 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de werkwijze van het AMHK bij de uitoefening van de taken, bedoeld in het tweede en derde lid, over de deskundigheid waarover een AMHK moet beschikken om een verantwoorde uitvoering van zijn taken te kunnen realiseren en over de samenwerking, bedoeld in het vierde lid. 6 De voordracht voor een krachtens het vijfde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp in de Staatscourant is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, wensen en bedenkingen ter kennis van Onze Ministers te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.

335 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp bestuurlijke samenwerkingsafspraken Veilig Thuis Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Sinds 2015 telt Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. De Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs. Na een periode onder verscherpt toezicht heeft Veilig Thuis Gelderland Zuid in april 2017 stap 1 van de toetsing gehaald. Bij de toetsing van stap 2 op 4 juli 2017 kijken de inspecties vooral naar de kwaliteit van de onderzoeken en de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en het lokale veld. Het Dagelijks Bestuur (DB) van Veilig Thuis heeft op 8 juni 2017 besloten om de samenwerkingsafspraken met verzoek om vaststelling door te sturen naar de gemeenten. Wij willen de samenwerkingsafspraken vaststellen en de raad en het DB van Veilig Thuis via bijgevoegde brieven informeren. Ter besluitvorming door het college 1. Bijgevoegde bestuurlijke samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de gemeenten voor zover bevoegd vast te stellen en dit standpunt in te brengen in de vergaderingen van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur van Veilig Thuis. 2. De raad en het DB van Veilig Thuis te informeren door middel van bijgevoegde brieven. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Martin Ruiter, 2002 Datum ambtelijk voorstel 18 mei 2017 Registratienummer 17. Steller Martin Ruiter Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder 6.1c - Concept-voorbeeld collegevoorstel.docx

336 Collegevoorstel 1 Probleemstelling Sinds 1 januari 2015 telt Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs, omdat de organisaties nog in ontwikkeling zijn. In stap 1 van het toezicht in 2015 hebben de inspecties in 2015 zich vooral gericht op het primaire proces van Veilig Thuis (randvoorwaarden, veiligheid en organisatie). Veilig Thuis Gelderland Zuid kende een moeizame start en werd in 2016 onder verscherpt toezicht gesteld. In april 2017 werd stap 1 van de inspectietoetsing gehaald. In stap 2 kijken de inspecties vooral naar de kwaliteit van de onderzoeken en de samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en het lokale veld. De toetsing op stap 2 vindt plaats op 4 juli Het Dagelijks Bestuur (DB) van Veilig Thuis heeft op 8 juni 2017 besloten om de samenwerkingsafspraken met verzoek om vaststelling door te sturen naar de gemeenten. Alle colleges van de deelnemende gemeenten moeten deze afspraken voor zover bevoegd bestuurlijk vaststellen. Wij willen de samenwerkingsafspraken vaststellen en de raad en het DB van Veilig Thuis via bijgevoegde brieven informeren. Nadat de gemeenten in het Algemeen Bestuur van Veilig Thuis zijn gehoord, zal het DB de afspraken (voor zover bevoegd) vaststellen en treden deze in werking. 2 Juridische aspecten Wij zijn bevoegd om namens de gemeente XXX de samenwerkingsafspraken vast te stellen. Voor Veilig Thuis is dit het DB van Veilig Thuis. Bij de samenwerkingsovereenkomst zijn zowel Veilig Thuis als de bij Veilig Thuis aangesloten regiogemeenten partij. Om die reden worden de samenwerkingsafspraken zowel aan het DB van Veilig Thuis als aan de colleges voor zover bevoegd ter vaststelling voorgelegd. Ieder college heeft daarin uiteraard een zelfstandige bevoegdheid. 3 Doelstelling Wij willen de (nog door het DB van Veilig Thuis vast te stellen) samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de gemeenten voor zover bevoegd vaststellen. Ook willen we richting het DB van Veilig Thuis aangeven dat wij van onze kant de samenwerkingsafspraken hebben vastgesteld. Tenslotte willen wij de gemeenteraad informeren over ons besluit. 4 Argumenten 4.1 Beslispunt 1 (Vaststelling samenwerkingsafspraken) Als Veilig Thuis wil slagen voor stap 2 van de inspectietoetsing, dan moeten alle Colleges in deze regio én het DB van Veilig Thuis vóór 4 juli 2017 bestuurlijke samenwerkingsafspraken vastgesteld hebben. De Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg toetsen de kwaliteit van de Veilig Thuis aan de hand van de wettelijke eisen, veldnormen en professionele standaarden. Na de toetsing van het primaire proces in stap 1 in 2015/2016 zijn de inspecties begin 2017 gestart met de toetsing op stap 2. Omdat Veilig Thuis Gelderland-Zuid begin van dit jaar nog onder verscherpt toezicht stond, wordt de toetsing in deze regio op 4 juli 2017 uitgevoerd. In stap 2 kijken de inspecties vooral naar de kwaliteit van de onderzoeken en de afspraken die gemaakt zijn tussen Veilig Thuis en het lokale veld over de inzet van vervolgtrajecten. De inspecties hebben aangegeven dat zij nog niet toetsen op de implementatie van de

337 Collegevoorstel Vervolgvel 2 afspraken, maar wel toetsen of goede samenwerkingsafspraken zijn gemaakt. Er is een harde deadline: op 4 juli 2017 vindt de toetsing plaats. Het DB van Veilig Thuis en de Colleges van alle regiogemeenten moeten vóór die tijd de afspraken bestuurlijk hebben vastgesteld. Naar verwachting zal het DB van Veilig Thuis de afspraken definitief vaststellen in de vergadering van 29 juni De samenwerkingsafspraken geven een eerste antwoord wie in welke fase van het proces waarvoor verantwoordelijk is en wat geregeld moet worden om de ketensamenwerking goed te laten verlopen. In de samenwerkingsafspraken is in paragraaf 2 aangegeven welke taken Veilig Thuis binnen de keten voor huiselijk geweld en kindermishandeling heeft. In paragraaf 3 is beschreven hoe de triage van signalen en meldingen verloopt, zowel bij het zogeheten Routeeroverleg als bij Veilig Thuis. Hoe Veilig Thuis omgaat met verzoeken om advies en ondersteuning, valt te lezen in paragraaf 4. Paragraaf 5 gaat over de overdracht van casussen vanuit het Routeeroverleg dan wel na triage of na onderzoek door Veilig Thuis. Voorts zijn in deze paragraaf de afspraken beschreven die met het lokale veld zijn gemaakt na overdracht. De kennis- en kwaliteitseisen die aan het lokale veld worden gesteld, zijn beschreven in paragraaf 6. De wijze waarop in deze regio de monitoring op casusniveau en de beleidsmonitoring gestalte krijgen, zijn de onderwerpen van paragraaf 7. In paragraaf 8 is een aantal overige afspraken op een rij gezet, waaronder de afspraken over het bijhouden van een contactpersonenlijst, het aanstellen van aandachtsfunctionarissen bij Veilig Thuis en het organiseren van voorlichtingsactiviteiten voor relevante ketenpartners. In paragraaf 9 tenslotte is aangegeven hoe de samenwerkingsafspraken worden geëvalueerd en wie bevoegd is om welke afspraken aan te passen. In de bijlagen zijn deze afspraken verder uitgewerkt zodat deze ook bruikbaar zijn voor professionals in het veld. Met het opleveren van de samenwerkingsafspraken is voldaan aan de in de portefeuillehoudersoverleggen Rivierenland en Rijk van Nijmegen vastgestelde bestuurlijke opdracht Als één gemeente de samenwerkingsafspraken niet vaststelt, heeft dit ernstige gevolgen voor de toetsing door de inspecties. De inspecties toetsen op 4 juli 2017 of er bestuurlijk vastgestelde samenwerkingsafspraken zijn gemaakt tussen Veilig Thuis en alle regiogemeenten. Om stap 2 te halen is het cruciaal dat alle regiogemeenten waarvoor Veilig Thuis werkt de afspraken vaststellen. Als óf het DB van Veilig Thuis óf één van de regiogemeenten de afspraken niet vaststelt, dan zullen de inspecties concluderen dat er geen bestuurlijk vastgestelde afspraken zijn en zal Veilig Thuis niet slagen voor de inspectietoetsing. Dit zou ernstige financiële, bestuurlijke en politieke gevolgen met zich mee kunnen brengen, nog los van de vraag of de samenwerking tussen gemeenten en Veilig Thuis (en daarmee een effectieve hulp voor slachtoffers van huiselijk geweld en/of kindermishandeling) goed kan verlopen als er geen afspraken zijn hoe beide partijen met elkaar willen samenwerken De samenwerkingsafspraken zijn niet in beton gegoten en worden bijgesteld op basis van de ervaringen in de praktijk. De samenwerkingsafspraken zijn in een relatief korte periode tussen 13 maart en 22 mei gemaakt. Er is door coördinatoren, beleidsmedewerkers, medewerkers van Veilig Thuis en de werkgroep Samen Doen veel werk verzet. De belangrijkste punten zijn in meerdere werksessies tussen Veilig Thuis en de gemeenten doorgesproken en met behulp van deze input en feedback nader uitgewerkt. Niet op alle punten was het mogelijk om sluitende

338 Collegevoorstel Vervolgvel 3 afspraken te maken. Dat neemt niet weg dat de nu voorliggende afspraken richting geven en helpend zijn voor zowel Veilig Thuis als het lokale veld Op een aantal punten moeten nog nadere afspraken worden gemaakt. Afgesproken is om in de komende periode een aantal punten nader uit te werken: - Routeeroverleg: positie, privacy-aspecten, kosten deelname JBG (discussiepunt gemeenten Rivierenland) en fungeren Routeeroverleg als lokale toegangspoort; - kosten Veilig Thuis in relatie tot het aantal meldingen; - wachttijden sociale teams; - monitoring Veilig Thuis; - beveiligde mailverbindingen; - wegingsinstrument zwaarte casuïstiek; - escalatieroute (de wijze waarop sociale teams casussen kunnen terugleggen waarbij problemen zijn bij de overdracht). Ten aanzien van het Routeeroverleg staat een evaluatie van het overleg en een definitief besluit in het AB GGD in het najaar op de planning. Daarbij zal aandacht worden besteed aan bovengenoemde onderwerpen. Voor wat betreft privacy-aspecten wordt een leertuin ingericht om partijen die betrokken zijn bij het Routeeroverleg te leren hoe informatie rechtmatig mag worden gedeeld. Voor wat betreft de kosten van Veilig Thuis verwijzen wij naar paragraaf 5. Over de monitoring van Veilig Thuis zijn eerste afspraken gemaakt in de samenwerkingsafspraken. Ook is in het zogeheten Opdrachtgevers/Opdrachtnemersoverleg Veilig Thuis door Veilig Thuis aangegeven dat er op korte termijn meer monitoringinformatie voor gemeenten beschikbaar is. Gemeenten en Veilig Thuis gaan nog enkele aanvullende afspraken maken over de overdracht van informatie over beveiligde mailverbindingen. In de werkgroep Samen Doen gaan professionals nog nadere afspraken maken over de ontwikkeling van een wegingsinstrument om de zwaarte van bepaalde casuïstiek eenduidig te kunnen bepalen, alsmede het maken van aanvullende afspraken over de escalatieroute Nu Veilig Thuis als meldpunt beter functioneert, ontstaat inzicht in de overige verbeteringen die nodig zijn in de keten. De afgelopen periode lag de focus binnen de keten huiselijk geweld en kindermishandeling sterk op het functioneren van Veilig Thuis. Met veel inzet zijn Veilig Thuis en de gemeenten er in geslaagd om Veilig Thuis beter te laten functioneren. Daarmee worden nu echter ook lacunes in de rest van de keten zichtbaarder: de rol van de sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) ten aanzien van deze complexe problematiek is nog niet in alle gemeenten uitgekristalliseerd. Sommige teams kampen met wachtlijsten of hebben nog niet de kwaliteit in huis om deze casuïstiek op te pakken. Dat deze problemen nu in beeld komen, is winst. Het is nu zaak dat alle ketenpartners slagen maken om de gemaakte afspraken ook handen en voeten te geven en in de praktijk oplossingen vinden voor een vaak hardnekkige problematiek. Ook moeten we zien te voorkomen dat gevoelige dossiers onder op de stapel komen te liggen vanwege capaciteitsproblemen. Voor ons is het belangrijk dat sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) ook op tijd bij ons aankloppen als ondersteuning noodzakelijk

339 Collegevoorstel Vervolgvel 4 is. En dat er in de werkprocessen bij onze sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) ook keuzes worden gemaakt binnen de sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) hoe we met de beschikbare middelen zo effectief mogelijk hulpvragen oppakken. Daarbij zullen we een onderscheid moeten maken tussen nice to do en need to do. Overigens ontstaat soms de indruk alsof door de samenwerkingsafspraken een hele nieuwe doelgroep richting de gemeenten wordt geschoven. Dat is niet het geval. Ten eerste zijn de gemeenten al sinds twee jaar verantwoordelijk voor deze doelgroep (al bleef de doelgroep door de problemen bij Veilig Thuis wat onder de radar). Ten tweede leggen de samenwerkingsafspraken alleen formeel vast wie in welke fase waarvoor verantwoordelijk is. Het gaat bij deze samenwerkingsafspraken vooral om het formaliseren van afspraken in de praktijk. 4.2 Beslispunt 2 (Brieven) We willen het DB en de raad informeren over het feit, dat wij de afspraken vanuit onze kant hebben vastgesteld. Het DB heeft ons gevraagd om de samenwerkingsafspraken voor zover bevoegd vast te stellen. In bijgevoegde brief bevestigen we richting het DB van Veilig Thuis dat we de afspraken hebben vastgesteld. Gelet op de politieke gevoeligheid van het dossier Veilig Thuis achten wij het wenselijk om de gemeenteraad goed geïnformeerd te houden op dit dossier. Daarom informeren wij ook onze raad over ons besluit. 5 Financiën Het maken van de samenwerkingsafspraken heeft geen directe financiële gevolgen voor de regiogemeenten, omdat de samenwerkingsafspraken alleen formaliseren hoe feitelijk in de praktijk al wordt gewerkt. In tegendeel: hoe duidelijker de taakverdeling, hoe efficiënter in de uitvoering hulp kan worden geboden. Ons uitgangspunt is dat het maken van deze samenwerkingsafspraken niet mag leiden tot extra kosten voor de regiogemeenten en dat de middelen die de GGD voor Veilig Thuis in haar begroting 2017/2018 heeft opgenomen leidend zijn. Belangrijk is echter wel dat - afhankelijk van het aantal meldingen dat Veilig Thuis ontvangt en vervolgens overdraagt naar de ketenpartners, gemeenten moeten zorgdragen voor een passend vervolgtraject. Vervolgtrajecten worden uitgevoerd door allerlei partijen: de sociale teams, de regieteams of gespecialiseerde ketenpartners zoals Jeugdbescherming Gelderland 1. Deze hulpverleningstrajecten worden voor een belangrijk deel bekostigd vanuit middelen vanuit de regiogemeenten. Veilig Thuis zelf voert zelf geen hulpverlening uit 2 maar fungeert als meldpunt met een onderzoeks- en adviesfunctie. Overigens wordt op landelijk niveau voor de komende jaren verwacht dat het aantal meldingen (en dus ook de kosten voor de instandhouding van Veilig Thuis-organisaties) gaan stijgen. Momenteel is er ook landelijk een discussie of gemeenten daarom ook extra middelen moeten ontvangen om de stijging van de kosten te compenseren. 1 Er kan daarnaast uiteraard ook worden besloten om casussen via het Veiligheidshuis te laten agenderen als het gewenst is om de mogelijkheden van een strafrechtelijk traject te onderzoeken. 2 Overigens organiseert Veilig Thuis wel eerste hulp bij spoed en crisis.

340 Collegevoorstel Vervolgvel 5 Vanaf de oprichting van Veilig Thuis heeft de prioriteit gelegen bij het op orde krijgen van de organisatie en haar werkprocessen. Nu we inhoudelijk en organisatorisch wat meer in control zijn, willen we ook de financiële sturing op Veilig Thuis beter gaan inrichten. We willen meer zicht krijgen op de kosten voor de verschillende soorten hulpverleningstrajecten en goede afspraken maken over de financiering van deze trajecten. Ook willen we komen tot een vergelijking van de kosten met andere Veilig Thuis organisaties. Tevens willen we de vraag beantwoorden hoeveel we los van onze wettelijke taak inzake het in stand houden van een Veilig Thuis organisatie willen investeren in Veilig Thuis in relatie tot bijvoorbeeld de hulpverlening in het lokale veld en de gespecialiseerde ketenpartners. Wat ons betreft gaat het dan óók om de vraag hoe we in deze regio onze doelstellingen met betrekking tot het terugdringen van huiselijk geweld en kindermishandeling beter kunnen monitoren en kosteneffectief kunnen realiseren. Dit najaar willen we vanuit een aantal gemeenten financiële specialisten, beleidsmedewerkers en Veilig Thuis een voorstel laten uitwerken om meer zicht te krijgen op de kosten van Veilig Thuis in relatie tot de geleverde output en outcome alsmede de inhoudelijke doorontwikkeling. Dit kan voor 2018 en verder leiden tot verschuivingen van budgetten binnen de bestaande financiële kaders tussen bijvoorbeeld Veilig Thuis, het lokale veld en de gespecialiseerde ketenpartners. Ons doel is om in de zomernota 2018 ten aanzien van Veilig Thuis met concrete voorstellen te kunnen komen. 6 Participatie en Communicatie Tijdens een informatieavond op 13 maart 2017 is tussen de wethouders Zorg en de directeur Veilig Thuis afgesproken om via de werkgroep Samen Doen 3 bestuurlijke samenwerkingsafspraken voor te bereiden. In de portefeuillehoudersoverleggen van de subregio s Rijk van Nijmegen en Rivierenland is een bestuurlijke opdracht gegeven om één en ander uit te werken. De samenwerkingsafspraken zijn vervolgens in de werkgroep Samen Doen uitgewerkt. Signalen vanuit de gemeenten zijn structureel verzameld in de twee subregio s, in Samen Doen ingebracht en meegenomen in het uitwerkingsproces. In meerdere werksessies zijn de deelproducten met de coördinatoren en beleidsmedewerkers van de gemeenten besproken. Alle gemeenten zijn uitgenodigd en een groot deel van de gemeenten heeft aan de werksessies deelgenomen. Deze input en feedback vanuit de gemeenten is verwerkt in de samenwerkingsafspraken of wordt meegenomen in de fase van implementatie en doorontwikkeling. Voor begin juli wordt een afspraak gepland met alle gemeenten om afspraken te maken voor het verdere implementatieproces. 7 Uitvoering en evaluatie De afspraken zijn in samenwerking met de coördinatoren en beleidsmedewerkers van de gemeenten opgesteld en uitgewerkt. Toch geldt ook voor deze afspraken: the proof of the pudding is in the eating. Daarom is in de samenwerkingsafspraken beschreven hoe de afspraken worden geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Wat dat betreft vormt de vaststelling van deze samenwerkingsafspraken niet het eind-, maar het startpunt van een volgend proces. 3 Samen Doen is samengesteld uit vertegenwoordigers van Veilig Thuis, het Routeeroverleg, de sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) en beleidsambtenaren uit beide subregio s.

341 Collegevoorstel Vervolgvel 6 8 Risico Er zijn geen financiële risico s gemoeid met dit voorstel. De politiek-bestuurlijke afbreukrisico s bij niet vaststelling van de samenwerkingsafspraken zijn benoemd in paragraaf 4. Bijlage(n): Bestuurlijke samenwerkingsafspraken Veilig Thuis Gemeenten Gelderland-Zuid Brief College inzake vaststelling afspraken Raadsinformatiebrief inzake samenwerkingsafspraken Veilig Thuis

342 Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Aan: Gemeenteraad van XXX Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum Ons kenmerk MO10/ Contactpersoon Martin Ruiter Onderwerp samenwerkingsafspraken Veilig Thuis - gemeenten Gelderland-Zuid Datum uw brief Doorkiesnummer (024) Geachte leden van de raad, In onze vergadering van XXX hebben wij op verzoek van het Dagelijks Bestuur (DB) van Veilig Thuis van 8 juni 2017 besloten om de bestuurlijke samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de gemeenten voor zover bevoegd vast te stellen. Graag informeren wij uw raad puntsgewijs over - de achtergronden van dit besluit; - onze motivatie om de samenwerkingsafspraken vast te stellen; - het vervolgproces. Achtergrond: inspectietoetsing stap 2 Sinds begin 2015 telt Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties. Veilig Thuis is het adviesen meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. De Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg toetsen de kwaliteit van de Veilig Thuis aan de hand van de wettelijke eisen, veldnormen en professionele standaarden. Na de toetsing van het primaire proces in stap 1 in 2015/2016 zijn de inspecties begin 2017 gestart met de toetsing op stap 2. Omdat Veilig Thuis Gelderland-Zuid begin van dit jaar nog onder verscherpt toezicht stond, wordt de toetsing in deze regio op 4 juli 2017 uitgevoerd. Bij de toetsing van stap 2 kijken de inspecties vooral naar de kwaliteit van de onderzoeken en de samenwerkingsafspraken die gemaakt zijn tussen Veilig Thuis en het lokale veld over de inzet van vervolgtrajecten. De inspecties hebben aangegeven dat zij nog niet toetsen op de implementatie van de afspraken, maar wel toetsen of goede samenwerkingsafspraken zijn gemaakt. Het DB van Veilig Thuis en de Colleges van alle regiogemeenten moeten vóór de inspectietoetsing de afspraken bestuurlijk hebben vastgesteld. Naar verwachting zal het DB van Veilig Thuis de afspraken definitief vaststellen in zijn vergadering van 29 juni d - Concept-voorbeeld raadsbrief vaststelling samenwerkingsafspraken.docx

343 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 1 Motivatie vaststelling samenwerkingsafspraken De afgelopen twee maanden is heel intensief overlegd tussen coördinatoren uit de sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) en beleidsmedewerkers vanuit diverse gemeenten enerzijds én medewerkers van Veilig Thuis en het Veiligheidshuis anderzijds over deze samenwerkingsafspraken. De samenwerkingsafspraken zijn in de werkgroep Samen Doen uitgewerkt. Signalen vanuit de gemeenten zijn structureel verzameld in de twee subregio s, in Samen Doen ingebracht en meegenomen in het uitwerkingsproces. In meerdere werksessies zijn de deelproducten met de coördinatoren en beleidsmedewerkers van de gemeenten besproken. Alle gemeenten zijn uitgenodigd en een groot deel van de gemeenten heeft aan de werksessies deelgenomen. Er is enorm veel werk verzet om in hele korte tijd eerste richtinggevende samenwerkingsafspraken op papier te krijgen. De samenwerkingsafspraken geven een eerste antwoord wie in welke fase van het proces waarvoor verantwoordelijk is en wat geregeld moet worden om de ketensamenwerking goed te laten verlopen. De taken van Veilig Thuis binnen de keten zijn beschreven, maar ook hoe de zogeheten triage van signalen en meldingen verloopt. Er zijn afspraken gemaakt hoe Veilig Thuis omgaat met verzoeken om advies en ondersteuning en hoe de overdracht van casussen plaats moet vinden en de gewenste follow-up. Met inzet van regionale middelen wordt de komende periode een kennis- en kwaliteitsimpuls gegeven aan het lokale veld. Afspraken over monitoring, het bijhouden van een contactpersonenlijst, het aanstellen van aandachtsfunctionarissen bij Veilig Thuis en het organiseren van voorlichtingsactiviteiten voor relevante ketenpartners completeren het geheel. Wij zijn blij met deze afspraken, al realiseren wij ons dat op een aantal punten nog echt wel een verdere aanscherping van de afspraken noodzakelijk is. Zo moeten we bijvoorbeeld nog een definitief besluit nemen over de positie van het zogeheten Routeeroverleg (waarin elke werkdag snel wordt gekeken welke organisatie met een zorgmelding vanuit de politie aan de slag gaat). Ook de escalatieroute (de wijze waarop sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) casussen kunnen terugleggen als er problemen zijn bij of ná de overdracht) moet nog verder worden uitgewerkt. Daarnaast moeten we goed kijken hoe we onze sociale teams (EIGEN TERM GEBRUIKEN) in staat kunnen stellen om overgedragen meldingen ook snel en adequaat op te pakken. We zien dat Veilig Thuis beter begint te functioneren. Daarmee ontstaan er kansen en verbetermogelijkheden in de rest van de keten. Het is zaak dat alle ketenpartners slagen maken om de gemaakte afspraken ook handen en voeten te geven en in de praktijk oplossingen vinden voor een vaak hardnekkige problematiek. We kunnen ons voorstellen dat soms de indruk ontstaat dat door de samenwerkingsafspraken een hele nieuwe doelgroep richting de gemeenten wordt geschoven. Dat is echter niet het geval. We zijn als gemeenten al twee jaar verantwoordelijk voor deze doelgroep (al bleef de doelgroep door de problemen bij Veilig Thuis wat onder de radar). De nu gemaakte samenwerkingsafspraken leggen alleen duidelijker vast wie in welke fase waarvoor verantwoordelijk is. Het gaat bij deze samenwerkingsafspraken vooral om het formaliseren van afspraken waarmee in de praktijk al wordt gewerkt d - Concept-voorbeeld raadsbrief vaststelling samenwerkingsafspraken.docx

344 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 2 We realiseren ons net als de andere gemeenten in deze regio - dat de afgelopen periode veel middelen zijn gegaan naar het op orde brengen van Veilig Thuis. Ons uitgangspunt bij de vaststelling van de samenwerkingsafspraken is dat de afspraken niet mogen leiden tot extra kosten voor onze gemeente. De middelen die de GGD voor Veilig Thuis in haar begroting 2017/2018 heeft opgenomen, moeten in onze visie leidend zijn. Landelijk wordt voor de komende jaren wel een stijging van het aantal meldingen verwacht (met name door meer bekendheid te geven aan het verschijnsel ouderenmishandeling). Wat dit betekent voor onze regio en of wij door het Rijk voor deze kosten ook gecompenseerd gaan worden, is op dit moment nog onderwerp van discussie. Binnen onze regio gaan na de zomer vanuit een aantal gemeenten financiële specialisten, beleidsmedewerkers en Veilig Thuis een voorstel uitwerken om meer zicht te krijgen op de kosten van Veilig Thuis in relatie tot de geleverde output en outcome alsmede de inhoudelijke doorontwikkeling. We willen meer zicht krijgen op de kosten voor de verschillende soorten hulpverleningstrajecten en goede afspraken maken over de financiering van deze trajecten. Ook willen we komen tot een vergelijking van de kosten met andere Veilig Thuis organisaties. Tevens willen we de vraag beantwoorden hoeveel we los van onze wettelijke taak inzake het in stand houden van een Veilig Thuis organisatie willen investeren in Veilig Thuis in relatie tot bijvoorbeeld de hulpverlening in het lokale veld en de gespecialiseerde ketenpartners. Wat ons betreft, gaat het dan óók om de vraag hoe we in deze regio onze doelstellingen met betrekking tot het terugdringen van huiselijk geweld en kindermishandeling beter kunnen monitoren en kosteneffectief kunnen realiseren. Dit kan voor 2018 en verder leiden tot verschuivingen van budgetten binnen de bestaande financiële kaders tussen bijvoorbeeld Veilig Thuis, het lokale veld en de gespecialiseerde ketenpartners. Ons doel is om in de zomernota 2018 ten aanzien van Veilig Thuis met concrete voorstellen te kunnen komen. We hebben de samenwerkingsafspraken óók vastgesteld omdat we forse afbreukrisico s zien als we de afspraken niet op tijd vaststellen. Als Veilig Thuis wil slagen voor stap 2 van de inspectietoetsing, dan moeten alle Colleges in deze regio én het DB van Veilig Thuis vóór 4 juli 2017 bestuurlijke samenwerkingsafspraken vastgesteld hebben. Als óf het DB van Veilig Thuis óf één van de regiogemeenten de afspraken niet vaststelt, dan zullen de inspecties concluderen dat er geen bestuurlijk vastgestelde afspraken zijn en zal Veilig Thuis niet slagen voor de inspectietoetsing. Dit brengt ernstige financiële, bestuurlijke en politieke gevolgen met zich mee, nog los van de vraag of de samenwerking tussen gemeenten en Veilig Thuis (en daarmee een effectieve hulp voor slachtoffers van huiselijk geweld en/of kindermishandeling) goed kan verlopen als er geen afspraken zijn hoe beide partijen met elkaar willen samenwerken. Vervolg De vast te stellen samenwerkingsafspraken zijn niet in beton gegoten, maar worden bijgesteld op basis van de ervaringen in de praktijk. Voor begin juli wordt een afspraak gepland met alle gemeenten om afspraken te maken voor het verdere implementatieproces. Dat betekent ook dat we de komende periode via de Werkgroep Samen Doen punten gaan agenderen die wij in de samenwerkingsafspraken aangepast willen zien. De belangrijkste toetssteen van de nu vast te stellen afspraken is de praktijk: kunnen onze professionals met de 6.1d - Concept-voorbeeld raadsbrief vaststelling samenwerkingsafspraken.docx

345 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 3 afspraken uit de voeten? Wij zijn blij dat er in de samenwerkingsafspraken ook is vastgelegd hoe en door wie en wanneer de afspraken worden geëvalueerd en gewijzigd. Wij vertrouwen er op u in deze brief voldoende te hebben ingelicht over de achtergronden van ons besluit om de bestuurlijke samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de regiogemeenten in Gelderland-Zuid vast te stellen. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout 6.1d - Concept-voorbeeld raadsbrief vaststelling samenwerkingsafspraken.docx

346 Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum Ons kenmerk MO10/ Contactpersoon Martin Ruiter Onderwerp vaststelling samenwerkingsafspraken Veilig Thuis - gemeenten Gelderland Zuid Datum uw brief 9 juni 2017 Doorkiesnummer (024) Geacht bestuur, In uw brief van 9 juni 2017 heeft u ons gevraagd om de bestuurlijke samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de gemeenten Gelderland Zuid voor zover bevoegd vast te stellen en u te informeren over ons besluit. Wij hebben in onze vergadering van XXX de samenwerkingsafspraken voor zover bevoegd vastgesteld. Ook hebben we onze vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur van Veilig Thuis verzocht om dit standpunt in te brengen in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 29 juni Wij informeren de raad via een raadsinformatiebrief over ons besluit. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Met vriendelijke groet, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, 6.1e - Concept-voorbeeld reactie gemeente aan DB - bevestiging samenwerkingsafspraken.docx

347 Algemeen bestuur Vergadering 29 juni 2017 Agendapunt 6.2 Onderwerp Verlenging interim-management i.r.t. Stap 2 en inbedding VT bij GGD Korte samenvatting onderwerp: Veilig Thuis Gelderland-Zuid (VTGZ) is per 1 januari 2015 gestart onder verantwoordelijkheid van GGD Gelderland-Zuid. Het project betrof een samenwerkingsverband van GGD/Bijzondere Zorg (steunpunt huiselijk geweld), JBG/AMHK, JBG(zorgmeldingen) en Moviera. De Inspecties Jeugdzorg/Gezondheidszorg plaatsten Veilig Thuis Gelderland Zuid in april 2016 onder verscherpt toezicht. Het Algemeen Bestuur van de GGD besloot op 28 april 2016 een interim-manager aan te stellen voor de directie-portefeuille Veilig Thuis voor de looptijd van het verscherpt toezicht. Zijn opdracht is omschreven in het Aanvalsplan Veilig Thuis van het Algemeen Bestuur: De interimmanager krijgt de opdracht om ervoor te zorgen dat Veilig Thuis Gelderland- Zuid binnen 6 maanden structureel voldoet aan de wettelijke normen en afhandeltermijnen, doordat de werkorganisatie en capaciteit op orde is. Het Algemeen Bestuur huurde het bureau van Montfoort in voor advies over de toekomstige positie van Veilig Thuis. Op 30 juni 2016 nam het Algemeen Bestuur het advies van Van Montfoort over. Dit besluit van het Algemeen Bestuur betekende: De toekomstige positie van Veilig Thuis als onderdeel van GGD Gelderland-Zuid werd gehandhaafd; Medewerkers van JBG en Moviera komen in dienst van de GGD. Veilig Thuis blijft - vooralsnog voor de periode van 2 jaar (i.e. tot medio 2018) - een afzonderlijk onderdeel binnen de GGD-organisatie met een afzonderlijke sturingsstructuur (een eigen directeur) en begroting. In mei 2016 startte de heer Euser als interim-directeur Veilig Thuis met als resultaatgebieden: a. Positionering Veilig Thuis (lokaal en regionaal) b. Budget en formatie c. Management bedrijfsvoering in samenwerking met Services VRGZ d. Samenwerking intern (binnen de GGD) e. Samenwerking extern (ketens en netwerken). Vanaf de zomer 2016 was de dagelijkse aansturing van Veilig Thuis in handen van een interimteamleider: de heer B. Vermeer. Op 14 november 2016 zijn de heren Euser en Vermeer opgevolgd door respectievelijk de heer Cazemier (interim directeur VTGZ) en mw. N. Willemsen (interimmanager VTGZ). Op 1 januari 2017 is de projectfase van Veilig Thuis afgesloten. Vanaf deze datum maakt Veilig Thuis definitief onderdeel uit van GGD Gelderland-Zuid. Huidige stand van zaken Bij Veilig Thuis GZ is de situatie verbeterd. Er is geen wachtlijst triage meer. De werkvoorraad is onder controle. Er is meer structuur en duidelijkheid gecreëerd voor de medewerkers. Onder andere zijn de werkprocessen uitgeschreven en uitgewerkt en de medewerkers werken conform deze werkprocessen. Begin april is door de Inspectie het verscherpt toezicht opgeheven. De interne bedrijfsvoering is het afgelopen half jaar vereenvoudigd en verbeterd. Maar we zijn er nog niet, want veel is on hold gezet om te kunnen focussen op het opheffen van het verscherpt toezicht. Aan het borgen van processen moet nog veel worden gedaan. Het inrichten van ons kwaliteitsmanagementsysteem staat nog in de kinderschoenen (noodzakelijk voor HKZ en voor Stap 2), functionerings- en beoordelingsgesprekken worden niet systematisch gehouden, persoonlijke ontwikkelingsplannen en actuele functieprofielen zijn er nog niet (het proces om te komen tot een nieuw functiewaarderingssysteem - HR21 - is gestart), etc en 2018 staan in het teken van het consolideren van de interne en externe processen, alsmede het tot stand brengen van de samenwerking met de andere afdelingen van GGD Gelderland Zuid.

348 Conclusie: we zijn goed op weg, maar we zijn er nog niet Medio mei eindigt het interim-management van de heer Cazemier (interim directeur VTGZ) en mw. N. Willemsen (interim-manager VTGZ). Wat staat er in 2017/2018 op de agenda van VTGZ? 4 juli 2017: toetsing Stap 2 van het toetsingskader van de Inspectie. Inbedden routeeroverleg per 1 november 2017 bij VT. Implementatie MDA++ (ultimo 2017). Implementatie VT t.g.v. Stap 2 (meer focus op voorlichting, preventie, advies), positionering in de keten van zorg en veiligheid: strategisch, tactisch en operationeel (met name overdracht VT naar het lokale veld). Het ontwikkelen en versterken van de inhoudelijke samenwerking VTGZ en GGD (verbinden) Voorbereiden toetsing stap 3 (toetsing naar verwachting in 2018). Certificering HKZ Aansluiting bij HR 21 (nieuw functiewaarderingssysteem). Start april 2017, doorloop 6 maanden, financiële effecten, functionerings- en beoordelingsgesprekken etc. Radarfunctie keten i.h.k.v. aanpassing Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (1 januari 2018). Verwachting: Jaarlijkse toename met 5% tot 15% van het aantal meldingen (Sprokkereef), extra (landelijke) middelen verwacht. Begroting op orde (2017/2018). Formatie op orde (2017/2018), beoogd per mei Implementeren VerwijsIndexRisico-jongeren (VIR). Herhuisvesting Veilig Thuis. Ontwikkelen en inrichten proces- en verantwoordingsinformatie VT Uitgangspunten bij verlenging interim-management VTGZ: Veiligheid van kinderen en gezinnen in Gelderland-Zuid prioriteit no. 1. De ingang gezette verbeteringen bij VTGZ worden doorgezet en geconsolideerd. Continuïteit van aansturing t.b.v. interne en externe verbinding en samenwerking. Geleidelijke uitfasering van het interim-management Veilig Thuis volgens het fade in/fade out-principe. Veilig Thuis wordt als een apart onderscheiden organisatieonderdeel (binnen de GGD) vormgegeven en aangestuurd. Er dient een evaluatie plaats te vinden van het construct met een aparte interimbestuurder en begroting voor Veilig Thuis, conform het voorstel van Van Montfoort, teneinde te kunnen besluiten of Veilig Thuis Gelderland Zuid per 1 juli 2018 een (aparte) afdeling gaat vormen - onder de DPG - van GGD Gelderland-Zuid. Voorstel Deze uitgangspunten monden uit in het volgende voorstel: Op 1 september 2017 start manager VT. De procedure is gestart. De manager legt zich (in eerste instantie) toe op de aansturing van de VT-medewerkers, bedrijfsvoering en op de verbinding met de overige GGD-taken (samenwerking intern en extern). De functie van procesregisseur/teammanager wordt structureel ingevuld per 1 september Mw. N. Willemsen (interim-manager VTGZ) stopt per 1 september 2017 en wordt tot einde 2017 ingezet als adviseur ten behoeve enkele specifieke projecten (max. 2 dagen per week). Met ingang 1 september 2017 wordt het contract met de heer Cazemier verminderd tot 2 dagen/week. Hij zal vanaf deze datum met name budgetverantwoordelijkheid, de relaties/samenwerking met het externe veld (waaronder Veiligheidshuis, politie, OM, Inspectie en gemeenten) en met Bestuur continueren. Daarnaast zal hij zorgdragen voor een zorgvuldige overdracht van de resultaatgebieden budget/formatie en de samenwerking extern aan de Manager Veilig Thuis. Op 1 juli 2018 eindigt het contract met de heer Cazemier. In 2017 en 2018 heeft VTGZ nog een fors aantal opgaven te realiseren (zie boven). De interne organisatie moet verder consolideren, tegelijkertijd vraagt de keten van zorg en veiligheid om intensieve participatie van VTGZ. Gelet op al deze ontwikkelingen is het

349 belangrijk dat de interim-directie VT wordt verlengd tot 1 juli Alleen op die wijze kan de continuïteit van het ingezette proces worden geborgd en kan VTGZ de beoogde doorontwikkeling realiseren. In de maand september 2017 wordt door de interim-directeur Veilig Thuis een evaluatie uitgevoerd van het huidige construct (een aparte sturingsstructuur en begroting Veilig Thuis) teneinde te kunnen besluiten of Veilig Thuis Gelderland Zuid per 1 juli 2018 een (aparte) afdeling gaat vormen onder de DPG van GGD Gelderland-Zuid. Kosten van het voorstel: De tijdelijke meerkosten voor 2017 zijn ,-- (zie onderstaande tabel). Begroot 2017 Prognose 2017 Extra Directeur Manager Adviseur Deze kosten van directeur, manager en adviseur liggen onder de WNT-norm. De meerkosten voor interim-directie Veilig Thuis 2018 worden geraamd op ,-- (= gemiddeld 2 dagen/week voor de interim-directeur). Hiervan is ,-- niet opgenomen in de conceptbegroting Vervolg De interim-directeur Veilig Thuis heeft n.a.v. de vraag van het DB, gezien bovengenoemde ontwikkelingen (en naast de meerkosten voor het interim-management), een inschatting gemaakt van reële incidentele en structurele meerkosten van de uitvoering van Veilig Thuis in 2017, 2018 en verder. Dit overzicht heeft het DB besproken in haar vergadering van 17 mei jl. Hierover heeft DB besloten de ontwikkeling van het financiële resultaat te volgen en indien nodig te komen met een voorstel voor een begrotingswijziging Voorstel te beslissen: 1. Kennisnemen van de uitgangspunten, het voorstel voor de verlenging van interimmanagement VTGZ en de hiermee gepaard gaande kosten. 2. Instemmen met de uitgangspunten, het voorstel voor verlenging van het interimmanagement VTGZ en de hiermee gepaard gaande kosten. 3. Kennisnemen van de begrotingsoverschrijding 2018, die binnen de begroting 2018 moet worden opgelost. 4. Instemmen met het uitvoeren van een evaluatie in september 2017 door de interimdirecteur Veilig Thuis van het huidige construct (een aparte sturingsstructuur en begroting Veilig Thuis) teneinde in het AB van 14 december 2017 te kunnen besluiten of Veilig Thuis Gelderland Zuid per 1 juli 2018 een (aparte) afdeling gaat vormen onder de DPG van GGD Gelderland-Zuid. 5. Instemmen dat het routeeroverleg per 1 november 2017 weer onder verantwoordelijkheid van Veilig Thuis wordt geplaatst.

350 Algemeen bestuur Vergadering 29 juni 2017 Agendapunt 6.3 Onderwerp Regionaal rekenkameronderzoek Governance Veilig Thuis Gelderland Zuid Korte samenvatting onderwerp: De rekenkamercommissies van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen gaan een onderzoek uitvoeren naar de wijze waarop de Governance van Veilig Thuis Gelderland Zuid (VTGZ) is ingericht en heeft gefunctioneerd, en in het bijzonder de rol die de gemeenteraden daarin hebben gespeeld. Doel onderzoek Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de wijze waarop de Governance van VTGZ is ingericht en heeft gefunctioneerd, en in het bijzonder de rol die de gemeenteraden daarin hebben gespeeld, om daarvan te kunnen leren voor het aansturen en controleren van VTGZ, maar ook voor gemeenschappelijke regelingen in het algemeen. De centrale vraag van het onderzoek is: Welke lessen kunnen de gemeenteraden leren uit de casus VTGZ voor bestuurlijke samenwerking en hun rol daarin? De bijbehorende deelvragen zijn: Hoe is de besluitvorming over de vorming van VTGZ, de onderbrenging bij de GGD GZ en de inrichting van de Governance (sturing, beheersing, toezicht en verantwoording) verlopen, en welke rol hebben de gemeenteraden hierin gespeeld? Onder welke condities en voorwaarden zijn de taken van VTGZ ondergebracht bij de GGD Gelderland-Zuid? Hoe is de Governance bij de start van VTGZ geregeld? Hoe verhoudt deze zich tot de wettelijke regels? Wat zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van gemeenteraden, colleges, AB en DB? Welke beleidsmatige doelen zijn geformuleerd voor VTGZ? Hoe zijn deze tot stand gekomen? En hoe zijn die financieel vertaald? Hoe zag de informatiestroom tussen DB, AB, colleges en gemeenteraden eruit rond de inrichting en het functioneren van VTGZ? En hoe zag die eruit voor de P&C-producten: begroting, begrotingswijzigingen, jaarstukken, beleidsplan en uitvoeringsprogramma? Hoe hebben de bovengenoemde actoren, en de gemeenteraden in het bijzonder, gebruik gemaakt van hun bevoegdheden bij de aansturing van en controle op VTGZ? Welke lessen kunnen de gemeenteraden leren uit de gang van zaken, zowel in de voorbereidende fase als tijdens de eerste jaren van VTGZ? En welke lessen kunnen de gemeenteraden hieruit leren voor de versterking van hun rollen ten aanzien van (toekomstige) samenwerkingsverbanden? De onderzoeksperiode betreft 2014 tot en met april In de bijlagen vindt u: - de brief (dd. 30 mei 2017) waarin de rekenkamercommissies het onderzoek aankondigen aan het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid. - de brief (dd. 14 juni 2017) waarin GGD Gelderland-Zuid reageert op de brief van de rekenkamercommissies. Voorstel te beslissen: 1. Kennisnemen van het regionaal rekenkameronderzoek naar de wijze waarop de Governance van Veilig Thuis Gelderland Zuid is ingericht en heeft gefunctioneerd en de reactie van GGD Gelderland-Zuid.

351 Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen De Rekenkamer neemt een onafhankelijke positie in binnen de gemeente Nijmegen. Algemeen Bestuur GGD GZ Postbus BC NIJMEGEN Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) gemeente@nijmegen.n1 Postbus HG Nijmegen Datum Ons kenmerk Contactpersoon 30 mei 2017 BM60/11 Jelly Smink Onderwerp Doorkiesnummer Aankondiging regionaal rekenkameronder zoek governance Veilig Thuis Gelderland Zuid Geachte leden van het Algemeen Bestuur van de GGD Gelderland Zuid, Via deze brief informeren wij u over een onderzoek dat de rekenkamer(commissie)s' van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen gaan uitvoeren naar de wijze waarop de governance van VTGZ is ingericht en heeft gefunctioneerd, en in het bijzonder de rol die de gemeenteraden daarin hebben gespeeld. Sinds 1 januari 2015 functioneren in Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. In de regio Gelderland Zuid is Veilig Thuis ondergebracht bij de GGD Gelderland Zuid. De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (verder: de inspecties) onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs, omdat de Veilig Thuis organisaties nog in ontwikkeling zijn. In de tweede helft van 2015 hebben de inspecties stap 1 van het toezicht uitgevoerd bij alle 26 Veilig Thuis organisaties. Dit toezicht richtte zich op basiseisen op het gebied van randvoorwaarden, veiligheid en organisatie. Uit dit onderzoek bleek dat Veilig Thuis Gelderland Zuid (verder: VTGZ) op 16 van de 24 toetsingscriteria een onvoldoende scoorde. Daarop is het toezicht op VTGZ geïntensiveerd en later is VTGZ zelfs onder verscherpt toezicht van de inspecties geplaatst. Inmiddels is het (verscherpt) toezicht opgeheven. Voor de leesbaarheid wordt verder 'rekenkamers' geschreven.

352 Gemeente Nijmegen Gemeentelijke Rekenkamer Vervolgvel 1 Naar aanleiding van het instellen van het verscherpt toezicht en vragen die hierover in de diverse gemeenteraden zijn gesteld, is een informatiestroom in de richting van de gemeenteraden op gang gekomen. De rekenkamercommissie van Wijchen heeft aan de andere rekenkamer(commissie)s in het Rijk van Nijmegen gevraagd of er belangstelling is om hier gezamenlijk onderzoek naar te doen. Die belangstelling is er. De Rekenkamer(commissie)s zijn van mening dat het maatschappelijk, bestuurlijk en financieel belang van Veilig Thuis groot is en daarmee dus hoog scoort op de criteria die zij hanteren bij het kiezen van een onderwerp voor onderzoek. Daarnaast is het bredere thema van bestuurlijke samenwerking voor alle gemeenteraden uiterst relevant. Gemeenteraden, ook in deze casus, worstelen met de vraag hoe zij invloed kunnen uitoefenen op de inrichting van bestuurlijke samenwerkingsverbanden en de uitvoering van taken door die verbanden. Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de wijze waarop de governance van VTGZ is ingericht en heeft gefunctioneerd, en in het bijzonder de rol die de gemeenteraden daarin hebben gespeeld, om daarvan te kunnen leren voor het aansturen en controleren van VTGZ, maar ook voor gemeenschappelijke regelingen in het algemeen. De centrale vraag van het onderzoek is: Welke lessen kunnen de gemeenteraden leren uit de casus VTGZ voor bestuurlijke samenwerking en hun rol daarin? De bijbehorende deelvragen zijn: Hoe is de besluitvorming over de vorming van VTGZ, de onderbrenging bij de GGD GZ en de inrichting van de governance (sturing, beheersing, toezicht en verantwoording) verlopen, en welke rol hebben de gemeenteraden hierin gespeeld? Onder welke condities en voorwaarden zijn de taken van VTGZ ondergebracht bij de GGD GZ? Hoe is de governance bij de start van VTGZ geregeld? Hoe verhoudt deze zich tot de wettelijke regels? Wat zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van gemeenteraden, colleges, AB en DB? Welke beleidsmatige doelen zijn geformuleerd voor VTGZ? Hoe zijn deze tot stand gekomen? En hoe zijn die financieel vertaald? Hoe zag de informatiestroom tussen DB, AB, colleges en gemeenteraden eruit rond de inrichting en het functioneren van VTGZ? En hoe zag die eruit voor de P&C-producten: begroting, begrotingswijzigingen, jaarstukken, beleidsplan en uitvoeringsprogramma? Hoe hebben de bovengenoemde actoren, en de gemeenteraden in het bijzonder, gebruik gemaakt van hun bevoegdheden bij de aansturing van en controle op VTGZ?

353 Gemeente Nijmegen Gemeentelijke Rekenkamer Vervolgvel 2 Welke lessen kunnen de gemeenteraden leren uit de gang van zaken, zowel in de voorbereidende fase als tijdens de eerste jaren van VTGZ? En welke lessen kunnen de gemeenteraden hieruit leren voor de versterking van hun rollen ten aanzien van (toekomstige) samenwerkingsverbanden? De onderzoeksperiode betreft 2014 tot en met april Het normenkader voor dit onderzoek wordt ontleend aan de Wet gemeenschappelijke regelingen, de GR GGD Gelderland Zuid en - indien aan de orde - specifieke kaders (die per gemeente zijn vastgesteld). Ook zal gebruik worden gemaakt van inzichten in de rol van gemeenteraden bij bestuurlijke samenwerking, zoals weergegeven in het rapport 'Grip op regionale samenwerking'. Dit is een handreiking voor gemeenteraden die is opgesteld op verzoek van het Ministerie van BZK en de Vereniging van griffiers. Bij het beantwoorden van de onderzoeksvragen wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van de: agenda's, bijbehorende stukken en verslagen van de vergaderingen van het DB, AB en de afzonderlijke gemeenteraden tussen 2014 en 15 april 2017 voor zover die specifiek betrekking hebben op Veilig Thuis en de begrotingen, begrotingswijzigingen, jaarstukken, beleidsplannen en uitvoeringsprogramma's van de GGD (voor het onderdeel Veilig Thuis); relevante onderdelen van programma's uit de begrotingen en jaarstukken van de gemeenten; paragrafen verbonden partijen (onderdeel GGD) uit de begrotingen en jaarstukken van de gemeenten. Zo nodig worden op basis van de bevindingen aanvullende stukken verzameld en gesprekken gevoerd met enkele sleutelfiguren. De secretaris van de Rekenkamer Nijmegen neemt binnenkort contact op over de aanlevering van stukken vanuit de GGD. Het is de planning dat het onderzoek in het najaar van 2017 wordt afgerond met een gezamenlijk rapport; met daarbij door elke rekenkamer een brief of oplegnotitie met specifieke aandachtspunten voor haar eigen gemeenteraad. Wanneer het rapport gereed is, ontvangt u uiteraard een exemplaar van ons.

354 Gemeente Nijmegen Gemeentelijke Rekenkamer Vervolgvel 3 Wanneer u vragen heeft naar aanleiding van deze brief kunt u contact opnemen met Jelly Smink (j.smink@nijmegen.n1 of ), secretaris van de Rekenkamer Nijmegen. Met vriendelijke groet, mede namens de rekenkamer(commissie)s van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, West Maas en Waal en Wijchen, M. Wilke Voorzitter Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen J. Smink Secretar s Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen

355 ËGD Gelderland Zuid Rekenkamercommissie T.a.v. de heer M. Wilke en mw. J. Smink Postbus HG NIJMEGEN ons ken merk : GGD/DIR-DB/ OO7 4 lbf lmp / GC/ ah uw kenmerk: - datum: t4 juni 2OL7 onderwerp: Onderzoek afdeling: Directie contactpersoon: J. v. Wijngaarden doorkiesnummer: (088) L jvanwijngaarden@ggdgelderlandzuid. nl Geachte heer Wilke en mevrouw Smink, Hartelijk dank voor uw brief van 30 mei jl., waarin u aankondigt dat de rekenkamers van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen een onderzoek gaan uitvoeren naar de wijze waarop de governance van Veilig Thuis Gelderland-Zuid is ingericht en heeft gefunctioneerd en in het bijzonder de rol die de gemeenteraden daarin hebben gespeeld. Wij werken graag mee aan de uitvoering uw onderzoek. Dit betekent dat wij zorgen dat relevante stukken betreffende uw onderzoek aan u worden aangeleverd, zoals u in uw brief benoemt. En dat wij uiteraard bereid zijn tot nadere toelichting, indien u dit wenst. De centrumgemeenten in Gelderland hebben vanaf 2013 overlegd over de vorming en positionering van Veilig Thuis. Voor de relevante beleidsstukken hierover, verwijs ik u naar centrumgemeente Nijmegen. Het bestuur van de GGD is hier niet bij betrokken geweest. Vergaderingen van het Dagelijks Bestuur van GGD Gelderland-Zuid worden met gesloten deuren gehouden. M.a.w.: ze zijn niet openbaar. Wij zijn bereid om ten behoeve van het onderzoek relevante onderdelen van documenten, die betrekking hebben op Veilig Thuis aan u te doen toekomen. Dit betekent dat wij relevante onderdelen van DB-vergaderingen en -verslagen aan u zullen toesturen. Wij gaan daarbij wel uit van zorgvuldigheid en veftrouwelijkheid van u in de volle breedte. Dit betekent dat stukken van het DB niet naar buiten mogen en daar ook niet uit geciteerd kan worden. Het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid heeft op 30 juni 2016 besloten om een'feitenrelaas Ontwikkeling Veilig Thuis Gelderland-Zuid 20L4-2016'op te stellen om lering te trekken uit de gang van zaken. Dit feitenrelaas is extern getoetst. Daarnaast heeft het bestuur een duiding van dit feitenrelaas met leerpunten vastgesteld op 6 oktober Ter kennisname ontvangt u bijgaand dit Feitenrelaas Ontwikkeling Veilig Thuis Gelderland-Zuid 2Ot4-2016, de brief van Ernst & Young d.d. 20 sept (externe toetsing) en de duiding Feitenrelaas van het Algemeen Bestuur. Tot slot hechten wij eraan en vertrouwen erop dat wij te zijner tijd de concepttekst van uw onderzoeksrappoft kunnen verifiëren op feitelijke onjuistheden. centraal postadres Postbus BC Nijmegen info@ggdgelderlandzuid.nl Hoofdvest g ngen ccd Gelderlånd-zu d Regio N jmegen (N jmegen) R vierenland (Tiel) Bezoekadrês Rivierenland J.S. de Jongple n WG T el T: (088) L F: (088) L BIC /SWIFT: RABONL2U IBAN : N156.R48O BTW: N KvK: 092t2724

356 datum: t4 juni 2OL7 ons kenmerk: GGD/DIR-DB/ OO7 4 / BF lmp/gc/ah pagina 2 van 2 Onze contactpersoon voor uw onderzoek is de heer drs. J.C.M. van Wijngaarden, directiesecretaris/ manager u van GGD Gelderland-Zuid. Hij is te bereiken via L / ivanwijngaarden@ggdgelderlandzuid. nl. I u veel succes toe te wensen onderzoek. Wij vertrouwen op een goede samenwerking. Met vriendelijke groet, Drs. L.C.M Voorzitter Fri Dr. Ir D Pie-rër-- blieke Gezondheid Drs. G Veilig Thuis

Verslag - concept. Onderwerp / Besluit

Verslag - concept. Onderwerp / Besluit Verslag - concept bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum/tijd bespreking 6 april 2017 van 10.00-12.00 uur Locatie Gemeentehuis in Beneden-Leeuwen Aanwezig dhr. S. Buwalda (Zaltbommel), dhr.

Nadere informatie

Samenwerkings afspraken Veilig Thuis - gemeenten. Stand van zaken (tbv AB 31 mei 2017)

Samenwerkings afspraken Veilig Thuis - gemeenten. Stand van zaken (tbv AB 31 mei 2017) Samenwerkings afspraken Veilig Thuis - gemeenten Stand van zaken (tbv AB 31 mei 2017) Waar staan we in het proces? 13 maart: startbijeenkomst stap 2 Stap 1: kwaliteit Veilig Thuis Maart: bestuurlijke opdracht

Nadere informatie

Verspreiding jodiumtabletten

Verspreiding jodiumtabletten Informatiebulletin Tihange en stralingsrisico s Nummer 3, 24 april 2017 Verspreiding jodiumtabletten Met deze nieuwsbrief informeert de Veiligheidsregio Limburg-Noord gemeenten over de ontwikkelingen rondom

Nadere informatie

M. van de Velde (DB) S. de Gouw (VD) Onderwerp wordt in het volgend AB VRHM opnieuw geagendeerd

M. van de Velde (DB) S. de Gouw (VD) Onderwerp wordt in het volgend AB VRHM opnieuw geagendeerd B.8 1. Samenvatting Een deel van de gemeenten in de regio Hollands Midden ligt in een 100 km zone hemelsbreed vanaf de kerncentrales in Borssele (Zeeland) en Doel (België). De minister van EZ heeft in

Nadere informatie

Algemeen bestuur. Vergadering 15 december 2016 Agendapunt 7 Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Wmo-toezicht. Korte samenvatting onderwerp:

Algemeen bestuur. Vergadering 15 december 2016 Agendapunt 7 Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Wmo-toezicht. Korte samenvatting onderwerp: Algemeen bestuur Vergadering 15 december 2016 Agendapunt 7 Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Wmo-toezicht Korte samenvatting onderwerp: De gemeenten in Gelderland- en hebben de GGD als toezichthouder

Nadere informatie

Verslag - concept. Onderwerp / Besluit

Verslag - concept. Onderwerp / Besluit Verslag - concept bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum/tijd bespreking Donderdag 29 juni 2017 van 14.00 16.00 uur Locatie Gemeentehuis in Beneden-Leeuwen Aanwezig dhr. G. Bel (Lingewaal),

Nadere informatie

Met kennisgeving: dhr. B. Frings (Nijmegen), dhr. K. Krook (Neerijnen), dhr. S. Thijssen (Berg en Dal), mw. K. Peters (Mook en Middelaar) Kopie aan

Met kennisgeving: dhr. B. Frings (Nijmegen), dhr. K. Krook (Neerijnen), dhr. S. Thijssen (Berg en Dal), mw. K. Peters (Mook en Middelaar) Kopie aan Verslag - concept Bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd bespreking Woensdag 4 april 2018 van 14.30 16.30 uur Locatie Gemeentehuis in Beneden-Leeuwen Aanwezig mw. A. Benschop (Buren),

Nadere informatie

Memo. Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Gemeenteraden Gelderland-Zuid Datum: 27 maart 2018 Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis

Memo. Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Gemeenteraden Gelderland-Zuid Datum: 27 maart 2018 Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis Memo Van: Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Aan: Gemeenteraden Gelderland-Zuid Datum: 27 maart 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis Veilig Thuis is er voor iedereen, jong en oud, die

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF Oudewater 17R.00770

RAADSINFORMATIEBRIEF Oudewater 17R.00770 Gemeente Oudewater RAADSINFORMATIEBRIEF Oudewater 17R.00770 Van College van burgemeester en wethouders Datum 3 oktober 2017 Portefeuillehouder(s) : Burgemeester Portefeuille(s) : Openbare Orde en Veiligheid

Nadere informatie

Risem Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10 smartphone.

Risem Verzonden vanaf mijn BlackBerry 10 smartphone. From: Ineke Alferink Sent: 22 Oct 2015 15:38:46 To: Postregistrator Cc: Subject: FW: Toezending vastgesteld verslag AB-vergadering 25 juni 2015... Attachments:2a - Vastgesteld verslag AB 2015 06 25.pdf

Nadere informatie

dhr. R. Engels (Wijchen) en dhr. N. Wiendels (Geldermalsen), met kennisgeving kopie aan Onderwerp / Besluit

dhr. R. Engels (Wijchen) en dhr. N. Wiendels (Geldermalsen), met kennisgeving kopie aan Onderwerp / Besluit Verslag - concept bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum/tijd bespreking 6 oktober 2016 10.00-12.00 uur Locatie Het Toverbaltheater in Beneden-Leeuwen Aanwezig dhr. S. Buwalda (Zaltbommel),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 203 204 32 645 Kernenergie Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 2 juli

Nadere informatie

Attachments:Brief antwoorden nav vragen ambtenaren begroting GGD.pdf; Antwoorden nav vragen ambtenaren begrotingswijziging VT

Attachments:Brief antwoorden nav vragen ambtenaren begroting GGD.pdf; Antwoorden nav vragen ambtenaren begrotingswijziging VT Attachments:Brief 26.04.2018 - antwoorden nav vragen ambtenaren begroting GGD.pdf; Antwoorden nav vragen ambtenaren begrotingswijziging VT From: Griffie Beuningen Sent: Friday, May 4, 20189:31:19 AM To:

Nadere informatie

33S Gelderland-Zuid. 1 S mi 7015. la. IN1S.01436 HHIIIIIMIII

33S Gelderland-Zuid. 1 S mi 7015. la. IN1S.01436 HHIIIIIMIII 33S Gelderland-Zuid IN1S.01436 HHIIIIIMIII la. 1 S mi 7015 Aan de gemeenteraden van de gemeenten die deelnemen in de GR GGD Gelderland-Zuid en gemeente Mook en Middelaar afdeling: Directie datum: 16 maart

Nadere informatie

Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Jaaroverzicht 2017 Voorop met Wmo-toezicht In 2017 bouwden we verder aan het Wmo-toezicht voor de regio Gelderland-Zuid. Collega-GGD en, maar ook de Inspectie Gezondheidszorg

Nadere informatie

Korte samenvatting onderwerp: Afronding van de definitiefase nieuwbouw kantoor GGD Gelderland-Zuid te Nijmegen.

Korte samenvatting onderwerp: Afronding van de definitiefase nieuwbouw kantoor GGD Gelderland-Zuid te Nijmegen. Algemeen bestuur Vergadering 4 april 2018 Agendapunt 8 Onderwerp Huisvesting GGD, locatie Nijmegen Korte samenvatting onderwerp: Afronding van de definitiefase nieuwbouw kantoor GGD Gelderland-Zuid te

Nadere informatie

Advies: Het college besluit de RIB vast te stellen en naar de gemeenteraad te verzenden.

Advies: Het college besluit de RIB vast te stellen en naar de gemeenteraad te verzenden. VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: T. Vermeulen Tel nr: Nummer: 17A.01032 Datum: 28 september 2017 Team: OOV Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift aan: Janneke Doornebal

Nadere informatie

bestuurlijke samenwerkingsafspraken Veilig Thuis

bestuurlijke samenwerkingsafspraken Veilig Thuis Openbaar Onderwerp bestuurlijke samenwerkingsafspraken Veilig Thuis Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Sinds 2015 telt Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties.

Nadere informatie

Raadsvoorstel Besluit om: Inleiding

Raadsvoorstel Besluit om: Inleiding Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 19 juni 2019 Portefeuillehouder C. Kreuk - Wildeman Begrotingsprogramma 2 Sociaal Domein Verbonden partijen Onderwerp Zienswijze op concept-begroting 2020 GGD

Nadere informatie

Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Jaaroverzicht 2018 Solide basis Wmo-toezicht In 2018 bouwden we verder aan het Wmo-toezicht voor de regio Gelderland-Zuid 1, in nauwe afstemming met gemeenten in ons werkgebied.

Nadere informatie

Onderwerp / Besluit 1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om uur en heet allen welkom.

Onderwerp / Besluit 1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om uur en heet allen welkom. Verslag - concept Bespreking Datum / Tijd bespreking Locatie Aanwezig Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Donderdag 14 december van 14.00 16.00 uur Gemeentehuis in Beneden-Leeuwen mw. A. Benschop (Buren),

Nadere informatie

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten adviezen, meldingen, onderzoeken en doorlooptijden December Veilig Thuis Gelderland-Zuid maandelijkse rapportage 6 februari 2018 1 Tabel1.adviezen

Nadere informatie

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten adviezen, meldingen, onderzoeken en doorlooptijden November Veilig Thuis Gelderland-Zuid maandelijkse rapportage 20 december 1 Tabel1.adviezen

Nadere informatie

Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg

Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg Aantal meldingen per gemeente, leeftijdscategorie, informatieverrijking, gerouteerd naar, risicotaxatie en doorlooptijd vanaf melding

Nadere informatie

1. In te stemmen met het regionale Beleidsplan Beschermd wonen-maatschappelijke opvang ;

1. In te stemmen met het regionale Beleidsplan Beschermd wonen-maatschappelijke opvang ; Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 29 november 2017 Portefeuillehouder H. Driessen Begrotingsprogramma Programma 2 Onderwerp Regionaal Beleidsplan Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang 2018-2020

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis gemeenten Regio Rijk van Nijmegen

Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis gemeenten Regio Rijk van Nijmegen Bijlage 1: Concept Bestuurlijke Opdracht Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis gemeenten Regio Rijk van Nijmegen Opdrachtgever: Portefeuillehouders Zorg en Welzijn Regio Rijk van Nijmegen Opdrachtnemers:

Nadere informatie

Bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd Donderdag 4 april 2019 van uur

Bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd Donderdag 4 april 2019 van uur Verslag - concept Bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd Donderdag 4 april 2019 van 10.00-12.15 uur bespreking Locatie GGD Gelderland-Zuid, locatie Tiel Aanwezig Dhr. P. van Teffelen

Nadere informatie

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten Dienstenoverzicht: Begroting, realisatie en prognose Aantal adviezen, meldingen, onderzoeken en doorlooptijden December 2018 Veilig Thuis

Nadere informatie

Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg

Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg Veiligheidshuis Gelderland-Zuid Managementrapportage Routeeroverleg Aantal meldingen per gemeente, leeftijdscategorie, informatieverrijking, gerouteerd naar, risicotaxatie en doorlooptijd vanaf melding

Nadere informatie

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten Dienstenoverzicht: adviezen, meldingen, overdracht, onderzoeken en voorwaarden&vervolg Maart en april Veilig Thuis Gelderland-Zuid maandelijkse

Nadere informatie

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten

Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten Veilig Thuis Gelderland-Zuid Maandelijkse rapportage gemeenten Dienstenoverzicht: Aantal adviezen, meldingen, overdracht, onderzoeken en voorwaarden&vervolg Januari en februari 2019 Veilig Thuis Gelderland-Zuid

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

B&W-nota. gemeente Winterswijk : : 1 /5 datum nota : // ^, zaaknummer. : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg

B&W-nota. gemeente Winterswijk : : 1 /5 datum nota : // ^, zaaknummer. : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg B&W-nota zaaknummer programma werkdoel onderwerp :133467 : 1 /5 datum nota : 05-04-2017 : 10: Maatschappelijke Participatie & Zorg : 1092 / GG D NOG : Vergadering Algemeen Bestuur GGD Noord- en Oost-Gelderland

Nadere informatie

mw. K. Peters (Mook en Middelaar) - met kennisgeving Kopie aan

mw. K. Peters (Mook en Middelaar) - met kennisgeving Kopie aan Verslag - concept Bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum/tijd bespreking Donderdag 5 oktober 2017 van 14.30 15.55 uur Locatie Gemeentehuis in Beneden-Leeuwen Aanwezig dhr. G. Bel (Lingewaal),

Nadere informatie

Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage. Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ

Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage. Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ Agenda Brandweerzorgplan Manager brandweer Organisatieontwikkeling

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.1567 *B.18.1567* Landgraaf, 2 september 2018 ONDERWERP: 1e begrotingswijziging 2019 GGD Zuid Limburg Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

Notitie Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis 19 september 2018

Notitie Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis 19 september 2018 Notitie Begrotingswijziging Veilig Thuis 19 september Veilig Thuis Bij de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) op 1 januari 2015 is bepaald dat ieder college van Burgemeester

Nadere informatie

Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd

Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd Verslag - concept Bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd Donderdag 4 oktober 2018 van 10.00 12.00 uur bespreking Locatie GGD Gelderland-Zuid, locatie Tiel Aanwezig Dhr. P. van Teffelen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Besluit om:

Raadsvoorstel. Besluit om: Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 21 november 2018 Portefeuillehouder Mw. C. Kreuk-Wildeman Begrotingsprogramma Sociaal Domein (Programma 2) Onderwerp 2 e begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Inleiding

Raadsvoorstel. Inleiding Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 20 maart 2019 Portefeuillehouder Carla Kreuk- Wildeman Begrotingsprogramma Sociaal Domein (programma 2) Onderwerp Lokale gezondheidsagenda Tiel 2019-2022 Besluit

Nadere informatie

Voorstel. Algemene toelichting AGP 4. Bernheze Boxtel Haaren Heusden Meijerijstad Oss s-hertogenbosch St. Michielsgestel Uden Vught

Voorstel. Algemene toelichting AGP 4. Bernheze Boxtel Haaren Heusden Meijerijstad Oss s-hertogenbosch St. Michielsgestel Uden Vught Voorstel AGP 4 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 3 april 2019 Bijlage : een Steller : R. van Santvoort Onderwerp : Nooddistributie en opslag van jodiumtabletten Algemene toelichting Bij een stralingsincident

Nadere informatie

Toelichting BenW-adviesnota

Toelichting BenW-adviesnota Onderwerp: Toelichting BenW-adviesnota Afdeling/team : Welzijn Regionaal beleids- en afsprakenkader Wmo 2015 Afdelingshoofd : Bremmers, P.H.M. Auteur : Bankers, J. Datum vergadering : 08 december 2014

Nadere informatie

Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd

Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd Verslag - concept Bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Datum / Tijd Donderdag 13 december 2018 van 14.00-16.00 uur bespreking Locatie GGD Gelderland-Zuid, locatie Tiel Aanwezig Dhr. P. van Teffelen

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

VEILIG THUIS GELDERLAND ZUID. Probleemanalyse en afspraken Verkorte memo t.b.v. portefeuillehouders. 2 juli 2015

VEILIG THUIS GELDERLAND ZUID. Probleemanalyse en afspraken Verkorte memo t.b.v. portefeuillehouders. 2 juli 2015 VEILIG THUIS GELDERLAND ZUID Probleemanalyse en afspraken Verkorte memo t.b.v. portefeuillehouders 2 juli 2015 Uitgave GGD Gelderland-Zuid Datum 2 juli 2015 1 2 Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is Veilig

Nadere informatie

Gezond Leven Jaarverslag 2017

Gezond Leven Jaarverslag 2017 Gelderland-Zuid Gezond Leven Jaarverslag 017 GEZONDE SCHOOL GEZONDE WIJK/GEMEENTE GEZONDE KENNIS Gezonde School GEZONDE SCHOOL-AANPAK VIGNETTEN SCHOLEN MET EEN GEZONDE SCHOOL-VIGNET SCHOOL 57 scholen ondersteund

Nadere informatie

1. Opening en vaststelling agenda Mondeling. 2. Aanpak Schoolverzuim / Presentatie Emilie Ruiter (stafarts) en Hannelore Hoogeveen (manager JGZ)

1. Opening en vaststelling agenda Mondeling. 2. Aanpak Schoolverzuim / Presentatie Emilie Ruiter (stafarts) en Hannelore Hoogeveen (manager JGZ) Agenda vergadering Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum 5 oktober 2017 begin en eindtijd 14.30 16.30 uur locatie Gemeentehuis West Maas en Waal, Dijkstraat 11 6658 AG Beneden-Leeuwen aan Leden Algemeen

Nadere informatie

Verslag - concept. Onderwerp / Besluit

Verslag - concept. Onderwerp / Besluit Verslag - concept bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum/tijd bespreking 1 oktober 2015 10.00-12.00 uur Locatie Gemeentehuis Beneden-Leeuwen (eenmalig) Aanwezig dhr. T. van Balken (Zaltbommel),

Nadere informatie

Dit document bevat een vooruitblik op activiteiten die vanuit de Veiligheidsregio Hollands Midden worden geïnitieerd.

Dit document bevat een vooruitblik op activiteiten die vanuit de Veiligheidsregio Hollands Midden worden geïnitieerd. B.10 1. Samenvatting voorstel In 2017 zijn de besturen van Veiligheidsregio Hollands Midden en RDOG Hollands Midden meerdere keren geïnformeerd over de predistributie van jodiumprofylaxe in opdracht van

Nadere informatie

INFORMATIEPAKKET. voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein

INFORMATIEPAKKET. voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein INFORMATIEPAKKET voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein Gemeente Leeuwarden Maart 2014 Blad 2 Blad 3 Algemene informatie Deze informatie

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.16.0984 B.16.0984 Landgraaf, 23 mei 2016 ONDERWERP: Vaststellen zienswijze raad van begroting GGD Zuid Limburg 2017 Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Zienswijze voorjaarsnota 2016 GGD Hart voor Brabant. Status Oordeelvormend

Raadsvoorstel. Onderwerp Zienswijze voorjaarsnota 2016 GGD Hart voor Brabant. Status Oordeelvormend Datum: 24-03-15 Onderwerp Zienswijze voorjaarsnota 2016 GGD Hart voor Brabant Status Oordeelvormend Voorstel 1. Kennis nemen van de voorjaarsnota 2016 GGD Hart voor Brabant zoals opgesteld door het GGD-Dagelijks

Nadere informatie

Oplegvel. 1. Onderwerp Financieel nieuws Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen 2. Rol van het

Oplegvel. 1. Onderwerp Financieel nieuws Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen 2. Rol van het Oplegvel 1. Onderwerp Financieel nieuws Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang 1) Vanaf 1 januari

Nadere informatie

O 6 JUNI gemeente Neder-Betuwe Z/18/055694/UIT/18/ t. a.v. het Algemeen Bestuur Groenewoudseweg TV NIJMEGEN

O 6 JUNI gemeente Neder-Betuwe Z/18/055694/UIT/18/ t. a.v. het Algemeen Bestuur Groenewoudseweg TV NIJMEGEN gemeente Neder-Betuwe Bezoekadres: GGD Gelderiand-Zuid t. a.v. het Algemeen Bestuur Groenewoudseweg 275 6524 TV NIJMEGEN Burgemeester Lodderstraat 20, Oplieusden Postadres: Postbus 20, 4043 ZG Opheusden

Nadere informatie

Nr. Afdeling Zaak Poho Onderwerp Samenvatting Advies Besluit BP 0.1 Secretaris B&W besluitenlijst 9 mei 2017

Nr. Afdeling Zaak Poho Onderwerp Samenvatting Advies Besluit BP 0.1 Secretaris B&W besluitenlijst 9 mei 2017 Besluitenlijst van de vergadering van burgemeester en wethouders. Dinsdag 16 mei 2017 om 9.30 uur in de kamer van de burgemeester, gemeentehuis te Neerijnen. Aanwezig: Nr. Burgerparticipatie Burgemeester

Nadere informatie

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 9 juni 2017

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 9 juni 2017 Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 9 juni 2017 A Algemeen A.1 Opening en mededelingen A.2 Verslag (incl. presentielijst) reguliere vergadering BC Veiligheid d.d. 31

Nadere informatie

Denk aan het milieu - dit mailtje printen is niet altijd nodig. Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:

Denk aan het milieu - dit mailtje printen is niet altijd nodig. Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen: Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen: Griffie vrijdag 9 juni 2017 8:48 'Griffie Culemborg'; Griffie Berg en Dal; Griffie; Griffie Druten; Griffie Heumen; Griffier Mook en Middelaar;

Nadere informatie

21 november CVS Aanvullende subsidie TBW - versie 14nov17

21 november CVS Aanvullende subsidie TBW - versie 14nov17 X 21 november 2017 4.2 CVS Aanvullende subsidie TBW - versie 14nov17 Collegevoorstel 1 Vooruitlopend op deze subsidie heeft de GGD al extra personeel aangenomen omdat het probleem van de wachttijden acuut

Nadere informatie

v e r s l a g openbare vergadering Algemeen Bestuur

v e r s l a g openbare vergadering Algemeen Bestuur v e r s l a g Kenmerk Van openbare vergadering Algemeen Bestuur Datum 12 april 2019 Aanwezig Afwezig de heer J-F. Mulder (Hulst), voorzitter; de dames S. Suij (Terneuzen), E. Verhage (Vlissingen), A. Evertz

Nadere informatie

Wmo-toezicht Jaarverslag

Wmo-toezicht Jaarverslag Wmo-toezicht 2015 Jaarverslag De basis is gelegd! Sinds 1 januari 2015 is GGD Gelderland- Zuid verantwoordelijk voor het toezicht op maatschappelijke voorzieningen in de regio Gelderland Zuid. Deze taak

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013 Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013 Voorgesteld besluit: 1. Kennis nemen van bijgaande concept Beleidsbegroting 2010-2013 van de GGD Drenthe van 27 maart 2009. 2. De Raad adviseren om de

Nadere informatie

Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht

Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht Raadsvergadering d.d. 26 november 2013 Nr. : 9 Aan de raad van de gemeente Lopik. Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland tot gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Advies Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Peggy van Gemert RA/AA Rob Jilisen

Nadere informatie

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 4 juli 2018 / 38/2018. Onderwerp Regionaal rekenkameronderzoek Grip krijgen op Veilig Thuis

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 4 juli 2018 / 38/2018. Onderwerp Regionaal rekenkameronderzoek Grip krijgen op Veilig Thuis Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 4 juli 2018 / 38/2018 Onderwerp Regionaal rekenkameronderzoek Grip krijgen op Veilig Thuis Programma Bestuur & Middelen, Zorg en Welzijn Portefeuillehouder

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorste l Raadsvoorstel Beleidskader maatschappelijk zorg 2017-2025 doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 164032 datum voorstel: 31 oktober 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Nummer 2017/24. Samenvatting

RAADSVOORSTEL. Nummer 2017/24. Samenvatting RAADSVOORSTEL Nummer 2017/24 datum raadsvergadering : 15 juni 2017 onderwerp : GR OGZ Amstelland (GGD) Jaarrekening 2016 en Begroting 2018 portefeuillehouder : C.C.M. Korrel-Wolvers datum raadsvoorstel

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 9 juli 2018 Zaaknummer: 500858 Portefeuillehouder : J.H. Lammers Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij

Nadere informatie

: '15 : : Mw H.M. Lejeune- Koster

: '15 : : Mw H.M. Lejeune- Koster gemeentc Montfoort Bosiuii Raad Nr... H DFC 2015 RAADSVOORSTEL ter besluitvormirig in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum: :

Nadere informatie

Risem en evt. afdeling

Risem en evt. afdeling From: Ineke Alferink Sent: maandag 4 januari 2016 13:56:51 To: Postregistrator Cc: Subject: FW: Toezending vastgestelde verslagen resp. AB-vergadering 1 oktober en 23 november 2015 Attachments: 2a - Vastgesteld

Nadere informatie

Vergadering Wmo-raad Verslag

Vergadering Wmo-raad Verslag Vergadering Wmo-raad Verslag Vergadering: 27 maart 2018 Locatie: Tijd: Stadhuis Sittard 09:00 11:30 uur 1. Welkom & Opening door de voorzitter - De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen

Nadere informatie

Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt

Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt 20 december 2016 RV/16/00724 Z16-44594 Voorstel ingebracht door Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Beheerproduct Onderwerp E.A. Grudzinska A.K.

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota 2016/197661 Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Visie op de opvang en integratie van vluchtelingen in Zaanstad Gevraagd besluit 1. De visie inzake de opvang en integratie van vluchtelingen in Zaanstad

Nadere informatie

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker Memo Aan Van Doorkiesnummer AOZW Onderwerp Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker (071) 516 73 66 (071) 516 57 54 Datum Laatste nieuws rond budgetten Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang 29-6-2016

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 april 2014

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 april 2014 Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 april 2014 Aanwezig: Dhr. S.H. Koenen Dhr. H. Vrieze Mw. N. Swart-Kolenberg Mw. I. Koen-Paap Mw. E. Singer Mw. F. Fikry Mw. H. Sijm-Wissink

Nadere informatie

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden Onderhandelingen 1. De Algemene Ledenvergadering van de VNG heeft op 29 november een resolutie aangenomen waarin er stevig voor wordt

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Besluitnummer: 37 7.1 Onderwerp: Startnotitie plan van aanpak beschermd wonen (BW) en maatschappelijk opvang (MO) Limburg- Noord Openbaarheid Alle stukken zijn openbaar.

Nadere informatie

X X X B. en W. d.d. 11 oktober 2016 Nr.4B Onderwerp: Aanpassingen Huishoudelijke Ondersteuning 2017 n.a.v. uitspraak CRvB

X X X B. en W. d.d. 11 oktober 2016 Nr.4B Onderwerp: Aanpassingen Huishoudelijke Ondersteuning 2017 n.a.v. uitspraak CRvB BURGEMEESTER EN WETHOUDERS-ADVIES Zaaknr.: 052316215 Par. coördinator: Par. afdelingshfd: Par. PH : Documentnr.: 052354045 Van afdeling: BOO Opgesteld door: J. Boonstoppel Datum: 28 september 2016 Overleg

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 juni 2018 Betreft Vormgeving abonnementstarief

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 juni 2018 Betreft Vormgeving abonnementstarief > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019 Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019 A Algemeen A.1 Opening en mededelingen A.2 Besluitenlijst (incl. presentielijst) gezamenlijke vergadering Bestuurscommissie

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 4 september 2018 Zaaknummer: 510308 Portefeuillehouder : M.J.F.J. Thijsen Openbaar Besloten Team : Team Openbare veiligheid,

Nadere informatie

Per Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus BC NIJMEGEN

Per   Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus BC NIJMEGEN > Retouradres Postbus 483 3500 AL Utrecht Per e-mail: GGDdirectie@ggdgelderlandzuid.nl Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus 1120 6501 BC NIJMEGEN Bezoekadres: Stadsplateau

Nadere informatie

Verslag. Bijlage bij punt 6. Onderwerp / Besluit

Verslag. Bijlage bij punt 6. Onderwerp / Besluit Bijlage bij punt 6 Verslag bespreking Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid datum/tijd bespreking 13 maart 2014 10.00-12.00 uur Locatie Gemeentehuis West Maas en Waal, Beneden Leeuwen Aanwezig dhr. L.C.M.

Nadere informatie

Portefeuillehouder : W.J.J. Ligtenberg Datum collegebesluit : 16 februari 2016 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : W.J.J. Ligtenberg Datum collegebesluit : 16 februari 2016 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : W.J.J. Ligtenberg Datum collegebesluit : 16 februari 2016 Corr. nr.: 2016.02807 Onderwerp : GGD: Kadernota 2017 'Gezondheid gaat verder' Programma : 2. Welzijn, zorg en onderwijs

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland

Nadere informatie

Budget Jeugdhulp Holland Rijnland 2016 en Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland

Budget Jeugdhulp Holland Rijnland 2016 en Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland Ra ad sv oorstel Raadsvoorstel Budget Jeugdhulp Holland Rijnland 2016 en Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 168795 datum

Nadere informatie

GGD Drenthe} College van burgemeester en wethouders van de Drentse gemeenten/ Leden van de Drentse gemeenteraden

GGD Drenthe} College van burgemeester en wethouders van de Drentse gemeenten/ Leden van de Drentse gemeenteraden GGD Drenthe} Bezoekadres Mien Ruysweg 1 9408 KA Assen Postadres Postbus 144 9400 AC Assen College van burgemeester en wethouders van de Drentse gemeenten/ Leden van de Drentse gemeenteraden O 0592-30 63

Nadere informatie

Verblijf. Blijvende intramurale ondersteuning Tijdelijke intramurale ondersteuning

Verblijf. Blijvende intramurale ondersteuning Tijdelijke intramurale ondersteuning Aan : Leden bestuurlijk overleg BW/MO Steller : Ina Roelfsema, namens regionaal ambtelijk overleg beschermd wonen Datum : donderdag 15 november 2018 Onderwerp : Advies en besluitvorming samenwerking beschermd

Nadere informatie

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1 Agendapunt 7 Vergadering : Werkgroep Samenhang Sociaal Domein Regio Amersfoort Datum : 4 oktober 2018 Onderwerp : stand van zaken regionale speerpunten sluitende aanpak mensen met verward Van : Arieke

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Rigtergroep

Raadsinformatiebrief Rigtergroep Embargo tot 5 september 2017, 17:45 uur Onderwerp Raadsinformatiebrief Rigtergroep Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Op 10 juli jl. is de gemeenteraad geïnformeerd

Nadere informatie

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit: Agendapunt 2 Vergadering : Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein Regio Amersfoort Datum : 22 november 2018 Onderwerp : Mededelingen en actualiteit Bijlage : 2 Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Nadere informatie

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde 9 januari 2017 Inleiding In dit document wordt gerapporteerd over de bevindingen en resultaten van het Programma Veilig Thuis de basis

Nadere informatie

B&W Vergadering. 1. de visienotitie cliëntondersteuning sociaal domein 2017 e.v. vast te stellen;

B&W Vergadering. 1. de visienotitie cliëntondersteuning sociaal domein 2017 e.v. vast te stellen; 2.2.13 Visienotitie clientondersteuning sociaal domein 1 Dossier 799 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 799 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 13 september 2016 Agendapunt 2.2.13 Omschrijving Visienotitie

Nadere informatie

E.A. Grudzinska A.K. Benschop-van Eldik Jeugd Bescherming en veiligheid jeugd

E.A. Grudzinska A.K. Benschop-van Eldik Jeugd Bescherming en veiligheid jeugd .'^23 Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt 20 december 2016 RV/16/00724 20 Z16-44594 Voorstel ingebracht door Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Beheerproduct Onderwerp E.A. Grudzinska

Nadere informatie

aan deze doelgroep zorg geleverd worden vanuit

aan deze doelgroep zorg geleverd worden vanuit Oplegvel 1. Onderwerp Zorginkoop LVB doelgroep 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Al snel na de invoering van de Wmo 2015 werd ons duidelijk

Nadere informatie

Kadernota 2018 en wijziging Gemeenschappelijk Regeling GGD Hart voor Brabant.

Kadernota 2018 en wijziging Gemeenschappelijk Regeling GGD Hart voor Brabant. Raadsvoorstel Datum 2 februari 2017 Zaaknummer 19486148 Onderwerp Kadernota 2018 en wijziging Gemeenschappelijk Regeling GGD Hart voor Brabant. Samenvatting De GGD Hart voor Brabant voert namens deelnemende

Nadere informatie

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede).

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede). Raadsvoorstel Raadsvergadering: 25 september 2014 Agendapunt: september 2014-9 Voorstelnummer: 9 Landsmeer, B&W vergadering 16 september 2014 Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015

Nadere informatie

7 november Burgemeester C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld;Gemeentesecretaris P.G. Arissen;Wethouder A.P.M.

7 november Burgemeester C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld;Gemeentesecretaris P.G. Arissen;Wethouder A.P.M. LIJST VAN BESLUITEN VASTGESTELD DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN WEST MAAS EN WAAL 7 november 2017 Status Openbaar Voorzitter Aanwezig Definitief Ja C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld Burgemeester

Nadere informatie