Behoefteonderzoek senioren gemeente Vught

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Behoefteonderzoek senioren gemeente Vught"

Transcriptie

1

2 Behoefteonderzoek senioren gemeente Vught In opdracht van de gemeente Vught 2 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M. Kardol Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder toestemming van de auteur. Het is toegestaan uit deze uitgave te citeren mits de bron op duidelijke wijze wordt vermeld, alsmede de aanduiding van de auteur. 1

3 0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave Inleiding Persoonskenmerken van de respondenten Aantal respondenten per leeftijd en geslacht Burgerlijke staat Kinderen en kleinkinderen Opleidingsachtergrond Hoofdberoep Inkomen Rondkomen met het inkomen Gezondheidssituatie en zelfredzaamheid van respondenten Fysieke gesteldheid Valincidenten Hulp nodig Hulp ontvangen Op wie een beroep doen voor huishoudelijke activiteiten Beleving van gezondheid Psychische gesteldheid Sociale gesteldheid Seniorenmishandeling Ervaren problemen Het beeld van senioren over ouderdom Huisvesting, kwaliteit van de woning en woonomgeving, leefbaarheid, het voorzieningenniveau en de beleving van veiligheid Hoe lang in Vught woonachtig? De leeftijd van de woning en voorzieningen in de woning De afgelopen 10 jaar verhuisd Woningbezit en huur Woonvorm Kwaliteit van de woning Blijven wonen, woning aanpassen of verhuizen? Kwaliteit en leefbaarheid van de woonomgeving Contacten met buurtgenoten Prettig wonen in de buurt Betrokkenheid bij de buurt

4 4.8.4 s Avonds op straat komen Het organiseren van activiteiten voor senioren Beoordeling van de leefbaarheid en kwaliteit van de directe woonomgeving Behoefte aan voorzieningen in de gemeente Sociale veiligheid Maatschappelijke participatie Verplaatsingen Persoonlijke contacten Mantelzorg Vrijwilligerswerk Type vrijwilligerswerk dat wordt verricht Belangstelling voor politiek en beleid Activiteitenpatroon en favoriete (culturele) evenementen Deelname aan het verenigingsleven Redenen om niet deel te nemen aan verenigingsactiviteiten Daginvulling Tevredenheid over diensten of dienstverleningen Samenvatting en aanbevelingen Samenvatting Aanbevelingen

5 1. Inleiding De gemeente Vught heeft door de Vrije Universiteit Brussel een behoefteonderzoek onder senioren laten uitvoeren. De resultaten daarvan zijn vervat in dit rapport. Het behoefteonderzoek brengt de situatie van senioren uit de gemeente in beeld. Onder senioren wordt verstaan mensen van 60 jaar en ouder. Vanwege de grote omvang van deze groep en de diversiteit in kenmerken van senioren, wordt de groep senioren ingedeeld in drie leeftijdscategorieën: de groep jaar: de groep jaar en de groep van 80 jaar en ouder. In dit onderzoek worden vier onderwerpen nader belicht. Allereerst wordt ingegaan op persoonskenmerken van de respondenten. Vervolgens wordt beschreven hoe het met de fysieke, psychische en sociale gezondheid, alsmede met de zelfredzaamheid van senioren is gesteld. In een aparte paragraaf wordt het thema kwetsbaarheid aan de orde gesteld. Het derde onderwerp geeft inzicht in de huisvesting, de kwaliteit van de woning en de leefbaarheid van de woonomgeving, zoals die door de respondenten worden beoordeeld. Het laatste onderwerp heeft betrekking op de maatschappelijke participatie van senioren en over de wijze waarop zij hun dag invullen. De verschillende onderwerpen zijn vervat in een gevalideerde vragenlijst van 72 gesloten vragen en sub-vragen. In Nederland zijn de afgelopen jaren 16 gemeenten betrokken of betrokken geweest bij het behoefteonderzoek, omgerekend gaat het om data van 5000 tot 6000 senioren. Deze gegevens maken het, desgewenst, mogelijk te beoordelen in hoeverre resultaten van het behoefteonderzoek in Vught overeenkomen met dan wel afwijken van qua grootte vergelijkbare gemeenten. Het behoefteonderzoek is afgenomen door een groot aantal enquêteurs van Ouderen Samen. Veel dank hiervoor. Na geïnformeerd te zijn over de inhoud van en het omgaan met de vragenlijst, hebben de enquêteurs uit het bevolkingsregister geselecteerde senioren bezocht. Uiteindelijk hebben 340 respondenten de vragenlijst zodanig ingevuld dat de gegevens konden worden verwerkt. Ook hen zijn we dank verschuldigd. In dit rapport zijn bij veel onderwerpen de procentuele scores van de drie bovengenoemde leeftijdscategorieën naast elkaar geplaatst. Slechts een kleine groep inwoners van Cromvoirt is respondent geweest. In 2013 daarentegen hebben 110 senioren van 60 jaar en ouder uit Cromvoirt aan het behoefteonderzoek deelgenomen. De onderzoeksgegevens van deze representatieve groep zullen bij een aantal items worden gelegd naast de resultaten van dit behoefteonderzoek in de gemeente Vught. Het behoefteonderzoek is geen afgerond gebeuren. De gemeente Vught, alsmede maatschappelijke instanties, krijgen door de respondenten, die jarenlange ervaringsdeskundigheid inbrengen, door middel van dit rapport veel informatie aangereikt. Dit in de hoop en verwachting dat verdere stappen worden gezet om het leven van senioren in de gemeente nog aangenamer te maken. 4

6 2. Persoonskenmerken van de respondenten 2.1. Aantal respondenten per leeftijd en geslacht De steekproef onder mannen en vrouwen in de gemeente Vught is genomen uit de bijna 7000 mensen van 60 jaar en ouder. Om een onderzoeksresultaat te verkrijgen waar minstens 95% van de Vughtse senioren van 60 jaar en ouder zich in kan herkennen zou uit elke leeftijdscategorie 1 op elke 18 senioren moeten deelnemen, oftewel 388 deelnemers. Uiteindelijk heeft 1 op elke 20 senioren deelgenomen, oftewel 340. Nadere analyse van het vereiste aantal respondenten ten opzichte van het deelgenomen aantal laat zien dat vooral mannen in de leeftijdscategorie jaar aan het onderzoek hebben meegewerkt (86%), terwijl de respons van vrouwen in deze leeftijdscategorie het laagst is (51%). In de overige categorieën is de feitelijke respons t.o.v. de vereiste respons tussen de 69% (vrouwen 80+) en 79% (mannen jaar). De uiteindelijke respons is ietwat tegenvallend als het wordt afgezet tegen de respons in andere Brabantse gemeenten met een vergelijkbaar aantal inwoners. Zo zijn in Vught meer respondenten aangeschreven dan benodigd was (als gevolg van de vakantieperiode waarin de vragenlijsten aan potentiële respondenten zijn verstrekt). Daarenboven hebben veel Vughtse senioren bij de beantwoording van de vragen aangeven invloed te willen uitoefenen op organisaties of instanties die zich met ouderenbeleid bezighouden. 340 respondenten hebben de vragenlijsten compleet genoeg ingevuld om ze te kunnen verwerken en conclusies aan te verbinden. De 340 zijn als volgt onderverdeeld: 175 senioren van 60 t/m 69 jaar: 88 mannen en 87 vrouwen; 93 senioren in de leeftijdscategorie jaar: 55 mannen en 38 vrouwen en 72 ouderen in leeftijdscategorie 80 jaar en ouder: 26 mannen en 46 vrouwen. 99% van de respondenten is in Nederland geboren. 84% van de respondenten woont op de postcodes 5261 en Van de groep jaar heeft 47% de leeftijd van 60 t/m 64 jaar en 53% is 65 t/m 69 jaar oud. De gemiddelde leeftijd van deze groep is 64.6 jaar. Van de groep jaar zit 45% in de leeftijd van 70 t/m 74 jaar en 55% in de leeftijdscategorie 75 t/m 79. De gemiddelde leeftijd is 74.8 jaar. Binnen de categorie 80 jaar en ouder is 6% ouder dan 90 jaar. De oudste respondent is 95 jaar. De gemiddelde leeftijd in deze categorie is 83.4 jaar. In grafiek 1 is de procentuele verdeling weergegeven van de respondenten over de leeftijdscategorieën. De groep jaar is lichtelijk oververtegenwoordigd (+3%) en de groep jaar is wat ondervertegenwoordigd (-3%). Het percentage respondenten van de groep 80 jaar en ouder is een goede afspiegeling van de demografische verdeling van de drie leeftijdscategorieën. 5

7 Verdeling naar leeftijd respondenten (per leeftijdscategorie % ) Grafiek jaar jaar jaar jaar 80+ Tabel 1 toont de verdeling van de respondenten naar geslacht. Bij de leeftijdscategorie jaar en 80 jaar en ouder komen de percentages sterk overeen met de demografische gegevens van de gemeente. Bij de leeftijdscategorie jaar wijken ze af door de lage respons van de vrouwen. Verdeling naar geslacht respondenten (per leeftijdscategorie %) Tabel 1 leeftijdscategorie Man Vrouw Burgerlijke staat Grafiek 2 laat enige gevolgen zien van een toename van het aantal levensjaren: waar in de groep van jaar nog 79% gehuwd is en 6% weduwe of weduwnaar is, zien we dat in de leeftijdscategorie 80 jaar en ouder nog 37% getrouwd is, terwijl 51% weduwe of weduwnaar is. Ongeveer 3% van de senioren woont samen; 6% (80 jaar en ouder) tot 8% (60 t/m 79 jaar) is gescheiden. Van de senioren van 60 tot 69 jaar en van 80 jaar en ouder is gemiddeld 4% nooit gehuwd. In Cromvoirt is iets meer dan één op de vijf 80 plussers nooit gehuwd. Bij behoefteonderzoeken in 10 andere, overwegend Brabantse, gemeenten van een vergelijkbare grootte zien we dat ongeveer 5% van de respondenten van jaar, 20% tot 25% van de groep jaar en 40% tot 50% van de deelnemende senioren van 80 jaar en ouder weduwe of weduwnaar is. Vught zit daar iets boven. Het percentage senioren van 80 6

8 jaar en ouder dat nog is gehuwd, wijkt met 37% behoorlijk af van het percentage in vergelijkbare gemeenten. In Best, Cuijk en Grave is dit percentage ongeveer 55%. Burgerlijke staat per leeftijdscategorie (%) Grafiek 2 weduwe/weduwnaar samenwonend gescheiden nooit gehuwd gehuwd Kinderen en kleinkinderen Het gemiddeld aantal kinderen van de respondenten is Ter vergelijking: op dit moment ligt het geboortecijfer in Nederland iets boven de 1.6, gelijk aan het gemiddelde van de landen van de Europese gemeenschap. In grafiek 3 is het gemiddeld aantal kinderen per leeftijdscategorie weergegeven. In veel gemeenten zien we dat het aantal kinderen van de groep 80 jaar en ouder bijna het dubbele is van de groep jaar. In Vught is de vermenigvuldigingsfactor ruim 1.3. Opvallend is ook dat respondenten van de leeftijdscategorie jaar en van 80 jaar en ouder nagenoeg hetzelfde percentage kinderen hebben. In Cromvoirt scoort de leeftijdscategorie jaar met 2.34 kinderen hoger dan de groep van 80 en ouder (2.14). 7

9 Gemiddeld aantal kinderen (per leeftijdscategorie %) Grafiek 3 gemiddeld aantal kinderen 2,86 2,13 2, Lange tijd deed de theorie opgeld, dat de oude dag van ouders geborgd zou zijn als hun gezin minimaal 2 kinderen groot was. Gedoeld werd op het kunnen bieden van ondersteuning door kinderen aan hun ouders als de ouders met gezondheidsbeperkingen te maken zouden krijgen. Het huidige lage geboortecijfer betekent dat de mogelijkheden om familiale mantelzorg te bieden de komende decennia verder gaan afnemen. Het gemiddeld aantal kleinkinderen is 3.30, maar verschilt sterk per leeftijdscategorie, namelijk 2.35 (60-69 jaar); 3.56 (70-79 jaar) en 4.99 (80+). In een gemeente als Nunspeet is het gemiddeld aantal kleinkinderen van de leeftijdscategorie 80 jaar en ouder 6.99, beduidend hoger dan in Vught. Grafiek 4 Gemiddeld aantal kleinkinderen 4,99 2,35 3,

10 2.4. Opleidingsachtergrond Gemiddeld 9% van de Vughtse senioren heeft geen of enkel basisonderwijs genoten. Met name de groep van 80 jaar en ouder is hier met 24% sterk vertegenwoordigd. Het percentage jonge senioren dat enkel lager (voortgezet) onderwijs heeft gevolgd, is beduidend lager: in de leeftijdscategorie jaar is dit 6% en in de categorie jaar 13%. Gemiddeld 20% van alle respondenten heeft het lager beroepsonderwijs als hoogste opleiding afgerond. De verschillen tussen de leeftijdscategorieën zijn niet heel groot, alhoewel de groep van 80 jaar en ouder sterker is vertegenwoordigd. De percentages bij het middelbaar (voortgezet en beroeps) onderwijs laten weinig verschillen tussen de leeftijdscategorieën zien. Verder valt op dat de percentages senioren die middelbaar (voortgezet) onderwijs hebben gevolgd voor alle respondentgroepen nagenoeg gelijk liggen. Bij veel andere gemeenten is het percentage senioren dat hoger onderwijs heeft genoten fors lager dan in Vught. Waar in, qua grootte, vergelijkbare gemeenten het percentage jarigen dat hoger onderwijs heeft afgerond zo rond de 25% ligt en de gemeente Best met 35% al opvallend hoog scoorde, springt de 48% in Vught in het oog. Nog opvallender is het zeer hoge percentage senioren van jaar dat hoger onderwijs heeft afgerond (41%). Het percentage Vughtse 80 plussers met een afgeronde hogere opleiding is ook tweemaal zo hoog dan in andere gemeenten die aan het behoefteonderzoek hebben deelgenomen. Alleen Nunspeet scoorde hier ook hoog (24%). De senioren uit Cromvoirt wijken wat betreft hun opleidingsachtergrond sterk af van hun leeftijdsgenoten in Vught. Zo heeft 42% van de jarigen en 50% van de 80 plussers enkel lager (basis) onderwijs gevolgd en gemiddeld niet meer dan 20% % hoger onderwijs genoten, tweemaal lager dan in de gemeente Vught. Opleiding respondenten (per leeftijdscategorie %) Grafiek jr jr 0 80 jr 9

11 2.5. Hoofdberoep Kijken we naar het hoofdberoep dat de respondenten hebben uitgeoefend, dan zien we dat ambtenaar (18%) het meest genoemd wordt, gevolgd door geschoolde arbeider (17%) en huisvrouw/huisman (16%). De percentages senioren die een van deze functie hebben bekleed, verschillen per leeftijdscategorie: zo is 22% van de groep jaar, 15% van de groep jaar en 7% van de 80 plussers in dienst geweest als geschoolde arbeider. Bij de functie van huisman/huisvrouw zien we dat het percentage juist oploopt met het stijgen van de leeftijd, te weten 10% (60-69 jaar), 12% (70-79 jaar) en 36% (80+). De functie van ambtenaar is door 17% van de groep jaar uitgeoefend, door 21% van de groep jaar en 15% van de 80 plussers. Slechts een gering percentage van de jongste senioren is in de landbouw actief (geweest). In verhouding met de andere gemeenten scoort Vught hier met nog geen 2% heel laag. Naast de genoemde functies scoort andere loontrekkende bij alle leeftijdscategorieën hoog, te weten 21% van de jarigen; 16% van de jarigen en 19% van de mensen van 80 jaar en ouder. Van de jarigen en 80 plussers heeft bijna 5% het beroep zelfstandige uitgeoefend, of oefent die functie nog uit; bij de groep jaar is dit 10% Inkomen Grafiek 6 laat zien dat 3% van de groep jaar, 1% van de groep jaar en 6% van de groep 80+ een inkomen heeft dat niet uitstijgt boven een totaal maandelijks netto inkomen van 999,--. In vergelijking met behoefteonderzoeken in andere gemeenten zijn dit lage percentages, vooral voor de senioren van jaar. Cromvoirt laat in het behoefteonderzoek van 2013 geheel andere cijfers zien: van 2% (60-69 jaar), 16% (70-79 jaar) en 21% (80 jaar) stijgt het inkomen niet uit boven de 999,--. Van een op de drie Vughtse 80 plussers ligt het maandelijkse inkomen onder de 1.500,--. Bij de groep jaar is dit percentage 22% en bij de groep jaar 10%. Het percentage ouderen dat een hoger netto maandinkomen heeft, is het laagst bij de 80 plussers: 29% van deze leeftijdscategorie heeft een maandinkomen van 2.500,-- of meer, tegenover 59% van de senioren van jaar en 41% van de groep jaar. Het percentage senioren waar maandelijks netto 4.000,-- of meer binnenkomt, is bij 80 plussers met 7% veel lager dan bij de senioren van jaar (26%) en jaar (14%). In verhouding tot vergelijkbare gemeenten is het percentage respondenten met netto maandinkomen van 4000 euro en meer de 60 tot en met 79 jarigen in Vught hoger. 10

12 Inkomen respondenten (per leeftijdscategorie %) Grafiek en meer Alhoewel sprake is van een beperkt aantal senioren dat in de laagste inkomenscategorie zit (n=10) betekent een extrapolatie van de cijfers dat tientallen senioren van Vught bestempeld kunnen worden als mensen die financiële armoede hebben. Internationaal wordt als norm voor financiële armoede, ook wel monetaire armoede genoemd, een inkomen van minder dan 60% van het gemiddeld loon van het land genomen. Het CBS associeert een lage inkomensgrens van iets onder de 1.000,-- als norm voor armoede. Ongeveer 10% van de Nederlandse senioren (vanaf 65 jaar) treft dit. Opgemerkt moet worden dat ongeveer 15% van de respondenten de vraag naar het inkomen niet (juist) heeft ingevuld. Van alle vragen in de vragenlijst kent de vraag naar het inkomen en naar het kunnen rondkomen met het inkomen de meeste missings. Onzekerheid over wat met de informatie wordt gedaan en de gedachte dat de enquêteur of anderen inzicht krijgen in de financiële situatie zijn doorgaans verklaringen hiervoor Rondkomen met het inkomen In het behoefteonderzoek is ook de vraag gesteld naar de beleving van armoede, oftewel of mensen vinden dat ze (zeer) moeilijk of (zeer) gemakkelijk kunnen rondkomen met hun inkomen. Het hebben van financiële armoede hoeft immers niet te betekenen dat men vindt dat moeilijk kan worden rondgekomen en een inkomen boven de 999,-- in de maand hoeft eveneens niet te betekenen dat de eindjes goed aan elkaar kunnen worden geknoopt. Grafiek 7 laat zien wat de antwoorden zijn op de vraag hoe men kan rondkomen met het inkomen. 11

13 Rondkomen met het inkomen (per leeftijdscategorie %) Grafiek Gemiddeld 7% van alle respondenten heeft aangegeven moeilijk tot zeer moeilijk rond te kunnen komen met het maandinkomen. 23% van de 70 tot 79 jarigen en 22% van de 80 plussers hebben vermeld eerder moeilijk dan gemakkelijk met het inkomen rond te kunnen komen. De bevriezing van de pensioenen en de toenemende zorgkosten zorgen ervoor dat deze mensen als risicogroep kunnen worden aangemerkt, c.q. tot de groep kunnen gaan behoren die moeilijk tot zeer moeilijk kan rondkomen. Verder valt op dat bijna 8 op de 10 respondenten van 60 tot 69 jaar aangeven eerder gemakkelijk tot zeer gemakkelijk te kunnen rondkomen. Ook in Cromvoirt, waar het gemiddeld inkomen van senioren lager ligt dan in Vught stijgt het gemiddeld percentage respondenten dat eerder gemakkelijk tot zeer gemakkelijk kan rondkomen boven de 75% uit. Deze percentages zijn 5 tot 10% hoger dan in andere, vergelijkbare gemeenten, de groep jaar uitgezonderd. Alleen in Best valt op dat 81% van de groep 80 jaar en ouder zegt eerder gemakkelijk tot zeer gemakkelijk te kunnen rondkomen. De ervaring of beleving moeilijk rond te kunnen komen heeft effect op maatschappelijke participatie, meer nog dan het feitelijk inkomen, en kan ook de leefwijze nadelig beïnvloeden. Het kan betekenen dat minder wordt deelgenomen aan maatschappelijke activiteiten als daar kosten voor betaald moeten worden. De ervaren of beleefde armoede is in Nederland ingeschat op 20% van de senioren van 65 jaar en ouder, een percentage dat uitstijgt boven het gemiddeld percentage van 6% van de gemeente Vught. In acht moet worden genomen dat 23% van de senioren heeft aangegeven eerder moeilijk dan gemakkelijk rond te kunnen komen. Het is niet denkbeeldig dat ingrepen in de hoogte van de pensioenen en een verhoging van de eigen bijdrage voor zorgvoorzieningen tot gevolg hebben dat het percentage senioren dat moeilijk rond kan komen, hierdoor zal oplopen. 12

14 3. Gezondheidssituatie en zelfredzaamheid van respondenten 3.1. Fysieke gesteldheid Afnemende spierkracht en een verminderde elasticiteit van het lichaam en mobiliteit hebben beperkingen tot gevolg. Deze manifesteren zich vooral bij de groep van 80 jaar en ouder. Wanneer beperkingen langer dan 3 maanden voortduren, spreken we van chronische beperkingen. In grafiek 8 zien we dit terug. Zo is voor een groot deel van deze leeftijdscategorie het tillen van zware voorwerpen of van boodschappen permanent moeilijk geworden. Trappen lopen wordt een probleem, het buigen en bukken gaat niet meer gemakkelijk en ook even een blokje omlopen gaat voor meer dan één op de drie senioren van 80+ niet meer zo gemakkelijk. Fysieke gezondheid en langdurige beperkingen (per leeftijdscategorie %) Grafiek Trappen lopen is voor meer dan 1 op de 3 senioren van jaar en voor ruim 6 op de 10 senioren van 80 jaar en ouder een obstakel geworden. Het verrichten van huishoudelijk werk, voor veel oudere senioren een taak die hun arbeidzaam leven gekenmerkt heeft, is voor 35% van de 80 plussers niet meer naar hun eigen maatstaven in te vullen. Bijna één op de vier 80 plussers heeft moeite met de algemene dagelijkse levensverrichtingen (adl), tegenover 5% van de ouderen van jaar en 11% van de groep jaar. Voor 31% van de respondenten uit de leeftijdscategorie jaar, 50% uit de leeftijdscategorie jaar en 68% van de groep 80+ is de spierkracht dusdanig verminderd dat het tillen van zware voorwerpen of spullen problematisch geworden. Een blokje omlopen wordt moeilijker 13

15 naarmate de leeftijd vordert: namelijk voor 9% (60-69 jaar); 16% (70-79 jaar) en 37% (80 jaar en ouder) Valincidenten Uit grafiek 9 kan worden opgemerkt dat het afgelopen jaar bij respondenten van alle drie de leeftijdscategorieën valincidenten zijn voorgekomen. Valincidenten vinden overwegend in of rondom het huis plaats. 18% van de respondenten van jaar en 30% van de groep jaar en 34% van de groep 80+ is het afgelopen jaar één of meerdere keren gevallen. Valincidenten (per leeftijdscategorie %) Grafiek x gevallen 2 x gevallen 3 x gevallen 4 x gevallen 5 en meer gevallen Het hoge aantal senioren in de leeftijdscategorie jaar dat één of meer valincidenten heeft meegemaakt, verdient aandacht. Niet zelden is het een vingerwijzing naar de kwaliteit van de woonsituatie in relatie tot afnemende spierkracht Hulp nodig Chronische beperkingen kunnen tot hulpbehoevendheid leiden. In grafiek 8 zagen we welke langdurige beperkingen optreden. Aan de respondenten is de vraag gesteld of zij hulp nodig hebben bij de dagelijkse persoonlijke verzorging, bij het huishouden en bij het zich verplaatsen c.q. bij de mobiliteit. Veruit de meerderheid van de respondenten heeft geen hulp nodig: slechts 3% van de jarigen; 6% van de jarigen en 18% van de groep 80 jaar en ouder heeft hulp nodig bij de persoonlijke verzorging. Bij het huishouden hebben respectievelijk 10%, 22% en 54% van de respondenten ondersteuning nodig. Naarmate de leeftijd vordert, stijgt ook het percentage senioren dat hulp behoeft bij verplaatsingen, te weten 4%, 10% en 21%. 14

16 Hulp nodig per leeftijdscategorie (%) Grafiek persoonlijke verzorging huishouden verplaatsingen 3.4. Hulp ontvangen Zoals hiervoor gesteld, heeft het merendeel van de senioren geen hulp nodig. Als wel hulp nodig is, wordt die gegeven door informele hulpverleners, zoals familieleden, kennissen of buurtgenoten, en/of door professionele hulpverleners. 14 mensen die hulp nodig hebben bij de verzorging, het huishouden en/of de mobiliteit geven aan van niemand hulp te ontvangen. Het merendeel van de respondenten die hulp ontvangen, ontvangen die hulp van meerdere informele hulpverleners en van meerdere formele hulpverleners. Tabel 2 laat zien van welke informele hulpverleners hulp wordt ontvangen. Van de groep jaar hebben 10 respondenten aangegeven hulp te ontvangen van de partner en eenzelfde aantal geeft aan hulp te ontvangen van de kinderen. 12 respondenten van jaar ontvangen hulp van de partner, 11 respondenten van de kinderen en 11 van vrienden en kennissen; 17 respondenten van 80 jaar en ouder lieten weten hulp te krijgen van de partner. 31 respondenten uit deze groep gaven expliciet aan de benodigde hulp niet van hun partner te krijgen. Velen van hen zijn weduwe of weduwnaar. Geconcludeerd kan worden dat hulpbehoevende respondenten van nogal wat naasten hulp ontvangen. Bij de groep 80 jaar en ouder springen de kinderen het meest bij om hulp te geven, gevolgd door de kleinkinderen en niet in de laatste plaats buurtgenoten. 15

17 Tabel 2 Hulpverlener informeel (in aantallen) Leeftijdscategorie Contactpersoon Partner Kind(eren)/aangetrouwd(e) kind(eren Kleinkind(eren) Familie Vrienden/kennissen Buren/mensen uit de buurt Een aantal respondenten doet niet alleen een beroep op informele hulpverleners. Tabel 3 geeft een overzicht van de professionele hulpverleners of instanties op wie een beroep wordt gedaan. Tabel 3 Hulpverlener professioneel (in aantallen) Leeftijdscategorie Hulpverlener Huisarts Thuiszorgorganisatie Huishoudelijke hulp Vervoersdienst respondenten van jaar en 31 respondenten vanaf 80 jaar die hulp ontvangen, krijgen professionele huishoudelijke ondersteuning. De huisarts is voor alle leeftijdscategorieën ook een vertrouwd aanspreekpunt. De thuiszorgorganisatie komt vooral over de vloer bij de senior van 80 jaar en ouder. Van de georganiseerde vervoersdienst in Vught, wordt door menig 80 plusser gebruik gemaakt Op wie een beroep doen voor huishoudelijke activiteiten In de vragenlijst wordt de vraag gesteld op wie van de familieleden of van het sociale netwerk een beroep gedaan zou worden wanneer de respondent zelf zijn huishoudelijke activiteiten niet meer kan doen. In tabel 4 zijn de percentages geplaatst bij de 5 vaakst genoemden. 16

18 Gewenste ondersteuning huishoudelijk werk per leeftijdscategorie (% ja) Tabel 4 Leeftijdscategorie Mantelzorg Partner Dochter Zoon Buren Vrienden / kennissen De partner van de respondent is voor de groep jaar de eerst aangewezene voor ondersteuning. Bij de groep 80+, waar veel partners zijn ontvallen, is dit percentage 33%. Van de kinderen is de dochter degene die volgens gemiddeld 42% van alle respondenten de benodigde ondersteuning zal bieden. Maar ook zoon (38%), schoonzoon (32%) en schoondochter (28%) zijn daarvoor in beeld. Ook de (achter-) kleinkinderen (39%) zouden door de 80 plusser om ondersteuning worden gevraagd. De buren zijn voor 57 van de groep jaar en 42% van de senioren vanaf 80 jaar ook een potentiële ondersteuner. Op vrienden en kennissen zou 65% van de groep van jaar een beroep doen, tegenover 59 % van de groep jaar en 52% van de groep 80+. Met het oog op de ontwikkelingen in de langdurige zorg, waarbij de drempel om voor professionele hulp in aanmerking te komen flink is opgehoogd, is het geruststellend te weten dat de senioren van Vught vertrouwen hebben in hun sociaal netwerk. In de vorige paragraaf zagen we, onder de kop Hulp ontvangen, in welke mate senioren uit Vught daadwerkelijk informele steun ontvangen. De vraag, die de Nederlandse samenleving bezighoudt, is of voldoende informele hulp gemobiliseerd kan worden als de drempel om voor professionele huishoudelijke ondersteuning en persoonlijke verzorging in aanmerking te komen, wordt opgehoogd. Buurtgenoten, vrienden, kennissen en andere vrijwilligers zullen in de toekomst een nog prominentere rol moeten gaan spelen Beleving van gezondheid Het ondervinden van beperkingen en het krijgen van hulp hoeven nog niet te betekenen dat iemand zichzelf als niet gezond bestempelt. Op de vraag naar de beleving van gezondheid geeft 61% van de jarigen aan een goede gezondheid te hebben; dat geldt ook voor 49% van de groep jaar en voor 42% van de oudste leeftijdscategorie, de groep waarbij zich meerdere en de meeste chronische beperkingen openbaren. 29% van de respondenten 17

19 uit de 80 plus groep vindt de gezondheid niet goed en niet slecht. Eenzelfde percentage respondenten is de mening toegedaan dat het niet goed gaat met de gezondheid. 15% van de jarigen en 29% van de jarigen deelt die mening. Grafiek 11 laat tevens zien dat naarmate de leeftijd vordert de beleving van een goede gezondheid afneemt en dat om die reden de sociale contacten beperkter worden. Beleving van gezondheid (per leeftijdscategorie %) Grafiek mijn gezondheid beperkt mij in mijn sociale contacten ik heb een goede gezondheid Uit het behoefteonderzoek van Cromvoirt van 2013 kwam naar voren dat bij 70% van de jongere ouderen (60-69 jaar) de gezondheid als goed werd beleefd. Ook in de categorie jaar scoorden veel ouderen een goede gezondheid (50%). Van de groep 80 jaar en ouder bleek daarentegen maar 14% de gezondheid als goed te kwalificeren Psychische gesteldheid 73% van de senioren geeft aan zich helemaal niet ongelukkig of depressief te voelen en 21% zegt niet meer dan gewoonlijk. 75% geeft aan problemen goed aan te kunnen en 76% heeft het zelfvertrouwen niet verloren. Het gevoel zich niks waard te voelen, wordt door 2% van de groep jaar en 4% van de respondenten van jaar en 3% van de groep 80 jaar en ouder bevestigd. Gemiddeld 8% heeft het gevoel constant onder spanning te staan. Slecht slapen en het hebben van kopzorgen wordt door 8% van de ouderen van jaar, 13% van de ouderen van jaar en 14% van de 80 plussers ervaren. Gemiddeld 6% van de respondenten voelt zich ongelukkig en depressief: 3% van de groep jaar tot 11% van de groep 80 jaar en ouder. Dit zijn, ook in verhouding tot andere gemeenten, hoge percentages van de oudste leeftijdscategorie. Bij de overige onderwerpen lopen de percentages van de leeftijdscategorieën niet ver uiteen. 18

20 Tabel 5 Psychische gesteldheid (gemiddeld %) Antwoordcategorie (%) Rubriek Niet/niet meer dan anders Meer en opvallend meer dan anders Slecht slapen/kopzorgen Ongelukkig/depressief 95 6 Geen zelfvertrouwen meer 95 5 Problemen niet aankunnen 94 5 Gevoel niks waard te zijn Sociale gesteldheid Aan de respondenten is gevraagd te reageren op uitspraken over hun sociale gesteldheid. Tabel 6 geeft de gemiddelde percentages van alle respondentgroepen weer. Een uitsplitsing van de percentages per leeftijdscategorie laat zien dat er behoorlijke verschillen zijn, waarbij in zijn algemeenheid kan worden vastgesteld dat het sociaal welbevinden afneemt naarmate de leeftijd toeneemt. Het gegeven dat meer dan 1 op de 2 respondenten van 80 jaar en ouder weduwe of weduwnaar is, is hierbij niet zonder betekenis. 7% van de groep jaar, 8% van de groep jaar en 17% van de 80 plussers voelt zich soms eenzaam, 2% van de respondenten van 60 t/m79 jaar geeft aan zich vaak eenzaam te voelen en bij de respondenten van 80 jaar en ouder loopt dit percentage op naar 6%. 6% van de groep jaar; 13% van de jarigen en 10% van de groep 80 jaar en ouder geven aan niemand in de omgeving te hebben bij wie kan worden aangeklopt om de dagelijkse probleempjes te bespreken. 7% (60-69 jaar) tot 15% (79-79 jaar) kan bij narigheid op niemand terugvallen. Eveneens verschillen tussen de leeftijdscategorieën zijn er bij de uitspraak ik ervaar een leegte om mij heen : 5% van de groep jaar; 12% van de groep jaar en 14% van de 80 plussers is het daar mee eens. Ook bij de uitspraak ik mis een goede vriend(in) is de spreiding groot. Naarmate de leeftijd toeneemt, is deze uitspraak meer van toepassing, namelijk voor 7%, 13% en 18% bij de leeftijdscategorieën 60-69, en 80 jaar en ouder. De uitspraak ik mis mensen om me heen wordt door 7% (60-69 jaar en jaar en 16% (80+) beaamd. De kennissenkring wordt te beperkt gevonden door 12% van de ouderen van jaar, 10% van de ouderen van jaar en 19% van de ouderen vanaf 80 jaar. 19

21 Sociale gesteldheid (gemiddeld %) Tabel 6 Antwoordcategorie Uitspraak Helemaal oneens/oneens Bij niemand terecht kunnen 77 8 Mee eens/ helemaal mee eens Een goede vriend/vriendin missen Een leegte ervaren 78 9 Op niemand terug kunnen vallen Gezelligheid om zich heen missen 77 8 Te weinig kennissen hebben Geen mensen kennen op wie vertrouwd kan worden Zich met weinig mensen verbonden voelen In de steek gelaten voelen 85 5 Tussen de 66% (80+) en 79% (60-69 jaar) van de respondenten ervaart gezelligheid om zich heen, gemiddeld 8% niet, met name de leeftijdscategorie 80 jaar en ouder (15%). 85% van de respondenten geeft aan zich niet in de steek gelaten te voelen: 4% van de groep van jaar, 5% van de jarigen en 7% van de 80 plussers delen die mening niet. Gemiddeld 11% van alle respondenten is van mening dat zij mensen in de omgeving mist met wie zij zich verbonden voelt. 7% (80 jaar en ouder) tot 11% (60-69 jaar) deelt die mening. 15% van alle respondenten kent weinig mensen op wie volledig kan worden vertrouwd. De percentages van de drie leeftijdscategorieën lopen bij dit item niet ver uiteen Seniorenmishandeling Seniorenmishandeling, in de Engelse literatuur Elder abuse genoemd, is een thema dat steeds meer aandacht krijgt, maar waaromheen een sfeer van taboe heerst. Toch geeft gemiddeld 2% van alle respondenten aan het afgelopen jaar slachtoffer te zijn geweest van fysieke verwondingen of aanranding, namelijk 2% van de groep jaar, 1% van de categorie jaar en 3% van de groep 80 jaar en ouder. Dezelfde percentages per leeftijdscategorie worden aangegeven voor wat betreft ongewenste aanrakingen; het zich verplicht gevoeld weten papieren te tekenen en geld af te staan en verhinderd worden de eigen post in te zien. Gemiddeld 3% van de respondenten geeft aan zich angstig en bedreigd te hebben gevoeld door een bekende persoon. Behoefteonderzoek bij andere gemeenten laat zien dat de percentages respondenten die het slachtoffer zijn van ouderenmishandeling tussen de 3% en 5% schommelen. In Cromvoirt is dit 6%. 20

22 Seniorenmishandeling(%) Tabel 7 Antwoordcategorie Uitspraak Helemaal oneens/oneens Mee eens/ helemaal mee eens Aangerand/fysiek gewond zijn 97 2 Ongewenst aangeraakt zijn 97 2 Gedwongen papieren te tekenen, geld geven 97 2 Angstig, beschaamd gevoel door beschuldiging 95 3 Moeilijkheden ervaren door houding bekende 97 2 Een bekende beperkte mijn bewegingsvrijheid Ervaren problemen Naast vragen over de fysieke, psychische en sociale gesteldheid, almede over mishandeling, is de vraag gesteld met welke problemen de senior te maken heeft of kortgeleden te maken heeft gehad. Tabel 8 geeft het overzicht. Ervaren problemen (per leeftijdscategorie %) Tabel jr jr 80 jr Soort probleem Frequentie soms vaak soms vaak Soms Vaak 1. Gezondheidsproblemen Hulpbehoevendheid Vereenzaming Problemen met invullen formulieren Angst voor diefstal/inbraak Angst lastig te worden gevallen Gebrek aan informatie en voorlichting Verkeersonveiligheid Van alle problemen die worden ervaren, springen gezondheidsproblemen eruit. Ongeveer één op de drie senioren heeft er soms mee te maken. 14% (60-69 jaar) tot 23% (70-79 jaar) heeft vaak gezondheidsproblemen. Ook verkeersonveiligheid en sociale onveiligheid, die zich openbaren door angst voor diefstal en inbraak, worden ervaren. Het invullen van 21

23 formulieren is een bezigheid die vaak samenhangt met bijvoorbeeld het aanvragen van hulpmiddelen, van vervoersondersteuning, huishoudelijke ondersteuning of thuiszorg of met belastingen. Door de complexiteit van formulieren die moeten worden ingevuld, door fysieke beperkingen of door laaggeletterdheid, is deze bezigheid voor alle leeftijdscategorieën, maar met name voor senioren vanaf 70 jaar soms of vaak een probleem. Uit behoefteonderzoeken van de Vrije Universiteit Brussel bij andere gemeenten blijkt een positief verband te bestaan tussen ervaren problemen op het gebied van de gezondheid en het gevoel van kwetsbaarheid en onveiligheid Het beeld van senioren over ouderdom Het beeld dat respondenten hebben van de positie van ouderen in de samenleving, is niet zelden negatief. Zelfbeeld respondenten (bevestiging uitspraak per leeftijdscategorie %) Grafiek aan kortste eind trekken een aparte groep vormen hun belangen zijn ondergeschikt maatschappij denkt dat ik niets meer te bieden heb moeten meer goed getroffen over ouderen te vergeleken met vertellen leeftijdgenoten hebben De mening van bijna één op de drie respondenten van 70 jaar en ouder is dat de huidige samenleving denkt dat senioren niets meer te bieden hebben. 31% (60-69 jaar) tot 43% (70-79 jaar) vindt dat hun belangen ondergeschikt zijn aan die van jongere mensen. Als het erop aan komt, trekken senioren aan het kortste eind volgens 44% (60-69 jaar) tot 56% (70-79 jaar) van de senioren. Ouderen zouden meer over ouderen te vertellen moeten hebben, vindt ongeveer 57% van alle ouderen. Interessant is de score bij de vraag naar het beeld dat senioren van zichzelf hebben: 68% tot 74% stelt het goed te hebben getroffen vergeleken met leeftijdgenoten. Op de vraag of de respondent er moeite mee heeft tot de categorie ouderen te behoren, antwoordt 17% van de groep jaar, 24% van de groep jaar en 25% van de groep 80+ bevestigend. 19% van de respondenten van jaar, 12% van de 22

24 respondenten van jaar en 21% van de groep 80 jaar en ouder geven aan dat de ouderen van nu het moeilijker hebben dan de ouderen van vroeger. Opvallend is dat de leeftijdscategorie jaar meer dan de andere categorieën van mening is dat ouderen op het tweede plan komen Gezondheid en kwetsbaarheid In de vorige paragrafen is stilgestaan bij de beoordeling van respondenten van hun fysieke, psychische en sociale gesteldheid. In deze paragraaf wordt de vraag beantwoord in welke mate sprake is van kwetsbare senioren in de gemeente Vught. Voor het meten van kwetsbaarheid is hier uitgegaan van de CFAI (Comprehensive Frailty Assessment Instrument) dat door De Witte (2013) is ontwikkeld. Naast fysieke, psychische, emotionele en sociale aspecten worden in dit instrument ook omgevingsfactoren meegenomen. In de onderstaande tabellen zijn de items van kwetsbaarheid genoemd met daarbij het percentage respondenten op wie ze van toepassing zijn. Fysieke gesteldheid: meer dan 3 maanden niet meer in staat te doen Tabel 9 Activiteit Gemiddeld % Boodschappen dragen 20 Trappen lopen 34 Buigen en bukken 27 Blokje om lopen 17 Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt ook het aantal chronische fysieke beperkingen toe (zie ook grafiek 8). Psychische gesteldheid: (opvallend) meer dan gewoonlijk Tabel 10 Uitspraak Gemiddeld % Ongelukkig, depressief voelen 6 Gevoel zelfvertrouwen te verliezen 5 Gevoel problemen niet aan te kunnen 5 Gevoel constant onder spanning te staan 8 Gevoel niks meer waard te zijn 3 Psychische klachten komen bij zowel jonge ouderen als oudere ouderen voor. In de leeftijdscategorie van jaar heeft 1 op de 8 senioren last van kopzorgen en slecht 23

25 slapen. Een substantiële groep senioren van deze leeftijdscategorie is ook somber gestemd over de rol die aan ouderen in de samenleving is toebedeeld. Emotionele gesteldheid: (helemaal) mee eens Tabel 11 Uitspraak Gemiddeld % Een leegte ervaren 9 Mensen om zich heen missen 9 In de steek gelaten voelen 5 Ongeveer 1 op de 6 à 7 senioren van 80 jaar en ouder geeft aan dat hij of zij meer mensen om zich heen zou willen en dat een leegte wordt ervaren door het gemis van intieme banden. We spreken in dit geval van emotionele eenzaamheid en zien dit het meest optreden bij de oudste senioren. Sociale gesteldheid : (helemaal) mee oneens Tabel 12 Uitspraak Gemiddeld perc. Op genoeg mensen terug kunnen vallen 11 Genoeg mensen kennen op wie volledig vertrouwd kan worden 15 Zich met genoeg mensen verbonden voelen 11 1 op de 6 senioren in de relatief jonge leeftijdscategorie jaar mist mensen in hun sociaal netwerk met wie ze een vertrouwensband hebben. Dit wordt in de literatuur aangeduid als sociale eenzaamheid. Het gevoel van verbondenheid met andere mensen schiet tekort. 15% van de groep jaar kan niet terugvallen op andere mensen als de situatie daar om vraagt en 11% van de jarigen voelt zich met te weinig mensen verbonden. Deze cijfers geven aan dat sociale eenzaamheid niet gezien kan worden als een verschijnsel dat toeneemt naarmate de senior ouder wordt. 24

26 Gesteldheid van de woning en woonomgeving: (helemaal) van toepassing Tabel 13 Uitspraak Gemiddeld perc. Woning is in slechte staat 4 Woning is weinig gerieflijk 4 Woning is moeilijk warm te stoken 8 Onvoldoende comfort in de woning 8 De buurt bevalt niet 3 Geringe percentages ouderen laten zich negatief uit over de gesteldheid van de woning. De leeftijdscategorie jaar is evenwel het meest ontevreden: 11% vindt de woning moeilijk warm te stoken en 9% vindt het comfort in de woning onvoldoende. Volgens 5% van deze ouderencategorie verkeert hun woning in slechte staat en 13% vindt de woonlasten te hoog. Samenvattend kan worden gesteld dat fysieke, psychische, sociale en emotionele kwetsbaarheid menig Vughtse senior treft. Veel ouderen in de hoogste leeftijdscategorieën met chronische fysieke beperkingen lopen het risico sociaal geïsoleerd te raken. 28% en meer van de ouderen vanaf 70 jaar geven immers aan dat hun fysieke gesteldheid tot gevolg heeft dat de sociale contacten teruglopen. Maar het is niet alleen de fysieke gesteldheid die invloed uitoefent op het meedoen in de lokale samenleving. Veel ouderen in de groep senioren van jaar hebben te kampen met psychische en sociale problemen die ook het optreden van fysieke problemen tot gevolg kunnen hebben. Daarnaast is een groep senioren moeilijk in staat aan de eisen te voldoen die de samenleving stelt wanneer zij bijvoorbeeld een beroep willen doen op professionele hulp. Een beperkt sociaal netwerk, het niet kennen van de wegen of bijvoorbeeld laaggeletterdheid kunnen tot gevolg hebben dat mensen verstoken blijven van noodzakelijke hulp. 25

27 4. Huisvesting, kwaliteit van de woning en woonomgeving, leefbaarheid, het voorzieningenniveau en de beleving van veiligheid 4.1. Hoe lang in Vught woonachtig? Veel respondenten zijn vertrouwd met het wonen en leven in Vught. De gemiddelde respondent woont bijna 42 jaar in Vught. De respondenten van jaar wonen 37.5 jaar in hun gemeente; de respondenten van jaar wonen er 42.7 jaar en de 80-plusser woont er ruim 52 jaar. Kortom, de respondenten zijn al een groot deel van hun leven in Vught woonachtig. Hun beoordeling van de woonomgeving, de leefbaarheid, de veiligheid en het voorzieningenniveau in Vught is derhalve gestoeld op vele jaren ervaring De leeftijd van de woning en voorzieningen in de woning De woningen van de respondenten zijn gemiddeld 46.7 jaar oud. Ook hier zijn er verschillen tussen de leeftijdscategorieën: de woning van de senior van jaar is ruim 47 jaar oud; de woning van de jarige ongeveer 43.5 jaar oud en de woning van de 80-plusser is ruim 49 jaar oud. In paragraaf 3.1. over de fysieke gesteldheid staat vermeld dat trappen lopen voor met name de oudste senioren moeilijk is. Toch geeft de gemiddelde leeftijd van de woningen aan dat veel senioren dagelijks in hun huis trappen moeten nemen. Ondanks het bouwjaar zijn de woningen allemaal voorzien van een bad of een douche en van een toilet. 99% van de woningen heeft centrale verwarming. 3 respondenten geven aan niet over centrale verwarming te beschikken. Ofschoon de aanwezigheid van een rookdetector belangrijk wordt gevonden, is die in 25% van de woningen niet aanwezig De afgelopen 10 jaar verhuisd 24% van de groep jaar; 33% van de groep jaar en 32% van de groep 80+ zijn de afgelopen tien jaar verhuisd. De volgende verhuismotieven werden voornamelijk genoemd: jaar: de aantrekkelijkheid van de nieuwe omgeving (46%); gezondheidsproblemen (24%); financiële problemen (16%); de aanwezigheid van voorzieningen in de nieuwe buurt (13%) en onveiligheid (13%) jaar: de aantrekkelijkheid van de nieuwe omgeving (46%); de voorzieningen in de nieuwe buurt (35%); problemen met de gezondheid (35%); niet afhankelijk willen zijn van de kinderen (23%). 80+: gezondheidsproblemen (46%); de aantrekkelijkheid van de nieuwe omgeving (41%); niet afhankelijk willen zijn van de kinderen (36%); de aanwezigheid van voorzieningen in 26

28 de nieuwe wijk (32%); huisvestingsproblemen (32%) en gevoelens van onveiligheid (17%) in de vorige buurt. Motieven om te zijn verhuisd (meest genoemde motieven. Per leeftijdscat. %) Grafiek 13 voorzieningen in de nieuwe buurt nieuwe omgeving is aantrekkelijker niet afhankelijk van kinderen willen zijn huisvestingsproblemen gezondheidsproblemen Aan het gaan verhuizen liggen push- en pullmotieven ten grondslag. Blijkbaar is de nieuwe omgeving aantrekkelijk, zijn belangrijke winkels of voorzieningen dichterbij of is de vorige woning te duur geworden. Gezondheidsproblemen, het niet afhankelijk willen zijn van de dichtbij wonende kinderen en gevoelens van onveiligheid duwen iemand zijn woning uit en zijn motieven om te verhuizen. Eerdere behoefteonderzoeken laten zien dat verhuizen gepaard kan gaan met verlies van sociale contacten, omdat de vertrouwde omgeving, buurt en buurtgenoten worden verlaten en het maken van nieuwe contacten niet altijd gemakkelijk is. Pas verhuisden staan open om vrijwilligerswerk te gaan doen als ze daarvoor worden benaderd. Terwijl in het nieuwe denken over zorg juist de nadruk wordt gelegd op een grotere rol voor mantelzorgers, geeft ongeveer 1 op de 5 respondenten van 70 jaar en ouder aan verhuisd te zijn om de kinderen te ontlasten Woningbezit en huur Gemiddeld 67% van de ondervraagde senioren is eigenaar van het huis waarin gewoond wordt; 27% is huurder van een woning, van wie 21% een sociale woning huurt en 6% op de privémarkt. Gemiddeld 5% heeft een andere woonvorm, met name in de groep 80+ (10%), bijvoorbeeld een woning in het verzorgingshuis, of inwonen bij kinderen. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het bezit van een eigen woning af en het betrekken van een huurwoning toe. Zo zien we dat 74% van de groep jaar een eigen woning heeft, 65% van de groep jaar en 55% van de groep 80+. Uit het behoefteonderzoek in Cromvoirt (2013) kwam naar voren dat van de leeftijdscategorie jaar 93% eigenaar was van de woning tegenover 55% van de categorie jaar en 31% van de categorie 80 jaar en ouder. 27

29 Het relatief hoge woningbezit van alle senioren, alsmede de op handen zijnde sterke reductie van verzorgingshuisappartementen, vragen erom dat de eerdergenoemde push motieven zoveel mogelijk worden weggenomen. De hogere drempel tot verzorgd en beschermd wonen heeft tot doel de steun vanuit het eigen sociaal netwerk te bevorderen, maar vragen ook om een comfortabele woning en woonomgeving. Gezondheidsproblemen, huisvestingsproblemen en gevoelens van eenzaamheid zullen meer en meer moeten worden aangepakt op de plaats waar de senior het liefst woont, in de eigen woning en de vertrouwde buurt. Ook vragen verhuismotieven als onveiligheidsgevoelens en de huisvestingslasten nadere aandacht. Woningbezit (per leeftijdscategorie %) Grafiek eigenaar huurder overige Het bieden van kansen op de woningmarkt voor jongere generaties, de hoge kosten die met noodzakelijke aanpassingen aan oudere woningen gepaard kunnen gaan, alsmede de wens van menig senior om naar een aantrekkelijke nieuwe woning en woonomgeving te verhuizen, vaak dicht bij voorzieningen, vragen echter ook om de beschikbaarheid van andere woonvormen Woonvorm Grafiek 13 toont dat de eengezinswoning de woonvorm is waar het overgrote deel van de senioren zelfstandig in is gehuisvest. Voor veruit het merendeel van senioren van jaar en jaar is het dé woonvorm (83% resp. 68%). Maar ook 46% van de 80 plussers woont zelfstandig in een eengezinswoning. 28

30 Woonvorm (per leeftijdscategorie %) Grafiek 15 aangepaste seniorenwoning groepswonen appartement zelfstandig eengezinswoning zelfstandig Van de groep 80 jaar en ouder bewoont 37% zelfstandig een appartement en 10% een aangepaste seniorenwoning. Een kangoeroewoning of het in- of aanwonen bij kinderen is voor slechts een paar procent van alle ouderen een favoriete optie Kwaliteit van de woning Aan de respondenten is gevraagd een oordeel te geven over kenmerken of kwaliteiten van hun woning of woonomgeving. De 5 kenmerken of kwaliteiten die voor de grootste groep senioren het meest van toepassing zijn, zijn in beeld gebracht. Een kenmerk van veel woningen is dat trappen moet worden genomen in de woning. 75% van de leeftijdscategorie van jaar heeft trappen in de woning, tegenover 62% van de senioren van jaar en 53% van de 80 plussers. Eerder zagen we (figuur 9 ) dat 62% van de senioren van 80 jaar en ouder niet meer (goed) in staat is trappen te lopen. Een en ander betekent dat veel van de 80 plussers in niet comfortabele, risicovolle woningen zijn gehuisvest. Kwaliteit van de woning (hoogst scorende kenmerken per leeftijdscategorie %) Grafiek 16 te hoge woonlasten trappen in de woning te gehorig afstand tot voorzieingen te groot afstand tot kinderen te groot

31 De woonafstand tot de kinderen wordt door 12% van de jarigen, 12% van de groep jaar en 18% van de 80 plussers te groot gevonden. Dit kan een complicerende factor zijn in het eerdergenoemde streven om de rol van de mantelzorger te versterken. Gemiddeld 16% van de respondenten vindt de woning inbraakgevoelig, waarvan 18% door de ouderen van jaar. 15% van de groep 80 jaar en ouder vindt de afstand tot voorzieningen te groot. Dit kan, zoals is aangegeven, een motief zijn om te gaan verhuizen. Voor 13% van de senioren uit de leeftijdscategorie jaar zijn de woonlasten te hoog Blijven wonen, woning aanpassen of verhuizen? Ondanks de beperkingen aan de woning of de ligging van de woning die worden genoemd, spreekt 73% van de groep jaar; 75% van de jarigen en 73% van de respondenten van 80 jaar en ouder de voorkeur uit de woning te laten zoals ze is. Ruim één op de vier respondenten wil de woning wel aan de behoefte aanpassen. Respondenten van de leeftijdscategorie jaar staan daar het meest positief tegenover (30%) en de groep jaar het minst (23%). De animo van de respondenten om te gaan verhuizen is over het algemeen niet bijster groot. 1 op de 6 respondenten van de groep 80 jaar en ouder staat open voor verhuizing naar een aangepaste seniorenwoning. Het gaan inwonen bij de kinderen is voor het merendeel van de senioren geen populair alternatief. Voorkeur voor: in eigen woning blijven wonen, woning aanpassen of verhuizen (per leeftijdscategorie %). Grafiek 17 gaan inwonen bij kinderen verhuizen naar aangepaste seniorenwoning verhuizen naar serviceflat de woning aanpassen woning laten zoals ze is

32 4.8. Kwaliteit en leefbaarheid van de woonomgeving In de vragenlijst zijn diverse vragen opgenomen die te maken hebben met de beoordeling van de kwaliteit en leefbaarheid van de woonomgeving. Zo is gevraagd hoe vaak de respondent contact heeft met mensen die in de omgeving wonen, hoe vaak de senior s avonds op straat komt, of het prettig wonen is in de buurt, of men zich betrokken voelt bij hetgeen in de wijk gebeurt, of bepaalde voorzieningen of faciliteiten worden gemist en hoe wordt aangekeken tegen de veiligheid in de buurt. Op deze onderwerpen zal hieronder nader worden ingegaan Contacten met buurtgenoten In grafiek 18 is weergegeven met welke frequentie de ondervraagde respondenten contact onderhouden met buurtgenoten. Ongeveer 61% van de respondenten onderhoudt enkele keren per week of meer contact met de directe omgeving, terwijl gemiddeld 6% een keer per maand of minder met de buurtgenoten contact heeft. 2% van de groep jaar en 3% van de groep 80 jaar en ouder heeft nooit contact met buurtgenoten. In Cromvoirt heeft meer dan 80% van de groep jaar een hoog frequent contact, terwijl 8% van de groep 80 jaar en ouder hooguit eenmaal per maand contact heeft met de buurt. Contacten met buurtgenoten (per leeftijdscategorie %) Grafiek 18 laag frequent (1x per maand en minder) hoog frequent (enkele keren per week of meer) De cijfers tonen aan dat buurtcontacten een belangrijke betekenis hebben voor senioren. Gemiddeld 91% van de respondenten geeft aan de contacten met de buurt positief te waarderen, 1% is hier negatief over en 8% noch positief noch negatief. 31

33 4.8.2 Prettig wonen in de buurt De senioren van de gemeente Vught hebben het naar hun zin in hun kern of dorp. Zij wonen er naar tevredenheid. 92% van de groep jaar, 94% van de groep en 93% van de groep 80+ vinden het wonen in de huidige buurt prettig tot erg prettig. 42% van alle respondenten geven aan erg prettig te wonen in hun buurt. Slechts 1% van alle respondenten vindt het niet prettig wonen in hun buurt. Eveneens 1% geeft aan het wonen in de buurt eerder onprettig dan prettig te vinden. Ongeveer 6% van alle respondenten vindt het wonen in hun buurt noch onprettig noch prettig Betrokkenheid bij de buurt In de vragenlijst van het behoefteonderzoek is de vraag opgenomen hoe betrokken de senior zich voelt bij hetgeen in haar of zijn buurt gebeurt. In grafiek 19 zijn de percentages weergegeven van de antwoordcategorieën niet (zo) betrokken en (zeer) betrokken. Het percentage senioren dat zich helemaal niet of niet zo betrokken voelt bij de buurt, loopt uiteen van 13% (groep jaar) tot 17% (groep jaar). 51% van de senioren van jaar is betrokken tot zeer betrokken, 53% van de jarigen en 55% van de senioren van 80 jaar en ouder. Betrokkenheid bij de buurt (per leeftijdscategorie %) Grafiek niet (zo) betrokken (zeer) betrokken Gemiddeld 32% geeft gaat wel aan voor wat betreft hun betrokkenheid. De percentages van de drie leeftijdscategorieën stemmen op dit punt volledig overeen. De frequente contacten met buurtbewoners, de prettige woonomgeving en het gevoel van betrokkenheid bij de buurt maken dat het merendeel van de respondenten zich thuis voelt in de buurt en versterken het gevoel niet graag te willen verhuizen. 32

34 4.8.4 s Avonds op straat komen De donkere avonduren nodigen senioren vaak niet uit om op straat te komen. Slecht zien, soms in combinatie met een slechte staat van de voetpaden en met verkeersdrukte, en soms ook samenscholingen van jongeren, kunnen redenen zijn waarom senioren s avonds niet of nauwelijks op straat komen. In grafiek 20 zijn de percentages gepresenteerd ter zake het hoog of laag frequent op straat komen van de senioren van de verschillende leeftijdscategorieën. Hoog frequent is minimaal een keer per week en laag frequent is maximaal één keer per maand. s Avonds op straat komen (per leeftijdscategorie %) Grafiek 20 laag frequent hoog frequent Naarmate de leeftijd toeneemt, komen met name de oudste senioren s avonds minder op straat. 1 op de 4 senioren van jaar en bijna twee derde van de 80 plussers komt s avonds niet of bijna nooit op straat. Dit percentage is aan de hoge kant vergeleken met andere gemeenten. In een paar gemeenten van het land van Cuijk zijn de percentages beduidend lager: in Mill en St. Hubert 38%; in Cuijk 43% en in Sint Anthonis 48%. In de badplaats Katwijk komt 50% van de senioren van 80 jaar en ouder s avonds de deur nauwelijks meer uit en in Nunspeet (59%) en Boxmeer (60%) is dit niet veel anders. In Cromvoirt (rapport 2013) gaat het zelfs om 69% van de oudste senioren. Daarentegen komen in Cromvoirt 86% van de jarigen en 61% van de jarigen hoog frequent buiten. Ook met deze percentages springt deze gemeenschap er uit Het organiseren van activiteiten voor senioren Aan de respondenten is de vraag gesteld of zij van mening zijn dat in hun gemeente voldoende wordt georganiseerd voor mensen van 60 jaar en ouder. 53% van de groep jaar, 47% van de groep jaar en 69% van de groep 80+ zijn van mening dat voldoende tot ruim voldoende wordt georganiseerd voor senioren. 9% (60-69 jaar), 8% (70-79 jaar) en 4% (80+) van de respondenten vindt dat juist onvoldoende activiteiten worden georganiseerd. 33

35 4.8.6 Beoordeling van de leefbaarheid en kwaliteit van de directe woonomgeving Aan de respondenten is in de vragenlijst een aantal uitspraken voorgelegd over de leefbaarheid van hun buurt en de kwaliteit van de directe woonomgeving, met de vraag of die op hun buurt van toepassing zijn. In grafiek 21 zijn door de senioren van de drie leeftijdscategorieën de vijf meest bevestigde minpunten weergegeven. Kwaliteit van de directe woonomgeving (top 5 meest genoemde minpunten, per leeftijdscategorie %) Grafiek 21 lawaaihinder obstakels in de woonomgeving weinig kennissen en familie in de buurt te druk verkeer te weinig voorzieningen De meningen van de verschillende leeftijdscategorieën komen hier en daar sterk overeen, bijvoorbeeld voor wat betreft de aanwezigheid van voorzieningen en de samenstelling van de buurt. Er zijn ook duidelijke verschillen tussen de leeftijdscategorieën: 27% van de jarigen en 31% van de jarigen vinden dat er te druk verkeer is, tegenover 19% van de groep 80 jaar en ouder. Bijna een op de vier senioren van jaar vindt dat de woonomgeving teveel obstakels heeft Behoefte aan voorzieningen in de gemeente In de vragenlijst van het behoefteonderzoek zijn 26 voorzieningen genoemd. Daarbij is de vraag gesteld welke van die voorzieningen in het dorp worden gemist door de respondenten van de verschillende leeftijdscategorieën. Een vijftal voorzieningen werd beduidend vaker gemist dan de andere voorzieningen. In grafiek 22 zijn ze geprojecteerd. Bijna 1 op de 5 respondenten is van mening dat meer rustbanken zouden mogen worden geplaatst. Alhoewel er in Vught diverse mogelijkheden zijn voor postzaken wordt het klassieke postkantoor gemist door met name de oudere en oudste respondenten. Dit is niet verwonderlijk als rekenschap wordt gegeven van het feit dat een dergelijke voorziening, evenals een buurt- of wijkvoorziening, het ontstaan en onderhouden van sociale netwerken bevordert. 34

36 Voorzieningen die door de meeste respondenten worden gemist (per leeftijdscategorie %) Grafiek 22 postkantoor mobiele winkel rustbanken buurt- of wijkcentrum openbaar toilet De mobiele winkel mag van 21% van de respondenten van jaar meer het straatbeeld gaan bepalen en gemiddeld 12% van alle respondenten mist de nabijheid van een buurt- of wijkcentrum. Een schreeuwende behoefte is er aan meer openbare toiletten. Ook in andere gemeenten die aan het behoefteonderzoek hebben deelgenomen kwam de wens van veel respondenten naar voren om het aantal openbare toiletten uit te breiden of punten waar het publiek van een toilet gebruik mag maken. Waar in veel andere Nederlandse gemeenten goed openbaar vervoer en goed bereikbare bushalten worden gemist, zijn de respondenten van Vught tevreden over deze voorzieningen. Voor niet meer dan 5% van de respondenten zouden deze voorzieningen beter geregeld mogen zijn. Tevredenheid is er ook over de verlichting op straat en over de groenvoorzieningen. Het aantal huisartsen is voldoende, maar 9% van de 80 plussers grijpt af en toe mis op de apotheek Sociale veiligheid Bij de beoordeling van de leefbaarheid van de buurt is het gevoel van sociale veiligheid een belangrijk aspect. Fysieke kwetsbaarheid, die met het toenemen der jaren om de hoek komt kijken, verhoogt niet zelden het gevoel van sociale onveiligheid, om de simpele reden dat de kracht wordt gemist om zich voldoende te verweren als de situatie daar om vraagt. In de vragenlijst is een aantal uitspraken gedaan over de beleving van onveiligheid, met de vraag in hoeverre de respondent het met de uitspraken eens is. Uit tabel 14 is op te maken hoe de verschillende leeftijdscategorieën hebben gereageerd op een zestal uitspraken. De percentages geven weer hoeveel respondenten het eens en helemaal eens zijn met de uitspraken. Ofschoon eerder is aangegeven dat bijna alle senioren het wonen in hun buurt prettig vinden, is 35% tot 42% van mening dat het op straat onveiliger is geworden. Gemiddeld 58% 35

37 geeft aan dat s avonds extra voorzichtigheid is geboden. Driekwart van de senioren van 80 jaar en ouder is die mening toegedaan. Gemiddeld 23% van de respondenten vindt het vandaag de dag te onveilig om op straat te komen. Gevoel van veiligheid. Bevestiging uitspraken (per leeftijdscategorie %) Uitspraken Tabel 14 Leeftijdscategorie s Avonds moet je op straat extra voorzichtig zijn De laatste 10 jaar zijn de straten onveiliger geworden Het is vandaag de dag te onveilig om op straat te komen Ik kom weinig alleen buiten vanwege angst voor overval Vertrouw op de waakzaamheid van de buren De buurt is bereid elkaar te helpen % van de respondenten van 80 jaar en ouder komt nog weinig alleen buiten vanwege de angst overvallen te worden. Aan de buurt en buren, zo blijkt ook hier, heeft de senior steun in geval van nood. Tussen de 75% en 82% van de respondenten is van mening dat de buurt bereid is elkaar te helpen en tussen de 73% en 79% geeft aan dat de buurt waakzaam is bij dreigende onveiligheid. Het zijn hoge percentages die wijzen op ervaringen van of vertrouwen op sociale steun door buurtgenoten. Deze percentages komen ook redelijk overeen met die van andere gemeenten waar het behoefteonderzoek heeft plaatsgevonden. In Cromvoirt (2013) geeft 90% van de categorie jaar aan dat de buurt bereid is elkaar te helpen en 91% van deze seniorengroep vertrouwt op de waakzaamheid van de buren. Het zijn cijfers die ongeveer 10% uitstijgen boven die van andere gemeenten. 36

38 5 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie kan op velerlei wijzen gestalte krijgen. Omdat nog slechts een gering percentage van senioren van 60 jaar en ouder op de arbeidsmarkt actief is, is arbeidsparticipatie niet in de vragenlijst opgenomen. Wel is de vraag gesteld of mantelzorg wordt verricht en of aan vrijwilligerswerk wordt deelgenomen. Ook is nagegaan hoe de senior zich verplaatst, met wie contact wordt onderhouden, aan welke activiteiten wordt meegedaan, hoe de dag ingevuld wordt, wat wordt gevonden van diensten waar de senior regelmatig gebruik van maakt of mee te maken heeft en of de mogelijkheid bestaat invloed uit te oefenen op organisaties die de senior direct of indirect aanbelangen. 5.1 Verplaatsingen Grafiek 23 toont op welke wijze de senior van Vught zich frequent verplaatst. Verplaatsingen (min. 1 à 2 x per week per leeftijdscategorie %) Grafiek 23 seniorenbus per bus met de fiets per auto te voet Voor alle leeftijdscategorieën zijn te voet, de fiets en de auto favoriete vervoermiddelen. 43% van de 80 plussers verplaatst zich minstens één keer per week met de auto. Maar ook legt het merendeel van de respondenten frequent afstanden te voet af. 11% is evenwel in het geheel niet meer in staat lopend afstanden te overbruggen. 43% van de 80 plussers neemt iedere week één of meer keren de fiets. 86% van de groep jaar en 78% van de groep jaar bedienen zich eveneens meerdere keren per week van dit vervoermiddel. De gewone bus wordt door gemiddeld 6% van de respondenten frequent genomen en de seniorenbus is met name in trek voor de respondenten van 80 jaar en ouder, niet in de laatste plaats omdat van deur tot deur wordt vervoerd. Het percentage senioren dat in Vught frequent de trein neemt is ongeveer 4 procent. 15% neemt maandelijks de trein en ongeveer 40% neemt nooit de trein. Regelmatig treinverkeer of treingebruik is bij de groep van 80 jaar en ouder beperkt. 37

39 5.2 Persoonlijke contacten In het vorige hoofdstuk is beschreven met welke frequentie senioren uit Vught contact onderhouden met de buurt. In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij persoonlijke, meer familiaire contacten. Deze contacten kunnen tot gevolg hebben dat mantelzorgactiviteiten worden verricht of ontvangen en passen om die reden meer in een hoofdstuk over maatschappelijke participatie. In tabel 15 is weergegeven met wie de respondenten hoog frequent fysiek of telefonisch contact hebben. Tabel 15 Hoogfrequente directe/digitale contacten, min. 1 à 2 x per week (per leeftijdscategorie %) Leeftijdscategorie Contactpersoon Kind(eren)/aangetrouwd(e) kind(eren) Kleinkind(eren) Broer(s)/zus(sen) Vrienden/kennissen Buren/mensen uit de buurt De senior van Vught heeft een breed persoonlijk netwerk met wie veelvuldig contact is. Het contact met kinderen springt er uit: 71% (70-79 jaar) tot 78% (60-69 jaar/80+) van de respondenten heeft, of maakt, minstens één of meermalen per week contact met de kinderen. Ruim 40% van de respondenten van jaar heeft minimaal één of meermalen per week contact met de kleinkinderen, bij de groep van jaar geldt dit voor bijna de helft evenals voor één op de drie 80-plussers. Het percentage senioren dat frequent contact onderhoudt met broers en of zussen loopt uiteen van 38% (60-69 jaar) tot 26% (70 jaar en ouder). Voor wat betreft de frequentie van contacten met vrienden en kennissen kan worden geconstateerd dat de percentages wat afnemen naarmate de leeftijd hoger is. Mobiliteitsproblemen en verlieservaringen spelen hierbij een rol. Met de buren of mensen uit de directe omgeving wordt door een hoog percentage respondenten van alle leeftijdscategorieën frequent contact onderhouden. 5.3 Mantelzorg Een belangrijk aspect van maatschappelijke participatie is het verrichten van mantelzorg, oftewel het bieden van verschillende vormen van hulp aan familieleden, vrienden en goede bekenden. In tabel 16 is te zien hoeveel respondenten van de verschillende leeftijdscategorieën zich inzetten voor de zorg voor naasten en in hoeverre ze een rol spelen bij de opvang van (klein)kinderen. 38

40 Mantelzorg en opvang kinderen (per leeftijdscategorie %, ja) Tabel 16 Leeftijdscategorie Mantelzorg Opvang van klein(e) kinderen Het helpen of verzorgen van hulpbehoevende familieleden, kennissen, buren Tabel In vergelijking met andere Nederlandse gemeenten waar het behoefteonderzoek heeft plaatsgevonden, is het percentages respondenten van jaar dat de kleinkinderen opvangt met 47% aan de hoge kant; de 52% van de groep jaar is iets boven het gemiddelde. Cromvoirt (2013) scoort met 69% ruim boven het gemiddeld. De 14% van de 80 plussers (Cromvoirt 8%) is aan de lage kant. De groep jaar onderscheidt zich ook voor wat betreft de mantelzorg. 43% is iets boven het gemiddelde; 39% van de groep jaar en de 27% van de groep 80+ liggen rond het gemiddelde. 5.4 Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk wordt gezien als een belangrijke mogelijkheid voor senioren om zich verder te ontwikkelen en zinvol bij te dragen aan de lokale samenleving. De participatiegraad van Nederlandse senioren aan het vrijwilligerswerk is, Europees beschouwd, hoog. Uit de behoefteonderzoeken in Nederland en ook uit andere documenten blijkt dat ruim één op de drie senioren aan vrijwilligerswerk deelneemt. Tabel 17 laat zien dat de senioren van 60 tot en met 69 jaar van Vught rond dat gemiddelde zitten. Het percentage van de groep jaar zit met 40% boven het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van andere gemeenten waar het behoefteonderzoek plaatsvond en de 21% van de groep 80+ zit rond het gemiddelde. Tabel 17 Vrijwilligerswerk (per leeftijdscategorie %, ja) Leeftijdscategorie Vrijwilligerswerk Nu vrijwilligerswerk doen Komende jaren misschien vrijwilligerswerk doen Komende jaren zeker vrijwilligerswerk doen Vooral in de groep van jaar is met 41% volop belangstelling voor een toekomstige rol als vrijwilliger. Een groot deel van deze groep is bij de afname van de enquête nog actief op de arbeidsmarkt. Vaak bestaat direct na de pensionering nog enige terughoudend om direct maatschappelijke taken te gaan vervullen. Ook dit percentage komt overeen met dat van 39

41 deze leeftijdscategorie in andere gemeenten. Slechts 4% van die groep weet zeker dat er vrijwilligerswerk aan zit te komen. Voor de groep jaar liggen deze percentages op 17% (misschien) en 0% (zeker). De animo van 80 plussers om in de nabije toekomst misschien of zeker vrijwilligerswerk te gaan doen, is minimaal en lager ook dan van de leeftijdgenoten in andere gemeenten die aan het behoefteonderzoek hebben deelgenomen. Alleen Nunspeet scoorde nog lager. Voor instanties die betrokken zijn bij het werven van vrijwilligers is een tijdige en goede voorlichting van belang over de mogelijkheden van, de voorwaarden tot en eventueel de faciliteiten voor vrijwilligerswerk. De reductie en opheffing van verzorgingshuiszorg, die volop gaande is en de daaraan gekoppelde nadruk op het langer thuis blijven wonen van zorgbehoevende ouderen vragen om vrijwilligers die een aanspreekpunt kunnen zijn, gezelschap willen bieden of anderszins ondersteunend kunnen zijn Type vrijwilligerswerk dat wordt verricht Aan de respondenten die vrijwilligerswerk bieden, is de vraag gesteld aan te geven wat voor type vrijwilligerswerk wordt verricht. Vught onderscheidt zich van andere gemeenten ter zake de aard van het vrijwilligerswerk dat door de meeste respondenten van de groep jaar wordt verricht, te weten bestuurlijke activiteiten. 22% van de senioren die aan vrijwilligerswerk doet, houdt zich daar mee bezig. Zorgende activiteiten, waaronder oppas, toezicht en verzorging komt op de tweede plaats (20%), samen met administratieve en maatschappelijke activiteiten (20%). 27% van de vrijwilligers van jaar en 15% van de vrijwilligers van 80 jaar en ouder houden zorg- of hulpbehoevende mensen gezelschap. De vrijwilligers van jaar geven administratieve hulp, bijvoorbeeld hulp bij het boekhouden of andere administratieve werkzaamheden. Huishoudelijke ondersteuning, zoals klusjes in huis of hulp bij het tuinieren, wordt genoemd door 11% van de vrijwilligers van de groep 80 jaar en ouder jaar. Type vrijwilligerswerk. Top 3 (per leeftijdscategorie %) Tabel 18 leeftijdscategorie vrijwilligersactiviteit Percentage Bestuurlijk bezig zijn 22 2.Zorgend bezig zijn 20 3.Administratief en maatschappelijk actief zijn Gezelschap houden 27 2.Administratief werk 17 3.Maatschappelijk werk Gezelschap houden 15 2.Huishoudelijk bezig zijn 11 3.Vormend bezig zijn 7 40

42 Ofschoon veel senioren van Vught vrijwilligerswerk verrichten, is een nog grotere groep niet actief op de vrijwilligersmarkt. Rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat de mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen en de diversiteit aan vrijwilligersactiviteiten bij senioren niet bekend zijn. Andere behoefteonderzoeken in België en Nederland laten zien dat lager opgeleide senioren, die tot de lagere inkomensgroep behoren, sterk zijn ondervertegenwoordigd in het vrijwilligerswerk. Zij zijn vaak niet bekend met vrijwilligerswerk en het type vrijwilligerswerk dat wordt gevraagd, is vaak niet afgestemd op de kwaliteiten van de senior. Senioren die in hun leven met de hand gewerkt hebben, blijken alleszins bereid om gedurende een korte periode of afgebakende tijd zich in te zetten voor bijvoorbeeld het opknappen van de buurt of omgeving waarin zij wonen, zeker als deze inzet nog gefaciliteerd wordt. Ook het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden en het regelen van vervoer zijn activiteiten die deze groep aanspreken. Het positieve psychologisch effect van deze maatschappelijk relevante inspanningen en de gezondheidswinst die het oplevert moeten niet worden onderschat. Om vrijwilligerswerk te willen gaan doen, zo blijkt uit voornoemde onderzoeken, moet de senior weten waar hij aan toe is. Afspraken over de werktijden en over de werkzaamheden moeten duidelijk zijn en het werk moet in de buurt zijn. De senior wil er niet teveel aan gebonden zijn, oftewel hij wil de handen vrij hebben als de persoonlijke situatie daar om vraagt en de inzet moet in beginsel voor een afgebakende tijd zijn. Zoals voor iedereen is het zeer ook voor de senioren van belang dat de inzet waardering geniet. 5.5 Belangstelling voor politiek en beleid Aan de senioren is de vraag gesteld of zij belangstelling hebben voor hetgeen in de gemeente Vught politiek gaande is. Een hoog percentage geeft aan in meer of mindere mate geïnteresseerd te zijn. Tussen de 36% (60-69 jaar/80+) en 41% (70-79 jaar) van de senioren is enigszins geïnteresseerd en tussen de 21% (80+) en 36% (60-69 jaar) geeft aan erg geïnteresseerd te zijn. 19% (60-69 jaar) tot 29% (80+) van de respondenten geeft aan niet geïnteresseerd te zijn. Belangstelling voor politiek (per leeftijdscategorie %) Grafiek 24 niet geïnteresseerd erg geïnteresseerd enigszins geïnteresseerd Het percentage Vughtse senioren van jaar dat aangeeft erg geïnteresseerd te zijn in politieke vraagstukken stijgt met 36% ver uit boven hun leeftijdsgenoten in andere gemeenten waar een behoefteonderzoek heeft plaatsgevonden. Eenzelfde percentage werd 41

Behoefteonderzoek senioren s-gravendeel

Behoefteonderzoek senioren s-gravendeel Behoefteonderzoek senioren s-gravendeel In opdracht van de gemeente Binnenmaas 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Behoefteonderzoek senioren s-gravendeel

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Nunspeet

Behoefteonderzoek senioren Nunspeet Behoefteonderzoek senioren Nunspeet In opdracht van de gemeente Nunspeet 15 januari 2015 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M. Kardol

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Grave

Behoefteonderzoek senioren Grave Behoefteonderzoek senioren Grave In opdracht van de gemeente Grave 8 mei 2013 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M. Kardol Alle rechten

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Cuijk

Behoefteonderzoek senioren Cuijk Behoefteonderzoek senioren Cuijk In opdracht van de gemeente Cuijk 8 maart 2013 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M. Kardol Alle rechten

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert

Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert In opdracht van de gemeente Mill en Sint Hubert 19 december 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit

Nadere informatie

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Opzet van het onderzoek Respons: 267 60-plussers mannen 60-69 jaar ondervertegenwoordigd

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/13/04653 zaaknr.: Z/C/13/02172 Raadsinformatiebrief

documentnr.: INT/C/13/04653 zaaknr.: Z/C/13/02172 Raadsinformatiebrief documentnr.: INT/C/13/04653 zaaknr.: Z/C/13/02172 *Z0045872B26* Raadsinformatiebrief Onderwerp : Behoefteonderzoek senioren Land van Cuijk Aard : Actieve informatie Portefeuillehouder : Mw. W.T.G. Vervoort

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Boxmeer

Behoefteonderzoek senioren Boxmeer I-WL/2013/1114 Behoefteonderzoek senioren Boxmeer In opdracht van de gemeente Boxmeer 10 april 2013 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M.

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4 0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave... 0 1. Inleiding... 2 2. Persoonskenmerken van de respondenten... 4 2.1. Aantal respondenten per leeftijdscategorie... 4 2.2. Aantal respondenten per wijk... 4 2.3. Burgerlijke

Nadere informatie

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b. Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent Datum huisbezoek Postcode huisbezoek..../... /... (DD/MM/JJJJ) 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.)... DD/MM/JJJJ 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.) Man Vrouw

Nadere informatie

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09 Ouderen behoefteonderzoek Brussel 2/jun/09 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Situering van het project

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Behoefteonderzoek senioren 2011 Jabbeke 2011 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische wetenschappen, Vrije Universiteit Brussel. Situering van het project

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Active Ageing Actief ouder worden KBO Wanroij 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel KBO Wanroij: actief ouder worden (1) 1. Aan het eind van deze eeuw worden mensen meer dan 125 jaar oud.

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers 1 1 SAMENVATTING RESULTATEN 2011-2012 Lokaal behoefteonderzoek Genk 2 3 Beste 6 jaar geleden organiseerden we een eerste grootschalig onderzoek bij de

Nadere informatie

Inleiding Analyse van de respons... 4

Inleiding Analyse van de respons... 4 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

Op weg naar een leeftijdsvriendelijk Bergen op Zoom

Op weg naar een leeftijdsvriendelijk Bergen op Zoom Op weg naar een leeftijdsvriendelijk Bergen op Zoom Samenvatting onderzoeksresultaten onder senioren 2018 Met dank aan de 568 senioren die aan dit behoefteonderzoek hebben deelgenomen en de vrijwilligers

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Cliënttevredenheidsonderzoek Breed Sociaal Loket gemeente Edam-Volendam Colofon Opdrachtgever Gemeente Edam-Volendam Datum April

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Zelfredzaamheid Eenzaamheid Financiële zelfredzaamheid Participatie - Leefbaarheid - Veiligheid

Zelfredzaamheid Eenzaamheid Financiële zelfredzaamheid Participatie - Leefbaarheid - Veiligheid Zelfredzaamheid Eenzaamheid Financiële zelfredzaamheid Participatie - Leefbaarheid - Veiligheid Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht De Bilt 2015 1/38 Onderzoeksbeschrijving De Monitor Sociale

Nadere informatie

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer Resultaten onderzoek naar woon- en zorgvoorzieningen voor Surinaams- Javaanse ouderen in juli 2003. Inhoudsopgave Inleiding...2 1. Huidige situatie...3

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Enquête leefbaarheid in uw buurt In deze vragenlijst stellen wij u een aantal vragen over de leefbaarheid in uw buurt. U kunt steeds een rapportcijfer geven tussen de 1 (zeer negatief) en 10 (zeer positief).

Nadere informatie

Actieve ouderen: feiten, mogelijkheden en belemmeringen

Actieve ouderen: feiten, mogelijkheden en belemmeringen Actieve ouderen: feiten, mogelijkheden en belemmeringen Symposium: Senioren in actie!? 11 oktober 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol Leerstoelhouder Active Ageing Vrije Universiteit Brussel 1. Waarom is het

Nadere informatie

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning Resultaten van de tweede schriftelijke vragenronde onder de deelnemers aan het GGZ-panel regio Delft Westland Oostland juli 2006 - L.M.

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Zwevegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema

Nadere informatie

Vitale en kwetsbare ouderen, in een leeftijd vriendelijke gemeente

Vitale en kwetsbare ouderen, in een leeftijd vriendelijke gemeente Vitale en kwetsbare ouderen, in een leeftijd vriendelijke gemeente Bijeenkomst vrijwilligers Stichting Vughterstede 12 september 2013 Prof. dr. M.J.M. Kardol 1. De ontwikkeling van de levensverwachting

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016 Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht 2016 De Monitor Sociale Kracht: 7 pijlers Participatie De Monitor Sociale Kracht gaat uit van de beredeneerde veronderstelling dat de sociale kracht van

Nadere informatie

Preventief huisbezoek 75+

Preventief huisbezoek 75+ Hollandsspoor 37 3994 VT Houten Postbus 209 3990 GA Houten tel. 030-7001500 info@vanhoutenenco.nl www.vanhoutenenco.nl Preventief huisbezoek 75+ Houten Noord-West de ERVEN en het OUDE DORP 'van Houten&co'

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ieper Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede Waar staat je gemeente Gemeente Enschede Inhoudsopgave Sheetnummer Samenvatting 3 Burgerpeiling Waar staat je gemeente & respons 4 Woon & leefomgeving Waardering & sociale samenhang 5 Veiligheid en overlast

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Diksmuide Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 25-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Verantwoording en achtergrond...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Houthulst Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht IJsselstein

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht IJsselstein Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht IJsselstein Onderzoeksbeschrijving De Monitor Sociale Kracht is in 2015 als pilot uitgevoerd in de gemeente Houten en wordt nu tevens uitgevoerd in alle

Nadere informatie

Panel Fryslân over ouder worden in Fryslân

Panel Fryslân over ouder worden in Fryslân Panel Fryslân over ouder worden in Fryslân januari 2017 PANEL FRYSLÂN Panel Fryslân is onderdeel van het Fries Sociaal Planbureau 1.342 Panel Fryslân over dit onderzoek ouder worden in Fryslân RESPONDENTEN

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot Inhoudsopgave Inleiding... 4 Leeswijzer... 5 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 6 De gemeente... 6 Het Wmoloket... 6 Het gesprek... 7 2. Het gesprek voorbereiden... 8 Woonsituatie... 9 Huishouden...

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore...

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore... 1 Inhoud Inleiding... 4 1. Analyse van de respons... 5 2. Kenmerken van de respondenten... 6 2.1 Deelgemeente... 6 2.2 Geslacht... 6 2.3 Leeftijd... 7 2.4 Huishoudtype... 7 2.5 Type woning... 8 3. Kwetsbaarheidsscore...

Nadere informatie

Welkom. Met het invullen en terugsturen van deze vragenlijst geeft u ons toestemming uw data te gebruiken.

Welkom. Met het invullen en terugsturen van deze vragenlijst geeft u ons toestemming uw data te gebruiken. Welkom Geachte deelnemer, Hartelijk dank voor uw interesse in dit onderzoek! In samenwerking met COSBO (belangenorganisatie ouderen in Utrecht) en de adviescommissie LHBT-beleid gemeente Utrecht wordt

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Onderzoek wonen: Best. Rapport

Onderzoek wonen: Best. Rapport Onderzoek wonen: Best 2015 Rapport Colofon Dit onderzoek naar verhuiswensen van 60 tot en met 75-jarigen in Best is uitgevoerd in november/december 2015 in opdracht van de gemeente Best door de GGD Brabant-Zuidoost.

Nadere informatie

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2 Deel A: Filtervragen Deze vragenlijst is bedoeld voor roze 65+ volwassenen die regelmatig zorg nodig hebben. Met behulp van de vragen uit dit deel wordt allereerst vastgesteld of de vragenlijst van toepassing

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel

5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel 5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel Er komen steeds meer ouderen in Nederland. Volgens de CBS-prognoses zal het aandeel 65-plussers stijgen van 14% in 2005 tot 22% in 2030. Meer ouderen betekent een groter

Nadere informatie

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad. Datum:

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad. Datum: Aan de leden van de gemeenteraad Postbus 5 297 AA Bleskensgraaf T 14 184 www.gemeentemolenwaard.nl Datum: 27-9-216 Portfeuillehouder: Piet Vat Onderwerp: Rapportage Signalerend Huisbezoek 215 Bijlage:

Nadere informatie

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014 Burgerpanel Gorinchem 1 e peiling: Sociale monitor Juli 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Villawal 19 3432 NX Nieuwegein Tel. (030) 23 34 342 www.ioresearch.nl Rapportnummer : abpgork14a-def Datum

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Veurne Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde Bewonersonderzoek Deventer 2009: onderdeel mantelzorg Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers

Nadere informatie

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 Almelo, juli 2012 Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 In 2006 is Scoop gestart met het bezoeken van 75-plussers in de gemeente

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Hooglede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland Indien percentages vetgedrukt zijn betekent het dat ze significant afwijken van het percentage waarmee ze vergeleken

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Moorslede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning Wmo-loket In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning sopgave 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 5 De gemeente... 5 Het Wmo loket... 5 Het gesprek... 6 2. Het gesprek voorbereiden... 7 Woonsituatie...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Kortrijk Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL. Uden, 1 februari 2012. Geachte meneer De Bekker,

Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL. Uden, 1 februari 2012. Geachte meneer De Bekker, Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL Uden, 1 februari 2012 Betreft: offerte interactief gemeentelijk ouderenbeleid Geachte meneer De Bekker, Naar aanleiding van

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten

Nadere informatie

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 BUURTBETROKKENHEID... 7 VERHUISGENEIGDHEID...

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente? Cliëntondersteuning Tips voor het keukentafelgesprek Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente? Inleiding...3 Leeswijzer...4 Wet maatschappelijke ondersteuning...5

Nadere informatie

Wie kent het Groene Hart?

Wie kent het Groene Hart? 2011 Wie kent het Groene Hart? Onderzoek naar het imago van het Groene Hart in opdracht van de provincie Utrecht Uitgevoerd door Het Opiniehuis 1-7-2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Samenvatting

Nadere informatie

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013 Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013 In de periode half mei/ begin juli 2013 heeft USP Marketing Consultancy in opdracht van Volkshuisvesting opnieuw een bewonersonderzoek gedaan naar de tevredenheid

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Menen. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Menen. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Menen Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Bredene Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Toelichting op project Waarom Doelstellingen: Daadwerkelijke

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Wervik Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld Samenvatting Eén op de acht volwassen Amsterdammers voelt zich ernstig. Dat is meer dan gemiddeld in Nederland. In vergelijking met voorgaande jaren voelen steeds meer

Nadere informatie

Ouderenmonitor 2009-2010

Ouderenmonitor 2009-2010 A. Algemene kenmerken % Geslacht Man 44 43 Vrouw 56 57 Leeftijd 65 t/m 74 jaar 56 52 75 jaar en ouder 44 48 Burgerlijke staat Gehuwd/ samenwonend 62 62 Ongehuwd/ nooit gehuwd geweest 5 5 Gescheiden/ gescheiden

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/143 Datum Augustus

Nadere informatie

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss Juni 2008 COLOFON Samenstelling Michelle Rijken Mark Gremmen Vormgeving binnenwerk Roelfien Pranger Druk HEGA

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ardooie Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten......

Nadere informatie

Monitoring Sociale Inclusie via SIT-systeem

Monitoring Sociale Inclusie via SIT-systeem Monitoring Sociale Inclusie via SIT-systeem In dit document bevinden zich twee lijsten. Op onderdeel 2 na, zijn ze identiek. De eerste lijst kan gebruikt worden om te kijken wat iemand kan en doet voor

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN. Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering

VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN. Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering Andere aanwezige(n): Nee Ja Naam: Relatie tot cliënt: Easycare Welzijn

Nadere informatie

Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013

Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013 Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013 Colofon "Klanttevredenheid WMO vervoer Opsterland 2013" Klanttevredenheidsonderzoek naar het WMO vervoer in de gemeente Opsterland. Uitgave Deze publicatie

Nadere informatie

Presentatie onderzoeksresultaten werkgroep zorg en welzijn Westerbeek

Presentatie onderzoeksresultaten werkgroep zorg en welzijn Westerbeek Presentatie onderzoeksresultaten werkgroep zorg en welzijn Westerbeek In het najaar van 2013 hebben wij 190 inwoners uit Westerbeek een vragenlijst gegeven over de thema's wonen, welzijn, zorg in hun omgeving.

Nadere informatie

Zet een kruis in het hokje van uw keuze of maak het hokje zwart

Zet een kruis in het hokje van uw keuze of maak het hokje zwart Vragenlijst DALEZ (concept Profielen + GFI 2015) Deze vragenlijst bestaat uit 24 vragen. Er wordt gevraagd naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid en ziekte,

Nadere informatie

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt

Nadere informatie

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1 Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING... 7 BUURTBETROKKENHEID...

Nadere informatie

Inventarisatielijst oorzaken eenzaamheid

Inventarisatielijst oorzaken eenzaamheid Inventarisatielijst oorzaken eenzaamheid Naam patiënt: Geboortedatum patiënt: Datum afname: Geslacht: o Man o Vrouw Naam verpleegkundige/ ouderenadviseur: 1 Woonomgeving De volgende vragen gaan over leven

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Depressie in Zeeland

Depressie in Zeeland Depressie in Zeeland Kernpunten 15.000 119.000 19 jr en ouder ernstige depressieve klachten milde depressieve klachten ernstig depressieve klachten 19-24 jarigen 10 % 2012-2016 34% 57% 19-24 jarigen milde

Nadere informatie

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

Kanteling Wmo Iedereen doet mee Kanteling Wmo Iedereen doet mee Wmo-loket In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning Een brochure voor iedereen die ondersteuning nodig heeft vanuit de Wmo. Vrijwillige ouderenadviseur uit Gelderland

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 4 2.1 Geslacht... 4 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 5 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 6 3.1 De totale

Nadere informatie