ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2017

Transcriptie

1 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. D 17. A 3. C 18. D 4. B 19. D 5. A 20. B 6. C 21. A 7. B 22. A 8. A 23. A 9. A 24. B 10. A 25. B 11. D 26. C 12. C 27. C 13. B 28. D 14. B 29. B 15. A 30. C 31. B 32. A 33. C 34. C 35. C 36. B 37. A 38. B 39. B 40. D 41. C 42. B 43. C 44. C 45. C 46. C 47. A 48. E 49. B 50. A 51. A 52. B 53. A 54. A 55. C 56. A 57. A 58. C 59. D 60. D 61. B 62. B 63. B 64. D 65. C 66. D 67. D 68. C 69. A 70. A 71. C 72. B 73. D 74. A 75. C 76. D 77. A 78. A 79. B 80. B 81. D 82. D 83. B 84. A 85. B 86. A 87. C 88. A 89. A 90. D 91. A 92. C 93. B 94. B 95. C 96. A 97. C 98. A 99. A 100. B 101. B 102. A 103. B 104. B 105. B 106. B 107. B 108. B 109. A 110. D 111. B 112. C 113. A 114. B 115. B 116. E 117. A 118. C 119. B 120. A 121. C 122. C 123. B 124. D 125. D 126. C 127. A 128. C 129. A 130. D 131. A 132. B 133. B 134. C 135. A 136. C 137. C 138. D 139. B 140. D 141. D 142. E 143. D 144. A 145. D 146. A 147. C 148. D 149. A 150. C 151. C 152. D 153. A 154. B 155. C 156. A 157. D 158. B 159. D 160. D 161. B 162. C 163. C 164. D 165. A 166. D 167. B 168. C 169. C 170. D 171. B 172. A 173. D 174. C 175. C 176. A 177. D 178. B 179. A 180. B 181. C 182. C 183. D 184. A 185. C 186. B 187. B 188. B 189. B 190. C 191. A 192. B 193. B 194. D 195. D 196. A 197. C 198. B 199. B 200. D Nr. Literatuurreferentie en/of feedback voor studenten 1. Chirurgie (2002) Bonjer H. e.a. blz Medical genetics (5th ed. 2016) Jorde L. e.a. blz Cellular and molecular immunology (8th ed. 2015) Abbas A. e.a. blz Leerboek klinische neurologie (18e herz.dr. 2016) Kuks J. e.a. hfdst Rang and Dale's pharmacology (8th ed. 2015/2016) Rang H. e.a. chapter NHG-Standaarden voor de huisarts (2015) deel 1 en 2 blz. 1140, noot Human physiology: from cells to systems (9th ed. 2016) Sherwood L. chapter 9: Cardiac physiology 8. Neurologie (5e dr. 2013, 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a. blz Ziekten in de huisartspraktijk (5e herz. dr. 2008) Lisdonk van de E. e.a. blz Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a. blz Leerboek klinische neurologie (18e herz.dr. 2016) Kuks J. e.a. hfdst Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a. blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., hfdst. hand- en polsklachten, blz Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N. blz Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a. blz Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a. blz Deze casus bevat FEEDBACK in plaats van een literatuurreferentie. FEEDBACK: wondgenezing per primam vereist aanliggende wondranden door hechting.(c onjuist). Het betreft een scherpe snede, dus debridement is niet nodig, er zal geen necrose van de randen zijn ( B onjuist). A kan nu meteen. 18. Neurologie (6e herz. dr. 2015) Hijdra A. e.a. blz FEEDBACK: Lopen met kleine passen, rigiditeit en rusttremor zijn symptomen van de ziekte van Parkinson, de andere symptomen niet. 19. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Histology: a text and atlas with correlated cell and molecular biology (6th upd. and exp. ed. 2011) Ross M. e.a. blz Harrison's Principles of Internal Medicine, Online /content.aspx?aid= &searchstr=gout# Farmacotherapeutisch Kompas. blz. Geneesmiddelen bij Ouderen. 2. Farmacokinetiek 27. Medische ethiek (3e herz. dr. 2009) Have ten H. e.a. blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2012) Turnpenny P. e.a. blz. 25, 26 FEEDBACK: Alhoewel de precieze 'chain of events' leidend tot neuronale celdood bij de ziekte van Huntington niet is opgehelderd, zijn er sterke aanwijzingen dat de verlengde glutamine streng van het huntingtine niet zozeer de eigen functie van het eiwit belemmert (dominant negatie) alswel andere essentiële eiwitten, zoals CREBBP, in de kern van de cel wegvangt. 30. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz Rang and Dale's pharmacology (7th ed. 2011/2012) Rang H. e.a. blz Ziekten in de huisartspraktijk (5e herz. dr. 2008) Lisdonk van de E. e.a. blz Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz Medical genetics (5th ed. 2016) Jorde L. e.a. blz Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a. blz Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a. blz Essential cell biology (4th ed. 2013/2014) Alberts B. e.a. blz Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. hfdst Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. blz. fig Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a. blz. 1122

2 42. Ophthalmology: a pocket textbook atlas (2nd rev. ed. 2007) Lang K. e.a. blz Farmacotherapeutisch Kompas. blz. anti-epileptica 44. Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a. blz Robbins basic pathology (9e ed. 2013) Kumar V. e.a. blz Anamnese en lichamelijk onderzoek (7e dr. 2014) Meer van der J. e.a. blz Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a. blz Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a. blz. GEEN OPGAVE 49. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz Grondslagen der epidemiologie (6e licht gew. dr. 2006) Vandenbroucke J. e.a. blz Farmacotherapeutisch Kompas. blz. Glucocorticoïden FEEDBACK: Een korte stootkuur (korter dan 3 weken) verlaagt de kans op bijwerkingen. Lokale toediening beperkt de kans op bijwerkingen in vergelijking met systemische toediening. Toediening in de avond verkleint de kans op bijwerkingen niet, toediening in de ochtend wel. 52. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz Farmacotherapeutisch Kompas. preparaatteksten/f/furosemide.asp Deze casus bevat FEEDBACK in plaats van een literatuurreferentie. FEEDBACK: bepalend in deze casus is het koortsbeloop. Heel hoge koorts met koude rillingen past bij bacteriegroei in een afgesloten ruimte, i.c. het pyelum. Pneumonie en tumorkoorts zijn meer reden tot febris continua. 55. Farmacotherapeutisch Kompas. blz. groepsoverzicht TNF-alfa blokkerende middelen bij reumatische aandoeningen 56. Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a. blz Essential cell biology (4th ed. 2013/2014) Alberts B. e.a. blz Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz Handboek gezondheidsrecht (6e dr. 2014) Leenen H. e.a. blz Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a. blz en Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz Current diagnosis & treatment in otolaryngology-head & neck surgery (3rd ed. 2012) Lalwani A. chapter 23 Benign & Malignant lesions of the Oral Cavity, Oropharynx & Nasopharynx 63. Junqueira's basic histology: text and atlas (14th ed. 2016) Mescher A. e.a. online, chapter 20 Endocrine Glands 64. Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a. blz Essential medical statistics (2nd rev. ed. 2003) Kirkwood B. e.a. hfdst. C 66. Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a. hfdst. 4, kracht en gevoel 67. Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a. blz Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz Farmacotherapeutisch Kompas. Hydrochloorthiazide 70. Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2012) Turnpenny P. e.a. blz NHG-standaarden voor de huisarts. blz. standaard perifeer arterieel vaatlijden FEEDBACK: bij stadium 3 is er sprake van ischemische klachten in rust en trofische stoornissen. In stadium1 zijn er geen typische klachten van claudicatio intermittens (pijn in de kuiten na lopen van meer of minder dan 100 m die verminderen bij rust). In stadium 2 zijn er typische klachten van claudicatio intermittens. In stadium 4 is er sprake van ulcera of dreigend gangreen aan de voet. 72. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a. blz Zakboek keel-, neus-, oorheelkunde (14e herz. dr. 2011) Debruyne F. e.a., blz Marks' Essentials of Medical Biochemistry: a clinical approach (2nd ed. 2015) Lieberman M. e.a. blz Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz. 583 FEEDBACK: C-ANCA is zeer specifiek voor granulomatose met polyangiitis (GPA), voorheen de ziekte van Wegener genoemd. Dit is een vasculitis. Sinusitis en nefritis passen bij GPA alsmede de gewrichtsklachten. De multipele ronde verdichtingen met holtevorming (ten gevolge van necrose) in deze casus duidt op een granulomateuze afwijkingen die de hemoptoë, kortademigheid en het hoesten verklaren. 78. NHG-standaarden voor de huisarts. blz. M22. Virushepatitis en andere leveraandoeningen. Oktober 2007 FEEDBACK: Bij een vermoeden van virushepatitis wordt de serologische diagnostiek als volgt geïnterpreteerd: acute hepatitis A is aangetoond bij aanwezigheid van IgM-anti-HAV en uitgesloten bij afwezigheid daarvan. Hepatitis B is aangetoond bij aanwezigheid van HBsAg. Indien HBsAg afwezig is, maar IgM-anti-HBc aanwezig is, is er sprake van een recent genezen acute hepatitis B. Bij afwezigheid van beide virusmarkers is hepatitis B uitgesloten. Bij aanwezigheid van HBsAg bij een patiënt zonder klachten of symptomen is er waarschijnlijk sprake van een chronische infectie. Een doorgemaakte hepatitis-c-virusinfectie is aangetoond bij aanwezigheid van anti-hcv. Uit de aanwezigheid van anti-hcv kan men niet afleiden of de patiënt is genezen ofwel dat het virus geklaard is. Bij afwezigheid van anti-hcv is een recente hepatitis-c-infectie niet geheel uitgesloten. Bij vermoeden van hepatitis C verwijst de huisarts de patiënt voor bepaling van het HCV-RNA en eventuele behandeling. 79. Oncologie (8e herz. dr. 2011) Velde van de C. e.a., blz Leerboek orthopedie (3e herz. dr. 2013) Verhaar J. e.a. blz Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a. blz FEEDBACK: De ingrijpende ileumresectie geeft klachten van o.a. vloeistofverlies, diarree, gewichtsverlies en een pernicieuze anemie door vitamine-b12 tekort. 83. Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. blz Molecular exercise physiology: an introduction (2014) Wackerhage H. blz Essential cell biology (4th ed. 2013/2014) Alberts B. e.a. blz Leerboek medische ethiek (4e herz.dr. 2013) Have ten J. e.a. blz Deze casus bevat FEEDBACK in plaats van een literatuurreferentie. FEEDBACK: Het first pass effect wordt bepaald door het levermetabolisme. Dit speelt vooral een rol door opname van het geneesmiddel via

3 de darm en dus niet nasaal of intramusculair, en mindere mate rectaal. 88. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz Essential clinical anatomy (5th ed. 2014/2015) Moore K. e.a. blz. 74 FEEDBACK: Om schade aan de intercostaal vaten en zenuwen te voorkomen wordt de pleurapunctie superieur van de rib verricht. Deze structuren verlopen namelijk inferieur van de betreffende rib. De positie midaxillair wordt gekozen omdat er dan weinig kans is dat andere onderliggende organen behoudens de long kunnen worden beschadigd. 90. Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a. blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. blz. 159 FEEDBACK: Het klinisch beeld kan zeer wisselend zijn. In de meeste gevallen gaat het om een min of meer papuleuze afwijking, gekenmerkt door een glanzend parelmoerachtig randje, met daarbij nogal eens teleangiëctastieën. Soms is de tumor gepigmenteerd en soms centraal geulcereerd. De voorkeurslokalisaties zijn de aan het zonlicht blootgestelde gebieden van de huid, vooral het gelaat, omdat de belangrijkste risicofactor cumulatieve blootstelling aan ultraviolette straling is. Andere risicofactoren zijn genetische predispositie, hoge leeftijd, immuungecompromitteerde patiënten en huidtype 1 en 2. Een keratoacanthoom en plaveiselcelcarcinoom zijn veelal meer keratotisch en hebben niet de karakteristieke glans. 92. NHG-standaarden voor de huisarts. blz. M51 Hartfalen FEEDBACK: Bij deze patiënt is er sprake van acuut hartfalen. De primaire behandeling bij acuut hartfalen gaat het om symptoomverbetering en hemodynamische stabilisering. Diuretica en vaatverwijders (nitraten) worden gegeven ter vermindering van dyspneu als gevolg van longstuwing. Morfine kan worden toegepast in de vroege fase van acuut hartfalen, in het bijzonder bij onrust, dyspneu, angst of pijn op de borst. Toediening van een intraveneuze bolus van 2,5-5 mg kan worden herhaald zo vaak als nodig is. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met hypotensie, bradycardie, tweede- of derdegraads AV-blok of CO2-retentie. De primaire behandeling bij acuut hartfalen gaat het om symptoomverbetering en hemodynamische stabilisering. Diuretica en vaatverwijders (nitraten) worden gegeven ter vermindering van dyspneu als gevolg van longstuwing. Diazepam is slechts een anxiolyticum; het neemt de dyspneu niet weg. Overigens kan diazepam, hoewel zeldzaam (0,01 0,1%), hartfalen inclusief hartstilstand veroorzaken. Haloperidol wordt gegeven bij een psychose of acuut delier. Midazolam is een dormicum en hier niet geindiceerd. 93. Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz. 354 FEEDBACK: De hematocriettest meet het volume-aandeel in bloed dat wordt ingenomen door erythrocyten. Als de hematocrietwaarde bijvoorbeeld 45% is, dan bestaat 100 milliliter (ml) bloed uit 45 milliliter rode bloedcellen. De zwaardere erytrocyten zullen naar de bodem zakken en zo de onderste 45% van het bloedbuisje vullen. De middelste laag is de buffy coat en bestaat uit leukocyten en trombocyten, dit percentage is verwaarloosbaar klein. De bovenste laag bestaat uit plasma en beslaat 55%. 94. NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Traumatische knieproblemen. M66 FEEDBACK: De Mcmurray-test wordt gebruikt om meniscuspathologie aan te tonen dan wel uit te sluiten. De Lachman-test en de voorste schuifladetest worden uitgevoerd om de voorste kruisband te beoordelen. De achterste schuifladetest om de achterste kruisband te beoordelen. Varus- en valgusstresstest is bedoeld om de collateraalbanden te beoordelen. 95. Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a. blz. 293 FEEDBACK: Wanneer bij het foneren (patiënt zegt bijv. a met open mond) de farynxboog aan een kant lager staat wijst dit op uitval van de motorische vezels van de n. glossopharyngeus aan de ipsilaterale kant. Bij inspectie kan de uvula juist naar de contralaterale kant afwijken. De n. glossopharyngeus (n.ix) vervoert impulsen van de smaakpapillen van het achterste gedeelte van de tong en innerveert de m. stylopharyngeus, de farynxwand en de tonsillen. De n. hypoglossus (n. XII) bevat uitsluitend motorische vezels en innerveert de spieren van de tong. Om de functie hiervan te beoordelen inspecteert de onderzoeker bij een patiënt met geopende mond de vorm en de ligging van de tong en of de tong stil ligt. Dan steekt de patiënt de tong uit en wordt beoordeeld of de tong naar links of rechts uitgestoken wordt. Bij een eenzijdige uitval van de n. hypoglossus is de tong aan de aangedane zijde atrofisch. De tong wordt dan meestal naar de aangedane zijde uitgestoken, de gezonde spieren duwen immers het hardst naar de andere kant. 96. Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz Harrison's principles of internal medicine (18e ed. 2011/12) Longo D. e.a. chapter 43. Abdominal Swelling and Ascites. Figure Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz. 579 FEEDBACK: De asbestexpositie is bij beroepen in de bouw verhoogd. Pleurale mesotheliomen worden met asbestexpositie in verband gebracht. Bij een combinatie van roken en asbestexpositie is het risico op een mesothelioom sterk verhoogd. Astma is een beroepsziekte bij bakkers. Bij hardhoutbewerkers kan een nasofarynxcarcinoom ontstaan. Het intensief werken met duiven kan een extrinsieke allergische alveolitis veroorzaken Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a. blz Deze casus bevat FEEDBACK in plaats van een literatuurreferentie. FEEDBACK: de duur van de 2e helft van de cyclus is een constant gegeven. De korte cyclusduur heeft te maken met de opbouwfase die korter wordt door aftakelende functie van het ovarium Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a. blz Farmacotherapeutisch Kompas. blz. ACE-remmers 106. DeLisa's physical medicine & rehabilitation: principles and practice (5e ed. 2010) Frontera R. e.a. blz. GEEN OPGAVE 107. Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e dr. 2012) Meer van der J. e.a. blz Neurologie (5e dr. 2013, 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a. blz Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. blz Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a. blz FEEDBACK: Aandachtstoornissen zijn goed vast te stellen wanneer men weet waarop men moet letten. Er zijn drie simpele tests voor de aandacht die in de thuissituatie binnen drie minuten zijn uit te voeren. Het herhalen van cijferreeksen (cijferherhaaltest) is hier een van: de patiënt moet steeds toenemende reeksen van willekeurige cijfers onder de 10 herhalen, beginnend met één cijfer, vervolgens twee cijfers, dan drie cijfers enzovoort. Normaal moet de span vijf tot zeven cijfers bedragen. Een lagere score duidt op verminderde aandacht. De andere twee tests zijn de test (patiënt moet vijfmaal achtereen het getal 7 van een getal aftrekken, te beginnen met het getal 100) en de wereldspeltest (de patiënt wordt gevraagd het woord wereld achterstevoren te spellen. De Delirium Observatie Screening (DOS-schaal) kan het wisse-

4 lende verloop en de ernst van de symptomen van een delier in kaart brengen. Dit vereist echter meerdere observatiemomenten en is daardoor minder geschikt voor gebruik in de eerste lijn. De Glasgow Coma Scale (ook wel EMV-score) is een schaal om de mate van bewustzijn aan te geven. Met de kloktekentest worden verschillende cognitieve vaardigheden getoetst waaronder enkele uitvoerende functies Epidemiologisch onderzoek: opzet en interpretatie (6e herz. dr. 2010) Bouter L. e.a., blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. blz Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. blz Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. blz. Disorders of the Thyroid Gland Accessed November 23, Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a. blz Essential cell biology (4th ed. 2013/2014) Alberts B. e.a. blz Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. hfdst. 5 en 6, blz Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a. hfdst. 6, blz Leerboek medische genetica (7e herz. dr. 2005) Bijlsma E. e.a. blz FEEDBACK: De ziekte van Duchenne erft X-gebonden recessief over en komt op jonge leeftijd tot uiting. Vrouwen die draagster zijn merken hier meestal niks van. De kans dat de vrouw draagster is, is 1/2. Immers, omdat haar broer aangedaan is en haar zus draagster, is haar moeder obligaat draagster en haar vader is gezond. Dus de kans dat zij een X-chromosoom krijgt van haar moeder met de ziekte is 50%. De kans dat de draagster een kind met de ziekte krijgt is 1/4. De moeder heeft namelijk de chromosomen X(D)X(d) en de vader X(D)Y, waarbij (d) staat voor de ziekte van Duchenne. Haar kind kan de volgende chromosomencombinaties krijgen: X(D)X(D) (=gezond), X(d)X(D) (= draagster, maar niet de ziekte), X(D)Y (=gezond) en X(d)Y (=ziek). De kans dat een kind van deze vrouw de ziekte krijgt is dus 1/2 * 1/4 = 1/ Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a. blz Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz. 62 FEEDBACK: De behandeling van cellulitis bestaat uit intraveneuze antibiotica met als eerste keus flucloxacilline, vanwege de goede dekking van zowel streptokokken als stafylokokken. Indien streptokokken als verwekker zijn aangetoond, kan worden volstaan met het geven van penicilline G. Bij een bekende allergie voor penicilline kan erytromycine worden toegediend. Bij cellulitis als complicatie van een diabetische voet, moet rekening worden gehouden met aerobe gramnegatieve bacteriën en anaeroben en wordt clindamycine aan de behandeling toegevoegd Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz FEEDBACK: De oppervlakte van het hoofd van een kind tot één jaar wordt geschat op 18% en de een arm op 9%. Samen is dit 27%. Bij een kind van vier jaar (kleuter) wordt de oppervlakte van het hoofd op 14% geschat en dat van een arm op 9% (samen 23%). Bij een volwassenen wordt de oppervlakte van het hoofd en een arm allebei op 9% geschat (samen 18%) Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a. blz. 648 FEEDBACK: De acromioclaviculaire (AC) luxatie kan worden ingedeeld volgens Tossy I t/m III. In de casus wordt een luxatie van het type Tossy I omschreven. Deze kan conservatief behandeld worden. Er is sprake van distorsie van het AC-gewricht, maar er is geen verscheuring van het AC-gewrichtskapsel en het ligamentum coracoclaviculare is ook intact (noch hoogstand, noch pianotoetsfenomeen). Bij een Tossy III zijn deze structuren beiden wel verscheurd en bestaat er mogelijk een operatie indicatie Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a. blz FEEDBACK: De man verzamelt informatie om actief met zijn ziekte om te gaan = probleemgericht. Idee zelf grip te hebben op ziekte versterken = zelf-effectiviteit vergroten Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a. blz NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Bacteriële huidinfecties (Eerste herziening) FEEDBACK: Impetigo is een onschuldige bacteriële huidinfectie, meestal veroorzaakt door staphylococcus aureus, waarbij in de periode vóór het indrogen van de erupties het besmettingsrisico verhoogd is. Er is geen reden een kind van het kinderdagverblijf of school te weren. Medicamenteuze behandeling (middels fusidinezuurcrème) van impetigo wordt aanbevolen omdat dit sneller tot genezing leidt en het risico op besmetting sneller afneemt Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a. blz. 206 FEEDBACK: met het introduceren van vast voedsel wordt aanbevolen om te wachten na 6 maanden. Vaak wordt hiermee wel eerder begonnen wanneer een kind hongerig is. Men kan beginnen met gepureerd fruit, groente of rijst. Met het introduceren van tarweproducten, waaronder brood, moet echt gewacht worden tot na de leeftijd van 6 maanden. Koemelk mag pas na 1 jaar worden geïntroduceerd Clinical surgery (3e ed. 2012) Henry M. e.a. blz Anamnese en lichamelijk onderzoek (7e dr. 2014) Meer van der J. e.a. blz NHG-standaarden voor de huisarts. Urinesteenlijden FEEDBACK: Bij aanhoudende of recidiverende klachten van urolithiasis wordt er eerst een echografie van de urinewegen aangevraagd. Indien hierop geen dilatatie of steen zichtbaar is wordt direct aansluitend een buikoverzichtsfoto gemaakt. Als hierop ook geen steen zichtbaar is kan een low-dose CT-scan vervaardigd worden om de steen aan te tonen. Een intraveneus pyelogram wordt gemaakt om distale ureterstenen te differentiëren van flebolieten. Bij een retrograde pyelografie wordt tijdens een cystoscopie door een in de ureter geplaatste katheter contrastvloeistof ingebracht, waardoor een afbeelding van die ureter en het pyelum wordt verkregen Een ureterorenoscopie kan gebruikt worden in de behandeling van urinewegstenen. Hierbij wordt door middel van een camera via de urethra, blaas en ureters in de nier gekeken en kan de steen verwijderd worden Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a. hfdst. 45, blz FEEDBACK: Zetmeel en eiwitten zijn polymere biomoleculen die door onttrekking van water (condensatie) aan de individuele bouwstenen zijn ontstaan. Hydrolyse is het omgekeerde proces Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a. blz , 172, 244 FEEDBACK: Het relatieve risico (RR) is de verhouding tussen de mortaliteit in de screeningsgroep en de controlegroep. In dit geval is het relatieve risico (90/15000) / (120/15000) = 0,75. De relatieve risicoafname is 100% * (1 - RR) = 100% * (1-0,75) = 25% Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz FEEDBACK: Er is jodium nodig om T4 en T3 te kunnen produceren. Bij een tekort aan jodium zullen er dus verlaagde spiegels zijn van T4 en T3. Bij een tekort aan deze hormonen wordt er door negatieve feedback meer TRH en TSH geproduceerd, terwijl dit niet zal leiden tot meer productie van T4 en T3 in de afwezigheid van jodium. Tijdens de zwangerschap is de er ook een verhoogde behoefte aan jodium Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a. blz. 1218

5 136. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a. blz Neurologie (5e dr. 2013, 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a. blz FEEDBACK: Het beeld zoals beschreven is klassiek voor een infarct in het arteria cerebri media stroomgebied links. Bij een infarct in het gebied van de arteria cerebri anterior zou vooral het been zijn aangedaan. Bij een infarct in het gebied van de arteria cerebri posterior staat gezichtsvelduitval op de voorgrond. De arteria vertebralis verzorgt het cerebellum en de hersenstam en een infarct in dat gebied zorgt kan onder andere resulteren in draaiduizeligheid, dysartrie, ataxie, dubbelzien Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz FEEDBACK: Als er sprake is van een staande portio betekent dit dat deze nog niet rijp is. Prostaglandinegel zorgt voor verweking van de cervix. Als de portio voldoende gerijpt is dan kunnen de weeën op gang gebracht worden. De eerste stap daarbij is het breken van de vliezen of het strippen van de vliezen. Dit kan ervoor zorgen dat er hormonen vrijkomen die de weeën opwekken. Is dit niet het geval dan kan oxytocine intraveneus worden toegediend Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz FEEDBACK: Met vlinderexantheem, orale ulcera, klachten die bij artritis passen in de handen en voeten en zonlichtovergevoeligheid, voldoet deze patiënte het beste aan de criteria voor systemische lupus erythematodes. Bij sarcoïdose worden de huidafwijkingen aangeduid met erythema nodosum en deze komen met name voor op de strekzijde van de onderbenen. Gewrichtspijnen komen voornamelijk in de enkels voor. Zonlichtovergevoeligheid en orale ulcera worden niet beschreven. De klachten en symptomen van de ziekte van Wegener worden in het begin van de ziekte gekenmerkt door hoesten en kortademigheid. Slechts een aantal patiënten presenteert zich met gewrichtsklachten en huidafwijkingen. Zonlichtovergevoeligheid en orale ulcera worden niet beschreven. De ziekte van Behcet kenmerkt zich voornamelijk door de aanwezigheid van orale aften. Ook huid- en gewrichtsklachten kunnen manifestaties zijn. Ook hier wordt zonlichtovergevoeligheid niet beschreven Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a. hfdst. disorders of the thyroid, parathyroid glands 141. Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a. hfdst Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a. hfdst. perioperative care, medical problems 143. Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. hfdst NHG-Standaarden voor de huisarts (2015) deel 1 en 2 blz en verder 145. Gray's anatomy for students (2014) Drake R. blz. GEEN OPGAVE 146. Gray's anatomy for students (2014) Drake R. blz. GEEN OPGAVE 147. Gray's anatomy for students (2014) Drake R. blz. GEEN OPGAVE 148. Leerboek urologie (3e herz. dr. 2013) Bangma C. blz. GEEN OPGAVE 149. Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. blz. 269: Atlas of Electrocardiography 150. Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J. blz Mims' medical microbiology (5th ed. 2013) Goering R. e.a. blz FEEDBACK: Proteus mirabilis is geassocieerd met urolithiasis. Deze bacterie veroorzaakt geen bacteriële vaginose, want dat is een dysbacteriose, een dysbalans van het vaginaal microbioom. Postinfectieuze glomerulonefritis wordt meestal veroorzaakt door de producten of delen van (de celwand van) Streptococcus pyogenes (bètahemolytische streptokokken groep A). Deze bacterie kan zeer veel ziektebeelden veroorzaken onder meer otitis media, rhinitis, faryngitis, roodvonk, impetigo, erysipelas, cellulitis, necrotiserende fasciitis en kraamvrouwenkoorts. Cysten hebben geen infectieuze oorzaak Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a. blz Farmacotherapeutisch Kompas. blz. Diuretica/furosemide 155. Dermatologie en venereologie (3e herz. dr. 2000) Vloten van W. blz NHG-standaarden voor de huisarts (2013) Bouma M. blz. bijlage prostaatcarcinoom 157. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a. blz NHG-standaarden voor de huisarts. blz. NHG standaard Dementie M Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a. blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a. blz FEEDBACK: De eerste kenmerkende ontstekingen bij de ziekte van Crohn zijn aftoïde ulcera, kleine erosies te midden van normaal weefsel. Later worden de ulcera groter en verlopen vaak in de lengterichting van de darm. Een verschil met colitis ulcerosa is dat de ontsteking in alle lagen van de wand aanwezig is en niet alleen in de mucosa. Dit is zichtbaar in een biopt. Bij colitis ulcerosa blijft de ontsteking beperkt tot de mucosa. Het slijmvlies is rood en gezwollen en bloedt makkelijk. Eilandjes granulatieweefsel kunnen in het lumen uitpuilen als pseudopoliepen. Bij een Clostridium colitis kunnen pseudomembranen zichtbaar zijn. Coloscopie draagt weinig bij aan de diagnose diverticulitis. Op de CT zijn wel duidelijk de typerende verdikking en infiltratie van de colonwand worden gevisualiseerd. De aanwezigheid van divertikels en fistelgangen pleiten voor een diverticulitis Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a. blz Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a. blz Leerboek urologie (3e herz. dr. 2013) Bangma C. blz FEEDBACK: Een urethrastrictuur leidt tot een afwijkende dunne straal en soms tot een urineretentie. Bij een traumatische beschadiging is er in het begin meestal sprake van een korte gelokaliseerde strictuur, terwijl bij ontstekingen meestal een langer traject stenotisch is. Een bekende oorzaak van stricturen waarbij de urethra het aspect van een kralensnoer kan krijgen op het retrograde urethrogram, is de gonorroïsche urethritis. Bij een meatusstenose is de meatus externus urethrae vernauwd. Dit kan aangeboren zijn, maar is meestal verworven op basis van infectie (balanitis). Een blaashalssclerose ontstaat op basis van een fibromusculaire hyperplasie ter hoogte van de blaashals. Vaak wordt blaashalssclerose gezien na een open prostatectomie of na een transurethrale resectie van een kleine prostaat met chronische ontsteking. Een acute prostatitis gaat gepaard met pijnlijke en frequente mictie in combinatie met pijn in de perianale regio en koorts. Een chronische ontsteking geeft dezelfde, maar minder uitgesproken klachten zonder koorts NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Subfertiliteit (Tweede herziening FEEDBACK: Bij een zwangerschapswens korter dan 12 maanden wordt uitgelegd dat de spontane kans op zwangerschap de eerstvolgende maanden aanzienlijk is. Bij een normale cyclus is er zeer waarschijnlijk een eisprong. Na een half jaar onbeschermde coïtus is ongeveer 70% van de vrouwen zwanger geworden, na één jaar 80% en na twee jaar 90%. Bij vrouwen ouder dan 35 jaar zijn deze percentages lager. Het paar wordt geadviseerd terug te komen voor nadere diagnostiek als zwangerschap uitblijft gedurende meer dan 12 maanden. Bij een regulaire

6 cyclus van 28 dagen ontstaan vrijwel alle zwangerschappen door een coïtus op dag 8 tot 14 van de cyclus (de 6 dagen voorafgaand aan de eisprong). Een coïtusfrequentie van 2 tot 3 keer per week in deze periode is voldoende voor een goede zwangerschapskans Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a. blz FEEDBACK: Het beeld zoals beschreven is typerend voor otitis media met effusie. Bij een otitis media acuta is een rood, bomberend trommelvlies met afwezige lichtreflex typerend. Myringitis bullosa is een ontsteking van het trommelvlies, waarbij zich vocht- en of bloedblaasjes bevinden op het trommelvlies. Een cholesteatoom is een benigne tumor, afkomstig van huidepitheel van het trommelvlies die niet bij jonge kinderen gezien wordt. Bij een cholesteatoom wordt een perforatie gezien in het trommel. Er is sprake van ingroei van epitheel in de achterste helft van het trommelvlies, die meestal is bedekt door een of meer granulaties en poliepen Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. blz Essential cell biology (4th ed. 2013/2014) Alberts B. e.a. blz. 425 FEEDBACK: Onder zuurstofarme omstandigheden, zoals bij een grote inspanning, kan lactaatdehydrogenase pyruvaat omzetten in lactaat wat via het bloed in de lever weer teruggevormd wordt naar pyruvaat en vervolgens naar glucose wat als energierijke verbinding weer gebruikt kan worden. Glycolyse levert 2 ATP per glucose en 2 NADH zonder zuurstofconsumptie, oxidatieve fosforylering levert uit NADH van de glycolyse en citroenzuurcyclus. Is er geen zuurstof, dan moet de cel het alleen met glycolyisch ATP doen. Dan moet er wel voldoende cofactor NAD+ zijn om de glycolyse te laten lopen. A. betreft een heel ander metabool proces, en wel een anabool proces, terwijl glycolyse katabool is. B. kan niet, want bèta-fosforylering heeft zuurstof nodig. D. een myocyt doet niet aan gluconeogenese, alleen de lever (en een beetje de nier) Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a. blz , Schwartz's principles of surgery (10th ed. 2015) Brunicardi F. e.a. chapter NHG-standaarden voor de huisarts. blz. Visusklachten (2014) 172. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a. blz. 6 FEEDBACK: De kwaliteit van leven is in de gestelde onderzoeksvraag de afhankelijke variabele, de uitkomst die men wil bestuderen. Een intensief beweegprogramma is in deze vraagstelling de determinant, ook wel onafhankelijke variabele genoemd. De determinant is de blootstelling, de test, of de behandeling die de proefpersonen ondergaan tijdens het onderzoek. Onderzoekers zijn vaak geïnteresseerd in de relatie tussen de uitkomstmaat en de determinant. Mannen met prostaatkanker is hier het domein, ook wel de onderzoekspopulatie genoemd Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a. blz , FEEDBACK: De ziekte van Von Willebrand is een stollingsstoornis. Klinische symptomen zijn slijmvliesbloedingen, blauwe plekken en menorragie. Door een tekort aan het stollingseiwit Von Willebrand factor (vwf), stolt het bloed moeilijker en zullen bloedingen langer aanhouden. Veel patiënten ondervinden weinig last van de aandoening, echter bij ernstig letsel of chirurgische ingrepen dient men waakzaam te zijn. Bij hemofilie is er een deficiëntie van een stollingsfactor (factor VIII en factor IX). Het is een X-gebonden recessief overerfbare aandoening en presenteert zich dus alleen bij jongetjes waardoor het als diagnose bij deze casus afvalt. Acute lymfatische leukemie is de meest voorkomende leukemie bij kinderen (80%), en komt het vaakst voor op de leeftijd tussen 2 en 5 jaar. Acute myeloïde leukemie komt over het algemeen op de volwassen leeftijd pas voor. De klinische symptomen bij ALL en AML verschillen niet veel met elkaar. Bleekheid, vermoeidheid, kortademig, koorts, pijn in de botten, herhaaldelijke infecties en spontane bloedingen. Aangezien de hoofdklacht de spontane bloedingen zijn bij een verder niet ziek meisje is leukemie minder waarschijnlijk. Het is normaal dat een jong kind regelmatig een verkoudheid doormaakt, zeker als het naar een kinderdagverblijf gaat Leerboek gezondheidsrecht (3e herz. dr. 2013) Engberts D. e.a. blz. 72 FEEDBACK: De voorwaardelijke machtiging heeft als doel om gedwongen opneming te voorkomen. Bij deze machtiging staat de behandeling centraal. Er wordt sterke drang op de patiënt uitgeoefend om een behandeling te ondergaan. Zolang met drang kan worden bereikt dat de patiënt zijn behandeling buiten de inrichting ondergaat en daarmee het gevaar buiten het ziekenhuis kan worden voorkomen, kan een gedwongen opneming achterwege blijven. De rechter kan nog bijzondere voorwaarden stellen, bijvoorbeeld het niet nuttigen van bepaalde middelen en het mijden van bepaalde plaatsen. Een inbewaringstelling kan enkel worden afgegeven als er sprake is van direct gevaar ten gevolgen van een stoornis in de geestvermogens, waarbij een beschikking op een procedure voor een voorlopige machtiging niet kan worden afgewacht. Een rechterlijke machtiging op eigen verzoek is vooral relevant voor (bijvoorbeeld) verslaafden die in het beginsel bereid zijn een behandeling te ondergaan, maar bang zijn dat deze bereidheid tijdens die behandeling komt te ontbreken. Zelfbinding is voor patiënten met wisselende perioden, waarbij in een slechte periode tijdig tot opname kan worden overgegaan zonder dat zij op dat moment al direct een gevaar vormen. Hierover worden exacte afspraken gemaakt wanneer zij in een goede periode verkeren Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a. blz FEEDBACK: Zuurstof per masker en sumatriptan injecties zijn effectief gebleken ter coupering van clusterhoofdpijnaanvallen. Verapamil wordt gebruikt als profylacticum. Carbamazepine is niet effectief gebleken voor deze indicatie Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz FEEDBACK: In de casus wordt een beschrijving gegeven van een patiënt met een acute stressstoornis (ASS). De patiënt is blootgesteld aan een zeer traumatische ervaring (gewelddadige overval) en deze gebeurtenis wordt herbeleefd (nachtmerries). Daarnaast is de factor tijd belangrijk voor de diagnose ASS. Men spreekt van een ASS als de symptomen minimaal twee dagen en maximaal vier weken duren en binnen vier weken na de traumatische gebeurtenis ontstaan. Voldoet dit tijdscriterium niet en duren de klachten langer dan vier weken of zijn ze later dan vier weken na de gebeurtenis ontstaan, dan spreekt met van een posttraumatische stressstoornis. Het belangrijkste symptoom van een gegeneraliseerde angststoornis is de continue aanwezigheid van angsten en nervositeitsklachten, zonder duidelijke aanleiding. Is de beschreven casus is er een duidelijk aanwijsbare oorzaak van de symptomen. Ook van een paniekstoornis met agorafobie is geen sprake gezien patient geen angst heeft voor specifieke plekken Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009, 5e opl. 2014/2015) Hengeveld M. e.a., blz FEEDBACK: Bij deze gemotiveerde patiënt kan ontgifting gestart worden. Een ontgifting is gericht op het uitsluipen van de heroïne. Hiervoor wordt meestal gebruik gemaakt van langwerkende volledige opioïdagonisten (methadon). De oorspronkelijke dosis (straat)heroïne wordt eerst omgezet in een vergelijkbare dosis methadon, waarna de vervangende stoffen binnen drie weken worden afgebouwd en gestaakt. In het algemeen zijn de resultaten van een afbouwbehandeling met methadon niet gunstig. Veel patiënten maken de ontgifting niet af en/of vallen weer terug in illegaal gebruik van opioïden. In veel gevallen lukt het niet om langdurige, stabiele abstinentie van het gebruik van opioïden te bereiken. Bij deze patiënten is vaak wel een verbetering in de kwaliteit van leven te bereiken via een onderhoudsbehandeling met een volledige of partiele opioïdagonist (methadon respectievelijk buprenorfine). Chloordiazepoxide wordt gebruikt tijdens het ontgiften van een alcoholverslaving. Een overdosis van heroïne leidt tot een ernstige ademdepressie, hypoxie, coma en ten slotte de dood. Bij een overdosis wordt de crisisinterventie toegepast: beademing en zo snel mogelijk intraveneus toedienen van een opioïdantagonist (naloxon). Bij een overdosering met benzodiazepines wordt flumazenil gebruikt.

7 178. Harrison's principles of internal medicine (19th ed. 2015) Kasper D. e.a. blz. chapter 160: Acute Infectious Diarrheal Diseases and Bacterial Food Poisoning 179. NHG-Standaarden voor de huisarts (2015) deel 1 en 2 blz Kumar & Clark's clinical medicine (9th ed. 2016/2017) Kumar P. e.a. hfdst Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a. blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a. blz. 203 FEEDBACK: Bij alopecia areata is er sprake van pleksgewijze haaruitval. De haaruitval is doorgaans gelokaliseerd op de behaarde hoofdhuid, maar kan in principe elk behaard lichaamsdeel aantasten. Denk hierbij aan de baardstreek, schaamstreek en de wenkbrauwen. Bij 5-10% van de patiënten valt al het hoofdhaar uit. Dit wordt een alopecia areata totalis genoemd. Bij 1-2% is er zelfs sprake van een uitval van alle lichaamsbeharing; dit heet alopecia areata universalis. Bij nieuw uitgroeiende haren is ook (meestal tijdelijk) het pigment weg. Vooral in de randen van alopecia areata plekken kunnen 'uitroeptekenharen' voorkomen. Dit zijn kleine, onvolwaardige haartjes die taps toelopen. Deze uitroeptekenharen zijn een klassiek verschijnsel bij alopecia areata Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a. blz FEEDBACK: De somatotrope cellen produceren groeihormoon. Een overmaat van groeihormoon op volwassen leeftijd, bijvoorbeeld als gevolg van een hormoonproducerende tumor, leidt tot diktegroei van skeletdelen aan de periferie van het lichaam; dit staat bekend als acromegalie. Vroege symptomen zijn carpaletunnelsyndroom, transpiratie en artralgieën, Late symptomen zijn vergroving van het gelaat, vergroting van de handen en voeten, macroglossie, mitralis- en aortaklepinsufficiëntie. Corticotrope cellen produceren één groot voorlopermolecuul, het zogenoemde pro-opiomelanocortine (POMC), waaruit verschillende hormonen door afsplitsing vrijkomen (adrenocorticotroop hormoon (ACTH) en het lipotroophormoon (LPH)). Gonadotrope cellen produceren zowel het follikelstimulerend hormoon (FSH) als het luteïniserend hormoon (LH). Mammotrope cellen produceren prolactine en thyreotrope cellen produceren het thyroïdstimulerend hormoon (TSH) Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a. blz Medical statistics at a glance (3rd ed. 2009) Petrie A. e.a. blz RIVM. LCI-Richtlijnen. blz. Meldingsplicht_infectieziekten/Welke_infectieziekten_zijn_meldingsplichtig 188. Leerboek epidemiologie (7e herz. dr. 2016) Bouter L. e.a. hfdst. Diagnostiek en Prognostiek 189. Leerboek medische ethiek (4e herz.dr. 2013) Have ten J. e.a. blz. 334 FEEDBACK: Bij bevolkingsonderzoek worden gezonde, klachtenvrije personen uitgenodigd zich te laten onderzoeken, er is geen spraken van een hulpverleningsrelatie en daarom ook niet van bekostiging via de individuele gezondheidszorg. Er moet een doeltreffende behandeling beschikbaar zijn. Het opsporen van aandoeningen is alleen zinvol als er iets aan de aandoening gedaan kan worden. Er moeten voorzieningen zijn voor het stellen van de diagnose, maar daarbij gaat het om de beschikbaarheid van een geschikte test met hoge sensitiviteit en specificiteit. Niet wordt expliciet een arts bedoeld Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a. blz. 649 FEEDBACK: Voor de geboorte vindt via de placenta overdracht van immunoglobulinen van het type IgG plaats. Dit zorgt in de eerste drie tot zes maanden na de geboorte voor maternale immuniteit bij de zuigeling tegen infectieziekten die de moeder reeds heeft doorgemaakt Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz. 929 FEEDBACK: Het geheel aan symptomen en het typische beloop past het best bij acuut reuma. Acuut reuma begint met koorts en gewrichtspijnen, ruim twee weken na een keelontsteking veroorzaakt door een (bètahemolytische) groep-a streptokok. Er is sprake van een verspringende artritis, waarbij steeds een groot gewricht gedurende maximaal één week is aangedaan. Het kan gepaard gaan met subcutane noduli of de typische erythema marginatum. Hoewel de ziekte door de verbeterde hygiënische omstandigheden tegenwoordig een stuk minder voorkom, kan het missen van de diagnose toch ernstige gevolgen hebben. De helft van de kinderen krijgt ook cardiale problemen, meestal pancarditis met een mitralisklepinsufficiëntie. Bij Lyme-borreliose treden eveneens gewrichtsklachten op, die echter niet het typische verspringende patroon volgen en veelal is de knie betrokken. De meest typerende huidafwijkingen hierbij zijn erythema migrans en in de latere stadia acrodermatitis chronica atrophicans. Beide huidafwijkingen komen niet overeen met het beeld van een erythema marginatum zoals beschreven in de casus. Artritis kan voorkomen in het kader van een rubella infectie (of vaccinatie). Dit gaat gepaard met een ander klinisch beeld. De ziekte van Kawasaki is een vasculitis waarbij artritiden en een myocarditis kunnen optreden. Hierbij staan andere symptomen, zoals lymfadenopathie en afwijkingen aan de tong, handpalmen en voetzolen op de voorgrond. Poststreptokokken reactieve artritis (niet genoemd als antwoordoptie) ontstaat net als acuut reuma na een keelinfectie met bètahemolytische streptokokken, maar gaat niet samen met een carditis en de artritis is niet migrerend Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz. 292 FEEDBACK: De klassieke klinische presentatie van polycythaemia vera is een patiënt met een pletorisch uiterlijk (blauwrood gelaat). Hoofdpijn, duizeligheid, jeuk (vaak na het douchen) en overmatig transpireren zijn frequente klachten. Meestal is er splenomegalie. Door een mutatie in het JAK2-gen vindt er continue activatie plaats van onder andere de erytropoëtine-receptor en daarmee proliferatie van met name voorlopercellen van de erytroïde lijn. In het serum uit zich dit in een hoog hemoglobine, een verhoogde hematocriet, een sterk toegenomen aantal erytrocyten en een laag erytropoëtine. Vaak is er tevens een leukocytose en trombocytose. Hemochromatose, de ziekte van Kahler (multiple myeloom) en de ziekte van Wilson gaan gepaard met een ander klinisch beeld en andere typische laboratoriumbevindingen Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a. blz. 491 FEEDBACK: Bij een eerstegraads AV-blok is de PQ-tijd verlengd, zonder dat dit consequenties heeft voor het hartritme. Bij een tweedegraads AV-blok type Mobitz I wordt het PR-interval steeds langer tot een P-top niet meer wordt gevolgd door een QRS complex. Bij een Mobitz type II wordt een P-top plotseling niet gevolgd door een QRS-complex. Dit laatste type gaat vaak over in een derdegraads AV-blok (totaal blok) waarbij er geen atrioventriculaire geleiding is Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. blz Leerboek psychiatrie (3e dr. 2016) Hengeveld M. e.a. blz. GEEN OPGAVE 196. Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (4e dr. 2016) Jongh de T. e.a. blz Fitzpatrick's dermatology in general medicine (8e ed. 2012) Goldsmith L. e.a. chapter 42. Pityriasis Rosea 198. Nelson essentials of pediatrics (6e ed. 2010/2011) Marcdante K. e.a., blz Deze casus bevat FEEDBACK in plaats van een literatuurreferentie. FEEDBACK: meconiumhoudend vruchtwater is een uiting van foetale nood. Eventuele groeivertraging en oligurie zijn dan niet de meest urgente problemen, de hypoxie is acuut levensbedreigend voor de foetus Adams and Victor's principles of neurology (10th ed. 2014) Ropper A. e.a. chapter 9. Other Somatic Sensation