"DQ bevaarbaarheid van de Westersohelde voor. met 18 bijlagen RTJKSWATERSTAAT DIRECTIE ZEELAND STUDIEDIENST VLISSINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download ""DQ bevaarbaarheid van de Westersohelde voor. met 18 bijlagen RTJKSWATERSTAAT DIRECTIE ZEELAND STUDIEDIENST VLISSINGEN"

Transcriptie

1 RTJKSWATERSTAAT DIRECTIE ZEELAND STUDIEDIENST VLISSINGEN ' Nota 72.1 met 18 bijlagen - DE BEVAARBAARIIEID VAN DE WESTERSCHELDE IN c_- Jaarlijkse bevaarbaarheidsnota, elfde vervolg op nota 6û.Ii, "DQ bevaarbaarheid van de Westersohelde voor schepen met grote diepgang!'. Vliasingen, november 1972.

2 1,- I. I- J L I * per. 1 Inleiding b5z. 1 par. 2 Het Zeegat van Vlisoingen 11 i 1?.I Ooetgat-Sardi jrigeul II 2.2 Scheur-Wielingen I) I Algemeen 11 4 par. 3 De Westerschelde en de Belgische Schelde nderhoudsbagp:erwerken l Baggerplaatsen en gebaggerde hoeveelheden Het storten en afvoeren van voor onder- " 7 houdsbaggerwerken gebagserde speoie 3.2 Diepteligging der drempels t Zandwinning, lozen en storten van specie I' I3 (t.b.v. derden) Winplaatsen en gewonnen hoeveelheden specie Het storten en afvoeren van specie (1 14 par. 4 De vaart van schepen met grote diepgang 16 Lt. I Algemene gegevenô De vaart op de verfichillende havens pax. 5 Samenvatting " 22 Lijst van Bijlagen ' I

3 DE BEVAARBAARHEID VAN DE WESTERCCHXLDE IN par. 1 INLEIDING, e I -.- I - In 1971 hebben zich op de Westerschelde enige opmerkelijke ontwikkelingen voorgedaan. Was sinds enkele jaren een ontwikke- ling gaande waarbij steeds meer en steeds grotere schepen de Westerschelde bevoeren, in 1971 is echter voor wat de grootste schepen betreft vooral in de raart op Antwerpen een teruggang opgetreden. Ook het z.g. "lichten" van schepen voor de verdere epvr4rh word in mindere mate uitgevoerd. Volgens de - wellicht niet volledige - gegevens zouden bij da opvaart van enkele zeer grote sohepsn, gelet op de beschikbare waterdiepten, zeer grote risico'6 zijn genomen. De toeneming van het onderhoudsbaggerwerk heeft Bioh in 1971 vooral op Belgisch gebied voortgezet. Voor wat betreft indeling en bijlagenummering komt deze nota geheel overeen met de voorgaande nota In par. 2 wordt een korte beschouwing gegeven over de baggerwerken en drempel- diepten in het Zeegat van Vlissingen, waarna in par. 3 een uitvoe- rige verhandeling volgt over de situatie op de Weetbrschelde en de Belgisoho Schelde. Hierin komen achtereenvolgens aan de orde: de onderhoudebaggerwerken (par. 3.1) * de diepteligging der drem- pels (3.2) en de zandwinning en het storten en lozen van opecie (3.3). Par. 4 geeft daarna een bemhouwing van de vaart met gro- te schepen. De nota besluit met een samenvatting (par. 5). par. 2 HET ZEEOAT - VAN VLISRDIìiNA 2.1 atgat-bardijnreulc De bodemligging van de noordwestelijke inloop van het Oost- gat, die gedurende een groot aaatal jaren vrijwel ongewijzigd bleef, heeft in de periode enige aanzanding ondergaan (bijlage 2,. drempel IA). Het was hierbij vooral de rand van de Kaloo (bijlage 1) die in oostelijke riahting uitbouwde. Tijdme de in 1970 in het betreffende gebied door de StudiedienaC van de Rijkewaterstaat uitgevoerde peilingen bleek dat aan deze ont- wikkeling een einde was gekomen. De voor de scheepvuart maat- gevende minste diepte in de onmiddellijke omgeving van de liohten- lijn was n.1. toegenomen vnn g.l..l.u,e. -73 dm in mei 7969 tot ~.!.I.Y.R dm in nuqmtur, De verdieping heeft zich na-! dien nog verder voortgezet: volgens een i n mnart/april 1971 door de Hydrogy-afischa!Ji.ens t uit.p;ovoerùe opnemi.ng ir; de rnirpite dielite I

4 -2- I " I - nabij de lichtenlijn sedertdien toegenomen tot g.l.l.w.a.-79 Enkele aan deze opneming ontleende dieptecijfers zijn op bijlage 'i vermeld* Uit het bovenstaande blijkt dat in de afgelopen twee jaren de in de "Zeemansgids voor de Nederlandse Kust" (uitgave 1969) vermelde minste diepte van g.l.1.w.s. -76 dm met enkele decimeters is ovrr+sohreden. Uitgaande van de in 1971 rastgeetelde minste diepte van g.1.l.w.s. -79 dm en gerekend met eon rijzing (t.o.v. het reduotievlak g.l.l.w.6.) te Westkapelle van 34 dm bij gem. doodtij kan de beschikbare minste waterdiepte in de aanloop van het Oostgat in 1971 tijdens hoogwater gem. doodtij gesteld worden op I13 dm in de onmiddellijke omgeving van de lich- tenlijn. De rijzing te Westkapelle bedraagt tijdens hoogwater geinr springtij 43 dm, zodat onder deze omstandigheden op een beschik- bare waterdiepte van 122 dm kan worden gerekend. De reohteroever van de Galpput (bijlage 1) heeft na het baggerwerk in 1965 gedurende enkele jaren een gunstige ligging behouden. De minste diepte middenvaarwaters nam in de jaren 1969 en 1970 zelfs toe van g.l.l.w dm tot g.l.1.w.a dm. Tijdens de lodingen van mei 1971 bleek de oever in de omgeving van de rode liohtboei O.O. 2 echter weer wat te zijn uitgebouwd. Middenvaarwaters werd daardoor een minste diepte van g.l.l.w dm vastgesteld. Bij de lodingen van oktober van dat jaar werd ongeveer dezelfde diepte bepaald: g.1.1.w.s. -87 dm. De grootste verondiepingen traden echter op lange de rand van het vaarwater ten noordwesten van de genoemde lichtboei. Teneinde de hierdoor aan de rechteroever van het vaarwater ontstane ondiepte (g.1.l.w.a. -68 dm) buiten het vaarwater te houden werd in december 1971 de lichtboei over een afstand van-ong. 150 in westnoordwesta- lijks richting verlegd. U i t het overzicht op bijlage 3 blijktb clat,in 1971 in de Sardijngeul geen onderhoudsbaggerwerken werden uitgevoerd. De ontwikkelingen in dit gedeelte van de vaargeul waren in 1971, echter voor wat de diepteligging betreft iets minder gunstis.,. De minste diepte in de liohtenlijn, die in mei van dat jaar vol- gens peilingen van de Studiedienst Vlissingen nog g.l.1.v.a dm bedroeg, bleek in deoember te zijn afgenomen tot g.l.l.w dm. Overigens bleef de ligging van de betonning lang8 de - linkeroever - dm.

5 -3- linkeroever (Nolleplaat) ongewijzigd jkens het voorgaande is bij gebruikmaking van de vaarroute via het Oostgat de ondiepte in de noordwestelijke aanloop van deze geul maatgevend met betrekking tot de toe te laten diepgang. Van minder belang zijn hierbij de ondiepten ter plaatse van de op ong. 13 km uit de Waloheme kust gelegen Steenbanken (niet op bijlage 1 aangegeven); ze kunnen door het ronden van de betreffende banken zonodig worden vernoder. 2.2 Scheur-Yielinueat I " In het Scheur worden de laatste Jaren aanhoudend onderhoudsen verbeterin$sbaggerwerken uitgevoerd. Hierbij wordt jaarlijks steeds een hoeveelheid bodemmateriaal van 3.5 mln m 3 uit de vaargeul verwijderd. Doordat vrijwel alle ondigpten in de loop van de tijd reeds zijn opgeruimd wordt de toeneming van de minste beschikbare vaardiepte als gevolg van het baggerwerk eohter steeds minder; het Scheur bezit nl. over grote lengten een vrijwel oonstante diepte. Terwijl in de jaren nog een vooruitgag van g.l.l.w.ri~ _ dm tot g.1.l.w.s dm kqn worden bereikt,rwerd in mei 1971 door de Hydrografische Dienst tijdens een algemme opneming in dit gebiedta noordwesten van Zeebrugge een minrite âiepte van g.1.1.w.a dm vastgesteld. Deze diepte kon ook worden afgeleid van een'door de Belgiaahe Dienst der Kust ter besohikking gestelde peilkaart met de resultaten van de in juli 1974 uitgevoerde oontralepeilingen. Gerekend met een rijzing te Zeebrugge (t.o.v. het reduktievlak g.l.1.w.d van 37 äm tijdens gem. doodtij en van 50 dm tijdens gem. springtij kon in 1971 de beschikbare vaardiepte in het Soheur gesteld worden op 9 8 da tijdenar hoogwater gemiddeld doodtij en op 151 dm bij hoogwatos gemiddeld springtij. Evenals in voorgaande jaren werden in de Wielingen geen baggerwerken verricht. Tijdens de reeds genoemde opneming van de Hydrografische Dienst werd de minste diepte midldenvaarwatera ten zuiden van de Bol van Heist (drempel IC) bepaald op g.l.l.w dm tegen g.l.1.w.s. -82 dm in Gerekend met de reeds geroemde rijzingen te Zeebrugge kan tijdens hoogwater gemiddeld doodtij de minste beschikbare waterdiepte in de Wielingen gesteld c - worden -

6 -4- worden op 120 dm en tijdens homater gemiddeld springtij op 133 dm. In de ligging van de betonning van het Sohenr en de Wielingen zijn in 1971 geen opmerkelijke wijzigingei aangebracht. In het oostelijka,naar verhouding ondiepe gedeelte van de Wielingen ter plaatse van de rode lichtboei W10 (suiäelijk van de Nolleplaat) was in het afgelopen jaar sprake van enige aan- zanding. Terwijl in het betonde vaarwater langs de reohterosver de minste diepte in oktober 1970 nog g.l.1.w.a. -98 dm bedroegl werd in april 1977 een diepte van g.l.l.w dm clangetroffml. In oktober van dat jaar bleek de minste diepte nog verder te zijn afgenomen tot g.1.l.u.s - 92 dm. In dit denvaarwaters echter belangrijk grotere diepten voor (ong. g.l.1. W.S. geulgedeelte komen mid tin) zodat deze ondiepte, hoewel in het betonde vaar- water gelegen, voor de scheepvaart geen moeilijkheden oplevert. 2.3 Alaemeen, Uit de gegevens van de par. %.I en 2.2 kan men, rekening houdend met een voor het vargn noodzakelijke overdiepte (hierna gesteld op 124%)- de mogelijke diepgang van sahepen bepalen voor de toegangsgeulen der Westersohelde. springtij via het Oostgat scheepvaart mogelijk zijn geweest met een diepgang tot ong. 108 dm (d.i. omstreeks 35t611)a deaa gem. Onder gunstige omstandigheden moet in 1971 tijdens gem. In het Scheur moet bij de in 1971 va8tgestelde diepten tij- springtij en bij weinig zeegang de mogelijkheid aanwe- zig zijn geweest voor de vaart met schepen tot een aiaximum diegang van onei 134 dm (4't1A. In bot ten zuiden van het Scheur gelegea gedeelte van de Wielingen ie bij de huidiae ligging bij gemiddeld springtij scheepvaart mogelijk met een diewang tot ona. 118 bm (38'9")c Volgens het Belgische Loodswezen maken eohter alle rachrpen met een diepgang van 110 dm of meer (waaraan in par. 4 VA^ deze studie bijzondere aandacht wordt besteed) reeds eind6 een aantal jaren uitsluitend gebruik van de scheepvaartroute door het Scheur. Wellicht ten overvloede zij vermeld dat bij eterk ontwik- kelde springtijen meer water (tot 4 & 5 dm) beeahikbaaa kan zijn dan bij gemiddeld springtir..i -?. par. 3 -

7 par. 3 DE WESTERSCHELDE EN DE BELGISCHE SCHELDE. 3; BengerDlaatsen en gebangerde hoe~eelhedon~ l- I - Ten behoeve van de instandhouding c.q. verbetering van do vaarweg op Antwerpen zijn in 1971 op diverse plaatsen in do ri- vier voor rekening van de Belgische Staat baggerwerkon uitgovoord. Deze baggerplaatsen (drempels en plaatranden) ei jn met een kruiaucering aangegeven op de bijlagen 5 en 5a. Op de bijlagen 6 en 7 zijn de jaarlijks op deze plaataen gebaggerde ho.- veelheden specie grafisch weergegeven. DB bijlagen 8 en 9 geven overziohten van de in 1971 maandelijks op Nederland6 gebied (mot inbegrip van de drempel van Zandvliet) opgebrachte hoeveelhoden speoie. Na de omvangrijke baggerwerken op de drempel van Baarlawd in 1969 (3,28 3 m 3 volstaan. In 1971 werd eohter weer aanzienlijk meer gebaggerd. In een half jaar tijd8 3 apecie op- gebracht. mln m ) werd in 1970 met een hoeveelheid vm 0.83 mln halfjaar) 'werd 1,78 mln m Op de drempels van Hansweert waar in 1970 de voor dat jaar grootste hoeveelheid specie van de gehele rivier werd gebaggord. (3*27 mln m 3 )* bedroeg in 1971 de opbrengst 2,l mln m 3 HIeWJIl ildt een vermindering van ruim 59% betekent is deze hoeveelheid toch weer de grootste jaaropbrengat per drempel in het afgelopen jaar. Langs de Plaat van Walsoorden, ter hoogte van het in 1966 ingekorte Oude Hoofd, is het baggerwerk de laatste jaren ateede minder geworden. In 1970 werden zelfs in het geheel geen bagger- werken uitgevoerd. In 1971 was de plaatrand echter zover uitga- bouwd, dat baggeren noodzakelijk werd geacht. De opbrengst be- 3 droeg hierbij niet minder dan 1,38 mln m. Op de drempel van Valkenisse bedroeg de gebaggerde hoeveel- heid het afgelopen jaar niet meer dan 0,37 mln m3, een gering. hoeveelheid in vergelijking met de opbrengsten in het afgelopen deoenniua. Het baggerwerk op de drempel van Bath, dat vrijwel steeds het omvangrijkste van de gehele rivier is geweest en in 1969 bijna 3 mln m3 baggerspecie opleverde, is de laatste twee jaar - iets.

8 -6- iete teruggelopen. In 1971 werd een hoeveelheid van 1,78 olm m 3 Opgebracht, tegen?,41 mln m3 in Evenals in voorgaande jaren (sinds 1963) werden langs de rand van de Ballastplaat en in de Overloop van Valkenisse geen I - I - baggerwerken uitgevoerd. n. Op de drempel van Zandvliet, waar de gebaggerde hoeveelheden de laatste jaren aterk toenamen, was de opbrengst thans minder dan in Terwijl in dat jaar 2,7 mln m3 specie van deze drempel werd verwijderd, werd in ,74 gerd, een vermindering van 35%. mln m3 specie gebag. Op de zgn. "Obstruotie" in de omgeving van de drempel van Zandvliet, waar in de twee voorgaande jaren in totaal bijna 82 O00 m 3 werd opgebracht werd in 1971 geen baegerwerk verricht. Uit de toegangsgeul naar de Zandvlietsluis werd in 1971 een hoeveelheid specie van 1.74 mln m 3 verwijderd, waarvan 0,96 mln m3 voor reke- ning van de gemeente Antwerpen. De zeer sterke stijging van de op- brengst uit deze geul blijkt uit de hoeveelheden van voorgaande jaren: 1969: m3; 1970: m3. Op de drempel van Frederik en de aangrenzende Plaat van Doel werden in 1971 vrij omvangrijke baggerwerken verricht. Op deze baggerplaatsen, waar in 1970 een totale hoeveelheid specie van 0,64 mln m 3 werd gebaggerd, bedroeg de opbrengst thans 1,41 mln m 3, de grootste hoeveelheid tot dusver. Ook van de drempel van - Lillo werd een grotere hoeveelheid specie verwijderd den in voor- gaande jaren. Bij de opbrengst van l,5 mln m3 is echter een hoeveelheid van 0,29 mln m3 inbegrepen, die niet ten behoeve van ri- vieronderhoud of -verbetering zijn gebaggerd, maar als zandwin- ning in de omgeving van de steiger van Lillo werd gezogen. De toeneming van het baggerwerk stroomopwaarts van de Beude- wijnsluis heeft zich ook in 1971~oortgezet. Langs de Plaat vaa de Parel, waar in 1970 slechts 4 O00 m 3 werd gebaggerd, bedroeg de opbrenget in het afgelopen jaar niet minder dan 1.15 mln m3. Op de drempel van de Parel werd in mln m 3 gebaggerd, tegen 0,18 mln m 3 in 1970, terwijl op de drempel van Krankeloon de opbrengst toenam van 0,9 mln m3 in 1970 tot 1.16 mln m 3 in Op de Punt van Meltlele en de drempel VAII Draaiende Sluis, waar in 1970.hoeveel~en van resp en 0,6 mln m3 werderi gebaggerd, * - werden -

9 l- werden in 1971 geen baggerwerken uitgevoex-d, Lange de Palin- && werd een hoeveelheid van 0.09 mln m3 verwijderd. Tar plaat- ee werd in 1970 niet gebaggerd. Niet op bijlage 7 vermeld Bijn de geringe hoeveelheden van 20 O00 en m3. die bij Kruibeke resp. voor diverse kaden werden opgebracht. Op de bijlagen 10 en 11 wordt een grafisoh overziaht gegeven Van de sedert 1950 jaarlijks op de Westersohelde en de Belgische Sohelde gebaggerde hoeveelheden speoie. Volgens bijlage 10 heeft de sterke stijging van de totale gebaggerde hoeveelheid zich ook in 1971 voortgezet. Met een totale opbrengst in 1971 van mln a 3 werd de hoeveelheid van 1970 met 13% overtroffen. DeSe stijging is voornamelijk het gevolg van de grotere baggeropbrsnp sten op Belgisch gebied. Hier werd in 1971 bijna 8 mln m 3 gebaggera, hetgeen neerkomt op een stijging van 25%. Op Nederland. go- bied (raonder & doempel van Zanxvliet) werd 7.4 sleohts weinig meer dan in 7970 (7.22 mln m 3 1. mln m3 opgebracht, Op Belgisch gebied werd 11% van de totale opbrengst met behulp ven een sleepzuiger verwijderd ( 1970 : 16'16);q Nederlands gebied was dit 27% ( %). Blijkens bijlage 11 is het baggerwerk opwaarts van de BeuBe- wijnsluis met ruim 75% toegenomen t.o.v. het voorgaande jaar (1970: 1,86 mln m 3 ; 1971: 3.3 mln m 3 ). Benedenetrooms viel een liahte toeneming op te merken (1970 : 11,78 mln in3; 1971 : mln m 31. I Het storten en afvoeren van voor onderhoudsbagaerwdbken AebaRRerde specie. In 1971 werd op de op Belgisch gebied gelegen drempels, stroomopwaarts van de Zandvlietsluie, de enorme hoeveelheid 8peoi.e van 6,21 mln 3 m gebaggerd! dit komt neer op een toeneming vali 73% t.e.v Volgen8 de offiaiële opgave dient van de zojuist genoemde hor veelheid 0.29 mln m 3 gewonnen specie ter plaatse van de eteiger van Lilla, als zandwinning te warden aangemerkt (het ondereoheid tussen zandwinning en onderhoudebaggerwerk werd dit jaar in de offioiöle opgave voor het eerst gemaakt). Vrijwel de gehele opbrengst (99.6%) werd buiten het rivierbed afgevoerd t.b.v. diverse in uitvoering zijnde werken; dechts 20 O00 m3 werd in de rivier teruggestort. - U i t -

10 ' Uit het onderstaande overzicht blijkt dat, hoewel de laats- te jaren vrijwel de gehele opbrengst buiten het rivierbed werd afgevoerd, het baggerwerk op de Belgische Schelde zeer sterk Is toegenonien i I Belgische Schelde boven Zandvliet gebaggerd (min m 3) af gevoerd (min m 3) af gevoerd ( %) Yr5 99 9Yi6 I 7 - Op bijlage 8 wordt een tabellarisch overzicht gegeven van de in 1971 maandelijks op Nederlands gebied (de drempel van Zandvliet inbegrepen) gebaggerde, teruggestorte en afgevoerde hoeveelheden specie. Bijlage 9 geeft een grafisch overzioht van deze gegevens. Op bijlage 12 zijn de sedert 1946 jaarlijks in de belangrijkate stortplaatsen teruggestorte hoeveelheden specie grafisch weergegeven. Tevens zijn op deze bijlage de buiten de rivier gebrachte hoeveelheden aangegeven. In 1971 werd op Nederlands gebied (met inbegrip van de drempel van Zandvliet) een hoeveelheid epecie van 9.15 mln m 3 gebaggerd. Van deze opbrengst werd 3,73 mln m3 (41%) buiten het rivierbed gebracht. De rest (5.42 mln m 3 werd in de rivier teruggeatort. De thans aan de rivier onttrokken haeveelheid specie ia belangrijk kleiner dan In 1970, toen 5,29 mln m3 werd afgevoerd. Van de in 1971 afgevoerde specie werd alechts 0.5 mln m 3 (1970 I 2*3 mln m 3 naar Nederlands gebied afgevoerd, waar ae werd gebruikt ten behoeve van dijkverzwaringeii (0,36 mln m 3 en Rijkaweg 58 (0.86 mln m 3 ). Hiervan was het grootste gedeelte afkom.tig van de Plaat van Walsoorden (0,37 mln m 3 ). De resterende (kleine) hoeveelheid werd betrokken vaii de drempels van Hansweert, Bath 01) Zandvliet. - De - I I

11 - 9- I ' c- De in 1971 op Nederlands gebied gebruikte stoftplaatmen a staan globaal aangegeven op de bijlagen 5 en 5. Voor ren speelfioatie der gebaggerde hoeveelheden per atortplaats raadploge m n bijlage 8. Van de50 stortplaatsen heeft de ebstortplaata langn &e reohteroever van het Middelgat en het Ebeohaar naar de Everiapn een wijziging ondergaan t.o.* Ter plaatas wordt sindmdier gestort in de vrij diepe oostelijke inloop van het Pba<rkaqr Everinnon, hetgeen een belangrijke uitbreiding van de stortmogo- Lijkheden inhoudt, Dit zou van belang kunnen zijn om de natuwlijke ontwikkelingen van dit aohaar te doorkruisen, wat guantig %OU kunnen werken op de instandhouding van de vaargeul over de drempel van Baarland. In 1971 werd in deze stortplaata dan ook een hoeveelheid specie van 0,87 mln m3, afkomstig van de drempel van Baarland gestort, tegen slechte 0,02 mln m3 in Dit had tot gevolg dat in de ebstortplaats langs de linkeroever van het 3 werd gestort. Dit is een ge- Gat van Oaaenisse slechts 13, O00 m ringe hoeveelheid invergelijking met die vnn 1969 en I970 toen resp. 1,27 en 0-41 mln m3 specie in deze stortplaats werd gebraakt. Van de aangrensende vloedstortplaats werd daarentegen meer uebruik gemaakt: mrt een geatorte hoeveelheid v@n 0,9 alg ai 3 wbrd üe hoeveelheid van 1970 ruim verdubbeld. In 1971 werd de gekrle ap- brengst van de drempel van Baarland in de rivier teruggestoyt. In het Sohaar van Waarde werd in het afgelopen jaar 3-04 mln 183 de specie gestort, Dit is de grootste hoeveelheid die ooit in deae stortplaats werd gebracht en betekent een toeneming van 64% t.o.v (1.86 mln m 3 ). Ze omvatte bijna de gehele opbrengat van de ärempels van Hansweert (2.03 mln m 3 ) en Walsoorden (1,Ol mln IU 3 1. Van deze drempels werden hoeveelheden van resp. 0,07 mln m3 en 0,37 aln m3 buiteli het rivierbed afgevoerd ten behoeve van wateretaatewerken op Nederlands gebied (di jksverzwaring). De in de stortplaat# nabij boei 63 gebrachte hoeveelheden specie nemen de laatste jaren sterk af. Het afgelopen jaar bedroeg de gestorte hoeveelheid (0,42 mln m 3 sleohts een derde ge- deelte van die in Dit ia zowel eenegvolg van de in omvang afnemende baggerwerken op de drempel van Valkmiese, als van het feit dat de laatste jaren g ~ hoeveelheden ~ h specie van de drer pel van Bath naar Belgisch gebied worden afgevoerd. Hierdoor heeft

12 -10- ook het storten in de AoDelzak veel minder plaatsgevonden dan in 1970 (1970 t 0,69 mln m 3 t 7971 t O,?? nln m 3 ). Van de drempol van Valkenisse werd de gehele opbrengst in de rivier teruggestort, 0,29 mln m3 nabij boei 63 en 0.08 mln m 3 In de Appelzak. Van de Brempel van Bath daarentegen werd in 1971 niet minder dan 1.51 mlr I 3 naar Belgisoh gebied afgevoerd, terwijl hoeveelheden van m3 en m 3 buiten het rivierbed werden gebraoht ten behoeve van resp. waterstaatswerken op Nederlands gebied 419 levoring aan derden. Ook van de drempol van Zandvliot werd bijna de t.ho10 opbrengst naar België afgevoerd (1,69 mln m 31. Daarnaast werden hoeveelheden van 30 O00 m 3 en 15 O00 m 3 buiten de rivier gebraoht ten behoeve van waterstaatawerken op Nederlands gebied oii levering aan derden, terwijl in de sinds enkele jaren buiten gebruik sijnde stortplaate in het Schaar van Ouden Doel weer m 3 werd gestort. 3.2 di optel ia gin^ der drempels. I. Op bijlage 1 wordt een overeicht gegeven van de ligging van de drempel gebieden in de Westerschelde en de Belgische Sohelde tot de Boudewijnsluis (drempels i1 t/m 11). Bijlage 2 geeft het verloop 6edert 1948 weer van de minste diepten op deze drempels. De baggerperloden en het verloop van de minate drempeldiepten (sedert medio 1969) in hst gebied tussen Baarleind en Buyabt ataas afgebeeld ep bijlage 13. Op deee bijlage zijn de diepten van de 1 drempels op Belgisch gebied (met inbegrip van de drempel van Zandvliet) aangegeven overeenkomstig de gegevens vermeld in do Beriohten aan Zeevarenden. De niin6te drempeldiepten op Nederlanb gebied (Bath t/m Baarland] zijn afgeleid van Belgische Zoding kaarten. In vergelijking met voorgaande jaren, toen op de drempel van Bir~$ele vrijwel ateeds o#n minste diepte van g.l.l.w PI of meer besohikbaar was, dient de diepteligging van deze drempel in 1971 als ongunstig te worden aangemerkt. Terwijl in juni de bo- schikbaro Vaardiepte middenvaarwaters reeds was teruggelopen tot g.1.l.w.s. -97 dm bedroeg deze diepte in deoember+,nog sleohts g.l.1.w.s. -95 dm, de ongunstigate diepte, die ter plaatse ooit - was -

13 -11- i wan vastgesteld. Op grond daarvan i6 voor 1972 aan de Belgisobe Staat toegestaan (krachtens de verleende jaarlijkse vergunning) onderhoudsbaggerwerken op de drempel van Borssele uit te voeren. Ook de diepten in het Pas van Terneuzen ter hoogte van de cal. Ser Lippenspolder waren duidelijk ongunstiger dan in 1970, toen dit geulgedeelte een zeer diepe ligging bezat. De minste diepte middenvaarwaters werd thans vastgesteld op g.1.1.w.a dm (1970 : g.l.l.w dm), terwijl in de lichtenlija Esndraahtpolder de minste diepte g.l.1.w.s dm bedroeg. Een van de ongunstigste situaties in de rivier vormt sinds enkele jaren de dremvel van Baarland. In 1969 bleek deze drempel zodanig te zijn aangezalid dat (koewel inmiddels de Overloop van Hansweert een geechikt vaarwater voor de grote schepen was geworden) tot een omvangrijk baggerwerk werd besloten (par.j.1.1). Hierbij werd de minste diepte middenvaarwaters van g.l.1.w.a.- 80 dm gebracht op g.1.l.w.e dm. De drempel zandde na het baggeren eahter zo snel aan dat reeds acht maanden na de beëindiging hiervan de diepte nog slechts g.l.l.w dm bedroeg. Een volgend - zij het minder omvangrijk; - baggerwerk moest in de- ze situatie verbetering brengen. Mede do~r het aanpassen van de betonning (waardoor een dieper geultje aan de zwarte-tonakant van het vaarwater meer middenvaarwaters kwam te liggen) kon eind een diepte van ong. g.l.1.w.s. -10 m worden vhstgeeteld. De aanzanding voltrok zich echter weer even snel als na het eerste baggerwerk. Reeds in juni 1971 was nog aleohts een diepte van g.1.l.w.s. -87 dm beschikbaar. Door het dan volgende baggerwerk werd de diepte aanvankelijk op g.l.1.w.s. -94 dm gebracht, dook ondrnkshet aanhoudende baggerwerk nam de diepte hierna weer af. In december vorig jaar werd middenvaarwaters een minste diepte aangetroffen van g.l.l.w dm. Te vermelden valt dat bij de bewuste baggerwerken behalve verdieping tevens een verruiming van de drempel langs de rechteroever (Middelplaat) wordt nage- streefd. Als gevolg van de baggerwerken bleek de rechteroever (op g.l.1.w.ô. -80 dm) over een afstand van 100 à I50 in in weste- lijke richtin8 t e eijn verplaatst. De minste diepte middenvaarwaters in het naar verhouding ondiepe geulgedeelte van het MiddeLRat in de omgeving van de - boeien -

14 -1 2- I I I. boeien 43 en 45* die tot dusver g.1.l.w.s m of meer bedrmeg, wrd In juni 1971 vastgesteld op g.1.rl.w.s. -96 da. Dit ia 4 dm minder dan tijdens de ondiepste ligging van 1970* toen een diepte van g.l.1.w.e dm aanwezig was. Evenale in het voorgaande jaar werd de ondiepste ligging in de hoofdgeul tussen Vlissingen en Hansweert in 1971 aangetroffen op de drempel van Baarland (g.1.l.w.s. -82 dm). Aanzienlijk gunstiger zijn de laatste jaren eohter de diepten in het nevenvaarwater Overloop van Hansweert. Na een diepste lip ging van E.1.1.W.S dm in februari 1971, bedroeg de minclt. diepte middenvaarwaters in deoember toch nog g.l.l.w b. De grote sohepen maken sinds enkele jaren dan ook vrijwel uit- aluitend gebruik van dit nevenwater. Op de in de noordelijke inloop van het Zuidergat gelegen drempels van Hansweert, waar door de grote baggerwerken eind 1971 een vrij diepe ligging was verkregen, werd in 1971 een fom me ritaraanding gekonstateerd. De minste diepte middenvaarwaters nam hfsrbij af van g.l.1.w.e. -91 dm tof g.l.lrw dñ in april Gelijktijdig net deze aanzanding kwam de geul onder de reohtereever weer tot ontwikkeling, zodat tijdens de ondiepste ligging middenvaarwaters (g.1.l.w.e. -79 dm) onder de rechteroever nog een diepte van g.l.l.w dm beschikbaar was. Gedurende het tweede halfjaar van 1971 was onder de rechteroever clteeds een diepte van g.1.l.w.s. -92 dm of meer aanwezig. De diepteligging van de drempel van Valkenisse gaf in 1971 vrijwel hetzelfde beeld te eien als in het Jaar daarvoor. üedu- rende een groot deel van het jaar bedroeg de diepte middenvaarwaters minder dan g.1.l.w.s. -90 dm. Voor de minste diepte werd dezelfde waarde vastgesteld als in g.1.l.w.e dm. Het verloop van de diepten op de drempel van Bath va8 in 1971 over het algemeen gunstiger dan in Ip7O. Het gehele jaar waren Qiddenvaarwaters diepten van p.l.l.u.s. -91 dm of meer be- sohikbaar. Mt is dncitdljk meer dan in het voorgaande jaar, toen do minate diopte g.l.1.w.a. -84 dn bedroeg. Ook de drempel. van Zandvliet bezat In 1971 over het algemeen gunstiger diepten dan in Hoewel de minste besohikbare diep te in 1971 vrijwel gelijk was aan die in 1970 (g.l.1.w.e. -84 dm - tegenover -

15 -13- I- tegenover g.1.1.w.s. -83 dm) waren gedurende een groot deel van het jaar gotere diepten aanwezig dan in het voorgaande jaar. Door de omvangrijke baggerwerken werd in 1971 Op de &.nel van W derik een aanzienlijke betere diepteligging bereikt dan in voorgaande jaren. Terwijls omstreeks de jaarwisseling 1969/1970 de diepte middenvaarwaters nog sleohts g.l.1.w.s. -78 dm bedroeg, waren in 1971 steeds diepten van g.1.1.w.s. -86 dm of meer beachik- baar. De diepten op de drerqpel van Lillo waren ondanks de grotsre baggeropbrengst niet veel gunstiger dan in Evenala in dat jaar werd de minste diepte middenvaarwaters thans vaetgesteld cip g.l.l.w dm. Samenvattend kan worden gesteld dat de drempeldiepten tussor Hannweert en de Zandvlietsluis in 1971 steeds meer dan g.1.l.w.l. -83 dm bedroegen. Tussen de Zandvlietsluis en de Boudewijnelui8 waren drempeldiepten van g.l.l.w dm of meer aanwezig. Volgens bijlage 13 bezaten bijna alle drempelgebieden stroon- opwaarts van de Boudewijnsluis grotere diepten dan in De.Idiepste liggingen werden evenals in het voorgaande jaar aangetreîfen op de drempel van de Parel (g.l.l.w dm) en de &$&IQ& van Buroht (g.l.1.w.e. -79 dm). Deze diepten waren overigena aam zienlijk gunstiger dan in 1970, toen voor bovengenoemde drempels minate diepten van resp. grl.l.w.a. -77 dm en -76 dm werden vaatgesteld. De diepten op de tussengelegen drempel6 bedroegen vrijwel steeds meer dan g.l.l.w ' dia. Slsohts ~p de drempel0 K- keloon en Draaiende $luis waren gedurende korte tijd rindere diepten aanwezig. De besohikbare vaardiepten In het riviergedeelte tuasen Buraht en de Boudewijnsluia waren in 1971 zeker niet minder dan beneden- strooms van deze sluis. 3.3 Xanäwinning. lozen en storten van sueoie (t.b.,v. derde& Winulaataen en Rewannen hoeveelheden% Op bijlage 4 ataan de aan een aantal oonoessiehouders in de Westersohelde aangewezen zandwinplaatsen ( winvakken 1 t/m Iv) aancp geven met Vermelding van de in 1971 aan deze gebieden onttrokken - hoeveelheden -

16 -14- I - hoeveelheden speoie. Naast deze winvakken werd in 1971 tevena in de Appelsak een gebied voor zandwinning t.b.v. oen conoeilmlo- houder aangewezen. In de winvakken was het winnen van zand eleokf* toegestaan buiten het betonde vaarwater en tot een maximale diopti van g.1.w. -10 m. De &eneen der winvakken waren ongoveer dezolfde als in 1970, voor welk jaar de omvang der vakken met het oog op het openbaar rivier- en itroombelang waa verkleind. Naast het winnen van eand 0.q. sohelpen in de aan conaeasie- kouder6 aangewesen winplaatsen worden op de Westerschelde ten bo- hoeve van in uitvoering zi jnde werken regelmatig grote hoeveolhc den zand gowénnen in tijdelijke winplaatsen. Deze plaatsen zijn aan de betrokken aannemingsbedrijven toegewezen. Terwijl de Co. hq lafen migdiepte voor deze doeleinden normaliter N.A.P. -10 m b c droeg, is na 1969, toen een euigproef werd uitgevoerd tot oea drie* te van N.A.P. -20 m, in vrijwel alle gevallen vergunning verîeend voor het winnen tot äiepten van meer dnn N.A.P. -10 mt hierbij werd dan een diepte van N.A.P. -15 m aangehouden. Ter oontrh ep de door de zandwinning verooraaakte verdiepingen zijn in de loop äer jaren ter plaatse van deze zuigputten steeds in- en uitpotlin- gen verrioht. Ook nadien worden, afhankelijk van de lerenaduur van deze putten, regelmatig peilingen uitgevoerd. Aan de hand van dezo peilgegevens is sinds enkele jaren een onderzoek gaande naar do ge- dragingen van een aantal zuigputten, die in voorgaande jaren door zandwinning zijn ontstaan. Door middel van grondboringen werden hierbij tevens de oorspronkelijke en de nieuwe samenstelling raa het bodemmateriaal nagegaan. In 1971 is door de conoessiehouders in totaal een hoeveelheid specie van 0,7 mln m3 gebaggerd (ruim 7 O00 m 3 sololpen kab@epor), dezelfde hoeveelheid al8 in De ten behoeve van in uitvoering zijnde werken âoor aannemingsbedrijven geeogen hoeveelheid speoio van 1,31 mln m3 was gering in vergelijking met voorgaande jaren (1969: 4.69 mln m : lr93 mln m 3 ) Storten en afvoeren van eaeoiec De totale hoeveelheld zand en schelpen, die door de ooncoïa.20- houders in de winvakken werd gebaggerd werd buiten het rivierbed afgevoerd, o.a. ten behoeve van levering aan derden. - Ook -

17 -15- L- I. Ook de door de aannemingsbedri jvan pa*urr -3-n zand werden geheel bulten de rivier gebraoht. &erbij ging het in 7971 sleahts om bén zandwinplaats. Ten behoeve van het o p spuiten van het industrieterrein Total (gem. Borssele) werd aan de noordzijde van de Hooge Platen een hoeveelheid specie van mln m gezogen. Naast het onttrekken van specie aan het rivierbed eijn in 1971 ook grote hoeveelheden materiaal in de rivier gebraoht. Evenals in 1970 werd in het afgelopen jaar bodemmaterlaal uit de haven Vlissingen-Oost, dat ter beschikking kwam door de Uitbreidingowerken aldaar geloosd in het voormalige dijkgat nabij fort Rammekene. De hoeveelheid was echter aanzienlijk kloiner, n-1. 1,81 mln m 3, tegen 2,83 mln m3 in De in 1971 bij de ultbreidingswerken aan de veerhaven te Breskens vrijgekomen materialen (klei, zand, ateen) werden voor het grootdt0 deel ter hoogte van Duivelshoek in het Vaarwater lange Hoofdplaat gedtort (O,jl mln m 3 ). Kleinere hoeveelheden werden op de uitlegor va8 de Plaat van Breskena ( rn 3 ) en langs de osver in de omge- ving van de Nol van Calon gestort. In de laatatganoemde.ter*. plaata werd m 3 overtollig materiaal, hoofdzakelijk.teen, verwerkt ten behoeve van de verbetering van de orvor*sriiebliid.ng ter glaat6e. Langs de zuidel1;lke rand van de Middelplaat ter hoogt. van Terneuzen werd 0,kl mln m 3 specie gestort. Hiervan X ~D 0.35.In m3 afkom8tig van de Braakmanhavan en 0,06 mln m 3 van het Kanaal van Gent naar Terneuzen (Sluiskil). Tevens zij rermold b t uit de Braakmanhaven een hoeveelheid specie van 0,3 aln m3 naar de tarb&nen van Dow Chemlcal is gebracht. De in bovenvermldo havens pbargerde hoeveelheden worden eohter besohouwd al8 zijnde niet aan de rivier onttrokken. Ze staan dan ook niet op bijlage 4 vermeld. Uit bovenstaande gegevens betreffende zandwinning en W4l storten en lozen van specie zou volgen dat in 1971 ruim 0,5 mln m 3 meer in de rivier zou zijn gebracht dan 0%- aan i8 oab trokken. Een vsrgelijking tusaen de vermelde hoevrelheboa $6 evenwel niet zonder meer mogelijk omdat de vast8telling van de hoeveelheden niet steeds op dezelfde wijze is geachied. Terwijl

18 -1 6- de gewonnen hoeveelheden namelijk in de bakken zijn gemeten, is een deel van de gestorte hoeveelheden ontleend aan opmetingen in profiel in de aanvankelijke toestand. Zou men in verband hiermee met uitlevering rekening houden (in orde van grootte: 20%). dan zou het verschil nog meer bedragen. De in par. 3.1 gegeven cijfers voor het onderhoudsbaggerwerk zijn daarentegen onderling wel goed vergelijkbaar. De vermelde hoeveelheden zijn hierbij steedn aemeten in middelen van vervoer. l'en slotte zij er nog op geweeen dat de hoeveelbeden spe- cie, afkomstig van onderhoudsbaggerwerk in de diverse haven6 langs de Westerschelde, die geheel in de rivier worden geatort, in het kader van deze (en voorgaande) nota('s) buiten beschou- wing zijn gebleven. Deze specie bestaat namelijk hoofdzakelijk, althans in Beer belangrijke mate, uit slib. par. 4 DE VAART VAN SCHEPEN MET GROTE DIEWANG. 4.1 Almmene gerevens. Op bijlage 14 is een grafisch overzicht gegeven van de in 1971 ten minste besohikbare waterdiepten tossen de H&sä van ' de Westerschelde en Antwerpen. Deze waterdiepten zijn Bfgeleid van de in par. 3.2 vermelde gegevens en per riviertak uitge- drukt in dm t.o.v. hoogwater gem. springtij. In verband met de indaling ("squsi(c*), de voor het navigeren benodigde kielspe- ling ("keelolearance") en de bewegingen t.g.v. e.d.) seegang (stampen van een varend sohip dient de beschikbare waterdiepte uiteraard groter te zijn dan de diepgang van dat sohip. Voor deze z.g. ovelidiepte wordt in het algemeen 10 15% van de diepgang gerekend. Bij de vaart op Antwerpen via het hoofdvaarwater was rolgem genoemde bijlage de diepteligging van de drempel van Baar- land maatgevend. Tijdens de ondiepste ligging bedroeg de minrrte beschikbare waterdiepte bij hoogwater gem, springtij 134 dn. Het nevenvnarwater Overloop van Hansweert was toen weliewaar aanzfenlijk dieper, maar het bevaren van dit water verruimde de mogelijkheden voor de scheepvanrt in feite niet veel omdat te- zelfdertijd 'op de drempel van Hansweert onder deze' omstandighe- den een waterdiepte van slechts 136 dm beschikbaar wa6. De - stroomopwaartik.

19 -17- c- stroomopwaarts hiervan gelegen drempola bezaten in 1971 alle een diepere ligging. Bij de vaart op Terneuzen was de di.* ligging van de drempel van Borssele maatgevend (144 de). Voor de havens van Vlissingen en Vlissingen-Ooet kon tijdens hoop water gem. rekend. springtij op een waterdiepte van 151 dm worden ge- Bijlage 15 geeft een overzicht van de aantallen sedert 1969 via de Scheur-Wielingen route en het Oostgat van en naar Antwerpen, (tent, Terneuzen of Vlissingen gevaren schepen met een diepgang voor Vliseingen van 100 dm of meer. In tegenatrlling tot voorgaande jaren worden sinds 1969 de diepgangen zowel door het Belgische als door het Nederlandse Loodswez& opbego- vei in decimeters, zodat op genoemde bijlage de Enáelse maten zijn vervangen door een aanduiding in decimetera. Teneinäe in de grafiek van de opgevaren schepen enige aanduithg te krijgen zijn de t/m 1968 aangehouden klassen van 2 voat benaderd door klassen van 6 decimetep. Bij het samenstellen ven de tabellea voor de vaart op Antwerpen en Gent is gebrn& gemaakt van de gegevens van de diepgangen na het eventuele lichtenat. Het feit, dat bij de opvaart d6 gevolg van het geleidelijk afnemende zoutgehalte van het rivierwater de diepgang der schepen enigermate zal toenemen, ie botten beschouwing gelaten. Voor de vaart vla de sluis te Trraona zen zijn tevens de in die sluis bepaalde diepgangen verwerkt. Nam voor 1971 het totale._ aantal opgevaren schepen met een diepgans van 100 dm of meer ven jaar op jaar toe, ta 1971 wrû? die tbndentie doorkruist en voeren via het Scheur miet meer dan 925 schepen van deze grootte de Westerschelde op tegen 1130 schepen in Door het Oostgat kwam slechts 6811 schip van deee klasse binnen, tegen 3 schepen in De grafiek op bij- lage 15 geeft aan dat deze reraindering vrij regelmatig VOF- deeld is over de onderscheiden diepgangen. Het aantal schepen met een diepgang van 125 dm of meer gaf in 1971 echter ern lich- te stijging te zien naar uit de tabel van bijlage 15 blijkt. Bij de afvaart echter is de tendentie tegengesteld: in totaal kozen in 1971 in Vliesingen 96 ochepen met een diepgang van 100 dm of meer zee tegen 79 in 1970 (in 1969 waren het er - overigens -

20 overigens ook reeds 96 geweest). Deze diepltekende afvarendo sohepm verkozen vrijwel alle de Scheur-Wielingen route, sleohts 66n ervan voer v k het ûorstgat naar zee. Bij het voorgaande verdient nog het volgende vermelding; De diepgangen, opgemeten bij de sluis te Terneuben,door per- noneel van de Rijkswaterstaat, bleken in een vrij groot aantal gevallen ai te wijken van de diepgangen opgegeven door het Loods- wezen. Voor w at betreft de afvaart kan dit deels verklaard worden uit het feit dat de diepgang op het kanaal wordt bepaald: door verschillen in zoutgehalte van het water is deze diepgang groter dan die op de Weaterschelde. Voor de afvaart zijn op bijlago 15 daarom de opgaven van het Loodswezen verwerkt. Voor de opvaart kunnen 8.g. verschillen geen rol spelen aangezien de diepgang der opsohuttende schepen in de voorhaven wordt bepaald. Het is zeer aannemelijk dat in een deel van de gevallen, waarin zich hier afwijkingen voordeden, onvolledighe- den in de gegevens betreffende het lichten een rol spelen. Qp vexzoek van de %ijkahavendienst verstrekken de cargadoora n.l. gogo- ven6, die in het algemeen beperkt blijven tot het tonnage der gelichte goederen, welk tonnage vervolgens herleid wordt tot een gemiddelde diep$angsvermfndering van het gehele desbetreffende schip. Deze herleiding behoeft niet overeen te stemmen met de werkelijkheid. Verder zijn de opgaven der cargadoors niet volle- dig; dit blijkt uit onderataand lijstje van schepen, die 0nge-e licht de sluisdrempel van Terneuzen niet hadden kunnen pkleserer8 Het is op grond hiervan aannemelijk dat vaker gelicht is zonäer dat dit aan de Rijkehavendienst is bpgegeven. Dezerzijds is nu aangenomen dat een opgevaren schip als vvgelichttl moet worden beaohouwd zodra de opgegeven diepgang bij de sluis te Terneuzen

21 I 4 dm of meer kleiner was dan de voor Vlissingen vermelde diepgang. Op deze wijze werden 14 schepen aan de opgave der geliohte schepen toegevoegd. De maat van 4 dm is aangehouden omdat bij wel als gelicht opgegeven schepen (9 stuks) deze waarde nimmer werd bereikt. Wellicht ten overvloed. zij in dit verband nog vermeld dat geringe verschillen in opgaven van diepgang van een schip terug te brengen zijn tot onnauwkeurigheden bij het bepalen van de diepgang. Bevredigend is de gevolgde gang van zaken overigens niet omdat voor schepen met bestemming Antwerpen een dergelijks werkwijze niet kan worden gevolgd. Het lijkt zeer zeker mogelijk dat van deze schepen enkele, waarvan geen opgav. is binnengekomen dat zij gelicht zijn, in feite toch een deel van hun lading in de Everingen of in de Puk van Terneuzen hebben gelost. 4.2 De vaart op ge verschillende havens. i- I ' In 1971 was de haven VliSd.nRen-O&Verder geschikt ge- maakt voor het ontvangen van grote schepen. In dat Jaar deden reeds 7 schepen met een diepgang van 100 dm of meer deee haven aan. Twee van deze schepen overtroffen ook bij de afvaart nog deze grens. Wellioht als gevolg van het openatellen van de Bloehaven nam de vaart van diepstekende schepen op de buiten- haven van VliseinRen verder af. Slechts 2 grote schepen deden deze haven in 1971 aan (1970: 5 schepen). De grootste diepgang was hierbij eohter groter dan in 1970: op 4 maart 1971 voor namelijk het Liberiaanse schip "Trinity Navigator" deze havex binnen met een diepgang van 1?1 dm. Nog dezelfde dag voer di0 sehip met onveranderde diepgang weer naar zee. Ook +p Terneuzen liep de vaart van diepstekende sohepea in 1971 verder terug. Slechts 8 schepen met bestemming Ter- neuzen staken dieper dan 100 dm (1970: 13 schepen), terwijl do grootste diepgang hiervan niet meer dan 116 dm bedroeg (1970: 'I34 dm). Er voeren in 1971 geen grote aohepen van Terneuzen naar zee. De haven van Gent (de ten noorden daarvan gelegen havens, o.n. van Zelzate, daaronder begrepen) was de enige haven, di.

22 I' -20- I - K I- I. in 1971 door meer grote schepen werd bezooht dan in voorgaande jaren. Hoewel de stijging van het aantal schepen met een diep- gang van 100 dm of meer betrekkelijk gering is (1970: 111 aohe- pent 1971: I?? sahepen), werd bij een diepgang van 115 dm of meer een toeneming van 40 schepen vastgesteld. De maximale diep gang bij de opvaart op het Kanaal van Gent naar Terneuzen nam toe van I19 dm in 1970 tot 123 dm in Het aantal afgevnren diepstekende schepen heeft eveneens een stijging ondergaan. In het afgelopen jaar voeren 29 grote schepen vanuit Gent naer zee (1970~ 19 schepen). De grootste diepgang nam hierbij echter ' af (1970; 125 dm; 1971: 176 dn). Het aantal grote schepen, dat in 1971 de Westerschelde opvoer met bestemming Antwerpen was aanzienlijk minder dan in hot jaar daarvoor. Slechts 778 schepen bevoeren met een diepgang van 100 âm of meer de Westerschelde met bestemming een der Antwerps. havene. Van deze schepen was alleen het aantal 125 dm af dieper stekende schepen groter dan in De grootste diepgang nam dan ook toe van 129 dm tot 133 dm. Naast het tabellarische overzicht van bijlage 15 geeft bij- lage 16 een grafisch beeld van de diepgangen der grote schepen, die in 1971 naar Antwerpen of Gent opvoeren. Evenals in de vorige nota (nr. 71.1, "De Bevaarbaarheid van de Westerschelde in 1970") werd op deze bijlaga volstaan met het weergeven van de schepen met een diepgang van 125 dm of meer. De grootste diepgang, waarmee in 1971 de Westerschelde werd opgevaren, bedroeg 133 dm. In dat Jaar voeren het Griekse sahip "Prometheustt en de Belgische "Mineral Gent" beide met deze dleg- gang op naar de Put van Terneuzen (bestemming Gent). Hot diepststekende vaartuig dat de Antwerpse havena bereikte was het Noorse schip '*Aimee", dat op 25 december met een diepgang van I33 dm opvoer; volgens de officiöle gegevens was dit schip niet "gelicht". Bij een hoogwaterstand te Bath van N.A.P. + 2,30 m en een diepteligging van de drempel van Zandvliet van N.A.P. -11,60 m((5.1.1.w.a. -9,OO m) zal aldaar de overdiepte sleohta äm hebben bedragen (gerekend ten opzichte van g-l.l.w.8. was op de drempels van Valkenisse en Hansweert op die dag sleohts 2 resp. 3 dm meer diepte aanwezig dan bij Zandvliet). Een dergelijke gerisge - speling -

23 I -21- l. speling werd tijdens de opvaart van het Panamese schip fgeroasostt ep 2 augustus (diepgang 132 dm) niet eem bereikt. Op deze dag bedroeg de hoogwaterstand te Bath sleohts N.A.P m. Bij - een drempeldiepte (Zandvliet) van N.A.1'. -11,40 m (g.1.l.v.a. 8,80 cn) zou er vrijwel geen overdiepte aanwezig zijn geweest (drempeldiepten Valkenisse en Hansweert beliepen op 8fe dag achtereenvolgens 9*30 m en 9.50 m t.o.v. g.l.l.w.5.). zoals reeds in par. 1t.I vermeld ontbreken bij de opgave van "gelichte" achepen wellicht enkele vaartuigen. Dit zouden schepen kunnen zijn, waar- bij het "lichten@* Wnnehts Is uitgevoerd, zodat dit ook niet deor de havendienst is waargenomen. De mogelijkheid bestaat hierdoor dat de beide bovenvermelde schepen toch gelicht zijn geweest en wel met een verantwoorde overdiepte zijn opgevaren. Het "lichten" van schepen, dat in 7969 een record bereikte (169 schepen) betrof in schepen sn strekte zich in 1971 Uit tot niet meer dan 79 schepen. Hiervan werden de 50 schepen met bestemming Antwerpen vrijwel alle in de Everingen ev ge licht*^; aleohts 2 schepen werden in de Fut van Terneuzen behandeld. Van de gelichte schepen met bestemming Terneuzen of Gent werd er sleohte ó6n In de Everingen "gelicht"; de overige 28 achepen voeren ep naar de Put van Terneuzen'. Bijlage 17 geeft een grafisch beeld van de in 1971 *fgelichte" schepsn met een diepgang voor het "lichten" van 125 dm of meer. Uit dit overzicht blijkt dat de diepgang na het tllichton'' in de meeste gevallen 1?3 dm of aitnder bedroeg. Twee schepan echter veeren (tijdens springtij) op naar Antwerpen met een diepgang na het "lichtenf1 van 126 dm. Op bijlage 18 wordt verder een tabellarisch overzicht gegeven van de in 1971 in de Everingen en de Put van Terneuzen geliahte schepen. Uit dit overzicht en uit bijlage 17 blijkt dat uit een aantal schepen meer is gelost dan voor de verdere opvaart met het oog op de beschikbare waterdiepte noodzakelijk waa. WaweohijnLijk had in deze gevallen een deel van de lading een andere bestemming. Naast een plaats voor het "lichten" van schepen wordt de Everingen de laatste jaren steeds meer els bunkerplaats gebruikt. Hierbij betrof het in 1971 tt schepen met een diepgang van 100 dm of mee$ (grootste diepgang 117 dm). Tevens werd uit ébn schip (diepgang 120 dm) een $es1 van de lading gelost, waarna het schip weer lioe - - koos

24 koos (1-18 dm). Bovenstaande 5 sohepen met bestemming Everlager zijn niet in de tabellen op de bijlagen 15 en 18 opgenomba. par. 5 SI\MENVATTINO. In de voor de echeepvaart via het Oostgat maatgevende noordwestelijke aanlooproute van dit vaarwater werd in 1971 een gunstige bodemdiepte aangetroffen. Bij een minste diepte mfddbr vaarwaters van g.l.l.w dm moet tijdens gem. springtij en onder gunstige omstandigheden de vaart met schepen tot een diep- gang van ong. 108 dm mogelijk aijn geweest, De bodemligging van het naar verhouding ondiepe gedeelte van het Oostgat ter hoogt6 Van de Qalgeput waa in 1971 minder gunstig dan in voorgacinde ja- ren. Hoewel middenvaarwaters de aanzanding niet verantrustend was (minste diepte g.1.l.w.s. -88 dm), traden Zapga de reohtrroever vrij grote verondiepingen op. Teneinde de hierdoor onh stans ondiepte (g.1.l.w.a. -68 dm) buiten het vaarwuter te houdei werd in december 'i971 de lichtboei O.G..? over een afstand van ong. 150 m in de geulriohting verplaatet. Uit de acheepvaartpul door het Soheur warden ook in 1971 weer grote hoeveelheden bodemmaterieal verwijderd. De hiermee bereikte verdieping was echter gering. De minete diepte nidden- Vrìarwatero werd n.1. van g.1.l.w.s dm op g.l.l.w dm gebraoht. Bij weinig zeegang moet derhalve tijdena gem. eprinp IS%, de vaast tij, rekening houdend met een overdiepte van 10 met sohepen tot wm diefqpng van ong. 134 dia mogelijk zijn &c weest. In de Wielingen werd in het afgelopen jaar niet gebaggerd. De minate diepte middenvaarwaters nam eohter met 1 dm toe tot p.l.l.u.s. -83 dm, zodat tijdens epringtij soheepvaart via dbw geul mogelijk moet zijn geweest tot een diepgang van ong % De grote aohepen maken al geruime tijd echter uitsluitend gebruik van de ~cheepvaartroute door het Scheur. P In het hoofdvaarwater tussen Vlissingen en Hansweert werd de minste beschikbare vaardiepte aangetroffen op de drempel la6 Baarland. Omstreek8 juni 1971 bedroeg de minste diepte miäden- vaarwaters op deze drempel nog slechts 8.1.l.w.a. -at8 dm. Door de gedurende het tweede halfjaar uitgevoerde baggerwerken kon P. deze -

25 deze periode weer op diepten groter dan g.l.1.w.s. -90 dm werden gerekend. Het nevenvaarwater Overloop van Hansweert besat eohter gedurende het gehele jaar diepten van g.l.l.w äm of meer, zodat vrijwel alle grote sohepen van dem vaargeul gebruik maakten. Hoewel de diepten over het algemeen iets groter waren dan op de drempel van Baarland, moet de diepteligging van de drempel van Borssele in 1971 ongunstig wem. den genoemd. Omstreeks de jaarwisseling 1971/1972 bedroeg de diepte middenvaarwaters nog slechts 13.l.l.w.e. -95 dm, de en- diepste ligging sedert In verband met de ondiepe ligging ia voor 1972 aan de Belgische Staat toegestaan (krachtens de verleende jaarlijkse baggervergunning) onderhoudsba~gerwerken op de drempel van Borssele uit te voeren. In het riviergedeelte tussen Hansweert en Zandvliet sou men de drempels van Hansweert met een ondiepste ligging van g.l.l.w dm als de ongunstigste kunnen aanmerken. De drempels van Valkeniase en Zandvliet, beide met een aîniqe dlep te van g.1.1.u.a. -84 dm waren echter gedurende een groot deei. van het jaar niet gunstiger. In vergelijking met de ligglng var 7970 werd op deie drempels niet veel. vooruitgang geboekt. De drempel van Bath stak hierbij mat een minste diepte van g.l.1.w.a.- 91 dra gunstig af. De diepteligging van deze drempel was dan ook aanzienlijk beter dan in 197û. Van de drempels in het riviergedeelte tussen de Zandvîietsluis en de Boudewijnsluia bezat de drempel van Frederik in 1971 een zieer diepe ligging. De voor dit riviervak maatgevende minite diepte van de drempel Lillo waa echter gelijk flan die in g.1.l.w.s. -81 dat Anders dan in voorgaande jaren waren de drom- I peldiepten tussen de Boudewijnsluis en Burcht zeker niet minder dan stroomafwaarts van deze sluis. Tot het in standhouden c.q. verbeteren van de vaargeul werd in 1971 een totale hoeveelheid apecie van 15,316 mln a 3 gebagserd, een stijging van 13% t.o.v Dit is voornamelijk het gevolg van de sterke toeneming (256) van de baggeropbmag6ton op Belgisch gebied, warr'in 1971 bijna 8 mln m 3 werd gebaggerd. Vrijwel de gehele Stroomopwaarts van de Zandvlietsluis gebaggerde - hoeveelheid - I

26 -24- I- 3 hoeveelheid (6,zi mln m Van de opbrengst atroomafwaarts van de ZandVlietslUiE (9.15 mln m 3 ) werd 3,73 mln m3 (43%) aan de rivier onttrokken. De rest werd in de river teruggestort. werd buiten het rivierbed afgevoerd. In 1971 werd door concessiehouders 0.7 mln m3 aan de ri- vier onttrokken, deeelfde hoeveelheid als in De door aannamingsbedrijven t.biv. in uitvoering zijnde werken gewonnen hoeveelheid specie van 0,7 mln m3 was gering in vergelijking met die in voorgannde jaren (1969: h,69 mln m 3 ; 1970: 1.9 mln 3 mln m3 worden overtroffen door m 1. Deze hoeveelheid zou met O,? de in de rivier gestorte hoeveelheid materiaal. Een juiste vep- gelijking is eahter door de verschillende wijzen van inhouds- bepalen (in profiel gemeten of in middelen van vervoer) niet mogelijk. In tegenstelling tot de tendentie in voorgaande jaren nam het totale aantal opgevaren grote schepen af (1970: 1133 sche- pen; 1969: 926 sohepen). De grootste aohteruitgang trof hier- bij de vaart op Antwerpen. Slechts een aantal schepen met bestemming ûent gaf een stijging te zien t.o.v Evenals in 1970 nam volgens de door cargadoors verstrekte opgrtven in het afgelopen jaer ook het aantal tvgelichte't sohepen af (1970: 117 schepen: 1971; 79 achepen). Overigens is er reden aan te nemen dat de verstrekte opgaven omtrent het lichten niet volledig zijn (par. 4.1). De grootste diepgang waarmee in 1971 naar Antwerpen werd opgevaren bedroog maar liefst 133 dm, tegen 129 dm in De kleinste overdiepte was echter aanwezig toen het Panamese achip ffereases" tijdena doodtij opvoer met een diepgang van 132 b. Door de mogelijke onvolledigheid van de opgave van "geliohteff eohepen bestaat de mogelijkheid eahter dat dit sohip toch met een kleinore diepgang is opgevaren. VriJwel alie grote schepen kwamen in 1971 via de Scheur-Wielingen route binnen, Slechts 6611 sohip voer via het Ooatgat de Westersohelâe op.

27 -25- Het totale aantal diepstekende afgevaren schepen i6 toegenomen in vergelijking met het voorgaande jtìar: in 1971 voeren namelijk 96 achepen met een diepgang van 100 dm of meer nam zee, tegen 79 schepen in Uezisnr De technisch ambtinqar Ie kl., Het Hoofd van de Studiedienst Vlissingen, I- (ir. 3. van Malde) Vliaeingen, november t- i

28 -26- Staat van bijlagen behorende bij nota 72.1 van november Ljlage nr a I De bevaarbaarheid van de Westerschelde in Omschri jving Overzicht vaarwegen 1971 (Scheldemond-Boudewijn Sluis) Verloop minimum drempeldiepten sedert 1948 ( Scheldemond-Boudewi jnsluis) Sinds 1929 in het Oostgat gebaggerde hoeveelhe- den specie In 1971 gewonnen en ingebrachte hoeveelheden specie Bagger- en stortplaatsen in 1971 t.b.v. de Belgische Staat Idem Sedert 1905 door België op de Vesterschelde gebaggerde hoeveelheden specie Sedert 1950 door België op de Belgische Schelde gebaggerde hoeveelheden specie Tabellarisch overzicht ondarhoudsbaggerwerken 1971 Grafisch overzicht onderhoudabnggerwerken 1971 Sedert I950 door Belgi(i gebaggerde hoeveolheden specie op Nederlands, resp. Belgisch gebied Sedert 19% door België gebagy;erde hoeveelheden specie stroomopwaarts, reep, stroomafwaarts van de Boudewijnmluts Sedert 1946 door Belgie op de Westerschelde gestorte hoeveelheden specie Overzicht minimum drempeldiepten tussen Burcht en Hansweert sedert medio 1969 Schematisch overziaht drempels hoofdvaarwater ~~cheldemond-8oudewijnslui~~ Vaart met diepgaande vaartuigon (sinds 1969) :n 1971 oppevaron grote schepen met beotemming Rntwerpen, Qent en Terneuzen. - For.aat - A4 A4 AI A3 A4 AI A3 AI A3 A3 AI AI A3 A3 A2 A4 A2 -

29 li jlag nrb Oaaohrfjolng in 1971 "geli~hfe~' schepen met bestemming Ant- mrpen, Gent en Terneuzen [n 1971 in Everingen en Put vnn Terneuzen "ge- Liahte" schepen - Fora naai - A2 AI Jtamboe: nr. '2.679 l ,. Y

30

31

32 NOTA 72.1 B'JLAGE 3 I 1 GEPUT (ALLEEN IN 1966) NTLEEND AAN DE VERREKENSTATEN

33

34

35 SI 31 NOTA 72.1 BYLAGE 5" GET. GEZ. GEC. AKK. WESTERSCHELDE SCHAAL 1:50000!I-9-'72 W.M. OMGEVING DREMPEL VAN BAARLAND E. RU. BAGGER -EN STORTPLAATSEN 1971 Al I RgKSWATERSTAAT DIRECTIE ZEELAND STUDIEDIENST VLISSINGEN

36

37 _I-. ~ BAGGERPLAATSEN -. ~ -- DREMPEL VAN BURCHT- JAREN NOTA 72.1 B'JLAGE 7 I PETROLEUMPIER VAN ANTW. I. PA LIN GPLAAT - DREMPEL VAN OOSTERWEEL I'- I, DREMPEL VAN DRAAIENDE SLUIS..... r.---- O 1500 DREMPEL VAN KRANKELOON PUNT VAN MELSELE...,. DREMPEL VAN DE PAREL PLAAT VAN DE PAREL. - KETELPLAAT - BOUDEW'JNSLUIS _-- _._~ I -. ' j=& ~ o E O 0 5 Y u h In W a 12: W 0 u 4 m w u DREMPEL VAN LILLO - PLAAT VAN LILLO DREMPEL VAN FREDERIK - PLAAT VAN DOEL TOELICHT1 NG: TOT 1960:SAMENGESTELD NAAR GEGEVENS VAN DE BELGISCHE LODINGKAARTEN. WEGENS HET ONTBREKEN VAN DE GFBAGGERDE HOEVEELHEDEN VAN ENKELE UITGEVOERDE BAGGERWERKEN NIET GEHEEL NAUWKEURIG VANAF 1360: SAMENGESTELD NAAR OPGAVEN GET. GEZ. GEC. AKK. BELGISCHE SCHELDE VAN DE ANTWERPSE ZEEDIENSTEN B3GEWERKT tim 1971 SEDERT 1950 DOOR BELGIE GEBAGGERDE J.B. E ZR. HOEVEELHEDEN SPECIE IN m3 AI RLIKSWATERSTAAT DIR~CTIE ZEELAND STUDIEDIENST VLISSINGEN

38

39

40 NOTA 72.1 B'JLAGEIO ~ ,000 m 12,ooo E -0 --z o u I J -w W > UI e 7000 UI -0 LY g d m -w u GET. GEZ. GEC. AKK. 7d.a. I. Ta. bd,' WESTE RSCHE LDE - BELG. SC HE LD E SEDERT 1950 DOOR BELGIE GEBAGGERDE HOEVEELHEDEN SPECIE OP NEDERLANDS RESP. BELGISCH GEBIED BUGEWERKT t/m 1971 ~

41 NOTA 72.1 D'JLAGE 11 1 PROCENTUELE VERDELING DER BAGGERHOEVEELHEDEN TOELICHTING STROOMOPWAARTS BOUDEWUNCLUIS STROOMAF WAART5 BOU DEW'J MSLIJ IS GET. GEZ. GEC. AKK. WESfERSCHELDE-BELG.SCHELDE SEDERT 1950 DOOR EELGIE GEBAGGERDE HOEVEELHEDEN SPECIE, STROOMOPWAARTS Jo!B $..?R' 1% RESF! STROOMAFWAARTS DE BOUDEW!JNSLUIS RIJKSWAT&STAAT DIRECTIE ZEELAND STUDIEDIENST VLISSINGEN B!JGEWERKT t/m 4974 AI

42

43

44 .! i i--' G.L.= TOELICHTING DREMPELh VLGS. SJLA : : RUZING IN dm 95b05 KLEINSTE EN GROOTSTE BESCHIK. BARE MIN. DIEPTE MIDDENVAAR- WATERS i9n IN dm. t.w. G.L.iw.s. I KLEINSTE BESCHIKBARE WATER- DIEPTE 1971 VOOR RIVIERVAK IN dm. t.o.v. H.W. GEM. SPRINGT3 1 i GET HOOFDVAARWATER _._I._- NEVENVAARWATER (TWEEDE GEUL VOOR GROTE SCHEPEN) I i i MOND WESTERSCHELDE -WESTE RSCHELDE GEZ.! GEC., AKK. j I I, SCHEMATISCH OVERZICHT DREMPELS HOOFDVAARWATER (1971) ---- RIJ KSWAT ER STA AT D I R EC TI E ZEEL AN D -LAAGSTE WAARGENOMEN DREMPELLIGGING 1971 I J.B. I, STUDIEDIENST VLISSINGEN A l i

45

46 t NOTA 72.1 B'JLAGE 16 JANUARI FEBRUARI MAART APRIL MEI JUNI JULI AUGU5TU.S SEPTEMBER OKTOBER NOVEMBER H006WATERSTANDEN TE VLISSINGEN (HOOGSTE HOOGWATER PER ETMAAL) IN m T.O.V. N.A.P. I H.W. GEM. SPRIP#GTLI I 1 I I DECEMBER 19% OPGEVAREN VAARTUIGEN MET BESTEMMING ANTWERPEN EN GENT(D1EPGANG TE VLISSINGEN 32,50 m OF MEER) j j 11,40 "P 1g20 c k I MET BESTEMMING ANTWERPEN A VAARTUIGE VAARTUIGEN MET BESTEMMING ANTWERPEN,,GELICHT"lN EVERINGEN OF PUT VAN TERNEUZEN 2 VAARTUIGEN MET BESTEMMING GENT.,GE-,CHT''IN EVERINGEN OF PU' VAN TERNEUZEN $ AANTAL VAARTUIGEN MET GELIJKE DIEPGANG ~ DIEPGANG VAART9)iGEN VOLGEY'S OPGAVE BELG\SCH EN NEDERLAihDS UX)DSWEZEN. - DREMPELS VAN BAARLAND EN ZANDVLIET, MINIMUMDIEPTEN MIDDENVAARWATERS IN m T.0.V G.L.L.W.S. (N.A.P. - 2,60 m)?3,20 73,440 OPM. : DE HOOGTE VAN DE DREMPEL VAN BAARLAND WAS IN FEITE NIET - BEPALEND VOOR DE VAART OP ANTWERPEN OMDAT DE SCHEPEN GET. GEZ. GK. AKK. DEZE DREMPEL KONDEN VERMiJDEN DOOR SEBRUIK TE MAKEN VAN GAT VAN OSSENISSE-OVERLOOP VAN HANSWEERT (PAR. 3.2) 40.40~72 ' ' RLIKSWATERSTAAT - DIRECTIE ZEELAND STUDIEDIENST VLISSINGEN ' IN 1971 OPGEVAREN GROTE SCHEPEN MET E PR. A ZIE VOOR,.GELICGTE"VAARTUIGEN TEKENING A (BLILAGE47,) H.JE. - / BESTEMMING ANTWERPEN EN GENT

47 DIEPGANG - 1 NOTA 72.1 B'JLAGE 17 JANUAR1 FEBRUARI 1 MAART I APRIL I MEI I duni I JULI 1 AUGUSTUS 1 SEPTEMBER I OKTOBER 1 NOVEMBER 1 DECEMBER 1 q-1 HOOGWATERSTANDEN TE VLISSINGEN (HOOGSTE HOOGWATER PER ETMAAL) IN m TO.~ N.A.P. OPGEVAREN VAARTUIGEN MET BESTEMMING ANTWERPEN EN GENT (DIEPGANG 42,50rn OF MEER) "GELICHT" IN EVERINGEN OF PUT VAN TERNEUZEN. ANTWERPSE Z. EDIENSTEN E I DREMPELDIEPT N NAAR WD 7 DREMPEL AN BAARLAND -300 I-- /- i /-.,GELICHT"lN EVERINGEN i ngellcht" IN PUT 1 VAN TERNEUZEN DIEPGANG NA HET.LICKTEN" A DIEPGANG TE VLISSINGEN ' ~ NR HET.LICNTEN<' 1 ~ MET 2 DIEPGANG TE VLISSINGEN VOOR HET,,LICHTEN") 1 (VOOR HET.,LICHTEN") i 1, I -. -+' _ n- w- t I _--- / 5s _---.-/-- 1. j DREMPEL Y! GELIJKE DIEPGANG ZANDVLIET - GET. GEZ. GEC. AKK OLÏ'2 - b I VOOR TOELICHTING DREMPELS ZIE MEN BLILAGE i6 RLIKSWATERSTAAT - DIRECTIE ZEELAND H.J.E. E. h' 4 1 BESTEMMING ANTWERPEN ENGENT i U -89 E: -1: WE1 +4,G?J n?

WESTERSCHELDE EN ZEESCHELDE BAGGERWERKEN 1982

WESTERSCHELDE EN ZEESCHELDE BAGGERWERKEN 1982 Mod. 300 ~';/ 553 WESTERSCHELDE EN ZEESCHELDE BAGGERWERKEN 1982 1. INLEIDING 2 (665 Bijgevoegde tabellen geven een statistisch overzicht van de baggerwerken in de Schelde vanaf Vlissingen tot aan het boveneinde

Nadere informatie

nota -WWK2-83. VOO1 De bevaarbaarheid van de Westerschelde in 1982.

nota -WWK2-83. VOO1 De bevaarbaarheid van de Westerschelde in 1982. : ~ 1 ministerie van verkeer en waterstaat proleotoode 1!!EL? Li. l?lp!!lj?! auteur(8) : datum : februari 1984 bijlagen : 7 samenvatting: ng. D.C. van Maldegem rijkswaterstaat directie waterhuishouding

Nadere informatie

WESTERSCHELDE EN ZEESCHELDE BAGGERWERKEN 1981

WESTERSCHELDE EN ZEESCHELDE BAGGERWERKEN 1981 WESTERSCHELDE EN ZEESCHELDE BAGGERWERKEN 1981 I. INLEIDING Bijgevoegde tabellen geven een statistisch overzicht van de baggerwerken in de Schelde vanaf Vlissingen tot aan het boveneinde van de Rede van

Nadere informatie

nota ww~z-85.vooi,r De bevaarbaarheid van de Westerschelde in 1983 en 1984.

nota ww~z-85.vooi,r De bevaarbaarheid van de Westerschelde in 1983 en 1984. U, i. l. h ministerie van verkeer en waterstaat auteur@) : ng. D.C. van Maldegem datum : oktober 986 bijlagen : 7 samenvatting: directie waterhuishouding en waterbeweging district kust en zee nota ww~z85.vooi,r

Nadere informatie

IN "De bevaarbaarheid van de Westerschelde DE BEVAARBAARIIEID VAN DE WESTEMCHELDE. Nota 76.1

IN De bevaarbaarheid van de Westerschelde DE BEVAARBAARIIEID VAN DE WESTEMCHELDE. Nota 76.1 R1J ku w a 1; e r o 1; aa t Directie Waterhuiahouding en Waterbeweging Studiedienst Vlissingen Nota 76.1 met 18 bijlagun.. DE BEVAARBAARIIEID VAN DE WESTEMCHELDE IN 1975. + Jaarlijkse bevanrbaarheidsnota,

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat. Directie Zeeland. cc1. Nummer; Bibliotheek, Koestr. 30, tel; , postbus 5014,4330 KA Middelburg

Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat. Directie Zeeland. cc1. Nummer; Bibliotheek, Koestr. 30, tel; , postbus 5014,4330 KA Middelburg Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Nummer; M cc1 Bibliotheek, Koestr. 30, tel; 0118-686362, postbus 5014,4330 KA Middelburg MCVI Monitoring van de effecten van de verruiming 48'-43'

Nadere informatie

> 14/162 BELGISCHE KUST - OMGEVING SCHEUR WIELINGEN VERPLAATSEN GOLFMEETBOEI EN WAAKTON

> 14/162 BELGISCHE KUST - OMGEVING SCHEUR WIELINGEN VERPLAATSEN GOLFMEETBOEI EN WAAKTON Oostende 6 juli 2006 Nr. 14 1 BELGIE > 14/162 BELGISCHE KUST - OMGEVING SCHEUR WIELINGEN VERPLAATSEN GOLFMEETBOEI EN WAAKTON De golfmeetboei Scheur E in positie 51 24,17 N 3 18,29 E verplaatsen naar de

Nadere informatie

Monitoring meergeulensysteem Westerschelde

Monitoring meergeulensysteem Westerschelde Monitoring meergeulensysteem Westerschelde Toetsing criteria nevengeulen (Toetsing gebaseerd op bodem 2015 NAP -3 meter) Rapport 7210A/MMGW-2015-02 Monitoring meergeulensysteem Westerschelde Toetsing criteria

Nadere informatie

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten MEMO datum 18-3-211 van Ir Yves Plancke yves.plancke@mow.vlaanderen.be Ir. Marco Schrijver marco.schrijver@rws.nl titel Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 21 JULI 2011 NR. 15

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 21 JULI 2011 NR. 15 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 21 JULI 2011 NR. 15 1 BELGIE >15/203 BELGISCHE VAARWATEREN EN WESTERSCHELDE - BINNENVAARTPASSAGIERSSCHEPEN, BIJKOMENDE VOORSCHRIFTEN INZAKE KENNIS VOERTALEN IN HET

Nadere informatie

Monitoring meergeulensysteem Westerschelde

Monitoring meergeulensysteem Westerschelde Monitoring meergeulensysteem Westerschelde Toetsing criteria nevengeulen Rapport 7210A/MMGW-2013-01 Monitoring meergeulensysteem Westerschelde Toetsing criteria nevengeulen ::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::

Nadere informatie

met 17 bijlagen STUDIEDIENST VLISSINGEN RIJKSWATERSTAAT DE BEVAARBAARHEID VAN RE WESTERSCHELDE IN 1967 "De bevaarbaarheid van de Weateraohelde voor

met 17 bijlagen STUDIEDIENST VLISSINGEN RIJKSWATERSTAAT DE BEVAARBAARHEID VAN RE WESTERSCHELDE IN 1967 De bevaarbaarheid van de Weateraohelde voor RJKSWATERSTAAT DRECTE ZEELAND STUDEDENST VLSSNGEN Nota 68.1 met 17 bijlagen DE BEVAARBAARHED VAN RE WESTERSCHELDE N 1967 0- Zevende jaarlijkae vervolgnota op nota 60.1; "De bevaarbaarheid van de Weateraohelde

Nadere informatie

wadkanovaren.nl pdf versie

wadkanovaren.nl pdf versie wadkanovaren.nl pdf versie waterdiepten bepalen a.h.v. de kaartdiepten laatst bijgewerkt: 24 april 2011 Waterhoogtes tussen doodtij en springtij en tussen laagwater en hoogwater, berekend aan de hand van

Nadere informatie

wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten

wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten pagina 1 van 8 wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten Waterhoogtes tussen doodtij en springtij en tussen laagwater en hoogwater, berekend aan de hand van de op de waterkaart opgegeven waterdieptes

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 7 JULI 2011 NR. 14

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 7 JULI 2011 NR. 14 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 7 JULI 2011 NR. 14 1 BELGIE >14/197 BELGISCHE VAARWATEREN EN WESTERSCHELDE - VOERTALEN IN HET BEHEERSGEBIED VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE NAUTISCHE AUTORITEIT (GNA) In

Nadere informatie

RIJKSWATERSTAAT Nota 68.2 DIRECTIE ZEELAND met 22 STÜDIEDIEBST VLISSINGEN

RIJKSWATERSTAAT Nota 68.2 DIRECTIE ZEELAND met 22 STÜDIEDIEBST VLISSINGEN RIJKSWATERSTAAT Nota 68.2 DIRECTIE ZEELAND met 22 STÜDIEDIEBST VLISSINGEN QVEB PK GEULOÏiajWIKKEIiINQEN SINDS 18OO IN DE WKSTEBSCHEXJE I.V.M. TSACEBEPALING VASTE OEVERVERBINDING rijkswaterstaat dienst

Nadere informatie

VERBETERLIJST. kaart: Westerschelde. INT 1478 (Belg. kaart 106) editie november 2015

VERBETERLIJST. kaart: Westerschelde. INT 1478 (Belg. kaart 106) editie november 2015 VERBETERLIJST kaart: Westerschelde INT 1478 (Belg. kaart 106) editie november 2015 Bijgewerkt t/m BaZ nr. 03/2016 van 04 februari 2016 De laatste versie van deze verbeteringen kan geraadpleegd worden op

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden

Berichten aan Zeevarenden Berichten aan Zeevarenden + BaZ nr. 22 2016 27 oktober 2016 1 BELGIE 2016-22/276(T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN BaZ 2016-21/269(T) vervalt. Gedurende de periode van 07/11/2016 tot en met

Nadere informatie

De verdieping van de maritieme toegangsweg tot de haven het programma 48'/43'

De verdieping van de maritieme toegangsweg tot de haven het programma 48'/43' De verdieping van de maritieme toegangsweg tot de haven het programma 48'/43' Beschrijving van de maritieme toegangsweg De maritieme toegangsweg tot de haven van Antwerpen (Zandvlietsluis) wordt gevormd

Nadere informatie

Reisvoorbereiding. Ivar ONRUST

Reisvoorbereiding. Ivar ONRUST Reisvoorbereiding Ivar ONRUST Op ruim water is een andere voorbereiding nodig dan voor het varen op plassen en rivieren. Men heeft hier dan ook een andere uitrusting nodig van schip en bemanning Sinds

Nadere informatie

1. opvaart over Drempel van Hansweert 2. afvaart door het Zuidergat 3. stilliggen nabij het sproeiponton 4. afvaart langs Schaar van Waarde.

1. opvaart over Drempel van Hansweert 2. afvaart door het Zuidergat 3. stilliggen nabij het sproeiponton 4. afvaart langs Schaar van Waarde. Vaartocht 1. opvaart over Drempel van Hansweert 2. afvaart door het Zuidergat 3. stilliggen nabij het sproeiponton 4. afvaart langs Schaar van Waarde Verruiming vaargeul Beneden-Zeeschelde en Westerschelde

Nadere informatie

Baggeren en storten in de Westerschelde een nieuwe kijk op het onderhoudsbaggerwerk

Baggeren en storten in de Westerschelde een nieuwe kijk op het onderhoudsbaggerwerk Baggeren en storten in de Westerschelde een nieuwe kijk op het onderhoudsbaggerwerk Werkdocument RIKZ/AB/22.84x Bart Kornman Gert-Jan Liek Henny Schippers Werkdocument Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Oostende 2 maart 2006 Nr. 05

Oostende 2 maart 2006 Nr. 05 Oostende 2 maart 2006 Nr. 05 1 BELGIE > 05/74 (T) NIEUWPOORT ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN Gedurende de periode van 06/03/2006 tot en met 10/03/2006 worden er door de artillerie schietoefeningen uitgevoerd

Nadere informatie

1/17 SCHELDE SLEPEN VAN MOEILIJK HANDELBARE SCHEPEN EN/OF VARENDE TUIGEN

1/17 SCHELDE SLEPEN VAN MOEILIJK HANDELBARE SCHEPEN EN/OF VARENDE TUIGEN 107 afspraken maakt die voor de verkeersdeelnemers en de omgeving ook duidelijk zijn intenties duidelijk kenbaar maakt door een duidelijk vaargedrag; gebruik maakt van de mogelijkheid informatie te krijgen

Nadere informatie

VERBETERLIJST. Kanaal Gent - Terneuzen Editie / december 2017

VERBETERLIJST. Kanaal Gent - Terneuzen Editie / december 2017 VERBETERLIJST 105 Kaart Kanaal Gent - Terneuzen Editie 2016 Bijgewerkt t/m BaZ 26 / 2017 21 december 2017 De laatste versie van deze verbeteringen kan geraadpleegd worden op www.vlaamsehydrografie.be 2016

Nadere informatie

Oostende 14 augustus 2008 Nr. 17

Oostende 14 augustus 2008 Nr. 17 Oostende 14 augustus 2008 Nr. 17 1 BELGIE >17/182(T) KUSTROUTE OOSTENDE KNOKKE HEIST GEVAARLIJK SPRINGTUIG Er werd een gevaarlijk springtuig gevonden in positie 51 21,99N 2 34,73 E. Scheepvaart wordt

Nadere informatie

k&miïmïd I I I I I I I I I I i: I I I I rijkswaterstaat :I:n dit; kader woi-tlcii .;t iidiedienst vl issingen Bijl. behorende bij,

k&miïmïd I I I I I I I I I I i: I I I I rijkswaterstaat :I:n dit; kader woi-tlcii .;t iidiedienst vl issingen Bijl. behorende bij, i: proleotcode k&miïmïd autsur(s1 : inc. U.C. vii.n M~t.ltlti&qcin datum : iiov13111be:~ 1980 hulagen : 1 7 directie waterhuiehoudlng en waterbeweging dletrict kust en zee.;t iidiedienst vl issingen Bijl.

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 31 januari 2013 Nr. 03

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 31 januari 2013 Nr. 03 Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 31 januari 2013 Nr. 03 + 1 FRANKRIJK >03/065 DOVERSTRAAT - NADERING NOORDOOST SANDETTIEBANK - WRAK - KAARTVERBETERING Vervangen: Wrak afgedregd met dregtuig 25,5 m door

Nadere informatie

1/16B VESSEL TRAFFIC SERVICES SCHELDE EN HAAR MONDINGEN

1/16B VESSEL TRAFFIC SERVICES SCHELDE EN HAAR MONDINGEN 85 Andere wijzigingen zoals sluiskanalen, adres regeling loodsbestelling, etc. is opgenomen in de nieuwe folder aanvulling op versie 3. _(Bron: Afd. Scheepvaartbegeleiding. dd. 16/03/2005) 1/16B VESSEL

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1723 25 januari 2013 Ankergebieden, ankerposities en ankerzones in het beheersgebied van het Gemeenschappelijk Nautisch

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden NR. 19

Berichten aan Zeevarenden NR. 19 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 13 september 2012 NR. 19 1 BELGIE >19/273 (T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN BaZ 2012-18/260 (T) vervalt. Gedurende de periode van 01/10/2012 tot en met

Nadere informatie

VTS Procedures Scheldemond.

VTS Procedures Scheldemond. VTS Procedures Scheldemond. Marifoon Procedures. Sector: Het VTS gebied van Scheldemond bestaat uit de volgende sectoren. Gebruik deze marifoonkanalen voor verkeersinformatie en de verplichte melding bij

Nadere informatie

OOSTENDE 10 november 2005

OOSTENDE 10 november 2005 BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN uitgegeven door het MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Kust HYDROGRAFIE Administratief

Nadere informatie

> 11/137 SPORTDUIKEN OP ZEE - PROCEDURES

> 11/137 SPORTDUIKEN OP ZEE - PROCEDURES Oostende 25 mei 2006 Nr. 11 1 BELGIE > 11/137 SPORTDUIKEN OP ZEE - PROCEDURES 1. De in dit bericht voorziene procedures gelden voor vaartuigen, met inbegrip van pleziervaartuigen, met sportduikers aan

Nadere informatie

Oostende 22 november 2007 Nr. 24

Oostende 22 november 2007 Nr. 24 Oostende 22 november 2007 Nr. 24 1 BELGIE > 24/193(T) NIEUWPOORT ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN Gedurende de periode van 03/12/2007 tot en met 14/12/2007 worden er door de artillerie schietoefeningen uitgevoerd

Nadere informatie

over de cyclus der zogenaamde drempelgeulen in de oostelijke uitloop van de zimmermangeul

over de cyclus der zogenaamde drempelgeulen in de oostelijke uitloop van de zimmermangeul over de cyclus der zogenaamde drempelgeulen in de oostelijke uitloop van de zimmermangeul mei '76 publikatie van de directie waterhuishouding en waterbeweging studiedienst vlissingen Inhoud 1 INLEIDING

Nadere informatie

> 12/143(T) VOORHAVEN ZEEBRUGGE WIELINGENDOK GELEIDELICHTEN 229 > 12/144 RECREATIEDUIKEN OP ZEE PROCEDURES AANVULLING BAZ NR 11/137/2006

> 12/143(T) VOORHAVEN ZEEBRUGGE WIELINGENDOK GELEIDELICHTEN 229 > 12/144 RECREATIEDUIKEN OP ZEE PROCEDURES AANVULLING BAZ NR 11/137/2006 Oostende 8 juni 2006 Nr. 12 1 BELGIE > 12/143(T) VOORHAVEN ZEEBRUGGE WIELINGENDOK GELEIDELICHTEN 229 De geleidelichten 229 in het Wielingendok zijn tijdelijk buiten gebruik. De metalen mast van het laag

Nadere informatie

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN 112 8. Toepassing van de criteria Bedacht dient te worden dat in de punten 1 t/m 3 steeds de minimum aantallen loodsen en sleepboten zijn genoemd. De bevoegde nautische autoriteit kan in verband met omstandigheden

Nadere informatie

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: (ON)VERZOENBAAR? Is een verdere scheldeverdieping mogelijk, gewenst, noodzakelijk? Jean Jacques Peters Raadgevend Ingenieur Leader Port of Antwerp International Expert Team Jean

Nadere informatie

Overgang van GLLWS naar LAT

Overgang van GLLWS naar LAT + Overgang van GLLWS naar LAT Overgang van GLLWS naar LAT Voor een schipper is het van cruciaal belang de diepte tot het bodemoppervlak en het getij te kennen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van nautische

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden

Berichten aan Zeevarenden Berichten aan Zeevarenden + BaZ nr. 15 2016 21 juli 2016 1 FRANKRIJK 2016-15/204 DUINKERKE - WESTELIJKE HAVEN - LICHTBOEI BA2 VERLEGD - KAARTVERBETERING Kaarten: D11 Verleggen: De lichtboei BA2, lichtkarakter

Nadere informatie

OOSTENDE 24 november 2005

OOSTENDE 24 november 2005 BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN uitgegeven door het MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Kust HYDROGRAFIE Administratief

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEKENDMAKING van de Belgische en Nederlandse Scheldedirecteuren. Kennisgeving nr. 1/96 dd

GEZAMENLIJKE BEKENDMAKING van de Belgische en Nederlandse Scheldedirecteuren. Kennisgeving nr. 1/96 dd Belgi Vlaams G«w*st Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterinfrastructuur en Zeewezen Bestuur Zeewezen Nederland Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Hoofdingenieur-Directeur van Bruggen en Vf egen, Directeur van het Waterbouwkundig Laboratorium.

Hoofdingenieur-Directeur van Bruggen en Vf egen, Directeur van het Waterbouwkundig Laboratorium. Ministerie van Openbare Werken en van Wederopbouw B ggen en \ egen BestuL r der Waterwegen Waterbouwkundig Laboratorium Borgerhout-Antwerpen 4 t... -, EURISOTOP. RAPPORT Nr. I. 4 1 3 37 6 736 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 18 DECEMBER 2014 NR. 26

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 18 DECEMBER 2014 NR. 26 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 18 DECEMBER 2014 NR. 26 1 BELGIE >26/354 (T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN BaZ 2014-24/334 (T) vervalt. Gedurende de periode van 05/01/2015 tot en met 30/01/2015

Nadere informatie

nota,,wwkz~-~~ i;y+~~os kl:

nota,,wwkz~-~~ i;y+~~os kl: - ministerie van verkeer en waterstaat MGMT 3 pjsoicode auteur@) : ng. D. de Looff datum : oktober 983 biliagen : samenvatting: rijkswaterstaat directie waterhuishouding en waterbeweglng district kust

Nadere informatie

OOSTENDE 31 juli 2003

OOSTENDE 31 juli 2003 BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN uitgegeven door het MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Waterwegen Kust HYDROGRAFIE Administratief

Nadere informatie

Oostende 20 november 2008 Nr. 24

Oostende 20 november 2008 Nr. 24 Oostende 20 november 2008 Nr. 24 1 BELGIE >24/234(T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN Gedurende de periode van 1/12/2008 tot en met 12/12/2008 worden er door de artillerie schietoefeningen uitgevoerd

Nadere informatie

TXT: Zandwinning Kattemeer Samenvatting stand van zaken november met 2 bijlagen - november Bibliotheek SV BOR224 O N

TXT: Zandwinning Kattemeer Samenvatting stand van zaken november met 2 bijlagen - november Bibliotheek SV BOR224 O N TXT: Zandwinning Kattemeer Samenvatting stand van zaken november 1959 met 2 bijlagen - november 1959 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland Bibliotheek

Nadere informatie

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed?

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed? KENNIS SCHIP EN MOTORKENNIS 1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed? A. Een Dortmund-Eemskanaalschip. B. Een Rijn-Hernekanaalschip. C. Een Kempenaar. 2. Welk van onderstaande

Nadere informatie

Ontstaan en ontwikkeling van platen en geulen in de Westerschelde

Ontstaan en ontwikkeling van platen en geulen in de Westerschelde Ontstaan en ontwikkeling van platen en geulen in de Westerschelde Prof. Ir. Jean J. Peters Raadgevend ingenieur Expert-team Haven Antwerpen De vragen: Hoe ontstonden de platen en geulen in de Westerschelde?

Nadere informatie

Protocol voor een goed vaargedrag voor open scoutingboten op de Beneden Zeeschelde, de Westerschelde en aan de Noordzeekust

Protocol voor een goed vaargedrag voor open scoutingboten op de Beneden Zeeschelde, de Westerschelde en aan de Noordzeekust Protocol voor een goed vaargedrag voor open scoutingboten op de Beneden Zeeschelde, de Westerschelde en aan de Noordzeekust Doelstelling van dit protocol. Dit protocol heeft als doelstelling de veiligheid

Nadere informatie

Oostende 27 september 2007 Nr. 20

Oostende 27 september 2007 Nr. 20 Oostende 27 september 2007 Nr. 20 1 BELGIE > 20/168(T) NIEUWPOORT ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN Gedurende de periode van 08/10/2007 tot en met 19/10/2007 worden er door de artillerie schietoefeningen uitgevoerd

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 30 augustus 2012 NR. 18

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 30 augustus 2012 NR. 18 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 30 augustus 2012 NR. 18 1 FRANKRIJK >18/259 NADERING NNW ZUYDCOOTE - GEBIED MET SCHEEPVAARTBEPERKING - KAARTVERBETERING Schrappen de limieten van het gebied met scheepvaartbeperking

Nadere informatie

OOSTENDE 09 juni 2005

OOSTENDE 09 juni 2005 BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN uitgegeven door het MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Kust HYDROGRAFIE Administratief

Nadere informatie

Oostende 7 juni 2007 Nr. 12

Oostende 7 juni 2007 Nr. 12 Oostende 7 juni 2007 Nr. 12 1 BELGIE > 12/107 (T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN Gedurende de periode van 18/06/2007 tot en met 07/09/2007 is de schietstand gesloten. _(Bron: 14 Regiment Luchtdoelartillerie

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden

Berichten aan Zeevarenden Berichten aan Zeevarenden + BaZ nr. 19 2016 15 september 2016 1 ALGEMENE BERICHTEN 2016-19/239 ALGEMEEN BERICHT - NIEUWE PUBLICATIE Kaart: 104 Hernieuwde uitgave van 2016 van de: Belgische kaart 104 Westerschelde

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten

Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang. Monitoringprogramma flexibel storten Vlaamse overheid Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Maritieme Toegang Colofon Foto titelblad: International Marine & Dredging Consultants Adres: Coveliersstraat 15, 2600 Antwerp, Belgium

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 07 NOVEmBEr 2013 Nr. 23

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 07 NOVEmBEr 2013 Nr. 23 Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 07 NOVEmBEr 2013 Nr. 23 + 1 BELGIE >23/345 VERVALLEN BERICHTEN BaZ nr. Vervallen Kaarten 2013-22/336 (T) Nadering Westerschelde - Thornton route - Springtuig Bron: MRCC

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 10 JUNI 2010 NR.12

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 10 JUNI 2010 NR.12 Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 10 JUNI 2010 NR.12 + 1 FRANKRIJK >12/165 STRAAT DOVER ROUTE - OMGEVING SANDETTIE NOORD - KAART- EN LICHTENLIJST VERBETERING Aanbrengen op de kaart: Een magenta cirkel

Nadere informatie

STROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS

STROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS MOD 78 WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM FLANDERS HYDRAULICS RESEARCH VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS SPRINGTIJ WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM EN HYDROLOGISCH ONDERZOEK Mod. 78 STROOMATLAS BENEDEN - ZEESCHELDE

Nadere informatie

OOSTENDE 17 maart 2005

OOSTENDE 17 maart 2005 BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN uitgegeven door het MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Kust HYDROGRAFIE Administratief

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 23 OKTOBER 2014 NR. 22

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 23 OKTOBER 2014 NR. 22 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 23 OKTOBER 2014 NR. 22 1 BELGIE >22/307 (T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN BaZ 2014-21/290 (T) vervalt. Gedurende de periode van 10/11/2014 tot en met 21/11/2014

Nadere informatie

De Schelde, een globale schets: Geomorfologie van de Schelde

De Schelde, een globale schets: Geomorfologie van de Schelde De Schelde, een globale schets: Geomorfologie van de Schelde Jean Jacques Peters Raadgevend ingenieur - rivierenspecialist V.U. Brussel - Vakgroep Waterbouwkunde en Hydrologie Geomorfologie van de Schelde

Nadere informatie

Belangrijke Marifoonkanalen in Nederland

Belangrijke Marifoonkanalen in Nederland Marifoonkanalen van VTS gebieden langs de Westerschelde. Westhinder VC Zeebrugge VHF 60 Approach Scheur 2 VC VC Zeebrugge VHF 65 Scheur 2 Westpit / Wielingen 4 VC Zee Brugge VC Zeebrugge VHF 69 Westpit

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 13 FEBRUARI 2014 NR. 04

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 13 FEBRUARI 2014 NR. 04 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 13 FEBRUARI 2014 NR. 04 1 >04/073 ALGEMEEN BERICHT - NIEUWE PUBLICATIE Hernieuwde uitgave van januari 2014 van de: Belgische kaart 106 (INT 1478) Westerschelde - Baalhoek

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 03 DECEMBER 2015 NR. 25

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 03 DECEMBER 2015 NR. 25 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 03 DECEMBER 2015 NR. 25 1 BELGIE >25/280 (T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN BaZ 2015-24/273 (T) vervalt. Gedurende de periode van 21/12/2015 tot en met 01/01/2016

Nadere informatie

Oostende 15 maart 2007 Nr. 06

Oostende 15 maart 2007 Nr. 06 Oostende 15 maart 2007 Nr. 06 1 BELGIE > 06/73 (T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN Gedurende de periode 26/03/2007 tot en met 06/04/2007 worden er door de artillerie schietoefeningen uitgevoerd

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden

Berichten aan Zeevarenden Berichten aan Zeevarenden + BaZ nr. 11 2016 26 mei 2016 1 BELGIE 2016-11/164(T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN BaZ 2016-10/155(T) vervalt. Gedurende de periode van 06/06/2016 tot en met 17/06/2016

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 14 februari 2013 Nr. 04

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 14 februari 2013 Nr. 04 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 14 februari 2013 Nr. 04 1 BELGIE >04/076 (T) TIJDELIJKE WIJZIGING OP DE BEZWAAR TOT VERVOLG (BTV) PROCEDURE IN HET VTS-SCHELDEGEBIED Ref.: BaZ 2013-01/17C. Niet alle

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338

Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 S. js.io Rijkswaterstaat Dienst Verkeerskunde Bureau Dokumentatie Postbus 1031 3000 BA Rotterdam D 0338 Ri jkswater s t aat, Dienst Verkeerskunde, Hoofdafdeling Scheepvaart. Dordrecht, 2 juni 1975. NOTITIE

Nadere informatie

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T.

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T. Getijtafels 2015 voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T. De getijtafels t.o.v. L.A.T. T.A.W. worden opgezonden na voorafgaande betaling

Nadere informatie

1/12A BESTELREGELING LOODSEN VOOR SCHEPEN MET EEN VLAAMSE HAVEN ALS BESTEMMING

1/12A BESTELREGELING LOODSEN VOOR SCHEPEN MET EEN VLAAMSE HAVEN ALS BESTEMMING 61 1/12A BESTELREGELING LOODSEN VOOR SCHEPEN MET EEN VLAAMSE HAVEN ALS BESTEMMING BaZ nr 1/16B - 2005 vervalt. Artikel 1: Definities In deze procedures wordt verstaan onder: Exploitant: de kapitein maar

Nadere informatie

VERBETERLIJST. Westerschelde Editie / oktober 2017

VERBETERLIJST. Westerschelde Editie / oktober 2017 VERBETERLIJST 104 Kaart Westerschelde Editie 2017 Bijgewerkt t/m BaZ 22 / 2017 26 oktober 2017 De laatste versie van deze verbeteringen kan geraadpleegd worden op www.vlaamsehydrografie.be 2017 15/200(T)

Nadere informatie

Morfologische ontwikkeling Schaar van Spijkerplaat sinds 1960

Morfologische ontwikkeling Schaar van Spijkerplaat sinds 1960 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Morfologische ontwikkeling Schaar van Spijkerplaat sinds 1960 notitie NWL-99.35 juli 1999 1 Morfologische ontwikkeling

Nadere informatie

Oostende 18 januari 2007 Nr. 02

Oostende 18 januari 2007 Nr. 02 Oostende 18 januari 2007 Nr. 02 1 BELGIE > 02/42 (T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN Gedurende de periode van22/01/2007 tot en met 02/02/2007 worden er door de artillerie schietoefeningen uitgevoerd

Nadere informatie

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft. 43 Examen maart 2013 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Verklaring van de gebruikte symbolen 1. Hieronder is een verkeerssituatie

Nadere informatie

> 13/156 (T) BELGISCHE KUST- OMGEVING AZ LICHTBOEI VIS EN DUIKVERBOD

> 13/156 (T) BELGISCHE KUST- OMGEVING AZ LICHTBOEI VIS EN DUIKVERBOD Oostende 22 juni 2006 Nr. 13 1 BELGIE > 13/155(T) HAVEN BLANKENBERGE ONDIEPTEN Over de volledige vaargeul van Blankenberge bevinden zich verschillende ondiepten. Deze ondiepten zouden zich op het niveau

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 08 DECEMBER 2011 NR. 25

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 08 DECEMBER 2011 NR. 25 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 08 DECEMBER 2011 NR. 25 1 FRANKRIJK >25/290 OMGEVING FAIRYBANK - DIEPTECIJFERS - KAARTVERBETERING Aanbrengen: - Dieptecijfer 19,2 m in positie 51 18,10 N - 2 16,31

Nadere informatie

> 17/181(T) HAVEN VAN GENT - HINDERLIJKE WATERBEWEGING

> 17/181(T) HAVEN VAN GENT - HINDERLIJKE WATERBEWEGING Oostende 17 augustus 2006 Nr. 17 1 BELGIE > 17/180(T) METINGEN HAVEN ZEEBRUGGE In en rond de haven van Zeebrugge worden gedurende een periode van één jaar metingen uitgevoerd in de volgende locaties:

Nadere informatie

Watergetijden Wemeldinge

Watergetijden Wemeldinge Watergetijden 2019 Wemeldinge Getijdengegevens beschikbaar gesteld door: Rijkswaterstaat Directie Zeeland Hydro Meteo Centrum Zeeland Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schade

Nadere informatie

TU Delft. lodellering morfodynamisch adrag van de Drempel van answeert. C-13809 712 (bijlage) Aanvuliende berekeningen. M.D. Groenewoud.

TU Delft. lodellering morfodynamisch adrag van de Drempel van answeert. C-13809 712 (bijlage) Aanvuliende berekeningen. M.D. Groenewoud. Bibliotheek C-13809 712 (bijlage) lodellering morfodynamisch adrag van de Drempel van answeert Aanvuliende berekeningen Januari 1998 M.D. Groenewoud 1 Uitgevoerd in opdracht van het Rijksinstituut voor

Nadere informatie

VOOR HYDRAULISCHE BEREKENINGEN

VOOR HYDRAULISCHE BEREKENINGEN MAATGEVEND BEREKENINGSGEVAL VOOR HYDRAULISCHE BEREKENINGEN KETELrnERCENTRALE. ,..~ DER ZUIDSRZEE.'/EREEN b;.:aatgcvxnd 3ZREKENIIIGSGEVAL VOOR XiYDRAULISCHE BEREKLIIIPIGElI KETELI.:EERCEIIITHALE. [a, Geen

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 november 2011. Het gedeelte Beperkt en het gedeelte Algemeen bestaan ieder uit 20 vragen (60

Nadere informatie

Van Hopinhoucklian 60 AAN. Van Ho~enhoucklaan 60, ' BiaUVICNIIAUiE.

Van Hopinhoucklian 60 AAN. Van Ho~enhoucklaan 60, ' BiaUVICNIIAUiE. RJKS,WATCiRSTAAT DRECTE BENEDENRVEREN Afdeling Studiedi,enst. 'S -G R A V E N H A G E Van Hopinhoucklian 60 Tililoon 77639015 r L AAN Heer Hoofdinge ieur-. k?reoteur van de hjkswateretaut in de directie

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 07 juni 2012 NR. 12

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 07 juni 2012 NR. 12 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 07 juni 2012 NR. 12 1 BELGIE >12/180 (T) NADERING WESTERSCHELDE - THORNTON ROUTE - OMGEVING GOOTEBANK OOST - LICHTBOEI H9 OPGENOMEN BaZ 2012-11/171 (T) vervalt. Lichtboei

Nadere informatie

OOSTENDE 15 april 2004

OOSTENDE 15 april 2004 BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN uitgegeven door het MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Waterwegen Kust HYDROGRAFIE Administratief

Nadere informatie

nota WWKZ-85.V001 / De bevaarbaarheid van de Westerschelde in 1983 en 1984.

nota WWKZ-85.V001 / De bevaarbaarheid van de Westerschelde in 1983 en 1984. m inisterie van v e rk e e r en w a te rs ta a t directie waterhuishuding en waterbeweging district kust en zee nta WWKZ-85.V001 / De bevaarbaarheid van de Westerschelde in 1983 en 1984. prjectcde V~[~B

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart

Nadere informatie

OOSTENDE 22 januari 2004

OOSTENDE 22 januari 2004 BERICHTEN AAN ZEEVARENDEN uitgegeven door het MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen Afdeling Waterwegen Kust HYDROGRAFIE Administratief

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden NR. 22

Berichten aan Zeevarenden NR. 22 Berichten aan Zeevarenden + OOSTENDE 25 oktober 2012 NR. 22 1 BELGIE >22/326 (T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN BaZ 2012-21/304 (T) vervalt. Gedurende de periode van 12/11/2012 tot en met 23/11/2012

Nadere informatie

Vraagspecificatie Eisen. Onderhoudsbaggeren Scheveningen Haven. Gemeente Den Haag

Vraagspecificatie Eisen. Onderhoudsbaggeren Scheveningen Haven. Gemeente Den Haag Gemeente Den Vraagspecificatie Eisen Onderhoudsbaggeren Scheveningen Haven Engineering & Construct-contract met toepassing van de Uniforme Algemene Voorwaarden voor geïntegreerde contracten 2005 (UAV-gc

Nadere informatie

VERBETERLIJST. Westerschelde Editie / november 2017

VERBETERLIJST. Westerschelde Editie / november 2017 VERBETERLIJST 104 Kaart Westerschelde Editie 2017 Bijgewerkt t/m BaZ 24 / 2017 23 november 2017 De laatste versie van deze verbeteringen kan geraadpleegd worden op www.vlaamsehydrografie.be 2017 15/200(T)

Nadere informatie

Oostende 16 augustus 2007 Nr. 17

Oostende 16 augustus 2007 Nr. 17 Oostende 16 augustus 2007 Nr. 17 1 BELGIE > 17/149(T) HAVEN OOSTENDE AFBRAAK OOSTERSTAKETSEL De tijdelijk uitgelegde rode lichtboei met lichtkarakter Q.R. werd verlegd naar positie 51 14,46 N 2 55,07 E.

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

Oostende 06 november 2008 Nr. 23

Oostende 06 november 2008 Nr. 23 Oostende 06 november 2008 Nr. 23 1 BELGIE >23/226(T) NIEUWPOORT - ZEEWAARTSE SCHIETOEFENINGEN Gedurende de periode van 17/11/2008 tot en met 28/11/2008 worden er door de artillerie schietoefeningen uitgevoerd

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 2018; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van 15 juli 2002 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden

Berichten aan Zeevarenden Berichten aan Zeevarenden + BaZ nr. 17 2016 18 augustus 2016 1 FRANKRIJK 2016-17/220 HAVEN DUINKERKE WEST - BOEI AP3 BaZ 2012-03/067(T) vervalt. Kaarten: D11 Bron: SHOM week 2016-33: AAN 12 04-T-04 opgeheven

Nadere informatie

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 21 NOVEmBEr 2013 Nr. 24

Berichten aan Zeevarenden. OOSTENDE 21 NOVEmBEr 2013 Nr. 24 Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 21 NOVEmBEr 2013 Nr. 24 + 1 BELGIE >24/361 VERVALLEN BERICHTEN BaZ nr. Vervallen Kaarten 2013-20/313 (T) Westerschelde - Pas van Rilland - Stroom- en debietmetingen

Nadere informatie