Crisis in de regionale planning: waar zijn de verbindende ruimtelijke concepten?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Crisis in de regionale planning: waar zijn de verbindende ruimtelijke concepten?"

Transcriptie

1 Crisis in de regionale planning: waar zijn de verbindende ruimtelijke concepten? Ward Rauws, Marc Beeftink en Stefan Hartman Samenvatting De Nederlandse regionale planning verkeert in crisis. Mede door de decentralisatie van ruimtelijk beleid, nog eens benadrukt in de Nota Ruimte, wordt er van de regio meer en meer verwacht dat ze zich zelfstandig ontwikkelt. De groeiende autonomie van regio s leidt tot gebrekkige coördinatie tussen regio s onderling. Aandacht voor de verhouding tussen competitie en complementariteit tussen regio s kan richting geven aan verbindende concepten. Hierbij wegen kwalitatieve aspecten van ruimtelijke ontwikkelingen steeds zwaarder. Daarnaast is het besef ontstaan dat het controleren en beheersen van dynamische ruimtelijke processen beperkingen kent. Vanuit deze constateringen wordt een aantal uitgangspunten geformuleerd voor het ontwikkelen zelforganiserende concepten, om de regio succesvol haar eigen verhaal te laten vertellen. Stellingen: De Nederlandse ruimtelijke planning ondergaat een transitie; van planning gebaseerd op functioneel toedelen naar planning geënt op kwalitatieve inbedding. Doormiddel van regionale ruimtelijke concepten kan het adaptieve vermogen van regio s worden vergroot, zodat regio s beter in staat zijn in te spelen op de onderzekerheden waarmee ruimtelijke ontwikkelingen zijn omgeven. Kwalitatieve inbedding als planningstrategie is noodzakelijk om als regio in te kunnen spelen op meer kwalitatieve wensen van de leisure en diensteneconomie en de samenleving. W.S. Rauws, MSc w.s.rauws@rug.nl Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen M.J. Beeftink, MSc m.j.beeftink@rug.nl Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen S.Hartman, MSc s.hartman@rug.nl Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen 1

2 Crisis in de regionale planning: waar zijn de verbindende ruimtelijke concepten? W.S. Rauws, M.J. Beeftink en S. Hartman Inleiding De wijze waarop regio s zich in ruimtelijke zin ontwikkelen is niet overal gelijk. Verschillende regio s kennen een eigen ontwikkelingstraject, omdat én waardoor ondermeer ruimtelijke en economische karakteristieken verschillen. Hierdoor zijn ook de kansen en beperkingen voor ruimtelijke ontwikkeling per regio verschillend. Dit wordt inmiddels ook erkend in het nationaal ruimtelijk beleid. Terwijl in het verleden het nationaal ruimtelijk beleid gericht was op gelijkheid, ieder regio gelijke kansen, ligt tegenwoordig de nadruk voornamelijk op het stimuleren van gebieden met de meeste kansen. De boodschap is duidelijk: regio s moeten uitgaan van hun eigen kracht en dit vertalen in ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven. Daarom wordt in dit artikel een beknopte analyse gegeven van de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de Nederlandse ruimtelijke planning. Op basis van deze analyse worden uitgangspunten gepresenteerd voor het vormen van regionale verhaallijnen en zelforganiserende ruimtelijke concepten. In de Nederlandse ruimtelijke planning kan gesproken worden van een omslag: van gelijkheid naar vrijheid, van sturen en controleren naar marktwerking en zelfredzaamheid. Deze omslag in het denken en doen in de ruimtelijke planning is grotendeels het gevolg van een afnemend vertrouwen in ruimtelijke maakbaarheid. De rijksoverheid heeft een fundamentele verandering teweeg gebracht in de uitgangspunten van ruimtelijk beleid, onder andere met de Nota Ruimte 1, de Nota Pieken in de Delta 2 en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening 3. Met deze koersverandering is afgestapt van een decennialang gelijkheidsdenken. In Nederland wordt momenteel diversiteit gezien als de kracht van regionale ontwikkelingen. De omslag is ook te zien in een verschuiving van verantwoordelijkheden van en tussen overheden. De rol van de overheid verandert van een sturende partij naar die van een begeleider van processen, aangeduid met de term governance. Hierdoor is een belangrijkere rol weggelegd voor marktpartijen en de civil society. Bovendien maakt de coördinerende overheid die beleid maakt met centraal gestelde verantwoordelijkheden, conform het zogenaamde Huis van Thorbecke, geleidelijk plaats voor een gelaagde overheidsstructuur. Een gelaagde overheid betekent dat elke overheidslaag goeddeels de verantwoordelijkheid heeft voor het eigen overheidsniveau. Het rijk heeft zich aldus voorgenomen primair bezig te willen zijn met de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, in het bijzonder de Main-, Brain- en Greenports en de Nationaal Stedelijke Netwerken. Voor zover het niet de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur betreft zullen provincie en gemeente naar eigen inzicht en behoefte ruimtelijk beleid moeten ontwikkelen. De regio wordt daarbij als kristallisatiepunt gezien waar bovenlokale vraagstukken spelen en van waaruit richting moet worden gegeven aan ruimtelijke dynamiek. Deze richting moet worden bepaald op basis van de eigen kracht van de regio. Maar wat is deze eigen kracht? En hoe kunnen de regiospecifieke kwaliteiten een rijk mozaïek vormen op nationaal niveau, waarbij het geheel de som der delen overstijgt? Met uitzondering van de Randstad ontbreekt het aan samenhangende ruimtelijke concepten op het regionale niveau. Terwijl dergelijke concepten hard nodig zijn om richting te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen die geschoeid zijn op de regionale leest. Ruimtelijk-economische diversiteit vormt daarom voor degelijke concepten een belangrijk uitgangspunt. Niet elke regio in Nederland is immers in staat om zich op gelijke schaal te meten met de industriële en service sectoren van de Randstad. Dit betekent niet dat alleen de Randstad economische potentie heeft. Ook buiten de Randstad liggen interessante kansen, al zullen deze niet vaak liggen in de competitie met de Randstad. Unieke regionale kwaliteiten kunnen buiten de Randstad krachtige dragers worden voor ruimtelijke ontwikkeling, zoals eigenschappen die een relatie hebben met landbouwinnovatie, zorg en wellness, de ontspanningseconomie, quality of life, 1 Ministerie van VROM (2004) 2 Ministerie van EZ (2004) 3 Staatsblad, 2006; 566 2

3 cultuurhistorie, landschap, en natuur. Om dergelijke eigenschappen optimaal te benutten is een regionale, samenhangende strategie nodig. Echter, het schort aan vermogen om gebiedsspecifieke kansen waar te nemen en te verbinden aan regionale kwaliteiten. Zoals Zonneveld & Verwest 4 stellen, zetten veel regio s in op klassieke motoren van de economie, zoals de dienstensectoren, bedrijventerreinen en ICT. Een grote of eenzijdige aandacht is voor deze aspecten niet altijd even zinvol. Het aanbod kan de vraag overstijgen door kopieergedrag. Dit resulteert bijvoorbeeld in een overschot aan bedrijventerreinen om dat geen gemeente werkgelegenheid aan haar neus voorbij wil laten gaan. Tegelijkertijd is de concurrentiekracht op dit vlak in veel regio s ten opzichte van de Randstad beperkt. Daarnaast wordt vaak onvoldoende rekeningen gehouden met een autonome demografische en economische dynamiek. Het ontwikkelen van bedrijventerreinen is dan bouwen voor leegstand. Bovendien wordt een regio bij eenzijdige ontwikkelingen kwetsbaar voor bijvoorbeeld bevolkingskrimp of het wegvallen van economische sectoren. De vraag rijst nu hoe regio s buiten de Randstad enerzijds zelf ruimtelijk-economisch vitaal kunnen zijn en anderzijds een toegevoegde waarde kunnen betekenen voor ruimtelijk en ruimtelijkeconomisch Nederland. Naast het benutten van de eigen kracht is aandacht voor wederzijdse complementariteit op en tussen verschillende ruimtelijke schaalniveaus essentieel. Om dit te stimuleren zijn visies en concepten nodig waarmee complementaire elementen binnen een regio aan elkaar worden verbonden. Daarnaast is het van belang dat regionale visies en concepten ontwikkelingen op hogere en lagere schaalniveaus integreren. Daarbij is het essentieel dat die concepten vanuit de regio zelf worden ondersteund en omarmd. Tot slot gaat het om concepten waarmee ingespeeld kan worden de veranderlijkheid van factoren achter ruimtelijke ontwikkelingen. Het gaat dus om concepten die zelforganiserend werken. Met andere woorden, concepten die aanzetten tot regionaal handelen en het anticiperend vermogen vergroten. Dit artikel levert een aantal uitgangspunten op voor de zoektocht naar deze regiospecifieke verhaallijnen en zelforganiserende concepten. Dit artikel bestaat uit drie delen. Allereerst wordt geanalyseerd in welke context regionale ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Daarbij staat de omslag van functionele toedeling naar kwalitatieve inbedding van ruimtelijke ontwikkelingen centraal. Vervolgens wordt het belang van een meer evolutionaire planningsbenadering benadrukt, en wordt de toepassingswaarde van deze benadering voor het ontwikkelen van regionale verhaallijnen en concepten uiteengezet. De hedendaagse ruimtelijke dynamiek vraagt om een alternatieve aanpak waarbij tijdelijkheid en veranderlijkheid van ruimtelijke processen centraal staan. Het laatste deel is de synthese, waarbij de inzichten uit de voorgaande delen samenvloeien tot een aantal uitgangspunten voor het vormen van regionale verhaallijnen en zelforganiserende concepten. Van functionaliteit naar kwaliteit De Nederlandse ruimtelijke planning ondergaat een transitie van planning gebaseerd op functioneel toedelen naar planning die geënt is op kwalitatieve inbedding. De functionele planningsgedachte is losgelaten, terwijl een eenduidigheid beeld van de op kwaliteit gerichte planningsfase nog goeddeels ontbreekt. Om regionale verhalenlijnen en concepten van inhoud te voorzien is het van belang de contouren en condities te analyseren van deze nieuwe fase in de Nederlandse planning. Functionele planning is ontstaan uit de maakbaarheidgedachte die is terug te leiden tot de Industriële Revolutie. Met behulp van nieuwe technieken ontstaat het moderne Nederland. Rivieren komen onder controle en overstromingen worden een zeldzaamheid. De rijks(spoor)wegen wordt uitgebreid tot een volwaardig netwerk. Met behulp van deze technieken wordt het inpolderen, een eeuwenoude traditie, gemakkelijker en vindt het op grotere schaal plaats, met als eerste resultaat de Haarlemmermeerpolder. Hierna volgen nog vele, steeds ambitieuzere projecten. Hieruit wordt duidelijk dat niet de natuur, maar de Nederlanders zelf steeds ingrijpender bepalen hoe het landschap eruit komt te zien. 4 Zonneveld & Verwest (2005) 3

4 Ruimtegebruik wordt in toenemende mate op nationaal niveau functioneel toegedeeld. Landschappelijke mogelijkheden en beperkingen spelen hierbij nauwelijks nog een rol. Dit geldt bijvoorbeeld voor grote waterprojecten als de Afsluitdijk ( ) en de Deltawerken ( ) 5, en op het gebied van infrastructuur in de vorm van het eerste Rijkswegenplan (1927) 6. Tegelijkertijd neemt de maatschappelijke bemoeienis van de rijksoverheid toe. Ruimtelijke planning komt in Nederland steeds prominenter in beeld, met in 1901 de Woningwet als mijlpaal. Deze wet wordt geflankeerd door de stichting van woningcorporaties in de jaren 20, waarmee de rijksoverheid een bepalende rol krijgt in de volkshuisvesting 7. De optelsom van deze processen, in combinatie met het modernisme, resulteert in een periode die we nu de maakbaarheid noemen. Er ontstond een soort technische arrogantie die in de naoorlogse periode van de wederopbouw een hoogtepunt bereikte 8. Bij ruimtelijke ingrepen zijn daarmee de bestaande fysieke kenmerken van het landschap niet meer leidend en kan de ruimte naar believen zo efficiënt en functioneel mogelijk worden ingedeeld 9. De vraag wat is functioneel? staat centraal in deze fase van de Nederlandse planning. Ondanks het succes van deze technisch-functionele planning kent deze aanpak beperkingen 10. De veronderstelde zekerheden in de aansturing van ruimtelijk Nederland, en het geloof in de maakbaarheid daarvan, blijken niet altijd waar te maken. Vraagstukken zijn minder universeel dan gedacht. Sterker, ruimtelijke vraagstukken blijken onderhevig aan maatschappelijke waardering, en daarmee de resultante van een relatief ongrijpbare dynamiek en veranderlijkheid. Als gevolg komt in de jaren 70 de vanzelfsprekendheid van de maakbaarheid en het streven naar functionaliteit in toenemende mate onder druk. Een typerend voorbeeld is de verloedering van de strakke, monotone woonwijken van de naoorlogse decennia 11. Als tegenreactie worden in de jaren 70 de zogenaamde bloemkoolwijken gebouwd het tegenbeeld van functionaliteit 12. Het lijkt symbool te staan voor de grenzen van de maakbaarheid en functionaliteit. Nederland heeft behoefte aan meer. Daarnaast ontstaat in de beleidswereld de roep om integratie en afstemming. Het oplossen van planningsvraagstukken wordt maatwerk waarin gezocht wordt naar alternatieven die aansluiten bij de locatiespecifieke mogelijkheden. Hiermee wordt de verschuiving ingezet van een functionele benadering naar een benadering die gericht is op gebiedskwaliteiten. De onderstaande voorbeelden illustreren deze omslag: Van lijn- naar gebiedsopgave: Rijkswaterstaat beschouwt de aanleg van infrastructuur steeds meer als gebiedsgebonden opgave waarin inbedding centraal staat. Een voorbeeld hiervan is de huidige interesse van Rijkswaterstaat in de combinatie van gebiedsontwikkeling en infrastructuurplanning, onder het credo van lijnopgave naar gebiedsopgave 13. Integrale aanpak watervraagstukken: Met het rapport van de commissie WB21 14 wordt de aanzet gegeven voor een alternatief voor de technocratische manier van waterbeheer: ruimte voor de rivier. Er wordt een omslag in het waterbeleid bepleit waarbij na eeuwen de rivier te hebben afgenomen deze nu deels (noodzakelijkerwijs) wordt teruggegeven. Belangrijker is de kentering in de 5 van der Ham (2003); van der Woud (2006) 6 van der Cammen & de Klerk (2003) 7 van der Cammen & de Klerk (2003) 8 van der Ham (2003, p.3) 9 van der Cammen & de Klerk (2003) 10 zie voor een internationaal perspectief o.a. Lindblom (1959); Simon (1960) 11 Argiolu et al. (2008) 12 van der Cammen & de Klerk (2003) 13 Steunpunt Routeontwerp (2009); Struiksma & Tillema (2009) 14 Commissie Waterbeheer 21 e eeuw 4

5 benadering van watervraagstukken: integraal in plaats van sectoraal 15. Deze kentering is exemplarisch voor een bredere omslag in het denken over ruimte. Nota Belvedère: op cultuurhistorisch vlak vragen een viertal ministeries met de nota Belvedère de aandacht voor kwalitatieve inpassing van functies in het landschap 16. De centrale gedachte is dat cultuurhistorie in de leefomgeving kwaliteit, identiteit en betekenis kan toevoegen aan ruimtelijke ontwikkelingen 17. Het denken in kwaliteit en identiteit naast en aanvullend op kwantiteit en functionaliteit wordt steeds vaker gezien als een belangrijk uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkeling. Kortom, in diverse ruimtelijke beleidsvelden wordt impliciet het maakbaarheidsdenken losgelaten. Hiermee is een beweging van een functionele naar een kwalitatieve benadering ingezet. Maar welke trends verklaren deze transitie? En is het mogelijk meer invulling te geven aan het begrip kwaliteit? Deze vragen worden besproken in de volgende paragraaf. De rol van kwaliteit bij ruimtelijke ontwikkeling Kwaliteit speelt een steeds belangrijkere rol in de samenleving. Dit werkt vanzelfsprekend door in ruimtelijke processen. De oorzaak wordt gezocht in een drietal trends: glocalisering, digitalisering, en de ontspanningseconomie. Globalisering heeft geleid tot een toenemende verknoping van menselijk handelen 18. Het kan leiden tot de nivellering van ruimte; lokale verschillen vervagen, bijvoorbeeld door mondiale architectonische trends en alom vertegenwoordigde multinationals. Als reactie kan een tegentrend worden onderscheiden. Dit is lokalisering, waardoor de samengestelde trend glocalisering ontstaat 19. Het is het gevolg van een groeide behoefte aan onderscheidend vermogen in een wereld van internationale competitie. Een sterk gebiedsgebonden verhaal is nodig om een onderscheidende identiteit te behouden of af te stoffen. De regio lijkt hierbij het schaalniveau te worden waarop de onderscheidende identiteit gewaarborgd kan worden 20. Het onderscheidend vermogen van een regio zal in toenemende mate de kwaliteit worden waarop de regio wordt beoordeeld in een globaliserende samenleving. Daarnaast zijn als gevolg van digitalisering en toenemende communicatiemogelijkheden bedrijven en werknemers in toenemende mate footloose geworden 21. Dat betekent overigens niet dat afstand geen rol meer speelt. Wel dat locatiekeuzes door meer dan alleen agglomeratievoordelen worden bepaald 22. Naast direct economisch gerelateerde criteria, worden omgevingskwaliteiten van belang voor de vestigingskeuze. Regio s met onderscheidende omgevingskwaliteiten bieden een aantrekkelijk woonmilieu voor topwerknemers en daarmee een goed vestigingsklimaat voor bedrijven in de service-, ICT- en kennissector. Dit betekent dat de klassieke relatie wonen volgt werken tegenwoordig wordt aangevuld met werken volgt wonen van den Brink (2009) 16 Ministeries van LNV, V&W, VROM & OCW (1999) 17 Witsen, Dings & Linssen (2010) 18 Schnabel (2004, p77) 19 Swyngedouw & Baeten (2001) 20 van de Vaart (2004) 21 Door onder andere Castells benoemd (Boelens, 2000). 22 Boelens (2000) 23 Zie o.a. Marlet (2009); van Dijk & Schutjes (2008); en Hoogstra, van Dijk & Florax (2010) die een meta-analyse hebben uitgevoerd waarin meerdere studies naar het fenomeen werken volgt wonen zijn geanalyseerd. 5

6 Een derde trend is de opkomst van de ontspanningseconomie. De toenemende welvaart 24 in combinatie met de vergrijzing van de bevolking zijn belangrijke factoren achter deze trend. Door de groei van de ontspanningseconomie kan een aantrekkelijk landschap van economische betekenis zijn. Het is immers inzetbaar voor toeristische, recreatieve en woon-zorgeconomieën 25. Landschappelijke kwaliteiten bieden daarmee potentie voor regionale ontwikkelingen. Impliciet blijkt dit al uit de bovenstaande trends de gevoelsmatige waardering van de omgeving steeds belangrijker wordt, naast de functionele en financiële waardering. De gevoelsmatige waardering van ruimte wordt bepaald door begrippen als identiteit, geborgenheid, veiligheid, interactie, duurzaamheid naast de meer traditionele condities als bereikbaarheid, functionaliteit, prijs per vierkante meter. De drieslag gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde is te beperkt. Het gaat om de verbinding (het saldo) waarbij de maatschappelijke wens tot welbevinden voorop staat. Tegelijkertijd is kwaliteit een tijdsgebonden begrip. De maatschappelijk en economische dynamiek heeft als gevolg dat de invulling van het begrip kwaliteit een tijdelijk karakter heeft. Deze veranderlijkheid geldt in bredere zin ook voor processen achter ruimtelijke ontwikkelingen. Wanneer veranderlijkheid en tijdelijkheid van ruimtelijke processen voorop staan, wat betekent dat voor de sturingsmechanieken voor planologen en beleidsmakers? En welke lessen kunnen hieruit worden getrokken voor de ontwikkeling van regionale verhaallijnen en concepten? Deze vragen staan centraal in de volgende paragraaf. Naar evolutionaire planning Met het afnemende vertrouwen in de maakbaarheid van Nederland start ook een zoektocht naar nieuwe sturingsmechanieken voor de ruimtelijke planning. Een grote verandering vindt plaats in de jaren 90 met de opkomst van de communicatieve aanpak. Onzekerheden worden meer geaccepteerd als een gegeven en aan de hand van afspraken worden gezamenlijke zekerheden gecreëerd 26. Planning als proces komt in toenemende mate centraal te staan, waarbij de nadruk ligt op governance in plaats van government 27. Deze aanpak doet meer recht aan de complexiteit en contextgebondenheid van ruimtelijke vraagstukken. Betoogd wordt dat planning open moet staan voor interactie met de leefomgeving die in voortdurende staat van verandering is. Daarmee wint ook de gebiedsgerichte benadering aan overtuigingskracht 28. In open planningsprocessen zoeken actoren samen naar consensus over het zodanig inpassen van ruimtelijke ontwikkelen dat ze aansluiten op de specifieke kenmerken van het gebied. Met de omslag naar de communicatieve planning is het besef ontstaan dat planningsopgaven mede worden gevormd door maatschappelijke interactie. Maar er kan worden getwijfeld aan de integriteit en legitimiteit een communicatieve aanpak 29. De machtverhoudingen in een open planproces zijn idealiter gelijkwaardig, maar in de praktijk komt dit nauwelijks voor 30. Bovendien is de vraag hoe lang de afspraken die door middel van consensus bereikt worden stand houden. Immers, van zowel de context waarin planningsinterventies plaatsvinden als de criteria waaraan deze interventies zouden moeten voldoen, kan worden verwacht dat ze tijdsafhankelijk zijn. Het zou verbazen als dat wat nu onder ruimtelijke kwaliteit wordt verstaan over 20 jaar niet passé is. De factor tijd speelt daarmee een belangrijke rol in planning. Echter, de veranderlijkheid van zowel de opgaven als de maatschappelijke context vertaalt zich nog nauwelijks in nieuwe planningsperspectieven. Met de communicatieve aanpak wordt geprobeerd met consensusvorming onzekerheden te verminderen. Deze aanpak is echter ontoereikend om de veranderlijke posities van actoren, veranderende kwaliteitscriteria, en een wisselende impact van contextuele processen te vangen. 24 Harms (2006) geeft aan dat tussen 1975 en 2000 niet de toename in vrije tijd, maar de inkomensstijging de belangrijkste oorzaak is van de toename van maar liefst 78% van bestedingen in de recreatieve sector. 25 de Jong (2008) 26 Zie onder andere Healey (1996); Innes (1995); Woltjer (2000) 27 De Roo & Porter (2007) 28 De Roo & Schwartz (2001) 29 Forester (1989) 30 Flyvbjerg (1998) 6

7 Wanneer planologen en beleidsmakers beter in staat willen zijn om met de veranderlijkheid van ruimtelijke processen om te gaan is wellicht een alternatief perspectief nodig. Een perspectief dat een nieuw begrip van hoe ruimtelijke ontwikkelingen tot stand komen oplevert en wat daarbij aansluitende sturingsmechanieken zijn. Voor regionale concepten en verhaallijnen moet daarom niet alleen de stap naar kwalitatieve inbedding worden gemaakt, maar is het ook van belang dat deze concepten en verhaallijnen inspelen op de veranderlijkheid en de tijdelijkheid van ruimtelijke processen. Dat betekent dat regio adaptief moet zijn. Zelforganiserende concepten kunnen daarbij een essentiële rol spelen. In continue staat van verandering Ruimtelijk Nederland, en zo ook de regio, is in continue staat van verandering. Dit heeft een aantal mogelijke oorzaken. Ten eerste kan worden gesteld dat ruimtelijke ontwikkelingen contextafhankelijk zijn 31. Ontwikkelingen worden mede gedreven door veranderende, vaak autonome, trends van buiten de regio. Hierbij kan worden gedacht aan economische, demografisch, technische en maatschappelijke processen. Deze processen kunnen meestal niet of nauwelijks worden beïnvloed door planners en beleidsmakers op het regionale niveau en hun invloed moet dus als een gegeven worden gezien. Een voorbeeld is de huidige economische crisis. Het verloop ervan kan nauwelijks worden beïnvloed, maar het heeft onmiskenbaar impact op de ontwikkeling van de regio. De huizenmarkt zakt in en bedrijventerreinen blijven (langer) leeg. Het blijkt onmogelijk om de ruimtelijke ontwikkeling totaal te beheersen. De opgave is slim anticiperen op autonome processen zoals de economische crisis. Daarnaast is verondersteld dat regionale ontwikkelingen niet alleen samenhangen met processen van buiten af. Ook interne, onderling verbonden, processen zijn van invloed. Dit betekent dat een wijzing in één van die processen, bijvoorbeeld grondposities, kan leiden tot een reeks aan veranderingen in de regio als geheel 32. Als gevolg van een dergelijke kettingreactie ontstaan spontaan nieuwe regionale structuren en functies zonder dat één partij dit proces regisseert. Dit wordt ook wel zelforganisatie genoemd 33. Het zijn processen die per definitie niet te beheersen zijn. Daarmee zou de taak van planners verschuiven naar het herkennen en faciliteren van zelforganiserende processen ten einde de positieve effecten te omarmen en de negatieve effecten te beperken. Met verbindende, zelforganiserende concepten kan getracht worden de regio de kracht in te spelen op autonome contextuele veranderingen. In concepten zou bijvoorbeeld meer plaats kunnen worden gegeven aan experimenteerzones, waarmee het adaptieve vermogen van de regio versterkt zou kunnen worden. Hoe beter een dergelijk concept aansluit op regionale eigenschappen en contextuele trends, hoe groter de kans van slagen. Als gevolg van zelforganisatie en de invloed van contextuele processen, is de regionale ontwikkeling als geheel in continue staat van verandering. Dit betekent niet dat mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen geheel onvoorspelbaar uit de lucht vallen. Deze zijn vaak verbonden aan keuzes en veranderingen in het verleden, wat ook wel padafhankelijkheid wordt genoemd. Dit betekent dat toekomstige ontwikkelingen kunnen voortbouwen op historische ontwikkelingen, gegeven de daaruit voortvloeiende condities 34. Een voorbeeld is de havens in de Zeeland. De havens zijn ooit gebouwd ten behoeve van de visserij en later goederenoverslag. Tegenwoordig zijn de havens een mooie kans op het aantrekken van watertoerisme. Oude structuren zijn daarmee mede bepalend voor kansrijke toekomstige ontwikkelingspaden. Samenvattend kan worden gesteld dat regionale ontwikkelingen voort komen uit een combinatie contextuele invloeden en gebiedseigen karakteristieken. Een deel van de processen voltrekt zich autonoom. Daardoor zijn ruimtelijke ontwikkelingen en de gevolgen er van lastig te voorspellen. Het kan worden gezien als een proces van co-evolutie waarin de regio zich voortdurend aanpast, zoekend 31 Portugali (2006) 32 De Jonge (2009) 33 Heylighen (2008) 34 Belussi (1998) 7

8 naar de beste configuratie van ruimtelijke structuren en economische functies 35. Een belangrijke opgave voor de regio wordt daarmee het vergroten van haar adaptieve vermogen, zodat zij in staat is te profiteren van verschillende ontwikkelingsrichtingen. Zelforganiserende concepten en verhaallijnen kunnen daar bij helpen, met in achtneming van regiospecifieke, padafhankelijk condities voor ontwikkeling. Robuuste concepten met ruimte voor flexibele invulling Eerder in dit artikel is gesteld dat verbindende concepten voor regionale ontwikkeling veelal ontbreken. Terwijl de regio steeds vaker als het schaalniveau wordt gezien waarop richting moet worden gegeven aan de ruimtelijke dynamiek. Tegelijkertijd heeft de rijksoverheid zich terug getrokken en wordt van de regio verwacht dat zij haar eigen boontjes dopt. Wie er zorgt voor samenhang met omliggende gebieden is onduidelijk. De vraag rees hoe regio s, de Randstad daargelaten, enerzijds invulling kunnen geven aan ruimtelijk-economisch vitaal profiel en anderzijds een toegevoegde waarde kunnen zijn voor de mozaïek Nederland. In de zoektocht naar uitgangspunten voor nieuwe regionale verhaallijnen en concepten die dit proces kunnen ondersteunen zijn twee belangrijke veranderingen in de Nederlandse planning naar voren gekomen. Ten eerste is bij ruimtelijke ontwikkeling in toenemende mate kwaliteit van belang, naast of zelfs boven functionaliteit. Ten tweede ontstaat het besef dat ruimtelijke ontwikkeling vooral een proces is van continue aanpassing, waarbij het gaat om anticipatie, zelforganisatie en adaptief vermogen. Passende sturingsmechanismen die planners en beleidsmakers in staat stellen met deze veranderlijkheid om te gaan, verdienen dus de aandacht. Wanneer deze veranderingen geïntegreerd moeten worden in regionale verhaallijnen en zelf-organiserende concepten, tot welke uitgangspunten leidt dit dan? Allereerst kan het denken in traditionele economische kansen deels worden los gelaten. De toenemende wens tot kwaliteit geeft namelijk nieuwe kansen aan regio s buiten de Randstad. In plaats van de competitie met de Randstad aan de te gaan, met een poging industrie- en servicegerichte activiteiten aan te trekken, kunnen regio s in zetten op complementaire ontwikkelen. Met ontwikkelingen die geörienteerd zijn op de rust en ruimte kunnen die regio s zich onderscheidend profileren ten opzichte van de Randstad 36. Kansrijke initiatieven zijn met name gerelateerd aan de ontspannings- zorg- en wooneconomie, bijvoorbeeld in de vorm van bed-and-breakfast verblijven, zorgkloosters en buitenhuizen. Elke regio heeft hiervoor haar eigen mogelijkheden omdat landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische elementen veelal verschillen per regio. Er wordt afgestapt van het streven naar gelijksoortige ontwikkeling, ongeacht de regio s. Dit wordt vervangen door mogelijkheden voor complementaire, elkaar aanvullende, ontwikkelingen, waarbij de deels padafhankelijke regionale verhaallijn nadrukkelijk het aanknopingspunt vormt. Landschappelijke kwaliteiten zijn belangrijke dragers voor de ontwikkeling van de ontspannings-, zorg-, en wooneconomie. Het inzetten op deze kwaliteiten is voor bepaalde regio s dus een logische stap. Daar zijn inspirerende regionale verhaallijnen en zelf-organiserende concepten uiterst geschikt voor. Daarbij gaat het namelijk niet om het traditioneel scheiden van economische ontwikkelingszones van natuur en cultuurhistorische gebieden, om deze gebieden te kunnen beschermen. In tegendeel, bepaalde economische ontwikkelingen zijn nodig om dergelijke gebieden in stand te kunnen houden. Kansrijk zijn vooral de grenszones tussen monofunctionele gebieden en gebieden waar meerdere ruimteclaims liggen. In deze zones is de ontwikkeldruk en/of de dynamiek hoog, en bestaan mogelijkheden om de kwaliteiten van verschillende gebieden te verbinden. Om het kwaliteitsbehoud betaalbaar te houden, wordt het steeds belangrijker om verbindingen met regionale economische ontwikkelkansen te leggen. Verhaallijnen en concepten kunnen richting geven aan de zoektocht naar nieuwe verbindingen. Daarmee zijn de concepten sturend voor ontwikkelingen op projectniveau, waarin de verbinding tussen bijvoorbeeld de thema s zorg en cultuurlandschap wordt voorgesteld. Het resultaat kan de creatie van een uniek zorglandschap met daarin zorgkloosters opleveren. 35 Roo & Rauws (2010) 36 Hermans & de Roo (2006) 8

9 Tegelijkertijd bieden de verhaallijnen en concepten ruimte om ontwikkelkansen te pakken wanneer deze aan bepalende kwaliteitseisen voldoen. Dat betekent dat projecten in het kader van een regioconcept worden geplaatst en moeten bijdragen aan het regionale verhaal. Gefragmenteerde ontwikkelingen in de regio worden zo aan elkaar verbonden, zodat ze elkaar voordeel opleveren. Het voorbeeld van recreatiepark Esonstad kan verduidelijken wat hierboven bedoeld wordt. Esonstad ligt in het noodoostelijkste puntje van Friesland, aan het Lauwersmeer. Daarbij maakt Esonstad gebruik van de kwaliteiten van het natuurgebied. Op bezoekers en toeristenbelasting na levert Esonstad de omgeving niets op. Behalve dan een curieuze mix van oud en nieuw, wat op zich weer architectuurtoeristen trekt. Door de regio in een ontwikkelingsperspectief te plaatsen waarbij leisure en landschap worden gecombineerd kan een regionale strategie in een concept worden gevangen. Met een dergelijke visie kunnen projecten zoals Esonstad worden gebruikt om de natuurlijke en toeristische structuren van de regio te versterken. In dit geval kan het ontwikkelen van een recreatiepark tevens natuur- en waterverbindingen opleveren. Hierdoor ontstaan ruimtelijke structuren waar meer activiteiten en dorpen op kunnen aanhaken. Welke regiospecifieke kwaliteiten kansrijke aanknopingspunten bieden voor toekomstige regionale ontwikkelingen wordt in belangrijke mate bepaald door twee aspecten. Ten eerste zijn historische veranderingen van de regio vaak bepalend voor de reikwijdte van mogelijke ontwikkelingspaden voor de toekomst. Aansluiten en voortbouwen op ontwikkelingen uit het verleden en de daaruit voortkomende condities is daarom essentieel voor regionale verhaallijnen en concepten. Ten tweede wordt de kansrijkheid van ontwikkelingsrichtingen bepaald door contextuele trends. Deze trends kunnen niet of nauwelijks vanuit het regionale niveau worden beïnvloed. De impact van contextuele trends vraagt daarom vooral om anticipatie en adaptatie. Een bepaalde mate van flexibiliteit in de ruimtelijke structuur van de regio is nodig om autonome veranderingen te accommoderen al dan niet door als regio zelf mee te veranderen. Verhaallijnen en concepten kunnen die flexibiliteit vergroten door in te zetten op een versterking van de pluripotentie van de regio. Een regio kan haar adaptieve vermogen versterken door haar ruimtelijke en economische diversiteit te vergroten. Alleen niet elke ontwikkeling is kansrijk in elk gebied. Daarom wordt hier gesproken van het versterken van de pluripotentie. Daarmee wordt bedoeld dat binnen een gebied de diversiteit van ontwikkelingen wordt vergroot, mits deze aansluiten bij trends met toekomstwaarde. Wanneer verschillende economische sectoren een plek hebben in een regio heeft deze meer potentie om aan te sluiten bij en te profiteren van nieuwe contextuele trends. Verhaallijnen en concepten kunnen een pluripotente ontwikkeling van de regio stimuleren, om daarmee haar veerkracht te versterken. Het vergroten van de flexibiliteit heeft voordelen, maar een regio moet niet ten ondergaan aan haar eigen adaptieve vermogen. Met behulp van ruimtelijke concepten kan een vangnet gevormd waarmee dit kan worden voorkomen. Dit vangnet bestaat uit robuuste structuren, zogenaamde carrying structures, die gezamenlijk een raamwerk vormen waaraan andere ontwikkelingen zich aan kunnen verbinden. Carrying structures zijn een soort kapstokken die houvast geven voor zelforganiserende ontwikkelingen, maar geen blauwdruk oplegt aan de hele regio. Het zijn relatief generieke structuren die gewenst of zelfs noodzakelijk kunnen zijn voor een breed scala aan activiteiten in verschillende economische sectoren. Voorbeelden van deze structures zijn infrastructuur, logistieke en ICT netwerken, kennisnetwerken, ontwikkelingszones, groene en blauwe netwerken. Bij het vormen van regionale verhaallijnen en concepten gaat het dus om enerzijds het vergroten van de flexibiliteit van de regio en anderzijds het verzekeren van een robuuste structuur waarop kan worden terug gevallen. Zelforganiserende concepten De regio wordt steeds vaker gezien als het juiste schaalniveau om sturing te geven aan de ruimtelijke dynamiek. Daarmee wordt duidelijk afstand genomen van de situatie waarin de rijksoverheid de regio vertelt wat er moet gebeuren en bepaalde ontwikkelingen oplegt. De ontwikkeling van regionale verhaallijnen en concepten vraagt daarom om meer aandacht. Tegelijkertijd betekent dit niet dat de regio helemaal aan haar lot wordt overgelaten, zoals nu dreigt te gebeuren. Wat de regio nodig heeft 9

10 zijn zelforganiserende concepten op basis waarvan slimme, gerichte investeringen gedaan kunnen worden die de kracht van de regio versterken. Hiermee zijn we niet terug bij het spreidingsbeleid van weleer. Integendeel, in veel regio s wordt vanuit de lokale overheid en de markt voldoende geïnvesteerd. Deze investeringen vinden echter zelden in samenhang plaats, waardoor een gebiedsoverstijgend effect uitblijft. Het zelforganiserende concept kan hierin een verlossende rol spelen. De eigen krachten kunnen geïdentificeerd en gebundeld worden door regionale actoren zelf aan het zelforganiserende concept te laten werken, hier en daar gesteund door de rijksoverheid. Van belang is dat verbindingen worden gelegd tussen gebiedseigenschappen en contextuele trends. Een goed zelforganiserend concept gaat uit van de eigen kansen en mogelijkheden en versterkt tevens de veerkracht van de regio. Regio s zijn zo beter in staat te profiteren van de ruimtelijke dynamiek van Nederland en vormen zo gezamenlijk een krachtig geheel. Literatuur Argiolu, R., K. van Dijk, J. Koffijberg, G. Bolt, R. van Kempen, E. van Beckhoven, R. Engbersen & G. Engbersen (2008) Bloei en verval van vroeg-naoorlogse wijken, Nicis institute, Den Haag Belussi, F. (1998) Path-dependency vs. industrial dynamics: an analysis of two heterogeneous districts, Human Systems Management Vol. 18, Boelens, L. (2000) Time and space in a diffuces society. The Randstad á diffusee vitesse, via Brink, M. van den (2009) Rijkswaterstaat on the horns of a dilemma (Delft: Eburon). Cammen, H. van der & L. de Klerk (2003) Ruimtelijke Ordening. Van Grachtengordel tot Vinex-wijk (Houten: Het spectrum) Dijk, J. van & V. Schutjens (2008) De economische kracht van de stad(assen: Koninklijke Van Gorcum). Flyvbjerg, B. (1998) Rationality and Power: Democracy in practice. Chigaco: University of Chocago press. Forester, J.F. (1989) Planning in the face of Power, Berkeley and Los Angeles, CA: University of California Press. Ham, W. van der (2003) Waterstaat Nederland. Cultuurhistorie als richtsnoer en inspiratiebron, Stedenbouw & Ruimtelijke Ordening, vol.84, no.4, pp.20-4 Harms, L. (2006) Op weg naar vrije tijd, Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag Healey P, 1996, "The communicative turn in planning theory and its implications for spatial strategy formations" Environment and Planning B: Planning and Design 23(2) Heylighen, F. (2008) Complexity and Self-organization. In M. J. Bates & M. N. Maack (eds) Encyclopaedia of Library and Information Sciences, CRC; 3 edition. Hoogstra, G., R.J.G.M. Florax & J. van Dijk (2010) Determinants of Variation in Population-Employment Interaction Findings: A quasi-expirimental meta analysis, Geographical Analysis, geaccepteerd voor publicatie Innes, J.E. (1995) planning theory s emerging paradigm: communicative action and interactive practice, Journal of planning education and research, Vol. 14(3): Jong, M. de (2008) Regionale richtingwijzers en plaatselijke pluspunten: het landschap als drager van een regionale wooneconomie, in J. van Dijk & V. Schutjens De economische kracht van de stad, Koninklijke Van Gorcum, Assen Jonge, A. de (2009) Vloeibare regio s, Stedebouw & Ruimtelijke Ordening, Vol. 90 (6), pp Lindblom, C.E. (1959) The Science of Muddling Through, Public Administration Review, Vol.19, No.2, pp Marlet, G. (2009) De aantrekkelijke stad, VOC Uitgevers, Nijmegen Ministerie van Economische Zaken (2004) Pieken in de Delta, Den Haag Ministeries van LNV, V&W, VROM & OCW (1999) Nota Belvedère, Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting, VNG Uitgeverij, Den Haag Ministerie van VROM (2004) Nota Ruimte. Ruimte voor ontwikkeling, Den Haag Portugali, J. (2006) Complexity theory as a link between space and place, Environment and Planning A 2006, volume 38, Hermans, E.W. & G. de Roo (2006) LILA en de planologie van de contramal. De ruimtelijk-economische ontwikkeling van Noord-Nederland krijgt een eigen kleur, In Boekvorm, Assen Roo, G. de & M. Schwartz (2001) Omgevingsplanning, een innovatief proces; Over integratie, participatie, omgevingsplannen en de gebiedsgerichte aanpak, Sdu Uitgevers, Den Haag Roo, G. de & G. Porter (2007) Fuzzy Planning the role of actors in a fuzzy governance environment, Ashgate Publishers Ltd, Aldershot, UK 10

11 Roo, G. de & W.S. Rauws (2010) De orde voorbij over complexiteit, chaos en transities in ruimtelijke ontwikkeling, PMB Amsterdam Schnabel, P. (red.) (2004) Individualisering en sociale integratie, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag Simon, H.A. (1960) The new science of management decision, Harper & Row, New York Staatsblad (2006) Wet Ruimtelijke Ordening, 2006; 566 Steunpunt Routeontwerp (2009) Routeontwerp, bezocht op 25 oktober 2009 Struiksma, R. & T. Tillema (2009) Planning van rijkswegen: van lijn- naar gebiedsopgave,, in: G. Bouma, F. Filius, H. Leinfelder & B. Waterhout (red.) Tussen droom en werkelijkheid, pp , Plandag 2009, Brussel Swyngedouw, E. & G. Baeten (2001) Scaling the city: the political economy of 'Glocal' development - Brussels' Conundrum, European Planning Studies, vol. 9, nr. 7, pp Vaart, R. van der (2004) Meervoudige territoriale identiteiten, in: B. de Pater, T. Béneker & W. Buunk (red.) Europa, Koninklijke Van Gorcum, Assen Witsen, P.P., M. Dings & M. Linssen (2010) <Belvedère.NU> Praktijkboek cultuurhistorie en ruimtelijke ontwikkeling, Uitgeverij Matrijs, Utrecht Woltjer, J. (2000) Consensus planning : the relevance of communicative planning theory in Dutch infrastructure development. Aldershot: Ashgate. Woud, A. van der (2006) Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam Zonneveld, W. & Verwest, F. (2005) Tussen droom en retoriek; de conceptualisering van de ruimte in de Nederlandse planning, NAi Uitgevers, Rotterdam 11

CHALLENGE LANDSCHAP Kwaliteit door ontwikkelen

CHALLENGE LANDSCHAP Kwaliteit door ontwikkelen CHALLENGE LANDSCHAP 2070 Kwaliteit door ontwikkelen 54 JAAR TERUG, 54 JAAR VOORUIT landschap in transitie - 1962 1962 54 JAAR TERUG, 54 JAAR VOORUIT landschap in transitie - 2016 2016 LANDSCHAP IN 2070

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Op 11 september 2018 zijn zo n 80 medewerkers van verschillende Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk, Provinciale Staten, andere

Nadere informatie

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen 28 hoofdstuk 1 achtergrond Structuurvisie 2020 keuzes samenvatting achtergrond ruimtelijk en sociaal kader inbreng samenleving thematisch van visie naar uitvoering bijlagen zones 1 2 3 4 5 6 7 29 1.1 Inleiding

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem. Advies bij de verkenning monitor landschap. Advies Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem

Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem. Advies bij de verkenning monitor landschap. Advies Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem Advies bij de verkenning monitor landschap Advies Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem 2 1. Inleiding 2. Relatie met het huidige rijksbeleid

Nadere informatie

BOUWNETWERK. Kiezen en uitblinken. Bouwnetwerk is hét netwerk voor vrouwen die werken aan de gebouwde omgeving

BOUWNETWERK. Kiezen en uitblinken. Bouwnetwerk is hét netwerk voor vrouwen die werken aan de gebouwde omgeving BOUWNETWERK Kiezen en uitblinken Bouwnetwerk is hét netwerk voor vrouwen die werken aan de gebouwde omgeving Kiezen en uitblinken Aan mevrouw Schultz van Haegen, minister van infrastructuur en milieu,

Nadere informatie

Beleving en waardering van infra en gebied

Beleving en waardering van infra en gebied faculteit ruimtelijke wetenschappen planning 1 17-11-2017 1 Beleving en waardering van infra en gebied Prof. Dr. Jos Arts Anne Marel Hilbers, MSc. 2 Achtergrond Drie ontwikkelingen: 1.Infrastructuurprojecten

Nadere informatie

Beter groen. naar een kwaliteitsimpuls voor recreatiegebieden in Zuid-Holland. provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in zuid-holland

Beter groen. naar een kwaliteitsimpuls voor recreatiegebieden in Zuid-Holland. provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in zuid-holland Beter groen naar een kwaliteitsimpuls voor recreatiegebieden in Zuid-Holland provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in zuid-holland Beter groen. Naar een kwaliteitsimpuls voor recreatiegebieden in

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

MidsizeNL Eerste lessen uit een kennis en inspiratie traject

MidsizeNL Eerste lessen uit een kennis en inspiratie traject MidsizeNL Eerste lessen uit een kennis en inspiratie traject Reisschema langs Midsize NL Het waarom: voor op het nachtkastje Waar ligt midsize NL? 7 trends en veel meer vragen Blik vooruit: scenario s

Nadere informatie

Ruimtelijke kwaliteit in cultuurhistorisch perspectief. Masterclass Schipborg 21 juni 2011

Ruimtelijke kwaliteit in cultuurhistorisch perspectief. Masterclass Schipborg 21 juni 2011 Ruimtelijke kwaliteit in cultuurhistorisch perspectief Masterclass Schipborg 21 juni 2011 Drie thema s 1. Burgers aan de macht (over besluitvorming en sociale duurzaamheid vroeger en nu) 2. Nostalgie van

Nadere informatie

2015 BEtrokken Noord-Beveland. juli BEetrokken Noord-Beveland. Pagina: 1

2015 BEtrokken Noord-Beveland. juli BEetrokken Noord-Beveland. Pagina: 1 juli -2015 BEetrokken Noord-Beveland Pagina: 1 Toekomstvisie voor Noord-Beveland BEN is bezig met de ontwikkeling van een lange(re)termijnvisie voor Noord-Beveland. Daarbij maken wij o.a. gebruik van de

Nadere informatie

Integrale planning van water, ruimte en resilience

Integrale planning van water, ruimte en resilience 1 Integrale van water, ruimte en resilience Dr Margo van den Brink Afdeling Planologie Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen 2 God schiep de wereld, behalve Nederland. Dat liet

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

DUURZAME INFRASTRUCTUUR

DUURZAME INFRASTRUCTUUR DUURZAME INFRASTRUCTUUR wisselwerking van stad, spoor, snelweg en fietspad TON VENHOEVEN VENHOEVENCS architecture+urbanism Krimp werkgelegenheid Percentage 65+ Woon-werkverkeer Grondprijzen 2007, Toegevoegde

Nadere informatie

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET Saskia Engbers strateeg Ruimte gemeente Zwolle 25 februari 2016 24-2-2016 wij presenteren u... 2 Opzet presentatie 1. Hoofdlijnen Omgevingswet 2. Hoe past OGW in transformatie

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling. The Missing Link. Een gebied op de kaart zetten met identiteit

Gebiedsontwikkeling. The Missing Link. Een gebied op de kaart zetten met identiteit Gebiedsontwikkeling Een gebied op de kaart zetten met identiteit Overtuigende plannen met het verhaal van de plek Een plek met een herkenbare identiteit draagt bij aan het welzijn van de mensen die er

Nadere informatie

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Agenda Stad Concernstaf CSADV Stadhuis Grote Kerkplein 15 Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2092 www.zwolle.nl Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Hoe houden we onze delta leefbaar

Nadere informatie

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) 4.2 Natuur en landschap in Gelderland De provincie en haar partners streven samen naar een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden

Nadere informatie

Slim. Zakelijk. Dynamisch. Maasterras Drechtsteden. Kansen voor Duurzaamheid

Slim. Zakelijk. Dynamisch. Maasterras Drechtsteden. Kansen voor Duurzaamheid Slim Maasterras Drechtsteden Zakelijk Kansen voor Duurzaamheid Dynamisch Voorbeeld van hoogwaardig functioneel groen in stedelijke context Boston Children s Museum Plaza, Boston Michael van Valkenburg

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn meer dan 3 miljard mensen afhankelijk van biomassa brandstoffen zoals hout en houtskool om in hun dagelijkse energie behoefte te voorzien. Het gebruik van deze

Nadere informatie

Regionaal Beeldverhaal Noord-Holland. Joris Pieter Neuteboom EZ/Toerisme

Regionaal Beeldverhaal Noord-Holland. Joris Pieter Neuteboom EZ/Toerisme Regionaal Beeldverhaal Noord-Holland Joris Pieter Neuteboom EZ/Toerisme Gebiedsgericht werken Ambitie Gemeenten/regio s ondersteunen bij het vaststellen van hun identiteit (IM) Behoud door ontwikkeling

Nadere informatie

Kinderopvang in transitie. Derk Loorbach, Zeist, 27-11-2014

Kinderopvang in transitie. Derk Loorbach, Zeist, 27-11-2014 Kinderopvang in transitie Derk Loorbach, Zeist, 27-11-2014 Conclusies Ingrijpende maatschappelijke verandering vraagt aanpassing Transities leiden tot onzekerheid, spanning en afbraak Omgaan met transities

Nadere informatie

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Krimp in Fryslân. Inwonertal Krimp in Fryslân Bevolkingsdaling, lokaal en regionaal, is een vraagstuk van nu én de komende jaren. Hoewel pas over enkele decennia de bevolking van Fryslân als geheel niet meer zal groeien, is in sommige

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie Structuurvisie Noord-Holland Achtergrondinformatie Structuurvisie: waarom en wat? - Inwerkingtreding Wro 1 juli 2008 - elke overheidslaag stelt eigen structuurvisie op (thema of gebied) - structuurvisies

Nadere informatie

Strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling. 1) Duurzame ontwikkeling, governance, gebiedsontwikkeling, monitoring en kennisvragen

Strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling. 1) Duurzame ontwikkeling, governance, gebiedsontwikkeling, monitoring en kennisvragen Strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling 1) Duurzame ontwikkeling, governance, gebiedsontwikkeling, monitoring en kennisvragen Ina Horlings Lezing Waddenacademie, 2-12- Opgaven voor de Waddenregio 1.

Nadere informatie

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte Deel I: visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling informatief gedeelte richtinggevend gedeelte I II III IV V bindend gedeelte deel I. visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST concept DECEMBER 2003 GEMEENTE DIENST STEDELIJKE ONTWIKKELING CONCEPT versie december 2003 1 Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling Met medewerking van: Dienst Stadsbeheer Ingenieursbureau Den

Nadere informatie

Economische scenario s West-Friesland

Economische scenario s West-Friesland Economische scenario s West-Friesland 24 april 2014 Opzet presentatie 1. Economische ontwikkeling West-Friesland 2. SWOT economie 3. Trends en ontwikkelingen 4. Prognose economische ontwikkeling 5. Scenario

Nadere informatie

In deze presentatie: algemeen beeld uit startbijeenkomst, online enquête en alle gesprekken op locatie overeenkomsten en aanvullingen op het Tourteam

In deze presentatie: algemeen beeld uit startbijeenkomst, online enquête en alle gesprekken op locatie overeenkomsten en aanvullingen op het Tourteam LEESWIJZER In deze presentatie: algemeen beeld uit startbijeenkomst, online enquête en alle gesprekken op locatie overeenkomsten en aanvullingen op het Tourteam 29/5/18 1 INTEGRAAL KOERSDEBAT LANGETERMIJNVISIE

Nadere informatie

Samenvatting. Het concept zelforganisatie

Samenvatting. Het concept zelforganisatie Samenvatting Het onderliggende onderzoek richt zich op het concept zelforganisatie en de toepasbaarheid van dit concept in de stedelijke gebiedsontwikkeling. Sinds het omvallen van Lehman Brothers in september

Nadere informatie

NOVI-perspectiefgebied Utrecht, Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen

NOVI-perspectiefgebied Utrecht, Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen NOVI-perspectiefgebied Utrecht, Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen Het gebied Utrecht, Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen heeft betrekking op de band in de stad Utrecht vanaf A12-zone, via Merwedekanaal

Nadere informatie

VISIE OP DAGBESTEDING EN WERK DICHTERBIJ

VISIE OP DAGBESTEDING EN WERK DICHTERBIJ VISIE OP DAGBESTEDING EN WERK DICHTERBIJ Visie Dichterbij: Dichterbij schept voorwaarden waardoor mensen met een verstandelijke beperking: - leven in een eigen netwerk temidden van anderen - een eigen

Nadere informatie

Kansen van Regiomarketing voor Zuidoost Drenthe

Kansen van Regiomarketing voor Zuidoost Drenthe Kansen van Regiomarketing voor Zuidoost Drenthe Derde Kamer Bijeenkomst De regio weer op de kaart Hotel Van der Valk, Nieuw Amsterdam, 21 september 2006 Prof.dr. P.H. Pellenbarg Faculteit der Ruimtelijke

Nadere informatie

Van Wederopbouw naar Reconstructie

Van Wederopbouw naar Reconstructie Van Wederopbouw naar Reconstructie Maarten Hajer Volg PBL: @leefomgeving @maartenhajer 1985/7, Nederland Nu Als Ontwerp Vier scenario s Zorgvuldig Dynamisch Kritisch Ontspannen De geschiedenis Wederopbouw,

Nadere informatie

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in OPEN 21 punten voor Nijkerk in 2014-2018 We staan open voor vernieuwing en verandering van top-down handelen naar open staan voor verbinden met andere overheden, instellingen en bedrijven van denken in

Nadere informatie

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer Grenzen verleggen in het Waddengebied Maarten Hajer De Waddenzee versterken: ja, maar hoe? 2 Waar J.C. Bloem niet geldt 3 En dan: wat is natuur nog in dit land? Waddenzee van (inter)nationaal belang Grootste

Nadere informatie

De energietransitie en gebouwd erfgoed

De energietransitie en gebouwd erfgoed De energietransitie en gebouwd erfgoed Dynamische besluitvorming op alle schaalniveaus 24 april 2018 - Maarten Vieveen, M.Sc. Inleiding De energietransitie is onontkoombaar De techniek staat voor niets

Nadere informatie

Duurzaamheid: Anne Mollema Projectmanager SO. Hoe een boerenjongen van de stad ging houden. 11 mei 2017

Duurzaamheid: Anne Mollema Projectmanager SO. Hoe een boerenjongen van de stad ging houden. 11 mei 2017 Duurzaamheid: Hoe een boerenjongen van de stad ging houden Anne Mollema Projectmanager SO 11 mei 2017 . En in de lucht Maar vooral op de grond Waar gaat het over? De transitie De omgeving Anders werken;

Nadere informatie

Flexibel werken en organiseren

Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Flexibel werken en organiseren Inhoud Inhoud Inleiding De kracht van flexibiliteit Differentiatie in ontwikkeling en doorstroom gebaseerd op organisatieverschillen Aspecten

Nadere informatie

Nieuwe Kijk. Wegen. in het. Landschap. Ontwerponderzoek december 2011

Nieuwe Kijk. Wegen. in het. Landschap. Ontwerponderzoek december 2011 Nieuwe Kijk op Wegen in het Landschap Ontwerponderzoek december 2011 14 1. Inleiding 15 16 1.1 AANLEIDING Infrastructuur is de ruggengraat van het landschap. De komende jaren wordt er veel geïnvesteerd

Nadere informatie

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant' 'Maak werk van Vrije tijd in Brabant' OPROEP VANUIT DE VRIJETIJDSSECTOR Opgesteld door: Vrijetijdshuis Brabant, TOP Brabant, Erfgoed Brabant, Leisure Boulevard, NHTV, MKB, BKKC, Stichting Samenwerkende

Nadere informatie

Samenstelling bestuur

Samenstelling bestuur Presentatie KvO 2.0 Samenstelling bestuur Krachtteam Peter Beckers : voorzitter Jan van Loon : initiatiefnemer Theo Vinken : initiatiefnemer Paul Jansen : aanvoerder werkorganisatie 2a Karel Jan van Kesteren

Nadere informatie

Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen

Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen Ruimteconferentie Den Haag 21 mei 2013 Zuidwestelijke Delta Beleid is in beweging De Delta is niet leeg Samenhang We hebben geleerd dat je waterplannen

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

De identiteit van de Westas. Auteur: Mark Noordzij

De identiteit van de Westas. Auteur: Mark Noordzij De identiteit van de Westas Auteur: Mark Noordzij 1 1. De Westas Wat en Waarom? Auteur: Mark Noordzij Wat is jouw identiteit? Een vraag die veelal synoniem staat aan de vraag: Wie ben je? Een complex,

Nadere informatie

KUIPERCOMPAGNONS. AL 100 JAAR!

KUIPERCOMPAGNONS. AL 100 JAAR! Resultaten Pilots Omgevingsvisie Inhoud 1. Korte introductie 2. Kerninstrument omgevingsvisie 3. Ervaringen Pilots Omgevingsvisie 4. Ervaringen Zomerimpuls Pilot Hillegom 5. Enkele wenken tot slot Gerwin

Nadere informatie

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/ 2 Wonen De gemeente telt zo n 36.000 inwoners, waarvan het overgrote deel in de twee kernen Hellendoorn en Nijverdal woont. De woningvoorraad telde in 2013 zo n 14.000 woningen (exclusief recreatiewoningen).

Nadere informatie

gebiedsontwikkeling & erfgoed

gebiedsontwikkeling & erfgoed gebiedsontwikkeling & erfgoed op zoek naar mogelijkheden om processen van gebiedsontwikkeling te versnellen en te verbeteren Philip Drontmann Twynsta Gudde Thessa Fonds The Missing Link antwoorden gezocht

Nadere informatie

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting Vooraf Hoe ziet onze leefomgeving er over 15 jaar uit? Of eigenlijk: hoe ervaren we die dan? Als inwoner, ondernemer, bezoeker of toerist. De tijd

Nadere informatie

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid Jaar van de Ruimte 2015 VvG congres 12 november 2014 Nathalie Harrems Directie Ruimtelijke Ontwikkeling Wat is er aan de hand? Tijdperk van de

Nadere informatie

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 1 PBL project Verstedelijking & Infrastructuur Analyseren van verwachte knelpunten en kansen bij afstemming verstedelijking en infrastructuur Samenhang

Nadere informatie

Haalt de universiteit 2040?

Haalt de universiteit 2040? Haalt de universiteit 2040? Bert van der Zwaan Universiteit Utrecht 23 november 2016 INHOUD Vragen tijdens sabbatical 1 De status quo op verschillende continenten 2 Trends wereldwijd 3 Voorbereiden op

Nadere informatie

Erfgoed en de Omgevingswet 30 mei 2018

Erfgoed en de Omgevingswet 30 mei 2018 Erfgoed en de Omgevingswet 30 mei 2018 Omgevingswet: de zorg voor het cultureel erfgoed Uitgangspunten van de Verdragen van Granada en Valletta worden benoemd in de Omgevingswet. Op Amvb niveau een combinatie

Nadere informatie

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011 Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland Is het rijk aan zet? 1 Voorstudie PBL (2009) Speerpunten klimaatbestendige ruimtelijke ontwikkeling: 1. Waterveiligheid 2. Zoetwatervoorziening 3. Klimaatbestendige

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Na een regionale werkconferentie in Venlo, zijn op 24 september 2018 zo n 70 medewerkers van verschillende Zuid-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk,

Nadere informatie

Omgevingsvisie Zwolle Actuele opgaven van de stad. 23 januari 2018 Saskia Engbers

Omgevingsvisie Zwolle Actuele opgaven van de stad. 23 januari 2018 Saskia Engbers Omgevingsvisie Zwolle Actuele opgaven van de stad 23 januari 2018 Saskia Engbers Presentatie 1. Structuurplan 2020 en Omgevingsvisie 2030 2. Principe meervoudige waardecreatie 3. Opgaven en ambities van

Nadere informatie

De samenleving verandert, de overheid ook?

De samenleving verandert, de overheid ook? De samenleving verandert, de overheid ook? Op zoek naar nieuwe rolverdeling tussen burgerinitiatieven en overheden in groene domein Irini Salverda, Rosalie van Dam en Marcel Pleijte (Alterra) Introductie

Nadere informatie

Haagse Woningbouwopgave. Peter van der Gugten Heijmans Vastgoed Commissie Ruimte Den Haag 14 september 2017

Haagse Woningbouwopgave. Peter van der Gugten Heijmans Vastgoed Commissie Ruimte Den Haag 14 september 2017 Haagse Woningbouwopgave Peter van der Gugten Heijmans Vastgoed Commissie Ruimte Den Haag 14 september 2017 HEIJMANS De activiteiten van Heijmans op het gebied van Wonen, Werken en Verbinden zijn georganiseerd

Nadere informatie

Investeren in het verdienvermogen van Nederland. Eindhoven 28 augustus 2014

Investeren in het verdienvermogen van Nederland. Eindhoven 28 augustus 2014 Investeren in het verdienvermogen van Nederland Eindhoven 28 augustus 2014 Hoe groei te benaderen? Lineaire modellen Kansrijke markten, sectoren, technologieën Erg populair Veel landen prioriteren graag

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Beter worden in wat we samen zijn!

Beter worden in wat we samen zijn! Beter worden in wat we samen zijn! Wie zijn we? Wat doen we? De gemeenten in de regio Stedendriehoek werken samen. Samen staan we sterk en maken we ons sterk voor het nog verder verbeteren van het VESTIGINGSKLIMAAT.

Nadere informatie

Naar een koers duurzaam Middag Humsterland Ruimtelijk scenario onderzoek duurzame energie opwekking. tbv informerende raadspresentatie 14 juni 2017

Naar een koers duurzaam Middag Humsterland Ruimtelijk scenario onderzoek duurzame energie opwekking. tbv informerende raadspresentatie 14 juni 2017 Naar een koers duurzaam Middag Humsterland Ruimtelijk scenario onderzoek duurzame energie opwekking tbv informerende raadspresentatie 14 juni 2017 INLEIDING SCENARIO ONDERZOEK BOERDERIJEN DORPSOMGEVING

Nadere informatie

TRENDS EN ONTWIKKELINGEN

TRENDS EN ONTWIKKELINGEN TRENDS EN ONTWIKKELINGEN 21 22 Trends en ontwikkelingen Alles verandert, behalve het veranderen zelf; dat verandert niet! Het is ontegenzeggelijk waar: de verzuchting dat alles om ons heen zo razendsnel

Nadere informatie

[COLUMN] Game Changers in het landschap

[COLUMN] Game Changers in het landschap [COLUMN] Game Changers in het landschap AUTEUR LECTORAAT BRAINPORT DATUM 22 APRIL 2016 REACTIES: REAGEER Fontys is niet alleen een onderwijsinstelling maar ook een organisatie die nadrukkelijk wil bijdragen

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ambitiedocument Regio Rivierenland Wij, de tien samenwerkende gemeenten binnen Regio Rivierenland: delen de beleving van de verscheidenheid in ons gebied;

Nadere informatie

Recreatief aanbod voor wandelen en fietsen,

Recreatief aanbod voor wandelen en fietsen, Indicator 8 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aanbod aan recreatiemogelijkheden

Nadere informatie

Integraal waarderen. Een (blijvende) discussie. Maartje de Boer. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Integraal waarderen. Een (blijvende) discussie. Maartje de Boer. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Integraal waarderen Een (blijvende) discussie Maartje de Boer Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 1 Presentatie Het probleem Voor wie is dit een probleem? RCE Kennisprogramma Wat is Erfgoed (een oplossing?)

Nadere informatie

De kenniswerker. Prof. Dr. Joseph Kessels. Leuven 31 mei 2010

De kenniswerker. Prof. Dr. Joseph Kessels. Leuven 31 mei 2010 De kenniswerker Prof. Dr. Joseph Kessels Leuven 31 mei 2010 Is werken in de 21 ste eeuw een vorm van leren? Het karakter van het werk verandert: Van routine naar probleemoplossing Van volgend naar anticiperend

Nadere informatie

Vier Trends rond Regio Zwolle. Hans Peter Benschop Trendbureau Overijssel Zwolle, 31 oktober 2014

Vier Trends rond Regio Zwolle. Hans Peter Benschop Trendbureau Overijssel Zwolle, 31 oktober 2014 Vier Trends rond Regio Zwolle Hans Peter Benschop Trendbureau Overijssel Zwolle, 31 oktober 2014 1. Waar verdienen we ons geld? In de Stad (maar ga niet te makkelijk uit van trends) Aan de ene kant Dynamiek

Nadere informatie

Zorgherallocatie: wat doet dat met het logistieke systeem? Annelies van der Ham

Zorgherallocatie: wat doet dat met het logistieke systeem? Annelies van der Ham Zorgherallocatie: wat doet dat met het logistieke systeem? Annelies van der Ham 29-5-2018 Technisch bestuurskundig ingenieur, werkzaam als onderzoeker en adviseur 2 Grote transformaties zoals nieuwbouw

Nadere informatie

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid

Nadere informatie

Klimaatbestendig NL. Een flexibele adaptieve strategie voor het stedelijk gebied. Ruimteconferentie 19 april 2011 Leendert van Bree

Klimaatbestendig NL. Een flexibele adaptieve strategie voor het stedelijk gebied. Ruimteconferentie 19 april 2011 Leendert van Bree Klimaatbestendig NL Een flexibele adaptieve strategie voor het stedelijk gebied 1 Inhoud Context Klimaateffecten Adaptatieopties Strategie / actoren 2 Context algemeen 3 Context Nederland - een zich aanpassende

Nadere informatie

Verkenningsworkshop voor regiopartners 18 november 2013 Praat verder mee

Verkenningsworkshop voor regiopartners 18 november 2013 Praat verder mee Verkenningsworkshop voor regiopartners 18 november 2013 Praat verder mee op www.houten2025.nl @houten2025 www.facebook.com/houten2025 Houten2025 op LinkedIn 1 De toekomst van Houten Houten heeft een nieuwe

Nadere informatie

Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede ( ): Sterke samenleving, kleine(re) overheid

Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede ( ): Sterke samenleving, kleine(re) overheid Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede (2013-2020): Sterke samenleving, kleine(re) overheid versie : 23 juli 2013 wijziging naar aanleiding van : vaststelling in DT (8 juli 2013) bespreking met wethouder

Nadere informatie

Opleidingsprofiel MPPM

Opleidingsprofiel MPPM Opleidingsprofiel MPPM De ontwikkelingen in het beroepenveld Fysiek vooruitgangsdenken op basis van een eindontwerp in de ruimtelijke inrichting heeft in de loop van de afgelopen eeuw moeten plaatsmaken

Nadere informatie

Slimme Mobiliteit de toekomst begint in het heden. Prof. Henk Meurs Radboud Universiteit

Slimme Mobiliteit de toekomst begint in het heden. Prof. Henk Meurs Radboud Universiteit Slimme Mobiliteit de toekomst begint in het heden Prof. Henk Meurs Radboud Universiteit Doel en opzet Trends in mobiliteit Toekomst is nu al zichtbaar Gevolgen voor opgaven Bijdrage van Slimme Mobiliteit

Nadere informatie

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030 Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle Opzet presentatie moment in het proces terugblik gesprekken waar zijn we nu mee bezig?

Nadere informatie

Smart Cycling Futures

Smart Cycling Futures Copernicus Institute of Sustainable Development Smart Cycling Futures Utrecht 16 september 2015 SMART CYCLING FUTURES (SCF) Waarom SCF? Fietsen is een relatief eenvoudige oplossing voor een reeks complexe

Nadere informatie

Erfgoed en de Omgevingswet 18 april Martin van Bleek

Erfgoed en de Omgevingswet 18 april Martin van Bleek Erfgoed en de Omgevingswet 18 april 2018 Martin van Bleek Omgevingswet: de zorg voor het cultureel erfgoed Uitgangspunten van de Verdragen van Granada en Valletta worden benoemd in de Omgevingswet. Op

Nadere informatie

D E G R A A N S I L O

D E G R A A N S I L O D E G R A A N S I L O t r a n s f o r m a t i e d o o r d i a l o o g Door K.K.J.E. van de Braak Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Bouwkunde Bouwtechniek Design and Lifespan s a m e n v a t t

Nadere informatie

De veranderende positie van de nationale ruimtelijke ordening in Nederland

De veranderende positie van de nationale ruimtelijke ordening in Nederland De veranderende positie van de nationale ruimtelijke ordening in Nederland Ruimteconferentie 2011 1 Inhoud 1. Nationale RO in Nederland: ontwikkeling en kenmerken 2. Ontwikkelingen laatste decennia 3.

Nadere informatie

TNO draagt bij aan de oplossing van verschillende complexe maatschappelijke vraagstukken op terreinen als energievoorziening, watermanagement,

TNO draagt bij aan de oplossing van verschillende complexe maatschappelijke vraagstukken op terreinen als energievoorziening, watermanagement, TNO draagt bij aan de oplossing van verschillende complexe maatschappelijke vraagstukken op terreinen als energievoorziening, watermanagement, landbouw, gezondheidszorg, mobiliteit, veiligheid en bouw.

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

Beleid is ook een instrument Maarten Horemans afdelingshoofd Ruimte Ruimtelijk planner

Beleid is ook een instrument Maarten Horemans afdelingshoofd Ruimte Ruimtelijk planner Beleid is ook een instrument Maarten Horemans afdelingshoofd Ruimte Ruimtelijk planner NIJLEN een schitterende gemeente. klaar voor de betonstop. +/- 24.000 inw Bebouwde ruimte Open ruimte 2016

Nadere informatie

Startnotitie Cultuurhistorie Kempen-gemeenten Versie

Startnotitie Cultuurhistorie Kempen-gemeenten Versie Startnotitie Cultuurhistorie Kempen-gemeenten Versie 15-01-07 1. Inleiding Cultuurhistorie is volop in beweging. De betekenis van het cultuurhistorisch erfgoed voor de samenleving wordt in toenemende mate

Nadere informatie

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving 16 september 2014-15:25 Het ministerie van Infrastructuur en Milieu besteedt in 2015 9,2 miljard euro aan een gezond, duurzaam

Nadere informatie

Erfgoed en de Omgevingswet

Erfgoed en de Omgevingswet Erfgoed en de Omgevingswet TILBURG, 7 JUNI 2018 DRS. ANNÉLIEN VAN KUILENBURG Omgevingswet: de zorg voor het cultureel erfgoed biedt kader voor behoud van cultureel erfgoed breed begrip van cultureel erfgoed

Nadere informatie

Werkplan Centrum XL 2015/2016

Werkplan Centrum XL 2015/2016 Werkplan Centrum XL 2015/2016 Maart 2015, Amsterdam Inleiding: toekomstperspectief Centrum XL Er zijn veel ontwikkelingen gaande in Amsterdam op het gebied van economie, logistiek en duurzaamheid die van

Nadere informatie

JUDITH LEKKERKERKER 11 FEBRUARI 2016

JUDITH LEKKERKERKER 11 FEBRUARI 2016 JUDITH LEKKERKERKER 11 FEBRUARI 2016 Verdere verstedelijking Groei concentreert zich in grotere steden o omvang van de stad o ligging ten opzichte van het economisch kerngebied o aanwezigheid van hoger

Nadere informatie

Huisadviseurschap. Team Ruimtelijke Kwaliteit. als verlengstuk van uw gemeentelijke organisatie. Libau

Huisadviseurschap. Team Ruimtelijke Kwaliteit. als verlengstuk van uw gemeentelijke organisatie. Libau Libau Team Ruimtelijke Kwaliteit Huisadviseurschap als verlengstuk van uw gemeentelijke organisatie Libau adviesorganisatie voor ruimtelijke kwaliteit Hoge der A 5 9712 ac Groningen 050 3126545 info@libau.nl

Nadere informatie

Hengelo, Hart van Zuid

Hengelo, Hart van Zuid Hengelo, Hart van Zuid Nota Ruimte budget 14,5 miljoen euro Planoppervlak 50 hectare Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ROC van Twente Internationale potentie

Nadere informatie

10 Erfgoedambassadeurs over de Omgevingsvisie

10 Erfgoedambassadeurs over de Omgevingsvisie 10 Erfgoedambassadeurs over de Omgevingsvisie Vragen Wat verwacht je van de omgevingsvisie? Biedt een omgevingsvisie kansen? Karel Loeff directeur Heemschut Wat verwacht je van de omgevingsvisie? De gemeentelijke

Nadere informatie

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Reactie OESO Rapport

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Reactie OESO Rapport AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS Kenmerk: 130376 Sector: Secretaris Team : Bestuursadviseur Onderwerp: Reactie OESO Rapport Besluit: 1. Kennis te nemen van de hieronder weergegeven samenvattingen van het

Nadere informatie

Financiële vertaling Profiel provincies

Financiële vertaling Profiel provincies Financiële vertaling Profiel provincies De provincies leveren al een forse bijdrage aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën. In de periode 2008-2011 wordt jaarlijks 200 miljoen euro bijgedragen

Nadere informatie

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom: Verzoek VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District De A16 is voor de Metropoolregio en de Randstad een belangrijke verbinding met Antwerpen,

Nadere informatie

ECOMPRIS. Hoe kan informatie over ecosysteemdiensten gebiedsprocessen beïnvloeden? : Paul Opdam, Eveliene Steingröver and Claire Vos

ECOMPRIS. Hoe kan informatie over ecosysteemdiensten gebiedsprocessen beïnvloeden? : Paul Opdam, Eveliene Steingröver and Claire Vos ECOMPRIS Hoe kan informatie over ecosysteemdiensten gebiedsprocessen beïnvloeden? : Ingrid Coninx, Art Dewulf, Merel van der Wal : Paul Opdam, Eveliene Steingröver and Claire Vos Maatschappelijke relevantie:

Nadere informatie

EN WIE NODIGT NU DE GASTEN UIT?

EN WIE NODIGT NU DE GASTEN UIT? EN WIE NODIGT NU DE GASTEN UIT? Onderzoek naar Toerisme & Recreatie in Bedum AANLEIDING VAN HET ONDERZOEK Onderwerp dat door burgers is aangedragen Veel beleidsvrijheid van de gemeente, passend in regionale

Nadere informatie