ONDERWIJS EN EXAMENREGLEMENT 2005 NSPOH ALGEMEEN DEEL. ingangsdatum 15 augustus 2005

Transcriptie

1 ONDERWIJS EN EXAMENREGLEMENT 2005 NSPOH ALGEMEEN DEEL ingangsdatum 15 augustus 2005 OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Opzet, een algemeen deel, opleidingsspecifieke delen en bijlagen Begripsbepalingen Algemene bepalingen Vaststelling en inwerkingtreding Toepassingsbereik Beschikbaarheid Afwijkingen en onvoorziene zaken Wijzigingen De NSPOH Missie Structuur De adviesstructuur van de NSPOH Vice decanen Marktadviesraden Programmaraden Uitgangspunten: onderwijs, kwaliteit, privacy, fraude en bedrog Onderwijskundig proces en uitgangspunten Kwaliteitscyclus voor onderwijsontwikkeling Keuze en communicatie met docenten Privacy en voortgangberichtgeving aan derden Fraude en bedrog Start van de opleiding Toelatingsbeleid Aanmelding en Algemene Voorwaarden Individuele scholingsprogramma s Inhoud van de opleiding Onderwijsaanbod per opleiding Onderwijsaanbod per module Extern Keuzeonderwijs Toetsing Inleiding Geldigheidsduur Samenstellen van de toets...14 OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

3 7.4 Informatie aan deelnemer en examencommissie Verhindering Uitvoering en afname Fraude of plagiaat bij toets en/of werkstuk Beoordeling Uitslag Beroep bij het niet accepteren van een uitslag Herkansing Inzien van werkstukken en schriftelijke toetsen Bewaren en vernietigen van schriftelijke toetsen en werkstukken Aangepaste toets Voortgang van de opleiding Duur van de opleiding Verlenging van de opleiding Aanwezigheidsplicht Onderbreking / Opschorting van de opleiding Wijziging opleidingsprogramma Vrijstelling Tussentijdse beëindiging van de opleiding Afronden opleidingsonderdelen / certificaten Afronden gehele opleiding / studiepuntenlijst Afronden gehele opleiding / diploma Examencommissie Functie Taken Benoeming Samenstelling Procedure voor verzoeken Beroepscommissie Reikwijdte van dit hoofdstuk Taken Benoeming Samenstelling Beroepsprocedure Bijlagen bij Algemeen gedeelte Organogram NSPOH Statuten NSPOH...27 OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

4 11.3 Algemene Voorwaarden NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid Opleidingsspecifiek gedeelte Bedrijfsartsen en Verzekeringsartsen Opleidingsgids OAC Opleidingsgids MPH Bijlagen bij Specifieke gedeeltes Medewerkers en functies M&G Opleidingsgids M&G Opleidingsgids keuzeonderwijs M&G Opleidingsgids Forensische geneeskunde Samenwerking externe instanties Medewerkers en functies BA/VA Opleidingsgids BA / VA Opleidingsgids keuzeonderwijs BA/VA Opleidingsgids Progres Samenwerking externe instanties Toetsingskader voor introductieonderwijs door derden...40 OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

5 1. Inleiding 1.1 Opzet, een algemeen deel, opleidingsspecifieke delen en bijlagen Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de NSPOH bestaat uit een algemeen deel, opleidingsspecifieke delen en bijlagen. Het algemeen deel is geldig voor al het onderwijs dat in enige vorm door de NSPOH wordt aangeboden. De opleidingsspecifieke delen betreffen het onderwijs voor sociaalgeneeskundigen. Het algemeen deel en de opleidingsspecifieke delen zijn door de directie van de NSPOH en waar van toepassing door regelgevende en erkennende instanties vastgesteld op de in 2.1 vermelde datum. Bijlagen worden jaarlijks beoordeeld en indien nodig geactualiseerd en ter kennisgeving aan de regelgevende en erkennende instanties gezonden. 1.2 Begripsbepalingen beroepscommissie de beroepscommissie voorziet in de mogelijkheid voor deelnemers aan het onderwijs om in bepaalde, in het OER omschreven, situaties beroep aan te tekenen tegen beslissingen van een examencommissie certificaat officieel bewijs van het instituut dat genoemd persoon een module met goed gevolg heeft afgerond deelnemer degene die onderwijs volgt diploma officieel bewijs van het instituut dat genoemd persoon een opleiding met goed gevolg heeft afgerond directie het bevoegd gezag van het instituut examencommissie de examencommissie, ingesteld per opleiding of groep opleidingen, ziet toe op de handhaving van de regelgeving waaraan de opleiding dient te voldoen instituut de Netherlands School of Public and Occupational Health leerdoelen beschrijvingen van wat de deelnemer feitelijk kan en weet na het met goed gevolg afsluiten van het onderwijsaanbod behorende bij de leerdoelen marktadviesraad raad, ingesteld per marktgroep, die adviseert ten aanzien van de aansluiting tussen de betreffende marktgroep van de NSPOH en ontwikkelingen in wetenschap en praktijk module een afgerond samenhangend geheel van leerstof gegeven gedurende een aantal onderwijsdagen met een vorm van toetsing tijdens of aan het eind van die dagen NSPOH-opleider NSPOH medewerker die verantwoordelijk is * voor de begeleiding van deelnemers en docenten tijdens de uitvoering van opleidingen, incompany onderwijs en bij en nascholingsonderwijs, en / of OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

6 * voor de organisatie en uitvoering van (delen van) opleidingen, incompany onderwijs, bij en nascholingsonderwijs en * daarnaast een inhoudelijke inbreng heeft en /of voor opleidingen, incompany onderwijs, bij en nascholingsonderwijs en / of voor een deel van het vakgebied opleiding een samenhangend geheel van modules en eventueel andere delen, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken praktijkopleider sociaal-geneeskundige werkzaam in een opleidingsinrichting en door de SGRC erkend voor de praktijkopleiding van deelnemers aan de sociaal-geneeskundige opleidingen (BA, VA en M&G) Belast met de begeleiding van het proces van integratie van theorie en praktijk in het kader van een beroepsopleiding sociale geneeskunde programmaraad een raad, ingesteld per opleiding, die adviseert vanuit de optiek van de betreffende beroeps- of doelgroep over de adequaatheid van het huidig NSPOH onderwijsaanbod en over mogelijk nieuw op te zetten onderwijs regelgevende en erkennende instanties instanties die een beslissende stem hebben bij het erkennen van door het instituut aangeboden onderwijs toets een instrument om de individuele studieresultaten en/of studie-inspanningen over een deel van het onderwijsaanbod vast te stellen verklaring officieel bewijs van het instituut dat genoemd persoon een onderdeel van een opleiding met goed gevolg heeft afgerond werkstuk schriftelijk product van een deelnemer in de vorm van een scriptie, final paper, onderzoeksverslag of wetenschappelijk artikel OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

7 2. Algemene bepalingen 2.1 Vaststelling en inwerkingtreding Dit algemene deel van het OER, versie 2005, is vastgesteld door de directie op 15 augustus 2005 en wordt geacht vanaf dezelfde datum in werking getreden te zijn. De versie van het OER die geldig is op het moment dat de deelnemer zich inschrijft voor het onderwijs is bindend voor de duur van het betreffende onderwijs. 2.2 Toepassingsbereik Dit algemeen OER is van toepassing op het volledige onderwijsaanbod van het Instituut, zowel de masteropleidingen Opleiding Arboconsultants en Master of Public Health, als de afzonderlijke modules, het incompany onderwijs en het bij- en nascholingsonderwijs. Dit onderwijsaanbod is beschreven in opleidingsgidsen: OAC (bijlage 11.6) en MPH (bijlage 11.7) Dit algemeen OER is eveneens van toepassing op de sociaal-geneeskundige opleidingen (BA, VA en M&G) met uitzondering van die paragrafen die voor deze opleidingen zijn aangepast in de specifieke Onderwijs- en examenreglementen voor de desbetreffende opleidingen. 2.3 Beschikbaarheid Het Instituut draagt er zorg voor dat iedere deelnemer na inschrijving een exemplaar ontvangt van het algemeen OER, en indien van toepassing het opleidingsspecifieke deel en de meest recente versie van de Bijlagen. 2.4 Afwijkingen en onvoorziene zaken In bijzondere gevallen kan de examencommissie van het OER afwijken of een beslissing nemen met betrekking tot zaken waarin het OER niet voorziet. Een dergelijk besluit dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de directie en, indien van toepassing, aan de betreffende regelgevende en erkennende instantie. Na goedkeuring wordt het besluit aan de betrokken deelnemer(s) bekendgemaakt. Deelnemers kunnen tot twee weken nadat het betreffende besluit aan hen is bekendgemaakt schriftelijk beroep indienen bij de beroepscommissie. 2.5 Wijzigingen Wijzigingen van het OER worden door de directie bij afzonderlijk besluit vastgesteld en zijn van kracht op de in het besluit aangegeven datum. Dit besluit kan alleen worden genomen na verkregen instemming van de betreffende examencommissie(s) en van de betreffende regelgevende en erkennende instantie(s). De wijziging geldt voor al het betreffende onderwijs dat vanaf die datum aanvangt, tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

8 3. De NSPOH 3.1 Missie De NSPOH wil dé partner zijn voor organisaties en professionals in de public en occupational health als het gaat om competentiegericht opleiden en leren. Hierdoor verbeteren wij de performance van professionals en organisaties en dragen wij bij aan een gezonder Nederland. Dit doen wij door hoogwaardige opleidingen en leertrajecten aan te bieden, in nauwe samenwerking met klanten, universiteiten en kenniscentra, direct toepasbaar in de praktijk, met aantoonbaar resultaat. 3.2 Structuur Bijlage 11.1 geeft een overzicht van de organisatorische en juridische structuur van de NSPOH. 3.3 De adviesstructuur van de NSPOH De NSPOH is voor het realiseren van haar strategische doelstellingen sterk afhankelijk van de inbedding in het netwerk van de OH en PH velden. Resultaatgericht opleiden kan alleen wanneer er permanent lijnen liggen met de markt en de relevante omgeving. Een effectieve adviesstructuur draagt bij aan het realiseren van de doelstellingen van de NSPOH, heeft een toegevoegde waarde aan de activiteiten van de NSPOH. Tevens draagt de adviesstructuur bij aan de samenhang in het veld van OH en PH. In dat opzicht heeft de adviesstructuur ook een externe toegevoegde waarde. Het uiteindelijke doel van de adviesstructuur is de verankering in het veld te verstevigen en committment en ownership te creëren, waardoor partners gestimuleerd worden om opleidingen te beleggen bij de NSPOH en tot het inzetten van hun beste mensen en van actuele kennis. De NSPOH voert een actief uitnodigingsbeleid voor participatie in de marktadvies- en programmaraden. De leden zijn vertegenwoordigers van voor het specialisme en de opleiding relevante deskundigen uit de kringen van praktijkopleiders (koepels van) werkgevers waartoe de opleidingsinrichtingen behoren, sociaal-geneeskundige wetenschappelijke verengingen en overige wetenschappelijke- en beroepsverenigingen en, voor de sociaal-geneeskundige opleidingen, vertegenwoordigers van het Landelijk Overleg Sociaal Geneeskundigen in opleiding (LOSGIO). De adviesstructuur bestaat uit een drietal soorten overleg de vice decanen de marktadviesraden de programmaraden 3.4 Vice decanen De relaties met de universiteiten worden versterkt en op strategisch niveau verankerd door het formaliseren en uitbreiden van het vicedecanaat. De vice decanen zijn gezaghebbend in de wereld van de OH en PH, leveren een belangrijke bijdrage aan de innovatie en professionalisering van de respectievelijke velden en zijn sterk betrokken bij het onderwijs en opleidingen. De taken van de vice decanen zijn: strategisch adviseren van de directie / het bestuur van de NSPOH over de ontwikkelingen in de praktijk en wetenschap en de betekenis hiervan voor de NSPOH leiding geven aan discussies / voorzitten van de marktadviesraden meedenken over en actieve bijdrage aan gezamenlijke projecten stimuleren van dubbelaanstellingen: universiteit en NSPOH OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

9 leveren een actieve bijdrage aan het onderwijs ofwel zelf ofwel via universitaire medewerkers creatief meedenken over nieuwe kansen voor opleiden en nascholen op het brede terrein van de OH en PH 3.5 Marktadviesraden Om de verbinding te versterken tussen veld, wetenschap, kennisinstituten en beleid en betrokkenheid van partijen te vergroten worden marktadviesraden ingesteld, één voor de OH en één voor de PH. Deelnemers zijn belangrijke stakeholders en beslissers uit de diverse sectoren. Taken van de adviesraden zijn: adviseren over de marktontwikkelingen, de wetenschappelijke state of the art, de opleidingscomponenten, de behoeften van de klanten adviseren over het realiteitsgehalte van de plannen van de NSPOH kritisch reflecteren over kwaliteit, imago, resultaten van de NSPOH 3.6 Programmaraden Per opleiding is er een programmaraad. Deze adviseert de NSPOH-opleiders/adviseurs en de teammanager over het opleidingsaanbod op hoofdlijnen en draagt suggesties aan voor verbeteringen en vernieuwingen op basis van de verwachtingen en inschattingen van de toekomst. Per opleidingprogramma kan de vraagstelling aan de programmaraden verschillen. Bijvoorbeeld: is de opleiding nog in een ontwikkelstadium of al in de uitvoering, of in een stadium van herontwerp. De meerwaarde van de raden ligt vooral in: informatie over de te verwachten ontwikkelingen toets op bruikbaarheid in de praktijk suggesties voor docenten e.d. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

10 4. Uitgangspunten: onderwijs, kwaliteit, privacy, fraude en bedrog 4.1 Onderwijskundig proces en uitgangspunten De basis van het onderwijs dat de NSPOH aanbiedt zijn de leerdoelen die voortkomen uit de eindtermen van beroepsprofielen en leerdoelen met betrekking tot de professionele ontwikkeling van de deelnemers. De leerdoelen zijn bepalend voor de inhoud, de vormgeving en de toetsing van het onderwijs. De NSPOH heeft de overtuiging dat het onderwijs het best gestalte krijgt in een situatie waarbij individuele deelnemers en een docent als groep een actieve leeromgeving vormen met intensieve interactie. Hier worden theorie en praktijk verbonden door onder meer vraagstukken uit de praktijk als startpunt te nemen en tegelijkertijd recente wetenschappelijke inzichten als leerstof te gebruiken. Gezien het belang van de leeromgeving is er aanwezigheidsplicht bij het cursorisch onderwijs. De NSPOH is verantwoordelijk voor de bewaking van de kwaliteit van deze leeromgeving. Als structurele begeleiding van de deelnemers deel uit maakt van het betreffende onderwijs valt de organisatie en bewaking hiervan ook onder verantwoordelijkheid van de NSPOH. De deelnemer is uitdrukkelijk zelf verantwoordelijk om gebruik te maken van de interactieve leeromgeving en aangeboden begeleiding en verantwoordelijk voor het eigen leerproces. De NSPOH behoudt zich het recht voor om een deelnemer de toegang tot de opleiding te ontzeggen of om de begeleiding te staken, wanneer de deelnemer gedrag vertoont dat een duidelijke negatieve invloed heeft op het leerproces van de overige deelnemers. De NSPOH neemt contact op met de contractant als de deelnemer zodanig in gebreke blijft dat uitsluiting van deelname dreigt, uiteraard pas nadat dit met de deelnemer zelf is besproken. 4.2 Kwaliteitscyclus voor onderwijsontwikkeling De NSPOH draagt er zorg voor dat het onderwijs beschikt over de gewenste en vereiste kwaliteit. Het onderwijs wordt voortdurend geëvalueerd door docenten en deelnemers, besproken in de Programmaraden en op grond daarvan bijgesteld. De evaluatie richt zich op de inhoud, werkvormen, randvoorwaarden en op het nagaan of de beoogde leerdoelen behaald zijn. 4.3 Keuze en communicatie met docenten Docenten zijn inhoudelijk en deskundig gekwalificeerd voor het geven van onderwijs waarvoor zij gevraagd worden. Docenten hebben kennis van of een directe relatie met de beroepspraktijk. Het Instituut informeert docenten expliciet over de inhoud van het te verzorgen onderwijs en te gebruiken didactische werkvormen en betrekt de docenten bij de evaluatie van het onderwijs. 4.4 Privacy en voortgangberichtgeving aan derden De persoonsgegevens van de deelnemers kunnen worden onderscheiden in algemene persoonsgegevens (naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke voor communicatie benodigde gegevens), specifieke persoonsgegevens (nationaliteit, geboortedatum, geboorteplaats) en andere gegevens die van belang zijn voor de organisatie van het onderwijs) en studievoortganggegevens (resultaten van opdrachten en andere studieresultaten). De persoonsgegevens worden uitsluitend gebruikt voor zaken die direct betrekking hebben op de organisatie van het onderwijs al of niet in samenwerking met derden, voor het aan de deelnemers verstrekken van informatie over door de NSPOH (mede) georganiseerde activiteiten en om de deelnemers te informeren over ontwikkelingen en activiteiten van belang voor de beroepsgroepen waarvoor de NSPOH onderwijs verzorgt. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

11 Gedurende de tijd dat de deelnemer onderwijs volgt worden de gegevens deels in een geautomatiseerd systeem, deels op een daartoe geëigende en afsluitbare faciliteit bewaard, en zijn alleen ter inzage voor daartoe bevoegde personen. Nadat het onderwijs is afgesloten worden de informatie betreffende het gevolgde onderwijs en informatie betreffende de periode gedurende welke dat onderwijs is gevolgd, bewaard tot dat aan de wettelijke bewaarplicht is voldaan (5 jaar). De algemene persoonsgegevens worden langer bewaard. Deze gegevens worden uitsluitend verwijderd op verzoek van de betrokkene of bij diens overlijden, tenzij de persoonsgegevens noodzakelijk zijn ter voldoening aan een wettelijke bewaarplicht (bijvoorbeeld zoals beschreven onder 7.13). Het Instituut is gerechtigd periodiek - uit eigen beweging dan wel desgevraagd - informatie over de voortgang van de opleiding van een deelnemer te verstrekken aan de contactpersoon bij diens werkgever. Berichtgeving over de voortgang van de opleiding wordt aan andere dan de hierboven aangeduide derden verstrekt op verzoek van de deelnemer of met diens uitdrukkelijke toestemming. Indien tot afgifte van een voortgangsbericht wordt overgegaan ontvangt ook de deelnemer daarvan een exemplaar. Indien het voortgangsbericht onjuistheden bevat kan de deelnemer binnen twee weken na dagtekening een verzoek tot correctie indienen bij de NSPOHopleider. Als de NSPOH-opleider hiermee instemt zal hij de onjuistheid corrigeren en daarvan bericht geven aan iedereen die het voortgangsbericht ontving. Als de NSPOHopleider ondanks het verzoek daartoe van de deelnemer niet tot correctie overgaat, is er sprake van een besluit waartegen beroep bij de examencommissie mogelijk is, door binnen twee weken een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek in te dienen bij het secretariaat van de examencommissie. 4.5 Fraude en bedrog Een deelnemer dient de regels en voorschriften van het instituut in acht te nemen, en onthoudt zich van elke vorm van fraude of bedrog. Op het onderwijs van de NSPOH zijn verschillende regelgevende documenten van toepassing: documenten van externe regelgevende instanties, het onderwijsexamenreglement van de NSPOH en de algemene voorwaarden van de NSPOH. Indien de deelnemer zich niet houdt aan de in de documenten bepaalde voorschriften is de NSPOH gerechtigd de deelnemer hierop aan te spreken. De NSPOH hanteert de algemene richtlijn dat op alle gevallen van fraude en/of bedrog actie wordt ondernomen. De NSPOH bepaalt de sanctie in zoverre deze niet is vastgelegd door een externe regelgevende instantie. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

12 5. Start van de opleiding 5.1 Toelatingsbeleid Tot de Masteropleidingen van de NSPOH kunnen uitsluitend afgestudeerden aan een Universiteit of aan het Hoger Beroeps Onderwijs worden toegelaten. Indien een HBOopleiding ontbreekt vraagt de NSPOH voor de OAC HBO-werkniveau van de werkgever. Voor de MPH is een academische werkniveau vereist. Beroepservaring in een relevante werkomgeving is gewenst (voor de MPH is dit 5 jaar). Toelating tot de opleiding vindt plaats op grond van het overleggen van documenten waaruit blijken de naam, voorletters, geboortedatum en vooropleiding van de deelnemer. Indien om toelating verzocht wordt voor het kerntraject en voor het hele curriculum worden de kandidaten uitgenodigd voor een intakegesprek. Het curriculum vitae van de kandidaat is onderdeel van het gesprek. Toelating geschiedt op basis van vooropleiding, curriculum vitae en toelatingsgesprek. In geval van een afwijkend inschrijftraject beoordeelt de examencommissie of voldaan is aan de eisen van toelating. Als een kandidaat afgewezen wordt ontvangen hij en de aanmelder hierover van de examencommissie schriftelijk bericht. De betrokkene kan hiertegen in beroep gaan door binnen twee weken een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek in te dienen bij de beroepscommissie. 5.2 Aanmelding en Algemene Voorwaarden De wederzijdse verplichtingen van instituut en deelnemer met betrekking tot aanmelding, inschrijving en facturering zijn omschreven in de Algemene voorwaarden. Het Instituut draagt er zorg voor dat de deelnemer de Algemene Voorwaarden ontvangt of kan inzien vòòr aanmelding. De Algemene Voorwaarden die geldig zijn op het moment dat de deelnemer zich inschrijft voor het onderwijs zijn bindend voor de duur van het betreffende onderwijs. 5.3 Individuele scholingsprogramma s Het onderwijsaanbod is modulair van opbouw. Deelnemers kunnen zich voor de gehele opleiding inschrijven maar ook voor één of enkele modules. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

13 6. Inhoud van de opleiding 6.1 Onderwijsaanbod per opleiding Het overzicht van het onderwijs behorend bij een opleiding staat vermeld in een opleidingsgids. Hierin wordt vermeld waar de opleiding uit bestaat ten aanzien van cursorisch onderwijs en de praktijkopleiding. Tevens wordt beschreven welke onderdelen van de opleiding door welke externe instanties worden verzorgd. In de beschrijving wordt tenminste informatie gegeven over de inhoud, de omvang, de onderwijsvormen, de geboden begeleiding, de maximaal toegestane opleidingsduur, de toetsingseisen en indien van toepassing het aantal studiepunten van ieder deel van de opleiding, de relatie tussen de verschillende delen en een eventuele voorgeschreven volgorde van die delen. Als een onvoldoende toetsuitslag van een deel van de opleiding gecompenseerd kan worden door de uitslag van een ander deel wordt dit eveneens vermeld in het programma. De deelnemers ontvangen de opleidingsgids vóór aanvang van de opleiding. Indien de opleiding bestaat uit verplichte delen en keuzedelen wordt in overleg het individueel traject samengesteld. Een opleiding wordt afgesloten met een examen. 6.2 Onderwijsaanbod per module Het overzicht van het onderwijs behorend bij een module staat vermeld in een studiehandleiding. In de handleiding staan tenminste vermeld de leerdoelen en de globale inhoud van de module, de werkvormen, de literatuur / het studiemateriaal, de vereiste hoeveelheid eigen studie en voorbereiding, de vorm van toetsing, een overzicht van het programma met data, tijden en locaties, de namen en zakelijke adressen van de docenten en van de relevante NSPOH medewerkers en, indien van toepassing, de plaats van de module in de opleiding. De deelnemers ontvangen de studiehandleiding vòòr aanvang van de module. Modules kunnen deel uitmaken van een opleiding; deelnemers kunnen zich ook aanmelden voor afzonderlijke modules. Een module wordt afgesloten met een toets. 6.3 Extern Keuzeonderwijs Indien het mogelijk is een gedeelte van het keuzeonderwijs bij een externe instelling te volgen staat dit beschreven in de opleidingsgids. Aanvragen voor het volgen van het keuzeonderwijs moeten voorafgaand aan het volgen van het onderwijs ingediend worden bij de NSPOH-opleider. De NSPOH-opleider beslist of het keuzeonderwijs voldoet aan de criteria zoals beschreven in de opleidingsgids en/of werkboek van de opleiding. Indien de deelnemer zich niet kan vinden in de beslissing van de NSPOH-opleider kan hij tegen deze beslissing in beroep gaan bij de examencommissie van de opleiding. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

14 7. Toetsing 7.1 Inleiding Bij iedere module horen één of meer toetsen, om te beoordelen of de deelnemer de gestelde leerdoelen heeft bereikt. Voorbeelden van een toets zijn: kennistoets, vaardigheidstoets, individuele opdracht, groepsopdracht, presentatie, werkstuk, reflectief verslag. De deelnemer is verplicht tot deelname aan de toets, tenzij er vrijstelling is verleend voor de betreffende module. 7.2 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van certificaten en verklaringen om deze te kunnen gebruiken voor een eindverklaring van een opleiding is 5 jaar. Wanneer in opleidingsspecifieke delen van het OER onder omschreven voorwaarden een langere geldigheidsduur wordt toegestaan is deze langere geldigheidsduur bindend. Als bij afronden van de opleiding blijkt dat een deel van de certificaten en/of verklaringen niet meer geldig is, zal een deel van het onderwijs opnieuw dienen te worden gevolgd. Dit heeft een verlenging van de opleidingsduur tot gevolg (zie paragraaf 8.2). Een deelnemer die met dit besluit en met de concrete invulling van dit extra onderwijs niet kan instemmen legt dit binnen twee weken door middel van een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek aan de examencommissie voor. Indien de examencommissie het eerdere oordeel overneemt kan de deelnemer binnen 2 weken na bekendmaking van deze beslissing schriftelijk beroep aantekenen bij de beroepscommissie. 7.3 Samenstellen van de toets Een toets wordt opgesteld door de NSPOH-opleider in overleg met de docenten die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs waarop de toets betrekking heeft. De NSPOHopleider is verantwoordelijk voor een voldoende niveau van betrouwbaarheid en inhoudsvaliditeit van de toets. De toetsvorm is afgestemd op de onderwijsleerdoelen en beschreven in het leerplan van de opleiding en de studiehandleiding van de onderwijsmodule. 7.4 Informatie aan deelnemer en examencommissie Relevante informatie over de toets moet beschikbaar zijn voor de examencommissie. Onder relevante informatie wordt ten minste verstaan: de leerdoelen waarop de toets betrekking heeft, het studiemateriaal of de vaardigheden die getoetst worden, de datum, het tijdstip, de tijdsduur en de locatie van afname, de wijze van afnemen, de wijze waarop de toets gewaardeerd wordt, de beoordelingscriteria die daarbij gelden en de eisen voor een voldoende beoordeling van de toets, eventueel te gebruiken of te raadplegen hulpmiddelen, de handelwijze ten aanzien van de toetsopgaven na afloop van de toets en de datum (of de termijn) waarop herkansing mogelijk is. Als dat van toepassing is wordt bovendien vermeld of een onvoldoende beoordeling gecompenseerd kan worden en zo ja, hoe. 7.5 Verhindering In geval van verhindering waardoor een toets niet gemaakt wordt of een opdracht niet ingeleverd wordt stelt de deelnemer de NSPOH-opleider op de hoogte van de verhindering, onder vermelding van de reden van verhindering. Het niet maken van een toets of het niet inleveren van een opdracht wordt administratief afgehandeld als het behalen van een onvoldoende. De deelnemer kan 1x herkansen. Zie verder 7.11 Herkansing. 7.6 Uitvoering en afname Bij schriftelijke toetsen, die binnen het instituut worden uitgevoerd, wordt toezicht gehouden. Bij individuele mondelinge toetsen zijn behalve de deelnemer minimaal twee en maximaal drie gesprekspartners aanwezig waaronder een medewerker van het instituut, hetzij als ondervrager, hetzij als toehoorder. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

15 Toetsen in de vorm van een presentatie kunnen worden bijgewoond door collegadeelnemers. 7.7 Fraude of plagiaat bij toets en/of werkstuk Fraude bij een toets. Indien een toezichthouder tijdens het afleggen van een schriftelijke toets een vermoeden heeft dat er sprake is van fraude of bedrog, meldt de toezichthouder dit aan de deelnemer en maakt een notitie op het toetspapier (de notitie vermeldt tijdstip en toetsonderdeel). De toezichthouder meldt de vermeende fraude aan de NSPOH-opleider. De NSPOHopleider stelt in overleg met de teammanager de sanctie vast en informeert de deelnemer schriftelijk over de geconstateerde fraude en sanctie. Een deelnemer die deze beslissing wil aanvechten, legt dit binnen 2 weken na de afname van de toets door middel van een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek aan de examencommissie ter herziening voor. Indien de examencommissie het eerdere oordeel overneemt kan de deelnemer binnen 2 weken na bekendmaking van deze beslissing schriftelijk beroep aantekenen bij de beroepscommissie. Plagiaat bij een werkstuk In geval van vermeende fraude overlegt de NSPOH-opleider eerst met de deelnemer. Indien de NSPOH-opleider en deelnemer niet tot een oplossing komen volgt een melding bij de examencommissie. De examencommissie hoort de partijen en neemt vervolgens binnen 4 weken een besluit. Dit besluit wordt schriftelijk aan betrokkenen meegedeeld. Indien de examencommissie besluit dat het plagiaat gerepareerd kan worden geldt dat de herkansing gebonden is aan een termijn en structuur (duidelijke opdrachtomschrijving) en dat de extra begeleiding in rekening gebracht wordt bij de deelnemer. 7.8 Beoordeling De beoordeling van een toets wordt verricht door of namens de docenten die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs waarop de toets betrekking heeft. Als de beoordeling namens de betreffende docenten plaatsvindt wordt een eenduidige antwoordsleutel in overleg met hen opgesteld. De waardering van een toets kan op verschillende manieren worden uitgedrukt. De waardering kan worden uitgedrukt in cijfers van 1 tot 10. Vanaf het cijfer 5,5 is de kwalificatie voldoende. De waardering kan worden uitgedrukt in de kwalificatie voldaan of niet voldaan als er sprake is van een inspanningsverplichting. Tenslotte kan de waardering worden uitgedrukt in de kwalificatie goed, voldoende of onvoldoende. Als er verschillende toetsen zijn voor één module wordt de waardering via een vooraf bekendgemaakte sleutel berekend. Het niet maken van een toets of het niet inleveren van een opdracht wordt administratief en financieel verwerkt als een onvoldoende beoordeling (inspanningsverplichting niet voldaan). Als de beoordelaar bij het beoordelen van een toets een vermoeden van fraude of bedrog heeft, nodigt deze de deelnemer onverwijld uit voor een gesprek. Bij deze uitnodiging wordt de reden voor het gesprek gemotiveerd. Indien in het gesprek het vermoeden niet wordt weggenomen, kan de beoordelaar een negatief advies uitbrengen aan de NSPOH-opleider en/of teammanager ten aanzien van het toekennen van het certificaat, (eind)verklaring en/of cijferlijst. 7.9 Uitslag Van de schriftelijke toetsen wordt de uitslag bekend gemaakt uiterlijk binnen vijf weken na het inleveren van de toets. In bijzondere gevallen kan hiervan onder vermelding van redenen worden afgeweken, als dit zich voordoet ontvangt de deelnemer bericht. De uitslag van mondelinge toetsen wordt direct na afloop bekend gemaakt. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

16 7.10 Beroep bij het niet accepteren van een uitslag Een deelnemer die de uitslag van een toets wil aanvechten, legt dit binnen 2 weken na bekendmaking van de uitslag door middel van een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek aan de examencommissie ter herziening voor. Indien de examencommissie het eerdere oordeel overneemt kan de deelnemer binnen 2 weken na bekendmaking van deze beslissing schriftelijk beroep aantekenen bij de beroepscommissie Herkansing Indien de deelnemer een onvoldoende behaalt voor een toets moet de deelnemer de toets opnieuw afleggen.voor een toets is éénmaal een herkansing mogelijk. De toets moet bij de eerstvolgende gelegenheid worden ingehaald. De maximale termijn waarbinnen de toets moet worden ingehaald is 12 maanden na het afleggen van de eerste toets. De deelnemer dient zichzelf aan te melden voor herkansing. Indien de toets opnieuw onvoldoende wordt beoordeeld dient de deelnemer zich opnieuw voor de betreffende module in te schrijven. Indien het instituut niet meer in staat is de betreffende toets of module aan te bieden, zal een vervangende opdracht worden gegeven. De vervangende opdracht wordt vastgesteld door de NSPOH op basis van de relevante onderwijsdoelstellingen, de onderwijsvormen en de omvang van het opleidingsonderdeel waarvan de oorspronkelijke toets deel uitmaakte. Het niet tijdig inleveren van een opdracht (het missen van de eerste deadline) resulteert in een onvoldoende. De deelnemer kan tot 10 weken na verstrijken van de deadline de opdracht alsnog inleveren. Dit wordt gerekend als een herkansing Inzien van werkstukken en schriftelijke toetsen De deelnemer ontvangt werkstukken terug na correctie, voorzien van kanttekeningen van de beoordelaars. Op verzoek verleent het instituut de deelnemer inzage in de toetsvragen, beoordeling van diens antwoorden en de gehanteerde normen. De deelnemer heeft daartoe de gelegenheid tot uiterlijk één maand na de datum van bekendmaking van de uitslag van de toets. De NSPOH-opleider organiseert het tijdstip en een ruimte voor inzage onder toezicht van een medewerker van het instituut, die na de inzage de stukken weer onder zich neemt. In het kader van het toezicht op de kwaliteit van toetsen en in haar hoedanigheid als eerste aanspreekpunt heeft de examencommissie inzage in de antwoorden op en de beoordeling van schriftelijke toetsen. Ook de regelgevende en erkennende instantie heeft hierin inzage. Als deze inzage plaatsvindt in het kader van een visitatie zullen de beantwoorde toetsen zo mogelijk in de vorm van geanonimiseerde kopieën ter beschikking gesteld worden. Indien een deelnemer een overeenkomstig beroep instelt heeft de beroepscommissie dan wel de deskundige bij wie advies wordt ingewonnen inzage in de toetsen, de antwoorden en de beoordeling waarop het beroep betrekking heeft Bewaren en vernietigen van schriftelijke toetsen en werkstukken Schriftelijke toetsen, met inbegrip van scripties / onderzoeksverslagen / concept wetenschappelijke artikelen worden gedurende vijf jaar, beginnend op de datum waarop de beoordeling is toegekend, in het deelnemersdossier bewaard. Na de termijn van vijf jaar vernietigt het instituut de schriftelijke toetsen zonder dit te melden aan betrokkenen. Het auteursrecht van goedgekeurde scripties / onderzoeksverslagen / concept artikelen berust, mits aan de financiële verplichtingen is voldaan, bij de deelnemer. Dit auteursrecht houdt in dat het de NSPOH of anderen die bij het onderwijs zijn betrokken niet is toegestaan dergelijke opleidingsproducten te vervreemden, in commerciële zin te exploiteren of ter beschikking te stellen aan derden zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de auteur. In geval van een onderzoek verricht voor een externe opdrachtgever is het de verantwoordelijkheid van de deelnemer om afspraken te maken en vast te leggen over publicatie van het verslag. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

17 Bij het inleveren van goedgekeurde scripties / onderzoeksverslagen / concept wetenschappelijke artikelen levert de deelnemer een ingevulde en ondertekende publicatieverklaring in. Op deze verklaring geeft de deelnemer aan al of niet akkoord te gaan met opname van de publicatie in de digitale catalogus van het Kennis- en Documentatiecentrum TNO-Arbeid te Hoofddorp, volgens de op de publicatieverklaring omschreven voorwaarden. Als de deelnemer, bijvoorbeeld bij vertrouwelijke stukken, aangeeft niet akkoord te gaan met publicatie zal de NSPOH deze uitsluitend in het deelnemersdossier bewaren Aangepaste toets Het Instituut biedt aan deelnemers, voor wie om persoonlijke - of gezondheidsredenen het afleggen van een toets in de reguliere vorm grote problemen met zich meebrengt, de mogelijkheid van een aangepaste toets. De deelnemer dient hiertoe een schriftelijk verzoek in te dienen waarin de reden voor dit verzoek wordt vermeld en gemotiveerd. De NSPOHopleider stelt in deze gevallen een aangepaste toets op of kiest een aangepaste toetsvorm, na overleg met de betreffende docent. De aangepaste toets dient qua diepgang, breedte en zwaarte gelijkwaardig te zijn met de oorspronkelijke toets. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

18 8. Voortgang van de opleiding 8.1 Duur van de opleiding De duur van de opleiding staat beschreven in de opleidingsgids. In bepaalde gevallen kan de opleidingsduur gewijzigd worden. Dit betreft: opleiding in deeltijd (paragraaf 8.1), verlenging (paragraaf 8.2.), onderbreking en opschorten van de opleiding (paragraaf 8.4) en overige gevallen waarbij sprake is van een gewijzigd opleidingsprogramma (paragraaf 8.5). 8.2 Verlenging van de opleiding Bij dreigende overschrijding van de geldigheidsduur van het onderwijs vraagt de deelnemer, minimaal 3 maanden voor het verlopen van de geldigheidsduur van het eerst gevolgde onderwijs, verlenging aan van de opleidingsduur. De geldigheidsduur van het eerst gevolgde onderwijs kan, in principe, met maximaal 3 maanden verlengd worden. De deelnemer richt zijn verzoek tot de examencommissie. Het verzoek bevat een voorstel met betrekking tot het afronden van de opleiding (opleidingsonderdelen en tijdsschema). De examencommissie neemt binnen vier weken een besluit. Mocht de opleiding niet in de gestelde periode worden afgerond dan krijgt de kandidaat alsnog van alle gevolgde modules een certificaat. Een deelnemer die met dit besluit en met de concrete invulling van dit extra onderwijs niet kan instemmen legt dit binnen twee weken, door middel van een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek, voor aan de beroepscommissie. 8.3 Aanwezigheidsplicht Deelname aan het onderwijs is verplicht. De minimum norm voor de aanwezigheidsplicht is 80% van het cursorisch onderwijs. Sommige opleidingen stellen een hoger percentage verplicht; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in het betreffende opleidingsspecifieke deel van het OER. Aanwezigheid wordt geregistreerd aan de hand van af te tekenen presentielijsten. Deelnemers die minder dan het vereiste percentage bij het onderwijs aanwezig zijn ontvangen niet het betreffende certificaat of diploma tenzij in overleg met de NSPOHopleider het onderwijs alsnog wordt ingehaald of via een relevante vervangende opdracht wordt aangevuld. Het onderwijs moet binnen een jaar worden ingehaald of aangevuld. 8.4 Onderbreking / Opschorting van de opleiding Een opleiding kan tijdelijk worden onderbroken of opgeschort in geval van ziekte, zwangerschap of vergelijkbare omstandigheden. De financiële consequenties hiervan zijn beschreven in de Algemene Voorwaarden. Mits rekening wordt gehouden met de geldigheidsduur van de certificaten heeft dit geen consequenties voor het afronden van de opleiding. Als door de onderbreking de einddatum opleiding na de geldigheidsduur van de certificaten valt, zal een deel van de opleiding opnieuw gevolgd dienen te worden. Zie hiervoor paragraaf 8.2. De deelnemer vraagt de onderbreking aan bij de NSPOH-opleider. Indien de deelnemer zich niet kan vinden in het besluit van de NSPOH-opleider kan hij zijn bezwaar richten tot de examencommissie. Voor de beroepsopleidingen voor sociaal-geneeskundigen gelden de regelingen zoals beschreven in de betreffende Opleidingsspecifieke delen van het OER. 8.5 Wijziging opleidingsprogramma Het opleidingsprogramma staat beschreven in de opleidingsgids. Het opleidingsinstituut kan hier wijzigingen in aanbrengen indien dit noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij een onderbreking of verlenging van de opleiding. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

19 8.6 Vrijstelling Gezien de snelle verandering in het werkveld is het Instituut terughoudend met het verlenen van vrijstellingen. Vrijstelling is echter mogelijk voor onderwijs dat een doublure van een reeds genoten scholing en het aangeboden NSPOH onderwijs oplevert. Bij de toekenning van vrijstellingen zijn de eisen die de regelgevende en erkennende instantie stelt van toepassing. De aanvraag De deelnemer dient het verzoek tot vrijstelling in bij de examencommissie. Het verzoek is gemotiveerd en voorzien van documentatie. De verzoeken tot vrijstellingen worden ingediend vòòr of bij aanvang van het programma en uiterlijk 6 weken voor aanvang van het onderwijs waarvoor vrijstelling wordt verleend. Soort onderwijs en mogelijke vrijstelling per opleidingssoort Moduleonderwijs: Vrijstelling is mogelijk voor onderwijs dat een doublure oplevert met het onderwijs dat de NSPOH aanbiedt. Voorwaarde is dat het gevolgde onderwijs voldoende actueel moet zijn. Als documentatie bij de aanvraag tot vrijstelling ontvangt de NSPOH een deelnemercertificaat en beschrijving van het gevolgde onderwijs. Voor het keuzeonderwijs geldt dat dit, in principe, tijdens het actuele opleidingstraject moet plaatsvinden, niet ervoor of erna. Coachingstraject: Voor het coachingstraject gelden dezelfde voorwaarden als voor moduleonderwijs. Afstudeeropdrachten: Hieronder worden verstaan alle werkstukken en opdrachten die de deelnemer moet maken en verrichten in het kader van het afronden van de opleiding. * Afstudeeropdracht (OAC) Vrijstelling voor een afstudeeropdracht is in principe mogelijk. Criteria voor vrijstelling: de deelnemer moet gepromoveerd zijn; het onderwerp moet inhoudelijk te maken hebben met arbeid en gezondheid. * Final paper (MPH) vrijstelling voor een final paper is niet mogelijk Afhandeling van de aanvraag De deelnemer ontvangt van de examencommissie een schriftelijk bewijs van de vrijstelling met vermelding van de naam, voorletters, geboortedatum en opleidingsgroep van de deelnemer, het betreffende onderwijsonderdeel waarvoor vrijstelling is verleend, indien van toepassing het aantal studiepunten, de gronden waarop tot vrijstelling werd overgegaan en de datum van de verleende vrijstelling. Dit document heeft de status van een verklaring die uitgereikt kan worden als een onderdeel van een opleiding is afgesloten. De betrokkene kan tegen een beslissing van de examencommissie om een verzoek tot vrijstelling niet in te willigen in beroep gaan door binnen twee weken een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek in te dienen bij de beroepscommissie. 8.7 Tussentijdse beëindiging van de opleiding Indien tijdens de opleiding blijkt dat een deelnemer ongeschikt is voor het volgen van het onderwijs en het in de lijn der verwachting ligt dat het afronden van de opleiding niet tot de mogelijkheden behoort heeft de NSPOH het recht de opleiding te beëindigen. De deelnemer kan tegen deze beslissing in beroep door binnen twee weken een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek in te dienen bij de examencommissie. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

20 8.8 Afronden opleidingsonderdelen / certificaten Een certificaat van een afzonderlijke module wordt toegekend als aan de aanwezigheidsplicht en de financiële verplichtingen is voldaan en de waardering van de toets(en) tenminste voldoende is. De NSPOH verstrekt alleen certificaten als de gehele module is afgerond. Het certificaat vermeldt de naam en voorletters, van de deelnemer de naam van de module, de datum van afgifte en eventueel overige, door de accrediterende instelling gevraagde gegevens zoals het aantal behaalde studiepunten of accreditatie-uren, specialisme en hoofdstroom. Als delen van een opleiding, zoals modules, een vorm van praktijkopleiding of een werkstuk, met voldoende resultaat zijn afgesloten ontvangt de deelnemer een verklaring. Deze verklaring vermeldt de naam en voorletters, van de deelnemer, de naam van het betreffende deel van de opleiding en relevante specificaties zoals toetsresultaten, stageverlenende instelling, naam van de begeleider, titel van het werkstuk en de datum van uitgifte van de verklaring. Het certificaat of de verklaring wordt ondertekend door de betreffende NSPOH-opleider. Als de NSPOH-opleider besluit een certificaat of een verklaring niet uit te reiken kan de deelnemer hiertegen in beroep gaan. Een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek om deze beslissing te herzien dient binnen 2 weken na bekendmaking van deze beslissing aan de examencommissie te worden voorgelegd. Indien de examencommissie het eerdere oordeel overneemt kan de deelnemer binnen 2 weken na bekendmaking van deze beslissing schriftelijk beroep aantekenen bij de beroepscommissie. 8.9 Afronden gehele opleiding / studiepuntenlijst Indien aan alle vereisten voor de betreffende opleiding, met inbegrip van de financiële verplichtingen, ontvangt de deelnemer een studiepuntenlijst. De studiepuntenlijst vermeldt de naam, voorletters, geboortedatum en -plaats en het adres van de deelnemers en de opleiding waaraan werd deelgenomen met de begindatum en einddatum daarvan. Van alle delen van een opleiding worden de gegevens vermeld. De studiepuntenlijst wordt gedateerd en getekend door de teammanager. Indien het instituut weigert tot afgifte van een studiepuntenlijst over te gaan doet zij daarvan schriftelijk en gemotiveerd mededeling aan de deelnemer en aan de NSPOH-opleider van de opleiding. De deelnemer kan binnen 2 weken daartegen een schriftelijk en gedocumenteerd beroep aantekenen bij de beroepscommissie Afronden gehele opleiding / diploma Op grond van de studiepuntenlijst ontvangt de deelnemer een diploma. Het diploma vermeldt de naam, voorletters, geboortedatum en -plaats van de deelnemer, de naam van de opleiding en de datum van uitgifte. Het diploma wordt ondertekend door de teammanager en een lid van de directie van het instituut. Het diploma van de OAC opleiding wordt ondertekend door een lid van de Programmacommissie van de UvA. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

21 9. Examencommissie 9.1 Functie Examencommissies worden ingesteld per opleiding of groep opleidingen en zien toe op de handhaving van de regelgeving waaraan de betreffende opleiding dient te voldoen. 9.2 Taken De taken van de examencommissie zijn tweeledig: in een aantal gevallen is zij eerste aanspreekpunt. Zij fungeert echter ook als beroepscommissie indien deelnemers zich niet kunnen vinden in besluiten genomen door de NSPOH-opleiders en/of het opleidingsinstituut. De examencommissie (dat wil zeggen als eerste aanspreekpunt) doet uitspraken in gevallen waarin het OER niet voorziet of kan in bijzondere gevallen van het OER afwijken (zie paragraaf 2.4) kan voorstellen doen om wijzigingen aan te brengen in het OER. Heeft instemmingsrecht met betrekking tot door de directie vast te leggen wijzigingen (zie paragraaf 2.5) toetst, in geval van een afwijkend inschrijftraject, of voldaan is aan de toelatingscriteria (zie paragraaf 5.1) bewaakt de kwaliteit van samenstelling, afname en beoordeling van de toetsen (zie hoofdstuk 7) doet uitspraken in geval van (vermeend) plagiaat (zie paragraaf 7.7) doet uitspraken over verzoeken van verlenging van de opleiding (zie paragraaf 7.2 en 8.2) doet uitspraken over verzoeken tot het volgen van de opleiding in deeltijd (zie paragraaf 8.1) doet uitspraken over verzoeken tot vrijstelling van (onderdelen van) de opleiding (zie paragraaf 8.6) brengt jaarlijks verslag uit aan het instituut en aan de regelgevende en erkennende instantie In de volgende gevallen fungeert de examencommissie als beroepscommissie (dat wil zeggen: NSPOH-opleider en/of opleidingsinstituut hebben een eerder besluit genomen waartegen de deelnemer in beroep wil gaan): voortgangsberichtgeving aan derden (zie paragraaf 4.4) besluiten over het niet toestaan van het volgen van extern keuzeonderwijs (6.3) besluiten als gevolg van fraude bij een toets (zie paragraaf 7.7.) doet uitspraken indien er sprake is van uitsluiting van verdere deelname aan een toets van een deelnemer of indien de deelnemer de uitslag van een toets wil aanvechten (zie paragraaf 7.10) besluiten naar aanleiding van verzoeken tot onderbreken van de opleiding (zie paragraaf 8.4) besluiten van het opleidingsinstituut om, na gebleken ongeschiktheid van de deelnemer, de opleiding te beëindigen (zie paragraaf 8.7) niet verstrekken van een certificaat of verklaring bij een studieonderdeel (zie paragraaf 8.8) De commissie kan bevoegdheden van de examencommissie mandateren aan één van haar leden. 9.3 Benoeming De directie benoemt de leden van de examencommissie en voor ieder lid plaatsvervangende leden. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

22 9.4 Samenstelling De examencommissie bestaat uit ten minste drie leden. Bij de Master-opleidingen met de Universiteit als erkennende instantie bestaat de examencommissie uit medewerkers van het instituut die zijn verbonden aan de betreffende opleiding. De samenstelling van de examencommissies bij opleidingen waarvan het CSG de regelgevende en erkennende instantie is, staat beschreven in de betreffende opleidingsspecifieke delen. 9.5 Procedure voor verzoeken Een verzoek aan de examencommissie wordt schriftelijk gedaan en geadresseerd aan het secretariaat van de betreffende opleiding. De commissie neemt binnen vier weken na ontvangst van het verzoek een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de deelnemer en de betrokkenen binnen het instituut. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40

23 10. Beroepscommissie 10.1 Reikwijdte van dit hoofdstuk De NSPOH voorziet in een beroepscommissie om deelnemers aan het onderwijs de mogelijkheid te bieden om in bepaalde, in het OER omschreven, situaties beroep aan te tekenen tegen beslissingen van een examencommissie. Omdat het College voor Sociale Geneeskunde (CSG) voorziet in een eigen geschillenprocedure is dit hoofdstuk niet van toepassing voor deelnemers aan het onderwijs waarvan het CSG de regelgevende en erkennende instantie is. In de betreffende opleidingsspecifieke delen wordt de CSG regelgeving beschreven. Voor de deelnemers aan al het overig onderwijs is dit hoofdstuk in het algemeen deel van toepassing Taken De beroepscommissie doet uitspraak na een door een deelnemer aangetekend beroep tegen besluiten van de examencommissie Benoeming De directie benoemt de leden en plaatsvervangende leden van de beroepscommissie Samenstelling De beroepscommissie bestaat uit 3 leden; één extern lid uit de programmaraad OAC, één extern lid uit de programmaraad MPH en één teammanager van de NSPOH. Het directiesecretariaat fungeert als secretariaat van de beroepscommissie. De namen van de leden zijn bekend bij het directiesecretariaat Beroepsprocedure Een beroep wordt schriftelijk ingediend en geadresseerd aan het secretariaat van de directie. De commissie komt bijeen wanneer een beroep is ingediend en houdt voltallig zitting. De commissie is verplicht de indiener van het beroep te horen, wanneer deze daar bij de indiening van het beroepsschrift om vraagt. Zij stelt na behandeling van het geschil de uitspraak en de motivering daarvan op schrift. De uitspraak wordt binnen vier weken na ontvangst van het beroep gedaan en bekendgemaakt aan de betrokkenen. Wanneer de commissie een beroep gegrond verklaart is het besluit, waartegen het beroep is ingesteld, daarmee vernietigd. De commissie stelt daarvoor een eigen beslissing in de plaats. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk. OER 2005 ingangsdatum 15 augustus /40