ONDERWIJS EN EXAMENREGLEMENT 2005 NSPOH OPLEIDINGSSPECIFIEK GEDEELTE MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID

Transcriptie

1 ONDERWIJS EN EXAMENREGLEMENT 2005 NSPOH OPLEIDINGSSPECIFIEK GEDEELTE MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 1/23

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Opzet, een algemeen deel, opleidingsspecifieke delen en bijlagen Begripsbepalingen Algemene bepalingen Vaststelling en inwerking treding Toepassingsbereik Beschikbaarheid Afwijkingen en onvoorziene zaken Wijzigingen De NSPOH Missie Structuur De adviesstructuur van de NSPOH Vice decanen Marktadviesraden Programmaraden Uitgangspunten: onderwijs, kwaliteit, privacy, fraude en bedrog Onderwijskundig proces en uitgangspunten Kwaliteitscyclus onderwijsontwikkeling Keuze en communicatie met docenten Privacy en berichtgeving aan derden Fraude en bedrog Start van de opleiding Toelatingsbeleid Aanmelding en Algemene Voorwaarden Individuele scholingsprogramma s Inhoud van de opleiding Onderwijsaanbod per opleiding Onderwijsaanbod per module Extern Keuzeonderwijs Toetsing Inleiding Geldigheidsduur Samenstellen van de toets...12 OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 2/23

3 7.4 Informatie aan deelnemer en examencommissie Verhindering Uitvoering en afname Fraude of plagiaat bij toets en/of werkstuk Beoordeling Uitslag Beroep bij het niet accepteren van een uitslag Herkansing Inzien van werkstukken en schriftelijke toetsen Bewaren en vernietigen van schriftelijke toetsen en werkstukken Aangepaste toets Voortgang van de opleiding Duur van de opleiding (voltijds en deeltijd) Verlenging van de opleiding Aanwezigheidsplicht Onderbreking / opschorten van de opleiding Wijziging opleidingsprogramma Vrijstelling Tussentijdse beëindiging van de opleiding Afronden opleidingsonderdelen / certificaten Afronden gehele opleiding / eindverklaring Afronden gehele opleiding / diploma Examencommissie Functie Taken Benoeming Samenstelling Procedure voor verzoeken Commissie van Geschillen Inleiding Geschillenprocedure Tijdspad Bijlagen bij Specifieke gedeelte M&G Medewerkers en functies M&G Opleidingsgids M&G Opleidingsgids keuzeonderwijs M&G Opleidingsgids Forensische geneeskunde...23 OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 3/23

4 11.5 Samenwerking externe instanties...23 OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 4/23

5 1. Inleiding 1.1 Opzet, een algemeen deel, opleidingsspecifieke delen en bijlagen Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de beroepsopleiding Maatschappij en Gezondheid wordt gevormd door twee documenten te weten het OER NSPOH, Algemeen deel (OER Alg.) en dit OER NSPOH, Opleidingsspecifiek deel Beroepsopleiding Maatschappij en Gezondheid (OER M&G). Beide documenten zijn vastgesteld door de directie van de NSPOH en goedgekeurd door de SGRC op de in 2.1 vermelde datum. De tekst van dit opleidingsspecifieke deel is steeds een aanvulling op de tekst van het algemene OER en vormt een geheel in samenhang met het Algemene OER. Bijlagen worden jaarlijks beoordeeld en indien nodig geactualiseerd. 1.2 Begripsbepalingen aios arts(en) in opleiding tot (sociaal-geneeskundig) specialist. In dit OER ook aangeduid als deelnemer assistentenmodel opleidingsmodel waarbij de arts eerst assistent-in-opleiding is zoals bij alle andere medische beroepsopleidingen gebruikelijk is. beroepsopleiding Sociale Geneeskunde specialisatie voor artsen leidend tot inschrijving in één van de specialistenregisters van de SGRC BIG-register registreert apothekers, artsen, fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundigen. De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, de Wet BIG, regelt de zorgverlening door de beroepsoefenaren. Alleen wie in het register is ingeschreven mag de door de wet beschermde titel voeren. bij- en nascholing een vorm van deskundigheidsbevordering, inhoudende het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden respectievelijk het actualiseren van reeds aanwezige kennis en vaardigheden door sociaal-geneeskundigen door middel van cursorisch onderwijs. Bij- en nascholing moet deskundig en onafhankelijk geaccrediteerd zijn volgens een door of onder verantwoordelijkheid van de wetenschappelijke vereniging van het betreffende specialisme en door de betreffende registratiecommissie aanvaarde systematiek. CSG College voor Sociale Geneeskunde, ondergebracht bij de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst dat belast is met onder meer het vaststellen van de eisen waaraan opleidingen sociale geneeskunde moeten voldoen opleider (praktijk-) sociaal-geneeskundige werkzaam in een opleidingsinrichting en door de SGRC erkend voor de praktijkopleiding van de aios. Belast met de begeleiding van het proces van integratie van theorie en praktijk in het kader van een beroepsopleiding sociale geneeskunde opleidingsinrichting door de SGRC (voorlopig) voor praktijkopleiding erkende arbeidsorganisatie, waar de deelnemers en/of praktijkopleiders werkzaam zijn die ten behoeve van de opleiding OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 5/23

6 Maatschappij en Gezondheid een overeenkomst hebben gesloten met de Stichting Opleiding Maatschappij en Gezondheid opleidingsinstituut instituut in Nederland dat ter zake door de SGRC erkend is praktijkopleiding in een opleidingsinrichting leren van de vaardigheden en de daaraan ten grondslag liggende wetenschappelijke concepten respectievelijk de denk- en werkwijzen die nodig zijn voor het functioneren als sociaal-geneeskundige in het betreffende specialisme, waarbij in toenemende mate zelfstandig wordt gewerkt onder begeleiding van een praktijkopleider regelgevende en erkennende instantie waar in het Algemeen Deel gesproken wordt over regelgevende en erkennende instantie betreft dit voor de opleiding Maatschappij en Gezondheid de SGRC Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie (SGRC) het orgaan, ondergebracht bij de KNMG dat belast is met (her)inschrijving van artsen in het (opleidings)register van erkende sociaal-geneeskundigen, met erkenning van opleidingsinstituten en instellingen voor praktijkopleiding / assistentschappen wetenschappelijk artikel artikel over een onderwerp dat relevant is voor de (praktijk van de) sociale geneeskunde en aangeboden wordt aan een wetenschappelijk tijdschrift; het artikel is het resultaat van een onderzoeksperiode OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 6/23

7 2. Algemene bepalingen 2.1 Vaststelling en inwerking treding Het Opleidingsspecifiek deel van het OER M&G, versie 2005, is vastgesteld door de directie op 15 augustus 2005 en in combinatie met het algemeen deel van het OER door de SGRC op 15 augustus 2005 goedgekeurd. Vanaf deze laatstgenoemde datum vormen deze twee documenten het geldige OER voor al het onderwijs in het in 2.2 beschreven toepassingsbereik. De versie van het OER die geldig is op het moment dat de deelnemer zich inschrijft voor het onderwijs is bindend voor de duur van het betreffende onderwijs. 2.2 Toepassingsbereik Het onderhavige reglement is van toepassing op al het door het Instituut aangeboden en georganiseerde onderwijs voor sociaal-geneeskundigen in het kader van de opleiding Maatschappij & Gezondheid. Hieronder worden ook verstaan de profielen zowel als deel van de opleiding M&G als zelfstandige opleiding. De profielen zijn: Jeugdgezondheidszorg, Infectieziektebestrijding, Tuberculosebestrijding, Medische Milieukunde, Indicatie en Advies, Advies en Beleid en Forensische Geneeskunde. Bovendien is dit opleidingsspecifiek deel M&G van toepassing op al het door het Instituut aangeboden en georganiseerde onderwijs op postacademisch niveau voor sociaalgeneeskundigen in de vorm van bij- en nascholingsonderwijs in het kader van herregistratie. Dit onderwijs is beschreven in de bijlagen: Opleidingsgids M&G (Bijlage 11.2), Opleidingsgids Keuzeonderwijs M&G (Bijlage 11.3) en Opleidingsgids Forensische Geneeskunde (Bijlage 11.4) 2.3 Beschikbaarheid 2.4 Afwijkingen en onvoorziene zaken In bijzondere gevallen kan de examencommissie van het OER afwijken of een beslissing nemen met betrekking tot zaken waarin het OER niet voorziet. Een dergelijk besluit dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de directie en, indien van toepassing, aan de betreffende regelgevende en erkennende instantie. Na goedkeuring wordt het besluit aan de betrokken deelnemer(s) bekendgemaakt. Deelnemers die het besluit van de examencommissie niet accepteren, kunnen een geschillenprocedure starten (zie hoofdstuk 10). 2.5 Wijzigingen OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 7/23

8 3. De NSPOH 3.1 Missie 3.2 Structuur 3.3 De adviesstructuur van de NSPOH 3.4 Vice decanen 3.5 Marktadviesraden 3.6 Programmaraden OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 8/23

9 4. Uitgangspunten: onderwijs, kwaliteit, privacy, fraude en bedrog 4.1 Onderwijskundig proces en uitgangspunten 4.2 Kwaliteitscyclus onderwijsontwikkeling 4.3 Keuze en communicatie met docenten 4.4 Privacy en berichtgeving aan derden De persoonsgegevens van de deelnemers kunnen worden onderscheiden in algemene persoonsgegevens (naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke voor communicatie benodigde gegevens) specifieke persoonsgegevens (nationaliteit, geboortedatum, geboorteplaats) en andere gegevens die van belang zijn voor de organisatie van het onderwijs en studievoortganggegevens (resultaten van opdrachten en andere studieresultaten) De persoonsgegevens worden uitsluitend gebruikt voor zaken die direct betrekking hebben op de organisatie van het onderwijs al of niet in samenwerking met derden, voor het aan de deelnemers verstrekken van informatie over door de NSPOH (mede) georganiseerde activiteiten en om de deelnemers te informeren over ontwikkelingen en activiteiten van belang voor de beroepsgroepen waarvoor de NSPOH onderwijs verzorgt. Gedurende de tijd dat de deelnemer onderwijs volgt worden de persoonsgegevens deels in een geautomatiseerd systeem, deels op een daartoe geëigende en afsluitbare faciliteit bewaard, en zijn alleen ter inzage voor daartoe bevoegde personen. Nadat het onderwijs is afgesloten worden de informatie betreffende het gevolgde onderwijs en informatie betreffende de periode gedurende welke dat onderwijs is gevolgd, bewaard tot dat aan de wettelijke bewaarplicht is voldaan (5 jaar). De algemene persoonsgegevens worden langer bewaard. Deze gegevens worden uitsluitend verwijderd op verzoek van de betrokkene of bij diens overlijden, tenzij de persoonsgegevens noodzakelijk zijn ter voldoening aan een wettelijke bewaarplicht (bijvoorbeeld zoals beschreven onder 7.13). Het Instituut is gerechtigd periodiek - uit eigen beweging dan wel desgevraagd - informatie over de voortgang van de opleiding van een deelnemer te verstrekken aan de contactpersoon bij diens werkgever en de leden en functionarissen van de Sociaalgeneeskundigen Registratie Commissie. Berichtgeving over de voortgang van de opleiding wordt aan andere dan de hierboven aangeduide derden verstrekt op verzoek van de deelnemer of met diens uitdrukkelijke toestemming. Indien tot afgifte van een voortgangsbericht wordt overgegaan ontvangt ook de deelnemer daarvan een exemplaar. Indien het voortgangsbericht onjuistheden bevat kan de deelnemer binnen twee weken na dagtekening een verzoek tot correctie indienen bij de NSPOHopleider. Als de NSPOH-opleider hiermee instemt zal hij de onjuistheid corrigeren en daarvan bericht geven aan iedereen die het voortgangsbericht ontving. Als de opleider ondanks het verzoek daartoe van de deelnemer niet tot correctie overgaat, is er sprake van een besluit waartegen beroep bij de examencommissie mogelijk is, door binnen twee weken een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek in te dienen bij het secretariaat van de examencommissie. 4.5 Fraude en bedrog OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 9/23

10 5. Start van de opleiding 5.1 Toelatingsbeleid Tot een beroepsopleiding tot sociaal-geneeskundige in de Maatschappij en Gezondheid kunnen uitsluitend worden toegelaten artsen die ingeschreven staan in het artsenregister als bedoeld in art. 3 van de Wet BIG. Op grond van CSG-Besluiten en SGRC-regelingen dient de deelnemer voor toelating tot de beroepsopleiding M&G werkzaam te zijn in een door de SGRC voor praktijkopleiding (voorlopig) erkende opleidingsinrichting. Tijdens de beroepsopleiding tot sociaal-geneeskundige dient de deelnemer gedurende de gehele werkweek van tenminste 36 uur en gedurende het gehele jaar al zijn beroepsactiviteit te wijden aan het cursorisch onderwijs en de praktijkopleiding overeenkomstig de wijze zoals bij CSG-besluiten en daarop berustende regelingen is vastgelegd. Voor opleidingen in deeltijd zie paragraaf 8.1. Toelating tot de opleiding vindt plaats op grond van het overleggen van documenten waaruit blijken de naam, voorletters en geboortedatum van de deelnemer, alsmede de datum en universiteit van het artsdiploma. Voor het vaststellen van de gelijkwaardigheid van de voor toelating vereiste voorkennis en/of ervaring van kandidaten (i.c. erkenning buitenlandse opleidingen) wordt aangesloten bij de VSNU uitgave 'Getuigschrift Buitenlandse Opleidingen'. Bij inschrijving in het opleidingsregister wordt door de SGRC per deelnemer de einddatum van de opleiding bepaald, afhankelijk van de omvang van het dienstverband. Deze einddatum wordt herzien in geval van een gewijzigd opleidingsprogramma (zie paragraaf 8.5). De SGRC kan uitsluitend deelnemers van de opleiding M&G tot het opleidingsregister toelaten die als arts ingeschreven staan in het BIG register. 5.2 Aanmelding en Algemene Voorwaarden 5.3 Individuele scholingsprogramma s Voor een aantal groepen deelnemers is het mogelijk een individueel scholingsprogramma in te richten. Dit betreft de deelnemer die de opleiding combineert met een wetenschappelijk onderzoek, de in het buitenland opgeleide sociaal-geneeskundige specialist en de reeds geregistreerde specialist die voor een ander, sociaal-geneeskundig specialisme ingeschreven wil worden. OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 10/23

11 6. Inhoud van de opleiding 6.1 Onderwijsaanbod per opleiding Het overzicht van het onderwijs behorend bij een opleiding staat vermeld in een opleidingsgids. Hierin wordt vermeld waar de opleiding uit bestaat ten aanzien van cursorisch onderwijs en de praktijkopleiding. Tevens wordt beschreven welke onderdelen van de opleiding door welke externe instanties worden verzorgd. In de beschrijving wordt tenminste informatie gegeven over de inhoud, de omvang, de onderwijsvormen, de geboden begeleiding, de maximaal toegestane opleidingsduur, de toetsingseisen, het aantal studie-uren van ieder deel van de opleiding, de relatie tussen de verschillende delen en een eventuele voorgeschreven volgorde van die delen. Als een onvoldoende toetsuitslag van een deel van de opleiding gecompenseerd kan worden door de uitslag van een andere deel wordt dit eveneens vermeld in het programma. De deelnemers ontvangen de opleidingsgids vóór aanvang van de opleiding. Indien de opleiding bestaat uit verplichte delen en keuzedelen wordt in overleg het individueel traject samengesteld. De medewerkers die een rol spelen bij het onderwijs dat het instituut organiseert en de daarbij behorende verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden worden beschreven in bijlage Onderwijsaanbod per module Het overzicht van het onderwijs behorend bij een module staat vermeld in een studiehandleiding. In de handleiding staan tenminste vermeld de leerdoelen en de globale inhoud van de module, de werkvormen, de literatuur / het studiemateriaal, de vereiste hoeveelheid eigen studie en voorbereiding, de vorm van toetsing, een overzicht van het programma met data, tijden en locaties, de namen en zakelijke adressen van de docenten en van de relevante NSPOH medewerkers en, indien van toepassing, de plaats van de module in de opleiding. De deelnemers ontvangen de studiehandleiding vòòr aanvang van de module. Modules kunnen deel uitmaken van een opleiding; deelnemers kunnen zich ook aanmelden voor afzonderlijke modules. Een module wordt afgesloten met een toets. Elke modulehandleiding die betrekking heeft op een (sub)onderwijseenheid van de beroepsopleiding sociale geneeskunde bevat bovendien een onderdeel dat bestemd is voor de praktijkopleider. Daarin worden de leerdoelen, een overzicht van de leerinhouden en de mogelijke inbreng van de praktijkopleider bij deze leerinhouden beschreven. 6.3 Extern Keuzeonderwijs OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 11/23

12 7. Toetsing 7.1 Inleiding 7.2 Geldigheidsduur Een getoetst of beoordeeld onderdeel van de opleiding dat met goed gevolg is afgerond, behoudt gedurende vijf jaar zijn geldigheid. Indien er sprak is van een goedgekeurd gewijzigd opleidingsprogramma kan de NSPOH besluiten tot een langere geldigheidsduur. Indien de opleidingsduur de 5 jaar overschrijdt is er sprake van actualiserende scholing (zie paragraaf 8.5). 7.3 Samenstellen van de toets 7.4 Informatie aan deelnemer en examencommissie 7.5 Verhindering 7.6 Uitvoering en afname Bij schriftelijke toetsen, die binnen het instituut worden uitgevoerd, wordt toezicht gehouden. Bij individuele mondelinge toetsen zijn behalve de deelnemer minimaal twee en maximaal drie gesprekspartners aanwezig waaronder een medewerker van het instituut, hetzij als ondervrager, hetzij als toehoorder. Toetsen in de vorm van een presentatie kunnen worden bijgewoond door collegadeelnemers. De SGRC kan te allen tijde besluiten een individuele mondelinge toets bij te wonen. Hiertoe verzoekt de SGRC het Instituut om een door haar aangewezene namens haar bij de toets aanwezig te laten zijn. Het Instituut overlegt met de SGRC en gaat na of in redelijkheid aan het verzoek kan worden voldaan. Indien daartoe duidelijke argumenten aanwezig zijn kan het Instituut de SGRC de toegang tot de toetsruimte ontzeggen. De SGRC kan te allen tijde een toets in de vorm van een presentatie bijwonen, en verzoekt daartoe het Instituut om een door haar aangewezene namens haar tot de toetsruimte toe te laten. 7.7 Fraude of plagiaat bij toets en/of werkstuk Fraude bij een toets. Indien een toezichthouder tijdens het afleggen van een schriftelijke toets een vermoeden heeft dat er sprake is van fraude of bedrog, meldt de toezichthouder dit aan de deelnemer en maakt een notitie op het toetspapier (de notitie vermeldt tijdstip en toetsonderdeel). De toezichthouder meldt de vermeende fraude aan de NSPOH-opleider. De NSPOHopleider stelt in overleg met de teammanager de sanctie vast en informeert de deelnemer schriftelijk over de geconstateerde fraude en sanctie. Een deelnemer die deze beslissing wil aanvechten, legt dit binnen 2 weken na de afname van de toets door middel van een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek aan de examencommissie ter herziening voor. Indien de examencommissie het eerdere oordeel overneemt kan de deelnemer een geschillenprocedure starten (zie hoofdstuk 10). Plagiaat bij een werkstuk In geval van vermeende fraude overlegt de NSPOH-opleider eerst met de deelnemer. Indien de NSPOH-opleider en deelnemer niet tot een oplossing komen volgt een melding bij de examencommissie. De examencommissie hoort de partijen en neemt vervolgens binnen 4 OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 12/23

13 weken een besluit. Dit besluit wordt schriftelijk aan betrokkenen meegedeeld. Indien de examencommissie besluit dat het plagiaat gerepareerd kan worden geldt dat de herkansing gebonden is aan een termijn en structuur (duidelijke opdrachtomschrijving) en dat de extra begeleiding in rekening gebracht wordt bij de deelnemer. Indien fraude of plagiaat leiden tot uitsluiting van de deelnemer aan verdere deelname van de opleiding leidt dit tot een melding bij de SGRC. 7.8 Beoordeling 7.9 Uitslag 7.10 Beroep bij het niet accepteren van een uitslag Een deelnemer die de uitslag van een toets wil aanvechten, legt dit binnen 2 weken na bekendmaking van de uitslag door middel van een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek aan de examencommissie ter herziening voor. Indien de examencommissie het eerdere oordeel overneemt kan de deelnemer een geschillenprocedure starten. De Commissie van Geschillen fungeert als beroepsmogelijkheid. Voorafgaand aan een melding bij deze commissie moet een mediation-traject doorlopen worden (zie hoofdstuk 10) Herkansing Indien de deelnemer een onvoldoende behaalt voor een toets moet de deelnemer de toets inhalen.voor een toets is éénmaal een herkansing mogelijk. De toets moet bij de eerstvolgende gelegenheid worden ingehaald. De maximale termijn waarbinnen de toets moet worden ingehaald is 12 maanden na het afleggen van de eerste toets. De deelnemer dient zichzelf aan te melden voor herkansing. Indien de toets opnieuw onvoldoende wordt beoordeeld dient de deelnemer zich opnieuw voor de betreffende module in te schrijven. Indien het instituut niet meer in staat is de betreffende toets of module aan te bieden, zal een vervangende en qua studiebelasting gelijkwaardige opdracht worden gegeven. Het niet tijdig inleveren van een opdracht (het missen van de eerste deadline) resulteert in een onvoldoende. De eerste deadline valt binnen de periode waarin het onderwijs wordt gegeven. De deelnemer kan tot 10 weken na verstrijken van de deadline de opdracht alsnog inleveren. Dit wordt gerekend als een herkansing Inzien van werkstukken en schriftelijke toetsen 7.13 Bewaren en vernietigen van schriftelijke toetsen en werkstukken 7.14 Aangepaste toets OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 13/23

14 8. Voortgang van de opleiding 8.1 Duur van de opleiding (voltijds en deeltijd) Een voltijds opleiding voor sociaal-geneeskundigen duurt vier jaar. Daarbij wordt uitgegaan van het feit dat de deelnemer de opleiding voltijds en ononderbroken volgt. Bij aanvang van de opleiding stelt de SGRC een einddatum opleiding vast. In bepaalde gevallen kan een nieuwe einddatum opleiding vastgesteld worden. Dit betreft o.a.: verlenging (paragraaf 8.2.), opleiding in deeltijd (zie hieronder), onderbreking en opschorten van de opleiding (paragraaf 8.4) De SGRC stelt de nieuwe einddatum opleiding vast op basis van een gewijzigd opleidingsprogramma (paragraaf 8.5). Deeltijd De opleiding kan in deeltijd worden gevolgd. De aanvraag tot het volgen van een opleiding moet minimaal drie maanden voor aanvang geschieden. De opleiding vindt plaats op basis van een individueel opleidingsprogramma. Het opleidingsprogramma is minimaal twee weken voor aanvang van de opleiding gereed en wordt opgesteld door het opleidingsinstituut in overleg met de deelnemer. Van deeltijd is sprake als de aanstelling minder dan 100% bedraagt. Bij een aanstelling van minder dan 100% wordt de opleiding naar rato verlengd. Daarbij geldt dat de deeltijdopleiding in minimaal 50% van een voltijds dienstbetrekking (volgens de CAO) wordt gevolgd en de praktijkopleiding minimaal 16 uur per week bedraagt. Bij een aanstelling van 40% kan de deelnemer de opleiding volgen op voorwaarde dat alle opleidingsactiviteiten in de vrije tijd worden gevolgd. Indien op basis van het individueel opleidingsprogramma kan worden aangetoond dat ook bij een kortere opleidingsduur aan alle opleidingseisen kan worden voldaan is een kortere opleidingsduur mogelijk. De duur van de deeltijdopleiding kan niet korter zijn dan de nominale opleidingsduur van vier jaar. Bij het volgen van een deeltijdopleiding moet aan alle eisen van het cursorisch onderwijs, zoals aangeboden door de NSPOH, worden voldaan. In geval dat de voltijds opleiding gedurende de opleiding wordt omgezet in een opleiding in deeltijd, wordt het opleidingsprogramma, zoals vastgesteld bij de aanvang van de opleiding, gewijzigd (zie paragraaf 8.5). 8.2 Verlenging van de opleiding Bij inschrijving in het opleidingsregister bepaalt de SGRC een einddatum van de opleiding. Uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van deze datum controleert de NSPOH of de beoogde afstudeerdatum haalbaar is. Dit gebeurt op basis van de studievoortgang. De NSPOH bericht de deelnemer uiterlijk drie maanden voor de beoogde einddatum opleiding over de haalbaarheid van het volgens planning afstuderen. Indien de datum niet haalbaar is om opleidingsinhoudelijke redenen stellen deelnemer, opleidingsinrichting en NSPOH een gewijzigd opleidingsprogramma op. Op basis van dit programma kan de NSPOH de deelnemer éénmalig een studieverlenging toekennen van maximaal 12 maanden. Op basis van het door de SGRC ontvangen gewijzigde opleidingsprogramma stelt de SGRC een nieuwe einddatum opleiding vast. Het Kaderbesluit CSG spreekt van opleidingsinhoudelijke redenen en bedoelt hiermee voornamelijk het tijdig en voldoende afsluiten van de studieonderdelen. Gedurende de verlenging behouden reeds eerder afgesloten opleidingsonderdelen hun geldigheid (zie paragraaf 7.2 en 8.5). Een deelnemer die met het besluit tot verlenging van de opleiding en het gewijzigd opleidingsprogramma niet kan instemmen deelt dit binnen twee weken door middel van een OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 14/23

15 schriftelijk en gedocumenteerd verzoek aan de examencommissie voor. Indien de examencommissie het eerdere oordeel overneemt en de deelnemer gaat hier niet mee akkoord is er sprake van een geschil (zie hoofdstuk 10). 8.3 Aanwezigheidsplicht Deelname aan het onderwijs is verplicht. De minimum norm voor de aanwezigheidsplicht per onderwijsonderdeel is 80% van het cursorisch onderwijs; het percentage voor de gehele opleiding is 90%. Aanwezigheid wordt geregistreerd aan de hand van af te tekenen presentielijsten. Deelnemers die minder dan het vereiste percentage bij het onderwijs aanwezig zijn kunnen het betreffende onderdeel of de opleiding niet voldoende afronden tenzij in overleg met de NSPOH-opleider het onderwijs alsnog wordt ingehaald of via een relevante vervangende opdracht wordt aangevuld. Het onderwijs moet binnen een jaar worden ingehaald of aangevuld. Te hoog verzuim bij meerdaags keuzeonderwijs leidt tot opnieuw volgen van de gehele onderwijsmodule. 8.4 Onderbreking / opschorten van de opleiding Van onderbreking van de opleiding is sprake als een deelnemer door onvoorziene omstandigheden (waartoe zwangerschap en ouderschapsverlof gerekend worden) niet aan opleidingsactiviteiten kan deelnemen. Onder opleidingsactiviteiten wordt verstaan: praktijkopleiding inclusief stages en het cursorisch onderwijs inclusief het wetenschappelijk artikel. Indien de deelnemer gedurende de opleidingsduur ontslagen wordt of het dienstverband van de deelnemer terugloopt tot een aantal uren minder dan 16 uur per week zijn de bepalingen omtrent onderbreking van de opleiding van toepassing. Praktijkscholing moet worden gecompenseerd, tenzij de onderbreking beperkt blijft tot gemiddeld 4 weken per jaar, dus tot 16 weken over de hele opleidingsperiode (gerekend over een voltijds opleiding). Indien de opleiding meer dan gemiddeld vier weken in één opleidingsjaar wordt onderbroken, vindt volledige compensatie plaats van het meerdere van die vier weken. Indien de opleiding gedurende 25% of meer van de totale duur van de opleiding, al dan niet aaneengesloten is onderbroken, stelt het opleidingsinstituut de SGRC hiervan onverwijld op de hoogte. De SGRC kan in dat geval bepalen dat de opleiding dan wel een deel daarvan opnieuw gevolgd wordt. In ieder geval geldt dat als de duur van de onderbreking langer is dan de duur van het gevolgde onderwijs (gerekend vanaf start opleiding tot aanvang van de onderbreking) de gehele opleiding opnieuw moet worden gevolgd. Bij hervatting van de opleiding wordt het opleidingsprogramma gewijzigd (zie paragraaf 8.5). De deelnemer vraagt de onderbreking aan bij de NSPOH-opleider. Indien de deelnemer zich niet kan vinden in het besluit van de NSPOH-opleider kan hij zijn bezwaar richten tot de examencommissie. Van opschorting is sprake als de praktijkopleider uitvalt of zijn werkzaamheid bij de opleidingsinrichting beëindigt. Gedurende maximaal zes maanden kan de opleidingsinrichting een waarnemer aanwijzen. Is in die periode nog geen nieuwe praktijkopleider erkend, dan wordt de opleiding opgeschort en zal na hervatting van de opleiding het opleidingsprogramma aangepast moeten worden. 8.5 Wijziging opleidingsprogramma Het opleidingsprogramma staat beschreven in de opleidingsgids. Indien de opleiding niet overeenkomstig dit vastgestelde programma kan worden vervolgd, moet een nieuw OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 15/23

16 opleidingsprogramma worden opgesteld in overleg met de opleider, de opleidingsinrichting en het opleidingsinstituut. Het opleidingsprogramma wordt vastgesteld door het opleidinginstituut. Indien de deelnemer zich niet kan vinden in de voorgestelde wijziging kan hij bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Het opleidingsinstituut verstrekt een kopie van het gewijzigd opleidingsprogramma aan de SGRC, de deelnemer, de praktijkopleider en de werkgever. In de volgende situaties dient een gewijzigd opleidingsprogramma te worden opgesteld: verlenging opleiding in het kader van de eindbeoordeling; wijziging percentage opleiding/werkzaamheid; onderbreking; opschorting van de opleiding als een waarnemend praktijkopleider langer dan 6 maanden functioneert; deeltijd: bij aanvang opleiding en/of wijziging percentage opleiding/ werkzaamheid hervatting opleiding na onderbreking combinatie opleiding en wetenschappelijk onderzoek En gewijzigd opleidingsprogramma moet voldoen aan de definitie van opleiding: een samenhangend geheel van praktijkopleiding, stages en cursorisch onderwijs. De scriptie wordt gerekend tot het cursorisch onderwijs. In een gewijzigd opleidingsprogramma kan de geldigheidsduur van cursorisch onderwijs worden gesteld op meer dan 5 jaar; het programma dient echter wel aan te geven dat en op welke wijze ten volle aan alle opleidingseisen wordt voldaan en dat de continuïteit van de opleiding is gewaarborgd. Als de einddatum van de opleiding, na wijziging van het opleidingsprogramma, later dan 5 jaar na de begindatum is komen te liggen, moet in de slotfase van de opleiding per jaar tenminste 32 uur van het contactonderwijs gericht zijn op actualisering van tijdens de opleidingsduur verouderde kennis. 8.6 Vrijstelling Gezien de snelle verandering in het werkveld is het Instituut terughoudend met het verlenen van vrijstellingen. Vrijstelling is echter mogelijk voor onderwijs dat een doublure van een reeds genoten scholing en het aangeboden NSPOH onderwijs oplevert. Aanvraag De deelnemer dient het verzoek tot vrijstelling in bij de examencommissie. Het verzoek is gemotiveerd en voorzien van documentatie. De verzoeken tot vrijstellingen worden ingediend vòòr of bij aanvang van het programma en uiterlijk 6 weken voor aanvang van het onderwijs waarvoor vrijstelling wordt verleend. Globale criteria De criteria hieronder beschreven zijn globaal van karakter. De SGRC, als regelgevende en erkennende instantie, heeft in een beleidskader deze criteria nader ingevuld. Bij de toekenning van vrijstellingen baseert de NSPOH zich op de criteria van de SGRC. De beleidskaders van de SGRC kunt u vinden op de website van de KNMG: Vrijstelling van het volgen van een of meer onderwijseenheden (cursorisch onderwijs) kan worden verkregen door kennis opgedaan in het kader van cursorisch onderwijs in een opleidingsinstituut, gedurende de vijf jaar voorafgaand aan de opleiding, en die daaraan qua niveau, inhoud en omvang gelijkgesteld kan worden. Indien het betreffende onderwijs werd afgesloten met een behaalde toets, dan geldt de datum van de toets in plaats van de aanvangsdatum. OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 16/23

17 Vrijstelling van een of meer onderdelen van de praktijkopleiding of één of meer stages kan worden verkregen door kennis en ervaring opgedaan in het kader van cursorisch onderwijs en praktijkwerkzaamheden in een opleidingsinrichting onder begeleiding van een opleider, gedurende drie jaar voorafgaand aan de opleiding, en die daaraan qua niveau, inhoud en omvang gelijkgesteld kunnen worden. Vrijstelling van een stage wordt verleend voor het minimum aantal dagen dat de stageregeling van het Instituut, of indien die niet aanwezig is de betreffende SGRC-regeling, voorschrijft voor de betreffende stage. Vrijstelling van een stage wordt verleend na goedkeuring door de examencommissie van een verslag waarin een (analytische) beschrijving wordt gegeven van de organisatie en werkwijze van de organisatie waarin de vrijstellende werkervaring werd opgedaan, en overwegingen worden gewijd aan de mate waarin die werkwijze bijdraagt aan het (hoofd)doel van de betreffende organisatie in vergelijking met de organisatie waar de sgio is aangesteld ten tijde van het indienen van het verzoek tot vrijstelling. Van een vrije stage wordt geen vrijstelling verleend. Omvang van de vrijstelling Ongeacht de omvang van het reeds gevolgde onderwijs of de verrichte werkzaamheden geldt de vrijstelling voor maximaal het aantal uren van het cursorisch of praktijkonderwijs van de (sub)onderwijseenheid waarvoor vrijstelling wordt verleend. De omvang van de vrijstelling van praktijkopleiding kan nooit meer dan 3 jaar bedragen. Indien een toets onderdeel uitmaakt van het vrijgestelde onderwijs geldt de vrijstelling ook voor de toets, tenzij er sprake is van een herkansing. Voor het uitvoeren van een praktijkopdracht in het kader van cursorisch onderwijs van de opleiding wordt geen vrijstelling verleend. Vrijstelling voor een stage wordt verleend voor het minimum aantal dagen dat de stageregeling van het Instituut, of indien die niet aanwezig is, de betreffende SGRC-regeling, voorschrijft voor de betreffende stage. Afhandeling van de aanvraag De deelnemer ontvangt van de examencommissie een schriftelijk bewijs van de vrijstelling met vermelding van de naam, voorletters en geboortedatum, het betreffende onderwijs, indien van toepassing het aantal studieuren, de gronden waarop tot vrijstelling werd overgegaan en de datum van de verleende vrijstelling. Dit document heeft de status van een verklaring die uitgereikt kan worden als een onderdeel van een opleiding is afgesloten. De SGRC ontvangt een kopie van de brief waarin de vrijstelling verleend wordt. Beroep De betrokkene kan tegen een beslissing van de examencommissie om een verzoek tot vrijstelling niet in te willigen in beroep gaan door een geschillenprocedure te starten (zie hoofdstuk 10). 8.7 Tussentijdse beëindiging van de opleiding De opleiding wordt tussentijds beëindigd: indien de deelnemer bekend maakt niet langer aan de opleiding deel te nemen; indien tijdens de opleiding blijkt dat een deelnemer ongeschikt is voor het volgen van het onderwijs en het in de lijn der verwachting ligt dat het afronden van de opleiding niet tot de mogelijkheden behoort. De NSPOH neemt dit besluit na overleg met de deelnemer, de contractant (werkgever) en de praktijkopleider. De deelnemer kan tegen deze beslissing in OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 17/23

18 beroep gaan door binnen twee weken een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek in te dienen bij de examencommissie. indien de deelnemer langer dan 6 maanden zonder opgaaf van aannemelijke en geldige reden de opleiding feitelijk heeft onderbroken door geen opleidingsactiviteiten bij te wonen en/of anderszins niet te voldoen aan de opleidingsverplichtingen. indien de maximale opleidingsduur is verstreken zonder dat de opleiding is afgerond. In alle gevallen geldt dat de NSPOH tussentijdse beëindiging meldt aan de SGRC. 8.8 Afronden opleidingsonderdelen / certificaten Een certificaat van een afzonderlijke keuzeonderwijsmodule wordt toegekend als aan de aanwezigheidsplicht en de financiële verplichtingen is voldaan en de waardering van de toets(en) tenminste voldoende is. De NSPOH verstrekt alleen certificaten indien het onderwijs volledig (alle dagen) is gevolgd. Het certificaat vermeldt de naam en voorletters, van de deelnemer de naam van de module, de datum van afgifte en eventueel overige, door de accrediterende instelling gevraagde gegevens zoals het aantal behaalde studiepunten of accreditatie-uren, specialisme en hoofdstroom. Als delen van een opleiding, zoals modules, een vorm van praktijkopleiding of een werkstuk, met voldoende resultaat zijn afgesloten ontvangt de deelnemer een verklaring. Deze verklaring vermeldt de naam en voorletters, van de deelnemer, de naam van het betreffende deel van de opleiding en relevante specificaties zoals toetsresultaten, stageverlenende instelling, naam van de begeleider, titel van het werkstuk en de datum van uitgifte van de verklaring. Het certificaat of de verklaring wordt ondertekend door de betreffende NSPOH-opleider. Als de NSPOH-opleider besluit een certificaat of een verklaring niet uit te reiken kan de deelnemer hiertegen in beroep gaan. Een schriftelijk en gedocumenteerd verzoek om deze beslissing te herzien dient binnen 2 weken na bekendmaking van deze beslissing aan de examencommissie te worden voorgelegd. Indien de examencommissie het eerdere oordeel overneemt kan de deelnemer een geschillenprocedure starten (zie hoofdstuk 10). 8.9 Afronden gehele opleiding / eindverklaring Indien aan alle vereisten voor de betreffende opleiding, met inbegrip van de financiële verplichtingen, is voldaan geeft de examencommissie de eindverklaring af. De eindverklaring vermeldt de naam, voorletters, geboortedatum en -plaats en het adres van de deelnemers en de opleiding waaraan werd deelgenomen met de begindatum en einddatum daarvan. Van alle delen van een opleiding worden de gegevens van de certificaten en verklaringen vermeld. De eindverklaring wordt gedateerd en getekend door de teammanager en door de voorzitter van de examencommissie. De eindverklaring betreffende de beroepsopleiding sociale geneeskunde wordt opgemaakt, ondertekend en opgestuurd naar de Sociaal-geneeskundigen Registratie Commissie, naar de directie van de NSPOH, naar de deelnemer en bewaard bij de studievoortganggegevens. De datum afgifte van de eindverklaring is de datum einde opleiding zoals deze door de SGRC is vastgesteld. Indien de examencommissie weigert tot afgifte van een eindverklaring over te gaan doet zij daarvan schriftelijk en gemotiveerd mededeling aan de deelnemer en aan de programmamanager van de opleiding. Indien de deelnemer zich niet kan vinden in het oordeel van de examencommissie kan hij een geschillenprocedure starten (zie hoofdstuk 10). OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 18/23

19 8.10 Afronden gehele opleiding / diploma Op grond van de eindverklaring ontvangt de deelnemer een diploma. Het diploma vermeldt de naam, voorletters, geboortedatum en -plaats van de deelnemer, de naam van de opleiding en de datum van uitgifte. De datum afgifte van het diploma is de datum einde opleiding zoals deze door de SGRC is vastgesteld. Het diploma wordt ondertekend door de teammanager van de opleiding en een lid van de directie van het instituut. OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 19/23

20 9. Examencommissie 9.1 Functie 9.2 Taken De taken van de examencommissie zijn tweeledig: in een aantal gevallen is zij eerste aanspreekpunt. Zij fungeert echter ook als beroepscommissie indien deelnemers zich niet kunnen vinden in besluiten genomen door de NSPOH-opleiders en/of het opleidingsinstituut. De examencommissie (dat wil zeggen als eerste aanspreekpunt) doet uitspraken in gevallen waarin het OER niet voorziet of kan in bijzondere gevallen van het OER afwijken (zie paragraaf 2.4) kan voorstellen doen om wijzigingen aan te brengen in het OER. Heeft instemmingsrecht met betrekking tot door de directie vast te leggen wijzigingen (zie paragraaf 2.5) bewaakt de kwaliteit van samenstelling, afname en beoordeling van de toetsen (zie hoofdstuk 7) doet uitspraken in geval van (vermeend) plagiaat (zie paragraaf 7.7) doet uitspraken over verzoeken tot vrijstelling van onderdelen van de opleiding (zie paragraaf 8.6) geeft de eindverklaring af op grond waarvan de deelnemer het diploma ontvangt (zie paragraaf (8.9) brengt jaarlijks verslag uit aan het instituut en aan de regelgevende en erkennende instantie In de volgende gevallen fungeert de examencommissie als beroepscommissie (dat wil zeggen: NSPOH-opleider en/of opleidingsinstituut hebben een eerder besluit genomen waartegen de deelnemer in beroep wil gaan): voortgangsberichtgeving aan derden (zie paragraaf 4.4) besluiten over het niet toestaan van het volgen van extern keuzeonderwijs (6.3) besluiten als gevolg van fraude bij een toets (zie paragraaf 7.7.) doet uitspraken indien er sprake is van uitsluiting van verdere deelname aan een toets van een deelnemer of indien de deelnemer de uitslag van een toets wil aanvechten (zie paragraaf 7.10) besluiten naar aanleiding van verzoeken tot onderbreken van de opleiding (zie paragraaf 8.4) besluiten inzake gewijzigd opleidingsprogramma (zie paragraaf 8.5) besluiten van het opleidingsinstituut om, na gebleken ongeschiktheid van de deelnemer, de opleiding te beëindigen (zie paragraaf 8.7) niet verstrekken van een certificaat of verklaring bij een studieonderdeel (zie paragraaf 8.8) De commissie kan bevoegdheden van de examencommissie mandateren aan één van haar leden. 9.3 Benoeming 9.4 Samenstelling De examencommissie bestaat uit ten minste drie leden: de teammanager van de betreffende opleiding een medewerker van het instituut die niet is verbonden aan de betreffende opleiding een deskundige die niet verbonden is aan het instituut NSPOH-opleiders van de betreffende opleiding kunnen adviserend lid zijn. OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 20/23

21 Indien de neutraliteit van de leden van de examencommissie t.o.v. de te bespreken onderwerpen niet gewaarborgd kan worden doordat zij belanghebbend zijn bij het te bespreken agendapunt, treden zij terug en benoemt de examencommissie een vervanger. 9.5 Procedure voor verzoeken Een verzoek aan de examencommissie wordt schriftelijk gedaan en geadresseerd aan het secretariaat van de betreffende opleiding. De commissie neemt binnen vier weken na ontvangst van het verzoek een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de deelnemer en de betrokkenen binnen het instituut. Indien het besluit een vrijstelling betreft ontvangt de SGRC een kopie van het bericht aan de deelnemer. OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 21/23

22 10. Commissie van Geschillen 10.1 Inleiding Het College voor Sociale Geneeskunde voorziet in een eigen geschillenprocedure. Deelnemers aan onderwijs waarvan het CSG de regelgevende en erkennende instantie is hebben zo de mogelijkheid om in bepaalde, in het OER omschreven situaties, beroep aan te tekenen tegen beslissingen van de examencommissie. De Commissie van Geschillen (CvG) behandelt opleidingsaangelegenheden: geschillen die betrekking hebben op vorm, inhoud en duur van de opleiding, kwaliteit van de opleiding en beoordeling van de deelnemer door de NSPOH-opleider en ontstaan door toepassen van het Kaderbesluit, de specifieke besluiten, de beleidsregels van de registratiecommissies en het onderwijs- en examenreglement. Overeenkomsten die de NSPOH afsluit met de deelnemer, praktijkopleider en de opleidingsrichting vallen ook onder de CvG, evenals onenigheid over de inschrijving in het opleidingsregister. De CvG toetst integraal. Op basis van stukken wordt de beslissing van de NSPOH-opleider of examencommissie getoetst. Daarbij wordt gekeken of de beslisser terecht tot haar beslissing heeft kunnen komen. De CvG toetst niet inhoudelijk Geschillenprocedure Voordat een geschil gemeld kan worden bij de CvG dienen betrokkenen een poging gedaan te hebben het geschil zelf op te lossen door het inschakelen van bemiddeling of een mediator. Mediation beperkt zich louter tot procesbegeleiding, bemiddeling daarentegen is gericht op beslechting van het geschil Tijdspad Stap 1: De deelnemer meldt schriftelijk, binnen 2 weken na ontvangst van het bericht van de examencommissie, aan de examencommissie dat hij de uitspraak van de examencommissie niet accepteert en voornemens is de geschillenprocedure in te zetten. De datum waarop de examencommissie de brief van de deelnemer ontvangt wordt gerekend als de datum waarop het geschil is ontstaan. Stap 2: Binnen vier weken na ontstaan van het geschil: De deelnemer legt het verschil voor aan een door het opleidingsinstituut en de deelnemer aangewezen mediator of onafhankelijke partij. Bij overschrijding van deze termijn neemt de aangewezen mediator of onafhankelijke bemiddelende partij het geschil niet in behandeling. Stap 3: Binnen zes weken na inschakeling van mediation of begeleiding: De bemiddelende partij tracht het geschil binnen zes weken nadat het geschil is voorgelegd in der minne te schikken. Stap 4: Binnen twee weken na het verstrijken van de termijn van zes weken: Binnen twee weken na het verstrijken van het bemiddelingstraject legt de deelnemer het verschil voor aan de CvG in de vorm van een verzoekschrift. Indien de termijn van twee weken wordt overschreden neemt de CvG het verzoekschrift niet meer in behandeling. Stap 5: Binnen vier weken na ontvangst van het verzoekschrift: De CvG hoort de partijen. Stap 6: Binnen zes weken na ontvangst van het verzoekschrift: De CvG doet een uitspraak Stap 7: Nadat de CvG een uitspraak heeft gedaan staat de weg naar de civiele rechter open. OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 22/23

23 11. Bijlagen bij Specifieke gedeelte M&G 11.1 Medewerkers en functies M&G De opleiding wordt uitgevoerd door het team Beroepsopleidingen Openbare Gezondheidszorg, bestaande uit ervaren artsen M&G (programmamanagers), NSPOHopleiders en secretariaatsmedewerkers. Het team wordt hierbij ondersteund door het Onderwijskundig Bureau van de NSPOH. De medewerkers werken per opleidingscohort onder verantwoordelijkheid van de Teammanager Opleidingsgids M&G Als apart document 11.3 Opleidingsgids keuzeonderwijs M&G Als apart document 11.4 Opleidingsgids Forensische geneeskunde Als apart document 11.5 Samenwerking externe instanties De NSPOH heeft ten behoeve van de opleiding Maatschappij en Gezondheid (M&G) een overeenkomst gesloten met de Stichting Afbouw Opleiding Maatschappij en Gezondheid. De NSPOH werkt samen met de eveneens door de Stichting gecontracteerde opleidingsinrichtingen en de daar werkzame opleiders. De NSPOH heeft een overeenkomst gesloten met TNO Preventie en Gezondheid voor het verzorgen van gespecificeerde onderdelen van het onderwijs. Bovenstaande is geldig voor de lopende opleiding M&G. OER NSPOH Opleidingsspecifiek gedeelte Maatschappij & Gezondheid 23/23