Vertragingskosten Spoorvervoer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vertragingskosten Spoorvervoer"

Transcriptie

1 Vertragingskosten Spoorvervoer Een verkennende studie naar de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer

2 Colofon Uitgegeven door: Ministerie van Verkeer en Waterstaat DG Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Postbus BA Rotterdam Informatie: Telefoon: Fax: Uitgevoerd door: Marlies Emmen: Marlies Emmen Opmaak: Marlies Emmen Datum: april 2002

3 Vertragingskosten Spoorvervoer Een verkennende studie naar de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer

4

5 Hoofdstukindeling 1. Aanleiding 2. Inleiding 1.1. Probleem- en doelstelling 1.2. Relatie met andere projecten 1.3. Werkwijze 3. Inventarisatie 2.1. Literatuurstudie 2.2. Analyse f ilekosten wegverkeer 4. Methodiek vertragingskosten spoor 3.1. Uitgangspunten 3.2. Beschikbaarheid gegevens 3.3. Opzet basis-formule 5. Conclusies en aanbevelingen Bijloge 1: Literatuurlijst

6

7 1. Aanleiding De afgelopen jaren is intensief geïnvesteerd in de railinfrastructuur (zowel nieuwe aanleg als vervanging en onderhoud van bestaande infrastructuur). De investeringen zijn toegenomen van minder dan 90 miljoen euro (circa 200 miljoen gulden) per jaar in de jaren , via ruim 360 miljoen euro (circa 800 miljoen gulden) in de jaren , oplopend tot 1.1 miljard euro (circa 2.5 miljard gulden) in de periode Van dit laatste bedrag wordt 360 tot 540 miljoen euro (circa 800 tot miljoen gulden) in het bestaande spoorwegnet geïnvesteerd. De overige investeringen hebben betrekking op de HSL-Zuid en de Betuweroute [17]. Behalve de grote investeringen is van veel Nederlands spoor de bovenbouw aan het eind van zijn technische levensduur gekomen, wat zal leiden tot forse vervangingsinvesteringen in de komende jaren. De vertragingen in het treinvervoer zijn momenteel zowel politiek als maatschappelijk een belangrijk item. Eind vorig jaar is een prestatiecontract gesloten tussen NS en de overheid. Daarin zijn door NS afspraken gemaakt over de kwaliteit van de treindienst en de dienstverlening aan de klant. De overheid heeft verbeteringen van de infrastructuur toegezegd en reeds in uitvoering genomen. In het onderzoeksprogramma 2001 van DSP afdeling VI is een studie naar de 'filekosten' van het spoorvervoer opgenomen om een beter inzicht te krijgen in de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer ten behoeve van het beheer en onderhoudsbudget spoor en ten behoeve van een goede afweging van infrastructuurinvesteringen. Tot nu toe is bij de afweging van infrastructuurinvesteringen géén rekening gehouden met mogelijke vertragingskosten. De resultaten van de studie kunnen daarom een nieuwe dimensie geven aan het rendement van investeringen in railprojecten en zo in de besluitvorming worden meegenomen. 2. Inleiding Bij het investeren in infrastructuur speelt de vraag of investeringen opwegen tegen de baten een grote rol. Om de kosten en de baten van infrastructuur inzichtelijk te maken wordt voor het wegverkeer jaarlijks het aantal voertuigverliesuren veroorzaakt door files in beeld gebracht. Tot 1998 werden deze voertuigverliesuren met behulp van een rekenmethode doorvertaald naar directe verlieskosten voor de maatschappij. Met name het in beeld brengen van de maatschappelijke kosten van files in het wegvervoer heeft ertoe bijgedragen dat de fileproblematiek een hoge prioriteit heeft gekregen op de politieke agenda. Tijd spreekt nu eenmaal meer tot de verbeelding wanneer het in geld wordt uitgedrukt. Ook in het treinvervoer worden reizigers dagelijks geconfronteerd met vertragingen. Het is op dit moment niet bekend hoe groot de totale verliestijd veroorzaakt door treinvertragingen is. Vraag is of het mogelijk is de verliestijd in beeld te brengen en bovendien een rekenmethode te ontwikkelen om de maatschappelijke kosten van deze vertragingen te kunnen berekenen.

8 2.1 Probleem- en doelstelling Probleemstelling Is het mogelijk om voor het spoorvervoer een vergelijkbare (en betrouwbare) methode als voor het wegvervoer te ontwikkelen om de maatschappelijke kosten van vertragingen te kunnen berekenen? Doel van het project Het doel van het onderzoek is drieledig: 1. Het ontwikkelen van een methodiek om de totale verliestijd en de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer te bepalen. 2. Het verkrijgen van inzicht in de gevoeligheid van de parameters in de ontwikkelde methodiek om de vertragingskosten voor het spoorvervoer te kunnen bepalen. Een belangrijke vraag hierbij is: Welk effect heeft het 'spelen' met de parameters in de methodiek op de uiteindelijke uitkomst? 3. Verder is het belangrijk om inzicht te krijgen in de toepassingsmogelijkheden van de uitkomst van deze studie. Aan welke beleidsonderwerpen kan een nieuwe dimensie worden toegevoegd? 2.2. Relatie met andere projecten 1. Filekosten op het Nederlandse hoofdwegennet 2. Evaluatie prestatieafspraken met NSR 3. Ontwikkelen systeem voor het meten van aankomstpunktualiteit 4. Metaphor (het meten van vertragingen en effecten van vertragingen in het spoorvervoer) 5. Basisgegevens spoorvervoer/vbtb 6. Uitwerking van het NWP in een concreei investeringspakket spoor (Benutten en Bouwen ) 2.3. Werkwijze De studie 'vertragingskosten spoorvervoer' is opgedeeld in een viertal stappen: Stap 1: Inventarisatie. Inventariseren of reeds eerder een methodiek ontwikkeld is om de vertragingskosten van het spoorvervoer te berekenen. Het analyseren van de methodiek voor het berekenen van de filekosten in het wegverkeer. Inventariseren welke data noodzakelijk zijn om de vertragingskosten van het spoorvervoer te kunnen berekenen. Stap 2: Brainstorm Met een aantal specialisten binnen AVV is in ruwbouw een methodiek ontwikkeld om de vertragingskosten van het spoorvervoer te bepalen.

9 Stap 3: Interviews met experts Met een aantal experts buiten AVV heeft een interview plaatsgevonden om inzicht te krijgen in mogelijk eerdere studies naar de vertragingskosten in het spoorvervoer. Stap 4: Brainstorm Na stap 1, 2 en 3 heeft een brainstorm met specialisten plaatsgevonden (AVV/afdeling BS, Vt\AO en VMP, en DöP/VI). Doel van deze brainstorm was het verfijnen danwei het aanpassen van de in stap 2 ontwikkelde methodiek. Bovendien heeft deze brainstorm geholpen om de resultaten van deze studie te bezien op bruikbaarheid in het besluitvormingsproces.

10 2. Diverse files vallen buiten de waarneming of worden opzettelijk niet geregistreerd. Om een en ander te compenseren wordt een correctieproces uitgevoerd. De gecorrigeerde data vormen de grondslag voor de analyses. 3. Er bestaan ook situaties waarin (nog)geen sprake is van files, maar waar door verkeersdrukte langzamer wordt gereden. Dit staat bekend als Vertraagde afwikkeling'. Voor het inschatten van het reistijdverlies als gevolg van vertraagde afwikkeling wordt de volgende formule gehanteerd: D = 1.4 * (A + B + C), waarbij D = reistijdverlies als gevolg van een vertraagde afwikkeling; A = de geregistreerde files; B en C = de geschatte niet geregistreerde files (niet waargenomen of niet in de registratie opgenomen); 4. De berekening van de direct uit files voortvloeiende reizigerskosten, waarbij de totale kosten bestaan uit voertuigkosten (extra slijtage, afschrijving,etc.), brandstofkosten en reiskosten in de vorm van verloren persoonsuren. Voor het jaar 1996 (uitgebracht in 1997 en gebaseerd op bruto-uurloonkosten) werden de maatschappelijke kosten van files berekend op miljoen euro (660 miljoen gulden). Tezamen met de maatschappelijke kosten voor vertraagde afwikkeling kwamen de totale kosten op circa miljoen euro (1.7 miljard gulden). Methodiek na 1999 Sinds 1999 worden de files op een geheel ander wijze geregistreerd. Daarbij wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van gegevens afkomstig van elektronische detectielussen. Een methode gebaseerd op elektronische registratie is objectiever. Als objectieve maat voor de f ilehinder geldt het jaarlijkse totale reistijdverlies uitgedrukt in voertuigverliesuren. In verband met de verbeterde manier van waarnemen is vanaf 1999 een trendbreuk waar te nemen. Als indicator voor files wordt vanaf dat moment niet meer 'filekosten' maar 'voertuigverliesuren' gehanteerd. Hiervoor wordt een aantal redenen aangegeven- De jaarlijks terugkerende discussie over de te hanteren 'bruto uurloonkosten' of 'reistijdwaardering'. De conclusie dat de uiteindelijk gekozen reistijdwaardering teveel de uitkomst bepaalde. (Afhankelijk van de gekozen reistijdwaardering varieerden de kosten van files in 1997 tussen de circa en miljoen euro (400 en de 980 miljoen gulden), dit is exclusief de kosten voor vertraagde afwikkeling. De constatering dat bij de overgang van de 'oude' naar de 'nieuwe' methode van registreren een erg grote trendbreuk ontstond. Blijkbaar is in de berekeningen tot 1998 de inschatting van de niet geregistreerde files veel te laag geweest. De politieke wens om de filekosten niet meer in geld uitgedrukt te zien. Het is namelijk een utopie om de maatschappelijke kosten van files uiteindelijk tot nul euro gereduceerd te krijgen.

11 4. Methodiek vertragingskosten spoor In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de mogelijkheid om een methodiek te ontwikkelen om de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer te bepalen. De bedoeling is om 'gevoel' te krijgen voor de omvang van de problematiek, de gevoeligheid van de methodiek en de beschikbaarheid van het benodigde onderzoeksmateriaal. Definitie punctualiteit: De punctualiteit in het treinverkeer is het percentage treinen dat minder dan 3 minuten te laat op een knooppunt aankomt Uitgangspunten Om de studie in te kaderen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Het NS-spoornetwerk is het basisnetwerk. Alleen vertragingen van personenvervoer (voor zover het gaat om kosten voor de reiziger) worden in de berekening meegenomen. Er wordt géén rekening gehouden met vertragingskosten voor vervoerders en de teruggave-regeling uit het prestatiecontract. Het gaat om reizen binnen het spoornetwerk, dus overstappen vanuit andere OV-modaliteiten op het treinsysteem en de hiermee gepaard gaande vertraging zijn géén onderwerp van studie. Als startpunt worden de tijdwaardering en bruto-uurloonkosten volgens de methode voor het wegvervoer gehanteerd. Vervolgens wordt de door de AVV aanbevolen reistijdwaardering toegepast. Er is sprake van een vertraging wanneer tenminste 3 minuten reistijdverlies wordt opgelopen (in vergelijking tot de dienstregeling) Beschikbaarheid gegevens Aan de hand van gesprekken met een aantal deskundigen binnen AVV is een basisformule ontwikkeld om de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer te kunnen uitdrukken. Inzet is om de 'gevoeligheid' van de parameters in de basisformule in beeld te brengen, en inzicht te geven in een orde van grootte van de maatschappelijke kosten van treinvertragingen Percentage vertraagde treinen De onderzoeksperiode voor deze studie is Er is gekozen voor deze periode omdat vanuit de Evaluatie PRORAIL veel informatie beschikbaar is over deze periode. Bovendien was de aankomstpunctualiteit in de onderzoeksperiode vergelijkbaar met de aankomstpunctualiteit in 2001 (79.9%). In het onderzoeksjaar 1998 werden 324 miljoen treinreizen gemaakt met een gemiddelde lengte van 45 kilometer. De punctualiteit was op werkdagen gemiddeld 80% (weekend 81%), waarbij de punctualiteit in de spitsuren 5% lager ligt dan in de daluren (76% versus 81%). De punctualiteit in de Randstad ligt op werkdagen gemiddeld op 80% (vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde), de punctualiteit buiten de Randstad ligt op 79%. In het weekend is de punctualiteit in de Randstad gemiddeld 82% versus 81% voor het gebied buiten de Randstad.

12 Randstad rest NL geheel 1 Werkdag Spits Dal Weekend 80% 76% 81% 82% 79% 76% 81% 81% 80 / 767c 81% 81% Tabel 1: Punctualiteitscijfers NS, periode sept.-dec [3] In de basisformule wordt daarom uitgegaan van een vertragingspercentage van 20% op werkdagen en 19% in het weekend Gemiddelde reisvertraging Onderwerp van deze verkennende studie is de objectieve (dus meetbare) reisvertraging voor een treinreiziger als zijnde het verschil tussen de werkelijke aankomsttijd van de reiziger en de geplande aankomsttijd volgens de dienstregeling op het bestemmingsstation. Deze vertraging ontstaat als de trein te laat op het bestemmingsstation van de reiziger aankomt en/of wanneer bij een overstap de aansluiting wordt gemist. Ongeveer driekwart van alle treinreizen zijn treinreizen zonder overstap. De reisvertraging is hier gelijk aan de aankomstvertraging. D 97/98 O 98/99 99/ min Figuur 1: ontwikkeling vertraging reizigers zonder overstap - Nederland Totaal [4] 097/98 O 98/99 99/00 < 3 min 3-5 min 5-8 min 8-9 min vertraging Figuur 2: ontwikkeling vertraging reizigers zonder overstap - Randstad [4]

13 Ruim twintig procent van alle treinreizen zijn treinreizen met één overstap en in minder dan 5% is sprake van meer dan één overstap. Bij treinreizen met een overstap is de reisvertraging veel moeilijker vast te stellen. Deze vertraging is onder andere afhankelijk van de frequentie. In de Randstad is de frequentie circa 2-4 treinen per uur, buiten de Randstad is de frequentie circa 1-2 treinen per uur. Indien de aansluiting wordt gehaald is de reisvertraging gelijk aan de aankomstvertraging van de aansluitende trein. Indien de aansluiting niet wordt gehaald moet theoretisch de extra wachttijd bij de aankomstvertraging van de aansluitende trein worden opgeteld. Afhankelijk van de frequentie kan de reisvertraging dan fors oplopen (gemiddeld 20 tot 45 minuten). Een extra complicatie voor de berekening is dat er in de praktijk vaak alternatieve reismogelijkheden (in treinsoort of -route) zijn. Dit betekent dat de reiziger met een andere aankomstvertraging aankomt dan berekend volgens de theorie. Uitgaande van de vertraging van reizigers zonder overstap (tabel 1.) komt de gemiddelde vertraging op 7 minuten (45% betreft 3-5minuten, 30% betreft 5-8 minuten, 15% betreft 8-9 minuten en 107o betreft meer dan 9 minuten). Deze gemiddelde vertraging is de ondergrens omdat de vertraging van reizigers met een overstap niet is meegenomen. Wanneer de gemiddelde vertraging van reizigers met een overstap op 20 minuten wordt gesteld (theoretisch), kan bepaald worden wat de gemiddelde vertraging van alle reizigers is: 757o -> 7 minuten vertraging, en 25% -> 20 minuten vertraging = 10 minuten. In de basisformule wordt uitgegaan van een gemiddelde reisvertraging van 7 tot 10 minuten Motiefverdeling De motiefverdeling van de treinreiziger ziet er afhankelijk van de gekozen corridor en afhankelijk van het gekozen moment op de dag anders uit. Twee voorbeelden (uit de evaluatie PRORAIL) laten het volgende beeld zien: De corridor Leiden - Den Haag (periode sept.-dec. 1998): dag Werk Zakelijk Onderwijs/cursus Overig 30% 7% 39% 24% De corridor Rotterdam - Dordrecht (periode sept-dec. 1998): spits Werk Zakelijk Onderwijs/cursus Overig 587 3% 34 /! 5%

14 Bruto-uurloonkosten / reistijdwaardering Voor de bruto-uurloonkosten is uitgegaan van de bedragen zoals gehanteerd voor het wegverkeer. Per verplaatsingsmotief worden de volgende bedragen genoemd [10]: Woon-werk Zakelijk Goederen Overig > 13.6 euro (30 gulden) per uur --> 27.2 euro (60 gulden) per uur --> 15.9 euro (35 gulden) per uur > 13.6 euro (30 gulden) per uur In 1998 is door de AVV onderzoek gedaan naar een reistijdwaardering uitgesplitst naar vervoerwijze. Per vervoerwijze en per reismotief wordt de volgende reistijdwaardering aanbevolen [15]: Auto Trein Bus en trom Alle VV woon-werk 6.6 euro 6.6 euro 6.2 euro 6.5 euro zakelijk 22.8 euro 14.0 euro 10.8 euro 22.0 euro overig 4.5 euro 4.1 euro 4.0 euro 4.4 euro In de basisformule worden in eerste instantie de bruto-uurloonkosten, zoals gehanteerd voor het wegverkeer, toegepast. Gezien de motief verdeling over de dag op de corridor Leiden - Den Haag leidt dit tot 14.5 euro (32 gulden). (30% * 13.6) + (7% * 27.2) + (39% * 13.6) + (24% * 13.6) = 14.5 euro ( 32 gulden). De basisformule wordt tevens doorgerekend met de reistijdwaardering van de treinreiziger volgens de AVV-studie [15]. Dit resulteert in een bedrag van 5.5 euro (12 gulden) Spits versus dal Het beeld is dat drukke treinen een grotere kans op vertraging hebben dan minder drukke treinen. De verwachting is namelijk dat als gevolg van de drukte treinen langer moeten halteren en daardoor vertraging oplopen. Een vergelijking van de reisvertragingen voor treinreizen zonder overstap geven hierop een antwoord. In figuur 3 zijn de reisvertragingen afgezet tegen de treinvertragingen voor geheel Nederland. 100% i 90% CD 5 80% 70% O 97/98 E 98/99 99/00 60% reizigers treinen Figuur 3: vergelijking ontwikkeling vertraging < 3 min - Nederland Totaal

15 In 97/98 lag het aandeel treinreizen zonder vertraging lager dan het aandeel treinen zonder vertraging. Met andere woorden drukke treinen hadden meer vertragingen dan minder drukke treinen. De vertraging van drukke treinen verbeterde echter. In 99/00 hadden drukke treinen zelfs minder vertragingen dan minder drukke treinen (het aandeel treinreizen zonder vertraging was hoger dan het aandeel treinen zonder vertraging). Het beeld dat drukke treinen een grotere kans op vertraging hebben dan minder drukke treinen is dus niet juist. Wellicht heeft dit te maken met een betere beheersing of het structureel inbouwen van meer speling in de dienstregeling. Conclusie is dat het percentage vertraagde treinen equivalent is met het percentage vertraagde reizigers Opzet basisformule De basisformule om de vertragingskosten voor het spoorvervoer te berekenen ziet er als volgt uit: Vtr = Wl (Rl * PVTi * Vgeml/60 * Tl) + W2 (R2 * PVT2*Vgem2/60 * T2) Waarin: werkdag (1) weekend en feestdagen(2) Vtr = vertragingskosten in guldens/jaar R = aantal treinreizigers/dag PVT = percentage vertraagde treinen Vgem = gemiddelde vertraging (in minuten) T = gemiddelde bruto uurloonkosten/reiziger (in euro's) W = aantal dagen/jaar 1 miljoen 20% of miljoen 19% of In deze formule berekening is nog geen rekening gehouden met het percentage treinen dat niet rijdt. Volgens de meest recente cijfers (kwartaalcijfers 2001) berust dit percentage op circa 2,5 %. Deze 'uitgevallen' treinen veroorzaken een vertraging van gemiddeld 20 minuten. De berekening betreft de periode voordat de grote problemen op het spoorvervoer zich aandienden. Het effect van gewijzigde dienstregeling en de daarin geschrapte treinen is niet meegenomen. Om een indruk te krijgen van de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer volgt hieronder een aantal berekeningen: Berekening A. (Vgem=7 minuten en T= 14.5 euro): VTR = 250 (1 mio * 20% * 7/60 * 14.5) ( 0.64 mio * 19% * 7/60 * 14.5) -> circa miljoen euro (238.6 miljoen gulden). Het percentage treinen dat niet rijdt veroorzaakt een extra kostenpost van circa 39 miljoen euro (86 miljoen gulden). (Berekening: 324mio * 2,5% * 20/60 * 14.5). Totaal: = miljoen euro (324.5 miljoen gulden).

16 Berekening B. (Vgem= 10 minuten en T= 14.5 euro): VTR = 10/7 * = miljoen euro (circa miljoen gulden). Het percentage treinen dat niet rijdt veroorzaakt een extra kostenpost van circa 39 miljoen euro (86 miljoen gulden). Totaal: = miljoen euro (426.5 miljoen gulden). Uitgaande van de bruto-uurloonkosten zoals gehanteerd voor het wegverkeer bedragen de vertragingskosten afgerond circa 150 tot 195 miljoen euro per jaar. Berekening C. (Vgem= 7 minuten en T= 5.5 euro): VTR = 5.5/14.5 * = 41.1 miljoen euro (90.5 miljoen gulden). Het percentage treinen dat niet rijdt veroorzaakt een extra kostenpost van circa 14.9 miljoen euro (32.8 miljoen gulden). (Berekening: 324mio * 2,5% * 20/60 * 5.5). Totaal: = 56 miljoen euro (123.4 miljoen gulden). Berekening D. (Vgem= 10 minuten en T=5.5 euro): VTR = 10/7 * 41.1 = 58.6 miljoen euro (129.1 miljoen gulden). Het percentage treinen dat niet rijdt veroorzaakt een extra kostenpost van circa 14.9 miljoen euro (32.8 miljoen gulden). Totaal: = 73.5 miljoen euro (161.9 miljoen gulden). Uitgaande van de reistijdwaardering volgens de AVV-methode bedragen de vertragingskosten afgerond circa 60 tot 75 miljoen euro per jaar. Uit een vergelijking van de berekening A, B (150 tot 195 miljoen euro) met de berekening C, D (60 tot 75 miljoen euro) blijkt dat met name een keuze voor bruto-uurloonkosten in plaats van een keuze voor reistijdwaardering, erg bepalend voor de uiteindelijke uitkomst is. Deze constatering is ook al eerder voor het wegverkeer gedaan.

17 5. Conclusies en aanbevelingen Conclusies: 1. Uit deze verkennende studie blijkt dat het mogelijk is om een methode te ontwikkelen om de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer te berekenen. De bandbreedte waarbinnen de vertragingskosten zich bevinden is onder andere afhankelijk van de manier waarop het criterium 'tijd' uitgedrukt wordt in 'geld'. Een keuze voor een tijdwaardering uitgedrukt in bruto-uurloonkosten, zoals bij de berekening van de filekosten voor het wegverkeer, resulteert in vertragingskosten van circa miljoen euro per jaar ( miljoen gulden). Een keuze voor een tijdwaardering volgens een reistijdwaarderingmethode (AVV-methode), zoals in het Onderzoeksprogramma Economische Effecten Infrastructuur (OEEI), resulteert in vertragingskosten van circa 60 tot 75 miljoen euro per jaar ( miljoen gulden). De uitkomsten kunnen gebruikt worden om investeringen in spoorinf rastructuur wat betreft aanleg en onderhoud van infrastructuur beter af te wegen. Omdat de methode zich leent voor berekeningen op corridor-niveau is het tevens mogelijk om beter projectgebonden afwegingen te maken. 2. De berekening van de maatschappelijke kosten van vertragingen in het spoorvervoer wordt in grote mate gedicteerd door de keuze van een reistijdwaardering. In het OEEI is aangegeven dat bij het evalueren en het onderling vergelijken van maatregelen en voorzieningen op het gebied van verkeer en vervoer het belangrijk is om de reistijdwaardering uniform toe te passen. In het OEEI wordt de reistijdwaardering volgens de reistijdwaarderingsmethode (AVV-methode) geadviseerd. 3. Goed openbaar vervoer valt of staat met de kwaliteit van de keten. In het prestatiecontract met de NS gaat het echter om de punctualiteit van iedere individuele trein. Het gevolg kan zijn dat treinen minder op elkaar wachten, hetgeen ten koste kan gaan van de kwaliteit van de ketenverplaatsing. Aangezien een kwart van alle treinverplaatsingen reizen met één of meer overstappen zijn, kan dit een verslechtering van de situatie voor de treinreiziger betekenen. Aanbevelingen: 1. Om een beter inzicht te krijgen in de maatschappelijke kosten van de vertragingen in het treinverkeer is het belangrijk om een indicator te benoemen vergelijkbaar met de indicator 'voertuigverliesuren' in het wegverkeer. Een optie hiervoor is 'persoonsverliesuren' of 'reizigersverliesuren'. Om deze indicator te kunnen bepalen moet er zicht zijn op het aantal vertraagde treinen en het aantal reizigers dat zich in deze vertraagde treinen bevindt. Vooral dit tweede punt is op dit moment nog een probleem. Het is op dit moment niet bekend (of het wordt nog niet geregistreerd) hoeveel reizigers zich in de vertraagde treinen bevinden en hoeveel minuten vertraging deze reizigers ondervinden. Het onderzoek Metaphor (NSR) kan mogelijk een aantal relevante cijfers boven tafel brengen.

18 2. Om de methode verder te ontwikkelen wordt een vervolgstudie voorgesteld waarin de volgende activiteiten zijn opgenomen: Het verder uitwerken van de methode, zodat jaarlijks de vertragingskosten in het spoorvervoer in beeld kunnen worden gebracht; Het doorrekenen van een aantal cases (corridors) waarbij in het kader van PRORAIL fors geïnvesteerd is; Op basis van ervaringen met toepassing van de vertragingskosten voor het spoorvervoer, kan overwogen worden de inzicht in het spoorvervoer uit te breiden met de vertragingskosten in het stads- en streekvervoer en/of vertragingen in de gehele OV-keten.

19 Bijlage 1. Literatuurlijst 1. CE (Centrum voor energiebesparing en schone technologie), 'Efficiënte prijzen voor het wegverkeer', Delft, oktober 1999; 2. Icim (informatica Centrum voor Infrastructuur en Milieu B.V.), 'De bruikbaarheid van het FileKostenModel in de praktijk', Rijswijk, december 1993; 3. Railned Capaciteitsplanning, 'Evaluatie Prorail, monitoring 99/007 Utrecht, 31 augustus 2001; 4. Railned BV, 'Kwantitatief onderzoek naar de reisbetrouwbaarheid en verplaatsingsgedrag ' (bijdrage aan het colloquium vervoersplanologisch speurwerk 2001), Utrecht, september 2001; 5. NEA, 'Filekosten op het Nederlandse hoofdwegennet in 1990', Rijswijk, maart 1991; 6. NEA, 'Rekenmodel Kosten Files (REKOFIL)', Rijswijk, april 1994; 7. NEA,'Filekosten op het Nederlandse hoofdwegennet in 1993', Rijswijk, juni 1994; 8. NEA, 'Filekosten op het Nederlandse hoofdwegennet in 1994', Rijswijk, mei 1995; 9. NEA, 'Filekosten op het Nederlandse hoofdwegennet in 1995', Rijswijk, juni 1996; 10. NEA, 'Filekosten op het Nederlandse hoofdwegennet in 1996', Rijswijk, april 1997; 11. NEA, 'Aanpassing berekening filekosten', Rijswijk, februari 1998; 12. NEA, 'Filekosten op het Nederlandse hoofdwegennet in 1997', Rijswijk, juni 1998; 13. NEA, 'Filestudie 1998, Fase 1: een globale berekening', Rijswijk, mei 1998; 14. NEA, 'Voertuigverliestijd: Opzet rekenmodel', Rijswijk, juni 2000; 15. AVV, 'Advies inzake reistijdwaarderingen van personen', Rotterdam, mei Ministerie van Verkeer en Waterstaat en Ministerie van Economische Zaken, 'Onderzoeksprogramma Economische Effecten Infrastructuur (OEEI), deel II: Capita Selecta', februari NS Railinfrabeheer, 'Concurrerend Spoor', Utrecht 2000.

20

21

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1999

Nadere informatie

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat. Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat. Spoorboekloos reizen in de Randstad Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Spoorboekloos reizen in de Randstad Er

Nadere informatie

De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7

De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7 Pagina 2/7 De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7 De meeste klantoordelen uit het vervoerplan zijn zogenaamde dissatisfiers. Een dissatisfier gaat

Nadere informatie

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2000 en 2017 is het

Nadere informatie

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.

Nadere informatie

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Justin Hogenberg Nederlandse Spoorwegen justin.hogenberg@ns.nl Roswitha van de Kamer Nederlandse Spoorwegen roswitha.vandekamer@ns.nl Thijs

Nadere informatie

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Zes intercity s en zes sprinters per uur in de drukste

Nadere informatie

Spitsvervoer naar 12 steden en Schiphol

Spitsvervoer naar 12 steden en Schiphol Spitsvervoer naar 1 steden en NSR Productmanagement / A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer B Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer De Adviesdienst Verkeer en Vervoer AVV is

Nadere informatie

Ontwikkeling prestatie-indicatoren Concessie voor het hoofdrailnet

Ontwikkeling prestatie-indicatoren Concessie voor het hoofdrailnet Ontwikkeling prestatie-indicatoren Concessie voor het hoofdrailnet 2015-2024 1. Algemeen klantoordeel Het Algemeen klantoordeel geeft het percentage reizigers weer dat hun reis waardeert met een 7 of hoger.

Nadere informatie

1

1 Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden Middendorp en Remco Dijkstra (beiden VVD) over de aanpassing van de dienstregeling van het treinverkeer in het Rivierengebied

Nadere informatie

Lange termijn spooragenda

Lange termijn spooragenda BEDRIJFSVERTROUWELIJK CONCEPT Lange termijn spooragenda VHS bijeenkomst 25 februari 2014 1 Aanleiding Masterplan NS en ProRail 03-02-2012 : nieuwe, zware winterdag op het spoor 16-02-2012 : Commissie Kuiken

Nadere informatie

1. Dienstregeling 2009: aanvullingen op het Ontwerp 2007

1. Dienstregeling 2009: aanvullingen op het Ontwerp 2007 NS Reizigers Aan de vertegenwoordigers van consumentenorganisaties in het LOCOV Directie Hoofdgebouw IV Laan van Puntenburg 100 Postbus 2025 3500 HA Utrecht Nederland www.ns.nl Datum Ons kenmerk Onderwerp

Nadere informatie

Beoordeling overwegsituaties. bereikbaarheid. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. bij wijzigende treinfrequenties en verkeersintensiteiten

Beoordeling overwegsituaties. bereikbaarheid. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. bij wijzigende treinfrequenties en verkeersintensiteiten Beoordeling overwegsituaties op Beeld plaatsen ter grootte van dit kader bereikbaarheid bij wijzigende treinfrequenties en verkeersintensiteiten ing. F.A. Aalbers drs. ing. D. Walraven 2 Agenda aanleiding

Nadere informatie

Alle zitplaatsen zonder staanplaatsen plus 100% klapzittingen

Alle zitplaatsen zonder staanplaatsen plus 100% klapzittingen Bijlage 2: s van de prestatie-indicatoren 2016 van de Vervoerconcessie 2015-2025 In dit document zijn de voor 2016 geldende definities weergegeven van de prestatie-indicatoren uit de vervoerconcessie 2015-2025

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar Gemeenteraad Castricum 25 juni 2014 Robert de Jong (IenM) Inhoud presentatie Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Maatregelen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2531 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2531 AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2531 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Effecten Dienstregelingswijzigingen. Bert Vaessens, NS Commercie, Bert.Vaessens@ns.nl. Suzanne Kieft, NS Commercie, Suzanne.Kieft@ns.

Effecten Dienstregelingswijzigingen. Bert Vaessens, NS Commercie, Bert.Vaessens@ns.nl. Suzanne Kieft, NS Commercie, Suzanne.Kieft@ns. Effecten Dienstregelingswijzigingen Bert Vaessens, NS Commercie, Bert.Vaessens@ns.nl Suzanne Kieft, NS Commercie, Suzanne.Kieft@ns.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2006, 23

Nadere informatie

Antwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander:

Antwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander: > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Effect van spitsmijdingen op voertuigverliesuren

Effect van spitsmijdingen op voertuigverliesuren Effect van spitsmijdingen op voertuigverliesuren Han van der Loop KiM Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid han.vander.loop@minienm.nl Jan van der Waard KiM Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid jan.vander.waard@minienm.nl

Nadere informatie

Factsheet eerste effecten Beter Benutten

Factsheet eerste effecten Beter Benutten Factsheet Beter eerste Benutten effecten regio Beter Maastricht Benutten Factsheet eerste effecten Beter Benutten Inleiding Voor de montoring en evaluatie van de tien gebiedspakketten van het programma

Nadere informatie

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Beter Benutten: kosteneffectieve maatregelen Rijk, regio en bedrijfsleven werken in het programma Beter Benutten samen om de bereikbaarheid in de drukste

Nadere informatie

Gemeente Castricum. Haalbaarheid station Zandzoom

Gemeente Castricum. Haalbaarheid station Zandzoom Gemeente Castricum Haalbaarheid station Zandzoom Gemeente Castricum Haalbaarheid station Zandzoom Datum 26 januari 2010 Kenmerk CTC071/Adr/0511 Eerste versie Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Gemeente

Nadere informatie

Gevoeligheidsanalyse afschaffen accijnsvoordeel 'rode diesel' Utrecht, 26 juni 2013 GI32/001c.docx

Gevoeligheidsanalyse afschaffen accijnsvoordeel 'rode diesel' Utrecht, 26 juni 2013 GI32/001c.docx Gevoeligheidsanalyse afschaffen accijnsvoordeel 'rode diesel' Utrecht, 26 juni 2013 GI32/001c.docx Inhoud 1 Opdracht en werkwijze 3 1.1 Opdracht 3 1.2 Werkwijze 3 2 Uitkomsten analyse 5 2.1 Scope 5 2.2

Nadere informatie

Woon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit

Woon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit Samenvatting De economische crisis heeft vorig jaar uiteenlopende effecten gehad op het verkeer vervoer in Nederland. Door de invloed van internationale ontwikkelingen was het effect van de crisis op het

Nadere informatie

De hyperspits biedt kansen voor een betere spreiding binnen de spits. Thijs van Daalen. Nederlandse Spoorwegen 1. Niels Janssen

De hyperspits biedt kansen voor een betere spreiding binnen de spits. Thijs van Daalen. Nederlandse Spoorwegen 1. Niels Janssen TVW Tijdschrift Vervoerswetenschap Jaargang 54, nummer 2 augustus 2018 pp. 27-31 ISSN: 1571-9227 www.vervoerswetenschap.nl De hyperspits biedt kansen voor een betere spreiding binnen de spits Thijs van

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, kennislijn 1 en 2, 5 juni 2014 Vraagstuk * Veel gehoord bij wegverbreding of nieuwe wegen: Roept extra autogebruik

Nadere informatie

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan

Nadere informatie

Advies van de consumentenorganisaties in het LOCOV inzake exploitatie van stationsstallingen

Advies van de consumentenorganisaties in het LOCOV inzake exploitatie van stationsstallingen Advies van de consumentenorganisaties in het LOCOV inzake exploitatie van stationsstallingen Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer LOCOV-99/18 8 maart 1999 Advies van de consumentenorganisaties

Nadere informatie

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2016 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2016 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Datum 16 augustus 2017 Kenmerk UTA018/Fok/0054.02

Nadere informatie

The Boston Consulting Group

The Boston Consulting Group NEDERLANDSE SPOORWEGEN SAMENVATTING VAN DE ANALYSE VAN NS PRESTATIES OVER DE PERIODE JANUARI 2005 TOT OKTOBER 2005 Utrecht, 22 december 2005 The Boston Consulting Group ACHTERGROND EN INTRODUCTIE NS heeft

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Spoortunnel Delft

CT2710 Transport & Planning Spoortunnel Delft CT2710 Transport & Planning Spoortunnel Delft Rob van Nes, Transport & Planning 9-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future Spoorontsluiting van Delft Twee-sporig of vier-sporig? 2 1.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 55 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATER- STAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel Geen goede weergave? Klik hier voor de nieuwsbrief op onze website. december 2016 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel Planning van het project Het project PHS Meteren-Boxtel duurt meerdere

Nadere informatie

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Rotterdam

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Rotterdam Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Rotterdam Inleiding Voor de montoring en evaluatie van de tien gebiedspakketten van het programma Beter Benutten wordt door het rijk en tien regio s halfjaarlijks

Nadere informatie

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan?

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan? NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES 2020 Deel 3: Waar komt de groei vandaan? Uitgebracht aan: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Limburg Uitgevoerd door: NEA Transportonderzoek

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Aanleiding. 2. Reismogelijkheden. 3. Huidige markt. 4. Mogelijke groei. 5. Infrastructuurgevolgen. 6. Conclusies

Inhoudsopgave. 1. Aanleiding. 2. Reismogelijkheden. 3. Huidige markt. 4. Mogelijke groei. 5. Infrastructuurgevolgen. 6. Conclusies MARKTKANSEN EN INFRASTRUCTURELE GEVOLGEN VAN EEN DIRECTE TREIN TUSSEN GRONINGEN EN MAASTRICHT, NAAR AANLEIDING VAN VOORSTELLEN IN HET SP-PLAN BETER VERVOER PER TREIN Inhoudsopgave 1. Aanleiding 2. Reismogelijkheden

Nadere informatie

Infrastructuurmonitor MIRT 2015

Infrastructuurmonitor MIRT 2015 Infrastructuurmonitor MIRT 215 Infrastructuurmonitor Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2017 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2017 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Datum 2 oktober 2018 Kenmerk 002134.20181002.R1.01

Nadere informatie

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG DGP/SPO/U.05.02668 Geachte voorzitter,

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG DGP/SPO/U.05.02668 Geachte voorzitter, abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 2 december 2005 Ons kenmerk DGP/SPO/U.05.02668 Onderwerp Mogelijkheden back-upsysteem

Nadere informatie

Probleem 2. Oplossing 3. Kosten en opbrengsten 4. Impact Gemiddelde automobilist 5 Maatschappij 6. Verdeling van kosten en opbrengsten 7

Probleem 2. Oplossing 3. Kosten en opbrengsten 4. Impact Gemiddelde automobilist 5 Maatschappij 6. Verdeling van kosten en opbrengsten 7 Inhoudsopgave Onderwerp paginanummer Probleem 2 Oplossing 3 Kosten en opbrengsten 4 Impact Gemiddelde automobilist 5 Maatschappij 6 Verdeling van kosten en opbrengsten 7 Stakeholders 8 Implementatieplan

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting... Treingebruik gaat stijgen Het treingebruik groeit in de periode 2000-2020 met gemiddeld 0,9 tot 1,5% per jaar. Deze verwachte groei is hoger dan de groei die tussen 1991 en 2006 daadwerkelijk

Nadere informatie

Spoorverbetering Arnhem - Winterswijk Technische briefing 23 mei 2018

Spoorverbetering Arnhem - Winterswijk Technische briefing 23 mei 2018 Spoorverbetering Arnhem - Winterswijk Technische briefing 23 mei 2018 Kees den Otter (Arriva), Marc Bijlsma (ProRail), Cor Hartogs en Martijn Post (Gelderland) Dubbelspoor komt altied weer terug! 1988

Nadere informatie

Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit

Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit Methodologie voor verkeerskundige effecten van een kilometerprijs voor alleen het hoofdwegennet in 2011 Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Nadere informatie

Notitie Wat kost RegioTaxiPlus

Notitie Wat kost RegioTaxiPlus Aan : Het college Van : Robrecht Lentink, afdeling samenleving Betreft : Notitie Wat kost RegioTaxiPlus Datum : 5 april 2012 Notitie Wat kost RegioTaxiPlus ( in relatie tot het Tweede besluit voorzieningen

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorgenomen besluit IenM voor wijzigingen ten aanzien van prestatie indicatoren HSL. Voorgestelde wijzigingen 2017

Bijlage 1: Voorgenomen besluit IenM voor wijzigingen ten aanzien van prestatie indicatoren HSL. Voorgestelde wijzigingen 2017 Bijlage 1: Voorgenomen besluit IenM voor wijzigingen ten aanzien van prestatie indicatoren HSL Voorgestelde wijzigingen 2017 Hieronder worden de nieuwe definities weergegeven en gemotiveerd. De beschrijving

Nadere informatie

Extra oefenopgaven Deel 1

Extra oefenopgaven Deel 1 1 BEREIKBAARHEID EN RUIMTELIJKE INTERACTIE Bereikbaarheid 1.1 De ooit geplande Rijksweg A3 Onderstaand schema geeft de Randstad weer met enkele kernen. In het originele Rijkswegenplan uit 1927 was ook

Nadere informatie

Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013

Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013 Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013 Joke van Veen Manager Business Development NS Reizigers Dimitri Kruik Manager Veranderprogramma 2012-2015 ProRail De NS strategie De NS strategie

Nadere informatie

Customer Case Study Pro Rail

Customer Case Study Pro Rail Customer Case Study Pro Rail Utrecht ProRail wil met behulp van VendorLink het proces van Leveranciers Management opnieuw neer zetten in hun organisatie. Leveranciers Management richt zich niet alleen

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma 2008

Uitvoeringsprogramma 2008 Uitvoeringsprogramma 2008 kwartaalcijfers openbaar vervoer in Fryslân cijfers 4e kwartaal 2008 en jaarcijfers 2008 Inleiding Voor u ligt de kwartaalrapportage openbaar vervoer Fryslân van het vierde kwartaal

Nadere informatie

Provincie Noord Brabant T.a.v. de heer P. Veelenturf Postbus MC 's-hertogenbosch. Geachte heer Veelenturf,

Provincie Noord Brabant T.a.v. de heer P. Veelenturf Postbus MC 's-hertogenbosch. Geachte heer Veelenturf, Provincie Noord Brabant T.a.v. de heer P. Veelenturf Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Datum Ons kenmerk Onderwerp 1 april 2005 NSC/HvdH/05003 Nachtnet Brabant Telefoon Telefax E-mail 040-233 45 44

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V. Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V. 7 oktober 2005 Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad - NS Groep N.V. De hieronder aangegeven partijen De Provincie Noord-Brabant in haar hoedanigheid

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2015 1. Context voor reisgedrag Het effect van maatregelen in het kader van Beter Benutten is niet alleen afhankelijk van de drivers die mensen hebben

Nadere informatie

Versnelling Benelux 2017

Versnelling Benelux 2017 Versnelling Benelux 2017 P r e s e n t a t i e R a i l f o r u m 1 4 s e p t e m b e r 2 0 1 5 ir H. J. M. B o v e n l a n d e r Probleemstelling Infrastructuur voor HSL Zuid in Nederland en België gereed,

Nadere informatie

GOEDE REIS! speciale editie. Check onze nieuwe dienstregeling, dan bent u altijd op tijd

GOEDE REIS! speciale editie. Check onze nieuwe dienstregeling, dan bent u altijd op tijd GOEDE REIS! speciale editie Check onze nieuwe dienstregeling, dan bent u altijd op tijd 04 08 INHOUD Deal? Bus 20,- p/m Klaar met je studie? Arriva Dalvrij Deal! Trein & Bus 45,- p/m Na je studie gewoon

Nadere informatie

Faradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F:

Faradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F: BVA Faradaystraat 2a Postbus 40089 8004 DB Zwolle T:038-4606747 F:038-4604912 Fietsenstalling Station Haren 1.117-1 - bepaling aantal stallingsvoorzieningen oostzijde - 10 maart 2014 Gemeente Haren 1.

Nadere informatie

Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus 626 8440 AP Heerenveen. Beste mevrouw Dubben,

Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus 626 8440 AP Heerenveen. Beste mevrouw Dubben, Pagina 1 van 5 Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus 626 8440 AP Heerenveen Plaats en datum: Leeuwarden 28-07-2014 Onderwerp: Advies dienstregeling

Nadere informatie

Padbreedte van schepen in bochten

Padbreedte van schepen in bochten Padbreedte van schepen in bochten Bepalen bochtentoeslag voor het dimensioneren van vaarwegen Datum 13 januari 2012 Status Rapport Colofon Uitgegeven door Dienst Verkeer en Scheepvaart Informatie ir. J.W.

Nadere informatie

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Getypt door / paraaf H.C.

Nadere informatie

PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel

PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel 19:00 19:15 Presentatie IenM 19:15 20:00 Presentatie ProRail 20:00 21:00 Informatie markt 21:00 Gelegenheid tot plenair aandragen zorgen en belangen

Nadere informatie

Definities van de prestatie-indicatoren 2015 van de Vervoersconcessie 2015-2025

Definities van de prestatie-indicatoren 2015 van de Vervoersconcessie 2015-2025 s van de prestatie-indicatoren 2015 van de Vervoersconcessie 2015-2025 In dit document zijn de definities van de prestatie-indicatoren van de vervoersconcessie 2015-2025 weergegeven zoals die gelden voor

Nadere informatie

Raadsvragen van het raadslid Eric Leltz, ingevolge artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede.

Raadsvragen van het raadslid Eric Leltz, ingevolge artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede. 2010/17 Raadsvragen van het raadslid Eric Leltz, ingevolge artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede. Ingezonden: 29 mei 2010 Onderwerp: Verkeersstromen rond station Ede-Wageningen

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Jan van der Waard, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Contactpersoon DGB: Henk van Mourik Afdelingsoverleg

Nadere informatie

Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke en Hans Wüst

Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke en Hans Wüst Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Jan Francke en Hans Wüst Mei 2015 Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) maakt analyses van mobiliteit die doorwerken

Nadere informatie

Everything should be kept as simple as possible, but not simpler Albert Einstein. Integraal kijken naar behoeften van de klant.

Everything should be kept as simple as possible, but not simpler Albert Einstein. Integraal kijken naar behoeften van de klant. Everything should be kept as simple as possible, but not simpler Albert Einstein Integraal kijken naar behoeften van de klant Joke van Veen De opdracht van NS - maximale reizigersgroei en klanttevredenheid

Nadere informatie

Klantonderzoeken bij NS

Klantonderzoeken bij NS Klantonderzoeken bij NS Colloquium Door de ogen van de klant Driebergen 11 september 2009 Mark van Hagen Senior projectleider NS Commercie Belangrijkste doelen 1. Elkaar leren kennen 2. Leren van elkaar

Nadere informatie

ERTMS en Duurzaamheid Eric Mink. Duurzaamheid, ERTMS en LTSA

ERTMS en Duurzaamheid Eric Mink. Duurzaamheid, ERTMS en LTSA ERTMS en Duurzaamheid Eric Mink Duurzaamheid, ERTMS en LTSA 1 Duurzaamheid, ERTMS en LTSA Korte vs. lange termijn Ambitie vs. feiten 28 mei 2014 Agenda 1. Duurzaamheid en het OV: feiten 2. Korte termijn

Nadere informatie

Bijlage 1: Definities van de prestatie-indicatoren 2017 van de Vervoerconcessie

Bijlage 1: Definities van de prestatie-indicatoren 2017 van de Vervoerconcessie Bijlage 1: s van de prestatie-indicatoren 2017 van de Vervoerconcessie 2015-2025 In dit document zijn de definities van de prestatie-indicatoren van de vervoerconcessie 2015-2025 weergegeven zoals die

Nadere informatie

Samenvatting reizigersconsultatie 2018 Maxim Meijers Syntus Utrecht

Samenvatting reizigersconsultatie 2018 Maxim Meijers Syntus Utrecht Maxim Meijers Syntus Utrecht 07-05-2018 Inleiding In 2018 heeft Syntus Utrecht voorafgaand aan het schrijven van het vervoerplan de Utrechtse reizigers en inwoners gevraagd om mee te denken over het OV

Nadere informatie

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID

Nadere informatie

Rapport REIZIGERSONDERZOEK. Gedecentraliseerde treindiensten Limburg 26 september

Rapport REIZIGERSONDERZOEK. Gedecentraliseerde treindiensten Limburg 26 september Rapport REIZIGERSONDERZOEK Gedecentraliseerde treindiensten Limburg 26 september 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2017/109 Datum

Nadere informatie

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid,

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, 2004-2009 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Het idee van reisadviezen uit de Kaartautomaat

Het idee van reisadviezen uit de Kaartautomaat Het idee van reisadviezen uit de Kaartautomaat Na het kopen van een kaartje / opladen van een chipkaart krijgt men direct een precies advies naar de eindbestemming. Mogelijke optie: automaten krijgen het

Nadere informatie

Betrouwbaarheid van OV in verkeersmodellen

Betrouwbaarheid van OV in verkeersmodellen Betrouwbaarheid van OV in verkeersmodellen PLATOS maart 2013 Niels van Oort Robert van Leusden Erik de Romph Ties Brands 2 Inhoud Betrouwbaarheid van OV Relatie met verkeersmodellen Case VRU model Conclusies

Nadere informatie

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Zwolle Kampen

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Zwolle Kampen Factsheet eerste Factsheet effecten BeterBeter Benutten Benutten regioregio Maastricht Zwolle Kampen Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Zwolle Kampen Inleiding Voor de montoring en evaluatie

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Onderwerp Kamervragen leden Van Hijum, Mastwijk, Duyvendak, Ten Broeke en De Krom inzake de problemen met de treinverbinding Almelo - Hengelo

Onderwerp Kamervragen leden Van Hijum, Mastwijk, Duyvendak, Ten Broeke en De Krom inzake de problemen met de treinverbinding Almelo - Hengelo abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Datum 24 april 2007 Ons kenmerk DGP/SPO/U.07.01068 Doorkiesnummer Bijlage(n) Uw kenmerk Onderwerp

Nadere informatie

Effecten van storingen voor treinreizigers

Effecten van storingen voor treinreizigers Effecten van storingen voor treinreizigers Inleiding Dit onderzoek is gebaseerd op de treinstoringen die door NS Reisinformatie worden gepubliceerd op ns.nl. Deze storingsinformatie is ook beschikbaar

Nadere informatie

Landelijk Overleg Consumentenbelangen OV T.a.v. de consumentenorganisaties vertegenwoordigd in het Locov Postbus

Landelijk Overleg Consumentenbelangen OV T.a.v. de consumentenorganisaties vertegenwoordigd in het Locov Postbus > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Landelijk Overleg Consumentenbelangen OV T.a.v. de consumentenorganisaties vertegenwoordigd in het Locov Postbus 20905 2500 EX Den Haag Den Haag Postbus 20901

Nadere informatie

Risicobeoordeling overwegen Grubbenvorsterweg en Ulfterhoek

Risicobeoordeling overwegen Grubbenvorsterweg en Ulfterhoek Risicobeoordeling overwegen Grubbenvorsterweg en Ulfterhoek Uitgevoerd door: Verebus Engineering B.V. Verebus Engineering B.V. Status: Definitief Postbus 1045 Versie: 3.0 2280 CA Rijswijk Datum: 01-05-2015

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: koppelen treindiensten Apeldoorn Zutphen en Zutphen Winterswijk. Portefeuillehouder: Gedeputeerde Bieze Kerntaak/plandoel: openbaar vervoer Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde

Nadere informatie

2.4 VAN VERVOERSSTROMEN NAAR NETWERKEN.

2.4 VAN VERVOERSSTROMEN NAAR NETWERKEN. HOOFDSTUK 2Benutten van spoor 2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt het nut en de noodzaak van de reactivering en uitbreiding van de huidige PON spoorlijn naar een verbinding verantwoord / onderbouwd. De

Nadere informatie

3. De bereikbaarheidsindicator

3. De bereikbaarheidsindicator 3. De bereikbaarheidsindicator Achtergrond Het begrip bereikbaarheid leidt nogal eens tot verwarring. Dit komt doordat onderzoekers, beleidsambtenaren en politici het begrip vanuit verschillende invalshoeken

Nadere informatie

De balans tussen onderhoud en een betrouwbare dienstregeling

De balans tussen onderhoud en een betrouwbare dienstregeling De balans tussen onderhoud en een betrouwbare dienstregeling Betrouwbaar spoorvervoer vereist regelmatig onderhoud. Dat betekent dat het treinverkeer tijdelijk moet worden stilgelegd. De kunst is dat op

Nadere informatie

Versnelling Benelux 2017

Versnelling Benelux 2017 HENK BOVENLANDER Rail Advies De Bilt, 18 augustus 2015 Versnelling Benelux 2017 De reistijd Amsterdam Brussel van 194 minuten met de Benelux in de dienstregeling 2017 stelt teleur. De achtergrond hiervan

Nadere informatie

Hierbij treft u mijn antwoorden aan op de vragen van de leden Visser en De Boer (beiden VVD) over de Zaanse spoorlijn (ingezonden 11 maart 2015).

Hierbij treft u mijn antwoorden aan op de vragen van de leden Visser en De Boer (beiden VVD) over de Zaanse spoorlijn (ingezonden 11 maart 2015). > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Het effect van een treinstoring op reizigers naar Amsterdam

Het effect van een treinstoring op reizigers naar Amsterdam Het effect van een treinstoring op reizigers naar Amsterdam 22 januari 2019 paste de NS door sneeuwval de dienstregeling aan en reden de hele dag minder treinen. Deze aanpassing was soms wat onhandig,

Nadere informatie

Rode draad - Context. Gezamenlijke ambitie ProRail en NS uitwerking Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) Missie en veranderaanpak ProRail

Rode draad - Context. Gezamenlijke ambitie ProRail en NS uitwerking Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) Missie en veranderaanpak ProRail Rode draad - Context Gezamenlijke ambitie ProRail en NS uitwerking Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) Missie en veranderaanpak ProRail Strategische ambities ProRail Meer capaciteit, en robuuster en punctueler

Nadere informatie

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018 Maarten C.W. Janssen Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018 Marktordening geen doel op zich Spoorvervoer moet kwalitatief hoogwaardig zijn, bijdragen aan een goede bereikbaarheid in Nederland

Nadere informatie

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting De provincie Noord-Brabant heeft twee pilots ingevoerd met goedkoop openbaar vervoer. De eerste pilot gericht op jongeren tot 12 jaar en ouderen vanaf 65 jaar en de tweede pliot

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Nationaal verkeerskundecongres 2016 Nationaal verkeerskundecongres 2016 Het bereikbaarheidsmodel van de toekomst Marco van der Linden Movares Chris Verweijen Movares Samenvatting In een zoektocht naar een goede manier om bereikbaarheid met

Nadere informatie

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls, abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding Raadsvoorstel Aan : Raad van Geertruidenberg Raadsvergadering : 27 november 2014 Agendanummer : 09 Datum collegebesluit : 9 september 2014 Onderwerp : Evaluatie beleidsuitgangspunten en vervangingsplannen

Nadere informatie

Notitie dienstregelingontwikkeling en hoogfrequent spoor t.b.v. Locov 30 maart 2017

Notitie dienstregelingontwikkeling en hoogfrequent spoor t.b.v. Locov 30 maart 2017 Notitie dienstregelingontwikkeling en hoogfrequent spoor t.b.v. Locov 30 maart 2017 De consumentenorganisaties hebben op 14 maart kritisch geadviseerd over de uitwerking van de dienstregeling 2018, vooral

Nadere informatie

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling Dick Middelkoop 2 december 2010 Master of Business in Rail systems - 7 mei 2009 Dienstregelingsontwerp en Treindienstsimulatie Agenda Introductie

Nadere informatie

VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT SCANPLAZA. Telefoonnummer (030)

VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT SCANPLAZA. Telefoonnummer (030) Nederlandse Zorgautoriteit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Minister H.M. de Jonge Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT 29 MEI 2019 SCANPLAZA Newtonlaan 1-41

Nadere informatie