Interne en externe zorgbegeleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interne en externe zorgbegeleiding"

Transcriptie

1 Collectieve Ambitie Postbus BN Amersfoort Handboek Interne en externe zorgbegeleiding Zorg in en om de school Eemland nov10

2 Dit handboek wordt u aangeboden door het Samenwerkingsverband (SWV) Eemland. Het handboek is bedoeld voor de zorgcoördinatoren en schooldirecties van de scholen binnen het Samenwerkingverband Eemland en alle anderen, die betrokken zijn bij de (extra) zorg aan leerlingen in en om de school. Het kan als naslagwerk dienen, maar ook om op de hoogte te zijn van alle activiteiten wat betreft de zorg in en om de school. Het is een handboek, dat bijgewerkt wordt als de actualiteit daar om vraagt. In de afgelopen jaren is vanuit de Collectieve Ambitie van het SWV Eemland sterk ingezet op de versterking van interne zorgstructuren, Zorg en adviesteams (ZAT s) en de samenwerking en afstemming met de ketenpartners. De inzet van de afgelopen jaren van alle betrokkenen in en om de scholen, heeft geleid tot een sterk SWV, met scholen met goede interne zorgstructuren en goede verbindingen met gemeenten, jeugdzorg, basisonderwijs en ROC s. In het schooljaar is door het ministerie van OC&W het Regionale Netwerk Passend Onderwijs Eemland toegekend. Het SWV Eemland kon daardoor in samenwerking en afstemming met anderen (WSNS, REC s, ROC s) in de regio, verder bouwen aan een dekkend netwerk zorg voor alle leerlingen in de leeftijd van 023 jaar. Dit handboek geeft een overzicht van de wijze waarop de scholen en betrokken partners in de regio de zorg in en om de school hebben vormgegeven en geldt als leidraad voor vervolgactiviteiten. Er zijn goede voorbeelden van scholen in opgenomen. Vanuit de tot stand gebrachte afspraken en inhouden, kan voortgebouwd worden aan verdere ontwikkeling naar meer eenduidigheid en herkenbaarheid in protocollen, formulieren en afspraken. Dit, om de toeleiding, toewijzing en begeleiding van de juiste zorg aan leerlingen zo goed en transparant mogelijk te realiseren. Vele betrokkenen hebben hier aan meegewerkt. Dat betekent dat de in dit handboek opgenomen modellen en instrumenten evenals de taken en formulieren, een richtlijn en een soort van gestandaardiseerd uitgangspunt vormen voor wat betreft de inrichting en uitvoering van de zorgpraktijk binnen de scholen van het SWV Eemland en haar partners. Omdat de werkelijkheid ook steeds verandert, zal dit handboek per jaar een update krijgen over de dan verder ontwikkelde realiteit in afspraken en werkwijzen. Het handboek bestaat uit 4 delen, weergegeven op de volgende bladzijden. Dit handboek kon tot stand komen omdat alle scholen en netwerkpartners de afgelopen jaren met veel inspanning en energie, maar ook met plezier en doorzetting, hebben meegewerkt om de zorg aan alle leerlingen in de praktijk van alle dag, zo goed mogelijk te realiseren. Het SWV Eemland dankt iedereen daarvoor. Riemer Poortstra, directeur SWV Eemland en projectleider Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland. Anita Bootsman, begeleider Collectieve Ambitie en Regionaal Netwerk Passend Onderwijs nov10

3 INHOUD Deel Algemeen 1.2 Passend Onderwijs Zorg in en om de school Veiligheidshuis en Gezin Samenwerken en afstemmen Jeugdketens sluitend verbinden Regie Gemeente: wat de gemeente in elk geval moet doen Integraal indiceren Ouders / jeugdigen Rugzakleerlingen 1.3 Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Het SWV Eemland in de regio Ambitie Netwerkpartners Passend Onderwijs Eemland Kengetallen 1.4 Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Ketenpartners in de regio Netwerkvorming Protocol ziekteverzuim GGD Midden Nederland Preventie, Signalering en Hulpverlening school en externe partners Overzicht op aanbod in de Regio voor jeugdigen van 12 tot 23 jaar 1.5 Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Ketenpartners per gemeente Overzicht Ketenpartners op leeftijd leerlingen per Gemeente in de regio voor jeugdigen van 0 tot 23 jaar Woudenberg Amersfoort Baarn BunschotenSpakenburg Eemnes Leusden Soest Beslisboom

4 INHOUD Deel Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Werkuitvoering Richting Werkschema Ambulante begeleiding primair en voortgezet onderwijs Werkaanpak Domeinen Thema s en werkgroepen Overzicht lopende werkgroepen sept Interne zorgbegeleiding in de praktijk Ordenen via Professionele Momenten Verhelderen Aansturing Bewaking Doorgaande ontwikkeling en Training Taken zorguitvoerders en aanstuurders in de school Competenties zorg functionarissen in de school (Guido de Brès) Taken zorguitvoerders externe partners PM Stappenplan Interventieformulier PM nov10

5 INHOUD Deel ZAT In model Checklist functioneren ZAT Aanmelding en aanmeldingsformulier ZAT Deelnemende partijen en hun taken in het ZAT Evaluatieformulier ZAT, voorbeeld Privacy Protocol ZAT, bron NJI 3.2 Zorgplatform Zorgplatform, Routes + Rebound + Op de rails Het Zorgplatform in de regionale onderwijszorg infrastructuur Doorontwikkeling Zorgplatform Registratie, risicosignalering Verder te ontwikkelen activiteiten Vroegsignalering / risicotaxatie Verwijsindex Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling nov10

6 INHOUD Deel Voorbeelden interne zorgstructuren Corderius College Farel College Mulock Houwer Vakcollege Liendertseweg 4.2 Voorbeelden aanmeldingsformulieren Corderius College Guido de Brès Centrale Opvang Voorziening (COV) Farel College GGD Midden Nederland 4.3 Voorbeelden Handelingsplan De Sprong Vakcollege Liendertseweg nov10

7 DEEL 1 Deel Algemeen 1.2 Passend Onderwijs Zorg in en om de school Veiligheidshuis en Gezin Samenwerken en afstemmen Jeugdketens sluitend verbinden Regie Gemeente: wat de gemeente in elk geval moet doen Integraal indiceren Ouders / jeugdigen Rugzakleerlingen 1.3 Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Het SWV Eemland in de regio Ambitie Netwerkpartners Passend Onderwijs Eemland Kengetallen 1.4 Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Ketenpartners in de regio Netwerkvorming Protocol ziekteverzuim GGD Midden Nederland Preventie, Signalering en Hulpverlening school en externe partners Overzicht op aanbod in de Regio voor jeugdigen van 12 tot 23 jaar 1.5 Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Ketenpartners per gemeente Overzicht Ketenpartners op leeftijd leerlingen per Gemeente in de regio voor jeugdigen van 0 tot 23 jaar Woudenberg Amersfoort Baarn BunschotenSpakenburg Eemnes Leusden Soest Beslisboom

8 DEEL 1 nov10

9 DEEL Algemeen Centraal binnen de zorgbegeleiding staat de onderwijszorgvraag vanuit de leerling. Wanneer een leerling zich aanmeldt bij een school, zowel in leerjaar één als bij tussentijdse instroom, vindt er een intake plaats. Tijdens het intake gesprek worden zaken betreffende zorg besproken met de leerling en ouders. Ook het dossier dat de leerling tijdens zijn schoolloopbaan op de afleverende school heeft opgebouwd wordt grondig bestudeerd. Daarnaast kan op verzoek van de afleverende school en/of de ouders speciale begeleiding, die op de afleverende school reeds ingezet was, voortgezet worden. De interne zorgbegeleidings en zorgstructuur is enerzijds een organisatorisch schema, waarin mensen dingen doen, maar vooral een vehikel waarmee het handelen van betrokkenen in beweging kan komen op blijvend professioneel niveau. Een organisatie kent altijd een technische kant: wat zijn de routes bij ons in school als het om begeleiding gaat. Dat is belangrijk te weten, maar in feite ligt het zwaartepunt op de vraag: wat betekent de route voor het eigen handelen en het handelen in relatie tot de ander? En dat natuurlijk in relatie tot de ontwikkelingsvraag /onderwijsbehoefte van de leerling. De zorgverlening op scholen in de praktijk is vaak van een hoge kwaliteit. Leerlingen voelen zich meestal gehoord en geholpen. Het begeleiden op de zorg en het bieden van de zorg kent vele verschijningsvormen. Afhankelijk van de visie van de school wordt de zorg al of niet opgevat als permanent onderdeel van het primaire proces. Als de onderwijsbehoefte / zorgvraag de competentie en expertise van de docenten overstijgt, wordt vervolghulp geregeld. Dat zijn dan vaak de interne specialisten, aan school verbonden of wel de externe partners (bilateraal/zat) vanuit de jeugdhulpverlening. Maar er is ook een andere kant, nl. dat niet altijd zichtbaar is welke routes er binnen de school gevolgd worden en welke functionarissen met de leerling aan het werk gaan. Behalve zorgverleners zijn er in de school ook verschillende functionarissen met een aansturende taak en functie, zoals bv. zorgcoördinatoren, teamleiders, afdelingsleiders, coördinatoren van jaarlagen of sectoren. Al met al zijn er veel functionarissen betrokken bij de zorg, uitvoerend en aansturend, intern dan wel extern. Het onderscheid maken tussen functionarissen op uitvoerend niveau dan wel op aansturend niveau is een continu proces van afbakening. Door de drukte van alledag en door de soms dwingende problematiek van leerlingen ontstaat er vaak een onduidelijkheid in de uitvoering van aansturende en uitvoerende taken. Zo kan het voorkomen, dat bv. een afdelingsleider, met verantwoordelijkheden op het algehele onderwijszorgproces en aanstuurder van mensen en processen, ook leerlingen individueel begeleidt op een specifieke zorgvraag. Of dat mentoren de bilaterale contacten onderhouden met externe partners. Deze vermenging van uitvoering kan leiden tot onduidelijkheid in afstemming van werken tussen mensen en onhelderheid in afstemming tussen de onderwijszorgvraag van de leerling en de beantwoording ervan. Het denken in deze 'digotomie' is ontleend aan datgene dat bekend is binnen de psychologie ten aanzien van interactiepatronen, het bewuste en onbewuste gedrag van mensen binnen organisaties. Virginia Satir, Paul Watzlawick en Iván BöszörményiNagy hebben het denken over individueel gedrag in relatie tot anderen, beschreven en hebben laten zien, dat mensen, los van hun rol en taak, ook vaak nog eigen drijfveren hebben om handelend op te treden. Drijfveren, die vaak te maken hebben met persoonlijke ervaringen, persoonlijke ambities, nov10

10 DEEL 1 acute situaties of gewoon, omdat men doet wat op het feitelijke moment nodig is te doen of graag wil doen. Vaak zijn mensen zich niet bewust van hun innerlijke motieven om zich zo te gedragen en te handelen zoals ze dat doen en dat is maar goed ook: het geeft energie. Maar soms wordt onvoldoende de eigen grenzen bewaakt en maar steeds doorgegaan, bijna tot men niet meer kan en dat alles uit zorg voor de leerling. Dat is niet goed. Latere psychologen, samen met wetenschappers op neurologisch gebied, hebben verder onderzoek gedaan naar de vraag hoe het komt dat mensen steeds en vaak blijven doen wat ze doen en zoals ze het doen. Waarom houden mensen zich soms gevangen in hun eigen patroon van handelen, terwijl de neveneffecten, zoals bv. grote vermoeidheid en/of verlies van drive en betrokkenheid, zich uitgeblust voelen, zichtbaar aanwezig zijn/blijven?. Dit handboek geeft aan wat het SWV, de scholen en de externe partners met elkaar in de afgelopen jaren tot stand hebben gebracht en een antwoord biedt op inhoudelijke zorgvragen van leerlingen en ouders en op organisatorische (zorg)vragen van scholen en ketenpartners ten aanzien van samenwerking en afstemming met behoud van energie en rendement. nov10

11 DEEL Passend Onderwijs Passend onderwijs beoogt dat scholen een passend aanbod kunnen doen voor ieder kind dat bij de school wordt aangemeld of staat ingeschreven. En dat het liefst dicht bij huis. Wanneer de school zo n passend aanbod zelf niet kan bieden moet de school op zoek naar andere partners die dat wél kunnen. Dat betekent dat scholen meer moeten gaan samenwerken. Primair onderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs gaan op regionaal niveau nauwere banden aan om voor ieder kind passend onderwijs te kunnen bieden. Hechtere samenwerking met (jeugd)zorgpartners zorgt voor een passend onderwijs, jeugdzorgprogramma voor nog meer leerlingen. In het realiseren van die samenwerking en in het voorbereiden van de benodigde integrale indicatiestelling is het zorg en adviesteam onmisbaar Zorg in en om de school Door zorg in en om de school te brengen, krijgen leraren ondersteuning en wordt de uitstroom naar speciaal onderwijs en gespecialiseerde jeugdzorg beperkt. Het schoolmaatschappelijk werk kan ondersteuning bieden, maar medewerkers van het centrum voor jeugd en gezin kunnen op school zo nodig zelf handelend optreden. Voor schoolgaande kinderen gaat het centrum voor jeugd en gezin direct vanuit de school hulp inschakelen. Het centrum voor jeugd en gezin onderbouwt (onder verantwoordelijkheid van een jeugdarts, (ortho)pedagoog of psycholoog en zo nodig met een multidisciplinair team) dat gespecialiseerde zorg nodig is. Voor kinderen met een speciale onderwijs behoefte vindt afstemming plaats op basis van casusbespreking in het zorg en adviesteam Veiligheidshuis Een Veiligheidshuis is een netwerkstructuur. Verschillende netwerken uit de bestuurlijke, de strafrechtelijke en de zorginstellingen werken samen in de aanpak van criminaliteit en overlast. Een netwerkstructuur vraagt om flexibiliteit, netwerken kunnen per soort probleem verschillen. De kracht van de bestaande Veiligheidshuizen is dat ze op lokaal niveau van de grond zijn gekomen en zijn toegesneden op de specifieke lokale situatie en Gezin Het en Gezin bundelt de krachten van de verschillende basisvoorzieningen, zodat ouders en jeugdigen optimale ondersteuning krijgen bij vragen rond gezondheid, ontwikkeling, opgroeien en opvoeden. Ook draagt het bij aan vroegtijdige signalering van risico s en problemen en aan een effectieve aanpak daarvan. De doelen van het en Gezin zijn: 1. Bevorderen van de algemene gezondheid, een optimale opvoeding en een brede ontwikkeling van alle jeugdigen. 2. Voorkomen van problemen bij gezondheid, ontwikkeling, opgroeien en opvoeden. 3. Vroegtijdig inzetten of mobiliseren van effectieve steun of hulp bij (beginnende) problemen die een belemmerende of negatieve invloed (kunnen) hebben. nov10

12 DEEL Samenwerken en afstemmen De doelstellingen vragen om het samen praten om te zetten in samen werken. Wanneer het in de verwachting ligt dat deze jeugdigen en hun gezinnen gediend zijn met een aanpak, die onderlinge afstemming tussen ZAT, CJG en Veiligheidshuis vereist, behoren ze tot de doelgroep. In de praktijk blijkt het bijna altijd te gaan om jeugdigen van 12 jaar en ouder. Nader uitgewerkte richtlijnen voor de wijze van samenwerking en handvatten voor de communicatie binnen de driehoek ZATCJGVeiligheidshuis zijn wenselijk. Instrumenten zoals de Landelijke Verwijs Index Risicojongeren (VIR) bieden ondersteuning bij het traceren van andere betrokkenen, Intersectorale samenwerking in de zorg aan jeugdigen staat nog in de kinderschoenen. De weg naar resultaten is lang. Het vergt een inzet van jaren. Niet voor niets benoemt men in Tilburg expliciet, dat het proces al 510 jaar duurt. Een ander punt is dat er continu en bewust aan de samenwerking gewerkt moet worden. Je moet het expliciet en gericht organiseren, zoals bv. door casusoverleg, gezamenlijke training of werkconferenties te beleggen, samen te evalueren; je kijkt niet vanzelf over de eigen schutting. Dat vergt een cultuuromslag van jewelste. En je moet het bijhouden!, was één van de uitspraken in de interviews. De kritische succesfactoren van intersectorale samenwerking tussen CJG, ZAT en Veiligheidshuis liggen op verschillende gebieden zoals de attitude en de kwaliteiten van de professionals, de voorwaarden voor de samenwerking, de organisatie en de logistiek en de kwaliteit van het werkproces. Vanuit de praktijk en op basis van onderzoek zijn 10 succesfactoren geïdentificeerd: 1. Alle betrokkenen zien jeugdbeleid onderwijsbeleid veiligheidsbeleid als elkaar versterkende en overlappende domeinen. 2. Betrokken partijen delen de opvatting dat bijdragen aan een sluitende aanpak in zorg en veiligheid voor alle jeugdigen aan de orde is. 3. Betrokkenen erkennen de wederzijdse afhankelijkheid om de gestelde doelen te bereiken. 4. De inhoud van de sluitende aanpak staat centraal, niet de structuur van de netwerkorganisatie. 5. Men onderkent het belang van korte lijnen: elkaar (s werk) kennen, elkaar weten te vinden en vertrouwen in elkaar opbouwen. 6. Niet alles tegelijk aanpakken. Vaak blijkt de samenwerking in een goed duo (ZATVeiligheidshuis of CJGZAT of VeiligheidshuisCJG) de opmaat voor samenwerking in een trio. 7. Gezamenlijke visieontwikkeling als cement in het bouwwerk van de samenwerking. 8. Groot denken en klein beginnen ( think big, start small ) en concrete successen (en niet alleen de grote) expliciet maken, vieren en uitbouwen. 9. Heldere regievoering, zowel in de aansturing als de uitvoering. 10. Concrete ervaringen uitbouwen naar structurele en geformaliseerde regelingen. In Amersfoort heeft men samenwerkend in training en deskundigheidsbevordering, onderlinge kwaliteitsafspraken en het bevorderen van geformaliseerde samenwerking een illustratief rijtje van acht do s geformuleerd in de samenwerkingsovereenkomst van Jong Centraal: 1. Pas op voor spraakverwarring, spreek duidelijk verwachtingen naar elkaar uit en vraag door. 2. Denk vooral in wederzijdse belangen en niet alleen in standpunten. 3. Houd draagvlak en daadkracht in balans. 4. Ga aan de slag en verdeel zo veel mogelijk werk. Zo is iedereen betrokken en blijft het niet bij praten. 5. Maak in een vroeg stadium afspraken over zeggenschap. 6. Combineer de ontwerp en ontwikkelaanpak slim. 7. Organiseer het leiderschap; in een netwerk moet er sprake zijn van gegund leiderschap. 8. Werk aan vertrouwen door kleine stappen te zetten en goed te blijven afstemmen. nov10

13 DEEL Jeugdketens sluitend verbinden De samenwerking Zorg en adviesteam, en Gezin, Veiligheidshuis Uit: Alle kansen voor alles kinderen, beleidsprogramma ministerie voor Jeugd en Gezin Waarom samenwerking tussen ZAT, CJG en Veiligheidshuis? De aanleiding om tot samenwerking te komen, zijn jeugdigen met meervoudige problemen die zich manifesteren in het gezin (opvoeding en zorg), in de school en de voorschoolse voorzieningen (onderwijs en opvang) of in de publieke ruimte (vrije tijd, cultuur, uitgaan, etc.) De term jeugdigen is de verzamelnaam voor alle jongens en meisjes vanaf de babyfase tot en met de jongvolwassenheid. De samenwerking tussen de zorg en adviesteams, de Centra voor Jeugd en Gezin en de Veiligheidshuizen ontstaat met name om in het belang van jeugdigen en vanuit een maatschappelijke wenselijkheid multiprobleemsituaties met een sterk risico op criminaliteit eerder en in gezamenlijkheid aan te pakken. Andere redenen om samen te werken zijn: signalen vanuit verschillende vindplaatsen (overlast en veiligheid, jeugdbescherming en vrijwillige zorg) te verbinden en interventies tijdig af te stemmen; ontwikkelings, gezins en opvoedproblemen niet onnodig te laten escaleren; recidive van strafbare feiten te voorkomen; overdracht van problematiek van ene op de andere generatie of van kinderen onderling tegen te gaan; efficiënter te werken (geen herhalingen, gebruik alle beschikbare informatie) met snellere hulp en meer slagkracht; zorg en ondersteuning in gezin en op school na contact met justitie of terugkeer na verblijf in de gevangenis te organiseren; samenwerking heeft tevens tot doel dat de betrokken gezinnen niet het spoor bijster raken tussen alle organisaties die zich bemoeien om de diversiteit aan problemen aan te pakken; zorgmijders te traceren en shoppen in de hulpverlening terug te dringen. Multiprobleemsituaties van jeugdigen en gezinnen zijn een vraagstuk met meerdere dimensies, meerdere oorzaken en verschillende uitingsvormen: gedragsproblemen thuis, schooluitval, geweld in de openbare ruimte, werkloosheid, schulden, gebruik verslavende middelen, etc. Die problemen zijn niet vanuit één sector op te lossen. Oplossing vergt multidisciplinaire samenwerking van hulp en zorgverleners, onderwijskrachten, politie en justitie. Het verbinden van signalen uit verschillende probleemgebieden dwingt tot samenwerking en draagt bovendien bij aan het tijdiger inzetten van een gecombineerde aanpak. De zorg en adviesteams, de Centra voor Jeugd en Gezin en de Veiligheidshuizen zijn het antwoord op de vraag naar meer samenhang en kwaliteit in het jeugdbeleid, de zorgstructuren in en om scholen en gezinnen en de verbetering van de veiligheid in de samenleving. Aansluitend bij het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind is het een brede maatschappelijke opdracht om alle kinderen en jeugdigen ongeacht culturele achtergrond of kind/gezinsgebonden beperkingen optimale kansen te bieden om zich te ontwikkelen tot zoveel mogelijk zelfstandige en competente burgers in een democratische samenleving. Focus van dat beleid is de investering via de zorg en adviesteams, de Centra voor Jeugd en Gezin en de Veiligheidshuizen in de versterking van de positie van jeugdigen en gezinnen, in het garanderen van een goede plek in het onderwijs en preventieve, snelle en passende hulp te mobiliseren. Daarbij gaat de overheid uit van de eigen kracht van gezinnen en een gezamenlijke, intersectorale aanpak vanuit de zorg, het onderwijs en justitie. Daarin is er veel ruimte voor de professional en is een samenwerking beoogd voor en door de mensen. Die samenwerking krijgt dus altijd een sterke couleur locale. nov10

14 DEEL 1 Het doel: eerder, sneller en beter ingrijpen Vanuit het Veiligheidshuis in Amersfoort is het doel van de samenwerking CJGZAT Veiligheidshuis als volgt benoemd: Het belangrijkste doel is om activiteiten van verschillende partners op elkaar af te stemmen, zodat ze elkaar versterken. Het doel van het Veiligheidshuis is het terugdringen van recidive en daarvoor moet de achterliggende problematiek worden aangepakt. De kracht van de samenwerking ligt in de vragen: wat is er al in een vrijwillig kader gedaan? Is er al iets afgesproken in het zorg en adviesteam? In het Veiligheidshuis moet de interventie worden afgestemd op wat er al heeft plaatsgevonden in een vrijwillig kader. Dit geeft goed aan wat in veel gevallen het centrale doel is van de samenwerking: het versterken van de eigen aanpak (van bepaalde problemen) door die te combineren met de aanpak van andere partners, waardoor zowel het eigen aandeel als het geheel succesvoller wordt en de vaak meervoudige problemen eerder, beter en sneller aangepakt worden. In Amersfoort is dat zo in de samenwerkingsovereenkomst vastgelegd: Uitgangspunt van de samenwerking is dat de partners het kind centraal stellen, dit wil zeggen dat zij zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor het bieden van effectieve, gezamenlijke en sluitende zorg aan jeugdigen en hun opvoeders. De partners werken daartoe intensief samen maar behouden wel hun zelfstandigheid als organisatie. Vanuit deze zelfstandige positie leggen zij zich vrijwillig vast op de afspraken die in de overeenkomst worden gemaakt. Daarmee leveren ze enige autonomie in met het doel door intensieve samenwerking betere zorg te bieden. In Tilburg is het doel van de samenwerking: problemen eerder in gezamenlijkheid aanpakken, escalatie en herhaling beperken, efficiënter werken en het verkrijgen van meer slagkracht door opschaling. Die doelen uiten zich in de verbinding van de drie niveaus in de zorg aan jeugdigen. Die drie niveaus zijn: 1. De basiszorg dichtbij de vindplaats: schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, leerplicht en de interne begeleider in het onderwijs. 2. Zorg en adviesteams op school en in bovenschoolse zorgstructuren. 3. Voor complexe problematiek: het Zorg & Veiligheidshuis. Dat zoiets niet zonder slag of stoot gaat, blijkt uit de opmerking van één van de participanten: De huidige doelgerichte samenwerking in Tilburg is het resultaat van een proces van 5 à 10 jaar. Mensen en instellingen kunnen elkaar nu goed vinden: er zijn korte lijnen. Bovendien heeft men respect voor elkaar: er worden volwassen discussies gevoerd. Vanuit het onderwijs was er al voor die tijd een basis voor de samenwerking door het onderwijsachterstandenbeleid. De structuren van de wijkteams en de brede school bestonden al. De doelstellingen vragen om het samen praten om te zetten in samen werken. Duidelijke sluitende afspraken en elkaar kennen en vertrouwen zijn sleutelbegrippen. De situatie in de Kop van NoordHolland is daarin illustratief. Daar is nog niet heel veel formeel vastgelegd, maar door korte lijnen tussen sleutelfunctionarissen weet men elkaar snel en doeltreffend te vinden, vooral in de samenwerking zorgonderwijs ten behoeve van passende zorg voor leerlingen in het voortgezet en primair onderwijs. Bij die samenwerking is het Veiligheidshuis recent met heldere samenwerkingsafspraken aangehaakt. Wanneer de samenwerking ook preventie beoogt, dan dienen de deelnemers jeugdigen en gezinnen in een vroeg stadium van de ontwikkeling van de problemen te signaleren, zeker als het vermoeden bestaat dat er sprake is van een stapeling van problemen. Bijvoorbeeld wanneer school of het ZAT de eerste tekenen van schooluitval ziet of bij een eerste contact met de politie. Dan is escalatie van leerproblemen, gedragsproblemen, gezinsproblemen te voorkomen. Vanuit de strafrechtketen gezien betekent preventie het voorkomen van recidive en het begeleiden van risicojongeren om justitieel ingrijpen te voorkomen. nov10

15 DEEL 1 Heldere doelstellingen alleen zijn geen garantie voor een succesvolle toekomst van de samenwerking. Onderzoek van Van Delden (2009) laat zien, dat er papieren tijgers kunnen ontstaan. Op papier is de samenwerking geregeld, maar in de praktijk weet men elkaar amper te vinden. Hij deed onderzoek gebaseerd op casestudies in de jeugdzorg, veiligheidshuizen en de culturele sector en constateert dat het formele beleid contraproductief kan werken. De goede bedoelingen zijn er wel, maar het ontbreekt aan noodzakelijke en vaak structurele aanpassingen in de uitvoering. Van Delden spreekt in dat geval van schijnsamenwerking. In Brabants onderzoek (Twijnstra Gudde, 2009) naar de samenwerking CJGZATVeiligheidshuis bleek, dat expliciet geformuleerde doelen en een achterliggende visie vaak ontbreken. Dat geldt niet alleen voor de samenwerking tussen de zorg en adviesteams, de Centra voor Jeugd en Gezin en de Veiligheidshuizen, maar is een algemeen verschijnsel bij ketensamenwerking (Van der Aa en Minkman, 2009; NJi, 2009). Het formuleren van gezamenlijke doelstellingen, zeker wanneer die aan SMARTeisen moeten beantwoorden, is een lastige opgave. Laat staan de realisering van die doelen in de praktijk Regie Gemeente: wat de gemeente in elk geval moet doen Gemeenten die de samenwerking tussen CJG, ZAT en Veiligheidshuis willen verbeteren, geven vanuit hun regierol het samenwerkingstraject vorm. Dat vraagt kortweg het volgende: Voorbereiding Bij de start verwerft de gemeente inzicht in de omvang en de aard van de problematiek in de gemeente, waarvoor de samenwerking CJGZATVeiligheidshuis nodig is. De jeugdmonitor van de GGD is daarvoor een instrument. De gemeente bepaalt haar visie op jeugd en opvoeding en de beleidskaders voor samenwerking. De gemeente geeft aan welke resultaten men bij voorkeur op kind en gezinsniveau verwacht. Het is nog beter daarover prestatieindicatoren af te spreken. Van belang is ook om duidelijk te zijn over de regierol van de gemeente. Die bepaalt draagvlak en de wijze van communicatie. Regie Regie in gezamenlijke verantwoordelijkheid met alle partners omvat: Alle partijen in een vroeg stadium informeren en betrekken (draagvlak). Samen met alle betrokkenen een gemeenschappelijke visie op de zorg, educatie en veiligheid van de jeugd ontwerpen dan wel afspraken daarover expliciteren. Een gemeenschappelijke werkwijze bepalen en voor alle partners inzichtelijk maken. Er voor zorgen dat er ketenregie is en dat verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor zorgcoördinatie en informatieoverdracht zijn belegd De wijze van informatieuitwisseling en overdracht bepalen en verantwoordelijkheden vastleggen: de informatiedragers, de instrumenten, de wijze van inzet, het beheer van de informatie. Een voorbeeld daarvan is de coördinator van Jong Perspectief, die in Amersfoort verantwoordelijk is voor de uitwisseling van de informatie. Waar nodig stimuleren van de samenwerking door training en deskundigheidsbevordering, stimuleren van onderlinge kwaliteitsafspraken en bevorderen van formele samenwerkingsovereenkomsten. Voor de kwaliteitsafspraken kan men zich bijvoorbeeld laten inspireren door wat voor de zorgadviesstructuur van het onderwijs is vastgelegd in de Checklist het ZAT langs de meetlat bestuurlijke borging en in de lokaal educatieve agenda. Niet in de laatste plaats: communiceren over en delen van successen, resultaten, de stappen in het proces, de verantwoordelijkheden en de taakverdeling. Alle Amersfoortse partijen doen dat onder meer zeer zichtbaar in de communicatie over Jong Centraal. Kortom zorgen voor transparantie in de samenwerking en vooral zorgen dat het gebeurt. nov10

16 DEEL Integraal indiceren Op dit moment bestaan er veel verschillende routes en verschillende instanties voor het verkrijgen van indicaties voor speciale onderwijszorg en voor specialistische jeugdzorg. Zo kennen we in het onderwijs de PCL (voor verwijzingen naar het SBO), de CVI s voor verwijzingen naar de RECclusterscholen, de RVC of PCL voor verwijzingen naar LWOO of Praktijkonderwijs. Aan de jeugdzorgkant zijn er onder meer het bureau jeugdzorg (voor verwijzingen naar geïndiceerde jeugdzorg) en het CIZ (voor de AWBZzorg). Dit betekent dat vaak onnodige dubbelingen optreden in informatieverzameling, wat veel overlast geeft voor ouders en jeugdigen en vertragend werkt op het snel kunnen inzetten van (onderwijs)zorg. Voor professionals is het al lastig de juiste wegen te bewandelen, maar veel ouders en kinderen raken helemaal het spoor bijster. Ouders worden zo meermalen belast met intakes, vragenformulieren, onderzoeken etc. Zeker wanneer voor een kind zowel een speciaal onderwijs als een jeugdzorgindicatie nodig zijn. Daarom wordt er gezocht naar mogelijkheden voor integraal indiceren. Langs twee verschillende lijnen is de integrale indicatiestelling landelijk onderwerp van aandacht en actie. Enerzijds is door het ministerie van VWS een traject in gang gezet om op provinciaal niveau afspraken te maken over de afstemming van de indicatiestellingstrajecten voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4), de jeugdzorg en de AWBZzorg. Voor meer informatie hierover zie Anderzijds stimuleert het ministerie van OCW in het kader van Passend Onderwijs het op elkaar afstemmen en integreren van indicaties voor speciale onderwijszorg (speciaal basisonderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, en praktijkonderwijs) met de indicaties voor speciaal onderwijs (REC s 2, 3 en 4). Zie www. passendonderwijs.nl. In de zorg en adviesteams / ZAT s kunnen deze beide lijnen aan elkaar gekoppeld worden. Daar zitten immers de benodigde partners om die indicaties af te stemmen al aan tafel of kunnen vanuit het ZAT betrokken worden. De aanleiding voor de twee door de ministeries in gang gezette ontwikkelingen ligt in het willen oplossen van de volgende breed ervaren knelpunten: De verschillende bekostigingsgronden en systematieken van indiceren hebben geleid tot een onoverzichtelijk woud van routes voor onderwijszorg en (lokale) jeugdzorg. Elke route kent zijn eigen indicatieorgaan. Dit resulteert in vaak onnodige dubbelingen in informatieverzameling en grote vertragingen bij het kunnen inzetten van benodigde hulp. Voor professionals is het al lastig de juiste wegen te bewandelen, maar veel ouders en jeugdigen raken helemaal het spoor bijster. nov10

17 DEEL Ouders/jeugdigen In het kader van passend onderwijs dient één, voor ouders duidelijk herkenbaar, zorgtoewijzing te ontstaan. Daarbij zijn de volgende aspecten van belang: Handelingsgerichte toewijzing van extra ondersteuning. Nu ligt bij de indicering een sterk accent op medische gegevens en op belemmeringen voortkomend uit de handicap. Straks dient te worden uitgegaan van wat een kind wel kan. De extra zorgtoewijzing vindt handelingsgericht plaats (inclusief het formuleren van een ontwikkelingsperspectief). Eén loket voor indicatiestelling binnen het onderwijs. De ZAT s zullen een belangrijke toeleidende functie hebben tot dit regionale loket. Het loket en de ZAT s zijn verantwoordelijk voor de afstemming van de indicatiestelling met de jeugd en AWBZzorg. Wanneer leerlingen onderwijs en (jeugd)zorg nodig hebben wordt een integraal indicatietraject gestart. Deze twee bewegingen, rond ZAT s en passend onderwijs, vragen er om dat goed wordt nagedacht over de afstemming hiertussen. Zowel om geen nieuwe drukte te creëren waar dat niet nodig is, als om overlap te voorkomen. Maar vooral om de zorg voor jeugdigen zo nabij mogelijk te organiseren. Als we kijken naar de kernfuncties van zorg en adviesteams zijn dat onder meer: vraagverheldering, screening, handelingsadvisering aan scholen, handelingsgerichte diagnostiek, activering van of toeleiding naar zorg, voorbereiden en afstemmen van indicatiestelling en het maken van afspraken over gecombineerde onderwijszorgarrangementen. En als we kijken naar de samenstelling van de ZAT s, waaraan bureau jeugdzorg, WSNS en speciaal onderwijs deelnemen, zien we dat de benodigde partners voor de afstemming van indicaties al rond (complexe) casussen bij elkaar zitten. En dat de expertise in het ZAT meestal van grotere kwaliteit is dan in bureau jeugdzorg, de PCL of de CvI s. Daarmee zijn ZAT s die qua samenstelling, informatieverzameling en multidisciplinaire werkwijze goed functioneren, prima in staat de indicatiestelling voor speciaal (basis) onderwijs, LWOO en praktijkonderwijs én voor geïndiceerde jeugdzorg vergaand voor te bereiden en op elkaar af te stemmen tot een integrale indicatiestelling. Dat gebeurt nu in de praktijk van ZAT s op sommige plaatsen ook al. Waar nodig kunnen nog ontbrekende partners, zoals bijvoorbeeld het CIZ, door het ZAT betrokken worden bij het indicatietraject. Doel in het hele traject is afstemming van zorg, één kind, één plan, één regie, en is daarmee onderdeel van de bestuurlijke afspraken van het driejarig provinciaal actieprogramma ( ) dat voorziet in een verbeterde aansluiting van de sectoren jeugdbeleidjeugdzorgonderwijsjustitiegezondheidszorg Rugzakleerlingen Het geld voor leerlingen die extra zorg nodig hebben leerlingen met een zogenaamd rugzakje gaat vanaf augustus 2012 direct naar scholen. Het bedrag per leerling ligt niet langer vast en ouders en scholen hoeven geen indicatie meer voor extra zorg aan te vragen. Scholen bepalen in overleg met de ouders welke zorg het kind nodig heeft en waaraan ze het geld besteden. Leraren krijgen meer begeleiding in de omgang met zorgleerlingen en komen er meer onderwijsassistenten om zorgleerlingen te ondersteunen. nov10

18 DEEL 1 nov10

19 DEEL Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Het SWV Eemland in de regio In december 2007 heeft de Tweede kamer ingestemd met de invoering van passend onderwijs: regionaal, vanuit bestaande structuren, lerend ontwikkelen. De kaders vanuit OCW zijn in april 2008 in een beleidsregel via CFI gepubliceerd: regionale startsubsidies voor het vormen van netwerken waarin de samenwerkingsverbanden uit PO, VO en de RECclusters 3 en 4 verbonden worden. In de regio Eemland bestaat een lange traditie van samenwerking tussen een aantal netwerkpartners en met externe partijen m.b.t. de jeugdagenda. De onderwijspartners werken specifiek samen op het gebied van (dreigende) schooluitval. In oktober 2007 is vanuit het netwerk i.o. een startsubsidie aangevraagd voor het verder opbouwen van het netwerk en voor het voorbereiden van een veldinitiatief passend onderwijs, dan wel een experiment passend onderwijs. Na toekenning van de startsubsidie is in samenspraak met het ministerie van OC&W een onderbouwing van een experiment voor de regio Eemland gedocumenteerd. Daarin is op grond van gerealiseerde praktijken een aantal knelpunten beschreven en een gewenste situatie. Als vervolg daarop is het voorliggende plan van aanpak ontwikkeld, waarbij de kaderstellende beleidsregel van april 2008 aanvullend richtinggevend is geweest. In de praktijk van de afgelopen jaren is al veel ontwikkeld ter versterking van de regionale infrastructuur van onderwijs, begeleiding en zorg. Daarop voortbouwend is passend onderwijs een richtinggever en versneller. Wat praktijk is geworden en wat daarin mogelijk is gebleken reikt verder dan geldende wettelijke kaders. Passend onderwijs veronderstelt maximale afstemming van de mogelijkheden van het regionaal netwerk op de behoeften van de leerling. Dat maximale heeft uiteraard o.a. te maken met competenties van de leerkracht, de IBer, de zorgcoördinator, etc. Ook in bredere zin bepalen scholingsplannen en activiteiten op school en samenwerkingsverbandniveau mede de mate waarin zorg georganiseerd en geboden kan worden Ambitie De onderwijspartners van POVOMBO(V)SO in de regio Eemland, sectoraal samenwerkend in WSNS, SWVVO, ROC en REC s, hebben de gezamenlijke ambitie alle leerlingen in beeld te hebben. Zij willen samen met externe ketenpartners een sluitend netwerk vormen waarbinnen leerlingen een passende plek krijgen bij instroom en doorstroom. Daartoe zijn alle ketenpartners op gemeentelijkregionaal niveau reeds aan elkaar verbonden in een ketenoverleg en partneroverleg. Dit loket is een frontoffice, waarachter de partners een dekkend netwerk vormen. De (door)ontwikkeling van ZAT s in alle onderwijssectoren is hieraan verbonden, zowel op school als bovenschools niveau en komt in het ene loket met de ketenpartners samen als netwerkdeel van en Gezin. Een reeds functionerend regionaal zorgplatform verbindt (vroeg) signalering, diagnostiek en interventies met (ambulante en traject)begeleiding voor leerling, school en ouder. Daaraan gelinkt zijn alle ZAT s, de daarin participerende instellingen, indicatieorganen in PO, VO en (V)SO en speciale voorzieningen in onderwijs en jeugdhulpverlening. Doorontwikkeling naar passend onderwijs zal optimale versterking moeten opleveren van de regionale zorginfrastructuur, inclusief positie van ouders, zodat snel, goed en gecoördineerd onderwijs, begeleiding en hulp op maat geboden wordt. nov10

20 DEEL Netwerkpartners Regionaal Experiment Passend Onderwijs Eemland WSNSPC Eemland WSNSNIS WSNS Zorgfederatie Kompas SWVVO Eemland REC 36, REaCtys REC 44, t Gooi, Utrecht West Veluwe Kengetallen Het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland heeft de volgende kengetallen: 7 Gemeenten: Amersfoort, Baarn, BunschotenSpakenburg, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg 168 scholen: 141 po/vo, 27 sbao/(v)so 53 besturen: 47 scholen, 6 swv / rec Ruim lln po/vo nov10

21 DEEL nov10 Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Ketenpartners in de regio

22 DEEL Netwerkvorming In de fase van netwerkvorming in 2007/2008 was er in Eemland al verregaande samenwerking en uitvoering ten behoeve van leerlingen die aangewezen waren op aanvullende begeleiding. In de activiteiten werd voortgeborduurd op initiatieven vanuit regionale samenwerking en projecten. Deze structuurkant van passend onderwijs bood een goede bodem voor regionale netwerkvorming, zoals beoogd voor heel Nederland. Naast de wetgeving beschrijft het landelijk referentiekader passend onderwijs het wat voor het toewijzen van onderwijszorg en de ondersteuningsbehoeften van leerkrachten en houdt rekening met verschillende achtergronden en wensen van ouders. Het geeft aan welke vormen hiervan binnen het Nederlandse onderwijsstelsel worden ontwikkeld en geborgd. Het referentiekader zal deels bestaan uit een aantal afspraken met betrekking tot het hoe die kaderstelend zijn voor de besturen vanuit het principe pas toe of leg uit. Voor het andere deel zullen scenario s, instrumenten en methodieken worden uitgewerkt waarbij regio s en/of scholen keuzes kunnen maken in de wijze waarop ze doelstellingen willen realiseren. In het referentiekader is opgenomen dat zorg in en om school vooral georganiseerd wordt met Zorg en Advies Teams. Op dat punt is een wetsvoorstel ingediend waarover het volgende kabinet met de Kamer een besluit moet nemen. Uitgangspunt is De samenwerking tussen onderwijs en lokale/provinciale partners in de hulpverlening is georganiseerd in zorgteams en ZAT s, zodat onderwijszorg en jeugdzorg rond een jeugdige in samenhang worden ingezet voor een passend onderwijszorgarrangement. Samengevat zullen de voornemens voor wetgeving met betrekking tot 'Zorg in en om de school' er toe leiden dat: ZAT s in PO, VO, MBO en SO verplicht worden; landelijk wordt voorgeschreven welke partijen minimaal deel moeten nemen aan de ZAT s in de verschillende onderwijssectoren; ZAT s een belangrijke rol vervullen in de signalering en het vaststellen van een passend aanbod voor leerlingen; gemeenten de taak krijgen regie te voeren op het inrichten van ZAT s en dat zij daarover met schoolbesturen dienen te overleggen. Ook worden de preventieve inzet van bijvoorbeeld het schoolmaatschappelijk werk en het achterliggende aanbod aan hulp, inclusief de plusvoorzieningen, onderdeel van overleg tussen schoolbesturen en gemeenten. Het onderwijs benadrukt dat de zorgsector scholen moet zien als een logische partner, zodat die echt als vind en werkplaats voor kinderen en jongeren met problemen gaan functioneren. Dan zouden er meer mogelijkheden moeten komen om snel en flexibel zorg en hulpverlening preventief op school in te zetten. De expertise van schoolmaatschappelijk werk, jeugdggz en jeugdgezondheidszorg moet dan als basisvoorziening beschikbaar zijn in het PO, VO, MBO en SO. Dan ontstaan er ook mogelijkheden voor integrale onderwijszorgarrangementen, waarin onderwijs en jeugdzorg samenwerken rond een kind / gezin. Daarmee kan passend onderwijs een flinke impuls krijgen o.a. ten aanzien van: Integraal clusteroverstijgende zorgtoewijzing en ambulante begeleiding Verbinding zorgstructuren in netwerk Vereenvoudiging indicatiestelling en bekostiging Sluitend netwerk met ketenpartners, o.a. ZAT s nov10

23 DEEL Protocol ziekteverzuim GGD Midden Nederland Jeugdgezondheidszorg Versie 002 Ziekteverzuim VO Datum: 01/03/2010 Inleiding Elke gemeente is verplicht om uitvoering te geven aan handhaving en toezicht op de naleving van de Leerplichtwet. De leerplichtambtenaar is hierbij afhankelijk van wat de scholen melden. Over het algemeen heeft een school in eerste instantie een interne werkwijze rond schoolverzuim. Er wordt vaak pas besloten tot melding bij de leerplicht indien er sprakeis van hardnekkig verzuim, waarop de school geen grip heeft. Er blijkt dan vaak al eenzeer complexe situatie te zijn ontstaan. Er worden twee soorten verzuim onderscheiden: Geoorloofd verzuim: ziekte, huisarts en tandartsbezoek, bijzondere familieomstandigheden. Ongeoorloofd verzuim: betreft leerlingen die zonder 'geldige reden' de school niet bezoeken. In de praktijk zijn beide categorieën niet altijd even duidelijk van elkaar te scheiden. Scholen verschillen in wat zij als geoorloofd dan wel ongeoorloofd verzuim aanmerken. Praktijkervaring leert verder dat er onder geoorloofd verzuim veel ongeoorloofd verzuim schuilgaat. In ieder geval kan alle verzuim in eerste instantie gezien worden als signaaldat er iets aan de hand is. Het belang van vroegtijdig reageren op (ziekte)verzuim zowel door school en hulpverleners kan van groot belang zijn voor het voorkomen van schooluitval. Hierbij is samenwerking tussen scholen, afdeling jeugdgezondheidszorg en afdeling leerplicht vande gemeente van groot belang. De GGD MiddenNederland en de leerplichtambtenaren uit de regio van de GGD MiddenNederland willen met dit protocol scholen ondersteunen bij ziekteverzuimbegeleiding. Wanneer leerlingen op scholen worden ziek gemeld en langdurig of regelmatig verzuimen hebben de scholen en de leerplichtambtenaren niet altijd zicht op de werkelijke reden van het verzuim. Op veel VOscholen neemt de jeugdarts deel aan een multidisciplinair zorgadviesteam/ zorgcommissie, waar leerlingen met problemen worden besproken. Een veel voorkomend probleem bij deze besprekingen is (ziekte)verzuim. Soms raakte de jeugdarts pas in eenlaat stadium bij een leerling met ziekteverzuim betrokken. Van preventieve inzet van dejeugdarts was dan nauwelijks meer sprake. Bij dit protocol kan de jeugdarts eerder gevraagd worden om een leerling uit te nodigen. Er kan dan worden nagegaan welkeproblemen bij de leerling hebben geleid tot het (ziekte)verzuim en welke mogelijkheden er zijn om deze problemen aan te pakken. De problemen kunnen lichamelijk, psychisch ofsociaal zijn. In dit protocol wordt een stappenplan besproken met criteria en voorwaarden. Er is bij het opstellen van dit protocol gebruik gemaakt van ervaring met projecten ziekteverzuimbegeleiding elders in Nederland. nov10

24 DEEL 1 Jeugdgezondheidszorg Versie 002 Ziekteverzuim VO Datum: 01/03/2010 De betrokkenen en hun verantwoordelijkheden Hieronder wordt op een rijtje gezet welke taken de betrokkenen hebben ten aanzien van (ziekte)verzuim. De scholen 1. Scholen horen volgens de leerplichtwet de afwezigheid van leerlingen nauwkeurig bij te houden. 2. Zodra een leerling op 3 achtereenvolgende dagen afwezig is, of gedurende 4 opeenvolgende lesweken meer dan een achtste van de lestijd verzuimt, hoort dit door de schoolleiding bij de leerplichtambtenaar gemeld te worden. Maar eerder contact opnemen met leerplicht mag ook. 3. Jaarlijks wordt door de school een opgave over de omvang van het verzuim van de leerlingen aan het ministerie van onderwijs en wetenschappen gedaan. 4. Scholen horen in hun schoolplan te omschrijven hoe het schoolverzuim wordt geregistreerd en welke maatregelen de school neemt om verzuim te voorkomen. 5. Scholen horen ouder en leerlingen te informeren hoe zij moeten handelen bij (ziekte)verzuim. De ouders Ouders moeten er voor zorgen dat het leerplichtige kind naar school gaat. Jongeren zijn vanaf 12 jaar mede verantwoordelijk voor geregeld schoolbezoek (ook in de zin van strafrecht). Als een kind ziek is, of om andere reden niet naar school kan, moet de school hiervan opde hoogte worden gebracht met opgaaf van reden. Ouders dienen zich op de hoogte testellen van de regels rond schoolverzuim en hiernaar te handelen. De leerplichtambtenaar De gemeente is belast met het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet. Zij delegeert de uitvoering van deze taal aan leerplichtambtenaren. De leerplichtambtenaar: 1. Voert de taken van de leerplichtwet uit en werkt hiermee samen met scholen en hulpverlenende instellingen. 2. De leerplichtambtenaar biedt hulp aan leerlingen, ouders en scholen bij het zoeken naar oplossingen bij zorgwekkend schoolverzuim. Het uitgangspunt is preventie maar de leerplichtambtenaar heeft ook de mogelijkheid een procesverbaal op te maken. Het jeugdgezondheidszorgteam/ de jeugdarts Het jeugdgezondheidszorgteam bestaat uit de jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en de doktersassistente. Bij leerlingen die vaak of langdurig school verzuimen met ziekte als reden, kunnen deoorzaken gecompliceerd liggen. De jeugdarts beschikt over een eigen instrumentarium en deskundigheid, zoals: Inzicht in de ontwikkelingsgegevens en ziektegeschiedenis van de leerling van jongs af aan. Specifieke kennis van de fysieke en emotionele ontwikkeling van kinderen Inzicht in de sociale kaart Contacten met deskundigen, b.v. huisarts, kinderarts, kinderpsychiater Kan een vraagbaak zijn en oplossingen aandragen voor problemen die te maken hebben met ziekte en gezondheid. Tijdens een gesprek kan de jeugdarts na een probleeminventarisatie de leerling/ouders advies geven, hen begeleiden en verwijzen en zo nodig bemiddelen. nov10

25 DEEL 1 Jeugdgezondheidszorg Versie 002 Ziekteverzuim VO Datum: 01/03/2010 Het zorgadviesteam (ZAT) / de interne commissie leerlingenzorg (ICL) In deze commissies zitten meestal interne en externe deskundigen De samenstelling kan per school wisselen. Interne deskundigen: zorgcoördinator interne leerlingbegeleider afdelingscoördinator orthopedagoge/psychologe Externe deskundigen: (jeugd)maatschappelijkwerk j eugdarts leerplichtambtenaar politie bureau jeugdzorg In het zorgadviesteam/ de interne commissie leerlingenzorg worden leerlingen besproken met complexe problematiek. De informatie wordt uitgewisseld en een begeleidingsplan gemaakt. Dit kan betekenen dat de externe deskundigen het kind gaan begeleiden. Ook kan er verwezen worden naar een andere professionele instelling (bijv. de geestelijke gezondheidszorg) of overlegvorm (bijv. het regionaal zorgteam). nov10

26 DEEL 1 1. Jeugdgezondheidszorg Versie 002 Ziekteverzuim VO Datum: 01/03/2010 Stappenplan begeleiding ziekteverzuim Dit stappenplan is gemaakt om de begeleiding van ziekteverzuim bij leerlingen gestructureerd aan te pakken. Stap 1 Bij een ziekteverzuim van meer dan vijf dagen achtereen of bij een ziekteverzuim van meer dan vijf incidentele dagen in de afgelopen maand neemt de mentor contact op met de ouders. Doel: reden ziekteverzuim verifiëren betrokkenheid school bij zieke leerling laten blijken zo nodig afspraken rond begeleiding door de school maken Stap 2 Indien de reden van het ziekteverzuim onduidelijk blijft of als blijkt dat er complexere problematiek speelt, vraagt de mentor toestemming aan de ouders om de leerling te bespreken in a. een overleg met de interne leerlingbegeleider/bouwcoiirdinator of b. in het zorgadviesteam (ZAT)/ interne commissie leerlingenzorg (ICL) Bij complexere problematiek kan gedacht worden aan meespelen psychosociale problemen of consequenties van de ziekte/ aandoening voor het functioneren op school Stap 3 Indien vanuit dit overleg behoefte is aan een nader onderzoek/gesprek door de jeugdarts, wordt de leerling door de verzuimcoiirdinator gemeld bij de jeugdarts middels het formulier begeleiding ziekteverzuim. Ouders kunnen van deze actie op de hoogte worden gesteld door een brief ziekteverzuim. (zie bijlage 2) Stap 4 Wanneer er sprake is van gecombineerd verzuim (geoorloofd en ongeoorloofd verzuim) brengt de school ook de leerplichtambtenaar op de hoogte. In eerste instantie zal de jeugdarts de leerling oproepen. De jeugdarts koppelt terug naar school. nov10

27 DEEL 1 2. Jeugdgezondheidszorg Versie 002 Ziekteverzuim VO Datum: 01/03/2010 Aanmelding ziekteverzuimbegeleiding bij jeugdarts Wijze van aanmelding ziekteverzuim De verzuimcoördinator geeft in elk geval de volgende gegevens door aan de jeugdarts: gegevens aanmelder: naam, functie, telefoonnummer, (evt. ): datum melding; persoonsgegevens leerling: naam, adres, woonplaats, telefoonnummer, geboortedatum, geslacht; school en verzuimgegevens leerling: klas van de leerling, type verzuim: frequent, langdurig; relevante voorgeschiedenis; door school ondernomen acties en resultaten daarvan; specifieke vraag van de school. Zie aanmeldingsformulier (bijlage 1/1) Het ingevulde aanmeldingsformulier kan schriftelijk of per naar de jeugdarts worden gestuurd. Tevens wordt een verzuimoverzicht van het lopende schooljaar meegestuurd nov10

28 DEEL 1 3. Jeugdgezondheidszorg Versie 002 Ziekteverzuim VO Datum: 01/03/2010 Uitnodiging leerling/ouders bij jeugdarts Binnen drie weken wordt de aangemelde leerling uitgenodigd bij de jeugdarts. Dit kan zowel op school als in een jeugdgezondheidszorglocatie plaatsvinden, De ouders zijn nadrukkelijk ook uitgenodigd. De jeugdarts noteert de bevindingen van het gesprek/onderzoek in het jeugdgezondheidszorgdossier van de betreffende leerling. Tevens wordt een registratieformulier (JISformulier) ingevuld van dit onderzoek op indicatie, waarbij als aanvrager van onderzoek 13 verzuimbegeleiding wordt aangekruist. Na het eerste onderzoek zijn drie vervolgacties mogelijk: 1. terugkoppeling en advisering naar school 2. followup binnen de jeugdgezondheidszorg 3. verwijzing buiten de jeugdgezondheidszorg Ad 1. Voor de terugkoppeling van inhoudelijke zaken omtrent het probleem van de leerling wordt altijd eerst toestemming gevraagd aan de ouders (zie bijlage 3). De terugkoppeling vindt in principe plaats aan de aanmelder. De terugkoppeling vindt schriftelijk plaats via de mail of mondeling in het zorgadviesteam. In beide gevallen maakt de jeugdarts een notitie in het JGZdossier waaruit blijkt dat terugkoppeling is verricht. Ad 2. Soms is een vervolgcontact binnen de jeugdgezondheidszorg nodig om het probleem nader te inventariseren. De school wordt op de hoogte gesteld dat de begeleiding nog loopt. Indien mogelijk wordt na het eerstvolgende contact alsnog teruggekoppeld naar school. Ad 3. Soms wordt er door de jeugdarts rechtstreeks verwezen naar een hulpinstelling. Soms brengt de jeugdarts een voorstel tot verwijzing ter overleg in het zorgoverleg (ZAT/ICL) Wanneer een leerling niet op de uitnodiging verschijnt of de leerling/ouders weigeren met de jeugdarts in contact te treden wordt dit teruggekoppeld naar school. Binnen de school kan dan overwogen worden de leerplichtambtenaar in te schakelen. nov10

29 DEEL 1 nov10

30 DEEL 1 4. Jeugdgezondheidszorg Versie 002 Ziekteverzuim VO Datum: 01/03/2010 Voorwaarden/afspraken ziekteverzuimbegeleiding Bij samenwerking school en jeugdgezondheidszorg dient aan de volgende voorwaarden/afspraken te worden voldaan: a. b. c. d. e. f. er wordt een goede verzuim registratie bijgehouden eventueel wordt binnen de school een verzuimcoördinator aangewezen, die als contactpersoon voor JGZ functioneert binnen de school is een duidelijke zorgstructuur waarin beschreven staat wat de functies van mentoren, leerlingbegeleiders en schoolondersteuningsteams inhouden er wordt een stappenplan ziekteverzuimbegeleiding gehanteerd, waarin de stappen die de school zelf zet en de stappen die JGZ zet op een rijtje staan er zijn duidelijke aanmeldcriteria voor aanmelding bij JGZ geformuleerd de school zorgt er voor dat (nieuwe)medewerkers op de hoogte zijn van het protocol ziekteverzuim en weten hoe zij dit kunnen hanteren bij leerlingen met ziekteverzuim. Afspraken samenwerking tussen school, JGZ en leerplicht: a. b. c. d. e. de school houdt de regie en coördinatie van de begeleiding van de leerling; de school verwijst zo nodig naar de JGZ (aanmeldformulier ziekteverzuimbegeleiding); de jeugdarts inventariseert het probleem, adviseert en schakelt zo nodig hulp van derden in; de jeugdarts koppelt na toestemming van de ouders terug naar school; de school heeft zo nodig contact met leerplicht (leerplicht kan geïnformeerd worden wanneer het traject naar de JGZ niet op gang komt). Communicatie ziekteverzuimbegeleiding a. b. c. d. e. nov10 de leerlingen en ouders worden geïnformeerd over de aanpak ziekteverzuimbegeleiding via de schoolkrant en/of een nieuwsbrief; er wordt een informatief stukje ziekteverzuimbegeleiding geplaatst in de schoolgids; de informatie aan de jeugdarts wordt strikt vertrouwelijk behandeld; er wordt door de jeugdarts alleen na toestemming van de ouders inhoudelijk teruggekoppeld met school. (nieuwe) medewerkers geïnformeerd over het gebruik van het ziekteverzuimprotocol zowel binnen school als bij de GGDMN en leerplicht

31 DEEL nov10 Preventie, Signalering en Hulpverlening school en externe partners

32 DEEL 1 nov10

33 DEEL Overzicht op aanbod in de regio voor jeugdigen van 12 tot 23 jaar. De informatie in dit document is afkomstig van de sociale kaart van Jong Centraal. Dit overzicht betreft het aanbod in Amersfoort en omgeving. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Voor (andere) contactgegevens en achtergrondinformatie kan er ten allen tijde contact worden opgenomen met Jong Centraal, en Gezin Amersfoort. Tevens biedt Jong Centraal consultatie; wij denken graag mee welke interventie in welke situatie het meest passende is. Jong Centraal is alle werkdagen bereikbaar van uur tot uur. Contactgegevens Jong Centraal Heiligenbergerweg AK, Amersfoort T (033) E info@jongcentraal.nl Allochtonen & Taal Balans; oudervereninging ontwikkelingsstoornissen TVcN; Tolk en Vertaalcentrum Nederland Forum; instituut voor multiculturele ontwikkeling Essens GGZ; 2e lijns zorginstelling met voor de Turkse en Marokkaanse doelgroep NOAGG; onderdeel van altrecht gericht op allochtone doelgroep Ipsy; interculturele psychiatrie NVA; Instutuut voor duurzame inburgering oud / nieuwkomers Skanfonds; Fonds financiering voor projecten VluchtelingenOrganisaties Nederland; Vluchtelingenbelangen organistatie NietNederlandstalige Kleuters; Project Eduniek, Klikonderwijsondersteuning Het Gilde; Samenspraak, taalstage Stichting Ravelijn; Allin Begeleiding Allochtonen, Taalmaatjes. Stichting AWA; Ondersteuning allochtonen op verschillende terreinen Diagnostiek Gedragsstoornissen (ADHD, ADD, Autisme, PDDNOS, NCD, ODD, Asperger e.d.); Riagg Amersfoort : Psychologisch Onderzoek (zowel jeugd als ouderen) De Geheime Tuin (Molemann) : Psychiatrisch/Psychologisch onderzoek Bosman GGZ; KAPPA MEE (bij vermoedens van Autisme/PDDNOS/Asperger kan MEE begeleiden) Eleos (prot. Chr. grondslag) PCC Amersfoort Symfora (Fornhese) Diverse particuliere praktijken. Denk aan: nov10 Ruland Ellen van Dijk OPPU Praktijk de Vries (Bunschoten) Salm & Martin

34 DEEL 1 Leerstoornissen; MEE (Alleen i.c.m. een verstandelijke beperking) PCC Amersfoort OPPU KAPPA Symfora (Fornhese) Eduniek KOS: ( RT Amersfoort ( Diverse particuliere praktijken. Denk aan; Ruland Ellen van Dijk OPPU Praktijk de Vries (Bunschoten) Overige diagnostiek RIAGG; Onderzoek Eetstoornis RIAGG; Onderzoek Traumagerelateerde stoornissen RIAGG: Pediatrisch Onderzoek (zowel jeugd als ouderen) RIAGG: Creatieve gezinsobservatie Mediferia; polikliniek voor bewegingsklachten Audiologisch Centrum Amersfoort (gehoor) MEE: Kan begeleiden bij lichamelijke beperking (en kan voor de begeleiding diagnose(s) laten stellen) Diverse logopedisten Coaching SOVEE Coach & Co (1216 jaar) Coach & Co (1623 jaar) Nieuwe Perspectieven (1223 jaar, intensief, voor risicojongeren met contact politie en justitie) SWA Coach & Cootje (1113 jaar, brugklas) Humanitas HomeStart (voorwaarde dat er jongere kinderen thuis zijn (06 jaar), gericht op ouders; praktische zaken en vergroten van netwerk) Maatjesproject (verstandelijke beperking) Ravelijn Hulp thuis (bij chronische ziekte, beperking) Klussendienst (duwtje in de rug m.b.t. onderhoud huis) Terminale zorg Steunpunt Mantelzorg Amersfoort Financiën, regelingen en indicaties Gemeente Amersfoort Regeling schooltas (tegemoetkoming voor ouders met kinderen die naar de middelbare school gaan; tot 120% van het minimumloon. nov10

35 DEEL 1 Stichting Leergeld Stichting Leergeld (toetsing daarna aanvulling; voor schoolse en buitenschoolse activiteiten voor gezinnen met een structureel tekort van per maand) Juridisch Loket Rechtsbijstand Alimentatie regelingen Echtscheiding regelingen NIBUD Vragen over geld; Budgettips / voorlichting Jeugdcultuurfonds Voor kinderen of jongeren uit gezinnen die leven rond het minimuminkomen (105% van het minimuminkomen). Het Jeugdcultuurfonds is er voor kinderen en jongeren van 4 tot en met 18 jaar, die om financiële reden geen lid kunnen worden van een toneelclub of les kunnen nemen aan een muziekschool of andere instelling voor actieve kunstbeoefening. Stadsring 51 Voedselbank Schuldsanering/aanpak Budgettering Hulp bij belastingen Administratie Rechten uitkering Sociale raadslieden SRO (jeugdsportfonds) Jeugdsportfonds ( 255 per kind, per kalenderjaar ten behoeve beoefening van sport, tot 18 jaar) DUO (voorheen IBGroep) Studiefinanciering Ovkaart Leningen voor studenten Aanvraag AWBZuitkering (Persoongebonden Budget PGB en Zorg in Natura) Grondslag is psychiatrisch: (tot 18 jaar) / indicatiestelling Hervatting AWBZuitkering 1823 jaar: (BJZ) Grondslag is verstandelijke, lichamelijke of/en zintuiglijke beperking of/en somatiek; Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Ouder dan 18 jaar: Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Motiva (straatadvocaten) Begeleiding wonen, werk, hulpverlening en welzijn. Belangrijke doelgroep: dak en thuislozen Maatschappelijk werk nov10

36 DEEL 1 Regionaal Expertise Centra (REC) (Speciaal onderwijs cluster) 1: Visuele beperking 2: Gehoor, taal en spraakprobleem 3: lichamelijke en/of verstandelijke beperking of een langdurige ziekte 4: psychiatrische of gedragsproblemen Burgerweeshuis Amersfoort Verleent financiële hulp aan Amersfoortse, of uit Amersfoort afkomstige, wezen of jongeren uit onvolledige gezinnen Humanitas Thuisadministratie Overige fondsen Stichting kinderfonds Utrecht Jacob van Heudsenfonds (eenmalige subsidie op verzoek Maatschappelijk werk) Johan van Drongelen Commissie (steunfonds ziekte/handicap; huur/energie bijdrage) Gedragstoornissen behandeling Behandeling gedragsstoornissen :ADHD, ADD, Autisme, PDDNOS, NCD, ODD,Asperger Riagg Amersfoort; ( ADHD Oudercursus Medicatiebegeleiding (018 jaar) Autisme, Psychoeducatie groep voor ouders HomeTraining bij Autisme ( De Geheime Tuin (Molemann); ( Bosman GGZ; KAPPA MEE (bij vermoedens van Autisme/PDDNOS/Asperger kan MEE begeleiden) Eleos (prot. Chr. grondslag) PCC Amersfoort Symfora (Fornhese) Diverse particuliere praktijken. Denk aan; Ruland Ellen van Dijk OPPU Praktijk de Vries (Bunschoten) Karel Wieme Salm & Martin Overige PositieveNood; begeleiding bij traject. ( Mulock Houwer: Speciaal Onderwijs ( Haptonomie ; aanvraag 2e lijns behandeling en (jonger dan 18 jaar)pgb Zonnehuizen; dagbehandeling ( REC 4; aanvraag rugzakje / speciaal onderwijs Praktijk de Kei ; ( Synergos ( nov10

37 DEEL 1 Hechting & Adoptie RIAGG; Video interactie behandeling, buitenlandse adoptiekinderen in de puberteit Basic Trust; Specialisten in adoptie & hechting De Knoop; Landelijke oudervereniging Behandeling / Hulp Leerstoornissen Dyscalculie Lexima: ICT hulpmiddelen ( KOS: ( RT Amersfoort ( Particulier, namelijk; OPPU Praktijk de Vries (Bunschoten) Dyslexie Regionaal Instituut voor Dyslexie (RID Lexima: ICT hulpmiddelen ( Onderwijsexpertisecentrum Meerkring & Leefkasteel Meerkring; individuele rouwbegeleiding ( RT Amersfoort ( KOS: ( Praktijk de Kei ( Overige Huiswerkbegeleiding; Juffrouw Julia ( Studiekring ( KOS: ( RT Amersfoort ( HIT Huiswerkinstituut ( Matrixcoaching (alternatief) ( Diverse logopedisten; lijst zie digitale sociale kaart. Rouwverwerking & Echtscheiding RIAGG Als je ouders uit elkaar zijn EMDR Gesprektherapie met ouders Psychologische ondersteuning bij cognitieve achteruitgang Individuele therapie Atalanta Individuele begeleiding (vergoed door verzekering, eigen bijdrag 10,) Toon Hermans huis (TTH; specifiek gericht op Kanker/verlies/overlijden) Leef je uit, theaterproject 12ouder. Jongerengroepen 1315 jaar en 16 jaar en ouder Zeer ruim aanbod nov10

38 DEEL 1 Juridisch Loket Rechtsbijstand Alimentatie regelingen Echtscheiding regelingen Samenwonen (contactregeling e.d.) Mediation Beweging 3.0 Groep voor gescheiden mensen Overig Scheidingsmakelaar/planners Mijnheer Mediaton (mediation) Humanitas: Lotgenotengroep voor jongeren tussen 14 en 25 jaar Particulier aanbod; Mooi Bewaard; (individuele rouwbegeleiding, lotgenotengroep, coaching bij rouw, verliesconsulent) Praktijk Fred de Graaf (na de begrafenis of crematie, rouwverwerking) KIES; (gericht op school, kind en scheiding) Kwijt (Humanitas) Lotgenotengroep (jongeren middelbareschoolleeftijd) Op eigen koers (relatietherapie en gezinstherapie) Werk & Wonen Opvangcentra Passantenverblijf Amersfoort ( ) Kwintes Crisisopvang ( ) Stichting IKs (gefuseerd met Kwintis, maatschappelijke vrouwenopvang, ) Lijn 5, Meerwijck Opvangproject ( , t/m 18 jaar) Utrecht Leger des Heils( ) Utrecht Nachtopvang in zelfbeheer ( ) Utrecht SleepInn t Snurkhuis ( ) Begeleid wonen SOVEE, Pitstop (Huur a 255, voor maximaal 2 jaar ) Via Bureau jeugdzorg diverse mogelijkheden, via casemanager (tot 18 jaar) Zandbergen (Begeleid op Kamers) De Rading Et cetera Kwintes (psychiatrische klachten / tienermoeders) Kamers Woningbouwcoöperaties Portaal ( ) De Alliantie ( ) nov10

39 DEEL 1 Werk UWV Werkbedrijf Amersfoort ( , aanvragen van wwuitkering dient via internet te worden gedaan op ) SOVEE, Traject Bureau (Geen startkwalificatie, jongeren in regio Eemland) Diverse Uitzendbureaus, onder andere; Randstad Content Equipe AV werving & selectie TempoTeam Wijkcentra (SWA) Buurthuis de De Tandem (Soesterkwartier), tel , tandem@welzijnamersfoort.nl Buurthuis De Sleutel (Soesterkwartier), Noordewierweg 248, tel , sleutel@welzijnamersfoort.nl De Groene Stee (Liendert/Rustenburg), Wiekslag 92, tel , groenestee@welzijnamersfoort.nl Het Middelpunt (Zielhorst), Spinetpad 2, tel , middelpunt@welzijnamersfoort.nl De Roef (Kruiskamp), Van Assenraadstraat 2, tel , roef@welzijnamersfoort.nl De Driehoek (Berg, Leusderkwartier, Dorrestein), Woestijgerweg 3, tel driehoek@welzijnamersfoort.nl Het Klokhuis (Schuilenburg/Randenbroek), Weberstraat 2, tel , klokhuis@welzijnamersfoort.nl De Trefhorst (Schothorst), Bruispad 2, tel , trefhorst@welzijnamersfoort.nl Trainingen & Cursussen Sociale Vaardigheden PCC Amersfoort (816 jaar) Rots en Water (1115 alleen meisjes, onder voorbehoud) SOVEE, SOVA (1216 jaar) RIAGG; jongensgroep (813 jaar) De Geheime Tuin, Just do it! ( 1215 jaar) Diverse particuliere praktijken. Denk aan; Ellen van Dijk, beter omgaan met jezelf en anderen (915 jaar) Praktijk voor Creatieve therapie (Mieke Goslinga) Het Oefenhuis, vriendenprogramma OPPU (Utrecht) MurielArt drama cursussen Agressieregulatie De Waag, Equip (1214 jaar) Fornhese/ Symphora (individuele behandeling) Diverse particuliere praktijken. Denk aan; Shoshin, Driftkikker (Hilversum, 10 jaar en ouder) Faalangst RIAGG; Jongensgroep / Meidengroep (813 jaar) Je angst de baas (1618 jaar) Diverse particuliere praktijken; zie overzicht Amersfoort. Denk aan; nov10 Ellen van Dijk (915 jaar)

40 DEEL 1 Praktijk voor Creatieve therapie (Mieke Goslinga) Salm & Martin Assertiviteit Beweging 3.0 (1721 jaar) RIAGG Met Lef Opvoedcursussen SOVEE Opvoeden & Zo (412 jaar) Beter omgaan met Pubers (1018 jaar) RIAGG Een stil en bang kind (zelfhulpcursus) Een druk en opstandig kind (zelfhulpcursus) Verstandelijke Beperking MEE Utrecht, Gooi en Vechtstreek s Heeren Loo Overig SWA (diverse wijkactiviteiten, zie overzicht) SRO, Kies je Sport (groepslessen voor meer zelfvertrouwen en kennismaking met verschillende sporten) Eleos; De geheime tuin, Run 2 Relax (stress 1216 jaar) RIAGG Amersfoort; Met plezier naar school (brugklastraining) Doepraat groep (KOPP 612 jaar) De tienergroep (KOPP 1216 jaar) Jongerengroep (KOPP vanaf 16 jaar) Training voor jongeren (1323 psychische of verslavingsproblemen bij ouders) Als muren kunne praten (huiselijk geweld, 1316 jaar) Ruzie Thuis voelt niet pluis (716 jaar) Pubergroep (1315 jaar) Jongensgroep / Meidengroep (813 jaar) Emotieregulatie (18+) Diverse particuliere praktijken; Jongerencentrum de ijsbreker (1216 jaar, Zelfverdedigingcursus Leusden) S.P.E.L Amersfoort (Psychologen) Opvoedondersteuning Beweging 3.0 (018 jaar) Video HomeTraining (VHT) Thuisbegeleiding RIAGG Mediatietherapie / ouderbegeleiding (voorwaarde is dat jeugdige in behandeling is bij het RIAGG, 018 jaar) Video HomeTraining (VHT, 018 jaar) nov10

41 DEEL 1 Eleos (prot. Chr. grondslag) Verschillende 2e lijns mogelijkheden, door middel van indicatieaanvraag bij; Grondslag is psychiatrisch: (tot 18 jaar) / indicatiestelling Hervatting AWBZuitkering 1823 jaar: (BJZ) Grondslag is verstandelijke, lichamelijke of/en zintuiglijke beperking en/of somatiek; Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Ouder dan 18 jaar: Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Diverse particuliere praktijken. Denk aan; Ellen van Dijk; Raise & Shine Praktijk voor Creatieve therapie (Mieke Goslinga) OPPU (Utrecht) Ellen van Dijck Salm & Martin KAPPA School & Opleiding SOVEE ( ) Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg (12 17 jaar, preventie voortijdig schoolverlaten, regio Eemland) Ondersteuning risicoleerlingen (1223 jaar) Bovenschools Zorgplatform VO Netwerk inzicht OWWZ: ondersteuning in schoolloopbaan woonwagen en zigeunerkinderen (423 jaar) Traject Bureau (beroepskeuzetests, begeleiding bij vinden opleiding/werk indien geen startkwalificatie) Verslavingen Alcohol, drugs, games. Behandeling Centrum Maliebaan Amersfoort ( ) BOpen (jongerenafdeling) Behandeling en gespreksgroepen volwassenen Lievegoed zorggroep Arta (Ziest / Bilhoven ) behandeling verslaving Informatie Drugs infolijn Trimbos Instituut Jong Centraal, 2010 nov10

42 DEEL 1 nov10

43 DEEL Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Ketenpartners per gemeente Overzicht Ketenpartners op leeftijd leerlingen per Gemeente in de regio voor jeugdigen van 0 tot 23 jaar Woudenberg Amersfoort Baarn BunschotenSpakenburg Eemnes Leusden Soest Beslisboom nov10

44 DEEL 1 nov10

45 DEEL Ketenpartners Woudenberg 04 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszor g04@ggdmn.nl jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl MEE info@meeugv.nl GGD consultatiebureau s RIAGG A&O en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.woud enberg@beweging3.nl nov

46 DEEL 1 en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl MEE en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Veiligheid nov

47 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Woudenberg 412 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD MEE info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl GGD RIAGG A&O en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Welzijn/ jeugdzorg info@meeugv.nl MEE RIAGG A&O en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl nov en Gezin (CJG) Woudenberg

48 DEEL 1 Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg MEE Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Veiligheid nov

49 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Woudenberg 1218 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD en Gezin (CJG) Woudenberg MEE info@meeugv.nl GGD Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl nov en Gezin (CJG) Woudenberg

50 DEEL 1 Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl MEE en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Veiligheid nov

51 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Woudenberg 1823 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg MEE info@meeugv.nl Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl MEE info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.w oudenberg@beweging3.nl MEE info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Woudenberg Steunpunt opvoeding Woudenberg Steunpuntopvoeding.woud enberg@beweging3.nl nov10

52 DEEL 1 Veiligheid MEE info@meeugv.nl nov10

53 DEEL Ketenpartners Amersfoort 04 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl Huisartsen GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl VVE peuterspeelzalen en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl nov10 RIAGG A&O MEE info@meeugv.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl

54 DEEL 1 VVE peuterspeelzalen info@meeugv.nl Veiligheid nov10 MEE

55 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Amersfoort 412 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezond heidszorg GGD GGD GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl nov10 MEE info@meeugv.nl

56 DEEL en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl Veiligheid nov

57 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Amersfoort 1218 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD MEE GGD GGD info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl nov10 MEE info@meeugv.nl

58 DEEL en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl Veiligheid nov

59 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Amersfoort 1823 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg MEE info@meeugv.nl Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl MEE info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl MEE info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Amersfoort info@cjgamersfoort.nl Veiligheid nov10

60 DEEL 1 nov10

61 DEEL Ketenpartners Baarn 04 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl GGD consultatiebureau s MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Baarn info@meeugv.nl WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) nov info@cjgbaarn.nl MEE RIAGG A&O en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl

62 DEEL 1 gemeente@baarn.nl WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Baarn MEE info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl info@cjgbaarn.nl Veiligheid nov

63 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Baarn 412 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Baarn info@meeugv.nl WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl nov info@cjgbaarn.nl MEE RIAGG A&O en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl

64 DEEL 1 WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Baarn info@meeugv.nl info@cjgbaarn.nl MEE en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl Veiligheid nov

65 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Baarn 1218 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Baarn info@meeugv.nl WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl nov10 RIAGG A&O info@cjgbaarn.nl MEE en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl

66 DEEL 1 WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Baarn info@meeugv.nl info@cjgbaarn.nl MEE en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl Veiligheid nov

67 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Baarn 1823 jaar Gezondheidszorg Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl MEE info@meeugv.nl WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Baarn info@meeugv.nl info@cjgbaarn.nl en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl MEE WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl WMO Loket gemeente Baarn (loket zorg en welzijn) gemeente@baarn.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl nov10 MEE info@meeugv.nl

68 DEEL en Gezin (CJG) Baarn info@cjgbaarn.nl Veiligheid MEE info@meeugv.nl nov10

69 DEEL Ketenpartners Bunschoten/Spakenburg 04 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten. nl GGD consultatiebureau s MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten. nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten. nl nov

70 DEEL 1 en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten. nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl MEE en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl Veiligheid nov

71 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Bunschoten/Spakenburg 412 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten. nl GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten.nl Welzijn/ jeugdzorg en Gezin (CJG) Bunschoten MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O nl info@cjgbunschoten.nl WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten.nl en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl nov10

72 DEEL 1 WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl MEE en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl Veiligheid nov

73 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Bunschoten/Spakenburg 1218 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD WMO loket Bunschoten GGD MEE info@meeugv.nl zorgloket@bunschoten.nl RIAGG A&O WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten.nl en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl nov10

74 DEEL 1 WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl MEE en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl Veiligheid nov

75 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Bunschoten/Spakenburg 1823 jaar Gezondheidszorg Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie WMO loket Bunschoten MEE info@meeugv.nl zorgloket@bunschoten.nl WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl WMO loket Bunschoten en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl zorgloket@bunschoten.nl WMO loket Bunschoten zorgloket@bunschoten.nl Onderwijs en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl nov10 MEE info@meeugv.nl

76 DEEL 1 en Gezin (CJG) Bunschoten info@cjgbunschoten.nl Veiligheid nov10

77 DEEL Ketenpartners Eemnes 04 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en gezin (CJG) Eemnes en gezin (CJG) Eemnes Onderwijs nov10 MEE info@meeugv.nl

78 DEEL 1 en gezin (CJG) Eemnes en gezin (CJG) Eemnes Veiligheid nov

79 DEEL jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en gezin (CJG) Eemnes en gezin (CJG) Eemnes Onderwijs nov10 MEE info@meeugv.nl

80 DEEL 1 en gezin (CJG) Eemnes en gezin (CJG) Eemnes Veiligheid nov

81 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Eemnes 1218 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en gezin (CJG) Eemnes en gezin (CJG) Eemnes Onderwijs MEE info@meeugv.nl nov10

82 DEEL 1 en gezin (CJG) Eemnes en gezin (CJG) Eemnes Veiligheid nov

83 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Eemnes 1823 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Gezondheidszorg Interventie MEE info@meeugv.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl en gezin (CJG) Eemnes en gezin (CJG) Eemnes Onderwijs MEE info@meeugv.nl en gezin (CJG) Eemnes en gezin (CJG) Eemnes Veiligheid nov10

84 DEEL 1 nov10

85 DEEL Ketenpartners Leusden 04 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting interventie Gezondheidszorg GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Onderwijs MEE info@meeugv.nl Veiligheid nov

86 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Leusden 412 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Onderwijs MEE info@meeugv.nl Veiligheid nov

87 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Leusden 1218 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O Onderwijs MEE info@meeugv.nl Veiligheid nov

88 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Leusden 1823 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Gezondheidszorg Interventie MEE info@meeugv.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl Onderwijs MEE info@meeugv.nl Veiligheid nov10

89 DEEL Ketenpartners Soest 04 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl GGD consultatiebureau s jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl jeugdgezondheidszorg0 4@ggdmn.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl GGD consultatiebureau s MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl WMO loket gemeente Soest postbus2000@soest.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl nov10

90 DEEL 1 WMO loket gemeente Soest postbus2000@soest.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl MEE en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl Veiligheid nov

91 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Soest 412 jaar Signalering Gezondheidszorg Beoordeling risicoinschatting GGD GGD Interventie en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl WMO loket gemeente Soest postbus2000@soest.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl nov10

92 DEEL 1 WMO loket gemeente Soest postbus2000@soest.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl MEE en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl Veiligheid nov

93 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Soest 1218 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Interventie Gezondheidszorg GGD GGD en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl GGD MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl RIAGG A&O en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl WMO loket gemeente Soest postbus2000@soest.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl nov10

94 DEEL 1 WMO loket gemeente Soest postbus2000@soest.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl MEE en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl Veiligheid nov

95 DEEL 1 Vervolg Ketenpartners Soest 1823 jaar Signalering Beoordeling risicoinschatting Gezondheidszorg Interventie MEE info@meeugv.nl Welzijn/ jeugdzorg MEE info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl WMO loket gemeente Soest en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl postbus2000@soest.nl WMO loket gemeente Soest postbus2000@soest.nl Onderwijs info@meeugv.nl en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl MEE en Gezin (CJG) Soest info@soest.nl Veiligheid nov10

96 DEEL 1 nov10

97 DEEL nov10 Beslisboom

98 DEEL 2 Deel Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Werkuitvoering Richting Werkschema Ambulante begeleiding primair en voortgezet onderwijs Werkaanpak Domeinen Thema s en werkgroepen Overzicht lopende werkgroepen sept Interne zorgbegeleiding in de praktijk Ordenen via Professionele Momenten Verhelderen Aansturing Bewaking Doorgaande ontwikkeling en Training Taken zorguitvoerders en aanstuurders in de school Competenties zorg functionarissen in de school (Guido de Brès) Taken zorguitvoerders externe partners PM Stappenplan Interventieformulier PM nov10

99 DEEL 2 nov10

100 DEEL Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland Werkuitvoering Richting Het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland richt zich specifiek op: het in beeld hebben van alle leerlingen het vormen van een sluitend netwerk met ketenpartners bieden van een passend onderwijszorgaanbod bij instroom en doorstroom doorontwikkeling van ZAT s Het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland richt zich meer experimenteel op: doorontwikkeling van een zorgplatform t.b.v. vroegsignalering, preventieve begeleiding, kortdurende interventies en (her)indicaties voor m.n. 418 jaar budgetfinanciering, tenminste bestaand uit regionaal cluster 4: geïndiceerd (v)so en LGF, gebundeld met (veiligheids)projectgelden en het regionaal zorgbudget positioneren van een schakelvoorziening in het grensgebied van overgang POVO(V)SO collectieve ouderbetrokkenheid middels een ouderplatform Het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland richt zich op de gewenste situatie nl.: Vroegsignalering / risicotaxatie Aansluitingen versterken:vvepovombo Parallel daaraan een onderwijszorgkolom inrichten met verbindingen van/door ZAT s Zorgtoewijzing integreren in onderwijszorginfrastructuur PCLVO neemt rol van RVC over. Toezicht door onderwijsinspectie. Handelingsgerichte zorgtoewijzing, integraal indicerend Backofficeknooppunt voor afstemming en 1zorgroute Bundeling middelen Risicotaxatie, uitval en zorgtoeleiding borgen in zorgplatform met bundeling middelen Middelen inzetten in hele spectrum van leeftijden en zorgvragen, ook preventief en vooruitlopend op beschikkingen: geld volgt kind Onderwijs en externe zorg en begeleidingslijnen integraal: leerling, school, ouders Bij multiproblematiek aparte zorgcombinatielijn van onderwijs en zorg oplopend tot 24 uurszorg Financiën Ontschotting/bundeling van budgetten voor passend onderwijs, rebound, herstart, op de rails Rechtstreekse geldstroom naar netwerk of SWV s/rec s met gebundelde inzet Verantwoording van gebundelde middelen op netwerkniveau SWVVO rechtstreeks bekostigen: eigen brinnr., geen kassierschool meer Vrije zorgruimte met verantwoording achteraf voor trajecten buiten vigerende wet en regelgeving Budgetfinanciering: in overleg met OCW te bepalen. Dit betreft een budget voor het netwerk, waarin betrokken kunnen worden: o Rebound, op de rails, herstart o Passend onderwijs o Regionaal zorgbudgetvo o WSNSbudgetPO o ZmokREC4, behalve bovenregionale voorzieningen o LGF/cvi4, (s)baodeel en (v)sodeel, AB, PAB nov10

101 DEEL 2 Specifieke trajecten VAVOexamens ook voor geïndiceerde RECscholenleerlingen Schakelgroep als onderwijsvoorziening bij start in het VO, met specifiek zorgonderwijsaanbod Cluster3 voorziening voor lglzmg in (regio) Amersfoort. De uitwerking van de actiepunten is in schooljaar 08/09 begonnen. Bij de start van de uitvoering van het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland is het plan van aanpak, zoals geformuleerd, als uitgangspunt genomen. Een deel van de actiepunten behelzen continue punten, andere dienen op enig moment te zijn gerealiseerd, voor een deel zal dat gelijk opgaan met kaderstellende en wetgevingstrajecten, die naar verwachting in 2011 gereed zijn. Bij de start van het experiment is uitgegaan van een zorgvuldig opgesteld plan van aanpak. In het schooljaar is het plan van aanpak vertaald naar een werkbare uitvoeringssystematiek. In het plan van aanpak zijn actiepunten opgenomen die relevant worden geacht voor de invoering en realisatie van passend onderwijs. Er zijn uiteraard nog heel veel andere actiepunten en activiteiten die erbij zouden kunnen staan, maar vanwege de overzichtelijkheid in de toch al zeer brede focus zijn die niet opgenomen. Wie ook dat erin wil betrekken kan zich daarin verdiepen via de sites van de deelnemende samenwerkingsverbanden, REC s, scholen en besturen, waar veelal missiebeschrijvingen, actviteitenoverzichten, zorgplannen, projectplannen, etc. zijn in te zien. Ook een scala aan overlegorganen in de regio met specifieke taakstellingen en samenwerkingsvormen hebben eigen taakbeschrijvingen, activiteiten en projecten. De focus in passend onderwijs ligt vooral op verbinding van veel van wat er is, en meer specifiek op de uitwerking en doorontwikkeling van die verbindingen t.b.v. de zorgleerling. nov10

102 DEEL Werkschema Ambulante begeleiding Primair en Voortgezet onderwijs Kennismakingsfase 1 Kennismaking met school. Observatie en leerlinggesprek Inplannen van grootoverleg kennismaking met school en ouders Ambulante Begeleider vertaalt dossier in het concept begeleidingsplan en mailt dit naar school Kennismakingsfase 2 Groot overleg kennismaking : Hulpvragen in kaart brengen Begeleidingsafspraken maken: wat doet school/ ambulante begeleider Plannen van overleggen met school en ABer, groot overleggen met school, ouders en ABer Begeleidingsfase 1 Start procesbegeleiding school en start ambulante begeleiding leerling Handelingsplan (HP) vooroverleg met school, school mailt concept HP aan ouders en ABer November: groot overleg handelingsplan : ouders en school ondertekenen HP December: school en Ambulante Begeleider ondertekenen begeleidingsplan Begeleidingsfase 2 Vooroverleg tussenevaluatie HP door school en Ambulante Begeleider Februari groot overleg tussenevaluatie HP Begeleidingsfase 3 Vooroverleg eindevaluatie HP Leerling gesprek en indien nodig observatie door Ambulante begeleider Mei/juni: groot overleg eindevaluatie (evaluatie HP wordt door school en ouders ondertekend) Aandachtspunten voor volgend schooljaar worden vastgelegd Eerste groot overleg nieuwe schooljaar afspreken Afsluiting schooljaar Juni/juli: school en Ambulante begeleiding evalueren de begeleiding van de Ambulante begeleiding Ambulante begeleider rondt voortgang schooljaar af en verwerkt aandachtspunten in het begeleidingsplan Algemeen School maakt agenda, zit de vergadering voor en informeert ouders Ambulante begeleider heeft maandelijks contactmoment met school en schrijft de verslagen nov10

103 DEEL Werkaanpak Het plan van aanpak met daarin de vermelde actiepunten, is ten behoeve van overzichtelijkheid naar uitvoering en aansturing, zoals gezegd naar een hanteerbare uitvoeringssystematiek, nl. omgezet naar negen Domeinen. Elk domein kent een hoofddoelstelling, die terug te vinden is in het oorspronkelijke plan van aanpak Domeinen Elk domein kent een hoofddoelstelling, die aan het eind van het experiment gerealiseerd moet zijn. De hoofddoelstelling wordt bereikt door de uitvoering van onderliggende thema s. Alle thema s tesamen doen de hoofddoelstelling bereiken. De thema s zijn geprioriteerd naar tijd en noodzaak. Sommige thema s vragen in de uitvoering meer tijd dan andere, (zie Meerjarenplanning / kortelange termijn). Elk domein wordt aangestuurd door een van de projectleden, die tegelijkertijd eindverantwoordelijke voor het betreffende domein is Thema s en werkgroepen De uitvoering van de thema s gebeurt samen met de scholen. Daartoe zijn werkgroepen ingericht, die per schoolsoort zijn samengesteld dan wel in combinatie: bv. werkgroep IBers, werkgroep VOROC, werkgroep POVO. De uitkomsten van de werkgroepen worden verspreid via een producten overzicht, nieuwsbrieven en toegelicht op veldbijeenkomsten. nov10

104 DEEL Overzicht lopende werkgroepen Sept 10 Domein I thema 4: Er is een pilot risicotaxatie 4 jarigen IB werkgroepen Domein III Integratieklas Bijeenkomsten POVOouders Domein III thema 1 : doorgaande zorglijn VVE PO IB werkgroepen Domein III thema 3,4,5 :Scholingsaanbod IB werkgroepen Nog starten, maar wel samengesteld. Zorgcoordinatoren en ROC Domein III thema 1: doorgaande zorglijn POV.O. Domein III thema 2 :Onderwijszorgprofielen VO Domein III thema 2 :Onderwijszorgprofielen PO NTI/April activiteiten Domein IV thema 1: PO bindende afspraken over zorgtoewijzing, aannamebeleid, protocollen van scholen IB werkgroepen Domein IV thema 1: VO bindende afspraken over zorgtoewijzing, aannamebeleid, protocollen van scholen Handboek Collectieve Ambitie LWOO traject intake werkgroepen Domein V thema 8: Doorgaande zorgen begeleidingslijn VO ROC nov10 Werkgroep zorgcoördinatoren VOROC draaiboek Combineren met IB groep Leidt tot dekkend netwerk overzicht Domein V Thema 5

105 DEEL 2 nov10

106 DEEL Interne zorgbegeleiding in de praktijk Ordenen via Professionele Momenten Klas Prof. Moment : Reflexie op eigen en toegevoegde begeleiding Leerlingenoverleg Intern Zorgteamoverleg Criteria, bv : Inbreng hulpvraag Intersubjectieve besluitvorming Vervolgbegeleiding Inzet interne training? Hulpvraag aan PM III Professioneel Moment III criteria, bv Inbreng hulpvraag Bepalen wiens vraag en welke functie ZAT? Inzet interne specialisten Bilateraal overleg? Interne trainingen? criteria, bv : Inventarisatiegesprek leerling Collegiale consultatie 2 eigen interventies Hulpvraag aan PM II Professioneel Moment II Wanneer: Intern specialisten? Professioneel Moment I ZAT Hulpvraag ZAT Geïndiceerde zorg Bovenschools Anita Bootsman, APS Regionaal/SWV Platform Het begrip Professioneel Moment ( PM) markeert een gebied /moment van begeleiding binnen de route, nl. Professioneel Moment I, II, III en IV. Deze Professionele Momenten zijn de vaak in school reeds bestaande en vastgelegde overlegmomenten, zoals bespreking docentmentor, leerlingbespreking, intern zorgteam en Zorgadviesteam. In de zorgstructuur worden vier Professionele Momenten onderscheiden. Bij het eerste PM gebied, het primaire proces, PM I, vindt de eerste zorgbegeleiding plaats. Hier wordt de potentiële zorgleerlingen in een vroeg stadium gesignaleerd en de eerste noodzakelijke begeleiding door de docenten ( en mentoren) geboden. Leerlingen met een zorgdossier zijn bekend. PM II is het Professionele Moment dat gelijk staat aan de leerlingbespreking, zoals die in scholen plaatsvinden: hierin worden leerlingen besproken door meerdere docenten tegelijk. Wanneer een leerling in het PM I, primaire proces, onvoldoende geholpen kan worden, wordt de leerling, inclusief een hulpvraag, ingebracht in het PM II. PM III is het Professionele Moment, dat gelijk staat aan het interne zorgteam. Dit overleg bestaat uit de interne specialisten uit de school en de zorgcoördinator en is bedoeld om leerlingen te bespreken, voor wie meer hulp nodig is dan in PM I en PM II geboden kon worden dan wel toereikend bleek. PM IV is het ZAT. In dit overleg zijn de externe partners betrokken. nov10

107 DEEL 2 Professionele Momenten zijn ook momenten van Professionele Reflexie van degene, die op dat moment de zorg verleent. Het zijn de momenten om: te reflecteren over het eigen handelen en begeleiden zicht te krijgen op wat er in de begeleiding gebeurt en met welk effect en succes inzichten te krijgen over aard en soorten hulp van de verschillende overlegorganen in de school de mogelijkheid te creeren tot goed kiezen van de inzet van de juiste en gewenste expertise binnen dan wel buiten de school de grenzen van hulp per moment zichtbaar te maken duidelijk te krijgen, dat, in het laatste Professionele Moment, het ZAT, de school er alles aan gedaan heeft, dat er niet méér gevraagd kan worden en dat de externe partners samen met de school naar verdere hulp zoeken. De zorgbegeleiding strekt zich uit van PM I tot en met PM IV. Een zorgleerling kan een zorgbegeleidingstraject doorlopen over alle Professionele Momenten één tot en met vier. Niet alle leerlingen doorlopen in hun zorgbegeleiding alle PMgebieden. In de meeste gevallen is een leerling al geholpen in PM I en PM II Verhelderen Elk PM gebied kent een PMverantwoordelijke. Voor PM I is dat de mentor; PM II de teamleider, PM III de zorgcoördinator en voor PM IV eveneens de zorgcoördinator. Als de vraag in een PM gebied niet opgelost wordt, komt een volgend PM III in beeld, en interventies per PMgebied zijn verschillend dan wel aanvullend op elkaar. Elk PMgebied heeft derhalve een toegevoegde waarde aan het vorige PMgebied en de in te zetten expertise verschilt dan ook per PM: als een zorgvraag in PM I niet opgelost is, komt PM II in beeld. In PM II wordt iets anders gedaan dan in PM I. Per Professioneel Moment wordt van te voren met elkaar onderling afgesproken hoeveel interventies er door betrokkenen in het betreffende PM gebied uitgevoerd zouden moeten worden, alvorens door te geleiden naar een volgend Professioneel Moment. Ook wordt met elkaar bepaald in welk Professioneel Moment trainingen ( faalangst, SOVA, RT etc) aan de orde zijn. wanneer er bilaterale contacten nodig zijn en waarover wie de externe bilaterale contacten voert welke expertise bij welke onderwijszorgvraag van de leerling het beste past en wie dat gaat uitvoeren. Bij de overstap van het ene Professionele Moment naar het volgende wordt een (vervolg) hulpvraag op een zg. interventieformulier ingevuld. Hierop wordt aangegeven wat er in het voorgaande PM aan acties gedaan is en wat de uitkomsten daarvan waren. De verantwoordelijke aanstuurder per PM bespreekt het ingevulde interventieformulier en de (hernieuwde ) hulpvraag, dan wel onderzoekt van te voren of de doorgeleiding naar het volgende PM terecht / noodzakelijk is dan wel dat er mogelijk in het voorgaande PM toch nog wat acties ondernomen kunnen worden, eventueel met ondersteuning. nov10

108 DEEL Aansturing Door te werken, denken en handelen vanuit PM s wordt het mogelijk meer zicht te krijgen op de volgende kwesties: 1. doorgeleiding naar een volgend PM veronderstelt een hernieuwde hulpvraag: de uitgevoerde acties hebben tot onvoldoende effect en resultaat geleid en er is geconstateerd dat er meer /andere hulp noodzakelijk is. De verantwoordelijke PM aanstuurder kan via het interventieformulier goed zicht krijgen op de gesignaleerde vragen goed zicht krijgen op de eerder gegeven hulp /acties die er ondernomen zijn met de betrokken specialisten in zijn/haar PM gebied gericht zoeken naar adequate aanvullende hulp en ondersteuning een goede doorverwijzing doen naar het ZAT 2. de verantwoordelijken van PM II,III,IV kunnen met elkaar en met de directie van de school komen tot een zorgbegeleidingsevaluatie en in beeld brengen welke onderwijszorgvragen de leerlingen hebben, welke vragen binnen het primaire proces (PM I en PM II) opgelost kunnen worden en welke niet hoe vaak en wanneer bilaterale externe partners betrokken zijn of de aanwezige ( interne) expertise en know how voldoende is en past bij de onderwijsbehoeften en zorgvragen vanuit de leerlingen hoe vaak er doorgeleid wordt naar uiteindelijk PM IV, het ZAT, maar ook welke beproefde interventies breder in de school ingezet kunnen worden. 3. er kunnen gericht kwaliteitsimpulsen ontwikkeld worden en er kan sturing plaats vinden op de inzet en uitvoering van de zorg in en om de school. nov10

109 DEEL Bewaking : XYas als hulpmiddel bij afbakening en bewaking van expertise en verantwoordelijkheden Ordenen Verhelderen Bewaken Doelstelling bv. Max. 5 % leerlingen in ZAT Directeur / MT Zorgcoordinator Zorg PM 4 coordinator ZAT + PM 3 Externe hulp Intern Zorgoverleg + specialistische hulp Teamleider PM 2 Mentor Basiszorg + speciale hulp PM 1 Basiszorg in de klas individuele docent leerling docenten team interne specialisten, bv. ll.begeleider, coach, RT, MW, sovatrainer externe partners Anita Bootsman APS XYas Ten aanzien van alle te maken keuzes over wie wat doet, kan het werken vanuit de xyas behulpzaam zijn. Op de xas wordt aangegeven wie de uitvoerders en wie de aanstuurders zijn op welk PM gebied. Het onderscheid maken tussen aanstuurders en uitvoerders werkt mee aan het zo veel mogelijk verhelderen van gedrag en inzet. De xyas geeft in globale zin het onderscheid tussen aansturing en uitvoering aan. Vaak is het zo, dat mensen vanuit hun gedrevenheid en betrokkenheid zich graag op velerlei gebieden begeven en daar hun expertise in willen zetten. Op zich zou dat goed zijn, maar waar het onhelder kan worden is dat men vanuit de gedrevenheid en betrokkenheid niet altijd meer goed zicht heeft op wie nou wat doet, wie waarin een verantwoordelijkheid heeft, wanneer de aanstuurders op het werkveld van de uitvoerders komen en omgekeerd. De xyas beoogt in zicht te krijgen: op het eigen gedrag als professional binnen de rol en taak en expliciete expertise; op het eigen aandeel binnen een gezamenlijk doel; op het eigen aandeel binnen afstemming met anderen; op ordening van rollen en taken binnen een organisatie; op behoud en versterking van eigen kracht en drive; op intensivering van kwaliteit. wie de aanstuurders en wie de uitvoerders zijn in de school welke taken daarbij horen en wanneer de taak van bv. de uitvoerder verschuift naar de taak van de aanstuurder en omgekeerd. nov10

110 DEEL 2 De diagonaal geeft de scheidslijn aan tussen de aanstuurderstaken en uitvoerderstaken, waar de taken van de aanstuurders ophouden en die van de uitvoerders beginnen en andersom. Wanneer de xas en de yas dichter bij elkaar komen en taken en rollen van uitvoerders en aanstuurders meer bij elkaar komen, de hoek van 90 graden van de diagonaal kleiner wordt, wordt onhelderheid georganiseerd. De activiteiten komen in het extreme geval dan allemaal op de diagonaal terecht en is er geen zicht meer op wie wat doet vanuit welke rol,taak, functie: aanstuurders zijn uitvoerders bij tijd en wijle en uitvoerders aanstuurders geworden. Onduidelijkheid is gecreëerd. En waarom zouden we dat zo doen? Waarom stellen we rollen en taken en functies onderscheidend op aansturings en op uitvoeringsniveau vast, maar is in de praktijk minder zichtbaar wie aanstuurt en wie uitvoert en loopt de uitvoering van de verschillende rollen en taken vaak door elkaar? Doorgaande ontwikkeling en Training Vanuit de bewaking wordt het mogelijk te inventariseren welke deskundigheidsbevorderende wensen er bij de interne en externe docenten/ mentoren en zorgverleners bestaan. Dat kan leiden tot bv. het opzetten van professionaliseringstrajecten en themabijeenkomsten. Ook wordt het mogelijk vast te stellen welke scholing/ondersteuning er nodig is binnen het primaire proces en welke rol en taken de interne specialisten kunnen vervullen in de expertisevergroting van ( groepen) docenten Taken zorguitvoerders en aanstuurders in de school Mentor Eerste lijns vertrouwenspersoon voor de leerling Spil in de begeleiding Ondersteuner voor de docenten Contactpersoon voor de ouders Invuller van het interventieformulier Verzamelaar van de scholingsvragen van de docenten Verzamelaar van de (vervolg)vragen uit PM I Gesprekspartner van de teamleider van PM II Teamleider Gesprekspartner van de mentor Inbrenger van de vervolgvraag in PM II Voorzitter van PM II Bewaker van de uitvoering en resultaten van interventies in PM II Verzamelaar van de scholingsvragen van PM II Gesprekspartner van de zorgcoördinator Directeur Draagt eindverantwoordelijkheid voor het onderwijsleerproces en onderwijszorgproces in de school Legt uitvoeringsverantwoordelijkheid bij teamleiders ( onderwijsleerproces) en zorgcoördinator ( zorgbegeleiding). Wordt door zorgcoördinator geïnformeerd over de uitvoering en voortgang van het zorgbeleid en kwaliteit zorgfunctionarissen. nov10

111 DEEL 2 Wordt door teamleiders geïnformeerd over uitvoering en voortgang van het onderwijsleerproces in de teams Vormt met zorgcoördinator en teamleiders het management van de school. Bewaakt het zorgaanbod in relatie tot de onderwijszorgvragen van de leerlingen Zorgcoördinator De taken van de zorgcoördinator bewegen zich op alle 4 de kwadranten. Meestal is er een voorkeur voor een of 2 van de kwadranten. Een voorkeur hebben gaat vaak samen met wat je goed kan. Andere kwadranten krijgen dan minder aandacht. Ook de tijdsfactor kan een rol spelen in het gericht zijn op een of enkele kwadranten. Organisator van de zorg Organiseert de routes in overleg met MT Is gesprekspartner van en voor de teamleider en mentor Is contactpersoon voor de externe partners Is voorzitter van het interne zorgteam en het ZAT Verzamelt de vervolgvragen voor PM III en PM IV Voert beleidsbesprekingen over de zorg in het MT w.b. zorgbeleid, Professionalisering van mensen, samenwerking en afstemming met externe partners Bespreekt met directie de voortgang van het zorgproces en te ontwikkelen aspecten ( professionalisering, aanbod aanwezige expertise etc.) Procesbegeleider van de zorgroutes en trajecten Bewaakt de procedures en uitvoering van afspraken Bewaakt binnen de routes de terugkoppeling naar het primaire proces Leidt de intern zorgteamvergaderingen en het ZAT vanuit een gespreksmethodiek Evalueert de zorgvragen Evalueert de zorgvragen in relatie tot de aanwezige expertise en het aanwezige aanbod. Totaal 100%. Hoe is de percentage verdeling wat inzet betreft per kwadrant? Coach van de zorguitvoerders Kent het aanbod binnen de school Kent het aanbod van de externe partners Kent de zorgroutes naar buiten nov10 Deskundige op het zorgaanbod en sociale kaart Ondersteunt de zorguitvoerders Houdt intervisie met mentor, teamleider Onderzoekt professionaliseringsvragen Bespreekt de inzet en expertise van de externe partners

112 DEEL Competenties zorg functionarissen in de school (Guido de Brès) Competentie leerlingbegeleiding PM I PM II PM III definitie is in staat leerlingen te observeren en kan in e beperkte mate 1 lijns zorg verlenen definitie is in staat leerlingen te observeren en leerlingen die zorg nodig hebben te e signaleren en kan 1 lijns zorg verlenen definitie is in staat leerlingen te signaleren die zorg nodig hebben, kan het probleem analyseren e en 1 lijns zorg verlenen. gedragsvoorbeelden gedragsvoorbeelden gedragsvoorbeelden observeren observeert leerlingen observeert leerlingen systematisch observeert leerlingen systematisch en aan de hand van bepaalde criteria verwerking van observatie geeft een beschrijving van het geobserveerde gedrag en kan dit naar anderen toe verwoorden signaleert problemen n.a.v. het geobserveerde gedrag en kan dit naar anderen toe verwoorden analyseert problemen n.a.v. het geobserveerde gedrag en kan dit naar anderen toe verwoorden overleggen overlegt met collega s over het gedrag van de leerling overlegt met zorgteamleden en externe deskundigen over het probleem van de leerling heeft een eigen inbreng in het overleg met zorgteamleden en zatleden en externe deskundigen gesprekken heeft individuele gesprekken met leerlingen biedt hulp in individuele gesprekken biedt handelingsgerichte hulp in individuele gesprekken hulp geven geeft hulp in groepen of individueel aan leerlingen geeft hulp in groepen of individueel aan leerlingen, evalueert dit en houdt in het vervolg rekening met de uitkomsten van de evaluatie geeft hulp in groepen of individueel aan leerlingen, evalueert dit en houdt in het vervolg rekening met de uitkomsten van de evaluatie en stelt zo nodig handelingsgerichte plannen bij leefstijl heeft leefstijlcursus gevolgd geeft leefstijllessen volgens methode past leefstijllessen of onderdelen daaruit toe wanneer het nodig is aanmeldingsformulieren kent de aanmeldingsformulieren kan de aanmeldingsformulieren volkomen correct in vullen is in staat om collega s te helpen bij het invullen van de aanmeldingsformulieren vakliteratuur weet dat probleemgebieden beschreven zijn in de vakliteratuur weet (een) probleemgebied(en) te benoemen (heeft er kennis van) weet met leerlingen met specifieke problemen om te gaan (handelingsplan gericht) Het observeren en signaleren van leerlingen die zorg nodig hebben, het analyseren van het probleem en het e verlenen van 1 lijns zorg nov10

113 DEEL 2 pm s weet wat professionele momenten zijn beheerst professioneel moment 1 t/m 4 helpt anderen bij het leren beheersen van de professionele momenten lvs weet wat lvs is vult lvs in vult lvs professioneel in benaderen van leerlingen kent strategieën om leerlingen te benaderen past strategieën gericht toe geeft anderen aanwijzingen t.a.v. benaderingswijzen van leerlingen cultuur weet dat er een schoolcultuur is draagt waar nodig bij aan de schoolcultuur draagt wezenlijk bij aan de schoolcultuur leerling gericht weet wat leerling gericht werken is werkt leerling gericht werkt doelbewust leerling gericht pedagogisch klimaat weet wat het begrip pedagogisch klimaat inhoudt werkt aan het pedagogisch klimaat werkt doelbewust aan het pedagogisch klimaat nov10

114 DEEL Taken zorguitvoerders externe partners Leerplicht SOVEE Focus op Focus op Een algemene adviserende, ondersteunende taak m.b.t. het voorkomen en bestrijden van voortijdige en ongekwalificeerde schooluitval. Het welbevinden van de leerling in de onderwijssituatie. Consultatie en advies. Faciliteren en begeleiden bij verwezenlijking van ambitie en wensen van de leerling met oog voor mogelijkheden en beperkingen. Waaruit blijkt de kernexpertise Waaruit blijkt de kernexpertise Proactief vooruitdenken. Kritisch signaleren op schooluitval. Bevoegdheden gebruiken. Dwang en drang toepassen. Handhaving van de wet. Scholen bewust maken van dat zij al iets kunnen doen. Bewaken van op tijd signaleren en preventie vanuit de school. Altijd in relatie kijken tussen school en thuis: driehoek leerlingschoolthuis. Goede kijk op de mogelijkheden in de hulpverlening. Zoeken naar wat is er en wat is er nodig. Kunnen over veel meedenken. Docenten praktisch adviseren. Kijken naar het handelen van de school. BJZ GGD Focus op Focus op Jeugdhulpverlening binnen BJZ, die via preanalyse aangevuld met dossierkennis, aangeeft, in hoeverre en zo ja waar, een jongere thuis hoort voor begeleiding en passende zorg. Gezondheidsbevorderende aspecten. Het volgen van het zelfzorgvermogen van het kind en school. Werken van Waaruit blijkt de kernexpertise Waaruit blijkt de kernexpertise Procedureel meewerken. Goede kennis van sociale kaart achter BJZ. Voorsorteren. Meedenken bij de analyse van het probleem. Dossiergegevens. Specifiek onderzoek lichamelijk en geestelijk. Informatievraag naar achterliggende gegevens, wordt beantwoord. nov10 MW

115 DEEL PM Stappenplan Professioneel Moment I onderwijs en zorg in het primaire proces Docent Docent signaleert/werkt volgens het handelingsplan Onderzoekt wat er aan de hand kan zijn en probeert het binnen de klas op te lossen Begeleiding/aanpak verloopt met onvoldoende resultaat Raadpleegt zo nodig collega s Voert interventies uit Onderwijszorgvraag blijft bestaan Docent raadpleegt mentor Docent en mentor bespreken welke actie nog meer ondernomen kan worden. Docent voert uit Onderwijszorgvraag blijft bestaan Mentor nov10 Formuleert een vraag voor PM II : leerlingbespreking Vult interventieformulier in met uitkomsten van uitgevoerde acties Bespreekt de vraag met teamleider PM II Teamleider accepteert de vraag Houdt bij welke (scholings) vragen er vanuit de docenten komen Houdt bij welke onderwijszorgvragen zich bij de leerlingen voordoen Houdt bij welke soort vragen naar PM II doorgaan OF Teamleider verwijst de vraag terug naar PM I

116 DEEL 2 Professioneel Moment II Leerlingbespreking onderwijs en zorg in het primaire proces Teamleider Brengt vraag in leerlingbespreking in Gebruikt het ingevulde interventieformulier als basis Overlegt met team de volgende stap Acties worden uitgevoerd Ondersteunende training aan leerling wordt eventueel ingeregeld Hanteert gespreksmethodiek IBOB model Informeert de mentor Mentor informeert docenten en ouders Onderwijszorgvraag ingelost Onderwijszorgvraag blijft bestaan : Teamleider nov10 Formuleert een hernieuwde vervolg vraag aan voorzitter PM III : intern zorgteam Vult interventieformulier in met uitkomsten van uitgevoerde acties Bespreekt de vraag met voorzitter PM III intern zorgteam Voorzitter PM III accepteert de vraag Overlegt met team de volgende stap Gebruikt het ingevulde interventieformulier als basis Hanteert gespreksmethodiek IBOB model Houdt bij welke (scholings) vragen er vanuit de mentoren komen Houdt bij welke soort vragen naar PM III intern zorgteam, doorgaan Koppelt terug naar mentor Mentor informeert docenten en ouders OF voorzitter PM III intern zorgteam verwijst de vraag terug naar PM II

117 DEEL 2 Professioneel Moment III intern zorgteam Brengt de hernieuwde vervolgvraag in intern zorgteam in Gebruikt het ingevulde interventieformulier als basis Overlegt in intern zorgteam de volgende stap Eventueel handelingsplan wordt opgesteld Acties worden uitgevoerd Eventuele individuele begeleiding vanuit interne specialisten wordt gestart Eventuele bilaterale contacten worden gelegd Casemanager wordt afgesproken IBOB model Zorgcoördinator Hanteert gespreksmethodiek Houdt bij welke scholingsvragen er in PM III komen Houdt bij welke soort vragen er in PM III komen Informeert teamleider Zorgcoördinator Teamleider informeert mentor Mentor informeert docenten en ouders Onderwijszorgvraag ingelost Onderwijszorgvraag blijft bestaan Zorgcoördinator Formuleert een hernieuwde vraag voor PM IV Gebruikt het ZATaanmeldingsformulier Overlegt opnieuw in intern zorgteam de volgende stap Vult interventieformulier in met uitkomsten van uitgevoerde acties Maakt daarbij helder welke soort vraag aan het ZAT het is: consultatie of interventie in samenwerking of doorverwijzing Eventueel handelingsplan wordt opgesteld Acties worden uitgevoerd Eventuele individuele begeleiding vanuit interne specialisten wordt gestart Eventuele bilaterale contacten worden gelegd Casemanager wordt afgesproken nov10 Houdt bij welke soort vragen naar PM IV doorgaan Informeert directeur Koppelt terug naar teamleider Teamleider koppelt terug naar mentor Mentor informeert docenten en ouders

118 DEEL Interventieformulier PM MENTOR/DOCENT kernteam Datum: Voor en Achternaam: Geboortedatum: Woonplaats: Klas: Mentor: Probleemomschrijving: HULPVRAAG aan PM II : Reeds ondernomen acties + resultaten: Paraaf onderwijsbegeleider: kernteam intern ZORGTEAM Datum: (Herformulering) probleemomschrijving: (Herformulering) HULPVRAAG aan PM III: Aanvullend ondernomen acties + resultaten: Casemanager: Paraaf zorgcoördinator: Interzorgteam ZAT Datum: (Herformulering) probleemomschrijving: (Herformulering) HULPVRAAG aan PM IV: Aanvullend ondernomen acties + resultaten: Casemanager: Paraaf zorgcoördinator: nov10

119 DEEL 3 Deel ZAT In model Checklist functioneren ZAT Aanmelding en aanmeldingsformulier ZAT Deelnemende partijen en hun taken in het ZAT Evaluatieformulier ZAT, voorbeeld Privacy Protocol ZAT, bron NJI 3.2 Zorgplatform Zorgplatform, Routes + Rebound + Op de rails Het Zorgplatform in de regionale onderwijszorg infrastructuur Doorontwikkeling Zorgplatform Registratie, risicosignalering Verder te ontwikkelen activiteiten Vroegsignalering/ risicotaxatie Verwijsindex Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling nov Passend Onderwijs

120 DEEL 3 nov Passend Onderwijs

121 DEEL ZAT Het zorgadviesteam (ZAT) is een multidisciplinair overleg ten behoeve van leerlingenzorg in het voortgezet onderwijs. Het kwaliteitsmodel voor het ZAT geeft aan wat belangrijk is voor het zichtbaar maken en bevorderen van kwaliteit. De kwaliteitscriteria in de domeinen van het model ZAT geven een beschrijving van het wat en hoe van de ZAT s: wat moet worden vastgelegd, welke afspraken moeten er worden gemaakt, welke procedures zijn er, hoe dient men te werk te gaan om tot een effciënte bespreking te komen? De kwaliteitscriteria zijn ondergebracht in zeven domeinen: 1. de functies van het ZAT; 2 de bespreking; 3. beleid & organisatie; 4. de deelnemers; 5. samenhang met de interne zorgstructuur; 6. samenhang met de externe zorgstructuur; 7 en doelbereik & doelmatigheid In model weergegeven: 3 de bespreking 4 de deelnemers 2 beleid en organisatie 1 de functies van het ZAT 5. inbedding in interne zorgstructuur 7. doelbereik en doelmatigheid 6. inbedding in externe zorgstructuur De veronderstelling bij dit model is dat, wanneer de criteria in de zeven domeinen worden nageleefd dat leidt tot: een heldere beeldvorming over de functie(s) van het ZAT een efficiënte en doelgerichte bespreking de juiste beleidsmatige en organisatorische randvoorwaarden voor de bespreking de juiste deelnemers aan tafel een goede verbinding tussen het ZAT met de schoolinterne zorgstructuur evenzo met de externe zorgstructuur beter doelbereik en doelmatigheid van het ZAT nov Passend Onderwijs

122 DEEL Checklist functioneren ZAT nee Als ik het voor het zeggen had, en opnieuw een ZAT op mijn school zou mogen inrichten, zou ik het anders doen Ik zie in de school steeds dezelfde leerling in het interne begeleidingscircuit terugkomen Na een bijeenkomst van het ZAT vraag ik me af wat onze inspanningen eigenlijk voor de leerling hebben opgeleverd De waarde van de aanwezigheid van de andere deelnemers in het ZAT is mij niet duidelijk De afstemming, communicatie en samenwerking met externen leidt te vaak tot spraakverwarring en onduidelijke verhoudingen Het ZAT staat volgens mij te veel los van de interne zorgstructuur: als de leerling in de klas zit is het niet te zien wat de meerwaarde is geweest van het ZAT Er worden steeds meer leerlingen aangemeld in het ZAT; ik vraag me af hoe dat kan nov enigszins ja indien ja of enigszins ga naar Domein 2 beleid en organisatie Domein 5 inbedding in interne zorgstructuur Domein 3 de bespreking Domein 4 de deelnemers Domein 6 inbedding in externe zorgstructuur Domein 5 inbedding in interne zorgstructuur Domein 2 beleid en organisatie Passend Onderwijs

123 DEEL 3 nee Na afloop van het overleg van het ZAT heb ik een onbevredigend gevoel enigszins ja indien ja of enigszins Domein 3 de bespreking Domein 1 functies ZAT Domein 7 doelmatigheid/doelbereik Ik vraag me vaak af of het ZAT een adequaat antwoord is op de steeds moeilijker problematiek van onze leerlingen Soms wordt er naar mijn idee te snel en te weinig doelgericht doorverwezen zonder dat echt in het ZAT opgehelderd is wat er aan de hand is met de leerling Ik hoor heel vaak dat degene die met een vraag bij het ZAT komt zich niet echt geholpen voelt Ik vind de interventiekracht van het ZAT te beperkt Domein 2 beleid en organisatie Domein 1 functies ZAT Domein 1 functies ZAT (verwijzing) Domein 3 de bespreking Domein 1 functies ZAT (consultatie) Domein 1 functies ZAT (interventie) In ons ZAT evalueren we incidenteel, maar van de uitkomsten van de evaluatie merk ik niks nov Domein 7 doelmatigheid en doelbereik Passend Onderwijs

124 DEEL Aanmelding en aanmeldingsformulier ZAT Een leerling die in het ZAT wordt besproken wordt aangemeld via een daarvoor bestemd formulier. Als format voor het aanmeldingsformulier voor het SWV Eemland is het formulier van het NJI als basis gekozen. Scholen maken voor het eigen ZAT aanpassingen hierop. Voorbeelden daarvan zijn in dit handboek opgenomen. I. Gegevens leerling en thuis Naam leerling Klas School Mentor Datum aanvraag Geboortedatum Adres Woonplaats Telefoon Etniciteit Geboorteland In Nederland sinds Onderwijsnummer Opgevoed door De biologische ouder(s) Het ouderlijk gezag rust bij Naam en voorletters ouder/verzorger Adres Woonplaats Telefoon Gezinssamenstelling Bijzonderheden nov Passend Onderwijs

125 DEEL 3 II. Gegevens leerling en school School Regulier Speciaal Naam Adres Brinnummer Telefoon Locatie Studierichting Niveau III. Deze aanmelding is bedoeld voor: IV. Collegiale consultatie door het ZAT Doorverwijzing door het ZAT Interventie in samenwerking door het ZAT Aanmelding door: Zorgcoordinator Ouder(s) Jeugdarts/jeugdverpleegkundige Leerplichtambtenaar Maatschappelijk werk Datum eerste aanmelding: / / Datum tweede aanmelding: / / V. Hulpvraag aan het ZAT III. IV. V. VI. nov10 Reeds ondernomen acties, eerdere aanmelding bij andere instanties, 1.2 Passend Onderwijs

126 DEEL 3 Door wie? Soort actie/interventie Wanneer? (van/tot) Resultaat? Waardoor geen gewenst resultaat? PM I PM II PM III Bilateral contact? VI. Uitkomsten bespreking ZAT Besluit/actie/interventie Uitvoerder(s) Begeleidingsverantwoordelijke(n) en terugkoppeling door/aan Middelen/Methoden Evaluatie op : nov Passend Onderwijs

127 DEEL Deelnemende partijen en hun taken in het ZAT Hieronder worden de belangrijkste partijen in het ZAT genoemd, met hun kerntaak daarin. Daarachter vindt u per partner een taakprofiel voor de werkzaamheden in het: ZAT. Bron: NJI. Keuzepartijen Medewerker jeugdggz (taakprofiel) Vertegenwoordiger REC (taakprofiel) Politie (taakprofiel) Bijdragen Probleemtaxatie en oplossingsrichtingen vanuit psychiatrische invalshoek. Beoordelen noodzaak. Indiceren voor speciale onderwijszorg. Voorkomen beginnende criminaliteit bij leerling. Handhavings en opsporingstaak. Kernpartijen Voorzitter (taakprofiel) Bijdragen Voorbereiding, voorzitten, bewaken regulatieve cyclus. Zorgdragen voor activering en afstemming van de zorg. Taxatie en oplossingsrichtingen inzake ernstige opvoed en opgroeiproblematiek. Schakelen/ indiceren naar jeugdzorg. Inbreng vanuit JGZdossier; taxatie en oplossingsrichtingen vanuit sociaalmedische invalshoek. Eventueel inzetten medische status; schakelen naar medische voorzieningen. Taxatie en oplossingsrichtingen inzake psychosociale problemen bij leerling en/of gezin. Schakelen naar lokaal aanbod. Beoordeling verzuimbeleid en afhandeling. Eventueel inzetten verbaliseringsmacht. Zorgcoordinator (taakprofiel) Medewerker bureau jeugdzorg (taakprofiel) Jeugdarts (taakprofiel) Algemeen of schoolmaatschappelijk werk (taakprofiel) Leerplichtambtenaar (taakprofiel) nov Passend Onderwijs

128 DEEL 3 nov Passend Onderwijs

129 DEEL Evaluatieformulier ZAT De ZAT s worden jaarlijks geëvalueerd. De evaluatie is kwantitatief en kwalitatief. De evaluatie is een onderdeel van de kwaliteitszorg en heeft tot doel de kwaliteit van de ZATs te versterken en de relatie met de interne zorgstructuur te bewaken. Vraag Hoeveel leerlingen worden in het ZAT per keer besproken? Kwantitatief Kwalitatief Hoeveel leerlingen worden naar het Zorgplatform verwezen? Hoeveel leerlingen worden naar bovenschoolse voorzieningen verwezen? Hoeveel leerlingen worden naar de geïndiceerde zorg verwezen? Hoeveel leerlingen worden er naar de WUL verwezen? Door welke externe partner worden de meeste interventies gepleegd? Als een casus gesloten wordt: op basis van welke criteria gebeurt dit : bv. is het opgelost of hebben de docenten er minder last van of is er gewenning aan het probleem en leggen we ons erbij neer? Staat elke casusbespreking op zichzelf of wordt er geleerd van vorige casus? Hebben we de goede dingen met leerlingen gedaan? Hoe weten we dat? Voldoet het aanmeldingsformulier ZAT? Vinden de externe partners zich voldoende voorbereid op de casus in kwestie? Hoe is de samenwerking geweest tussen de verschillende nov Passend Onderwijs

130 DEEL 3 disciplines: is duidelijk geworden dat bv. SOVEE andere dingen doet dan BJZ? Is het ZAT aanvullend geweest voor hetgeen het interne zorgteam heeft gedaan en wat is het aanvullende geweest? Zijn de afgesproken acties binnen het ZAT voldoende en effectief gecommuniceerd met de docenten/mentoren? Zijn de afgesproken acties binnen het ZAT voldoende en effectief gecommuniceerd met de ouders? Is de communicatie tussen de externe partners voldoende helder wat betreft hun terugkoppeling van hun activiteiten naar de zorgcoördinator? Hebben de externe partners voldoende zicht op de interne schoolzorgstructuren? Wordt de expertise van de externe partners voldoende benut ten behoeve het docententeam? Is er tevredenheid over de vergaderstructuur? Is de juiste expertise in het ZAT aanwezig of is aanvullende expertise nodig? Voor welke functie wordt het ZAT het meest gebruikt? (consultatie, interventie in samenwerking, verwijzing, evaluatie/nazorg) Leidt gespreksvoering tot efficiënte casusbespreking? Wordt de taak van de zorgcoördinator goed uitgevoerd? nov Passend Onderwijs

131 DEEL Privacy Protocol ZAT bron NJI In het protocol worden de gedragregels uitgewerkt die in het verlengde liggen van het reglement. Daarbij zijn de basisregels uitgewerkt die altijd van toepassing zijn. Soms zullen er afspraken aan toegevoegd moeten worden zoals in de situatie dat meerdere scholen gebruik maken van het ZAT en/of de politie participeert. In het volgende hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan. In het protocol zijn met name de gedragsregels uitgewerkt die bepalend zijn voor de grondslag van de casusbespreking in het ZAT. Ondubbelzinnige toestemming is daarbij de belangrijkste. Dit biedt het ZAT de beste mogelijkheden om alle informatie te delen die van belang is voor een optimale aanpak van de problematiek en geeft bovendien de grootste kans op medewerking van ouders en leerling. Omdat er niet altijd sprake is van ondubbelzinnige toestemming worden ook andere opties uitgewerkt. Opmerking vooraf: In de navolgende tekst wordt niet ingegaan op de vraag wat verstaan moet worden onder ouders. De situatie van gescheiden ouders en de vraag wat de consequenties zijn van wel/niet hebben van ouderlijk gezag worden toegelicht in de notitie Handreiking samenwerking met ouders in zorgtrajecten 1. Met name in de bijlage van deze notitie wordt ingegaan op de verschillende vormen van ouderlijk gezag en de consequenties voor het informeren van ouders. Wat overblijft is de vraag wie toestemming/instemming gevraagd moet worden voor bespreking in het ZAT. Daarbij kan de volgende richtlijn aangehouden worden: Bij toestemming/instemming kan volstaan worden met het voorleggen aan één van de ouders (of persoon met ouderlijk gezag) waarbij deze de verantwoordelijkheid heeft eventueel anderen, op informatie rechthebbenden, te informeren. Grondslag voor bespreking Voorafgaand aan een casusbespreking dient de inbrenger een keuze te maken in de wijze waarop bespreking zal plaatsvinden hetgeen voortkomt uit de grondslag waarop de bespreking gebaseerd is. De wijze van bespreking kan eventueel per leerling verschillen. Optie 1: Bespreking met schriftelijke toestemming Er wordt met ouders/leerling overleg gevoerd over bespreking in het ZAT. De school vraagt daarbij schriftelijk toestemming voor bespreking en het verwerken van persoonsgegevens door de school en (met name genoemde) externe partners. Bij dit verzoek wordt schriftelijke informatie versterkt over de werkwijze van het ZAT. Bij leerlingen onder de 12 jaar ligt de bevoegdheid om toestemming te verlenen bij de ouders. Bij leerlingen tussen de 12 en 16 jaar ligt de bevoegdheid om toestemming te verlenen nog steeds bij de ouders maar naarmate de leerling ouder wordt neemt het belang van diens instemming toe. Bij leerlingen vanaf zestien jaar ligt de bevoegdheid om toestemming te verlenen bij de leerling. Gezien het opvoedingsbelang (naarmate de leerling ouder wordt zal dit belang afnemen) zal het veelal wenselijk zijn ouders te informeren en in de gelegenheid te stellen bezwaar te maken. 1 Zie Kwaliteitsinstrumentarium Zorg en adviesteams NJI/LCOJ nov Passend Onderwijs

132 DEEL 3 Wanneer door de daartoe bevoegden (ouders of leerling) geen toestemming wordt gegeven voor bespreking zal de school de casus in principe niet inbrengen in het ZAT. Alternatieven zijn: ouders/leerling voorstellen om een beperkte bespreking te voeren (zie optie 2). de casus anoniem in te brengen in het ZAT (zie optie 3). de leerling (in uitzonderlijke gevallen) te bespreken zonder toestemming (zie optie 4). Expliciete schriftelijke toestemming geeft, zoals gezegd, de meeste mogelijkheden aan het ZAT om haar taken optimaal te realiseren. Dat betekent niet dat er geen beperkingen zijn. De verstrekking van persoonsgegevens dient noodzakelijk te zijn gezien de doelstelling van het ZAT en de vraagstelling die aan de orde is. De deelnemers aan het overleg brengen bovendien alleen persoonsgegevens in voor zover die relevant en noodzakelijk zijn. Bovendien moet men, gezien de probleemstelling, overtuigd zijn van de noodzakelijke meerwaarde van gezamenlijk overleg. Wanneer duidelijk is dat met bilateraal overleg hetzelfde resultaat bereikt kan worden, verdient dit, in het kader van de Wbp, de voorkeur. Optie 2: Beperkte bespreking met instemming De school informeert in dit geval ouders en leerling schriftelijk over het feit dat men voornemens is de leerling te bespreken in het ZAT. Ouders en leerling worden in de gelegenheid gesteld bezwaar te maken. De school stuurt op verzoek informatie toe over de werkwijze van het ZAT. Er wordt geen expliciete schriftelijke toestemming gevraagd. Wanneer in dit geval door de daartoe bevoegden (zie bespreking met toestemming) bezwaar wordt gemaakt tegen bespreking zal de school de casus in principe niet inbrengen in het ZAT. Alternatieven zijn: de casus anoniem in te brengen in het ZAT (zie optie 3). de leerling (in uitzonderlijke gevallen) bespreken zonder toestemming (zie optie 4). Wanneer ouders en leerling geen bezwaar maken kunnen persoonsgegevens beperkt verwerkt worden. Er worden uitsluitend gegevens verwerkt die van direct belang zijn bij de toelichting op de vraagstelling rond de betreffende leerling. De school kan voorafgaand aan het overleg de namen van betrokken leerling doorgeven aan de deelnemers in het ZAT. Externe partners dienen zich in deze situatie te beperken tot het verstrekken van buitenkantinformatie. Het gaat dan om informatie zoals: is de betrokkene bekend bij deze instantie en wanneer is de relatie begonnen/afgelopen enz. Optie 3: Anonieme bespreking De leerling wordt in dit geval strikt anoniem ingebracht. Er worden daarbij geen persoonsgegevens verwerkt. Externe deelnemers in het overleg hebben een consultatieve functie waarbij de school wordt geadviseerd over een mogelijke handelwijze in deze en vergelijkbare situaties. Wanneer school aanleiding ziet om, als uitkomst van de bespreking, contact te leggen met externe partijen waarbij persoonsgegevens worden ingebracht, gebeurt dit pas na overleg en met instemming van ouders en leerling. Optie 4: Verwerking persoonsgegevens zonder instemming of toestemming Er kunnen zwaarwegende redenen zijn om ouders en/of leerlingen niet in te lichten over een bespreking in het ZAT. De school moet in dat geval de overtuiging hebben dat bij het vragen van toestemming/instemming het belang van de leerling in het geding is. Dit kan zich voordoen wanneer er sprake is van een bedreigende opvoedingssituatie of (de dreiging van) het schaden van vitale belangen van de leerling in zijn of haar naaste omgeving, of indien zich een gerechtvaardigd belang tot verstrekking voordoet (bijvoorbeeld wanneer zich een bedreigende opvoedingssituatie voordoet waarbij de ouders geen toestemming geven tot bespreking) (zie reglement over verwerkingsgrond slagen). In dit kader moet gewezen worden op grond van artikel 255 van het wetboek van strafrecht dat degene strafbaar stelt nov Passend Onderwijs

133 DEEL 3 die een ander die aan zijn zorg is toevertrouwd in een hulpeloze toestand laat. Op grond van deze strafrechtelijke norm mag van een docent een actief optreden worden gevraagd als de omstandigheden waarin een leerling verkeert daar om vragen. In het voorkomende geval neemt de verantwoordelijke directeur van de onderwijsinstelling of het SWV de beslissing af te wijken van de normale gang van zaken. Die handelwijze moet worden gemotiveerd en gedocumenteerd om aan betrokkenen en derden op enig moment te kunnen verantwoorden waarom gekozen is voor bespreking zonder toestemming en wat de inhoud en uitkomsten van de bespreking zijn geweest. De beantwoording van de volgende vragen kan richtinggevend zijn voor de beslissing of verwerking zonder toestemming/instemming gelegitimeerd is. o Welk gerechtvaardigd doel wil ik bereiken? o Kan dit doel ook worden bereikt zonder verwerking van persoonsgegevens? o Weegt het te beschermen belang van de leerling, dat ik wil dienen door het verwerken van persoonsgegevens, zo zwaar dat dit opweegt tegen het belang dat de leerling heeft bij geheimhouding? o Als ik besluit persoonsgegevens uit te wisselen, welke informatie hebben de leden van het ZAT strikt nodig om het gerechtvaardigde doel te dienen? (strikte toepassing beginsel proportionaliteit). In geval gekozen wordt voor een bespreking zonder toestemming wordt de feitelijke bespreking vooraf gegaan door een toelichting op de aanleiding voor deze werkwijze. Wanneer er binnen het ZAT daarna geen overeenstemming bestaat over de voorgestelde werkwijze zijn er de volgende mogelijkheden: De inbrenger besluit om de casus alsnog anoniem aan de orde te stellen Partijen die niet akkoord zijn met de voorgestelde werkwijze verlaten de vergadering of besluiten de bespreking bij te wonen, maar zelf geen persoonsgegevens in te brengen. Tot slot. Ook in het kader van het melden van kindermishandeling bij het Advies en meldpunt kindermishandeling heeft u géén toestemming nodig. U kunt dit op grond van art. 53 Wet op de jeugdzorg zonder meer doen. Voor uitgebreide informatie tav privacy: nov Passend Onderwijs

134 DEEL 3 nov Passend Onderwijs

135 DEEL Zorgplatform Zorgplatform, Routes + Rebound + Op de rails Er zijn veel partijen waar scholen mee te maken hebben als de zorg voor leerlingen de schoolinterne mogelijkheden ontstijgt. In de regio Eemland hebben het SWVVO, SOVEE (voorheen de WUL) en REC4 een aantal voorzieningen gebundeld in een regionaal Zorgplatform. Doelgroep is de VOleerling met (te) moeilijk gedrag, wat (te) veel vraagt van de school. Aanbod Zorgplatform Alle activiteiten worden altijd vastgesteld in samenspraak met de school. probleeminventarisatie diagnostiek informatie, consultatie en advisering trajectbegeleiding opvang, terug of doorgeleiding bemiddeling Wanneer inschakeling Zorgplatform? wanneer de schoolinterne zorg onvoldoende resultaat oplevert wanneer het ZAT doorverwijst naar externe begeleiding als niet duidelijk is of de schoolloopbaan op korte termijn hersteld kan worden Trajectbegeleider vanuit Zorgplatform richt zich op school leerling ouders is casemanager coördineert alle begeleidingsactiviteiten begeleidt in trajecten naar externe opvang en lesplaatsen begeleidt de overstap naar een andere school Tijdens de begeleiding blijft de leerling ingeschreven op uw school (of tot REC4.4 een inschrijfbericht stuurt) blijft de school (mede) verantwoordelijk voor de voortgang van het onderwijsprogramma is er regelmatig contact tussen trajectbegeleider de school vindt er iedere twee maanden voortgangsevaluatie plaats met alle partijen Externe opvang/ lesplaatsen Mondriaan (3) Mulock Houwer (8 + 2 SO) De Sprong (3) Coördinatie van het Zorgplatform SWVVO Eemland en SOVEE Meldpunt zorgplatform via het SOVEEcoördinatiepunt, Gerda Veenstra, g.veenstra@sovee.nl SOVEE: , fax , Postbus 2175, 3800 CD Amersfoort nov Passend Onderwijs

136 DEEL 3 nov Passend Onderwijs

137 DEEL nov10 Het Zorgplatform in de regionale onderwijszorg infrastructuur

138 DEEL 3 nov10

139 DEEL Doorontwikkeling Zorgplatform Verzuimprotocollen en rol leerplichtambtenaren doorlichten en verbinden in netwerk. Indicatiestelling en zorgtoewijzing doorontwikkelen: Vanuit indicatieorganen en zorgplatform handelingsgericht zorg toewijzen. Casuïstiek (hulpvraagformulering en beantwoording), beoordeling en zorgtoewijzing krijgen een handelingsgericht onderdeel: handelingsadviezen en aandachtspunten. De (vragende en/of ontvangende) school vertaalt de handelingsadviezen en aandachtspunten naar handeling en planning. Daartoe komt ter ondersteuning een helpdesk met onderwijskundige expertise van de indicatiestellers en zorgtoewijzers: telefonisch, digitaal en ambulant. Gezamenlijke bijeenkomsten van zorgtoewijzers en zorguitvoerders om de processen in de onderwijszorginfrastructuur te versterken. Doen we de dingen goed: procedures, formulieren, etc.? Aansluiting zorgplatform het regionale risicosignaleringssysteem, dat vooruitloopt op de landelijke Verwijsindex. Zorgplatform doorontwikkelen: Dekkend voor 418 jaar: zorgvragen bij intake, stagnatie en uitval vertalen naar zorgtoewijzing. Uitbreiding onderwijszorgarrangementen 410 jaar vanuit gebundelde middelen. Nadere uitwerking onderwijszorgarrangementen 1618 jaar in grensgebied VO VSO arbeidsmarkt. Zorgplatform als orgaan verankeren / borgen in de regionale zorgstructuur. Functies van het zorgplatform beschrijven en de uitvoering protocolleren. Zorgplatform in uitvoering doorontwikkelen in drie hoofdinrichtingen. Casuïstiek. Voortgang begeleidingstrajecten. Afstemming indicatieorganen. Bundeling/stapeling van indicaties voor onderwijs en/of zorg (nog integraler). Zorgtoewijzing vanuit het zorgplatform bij negatieve beschikking bij één van de indicatieorganen, maar waarbij wel een arrangement noodzakelijk is. Functie en taakprofielen voor de deelnemers ontwikkelen/vaststellen. Registratie, risicosignalering Het netwerk wil alle leerlingen in beeld hebben. Daaronder wordt verstaan: samen met de onderwijs en externe partners wordt een sluitend geheel gevormd van registraties, risicosignalering, beoordeling en interventies. Dat gebeurt in 1e, 2e en 3e lijn van zorgstructuren. Basaal is zicht op aanwezigheid: er zijn verzuimconvenanten en protocollen per gemeente. Onderwijs/ scholen hebben lvssystemen, leerlingzorgroutes en daaraan gekoppelde taken op het gebied van registratie: leervoorwaarden, cognitieve ontwikkeling en sociaalemotionele ontwikkeling. Bestaande indicatieorganen en het zorgplatform hebben eigen registraties. Bij intake zijn er afstemmingsafspraken tussen speciaal onderwijs en BJZ t.a.v. formulieren en uitwisselbaarheid. nov10

140 DEEL Verder te ontwikkelen activiteiten In kaart brengen van alle gehanteerde registratiesystemen binnen de diverse onderwijssettingen. Bepalen van benodigde verbindingen en vervolgens koppelen van leerlingvolgsystemen, m.n. die in de overgang van PO naar VO, samen met BAVOoverlegorgaan. Registratie van aanmeld, bespreek en leerlingvolggegevens in zorgadviesteams doorontwikkelen. Zorgplatform als knooppunt van leerlingvolggegevens en zorgtoewijzing uitwerken. Het opnemen/registreren van relevante (risico)gegevens van de voorschoolse periode in het leerlingvolgsysteem bij start onderwijsloopbaan Vroegsignalering/ risicotaxatie Gewenste praktijk Toetsing en koppeling van de relevante gegevens tijdens de breukmomenten door intensievere samenwerking van onderwijsinstelling met GGD ( consultatiebureaus) CJG en de ZATdeelnemers. Aansluiting VVEinstap primair onderwijs. Gewenst is dat er zicht is op mogelijkheden en risico s bij kinderen die de basisschool inkomen. Zorgvuldige aanmelding, intake en taxatie, ingebed in regionale afspraken van onderwijs en ketenpartners (bijv. met gebruik verwijsindex en EKD), moeten meer zicht geven op (hulp)vraag en gewenst (onderwijs)aanbod. Aansluiting POVO. Gewenst is dat er opnieuw, maar in doorgaande lijn vanuit het PO, passend aanbod vastgesteld wordt in het VO. Huidige taxatie en indicatieorganen, zowel in het onderwijs als bij de ketenpartners kunnen daartoe integraal werken. Aansluiting VOMBO. Gewenst is een gemonitorde doorstroming van leerlingen naar alle niveaus: iedereen in beeld met het oog op kwalificatie. Versterking doorgaande lijn van begeleiding. Gewenst is de sectorale ZATontwikkeling in PO, VO en MBO regionaal te verbinden tot een onderwijszorgkolom, waardoor specifieke begeleiding over de scharnierpunten van scholen en sectoren heen kan doorlopen. nov10

141 DEEL Verwijsindex Toelichting op de Verwijsindex Het gaat om leerlingen die dreigen tussen wal en schip te vallen. Vroegsignalering is uitgangspunt, maar wel in relatie tot ernstige zorgen. Iedereen die met jeugdigen aan het werk is, heeft eigen criteria om in de Verwijsindex te melden: het risicoprofiel voor melding. Onderwijs doet na melding geen risicoopvolging. Daarover zijn afspraken gemaakt. Afhankelijk van betrokkenheid bij de match: BJZ, Maatschappelijk Werk, GGD, Jong Centraal. Stappen: 1. De school is handelingsverlegen betreffende een leerling. 2. De ouders worden op de hoogte gesteld over melding bij de Verwijsindex en er wordt gemeld. 3. Indien er sprake is van een match, wisselen de meldende partijen, na toestemming van de ouders, onderling gegevens uit. Algemene gang van zaken bij risicosignalering o Als de school risico signaleert wordt leerling ingebracht in de zorgbegeleidingstructuur van de school. o Als het risico opgeheven is door interventies binnen /buiten de school, is een melding in de Verwijsindex niet nodig. o Als handelingsverlegenheid vaststaat, wordt in de Verwijsindex gemeld. Wanneer melden: Wettelijk kader meldingen Schoolspecifieke reden tot melding nov10 Wettelijk kader zoals omschreven in de Wijziging op de Wet op de Jeugdzorg (Wjz): Een meldingsbevoegde kan melden (met of zonder ouders / jongere te informeren), met eventueel doorbreking van de op grond van zijn beroep geldende plicht tot geheimhouding, als er een redelijk vermoeden is dat de jeugdige door één of meer van de hierna genoemde risico s in zijn ontwikkeling naar volwassenheid wordt belemmerd: 1. De jeugdige staat bloot aan geestelijk of lichamelijk geweld, enige andere vernederende behandeling of verwaarlozing 2. De jeugdige heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende psychische problemen, waaronder verslaving aan alcohol, drugs of kansspelen 3. De jeugdige heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende opgroei of opvoedingsproblemen 4. De jeugdige is minderjarig en moeder of zwanger 5. De jeugdige verzuimt veelvuldig van school of andere onderwijsinstelling, danwel verlaat die voortijdig of dreigt die voortijdig te verlaten 6. De jeugdige is niet gemotiveerd om door legale arbeid in zijn levensonderhoud te voorzien 7. De jeugdige heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende financiële problemen 8. De jeugdige heeft geen vaste woon of verblijfsplaats 9. De jeugdige is een gevaar voor anderen door lichamelijk of geestelijk geweld of ander intimiderend gedrag 10. De jeugdige laat zich in met activiteiten die strafbaar zijn gesteld 11. De ouders of andere verzorgers van de jeugdige schieten tekort in de verzorging of opvoeding van de jeugdige. Er is sprake van omstandigheden die leiden tot een ongunstig effect op de ontwikkeling van de jeugdige en de school is niet bij machte om het ongunstige effect op te heffen. Er is sprake van een niet op te heffen handelingsverlegenheid van en door de school.

142 DEEL 3 Zorgplatform Wordt besloten tot aanmelding bij het Zorgplatform, dan moet ook gemeld worden in Verwijsindex. Wanneer niet melden : De handelingsverlegenheid van de school is het moment waarop de school zelf een afweging maakt wat te doen: 1. Inbrengen van de leerling binnen het interne zorgteam. Als de vraag van de school/leerling daarin opgeheven wordt, is een melding in de Verwijsindex niet nodig 2. Inbrengen van de vraag/leerling in het ZAT. Daarin wordt gevraagd of één van de partners hulp biedt en/of een melding heeft gedaan. 3. Als de bespreking in het intern zorgteam/zat leidt tot het opheffen van handelingsverlegenheid, is een melding vanuit de school in de Verwijsindex niet nodig. Criteria volgens de landelijke verwijsindex ( Zie: Naast het kader, zoals opgenomen in de Wjz, zijn er op initiatief van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin wettelijke criteria ontwikkeld. Reden hiertoe is dat een goede Verwijsindex valt of staat met de kwaliteit van de meldingen. De meldcriteria kunnen gebruikt worden als een hulpmiddel bij het kwalificeren van het risico en natuurlijk ook om het eigen profiel tegen af te zetten. Er zijn 5 categorieën met elk 10 criteria (zie bijlage 2). Op de website is van elke criterium een toelichting te vinden. De categorieën zijn: 1. Materiële omstandigheden 2. Gezondheid 3. Opvoedings en gezinsrelaties 4. Onderwijs en werk 5. Sociale omgeving buiten gezin en school Bijlage 1 Voorbeelden van niet melden : 1. De school is in staat door eigen interventies binnen de zorgbegeleiding, de omstandigheden die leiden tot ongunstig effect, op te heffen. Bv. De zorgcoördinator of het interne zorgteam besluit tot aanmelding bij de sovatraining of leerlingbegeleiding, RT 2. De school is in staat door eigen interventies vanuit de interne zorgbegeleiding (verwijzing naar andere school / opvang) de omstandigheden die leiden tot ongunstig effect, op te heffen. Bv. School constateert excessief gedrag bij een leerling, pleegt interventies en beslist uiteindelijk tot bv. aanmelden bij REC 4 : dan is er geen reden tot melden; het ongunstige effect voor de ontwikkeling wordt opgeheven. 3. De school is in staat door eigen interventies vanuit de interne zorgbegeleiding (verwijzen naar externe partners, zoals BJZ, Riagg, B 3.0, MEE), de omstandigheden die leiden tot ongunstig effect, op te heffen. Bv. De zorgcoördinator of het interne zorgteam adviseert ouders tot inschakelen van externe hulpverlening. 4. De school is in staat door aanmelding bij het ZAT, de omstandigheden die leiden tot ongunstig effect, op te heffen. Voorwaarde, om de omstandigheden die leiden tot ongunstig effect op te heffen, is dat alle bij de interventies betrokken partijen, vooral ouders en leerling zelf, positief staan tegenover de door de school aangestuurde en voorgestelde interventies. nov10

143 DEEL 3 Bijlage 2 De meldcriteria volgens de landelijke Verwijsindex: Zie: Materiële omstandigheden: Dit leefgebied betreft de woonomstandigheden van de jeugdige, de kwaliteit van de huisvesting en van de buurt waarin het huis staat en andere factoren die van invloed zijn op de materiële omstandigheden waarin de jeugdige opgroeit (zoals financiële problemen van de ouders). Sommige van deze meldcriteria hoeven op zichzelf geen probleem te zijn, voor het melden bij de Verwijsindex moet er sprake zijn van een ongunstig effect op de ontwikkeling van de jeugdige: De jeugdige woont in een extreem krappe woning; De woning (van het gezin) van de jeugdige biedt een onvoldoende veilige omgeving en heeft daarom op bepaalde punten verbetering nodig; Er zijn problemen met (basis)voorzieningen in de woning; De jeugdige krijgt onvoldoende materiële verzorging; Er is sprake van onvoldoende investering in algemeen gangbare uitgaven; Het gezin/de jeugdige heeft financiële problemen; Het gezin/de jeugdige is voor het inkomen afhankelijk van een uitkering en/of anderen; Het gezin/de jeugdige woont in een buurt die ontoereikend of onveilig is voor het grootbrengen/opgroeien van jeugdigen; Het gezin/de jeugdige verhuist regelmatig; Het gezin/de jeugdige heeft geen vaste woon of verblijfplaats. Gezondheid: Dit leefgebied betreft de lichamelijke en de geestelijke gezondheid van de jeugdige en/of de ouder(s) en het functioneren en de ontwikkeling van de jeugdige. Sommige van deze meldcriteria hoeven op zichzelf geen probleem te zijn, voor het melden bij de Verwijsindex moet er sprake zijn van een ongunstig effect op de ontwikkeling van de jeugdige: De jeugdige heeft fysieke, zintuiglijke problemen en/of handicaps; De jeugdige heeft sociale, emotionele, cognitieve of gedragsproblemen en/of een specifieke emotionele stoornis of gedragsstoornis (of er onvoldoende zorg voor); De jeugdige krijgt onvoldoende of teveel lichamelijke en medische verzorging; De jeugdige heeft (onverklaarbaar) letsel en/of lichamelijke klachten die op kindermishandeling of jeugdprostitutie kunnen wijzen; De jeugdige is minderjarig en (aanstaand) ouder; Er is sprake van middelenmisbruik (alcohol, drugs, medicatie), gok of computerverslaving bij de jeugdige; Er is sprake van middelenmisbruik (alcohol, drugs, medicatie), gok of computerverslaving bij de ouder, verzorger, of ander gezinslid; De ouder, verzorger, of ander gezinslid heeft fysieke, zintuiglijke problemen en/of handicaps, sociale, emotionele, cognitieve of gedragsproblemen en/of een specifieke emotionele, gedrags of persoonlijkheidsstoornis; Risicovol gedrag van een zwangere vrouw die de gezondheid van het ongeboren kind kan schaden; Ingrijpende gebeurtenissen (life events). nov10

144 DEEL 3 Opvoedings en gezinsrelaties: Dit leefgebied betreft de pedagogische en relationele condities in het gezin waarin de jeugdige opgroeit. Sommige van deze meldcriteria hoeven op zichzelf geen probleem te zijn, voor het melden bij de Verwijsindex moet er sprake zijn van een ongunstig effect op de ontwikkeling van de jeugdige: Er is onenigheid binnen het gezin of tussen de ouders; De relatie van de jeugdige met zijn ouders is problematisch; De jeugdige is slachtoffer van kindermishandeling; De ouders hebben problemen in de opvoeding van de jeugdige; De ouder (die een rol speelt in de verzorging en opvoeding van de jeugdige) is overbelast; Er zijn factoren die het ouderschap bemoeilijken; Er is sprake van een civielrechtelijke kinderbeschermingsmaatregel; Er zijn problemen met veranderingen in de gezinssamenstelling (die voor instabiliteit in het gezin zorgen); Er is sprake van hulpverlening aan een gezinslid vanwege ernstige problematiek; Een ander gezinslid dan de jeugdige is betrokken bij criminele activiteiten. Onderwijs en werk Dit leefgebied betreft het onderwijs (ook kinderopvang en buitenschoolse opvang) dat de jeugdige volgt en/of het werk dat de jeugdige heeft. Daarnaast gaat het ook om de omstandigheden die de onderwijs en/of werksituatie van de jeugdige kunnen beïnvloeden. Sommige van deze meldcriteria hoeven op zichzelf geen probleem te zijn, voor het melden bij de Verwijsindex moet er sprake zijn van een ongunstig effect op de ontwikkeling van de jeugdige: De jeugdige heeft problemen met het cognitief functioneren, leren en schoolprestaties; De jeugdige heeft emotionele problemen op school, kinderopvang, buitenschoolse opvang of werk; De jeugdige heeft problemen in het contact met anderen op school, kinderopvang, buitenschoolse opvang of werk; De jeugdige heeft gedragsproblemen op school, kinderopvang, buitenschoolse opvang of werk; De jeugdige is van school of kinderopvang gestuurd; De jeugdige wisselt veelvuldig van school of kinderopvang; De jeugdige is leerplichtig, maar gaat niet naar school; De jeugdige is niet meer leerplichtig, maar heeft geen baan, praktijkonderwijs, geen startkwalificatie, geen vrijwilligerswerk en/of participeert onvoldoende in de samenleving; Kenmerken van de school, kinderopvang, het werk die op problemen en/of risico s kunnen wijzen; Kenmerken van opleiding, werk, betrokkenheid ouder(s) die op problemen en/of risico s kunnen wijzen. nov10

145 DEEL 3 Sociale omgeving buiten gezin en school Dit leefgebied betreft de omgeving (en met name de relaties in die omgeving) van de jeugdige buiten het gezin en buiten school of werk en het gedrag van de jeugdige in die omgeving. Bijvoorbeeld de kwaliteit van vriendschapsrelaties, het gedrag van de jeugdige (met als mogelijk gevolg overlast of criminaliteit) op straat en openbare plekken (kinder en jongerenwerk in buurthuis, winkels, café s, etc.). Sommige van deze meldcriteria hoeven op zichzelf geen probleem te zijn, voor het melden bij de Verwijsindex moet er sprake zijn van een ongunstig effect op de ontwikkeling van de jeugdige: De jeugdige heeft geen hobby s of interesses en gaat uit zichzelf geen interactie aan met de sociale omgeving; De jeugdige en/of ouders hebben een gebrekkig sociaal netwerk; De jeugdige en/of ouders maken geen of weinig gebruik van (sociale) voorzieningen en/of zijn onbereikbaar voor voorzieningen en/of zijn zorgwekkende zorgmijders; De jeugdige en/of zijn ouders ervaren uitsluiting, discriminatie, intimidatie of pesterij als gevolg van het behoren tot een specifieke groep; De relatie tussen de jeugdige en leeftijdsgenoten en/of volwassenen is problematisch; De jeugdige en/of zijn ouders hebben in de leefomgeving gedragsproblemen; De jeugdige en/of zijn ouders zijn betrokken bij criminele activiteiten; De jeugdige is slachtoffer van criminaliteit; Er is sprake van een strafrechtelijke maatregel bij de jeugdige; De jeugdige is makkelijk beïnvloedbaar door anderen en daardoor kwetsbaar. nov10

146 DEEL 3 nov10

147 DEEL De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling binnen de zorgstructuur van het VO Inleiding In het najaar van 2008 kondigden de staatssecretaris van VWS en de ministers van Justitie en voor Jeugd en Gezin een wetsvoorstel aan waarin organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren, in het kader van kwaliteitszorg, de plicht krijgen om een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling. De verplichting geldt voor organisaties en zelfstandige beroepskrachten in de (jeugd)gezondheidszorg, het onderwijs, de kinderopvang, de jeugdzorg en de maatschappelijke ondersteuning en eveneens voor politie en justitie. Aan de voorgenomen wet is een basismodel meldcode toegevoegd als handreiking voor het opstellen van een code voor de eigen organisatie of praktijk. Vooruitlopend op de nieuwe wet (in voorjaar 2011 gepland) hebben de betrokken bewindspersonen besloten om dit basismodel meldcode alvast bekend te maken, zodat de praktijk zich op de wetgeving kan voorbereiden.2 In de meldcode werken instellingen en scholen de volgende stappen uit: 1. in kaart brengen van signalen 2. collegiale consultatie 3. gesprek met de cliënt 4. weging en risicotaxatie 5. besluit tot hulpverlening en/of melding Het doel van dit basismodel meldcode is ondersteuning bieden aan instellingen, die hiermee, aan de hand van een aantal stappen, hun eigen meldcode kunnen opstellen. In de meldcode van een organisatie of instelling moet concreet en nauwkeurig beschreven zijn over welke doelgroep het gaat, welke rol de beroepskrachten hebben, wie stappen moeten zetten en welke functionarissen te raadplegen zijn. De meldcode geldt ook voor het basis voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Begripsomschrijving: De meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld gaat over alle vormen van mishandeling, ook seksueel geweld, eergerelateerd geweld, genitale verminking, en ouderenmishandeling. De laatste twee vormen vallen niet direct in het blikveld van de school. Bij de signalering gaat het om zowel slachtoffers en getuigen als om vermoedelijke daders. Intimidatie of geweld door beroepskrachten is nadrukkelijk niet opgenomen in de meldcode. Het implementeren van de meldcode in het VO is geen ingewikkelde opgave, omdat de stappen goed in te passen zijn in de zorgstructuur zoals deze op veel VO scholen functioneert. Scholen zijn niet verplicht om te melden, maar wel om de meldcode actief te hanteren. In dit schrijven schetsen we de criteria waarop scholen verantwoording afleggen aan de inspectie; deze geven immers aan waaraan de integratie in de zorgroute minimaal aan moet voldoen. Vervolgens werken we deze criteria uit t.a.v. een aantal randvoorwaarden voor 2 N.B. deze site kan ook kortweg met worden bereikt! nov10

148 DEEL 3 succesvolle implementatie, om daarna het basismodel meldcode HG&K te integreren in de zorgstructuur van het Voortgezet Onderwijs. 2. Criteria voor de inspectie De meldcode HG&K geldt voor professionals uit het onderwijs (basis voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs). In het kader van haar toezichthoudende taak bevraagt de inspectie scholen op drie punten om te bepalen of zij voldoen aan hun plicht met betrekking tot de meldcode HG&K: de aanwezigheid van een (in de eigen zorgroute geïntegreerde) Meldcode de randvoorwaarden voor hulp en melding de toepassing van de Meldcode in de (school)praktijk De aanwezigheid van de meldcode. Alle onderwijsinstellingen hebben de zorg en begeleiding voor leerlingen / deelnemers geregeld in een zorgstructuur en beschreven in een schoolzorgplan. Scholen vermelden in het zorgplan dat de meldcode is opgenomen en verankerd in de zorgroute en bestuurlijk geborgd is in de afspraken met zorgpartners. Ook wordt daarin aangegeven hoe men het actief hanteren van de meldcode bevordert, bijvoorbeeld door scholing. Randvoorwaarden T.a.v. de zorgstructuur: De school heeft een vastgestelde zorgstructuur en een ZAT, een privacyreglement en een klachtenprocedure. Een en ander is vastgelegd in een beschrijving van de intern gehanteerde taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, procedures, werkinstructies en registraties. Deskundigheid en facilitering van schoolinterne zorgfunctionarissen is geborgd. Ook de samenwerking met ouders heeft aandacht in het schoolzorgplan. Het hebben van een goed uitgewerkte zorgstructuur is niet toereikend. Van groot belang is de wijze waarop mentoren en docenten de zorgstructuur invullen, de schoolcultuur: Mishandeling en huiselijk geweld, eergerelateerd geweld of oudermishandeling zijn geen onderwerpen waar leerlingen mee te koop lopen. Jongeren (en/of hun ouders) kaarten deze onderwerpen uit zichzelf niet gemakkelijk aan met mentoren/docenten. Ook betrokken schoolmedewerkers voelen aarzeling om het onderwerp te bespreken. Daarom is het van belang de kennis om te signaleren bij docenten te verhogen en de handelingsverlegenheid te verminderen door scholing. Bij signalen van leerlingen, zeker als het gaat om huiselijk geweld of kindermishandeling, dient men altijd te overleggen met collega s of deskundigen in de school. Hoe meer het tot de schoolcultuur behoort om over leerlingen signalen uit te wisselen, bijvoorbeeld in gestructureerde leerlingbesprekingen, hoe beter de meldcode is te implementeren. Handelingsverlegenheid is begrijpelijk, maar is met gerichte aandacht te voorkomen. 3. Toepassing van de meldcode binnen de zorgstructuur op scholen Binnen deze uitwerking staat de meldcode binnen de zorgen begeleidingsstructuur zoals deze op het merendeel van de VO scholen georganiseerd is. Bij het lezen moet men zich realiseren dat men van de opeenvolging van beschreven stappen kan afwijken, op grond van specifieke factoren. Zo kan er vanuit de begeleidingsrelatie al eerder contact zijn met ouders dan bij stap 3, en is er ook vanuit de weging van de ernst van een signaal na stap 1 via consultatie over te gaan tot melding. Ook geldt hier nog het volgende: in het basismodel meldcode spreekt men over het al dan niet wegnemen van zorgen om tot een volgende stap nov10

149 DEEL 3 over te gaan. Het kan natuurlijk zo zijn dat na een stap de signalen niet bevestigd zijn (bijv. na een gesprek met de ouders), maar dat hoeft niet te betekenen dat de zorgen van de onderwijskracht verminderd zijn. Als de zorgen nog steeds bestaan, kan dat de reden zijn om de volgende stap wel te zetten. Stap 1: in kaart brengen van signalen. Wanneer er zorgen zijn omtrent leerlingen zullen in eerste instantie mentoren en docententeam in actie komen. T.o.v. het primair onderwijs is er veel minder continuïteit in het contact tussen leerling en mentor/docent en kost het vaak meer tijd en inspanning om adequaat te signaleren. Systematische leerlingbesprekingen zijn dan een goede basis om alle signalen van docenten over leerlingen te ordenen en te bespreken. Uiteraard zijn die signalen dan te verbinden met reeds beschikbare informatie uit de overdracht met de voorgaande school en eventuele gegevens uit de intake. Als de ontwikkeling van de leerling anders loopt dan verwacht en gewenst, kunnen de mentor en de docenten een gerichte aanpak afspreken. Vervolgens deelt men de signalen en voorgestelde aanpak met leerling en met ouders. Wanneer signalen wijzen op mogelijke kindermishandeling en/of huiselijk geweld kunnen er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de leerling risico loopt bij het met ouders bespreken van de zorgen. Dat is vooral aan de orde als er door de leerling rechtstreeks met de mentor of een collega is gesproken over een bedreigende thuissituatie. Dan gaat men snel over tot stap 2. Veel zorgsignalen zijn echter aspecifiek en kunnen naar een diversiteit van problematiek verwijzen (zie de aan het eind van het artikel genoemde websites). Dan hoort het gesprek met leerling en ouders over de zorgen tot het nader in kaart brengen van signalen. Op grond daarvan beoordeelt de mentor of er aanleiding is vervolgstappen te zetten. Stap 2: collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het advies en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. Als de verzamelde informatie het vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld ondersteunt, consulteert de mentor de school interne zorgfunctionarissen. Nagenoeg elke VO heeft een zorgcoördinator, aan veel VO scholen zijn orthopedagogen en schoolmaatschappelijk werkers(smwers) verbonden. Het merendeel van de scholen voor voortgezet onderwijs organiseert een vorm van intern zorgoverleg, waar men die signalen van docenten en mentoren bespreekt als ze tot ondersteuningsvragen leiden. Spilfunctionaris in dit overleg is de zorgcoördinator. Deze zit het overleg voor en de team/afdelingsleiders vertegenwoordigen de lijn. Andere schoolinterne zorgprofessionals en het schoolmaatschappelijk werk sluiten aan. Vanuit dit overleg zet men schoolinterne zorg in. Bij enkelvoudige problematiek (afgebakende problematiek met logische vervolgstap) wordt via bilateraal overleg verwezen naar de betreffende partnerinstelling van het ZAT. Binnen dit overleg besluit men eventueel het AMK of het Steunpunt Huiselijk Geweld te consulteren m.b.t. de vastgestelde zorgen. Ook bestaat hier de mogelijkheid om een risicomelding in de Verwijsindex te doen. Immers als signalen niet direct zijn herkend binnen de schoolorganisatie of in het gesprek met de ouders, kunnen deze elders toch ook zijn opgevangen en tot 'niet pluis gevoel' hebben geleid! Op deze manier wordt er een verbinding gelegd met de VIR, zijn afzonderlijke signalen bij elkaar te brengen en bij een match is snel contact tussen ZATpartnersmogelijk. Ook weegt men in dit intern zorgoverleg af of een casus bespreking in het ZAT vraagt. Hiertoe besluit men als de problematiek dermate complex is dat de multidisciplinaire kijk en eventueel de interventies van ZAT partners gewenst zijn. Het betrekken van leerling en ouders bij de zorgen, en de terugkoppeling naar degenen die het signaal inbrachten zijn aandachtspunten bij de bespreking in het intern zorgoverleg. nov10

150 DEEL 3 Stap 3: gesprek met de leerling en/of ouders (cliënt). Na de collegiale consultatie in het intern zorgteam en het eventuele advies van AMK of SHW bespreekt de mentor de signalen vervolgens met de leerling en/ of met de ouder(s), afhankelijk van de situatie, gezamenlijk of apart. Dit doet hij vaak samen met een andere schoolfunctionaris. In de meeste gevallen is het onduidelijk wat de oorzaken zijn van de signalen. Door ouders te informeren over de signalen, te vragen naar de thuissituatie en informatie uit te wisselen over de ontwikkeling van hun kind, zijn zorgen te verduidelijken, te ontkrachten of bekrachtigen. Ook kan men toestemming vragen om e.e.a. in het ZAT te bespreken opdat er een multidisciplinaire aanpak van de problemen is af te spreken. Op grond van de eerdere afweging kan het gesprek met de ouders achterwege blijven in verband met de veiligheid van het kind of die van anderen. Stap 4: wegen van het geweld of de kindermishandeling. De volgende stap is dat de school de signalen, het ingewonnen advies bij collega s en de informatie uit het gesprek met de ouders in het ZAT bespreekt. De aard en de ernst van de signalen en het risico op kindermishandeling of huiselijk geweld weegt men dan multidisciplinair af. Vervolgens stelt men een afgestemde aanpak vast, gericht op ondersteuning van de leerling, de ouders en de school. In het ZAT is de hiervoor benodigde specialistische hulp aanwezig. De voorgenomen wetgeving Zorg in en om School stelt als kernpartijen voor voortgezet onderwijs naast het onderwijs zelf de leerplicht, de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk (eventueel in de persoon van de schoolmaatschappelijk werker), bureau jeugdzorg, speciaal onderwijs (specifieke expertise m.b.t. het omgaan met gedragsproblemen of leerproblematiek) en politie. In het ZAT moet die goede multidisciplinaire beoordeling van ingebrachte casussen plaatsvinden. Zo nodig kan er extra onderzoek plaatsvinden, een diagnose gesteld worden en kan men het voorwerk voor indicaties voor jeugdzorg en/of speciaal onderwijs doen. Dan komt de speciale zorg van die instellingen op gang. Stap 5: beslissen: Hulp organiseren en / of melden. Het ZAT organiseert de noodzakelijke hulp en geeft handelingsadviezen aan de school. Daarnaast overleggen de deelnemers in het ZAT of er gemeld wordt bij het AMK en zo ja, door welke ZAT functionaris. Met het AMK bespreekt men wat het interne zorgteam of het ZAT na de melding, binnen de grenzen van de gebruikelijke werkzaamheden, zelf nog kan doen om de betrokkenen tegen het risico op huiselijk geweld of op mishandeling te beschermen. De verantwoordelijke schoolfunctionaris (schoolleider of zorgcoördinator) bespreekt met de ouders de uitkomst van de bespreking in het ZAT. Stap 6: Volgen (formeel geen onderdeel van de meldcode, maar wel gewenst) Wanneer vanuit het ZAT hulp komt is in het team afgesproken wie de zorg coördineert. Het ZAT volgt de effecten van deze hulp en stelt de aanpak zo nodig bij. Ten slotte biedt men nazorg en evalueert men de aanpak. Meer informatie en praktische handreikingen voor het implementeren vindt u op: nov10

151 DEEL 3 Stroomschema Stap 1 Signaleren en noteren Docent, mentor, conciërge of andere medewerker van de school vermoedt kindermishandeling of huiselijk geweld. Noteer concreet waarneembaar gedrag en/of signaal. Bevestiging signalen terugkoppelen Stap 2 collegiale consultatie Medewerker overlegt met collega s, leidinggevende en of zorgcoördinator. Check of collega s dezelfde signalen/gedragingen waarnemen. Raadplegen in en externe deskundigen Signalen niet herkend Blijf leerling observeren Beslissing bevestigen/ontkennen signalen Terugkoppeling bevestigen Stap 3 gesprek met de leerling en ouders Mentor en/of een zorgfunctionaris gaat in gesprek om zorgen te delen en te checken waar gedrag/signalen vandaan komen. Beslissing bevestigen/ontkennen signalen Terugkoppeling bevestigen Stap 4 wegen aard en ernst Partners in het ZAT wegen signalen Stel een aanpak vast na multidisciplinair overleg Terugkoppelen naar leerling (ouders) en signaleerder Stap 5 Beslissen Partners in het ZAT beslissen na weging signalen. Melding bij AMK of SHG dan wel hulp ZAT partner en coördinatie hulp. Terugkoppelen naar leerling (ouders) en signaleerder Melding AMK SGH Hulpverlening door ZAT (partners) Hulpverlening door ZAT (partners) geen effect:alsnog melding nov10

152 DEEL 4 Deel Voorbeelden interne zorgstructuren Corderius College Farel College Mulock Houwer Vakcollege Liendertseweg 4.2 Voorbeelden aanmeldingsformulieren Corderius College Guido de Brès Centrale Opvang Voorziening (COV) Farel College GGD Midden Nederland 4.3 Voorbeelden Handelingsplan De Sprong Vakcollege Liendertseweg nov10

153 DEEL 4 nov10

154 DEEL Voorbeelden interne zorgstructuren Corderius College Hulproute voor een leerling met een probleem Doel: het probleem zo hoog mogelijk in het schema oplossen = interventies hebben gewenste effect = interventies hebben niet het gewenste effect leerling docent signaleert probleem spreekt leerling Professioneel Moment 2: leest verslaglegging 1 spreekt leerling herleidt hulpvraag spreekt ouders / collega s pleegt interventie(s) verwijst naar interne hulp verwijst naar externe hulp verslaglegging 2 Professioneel Moment 1: mentor afd.leider Interne hulp: Remedial teaching Sociale vaardigheidstraining Faalangstreductietraining Compacten & Verrijken Wie Helpt Wie Steunfunctionaris Onderwijs Jongerenspreekuur GGD Professioneel Moment 4: leest verslaglegging 3 adviseert pleegt interventie(s) verwijst naar externe hulp doet followup informeert mentor/collega verslaglegging 4 nov10 intern Professioneel Moment 3: leest verslaglegging 2 spreekt leerling herleidt hulpvraag pleegt interventie(s) verwijst naar interne hulp verwijst naar externe hulp verslaglegging 3 zorgadviesteam (ZAT) J.W. van de Wal Zorgcoördinator zorgplatform Corderius College

155 DEEL Farel College Zorgstructuur schematisch weergegeven Intake Aanmelding Dossier Begeleiding en overdracht Betrokkenen DOCENT en/of MENTOR Activiteit Gesprekken met leerling Contacten met ouders Collegiale consultatie Bestudering dossier Kiezen en uitvoeren van interventie(s) Interventieformulier invullen Opvoeren hulpvraag in TEAM PM 1 Professioneel moment 1 Probleemomschrijving Formuleren hulpvraag aan onderwijsteam Reeds ondernomen acties en resultaten ONDERWIJSTEAM Afdelingsleider beoordeelt de hulpvraag Leerlingbespreking Evaluatie aanpak hulpvraag Besluitvorming vervolgaanpak Kiezen en uitvoeren van interventie PM 2 Professioneel moment 2 Mentor is procesbewaker. (Her)formuleren Consultatie interne specialisten probleemomschrijving Bij onvoldoende resultaat: (Her)formuleren hulpvraag aan Hulpvraag opvoeren in INTERNE interne Zorgteam ZORGTEAM Aanvullend ondernomen acties en resultaten INTERNE ZORGTEAM Zorgcoördinator beoordeelt de hulpvraag Bespreking en probleemanalyse Evaluatie aanpak hulpvraag Kiezen en uitvoeren van interventies Procesbewaker: Zorgcoördinator Consultatie externe specialisten Evaluatie begeleiding Opvoeren hulpvraag in ZORGADVIESTEAM Zoco beoordeelt hulpvraag 4. ZORGADVIESTEAM Akkoord ouders (?) Consultatie Interventie in samenwerking Doorverwijzing procesbewaker externespecialist Terugkoppeling met Zoco Eindevaluatie 3. Documentatie en Professioneel moment nov10 PM 3 Professioneel moment 3 (Her)formuleren probleemomschrijving (Her)formuleren hulpvraag aan ZAT Aanvullend ondernomen acties en resultaten Procesbewaker externespecialist

156 DEEL Mulock Houwer Zorgstructuur Mulock De intake vindt plaats met de schoolmaatschappelijk werker (intakecoördinator) en de orthopedagoog. Hierin wordt de zorgstructuur uitgelegd aan ouders en jongere. 2. De orthopedagoog schrijft een (voorlopig) handelingsplan. Ouders tekenen het voorlopig handelingsplan. 3. Na ongeveer drie maanden observatieperiode wordt op basis van diverse gedragsobservatielijsten een (definitief) handelingsplan geschreven door de mentor. Ouders tekenen dit handelingsplan. 4. Handelingsplannen worden door de mentor twee keer per schooljaar schriftelijk geëvalueerd. 5. Er zijn gedurende het schooljaar drie leerlingbesprekingen. Deze worden voorgezeten door de orthopedagoog en de betreffende mentor. Daarnaast zijn alle betrokken vakleerkrachten aanwezig. Afhankelijk van welk moment in het jaar, wordt tijdens deze bespreking het handelingsplan of de evaluatie hiervan besproken. 6. Indien vragen vanuit de leerlingbespreking naar voren komen of er zijn vragen over leerlingen tussen de leerlingbespreking in, worden deze vragen in de CvB (Commissie van Begeleiding) ingebracht. De Commissie van Begeleiding bestaat uit de orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts en de directeur van de Mulock De CvB komt elke twee weken samen om te vergaderen. 7. Indien de CvB geen antwoord kan geven op de ingebrachte vragen, wordt de vraag ingebracht in het Zorg Advies Team (ZAT). De CvB stelt de agenda samen voor het ZAT. Het ZAT bestaat uit de jeugdpolitie, leerplicht,, SOVEE, Directeur Mulock 2000 en de schoolmaatschappelijk werker. 8. Het ZAT wordt in de volgende CVBvergadering teruggekoppeld. 9. Belangrijke informatie kan zowel persoonlijk aan docenten worden teruggekoppeld, als breed in de teamvergadering (bijv. signaleren, observeren, informeren, etc.). Door terugkoppeling in de teamvergadering wordt het team geprofessionaliseerd. nov10

157 DEEL Vakcollege Liendertseweg Interne zorgstructuur Vakcollege locatie Liendertseweg van MENTOR naar ZAT Klas Mentor/coach Prof. moment I PM wanneer begeleiding verder Kernteamoverleg Leerlingbespreking Prof. moment II Intern specialisten Zorgteam Intern Zorgoverleg Bilateraal overleg externen ZAT Bovenschools Regionaal/SWV Zorgplatform nov10 Prof. Moment III Geïndiceerde zorg

158 DEEL Voorbeelden Aanmeldingsformulieren Corderius College Aanmeldingsformulier ZAT I. Bespreekdatum: II. Bespreeksituatie: Bespreking vindt plaats met schriftelijke toestemming van ouders/verzorgers Bespreking vindt plaats met instemming van ouders/verzorgers Bespreking vindt plaats zonder instemming van ouders/verzorgers en wordt anoniem besproken III. Gegevens leerling en thuis 1. Naam leerling Klas Mentor School Datum aanvraag Geboortedatum Adres / postcode Woonplaats : : : : Corderius College : : : : Etniciteit: Geboorteland: NL In Nederland sinds: nvt Onderwijsnummer: nvt Opgevoed door: nvt De biologische ouder(s): Het ouderlijk gezag rust bij: nvt Naam en voorletters ouder/verzorger: Adres: idem 10. Gezinssamenstelling: 11. Bijzonderheden: IV. Aanmelding door: Leerling zelf Ouder(s) Afdelingsleider /mentor Leerlingbegeleiding/zorgteam Anders, nl: V. Beschrijving problematiek van de leerling: VI. Hulpvraag aan ZAT: nov10

159 DEEL 4 VII. Reeds ondernomen acties, eerdere aanmelding van/bij andere instanties, interne specialisten etc. Heeft de school zelf al acties ondernomen / interventies verricht? Is er voor aanmelding bij het ZAT al eerder hulp verleend door een instantie of functionaris buiten school? Indien 'ja', vul dan de onderstaande tabel in. Door wie? Wanneer? Soort actie/interve (van/tot) ntie Resultaat? Docenten (PM1) Mentor/afde lingsleider (PM2) Zorgteam (PM3) Extern VIII. Uitkomsten bespreking ZAT Besluit ZAT: Actie/interventie ZAT: Begeleidingsverantwoordelijke(n)/zorgcoördinatie: Uitvoerders: Middelen/methoden: Evaluatie op: nov10 Waardoor geen gewenst resultaat?

160 DEEL Guido de Brès AANMELDINGSFORMULIER ZAT (zorgadviesteam) Naam leerling: Woonplaats: Geboortedatum: Leeftijd: Klas: Mentor: Schoolloopbaan: De ouders zijn op de hoogte van de aanmelding: O ja O nee Datum aanmelding: Naam aanmelder: 1. SIGNALERING Problemen op het terrein van: gedrag: werkhouding: schoolvorderingen: studievaardigheden (zelfstandig werken): 2. G.L.O.O.T Leerlingkenmerken 2.2. Onderwijsgevende kenmerken 2.3. Omgevingskenmerken 2.4. Taakkenmerken nov10

161 DEEL 4 3. DIAGNOSTICERING A. Wat is er gedaan door de mentor? Met welk resultaat (PM 0) B. Wat is er geadviseerd door het team? Met welk resultaat? (PM 1) C. Wat is er geadviseerd door het zorgteam? Met welk resultaat? (PM 2) 4. HULPVRAAG (graag smart formuleren) 5. ADVIES ZAT 6. UITVOERING periode 7. uitvoerder middelen BIJ DOORVERWIJZING NAAR EXTERNE INSTANTIE Instantie: Contactpersoon: Verantwoordelijke vanuit school: Evaluatie: nov10 opmerkingen

162 DEEL 4 Vervolg TOELICHTING OP DE TERMEN DIE OP HET FORMULIER VOORKOMEN In het GLOOTmodel gaan we er van uit dat het gedrag (G) het resultaat is van een interactie tussen de volgende vier factoren: de kenmerken van de leerling (L) de kenmerken van de onderwijsgevende (O) de kenmerken van de sociale omgeving (O) de kenmerken van de taak (T) Leerlingkenmerken (L). De reeds opgedane speel en werkervaring, zowel thuis als op school. De voorkennis. De sociaalemotionele gesteldheid. De lichamelijke gesteldheid. De ontwikkelbaarheid / leerbaarheid / werkgedrag kenmerken. Kenmerken van de onderwijsgevende (O). De benadering van het kind. In hoeverre is het handelen van de leerkracht nadelig voor het kind? De pedagogischdidactische aanpak. Hoe is de opzet en aanbieding van de onderwijsleersituaties? De begeleiding van de sociaalemotionele ontwikkeling. Biedt de school voldoende ruimte aan kinderen om zich te uiten? Vele andere aspecten van kenmerken van de onderwijsgevende zijn o.a.: orde, organiseren, begripsvol reageren, vragen stellen, conditie onderwijsgevende enz. Kenmerken van de sociale en materiële omgeving (O). De sociale omgeving: De wijze waarop het kind relaties onderhoudt met andere kinderen en de wijze waarop het kind zich geaccepteerd voelt door andere kinderen is van invloed op het werkgedrag van het kind. De materiële omgeving. Het gaat hier om zaken als de speelplaats, de inrichting van het schoolgebouw, rustige hoeken, literatuur, meubilair en inrichting van de lokalen, zuurstofgraad, de kleuren, lichtinval enz. De kenmerken van de taak (T). De soort taak. De lengte van de taak. De moeilijkheidsgraad van de taak. De omvang / grootte van de taak. Het tijdstip van de taakuitvoering. Motivatie (intrinsieke en extrinsieke). nov10

163 DEEL Centrale Opvang Voorziening (COV) AANMELDINGSFORMULIER ZAT Zo data invullen: ddmmjjjj vertrouwelijk 1. BESPREEKSITUATIE De bespreking in het ZAT vindt plaats op: A. De bespreking vindt plaats met schriftelijke toestemming van de ouder(s) / verzorger(s). B. De bespreking vindt plaats met instemming van de ouder(s) / verzorger(s) C. De bespreking heeft een consultatieve functie. De casus wordt anoniem besproken. D. Er is een situatie voor ontheffing. De bespreking vindt plaats op naam, maar zonder toestemming. 2. SCHOOLGEGEVENS Naam school: COV Prisma College BRIN nummer: 14 RC Adres: Magnesiumweg 4 Schooltype: ISK Postcode en plaats: 3812 PW Amersfoort Aanmelder: Telefoon: Functie: adres: cov@prismacollege.nl adres: 3. LEERLINGGEGEVENS Naam en voorletters: Geslacht: Roepnaam: In Nederland sinds: Geboortedatum: Op de COV sinds: Adres: Land van herkomst: Postcode en plaats: Nationaliteit: Telefoon: Voertaal thuis: BSN: Ouderlijk gezag: De leerling volgt de lessen in: Klas: Blok: 4. PROBLEMATIEK Gesignaleerde problematiek in en buiten de school nov10 man vrouw

164 DEEL 4 Gesignaleerde problematiek in en buiten de school 5. ONDERNOMEN ACTIE Beschrijving van ondernomen acties, eerdere aanmeldingen bij andere instanties, specialisten e.d. 6. HULPVRAAG Hulpvraag aan het ZAT Collegiale consultatie door het ZAT. Interventies door het ZAT Doorverwijzing door het ZAT nov10

165 DEEL Farel College Aanmeldingsformulier ZAT Datum aanmelding: 1. Gegevens leerling: Naam: Geboortedatum: Klas: Mentor: Schoolloopbaan: Woonsituatie: Naam ouder/verzorger: Bijzonderheden: 2. Aanmelding door: O ouders O leerling O anders, n.l. Toestemming van ouders: O niet gevraagd O schriftelijk (of via ) O mondeling 3. Probleem leerling: O Sociale problemen O Emotionele problemen O Opvallend gedrag O Problemen vrije tijd O Criminaliteit O Aanpak/opvoeding O Ingrijpende gebeurtenis O Anders, namelijk: 4. Reeds ondernomen acties (intern en/of extern) 5. Hulpvraag: 6. Aan de slag: Besluit ZAT: Afspraken ZAT: Uitvoerder(s): Middelen/Methoden: Evaluatie op: nov10

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners?

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners? Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners? Passend onderwijs Zorg- en adviesteams Integraal indiceren Centrum voor jeugd en gezin De lokale

Nadere informatie

Integraal indiceren. Implementatie Kader Integraal Indiceren

Integraal indiceren. Implementatie Kader Integraal Indiceren Integraal indiceren Op dit moment bestaan er veel verschillende routes en verschillende instanties voor het verkrijgen van indicaties voor speciale onderwijszorg en voor specialistische jeugdzorg. Zo kennen

Nadere informatie

SWV Eemland Zorgplan 2011-2012. Collectieve Ambitie

SWV Eemland Zorgplan 2011-2012. Collectieve Ambitie SWV-VO Eemland Postbus 1558 3800 BN Amersfoort 033 4480304 06 20539906 www.swveemland.nl - info@swveemland.nl SWV Eemland Zorgplan 2011-2012 Collectieve Ambitie I. Algemeen Op 11 februari 2010 heeft een

Nadere informatie

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd Themaconferenties WSNS-coördinatoren en bestuurders Dinsdag 22 september 2009, Rotterdam Woensdag 30 september 2009, Weert Maandag 5 oktober 2009,

Nadere informatie

Zorg- en adviesteams in het hele land

Zorg- en adviesteams in het hele land Zorg- en adviesteams in het hele land In zorg- en adviesteams (ZAT s) werken instellingen voor onderwijs, jeugdzorg en veiligheid samen om kinderen en jongeren met problemen snel goede hulp te bieden.

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst voor professionals in de uitvoering Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking

Nadere informatie

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) TRIPLE T Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) Passend onderwijs Een ontwikkeling die parallel loopt aan de transitie Jeugdzorg en die met name vanwege de sterk inhoudelijke samenhang

Nadere informatie

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Opbouw presentatie Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Waarom passend onderwijs? Minder thuiszitters. Meer

Nadere informatie

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht Bijlage 2 Uitwerking zorgplicht Inleiding Het streven is om met ingang van 1 augustus 2012 een zorgplicht voor schoolbesturen in te voeren. Het begrip zorgplicht en de betekenis daarvan, roept de nodige

Nadere informatie

ZORGPLAN. Christelijk Lyceum Delft VMBO

ZORGPLAN. Christelijk Lyceum Delft VMBO ZORGPLAN Christelijk Lyceum Delft VMBO 1 Missie en visie van de school Het CLD wil zijn leerlingen een veilige omgeving bieden, waarin zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en vrije mensen. Wij beschouwen

Nadere informatie

Protocol Ziekteverzuimbegeleiding VO

Protocol Ziekteverzuimbegeleiding VO Pagina 1 van 20 Inleiding Elke gemeente is verplicht om uitvoering te geven aan handhaving en toezicht op de naleving van de Leerplichtwet. De leerplichtambtenaar is hierbij afhankelijk van wat de scholen

Nadere informatie

Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken

Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken Wettelijk kader: Zorgen dat leerlingen met een onderwijs- en zorgbehoefte een passend onderwijsaanbod krijgen aangeboden. Eerst alleen gericht op de leerlingen

Nadere informatie

Op weg naar een sluitende zorgstructuur in en om het (voortgezet) speciaal onderwijs

Op weg naar een sluitende zorgstructuur in en om het (voortgezet) speciaal onderwijs Op weg naar een sluitende zorgstructuur in en om het (voortgezet) speciaal onderwijs Stel uw eigen werkagenda op Zorgen dat ieder kind het beste uit zichzelf kan halen. Dát is de opdracht voor het onderwijs

Nadere informatie

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het? Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het? werkgroep bundelen van expertise, 25 mei 2012 Aanleiding voor een team passend onderwijs Passend onderwijs betekent dat iedere leerling het onderwijs en

Nadere informatie

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING Samen maken wij meedoen voor jeugd mogelijk Kinderen en jongeren met een beperking moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen, zodat zij zo zelfstandig mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.

Nadere informatie

Ondersteuningsplan

Ondersteuningsplan Ondersteuningsplan 2018-2022 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland Publieksversie Alle leerlingen gaan succesvol naar school dat is onze opdracht en daar werken alle scholen voor primair onderwijs

Nadere informatie

Interne ondersteuningsbegeleiding in de praktijk en zorgplicht Ordenen, verhelderen en bewaken via Professionele Momenten

Interne ondersteuningsbegeleiding in de praktijk en zorgplicht Ordenen, verhelderen en bewaken via Professionele Momenten Interne ondersteuningsbegeleiding in de praktijk en zorgplicht Ordenen, verhelderen en bewaken via Professionele Momenten Ordenen, verhelderen en bewaken 24-06-14 1 Interne ondersteuningsstructuur en PM

Nadere informatie

Kennisdelingsbijeenkomst privacy passend onderwijs & gegevensuitwisseling onderwijs en jeugd(hulp) 9 mei 2019

Kennisdelingsbijeenkomst privacy passend onderwijs & gegevensuitwisseling onderwijs en jeugd(hulp) 9 mei 2019 Kennisdelingsbijeenkomst privacy passend onderwijs & gegevensuitwisseling onderwijs en jeugd(hulp) 9 mei 2019 Steunpunt Passend Onderwijs, Kennisnet, de VNG, het Nji en Ingrado WORKSHOP PREVENTIEF WERKEN

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Naam Pieter Dekkers Ton Edelbroek Datum 5 december 2012 Opbouw presentatie 1. Introductie workshopleiders 2. Probleemschets 3. Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg

Nadere informatie

Werkproces Thuiszitters, verzuimers en vrijgestelde jongeren in de regio De Friese Wouden

Werkproces Thuiszitters, verzuimers en vrijgestelde jongeren in de regio De Friese Wouden Werkproces Thuiszitters, verzuimers en vrijgestelde jongeren in de regio De Friese Wouden Werkproces en praktische handleiding Regio De Friese Wouden en de gemeente De Fryske Marren Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Zorgroutes interne en externe zorgstructuur in basisscholen 23 juni 2014 1 Inhoud INLEIDING... 3 MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD... 3 CRITERIA

Nadere informatie

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs Onderwijsondersteuningsroute: Instroom van leerlingen met rugzak (concept versie 5 september 2013; ontwikkeld door de Werkgroep Passend Onderwijs Toewijzing Onderwijsondersteuning van Koers VO). - De onderwijsondersteuningsroute

Nadere informatie

De Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) zo handelen we bij schoolverzuim!

De Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) zo handelen we bij schoolverzuim! De Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) zo handelen we bij schoolverzuim! Methodische Aanpak Schoolverzuim Schoolverzuim (ook ziekteverzuim) is vaak een signaal van achterliggende problematiek. En veelvuldig

Nadere informatie

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Mezelf even voorstellen Een verkenning op hoofdlijnen van de raakvlakken tussen Passend onderwijs en zorg voor jeugd Met u in gesprek Samenwerken! Doelstelling

Nadere informatie

Jaarplan Leerplicht. Schooljaar 2013-2014. Gemeente Velsen

Jaarplan Leerplicht. Schooljaar 2013-2014. Gemeente Velsen Jaarplan Leerplicht Schooljaar 2013-2014 Gemeente Velsen 1 2 Inleiding Alle kinderen in Nederland hebben recht op onderwijs. Zo kunnen zij zich voorbereiden op de maatschappij en de arbeidsmarkt. In Nederland

Nadere informatie

Passend Onderwijs. Regio 30-08

Passend Onderwijs. Regio 30-08 Passend Onderwijs Regio 30-08 SYSTEEM VAN DOORVERWIJZEN 4 16 jaar WSNS en LGF De aanleiding Nadelige effecten? Nog steeds vallen leerlingen tussen wal en schip Nog steeds moeten ouders zoeken naar een

Nadere informatie

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Toelichting ontwikkelingsperspectief Toelichting ontwikkelingsperspectief Dit document is bedoeld als achtergrond informatie voor de scholen, maar kan ook (in delen, zo gewenst) gebruikt worden als informatie aan ouders, externe partners

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking tussen het

Nadere informatie

Taken van interne begeleiders in de samenwerking

Taken van interne begeleiders in de samenwerking Taken van interne begeleiders in de samenwerking Hoewel dé intern begeleider niet bestaat, heeft de Landelijke Beroepsgroep voor Intern Begeleiders (LBib) toch geprobeerd wat overzicht te brengen in de

Nadere informatie

Regionaal thuiszitterspact Noord-Kennemerland 2017

Regionaal thuiszitterspact Noord-Kennemerland 2017 Regionaal thuiszitterspact Noord-Kennemerland 2017 Regionaal thuiszitterspact Noord-Kennemerland 2017 Alle kinderen en jongeren verdienen passend onderwijs, passende zorg en passende opvoeding om goed

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Charlois (18OR00) Charlois 18OR00 Directeur Lydia van den Hoonaard Adres Clemensstraat 117 3082 CE ROTTERDAM Telefoon

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN School voor Speciaal Basisonderwijs De Kring (20KY00) School voor Speciaal Basisonderwijs De Kring 20KY Directeur

Nadere informatie

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd Centrale helpdesk voor gemeenten Samenwerken voor de jeugd Inhoud Woord vooraf 3 1. Meer preventie en meer opvoedondersteuning 5 Centrum voor Jeugd en Gezin 5 Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg 6 Digitaal

Nadere informatie

Beleidsvoorstel thuiszitters Programma Activiteitenplan : uitwerking & 5.5 SWV VOVSO Noord-Limburg 31.01

Beleidsvoorstel thuiszitters Programma Activiteitenplan : uitwerking & 5.5 SWV VOVSO Noord-Limburg 31.01 Beleidsvoorstel thuiszitters Programma Activiteitenplan 2016-2017: uitwerking & 5.5 SWV VOVSO Noord-Limburg 31.01 Dit beleidsdocument is opgesteld na overleg met het netwerk ondersteunings coördinatoren

Nadere informatie

De Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) zo handelen we bij schoolverzuim!

De Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) zo handelen we bij schoolverzuim! De Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) zo handelen we bij schoolverzuim! Methodische Aanpak Schoolverzuim Schoolverzuim is vaak een signaal van achterliggende problematiek. En veelvuldig verzuim kan

Nadere informatie

Verwijsindex risicojongeren

Verwijsindex risicojongeren Verwijsindex risicojongeren Bijeenkomst Kenniskring JGZ 29 maart 2010 Utrecht Inhoud presentatie Achtergrond Samenhang met andere trajecten Rolverdeling actoren Wetsvoorstel Stand van zaken Programma Jeugd

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Inleiding 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. Wat kan de 6 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning

Nadere informatie

ZORGBELEIDSPLAN 2015 BC Broekhin Roermond, hoofdlokatie

ZORGBELEIDSPLAN 2015 BC Broekhin Roermond, hoofdlokatie ZORGBELEIDSPLAN 2015 BC Broekhin Roermond, hoofdlokatie Ambities en doelen 2015 Ambitie Doel Resultaat Plan van aanpak Betrokkenen In te zetten Medewerkers kennis Medewerkers zijn - Scholing rondom zorgbreedte

Nadere informatie

Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011)

Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011) Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011) Uitgangspunten bij de visie op ondersteuning van het samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Zoetermeer

Nadere informatie

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen Zorgplicht In de wetgeving m.b.t. passend onderwijs hebben de schoolbesturen zorgplicht gekregen. Deze zorgplicht geldt voor de leerlingen waarvan is vastgesteld

Nadere informatie

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs Om het kind Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs Enkele feiten en cijfers 100.000 gezinnen 143.000 jeugdigen tot 18 jaar 67.000 jongeren 18 23 jaar Totaal budget

Nadere informatie

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013 Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013 Arjan Reniers a.reniers@hco.nl Instructie Onze school beschikt over een ondersteuningsprofiel en ik weet (in grote lijnen) wat daarin staat. Ja

Nadere informatie

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids 2012-2013

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids 2012-2013 7 Passend onderwijs 7.1 Algemeen Kinderen zijn nieuwsgierig en willen graag leren. Deze eigenschap hoort bij het kind zijn. Alle kinderen verdienen aandacht en zorg, maar zeker ook diegenen die moeite

Nadere informatie

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september 2009 Programma 1. Opening door wethouder Everink 2. Toelichting op gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid Locale Educatieve Agenda (LEA) Centrum voor Jeugd en Gezin

Nadere informatie

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband VO Amsterdam Schoolondersteuningsprofiel Joy Bijleveld Registerpsycholoog Kinder & Jeugd Voorzitter sectie schoolpsychologen NIP 1 SOP? 2 inhoud Definitie Basisondersteuning Piramide

Nadere informatie

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs CONVENANT Zorg- en adviesteam School/Scholen/SWV xxx Deelnemende organisaties: Deelnemer 1 Deelnemer 2 Deelnemer 3 Deelnemer 4 Deelnemer 5 Deelnemer

Nadere informatie

Factsheet Zorgteams en ZAT s in het onderwijs, 2014

Factsheet Zorgteams en ZAT s in het onderwijs, 2014 In een reeks factsheets besteedt het NCOJ aandacht aan diverse aspecten van de zorgstructuur in het onderwijs. april 2015, nummer 3 Factsheet Zorgteams en ZAT s in het onderwijs, 2014 De gegevens zijn

Nadere informatie

Protocol Ziekteverzuim in het basisonderwijs

Protocol Ziekteverzuim in het basisonderwijs Protocol Ziekteverzuim in het basisonderwijs 1. Kader Als je ziek bent blijf je thuis en doe je even niet mee. Incidenteel niet erg. Het wordt pas erg als het schoolziekteverzuim lang duurt of zeer regelmatig

Nadere informatie

Definitieve versie februari 2015

Definitieve versie februari 2015 1 Gecomprimeerd Schoolondersteuningsprofiel Het Tangram Algemene gegevens School Het Tangram BRIN 28CL Directeur G.J. Stavenuiter Adres Marcel Duchampplein 801 3059 RD Rotterdam Telefoon 010-7076500 E-mail

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht 2018-2022 Taken Regionaal Bureau Leerplicht Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) voert voor de gemeenten in de Duin & Bollenstreek en de Leidse Regio de leerplichtfunctie

Nadere informatie

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland Passend Onderwijs Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland Pyt Nauta, OOP-dag 7 november 2017 Waarom deze ontwikkeling? Ouders manifesteren zich Maatschappelijk perspectief Jarenlange pogingen

Nadere informatie

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau pagina 1 van 14 Pagina 1 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking tussen het

Nadere informatie

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM Snel terug naar school is veel beter! Meerjarenprogramma 2017-2020 Schoolverzuim is een actueel en groeiend maatschappelijk probleem. De JGZ-sector heeft

Nadere informatie

Informatie over leerplicht. Verzuimwijzer. Leerplicht gemeente Overbetuwe

Informatie over leerplicht. Verzuimwijzer. Leerplicht gemeente Overbetuwe Informatie over leerplicht Verzuimwijzer Leerplicht gemeente Overbetuwe Via deze brochure willen we alle basis- en voortgezet onderwijs scholen in de gemeente Overbetuwe een handvat bieden bij het toezicht

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Samsam (18ZH00) Samsam 18ZH00 Directeur Wendy Koopmans Adres Moliereweg 629 3076 GE ROTTERDAM Telefoon 0104190565

Nadere informatie

COMMUNICATIEPLAN PASSEND ONDERWIJS

COMMUNICATIEPLAN PASSEND ONDERWIJS COMMUNICATIEPLAN PASSEND ONDERWIJS SWV VO/VSO 31.02 'Communicatie is het scheppen van gemeenschappelijke betekenis (Gisela Redeker, hoogleraar communicatie) Conceptversie 2 17-03-2014 Communicatieplan

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2019

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2019 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2019 De meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is verplicht vanaf 1 juli 2013 en is binnen het Raayland College ingepast in de zorgstructuur. Een

Nadere informatie

Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs

Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs Aansluiting jeugdhulp en onderwijs 1 Gecombineerd aanbod onderwijs en zorg Per 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingegaan. Hiermee

Nadere informatie

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie ACHTERGRONDINFORMATIE COMMISSIE SOCIALE INFRASTRUCTUUR 15 MEI 2008 1. Inleiding

Nadere informatie

Handreiking verzuim. deel II

Handreiking verzuim. deel II Handreiking verzuim deel II Wettelijk verzuim Absoluut verzuim Omschrijving Actie Wie Een leerling staat niet ingeschreven op een school Brief leerplicht: ouders zijn verplicht kind binnen 4 weken in te

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs Factsheet September 2009, nummer 7 Monitor 2008 Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs Voor het zesde achtereenvolgende jaar heeft het NJi de stand van zaken in de leerlingenzorg in het voortgezet

Nadere informatie

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen! Er zijn 27 Ouder- en Kindteams. 22 teams zitten in de wijken, vier teams zijn er voor het voortgezet onderwijs en één team is er speciaal voor het MBO. We werken samen vanuit een aantal functies: ouder-

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs Factsheet September 2009, nummer 7 Monitor 2008 Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs Voor het zesde achtereenvolgende jaar heeft het NJi de stand van zaken in de leerlingenzorg in het voortgezet

Nadere informatie

Inhoudsopgave verzuimkaart Clusius College mbo

Inhoudsopgave verzuimkaart Clusius College mbo Inhoudsopgave kaart Clusius College mbo VERZUIMKAART... 2 Verzuimregistratie... 2 Leer- en kwalificatieplicht... 2 Taken van de leerplichtambtenaar... 3 Taken van het RMC... 3 Verzuimbeleid van het Clusius

Nadere informatie

De provincie Utrecht en onderwijs

De provincie Utrecht en onderwijs 1 provincie 29 gemeenten De provincie Utrecht en onderwijs Op het gebied van onderwijs houdt de provincie zich bezig met: advies aan de minister OC&W over vestiging van scholen voorkomen van segregatie

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen Adaptief onderwijs Onderwijs dat zich aanpast aan de ontwikkelingsmogelijkheden en behoeften van elk (individueel) kind. Arrangement Extra onderwijsondersteuning

Nadere informatie

Zorg in en om de school hoofdbevindingen Zorg- en adviesteams in kort bestek

Zorg in en om de school hoofdbevindingen Zorg- en adviesteams in kort bestek Factsheet Mei 2011, nummer 17 Monitor 2010 Zorg in en om de school hoofdbevindingen Zorg- en adviesteams in kort bestek Het onderwijsbeleid is erop gericht te bevorderen dat scholen kunnen omgaan met verschillen

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Van VO naar VO Van VO naar VSO (cluster 3 en cluster 4) Van VO naar MBO Van PO naar VSO Van SO naar VO Van SO naar VSO

Van VO naar VO Van VO naar VSO (cluster 3 en cluster 4) Van VO naar MBO Van PO naar VSO Van SO naar VO Van SO naar VSO Centraal Meldpunt: het monitoren van leerlingstromen Aanleiding In de regio Midden Limburg was sprake van een groot aantal thuiszitters. Uit overleggen bleek dat er geen duidelijkheid was over het aantal

Nadere informatie

pilot projectvoorstel Preventieve en vroegtijdige inzet ZAT

pilot projectvoorstel Preventieve en vroegtijdige inzet ZAT pilot projectvoorstel Preventieve en vroegtijdige inzet ZAT Versie 1 oktober 2013 Inleiding Alle kinderen en jongeren in ons land verdienen een passende onderwijsplek. Dat geldt in het bijzonder voor leerlingen

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER BUREAU JEUGDZORG NOORD-HOLLAND Elk kind heeft recht op goede ontwikkelkansen en om op te groeien in een veilige omgeving. Als dit niet vanzelf gaat, wordt door het lokale veld

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg Inhoud 1. Ondersteuningsaanbod... 2 a. Basisondersteuning:... 2 b. Extra ondersteuning... 6 c. Grenzen aan de ondersteuning... 7 20140825 ondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling CvB/180717 Heerenveen, 18 juli 2017 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1 Inleiding In het najaar van 2008 kondigden de staatsecretaris van VWS en de ministers van Justitie en voor Jeugd en

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

Samen voor kinderen 20-2-2014. Agenda. Ondersteuningsplan SWV PO 30 07. Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? 1. Passend Onderwijs algemeen

Samen voor kinderen 20-2-2014. Agenda. Ondersteuningsplan SWV PO 30 07. Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? 1. Passend Onderwijs algemeen Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? Samen op weg... Agenda 1. Passend Onderwijs algemeen Ouders School 2. Onderwijs in Best 3. Onderwijs op deze school Kind 4. Gedeelde verantwoordelijkheid Passend

Nadere informatie

Protocol te laat komen en verzuim

Protocol te laat komen en verzuim Protocol te laat komen en verzuim 2016-2017 Protocol te laat komen en verzuim Alle leerkrachten houden de absenties in bij Esis en zorgen ervoor dat dit uiterlijk elke vrijdag bijgewerkt is voor de voorbije

Nadere informatie

Toeleiding naar bovenschoolse ondersteuning Breda

Toeleiding naar bovenschoolse ondersteuning Breda Praktijkvoorbeeld Toeleiding naar bovenschoolse ondersteuning Breda Samenvatting Deze nieuwe toeleidingsroute heeft als hoofddoel elke leerling die tijdelijk niet in het regulier onderwijs terecht kan

Nadere informatie

Oost ter Hout. School voor Praktijkonderwijs. Verzuimprotocol

Oost ter Hout. School voor Praktijkonderwijs. Verzuimprotocol Oost ter Hout School voor Praktijkonderwijs Verzuimprotocol 2018-2019 Inleiding: Dit document is een routewijzer wanneer sprake is van verzuim, schorsing en/of verwijdering. Ieder schooljaar wordt elk

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN De Schalm (18ZU00) De Schalm 18ZU00 Directeur Hiske de Koning Adres Katendrechtsestraat 61 3072 NS ROTTERDAM Telefoon

Nadere informatie

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie + Jeugdzorg verandert Decentralisatie + Wet op de jeugdzorg 2009-2012 Evaluatie transitie van de jeugdzorg Doel nieuwe wet Realiseren van inhoudelijke en organisatorische verandering in de jeugdzorg Terugdringen

Nadere informatie

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp Werken met esar@almere.nl Werken met ESAR werkt! ESAR werkt! betere en snellere hulp Almeerse professionals over hun ervaringen met het Elektronisch Signaleringssysteem Alle Risicojeugd Telefoon 14 036

Nadere informatie

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant Definitie - Taakverdeling - Opschaling - Combinatie van taken - Taken en prestaties - Randvoorwaarden Zorgcoördinatie

Nadere informatie

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b?

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b? Wat is een plusvoorziening? Een plusvoorziening is een combinatieprogramma van zorg en hulpverlening, onderwijs en (indien nodig) arbeidstoeleiding, waarbij een duidelijke structuur voor en verbondenheid

Nadere informatie

Advies 10 Notitie Jeugdbeleid

Advies 10 Notitie Jeugdbeleid Betreft : reactie op Notitie jeugdbeleid Datum : 22 december 2016 1 Inleiding Het beleid en het daarop gebaseerde uitvoeringsplan uitgewerkt in de Notitie Jeugdbeleid geldt voor de periode 2017 2018. De

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

Samenwerken in de jeugdketen Een instrument voor gegevensuitwisseling

Samenwerken in de jeugdketen Een instrument voor gegevensuitwisseling Samenwerken in de jeugdketen Een instrument voor gegevensuitwisseling Uitgave van het Centrum voor Jeugd en Gezin Opsterland. Bij het samenstellen van deze uitgave is gebruik gemaakt van Samenwerken in

Nadere informatie

passend onderwijs en zorg voor de jeugd VNG conferentie 11 juni 2013

passend onderwijs en zorg voor de jeugd VNG conferentie 11 juni 2013 passend onderwijs en zorg voor de jeugd VNG conferentie 11 juni 2013 Gestart vanuit gezamenlijke visie Professionals, ondersteuners, bestuurders werken samen aan: een sterke basis: goed onderwijs, gewoon

Nadere informatie

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Workshop verzorgd door: Rob Gilsing (SCP) Hans Migchielsen (Jeugd en Onderwijs) Opzet: inhoudelijke karakterisering lokaal educatieve agenda: Landelijk (relatie

Nadere informatie

Eerstelijnsjeugdhulp. Dr. Wim Gorissen, Directeur Efectiviteit & Vakmanschap

Eerstelijnsjeugdhulp. Dr. Wim Gorissen, Directeur Efectiviteit & Vakmanschap Eerstelijnsjeugdhulp Dr. Wim Gorissen, Directeur Efectiviteit & Vakmanschap Opbouw inleiding De jeugdwet en het jeugdveld Samenwerking in de eerstelijnsjeugdhulp Samen lerend doen wat werkt 2 De Jeugdwet

Nadere informatie

Zorg in en om het voortgezet onderwijs

Zorg in en om het voortgezet onderwijs Factsheet November 2011, nummer 20 Monitor 2010 Zorg in en om het voortgezet onderwijs De leerlingenzorg op middelbare scholen is in hoge mate ontwikkeld. Zo hebben alle scholen in 2010 een of meer interne

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN De Kleine Wereld (20HA00) De Kleine Wereld 20HA00 Directeur Saskia de Bruijne Adres Taborstraat 40-42 3061 EW ROTTERDAM

Nadere informatie

Verandert de wereld op 1 augustus 2014??

Verandert de wereld op 1 augustus 2014?? Verandert de wereld op 1 augustus 2014?? Passend Onderwijs voor alle leerlingen? Alle jongeren succesvol op school Onderwijs dat past bij ieders talenten en beperkingen Regionale Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Handvatten voor samenwerkingsafspraken en inrichting van werkprocessen. Voor scholen, samenwerkingsverbanden, jeugdhulporganisaties

Nadere informatie

Aanmeldprocedure OZAPP

Aanmeldprocedure OZAPP Aanmeldprocedure Inleiding Met de komst van passend onderwijs wordt getracht meer leerlingen binnen het regulier onderwijs de ondersteuning te bieden die ze nodig hebben. Dat maakt dat er ook leerlingen

Nadere informatie