Questions et réponses écrites. Schriftelijke vragen en antwoorden BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA DE BELGIQUE

Transcriptie

1 QRVA QRVA BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et réponses écrites

2 N-VA : Nieuw-Vlaamse Alliantie PS : Parti Socialiste MR : Mouvement Réformateur CD&V : Christen-Democratisch en Vlaams Open Vld : Open Vlaamse liberalen en democraten sp.a : socialistische partij anders Ecolo-Groen : Ecologistes Confédérés pour l organisation de luttes originales Groen cdh : centre démocrate Humaniste VB : Vlaams Belang PTB-GO! : Parti du Travail de Belgique Gauche d Ouverture FDF : Fédéralistes Démocrates Francophones PP : Parti Populaire Afkortingen bij de nummering van de publicaties: DOC /000: Parlementair document van de 54 e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA: Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV: Voorlopige versie van het Integraal Verslag CRABV: Beknopt Verslag CRIV: Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen) PLEN: COM: MOT: Plenum Commissievergadering Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier) Abréviations dans la numérotation des publications: DOC /000: Document parlementaire de la 54 e législature, suivi du n de base et du n consécutif QRVA: Questions et Réponses écrites CRIV: Version Provisoire du Compte Rendu intégral CRABV: Compte Rendu Analytique CRIV: Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analy tique traduit des interventions (avec les annexes) PLEN: Séance plénière COM: Réunion de commission MOT: Motions déposées en conclusion d interpellations (papier beige) Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen: Natieplein Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ publicaties@dekamer.be De publicaties worden uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes: Place de la Nation Bruxelles Tél. : 02/ Fax : 02/ courriel : publications@lachambre.be Les publications sont imprimées exclusivement sur du papier certifié FSC

3 QRVA bqr document INHOUD SOMMAIRE I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf 16 oktober I. Liste cumulative des questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir du 16 octobre Page/Blz. 3 II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1 à 4 du règlement de la Chambre). Page/Blz. 11 Blz. Page Eerste minister - Premier ministre Vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel Vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Culturele Instellingen 11 Vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur 16 Vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments - Vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste 23 Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales Minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij - Ministre du Budget, chargé de la Loterie nationale Minister van Justitie 26 Ministre de la Justice Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 45 Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Pensioenen - Ministre des Pensions Minister van Financiën 51 Ministre des Finances Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie - Ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'agriculture, et de l'intégration sociale Minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling - Ministre de l'énergie, de l'environnement et du Développement durable Minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken - Ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique Minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, toegevoegd aan de minister belast met Buitenlandse Handel Staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, Bestrijding van de fiscale fraude, en Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Financiën 56 Ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges - Secrétaire d'état au Commerce extérieur, adjoint au ministre chargé du Commerce extérieur - Secrétaire d'état à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique - Secrétaire d'état à la Lutte contre la pauvreté, à l'égalité des chances, aux Personnes handicapées, à la Lutte contre la fraude fiscale, et à la Politique scientifique, adjointe au ministre des Finances

4 2 QRVA Blz. Page Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met 69 Secrétaire d'état à l'asile et la Migration, chargé de la Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité van Veiligheid en Binnenlandse Zaken et de l'intérieur III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. Page/Blz. 77 Blz. Page Eerste minister 77 Premier ministre Vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel Vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen Vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Culturele Instellingen - Vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur 80 Vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments 90 Vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste 110 Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales Minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij - Ministre du Budget, chargé de la Loterie nationale Minister van Justitie 121 Ministre de la Justice Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 136 Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Pensioenen 166 Ministre des Pensions Minister van Financiën 174 Ministre des Finances Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie 185 Ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'agriculture, et de l'intégration sociale Minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling - Ministre de l'énergie, de l'environnement et du Développement durable Minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken 195 Ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique Minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, toegevoegd aan de minister belast met Buitenlandse Handel Staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, Bestrijding van de fiscale fraude, en Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Financiën Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken - Ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges 220 Secrétaire d'état au Commerce extérieur, adjoint au ministre chargé du Commerce extérieur 222 Secrétaire d'état à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique - Secrétaire d'état à la Lutte contre la pauvreté, à l'égalité des chances, aux Personnes handicapées, à la Lutte contre la fraude fiscale, et à la Politique scientifique, adjointe au ministre des Finances - Secrétaire d'état à l'asile et la Migration, chargé de la Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité et de l'intérieur IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp. IV. Sommaire par ministre et mentionnant l'objet. Page/Blz. 225

5 QRVA Lijst afgesloten op 26/01/2015. Liste clôturée le 26/01/2015. I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf 16 oktober I. Liste cumulative des questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir du 16 octobre Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel Vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur Luk Van Biesen Zuhal Demir Jean-Marc Nollet Tim Vandenput Zuhal Demir Zuhal Demir Zuhal Demir Johan Klaps Peter Jean-Marc Nollet 8 Vanvelthoven Muriel Gerkens Wouter Raskin Renate Hufkens Eric Thiébaut Werner Janssen Werner Janssen 9 Vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen Vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments Koenraad Degroote Koenraad Degroote Koenraad Degroote Koenraad Degroote Franky Demon Filip Dewinter Jan Penris Jan Penris Kattrin Jadin Kattrin Jadin Kattrin Jadin Peter Buysrogge Koenraad Degroote Koenraad Degroote Koenraad Degroote Koenraad Degroote Koenraad Degroote Koenraad Degroote Koenraad Degroote Koenraad Degroote Zakia Khattabi Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye Sabien Lahaye- Battheu Battheu

6 4 QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Vincent Van Quickenborne QRVA QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- 3 Battheu Sabien Lahaye- 3 Battheu Daphné Dumery Jean-Marc Nollet Georges Gilkinet Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Zakia Khattabi Bert Wollants Nele Lijnen Dirk Van Georges Gilkinet 4 Mechelen Roel Deseyn Koenraad 4 Degroote Robert Van de Robert Van de 4 Velde Velde Marcel Cheron Luk Van Biesen Luk Van Biesen Roel Deseyn Koenraad Zakia Khattabi 5 Degroote Jean-Marc Nollet Nele Lijnen Denis Ducarme Denis Ducarme Kristien Van Renate Hufkens 5 Vaerenbergh Renate Hufkens Eric Thiébaut Vincent Van Jean-Marc Nollet 7 Quickenborne Raoul Hedebouw Jean-Marc Nollet Philippe Goffin Koenraad 7 Degroote Koen Metsu Denis Ducarme Veerle Heeren Nele Lijnen Nele Lijnen Sabien Lahaye- 7 Battheu Roel Deseyn Roel Deseyn Vincent Van Peter 8 Quickenborne Vanvelthoven Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Nele Lijnen Philippe Goffin Vincent Van Katja Gabriëls 9 Quickenborne Goedele Brecht Vermeulen 9 Uyttersprot Philippe Goffin 9

7 QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Culturele Instellingen Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales Barbara Pas Luk Van Biesen Georges Peter 8 Dallemagne Vanvelthoven Stéphane An Capoen 9 Crusnière Wouter De Vriendt 9 Minister van Justitie Ministre de la Justice Barbara Pas Barbara Pas Barbara Pas Stefaan Van 3 Hecke Daniel Senesael Sabien Lahaye- 3 Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Daphné Dumery Jef Van den Bergh Franky Demon Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Willy Demeyer Luk Van Biesen Luk Van Biesen Roel Deseyn Caroline Cassart- 4 Mailleux Sabien Lahaye Karin Jiroflée 5 Battheu Sonja Becq Jef Van den Bergh Özlem Özen Karin 5 Temmerman Jan Penris Kristien Van Vaerenbergh Kristien Van Vaerenbergh Kristien Van Vaerenbergh Kristien Van Vaerenbergh Kristien Van Vaerenbergh

8 6 QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur Kristien Van Vaerenbergh Kristien Van Vaerenbergh QRVA QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur Kristien Van Vaerenbergh Vincent Van Quickenborne QRVA QRVA Denis Ducarme Hendrik Vuye Jean-Marc Nollet Peter 8 Vanvelthoven Ann Vanheste Franky Demon Nele Lijnen Sophie De Wit Stefaan Van Els Van Hoof 9 Hecke Philippe Goffin Philippe Goffin Renate Hufkens Goedele 9 Uyttersprot Renate Hufkens Els Van Hoof Els Van Hoof Katja Gabriëls Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin Philippe Goffin 9 7 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Kattrin Jadin Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Sabien Lahaye- Battheu Dirk Janssens Franky Demon Franky Demon Franky Demon Franky Demon Franky Demon Franky Demon Franky Demon Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Valerie Van Peel Jean-Marc Nollet Franky Demon Sarah Smeyers Nathalie Muylle Jan Spooren Jan Spooren Sarah Smeyers Luk Van Biesen Luk Van Biesen Yoleen Van Camp Kattrin Jadin Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Nathalie Muylle 7 3 3

9 QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Nathalie Muylle Renate Hufkens Jan Penris Frank Wilrycx Peter Jef Van den Bergh 8 Vanvelthoven Franky Demon Wouter Raskin Alain Mathot Anne Dedry Nathalie Muylle Philippe Goffin 9 Minister van Financiën Ministre des Finances Veerle Wouters Eric Van Rompuy Christian Sarah Smeyers 7 Brotcorne Roel Deseyn Vincent Van 7 Quickenborne Griet Smaers Barbara Pas Barbara Pas Peter 8 Vanvelthoven Veerle Wouters Vincent Van 9 Quickenborne Peter Dedecker Benoit Hellings 9 Minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen Ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges Jef Van den Bergh Sabien Lahaye- 3 Battheu Sabien Lahaye Jef Van den Bergh 4 Battheu Roel Deseyn Roel Deseyn Marco Van Hees Philippe Goffin Kattrin Jadin Kattrin Jadin Kattrin Jadin Veli Yüksel Frank Wilrycx Frank Wilrycx Frank Wilrycx Vincent Van 7 Quickenborne Roel Deseyn Peter 8 Vanvelthoven Kristien Van Renate Hufkens 8 Vaerenbergh Jef Van den Bergh Jan Penris Dirk Van der Zakia Khattabi 9 Maelen Philippe Goffin Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Vincent Van 9 Quickenborne Daniel Senesael Wouter Raskin 9

10 8 QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Isabelle Poncelet Roel Deseyn Roel Deseyn 9 Staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Secrétaire d'état à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Egbert Lachaert 7 Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, Bestrijding van de fiscale fraude, en Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Financiën Secrétaire d'état à la Lutte contre la pauvreté, à l'égalité des chances, aux Personnes handicapées, à la Lutte contre la fraude fiscale, et à la Politique scientifique, adjointe au ministre des Finances Barbara Pas Nahima Lanjri Nahima Lanjri Robert Van de 4 Velde Robert Van de Luk Van Biesen 4 Velde Luk Van Biesen Luk Van Biesen Vincent Van Jean-Marc Nollet 7 Quickenborne Denis Ducarme Vincent Van 7 Quickenborne Vincent Van Peter 8 Quickenborne Vanvelthoven Katja Gabriëls Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn 8 Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Secrétaire d'état à l'asile et la Migration, chargé de la Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité et de l'intérieur Nahima Lanjri Zakia Khattabi Griet Smaers Roel Deseyn An Capoen Sarah Smeyers Sarah Smeyers Barbara Pas Barbara Pas Vincent Van 7 Quickenborne Vincent Van Peter 8 Quickenborne Vanvelthoven Sarah Smeyers Sarah Smeyers Olivier Chastel Olivier Chastel Olivier Chastel Wouter De 9 Vriendt Katja Gabriëls Zakia Khattabi 9

11 QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Datum Date Vraag nr. Question n Auteur Auteur QRVA QRVA Zakia Khattabi 9

12 10 QRVA

13 QRVA (Fr.): In het Frans gestelde vraag. - (N.): In het Nederlands gestelde vraag. (N.): Question posée en néerlandais. - (Fr.): Question posée en français. II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer). II. Nouvelles questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1 à 4 du règlement de la Chambre). Vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel Vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur DO Vraag nr. 39 van de heer volksvertegenwoordiger Wouter Raskin van 11 december 2014 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel: Samenhuizen en de gevolgen voor de werkloosheidsuitkering. Onze steeds evoluerende samenleving heeft de afgelopen decennia in nieuwe samenlevingsvormen geresulteerd. De steeds stijgende vastgoedprijzen, de terughoudendheid van banken tot kredietverstrekking en de economische crisis in het algemeen nopen jongeren en ouderen om creatief om te springen als het aankomt op wonen. Gemeenschapswoningen en samenhuizen, ook wel co-housing genoemd, zijn steeds frequentere gegevens in onze samenleving. Dit gegeven manifesteert zich vooral in een jeugdige stad als Leuven, waar veel studenten na hun studies blijven wonen. Deze woonvorm beïnvloedt de werkloosheidsuitkering die een uitkeringsgerechtigde kan ontvangen. Zo verschillen de dagtarieven voor personen die alleenstaand beschouwd worden en de personen die beschouwd worden als samenwonende. De RVA definieert samenwonen aan de hand van twee criteria namelijk "onder hetzelfde dak wonen" en "een gemeenschappelijke huishouding voeren". Het spreekt voor zich dat veel personen die gemeenschapswoningen resideren vallen in een zekere ambiguïteit. Indien een persoon zich opgeeft als alleenstaande en een aangepaste uitkering ontvangt, kan deze ex post en retroactief worden teruggevorderd door de RVA. Men heeft als individu de mogelijkheid zich te verweren. 1. Bestaan er objectieve criteria met betrekking tot de classificatie van een individu als alleenstaande of samenwonende? DO Question n 39 de monsieur le député Wouter Raskin du 11 décembre 2014 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur: L'habitat groupé et ses conséquences en matière d'allocations de chômage. Au cours des dernières décennies, notre société en perpétuelle évolution a vu émerger de nouvelles formes de vie commune. L'augmentation continue des prix de l'immobilier, la réticence des banques à octroyer du crédit et la crise économique en général contraignent jeunes et moins jeunes à faire preuve de créativité en matière de logement. Les maisons communautaires et l'habitat groupé, également appelé "co-housing", constituent des formules de plus en plus fréquentes. C'est notamment le cas dans une ville jeune comme Louvain, où de nombreux étudiants continuent d'habiter après leurs études. Cette forme de logement influe sur l'allocation de chômage à laquelle un allocataire peut prétendre. Ainsi, les tarifs journaliers diffèrent selon que l'allocataire est considéré comme isolé ou cohabitant. L'ONEM définit la notion de vie commune sur la base de deux critères :"vivre sous le même toit" et "constituer un ménage commun". Dès lors, un grand nombre de résidents de maisons communautaires se trouvent dans une situation ambiguë. Ainsi, il peut arriver qu'une personne qui s'est déclarée sous le statut d'isolé et perçoit une allocation adaptée fasse l'objet d'un recouvrement ex post et rétroactif par l'onem. Elle peut, le cas échéant, s'opposer à cette décision. 1. Existe-t-il des critères objectifs pour l'attribution du statut d'isolé ou de cohabitant?

14 12 QRVA a) Hoeveel controles werden er uitgevoerd door de RVA met betrekking tot gemeenschapswoningen en samenhuisprojecten in de jongste drie jaar? 2. a) Combien de contrôles l'onem a-t-il effectués en rapport avec des maisons communautaires et des projets d'habitat groupé au cours des trois dernières années? b) Kan u deze gegevens per kanton meedelen? b) Pourriez-vous communiquer ces données par canton? 3. a) Hoe vaak is men overgegaan tot retroactieve terugvordering van een uitkering? 3. a) Combien de fois a-t-il été procédé au recouvrement rétroactif d'une allocation? b) Kan u deze gegevens tevens meedelen per kanton? b) Pourriez-vous également communiquer ces données par canton? 4. a) Hoe vaak is het individu overgegaan tot verweer van dergelijke terugvorderingen? 4. a) Dans combien de cas l'intéressé s'est-il opposé au recouvrement? b) Heeft u hier cijfergegevens per kanton? b) Disposez-vous de données chiffrées à ce sujet par canton? DO Vraag nr. 40 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Renate Hufkens van 11 december 2014 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel: Samenhuizen en de gevolgen voor de werkloosheidsuitkering. Onze steeds evoluerende samenleving heeft de afgelopen decennia in nieuwe samenlevingsvormen geresulteerd. De steeds stijgende vastgoedprijzen, de terughoudendheid van banken tot kredietverstrekking en de economische crisis in het algemeen nopen jongeren en ouderen om creatief om te springen als het aankomt op wonen. Gemeenschapswoningen en samenhuizen, ook wel co-housing genoemd, zijn steeds frequentere gegevens in onze samenleving. Dit gegeven manifesteert zich vooral in een jeugdige stad als Leuven, waar veel studenten na hun studies blijven wonen. Deze woonvorm beïnvloedt de werkloosheidsuitkering die een uitkeringsgerechtigde kan ontvangen. Zo verschillen de dagtarieven voor personen die alleenstaand beschouwd worden en de personen die beschouwd worden als samenwonende. De RVA definieert samenwonen aan de hand van twee criteria namelijk "onder hetzelfde dak wonen" en "een gemeenschappelijke huishouding voeren". Het spreekt voor zich dat veel personen die gemeenschapswoningen resideren vallen in een zekere ambiguïteit. Indien een persoon zich opgeeft als alleenstaande en een aangepaste uitkering ontvangt, kan deze ex post en retroactief worden teruggevorderd door de RVA. Men heeft als individu de mogelijkheid zich te verweren. 1. Bestaan er objectieve criteria met betrekking tot de classificatie van een individu als alleenstaande of samenwonende? DO Question n 40 de madame la députée Renate Hufkens du 11 décembre 2014 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur: L'habitat groupé et ses conséquences en matière d'allocations de chômage. Au cours des dernières décennies, notre société en perpétuelle évolution a vu émerger de nouvelles formes de vie commune. L'augmentation continue des prix de l'immobilier, la réticence des banques à octroyer du crédit et la crise économique en général contraignent jeunes et moins jeunes à faire preuve de créativité en matière de logement. Les maisons communautaires et l'habitat groupé, également appelé "co-housing", constituent des formules de plus en plus fréquentes. C'est notamment le cas dans une ville jeune comme Louvain, où de nombreux étudiants continuent d'habiter après leurs études. Cette forme de logement influe sur l'allocation de chômage à laquelle un allocataire peut prétendre. Ainsi, les tarifs journaliers diffèrent selon que l'allocataire est considéré comme isolé ou cohabitant. L'ONEM définit la notion de vie commune sur la base de deux critères :"vivre sous le même toit" et "constituer un ménage commun". Dès lors, un grand nombre de résidents de maisons communautaires se trouvent dans une situation ambiguë. Ainsi, il peut arriver qu'une personne qui s'est déclarée sous le statut d'isolé et perçoit une allocation adaptée fasse l'objet d'un recouvrement ex post et rétroactif par l'onem. Elle peut, le cas échéant, s'opposer à cette décision. 1. Existe-t-il des critères objectifs pour l'attribution du statut d'isolé ou de cohabitant?

15 QRVA a) Hoeveel controles werden er uitgevoerd door de RVA met betrekking tot gemeenschapswoningen en samenhuisprojecten in de jongste drie jaar? 2. a) Combien de contrôles l'onem a-t-il effectués en rapport avec des maisons communautaires et des projets d'habitat groupé au cours des trois dernières années? b) Kan u deze gegevens per kanton meedelen? b) Pourriez-vous communiquer ces données par canton? 3. a) Hoe vaak is men overgegaan tot retroactieve terugvordering van een uitkering? 3. a) Combien de fois a-t-il été procédé au recouvrement rétroactif d'une allocation? b) Kan u deze gegevens tevens meedelen per kanton? b) Pourriez-vous également communiquer ces données par canton? 4. a) Hoe vaak is het individu overgegaan tot verweer van dergelijke terugvorderingen? 4. a) Dans combien de cas l'intéressé s'est-il opposé au recouvrement? b) Heeft u hier cijfergegevens per kanton? b) Disposez-vous de données chiffrées à ce sujet par canton? DO Vraag nr. 41 van de heer volksvertegenwoordiger Eric Thiébaut van 11 december 2014 (Fr.) aan de viceeersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel: Bestrijding van ingebouwde veroudering. Inzake het fenomeen van de 'ingebouwde veroudering' van consumptiegoederen is er de jongste tijd een algemene bewustwording op gang gekomen, in de media, bij de economen, de consumenten, de milieuorganisaties, maar ook bij bepaalde staatsbesturen, van de noodzaak om hier een antwoord op te vinden. Ingebouwde veroudering is een tactiek waarbij de producenten, volgens een economische logica, van in de ontwerpfase de genormeerde levensduur van een product opzettelijk beperken, zodat de economische levensduur of gebruiksduur korter wordt. De meeste bedrijven trachten steeds betrouwbaardere en innovatievere producten te maken, maar soms worden er strategieën toegepast om de veroudering van producten kunstmatig te versnellen, zodat het product niet zo lang meegaat en sneller vervangen wordt. Soms raakt een product sneller verouderd omdat de technologie evolueert of het design gedateerd is, maar het gebeurt ook dat de beperkte levensduur als het ware voorgeprogrammeerd is door het ontwerp zelf en door het gebruik van bepaalde technische procédés. DO Question n 41 de monsieur le député Eric Thiébaut du 11 décembre 2014 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur: La lutte contre l'obsolescence programmée. Le phénomène qualifié " d'obsolescence programmée " des produits a donné lieu, ces derniers temps, à une prise de conscience générale des médias, des économistes, des consommateurs, des associations environnementales, mais aussi de certains Etats, sur la nécessité d'y apporter une réponse. On entend aujourd'hui par "obsolescence programmée" un stratagème par lequel un bien verrait sa durée normative sciemment réduite dès sa conception, limitant ainsi sa durée d'usage pour des raisons de modèle économique. Ainsi, bien que la plupart des entreprises cherchent à proposer des produits de plus en plus fiables et innovants, différentes stratégies sont parfois mises en place pour accélérer artificiellement l'obsolescence des produits, afin de favoriser leur renouvellement. Cela peut passer par une innovation technologique ou esthétique, mais également par des procédés techniques visant à concevoir un produit en raccourcissant délibérément sa durée de vie potentielle.

16 14 QRVA Diverse consumentenorganisaties zijn zich bewust van die situatie en stellen maatregelen voor om het verschijnsel van de ingebouwde veroudering te bestrijden. Het gaat daarbij over de verplichte vermelding van de levensduur van de producten op de verpakking, de verplichte vermelding van informatie over de herstelbaarheid van het product of nog de verlenging van de wettelijke waarborg. In Frankrijk bestaat er een wettelijke bepaling volgens welke ingebouwde veroudering in bepaalde gevallen bedrog is. Op grond daarvan kunnen er nu zelfs sancties worden opgelegd. 1. Hoe zit dat bij ons? 1. Qu'en est-il chez nous? 2. Werden er al wettelijke bepalingen uitgevaardigd om te voorkomen dat bedrijven de levensduur van hun producten opzettelijk beperken? 3. In uw beleidsnota 'consumentenbescherming' vinden we niets over dat probleem terug. Zou er evenwel niet moeten worden nagedacht over mogelijke initiatieven ter bestrijding van ingebouwde veroudering? Conscientes de cette situation, plusieurs organisations de défense des consommateurs proposent des mesures visant à lutter contre l'obsolescence programmée. Parmi celles-ci: l'imposition de l'affichage de la durée de vie des produits sur leur emballage; l'obligation d'afficher des indications quant au caractère réparable des produits; ou encore l'augmentation de la garantie légale. En France, l'adoption de sanctions est même désormais possible suite au vote de dispositions légales définissant l'obsolescence programmée comme une tromperie dans certains cas. 2. Des dispositions légales existent-elles déjà pour dissuader les entreprises d'avoir recours à l'obsolescence programmée? 3. Alors que votre note de politique générale relative à la protection des consommateurs ne comporte aucune ligne à ce sujet, ne serait-il pas opportun de réfléchir à des initiatives dans la lutte contre l'obsolescence programmée? DO Vraag nr. 44 van de heer volksvertegenwoordiger Werner Janssen van 16 december 2014 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel: Loonlasten bij kleinere bedrijven. Zoals in het regeerakkoord opgenomen wil men de ongelijkheid in loonlasten ten opzichte van de buurlanden aanpakken. Men legt hierbij vaak de nadruk op grote bedrijven. Ook kmo's en kleine zelfstandigen melden meer en meer dat het water hen aan de lippen staat. Dit mede door de hoge loonkost. Het zijn niet alleen mensen uit het "Oostblok", maar zelfs uit de ons omringende landen. Zo komen er bij ons in Limburg meer en meer meldingen binnen dat Nederlanders tot in het midden van Limburg werken (zowel privéwoningen als privétuinen) komen uitvoeren. DO Question n 44 de monsieur le député Werner Janssen du 16 décembre 2014 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur: Charges salariales des petites entreprises. Combler le handicap salarial dont souffre notre pays par rapport à ses pays voisins est l'un des objectifs fixés dans l'accord de gouvernement. Les mesures prévues dans ce domaine sont souvent axées sur les grandes entreprises, mais les PME et les petits indépendants sont sans cesse plus nombreux à faire état des difficultés dans lesquelles ils se débattent, en raison notamment des coûts salariaux élevés. La concurrence déloyale ne vient pas uniquement d'entreprises installées dans l'ancien 'bloc de l'est', mais elle provient également de nos voisins les plus proches. Les entrepreneurs limbourgeois signalent la présence croissante d'entreprises néerlandaises qui effectuent des travaux au coeur même de la région (dans des maisons ou des jardins appartenant à des particuliers).

17 QRVA Hun prijs ligt lager, waardoor meer en meer goede huisvaders, als logisch gevolg, voor hen kiezen in plaats van voor een plaatselijke aannemer. Door hun lagere loonkosten kunnen ze zelfs met de transportkosten hun prijzen beduidend lager houden. Dit heeft gevolgen voor de plaatselijke zelfstandigen en kmo's en ook op hun toeleveranciers. De Nederlandse aannemers brengen namelijk voor het merendeel hun materiaal mee vanuit Nederland, wat dan ook zorgt voor een omzetverlies voor de plaatselijke bedrijven. 1. Welke zijn de specifieke maatregelen die u overweegt te nemen voor deze zelfstandigen en kmo's om de loonkost te drukken? Les tarifs pratiqués par ces entreprises sont inférieurs à ceux des entreprises limbourgeoises et elles attirent donc logiquement une clientèle plus nombreuse, clientèle constituée de bons pères de famille. Grâce aux coûts salariaux moins élevés, même en ajoutant les frais de transport, ces entreprises d'outre-moerdijk réussissent à proposer des prix nettement plus intéressants. Cette concurrence étrangère affecte les indépendants et les PME du Limbourg de même que leurs sous-traitants. La plupart de ces entrepreneurs néerlandais débarquent en effet avec leur matériel, occasionnant ainsi un manque à gagner pour les entreprises limbourgeoises. 1. Quelles mesures spécifiques envisagez-vous de prendre afin d'abaisser les coûts salariaux de ces indépendants et de ces PME du Limbourg? 2. a) Gaat u in gesprek met de verschillende sectoren? 2. a) Comptez-vous consulter les différents secteurs concernés? b) Indien ja, wanneer worden deze gesprekken gepland? b) Dans l'affirmative, quand les discussions démarrerontelles? DO Vraag nr. 45 van de heer volksvertegenwoordiger Werner Janssen van 16 december 2014 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel: Overuren en werkgeversbijdragen in de horeca. 1. Het regeerakkoord vermeldt de doelstelling om overuren van gelegenheidsarbeiders minder te belasten, om zo gelegenheidsarbeid in de horecasector te vergemakkelijken. a) Hoe vertaalt dit zich naar de regeling voor overuren van vaste werknemers? b) Zijn ook hier aanpassingen mogelijk of reeds gepland, om zo ongelijkheden tussen de regelingen voor vaste en gelegenheidsarbeiders te vermijden? 2. We vernemen dat de werknemers per zaak hoofdelijk geteld worden, waarbij men niet vaststelt of het voltijdse, halftijdse, deeltijdse of zeer tijdelijke werknemers betreft, noch of een werknemer onder bijvoorbeeld cao 302 of 304 valt. Door dit gebrek aan onderscheid kunnen bedrijven uit de boot vallen voor het verkrijgen van een aantal voordelen. Er zijn veel bedrijven die zich willen inzetten of reeds ingezet hebben voor een witter systeem, en die zich door deze manier van tellen gestraft voelen. DO Question n 45 de monsieur le député Werner Janssen du 16 décembre 2014 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l'emploi, de l'économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur: Heures supplémentaires et cotisations patronales dans le secteur horeca. 1. L'accord de gouvernement prévoit, pour faciliter le travail occasionnel dans le secteur horeca,de réduire la taxation des heures supplémentaires effectuées par les travailleurs occasionnels. Ce projet concernera-t-il la réglementation relative aux heures supplémentaires des travailleurs permanents? b) Des ajustements sont-ils également envisageables ou prévus pour éviter les inégalités entre les régimes des travailleurs permanents et occasionnels? 2. Il nous revient que les travailleurs sont comptabilisés par établissement, qu'ils soient employés à temps plein ou à temps partiel, temporaires ou encore ressortissant par exemple à la CCT 302 ou 304. Cette absence de distinction risque de léser des entreprises et de les priver de certains avantages. De nombreuses entreprises sont prêtes à s'engager ou se sont engagées en faveur d'un système plus transparent, mais elles se sentent pénalisées par le mode de calcul actuel.

18 16 QRVA a) Is er bijgevolg differentiatie mogelijk inzake de methoden voor het tellen van werknemers, zodat steeds een correcte en representatieve methode gebruikt kan worden voor het verkrijgen van de verschillende voordelen? a) Est-il dès lors possible de recenser les travailleurs au moyen d'une méthode de calcul différencié afin que les avantages soient toujours accordés sur la base de calculs corrects et représentatifs? b) Hoe acht u een dergelijke differentiatie realiseerbaar? b) Comment pensez-vous pouvoir procéder à cette différenciation? Vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen Vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments DO Vraag nr. 82 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Nele Lijnen van 17 december 2014 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen: Cybercriminelen. - Phishing. - Gebruik van de naam "bpost" als dekmantel. Enkele maanden geleden werd ook de naam van bpost gebruikt als dekmantel voor phishing door cybercriminelen. In menige mailbox circuleerde een frauduleuze waarin de gebruiker zogezegd wordt gevraagd om het veiligheidssysteem van de bankrekening up te daten. In antwoord op een eerder gestelde schriftelijke vraag in de Senaat werd geantwoord: "Indien men klikt op de link in de komt men terecht op een website, sterk gelijkend op de website van de bank in kwestie. Op deze website wordt het slachtoffer gevraagd een aantal gegevens in te vullen, waaronder ook een telefoonnummer. Vervolgens neemt de fraudeur telefonisch contact op met het slachtoffer. Deze geeft zich uit voor een medewerker van de bank en vraagt om de digitale kaartlezer van de bank bij de hand te nemen en de codes door te geven. Met een eigen PC maakt de fraudeur verbinding met de bank van het slachtoffer en doet een overschrijving waarvoor hij de medewerking van het slachtoffer gebruikt. De persoon die opbelt, spreekt Nederlands en klinkt heel vriendelijk en overtuigend. Hij of zij gedraagt zich echt als een persoon van een callcenter en is voorbereid op vragen van de eindgebruiker" (vraag nr van senator Nele Lijnen aan de minister van Binnenlandse Zaken van 26 augustus 2013, beantwoord door de minister op 17 april 2014, zie: DO Question n 82 de madame la députée Nele Lijnen du 17 décembre 2014 (N.) au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments: Cybercriminels. - Hameçonnage. - Utilisation de la marque "bpost" comme couverture. Il y a quelques mois, des cybercriminels ont également utilisé la marque bpost comme couverture pour des activités de "phishing" ou hameçonnage. Un courriel frauduleux invitant l'utilisateur à mettre à jour le système de sécurité de son compte bancaire est ainsi arrivé dans plusieurs boîtes aux lettres électroniques. Je voudrais faire référence à la réponse donnée à une précédente question écrite posée au Sénat: "En cliquant sur le lien contenu dans l' , on arrive sur un site web fort ressemblant à celui de la banque concernée. Sur ce site web, la victime se voit demander de remplir toute une série de données, parmi lesquelles un numéro de téléphone également. Ensuite, le fraudeur contacte la victime par téléphone. Il se présente comme étant un collaborateur de la banque et demande à la victime de prendre le lecteur de carte numérique de la banque et de communiquer les codes. Muni de son propre PC, le fraudeur se connecte à la banque de la victime et fait un virement en se servant de la collaboration de la victime. La personne qui appelle parle le néerlandais et paraît sympathique et convaincante. Elle se comporte véritablement comme une personne d'un call center et est préparée aux questions de l'utilisateur final" (question n de la sénatrice Nele Lijnen à la ministre de l'intérieur du 26 août 2013, réponse le 17 avril 2014, cf.:

19 QRVA a) Wordt de naam bpost in deze nog steeds gebruikt door cybercriminelen om gegevens te stelen? 1. a) La marque bpost est-elle toujours utilisée par des cybercriminels pour voler des données? b) Welke evolutie is er sinds 2013? b) Quelle évolution observe-t-on depuis 2013? 2. Hoeveel klachten zijn er, maandelijks voor de jaren 2013 en 2014, met betrekking tot dit probleem binnengekomen bij politie, CERT (het federale cyber emergency team) of andere bevoegde instanties? 3. a) Is het onderzoek dat hierover opgestart werd reeds afgerond? 2. Combien de plaintes relatives à ce problème ont été reçues mensuellement par la police, par le CERT (la cyber emergency team fédérale) ou par d'autres institutions compétentes en 2013 et 2014? 3. a) L'enquête ouverte à ce sujet a-t-elle déjà été clôturée? b) Wat zijn de conclusies van dit onderzoek? b) Quelles sont les conclusions de cette enquête? 4. Heeft u informatie over de mogelijke daders die achter deze phishing zitten, gelet op het feit dat de fraudeurs goed Nederlands spreken en goed voorbereid zijn op telefoongesprekken? 4. Disposez-vous d'informations concernant les éventuels auteurs de ces activités de hameçonnage, dont on sait déjà qu'ils maîtrisent bien le néerlandais et qu'ils sont bien préparés aux conversations téléphoniques? DO Vraag nr. 97 van de heer volksvertegenwoordiger Philippe Goffin van 11 december 2014 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen: Staking van de cipiers. - Bewaking van de gevangenissen. Wanneer de cipiers gebruikmaken van hun stakingsrecht is het de politie, meer bepaald de lokale politie, die de veiligheid in de gevangenissen moet verzekeren. De stakingen van de cipiers kunnen dus ingrijpende gevolgen hebben voor de werking van de politiezones. DO Question n 97 de monsieur le député Philippe Goffin du 11 décembre 2014 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments: Grève des gardiens de prisons. - La surveillance des établissements pénitentiaires. Lorsque les agents pénitentiaires exercent leur droit de grève, ce sont les policiers, et particulièrement les agents des zones de police locale, qui sont chargés d'assurer la sécurité dans les établissements pénitentiaires. Ces grèves des agents pénitentiaires peuvent donc avoir un impact non-négligeable sur le fonctionnement des zones de police. 1. Hoeveel dagen staakten de cipiers in 2013? 1. Au cours de l'année 2013, combien de jours de grève des agents pénitentiaires a-t-on recensés? 2. Hoeveel politieambtenaren werden er in totaal ingezet om de veiligheid in de gevangenissen te verzekeren? 3. Hoeveel uren werden er in totaal door de politie gepresteerd ter vervanging van de cipiers? 4. Welke kosten bracht dat mee voor de lokale politiezones en voor de federale politie? 2. Au total, combien de policiers ont été mobilisés pour assurer la sécurité dans les établissements pénitentiaires? 3. Au total, combien d'heures de travail ont été prestées par ces policiers en remplacement des agents pénitentiaires? 4. Quel coût cela a-t-il représenté pour les zones de police locale et pour la police fédérale?

20 18 QRVA DO Vraag nr. 98 van de heer volksvertegenwoordiger Vincent Van Quickenborne van 12 december 2014 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen: Integratie van RFID in de eid. Sinds 2012 krijgen niet-europeanen die in ons land willen verblijven reeds een "super"-eid. Die heeft naast een gewone eid-chip ook een draadloze RFID-chip. RFID is een technologie om vanop afstand allerlei informatie uit te lezen zonder de kaart in een lezer te steken. De Europese Commissie eist trouwens dat de biometrische gegevens contactloos afgelezen kunnen worden. Dat is een digitale foto van het gezicht en een vingerafdruk van een vinger van iedere hand. Aan uw voorganger werd net geen jaar geleden gevraagd naar zijn standpunt over de mogelijkheid om RFID ook te integreren in de eid (schriftelijke vraag nr. 187 van 10 december 2013 van de heer Peter Dedecker, Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 141, blz. 366). Zijn antwoord luidde toen als volgt: "Ik ben uiteraard geïnteresseerd om de eid een technologische meerwaarde te geven. Op dit moment zijn er echter geen beslissingen, noch concrete plannen om RFID-technologie toe te voegen aan de Belgische eid. Vermits de technologie al wordt gebruikt voor de Vreemdelingenkaart zou de integratie met de eid vrij snel kunnen gebeuren." 1. Wat is uw standpunt omtrent het integreren van RFID in de eid? 2. Binnen welke termijn acht u het mogelijk RFID geleidelijk in te voeren via de nieuwe eid's? 3. Hoe overweegt u praktisch de overgangsperiode op te vangen tussen burgers die nog maar net een nieuwe eid hebben ontvangen en de eid's die uitgerust zijn met RFID in de wetenschap dat sinds 1 maart 2014 de Belgische identiteitskaart voortaan tien jaar geldig is? DO Question n 98 de monsieur le député Vincent Van Quickenborne du 12 décembre 2014 (N.) au vicepremier ministre et ministre de la Sécurité et de l'intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments: Intégration de la technologie RFID dans la carte d'identité électronique. Depuis 2012, les non-européens désireux de séjourner dans notre pays reçoivent une "super" eid. Outre la puce habituelle, cette carte d'identité électronique comporte en effet également un module RFID sans fil. La RFID est une technologie permettant de lire toutes sortes d'informations à distance sans introduire la carte dans un lecteur. La lecture sans contact des données biométriques constitue d'ailleurs une exigence de la Commission européenne. Ces données consistent en une photo numérique du visage et une empreinte digitale d'un doigt de chaque main. Interrogé il y a presque un an sur sa position par rapport à la possibilité d'intégrer la technologie RFID dans l'eid (question écrite n 187 du 10 décembre 2013 de M. Peter Dedecker, Questions et Réponses, Chambre, , n 141, p. 366), votre prédécesseur a donné la réponse suivante: "Je suis évidemment intéressé par l'idée d'apporter une plus value technologique à l'eid. À l'heure actuelle, il n'y a encore aucune décision ou plan concret visant à ajouter la technologie RFID aux cartes d'identité électroniques belges. Vu que cette technologie est déjà utilisée par la carte pour étrangers, l'intégration à l'eid pourrait se faire très rapidement". 1. Quelle est votre position en matière d'intégration de la RFID dans l'eid? 2. Dans quel délai estimez-vous qu'il serait possible d'intégrer progressivement la RFID dans les nouvelles eid? 3. Comment allez-vous, en pratique, organiser la période transitoire durant laquelle les nouvelles eid qui viendront d'être délivrées coexisteront avec des eid équipées de puces RFID, sachant que la durée de validité des cartes d'identité belges est de dix ans depuis le 1er mars 2014?