Prins autogassystemen b.v. Veldhoven

Transcriptie

1 Prins autogassystemen b.v. Veldhoven INBOUWVOORSCHRIFT MOTORSET AUTOMERK TYPE 206 CILINDERINHOUD 1400 cc AANTAL KLEPPEN 8 v MOTORCODE KFW TRANSMISSIE TYPE MT TYPE VSI INJECTOREN ( RAIL NUMMER + KLEUR ) 180/30021/L WIT RETROFIT VERSIE ( LPG / CNG ) LPG BRANDSTOF SYSTEM AUTO SAGEM MODELJAAR 2000=> NUMMER : 076/ DATUM :

2 PAGINA 1 076/ ALGEMENE INSTRUCTIES Plaats pas na inbouw van het VSI-systeem de zekering van 7,5 AMP in de zekeringhouder. De VSI-computer dient geactiveerd te worden door de diagnosesoftware ( zie laatste pagina ). Bij een eventuele storing in de VSI rekeneenheid, schakelt deze automatisch over op benzine. U mag de connector van de VSI computer nooit loskoppelen, zonder eerst de 7,5 AMP zekering los te hebben genomen. Let bij het aansluiten van de kabelboom op de volgende zaken : - Houdt rekening bij het monteren van de kabelboom, dat deze niet te dicht bij de ontstekingsdelen wordt gelegd. - Let bij het aansluiten goed op nummering en draadkleur en volg inbouwinstructie. - Zorg voor deugdelijke elektrische verbindingen; soldeer de verbinding of gebruik passende knel draadverbindbussen. - Isoleer de gemaakte verbindingen met krimpkous / tape. - Leg de aangesloten draden op nette wijze en technisch verantwoord weg. Dit betekent op voldoende plaatsen vastzetten en draadrouting op voldoende ruimte van hittebronnen zoals bijvoorbeeld EGR-toevoerleiding en let er op dat ze niet door kantelende motor te strak komen te staan. - Plaats de systeem zekeringen volgens de regelgeving op een bereikbare plek. De voeding en de massa van het VSI-systeem dienen altijd bij de accu te worden aangesloten. Soldeer en isoleer alle elektrische verbindingen. Verwijder na inkorten van de gasleiding de inwendige braam ( ter voorkoming van vermindering van de doorlaat ). Indien u gaten moet boren ( gebruik een veiligheidsbril ) voor het monteren van apparatuurframe, tankframe, gasafsluiter of anderszins, dient u de geboorde gaten altijd met een roestwerend middel te behandelen, nadat u het boorslijpsel verwijderd heeft. Controleer na inbouw het gehele systeem op gaslekkage met een gasdetector. Bouw het LPG-systeem in volgens de lokale regelgeving ( inbouweisen ) voor LPG-inbouw. De inbouwer is hier verantwoordelijk voor. Vul het garantiebewijs compleet in en retourneer het binnen 8 dagen.

3 PAGINA 2 076/ OVERZICHTSCHEMA VAN HET VSI SYSTEEM MODULE ELECTRICAL CONNECTIONS LPG TANK FILLER LOCK OFF VALVE FUEL LEVEL INDICATOR PETROL INJECTOR INJECTOR RAIL VSI PRESSURE RELIEF HOSE EVAPORATOR + LOCK OFF VALVE ECT SENSOR INJECTION 0 Psys + FILTER UNIT Tlpg SENSOR SWITCH PERSONAL COMPUTER MAIN FUSE 15 Amp ENGINE ECU IGNITION + RPM - + BEEPER ADAPTER BATTERY LAMBDA SENSOR VSI COMPUTER 5 Amp FUSE LPG INJECTORS PRINS

4 PAGINA 3 076/ MONTAGE EN AANSLUITPUNTEN E C JK H L F doorvoertule D G Accu + B I A A : Verdamper G : + contact ( 13 ) B : Filter unit H : Toerentalsignaal ( 40 ) MODULE C : Injectorrail I : Lambdasignaal ( ) D : Vsi Computer J : + onderbreking benz. inj. ( ) E : Injectiemodule K : -- onderbreking benz. inj. F : Wateraansluitingen L : Overdruk aansluiting

5 PAGINA 4 076/ MONTAGE VERDAMPER Verwijder de accu, accubak, accuplaat, en het complete luchtfilter. Plaats het verdamperframe op de twee originele draadeiden. Monteer de verdamper met de waterslangen op het frame. Aansluiting overdrukslang : d.m.v. een T-stuk in de hard plastic slang boven op het kleppendeksel. (slang doorknippen en door verwarming van de plastic slang gaat het T-stuk er makkelijk in en zit meteen goed vast). Aansluiting water : parallel met de kachelslangen. De bevestigingspunten van de gas en waterpijpjes zijn vastgezet met borgmiddel en mogen niet worden verdraaid. De gas en waterpijpjes zelf mogen wel worden verdraaid. Controleer ook altijd of de 2 bouten van de gasafsluiter aangedraaid zijn. Voor vervangingstermijn van het filter in de gasafsluiter : zie garantieboekje waterslangen lopen onder accuplaat door overdruk aansluiting

6 PAGINA 5 076/ MONTAGE INLAATSPRUITSTUK NIPPELS Demonteer het inlaatspruitstuk. Bepaal de te boren gaten ( niet te dicht op de rand ivm de verzonken O-ringen ) Boor de 4 gaten onder een hoek zodat de nippels de benzine-injectoren niet raken. Tap M6 in de geboorde gaten. Plaats met borgmiddel ( extra sterk ) de inlaatspruitstuk nippels in het inlaatspruitstuk. Let op dat het borgmiddel niet in de inlaatspruitstuk nippels loopt. Sluit eerst de injectiemodule, injector min draden en injector plus onderbreking aan voordat het spruitstuk terug geplaatst word. ( eventueel ook de wateraansluitingen ). BELANGRIJK De eerste cilinder aan de distributiezijde wordt gezien als cilinder 1. Controleer altijd na inbouw de inlaatspruitstuk nippels op lekkage. Spuit met remmenreiniger op de nippels en controleer op verschil in toerental en lambda signaal, bij draaiende motor op LPG. ± 10 mm

7 PAGINA 6 076/ MONTAGE INJECTORRAIL Verwijder de opstaande randen van de bobine. Plaats de injectorrail met het frame boven op de bobine. Zet het frame vast met een M6 moer. Monteer de injectorrail nooit met de uitgangen naar boven wijzend. Opstaande randen verwijderen

8 PAGINA 7 076/ MONTAGE FILTER UNIT Verwijder de lambda sonde stekker van het ijzeren steuntje links van de cilinderkop, en leg de connector bij de andere kabelbomen. Monteer de filterunit met een haaks beugeltje tegen de steun van de connector. Voor vervangingstermijn van het filter in de unit : zie garantieboekje.

9 PAGINA 8 076/ SLANGEN Lengte slang A, ø 16 mm = ± 42 cm Lengte slang B, ø 6 mm = ± 90 cm Lengte slang C, ø 11 mm = ± 50 cm Lengte slang D, ø 6 mm = ± 21 cm Lengte slang E, ø 6 mm = ± 21 cm Lengte slang F, ø 6 mm = ± 21 cm Lengte slang G, ø 6 mm = ± 21 cm Knip de slangen zelf op maat. Zet elke aansluiting vast met een knijp-slangklem. Let op dat de slangen zonder beklemming of knikken gemonteerd zijn. C A D E F G B

10 PAGINA 9 076/ BASISSCHEMA ELECTRISCH INJECTOR SIMULATOR 39 cylinder 1 cylinder 2 cylinder 3 cylinder 4 ENGINE ECU EVAPORATOR LAMBDA SONDE 46 FILTER UNIT INJECTOR RAIL VSI LPG VALVE PRINS CONNECTIONS LPG TANK RPM Not used 44 Not used Not used Not used 50 BATTERY PERSONAL COMPUTER 40 ECT SENSOR BEEPER SWITCH - + PETROL INJECTOR VSI COMPUTER IGNITION Amp 53 5 Amp (1-4) FUSE LPG INJECTORS

11 PAGINA / MONTAGE COMPUTER Bevestig de computer achter de accu in de accubak. Accubak en accubakdeksel eventueel aanpassen voor de VSI kabelboom. Monteer de computer niet te dicht bij een hittebron (uitlaat) en niet met de connector naar beneden.

12 PAGINA / Plaats de schakelaar. MONTAGE BRANDSTOF-KEUZESCHAKELAAR Let op : Druk tijdens het monteren van de schakelaar deze alleen op de zijkanten aan. Indien men de schakelaar in het midden aandrukt, kan dit tot beschadiging van de schakelaar leiden. ELECTRISCHE AANSLUITING SCHAKELAAR VSI SCHAKELAAR VOEDING SWITCH EN BEEPER (51) ZIJN ONDERLING UITWISSELBAAR. 8-POLIGE CONNECTORS VSI COMPUTER BLAUW POSITIE 1 OP CONNECTOR TANK INDICATOR BRUIN POSITIE 2 OP CONNECTOR 50 GROUND GEEL-GROEN POSITIE 3 OP CONNECTOR 53 POWER FEED TANKINDICATION ROOD GEEL POSITIE 4 OP CONNECTOR POSITIE 5 OP CONNECTOR POWER FEED SWITCH PULSE FUEL SWITCH BEEPER ORANJE ZWART POSITIE 6 OP CONNECTOR POSITIE 7 OP CONNECTOR DIAGNOSTIC LED GROUND BEEPER ROOD POSITIE 8 OP CONNECTOR 51 POWER FEED BEEPER

13 PAGINA / ELECTRISCHE AANSLUITINGEN OP LPG-TANK In de kabelboom zit de draad verwerkt voor aansluiting van de LPG-tank. Sluit de LPG-tank aan volgens onderstaand schema. 3-ADERIGE KABEL VSI COMPUTER APPENDAGEKAST SPOEL AFNAMEKRAAN ZWART PRINS BLACK BLUE GROUND SIGNAL TANKZENDER ROOD ROOD ZWART BLAUW ZWART BLAUW VERBINDINGEN IN APPENDAGEKAST SOLDEREN EN BESCHERMEN MET KRIMPKOUS.

14 PAGINA / ELECTRISCHE AANSLUITINGEN Indien de aangegeven draadkleuren niet overeenkomen dient men deze zelf te meten / controleren. Kabel nr. / opdruk Kleur kabel Aansluiting 50 MAIN GND bruin Met ringtong aansluiten op de pool van de accu V BAT rood Met ringtong aansluiten op de + pool van de accu (in de relaisbox) Plaats de zekering 7,5 AMP pas in de zekeringhouder als het complete LPG-systeem is aangesloten. 50 LPGVLV GND bruin Massa LPG afsluiter. 2-Polige connector voor de gasafsluiter LPG VLV 42 ECT GND geel-groen bruin 43 ECT grijs 22 RS232 TxD grijs 23 RS232 RxD grijs 50 DIAGNOSE GND bruin V DIAG rood 15 T LPG grijs 17 Psys licht groen V Psys rood 42 Psys GND bruin 33 33G INJ OUT1 groen-wit G INJ A PLUS rood 32 32G INJ OUT2 groen-wit G INJ A PLUS rood 31 31G INJ OUT3 groen-wit G INJ A PLUS rood 30 30G INJ OUT4 groen-wit G INJ A PLUS rood Voeding LPG afsluiter. Massa ECT sensor. 2-Polige zwarte connector voor de temperatuursensor in de verdamper. ECT meting. 4-Polige zwarte connector voor aansluiting van de diagnosekabel. 4-Polige zwarte connector voor aansluiting op de filter unit. Connector voor VSI-injector op cilinder 1. Zie voor de cilindervolgorde de pagina Montage injectorrail. Connector voor VSI-injector op cilinder 2. Zie voor de cilindervolgorde de pagina Montage injectorrail. Connector voor VSI-injector op cilinder 3. Zie voor de cilindervolgorde de pagina Montage injectorrail. Connector voor VSI-injector op cilinder 4. Zie voor de cilindervolgorde de pagina Montage injectorrail. Benzinemeter reset Module Signaaldraad : Pomp voeding : Massa : Onder de (rechter) achterbank, ronde deksel verwijderen. Dun GROEN-GEEL pos.6 ; onderbreken met 2 x rood-grijs ROOD pos. 3 van de connector. Dik GROEN-GEEL pos. 4 van de connector. Fuel Indication Reset E F +12 VOLT fuel pump GROUND Petrol Fuel indication signal

15 PAGINA / ELECTRISCHE AANSLUITINGEN Indien de aangegeven draadkleuren niet overeenkomen dient men deze zelf te meten / controleren. 13 IGNITION + grijs-wit Maak een aansluiting op + contact. Kleur kabel : dik WIT Locatie kabel : in de relaisbox, naast de accu, grijze connector 46 LAMBDA 1-L oranje Voor meting van het lambda-signaal cilinderbank 1. Kabel parallel aansluiten op de lambda-sensor. Kleur kabel : GRIJS-GEEL Locatie kabel : 4-polige groene connector, links van de cilinderkop. 40 RPM MODULE paars-wit Voor meting van het toerental. Kleur kabel : ROOD-WIT Locatie kabel : 4-polige bobine connector, naast vsi rail. Paars vd module aansluiten op ROOD-WIT vd Bobine stekker Paars-wit vd module aansluiten op paars-wit, VSI draad 40. Bruin vd module aansluiten op bruin, VSI draad 50. Grijs-wit vd module aansluiten op grijs-wit, VSI draad 13. RPM module ground 50 rpm 40 ignition + 13 ignition coil B INJ IN 27 +B INJ OUT rood rood-wit Voor onderbreking van de voeding van de injectoren. (Onderbreek de voedingsdraad van elke benzine injector). Sluit draad 26 aan op de injector voedingszijde. Sluit draad 27 aan op de injectorzijde. Zie schema injectors. Kleur kabel : ROOD, positie 3 Locatie kabel : 6-polige connector onder het inlaatspruitstuk. 54 INJ SIMULATOR rood-zwart Voeding voor de injectorsimulator(s). Sluit de rood-zwarte draad (54) aan op de losse rode draad van de injectorsimulator(s). Voor aansluiting van de injectorsimulator dienen de stuurdraden van de benzine-injectoren te worden onderbroken Sluit de rode draden van de module aan de injectorzijde en de zwarte draden van de module aan de computerzijde. Wissel de rode en zwarte kabels niet onderling uit, maar sluit deze per paar aan op één injector ( zie schema injectors ). Locatie module : RECHTS TEGEN HET SCHUTBORD.

16 PAGINA / ELECTRISCHE AANSLUITINGEN Indien de aangegeven draadkleuren niet overeenkomen dient men deze zelf te meten / controleren. Meting van de benzine-injectoren. Sluit elke geel-witte meetdraad bij de onderbreking van de stuurdraad van de benzine-injector aan (zie schema injectors). Locatie injectordraden : 6-polige connector onder inlaatspruitstuk. 39 B INJ IN 1 38 B INJ IN 2 37 B INJ IN 3 36 B INJ IN 4 geel-wit geel-wit geel-wit geel-wit Kleur kabel cilinder 1 : BRUIN, positie 1 Kleur kabel cilinder 2 : GRIJS, positie 2 Kleur kabel cilinder 3 : WIT, positie 3 Kleur kabel cilinder 4 : BLAUW, positie 4 Let op : Elke geel-witte meetdraad dient bij het juiste cilindernummer en LPG-injector te worden aangesloten. De draden mogen onderling niet verwisseld worden. Kijk op pagina montage injectorrail voor de juiste cilinder volgorde. benzine computer GEEL-WIT 39 VSI benzine computer GEEL-WIT 38 VSI benzine computer GEEL-WIT 37 VSI Injectie module benzine computer GEEL-WIT 36 VSI ROOD-WIT ROOD VSI VSI VSI + BENZINE INJECTOR VOEDING ONDERBREEK VAN ELKE BENZINE INJECTOR DE VOEDINGSDRAAD

17 PAGINA / CHECKLIST NA INBOUW 1. Sluit de seriële interfacekabel aan en start het VSI-diagnoseprogramma op. 2. Bij het eerste gebruik van het LPG-systeem, dient de VSI-computer met de diagnosesoftware geactiveerd te worden. Als de VSI-computer nog niet is geactiveerd, zal dit toonbaar zijn middels een foutcode. Activeer de VSI-computer met de functie F11 ( activate ECM ). 3. Controleer of het programma in de VSI-computer overeenstemt met de auto : Kijk d.m.v. F2 naar het pakketnummer en omschrijving van de auto in de diagnose-software en vergelijk deze met het pakketnummer op de pakbon. 4. Laat de motor warmdraaien op benzine. Controleer met de diagnose-software alle inkomende signalen : Voeding schakelaar, RPM, benzine tijden, lambda signaal. Het systeem zal pas op LPG schakelen indien de temperatuur van het koelwater ( T-ect ) boven de instelling van parameter T-min uitkomt. 5. Controleer of alle componenten en aansluitingen gas en waterdicht zijn. Controleer het koelvloeistofpeil. 6. Verdamperdruk instellen : Laat de motor stationair op LPG draaien. Kijk naar de ingestelde waarde van de Idle-level in de parameterlijst. Stel de verdamperdruk in, zodat de gemeten druk ( P-sys ) gelijk is met de idle-level waarde. Verdraai op de voorzijde van de verdamper de inbusbout om de druk af te stellen. Een foutcode op deze instelling wordt gegenereerd als de druk teveel afwijkt. Verzegel de verdamper d.m.v. de bijgeleverde sticker na inregeling van de druk. 7. Controleer met de diagnose-software alle inkomende en uitgaande signalen. 8. Controleer of er eventueel foutcodes zijn en verhelp deze. Controleer het benzine systeem op EOBD foutcodes. 9. Maak een proefrit.