AANTAL KLEPPEN MOTORCODE 1.8i / 2.0i TRANSMISSIE TYPE VOERTUIG TYPE PERSONEN AUTO ( M ) TYPE VSI INJECTOREN (KLEUR) RETROFIT VERSIE ( LPG / CNG ) LPG

Transcriptie

1 AUTOMERK TYPE CALIBER CILINDERINHOUD 1800 / 2000 cc AANTAL KLEPPEN 16 V MOTORCODE 1.8i / 2.0i TRANSMISSIE TYPE AT VOERTUIG TYPE PERSONEN AUTO ( M ) TYPE VSI INJECTOREN (KLEUR) ORANJE RETROFIT VERSIE ( LPG / CNG ) LPG BRANDSTOF SYSTEM AUTO SIEMENS/VDO SIM90E MODELJAAR TYPE GOEDKEUR ( R115 ) R PLAATSING GOEDKEUR STICKER Rechter B-stijl SET NUMMER 337/ / NUMMER : 076/ DATUM : VERSIE NR : B

2 INHOUDSOPGAVE MONTAGE en AANSLUITPUNTEN... 2 MONTAGE VERDAMPER... 3 MONTAGE INLAATSPRUITSTUK NIPPELS... 4 MONTAGE INJECTORRAIL... 5 MONTAGE FILTER UNIT... 6 SLANGEN... 6 MONTAGE COMPUTER... 7 MONTAGE BRANDSTOF-KEUZESCHAKELAAR... 7 ELECTRISCHE AANSLUITINGEN... 8 ELECTRISCHE AANSLUITINGEN... 9 CHECKLIST / OPSTARTPROCEDURE...10 VOOR SCHEMA S EN BESCHRIJVINGEN ZIE : HANDLEIDING ALGEMEEN DEEL 1 / 2 BESCHRIJVING SYMBOLEN : = BELANGRIJK, EXTRA AANDACHT, LET OP. 1

3 PAGINA 2 076/ MONTAGE en AANSLUITPUNTEN AB F D E HIJ C G K - + A : Verdamper G : + contact ( 13 ) B : Filter unit H : Toerentalsignaal ( 40 ) C : Injectorrail I : Lambdasignaal ( ) D : VSI Computer J : - onderbreking benz. inj. E : Injectie module K : Overdruk aansluiting F : Wateraansluitingen L : Goedkeur sticker 2

4 PAGINA 3 076/ MONTAGE VERDAMPER Verwijder het hitteschild van het schutbord ( deze kan later teruggeplaatst worden ). Monteer het frame voor de verdamper op de dwarsbalk ( twee draadeinden van het hitteschild ) en tegen de ruitenwisserbak ( draadeind van het hitteschild ). Zet het frame vast met drie carrosserieringen en drie M6 moeren. Aansluiting overdrukslang : Boor volgens onderstaande foto een gat van 4,8 mm in het inlaatspruitstuk naast de vierde injector. Tap M6 in het geboorde gat. Plaats met borgmiddel ( extra sterk ) de inlaatspruitstuk nippel in het inlaatspruitstuk. Let op dat het borgmiddel niet in de inlaatspruitstuk nippels loopt. Aansluitingen water : parallel met de kachelslangen ( T-stukken 16x16x16 ) overdruknippel cilinder 4. 3

5 PAGINA 4 076/ MONTAGE INLAATSPRUITSTUK NIPPELS Demonteer het inlaatspruitstuk. Boor volgens onderstaande foto 4 gaten van 4,8 mm in het inlaatspruitstuk. Tap M6 in de geboorde gaten. Plaats met borgmiddel ( extra sterk ) de inlaatspruitstuk nippels in het inlaatspruitstuk. Let op dat het borgmiddel niet in de inlaatspruitstuk nippels loopt. Monteer de gasslangen op de nippels. Monteer het spruitstuk terug op de motor. De eerste cilinder aan de distributiezijde wordt gezien als cilinder

6 PAGINA 5 076/ MONTAGE INJECTORRAIL Verwijder de twee injector kabelboompluggen van de draadeinden en plaats hiervoor in de plaats twee verlengmoeren M6x18. Monteer het injectorrailframe op de twee verlengmoeren en zet deze vast met twee M6x10 bouten. Kabelboompluggen verwijderen M6x18 verlengmoer M6 moer plaatsen voor ophoging motorplaat

7 PAGINA 6 076/ MONTAGE FILTER UNIT Monteer de filter unit rechtstreeks op de verdamperuitgang. SLANGEN Lengte slang A, ø 16 mm verdamper -> filter unit = ± 5 cm Lengte slang B, ø 5 mm verdamper -> spruitstuk = ± 100 cm Lengte slang C, ø 11 mm filter unit -> rail = ± 100 cm Lengte slang D, ø 5 mm VSI-injector 1 -> spruitstuknippel = ± 20 cm Lengte slang E, ø 5 mm VSI-injector 2 -> spruitstuknippel = ± 15 cm Lengte slang F, ø 5 mm VSI-injector 3 -> spruitstuknippel = ± 15 cm Lengte slang G, ø 5 mm VSI-injector 4 -> spruitstuknippel = ± 15 cm Knip de slangen op maat. Zorg ervoor dat de slangen zonder beklemming en/of knikken gemonteerd worden. 6

8 PAGINA 7 076/ MONTAGE COMPUTER Monteer de computer met een frame rechts naast de rembekrachtiger ( bestaand M6 draadeind ) Vastzetten met carrosseriering en M6 moer. MONTAGE BRANDSTOF-KEUZESCHAKELAAR Plaats de schakelaar op een goed zichtbare en bereikbare plaats. Druk tijdens het monteren van de schakelaar deze alleen op de zijkanten aan. Indien men de schakelaar in het midden aandrukt, kan dit tot beschadiging leiden. Zie algemene handleiding voor het programmeren van de schakelaar. 7

9 PAGINA 8 076/ ELECTRISCHE AANSLUITINGEN Indien de aangegeven draadkleuren niet overeenkomen dient men deze zelf te meten / controleren. Kabel nr. / opdruk Kleur kabel Aansluiting 50 MAIN GND bruin Met ringtong aansluiten op de pool van de accu V BAT rood Met ringtong aansluiten op de + pool van de accu. Plaats de zekering pas in de zekeringhouder als het complete LPG-systeem is aangesloten G INJ OUT 1 Wit-geel Connector voor VSI-injector op cilinder G INJ A PLUS rood 32 32G INJ OUT 2 Groen-geel Connector voor VSI-injector op cilinder G INJ A PLUS rood 31 31G INJ OUT 3 Rose-geel Connector voor VSI-injector op cilinder G INJ A PLUS rood 30 30G INJ OUT 4 Blauw-geel Connector voor VSI-injector op cilinder G INJ A PLUS rood 13 IGNITION + grijs-wit Maak een aansluiting op + contact bij de benzine injector. Kleur kabel : dik BRUIN-GEEL Locatie kabel : voedingsdraad 4 de benzine-injector. 46 LAMBDA 1-L oranje Voor meting van het lambda-signaal cilinderbank 1. Kabel parallel aansluiten op de lambda-sensor. Kleur kabel : ZWART-GROEN Locatie kabel : benzine ECU, 96-polige connector, pos RPM paars-wit Voor meting van het toerental Kleur kabel : donker BLAUW Locatie kabel : benzine ECU, 96-polige connector, pos. 57 De benzine ECU, Siemens/VDO sim90e, bevind zich links naast de luchtfilterbak. 8

10 PAGINA 9 076/ ELECTRISCHE AANSLUITINGEN Indien de aangegeven draadkleuren niet overeenkomen dient men deze zelf te meten / controleren. Meting / onderbreking van de benzine-injectoren : Onderbreek elke benzine-injector stuurdraad ( injector min ). Elke VSI draad van de module heeft een benzine-injector / cilinder nummering, sluit deze dan ook aan op de overeenkomende benzine-injector / cilinder. Sluit de Bi-kleur VSI-meetdraad aan bij de onderbroken stuurdraad richting de benzine computer ( ECU SIDE ). Sluit de bijbehorende volle kleur VSI-draad aan bij de onderbroken stuurdraad richting de benzine-injector ( MIN INJ SIDE ). Let op : Elke bi-kleur meetdraad dient bij het juiste benzine-injector / cilinder te worden aangesloten overeenkomende met de LPG-injector. Zie ook aansluitschema s in handleiding Algemeen deel 1/2 VSI meetdraad nr. : Volle kleur / Bi-kleur Te onderbreken benzine-injector draad kleur / locatie VSI draad nr. 39 Benzine-injector / cil.1 Wit / Wit-geel Kleur : geel-bruin Locatie : benzine ECU, 96-polige connector, pos. 23 VSI draad nr. 38 Benzine-injector / cil.2 Groen / Groen-geel Kleur : bruin-donkerblauw Locatie : benzine ECU, 96-polige connector, pos. 24 VSI draad nr. 37 Benzine-injector / cil.3 Rose / rose-geel Kleur : bruin-lichtblauw Locatie : benzine ECU, 96-polige connector, pos. 21 VSI draad nr. 36 Benzine-injector / cil.4 Blauw / blauw-geel Kleur : bruin-beige Locatie : benzine ECU, 96-polige connector, pos. 22 De benzine ECU, Siemens/VDO sim90e, bevind zich links naast de luchtfilterbak. 9

11 PAGINA / CHECKLIST / OPSTARTPROCEDURE 1. Sluit de seriële interfacekabel aan en start het VSI-diagnoseprogramma op. Plaats de VSI hoofdzekering in de houder ( mini-fuse ). Programmeer de LPG schakelaar, zie hoofdstuk Montage schakelaar. 2. Zet het contact in de accessoirestand. Bij het eerste gebruik van het LPG-systeem, dient de VSI-computer met de diagnose-software geactiveerd te worden. Als de VSI-computer nog niet is geactiveerd, zal dit toonbaar zijn middels een foutcode. Activeer de VSI-computer met de functie F11 ( activate ECM ). 3. Controleer of het programma in de VSI-computer overeenstemt met de auto : Kijk d.m.v. F2 naar het pakketnummer en omschrijving van de auto in de diagnose-software en vergelijk deze met het pakketnummer op de pakbon. 4. Laat de motor warmdraaien op benzine. Controleer met de diagnose-software alle inkomende signalen : Voeding schakelaar, RPM, benzine-injector inspuittijden, lambda signaal. Het systeem zal pas op LPG schakelen indien de temperatuur van het koelwater ( T-ect ) boven de instelling van parameter T-min uitkomt en als de TSO-cold tijd is verstreken. 5. Laat de motor overschakelen op LPG en wanneer deze op LPG draait, schakel direct terug naar benzine bedrijf. Het systeem staat nu op druk. Controleer nu of alle componenten en aansluitingen gasdicht zijn dmv een gasdetector of dmv een vloeibare lekkage test (zeepsop). Er mag geen lekkage aanwezig zijn! Pas op voor draaiende / bewegende delen van de motor. Controleer het koelvloeistofpeil en of de verdamper warm wordt. 6. Verdamperdruk instellen, altijd bij een warme motor > ±80 C Laat de motor stationair op LPG draaien. Kijk naar de ingestelde waarde van de Idle-level in de parameterlijst of functietoets F2 (IDbox) Verdraai op de voorzijde van de verdamper de inbusbout om de druk af te stellen. Stel de verdamperdruk in, zodat de gemeten druk ( P-sys ) gelijk is met de idle-level waarde. Een foutcode op deze instelling wordt gegenereerd als de druk teveel afwijkt. Verzegel de verdamper d.m.v. de bijgeleverde sticker na inregeling van de druk. 7. Controleer nogmaals met de diagnose-software alle inkomende en uitgaande signalen. 8. Controleer of er eventueel foutcodes zijn en verhelp deze. Controleer het benzine systeem op EOBD foutcodes. 9. Plak de VSI goedkeursticker (R115) op de aangegeven plaats in de motorruimte. Plaats de afscherm connector op de VSI communicatie connector. 10. Maak een proefrit en controleer of op LPG bedrijf hetzelfde motorgedrag vertoond wordt als op benzinebedrijf. 10