Apollo 11. Openbare basisschool voor Dalton onderwijs. schoolgids

Transcriptie

1 Apollo 11 Openbare basisschool voor Dalton onderwijs schoolgids 2005~2006

2 Inhoudsopgave Inleiding De school Schoolgegevens Schoolbestuur Schoolgrootte De organisatie en de inhoud van het onderwijs Waar de school voor staat: de missie De geschiedenis van het Dalton onderwijs Groepsverdeling en leerkrachtenverdeling De inhoud van het onderwijs Kleuterbouw 1 / Onderbouw 3 / Middenbouw 5 / Bovenbouw 7 / Weektaak Instructies Keuze voortgezet onderwijs groep Activiteiten in de school Excursies Ontwikkelingen op school Het schoolteam De kinderen De plaatsing van nieuwe kinderen op school De dagelijkse gang van zaken Leerlingenzorg: het volgen van de ontwikkeling van uw kind in de school De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs De resultaten Welzijn en gezondheid van de kinderen De ouders Het belang van de betrokkenheid van ouders Klassenouders Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school

3 De Medezeggenschapsraad De Ouderraad Ouderbijdrage Schoolverzekering voor leerlingen Andere Ouderactiviteiten School- en vakantietijden Vakanties De schooltijden voor Lunchpauze Vrije dagen, vakanties en studiedagen Verzuim Spreekuren Klachtenprocedure Meldpunt vertrouwensinspecteur Zo zijn onze manieren De 11 regels van de Apollo Zelfstandigheidsontwikkeling bij 4-jarigen Urenoverzicht

4 Inleiding Een school is méér dan alleen een organisatie waar kinderen les krijgen. Achter deze hoofdtaak zit een visie die er onder andere voor zorgt dat lessen goed op elkaar zijn afgestemd. Hierdoor leer je in groep 1 dingen waar je in groep 8 ook wat aan hebt. Zo zijn niet alleen de prestaties van kinderen van belang, ook de omgeving waarin les wordt gegeven is belangrijk. Dit alles wordt ten behoeve van de Schoolinspectie beschreven in het schoolplan. Deze schoolgids is een verkorte versie daarvan, met daarnaast praktische informatie voor de ouders van onze leerlingen. 3 U bent bij mij van harte welkom als u vragen heeft over de inhoud van deze schoolgids. Marijke Geutjes, directeur Openbare Basisschool Apollo 11

5 De school 4 Schoolgegevens Openbare Basisschool voor Dalton onderwijs Apollo 11 Ten Veldestraat 98, 3454 EN De Meern Tel Fax obsapollo11@hetnet.nl (administratie) Website Directie Marijke Geutjes O.B.S. Apollo 11 is een openbare school; dat houdt in dat ieder kind welkom is ongeacht godsdienst, afkomst of levensovertuiging. Centraal daarbij staat dat kinderen, ouders en leerkrachten elkaar in de omgang respecteren. Schoolbestuur Het bestuur van de openbare basisschool Apollo 11 is de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht (S.P.O.). De S.P.O. bestuurt 28 openbare scholen voor primair onderwijs in de stad Utrecht: basisscholen en een speciale basisschool. Ook is de S.P.O. werkgever van ruim 900 medewerkers werkzaam in het openbaar primair onderwijs in Utrecht. De Stichting heeft een Bovenschools Management dat belast is met de bovenschoolse leiding van de Utrechtse openbare scholen. Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht (S.P.O. Utrecht) Voorzitter dhr. J. van Dijk Ambtelijk secretaris dhr.h.creijghton Bureau Bovenschools Management S.P.O. Bovenschools management: mw. Th. Meijer en dhr. E. van Dorp Kaap Hoorndreef 36, 3563 AT Utrecht Tel Fax Website

6 Schoolgrootte O.B.S. Apollo 11 is een stabiele, licht groeiende school. Voor het schooljaar verwachten we met 142 leerlingen van start te gaan, waar de nieuwe 4-jarige kleuters zich gedurende het schooljaar bij zullen voegen. De school heeft als streven om de komende jaren geleidelijk te groeien naar 180 à 200 leerlingen. 5 Deze leerlingen zijn in het schooljaar verdeeld over zes groepen : 2 kleuterbouwgroepen leerjaren 1 en 2 2 onderbouwgroepen leerjaren 3 en 4 1 middenbouwgroep leerjaren 5 en 6 1 bovenbouwgroep leerjaren 7 en 8 In totaal zijn er 10 leerkrachten, een internbegeleider, een remedial teacher, een vakleerkracht gymnastiek, een klassenassistente en een conciërge werkzaam.

7 De organisatie en de inhoud van het onderwijs 6 Waar de school voor staat: de missie Sinds enige tijd is het gebruikelijk dat instellingen en organisaties hun missie verwoorden. Een missie is een korte en bondige omschrijving van wat je nu eigenlijk wilt bereiken. Missie openbare Daltonschool Apollo 11: Een omgeving te creëren, waarbinnen ieder kind veel en veelzijdig leert. De geschiedenis van het Dalton onderwijs Helen Parkhurst komt in 1905 als vers afgestudeerde leerkracht op een 'eenmansschooltje' in Wisconsin (VS) onderwijs geven. Ze krijgt te maken met veertig kinderen van verschillende leeftijden. Ze heeft een simpele maar ingenieuze oplossing: kinderen kiezen zelf uit de aangeboden leerstof en maken zo hun eigen leerprogramma's. Het leerprogramma wordt opgenomen in een werkcontract, of te wel weektaak. Ze krijgen hierbij hulp van haar of van andere kinderen. Er ontstaat zo een samenwerkingsverband, waarbij de leerling zich verplicht het zelf gekozen leerdoel binnen een bepaalde tijd te bereiken en de leerkracht toezegt daarbij behulpzaam te zijn. Helen kiest voor individueel onderwijs in plaats van klassikaal, zoals toen, maar ook nu nog steeds gebruikelijk is. In 1914 komt ze in contact met Maria Montessori. De overtuiging groeit bij haar dat de Montessorimethode geschikt is voor jonge kinderen, maar dat een geschikt vervolg vanaf het achtste levensjaar ontbreekt. Het Dalton onderwijs dat Parkhurst ontwikkelt, dient als verantwoord verlengstuk. Met behulp van geldschieters uit de stad Dalton opent ze in 1920 "The Dalton School" in New York City. Haar methode beschrijft ze in haar boek 'Education on the Dalton Plan. Hierin beschrijft ze de drie pijlers van het Dalton onderwijs: verantwoordelijkheid betekent dat het kind wordt gestimuleerd zelf keuzes te maken. zelfstandigheid betekent dat het kind wordt geleerd om deze keuzes uit te voeren. samenwerken betekent dat het kind wordt geleerd om samen met anderen taken uit te voeren. Al in de jaren 20 ontstaan de eerste Daltonscholen in lager- en voortgezet onderwijs in Nederland en in 1931 wordt de Nederlandse Dalton Vereniging opgericht. Op dit moment is het Dalton onderwijs de snelst groeiende pedagogische aanpak in Nederland. Voor meer informatie kunt u kijken op de website van de Nederlandse Daltonvereniging: De uitwerking van onze missie vindt u in hoofdstuk 5.

8 Groepsverdeling en leerkrachtenverdeling Voor het welbevinden en gevoel van veiligheid en vertrouwdheid van de kinderen is het van belang dat een kind enkele bekende/bevriende kinderen meeneemt naar een nieuwe groep. Ook al is onze ervaring dat veel kinderen snel wennen en nieuwe vriendschappen sluiten, toch is het bij de groepsindeling nadrukkelijk ons streven rekening te houden met enkele bekende/bevriende kinderen, zodat de start in een nieuwe groep ook prettig is voor de kinderen. U kunt er van op aan dat de keuze voor ieder kind serieus en doordacht, in goed overleg met ouders en leerkrachten, wordt gemaakt. 7 Groep 1 / 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 / 7a Groep 7b / 8 Intern begeleider Remedial teacher Nelleke (woe-do-vrij) en Simone (ma-di-woe) Marloes (5 dagen) Marian (ma-vrij) en Barbara (di-woe-do) Wilhelmien (ma-di-woe) en Hennie (do-vrij) Rémon (ma-di-woe-do) en Miranda (vrij) Claudia (5 dagen) Rietje Voorn (wo en do) Marian Zeelenberg (di) De inhoud van het onderwijs Wat doen de kinderen op school, wanneer leren ze wat? Uiteraard is het onmogelijk om hiervan een complete weergave te geven. Een globale samenvatting dus. Een overzicht verdeling van tijd over de leeren vormingsgebieden ligt voor u op school ter inzage. In dit overzicht kunt u bekijken hoeveel uren we besteden aan taal, rekenen, lezen wereldoriëntatie, expressie, bewegingsonderwijs en sociale vorming. Kleuterbouw 1 / 2 Kinderen die net vier jaar zijn geworden en op school komen, hebben al hun aandacht en energie nodig om te wennen. Wennen aan de nieuwe groep kinderen, de leerkrachten, het lokaal, het gebouw, de materialen. In het begin is kijken soms al genoeg. Langzamerhand gaan ze spelen, meespelen en zelf werk kiezen. De kinderen in groep 1 en 2 werken op een speelse manier met leerlijnen. We werken vanuit het Daltonplan en ontwikkelingsgericht: kleuters die meer willen leren mogen meer leren. Jonge kinderen maken vaak sprongen in hun ontwikkeling, observaties door leerkrachten worden dagelijks uitgevoerd. De kinderen in groep 1 en 2 werken met een weektaak. Ze leren zelfstandig een keuze maken, te plannen, het werk te organiseren en vervolgens het werk opruimen. Het werkproces wordt in de kring besproken. De kinderen geven door middel van een smiley hun evaluatie weer. Op de weektaak staan 4 verplichte taken die de kinderen moeten inplannen. Deze taken worden samengesteld op basis van de verschillende ontwikkelingsaspecten. Naast de verplichte taken kunnen kinderen tal van keuzetaken kiezen. Iedere dag heeft een kleur; de maandag is de rode dag, dinsdag de blauwe dag,

9 8 woensdag de gele dag, donderdag de groene dag en vrijdag is de bruine dag. In de taalhoek kunnen de kinderen lezen en schrijven; er zijn er al veel kinderen die kunnen lezen. Kinderen kunnen leren vanuit hun talenten en mogelijkheden als het gaat om taal, rekenen, lezen en andere leervakken. Omgaan met anderen en vanuit verantwoordelijkheid kiezen uit waarden en normen is naast kennisontwikkeling een belangrijk leerproces. Persoonlijke ontwikkeling, zoals het verder ontwikkelen van je belangstelling, keuzes maken vanuit een bepaalde zelfkennis en plannen van je werk hoort bij het onderwijs op de Apollo 11. Dagindeling: Iedere dag wordt afgewisseld door bewegen, werken en kringen. Per dag volgen de leerkrachten een ander rooster omdat per week verschillende vakken aan bod moeten komen. Op vrijdagochtend houden we kleuterlezen; gedurende een half uur lezen kinderen van de bovenbouw voor aan kleuters in kleine groepjes. Voorbeeld van een dagindeling: 08:30-09:00 kinderen starten in de 1e kring; we gebruiken de kring voor verschillende activiteiten zoals voorlezen; verschillende lesjes (taal en rekenontwikkeling); praten over een thema (wereldoriëntatie). 09:00-10:00 werken aan taken en/of keuzetaken 10:00-10:10 opruimen 10:10-10:20 nabespreken van het werk 10:20-10:40 eten 10:40-11:30 buiten spelen of gymnastiek/of spelles 11:30-12:00 2e kring; muziek en/of drama 12:00-12:30 pauze 12:30-13:00 eten en voorlezen 13:00-14:00 werken aan taken en/of keuzetaken 14:00-14:30 3e kring; sociale vorming Onderbouw 3 / 4 In de onderbouw hebben de kinderen een eigen werkplek, waar ze een groot deel van de dag werken aan diverse opdrachten. Ze zitten in tafelgroepjes. Er zijn vaak momenten dat ze samen in de kring zitten om ervaringen te delen, maar ook om naar boekbesprekingen en spreekbeurten te luisteren of naar werkstukjes te kijken, die door de kinderen gepresenteerd worden. Verder zijn er muziek- en drama-activiteiten in de kring en ook af en toe in het speellokaal. Een aantal keren per jaar kunnen ze hun muziek- en acteertalent op de weekopeningen laten zien. Een andere kringvorm is de instructiekring; hier krijgen kleine groepjes afwisselend instructie over de leerstof. In de middag wordt er tekenen, handvaardigheid, natuur- en milieueducatie, muziek en drama gegeven. Vijf à zes keer per jaar wordt er een crea-circuit opgezet.bewegingsonderwijs krijgen ze één keer per week in de gymzaal aan de Ten Veldestraat. De kinderen uit groep 3 en 4 krijgen ook 1 keer per week zwemles. Sommige kinderen kunnen als ze starten in groep 3 al lezen. Deze kinderen gaan door met het technisch leesniveau dat ze beheersen. Dit betekent dat er in groep 3 op verschillende niveaus gestart wordt met het leesproces. De kinderen leren de letters, lezen eenvoudige woordjes en kunnen al snel een boekje lezen.

10 Vervolgens komen de kinderen in aanraking met eenvoudige spellingoefeningen en wordt er een begin gemaakt met verhaaltjes schrijven. Direct met de leesletter wordt ook de schrijfletter aangeboden. Op heel speelse manieren wordt het rekenonderwijs aangeboden. De kinderen leren werken met getallenlijnen, krijgen splitssommen op diverse manieren en middels allerlei spelletjes wordt het rekenen tot 20 geautomatiseerd. In het begin van groep 3 krijgen de kinderen regelmatig op de dag de gelegenheid om even te spelen met de Lego of een ander spel. 9 De kinderen van groep 4 leren steeds beter en vlotter lezen, waarbij het begrijpend lezen steeds belangrijker wordt. De spelling en de daarbij behorende spellingsregels komen aan de orde en de kinderen leren uit een taalboek werken. Ze leren de hoofdletters schrijven en oefenen veel om goed leesbaar te leren schrijven. Ze rekenen tot 100, optellen en aftrekken, maken kennis met vermenigvuldigen en oefenen hierbij de eerste tafels. Dagindeling: In de groepen drie en vier zien we nog veel afwisseling tussen werken, bewegen en kringen. De taaktijd wordt gedurende het jaar opgebouwd, binnen de taaktijd krijgen de kinderen structurele begeleiding van de leerkracht om het zelfstandig leren te vergroten. In groep drie werken de kinderen met dag en weektaken. Vanaf groep vier werken de kinderen met week en aan sommige taken mogen de kinderen 2 weken werken. Twee keer per week gaan de kinderen een half uur bavi lezen; bavi-lezen is een leesvorm die wij structureel toepassen naast het technisch-lezen[niveaulezen]. Tijdens het bavi-lezen lezen leerkrachten en leerlingen en wordt het enthousiasme voor boeken en de leesbeleving gestimuleerd. Een voorbeeld van een dag 08:30-09:00 1e instructie; rekenen of lezen grote groep of kleine groep 09:00-10:00 Taakwerk 10:00-10:15 eten en voor lezen 10:15-10:30 pauze 10:30-11:00 2e instructie; grote groep of kleine groep 11:00-11:45 taakwerk 11:45-12:00 nabespreking en/of sociale vorming 12:00-12:30 eten en taalactiviteit 12:30-13:00 pauze 13:00-13:40 groepsles; wereldoriëntatie 13:40-14:05 groepsles; kunstzinnige vorming 14:05-14:30 taakwerk of uitvoeren opdrachten; meervoudige intelligentie en/of verwerking kunstzinnige vorming Middenbouw 5 / 6 Vanaf groep 5 gaan de kinderen langer naar school. Afronding van het technisch lezen vindt, vaak al in groep 5, maar ook nog in groep 6 plaats. Begrijpend lezen wordt steeds belangrijker. Taalonderdelen, zoals spelling, creatief schrijven, woordenschatoefening, werkwoordspelling en andere taaloefeningen komen veel aan bod. De kinderen oefenen met het schrijven van een werkstuk en het houden van boekbesprekingen en spreekbeurten. Het technische schrijfonderwijs wordt afgerond, maar de ontwikkeling

11 van een eigen goed leesbaar handschrift wordt nauw gevolgd. 10 Bij rekenen oefenen de kinderen de basisvaardigheden (optellen, aftrekken, vermenig-vuldigen en delen), eerst tot 1000, later ook daarboven. De kinderen oefenen het werken met een weektaak en keuzewerk. Kringgesprekken worden niet meer dagelijks, maar wel regelmatig gehouden (vertelkring, boekenkring, sociaal-emotionele onderwerpen en actualiteiten). De kinderen krijgen twee keer gymles, waarvan één keer onder leiding van de vak-leerkracht. Bovenbouw 7 / 8 De laatste bouw is aangebroken; steeds meer en steeds zelfstandiger op weg naar het voortgezet onderwijs. Niet alleen meer nieuwe dingen leren, maar ook het geleerde toepassen in zinvolle situaties. Begrijpend lezen en ook studerend lezen worden in toenemende mate toegepast bij het maken van werkstukken, het houden van spreekbeurten en boekverslagen en het schrijven van verhalen. Het spellen is nog steeds belangrijk, maar ook werkwoordspelling en het ontleden worden geleerd. De kinderen maken kennis met Engels dat wordt geoefend in herkenbare taal-gebruikssituaties met behulp van gevarieerde materialen als leerlingenboek, werkboek en leesboekjes. Ook worden eenvoudige Engelse liedjes aangeleerd. Dagindeling groep 5 tot en met 8: In de groepen 5 tot en met acht krijgen de kinderen een uitbreiding van vakken. De dagindeling laat een afwisseling zien van werken, instructie [of coöperatief leren] en kringen. De kinderen in de groepen vijf tot en met acht werken met weektaken, sommige taken mogen in 2 of drie weken gedaan worden. In de toekomst willen een aantal jaartaken instellen. Twee keer per week krijgen de kinderen een gymles. De middagen variëren per dag. De kinderen uit de groepen 5 t/m 8 gaan ook bavi-lezen; er vindt een verschuiving plaats van technisch lezen naar begrijpend lezen. De leerkrachten van de midden- en bovenbouw verzorgen zelf handvaardigheid in de eigen groep, al dan niet met hulp van een ouder. Dit geldt ook voor tekenen, techniek en drama. Ter afsluiting van het schooljaar gaan de kinderen van groep 8 op schoolkamp. Groep 8 neemt in de voorlaatste schoolweek afscheid. Meestal is de musical een feestelijke afsluiting van hun loopbaan op de basisschool

12 Een voorbeeld van een dag 08:30-09:00 1e instructie; grote groep of kleine groep 09:00-10:15 taakwerk 10:15-10:30 pauze 10:30-10:40 eten en voorlezen 10:40-11:00 2e instructie; grote groep of kleine groep 11:00-12:00 taakwerk 12:00-12:30 pauze 12:30-13:00 eten en soc.vorming 13:00-13:25 presentaties; spreekbeurten- boekbesprekingen, etc 13:25-14:00 wereldoriëntatie 14:00-14:30 kunstzinnige vorming en meervoudige intelligentie 11 Wereldoriëntatie vindt bij kinderen rond thema s plaats. We gebruiken de methode de grote reis. Dit is een wereldoriënterende methode voor kinderen vanaf 4 tot en met twaalf jaar op het gebied van aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en milieu. De methode is zeer geschikt voor het Dalton onderwijs omdat opdrachten als keuze taak of verplichte taak ingepast kunnen worden. De methode heeft verschillende niveaus binnen 1 jaargroep. Opdrachten zijn individueel uit te voeren en in de vorm van coöperatief leren. Kinderen kunnen in groepjes een thema aan de hele groep presenteren met als afsluiting een toets voor de hele groep. Er komen in deze methode tal van thema s aan de orde. Belangrijk is dat het kind de wereld om hen heen steeds meer leert verkennen. Een thema staat twee à drie weken centraal en wordt dan uitgewerkt met verhalen, video s, leer- en kringgesprekken, verschillende opdrachten, liedjes en creatieve opdrachten. Ieder schooljaar vinden er schoolprojecten plaats. Alle groepen werken dan in dezelfde periode aan hetzelfde thema. Binnen deze projecten organiseren we momenten voor heterogene groepswerken voor kinderen vanaf groep 1 tot en met groep 8. Binnen de school worden computers voor veel activiteiten gebruikt: bijvoorbeeld voor de leerlingadministratie, de financiële zaken en het leerlingvolgsysteem. Binnen het Dalton onderwijs past het werken op de computer heel goed. Kinderen kunnen zelfstandig en samenwerken achter de computer. In elke groep zijn computers met daarop educatieve software die door de leerlingen gebruikt worden. Elke computer heeft een tekstverwerker. In de studieruimte kunnen de kinderen ook op de computer werken. Op het gebied van hardware en software is het afgelopen jaar veel veranderd in de school. Er is een netwerk aangelegd, waarvan het beheer extern is geregeld. Dit netwerk biedt toegang tot het internet. De toegang tot internet is afgeschermd, zodat kinderen 'veilig' van het internet gebruik kunnen maken. De software die op de netwerken gaat draaien bestaat onder andere uit methodegebonden software. Dit houdt in dat naast de methoden die we op onze school gebruiken (meestal in boekvorm), er ook programma's beschikbaar zijn op de computers. Remediërende programma's zijn beschikbaar en worden gefaseerd uitgebreid. En de eigen website is te bekijken op

13 12 Weektaak Alle kinderen werken op school met een taak. De taak staat beschreven op een taakformulier. Op het taakformulier kunnen de kinderen het werk inplannen en aftekenen. We werken met verplichte taken en keuzetaken. Op ieder taakformulier beschrijft het kind een voornemen voor die week. Het werkproces wordt door het kind geëvalueerd op het formulier. De instructiemomenten die door de leerkracht gegeven worden staan aangegeven middels een cirkel om de les. Het keuze werk wordt voor een deel door de leerkracht bepaald vanuit de opdrachten meervoudige intelligentie. Een ander deel van de keuze-taken wordt door het kind ingevuld. De kinderen leren steeds zelfstandiger het taakwerk te overzien, te plannen en uit te voeren. Kinderen die klaar zijn met hun taakwerk (nagekeken en verbeterd) zijn in de gelegenheid om keuzewerk te gaan maken. In het taakwerk komen alle vakken aan bod. Dagelijks werken de kinderen aan hun weektaak. In het keuzewerk wordt tegemoet gekomen aan de eigen leerbehoeften. Mogelijke keuze-werkopdrachten zijn opdrachten vanuit de meervoudige intelligentie, techniek, schaken, zelfcorrigerende taalopdrachten, computer-onderwijs en werkstukken. Instructies Bij de instructielessen van het rekenonderwijs worden nieuw aan te leren rekenbewerkingen in een zinvolle context aangeboden. Rekenbewerkingen zoals vermenigvuldigen en delen worden verkort en verder toegepast in allerlei rekenvraagstukken. Er worden verschillende soorten instructies gegevens, we geven effectieve instructies, probleemoplossende instructies en de kijk en luister instructies. Van het kunnen maken van rekenbewerkingen gaat het rekenen steeds meer over in het kunnen toepassen van rekenbewerkingen in zinvolle situaties. Ook hier is begrijpend lezen een belangrijke vaardigheid. Er wordt geoefend met huiswerk; er tijdig mee beginnen, soms hulp vragen thuis en mee terug nemen naar school. Het gebruik van een eenvoudige agenda is aan te bevelen. Keuze voortgezet onderwijs groep 8 De groep acht-kinderen maken kennis met allerlei vormen van scholen voor voortgezet onderwijs en worden samen met hun ouders begeleid bij het kiezen van een school. Een informatieavond, ervaring opdoen met Cito-eindtoetsen uit voorgaande jaren, ouder- en kindgesprekken en de scholeninformatiemarkt. Iedere basisschool is verplicht de Cito-eindtoets af te nemen. De entree toets in groep 7 en de Cito-eindtoets zijn voorboden voor het definitieve eindadvies van de groepsleerkracht. Uiteindelijk vindt in maart aanmelding plaats.

14 Activiteiten in de school Milieudienst hoort bij de Apollo 11. De schoolomgeving is de zorg van alle kinderen en volwassenen die op school leren en werken. De kinderen leren door de milieudienst zorg te dragen voor het plein, de plantjes, de struiken en de bomen. We gebruiken een milieurooster, waarbij iedere groep aan de beurt komt voor milieudienst, ze vegen het plein en leren al vroeg zich verantwoordelijk te voelen voor de materialen en de omgeving. 13 Mentorschap voor de kinderen uit groep 8. Aan het begin van ieder schooljaar wordt een leerling uit groep 8 gekoppeld aan een leerling uit groep 1 en 2. Deze wordt gedurende één jaar mentor over het jonge kind. De mentoren stellen zich middels een schriftelijke presentatie voor aan de ouders van de kleuters. Gedurende het buitenspelen maar ook tijdens activiteiten in de school worden de maatjes gekoppeld. Verkeersdiploma kunnen de kinderen in groep 7en 8 behalen. Het examen bestaat uit een practisch en theoretisch gedeelte. In groep 7 doen kinderen het theorie gedeelte en in groep 8 het praktijkgedeelte. Schoolreisjes worden gehouden in de vorm van een 3 jaren -cyclus. Het eerste jaar organiseren we een samen- pretpark-reisje, het tweede jaar wordt er een doe-natuur-reisje georganiseerd en het derde jaar is er een educatief-creatief-reisje. Deze cyclus past binnen het Dalton onderwijs. Schoolkamp met de kinderen uit groep 8. Groep 8 gaat drie dagen op kamp. Voor de kinderen een hele ervaring om gedurende een aantal dagen te logeren op een leuke doe-lokatie samen met hun vriendjes, vriendinnetjes en leerkrachten. Schoolfeesten op de Apollo 11 worden jaarlijks georganiseerd. We vieren de traditionele feesten zoals Sinterklaas, Kerstmis, Pasen en Carnaval. Aan het einde van ieder schooljaar vieren we een groot kinderfeest als afsluiting. We noemen dit feest de overstap. De kinderen stappen symbolisch over naar het nieuwe schooljaar. De overstapfeesten zijn traditie geworden op de Apollo 11. Eens in de drie jaar wordt het kinderfeest een slaapfeest. Dan mogen alle kinderen één nachtje logeren op school. Tentoonstellingen en presentaties worden georganiseerd rondom projecten. Voor kinderen is het belangrijk dat zij zich leren presenteren. U kunt tijdens de Bekijk t maar ochtenden vrij uit aan de kinderen vragen stellen. De kinderen zijn gewend zich te presenteren en vinden het fijn als ouders belangstelling tonen voor hun werk. Weekopeningen houden we een aantal keren per jaar. Met een dansje, een liedje of een toneelstukje presenteren kinderen zich op het podium. De bedoeling hiervan is om, naast de gezamenlijke beleving, de kinderen te oefenen in: op het podium staan, iets presenteren, naar elkaar kijken, luisteren en waarderen.

15 14 Excursies Instellingen zoals het Utrechts Centrum voor de Kunsten, Natuur en Milieu Educatie, Gezondheids Voorlichting en Opvoeding doen regelmatig een aanbod aan scholen. Hiervan maken we dankbaar gebruik als het in de planning past. We streven ernaar jaarlijks met iedere groep minstens één culturele/educatieve excursie te maken Korte cursus in blokken van drie weken vanaf groep 5 tot en met groep 8. De kinderen werken in kleine groepjes en mogen kiezen voor verschillende activiteiten zoals creativiteit, spel en dans/drama. We hebben ook wisselende cursussen als tuinieren, schaken, filosofie en koken. Onder begeleiding van ouders en leerkrachten kunnen kinderen hun belangstelling uitbouwen en verdiepen. Buitenschoolse sportactiviteiten waaraan de school deelneemt: de wandel-avond-vierdaagse in mei. Deze activiteiten vallen buiten schooltijd, zijn niet verplicht, worden georganiseerd door een leerkracht en een O.R.-ouder en door ouders begeleid. Er is dus geen aanwezigheidsverplichting voor de leerkrachten bij bovenstaande activiteiten.

16 Ontwikkelingen op onze school Op school bezinnen we ons regelmatig of we nog op de goede weg zitten. Ook krijgen we regelmatig controle van de inspectie en van de Daltonvereniging. 15 In juni 2002 heeft de inspectie van het onderwijs O.B.S. Apollo 11 bezocht voor een uitgebreide toets. In de eerste plaats spreekt de inspectie zich uit over de kwaliteit van het onderwijs op onze school aan de hand van vastgestelde kwaliteitskenmerken. In de tweede plaats wijst de inspectie sterke en zwakke kanten aan van het onderwijs in de school. Aan de hand hiervan spreekt zij met de school over mogelijkheden en plannen tot verdere ontwikkeling. Het rapport is openbaar gemaakt via website van de inspectie ( en ligt ook voor u ter inzage op school. In het kort komt het er op neer dat de inspectie vindt dat we duidelijk en effectief instructies geven. Het lespakket is afwisselend, zodat de leerlingen alert blijven. Het is duidelijk zichtbaar dat de kinderen gewend zijn om zelfstandig te werken. Ook is men enthousiast over het systeem om de voortgang van de kinderen te volgen. Er wordt planmatig gewerkt, en de (bij)scholing van de leerkrachten is goed geregeld. De groepsresultaten van de Citotoets worden als voldoende beoordeeld. In het schooljaar hebben we onder meer de volgende aandachtspunten: inhoudelijke verdieping van het Dalton onderwijs, mede in het licht van de visitatie van de Daltoncommissie die eens in de vijf jaar plaats vindt. Dit jaar zijn wij weer aan de beurt. implementatie van de nieuwe leermethode voor wereldoriëntatie 'De grote reis'. Hiermee kunnen we van groep 1 t/m 8 één doorgaande leerlijn realiseren het instellen van een kinderraad starten met collegiale consultatie, waarbij leerkrachten elkaar helpen en adviseren bij dagelijkse problemen. Tijdens studiedagen werken we met het hele team aan interne afstemming en teambreed gedragen onderwijsvernieuwing. Ook voor is een nascholingsplan opgesteld mede naar aanleiding van de jaarlijkse functioneringsgesprekken tussen directeur en leerkracht.

17 Het schoolteam 16 Personeelsleden verbonden aan de school en hun functie: Marijke Geutjes Rietje Voorn Marian Zeelenberg Nelleke Los - Kloosterziel Simone Rodenburg Marloes Baas Barbara Raadsen Wilhelmien Boelkens Miranda Bruinsma Claudia Tulen Hennie Blauwendraad Marian Zeelenberg directeur interne begeleider remedial teacher groepsleerkracht groepsleerkracht groepsleerkracht groepsleerkracht groepsleerkracht groepsleerkracht groepsleerkracht groepsleerkracht groepsleerkracht Teamleden overleggen wekelijks met elkaar over inhoud, organisatie en praktische zaken. Het kan wel eens voorkomen dat leerkrachten ziek zijn of verlof hebben. Meestal proberen we binnen de school hiervoor een oplossing te zoeken. Bij langdurige afwezigheid zoeken we extern een invaller. Het is in de afgelopen jaren slechts een enkele keer voorgekomen dat we kinderen naar huis moesten sturen, maar ook dan geldt dat als het echt niet lukt om de kinderen thuis op te vangen, er alsnog een oplossing binnen de school gevonden wordt. Als school en mogelijk toekomstige werkgever voelen we een verantwoordelijkheid bij te dragen aan de opleiding van deze aankomende leerkrachten. Afhankelijk van de specifieke groeps- en leerkrachtsituatie bieden we studenten van de Theo Thijssen Academie stageplaatsen op onze school. Deze studenten werken altijd onder directe verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Voor L.I.O.-leerkrachten (leerkrachten in opleiding), studenten die de opleiding afgerond hebben, bevoegd zijn en een eindstage uitvoeren is deze situatie iets anders. Mocht u als ouder hiermee te maken krijgen, dan laten we u dit uiteraard weten.

18 De kinderen De plaatsing van nieuwe kinderen op school Plaatsing op onze school is mogelijk voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij schrijven kinderen in vanaf de leeftijd van ongeveer 2 jaar. Ouders die geïnteresseerd zijn in onze school, ontvangen de schoolgids en een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek en een rondleiding in de school met de directeur. Als u voor onze school kiest, dient u het aanmeldingsformulier in te vullen en kunt u een half jaar voorafgaand aan de vierde verjaardag van uw kind contact opnemen met de school, voor een gesprek waarin uw kind centraal staat. In principe kan uw kind naar school komen vanaf de vierde verjaardag. Indien er sprake is van een fysieke en/of verstandelijke handicap zal, in overleg met de ouders, bekeken worden of onze school geschikt is om het kind met succes het onderwijs te laten volgen. 17 Zo spoedig mogelijk na binnenkomst van uw kind probeert de leerkracht een goed beeld te krijgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de leerprestaties. Indien mogelijk vragen we de gegevens op van de peuterspeelzaal of de school waar uw kind eerder vertoefd heeft. Zo kunnen we eventuele problemen bij uw kind snel en doelmatig oplossen. De kinderen die drie jaar en 10 maanden oud zijn, mogen in overleg met u vier ochtenden of middagen ter kennismaking naar school komen. In het gesprek met de leerkrachten worden de data vastgesteld. Natuurlijk bent u ook van harte welkom als u een kijkje in de groep wilt nemen. Het is onze ervaring dat kinderen die net vier jaar zijn geworden grote moeite kunnen hebben om het de hele dag vol te houden op school. Wij geven het dringende advies hier rekening mee te houden. Kleuters worden in principe het hele jaar toegelaten. Zodra er sprake is van aanmelding van een inmiddels leerplichtig kind, dat op een andere school ingeschreven is, gelden er wat extra afspraken. De procedure luidt als volgt: de ouders hebben een oriënterend gesprek met de directeur. hij zal dan (nog) niet over gaan tot inschrijving. Hij vraagt eerst of er al een gesprek is geweest met de directeur van de school waar het kind vandaan komt. zo niet, dan zal hij vragen dit eerst te doen. er vindt toetsing plaats om het onderwijskundige niveau te bepalen alvorens de leerling definitief wordt ingeschreven en in een groep wordt geplaatst. In een enkel geval behoort plaatsing op grond van de gegevens van een kind niet tot de mogelijkheden. De dagelijkse gang van zaken Al eerder las u over de missie van onze school. De missie geeft globaal aan wat voor school we willen zijn. Deze missie is uitgewerkt in een vijftal kaders voor de school, die een stap dichter bij de dagelijkse praktijk komen. Aan de hand van deze kaders vinden tal van praktische uitwerkingen plaats binnen leerjaren, vakgebieden en schoolorganisatie.

19 18 Kader 1 - Het onderwijs richt zich op de kerndoelen en sluit aan bij verschillen tussen kinderen. Voor het Nederlandse basisonderwijs zijn landelijk kerndoelen opgesteld; hierin is vastgelegd welke vaardigheden en leerstof kinderen op een basisschool aangeboden moeten krijgen. Het gaat hier om verstandelijke ontwikkeling, creativiteit, noodzakelijke kennis, culturele en lichamelijke vaardigheden. Om steeds weer na te gaan of we met het gegeven onderwijs wel de gewenste resultaten behalen, met de groep in het algemeen en met het individuele kind, zijn observaties en toetsen belangrijke middelen. Tijdens het werken met de hele groep aan het geplande onderwijs, proberen leerkrachten zo goed mogelijk aan te sluiten bij het niveau van kinderen. Daarbij komt dat kinderen van elkaar verschillen. Kinderen die het aankunnen, krijgen bij ons op school de mogelijkheid meer dan de verplichte leerstof te leren bij. Leerkrachten brengen bijvoorbeeld verschillen aan in de oefenstof. Kader 2 - De school brengt Dalton onderwijs in praktijk Binnen de pijlers verantwoordelijkheid en samenwerking wordt het pedagogisch klimaat bij ons op school duidelijk vormgegeven. De school en de groep is voor veel kinderen dé plaats waar ze allerlei sociale vaardigheden kunnen leren in contacten met kinderen en volwassenen. Leerkrachten hebben hierbij een sturende rol, maar kinderen zullen vooral hun eigen persoonlijkheid gaan ontwikkelen. Coöperatief leren blijkt een belangrijk positief effect te hebben op de leerprestaties van kinderen. Coöperatief leren is het meest effectief wanneer zowel gebruik gemaakt wordt van groepsdoelen als van het individueel aanspreken van de leerlingen op hun bijdrage aan het groepsproduct. Groepsdoelen zorgen ervoor dat de leerlingen zich niet alleen verantwoordelijk voelen voor hun eigen leren, maar ook voor dat van hun groepsgenoten. Het individueel verantwoordelijk stellen van leerlingen voorkomt dat het samenwerken een vrijblijvend karakter krijgt. Coöperatief leren bevordert de sociale en de communicatieve vaardigheden van kinderen. Leerlingen staan positiever ten opzichte van het leren op school en de schoolvakken. In alle groepen worden regelmatig gesprekken gevoerd waarbij aspecten van sociale vaardigheden aan bod komen, bijvoorbeeld naar aanleiding van een voorval of iets dat speelt in de actualiteit. We hebben vormen ingepast in het leren omgaan met elkaar. Kinderen werken met maatjes en leren zo wat een mentorschap betekent. Kinderen van groep 8 presenteren zich door middel van een persoonlijk verslag aan de kleuters en hun ouders. Gedurende één jaar worden de kinderen uit groep 8 gekoppeld aan de kleuters. Tijdens gezamenlijke momenten in de school halen de 8ste groepers hun kleuter op en genieten zo samen van een introductie, feest of spel. Tijdens het buitenspelen is er een moment op de dag dat de maatjes samen buiten kunnen spelen. Kinderen werken als tutoren bij het leesonderwijs en tijdens het projectonderwijs. Hierbij leren kinderen geduldig te zijn en op verschillende manieren informatie uit te wisselen. Kinderen komen met elkaar in gesprek en oefenen de vaardigheden van luisteren en het leren. Kinderen leren coöperatief te werken en oefenen in gelijkwaardigheid en het luisteren naar elkaar, het samen oplossen van een vraagstuk en het samen verantwoordelijk voelen voor het resultaat in samenwerkingsverbanden met oudere en jongere kinderen. Bij de sociale en emotionele ontwikkeling van een kind hechten wij vooral ook waarde aan het ontwikkelen van een goed zelfbeeld van het kind. We hanteren hierbij het model van de Axenroos, waarbij het gedrag van kinderen vergeleken wordt met kenmerken van dieren. Je gedraagt je bijvoorbeeld als een leeuw, als je de baas speelt.

20 Het kind ontdekt steeds beter wat het goed kan, minder goed kan, leuk vindt, minder leuk vindt en wordt zich hiervan bewust. Kinderen krijgen een realistisch gevoel van eigenwaarde, waardoor zij zelfvertrouwen kunnen opbouwen. Een van de pijlers van het Daltonplan is zelfstandigheidsontwikkeling. De kinderen werken bij ons op school met een weektaak. Dit is een werkcontract tussen leerling en leerkracht. De weektaak is een belangrijk middel om de zelfstandigheid bij het kind te ontwikkelen. Dit speelt gedurende de hele basisschoolperiode een belangrijke rol. In onze visie is zelfstandigheid ook iets dat je kan leren. Bijvoorbeeld al vanaf groep 1 plannen kinderen hun werk in en bespreken hun werk; leerkrachten sturen kinderen deze zelfstandigheidsontwikkeling en stapsgewijs leren kinderen hun eigen gedrag en prestaties steeds beter te sturen. 19 Kader 3 - Onderwijs dat zich richt op een brede ontwikkeling van de kinderen Bij intelligentie denken we vaak aan prestaties op het gebied van taal en rekenen. Later blijkt dan vaak dat mensen die op school slecht mee konden komen, in de maatschappij erg goed terecht kunnen komen. Het blijkt dan dat ze over een ander soort intelligentie beschikken dan waar ze met taal- en rekenonderwijs op worden aangesproken. We noemen dit 'meervoudige intelligentie'. Voorbeelden: ruimtelijk inzicht; sociale vaardigheden; muzikaltiteit; naturaliteit; Het zijn stuk voor stuk positieve eigenschappen, waar ze in hun latere leven wat aan kunnen hebben. Daarom stimuleren we kinderen al op de basisschool om die eigenschappen te herkennen en te gebruiken. Kinderen leren bij ons op school door middel van methodes, projecten en gerichte opdrachten. Belangrijk is dat kinderen leren in een context om zo een voorstelling te kunnen maken van het waarom (is het zinvol dit te leren) en het hoe (strategieën en informatiebronnen) kun je leren. Als school hechten we belang aan een brede ontwikkeling van de kinderen. Naast het al eerder beschrevene hebben kunstzinnige oriëntatie, oriëntatie op mens en wereld een vaste plek binnen ons onderwijs. Van jongs af aan worden kinderen vertrouwd gemaakt met iets presenteren voor/aan de eigen groep of een grotere groep kinderen. Weekopeningen, spreekbeurten, boekbesprekingen en kleine presentaties in de groep spelen hierbij een rol. Bij de oriëntatie op mens en wereld (aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, techniek, milieu, gezond gedrag, verkeer) wordt de ervaringswereld van de kinderen als uitgangspunt genomen. We starten in het schooljaar met een nieuwe methode. De methode bestaat uit thema s en de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en biologie zijn geïntegreerd. De ervaringswereld van de kinderen vergroot zich mede door impulsen vanuit ons onderwijs; ook actualiteiten krijgen daarom regelmatig aandacht. Kader 4 - Een professionele organisatie waar professionals prettig werken De teamleden van O.B.S. Apollo 11 handelen vanuit een gemeenschappelijke Daltonvisie op ontwikkeling en onderwijs. Er is een grote mate van collegialiteit en veel aandacht voor deskundigheidsbevordering die niet alleen op teamniveau, maar ook per bouw en individueel plaatsvindt. De nascholing heeft betrekking op o.a. de zorgverbreding, het klassenmanagement, gesprekstechnieken en bedrijfshulpverlening. Het hele team heeft een Daltoncertificaat.

21 20 Kader 5 - Duidelijke communicatie tussen school en kind/ouders De school betrekt ouders bij de schoolactiviteiten en informeert hun tijdig over de actuele gang van zaken op school. De leerkrachten informeren ouders regelmatig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. Het is belangrijk te weten hoe ouders de school ervaren en wat zij als wenselijke veranderingen zien. In het schooljaar neemt het thema veiligheid in school een belangrijke plaats in. De school moet een veilige basis zijn voor alle betrokkenen. Voor de kinderen werken we met de Apollo 11-regels. Deze regels hangen in iedere lokaal in de school en worden gebruikt op schoolniveau. Er is een kinderraad die de veiligheid in en om de school bespreekt. Bovendien werken we met veiligheidsthermometers voor kinderen en leerkrachten. Kinderen werken met een veiligheidscontract. Dit is een overeenkomst tussen de groep en het individuele kind. Verbaal geweld door kinderen naar leerkrachten tolereren we niet. Een corrigerend gesprek, excuses volgen en mocht dit alles geen resultaat hebben dan kunnen wij overgaan tot schorsen. In het uiterste geval maken wij melding bij de politie. Leerkrachten werken met een gedragsprotocol. Dit protocol is voor ouders op te vragen. Leerkrachten krijgen scholing op het gebied van omgaan met agressie. In het kader van een veilige basis voor iedereen hanteren we voor ouders ook duidelijke regels. Wij dulden op school geen agressie en werken met een agressieprotocol. Hierin liggen de stappen vast die genomen worden tegen agressie. Verbaal geweld nemen wij zeer serieus, de school kan aangifte doen bij justitie voor verbaal geweld. In een gesprek wordt duidelijk aan ouders kenbaar gemaakt dat verbaal geweld niet kan bij ons op school. In het gesprek worden excuses verwacht naar de school. Naar aanleiding van het gesprek wordt bepaald welke maatregel genomen wordt. Bij bedreiging of fysiek geweld volgt aangifte bij de politie. Schorsing van het gezin kan dan volgen. Leerlingenzorg: het volgen van de ontwikkeling van uw kind in de school. Binnen de leerlingenzorg staan de volgende doelen centraal: een samenhangende interne structuur voor leerlingenzorg, voorzieningen voor extra zorg aan leerlingen, een vastgestelde procedure voor leerlingbesprekingen waarin wordt beoordeeld of leerlingen in aanmerking komen voor extra zorg. Bij dit alles heeft de interne begeleider als taak om deze extra zorg te coördineren. Uiteraard worden ouders op de hoogte gehouden. De wijze waarop het dagelijkse werk van uw kind wordt bekeken en beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om vorderingen van leerlingen te verzamelen. De ontwikkeling van uw kind wordt door de leerkrachten dagelijks nauwlettend in de gaten gehouden en vastgelegd in de speciaal daarvoor bestemde leerlingenmap. De leerlingen worden tweemaal per jaar, kleuters eenmaal, getoetst met behulp van landelijk genormeerde methodeonafhankelijke toetsen. Hierdoor ontstaat een goed beeld van de ontwikkelingen op school-, groeps- en individueel niveau. In november worden er 10 minutengesprekken gehouden waarin de leerkracht een eerste indruk van het kind met de ouder bespreekt. In januari en in juni krijgt uw kind een rapport. De uitslagen van de toetsen worden op het rapport vermeld, naar aanleiding van het rapport wordt u uitgenodigd voor een 10 minutengesprek waarin het rapport besproken wordt.

22 Natuurlijk kunt ook u een afspraak maken met de leerkracht als u tussen door een gesprek wenst. Op het eind van het schooljaar wordt ieder kind dat naar een andere leerkracht en groep gaat, besproken met en overgedragen aan deze leerkracht. De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleerkracht. Alle belangrijke gegevens betreffende uw kind worden door de leerkracht volgens school-afspraken vastgelegd in de speciaal daarvoor bestemde leerlingenmap. Deze gegevens kunt u als ouder natuurlijk altijd inzien als u dat wenst. De kinderen van de groepen 2 t/m 8 ontvangen twee keer per jaar een rapport. Er wordt niet alleen aandacht besteed aan de leerprestaties van uw kind, ook de werkhouding en het gedrag, de inzet en de sociaal-emotionele ontwikkelingen worden door de leerkracht toegelicht. 21 Leerlingen die onze school verlaten wegens verhuizing of overplaatsing. Als kinderen gedurende de basisschoolperiode van school veranderen, bijvoorbeeld door verhuizing, is het voor ons handig om dit vroegtijdig te weten. Graag ontvangen we van u naam en adres van de nieuwe school. Indien een leerling gaat verhuizen of wordt overgeplaatst, dient u uw kind bij een andere school aan te melden. Een kopie van de inschrijving op de nieuwe school wordt dan naar onze school gestuurd. Vervolgens vindt uitschrijving van uw kind plaats. Een kopie van de uitschrijving wordt verstuurd naar de ontvangende school en naar de ambtenaar leerplicht. Om de voortgang van het onderwijs aan uw kind zo goed mogelijk te garanderen wordt bovendien door ons een onderwijskundig verslag ingevuld en opgestuurd naar de nieuwe school. U hebt het recht dit verslag in te zien. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Indien er problemen zijn met uw kind (leerproblemen, lichamelijke of sociaal-emotionele problemen), streven wij ernaar om extra ondersteuning binnen de eigen groep tijdens de normale schooluren te laten plaatsvinden. Indien gewenst wordt er hulp en ondersteuning van buitenaf gevraagd. We volgen een procedure die gebaseerd is op het Zorgplan , zoals dat is opgesteld door de S.P.O. in Utrecht. Meer informatie hierover kunt u op school krijgen. Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften. Het 'zittenblijven' wordt op onze school zoveel mogelijk voorkomen. Toch kan het voorkomen dat, door de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind en/of de leerprestaties, het wenselijk is dat een kind een schooljaar herhaalt. In voorkomende situaties zal dit advies tijdig aan de ouders bekend worden gemaakt om samen met hen te bezien wat het beste is voor het kind. Het overslaan van een groep kan in uitzonderlijke situaties voorkomen; er moeten dan zeer duidelijke redenen aan ten grondslag liggen. Rugzakkinderen Met ingang van 1 augustus 2003 is er een wetswijziging gekomen voor kinderen met een handicap. U kunt hierbij denken aan een slechtziend kind, een slechthorend kind of bijvoorbeeld een kind met het Syndroom van Down. Het gaat hierbij om een rechtsregeling voor ouders die hun kind in het regulier basis-onderwijs zouden willen plaatsen. We noemen dit rugzakkinderen. Zowel het bestuur als de school hanteren een toelatingsbeleid. Aangezien er allerlei factoren meespelen, zal de school voor ieder verzoek tot plaatsing een afweging maken. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van de handicap en de extra onderwijsondersteuning die noodzakelijk is, sporen met de mogelijkheden van onze school.

23 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen. In september/oktober geeft de leerkracht aan de ouders van de kinderen van groep 8 informatie over de stappen die worden gezet om in groep 8 tot een verantwoorde schoolkeuze te komen. 22 Soort gegevens die over leerlingen worden verzameld, de wijze van adviseren en de procedure die wordt gevolgd. De Povoprocedure (Primair Onderwijs - Voortgezet Onderwijs) is een onderdeel van het leerlingvolgsysteem en heeft tot doel hulp te bieden bij het zoeken naar de vorm van voortgezet onderwijs die het beste bij het kind past. In groep 7 wordt in mei/juni de Cito-Entreetoets afgenomen: een didactisch onderzoek om te kunnen vaststellen hoe ver uw kind is gevorderd in vergelijking met landelijke normen in taal, rekenen/wiskunde en het omgaan met informatie. We gebruiken de Cito-Entreetoets aan het einde van groep 7 om na te gaan hoe de leerlingen op dat moment functioneren. De uitslag geeft ons een beeld van de leerling bij de vakgebieden: schrijven van teksten, spelling, begrijpend lezen, woordenschat, rekenen en informatieverwerking. Deze informatie geeft ons de mogelijkheid om in groep 8 extra aandacht te besteden aan de onderdelen die de leerling nog niet goed beheerst. Als aanvulling hierop wordt de schoolvragenlijst afgenomen. Deze geeft informatie over bijvoorbeeld motivatie, welbevinden en zelfvertrouwen. In groep 8 vindt in het begin van het schooljaar een bespreking plaats tussen de bovenbouw-leerkrachten en de interne begeleider met als onderwerp: de uitslag van de Entreetoets. Wij noemen dit een signaleringsbespreking. In de loop van het schooljaar volgt de Cito-Eindtoets: een onderzoek naar de leerresultaten ten aanzien van rekenen, taal en informatieverwerking, waardoor vergelijking met school- en landelijke resultaten mogelijk is. Ook wordt de leerlingen het GIVO (Groningse intelligentie-onderzoek Voortgezet Onderwijs) afgenomen wanneer de leerkracht vermoedt dat een kind in aanmerking zal komen voor zogenaamd leerwegondersteunend onderwijs (LOO). Dit gebeurt ook wanneer onverhoopt de uitslag van de Cito-Eindtoets minimaal een verschil van 2 niveaus laat zien. Een soort second opinion dus. Gelukkig gebeurt dit zelden of nooit. De ouders moeten schriftelijk toestemming verlenen in beide gevallen. De AVL (Apeldoornse vragenlijst) wordt door de leerkracht ingevuld. Het gaat om vragen omtrent gedrag ten opzichte van medeleerlingen en volwassenen, werkhouding, het omgaan met eventuele problemen of teleurstellingen etc. Allemaal zaken die, naast het behalen van (goede) leerresultaten, in het voortgezet onderwijs een belangrijke rol spelen. De bevindingen worden door de groepsleerkracht besproken met de ouders. Op basis van de gegevens wordt nagegaan of en hoe een kind verder begeleid en ondersteund moet worden, zowel in de thuis- als in de schoolsituatie. Zowel in groep 7 als in groep 8 worden de onderzoeksresultaten met de ouders besproken aan de hand van een schriftelijke rapportage. In groep 8 wordt daar een gericht schoolkeuzeadvies aan toegevoegd. In december voorafgaand aan de open dagen van het voortgezet onderwijs, wordt aan de ouders van groep 8 het voorlopige schoolvervolgadvies meegedeeld. Nadat de CITO-uitslag bekend is, wordt aan de hand van deze uitslag en andere bevindingen het definitieve advies opgesteld dat volgens de jaarplanning aan de ouders wordt verstrekt. De leerkracht van groep 8 stelt voor ieder kind een raadsformulier op dat