Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting Vaststelling van de begroting voor het jaar G Begroting van uitgaven en inkomsten Staatsbedrij der Posterijen, Telegraie en Teleonie en de Rijkspostspaarbank Nr.2 MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN 1. De situatie van het PTT-bedrij in 1981 geet enerzijds aanleiding tot optimisme, anderzijds zijn er ongunstige ontwikkelingen. De PTT heet nauwelijks te lijden van de moeilijkheden die een groot gedeelte van het economische leven ongunstig beïnvloeden. De vraag naar de diensten van het bedrij groeit nog steeds; daardoor blijt ook het aantal arbeidsplaatsen toenemen. Daartegenover staat, dat bij de Telecommunicatie de verzadiging van de vraag naar teleoonaansluitingen in zicht komt, bij de Gelddiensten het aandeel in de zakelijke markt geringer wordt en bij de Post het negatieve bedrijsresultaat zorgelijk blijt. Ten opzichte van 1980 zullen de resultaten van de Telecommunicatie en van de Postcheque- en Girodienst achteruitgaan. Zonder tariemaatregelen zou dit ook en zels in belangrijke mate het geval zijn bij de Post. Het arbeidsintensieve karakter van dit bedrijsonderdeel en de relatie beperkte mogelijkheden tot produktiviteitsverbetering (zonder aantasting van het niveau van de dienstverlening) veroorzaken deze ontwikkeling. Om het bedrijsresultaat niet ontoelaatbaar te verslechteren is mede daarom besloten tot een tarieverhoging bij de Post met ingang van De tariemaatregelen bestaan in hoodzaak uit een verhoging met 5 et van het tarie van brieven tot 20 gram (van 60 tot 65 cent) en een verhoging van de tarieven voor de partijenpost met 10%, met dien verstande dat bij de periodieken de verhoging varieert van 6 tot 11% ingevolge tot stand gekomen meerjarenaspraken met de NOTU. Na deze tariewijzigingen wordt het volgende beeld van de exploitatieresultaten der dienstonderdelen verkregen. Verwachte resultaten 1981 (in min. gids.) Post Telecommunicatie Postcheque- en Girodienst Bedrijsresultaten Rente van reserves Totaalresultaat vel Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 1

2 Een wijziging van de inanciële relatie tot het Rijk is voorbereid. Doel van deze verandering is: het bedrijsresultaat duidelijker dan tot nog toe naar buiten te kunnen presenteren. De verdere voortgang van deze wijziging is gekoppeld aan de totstandkoming van een nieuwe Bedrijvenwet. Voor de spreiding van de Centrale Directie naar het Noorden is een uitvoeringsplan opgesteld. Dit plan houdt rekening met de uitgangspunten van de spreiding, zoals die zijn neergelegd in de brie van de Minister-President aan de Tweede Kamer dd. 31 januari De PTT zal participeren in de in oprichting zijnde «Stichting Nepostel, Nederlands adviesbureau voor Post en Telecommunicatie». Deze stichting heet in het kader van de ontwikkelingssamenwerking ten doel, deskundigheid op het gebied van de telecommunicatie, de post, de giro en aanverwante gebieden tegen een vergoeding ten dienste te stellen van buitenlandse instellingen en organisaties. De stichting beoogt dit te bereiken door het geven van adviezen, het verlenen van hulp en bijstand bij het realiseren van projecten (al dan niet met inschakeling van derden) en het beschikbaar stellen van deskundig personeel. De in de loop der jaren reeds getroen bijzondere voorzieningen voor gehandicapten en bejaarden zullen nog verder worden verbeterd en/o uitgebreid. Voortgegaan wordt met het toegankelijk maken van PTT-gebouwen volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Revalidatie. Ook bij de inrichting van zelbedieningsruimten zal rekening worden gehouden met deze richtlijnen. De proe met de tekstteleoon wordt uitgebreid. Bij de proeneming met Viditel zullen ook gehandicapten worden ingschakeld. Er wordt een studie van een nieuw type straatteleooncel gemaakt, die ook toegankelijk moet zijn voor rolstoelgebruikers. 2. Herziene Raming 1980 In de Herziene Raming 1980 vertoont het bedrag van de exploitatielasten, dat in de oorspronkelijke begroting was geraamd op 7881,4 min. een stijging van 171,0 min. De oorzaken van dit verschil zijn hogere aschrijvingslasten en een iets grotere verkeersgroei dan was geraamd. De gemiddelde personeelsbezetting wordt thans ca taken hoger geraamd. Dit verschil is voor een belangrijk deel het gevolg van een ander registratiesysteem van de personeelsbezetting der PTT-Gelddiensten. Ca. 600 personeelsleden worden nu verantwoord onder de PCGD (PTT) in plaats van onder de RPS. Deze personeelsleden zijn zowel werkzaam voor de PCGD als voor de RPS. Op basis van tijdsbesteding worden de lasten verrekend met de RPS. De exploitatiebaten nemen met 204,7 min. toe ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De baten van de Telecommunicatie worden thans 39,3 min. en de baten van de Post 92,3 min. hoger geraamd. Bij de Postcheque- en Girodienst worden de opbrengsten 69,7 min. hoger geraamd waarvan 30 min. als gevolg van een verrekening met de RPS en circa 40 min. door een hogere rentestand. De resultaten van de dienstonderdelen samen zullen, met de hogere opbrengsten van de ondsen en reserves ( 94,5 min.) en een lager renteverschil ( 27,7 min.), leiden tot een totaalresultaat van 769,8 min. Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 2

3 3. Financiering Financieringsoverzicht (in min. guldens) Het hierna volgende overzicht geet een beeld van de inancieringssituatie voor het begrotingsjaar en een aantal daaraan vooragaande jaren. Begroting 1981 Herziene raming Investeringen in duurzame activa 1446,3 1508,7 1399,3 1392,4 1381,4 1114,5 Voorraadmutaties memorie memorie 61,2 54,6 48,5 38,7 Deelnemingen 6,1 9,2 2,5 0,2 1,3 - Geldleningen 0,1 0,1-0,1 0,1 4,0 Kapitaaluitgaven 7452,5 1518,0 1463,0 1447,3 1431,3 1157,2 Financieringsmiddelen: Verkoop bedrijsmiddelen memorie memorie 2,7 1,9 1,9 2,1 Opbrengst deelnemingen memorie memorie 2,5 0,2 1,5 Aschrijvingen 1260,0 1123,0 999,0 865,3 769,7 678,7 Toevoeging aan de reserves en winstuitkering 683,7 769,8 756,9 799,1 817,2 607,8 3>2% heing over de bedrijsbaten 247,7 229,7 215,6 199,3 185,8 164,8 2191,4 2122,5 1974,2 1868,1 1774,8 1454,9 Netto bijdrage in de algemene middelen 738,9 604,5 511,2 420,8 343,5 297,7 Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 3

4 II. MARKTONTWIKKELINGEN 1. Post Voor 1981 wordt in het totale binnenlandse briepostverkeer een verkeersgroei verwacht van ongeveer 3% ten opzichte van Deze groei wordt voor de losse post geraamd op 3,4 % en voor de partijenpost op 2,4 %. Bij de losse post wordt de groei in sterkere mate veroorzaakt door de brieven (circa 4%) dan door de drukwerken en de pakjes. Bij de partijenpost wordt een relatie sterke groei verwacht voor de pakjes (circa 4%). Deze prognose stoelt op een verwachte toeneming van het verkeersaanbod van de postorderbedrijven. Voor de overige verkeerscategorieën, met uitzondering van de dagbladen, wordt een groei van 2 a 3 % verwacht. Voor het verzonden buitenlandse briepostverkeer wordt een groei verwacht van ca. 3,5%. Het aantal lokethandelingen zal nauwelijks toenemen. Deze geringe groei is het saldo van een verdere toeneming van de verzilvering van girobetaalkaarten op de postkantoren enerzijds en een daling van het aantal stortingen en RPS-handelingen anderzijds. Blijkens de resultaten van een vorig jaar gehouden opinie-onderzoek onder ilatelisten en niet-ilatelisten vindt iets meer dan de helt van alle ondervraagden het uiterlijk van de Nederlandse zegels gewoonlijk mooi. Algemeen bekende onderwerpen acht men het meest geschikt om op een postzegel te worden agebeeld. Deze uitkomst ondersteunt het beleidsuitgangspunt, dat bijzondere postzegels in beginsel dienen te zijn gewijd aan onderwerpen die, ook zonder postzegelemissie, algemeen in de belangstelling staan. Van de ongeveer 10,8 min. Nederlanders van 14 jaar en ouder zijn er ongeveer ilatelist; ongeveer daarvan verzamelen Nederlandse postzegels. Uit het onderzoek zijn ook opmerkingen en wensen naar voren gekomen inzake de diensten die de PTT aan verzamelaars biedt. Er wordt nagegaan in hoeverre aan eventuele verlangens kan worden tegemoetgekomen. 2. Openbare telegraie en telex De daling in het telegraaverkeer zal zich naar verwachting voortzetten. Voor het buitenlandse verkeer is de verwachte daling (4,7 %) sterker dan voor het binnenlandse verkeer (3,5 %). De vraag naartelexaansluitingen zal zich in 1981 handhaven op een redelijk hoog niveau. Zowel het in 1978 geïntroduceerde semi-elektronische toestel als de marktbewerking dragen hiertoe bij. In 1981 zal de proe met de openbare telexcellen worden voortgezet. Hettelexverkeer vertoont een continue toeneming. Het intercontinentale verkeer groeit het snelst. Het buitenlandse telexverkeer zal naar verwachting in 1981 met 6,9% toenemen. 3. Teleonie In de particuliere markt wordt een lichte daling van de vraag naar teleoonaansluitingen verwacht. Omstreeks 1985 zal hier naar zich thans laat aanzien, het verzadigingspunt zijn bereikt. Het teleoonverkeer zal in 1981 naar verwachting met 4,5% groeien. Bij htt teleoonverkeer met het buitenland wordt een aanwas van 5,5 % verwacht. Het aantal teleoonabonnees zal met 5,4% toenemen. Het assortiment voor de particuliere markt zal verruimd worden met twee typen druktoetstoestellen. Een grote vraag naar dit soort toestellen wordt tegemoet gezien. Voor de zakelijke markt wordt een gunstige uitwerking verwacht van de produktvernieuwing in de richting van semi-elektronische bedrijsteleooninstallaties. De introductie van acsimile-apparatuur biedt naar verwachting - vooral op wat langere termijn - gunstige perspectieven. Voor de mobiele teleconv municatie zijn de vooruitzichten eveneens gunstig. Vooral de reeds bereikte produktvernieuwing ligt aan deze prognose ten grondslag. Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 4

5 4. Postcheque en Girodienst Naar verwachting zal het aantal betaalrekeningen groeien met tot een totaal van rekeningen. Het gemiddelde saldotegoed zal met 6,4% toenemen tot 18,2 mld. Het aandeel in de totale girale geldhoeveelheid kan zich daardoor stabiliseren op 32%. Het overschrijvingsverkeer zal ten opzichte van 1980 met 13 min. betalingen toenemen. Deze groei wordt voornamelijk veroorzaakt door een toeneming van het gebruik van girobetaalkaart en acceptgirokaart door particuliere rekeninghouders. Het overschrijvingsverkeer van zakelijke rekeninghouders blijt dalen. Voor de girobetaalkaart is zowel in Nederland als in het buitenland een intensiever gebruik te verwachten. In het dienstenpakket is een nieuwe vorm van serviceverlening opgenomen. In samenwerking met het Nederlandse bankwezen zal de Eurocard worden ingevoerd. De Eurocard is bedoeld voor betalingen in die landen waar de girobetaalkaart niet als betaal- o dispositiemiddel is ingevoerd. Betalingen, gedaan met de Eurocard, worden eenmaal per maand automatisch van de rekening ageschreven. 5. Rijkspostspaarbank De toeneming van de aantallen Rente-, Plus- en Sterrekeningen en de daling van het aantal gewone spaarrekeningen en beleggingsrekeningen zal per saldo resulteren in een stijging van het totale aantal spaarrekeningen met0,1 % tot circa rekeningen. Het marktaandeel van de RPS in het totale spaartegoed daalt. Binnen hettotaal aantal spaarhandelingen maniesteert zich al geruime tijd een verschuiving van chartale spaarhandelingen naargirale spaarhandelingen. Deze verschuiving zal zich ook in 1981 voortzetten. Het dienstenpakket zal worden uitgebreid met: - particulier termijndeposito's met looptijden variërend tussen 1 en 12 maanden; - verstrekking aan particulieren van geldleningen onder verband van een tweede hypotheek op een in Nederland gelegen woonhuis o appartement, bestemd voor eigen bewoning; - verstrekking van een variabel doorlopend krediet aan particulieren. Tweede Kamer, zitting ,16 400G, nr. 2 5

6 Overzicht ontwikkeling verkeer Omschrijving Eenheid Begroting 1981 Herziene raming Post Losse post Brieven/brie kaarten Drukwerken Pakjes Totaal Partijenpost Brieven/briekaarten Drukwerken Dagbladen Periodieken Ongeadresseerde drukwerken Pakjes Totaal Totaal binnenlandse briepost Binnenlandse postpakketten Verzonden buitenlandse briepost Lokethandelingen Telegraie Binnenlandse telegrammen Verzonden buitenlandse telegrammen Nettovraag telex-aansluitingen Aantal telex-aansluitingen uit. Wachtenden op telex-aansluitingen uit. Uitgaand buitenlands telexverkeer Teleonie Nettovraag teleoonaansluitingen Aantal teleoonaansluitingen uit. 1 Toeneming aantal aansluitingen uit. Totale aanleg teleoonaansluitingen! Geregistreerde aanvragers uit. Lokale gesprekken 3 Inteilokale gesprekken Internationale gesprekken Postcheque- en Girodienst Aantal girorekeningen uit. Saldotegoed gemiddeld 4 Aantal overschrijvingen Aantal stortingen Aantal cheques w.o. verzilverde betaalkaarten Rijkspostspaarbank Aantal spaarrekeningen uit. Inleggerstegoed gemiddeld Spaarverschil (excl. bijgeschr. rente) Aantal spaarhandelingen Waarvan via postkantoren min min min min. min / 257 min min min min min min min min min. 5,6 5,6 5,6 6,2 6,6 7,5 min min min. 0,55 0,57 0,60 0,61 0,64 0,70 min. 0,61 0,64 0,67 0,75 0,83 0, ,2 2,1 2,0 2,2 2,3 2, ,5 33,2 31,1 29,4 27,3 24, ,8 0,85 0,83 0,8 0,7 0,7 min. min. 71,2 66,6 62,0 57,0 53,6 51, min min min min. gids min min min. gids min. gids Inclusie dienstaansluitingen en openbare spreekgelegenheden. 2 Inclusie verhuizingen. 3 Inclusie tijdmeldingen en weerberichten. 4 Inclusie overheidsrekeningen. Tweede Kamer, zitting ,16400G,nr.2 6

7 III. PERSONEEL EN PERSONEELSBELEID Het personeelsbeleid van de PTT wordt beïnvloed door ontwikkelingen op technologisch, economisch, en sociaal-cultureel gebied. Deze ontwikkelingen noden tot aanpassing van diverse onderdelen van het personeelsbeleid, zoals personeelsvoorziening, onderwijs, ontwikkeling en begeleiding van personeel. Voor het sociale beleid in de jaren '80 mag worden verwacht, dat de volgende ontwikkelingen uit de jaren '70 zich zullen voortzetten: De individualisering van het beleid. De zwaarte, omvang en onregelmatigheid van het werk moeten worden agestemd op de leetijd en de belastbaarheid van de werknemer. De vrijheid om het arbeidsleven vroegtijdig te beëindigen (experiment lexibel uittreden, VUT) en de eigen werktijden te bepalen (keuzewerktijden, deeltijdarbeid) zal worden vergroot. De mogelijkheden tot participatie van het personeel zullen worden vergroot door zowel het ormele overleg als het werkoverleg meer inhoud te geven. Bij het wervingsbeleid zal rekening moeten worden gehouden met de grotere dierentiatie in het onderwijs. De uitvoering van het personeelsbeleid zal verder worden gedecentraliseerd, onder voorwaarde van bestuurlijke beheersbaarheid. Kwantiicering. Ook het sociale beleid zal door kwantiicering van eecten (op grond van een analyse van kosten en baten) zakelijk bespreekbaar en meetbaar moeten zijn. Dit zal ook de sociale control stimuleren. Ombuigingen en nieuwe ontwikkelingen zullen zich naar verwachting op de volgende gebieden voordoen: Een toenemende druk mag worden verwacht om deeltijdarbeid op verschillende niveaus te scheppen. Als gevolg van de Wet op de Arbeidsomstandigheden zal de medeverantwoordelijkheid van het personeel ten aanzien van veiligheid, gezondheid en welzijn vorm moeten krijgen. Hoewel de PTT adequate voorzieningen heet op de terreinen van veiligheid en gezondheid zullen nieuwe eisen die de wet stelt in het arbeidsomstandighedenbeleid moeten worden geïntegreerd. De schaarste aan werk zal de onderwijswereld meer dan in de jaren '70 doen openstaan voor contacten met het bedrijsleven, onder andere via stages. De PTT zal zich in eerste instantie toeleggen op verbetering van de kwaliteit van de stageverlening. Voor het begrotingsjaar 1981 wordt de uitbreiding van de gemiddelde personeelssterkteten opzichte van 1980 op 1902 jaartaken geraamd. Hierdoor zal de personeelssterkte in 1981 op jaartaken komen te liggen. Dit houdt werkgelegenheid in voor gemiddeld personen, waarvan personen deeltaken verrichten. De personeelsuitbreiding wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een toeneming van het aantal agitepunten bij het Postbedrij en de groei van het verkeer bij de PCGD. Door de uitbreiding van het personeelsbestand zullen de lasten met ca. 103,4 min. toenemen. Als gevolg van de voor 1981 geraamde stijging van de gemiddelde loonkosten per man, in verband me' da verwachte loonsomstijging, treedt bovendien een lastenverzwaring op van ca. 279,0 min. Een onderdeel van de personeelslasten is de post «overwerk en wachttijdvergoeding». Voor wachttijdvergoeding is in deze post een bedrag van 11,1 min. voor 1980 en 12,1 min. voor 1981 opgenomen. Tevens is in de post overwerk een vergoeding begrepen voor «wisseling van dienstrooster». Dit komt voornamelijk voor bij de Postdienst. De bedragen voor de vergoeding «wisseling van dienstrooster» zijn geraamd op 3,9 min. voor 1980 en 4,2 min. voor Voor overwerk resteert voor ,5 min. en voor ,1 min. Deze bedragen vormen slechts ca. 1,4% van de totale personeelslasten. Ondanks deze zeer geringe bedragen is het bedrijsbeleid erop gericht het overwerk Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 7

8 nog iets verder te beperken. Voor een goede dienstverlening van het PTTbedrij is het echter noodzakelijk dat er enig overwerk wordt verricht. De loketbediening en ten dele ook de bestelling op zaterdag worden in overwerk verricht. Zo mogelijk worden voor deze diensten ook hulpkrachten ingezet. Het in dienst stellen van nieuwe centrales geschiedt, om het bedrijsleven en de particulieren zo min mogelijk overlastte bezorgen, tijdens de weekeinden. Het beschikbaar stellen van lijnen voor radio- en televisieverbindingen bij sport- en andere evenementen vindt doorgaans plaats buiten de normale werktijden. Voor een overzicht van de ontwikkeling van de personeelssterkte (gespeciiceerd naar bedrijs-, c.q. dienstonderdeel) en de personeelslasten wordt verwezen naar onderstaande tabellen. Gemiddelde personeelsbezetting PTT, incl. Postcheqi,e- en Gircdienst (exclusie militairen, awezigen met non activiteitsverlo snz.) Dienstonderdeel Begroting 1981 Herziene raming 1980 Uitkomsten 1979 Postdistricten Teleoondistricten Omroep- en televisiestations Postcheque- en Girodienst Radiodienst Centraal Magazijn Centrale Werkplaats Rijksautomobielcentrale Dr. Neher-Laboratorium Dienst Omroepbijdragen Dienst Zegelwaarden Centrale Directie en diverse centrale diensten Totaal Overzic.it personeelslasten PTT, incl. Postcheque- en Girodienst In duizenden guldens Begroting 1981 Herziene raming 1980 Uitkomsten 1979 Loon Sociale lasten uit hoode van: Pensioen, wachtgeld, AOW/AWW, enz. Vakantie-uitkering Ziekte en ongevallen Jubileumgratiicatie, enz. Algemene Kinderbijslag Wet X t ' Sociale lasten in overige personeelslasten V Overige personeelslasten: Overwerk- en wachttijdvergoeding Toelagen onregelmatige diensten Stuklonen' Toelagen, vergoedingen en gratiicaties Totaal 1 Vergoeding aan postagenten, alsmede de vergoedingen per stuk voor het bezorgen van telegrammen, expressestukken en dergelijke. 2 Diverse toelagen aan personeel voor bepaalde dienstprestaties, vergoedingen voor verplaatsingskosten, reis- en pensionkosten bij wonen buiten standplaats, loonbetaling tijdens militaire dienst en personeelskosten van agesloten boekjaren. 3 Kindertoelage Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 8

9 Jaar Totale personeelslasten Gemiddelde personeels- Gemiddelde personeels- Indexcijers personeels- (in min. gld.) bezetting lasten per man lasten per man , , , , , , Tweede Kamerzitting , G, nr. 2 9

10 IV. FINANCIËLE RESULTATEN 1. Algemeen De voor 1981 begrote uitkomsten van het bedrij laten het volgende beeld zien. De samenstelling van het resultaat van de bedrijsvoering is als volgt: in min. gids. Post ,0 Telegraie 69,1 Teleonie 268,7 Postcheque- en Girodienst 63,3 Lasten van het Fonds tot dekking van persioenvervangende i litkeringen aan het personeel van voormalige radiodistributiecentrales 7. 0,4 Resultaat bedrijsvoering 171,7 Tezamen met de rente over ondsen en reserves van 512,0 bedraagt het totaalresultaat 683,7 hiervan wordt uitgekeerd aan het Rijk 15,0 aan ondsen en reserves wordt toegevoegd 668,7 voorts wordt toegevoegd aan het Fonds tot dekking van pensioenvervangende uitkeringen aan personeel van voormalige radiodistributiecentrales 0.4 waarvan als balansmutatie "/. 0,4 0,0 de totale toevoeging aan ondsen en reserves bedraagt 668,7 Bovenstaande cijers bevatten mede de eecten van de zogenaamde bedrijsvreemde lasten. Deze worden voor 1981 geraamd op circa 84,0 min. Zij ontstaan vooreen bedrag van 65,0 min. uit gederde opbrengsten bij het vervoer van dagbladen en periodieken. Dit bedrag is het verschil tussen de opbrengsten berekend op basis van de streetarieven (waarbij de aan deze vervoerssector direct toerekenbare kosten worden gedekt) en de opbrengsten op basis van de toe te passen tarieven. De overige bedrijsvreemde lasten bestaan uit de kosten voor diensten die de PTT verricht, doch die slechts gedeeltelijk, o in het geheel niet aan derden worden doorberekend. Met name kunnen hier worden genoemd de werkzaamheden van de Rijkskantoormachinecentrale voor andere overheidsinstellingen, van de Radiocontroledienst voor de etherbewaking e.d., voor gemeenschappelijke en centrale-antenne-inrichtingen en een deel van de bouwkosten van nucleair-chemisch beschermde onderkomens. 2. Post (artikelen 1a, 8a en 9a) Het nadelig bedrijsresultaat bij het Postbedrij zal in 1981 ten opzichte van 1980 met 26,2 min. toenemen tot 229,0 min. Deze toeneming is het saldo van enerzijds een lastenstijging met 300,7 min. en anderzijds een toeneming van de baten met 268,5 min. De lastenstijging komt voor ca. 60% voor rekening van de ontwikkeling van de personeelslasten, welke in het begrotingsjaar met 179,2 min. zullen toenemen. De uitbreiding van de personeelssterkte met 841 jaartaken veroorzaakt daarvan 45,0 min. terwijl het grootste deel, namelijk 134,2 min. een gevolg is van de stijging van de gemiddelde loonkosten per man. De uitbreiding van het personeel is noodzakelijk om bij een groeiend verkeer en een toeneming van het aantal te bedienen agitepunten het peil van de dienstverlening te kunnen handhaven. De vergoeding aan buitenlandse administraties stijgt, vooral wegens de hogere eindkostenvergoeding met ruim 70,0 min. De stijging van de baten wordt veroorzaakt door tarie maatregelen en verkeersgroei. De binnenlandse briepost neemt toe met 250,0 min. (losse post 113,0 min. en partijenpost 137,0 min.). Daarnaast is er een stijging van de buitenlandse briepost met 23,0 min. Voorts wordt het bedrijsresultaat gunstig beïnvloed door de toeneming van het verschil tussen de ingecalculeerde en verschuldigde rente met 6,0 min. Tweede Kamer, zitting ,16 400G, nr. 2 10

11 3. Telegraie (artikelen 1b, 8b en 9b) Het toenemend gebruik van teleoon en telex in het binnen- en buitenlands verkeer zal ook voor 1981 in de sector openbare telegraie tot een vermindering van de opbrengsten leiden. Mede hierdoor zal het verlies op deze verkeerssector 17,1 min. bedragen. Daar staat tegenover dat de sector abonneetelegraie een gunstige ontwikkeling vertoont. Dit zal er toe leiden dat voor de telex een positie bedrijsresultaat van 86,2 min. wordt verwacht. Voor het totaal van de exploitatie van de Telegraie wordt het bedrijsresultaat geraamd op 69,1 min. 4. Teleonie (artikelen 1c, 8c en 9c) De totale batenvermeerdering in de Teleoniesector wordt ten opzichte van 1980geraamdop232,6mln. De verkeersopbrengsten stijgen met 114,9 min. De opbrengsten van netaansluitingen nemen met 65,3 min. toe. De overige opbrengstenstijgingen bestaan in hoodzaak uit batenvermeerderingen wegens periodieke vergoedingen voor apparatuur (42,9 min.) en wegens beschikbaar gestelde geleidingen ( 13,5 min.). Het totaal van deteleoniebaten wordt geraamd op 4218,5 min. en de exploitatielasten intotaal op 4.076,1 min. Tegenover een batenstijging ten opzichte van 1980 van 232,6 min. staat een lastentoeneminy ad 283,3 min. waardoor het exploitatieresultaat 50,7 min. lager zal uitkomen. Van de totale lastenstijging komt een groot deel voor rekening van de rente- en aschrijvingskosten van bedrijsmiddelen ( 147,4 min.), terwijl de personeelslasten met 102,3 min. zullen toenemen. Ten slotte wordt het bedrijsresultaat gunstig beïnvloed door een stijging van het verschil tussen ingecalculeerde en verschuldigde rente met 32,0 min. 5. Postcheque- en Girodienst (artikelen 1e, 8e en 9e) Het bedrijsresultaat van 1981 zal ten opzichte van 1980 een daling te zien geven van 57,0 min. en op 63,3 min. uitkomen. De geraamde lasten nemen toe met 142,7 min., terwijl de baten een stijging van 84,3 min. te zien geven. De toeneming van de baten betret vrijwel uitsluitend hogere opbrengsten van beleggingen. Met inachtneming van onzekerheden ten aanzien van de ontwikkeling van de rentevoet op de geld- en kapitaalmarkt, worden deze opbrengsten voor 1981 op 1310,0 min. geraamd. Hettotaal van de baten zal naar schatting 1478,5 min. bedragen, terwijl de lasten op 1420,5 min. worden begroot. Van de totale lastenstijging ten opzichte van 1980 met 142,7 min. vormt de stijging van de personeelslasten met 52,9 min. een belangrijke component. De uitbreiding van de personeelssterkte met 480 jaartaken veroorzaakt daarvan 23,8 min., terwijl 29,1 min. een gevolg is van de stijging van de gemiddelde loonkosten per man. De post «interne lastenverrekening met de Post voor loketdiensten» neemt met 15,0 min. toe, in hoodzaak als gevolg van de stijging van de (op basis van integrale kosten berekende) verrekentarieven. De post «interne lastenverrekening met de Post voor brievenvervoer» neemt met 21,6 min. toe, voornamelijk als gevolg van tariemaatregelen. Het gewijzigde systeem van de verzending van de dagaschriten aan de rekeninghouders werkt kostenverlagend. Voor de rentevergoeding aan rekeninghouders van de PCGD wordt een stijging met 28,5 min. verwacht, waarvan een belangrijk deel als gevolg van het in 1980 ingevoerde systeem van de dagelijkse renteberekening. Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 11

12 6. Subsidies (artikel 2) Toekenning van subsidies vindt plaats in gevallen dat het bedrijsbelang door de werkzaamheden van de gesubsidieerde instellingen zij het vaak op indirecte wijze - wordt gediend en deze instellingen door onvoldoende middelen genoodzaakt zijn een beroep op het bedrijsleven te doen. 1. Stichting «Personeel" en Kinderonds PTT» Stichting «Personeel" en Kinderonds PTT» tot een bedrag gelijk aan de verliezen op verstrekte voorschotten aan personeel, geleden in gevallen, waarin op verzoek van het Staatsbedrij tot kredietverlening werd overgegaan, geraamd op Stichting «Het Nederlands Postmuseum» Delts Hogeschoolonds Studieonds Technische Hogeschool te Delt Eindhovens Hogeschoolonds Stichting Hogeschoolonds Twente Union Radio Scientiique Internationale Nederlands Elektronica- en Radiogenootschap Stichting Toekomstbeeld der Techniek Vereniging tot bevordering van Elektronisch vakonderwijs te Amsterdam Stichting Vervoerswetenschappelijk Instituut Dit bedrag is agerond tot Aschrijvingen (artikel 3) Aschrijvingen op bedrijsmiddelen worden bij de PTT op basis van hun vervangingswaarde berekend. Als gevolg hiervan is dan ook de ontwikkeling van het prijsniveau mede bepalend voor de grootte van het bedrag aan aschrijvingen. Door prijsinvloeden en capaciteitsuitbreidingen zal het bedrag aan aschrijvingen in 1981 toenemen tot 1260,0 min. 8. Rente (artikel 4) Ook de rente wordt berekend op basis van de vervangingswaarde van de bedrijsmiddelen. Door prijsinvloeden en groei van de bedrijsomvang gaat deze vervangingswaarde toenemen. Als gevolg hiervan zal het bedrag aan ingecalculeerde rente stijgen tot 775,4 min. De verschuldigde rente over het bedrag van het door het Rijk verstrekte vermogen zal in ,9 min. bedragen. Hierbij bedraagt het gemiddelde rente-percentage 8,0. Het verschil tussen de ingecalculeerde renteen de verschuldigde rente ad 155,4 min. zal ten opzichte van 1980 met 39,4 min. stijgen. Het renteverschil, gespeciiceerd naar het aandeel ten bate van de diverse bedrijsonderdelen, is opgenomen in artikel Fondsen en reserves (artikel 6) In 1981 zal aan de ondsen en reserves in totaal een bedrag van 668,7 min. kunnen worden toegevoegd. Dit bedrag is als volgt samengesteld: Onderdeel a. (Reserve ter verzekering van een evenwichtig beheer) Na de toevoeging van de gekweekte rente ad 66,1 min. bereikt deze reserve een niveau van 899,0 min. Onderdeel b. (Vernieuwingsonds) Het vernieuwingsonds wordt verhoogd met 508,1 min. Hierin isbegrepen de rente ad 380,8 min. Het onds zal na deze toevoeging het niveau bereiken van 5433,1 min. Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 12

13 Onderdeel c. (Reserve tot dekking van het risico van brand) Deze reserve wordt verhoogd met de gekweekte rente ad 6,8 min. tot 92,8 min. Onderdeel d. (Fonds tot dekking van pensioenvervangende uitkeringen aan het personeel van voormalige radiodistributiecentrales) Het niveau van dit onds blijt gehandhaad op 10,1 min. Er vindt persaldo geen toevoeging plaats (zie onderstaande speciicatie): De over dit Fonds verkregen rente (art. 10 onderdeel d) 849 Het saldo van de inkoopbedragen en de uitbetaalde pensioenvervangende uitkeringen (art. 5 onderdeel a) 1300 Ontstane balansmutatie 451 Toevoeging ten laste van de algemene verlies- en winstrekening 451 in dzd. gids. Onderdeel e. (Reserve tot dekking van mogelijke koersverschillen op de beleggingen van de Postcheque- en Girodienst) De toevoeging aan deze reserve bedraagt 85,9 min. Hierin is begrepen de verkregen rente ten bedrage van 56,6 min. De reserve stijgt nu tot 835,8 min. Het maximaal toegestane niveau van 5% van de beleggingen wordt na deze toevoeging nog niet bereikt. Onderdeel. (Fonds tot dekking van extra kosten in verband met automatisering) De gekweekte rente ad 1,8 min. zal dit onds doen groeien tot 25,2 min. 10. Uitkering aan het Rijk In het kader van de inanciële verhouding met het Rijk zullen door de PTT in 1981 de volgende uitkeringen worden verricht: in min. gids. a. uitkeringen die ten laste van de exploitatie van de PTT komen: de verschuldigde rente 619,9 de aschrijvingen 1260,0 een heing van 314% over de bedrijsbaten 247,7 2127,6 b. een uitkering uit de winst 15,0 c. het bedrag dat aan de ondsen en reserves wordt toegevoegd 668,7 Totaal uitkering aan het Rijk 2811,3 Dit totaal verminderd met de verschuldigde rente (2191,4 min.) vormt de dekking voor de inanciering van de kapitaaluitgaven en de adracht aan het Rijk. Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 13

14 Overzicht inanciële resultaten in Miljoenen guldens Begroting Herziene Uitkomsten Uitkomsten Uitkomsten Uitkomsten 1981 raming Exploita tielas ten Post 2944,4 2643,7 2394,2 2127,2 1902,4 1777,0 Telegraie 287,3 257,6 231,1 200,8 184,7 168,3 Teleonie 4076,1 3792,8 3504,3 3168,5 2874,0 2591,8 Omroep en televisie 85,2 80,2 78,2 69,4 62, Postcheque- en Girodienst 1420,5 1277,8 1171,8 977,0 887,3 783,3 Lasten pensioenonds voormalig radiodistributiepersoneel 0,4 0,3 7. 0,2 7. 0,2 0,3 0,1 Totaal 8813,9 8052,4 7379,4 6542,7 5911,1 5382,4 Exploitatiebaten Post 2691,7 2423,2 2111,7 2026,3 1933,0 1739,9 Telegraie 356,3 326,2 305,5 277,7 250,4 211,2 Teleonie 4218,5 3985,9 3884,7 3520,4 3224,8 2849,4 Omroep en televisie 85,2 80,2 78,2 69,4 62,4 61,9 Postcheque- en Girodienst 1478,5 1394,2 1285,0 1055,5 925,3 849,0 Totaal 8830,2 8209,7 7665,1 6949,3 6395,9 5711,4 Aandeel in het verschil tussen ingecalc. en verschuldigde rente: Post 23,7 17,7 19,5 14,7 12,2 10,3 Telegraie 0,1 0,1 0,1 7. 2,4 7. 2,2 7. 2,3 Teleonie 126,3 94,3 103,4 64,7 60,7 44,0 Postcheque- en Girodienst 5,3 3,9 4,3 2,6 2,9 2,6 Totaal 155,4 116,0 127,3 79,6 73,6 54,6 Het aandeel in het resultaat bedrijsvoering van de: Post 7 229, , , ,2 42, ,8 Telegraie 69,1 68,7 74,5 74,5 63,5 40,6 Teleonie 268,7 287,4 483,8 416,6 411,5 301,6 Postcheque- en Girodienst 63,3 120,3 117,5 81,1 40,9 68,3 Overige lasten "/, 0,4 7. 0,3 0,2 0,2 7. 0,3 7. 0,1 Resultaat bedrijsvoering 171,7 273,3 413,0 486,2 558,4 383,6 Rente van ondsen en reserves 512,0 496,5 344,6 313,4 258,8 224,3 Totaalresultaat 683,7 769,8 757,6 799,6 817,2 607,9 Uitkering aan het Rijk 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 15,0 Toevo.ging aan ondsen en reserves uit het totaalresultaat ,8 742,6 784,6 802,2 592,9 Ten iaste van AVW 0,4 0,3 7. 0,2 7. 0,2 0,3 0,1 Als balansmutatie 7. 0,4 7. 0,3 7. 0,4 7. 0,3 1. 0,3 7. 0,2 Totale toevoeging aan ondsen en reserves 668,7 754,8 742,0 784,1 802,2 592,8 Tweede Kamer, zitting , G,nr. 2 14

15 Lastenanalyse (in min. guldens) Herziene raming 1980 Post Telegraie Teleonie O en T PCGD Totaal Personeelslasten 2048,5 102,0 1454,8 44,2 780,6 4430,1' Rente 60,7 31,0 589,6 3,9 29,3 714,5 Aschrijving 100,3 62,9 910,4 6,7 42,7 1123,0 Materiaal 75,0 24,3 256,8 9,9 57,8 423,8 Diensten door derden 291,6 25,6 443,6 14,8 212,4 988,0 Rentevergoeding 143,0 143,0 3%% heing 67,6 11,8 137,6 0,7 12,0 229,7 2643,7 257,6 3792,8 80,2 1277,8 8052,1 2 Begroting 1981 Post Telegraie Teleonie OenT PCGD Totaal Personeelslasten 2237,2 113,2 1538,0 46,5 871,8 4806,7' Rente 65,9 34,3 638,7 4,7 31,8 775,4 Aschrijving 112,1 71,6 1020,9 7,6 47,8 1260,0 Materiaal 78,5 25,3 269,4 10,2 60,3 443,7 Diensten door derden 376,4 30,4 462,6 15,5 223,6 1108,5 Rentevergoeding 171,5 171,5 354% heing 74,3 12,5 146,5 0,7 13,7 247,7 1 Exclusie investeringsloon. 2 Exclusie pensioenonds voormalig radiodistributie personeel. 2944,4 287,3 4076,1 85,2 1420, ' De3'/4% heing (in dzd. guldens) Dienstonderdeel Begroting Herziene Uitkomsten Uitkomsten Uitkomsten Uitkomsten 1981 raming Post Telegraie Teleonie Hulpdiensten Centrale Directie Bijzondere bedrijslasten Totaal Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 15

16 V. INVESTERINGEN Voor de realisatie van het investeringsprogram 1981 is een bedrag van 1452,5 min. nodig. Hierin is begrepen voor een kasgeldlening aan de stichting «Personeel-en Kinderonds PTT», 1,0 min. voor deelneming in «International Telecommunications Satellite Organization», voor deelneming in de stichting «Nepostel» en 5,0 min. voor deelneming in «NV Casema». Ten behoeve van de voorbereiding, oprichting, vernieuwing en uitbreiding van bedrijsmiddelen worden kapitaaluitgaven nodig geacht tot een totaal van 1446,25 min. De verschillende kapitaaluitgaven worden hieronder nader toegelicht en gespeciiceerd. Terreinen en gebouweni 194,4 min. (art. 13 onderdeel a) Het begrote bedrag is bestemd voor: voortzetting en voltooiing van bouwwerken in uitvoering nieuwe projecten aankoop van terreinen en opstallen uitbreidingen vernieuwing van installaties beveiligingsvoorzieningen postkantoren 88,6 min. 55,8 min. 10,2 min. 13,8 min. 26,0 min. 194,4 min. Bij de verschillende bedrijsonderdelen omvat het plan onder meer de volgende projecten: Post De geraamde kapitaaluitgaven zijn nodig voor onder meer de volgende bouwprojecten: Amsterdam-Oosterdok, Arnhem, Bergum, Born, Borne, Boxmeer, Deventer, Egmond aan Zee, Enkhuizen, Enschede-Wesselerbrink, Epe, Goes, Goirle, Gorredijk, Gouda, Groningen-Ulgersmaweg, Haarlem, 's-hertogenbosch, Hoorn, Kerkrade, Leiden, Lisse, Middelburg, Naaldwijk, Nieuw-Vennep, Noordwijk, Nijkerk, Papendrecht, Roermond, Roosendaal, Rotterdam-Moltzerho, Rotterdam-stn, Rotterdam-Zuid III, Schiedam- Kethel, Sittard,Twello, Utrecht, Utrecht-Neude, Utrecht-Roelantdree, Veenendaal, Veldhoven, Venray, Vught, Winschoten en Wijchen. Telecommunicatie De bedragen zullen worden gebruikt voor het voortzetten van de bouw c.q. de uitbreiding van onder meer 23 eindcentrales en van de bedrijsruirrv ten te Almere-Buiten, Arnhem-Zuid, Coevorden, Cuyk, Druten, Emmeloord, Emmen-Rietlanden, Hellevoetsluis, 's-hertogenbosch, Irnsum, Mill, Purmer-Noord, Rotterdam, Rozenburg, Spijkenisse, Terneuzen en Zutphen- Zuid. Voorts zal in uitvoering worden genomen de bouw c.q. de uitbreiding van 63 eindcentrales en van onder meer de projecten te Amsterdam Post- en Telegraakantoor, Assen, Dedemsvaart, Dokkum, Goirle, Grave, Hoogezand, Raalte, Roosendaal, Smilde, Tilburg-Reesho en Utrecht. Overige diensten Ook voor andere dienstonderdelen zal een aantal bouwkundige voorzieningen dienen te worden getroen. Voor de PCGD zal onder andere de bouw van het codeercentrum te Zwolle worden voortgezet. Tot de bouwkundige projecten behoren voorts een verbouwing van de werkplaats voor de Rijksautomobielcentrale te Groningen en een verbouwing van de vestiging van de Centrale Werkplaats te 's-gravenhage. Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 16

17 Machines, werktuigen en instrumenten 24,8 min. (art. 13 onderdeel b) Het bedrag is vooi namelijk bedoeld voor algemene technische benodigdheden van de verschillende dienstonderdelen. Wagens en lorries 1,85 min. (art. 13 onderdeel c) Het bedrag is voor het grootste deel bestemd voor de aanschaten behoeve van de Post van perronwagens/containertransportwagens, rolcontainers en ander (intern) rollend materieel. Automobielen en motorrijtuigen 46,0 min. (art. 13 onderdeel d) Het bedrag is opgevoerd voor zowel vervanging als uitbreiding van het PTT-wagenpark. De uitbreiding bij Post is nodig door het gebruik van containers bij het regionale vervoer en door de verdere motorisering van de besteldienst. Bij Telecommunicatie vloeit de uitbreiding voort uit een toeneming in de omvang van activiteiten. Kantoormachines! 56,9 min. (art. 13 onderdeel e) en Meubilair! 11,2 min. (art. 13 onderdeel ) De kapitaaluitgaven voor kantoormachines betreen voornamelijk uitgaven benodigd voor vervanging van de ponskaart als invoerdocument door een slap ormulier. Voorts betreen de kapitaaluitgaven voor kantoormachines vervanging en uitbreiding van diverse soorten bedrijshulpmiddelen en een verdere uitbreiding van loketterminals op postkantoren. Het meubilairkrediet is in hoodzaak voor vervanging bestemd. Machines en mechanische transportinstallaties voor postbehandeling 32,0 min. (art. 13 onderdeel g) Behalve voor uitbreiding van bestaande installaties zullen de gelden worden besteed voor de aanscha van indexeer- en sorteermachines, bundelapparatuur en andere apparatuur ten behoeve van expeditieknooppunten. Andere posttechnische machines! 6,4 min. (art. 13 onderdeel h) Voor het doen van verkeersmetingen op expeditieknooppunten zal worden verder gegaan met het plaatsen van elektronische tellers en bijbehorende miniprocessors. Daarnaast zullen aan de loketten de mechanische weegwerktuigen door digitale weegapparatuur worden vervangen. Brievenbussen, postbussen en postautomaten! 3,1 min. (artikel 13 onderdeel i) Voortgegaan wordt met de vervanging en uitbreiding van brievenbussen, postbussen, postzegelautomaten, geldwisselautomaten, geldtelmachines, rankeermachines, zegelagite-apparaten en tijdstempelklokken. Telegraie! 92,8 min. (artikel 13 onderdelen j, k, I, m en n) Dit bedrag is voor ruim 60% nodig om aan de vraag naar telexaansluitingen te kunnen voldoen; de overige 40% is vrijwel geheel bestemd voor het aansluiten van eindapparatuur op het datanet DN 1. De verdeling is als volgt: Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 17

18 a. telegraacentrales b. telegraatransmissie-apparatuur c. verreschrijvers en toebehoren bij aangeslotenen d. datacommunicatie e. viditel 13,8 min. 4,9 min. 40,2 min. 31,9 min. 2,0 min. 92,8 min. Centrale inrichting teleoniei 451,2 min. (artikel 13 onderdeel o) Het begrote bedrag is als volgt samengesteld: Lokale voorzieningen Uitbreiden met nrs. Uitwisselen van nrs. Interlokale voorzieningen Uitbreiden met ingangen Uitwisselen van 230 ingangen 40,0 min Internationale voorzieningen Stroomvoorzieningen Overige apparatuur voor sirene-net BB, politienet, beheerssysteem voor semielektronische centrales, e.d. 7,6 min 16,2 min 23,7 min. 242,0 min. 121,7 min. 35,2 min. 4,8 min. 363,7 min 451,2 min. In 1981 zullen de volgende grote projecten worden gestart: - het inrichten met semi-elektronische systemen van Rotterdam-Zuid, Dordrecht-Sterrenburg, Purmerend en Lelystad-Zuid; - het vervangen van centrales Breda-C, Breda-Burgst, Tilburg-C en Laren door semi-elektronische apparatuur. Interlokale verbindingsmiddelen^ 110,0 min. (artikel 13 onderdeel p) Dit krediet is als volgt gespeciiceerd: a. interlokale kabels 18,3 min. b. versterkerinrichtingen 61,2 min. c. straalverbindingen 30,4 min. d. voorzieningen t.b.v. de omroep 0,1 min. 110,0 min. a. Interlokale kabels Voor het leggen van circa 450 km laagrequent kabel voor het secundaire net is een bedrag van 12,7 min. nodig, terwijl voor de uitbreiding van het draaggolnet met ongeveer 19 km 1,2 min. is vereist. Tevens zal er in km I-dubbelkabel worden gelegd, waarvoor 1,7 min. nodig is. Voorde uitvoering van diverse werkzaamheden, zoals het monteren, en awerken van kabels, alsmede het inbouwen van signaalversterkers is een bedrag van 2,7 min. opgenomen. b. Versterkerinrichtingen De kosten voor uitbreiding van de getransistoriseerde 4 khz-eindapparatuur met 1220 groepeinden worden geraamd op 23,1 min. Voor het beschakelen van de geïnstalleerde en/o nog te installeren straalverbindingen is een bedrag van 3,4 min. begroot. De toepassing van PCM-transmissie op laagrequent kabel vergt 8,2 min., op verbindingskabels 3,8 min. Voor de uitbreiding van verbindingsmogelijkheden van het draaggolnet is 2,7 min. nodig, terwijl verbindingen ten behoeve van het continentale Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 18

19 plat en het calamiteitennet 1,4 min. vragen. De kosten van data-apparatuur, meetapparatuur, muziekapparatuur, stroomvoorzieningsapparatuuren dergelijke bedragen 10,7 min. Voor het project beheer en registratie van het interlokale en internationale transmissienet is voorlopig 1,2 min. opgenomen. De post lonen en diensten wordt geraamd op 6,7 min. c. Straalverbindingen De uitbreiding van het koppelnet en internationaal net met 1 straal van 1800 kanalen en 2 stralen van 2700 kanalen vergt een bedrag van 1,7 min. Voor de uitbreiding van de aanvoer- en verdeelnetten met 6 stralen van 900 kanalen is een bedrag van 1,8 min. vereist. Voor telecommunicatievoorzieningen op het continentale plat is een bedrag nodig van 1,2 min. De bouw en installatie van een platorm ten behoeve van een straalverbinding over de Noordzee kost 15,3 min. De structuurwijziging van het omroepnet vraagt een bedrag van 1,7 min. De kosten voor vervanging van het inter a-net worden begroot op 4,4 min., terwijl de ombouw van het escortenet 1,0 min. vergt. Voor apparatuur ten behoeve van het calamiteitennet is 1,0 min. opgenomen. Voor aanscha van apparatuur voor vervanging wegens deect is een bedrag van 2,3 min. nodig. d. Voorzieningen ten behoeve van de omroep Voor aanscha van reportage-apparatuur, hulpapparatuur en een commando- en meldsysteem ten behoeve van de m-d zender Roosendaal is een bedrag van 0,1 min. opgenomen. Lokale kabels teleonie! 209,4 min. (artikel 13 onderdeel q) Het bedrag is bestemd voor: a. het uitbreiden van de lokale verbindingskabelnetten. Deze uitbreiding is noodzakelijk door de voortgaande groei van hetteleoonverkeer, de toenemende behoete aan bijzondere verbindingen en het stichten van nieuwe teleooncentrales; b. het aanleggen van koppelnetten voor kabel-tv, waarmee aan de vraag naar hoogrequent transport kan worden voldaan; c. het leggen van voedingskabels tussen de teleooncentrales en kabelverdelers om aan de vraag naar teleoonaansluitingen te voldoen; d. het leggen van kabelnetten voor nieuw te bouwen woningen; e. het uitbreiden en/o vervangen van de kabelnetten in de bestaande bebouwingen, waar de voorzieningen ontoereikend zijn ten opzichte van de verwachte vraag;. het ombouwen van kabelnetten noodzakelijk door de stichting van nieuwe o het vervangen van oude teleooncentrales; g. het vervangen van kabels noodzakelijk door wegreconstructies; h. het vervangen van kabels, die technisch verouderd zijn. Toestellen 104,3 min. (artikel 13 onderdeel r) Het geraamde bedrag is nodig om: a. de nieuwe aansluitingen en huisteleooninstallaties te voorzien van toestellen en nevenapparatuur; b. het bestand op reeds bestaande aansluitingen te kunnen uitbreiden; c. de vervanging van niet meer te reviseren toestellen te realiseren. Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 19

20 Huisteleioon- en signaalinrichtingeni 55,7 min. (artikel 13 onderdeel s) Het bedrag kan als volgt onderverdeeld worden: a. serie-installaties b. lijnkiezerinstallaties c. huisteleoonautomaten d. bijzondere huisteleonie + signaalinrichtingen 11,7 min. 4,1 min. 30,6 min. 9,3 min. Ad a en b. Deze bedragen zijn bestemd voor de kleinere installaties waaronder ook de nieuwe semi-elektronische apparatuur. Ad c. Het bedrag dient ter inanciering van de grotere huisteleooninstallaties, waaronder de SE 25. Ad d. Deze post is vrijwel geheel bestemd voor de bouw van het PTTalarmcommunicatiesysteem. Cellen 7,4 min. (artikel 13 onderdeel t) Dit bedrag is nodig voor het plaatsen van nieuwe cellen en het vervangen van munttoestellen in bestaande cellen. Mobilooon/Semaoon 29,8 min. (artikel 13 onderdeel u) Het geraamde bedrag kan als volgt worden gespeciiceerd: a. mobilooondienst uitbreiding/vervanging openbare netten 7,9 min. uitbreiding/vervanging niet-openbare netten 14,8 min. b. semaoondienst uitbreiding/vervanging interlokale semaonnr'inr^t 5,6 min. uitbreiding/vervanging stadsoproep (lokale semaoondienst) 1,5 min. Totaal 29,8 min. Zend- en ontvanginrichtingeni 4,7 min. (artikel 13 onderdeel w) Voor het teleoonbedieningssysteem van het kuststation Umuiden is 2,4 min. geraamd, terwijl de integratie van de marioniebediening op dit systeem 1,0 min. vergt. Voor de vervanging van zenders te Kootwijk en de aanscha van 2 antenne-installaties is een bedrag van 1,3 min. nodig. Grondstation Burumi 2,8 min. (artikel 13 onderdeel x) De uitbreiding van zendketens ten behoeve van BU 2 en het inrichten met sc/pc ten behoeve van dataverkeer zal een bedrag van 2,2 min. vergen. Voorts zal de aanscha van processoren ten behoeve van «spade» 0,4 min. vereisen. Voor de uitbreiding van het aantal ontvangkanalen, het aanpassen van hulpapparatuur, dienstkanalen, en dergelijke is een bedrag van 0,2 min. nodig. inventaris kantines 1,4 min. (artikel 13 onderdeel y) Het krediet betret voorzieningen voor uitbreiding en vervanging. Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 20

21 VI. DE ONTWIKKELING OP MIDDELLANGE TERMIJN 1. Post 1. Ontwikkeling van de vraag De vraag naar vervoersdiensten van de Post zal naar verwachting in de komende jaren nog verder toenemen. Voor het jaar 1990 wordt de omvang van het binnenlandse postverkeer geraamd op ongeveer 5200 min. stuks. Deze raming behelst een toeneming van ca. 25% ten opzichte van Bij deze prognoses is rekening gehouden met een vermindering van de economische groei en met gevolgen van de invoering van nieuwe technische communicatiemiddelen. 2. Organisatie De aangevangen reorganisaties in het postale verkeersbedrij zullen in de komende jaren worden agerond. Hoodpunten van de nieuwe structuur zijn de concentratie van expeditie- en bestelwerkzaamheden, alsmede het gebruik van speciale posttreinen voor de spoorwegverbindingen. In de eerste helt van 1980 is het inbrengen van de postcode in adresbestanden met hulp van de PTT voltooid. Van de post die door middel van adresbestanden wordt geadresseerd, is nu dan ook vrijwel 100% van de postcode voorzien. Bij de overige post ligt het percentage lager, maar niettemin bedroeg medio 1980 de totaalscore reeds 85% en zal begin 1981 de 90% worden bereikt. Dit positieve resultaat maakt het mogelijk in de postale sorteerprocessen (zowel aan de verzendzijde als bij de diverse sorteringen ter voorbereiding van de bestelling) geleidelijk over te schakelen op soorteersystemen volgens de postcode. Tot dusver is dit slechts incidenteel gebeurd, ahankelijk van plaatselijk en/o tijdelijke situaties. Voor het betrokken personeel zijn deze veranderingen zeer ingrijpend. Zij vinden dan ook - mede in het belang van de kwaliteit van de dienstuitvoering - uiterst geleidelijk plaats, en vooral ook in goed overleg met de betrokkenen. Dit alles wil niet zeggen dat van de postcode nu nog geen relevant gebruik wordt gemaakt. Integendeel. Niet alleen is de door grootgebruikers verzonden partijenpost (méér dan de helt van alle post) op basis van de postcode gesorteerd en van bundeladressering voorzien; ook de door de Post zel verzorgde bundelsortering, de belading en labeling van containers en dergelijke zijn reeds volledig op de postcode geënt. Ten slotte wordt de postcode gebruikt als invoergegeven voor de automatische briepostsortering, waarmee in Amsterdam een praktijkproe wordt genomen. Voor de loketdiensten blijt het streven gericht op het aantrekken van nieuwe diensten, zowel ten behoeve van de PTT zel als van externe instanties. Door de invoering van terminals zal de dienstverlening aan de loketten worden verbeterd. Veel aandacht en kosten worden besteed aan de vereiste beveiliging. Zoveel mogelijk zal worden voorkomen, dat deze het dienstbetoon nadelig beïnvloedt. 2. Telecommunicatie 1. Commerciële aspecten, produktvernieuwing De betekenis van telecommunicatie voor de samenleving is groot en neemt nog voortdurend toe. Het is van essentieel belang dat de PTT door tijdige participatie in staat wordt gesteld sturend bij te dragen aan ontwikkelingen optelecommunicatiegebied in nationaal en internationaal verband. Bovendien is het tijdig deelnemen en deelhebben in deze ontwikkelingen voor de PTT noodzakelijk om de continuïteit van het telecommunicatiebedrij te verzekeren en de werkgelegenheid veilig te stellen. In dit verband bestaat Tweede Kamer, zitting , G, nr. 2 21