Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Transcriptie

1 /MV-aba/lydr. OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. GLAVERBEL MET BETREKKING TOT EEN GLASFABRIEK, GELEGEN TE 2400 MOL, COLBURNLAAN 1, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE. De bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 16 juli 2001 ingediend door de, gevestigd Terhulpsesteenweg 166 te 1170 Watermaal-Bosvoorde strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een glasfabriek, gelegen te 2400 Mol, Colburnlaan 1, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 1-G-682/L10, 1-G-682/M10, 1-G-682/N10 DEEL, te veranderen door wijziging en uitbreiding, zodat de totale inrichting (afdeling Glaverbel, Coater en Kempenglas samen) voortaan omvat : - het lozen van max. 50 m³/dag (na 2 jaar 30 m³/dag) huishoudelijk afvalwater (afd. Glaverbel) in oppervlaktewater (3.2); - het lozen van max. 6 m³/uur (na 2 jaar 20 m³/dag) huishoudelijk afvalwater (afd. Kempenglas) in de openbare riolen (3.3); - het lozen van max. 35 m³/uur, 330 m³/dag en m³/jaar bedrijfsafvalwater (afd. Kempenglas) met gevaarlijke stoffen in openbare riolen (3.4.2) (vanaf lozing in oppervlaktewater); - lozen van koelwater max. 160 m³/uur (3.5.3) (afd. Glaverbel); - afvalwaterzuiveringsinstallatie met een elektrisch vermogen van 206,4 kw met inbegrip van het lozen van bedrijfsafvalwater (afd. Glaverbel) met een debiet van respectievelijk 150 m³/uur en m³/dag; - 2 installaties voor het etsen van glas en 1 installatie voor het bedekken van glas met een lakfilm met een totaal vermogen van kw (4.3.a.3); * Matobel (dubbelzijdige etsing) : e.m. 222 kw * Anti-Newton (enkelzijdige etsing) : e.m. 46 kw * Coater-lijn (aanbrengen lakfilm) : e.m kw - inrichting voor het elektrochemisch aanbrengen van een metaalfilm op glas met een totaal vermogen van kw - 1 -

2 (4.3.b.3); transformatoren met een individueel nominaal vermogen van resp en kva (12.2.2); vaste batterijen met een gezamenlijk vermogen van 160 kva (12.3.1); - 81 vast opgestelde batterijladers met een gezamenlijk vermogen van 154,54 kva (12.3.2); - parking voor 48 industriële voertuigen (15.1.2); - onderhoudsgarage voor eigen voertuigen met 1 schouwput (15.2); - diverse airconditioningstoestellen, luchtcompressoren en luchtdrogers met een totaal vermogen van 1097 kw ( ); - 9 koelinstallaties voor proceskoeling met een gezamenlijk vermogen van 295,6 kw ( ); - een LPG-tankstation (16.4.1); - aardgasstation met een onts^panningscapaciteit van > m³/uur (16.5); - opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten (gasflessen voor las- en procesdoeleinden, i.c. zwaveldioxide, acetyleen, zwavelhexafluoride, koolstofdioxide, stikstof, zuurstof, Arox, argon en krypton) met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van l (16.7.3); - opslag van gassen in vaste houders met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van l (16.8.3), i.c. : * 3 persluchtvaten van resp l en 2 x l * 1 x 100 m³ stikstof * 1 x 5 m³ LPG * 27 x 1,1 m³ waterstof in trailers - opslag van 173,8 m³ of 125 ton waterstoffluoride (17.2.2); - opslag van kg ammoniumwaterstoffluoride ( ); - opslag van 478,212 kg oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen ( ), i.c. : * kg calciumhydroxide-oplossing * kg calciumchloride * kg natriumhypochloriet * kg natriumhydroxide-oplossing * kg zwavelzuur * kg zoutzuur * kg filterstof * kg natriumhydroxide-schilfers * 500 kg polymeer 1118L * kg onderhouds- en waterbehandelingsproducten * kg diverse schadelijke en corrosieve stoffen in verpakkingen van max. 220 kg - opslag van licht ontvlambare producten in verpakkingen van max. 220 l voor een totaal van l ( ); - opslag van ontvlambare producten in verpakkingen van max. 220 l voor een totaal van 400 l ( ); - opslag van l vloeistoffen met een ontvlammingspunt >50 C, maar dat 100 C niet overtreft ( b), i.c. : * l stookolie in 2 bovengrondse houders ( l) * l producten in vaten (< 200 kg) - 2 -

3 - opslag van m³ zware stookolie in 4 bovengrondse houders en l olie in vaten en l P4-producten in vaten van 200 l ( ); - 1 verdeelpomp voor diesel met 1 verdeelslang ( ); - opslag van diverse producten (labo, onderhoud, spuitbussen,...) in verpakkingen tot 5 l voor een totaal van l (17.4); - werkplaats voor houtbewerking met een totaal geïnstalleerd vermogen van 43,5 kw (19.3.2); - overdekte opslag van hout en paletten van totaal 240 m³ (19.6); - glasoven met maximale productiecapaciteit aan vlak glas van ton/jaar en 420 ton/dag van het type floatglas, gevoed met extra zware stookolie, inclusief schouw en luchtbehandeling, met een globaal elektrisch vermogen van 4.188,2 kw en met elektrische weerstanden met een vermogen van 6.258,8 kw ( ); - overdekte opslag van totaal 40 ton kunststoffen (23.3); - labo voor interne kwaliteitscontrole (24.1.1); - kwaliteitslabo (24.4); - opslag van kg lijmen in verpakkingen van max. 220 kg (26.2); - werkplaatsen voor het mechanisch behandelen van metalen met een totaal vermogen van kw ( ); - installatie voor het stralen met aluminiumoxidezand met een vermogen van 20 kw ( ); - steenbewerkingsinrichtingen met een totaal vermogen van 49,2 kw (30.1.b); - installatie voor het verwerken van glas met een totaal geïnstalleerd vermogen van kw (30.8.c), waarvan kw in installaties voor dubbele beglazing en 577 kw in installaties voor behandelen van enkel glas; - vast opgestelde nooddiesel met een totaal nominaal vermogen van kw (31.1.2); - opslag van 124 ton papier en karton in een lokaal (33.4); - 2 stoomketels met een waterinhoud tussen 500 l en l (39.1.2); - diverse stookinstallaties en warme-luchtblazers met een totaal vermogen van ,3 kw (41.1.3); - opslag van l oliën (niet-eetbare vetstoffen) (niet ingedeeld); - wasmachines voor het wassen van glas met een totaal vermogen van 202,1 kw (46.2); - 5 grondwaterwinningen met een totaal opgepompt debiet van resp m³/dag en m³/jaar (53.8.3), i.c. : * 2 putten met een gezamenlijk opgepompt debiet van 480 m³/dag ( m³/jaar) * 3 putten met een gezamenlijk opgepompt debiet van 500 m³/dag ( m³/jaar) - met als bijzondere voorwaarden lozing van het bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater van de Afdeling Kempenglas (sector Dubbele Beglazing en sector Coater): * Zink = 1 mg/l - 3 -

4 * Titanium = 0.3 mg/l * Tin = 0.2 mg/l * Zilver = 0.5 mg/l * Aluminium = 1 mg/l * Totaal fosfor = 3 mg/l Vlarem-rubricering volgens aanvrager : A B B C ; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag : Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (Vlarem): - besluit van de bestendige deputatie d.d. 17 december 1998, ref. MLAV1/98-92 houdende vergunning voor het verder in bedrijf houden en veranderen van de afdeling Kempenglas voor een termijn verstrijkend op 17 december 2018; - besluit van de bestendige deputatie d.d. 25 februari 1999, ref. MLAV1/99-03 houdende vergunning voor toevoegen van productielijn gecoate isolerende beglazing bij de afdeling Kempenglas voor een termijn eindigend op 17 december 2018; - besluit van de bestendige deputatie d.d. 20 juli 2000, ref. MLAV1/ houdende vergunning voor het verder in bedrijf houden en veranderen van de afdeling Glaverbel voor een termijn verstrijkend op 17 december 2018; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 16 juli 2001; op het feit dat op datum van 30 juli 2001 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal in de gemeente Balen betreffende het openbaar onderzoek dd. 5 september 2001 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het proces-verbaal in de gemeente Mol betreffende het openbaar onderzoek dd. 13 september 2001 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 26 september 2001 van het college van burgemeester en schepenen van Mol; - 4 -

5 Gelet op het gunstig advies dd. 24 september 2001 (kenmerk AMV/A/VL1-8084) van de Afdeling Milieuvergunningen (AMV) van de Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer; op volgende elementen uit dit advies: 1. Het voorwerp van onderhavige aanvraag betreft in hoofdzaak de verandering van een vergunde inrichting voor de productie en bewerking van glas door implementatie van waterbeheersings- en lozingsmaatregelen, zoals opgelegd in de bijzondere milieuvoorwaarden van de laatst bekomen milieuvergunning. Tevens worden uitbreidingen gevraagd met een procédé van zeefdruk als alternatieve masquage en een nieuwe snijlijn voor de Coater; binnen de Glasfabriek wordt een uitbreiding gerealiseerd met een glasoven voor de productie van autoglas en extra dun glas (incl. lozen van koelwater). Tenslotte werden een aantal installaties verplaatst of veranderd inzake vermogen; deze rechtzettingen en correcties "as-build" met betrekking tot de vorige vergunningsaanvraag voor de nieuwe glasoven zijn opgenomen; 2. Volgende voorzieningen worden getroffen in het kader van geïntegreerde preventie: - energieverbruik: 20% aan verwarmde lucht, afkomstig uit de droogoven wordt hergebruikt in de overige installatiedelen; - waterverbruik: Zoals aangehaald wordt getracht in de mate van het mogelijke het benodigde water in de coatinglijn te hergebruiken. Alleen het deel van het water dat om zuiveringstechnische redenen niet meer kan worden hergebruikt, wordt geloosd na zuivering door decantatie. - atmosferische emissies: Gasvormige effluenten zijn afkomstig van de droogoven van de alternatieve masquage. Teneinde de emissies te beperken is geopteerd voor een combinatie van maatregelen: * bronmaatregelen: het gebruik van dipropyleenglycol, als oplosmiddel in de vernispasta, omwille van de beperkte aanwezigheid van milieuschadelijke en veiligheidstechnisch gevaarlijke stoffen; * ontwerp: de installatie is derwijze geconcipieerd dat de geëmitteerde solventstroom beneden de Vlarem II-drempel blijft doordat de verdampte solventen na koeling via een zuiveringsinstallatie naar een schouw gevoerd worden; * end of pipe: er wordt verder afgewogen welke zuiveringsinstallaties beschikbaar en/of het best geschikt zijn voor desbetreffende stroom; In de bijzondere voorwaarden van de vergunning voor de nieuwe glasoven (d.d ), werd opgelegd om binnen 1 jaar een rapport voor te leggen over de mogelijkheden van omschakeling naar een andere brandstof, andere brandertechnologie en warmterecuperatie. Er is in genoemde studie, uitgevoerd door het Research & - 5 -

6 Development Centrum van Glaverbel op gefundeerde wijze aangetoond waarom er uiteindelijk opnieuw voor olieverbranding is geopteerd. Tevens worden de nieuwe mogelijkheden besproken welke het ontwerp van de oven verder dienen te optimaliseren om de technieken (hybride en volledige zuurstof-brandstof) toe te passen. Hiervoor worden momenteel verschillende proeven met oude oven uitgevoerd. - geluid: Hinder door lawaai wordt beperkt door alle installaties en ventilatoren in het bestaande en gesloten gebouw te voorzien. - afvalstoffen: Voor het project alternatief masquage en nieuwe snijlijn Coater worden de voortgebrachte afvalstoffen hetzij door de leverancier opnieuw opgehaald via een terugnameverbintenis (lege vaten vernispasta/solvent), hetzij opgehaald door een vergund verwerker (zeefdoeken besmeurd met gedroogd vernis, bezinkslib van afwassen van vernis). - veiligheid: De gevaarlijke stoffen worden opgeslagen in een individueel voorziene ruimte met vloeistofdichte vloer en inkuiping overeenkomstig de Vlarem II-voorschriften. Door een verdere afbouw van de opgeslagen hoeveelheid SO2 in de Glasfabriek zal de veiligheid voor de mens buiten de inrichting verbeteren. 3. a. Afkoppelingsbeleid: Er is een nieuwe flow sheet van de afvalwaters uitgewerkt welke rekening houdt met vroegere afspraken waarbij enerzijds al het huishoudelijk afvalwater voortaan in de openbare riolering zal geloosd worden en het bedrijfsafvalwater (BA) van afdeling Kempenglas in het kanaal Dessel- Kwaadmechelen. b. Lozing huishoudelijk afvalwater in de riolering: Het huishoudelijk afvalwater (HA) is afkomstig van sanitaire installaties. Het afvalwater afkomstig van de afdeling Glaverbel (338 werknemers) wordt thans geloosd in de kanaal Dessel-Kwaadmechelen (vis- en drinkwaterkwaliteit); ingevolge vroegere afspraken zal met ingang van op de openbare riolering Colburnlei geloosd worden; het water wordt via voormelde riolering afgevoerd naar de RWZI te Mol, zonder noemenswaardige impact op de werking ervan; dientengevolge is vanaf volgend jaar het HA van het gedeelte Glasfabriek afgekoppeld van de centrale afvoer richting kanaal en kunnen de normen voor de lozing in riool worden opgelegd. Door een verdere ontkoppeling van afval- en hemelwater is een reductie van het geloosde debiet op de riolen mogelijk; het is daarom verantwoord het vergund debiet vanaf medio 2002 verder te reduceren, zoals trouwens door de aanvrager in een navolgend schrijven ter kennis gebracht. Het afvalwater is anderzijds afkomstig van de afdeling Kempenglas (ca. 200 werknemers); dit afvalwater zal vanaf volgend jaar via 2 lozingspunten geloosd worden in de openbare riolering, resp. via Colburnlei (dubbel beglazing) en Venetiëlaan (Coater); het water wordt via voormelde rioleringen afgevoerd naar de RWZI te Mol, zonder - 6 -

7 noemenswaardige impact op de werking ervan; dientengevolge kunnen de normen voor de lozing in riool worden opgelegd. Via de centrale afvoer welke uitgeeft op het kanaal Dessel-Kwaadmechelen wordt na afkoppeling van het huishoudelijk afvalwater van de Glasfabriek enkel nog hemelwater opgevangen (alsook BA van Kempenglas na een meetgoot, zie verder). c. Lozing bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater: Het BA van de afdeling Glaverbel is afkomstig van het etsen van het glas bij de spoelprocessen en spuiwater uit het open koelsysteem; dit afvalwater wordt via de bestaande waterzuiveringsinstallatie geloosd in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen; deze lozingssituatie blijft onveranderd. Het BA van de afdeling Kempenglas, sector Dubbele Beglazing is afkomstig van het wassen van glas (stofvrij maken voor verdere bewerking); deze lozing zal vanaf volgend jaar gebeuren langs de centrale afvoer naar het kanaal Dessel-Kwaadmechelen waarlangs ook het hemelwater van de fabriek zal geloosd worden. Overwegende dat binnen de afdeling Kempenglas, sector Coater (cq. aanbrengen coating of metaallaagje op glas) de mechanische installatie voor het aanbrengen van de metalen maskers op bepaalde zones van de ruit waar geen coating mag aangebracht worden systematisch vervangen wordt door een zeefdruk die na de coater terug verwijderd wordt ("alternatief masquage"), zodat op de plaats van de zeefdruk geen laag aanwezig is; dat deze zeefdruk wordt verwijderd in een wasmachine, waar gebruik gemaakt wordt van sproeiers onder hoge druk; dat de verwijderde met metaaldeeltjes van de coating gescheiden wordt in een zuiveringsinstallatie; dat inherent aan deze productie nog twee bijkomende stromen worden gegenereerd, nl. afvalwater afkomstig van de aanmaak van extra zuiver waswater (spui demininstallatie) en afkomstig van het wassen van het glas voor behandeling); dat het water intern wordt gerecycleerd en herbruikt vertrekkende van de meest veeleisende productiestap (wasmachine) naar de minst veeleisende (afwassen vernisfilm) om een minimale afvoer te hebben; dat uiteindelijk bijkomend t.o.v. de reeds vergunde hoeveelheid voor de sector Coater een maximaal debiet BA van 5 m³/uur, 100 m³/dag en m³/jaar kan verwacht worden zodat in totaal (na uitbreiding) 35 m³/uur, 330 m³/dag en m³/jaar BA door Kempenglas (Dubbele Beglazing + Coater), na zuivering door decantatie, gezamenlijk zal geloosd worden in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen. Zwevende stoffen en zware metalen bij decantatie worden maximaal afgescheiden en opgevangen om met het slib te worden afgevoerd; er komen evenwel nog sporen van metalen door het afwassen van vernis in het geloosd water terecht; het bedrijf zoekt momenteel naar de beste zuiveringstechniek voor dit afvalwater, waarbij het de bedoeling is in de loop van volgend jaar een gepaste afvalwaterzuiveringsinstallatie te plaatsen; de gevraagde lozingsvormen kunnen toegestaan worden tot het aflopen van de milieuvergunning, behalve voor de parameters waarvoor de impact op het ontvangend oppervlaktewater onvoldoende gekend of te groot is en waarvoor een termijn van 2 jaar, in functie van de operationalisering van de afvalwaterzuiverings

8 installatie, kan vooropgesteld worden; in het kader van de milieuvergunningsaanvraag voor deze afvalwaterzuiveringsinstallatie zullen deze normen herzien dienen te worden. Voor deze lozing worden bijkomende lozingsnormen voor zwevende en gevaarlijke stoffen aangevraagd: - de gevraagde waarde van 60 mg/l voor zwevende stoffen is reeds opgenomen binnen de vigerende algemene lozingsvoorwaarden voor lozen in oppervlaktewater (Vlarem II, art , 5, b); - totaal fosfaat: 3 mg P/l (= sectoriële norm), na 2 jaar: 2 mg P/l; - totaal zink: 1 mg/l is aanvaardbaar, 2 bijzondere lozingsvoorwaarde van de vergunning MLAV1/00-132, na afkoppeling naar oppervlaktewater; - totaal zilver en titaan: door ontbreken van een actueel toetsingskader is het uit voorzorg aangewezen de aangevraagde normen voor een termijn van 2 jaar te vergunnen en daarna opnieuw te evalueren; - totaal tin: 0,2 mg/l is aanvaardbaar, conform de Nederlandse MTR (maximaal toelaatbaar risiconiveau)-waarden (0,220), 4de Nota Waterhuishouding, 1998; VROM-toetsingskader gelijk gesteld met arseen; - totaal aluminium: 1 mg/l levert weinig problemen op voor het aquatisch milieu; d. Lozing in oppervlaktewater van koelwater: Binnen de afdeling Glasfabriek is een nieuwe glasoven gebouwd voor de productie van autoruitglas en, indien nodig, extra dun glas ("drain-out floatglas oven"); bij de fabricatie van heel dun glas en door de beperkte "turn down" van de oven is er teveel glas aanwezig om gesmolten te worden; dit overtollig glas wordt uit de oven gelaten, met water uit het kanaal Dessel-Kwaadmechelen afgekoeld en getransporteerdd naar de herbruikfractie; het betreft hier puur glas (grote zuiverheid) dat geen enkele bewerking heeft ondergaan, noch in aanraking is gekomen met verontreinigende stoffen. Hiervoor wordt een volledig apart open koelwatersysteem aangelegd van maximaal 160 m³/uur koelwater; dit koelwater wordt via een aparte meetgoot opnieuw geloosd in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen. 4. De aanvrager verzoekt om expliciet volgende varianten voor het bepalen van de atmosferische emissies in de milieuvergunning in te schrijven: - art : continue metingen voor SO2 en NOx Van deze continue metingen mag worden afgezien door o.m. een "de continue vaststelling van de samenstelling van de brandstoffen of van de verwerkte stoffen of van de procesomstandigheden". - art : de meetmethode moet gebeuren volgens een code van goede praktijk Van deze meetmethode mag worden afgezien door andere controles met dezelfde nauwkeurigheid, o.m. "de continue vaststelling van de samenstelling van de brandstoffen of van de verwerkte stoffen of van de procesomstandigheden". Gelet op de bespreking d.d op het bedrijf waarbij de problematiek van de luchtemissies uitvoerig belicht werd voor VMM, AMI en AMV: - 8 -

9 - omwille van turbulentieproblemen verbonden aan de geometrie van de schouw kan geen betrouwbare debietmeting op basis van de normen NB T uitgevoerd worden. Het bedrijf vraagt de theorethisch berekende debietswaarden op basis van brandstofverbruik en -samenstelling en de zuurstofcorrectie te mogen gebruiken voor de berekening van de massastroom bij de maandelijkse metingen van luchtemissies. De vergadering verklaarde zich principieel akkoord voor zover een verslag van een onafhankelijk erkend deskundige in de discipline lucht de mogelijkheid voor het uitvoeren van een betrouwbare debietsmeting aantoont, alsook dat de variante werkwijze evenwaardig is. - om de blootstellingstijd van de meetapparaten aan corroderende stoffen te beperken, en zo hun levensduur te verlengen door de effectieve uitvoering van metingen op langere termijn te verzekeren, vraagt het bedrijf dagelijkse metingen voor SO2 en NOx op een significante cyclus van 40 minuten uit te voeren i.p.v. continue metingen tijdens 24 uren. Ook hier werd een principieel akkoord gegeven op voorwaarde dat een verslag van een onafhankelijk erkend deskundige in de discipline lucht wordt opgesteld over het significant karakter van de metingen op 40 minuten t.o.v. de metingen op 24 uren. Het VITO werd voor de studies aangeduid omwille van zijn expertise en rol als referentie-organisme in Vlaanderen; een beoordeling van de representativiteit van de emissiemetingen op de schouw van de glasoven werd overgemaakt door luchtdeskundige binnen VITO, Mevr. Wevers (meetrapport februari 2000); hieruit kunnen volgende besluiten getrokken worden: - omdat bij de glasoven het debiet bepaald wordt door het brandstofverbruik is het aanvaardbaar dat het rookgasdebiet in voorliggende omstandigheden berekend wordt onder volgende omstandigheden: * eenduidige registratie van de brandstofverbruiken; * nauwkeurige kennis van de samenstelling van de brandstof; * kennis van het zuurstofgehalte van de rookgassen; - de metingen die uitgevoerd werden op 3 en 4 februari 2000 tonen aan dat binnen een zelfde productieproces de meetwaarden, uitgemiddeld over een periode van 40 minuten, vrijwel constante waarden opleveren voor de emissieconcentraties. Voorwaarde hierbij is echter dat de brandstofsamenstelling, de samenstelling van de verwerkte stoffen en de procesomstandigheden continue dient opgevolgd en geregistreerd te worden. Tevens moet de statistische evaluatie van de data gebeuren zoals beschreven in dit rapport. De door het bedrijf voorgestelde en door de deskundige onderzochte varianten leveren dezelfde nauwkeurigheid op. 5. Onze dienst is van oordeel van metingen over 40 minuten per dag voldoende verspreid over een etmaal volstaan omwille van het vrij constante productieproces; voor de bepaling van de massastroom mag - 9 -

10 gebruik gemaakt worden van een theoretisch berekend debiet op basis van het brandstofverbruik; beide werkwijzen worden als aanvaardbaar geacht indien met de bemerkingen en randvoorwaarden van aangehaald deskundig verslag tenvolle wordt rekening gehouden en het bedrijf zal alle mogelijke maatregelen nemen om de emissies verder maximaal te reduceren; Gelet op het gunstig advies dd. 11 september 2001 (kenmerk N/ (7)) van de Cel Ruimtelijke Ordening van de Afdeling ROHM van de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM); op volgende elementen uit dit advies: de aanvraag is principieel in overeenstemming met het geldende gewestplan; Gelet op het gunstig advies dd. 1 oktober 2001 (kenmerk 17/8107) van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg (APSG); op volgende elementen uit dit advies : De APSG beoordeelde de gezondheidsaspecten verbonden aan rubriek Het betreft de wijziging en uitbreiding van de Glasfabriek ten aanzien van de eenheden Coater, Glasfabriek en Kempenglas. Het onderwerp behandelt voornamelijk de uitbreiding van de opslag van corrosieve, schadelijke, oxiderende en irriterende stoffen. In haar advies houdt de APSG voornamelijk rekening met: * Afstand tot de bewoning; deze is niet zo groot. * Het Veiligheidsrapport (VR) dat de overschrijding van een aantal risicocontourgrenzen besluit. * De inspanningen van het bedrijf om de emissies te beperken. * De risico's bij eventuele calamiteiten op het vrijkomen van componenten die schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Als conclusie stelt de APSG dat deze milieuvergunningsaanvraag verenigbaar is voor wat de gezondheidsaspecten betreft mits overname van de algemene en sectorale standaardvoorwaarden zoals vermeld in Vlarem II. We benadrukken dat de in Vlarem opgelegde normen (zowel emissie als immissie) te allen tijden dienen nageleefd te worden. De APSG wenst een bijzondere voorwaarde te laten inschrijven: * Wegens de nabijheid van bewoning: Het bedrijf dient binnen een periode van 2 maanden na ontvangst van het vergunningsbesluit een Legionella- preventieplan uit te werken, zowel voor de interne als de externe (100 m) bedrijfsomgeving. Dit dient overgemaakt en besproken met de Gezondheidsinspectie; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM); op het laattijdig gunstig advies dd. 10 oktober 2001 (kenmerk JVDM/AKBME/P19157/01/14190) van de VMM; op volgende elementen uit dit advies : 1. Het bedrijf beschikt over een milieuvergunning van de bestendige deputatie van 20/07/2000 voor de hervergunning van de afdeling Glaverbel, waarin ook de vergunning van de afdeling Kempenglas werd geïntegreerd. Volgende afvalwaterstromen zijn vergund: Afdeling Glaverbel: - de lozing van max. 50 m³/dag (na 2 jaar 30 m³/dag) HA in

11 oppervlaktewater (3.2.); - de lozing van max. 150 m³/uur en m³/dag BA met gevaarlijke stoffen via een zuivering in oppervlaktewater ( ); Afdeling Kempenglas: - de lozing van max. 6 m³/uur (na 2 jaar 20 m³/dag) HA in de riolering (3.3.) - de lozing van 30 m³/uur, 230 m³/dag en m³/jaar BA met gevaarlijke stoffen in de riolering (3.4.2.) (vanaf 01/01/2002) lozing in oppervlaktewater; Deze lozingen zijn vergund mits naleving van algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden. Voor de wijziging van de lozingssituatie moet een milieuvergunning worden aangevraagd. Met deze milieuvergunningsaanvraag worden volgende veranderingen m.b.t. de lozing van afvalwater aangevraagd: - de afkoppeling van het HA van Glaverbel van het kanaal Dessel- Kwaadmechelen en de aansluiting op de riolering van de Colburnlaan vanaf 01/01/2002; - de verhoging van het lozingsdebiet van de coater met 5 m³/uur, 100 m³/dag en m³/jaar; - de lozing van koelwater van de afdeling Glaverbel met een debiet van maximaal 160 m³/uur in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen; Er wordt ook gevraagd om nog enkele lozingsvoorwaarden bijkomend op te leggen. Na onderzoek van het aanvraagdossier bleek dat er nog een aantal onduidelijkheden overbleven. Hiervoor werd contact opgenomen met het bedrijf, dat ons een aantal aanvullende gegevens bezorgde. Hieruit blijkt o.a. dat het afvalwater van de coater reeds wordt geloosd in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen. In de vergunning d.d. 25/02/1999 van de uitbreiding van Kempenglas werd dit niet opgenomen. De lozing van de sector coater werd toen samengeteld bij deze van de sector dubbele beglazing. Deze fout werd in de huidige vergunning d.d. 20/07/2000 niet rechtgezet. Vanaf 01/01/2002 zal het bedrijfsafvalwater van de afdeling dubbele beglazing overigens afgekoppeld worden van de openbare riolering en geloosd worden in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen. 2. De correcte lozingssituatie ziet er als volgt uit: Afdeling Glaverbel: - de lozing van max. 50 m³/dag (na 2 jaar 30 m³/dag) HA in de openbare riolering vanaf 01/01/2002 (3.3.); - de lozing van max. 150 m³/uur en m³/dag BA met gevaarlijke stoffen via een zuivering in oppervlaktewater ( ); - de lozing van max. 160 m³/uur koelwater in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen (3.5.3.); Afdeling Kempenglas: - de lozing van max. 6 m³/uur (na 2 jaar 20 m³/dag) HA in de riolering (3.3.); Sector dubbele beglazing: - de lozing van 20 m³/uur, 150 m³/dag en m³/jaar BA met gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater vanaf 01/01/2002 (3.4.2.); Sector coater: - de lozing van 15 m³/uur, 180 m³/dag en m³/jaar BA met

12 gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater (3.5.2.); Het HA van de coater wordt via 2 lozingspunten geloosd in de openbare riolering van de Colburnlaan en de Venetiëlaan. Deze rioleringen zijn aangesloten op de RWZI van Mol en zijn bijgevolg gelegen in zuiveringszone A. Het BA wordt geloosd in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen, dat als bestemming drinkwater/viswaterkwaliteit heeft. Het water dat in de coater wordt gebruikt, wordt zoveel mogelijk gerecycleerd. Er wordt ongeveer 3/4 van het water gerecirculeerd. Enkel het deel van het water dat onvoldoende zuiver is, wordt geloosd na decantatie. In deze stap worden zwevende stoffen en zware metalen zoveel mogelijk opgevangen en afgevoerd naar een verwerker. Voor het BA van de coater worden aanvullende bijzondere voorwaarden aangevraagd. Rekening houdend met de kwaliteitseisen van de ontvangende waterloop en om tegemoet te komen aan de afspraken van de derde en vierde Noordzeeconferentie is er een vermindering van de nutriëntenvracht nodig. Voor de parameter totaal P moet gestreeft worden naar een effluentwaarde van 2 mg/l. Het gevraagde koelwater is nodig voor het drain-out proces. Wanneer wordt overgeschakeld naar een andere soort of dikte van glas is het technisch niet mogelijk om de glasoven stil te leggen. Een deel van de glassmelt moet dan uit de oven worden gehaald en moet worden afgekoeld. Voor deze afkoeling wordt kanaalwater gebruikt. Het maximale waterverbruik is 160 m³/uur. Omdat het koelwater slechts sporadisch nodig is (bij overgang naar andere glasproductie) is een gesloten koelsysteem technisch en financieel niet haalbaar. 3. Advies water: De Vlaamse milieumaatschappij adviseert gunstig voor volgende veranderingen in de lozingssituatie: Afdeling Glaverbel: - de lozing van max. 50 m³/dag (na 2 jaar 30 m³/dag) HA in de openbare riolering vanaf 01/01/2002 (3.3.); - de lozing van max. 160 m³/uur koelwater in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen (3.5.3.); Afdeling Kempenglas: Sector dubbele beglazing: - de lozing van 20 m³/uur, 150 m³/dag en m³/jaar BA met gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater vanaf 01/01/2002 (3.4.2.); Sector coater: - de lozing van 15 m³/uur, 180 m³/dag en m³/jaar BA met gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater (3.4.2.); Het HA moet voldoen aan de algemene voorwaarden voor de lozing in de openbare riolering. Het koelwater moet voldoen aan de algemene voorwaarden voor de lozing in oppervlaktewater. Het bedrijfsafvalwater van Kempenglas moet voldoen aan de algemene en sectorale (15 b ) lozingsvoorwaarden voor lozing in oppervlaktewater. Tevens moet voldaan worden aan volgende bijzondere voorwaarden: Zn: 1 mg/l

13 Cd: 0,005 mg/l Sn: 0,2 mg/l Ti: 0,3 mg/l Ag: 0,05 mg/l Al: 1 mg/l N: 15 mg/l P: 2 mg/l vanaf 01/01/ Aspect lucht: De geplande veranderingen betreffen voor de afdelingen Glasfabriek en Kempenglas hoofdzakelijk aanpassingen - verhoging, vermindering - van de vergunde vermogens van opslagcapaciteiten maar voor de afdeling Coater een aanpassing van het productieproces. De wijziging in de Coater-afdeling situeert zich in de behandeling van de autoruiten vóór het aanbrengen van de metaalfilm. Op heden worden daartoe bepaalde delen van het glasoppervlak afgeschermd met metalen maskers. Het alternatieve procédé betreft het aanbrengen van een bedekkingslaag. Deze bedekkingslaag bestaat uit een opgelost in solvent dat via zeefdruk wordt aangebracht en waarna het in een oven wordt gedroogd. Het aanwezige solvent verdampt in de oven en zal via een zuiveringsinstallatie - actief koolfilter of gelijkwaardig - worden geleid alvorens in de atmosfeer te worden geloosd. Via massabalansberekening - debiet droogoven en maximale solventuitstoot - kon worden berekend dat de emissieconcentratie in het ongezuiverd afgas nog maximaal 43 mg totaal C/m³ bedraagt. Desalniettemin zal het bedrijf - het BBT - een standstill-principe indachtig - trachten de VOS-emissies zo minimaal mogelijk te houden en een gaszuivering plaatsen. Er wordt dan ook voorgesteld om in een bijzondere vergunningsvoorwaarde op te nemen dat een gaszuivering - actief koolfilter of gelijkwaardig - aan de uitlaat van de droogoven zal worden geïnstalleerd. Samenvattend kan worden gesteld dat de milieuvergunningsaanvraag van het bedrijf Glaverbel te Mol voor het wijzigen van het productieproces aan de Coater-afdeling gunstig kan worden geadviseerd. De gevraagde wijziging bestaat uit een alternatieve methode om bepaalde delen van een glasoppervlak (autoruit) af te schermen alvorens een metaalcoating wordt angebracht, m.a.w. de metalen maskers zouden worden vervangen door een via zeefdruk aangebrachte bedekkingslaag - opgelost in solvent. Deze bedekkingslaag wordt vervolgens nog gedroogd in een oven. Gezien de aan de droogoven veroorzaakte VOS-emissies zullen voldoen aan de Vlarem-voorwaarden en gelet op de intentie van het bedrijf om desalniettemin deze bijkomende VOS-emissies tot een minimum te herleiden via de installatie van een gaszuivering - actief koolfilter of gelijkwaardig - kan de aanvraag gunstig worden geadviseerd. Het verdient evenwel aanbeveling het plaatsen van deze gaszuivering op te nemen in een bijzondere voorwaarde. Advies lucht: De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig op de aanvraag van Glaverbel voor het veranderen van een bestaande vergunde inrichting;

14 Gelet op het gunstig advies dd. 23 oktober 2001 van de PMVC; op volgende elementen uit dit advies : 1. - De omschrijving van de aanvrager kan behouden blijven mits: - aanvulling met de veranderingen, zoals omschreven door AMV en afzonderlijke vermelding van de klasse 3-inrichtingen; - verduidelijking van totale lozingssituatie, zoals voorgesteld door de AMV - afzonderlijke vermelding en verduidelijking van de gevraagde bijzondere lozingsvoorwaarden, zoals voorgesteld door de VMM; volgens de VMM moeten de door de exploitant gevraagde bijzondere lozingsvoorwaarden voor de Afdeling Kempenglas (sector Coater) ook gevraagd worden voor de Afdeling Kempenglas (sector Dubbele Beglazing); - De vlarem-rubricering moet vermeld worden in functie van de veranderingen en niet in functie van de totale toestand. - In de omschrijving in de rubriek bij de wijzigingen en veranderingen, zoals overgenomen van de AMV, moet de totale opslag van gassen in verplaatsbare recipïenten van l verbeterd worden in l. De AMV heeft verkeerdelijk de totale opslag van gassen in vaste houders in de rubriek weerhouden. - In de omschrijving in de rubriek bij de totale toestand in het advies van de AMV wordt verkeerdelijk de totale toestand voor de vermindering met l vermeld, zodat de omschrijving van de aanvrager als correct mag behouden worden. In de omschrijving van de wijzigingen voor deze rubriek, zoals overgenomen van de AMV, moet het totale inhoudsvermogen van 220 l verbeterd worden in 400 l. - In de omschrijving in de rubriek b bij de totale toestand, zoals overgenomen van de aanvrager, moet het ontvlammingspunt van > 50 C verbeterd worden in > 55 C. 2. De inrichting is stedenbouwkundig verenigbaar. 3. Er werden geen bezwaren ingediend De PMVC volgt de gunstige adviezen voor de gevraagde veranderingen. - De PMVC geeft een gunstig advies voor de bijkomende lozingsvoorwaarden voor lozing van het BA met gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater van de Afdeling Kempenglas (sector Dubbele beglazing en sector Coater), mits deze voorwaarde ook opgelegd wordt voor het BA van de sector Dubbele Beglazing en de parameter P na 2 jaar wordt verstrengd van 3 mg/l tot 2 mg/l De vergunning kan verleend worden voor een termijn die verstrijkt op 17 december 2018 met een termijn voorafgaand aan ingebruikname van 3 jaar. - De vergunning MLAV1/98-92 van 17 december 1998 en de vergunning MLAV1/99-3 van 25 februari 1999 werden reeds opgeheven in art. 1, 2 van de vergunning MLAV1/ van 20 juli De tweede bijzondere voorwaarde onder 3 van de vergunning MLAV1/ van 20 juli 2000 heft zich gedeeltelijk zelf op door de uitvoering van onderhavige milieuvergunning wat betreft de afkoppeling maar moet inzake de lozingsvoorwaarden voor BA van de afdeling Kempenglas vervangen worden door de in onderhavige vergunning opgelegde

15 bijzondere voorwaarde. - Van de klasse 3-inrichtingen kan akte genomen worden De algemene en sectorale voorwaarden, zoals voorgesteld door de AMV, kunnen opgelegd worden. - De bijzondere lozingsvoorwaarde met betrekking tot de lozing van het BA met gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater van de Afdeling Kempenglas (sector Dubbele Beglazing en sector Coater), zoals voorgesteld door de VMM, kan opgelegd worden mits voor de parameter P de emisiegrenswaarden van de AMV, zijnde 3 mg/l onmiddellijk en na 2 jaar 2 mg/l, over te nemen. - De bijzondere lozingsvoorwaarde voor lozing van het BA met gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater van de Afdeling Kempenglas, zoals voorgesteld door de AMV, wordt niet weerhouden omdat de bijzondere lozingsvoorwaarde van de VMM wordt voorgesteld, die vollediger is. - De bijzondere voorwaarde met betrekking tot de metingen van de luchtemissies, zoals voorgesteld door de AMV, wordt niet weerhouden omdat dit aspect reeds voldoende geregeld wordt in Vlarem. - De bijzondere voorwaarde met betrekking tot het uitwerken van een legionella-preventieplan, zoals voorgesteld door de APSG, wordt niet weerhouden omdat het opleggen ervan niet gemotiveerd werd en er geen toepasselijke rubrieken aangevraagd werden; Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied van het gewestplan Herentals-Mol; Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 17 december 2018; ARTIKEL 1. - Voorwerp B E S L U I T : 1 Aan de gevestigd Terhulpsesteenweg 166 te 1170 Watermaal-Bosvoorde wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een glasfabriek, gelegen te 2400 Mol, Colburnlaan 1, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer)

16 1-G-682/L10, 1-G-682/M10, 1-G-682/N10 DEEL, te veranderen door wijziging en uitbreiding: * wijzigingen: - intern rioleringsstelsel binnen de afdelingen Glasfabriek en Kempenglas om te voldoen aan de opgelegde lozingsvoorwaarden (3.4.2); - verminderen van het vermogen van vast opgestelde batterijen met 68 kva (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een totaal vermogen van 160 kva ( ); - verminderen van het vermogen van vast opgestelde batterijladers met 39,1 kw (binnen de afdeling Glasfabriek) en met 1 batterijlader van 3 kva (binnen de afdeling Kempenglas) tot een totaal vermogen van 154,54 kw ( ); - verminderen van het stallen van autovoertuigen met resp. 3 en 4 industriële voertuigen (resp. binnen de afdelingen Glasfabriek en Kempenglas) tot een capaciteit van 48 autovoertuigen en/of aanhangwagens andere dan personenwagens ( ); - verminderen van het totaal vermogen van airco's en luchtcompressoren met 71,18 kw (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een totaal vermogen van kw ( ); - verminderen van de opslag voor zwaveldioxide in verplaatsbare houders met l tot 4 x l (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een totale opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten met een waterinhoudsvermogen van l ( ); - verminderen van de opslag voor schadelijke stoffen met kg (binnen de afdeling Kempenglas) tot een totaal inhoudsvermogen voor de opslag van oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen van kg ( ); - verminderen van de opslagcapaciteit voor zware stookolie met l (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een totaal inhoudsvermogen van m³ zware stookolie ( ); - verminderen van het vermogen van houtbewerkingstoestellen met 0,45 kw (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een totaal vermogen van 43,5 kw ( ); - buiten gebruik stellen van 3 metaalbewerkingstoestellen met een gezamenlijk vermogen van 42 kw (binnen de installatie Coater) en verminderen van het vermogen van machines voor metaalbewerking met 0,14 kw (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een totaal vermogen van 128,5 kw ( ); - verplaatsen van diverse installaties en verminderen van het vermogen met 51,5 kw (binnen de afdeling Kempenglas) tot een totaal geïnstalleerd vermogen van kw (30.8.c.); - verminderen met 4 kleine stookinstallaties met een gezamenlijk thermisch vermogen van kw (binnen de afdeling Kempenglas) tot een totaal warmtevermogen van ,3 kw ( ); - verminderen van het geïnstalleerde vermogen voor wasmachines met 22,1 kw (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een geïnstalleerde totale drijfkracht van 202,1 kw (46.2.); * uitbreidingen: - nieuwe lozing van koelwater in oppervlaktewater met een maximaal debiet van 160 m³/uur (binnen de afdeling Glasfabriek) (3.5.3.); - bijkomende lozing in oppervlaktewater van BA, afkomstig van de

17 bijkomende wasmachine en waterbehandeling met een maximaal debiet van 5 m³/uur, 100 m³/dag en m³/jaar (binnen de installatie Coater, afd. Kempenglas) (3.4.2.); - verhogen van het vermogen van de afvalwaterzuivering en waterbehandeling met resp. 3,42 kw en 39,55 kw (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een elektrisch vermogen van 206,4 kw, met inbegrip van het lozen van BA met een debiet van 150 m³/uur, resp m³/dag ( ); - bijkomende installatie voor het aanbrengen d.m.v. zeefdruk van een lakfilm op glas, incl. bijkomende waterbehandeling, afwasmachine en droogoven met luchtzuivering, met een elektrisch vermogen van 1.039,25 kw (binnen de installatie Coater), alsook verhogen van het geïnstalleerd vermogen voor het etsen van het glas met resp. 10,55 kw en 6,54 kw (Matobel en Anti-Newton, binnen de installatie Glasfabriek) tot een geïnstalleerde totale drijfkracht van 1.307,25 kw (4.3.a.3.); - 5 bijkomende batterijladers voor een totaal vermogen van 50,2 kw (binnen de installatie Coater) tot een totaal vermogen van 154,54 kw ( ); - 5 bijkomende airconditioninginstallaties met een totaal vermogen van 30 kw (binnen de installatie Coater) tot een totale geïnstalleerde drijfkracht van kw ( ); - verhogen van het vermogen van de proceskoelinstallaties met 6,2 kw (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een totale geïnstalleerde drijfkracht van 295,6 kw ( ); - bijkomende opslag voor gassen in verplaatsbare recipiënten met een waterinhoud van resp. 3 x 50 l argon, 19 x 50 l stikstof, 3 x 50 l zuurstof en 3 x 50 l waterstof, totaal l (binnen de installatie Coater); 12 x 50 l zuurstof in flessen voor oxythermie, totaal 600 l (binnen de afdeling Glasfabriek) en 122 x 50 l = l argon, 2 x 600 l en 5 x 50 l SF6, 7 x 50 l krypton, 3 x 50 l acetyleen, 7 x 50 l arox en 4 x 50 l zuurstof, totaal l (binnen de afdeling Kempenglas), tot een totale opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten met een waterinhoudsvermogen van l ( ); - bijkomende opslag voor oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen met resp. een inhoudsvermogen van kg HCl-oplossing, kg NaOH-oplossing, 300 kg javel en 2 x 300 kg waterbehandelingsproducten, totaal kg (binnen de installatie Coater) en een inhoudsvermogen van kg corrosieve producten (binnen de afdeling Glasfabriek), tot een totaal inhoudsvermogen van kg ( ); - bijkomende opslag voor licht ontvlambare vloeistoffen (o.a. isopropanol, polysulfidelijm, verharder) in verpakkingen van maximaal 200 l, totaal l (binnen de afdeling Kempenglas), tot een totale opslag voor licht ontvlambare en ontvlambare vloeistoffen met een inhoudsvermogen van l ( ); - bijkomende opslag van vloeistoffen met een ontvlammingspunt > 100 C, i.c. vernis en oplosmiddel (dipropyleenglycol) met een inhoudsvermogen van l (in vaten van 60 l) (binnen de installatie Coater) en PU-lijm, siliconen, olie met een inhoudsvermogen van l (binnen de afdeling Kempenglas), tot een totaal inhouds

18 vermogen van l ( ); - verhogen geïnstalleerd vermogen van de floatglasoven met 352,72 kw (binnen de afdeling Glasfabriek), tot een smeltcapaciteit van 420 ton per dag ( ); - 11 bijkomende metaalbewerkingsinstallaties met een gezamenlijk vermogen van 32,3 kw (binnen de installatie Coater) tot een totaal vermogen van 128,5 kw ( ); - nieuwe snijlijn met een bijkomend elektrisch vermogen van 42,75 kw (30.8.c); - bijkomend vermogen voor stookinstallaties van 224,93 kw (binnen de afdeling Glasfabriek) tot een totaal warmtevermogen van ,3 kw ( ). 2 Akte wordt genomen van de volgende klasse 3-inrichtingen: - wijziging intern rioleringsstelsel binnen de afdelingen Glasfabriek en Kempenglas om te voldoen aan de opgelegde lozingsvoorwaarden ( ); - verminderen van de opslag van ontvlambare vloeistoffen met l (binnen de afdeling Kempenglas) tot een totaal inhoudsvermogen van 400 l ( ); - bijkomende opslag voor l P3-producten (o.a. uvekol, bostik, ontvetter) (binnen de afdeling Kempenglas), tot een totaal inhoudsvermogen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt > 55 C, maar dat 100 C niet overtreft van l ( b); - bijkomende opslag van 900 kg gevaarlijke stoffen in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 25 kg/l (binnen de afdeling Kempenglas), tot een totaal inhoudsvermogen van l (17.4). Vlarem-rubricering : A B C Zodat de totale inrichting (afdeling Glasfabriek en afdeling Kempenglas met sector Dubbele Beglazing en sector Coater) voortaan omvat : - het lozen van huishoudelijk afvalwater (afdeling Glasfabriek) in de riolering Colburnlei (tot 31 december 2001 lozing in Kanaal Dessel-Kwaadmechelen) met een max. van 10 m³/uur en 50 m³/dag (vanaf juli 2002: 6 m³/uur en 30 m³/dag) (3.3); - het lozen van huishoudelijk afvalwater (afdeling Kempenglas) in de riolering Colburnlei (sector Dubbele Beglazing) en Venetiëlaan (sector Coater), met een gezamenlijk debiet van max. 6 m³/uur en 30 m³/dag (vanaf juli 2002: 20 m³/dag) (3.3) - Het lozen van max. 35 m³/uur, 330 m3/dag en m³/jaar bedrijfsafvalwater (Afdeling Kempenglas) in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen, waarvan: - 15 m³/uur, 180 m³/dag en m³/jaar van de sector Coater; - 20 m³/uur, 150 m³/dag en m³/jaar van de sector Dubbele Beglazing (tot 31 december 2001 lozing in riolering); - lozen van max. 160 m³/uur koelwater in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen (3.5.3) (afdeling Glasfabriek);

19 - afvalwaterzuiveringsinstallatie met een elektrisch vermogen van 206,4 kw met inbegrip van het lozen van bedrijfsafvalwater (afdeling Glasfabriek) in het kanaal Dessel-Kwaadmechelen met een debiet van respectievelijk 150 m³/uur en m³/dag ( ); - 2 installaties voor het etsen van glas en 1 installatie voor het bedekken van glas met een lakfilm met een totaal vermogen van kw (4.3.a.3); * Matobel (dubbelzijdige etsing) : e.m. 222 kw * Anti-Newton (enkelzijdige etsing) : e.m. 46 kw * Coater-lijn (aanbrengen lakfilm) : e.m kw - inrichting voor het elektrochemisch aanbrengen van een metaalfilm op glas met een totaal vermogen van kw (4.3.b.3); transformatoren met een individueel nominaal vermogen van resp en kva (12.2.2); vaste batterijen met een gezamenlijk vermogen van 160 kva (12.3.1); - 81 vast opgestelde batterijladers met een gezamenlijk vermogen van 154,54 kva (12.3.2); - parking voor 48 industriële voertuigen (15.1.2); - onderhoudsgarage voor eigen voertuigen met 1 schouwput (15.2); - diverse airconditioningstoestellen, luchtcompressoren en luchtdrogers met een totaal vermogen van 1097 kw ( ); - 9 koelinstallaties voor proceskoeling met een gezamenlijk vermogen van 295,6 kw ( ); - een LPG-tankstation (16.4.1); - aardgasstation met een ontspanningscapaciteit van > m³/uur (16.5); - opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten (gasflessen voor lasen procesdoeleinden, i.c. zwaveldioxide, acetyleen, zwavelhexafluoride, koolstofdioxide, stikstof, zuurstof, Arox, argon en krypton) met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van l (16.7.3); - opslag van gassen in vaste houders met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van l (16.8.3), i.c. : * 3 persluchtvaten van resp l en 2 x l * 1 x 100 m³ stikstof * 1 x 5 m³ LPG * 27 x 1,1 m³ waterstof in trailers - opslag van 173,8 m³ of 125 ton waterstoffluoride (17.2.2); - opslag van kg ammoniumwaterstoffluoride ( ); - opslag van 478,212 kg oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen ( ), i.c. : * kg calciumhydroxide-oplossing * kg calciumchloride * kg natriumhypochloriet * kg natriumhydroxide-oplossing * kg zwavelzuur * kg zoutzuur * kg filterstof * kg natriumhydroxide-schilfers * 500 kg polymeer 1118L

20 * kg onderhouds- en waterbehandelingsproducten * kg diverse schadelijke en corrosieve stoffen in verpakkingen van max. 220 kg - opslag van licht ontvlambare producten in verpakkingen van max. 220 l voor een totaal van l ( ); - opslag van ontvlambare producten in verpakkingen van max. 220 l voor een totaal van 400 l ( ); - opslag van l vloeistoffen met een ontvlammingspunt >55 C, maar dat 100 C niet overtreft ( b), i.c. : * l stookolie in 2 bovengrondse houders ( l) * l producten in vaten (< 200 kg) - opslag van m³ zware stookolie in 4 bovengrondse houders en l olie in vaten en l P4-producten in vaten van 200 l ( ); - 1 verdeelpomp voor diesel met 1 verdeelslang ( ); - opslag van diverse producten (labo, onderhoud, spuitbussen,...) in verpakkingen tot 5 l voor een totaal van l (17.4); - werkplaats voor houtbewerking met een totaal geïnstalleerd vermogen van 43,5 kw (19.3.2); - overdekte opslag van hout en paletten van totaal 240 m³ (19.6); - glasoven met maximale productiecapaciteit aan vlak glas van ton/jaar en 420 ton/dag van het type floatglas, gevoed met extra zware stookolie, inclusief schouw en luchtbehandeling, met een globaal elektrisch vermogen van 4.188,2 kw en met elektrische weerstanden met een vermogen van 6.258,8 kw ( ); - overdekte opslag van totaal 40 ton kunststoffen (23.3); - labo voor interne kwaliteitscontrole (24.1.1); - kwaliteitslabo (24.4); - opslag van kg lijmen in verpakkingen van max. 220 kg (26.2); - werkplaatsen voor het mechanisch behandelen van metalen met een totaal vermogen van kw ( ); - installatie voor het stralen met aluminiumoxidezand met een vermogen van 20 kw ( ); - steenbewerkingsinrichtingen met een totaal vermogen van 49,2 kw (30.1.b); - installatie voor het verwerken van glas met een totaal geïnstalleerd vermogen van kw (30.8.c), waarvan kw in installaties voor dubbele beglazing en 577 kw in installaties voor behandelen van enkel glas; - vast opgestelde nooddiesel met een totaal nominaal vermogen van kw (31.1.2); - opslag van 124 ton papier en karton in een lokaal (33.4); - 2 stoomketels met een waterinhoud tussen 500 l en l (39.1.2); - diverse stookinstallaties en warme-luchtblazers met een totaal vermogen van ,3 kw (41.1.3); - opslag van l oliën (niet-eetbare vetstoffen) (niet ingedeeld); - wasmachines voor het wassen van glas met een totaal vermogen van 202,1 kw (46.2); - 5 grondwaterwinningen met een totaal opgepompt debiet van resp m³/dag en m³/jaar (53.8.3), i.c. : * 2 putten met een gezamenlijk opgepompt debiet van 480 m³/dag