VITA Module 11 kgt. Diagnostische toets

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VITA Module 11 kgt. Diagnostische toets"

Transcriptie

1 VITA Module 11 kgt Diagnostische toets

2 BASISSTOF 2 Regelen 1 Een blokschema verloopt volgens een bepaalde volgorde. Zet de volgende onderdelen van een blokschema in de juiste volgorde. a input b input registreren c output d output genereren e verwerking 2 Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: eenheid grootheid meetwaarde meting normwaarde signaal. Let op: twee woorden kunnen meerdere keren gebruikt worden en er blijven drie woorden over! Bij een systeem is de input een. Als de input geregistreerd wordt, gaat er een naar de verwerking. Bij de verwerking wordt de input soms vergeleken met de. Van de verwerking gaat een naar het blok output genereren. De output is een. 3 In tabel 1 staan drie onderdelen van een blokschema. Noteer bij deze onderdelen de juiste term. Kies uit: actuator normwaarde sensor. onderdelen van een blokschema input registreren output genereren verwerking Tabel 1 Onderdelen van een blokschema. termen 2

3 4 Irfan steekt de straat over en ziet een scooter hard aan komen rijden. Hij springt daarom snel op de stoep. In tabel 2 staan de verschillende onderdelen van dit systeem. In de eerste kolom staan gebeurtenissen van Irfan. Welk deel van het systeem is hierbij betrokken? Zet een kruisje in de juiste kolom. gebeurtenissen input sensor verwerker actuator output beenspieren worden gestimuleerd hersenen werken ogen zien scooter wordt gezien Irfan springt Tabel 2 Wegspringen voor een scooter. 5 Er bestaan verschillende systemen: meetsystemen, stuursystemen en regelsystemen. In tabel 3 staan enkele voorbeelden van systemen. Bij welk type systeem horen ze? Zet een kruisje in de juiste kolom. voorbeeld meetsysteem stuursysteem regelsysteem de kilometerteller in een auto een fietser op een fiets een centrale verwarming met thermostaat een open haard een koortsthermometer de hoogte van het water in de stortbak van een wc Tabel 3 Drie systemen. 6 In tabel 4 staan beweringen over negatieve terugkoppeling. Kruis aan of de beweringen juist of onjuist zijn. bewering juist onjuist Bij negatieve terugkoppeling blijft de output vlak bij de normwaarde. Bij negatieve terugkoppeling kan het systeem niet uit de hand lopen. Negatieve terugkoppeling is alleen te vinden in apparaten, niet in mensen. Bij negatieve terugkoppeling moet een normwaarde zijn ingesteld. Tabel 4 Terugkoppeling. 3

4 BASISSTOF 3 Elektriciteit en sensoren 1 Streep de onjuiste woorden door. Als je een voorwerp opwrijft met een doek, wordt het meestal STATISCH / DYNAMISCH / POSITIEF geladen. Tussen een geladen en een ongeladen voorwerp kan een ONTLADING / VONK / AANTREKKINGSKRACHT overspringen. 2 Geladen voorwerpen kunnen elkaar aantrekken of afstoten. In tabel 5 staan telkens twee voorwerpen. Trekken ze elkaar aan of stoten ze elkaar af? Zet een kruisje in de juiste kolom. voorwerpen trekken elkaar aan stoten elkaar af een negatief geladen en een ongeladen voorwerp een positief geladen en een negatief geladen voorwerp een positief geladen en een ongeladen voorwerp twee negatief geladen voorwerpen twee positief geladen voorwerpen Tabel 5 Aantrekken of afstoten? 3 Beantwoord de volgende meerkeuzevragen. 1 Pas in de negentiende eeuw kon men elektrische apparaten gaan gebruiken. Waardoor was dat zo? [ ] Doordat men toen elektriciteit kon opslaan in Leidse flessen. [ ] Doordat toen de dynamo werd uitgevonden. [ ] Doordat toen de elektriseermachine werd uitgevonden. [ ] Doordat toen de statische elektriciteit werd ontdekt. 2 In afbeelding 1 staat een symbool voor een component van een stroomkring. Afb. 1 Van welke component is dit het symbool? [ ] een batterij [ ] een lampje [ ] een spanningsmeter [ ] een voltmeter 4

5 3 In afbeelding 2 staat een symbool voor een component van een stroomkring. Afb. 2 Van welke component is dit het symbool? [ ] een batterij [ ] een voedingskastje [ ] een spanningsmeter [ ] een stroomdraad 4 In afbeelding 3 staat een symbool voor een component van een stroomkring. A Afb. 3 Van welke component is dit het symbool? [ ] een batterij [ ] een lampje [ ] een spanningsmeter [ ] een stroomsterktemeter 5 In afbeelding 4 staan drie schema s. Schema 1 Schema 2 Schema 3 Afb. 4 Drie schema s van een stroomkring. 5

6 In welke schema s is een stroomkring juist getekend? [ ] alleen in schema 1 [ ] alleen in schema 2 [ ] alleen in schema 3 [ ] alleen in schema 1 en 2 [ ] alleen in schema 1 en 3 [ ] alleen in schema 2 en 3 [ ] in alle schema s [ ] in geen enkel schema 4 In tabel 6 staan beweringen over een gloeilamp. Kruis aan of de beweringen juist of onjuist zijn. bewering juist onjuist Een gloeilamp zet elektrische energie om. Door de gloeidraad in een gloeilamp gaat stroom. Een gloeilamp is eigenlijk ook een soort kachel. Een gloeilamp werkt alleen op een dynamo. Tabel 6 Een gloeilamp. 5 Streep de onjuiste woorden door. In een stroomkring zitten onder andere COMPONENTEN / ELEKTRONEN. Een stroomkring heet ook wel een COMPONENT / SCHAKELING. In een stroomkring is in elk geval een DYNAMO / SPANNINGSBRON aanwezig. Een voedingskastje is een voorbeeld van een SPANNINGSBRON / COMPONENT. 6 In tabel 7 staan tien kenmerken van spanning en/of stroomsterkte. Zijn dit kenmerken van spanning, van stroomsterkte, van beide of geen van beide? Zet een kruisje in de juiste kolom of kolommen. kenmerk spanning stroomsterkte De eenheid is ampère. De eenheid is ohm. Het is een eigenschap van de spanningsbron. Het is een maat voor de energie die elk elektron van de spanningsbron meekrijgt. Het is een maat voor het aantal elektronen dat per seconde uit de spanningsbron komt. Het symbool is I. Het symbool is U. Je kunt het meten met een ampèremeter. Je kunt het meten met een multimeter. Je kunt het meten met een voltmeter. Tabel 7 Spanning of stroomsterkte? 6

7 7 Beantwoord de volgende meerkeuzevragen. 1 In afbeelding 5 staan drie schema s. Schema 1 Schema 2 Schema 3 Afb. 5 Het gebruik van een spanningsmeter en een stroomsterktemeter. In welke schema s zijn de spanningsmeter en de stroomsterktemeter op de goede manier aangesloten? [ ] alleen in schema 1 [ ] alleen in schema 2 [ ] alleen in schema 3 [ ] alleen in schema 1 en 2 [ ] alleen in schema 1 en 3 [ ] alleen in schema 2 en 3 [ ] in alle schema s [ ] in geen enkel schema In afbeelding 6 zie je een voltmeter. Afb. 6 Een voltmeter. Vraag 2 en 3 gaan over deze meter. 2 Wat is het maximale bereik van deze meter? [ ] 0 0,6 V [ ] 0 6,0 V [ ] 0 30 V [ ] 0,3 V [ ] 3,0 V [ ] Dat kun je niet uit de afbeelding afleiden. 7

8 3 Welke spanning geeft deze meter aan? [ ] 0,3 A [ ] 0,6 V [ ] 1,2 V [ ] 3,0 V [ ] 15 V 4 In afbeelding 7 staan vier grafiekjes. Afb. 7 Het verband tussen de weerstand en de lichtsterkte (1 en 2) en de temperatuur (3 en 4). Welke grafiek hoort bij een NTC-weerstandje en welke grafiek hoort bij een LDR-weerstandje? NTC-weerstandje LDR-weerstandje [ ] grafiek 1 grafiek 2 [ ] grafiek 1 grafiek 3 [ ] grafiek 1 grafiek 4 [ ] grafiek 2 grafiek 3 [ ] grafiek 2 grafiek 4 [ ] grafiek 3 grafiek 4 8 In tabel 8 staan beweringen over geleiding van elektriciteit. Kruis aan of deze beweringen juist of onjuist zijn. bewering juist onjuist Een weerstandje laat geen stroom door. Het symbool voor weerstand is W. Isolatoren hebben een lage weerstand. Materialen die stroom slecht doorlaten, heten isolatoren. Metalen geleiden stroom (vrij) goed. Metalen zijn isolatoren. Tabel 8 Weerstand. 8

9 9 In tabel 9 staan vier voorbeelden van het gebruik van elektriciteit. De belangrijkste taak van elektriciteit in een apparaat is het transporteren van energie of het transporteren van informatie. Wat is de belangrijkste taak van de elektriciteit in de genoemde voorbeelden? Zet een kruisje in de juiste kolom. voorbeeld Autolampen zijn verbonden met de accu. Een lege benzinetank laat een lampje branden op het dashboard. Een stoplicht wordt aangestuurd vanuit een schakelkast langs de weg. Een stoplicht staat op rood. Tabel 9 Transport van energie of van informatie? transport van energie transport van informatie 9

10 BASISSTOF 4 Regeling door het zenuwstelsel 1 In tabel 10 staan beweringen over het zenuwstelsel. Kruis aan of deze beweringen juist of onjuist zijn. bewering juist onjuist De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel. Een gevoelszenuw geleidt impulsen naar het ruggenmerg of de hersenen. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen. Het zenuwstelsel verwerkt impulsen afkomstig van zintuigen. Tabel 10 Het zenuwstelsel. 2 Beantwoord de volgende meerkeuzevragen. 1 Hier staan drie bewegingen die je met je been kunt maken. 1 Je been snel optrekken doordat net een spijker door je schoenzool heen in je voet komt. 2 Je been optillen om de veters van je schoen vast te maken. 3 Terwijl je rechtop staat je been onbewust verplaatsen omdat je je evenwicht dreigt te verliezen. Welke van deze bewegingen van je been worden veroorzaakt door een reflex? [ ] alleen de bewegingen 1 en 2 [ ] alleen de bewegingen 1 en 3 [ ] alleen de beweging 1 [ ] de bewegingen 1, 2 en 3 Iemand prikt zich aan een doorn en trekt in een reflex zijn hand terug (afbeelding 8). Over deze reflex gaan de vragen 2 en 3. Afb. 8 Au! 10

11 2 Bij de reflex van afbeelding 8 zijn de volgende cellen betrokken: 1 bewegingszenuwcellen 2 gevoelszenuwcellen 3 schakelcellen 4 spiercellen 5 zintuigcellen In welke volgorde zijn deze cellen bij het optreden van deze reflex betrokken? [ ] [ ] [ ] [ ] Waar liggen de schakelcellen in deze reflexboog? [ ] in de grote hersenen [ ] in de kleine hersenen [ ] in de hersenstam [ ] in het ruggenmerg 4 In afbeelding 9 is een krantenartikel weergegeven. Van onze verslaggever Commissaris K. had afgelopen vrijdag blijkbaar te veel gedronken. Volgens ooggetuigen kwam hij lallend uit café De Beurs. Waggelend liep hij naar zijn auto en stapte in. Het duurde zeker drie minuten voordat hij het sleuteltje in het contactslot kreeg. Daarna scheurde hij weg. Zijn rit, zigzaggend over de weg, duurde echter niet lang. Na tweehonderd meter stond hij stil tegen een dikke betonnen paal. Wonder boven wonder kroop de commissaris uit het wrak van zijn auto, nog altijd lallend. De politie constateerde later dat de commissaris inderdaad te veel alcohol in zijn bloed had. Afb. 9 Een krantenartikel. Blijkt uit de tekst van dit artikel dat alcohol invloed heeft op de grote hersenen? En op de kleine hersenen? [ ] Er is alleen invloed op de grote hersenen. [ ] Er is alleen invloed op de kleine hersenen. [ ] Er is invloed op de grote en kleine hersenen. [ ] Er is geen enkele invloed op de hersenen. 5 Als er een vuiltje in je oog komt, knipper je met je oogleden. Via welk deel van het centrale zenuwstelsel verlopen de impulsen bij deze ooglidreflex? [ ] de grote hersenen [ ] de kleine hersenen [ ] de hersenstam 11

12 3 In tabel 11 staan de drie typen zenuwcellen. Beantwoord de vragen door kruisjes te zetten in de juiste kolom(men). vragen bewegingszenuwcellen gevoelszenuwcellen schakelcellen Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar klieren? Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel? Welke zenuwcellen komen voor in het hoofd van een mens? Tot welk type zenuwcellen behoort de cel die in afbeelding 10 met Q is aangegeven? Tabel 11 De drie typen zenuwcellen. Afb. 10 Een deel van een spier met enkele zenuwcellen (schematisch). 12

13 BASISSTOF 5 Regeling door hormonen 1 In tabel 12 staan beweringen over hormonen. Kruis aan of deze beweringen juist of onjuist zijn. bewering juist onjuist De eilandjes van Langerhans maken glucose. Een ander woord voor het glucosegehalte van het bloed is bloedsuikerspiegel. Onder invloed van adrenaline wordt glycogeen omgezet in glucose. De schildklier verbrandt glucose. De hypofyse regelt de hoeveelheid schildklierhormoon. Tabel 12 Hormonen. 2 Beantwoord de volgende meerkeuzevragen. 1 Bij een man produceren de teelballen hormonen. Als een man wordt gesteriliseerd, worden de zaadleiders onderbroken (afbeelding 11). Afb. 11 Zaadleiders onderbroken. Verandert er bij deze man iets aan de productie en de werking van de hormonen uit de teelballen? Zo ja, wat? [ ] Nee, er verandert niets. [ ] Ja, de teelballen kunnen geen hormonen meer produceren. [ ] Ja, de hormonen uit de teelballen kunnen niet meer worden afgevoerd, waardoor ze onwerkzaam zijn. 13

14 2 In afbeelding 12 is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend. Afb. 12 De ligging van enkele hormoonklieren. Welk cijfer geeft de plaats aan waar de eilandjes van Langerhans liggen? [ ] cijfer 1 [ ] cijfer 2 [ ] cijfer 3 3 De hormonen insuline en glucagon hebben beide invloed op het glucosegehalte van het bloed. Is de invloed van deze hormonen op het glucosegehalte van het bloed hetzelfde of tegengesteld? [ ] De invloed is hetzelfde. [ ] De invloed is tegengesteld. [ ] Soms hetzelfde, soms tegengesteld. 4 Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed? [ ] Onder invloed van insuline wordt het glucosegehalte verhoogd. [ ] Onder invloed van insuline wordt het glucosegehalte verlaagd. [ ] Insuline heeft geen invloed op het glucosegehalte. 5 Gedurende enige tijd wordt bij Maud het glucosegehalte van het bloed bepaald. Het verband tussen het glucosegehalte van het bloed en de tijd wordt uitgezet in een diagram (afbeelding 13). Afb. 13 Het glucosegehalte van het bloed van Maud. 14

15 Tussen de tijdstippen t 1 en t 2 neemt bij Maud een bepaald hormoon toe. Welk hormoon is dat? [ ] insuline [ ] glucagon [ ] schildklierhormoon 6 Welk hormoon wordt bij een suikerpatiënt onvoldoende geproduceerd? [ ] insuline [ ] glucagon [ ] schildklierhormoon 7 Bij kinderen met afwijkingen in de productie van hormonen kunnen de volgende verschijnselen optreden: 1 Ze groeien minder goed. 2 Ze vermageren sterk. 3 Ze worden sneller moe. Welk van deze verschijnselen kunnen worden veroorzaakt door een verlaagde productie van schildklierhormoon? [ ] alleen verschijnsel 3 [ ] alleen de verschijnselen 1 en 2 [ ] alleen de verschijnselen 2 en 3 [ ] de verschijnselen 1, 2 en 3 8 Jim gebruikt een maand voedsel zonder jood; verder blijven de hoeveelheid voedsel en de samenstelling van het voedsel gelijk. Zal in deze maand de verbranding van glucose bij Jim afnemen? [ ] Ja, de verbranding zal afnemen. [ ] Nee, de verbranding blijft gelijk want jood heeft hier niets mee te maken. [ ] Nee, de verbranding zal toenemen. 15

16 BASISSTOF 6 Ontregeling door drugs 1 Beantwoord de volgende vragen. In afbeelding 14 staat een schema van de invloed van endorfine. Afb. 14 De invloed van endorfine. De vragen 1 t/m 4 gaan over dit schema. Streep de onjuiste antwoorden door. 1 De werking van endorfine wordt nagebootst door VERDOVENDE / OPWEKKENDE middelen. 2 Endorfine REMT / STIMULEERT de werking van GABA. 3 GABA REMT / STIMULEERT de werking van dopamine. 4 De werking van opium is vergelijkbaar met de werking van ENDORFINE / GABA / DOPAMINE. 2 In tabel 13 staan omschrijvingen van bepaalde woorden. Noteer de woorden op de juiste plaats. Gebruik daarbij: blowen crack dopamine gewenning hennepplant high opium THC. omschrijving Als je een tijdje een drug gebruikt, heb je er steeds meer van nodig voor het prettige gevoel. Cocaïne die je kunt roken. Als je cocaïne gebruikt komt er meer van deze stof in de hersenen. Voorbeeld van een verdovend middel. Als je door cannabis veel moet lachen. De werkzame stof in cannabis. Hiervan wordt hasj gemaakt. Het roken van cannabis. Tabel 13 Drugs. woord 3 Streep de onjuiste antwoorden door. 1 XTC gebruik je in de vorm van DRUPPELS / EEN INJECTIE / PILLEN / SIGARETTEN. 2 Een andere naam voor een bewustzijn-verruimend middel is DRUG / TRIPMIDDEL / WIET. 3 De werking van paddo s lijkt op die van CANNABIS / COCAÏNE / LSD / OPIUM / XTC. 4 Als je paddo s gebruikt kun je last krijgen van wanen en hallucinaties. Deze verschijnselen samen heten een BAD TRIP / BLACK-OUT / PSYCHOSE. 16

17 4 Beantwoord de volgende meerkeuzevragen. Het gebruik van XTC in combinatie met alcohol is extra gevaarlijk. Je kunt namelijk oververhit raken. Hierover gaan vraag 1 en 2. 1 Welk orgaan wordt of welke organen worden vooral beschadigd door oververhitting? [ ] je hart [ ] je hersenen [ ] je nieren [ ] je spieren 2 Waardoor ontstaat deze oververhitting? [ ] Door de alcohol houd je vocht vast, waardoor je minder kunt zweten. Door de XTC raak je je lichaamswarmte niet zo goed kwijt. [ ] Door de alcohol verlies je vocht, waardoor je minder kunt zweten. Door de XTC raak je je lichaamswarmte niet zo goed kwijt. [ ] Door de XTC houd je vocht vast, waardoor je minder kunt zweten. Door de alcohol raak je je lichaamswarmte niet zo goed kwijt. [ ] Door de XTC verlies je vocht, waardoor je minder kunt zweten. Door de alcohol raak je je lichaamswarmte niet zo goed kwijt. 17

18 BASISSTOF 7 Regelingen in de levende natuur 1 Streep de onjuiste antwoorden door. 1 Het plantenhormoon ABA / AUXINE zorgt voor de groei in een stengel van een plant. 2 Bij een zaad dat ontkiemt, groeit de stengel altijd in de richting van HET LICHT / DE ZWAARTEKRACHT. 2 Beantwoord de volgende meerkeuzevragen. 1 Bij zaadrust wordt een bepaald hormoon geremd door een ander hormoon. Het zaad ontkiemt dan niet. Welke hormonen worden bedoeld? [ ] ABA remt auxine. [ ] Auxine remt ABA. [ ] Auxine remt GA. [ ] GA remt auxine. 2 Enkele omgevingsfactoren zijn: de hoeveelheid licht, de hoeveelheid water en de temperatuur. Welke factoren kunnen invloed hebben op het stoppen van de zaadrust? [ ] alleen de hoeveelheid water [ ] alleen de hoeveelheid licht en de hoeveelheid water [ ] alleen de hoeveelheid licht en de temperatuur [ ] de hoeveelheid licht, de hoeveelheid water en de temperatuur 3 De zaadrust wordt beëindigd als een bepaald hormoon in grote hoeveelheden aanwezig is. Welk hormoon heeft tot gevolg dat een zaad gaat kiemen? [ ] ABA [ ] auxine [ ] ethyleen [ ] GA 4 Als het in de herfst kouder wordt, veranderen bepaalde cellen van een plant. Hierdoor kunnen ze een stof niet meer opnemen. Welke cellen zijn dat? Welke stof kunnen ze niet meer opnemen? [ ] Huidmondjes; deze kunnen geen water meer opnemen. [ ] Huidmondjes; deze kunnen geen zuurstof meer opnemen. [ ] Wortelharen; deze kunnen geen water meer opnemen. [ ] Wortelharen; deze kunnen geen zuurstof meer opnemen. 5 In de herfst wordt tussen een tak en de bladsteel een laagje kurk gemaakt. Hierdoor laat het blad van de boom los. Onder invloed van welk hormoon wordt een kurklaagje gevormd? [ ] ABA [ ] auxine [ ] ethyleen [ ] GA 18

19 6 In de lente en zomer vallen de bladeren niet af doordat een bepaald hormoon in grote hoeveelheden aanwezig is. Welk hormoon remt het afvallen van de bladeren? [ ] ABA [ ] auxine [ ] ethyleen [ ] GA 7 Bladeren krijgen in de herfst andere kleuren. Dit komt doordat bomen een bepaalde stof uit de bladeren halen. Welke stof wordt door de bomen uit de bladeren gehaald? [ ] auxine [ ] bladgroen [ ] water [ ] zetmeelkorrels 3 In tabel 14 staan enkele eigenschappen van plantenhormonen. Welk hormoon heeft een bepaalde eigenschap? Zet een kruisje in de juiste kolom. eigenschap ABA auxine ethyleen GA remt auxine in zaden remt ethyleen in bladeren stimuleert de aanmaak van een kurklaagje stimuleert de groei van cellen stimuleert de ontkieming van zaden Tabel 14 Plantenhormonen. 4 Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: bacteriën concurrentie emigratie gast gastheer groep immigratie populatie parasieten. Let op: er blijven vijf woorden over! Een vossen bestaat uit enkele families die in een bepaald gebied wonen. Als de onderlinge te groot is, kunnen sommige vossen besluiten weg te trekken. Door deze daalt het aantal vossen in een gebied. In jaren dat er weinig vossen zijn, kan het aantal vossen weer stijgen door. 19

20 5 Sneeuwhazen in Canada worden gegeten door lynxen. In afbeelding 15 zie je hoe het aantal sneeuwhazen en lynxen voortdurend is veranderd. Afb. 15 Het aantal sneeuwhazen en lynxen in Canada. Streep in de volgende zinnen de onjuiste woorden door. 1 Als het aantal lynxen toeneemt, neemt daarna het aantal sneeuwhazen TOE / AF. 2 Als het aantal sneeuwhazen toeneemt, neemt daarna het aantal lynxen TOE / AF. 3 In afbeelding 15 komt de piek van het aantal lynxen altijd VOOR / NA de piek van het aantal sneeuwhazen. 4 De GESTIPPELDE / GESTREEPTE lijn geeft het aantal sneeuwhazen aan. 20

21 BASISSTOF 8 Meten, sturen en regelen in de techniek 1 Een sensor kan alleen een laag of hoog signaal geven, of elk willekeurig signaal (binnen een bepaald bereik). In tabel 15 staan enkele voorbeelden. Welk signaal geeft de sensor bij deze voorbeelden? Zet een kruisje in de juiste kolom. voorbeeld Een sensor kijkt of er iemand voor de deur staat. Een sensor meet de temperatuur. Een sensor ziet of er een fles langskomt op de lopende band. Tabel 15 Sensoren. de sensor geeft alleen laag of hoog de sensor kan elke waarde geven 2 Streep de onjuiste woorden door. 1 In het verwerkingsblok kan een COMPARATOR / SENSOR / ACTUATOR / TELLER zitten. 2 Een comparator VERMENIGVULDIGT / VERGELIJKT het signaal uit het INPUTBLOK / OUTPUTBLOK met de SENSORWAARDE / MEETWAARDE / NORMWAARDE. 3 Een teller registreert alle HOGE / LAGE signalen die uit het INPUTBLOK / OUTPUTBLOK komen. 3 In tabel 16 staan vijf uitspraken over verschillende ovens. Een oven kan alleen een meetsysteem, stuursysteem of regelsysteem bevatten. Welk systeem zit er in de verschillende ovens? Beantwoord deze vraag bij elke uitspraak. Zet een kruisje in de juiste kolom. uitspraken De mens bij de oven zal zelf de brander moeten aan- en uitschakelen. De mens bij de oven zal zelf de brander moeten uitschakelen. De oven kan veel te warm worden doordat er geen terugkoppeling is. De oven zal op een gewenste temperatuur blijven. Er is wel informatie over de temperatuur in de oven maar daar doet de oven zelf niks mee. Tabel 16 Uitspraken over ovens. deze oven heeft een meetsysteem stuursysteem regelsysteem 21

22 4 Met een teller kan het aantal passerende producten op een lopende band geteld worden. Hier staan zes zinnen over onderdelen van dit systeem. Zet de zinnen in de juiste volgorde. a Aan de ene kant van de band staat een lichtbron. b Als een product voorbij komt, krijgt de lichtsensor even geen licht. c Daartegenover staat een lichtsensor. d Dat signaal gaat naar de teller. e De sensor geeft dan een laag signaal. f Met een invertor wordt dit signaal omgezet in een hoog signaal. 5 In tabel 17 staan tien uitspraken over drie ouderwetse sensoren: een bimetaal, een veiligheidsventiel en een zekering. Bij elke uitspraak horen één of twee sensoren. Zet kruisjes in de juiste kolom. uitspraken bimetaal veiligheidsventiel zekering bestaat uit twee laagjes bevat een springveer kan een stroomkring onderbreken kan smelten komt nooit meer in de oude situatie terug reageert op druk reageert op warmte trekt krom werkt dankzij het verschil in uitzetten van verschillende materialen zit op een snelkookpan Tabel 17 Ouderwetse sensoren. 22

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen: Samenvatting Thema 6: Regeling Basisstof 1 Zenuwstelsel regelt processen: - regelen werking spieren en klieren - verwerking van impulsen van zintuigen Zintuigcellen: - staan onder invloed van prikkels

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Regeling

Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting door P. 1319 woorden 20 maart 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting Regeling SE2 Het zenuwstelsel Het zenuwstelsel

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan THEMA 4 REGELING EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 3 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Scan In een Engelse folder staat informatie over een bepaald apparaat. Hiermee kan het centrale zenuwstelsel onderzocht

Nadere informatie

H.6 regeling. Samenvatting

H.6 regeling. Samenvatting H.6 regeling Samenvatting Zenuwstelsel Het zenuwstelsel bestaat uit: Centrale zenuwstelsel ( bestaat uit: grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg Zenuwen Functies van zenuwstelsel: Verwerken

Nadere informatie

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel. Regeling Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: (1) Zenuwstelsel (2) Hormoonstelsel Verschillen in bouw en functie: bestaat uit functie

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag Samenvatting door R. 858 woorden 19 juni 2014 7 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni 2011 6,7 3 keer beoordeeld Vak Biologie Les 1. - Organen zorgen bijvoorbeeld voor je bloedsomloop, spijsvertering en uitscheiding. - Onder alle omstandigheden

Nadere informatie

REGELING. 1 G o e d g e r e g e l d. 2 Z e n u w s t e l s e l

REGELING. 1 G o e d g e r e g e l d. 2 Z e n u w s t e l s e l REGELING 1 G o e d g e r e g e l d In je lichaam gebeuren veel dingen te gelijk: je haalt adem, je beweegt je spieren, je hart klopt, reservevoedsel wordt opgeslagen, enzovoort. Het zenuwstelsel en het

Nadere informatie

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk PROEFWERK TECHNOLOGIE VWO MODULE 6 ELECTRICITEIT VRIJDAG 19 maart 2010 R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk 2P 2P 2P Opgave 1 Tup en Joep willen allebei in bed lezen. Ze hebben allebei een fietslampje.

Nadere informatie

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2)

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2) les omschrijving 12 Theorie: Halfgeleiders Opgaven: halfgeleiders 13 Theorie: Energiekosten Opgaven: Energiekosten 14 Bespreken opgaven huiswerk Opgaven afmaken Opgaven afmaken 15 Practicumtoets (telt

Nadere informatie

Normwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn.

Normwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn. Boekverslag door E. 1602 woorden 17 maart 2014 6.8 55 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting paragraaf 1 Een regelkring = is een kring van meerdere apparaten die samen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit) Samenvatting door een scholier 1671 woorden 2 december 2012 5,6 55 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde H2 elektriciteit

Nadere informatie

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 Elektriciteit 1 2.1 Elektriciteit 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 mp3-speler dynamo fiets accu lamp op je kamer stopcontact auto batterij 3

Nadere informatie

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring 1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan

Nadere informatie

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken. Inleiding hv Opdracht Statische elektriciteit Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken Opdracht Serie- en parallelschakeling Leg van elke schakeling uit ) of het een serie-

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 4:

Samenvatting Biologie Thema 4: Samenvatting door L. 717 woorden 19 juni 2013 4,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Thema 4: Zintuig Ligging Prikkel Waarneming Gezichts~ In de ogen Licht Zien

Nadere informatie

Hoe kun je de weerstand van voorwerpen vergelijken en bepalen?

Hoe kun je de weerstand van voorwerpen vergelijken en bepalen? werkblad experiment 4.5 en 5.4 (aangepast) naam:. klas: samen met: Hoe kun je de weerstand van voorwerpen vergelijken en bepalen? De weerstand R van een voorwerp is te bepalen als men de stroomsterkte

Nadere informatie

7,3. Het zenuwstelsel. Zenuwcellen en zenuwen. Samenvatting door een scholier 1716 woorden 24 februari keer beoordeeld

7,3. Het zenuwstelsel. Zenuwcellen en zenuwen. Samenvatting door een scholier 1716 woorden 24 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1716 woorden 24 februari 2008 7,3 67 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Samenvatting Thema 7: Regeling en gedrag Het zenuwstelsel Bij het waarnemen speelt het zenuwstelsel

Nadere informatie

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring 1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

Opgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading.

Opgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading. itwerkingen Opgave Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading. Opgave 2 Een geleider kan de elektrische stroom goed geleiden. Metalen, zout water, grafiet. c. Een isolator kan de

Nadere informatie

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie. Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet

Nadere informatie

VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8

VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8 SAMNVATTING LKTICITIT VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8 HOVLHID LADING Symbool Q (soms q) enheid C (Coulomb) Iedereen heeft wel eens gemerkt dat voorwerpen elektrische eigenschappen kunnen krijgen. Als je over

Nadere informatie

V5 Begrippenlijst Hormonen

V5 Begrippenlijst Hormonen V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels

Nadere informatie

Hfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.

Hfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul. Hfd 3 Stroomkringen Enkele begrippen: Richting van de stroom: Stroom loopt van de plus naar de min pool Richting van de elektronen: De elektronen stromen van de min naar de plus. Geleiders en isolatoren

Nadere informatie

2 ELEKTRISCHE STROOMKRING

2 ELEKTRISCHE STROOMKRING 2 ELEKTRISCHE STROOMKRING Om elektrische stroom nuttig te gebruiken moet hij door een verbruiker vloeien. Verbruikers zijn bijvoorbeeld een gloeilampje, een motor, een deurbel. Om een gloeilampje te laten

Nadere informatie

Elektrische techniek

Elektrische techniek AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013 . Zowel in huis als bij voertuigen heb je met elektriciteit te maken. Hoe zit een meterkast in elkaar? Hoe werkt een elektrisch ontstekingssysteem van een motor?

Nadere informatie

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur natuurkunde Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 3.30 6.30 uur 20 05 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen; het examen bestaat uit 26 vragen.

Nadere informatie

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch Paragraaf 8.1 en 8.2 perifere zenuwstelsel Uitlopers van zenuwcellen buiten de hersenen en het ruggenmerg centrale zenuwstelsel Zenuwcellen en uitlopers in hersenen en ruggenmerg autonome zenuwstelsel

Nadere informatie

6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl

6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl 6.0 Elektriciteit 1 www.natuurkundecompact.nl 6.1 a Stroomkring b Geleiders en isolatoren 6.2 Chemische spanningsbron 6.3 a Schakelingen b Schakelingen (Crocodile) 6.4 a Stroom meten (Crocodile) b Schakelingen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Basisstof 1 tot 10

Samenvatting Biologie Basisstof 1 tot 10 Samenvatting Biologie Basisstof 1 tot 10 Samenvatting door Binc 2141 woorden 16 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie B1: Reageren op je omgeving Reageren op je omgeving doe je met Zintuigen,

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 OPGAVE 1 Teken hieronder het bijbehorende schakelschema. Geef ook de richting van de elektrische stroom aan.

Nadere informatie

SYSTEMEN 11/3/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

SYSTEMEN 11/3/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 4 PROEFWERK HOOFDSTUK 3: AUTOMATISCHE SYSTEMEN OOFDSTUK 3: A 11/3/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Nadere informatie

VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8

VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8 HOEVEELHEID LADING Symbool Q (soms q) Eenheid C (Coulomb) Iedereen heeft wel eens gemerkt dat voorwerpen elektrische eigenschappen kunnen krijgen.

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2009 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU UNIFORM EINDEXAMEN MULO 009 VAK : BIOLOGIE DATUM : DONDERDAG 09 JULI 009 TIJD : 07.45 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. TENZIJ ANDERS

Nadere informatie

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten. Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. 2 Twee apparaten, weerstand R1 =

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 6

Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen

Nadere informatie

QUARK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1. Grootheid Symbool Eenheid symbool Verband tussen eenheden Stroomsterkte I Ampère A 1 C

QUARK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1. Grootheid Symbool Eenheid symbool Verband tussen eenheden Stroomsterkte I Ampère A 1 C QUAK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1 THEMA 4: elektrische stroom Elektrische stroom Elektrische kring (L Verplaatsing van lading Spanningsbron -> elektrisch veld -> vrije ladingen bewegen volgens

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. natuur- en scheikunde 1 CSE BB. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-15.00 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. natuur- en scheikunde 1 CSE BB. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-15.00 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2015 tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-15.00 uur natuur- en scheikunde 1 CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik het BINAS informatieboek.

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Regeling en Gedrag.

Werkstuk Biologie Regeling en Gedrag. Werkstuk Biologie Regeling en Gedrag. Werkstuk door een scholier 2029 woorden 5 oktober 2007 6,1 24 keer beoordeeld Vak Biologie 1 Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel

Nadere informatie

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie.

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie. 7 Boekverslag door H. 1590 woorden 3 keer beoordeeld 15 maart 2016 Vak Biologie Methode Biologie voor jou Biologie Thema 6 Bassisstof 1 Regelkringen en homeostase Een sensor à Normwaarde: De afgestelde

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1. Het zenuwstelsel

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1. Het zenuwstelsel GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1 Het zenuwstelsel 1 INLEIDING Zenuwstelsel Bouw en ligging van het zenuwstelsel Het centrale zenuwstelsel Het perifere zenuwstelsel Werking van het zenuwstelsel Het willekeurige

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 2 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30 15.00 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik het BINAS tabellenboek.

Nadere informatie

Hier brandt de lamp. Klas:.. Hier brandt de lamp Blz 1 / 13 Cremers François, Boutsen Ingrid, Kenens Hilde

Hier brandt de lamp. Klas:.. Hier brandt de lamp Blz 1 / 13 Cremers François, Boutsen Ingrid, Kenens Hilde Hier brandt de lamp. Naam: Klas:.. Hier brandt de lamp Blz 1 / 13 Opdracht 1. Wat werkt met elektriciteit. 1. Welk toestel heeft elektriciteit nodig om de kunnen werken? Zet een kruisje onder JA of NEEN.

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1 Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december 2014 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 1.1 Sommige materialen kunnen stroom doorlaten > geleiders. Isolatoren laten geen stroom door. De grootte

Nadere informatie

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT Wanneer loopt er stroom? Elektrische apparaten werken alleen als er een stroom door loopt. Om de stroom te laten lopen is er altijd een spanningsbron nodig. Dat kan een

Nadere informatie

Stroom, spanning en weerstand. Student booklet

Stroom, spanning en weerstand. Student booklet Stroom, spanning en weerstand Student booklet Stroom, spanning en weerstand - INDEX - 2006-04-06-16:51 Stroom, spanning en weerstand De analogie die vaak wordt gebruikt om te visualiseren wat er in een

Nadere informatie

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt. Samenvatting door een scholier 983 woorden 8 april 2011 6,8 988 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Natuurkunde H5 par 1 t/m 5 samenvatting Par. 1 Een stroomkring maken Om een lampje te laten branden

Nadere informatie

b Geluid waarnemen, meten en omzetten in elektrische spanning.

b Geluid waarnemen, meten en omzetten in elektrische spanning. Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1 1.1 Automaten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 In een robot is de elektrische bedrading te vergelijken met de zenuwen. Het zenuwstelsel kun je dan vergelijken met de printplaten.

Nadere informatie

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na KeCo-Examentraining SET-C HAVO5-Na 1 Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na EX.O.1. 1. Op een wateroppervlak vallen drie rode lichtstralen op de manier zoals weergegeven in onderstaande figuur. Teken het

Nadere informatie

Zenuwstelsel a3. Wat kun je hier intekenen wat goed weergeeft waar dit hoofdstuk over gaat?

Zenuwstelsel a3. Wat kun je hier intekenen wat goed weergeeft waar dit hoofdstuk over gaat? Zenuwstelsel a3 Wat kun je hier intekenen wat goed weergeeft waar dit hoofdstuk over gaat? Bewustwording 1 Wanneer wordt een mens zich bewust van prikkels? A Als de prikkels worden omgezet in impulsen.

Nadere informatie

4 keer beoordeeld 30 mei 2017

4 keer beoordeeld 30 mei 2017 8 Samenvatting door een scholier 1301 woorden 4 keer beoordeeld 30 mei 2017 Vak Biologie Methode Biologie voor jou H6 Waarneming, regeling en gedrag Zintuigen in het algemeen zintuig orgaan dat reageert

Nadere informatie

Energie : elektriciteit : stroomkringen

Energie : elektriciteit : stroomkringen Energie : elektriciteit : stroomkringen De netspanning is uitgevallen! Pas dan merk je wat elektriciteit voor ons betekent. Geen licht, geen computer, geen playstation, het eten op het elektrisch fornuis

Nadere informatie

5,6. Samenvatting door R woorden 24 januari keer beoordeeld. 1 Een stoomkring maken.

5,6. Samenvatting door R woorden 24 januari keer beoordeeld. 1 Een stoomkring maken. Samenvatting door R. 1985 woorden 24 januari 2016 5,6 130 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1 Een stoomkring maken. Je komt in huis allerlei apparaten tegen die op elektriciteit werken. Apparaten die

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II Opgave 1 Marathonloper Tijdens hardlopen verbranden de spieren voedingsstoffen en zetten de energie die daarbij vrijkomt om in arbeid en warmte. Uit onderzoek blijkt dat een goed getrainde marathonloper

Nadere informatie

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed). Uitwerkingen 1 Opgave 1 Twee Opgave 2 30 x 3 = 90 Opgave 3 Volt (afgekort V) Opgave 4 Voltmeter (ook wel spanningsmeter genoemd) Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet

Nadere informatie

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten. Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. gegeven: R1 = 5,0 Ω, R2 = 9,0 Ω

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

hoofdstuk 1 Elektriciteit.

hoofdstuk 1 Elektriciteit. hoofdstuk 1 Elektriciteit. 1.1 Lading. Veel toestellen op het laboratorium werken met elektriciteit. De werking van deze toestellen berust op elektrische lading die stroomt. We kennen twee soorten lading:

Nadere informatie

Stroom uit batterijen

Stroom uit batterijen 00-Spanning WHO S3-HV 24-01-2005 12:01 Pagina 5 2 Stroom uit batterijen Je hebt gezien, dat je eigen gebouwde vruchtbatterij niet veel stroom levert. Zo n batterij past ook slecht in een diskman of MP3-speler...

Nadere informatie

Over jezelf. Begripstest Elektriciteit BEGIN DE TEST [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW]

Over jezelf. Begripstest Elektriciteit BEGIN DE TEST [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW] Begripstest Elektriciteit [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW] Deze begripstest gaat over het onderdeel elektriciteit. Als het goed is weet je al veel dingen over dit onderwerp. Met behulp van deze

Nadere informatie

Elektriciteit. Hoofdstuk 2

Elektriciteit. Hoofdstuk 2 Elektriciteit Hoofdstuk 2 (het blijft spannend) Om de lamp te laten branden moet er een gesloten stroomkring zijṇ Om de lamp te laten branden moet er een gesloten stroomkring zijṇ Om de lamp te laten branden

Nadere informatie

6 Schakelingen. Lading en spanning. Nova. Leerstof. Toepassing

6 Schakelingen. Lading en spanning. Nova. Leerstof. Toepassing 6 Schakelingen 1 Lading en spanning Leerstof 1 a een negatieve lading b elektronen c De elektronen gaan van de doek naar de pvc-buis. d een positieve lading 2 a Het voorwerp trekt dan andere voorwerpen

Nadere informatie

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie. Inhoud Basisgrootheden... 2 Verwarmingsinstallatie... 3 Elektrische schakelingen... 4 Definities van basisgrootheden... 6 Fysische achtergrond bij deze grootheden... 6 Opgave: Geladen bollen... 7 De wet

Nadere informatie

Elektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties

Elektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties Elektriciteit Inhoud Inleiding : Deze les Spanning: Wat is dat, hoe komt dat? Stroom(sterkte) : Wat is dat, hoe komt dat? Practicum: (I,)-diagram van een lampje en een weerstand Weerstand : Wet van Ohm

Nadere informatie

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht 2007. Uitgave van Trimbosinstituut

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht 2007. Uitgave van Trimbosinstituut : Alcohol, roken en drugs Inleiding In onze maatschappij zijn het gebruik van alcohol en andere drugs heel gewoon geworden roken en het drinken van alcoholische dranken gebeurt op recepties, feestjes,

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. De afbeeldingen geven twee typen cellen weer. De foto geeft een plant weer.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. De afbeeldingen geven twee typen cellen weer. De foto geeft een plant weer. DEZE TAAK BESTAAT UIT 0 ITEMS. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN. WEEFSELS EN ORGANEN De afbeeldingen geven twee typen cellen weer. De foto geeft

Nadere informatie

Werking van een zekering

Werking van een zekering Naam: Klas: Datum: Werking van een zekering Doelstelling Leerlingen moeten inzien dat een zekering de elektrische stroom kan onderbreken bij oververhitting als gevolg van een kortsluiting. Inleidende proef

Nadere informatie

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen. 2 ELEKTRICITEITSLEER 2.1. Inleiding Je hebt al geleerd dat elektriciteit kan worden opgewekt door allerlei energievormen om te zetten in elektrische energie. Maar hoe kan elektriciteit ontstaan? En waarom

Nadere informatie

2. maximumscore 1 Het antwoord moet de notie bevatten dat het anders levensgevaarlijk is om de mast aan te raken.

2. maximumscore 1 Het antwoord moet de notie bevatten dat het anders levensgevaarlijk is om de mast aan te raken. 1. maximumscore 1 voorbeelden van goede antwoorden zijn: aluminium is goedkoper dan koper. aluminium is lichter dan koper. 2. maximumscore 1 Het antwoord moet de notie bevatten dat het anders levensgevaarlijk

Nadere informatie

VWO Module E1 Elektrische schakelingen

VWO Module E1 Elektrische schakelingen VWO Module E1 Elektrische schakelingen Bouw de schakelingen voor een elektrische auto. Naam: V WO Module E1 P agina 1 38 Titel: Auteur: Eigenfrequentie, VWO module E1: Elektrische schakelingen Simon de

Nadere informatie

Examentraining HAVO5 Oriëntatietoets 1

Examentraining HAVO5 Oriëntatietoets 1 Examentraining HAVO5 Oriëntatietoets 1 1. Frits heeft voor een practicumproef 100 g alcohol nodig. Hij heeft alleen een maatcilinder tot zijn beschikking want de weegschaal is stuk. Hoeveel cm 3 alcohol

Nadere informatie

Elektriciteit, wat is dat eigenlijk?

Elektriciteit, wat is dat eigenlijk? Achtergrondinformatie voor de leerkracht Te gebruiken begrippen tijdens de les. Weetje!! Let op de correcte combinatie lampjes en batterijen -- 1,2 V lampjes gebruiken met de AA-batterijen van 1,5 V ---

Nadere informatie

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U Inhoud Condensator... 2 Het laden van een condensator... 3 Het ontladen van een condensator... 6 Het gedrag van een condensator in een schakeling... 7 Opgaven... 8 Opgave: Alarminstallatie... 8 Opgave:

Nadere informatie

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en tem Profielwerkstuk door een scholier 1083 woorden 10 maart 2016 6 7 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Weerstand en tem Hoe heeft de tem invloed op de weerstand van

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2008-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2008-II Opgave Schoolslag Figuur toont het (vereenvoudigde) (v,t)diagram van een zwemmer die de schoolslag doet. Een volledige zwembeweging blijkt drie delen te best: I het wegduwen van het water met armen en

Nadere informatie

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U Inhoud Condensator... 2 Het laden van een condensator... 3 Het ontladen van een condensator... 5 Opgaven... 6 Opgave: Alarminstallatie... 6 Opgave: Gelijkrichtschakeling... 6 Opgave: Boormachine... 7 1/7

Nadere informatie

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement 6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement Opgave 9 Het rendement bereken je met E nuttig en E in. E nuttig is de hoeveelheid energie die nodig is het water op te warmen. E in is de hoeveelheid energie

Nadere informatie

Elektrische energie en elektrisch vermogen

Elektrische energie en elektrisch vermogen Elektrische energie en elektrisch vermogen Grootheid Symbool Eenheid Lading Q C: Coulomb Spanning U V: Volt Stroomsterkte I A: Ampère Energie E J: Joule Weerstand R Ω: Ohm Spanning: noodzakelijk om lading

Nadere informatie

INLEIDING. Veel succes

INLEIDING. Veel succes INLEIDING In de eerste hoofdstukken van de cursus meettechnieken verklaren we de oorsprong van elektrische verschijnselen vanuit de bouw van de stof. Zo leer je o.a. wat elektrische stroom en spanning

Nadere informatie

Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde

Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde Technologie 1 Elektrische en elektronische begrippen Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde Opleiding Pop en Media Peet Ferwerda, januari 2002 Deze instructie wordt tijdens

Nadere informatie

verbrandingsgassen uit. Waarom is het gebruik van elektriciteit als energiebron niet altijd goed voor het milieu?

verbrandingsgassen uit. Waarom is het gebruik van elektriciteit als energiebron niet altijd goed voor het milieu? Luchtige auto 1p 20 De meeste auto s op de weg gebruiken als brandstof benzine, dieselolie of LPG. Tijdens het rijden stoten deze auto s schadelijke verbrandingsgassen uit. Noteer één van deze verbrandingsgassen

Nadere informatie

natuur- en scheikunde 1 CSE BB

natuur- en scheikunde 1 CSE BB Examen VMBO-BB 2014 tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-15.00 uur natuur- en scheikunde 1 CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik het BINAS informatieboek.

Nadere informatie

Glas en barnsteen hebben een tegengestelde lading als ze opgewreven zijn, de lading van gewreven glas noem je positief.

Glas en barnsteen hebben een tegengestelde lading als ze opgewreven zijn, de lading van gewreven glas noem je positief. Samenvatting door E. 2498 woorden 2 april 2015 7,2 23 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Pulsar Hoofdstuk 3 Elektriciteit 3.1 Lading, Spanning en Stroom Elektrische lading Door wrijving kunnen voorwerpen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie voor Jou 1B Thema 6 Waarnemen, regeling en gedrag. Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving

Samenvatting Biologie voor Jou 1B Thema 6 Waarnemen, regeling en gedrag. Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving Samenvatting Biologie voor Jou 1B Thema 6 Waarnemen, regeling en gedrag 6.1 Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving Prikkel = invloed uit de omgeving van een organisme Alle zintuigen

Nadere informatie

6,1. 1.3: Tabellen en diagrammen. 1.4: Meetonzekerheid. Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari keer beoordeeld.

6,1. 1.3: Tabellen en diagrammen. 1.4: Meetonzekerheid. Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari keer beoordeeld. Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari 2005 6,1 61 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1. 1.3: Tabellen en diagrammen. Tabel: In de tabel komen de meet resultaten daarom heeft een

Nadere informatie

Elektrische stroomkring. Student booklet

Elektrische stroomkring. Student booklet Elektrische stroomkring Student booklet Elektrische stroomkring - INDEX - 2006-04-06-17:02 Elektrische stroomkring In deze module wordt uitgelegd wat een elektrische stroomkring is en wat parallel- en

Nadere informatie

Leergebied: West Nederland. Besturing. In oude tijden droegen de mensen geen horloges. Toch konden ze de tijd meten!

Leergebied: West Nederland. Besturing. In oude tijden droegen de mensen geen horloges. Toch konden ze de tijd meten! Techniekkit: Domein: Competentie: Leergebied: West Nederland Besturing Ontwerpen Geschiedenis Toepassen Reflectie In oude tijden droegen de mensen geen horloges. Toch konden ze de tijd meten! A. Waarom

Nadere informatie

Leereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op!

Leereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op! Leereenheid 1 Diagnostische toets: Soorten spanningen Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan Vragen gemerkt met: J O Sommige

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

Samenvatting Biologie voor Jou 2A Thema 4 Waarnemen en regeling

Samenvatting Biologie voor Jou 2A Thema 4 Waarnemen en regeling Samenvatting Biologie voor Jou 2A Thema 4 Waarnemen en regeling 4.1 Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving Prikkel = invloed uit de omgeving van een organisme Alle zintuigen samen =

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

Practicum Zuil van Volta

Practicum Zuil van Volta Practicum Zuil van Volta Benodigdheden Grondplaat, aluminiumfolie, stuivers (munten van vijf eurocent), filtreerpapier, zoutoplossing, voltmeter, verbindingssnoeren, schaar Voorbereidende werkzaamheden

Nadere informatie

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1 Nota s: Energie voor de lamp 1. Probleemstelling 50 2. Transport van elektriciteit in een kring 50 2.1. Wat is een elektrische stroomkring? 50 2.2. Stromen van water - stromen van elektriciteit 51 2.3.

Nadere informatie

Lokaliseren van storingen. Student booklet

Lokaliseren van storingen. Student booklet Lokaliseren van storingen Student booklet Lokaliseren van storingen - INDEX - 2006-04-06-17:10 Lokaliseren van storingen Deze module gaat over het lokaliseren van basisstoringen. Het begrijpen van de

Nadere informatie

havo practicumboek natuurkunde

havo practicumboek natuurkunde 3 havo practicumboek natuurkunde natuurkunde 3 havo Auteurs L. Lenders F. Molin R. Tromp Met medewerking van Th. Smits Vierde editie Malmberg s-hertogenbosch www.nova-malmberg.nl Inhoudsopgave 1 Krachten

Nadere informatie

Hoofdstuk 25 Elektrische stroom en weerstand

Hoofdstuk 25 Elektrische stroom en weerstand 3--6 Hoofdstuk 5 Elektrische stroom en weerstand Inhoud hoofdstuk 5 De elektrische batterij Elektrische stroom De wet van Ohm: weerstand en Soortelijke weerstand Elektrisch vermogen Vermogen in huishoudelijke

Nadere informatie

Natuurkunde Overal vwo deel 1 Samenvatting hoofdstuk 1 Verbanden met druk

Natuurkunde Overal vwo deel 1 Samenvatting hoofdstuk 1 Verbanden met druk Samenvatting door een scholier 2127 woorden 17 maart 2011 3,7 21 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk 1 Verbanden met druk We gebruiken in de natuurkunde eenheden

Nadere informatie