Schoolplan Winterswijk. Datum: 22 juni

Transcriptie

1 Schoolplan OBS De Schakel Winterswijk Datum: 22 juni

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Doelen en functie van het schoolplan 1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.4 Bijlagen 2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens 2.2 Kenmerken van het personeel 2.3 Kenmerken van de leerlingen 2.4 Kenmerken van de ouders en de omgeving 2.5 Sterkte-zwakteanalyse 2.6 Landelijke ontwikkelingen 3 Onderwijskundig beleid 3.1 De missie van de school 3.2 De visies van de school 3.3 Aspecten van opvoeden: Levensbeschouwelijke identiteit 3.4 Aspecten van opvoeden: Sociaal-emotionele ontwikkeling 3.5 Aspecten van opvoeden: Actief burgerschap en sociale cohesie 3.6 De kernvakken: Leerstofaanbod 3.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten 3.8 De kernvakken: Taalleesonderwijs 3.9 De kernvakken: Rekenen en wiskunde 3.10 De kernvakken: Wereldoriëntatie 3.11 ICT 3.12 De kernvakken: Kunstzinnige vorming 3.13 De kernvakken: Bewegingsonderwijs 3.14 Het lesgeven: Gebruik leertijd 3.15 Het lesgeven: Pedagogisch handelen 3.16 Het lesgeven: Didactisch handelen 3.17 Het lesgeven: Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen 3.18 Het lesgeven: Klassenmanagement 3.19 De zorg voor leerlingen: Zorg en begeleiding 3.20 De zorg voor leerlingen: Afstemming 3.21 De zorg voor leerlingen: Passend onderwijs 3.22 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken 3.23 De opbrengsten: Opbrengsten 4 Personeelsbeleid 4.1 Integraal Personeelsbeleid 4.2 De organisatorische doelen van de school 4.3 De schoolleiding 4.4 Beroepshouding 4.5 Professionele cultuur 4.6 Beleid met betrekking tot stagiaires 4.7 Taakbeleid 4.8 Klassenbezoek 4.9 Persoonlijke ontwikkelplannen Schoolplan

3 4.10 Het bekwaamheidsdossier 4.11 Functioneringsgesprekken 4.12 Beoordelingsgesprekken 4.13 Deskundigheidsbevordering - Professionalisering 4.14 Teambuilding 4.15 Verzuimbeleid 4.16 Mobiliteitsbeleid 5 Organisatie en beleid 5.1 Organisatiestructuur 5.2 Groeperingsvormen 5.3 Schoolklimaat 5.4 Sociale en fysieke veiligheid 5.5 ARBO-beleid 5.6 Interne communicatie 5.7 Externe contacten 5.8 Contacten met ouders 5.9 Overgang PO-VO 5.10 Voor- en vroegschoolse educatie 5.11 Voor-, tussen- en naschoolse opvang (buitenschoolse opvang) 5.12 Toelating, verwijzing, verwijdering en afmelding 6 Financieel beleid 6.1 Lumpsum financiering, ondersteuning en gesprekken 6.2 Interne geldstromen 6.3 Externe geldstromen 6.4 Begrotingen 7 Zorg voor kwaliteit 7.1 Kwaliteitszorg algemeen 7.2 Meervoudige publieke verantwoording 7.3 Wet- en regelgeving 7.4 Inspectiebezoeken 7.5 Quick Scan - Zelfevaluatie 7.6 Vragenlijst Leraren 7.7 Vragenlijst Leerlingen 7.8 Vragenlijst Ouders 8 Formulier "Instemming met schoolplan" 9 Formulier "Vaststelling van schoolplan" Schoolplan

4 1 Inleiding 1.1 Voorwoord Geachte ouders, Voor u ligt het schoolplan van de openbare basisschool De Schakel uit Winterswijk. Dit document geeft u een beeld van de geplande schoolontwikkelingen over de periode Samen met de jaarlijkse schoolgids geeft dit een helder beeld van onze toekomstige school. Het schoolplan is ontstaan in samenspraak met de bovenschoolse directie, de andere scholen van onze stichting en het team van onze school. Met dit schoolplan leggen wij verantwoording af aan de ouders, het bevoegd gezag en onze stichting SOPOW. De medezeggenschapsraad heeft haar instemming verleend aan dit schoolplan. Ieder schooljaar wordt het schoolplan (incl. het jaarplan) geëvalueerd en zonodig bijgesteld. De evaluatie wordt vastgelegd in het jaarverslag. De indeling van het schoolplan is afgestemd op het Strategisch beleidsplan van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Winterswijk (SOPOW) en de beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg. Dit betekent, dat wij de beleidsterreinen beschrijven (to plan: wat beloven we?), periodiek beoordelen (to check: doen we wat we beloven?) en borgen of verbeteren (to act). (PDCA) De onderscheiden beleidsterreinen in dit schoolplan komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtkader. In het hoofdstuk Personeelsbeleid beschrijven we de competenties (in de geest van de wet Beroepen in het onderwijs) die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers. Deze competenties vormen de rode draad in ons personeelsbeleid. Hoogachtend, Dhr. G.R.R. Schipper (Directeur) Bijlagen 1. goedkeuring mr 1.2 Doelen en functie van het schoolplan Ons schoolplan beschrijft, binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van SOPOW ( zie bijlage), in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities (fase to plan). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen (fase to check) voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als een verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders en als een planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk Jaarplannen ) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. BBK doelen in relatie met de doelen van het schoolbeleid. De bestuurlijke doelen zijn door de algemeen directeur omgezet in operationele doelen, zodat voor wat de interpretatie betreft op stichtingsniveau één duidelijke lijn gevolgd kan en moet worden: 1. SOPOW zorgt voor een eindtoets die op of boven het niveau van vergelijkbare scholen ligt. De school neemt in maart van het schooljaar de Eindcito (evt.niveautoets) af. In de loop van de jaren wordt met behulp van het leerstofaanbod en de Entreetoets in groep 7 gewerkt naar een niveau, zodat de leerlingen op deze toets een score kunnen behalen die op of boven het niveau van vergelijkbare scholen ligt. De resultaten van de Eindcito van de laatste jaren zijn te vinden in de schoolgids. 2. SOPOW sluit binnen haar leerstofaanbod en werkvormen aan bij wat de maatschappij in de vorm van kerndoelen op Schoolplan

5 gebied van sociale vaardigheden verwacht. 3. SOPOW levert onderwijsresultaten op of boven het niveau van vergelijkbare scholen. 4. SOPOW richt haar onderwijs zo in dat ieder kind zich op haar/zijn niveau kan ontwikkelen. 5. SOPOW verwijst kinderen naar het sbao en het so nadat aantoonbare acties zijn ondernomen om passend onderwijs te leveren. 6. Het niveau van de uitstroom van SOPOW naar het VO ligt tenminste op het niveau van de uitstroom van vergelijkbare scholen. De leerlingen stromen het VO in op basis van het advies van de school en op basis van de score van de Eindcito i.o.m. de ontvangende school en de ouders. 7. SOPOW geeft adviezen over schoolkeuze die na 2 jaar minimaal over 90% correct zijn. De leerlingen stromen het VO in op basis van het advies van de school en op basis van de score van de Eindcito i.o.m. de ontvangende school en de ouders. We volgen de oud-leerlingen i.o.m. het VO tot en met het tweede jaar in het VO. 8. SOPOW bereid de kinderen optimaal voor op een juiste plek in het VO en de maatschappij, waarbij rekening wordt gehouden met de indivivuele verschillen in belangstelling en mogelijkheden van de kinderen. Er is structureel contact met het VO waarbij de leerkrachten en leerlingen worden betrokken. Het betreft hier gesprekken met kinderen en ouders, open dagen en lessen op het VO. 9. SOPOW werkt gericht aan respectvol gedrag naar de kinderen en tussen de kinderen onderling. Leerkrachten spreken elkaar aan op niet respectvol optreden naar kinderen en op niet respectvol optreden onderling. Leerkrachten gedragen zich respectvol naar ouders. In onze protocollen is dit gewenst sociaal gedrag nauwkeurig omschreven en wordt jaarlijks geëvalueerd en geborgd. 10. SOPOW neemt 1 maal per 2 jaar de WMK vragenlijst sociale en fysieke veiligheid af. 11. SOPOW biedt aantrekkelijk, vernieuwend en uitdagend onderwijs waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de maatschappelijke ontwikkellingen. De methodes worden gekozen op basis van de leerlingpopulatie, passend binnen ons onderwijs, en worden volgens een vaststaand schema afgeschreven en vervangen. Daarnaast wordt gekeken, of de methode zo attractief en interactief mogelijk is De methodes voldoen aan de kerndoelen. 12. De schoolleiding bewaakt dat de afspraken over het schoolklimaat worden nagekomen. In onze protocollen zijn deze afspraken nauwkeurig omschreven en worden jaarlijks geévalueerd en geborgd. 13. SOPOW biedt sociale en fysieke veiligheid aan leerlingen. In onze protocollen zijn deze afspraken nauwkeurig omschreven en worden jaarlijks geëvalueerd en geborgd. Bijlagen 1. Strategisch beleid SOPOW Mission Statement De Schakel a3 trap 4. strategisch beleid 5. schoolplan bestuursformatieplan Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Het schoolplan is opgesteld door de directeur, de heer G.R.R. Schipper, van de school en ter goedkeuring voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. De teamleden hebben meegedacht over de missie en visie(s) van de school en een bijdrage geleverd bij de nulmeting (via Quick Scan en vragenlijsten. (Zie bijlagen)). De komende vier jaar zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komend jaar samen vaststellen. Ieder jaar kijken we met het team ook terug: hebben we onze verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd? Tenslotte dragen we zorg voor een cyclische evaluatie van de beleidsterreinen, zoals beschreven in dit schoolplan. Met behulp van de jaarlijkse Quick Scan stellen we per jaar vast wat er (niet) goed gaat en bepalen we onze verbeterdoelen, in relatie met ons schoolplan en de voorgenomen verbeterpunten (zie hoofdstuk Jaarplannen ). 1.4 Bijlagen Schoolplan

6 Ons schoolplan is een rompplan. Daarom verwijzen we naar de volgende beleidsstukken (bijlagen): 1. De schoolgids 2. De jaarplannen 3. Het zorgplan SWV Oost-Achterhoek (Brevoordt) 4. Het schoolondersteuningsprofiel 5. Het strategisch beleidsplan van de Stichting met daarin opgenomen het Beleids Bestuurlijk Kader (BBK) 6. Het document Leerlingkenmerken 7. Het inspectierapport april De uitslagen van de Oudervragenlijst 9. De uitslagen van de Leerlingenvragenlijst 10. De uitslagen van de Lerarenvragenlijst 11. De uitslagen van de Vragenlijsten sociale en fysieke veiligheid Ouders 12. De uitslagen van de Vragenlijsten sociale en fysieke veiligheid Leerlingen 13. De uitslagen van de Vragenlijsten sociale en fysieke veiligheid Leraren 14. Het katern Opbrengsten 15. De uitslagen van de Quick Scan ( ) 16. De toetskalender 17. De lessentabel (kwartierenroosters) 18. De meerjarenplanning Leermiddelen 19. De notitie Personeelsbeleid 20. Rooster groepsbezoeken + flitsbezoeken 21. Regeling Functioneringsgesprekken 22. Regeling Beoordelingsgesprekken 23. Het Protocollenboek De Schakel 24. Map Analyses en presentaties van de LVS opbrengsten Schoolplan

7 2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens Gegevens van de stichting Naam stichting: Algemeen directeur: Stichting Openbaar Primair Onderwijs (SOPOW) Mw. Pauline Boogerd Adres + nr.: Beatrixpark 22 Postcode + plaats: 7101 BN Winterswijk Postbus AG Winterswijk Telefoonnummer: adres: Website adres: info@sopow.nl (mailto:info@sopow.nl) ( Gegevens van de school Naam school: Directeur: Adres + nr.: Obs De Schakel Dhr. G.R.R. Schipper Violenstraat 1a Postcode + plaats: 7102 CN Winterswijk Telefoonnummer: adres: Website adres: directie@deschakel-winterswijk.nl (mailto:directie@deschakel-winterswijk.nl) www. deschakel-winterswijk.nl 2.2 Kenmerken van het personeel De directie van de school bestaat uit de directeur. De directie vormt samen met de intern begeleider het managementteam (MT) van de school. Het team van obs De Schakel bestaat uit: 1 directeur 2 voltijd groepsleerkrachten 5 deeltijd groepsleerkrachten 1 ICT-er 1 intern begeleider 4 onderwijsassistenten (SDOA) 1 administratief medewerker (SDOA) 5 conciërges (SDOA en SARA) Van de 20 medewerkers zijn er 12 vrouw en 8 man. De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema Per MT OP OOP Ouder dan 60 jaar 1 1 Tussen 50 en 60 jaar 1 2 Totaal Schoolplan

8 Per MT OP OOP Tussen 40 en 50 jaar 2 2 Tussen 30 en 40 jaar 5 4 Tussen 20 en 30 jaar 2 Jonger dan 20 jaar Totaal Wij maken veel gebruik van medewerkers van de Sociale Dienst Oost Achterhoek. (SDOA) Zij vullen werkervaringsplekken in vanuit de diciplines: 1. Klassenassistentie 2. Leerlingbegeleiding 3. Conciërge werkzaamheden 4. Administratief werk 5. Huishoudelijk werk 2.3 Kenmerken van de leerlingen De leerlingen komen uit de wijk Winterswijk-Zuidwest, waarin De Schakel staat. Het is een gemengde wijk, waarvan de school een goede afspiegeling vormt. De afname van het aantal leerlingen ligt voornamelijk aan het feit dat de wijk aan het vergrijzen is. De ouders van onze leerlingen hebben een uiteenlopend opleidingsniveau. We hebben een beperkt aantal van oorsprong buitenlandse leerlingen. Een gewichtsleerling is een leerling waarvan, op basis van afkomst en/of aan het opleidingsniveau van ouders iets meer gewicht wordt toegekend dan 1. De Schakel heeft 16,39% gewichtsleerlingen (peildatum: 1 oktober 2014). Verder heeft de Schakel een aantal rugzakleerlingen (1 per 1 oktober 2014) met een specifieke onderwijsbehoefte. Voor deze leerlingen krijgt de school ook extra formatie (leerkrachturen) ten behoeve van die leerlingen. Voor een actueel overzicht van de leerlinggewichten, de kindkenmerken en de specifieke onderwijsbehoeften zie katern opbrengsten B.O.C. De groepen op de Schakel zijn onderverdeeld in de groepen 1/2, 3, 4, 5, 6/7 en 8. Op grond van het aantal leerkrachten en afhankelijk van het aantal leerlingen, bepalen we ieder jaar opnieuw de groepsindelingen. Door een systeem van regelmatige toetsing van alle leerlingen, kunnen we in een vroeg stadium kinderen aangepast onderwijs aanbieden. De kenmerken van de leerlingen en de consequenties daarvan voor onze organisatie en ons onderwijs hebben we beschreven in het document kindkenmerken Leerlingen (zie bijlage). In dit document staan de kenmerken per groep beschreven en de consequenties voor de groep(en) en de school. In algemene zin hebben wij, op grond van de kenmerken van de leerlingen, de volgende aandachtspunten: Extra aandacht besteden aan het vak taal Bijlagen 1. Kindkenmerken 2.4 Kenmerken van de ouders en de omgeving Onze school staat in een licht vergrijzende wijk met veel sociale woningbouw. Het opleidingsniveau van de ouders is ons bekend. De kengetallen laten zien dat onze school te maken heeft met een MBO-/ LBO populatie of lager. 2.5 Sterkte-zwakteanalyse In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen. Schoolplan

9 STERKE KANTEN SCHOOL * Resultaatgerichte school * Onze school is innovatief * Fysieke- en sociale veilige omgeving * Ordentelijk, gedisciplineerd en ondersteunend klimaat. ZWAKKE KANTEN SCHOOL * Onze ontwikkelingsperspectieven (OPP) voldoen nog niet aan de inspectienormen. * Onze eindopbrengsten zijn wisselend en niet voldoende structureel. * Sterke zorgstructuur * Onderwijs op maat = aansluiten bij de onderwijsbehoefte van elk kind. * Partnerschap met ouders * Team dat zich optimaal inzet * Eigentijds onderwijs met moderne ICT hulpmiddelen * Goed onderhouden (net) schoolgebouw KANSEN * Onze stichting denkt actief mee met de ontwikkeling omtrent IKC BEDREIGINGEN * De krimp in de Achterhoek * Te weinig mannelijke leerkrachten * Toenemende aandacht voor sociale ontwikkeling * Drukkende formatie * Zeer actief, innovatief en professioneel team * Bereidwillige partners die zich willen verbinden aan De Schakel * Onze naam groeit in populariteit onder de Winterswijkse bevolking. * Sterke zorgstructuur. 2.6 Landelijke ontwikkelingen 1. Veel aandacht voor opbrengstgericht werken 2. Veel aandacht voor handelingsgericht werken (differentiatiemodel) 3. Een sterk toenemende aandacht voor de sociale ontwikkeling van leerlingen 4. Aandacht voor 21st century skills: accent op vaardigheden (brede ontwikkeling) 5. Invoer passend onderwijs 6. De rol van de leraar komt steeds centraler te staan 7. Scholing en benutting van de professionele ruimte door de leraren 8. Ontwikkelingen met betrekking tot excellente scholen 9. Ontwikkelingen ten aanzien van de verantwoording van kengetallen (Venster PO, Scholen op de kaart) Schoolplan

10 3 Onderwijskundig beleid 3.1 De missie van de school Missie-kern Onze school is een openbare basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar met daaraan verbonden een voorschool (PSZ met VVE) voor kinderen vanaf 2 jaar. Dit in samenwerking met Stichting Welzijn Winterswijk (SWW). Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem met veel aandacht voor het individuele kind. Onze school staat open voor alle leerlingen die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers, tenzij het schoolondersteuningsprofiel verheldert dat wij een kind de juiste ondersteuning c.q. het juiste onderwijs niet kunnen bieden. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste, vinden we met name de vakken Taal en Rekenen van belang en gezien het tweede besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers. Onze grondslag is dat wij een school zijn met de denominatie openbaar onderwijs. Artikel 46 van de Wet Primair Onderwijs beschrijft het karakter van het openbaar onderwijs. Dit artikel luidt als volgt. 1. Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. 2. Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. 3. Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. De scholen van SOPOW worden gestimuleerd zich onderscheidend en kwalitatief te profileren. Dit om een gevarieerd aanbod van hoogwaardige onderwijsvoorzieningen te creëren. Onze school wil zich profileren als een school met een ver doorgevoerde en individuele zorg voor leerlingen, dankzij een grote mate van zelfstandigheid. Het adaptieve onderwijs is daar een mooi voorbeeld van. Uitgangspunten maatschappelijke identiteit en Actief Burgerschap Op onze school willen wij kinderen meegeven dat: Elk mens in de maatschappij zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. Onze maatschappij behoefte heeft aan positieve medeburgers, die weerbaar zijn en actief mee willen denken en werken. Iedereen zich moet ontwikkelen volgens zijn eigen talenten. Mensen / kinderen op een constructieve manier moeten samenleven en samenwerken. Mensen / kinderen tolerant en met respect moeten omgaan met: - Mensen, die verschillen qua uiterlijk, huidskleur, cultuur, levensbeschouwing, geslacht, politieke en andere opvattingen. - De zwakkeren in de samenleving. - Het leven, de natuur, het milieu en zijn leefomgeving. Het leven in onze pluriforme, multiculturele samenleving waardevol is. We open moeten staan voor maatschappelijke veranderingen. Uitgangspunten pedagogische identiteit (= veiligheid en geborgenheid): De visie op onderwijs heeft gevolgen voor ons pedagogisch handelen. De houding en vaardigheden van de leerkracht spelen een belangrijke rol in het creëren van een sfeer waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen. De leerkrachten zetten niet alleen hun kennis en vaardigheden in, maar ook hun persoonlijkheid. Dit kan alleen als er binnen de school een sfeer heerst waarin de vakbekwaamheid en de eigen persoonlijke stijl binnen de schoolvisie tot hun recht komen Er zijn als persoon. Oor en oog hebben voor de kinderen en hun ouders. Het accepteren van kinderen met hun "eigen"-aardigheden. Met plezier en humor lesgeven. Schoolplan

11 Kinderen aanspreken op hun verantwoordelijkheden (reflectie). Gevoelens bespreekbaar maken Waardering uitspreken Alle kinderen van zijn groep en hun thuissituaties kennen. Het bieden van structuur en veiligheid. Het bevorderen van een goed zelfbeeld en zelfvertrouwen. Zoeken naar de onderwijsbehoefte van het kind. Het bevorderen van betrokkenheid - De leerstof zodanig aanbieden, dat kinderen zin hebben om eraan te beginnen. Betrokkenheid is de sleutel van de ontwikkeling. Het aanleren van sociaal gedrag Het omgaan met verschillen tussen leerlingen. Dit geldt zowel voor de leerkrachten als voor de leerlingen onderling. Kinderen leren met respect om te gaan met zichzelf en anderen. Met elkaar omgaan vanuit algemeen aanvaarde waarden en normen. Goed omgaan met school- en klassenregels. Alle menselijke interacties worden geleid door bepaalde regels; zelfs ieder spel kent zijn eigen spelregels. Het is dan ook vanzelfsprekend dat, als we in een groep kinderen ieder kind zoveel mogelijk tot zijn recht willen laten komen, we het samenwerken moeten leiden door (overigens zo weinig mogelijk) regels. De hoofdregel luidt: hier doet niemand iets wat een ander stoort; respect voor elkaar en voor het materiaal/de omgeving. Uitgangspunten onderwijskundige identiteit: We vinden het op onze school het belangrijk om zoveel mogelijk met de ontwikkeling en de onderwijsbehoeften van het kind rekening te houden (= ontwikkelingsgericht). We proberen aan te sluiten bij de leefwereld (= betekenisvolle situatie, eigen ervaring) van het kind (milieu, buurt, samenleving), want een kind leert pas echt als het betrokken is bij wat hij/zij doet (= kindgericht). Rekening houden met de diverse ontwikkelingsfasen die kinderen van 4 tot 12 jaar doorlopen. De kleuters stellen heel andere eisen en vereisen een andere benadering dan de kinderen in de hoogste groepen. Rekening houden met verschil in aanleg, tempo en temperament en de behoefte aan het toepassen van verschillende leerstrategieën. Het hebben van een optimale, ononderbroken, brede ontwikkeling, inhoudend, cognitieve, sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling, volgens de standaarden van goed onderwijs. Het geven van kwalitatief goed onderwijs waarbij elke leerling zich zoveel mogelijk op eigen niveau kan ontplooien mede richting kerndoelen/referentieniveaus; de leerkracht zoekt i.s.m. de ouders naar de onderwijsbehoefte van dit kind, in deze groep op deze school. Het bieden van eigentijds onderwijs, dus open staan voor maatschappelijke ontwikkelingen en het omgaan met nieuwe media. Het bevorderen van de zelfstandigheid, waarbij kinderen verantwoording leren dragen voor hun werk, voor elkaar en voor de omgeving. Het willen geven van kansen aan kinderen (zorgbreedte). Op tijd signaleren dat kinderen extra problemen hebben in hun ontwikkeling / gedrag en of leren vinden we essentieel; voor zover het binnen onze mogelijkheden ligt trachten we kinderen die bijzondere zorg nodig hebben op school te helpen. Soms is het echter nodig om kinderen naar het speciaal onderwijs te verwijzen, omdat onze zorg niet toereikend is en opvang binnen gespecialiseerde vormen van onderwijs het kind meer kansen biedt. Uitgangspunten organisatorische identiteit (= klassenmanagement en zorgstructuur Interne Begeleiding): "Verandering is de enige constante in de moderne samenleving". Verandering vinden we essentieel, want stilstand is achteruitgang. We moeten niet veranderen om het veranderen, maar veranderen in relatie tot het beleid, tot de visie. Er is sprake van een ordelijk, gedisciplineerd en ondersteunend klimaat. Ons rendement vinden we belangrijk: het gaat er niet om aan welke kerndoelen (door de overheid vastgestelde leerdoelen voor het primair onderwijs)/ referentieniveaus onze school moet voldoen om een goede school te zijn, maar wel wat voor onze school het maximaal haalbare is. Begrippen als effectiviteit ( = de goede dingen doen) en efficiency (= de dingen goed doen) vinden we belangrijk. Onderwijs op maat / omgaan met verschillen is een uitgangspunt voor het handelen van de leerkrachten. Dat is niet strijdig met het door ons gehanteerde systeem van jaargroepen, dat de basis voor onze onderwijskundige Schoolplan

12 organisatie vormt. Vanaf 2010 volgen wij een teamopleiding HGW. We werken handelingsgericht en zijn op zoek naar de onderwijsbehoefte van het kind. Uitgangspunt is: wat kan het kind en wat heeft het kind nodig aan instructiebehoefte, leerstofbehoefte en feed-backbehoefte. Op deze wijze leveren we maatwerk voor de leerlingen. Om dat evenwicht te vinden is een goed beeld nodig van de ontwikkeling van ieder kind. Een vraag als: "Hoe verloopt de persoonlijke ontwikkeling van het kind?" wordt beantwoord vanuit twee perspectieven: de ontwikkeling van het kind zelf (je vergelijkt het kind met zichzelf in een eerdere fase) en de ontwikkeling van het kind ten opzichte van de leeftijdsgroep. We houden beide perspectieven nauwlettend en systematisch in de gaten, voor zowel onderbouw als bovenbouw (= ontwikkelingsvolgmodel, methodegebonden toetsen en LOVS). Samengevat: Aansluiten bij de onderwijsbehoefte van elk kind. Ruimte voor IB ook als dit gevolgen heeft voor de groepsgrootte. De inrichting van de school en de uitrusting van het lokaal en het schoolterrein dienen een prettige sfeer uit te stralen voor ieders welbevinden, zodanig dat een optimaal onderwijsproces mogelijk is, toegespitst op de doelgroep. Uitgangspunten professionele identiteit (= lerende school): We streven naar een school met open deuren. Open overleg met ouders vinden we van wezenlijk belang. We staan open voor invloeden van buiten. Weerstand ervaren we niet als negatief; het is een teken van betrokkenheid. Het dwingt ons tot het verschaffen van duidelijkheid. We zijn een lerende school/organisatie. Er is een eenduidige onderwijskundige visie. Systematische teamontwikkeling. Professionalisering middels klassenbezoeken van de directie en bij collega's onderling (klassenconsultatie en coaching IB). Middels teambesprekingen: leren van elkaar met name op het gebied van omgaan met verschillen en het verbeteren van het pedagogisch klimaat en klassenmanagement (jaarlijkse evaluatie van onze protocollen) en het verfijnen van het handelingsgericht werken). Middels reflectie, op het functioneren als persoon, in de groep en de school Individueel en in teamverband door nascholing en het bezoeken van relevante congressen. De schoolleiding houdt functionerings- en popgesprekken. In de periode zullen er tevens beoordelingsgesprekken plaatsvinden. Slogan en kernwaarden Onze slogan is: Degelijk en goed onderwijs in een veilige omgeving Onze kernwaarden zijn: Op onze school heerst een professionele cultuur Op onze school hebben we oog voor het individuele kind Op onze school hebben we oog voor de ouders/verzorgers (klantgericht ouders als partners) Op onze school hebben we oog voor Rust, Reinheid, Regelmaat, Lucht, Licht en Liefde. De slogan en de kernwaarden worden nader toegelicht in de schoolgids. Missiebeleid Beleid om de missie levend te houden: Missie, slogan en kernwaarden komen 1 x per jaar aan bod in een personeelsvergadering Missie en visie zijn opgenomen in de schoolgids Streefbeelden Voor de komende vier jaar is een aantal richtinggevende uitspraken van belang voor onze activiteiten en prioritering: onze streefbeelden. 3.2 De visies van de school Visie op lesgeven Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: Schoolplan

13 zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs onderwijs op maat geven: differentiëren gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend) een kwaliteitsvolle (directe) instructie verzorgen kinderen zelfstandig (samen) laten werken Visie op leren Kinderen leren doordat ze nieuwsgierig zijn. De school biedt kinderen de mogelijkheid om kennis op diverse manieren te verwerven. De leraren geven instructie en kinderen mogen zich dat op verschillende manieren eigen maken. Dat kan zijn door lessen alleen te maken of met anderen samen. Kinderen die korte instructie nodig hebben, kunnen zelfstandig aan het werk. Voor de kinderen die meer instructie nodig hebben, wordt gebruik gemaakt van de verlengde instructie aan de instructietafel. Het leren kan bemoeilijkt worden door extra ondersteuningsbehoeften. Voor deze kinderen is een zorgstructuur opgezet. Visie op identiteit Onze school is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Omdat we het belangrijk vinden dat onze kinderen kennis maken met een diversiteit aan overtuigingen, besteden we expliciet aandacht aan geestelijke stromingen en aan specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een bepaalde levensbeschouwing of -overtuiging. 3.3 Aspecten van opvoeden: Levensbeschouwelijke identiteit Onze school is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Wel besteden we structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie zien tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving), ontwikkeling van sociale vaardigheden, actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. In relatie met de leerlingenpopulatie besteedt de school beperkt aandacht aan specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een bepaalde levensbeschouwing. Onze ambities zijn: 1. Wij besteden aandacht aan levensbeschouwing bij andere vakken (integraal) 2. Wij besteden expliciet aandacht aan geestelijke stromingen 3. Wij besteden gericht aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (waarbij het accent ligt op omgaan met jezelf, de ander en de omgeving). 4. Wij besteden gericht aandacht aan actief burgerschap en sociale cohesie 5. Wij laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving 6. Op school besteden we structureel aandacht aan religieuze feesten 3.4 Aspecten van opvoeden: Sociaal-emotionele ontwikkeling Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. De kinderen krijgen structureel lessen volgen de methode: Programma Alternatieve Denkstrategieën (PAD) Wij meten de SEO vaardigheden van de kinderen met het meetinstrument ZIEN. dit is ondergebracht in ParnasSys. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hen heen (dichtbij en verder weg). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps(leerling) bespreking besproken (leerkracht en IB er). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling 2. Onze school beschikt over een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling Schoolplan

14 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling 4. We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect (D/E), dan volgt er actie (groepsplan) 5. We houden bij hoeveel individuele handelingsplannen er per jaar in een groep uitgevoerd worden 6. We houden bij hoeveel groepsplannen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling er per jaar in een groep uitgevoerd worden 3.5 Aspecten van opvoeden: Actief burgerschap en sociale cohesie Ten aanzien van Actief Burgerschap en Sociale cohesie hebben we allereerst de risico s van de omgeving in kaart gebracht. Op basis van de risico s hebben we vervolgens onze visie, onze doelen (ambities) en ons aanbod vastgesteld. Zie bijlage: Actief Burgerschap. Onze visie luidt: leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Onze school vindt het van belang om haar leerlingen op een goede manier hierop voor te bereiden. Leerlingen maken ook nu al deel uit van de samenleving. Allereerst is kennis van belang, maar daar blijft het wat ons betreft niet bij. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen. Wij willen leerlingen brede kennis over, en verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving. Onze ambities (doelen) zijn: 1. Wij voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. 2. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema s te verwoorden. 3. Wij voeden onze leerlingen op tot mensen die meedoen, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. 4. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). 5. Wij richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. Per ambitie (doel) hebben we een aanbod geformuleerd. Onze ambities (doelen) en het daarbij passende aanbod staat vermeld op onze website. We beschikken over een document Actief Burgerschap en Sociale Integratie. Onze pijlers zijn de basiswaarden, te weten: Bijlagen vrijheid van meningsuiting gelijkwaardigheid begrip voor anderen verdraagzaamheid autonomie afwijzen van onverdraagzaamheid afwijzen van discriminatie 1. Actief Burgerschap 3.6 De kernvakken: Leerstofaanbod Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren en daar waar nodig aangevuld met extra stof. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke (Cito) en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld 1. Onze methodes voldoen aan de kerndoelen primair onderwijs 2. Wij gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen 3. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn 4. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen 5. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling 6. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap 7. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT Schoolplan

15 8. Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs 9. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs 3.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten Toetskalender Gerrie 3.8 De kernvakken: Taalleesonderwijs Het vakgebied Nederlandse taal krijgt, op basis van de leerlingenpopulatie, veel aandacht in ons curriculum. We leren de kinderen taal om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Het is belangrijk dat kinderen snel goed kunnen lezen omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. Onze ambities zijn: 1. Onze school beschikt over een taalbeleidsplan 2. Onze school beschikt over een gekwalificeerde taalcoördinator 3. De leraren werken in de groepen 1 en 2 structureel met de methode Schatkist 4. De leraren beschikken over goede (actuele) methodes voor taal, begrijpend lezen en technisch lezen 5. De leraren besteden meer tijd aan taal- en woordenschatonderwijs dan de gemiddelde school 6. We hebben normen vastgesteld voor de diverse onderdelen van taal 7. De school geeft technisch lezen in alle groepen (t/m groep 8) 8. De school beschikt over een Protocol Dyslexiebeleid 3.9 De kernvakken: Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We constateren dat rekenen in toenemende mate taliger is geworden en dat dit bij steeds meer leerlingen leidt tot problemen. Daarom richt het automatiseren zich op kale sommen (om de basisvaardigheden goed in te slijpen). We gebruiken moderne methodes en Cito-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. We werken bij rekenen met groepsplannen; de leraren hebben zich uitgebreid geprofessionaliseerd in het werken met clusteren en compacten (HGW). Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over een moderne, eigentijdse methode (groep 1 t/m 8) De Wereld In Getallen (WIG) 2. In groep 1 en 2 wordt er les gegeven aan de hand van leerlijnen vanuit het Beredeneerde Aanbod (BA) 3. Het rooster vermeldt de aandacht die besteed wordt aan automatiseren 4. Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het Cito-LVS 5. Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld 6. Wij gebruiken de methodegebonden toetsen systematisch 7. De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek (ze zijn op de hoogte van de nieuwste inzichten) 8. De leraren werken bij rekenen en wiskunde met groepsplannen (HGW) 3.10 De kernvakken: Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie vinden wij van belang, omdat onderwijs meer is dan taal en rekenen. Wij willen onze leerlingen breed ontwikkelen. Wereldoriëntatie komt bij ons op school aan de orde bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, biologie, gezond gedrag en verkeer. In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke (leef)omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij en veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over een moderne methode voor aardrijkskunde 2. Wij beschikken over een moderne methode voor geschiedenis 3. Wij beschikken over een moderne methode voor natuurkunde en biologie 4. Wij besteden gericht aandacht aan gezond gedrag (via projecten) 5. Wij besteden gericht aandacht aan verkeersonderwijs 6. De lessentabel verheldert hoeveel tijd er per groep besteed wordt aan de verschillende onderdelen van Schoolplan

16 wereldoriëntatie 7. Bij wereldoriëntatie zorgen we voor transfer naar de onderdelen van taalleesonderwijs en rekenen en wiskunde 3.11 ICT ICT neemt in ons onderwijs een steeds belangrijkere plaats in. De maatschappij van nu vraagt van onze leerlingen ICTkennis en -vaardigheden, daarom leren we onze leerlingen planmatig om te gaan met ICT-middelen. De leraren gebruiken ICT in hun lessen en borgen, dat de leerlingen aan de slag (kunnen) gaan met de computer(s), de ICTprogramma s en de bijbehorende software. Onze ambities zijn: 1. De leraren maken optimaal gebruik van het digitale bord 2. De leerlingen kunnen werken met Internet, Word, Excel en PowerPoint 3. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie 4. We beschikken over een Internetprotocol 5. De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en -vaardigheden 6. De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software 3.12 De kernvakken: Kunstzinnige vorming Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich breed ontwikkelen, in lijn met het rapport van de Onderwijsraad: Een smalle kijk op onderwijskwaliteit (2013). Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich oriënteren op kunstzinnige en culturele aspecten die een rol spelen in hun leefwereld. Dat zij kennis verwerven van de actuele kunstzinnige en culturele diversiteit en dat ze die leren begrijpen en waarderen. Daarnaast: wij vinden het van belang dat onze leerlingen zich leren openstellen voor kunstzinnige aspecten, dat zij kunnen genieten van schilderijen en beelden, van muziek, van taal en beweging en daarop kunnen reflecteren. Tenslotte bieden we kunstzinnige vorming aan omdat onze leerlingen zich op die manier kunnen uiten (gevoelens en ervaringen). Onze ambities zijn: 1. Wij geven teken- en handvaardigheidslessen (kleur, vorm, ruimte, textuur, compositie) 2. Wij geven muzieklessen (inclusief het leren gebruiken van instrumenten) 3. Wij beschikken over een methode voor het vak Muziek 4. Wij besteden aandacht aan dramatische expressie 3.13 De kernvakken: Bewegingsonderwijs Op onze school hechten we veel belang aan lichamelijke opvoeding, opvoeding is wat ons betreft een zaak van hoofd, hart en handen. Daarnaast vinden we het vak belangrijk vanuit het sociale aspect: leren bewegen doe je altijd samen. Onze ambities zijn: 1. Wij beschikken over een goed gefaciliteerd speelleerlokaal voor de jongste leerlingen 2. Wij besteden voldoende tijd aan lichamelijke opvoeding 3. Wij hebben leraren die bevoegd zijn om bewegingsonderwijs te verzorgen 4. Wij beschikken over een uitgewerkt curriculum Lichamelijke opvoeding 5. Wij gebruiken de basislessen Bewegingsonderwijs 3.14 Het lesgeven: Gebruik leertijd Op onze school willen we de leertijd effectief besteden omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven (te plannen) om zich het leerstofaanbod eigen te maken. We werken vanuit een lessentabel, een weekoverzicht en een dag voorbereiding. In principe trachten we alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities zijn: 1. De leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en) 2. De leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd) 3. Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland (lessentabel) 4. De leraren beschikken over een expliciet week- en dagrooster 5. De leraren plannen extra tijd voor taal (gelet op de behoeften van onze populatie) 6. De leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften Schoolplan

17 3.15 Het lesgeven: Pedagogisch handelen Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en ambities: 1. De leraren zorgen voor een ordelijke klas 2. De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving 3. De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om [kennen de leerlingen] 4. De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen 5. De leraren bieden de leerlingen structuur 6. De leraren zorgen voor veiligheid 7. De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken 8. De leraren laten de leerlingen zelfstandig (samen) werken 3.16 Het lesgeven: Didactisch handelen Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan gedifferentieerd onderwijs (werken met groepsplannen). We differentiëren bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Onze ambities zijn: 1. Lessen zijn goed opgebouwd 2. De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus 3. De leraren geven directe instructie 4. De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen 5. De leerlingen werken zelfstandig samen 6. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) 7. De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren 8. De leraren zorgen voor stofdifferentiatie 9. De leraren zorgen voor tempodifferentiatie Het directe instructiemodel obs De Schakel Instructiefasen: Fase 1 Keuzemogelijkheid. Alle leerlingen krijgen de gelegenheid om zelfstandig de lesstof te bekijken. In deze fase mogen de kinderen kiezen of zij direct beginnen, ofwel mee zullen doen met de uitleg. Tijdens dit `bekijkmoment`loopt de leerkracht de eerste hulpronde gericht op leerlingen met een eigen leerlijn of anders. Fase 2 Klassikale instructie. Het eerste instapmoment. De leerkracht legt de les uit. De leerlingen die de les begrijpen, mogen aan de les beginnen. Deze instructie is gericht op de basisgroep. Zie groepsplan. Leerlingen met een eigen leerlijn krijgen dan ook hun `klassikale`instructie. Fase 3 Verlengde instructie- her-instructie. De leerlingen die de les nog niet helemaal begrijpen krijgen, op uitnodiging of vraag, meer instructie en kunnen daarna zelfstandig aan het werk. Fase 4 Hulpronde. De vaste looproute. Schoolplan

18 De leerkracht loopt een hulpronde om te controleren of de leerlingen daadwerkelijk zelfstandig kunnen werken. Wordt er naar verwachting gewerkt? Let op: Ook nu kunnen nog leerlingen aan de instructietafel worden uitgenodigd. Fase 5 De instructietafel. De leerkracht zit aan de instructietafel en geeft instructie aan leerlingen die dit behoeven. Denk hierbij aan leerlingen met een rugzak, OPP, spec. onderwijs- behoefte. Afsluiting van de les. Centrale feed-back. De leerkracht sluit de les gezamenlijk af. Aandacht voor alle fase 1, fase 2 en fase 3 leerlingen NB. De leerkracht kan daar waar mogelijk zelf meerdere hulprondes lopen Het lesgeven: Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat op maat : leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambities zijn: 1. De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen 2. De leerlingen werken met dag(deel)taken en weektaken 3. De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie) 4. De taken bevatten keuze-opdrachten 5. De leraren laten de leerlingen, waar mogelijk, samenwerken en elkaar ondersteunen 6. De leraren leren de leerlingen doelmatig te plannen 3.18 Het lesgeven: Klassenmanagement Met klassenmanagement bedoelen we: sturen, plannen, regelen en organiseren. Wij vinden dat onze leraren pas succesvol kunnen zijn als ze hun instructie en de leeractiviteiten van de leerlingen goed kunnen organiseren. Onze ambities zijn: 1. De leraren zorgen voor een effectieve inrichting van hun lokaal 2. De leraren hanteren heldere regels en routines 3. De leraren voorkomen probleemgedrag 4. De leraren zorgen ervoor dat de les activiteiten goed georganiseerd zijn 3.19 De zorg voor leerlingen: Zorg en begeleiding We streven ernaar dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau?, wat zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie?). Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LVS. Leerlingen met een E- of D-score, leerlingen die sterk terugvallen en leerlingen met een A-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende taak. Onze ambities zijn: 1. De leraren kennen de leerlingen 2. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 3. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind 4. Externe partners worden, indien noodzakelijk, betrokken bij de zorg voor leerlingen 5. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 6. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen 7. De school voert de zorg planmatig uit 8. De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na Schoolplan

19 9. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding 3.20 De zorg voor leerlingen: Afstemming Op onze school stemmen we ons onderwijs en ons onderwijsaanbod af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. We werken handelingsgericht (HGW), met groepsplannen. Alle leraren beschikken over een groepsoverzicht met daarop de kenmerken van hun leerlingen. Op basis daarvan stellen de leraren twee keer per jaar een groepsplan op. In het groepsplan onderscheiden we de basisgroep, de meergroep (verdiept arrangement) en de weergroep (intensief arrangement). De leraren stemmen hun instructie, het aanbod en de tijd af op de kenmerken van de leerlingen in een groep. Onze ambities zijn: 1. De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus 2. De leraren geven directe instructie 3. De leerlingen werken zelfstandig samen 4. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) 5. De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren 6. De leraren zorgen voor stofdifferentiatie 7. De leraren zorgen voor tempodifferentiatie 3.21 De zorg voor leerlingen: Passend onderwijs Wij vinden dat elk kind recht heeft op goed en passend onderwijs. In beginsel zijn wij het eens met de stelling dat zo veel mogelijk kinderen regulier primair onderwijs moeten kunnen volgen. Wij realiseren ons dat we een zorgplicht hebben. Onze school richt zich op het geven van basisondersteuning en in enkele gevallen op het geven van extra ondersteuning. In ons schoolondersteuningsprofiel (zie bijlage) hebben we beschreven welke ondersteuning we wel en niet kunnen geven. Onze ambities zijn: 1. Onze school beschikt over een ondersteuningsprofiel 2. Onze school biedt basisondersteuning 3. Onze school biedt extra ondersteuning voor leerlingen met gehoorstoornissen 4. Onze school beschikt over een strategisch beleid om de extra ondersteuning uit te breiden 5. De ouders hebben inzicht in de essenties van ons ondersteuningsprofiel 6. De school participeert in netwerken om extra ondersteuning te kunnen garanderen 3.22 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken Op onze school werken we opbrengstgericht (doelgericht). Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore van de Cito-toetsen. Per Cito-toets is een doel (een norm) vastgesteld. In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen en waar dat niet het geval is, hebben we zelf doelen (normen) vastgesteld. Het opbrengstgericht werken wordt ondersteund door ons leerlingvolgsysteem ParnasSys. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de IB'er en de leraar interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: 1. Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) 2. Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen 3. Meer automatiseren 4. Methode-aanbod uitbreiden 5. Differentiatie aanpassen De schoolleiding en de IB'er voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Leraren worden ook gekoppeld (collegiale consultatie) om good practice op te doen. Interventieplan opbrengsten OGW Doorgang Let op: Deze interventielijst c.q verbeterplan opbrengsten is omgezet in een kijkwijzer. Deze kijkwijzer wordt ingezet tijdens klassenbezoek door IB-er en directeur. De Schoolleiding volgt scholing in de vorm van cursussen / workshops / seminars rondom het thema Schoolplan

20 opbrengstgericht werken en referentieniveaus. De schoolleider volgt de cursus opbrengst gericht leiderschap vanuit het traject van SOPOW. Afgerond De schoolleiding volgt 4 coachingsgesprekken gericht op het houden van IPB gesprekken. Zie boven. Het accent ligt op het trainen van het houden van functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken en de gesprekken na een klassenbezoek. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het archiveren van deze gesprekken. Hierbij moet men denken aan juridische validiteit. Afgerond De schoolleiding volgt het traject School aan zet, samen werken aan stevige ambities. Dit traject is gericht op landelijke beleidsdoelen van het ministerie van OCW en de schoolpraktijk. Voortgang De schoolleiding waaronder directeur en internbegeleider nemen meerdere klassenbezoeken af per schooljaar. Deze bezoeken zijn in wisselend van karakter. Controlerend op onderdelen die al geïmplementeerd zijn in ons onderwijs en coachend op de onderdelen die recent zijn ingevoerd en waarbij de leerkracht recht heeft op leertijd. Voortgang De schoolleiding waaronder directeur en intern begeleider stellen, op basis van de SOPOW kijkwijzer klassenbezoek, een eigen kijkwijzer vast met daarin opgenomen de interventies van dit plan van aanpak. Deze kijkwijzer wordt bekendgemaakt aan de leerkrachten en voorafgaand aan het bezoek wordt besproken naar welke onderdelen er gekeken gaat worden. NB: de uniforme kijkwijzer is gebaseerd op de SBL competenties leerkrachten LA. Afgerond. De directeur maakt concrete afspraken over de verdeling van onderdelen tussen directeur en internbegeleider. Daarnaast wordt vastgesteld of het gaat om een controlerend bezoek of een coachend bezoek. Afgerond De IB-er houdt na de LVS midden- en eindtoets M/E individuele gesprekken met de leerkrachten over de opbrengsten en het gevolgde beleid t.a.v. de interventies. Dit n.a.v. scholing School aan Zet. Voortgang De bezoeken zullen starten na de iedere herfstvakantie. Voortgang Ontwikkelingen op het gebied van HGW lopen parallel met de ingeslagen weg OGW van de stichting SOPOW. Vertrekpunt SOPOW dag oktober 2010: Opbrengsten. Zie PowerPointpresentatie The Flight 20 wekendoelen. Auteur Roy Schipper. Afgerond Naast de theorie van het opbrengstgericht werken worden er 2 boeken van de PO-raad gebruikt als leidraad. Deze boeken zijn: - Opbrengst gericht werken doe je zo! 9 schoolportretten - Opbrengstgericht werken kwaliteitskaarten en handreikingen - OGW /referentieniveaus KPC studiematerialen. Afgerond De EB-ers wordt ingezet als kennis vraagbaak vanuit SWV Brevoordt. Dit betreft Karin Elburg en Boukje de Vos. Voortgang Analyse van de opbrengsten van de M toetsen worden door IB-er, EB-er en schoolleider elk half jaar na de cito M en cito E toets en gepresenteerd aan het team. Vanaf schooljaar presenteren wij ook de M8 toets aan het team. Deze toets wordt afgenomen medio oktober. Het team denkt mee over oorzaak, gevolg en de te nemen maatregelen. In de map LVS opbrengsten staan per teampresentatie beschreven wat de bevindingen zijn en welke interventies er worden gepleegd. Na iedere presentatie/evaluatie wordt deze interventielijst indien nodig aangepast. Voortgang Tijdens de komende HGW-teambijeenkomsten besteden wij alleen aandacht aan het in kaart brengen van cruciale leermomenten/ kerndoelen van de vakken Rekenen, Taal, Technisch lezen en Begrijpend lezen per groep. Anders gezegd, leerkrachten richten zich op de sleuteldoelen vanuit de methode en toetsen dit aan de Cito-toetsen Medio en Eind. Tijdens deze bijeenkomsten onderzoeken de leerkrachten de methodes van rekenen, taal en lezen en bepalen: Wat is ballast en wat is bagage. Afgerond Tijdens HGW-teambijeenkomsten kijken de leerkrachten samen met de studiebegeleiders naar de toetsonderdelen van het Cito. Deze onderdelen worden vergeleken met de onderdelen die de methodes behandelen. Wat wordt er door Cito van de leerlingen gevraagd? Door dit onderzoek krijgen wij in beeld wat er inhoudelijk wel / niet / voldoende / onvoldoende wordt aangeboden. Onderdelen die in onvoldoende mate worden aangeboden krijgen meer aandacht en onderdelen die teveel aandacht van de methode krijgen worden gereduceerd. Zie PP The flight het coördinatenboekje! Afgerond Tijdens HGW-teambijeenkomsten krijgen leerkrachten informatie over de manier van vraagstelling van het Cito. Wij merken dat de context van de vraagstelling van Cito in veel gevallen niet overeenkomt met de vraagstelling van de methodes. Dit komt met name bij Rekenen en Begrijpend lezen veelvuldig voor. Aan de hand van de Cito-trainer en contexten vanuit de Medio en Eind toets worden door de leerkrachten klassikaal aangeboden en opgenomen in de groepsplannen. Samengevat: Leerkrachten kijken voor aanvang van een periode van 20 weken naar de doelen en toetsen dit aan de Cito-toetsen. Voortgang Vanuit de studie HGW voeren leerkrachten vanaf het nieuwe jaar kindgesprekken met de leerlingen waarvan de Schoolplan