Tijdelijke Vennootschap 3V ARCADIS Gedas GRONTMIJ TECHNUM 2018 ANTWERPEN. Plantin en Moretuslei 220, bus 7, November 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tijdelijke Vennootschap 3V ARCADIS Gedas GRONTMIJ TECHNUM 2018 ANTWERPEN. Plantin en Moretuslei 220, bus 7, November 2007"

Transcriptie

1 Tijdelijke Vennootschap 3V ARCADIS Gedas GRONTMIJ TECHNUM Plantin en Moretuslei 220, bus 7, 2018 ANTWERPEN KENNISGEVING PLAN-MER HERINRICHTING N26 NIEUWE MECHELSESTEENWEG EN AANLEG OP- EN AFRIT MET AUTOSTRADE E314 November 2007 TECHNUM Hasselt Ilgatlaan HASSELT TEL FAX

2 I INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Waarom deze kennisgeving? Leeswijzer Hoe wordt de inspraak op de kennisgeving georganiseerd? ALGEMENE INLICHTINGEN Beknopte voorstelling van het plan Het ruimtelijk uitvoeringsplan De initiatiefnemer Samenstelling van het team van deskundigen WETTELIJK KADER MILIEUEFFECTRAPPORTAGE Algemeen: Reden voor opmaken MER MER-procedure Toetsing aan de mer-plicht De noodzaak tot opmaak van een plan-mer Relatie plan-mer/grup Verplichting inzake watertoets Juridisch/beleidsmatig kader Kenmerken van het instrument watertoets Integratie met milieueffectrapportage Verdere besluitvorming VERANTWOORDING VAN HET PLAN Gevaarlijk punt Bepaling dominante ongevallen Opstellen hypothese oorzaak ongevallen Voorgestelde oplossingen Gevaarlijk punt Bepaling dominante ongevallen Opstellen hypothese oorzaak ongevallen Voorgestelde oplossing Gevaarlijk punt Bepaling dominante ongevallen Opstellen hypothese oorzaak ongevallen Voorgestelde oplossingen RUIMTELIJKE, ADMINISTRATIEVE, JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE SITUERING VAN HET PLAN ruimtelijke situering... 25

3 II 5.2 administratieve voorgeschiedenis juridische en beleidsmatige randvoorwaarden BESCHRIJVING VAN HET PLAN Grenzen van het plangebied Huidig gebruik van het plangebied Beschrijving van het plan Verkeerskundige uitwerking Verkeerstechnische uitwerking (dwarsprofielen, materialen ) Overige elementen: verlichting, groen, afwatering, Beschrijving en fasering van de werken Grondverzet Exploitatiefase Interferentie met andere plannen en projecten ALTERNATIEVEN Te onderzoeken alternatieven in het MER Doelstellingsalternatieven Locatiealternatieven Uitvoerings- of inrichtingsalternatieven Nulalternatief Voorheen bestudeerde maar niet behouden alternatieven RELEVANTE INFORMATIE UIT BESTAANDE ONDERZOEKEN INGREEP-EFFECTANALYSE Overzicht van de projectfasen en deelingrepen Ingreep-effectenschema AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED, DE REFERENTIESITUATIE EN GEPLANDE TOESTAND Studiegebied Referentiesituatie en geplande toestand METHODOLOGIE BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE, EFFECTVOORSPELLING EN BEOORDELING Algemeen Discipline bodem Afbakening van het studiegebied Beschrijving van de referentiesituatie Bespreking van de geplande situatie Significantiekader Milderende maatregelen Interdisciplinaire gegevensoverdracht... 77

4 III 11.3 Discipline water Afbakening van het studiegebied Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de geplande situatie Significantiekader Milderende maatregelen Interdisciplinaire gegevensoverdracht Discipline mens-verkeer Afbakening studiegebied Beschrijving referentiesituatie Beschrijving van de geplande situatie Significantiekader Milderende maatregelen Interdisciplinaire gegevensoverdracht Discipline Lucht Afbakening studiegebied Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de geplande situatie Significantiekader Milderende maatregelen Interdisciplinaire gegevensoverdracht discipline Geluid en trillingen Afbakening studiegebied Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de geplande situatie Significantiekader Milderende maatregelen Interdisciplinaire gegevensoverdracht Discipline fauna & flora Afbakening van het studiegebied Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de geplande situatie Significantiekader Milderende maatregelen Interdisciplinaire gegevensoverdracht discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Afbakening studiegebied Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de geplande situatie Significantiekader Milderende maatregelen Interdisciplinaire gegevensoverdracht Discipline mens-ruimtelijke aspecten Afbakening studiegebied Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van de geplande situatie Significantiekader Milderende maatregelen

5 IV 12 REEDS GEKENDE ONZEKERHEDEN OF LEEMTEN IN DE KENNIS GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN VOORSTEL INHOUDSTAFEL VAN HET MER VERKLARENDE WOORDENLIJST

6 V LIJST VAN FIGUREN Figuur 2-1 Situering van het plangebied op het stratenplan van Leuven...6 Figuur 3-1 Stroomschema van de plan-mer-procedure, met situering van de terinzagelegging, ingeval geen grensoverschrijdende effecten van belang zijn Figuur 3-2 Relatie tussen proces voor ruimtelijk ontwerp, MER en (toekomstig) GRUP Figuur 4-1 Situering gevaarlijke punten Figuur 5-1 Situering van het plangebied op de topografische kaart Figuur 5-2 Situering van het plangebied op luchtfoto Figuur 5-3 Gewestplan Figuur 5-4 Voorstelling BPA s in de omgeving van het plangebied (bron: gisvlaanderen) Figuur 5-5 Bestemmingsplannen BPA Kareelveld (bron: gisvlaanderen) Figuur 5-6 Legende BPA Kareelveld (bron: gisvlaanderen) Figuur 5-7 Waterlopen in de omgeving van het plangebied Figuur 5-8 Landschapsatlas in de omgeving van het plangebied (bron: NGI, Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed) Figuur 6-1 Voorstelling basistracé Figuur 7-1 Voorstelling basistracé Figuur 7-2 Voorstelling variant Figuur 7-3 Voorstelling variant

7 VI LIJST VAN TABELLEN Tabel 5-1 Overzichtsmatrix juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Tabel 6-1 Fasering van de werkzaamheden Tabel 9-1 Ingreep-effectenschema (potentiële, te onderzoeken effecten) Tabel 11-1 Beoordelingscriteria voor de discipline bodem Tabel 11-2 Beoordelingscriteria voor de discipline water Tabel 11-3 Beoordelingscriteria voor de discipline Mens Verkeer Tabel 11-4 Betekenis scores capaciteitsbeoordeling rotonde en voorrangskruispunt Tabel 11-5 Betekenis scores capaciteitsbeoordeling VRI Tabel 11-6 Betekenis scores langzaam verkeer Tabel 11-7 Betekenis scores doorstroming OV Tabel 11-8 Betekenis scores bereikbaarheid OV Tabel 11-9 Betekenis scores verkeersveiligheid Tabel Theoretische capaciteit en capaciteit in functie van de leefbaarheid per type-weg.. 90 Tabel Betekenis scores verkeersleefbaarheid voor de omgeving Tabel Betekenis scores bereikbaarheid aanwezige functies Tabel Betekenis scores parkeerdruk Tabel Beoordelingscriteria voor de discipline Lucht Tabel Beoordelingskader lucht in functie van berekende bijdrage in vergelijking met de situatie bij autonome ontwikkeling Tabel Beoordelingscriteria voor de discipline Geluid Tabel Beoordelingskader voor de discipline Geluid Tabel Beoordeling effecten discipline fauna en flora Tabel Significantiekader voor de discipline Fauna en flora Tabel Beoordelingscriteria voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Tabel Significantiekader voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie115 Tabel Beoordelingscriteria voor de discipline Mens Ruimtelijke aspecten

8 VII TEAM VAN DESKUNDIGEN 1 Externe deskundigen: q coördinator en deskundige bodem en water Francis Vansina, Technum NV q deskundige mens-verkeer Marc Jossa, Technum (deeldomein sociaal-organisatorische aspecten) q deskundige lucht Johan Versieren, Joveco BVBA q deskundige geluid en trillingen Chris Neuteleers, Technum NV q deskundige Fauna-Flora Nele Aerts, Technum NV q deskundige monumenten en landschappen Francis Vansina, Technum NV In samenwerking met Nele Aerts, Technum NV q deskundige mens-ruimtelijke aspecten Marc Jossa, Technum NV (deeldomein sociaal-organisatorische aspecten) Interne deskundigen: De opmaak van het MER wordt vanwege de initiatiefnemer door volgende persoon begeleid: q Philip Steppe, TV3V q Frank Vanbossuyt, TV3V 1 Zie ook paragraaf 2.4 Samenstelling van het team van deskundigen

9 VIII Coördinator en deskundige bodem en water Francis Vansina, Technum NV

10 IX Deskundige mens-verkeer Marc Jossa, Technum (deeldomein sociaal-organisatorische aspecten)

11 X Deskundige lucht Johan Versieren, Joveco BVBA

12 XI Deskundige geluid en trillingen Chris Neuteleers, Technum NV

13 XII Deskundige Fauna-Flora Nele Aerts, Technum NV

14 XIII Deskundige monumenten en landschappen Francis Vansina, Technum NV In samenwerking met Nele Aerts, Technum NV

15 XIV Deskundige mens-ruimtelijke aspecten Marc Jossa, Technum NV (deeldomein sociaal-organisatorische aspecten)

16 XV Deskundige vanwege de initiatiefnemer Philip Steppe, TV3V En Frank Vanbossuyt, TV3V

17 1 Kennisgeving MILIEUEFFECTRAPPORT HERINRICHTING N26 EN AANLEG OP- EN AFRIT NAAR E314 1 INLEIDING 1.1 WAAROM DEZE KENNISGEVING? In voorliggende kennisgeving voor het plan-milieueffectrapport (plan-mer) voor de Herinrichting N26 Mechelsesteenweg en aanleg op- en afrit naar autostrade E314 te Leuven en Herent, vindt u een beschrijving van de manier waarop deze studie zal uitgevoerd worden. Het kennisgevingsdossier geeft informatie over het 'wat', 'waarom' en 'hoe' van het geplande plan. U wordt hierbij uitgenodigd om na lezing van dit document, aan te geven welke onderwerpen in het op te maken milieueffectrapport onderzocht moeten worden. Milieueffectrapportage (mer) is een instrument om de doelstellingen en beginselen van het milieubeleid te helpen realiseren, namelijk het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen. Milieueffectrapportage is een juridisch-administratieve procedure waarbij vóórdat een activiteit of ingreep (projecten, beleidsvoornemens zoals plannen en programma's) plaatsvindt, de milieugevolgen ervan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze worden bestudeerd, besproken en geëvalueerd. De achterliggende grondgedachte is dat het beter is om de voor het milieu schadelijke activiteiten (plannen en projecten) vanaf een vroeg stadium in de besluitvorming te detecteren en bij te sturen. Milieueffectrapportage dwingt de overheid mogelijke milieueffecten grondig in overweging te nemen vooraleer zij over de uitvoering van het plan of het project een besluit neemt. Een MER is een informatief instrument en geen beslissingsinstrument. De beslissing die uiteindelijk zal genomen worden door de bevoegde overheid over een plan of het vergunnen van een project onderworpen aan de mer-plicht, zal naast met milieueffecten ook rekening houden met andere sectoren (sociale, economische en technische belangen) en met openbare inspraak. Bij het opstellen van een MER moeten regels gevolgd worden die vastgesteld zijn in Titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en in het decreet van 18 december 2002 tot aanvulling van het decreet van 5 april Het indienen van de kennisgeving is het formele begin van de m.e.r.-procedure, het geheel van wettelijk vastgelegde stappen voor het opstellen, beoordelen en gebruiken van een MER. In voorliggende kennisgeving wordt beschreven welk plan de initiatiefnemer wenst uit te voeren en hoe de gevolgen voor de natuur en het milieu van het plan zullen worden bestudeerd. De kennisgeving geeft de blauwdruk aan van het MER, dat op basis van dit dossier en van de richtlijnen van de bevoegde administratie zal opgesteld worden. Op basis van de kennisgeving krijgen het publiek en alle betrokken administraties de mogelijkheid om opmerkingen te geven over de gewenste inhoud van het milieueffectrapport en over de planalternatieven die moeten bestudeerd worden, over de effecten die ermee samenhangen en over de manier waarop de effecten bestudeerd worden. Deze kennisgeving is dan ook te beschouwen als een uitnodiging aan alle betrokkenen om mee te denken over de gewenste inhoud van het milieueffectrapport.

18 2 1.2 LEESWIJZER Voorliggend document bevat informatie over het plan Herinrichting N26 Nieuwe Mechelsesteenweg en aanleg op- en afrit naar autostrade E314 te Leuven en Herent en over de wijze waarop de milieueffecten van dit plan zullen bestudeerd worden. Deze kennisgeving omvat vijftien hoofdstukken, inclusief dit inleidend hoofdstuk (Hoofdstuk 1). Hieronder wordt kort de inhoud van de verdere hoofdstukken omschreven. Hoofdstuk 2 geeft algemene inlichtingen met betrekking tot de initiatiefnemer van het plan en het team van erkende m.e.r.-deskundigen die het onderzoek voor het plan-milieueffectrapport zullen uitvoeren. In hoofdstuk 3 wordt het wettelijk kader voor milieueffectrapportage voor plannen en programma s op Vlaams niveau toegelicht. Tevens wordt de procedure voor de uitvoering van een plan-mer in Vlaanderen, waar deze kennisgeving in past, beschreven en toegelicht. Daarnaast wordt het plan getoetst aan de MER-plicht en aan de verplichting inzake watertoets en wordt de relatie plan-mer/grup toegelicht. Hoofdstuk 4 behandelt de probleemstelling die geleid heeft tot het uitwerken van het plan. Hier wordt aangegeven waarom het plan noodzakelijk is. In hoofdstuk 5 worden de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden overlopen die voor dit plan en zijn eventuele milieueffecten relevant kunnen zijn. In hoofdstuk 6 wordt het plan in detail toegelicht. De ruimtelijke situering, de technische aspecten en de beschrijving van de werken worden in dit hoofdstuk toegelicht. Hoofdstuk 7 geeft aan welke alternatieven (naast het basisplan) de initiatiefnemer in het MER wil laten onderzoeken en legt ook uit waarom bepaalde andere alternatieven niet (meer) in aanmerking komen. Hoofdstuk 8 geeft een overzicht van de beschikbare relevante informatie uit bestaande onderzoeken. In hoofdstuk 9 wordt een eerste analyse gemaakt van de te verwachten effecten op het milieu ten gevolge van de aanleg en de exploitatie van het geplande plan. Een schema met de voornaamste oorzaak-gevolgrelaties van het plan wordt weergegeven op bladzijde 70. In hoofdstuk 10 worden een aantal uitgangspunten voor de milieueffectrapportering vastgelegd: wat wordt bedoeld met plangebied en studiegebied, binnen welk gebied en welke periode worden effecten verwacht? Hoe wordt de impact van het plan bepaald? Hoofdstuk 11 geeft per discipline aan welke methode zal gevolgd worden voor het bepalen van de milieu-impact, van welke basisgegevens daarbij zal gebruik gemaakt worden en welke normen eventueel worden gebruikt om de resultaten van de impactbepaling aan te toetsen. Hoofdstuk 12 geeft al aan over welke gegevens of onderzoeksaspecten er leemten of onzekerheden bestaan. In hoofdstuk 13 wordt nagegaan of grensoverschrijdende effecten optreden. Hoofdstuk 14 stelt de globale inhoudstafel van het op te maken milieueffectrapport (MER) voor. Tot slot is nog een verklarende woordenlijst toegevoegd (hoofdstuk 15).

19 3 1.3 HOE WORDT DE INSPRAAK OP DE KENNISGEVING GEORGANISEERD? Deze kennisgeving ligt maximaal 30 dagen ter inzage bij de gemeenten die gelegen zijn in het studiegebied van het voorgenomen plan. Voor het plan Herinrichting N26 Nieuwe Mechelsesteenweg en aanleg op- en afrit naar autostrade E314 zijn dat de gemeenten Leuven en Herent. Alle betrokkenen worden uitgenodigd om hun visie te geven op de volledigheid van het geplande onderzoek in het plan-mer. Het is de bedoeling dat er uit de inspraak zoveel mogelijk bruikbare ideeën komen om het onderzoek in de plan-mer te verbeteren en/of te vervolledigen. Het publiek, alsook het maatschappelijk middenveld en alle andere betrokken instanties krijgen de mogelijkheid om aanvullingen te geven over de nodige inhoud van het plan-mer en in het bijzonder over de noodzakelijk te onderzoeken effecten, planalternatieven of maatregelen. Eventuele opmerkingen van burgers op het kennisgevingsdossier worden na ter inzage legging bij voorkeur ingediend bij de betrokken gemeenten: Stad Leuven Dienst Leefmilieu MER Herinrichting N26 Nieuwe Mechelsesteenweg en aanleg op- en afrit naar autostrade E314 Grote Markt LEUVEN Gemeente Herent Dienst Leefmilieu MER Herinrichting N26 Nieuwe Mechelsesteenweg en aanleg op- en afrit naar autostrade E314 Wilselsesteenweg HERENT De opmerkingen kunnen ook rechtstreeks aan de bevoegde administratie voor de uitvoering van de m.e.r.-wetgeving van het Vlaams Gewest worden overgemaakt: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw (3de verdieping) Koning Albert II-laan 20, bus BRUSSEL tel 02/ fax 02/ Bij de milieuambtenaar van de gemeente kan meer informatie verkregen worden over de inspraakprocedure en de manier waarop geldige opmerkingen kunnen worden ingediend. Meer informatie is beschikbaar in een folder die de Dienst Mer daarover heeft opgesteld. Deze folder vindt u op de webstek of bij de milieuambtenaar van de gemeente. De folder kan ook aangevraagd worden via mer@vlaanderen.be.

20 4 Binnen de 30 dagen na de aanvang van de terinzagelegging bezorgt het college van burgemeester en schepenen de opmerkingen van de publieke inspraak en de eigen opmerkingen aan de administratie (de Dienst Mer). De Dienst Mer bestudeert en verwerkt de reacties en bepaalt welke opmerkingen en aanvullingen aanleiding geven tot uitbreiding of beperking van het onderzoek. De richtlijnen voor het MER die na de periode van terinzagelegging door de Dienst Mer worden opgesteld, vormen het eigenlijke onderzoekskader waar de m.e.r.-deskundigen die het MER zullen opmaken mee zullen werken.

21 5 2 ALGEMENE INLICHTINGEN 2.1 BEKNOPTE VOORSTELLING VAN HET PLAN Het plan waarvoor een milieueffectrapport opgemaakt zal worden is de herinrichting van de N26 Nieuwe Mechelsesteenweg tussen de kruising met de E314 en de Den Boschsingel te Leuven en de aanleg van het op- en afrittencomplex ter hoogte van de kruising E314-N26 (afrit 18, Herent). In het plan-mer zullen de effecten van de herinrichting van de N26 en de aanleg en het de aanleg van het nieuwe op- en afrittencomplex op het milieu onderzocht worden. Hierbij zullen volgende disciplines achtereenvolgens 2 bestudeerd worden: q Bodem q Water (grondwater en oppervlaktewater) q Mens-verkeer q Lucht q Geluid en trillingen q Fauna en flora q Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie q Mens-ruimtelijke aspecten 2.2 HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Om de geplande infrastructuurwerken uit te voeren ter hoogte van de gevaarlijke punten en de aanleg van een nieuwe op- en afrit, zal een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan moeten worden opgesteld. De Vlaamse overheid is opsteller van dit Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP). Aan de goedkeuring van een ruimtelijk uitvoeringsplan is een officiële procedure verbonden. Vooraleer een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt goedgekeurd, moet het aan een breed publiek kenbaar worden gemaakt via een openbaar onderzoek (60 dagen). Tijdens dit openbaar onderzoek kan iedereen bezwaar indienen tegen de geplande herinrichting van de weg, tegen de plaats waar de Vlaamse overheid de nieuwe infrastructuur wil aanleggen of tegen de manier waarop zij dit wil doen. 2.3 DE INITIATIEFNEMER De initiatiefnemer van het plan is TV3V: TV3V Plantin en Moretuslei 220, bus ANTWERPEN in opdracht van de Vlaamse Overheid (Agentschap Infrastructuur, Koning Albert II-laan 20, bus 4, 1000 BRUSSEL). 2 Hierbij werden de disciplines in volgorde geschikt op basis van de input die de effectbespreking levert voor de daarop volgende disciplines.

22 6 Figuur 2-1 Situering van het plangebied op het stratenplan van Leuven

23 7 2.4 SAMENSTELLING VAN HET TEAM VAN DESKUNDIGEN Volgende deskundigen zullen het milieueffectrapport (MER) voor het plan Herinrichting N26 Nieuwe Mechelsesteenweg en aanleg van op- en afrit naar E314 in Leuven en Herent opmaken: Erkende MER-deskundigen: Coördinator Francis Vansina, Technum NV Wijnbergenstraat 49, 3010 Leuven (MB/MER/EDA/118/V-2/C geldig tot 02/09/2008) Medewerker: Nele Aerts Deskundige bodem en water Francis Vansina, Technum NV Wijnbergenstraat 49, 3010 Leuven (MB/MER/EDA/118/V-2/C geldig tot 02/09/2008) Deskundige mens-verkeer Marc Jossa, Technum NV (sociaal-organisatorische aspecten) Tomstraat 55, 3800 St.-Truiden (MB/MER/EDA/146/V-2/A) Medewerkers: Arnoud Vervoort deskundige lucht Johan Versieren, Joveco BVBA Kriesberg 29b, 3221 Holsbeek (MB/MER/EDA/059/V-3/C geldig tot 11/05/2010) deskundige geluid en trillingen Chris Neuteleers, Technum NV Ringlaan 22, 3560 Lummen (MB/MER/EDA/556/V-1 geldig tot 26/01/2008) deskundige Fauna-Flora Nele Aerts, Technum NV Schutterslaan 35, 3670 Meeuwen (MB/MER/EDA/681 geldig tot 11/06/2010) deskundige monumenten en landschappen Francis Vansina, Technum NV Wijnbergenstraat 49, 3010 Leuven (MB/MER/EDA/118/V-2/C geldig tot 02/09/2008) In samenwerking met Nele Aerts, Technum NV Schutterslaan 35, 3670 Meeuwen (MB/MER/EDA/681 geldig tot 12/06/2010) deskundige mens-ruimtelijke aspecten Marc Jossa, Technum NV (deeldomein sociaal-organisatorische aspecten) Tomstraat 55, 3800 St.-Truiden (MB/MER/EDA/146/V-2/A geldig tot 2/08/2009) Medewerker: Nele Aerts

24 8 De opmaak van het MER wordt vanwege de initiatiefnemer door volgende personen begeleid: Philip Steppe Projectleider TV3V Plantin en Moretuslei 220, bus Antwerpen Frank Vanbossuyt Provinciaal coördinator TV3V Vlaams-Brabant Plantin en Moretuslei 220, bus Antwerpen

25 9 3 WETTELIJK KADER MILIEUEFFECTRAPPORTAGE 3.1 ALGEMEEN: REDEN VOOR OPMAKEN MER Milieueffectrapportage (m.e.r.-proces) is een instrument om de doelstellingen en beginselen van het milieubeleid te helpen realiseren, nl. het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen. Milieueffectrapportage is een juridisch-administratieve procedure waarbij vóórdat een activiteit, ingreep of plan (projecten of beleidsvoornemens en plannen) plaatsvindt, de milieugevolgen ervan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze worden bestudeerd, besproken en geëvalueerd. De achterliggende grondgedachte suggereert dat het beter is om de voor het milieu schadelijke activiteiten (plannen en projecten) vanaf een vroeg stadium in de besluitvorming te ondervangen en bij te sturen. (bron: Milieueffectrapportage dwingt de overheid mogelijke milieueffecten grondig in overweging te nemen vooraleer zij over de uitvoering van het plan of het project een besluit neemt. De overheid zal aan de hand van het milieueffectrapport haar uiteindelijke beslissing tot uitvoering van het plan motiveren. Ook de burger kan het MER gebruiken voor het formuleren van opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek in het kader van de vergunningsprocedure. De milieueffectrapportage is dus niet alleen van belang voor de overheid, maar ook voor de initiatiefnemer van een plan onderworpen aan de plan-mer plicht, waarbij de erkende deskundige de belangrijke taak heeft zowel de initiatiefnemer als de overheid objectief en op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te duiden op de gevolgen op het milieu van het plan. Een MER is een informatief instrument en geen beslissingsinstrument. De beslissing die genomen wordt door de bevoegde overheid betreffende het al dan niet toelaten of vergunnen van een plan onderworpen aan de plan-merplicht, houdt ook rekening met andere sectoren (sociale, economische en technische belangen) en met openbare inspraak. 3.2 MER-PROCEDURE De procedure voor het opstellen van een MER volgens het MER/VR-decreet van 18 december 2002 wordt gekenmerkt door vier fasen: o Een kennisgevingsfase: tijdens deze fase wordt het kennisgevingsdossier opgesteld en ingediend bij de bevoegde overheid (Dienst Mer). De fase wordt afgesloten met het volledig verklaren van de kennisgeving; o In de richtlijnenfase worden de inhoud en de bijzondere richtlijnen voor het MER vastgesteld door de Dienst Mer; o In de uitvoeringsfase wordt door het team van erkende deskundigen de eigenlijke MER beoordeling opgesteld; o Tijdens de beoordelingsfase wordt het plan-mer inhoudelijk getoetst en goed- of afgekeurd door de Dienst Mer. De verschillende fasen en de erbij horende procedurestappen worden hieronder kort toegelicht. Kennisgevingsfase De initiatiefnemer controleert of het plan moet onderworpen worden aan een milieueffectrapportage. Als het voorgenomen plan plan-mer-plichtig is, stelt de initiatiefnemer een team van deskundigen samen.

26 10 Aan de hand van de kennisgeving brengt de initiatiefnemer de administratie op de hoogte van het voorgenomen plan en plan-mer. De kennisgeving omvat tenminste: o een beschrijving van het plan/de voorgenomen activiteit o relevante gegevens uit vorige rapportages, studies, o de voorgestelde inhoudelijke aanpak van het m.e.r. o een beschrijving en evaluatie van reeds onderzochte alternatieven o de voorstelling van de m.e.r.-coördinator en de erkende m.e.r.-deskundigen Na het ontvangen van de kennisgeving onderzoekt de Dienst Mer of de kennisgeving volledig is en betekent deze beslissing binnen een termijn van 20 dagen na ontvangst van de kennisgeving. Richtlijnenfase Binnen 10 dagen na ontvangst van de volledigheidsverklaring van de kennisgeving stuurt de dienst MER het kennisgevingsdossier door naar de betrokken gemeentebesturen, de vergunningverlenende overheid en de door de Vlaamse regering aangewezen administraties. De gemeenten leggen op hun beurt de kennisgeving ter inzage van het publiek binnen een termijn van 10 dagen na ontvangst ervan en kondigt de terinzagelegging aan. Eventuele opmerkingen over de inhoudsafbakening van het MER moeten binnen 30 dagen aan de Dienst Mer bezorgd worden. De Dienst Mer neemt binnen de 60 dagen na volledigverklaring een beslissing en deelt ze binnen de 70 dagen mee aan de initiatiefnemer, instanties en autoriteiten. De beslissing van de Dienst Mer heeft betrekking op: o de inhoud van het plan-mer en de inhoudelijke aanpak van de rapportage, met inbegrip van de methodologie o de bijzondere richtlijnen voor het opstellen van het plan-mer o de aanstelling van de opstellers De Dienst Mer houdt bij haar beslissing rekening met: o de relevantie van de milieueffecten en de opmerkingen en commentaren van de instanties en het publiek, in het bijzonder deze die handelen over te onderzoeken effecten, alternatieven of maatregelen Uitvoeringsfase Tijdens de uitvoeringsfase stelt het team van erkende deskundigen het plan-mer op onder leiding van een MER-coördinator. Meestal wordt er tussentijds een ontwerp-plan-mer opgesteld dat informeel besproken wordt door de initiatiefnemer, het team van deskundigen, de Dienst Mer en aangeschreven administraties en openbare besturen. Beoordelingsfase Na indiening van het plan-mer bij de Dienst Mer controleert deze of het MER beantwoordt aan de inhoudelijke vereisten van de richtlijnen. Daarna keurt de Dienst Mer het MER goed of af en stellen ze een goedkeurings- of afkeuringsverslag op. Deze goed- of afkeuring wordt binnen een termijn van 60 dagen betekend aan de initiatiefnemer, de betrokken overheden, administraties, de MERcoördinator en het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeentebesturen. Het goedgekeurd plan-mer maakt in betreffend geval deel uit van het GRUP en doorloopt samen met het GRUP het betreffende openbaar onderzoek. Het plan-mer is een openbaar document.

27 11 De verschillende procedurestappen die in elk van de fasen doorlopen dienen te worden, worden in onderstaande figuur vereenvoudigd weergegeven (voor een plan zonder grensoverschrijdende effecten 3 ). 3 In geval er grensoverschrijdende effecten verwacht worden, worden de genoemde termijnen voor het vaststellen van de richtlijnen en de goedkeuring van het MER verlengd met 20 dagen. Daarnaast dienen de kennisgeving, de richtlijnen en de beslissing ook naar de Espoo-verdragspartij te worden verstuurd. Voorliggend project zal geen grensoverschrijdende effecten tot gevolg hebben (zie hoofdstuk 12).

28 12 Kennisgevingsfase Binnen 70 dagen na volledigverklaring De initiatiefnemer stelt de kennisgeving op en dient deze in bij de Dienst Mer De Dienst Mer bundelt de opmerkingen van de inwoners, openbare besturen en administraties; verwerkt de opmerkingen tot richtlijnen voor het opstellen van het MER en betekent deze richtlijnen aan de initiatiefnemer, betrokken overheden, administraties en gemeentebesturen Binnen 20 dagen na ontvangst Uitvoeringsfase De Dienst Mer verklaart de kennisgeving (on)volledig en meldt dit aan de initiatiefnemer Het team van deskundigen onder leiding van een coördinator stelt het MER op en dient het MER in bij de Dienst Mer (al dan niet na indiening en bespreking van een ontwerp-mer) Richtlijnenfase Zodra de kennisgeving volledig verklaard is: binnen 10 dagen na ontvangst De dienst Mer verstuurt de kennisgeving naar betrokken overheidsadministraties, gemeente en provincie Beoordelingsfase Binnen 60 dagen na ontvangst De Dienst Mer keurt het MER goed of af en stelt een verslag op. De Dienst Mer betekent de beslissing aan de initiatiefnemer, betrokken overheden, MERcoördinator, administraties en gemeentebesturen Binnen 10 dagen na ontvangst Gemeenten en/of provincies leggen de kennisgeving ter inzage Plan-MER wordt gevoegd bij GRUP Binnen 30 dagen na start terinzagelegging Gemeenten en/of provincies versturen de opmerkingen naar de Dienst Mer Figuur 3-1 Stroomschema van de plan-mer-procedure, met situering van de terinzagelegging, ingeval geen grensoverschrijdende effecten van belang zijn

29 TOETSING AAN DE MER-PLICHT De noodzaak tot opmaak van een plan-mer Door de realisatie van van de herinrichting van de N26 Nieuwe Mechelsesteenweg en de aanleg van een nieuwe op- en afrit, dienen ruimtelijke bestemmingen te worden gewijzigd en is bijgevolg een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan noodzakelijk. Volgens het recent gepubliceerde plan-mer-decreet 4 valt een plan dat wordt opgesteld om middels een wetgevingsprocedure door de Vlaamse Regering te worden vastgesteld én dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project, binnen het toepassingsgebied van het plan-mer-decreet. Dit betekent dat het voorziene gewestelijk RUP binnen het toepassingsgebied van het plan-mer-decreet valt. Het voorgenomen plan heeft bijgevolg betrekking op ruimtelijke ordening en vormt bovendien het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage II (meer bepaald rubriek 13, wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I of bijlage II, waarvoor reeds een vergunning is afgegeven, die zijn of worden uitgevoerd en die aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben (niet in bijlage I opgenomen wijziging of uitbreiding) en is bijgevolg plan-mer-plichtig. Het betreft de wijziging van een project van rubriek 9 van bijlage I, aanleg van autosnelwegen en autowegen, met inbegrip van de hoofdwegen) van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december RELATIE PLAN-MER/GRUP Voorgaande paragraaf geeft de plan-mer-plicht van voorliggend plan aan. Hoewel het plan-merdecreet momenteel nog niet in voege is, wordt hieraan toch maximaal uitvoering gegeven. Het plan-mer-decreet maakt melding van het zogenaamde integratiespoor dat toelaat om het plan-mer in de opmaakprocedure van het plan te integreren. Het integratiespoor betekent concreet dat de opmaak van het plan-mer zowel procedureel als inhoudelijk geïntegreerd wordt in de opmaak van het RUP. De geschetste aanpak laat toe om de milieuaspecten van bij de aanvang van de visievorming reeds mee te nemen in de overwegingen in plaats van eerst een plan te maken, af te werken en daarna pas op zijn milieuaspecten te beoordelen. Op deze wijze wordt het mogelijk om een simultane en integrale evaluatie te maken van de effecten op vlak van mobiliteit en milieu, waardoor evaluerend ontwerpen mogelijk wordt. De studieresultaten van het GRUP inclusief milieubeoordeling uit het plan-mer, worden gerapporteerd in één rapport. In onderstaande figuur worden de relaties in het stappenplan en proces tussen het ruimtelijk ontwerp van de weginfrastructuur, het GRUP en de milieubeoordeling aangegeven. Het ruimtelijk ontwerp levert de randvoorwaarden voor het in de toekomst op te stellen GRUP. De officiële procedure voor het opmaken van het GRUP zal slechts opgestart worden nadat de procedure voor het plan-mer afgerond werd en geleid heeft tot een goedgekeurd plan-mer. 4 Decreet houdende de wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, BS 20/06/2007.

30 14 GRUP Ruimtelijk ontwerp nieuwe infrastructuur Karakteristieken ruimtelijke drager Milieueffecten (MER) Ecologie Mens Economie Mogelijke planalternatieven Milieu- en leefbaarheidseffecten op hoofdlijnen Ruimtelijke- en stedenbouwkundige randvoorwaarden en voorschriften Meest milieuvriendelijk inrichtingsalternatief Milieu- en leefbaarheidsaspecten in detail GRUP Meest milieuvriendelijk uitvoeringsalternatief Figuur 3-2 Relatie tussen proces voor ruimtelijk ontwerp, MER en (toekomstig) GRUP

31 VERPLICHTING INZAKE WATERTOETS Juridisch/beleidsmatig kader Op 18 juli 2003 werd het decreet betreffende het Integraal Waterbeleid (IWB) bekrachtigd door de Vlaamse regering. Dit decreet geeft uitvoering aan de Europese kaderrichtlijn Water en moet leiden tot een duurzaam waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet voorziet dat er, in de strijd tegen wateroverlast en overstromingen, meer ruimte voor water wordt gecreëerd. Ook een betere waterkwaliteit en een vrijwaring van de watervoorraden worden beoogd. Deze uitgangspunten zijn echter niet altijd verzoenbaar met het huidig grondgebruik door woningbouw, industrie en landbouw of (water)wegeninfrastructuur. In artikel 8 van het decreet is daarom de invoering van de watertoets voorzien. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of dit zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. De overheid houdt bij het nemen van haar beslissing rekening met de relevante waterbeheerplannen, die de concretisering van het integraal waterbeleid zullen vormen en als toetsingskader kunnen dienen voor de beoordelingen door de overheid in het kader van de watertoets, voorzover deze plannen bestaan. Momenteel zijn nog geen waterbeheerplannen door de Vlaamse regering vastgesteld. Via de watertoets wordt inhoudelijk en procedureel een expliciete plaats gegeven aan waterbelangen in de totstandkoming van plannen, programma s en vergunningsbesluiten. De watertoets is, samen met het decreet Integraal Waterbeleid, sinds 24 november 2003 in voege getreden. Momenteel zijn de nodige uitvoeringsbesluiten met algemene richtlijnen en nadere regels in voorbereiding om enerzijds te bepalen welke handelingen of activiteiten schadelijke effecten veroorzaken voor het watersysteem, en om anderzijds te bepalen welke de gepaste voorwaarden zijn om het schadelijk effect te vermijden, te beperken, te herstellen of te compenseren Kenmerken van het instrument watertoets De watertoets kan in het algemeen worden omschreven als het proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de mogelijke schadelijke effecten van plannen, programma s of vergunningsbesluiten op het watersysteem. Het doel van de watertoets is in hoofdzaak het ontstaan van schadelijke effecten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken, en als dat niet kan, om de schadelijke effecten te herstellen of te compenseren. Daarnaast dient de toepassing van de watertoets gekoppeld te worden aan een uitdrukkelijke motiveringsplicht (artikel 8, paragraaf 2). Op die manier zal men in elke vergunning, plan of programma komen tot wat in Nederland de waterparagraaf wordt genoemd. Het doel van de waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van hoe in een vergunning, plan of programma rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer Integratie met milieueffectrapportage In paragraaf 4 van artikel 8 van het decreet Integraal Waterbeleid is een koppelingsbepaling opgenomen, die de integratie van de watertoets in de discipline Water van het plan-mer beschrijft. Deze koppelingsbepaling bepaalt dat voor de vergunningsplichtige activiteit, plan of programma dat onderworpen is aan een milieueffectenrapportage, de analyse en evaluatie van het al dan niet

32 16 optreden van een schadelijk effect en de op te leggen voorwaarden om dat effect te vermijden, te beperken, te herstellen of te compenseren, in het rapport (MER) dient te gebeuren. De watertoets voor het plan Herinrichting N26 Nieuwe Mechelsesteenweg en aanleg op- en afrit E314 zal in het hoofdstuk Water van het MER opgenomen worden. 3.6 VERDERE BESLUITVORMING Met de inhoud van het plan-mer zal rekening gehouden worden bij de opmaak van het Gewestelijk RUP voor herinrichting van de N26 en de aanleg van een nieuwe op- en afrit naar de E314. Het voorontwerp RUP zal op de plenaire vergadering besproken en nadien eventueel bijgestuurd worden. Daarna wordt het door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld. Dit ontwerp van gewestelijk RUP wordt dan onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen. De inspraakreacties worden gebundeld en verwerkt door de VLACORO (Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening) dewelke een gemotiveerd advies uitbrengt. Uiteindelijk wordt het RUP (na eventuele aanpassingen) definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering. Nadien zal in het kader van de aanvraag van de nodige stedenbouwkundige vergunning nog een project-mer moeten worden opgemaakt om de milieueffecten van de gekozen locatie in detail te evalueren. Aangezien het project echter kadert in bijlage II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 en bovendien een plan-mer wordt opgesteld, kan tevens een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de mer-plicht worden aangevraagd. De initiatiefnemer kiest voor deze laatste optie en zal een gemotiveerd verzoek tot ontheffing indienen. Eens de ontheffingsaanvraag is opgemaakt en goedgekeurd, kunnen de benodigde vergunningen worden aangevraagd. Het door de Dienst Mer goedgekeurde verzoek tot ontheffing van de MER-plicht moet als bijlage bij het stedenbouwkundige vergunningsaanvraagdossier voor het project gevoegd worden. De stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd bij de gemeente (College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Herent en Leuven). Voor MER-plichtige werken, zoals voorliggend project, dient bij de beoordeling van de stedenbouwkundige vergunning een openbaar onderzoek te worden georganiseerd. Tijdens deze periode van 30 dagen kunnen bezwaarschriften en opmerkingen ingediend worden. Het door de dienst Mer goedgekeurde ontheffingsdossier dient als bijlage van het vergunningsaanvraagdossier ter beschikking te zijn tijdens het openbaar onderzoek. Een onderdeel in de natuurwetgeving is het reglement voor het wijzigen van een vegetatie of van een klein landschapselement. Dit werd vastgesteld in het Besluit van 23 juli 1998, het Vegetatiebesluit. Hieruit volgt dat het rooien, verwijderen of beschadigen van vegetaties of kleine landschapselementen verboden kan zijn of dat hier voorwaarden aan verbonden zijn. Binnen het projectgebied bevinden zich holle wegen en houtkanten. Volgens Hoofdstuk IV, Afdeling I, Artikel 7 van het vegetatiebesluit is het wijzigen van holle wegen verboden, hetzij uitgevoerd op basis van een regelmatige bouwvergunning afgeleverd met toepassing van de wetgeving op de ruimtelijke ordening na advies van de bevoegde administraties en voor zover uitdrukkelijk is voldaan aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. Het Agentschap voor Natuur en Bos levert hierbij advies, waarvan de bepalingen in de bouwvergunning mee opgenomen dienen te worden. Voor het rooien, verwijderen of beschadigen van kleine landschapselementen (andere dan holle wegen, graften, bronnen ) in landschappelijk waardevol agrarisch gebied is een natuurvergunningsaanvraag nodig. Na het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning en de natuurvergunning kan de herinrichting van de weg aangevat worden.

33 17 4 VERANTWOORDING VAN HET PLAN In het mobiliteitsplan Vlaanderen is volgende passage terug te vinden: Op kruispunten van gewestwegen buiten de bebouwde kom vonden in ongevallen plaats, met 112 doden en zwaar gewonden als gevolg. Op kruispunten op gemeentewegen buiten de bebouwde kom is de problematiek gelukkig iets minder ernstig. Hier vielen in doden en 381 zwaar gewonden in ongevallen. Het is bijgevolg nog steeds van belang om buiten de bebouwde kom en op de stedelijke ringwegen het verkeersveiligheidsbeleid, gericht op zwarte punten, verder te zetten. Op dit ogenblik worden jaarlijks ongeveer 20 zwarte punten verbeterd. Om alle huidige zwarte punten tegen 2010 volledig te hebben weggewerkt, is het noodzakelijk dat het huidige ritme van 25 herinrichtingen van kruispunten per jaar opgetrokken wordt tot 100 per jaar. Voor de overige kruispunten op gewestwegen en op gemeentewegen zou moeten worden nagegaan hoe met eenvoudige middelen bijkomend het risico kan worden verminderd. Voorliggend plan kadert in het programma voor het wegwerken van de gevaarlijke punten en wegvakken in Vlaanderen. Hiervoor is een vijfjaren programma opgezet om deze projecten aan te pakken. Door de Vlaamse Regering is hiervoor een budget voorzien van 100 miljoen Euro per jaar. Omwille van de hoogdringendheid van de problematiek rond verkeersveiligheid werd een ambitieus jaarprogramma 2004 opgezet met 172 projecten over het hele Vlaamse land Het voorliggende project bestaat uit het wegwerken van drie gevaarlijke punten, namelijk punt 2007, 2113 en 2001 (zie onderstaande Figuur 2-1). Ter verantwoording van de wijziging van deze kruispunten wordt hierna kort de configuratie van de situatie ter plaatse toegelicht, alsook een bespreking van de voorkomende ongevallen en hun frequentie. Op basis van de aflijning van de dominante ongevallen wordt een hypothese opgesteld voor de oorzaak van deze ongevallen. Tot slot worden verschillende oplossingen voorgesteld om de oorzaak van de ongevallen weg te nemen, om tot een veiligere kruispuntsituatie te komen. Het uit te realiseren plan neemt deze oplossingen mee in afweging, om zo tot de huidige weerhouden herinrichtingen te komen die verder worden behandeld.

34 18 Figuur 4-1 Situering gevaarlijke punten

35 GEVAARLIJK PUNT 2007 Het gevaarlijk punt 2007, N26 Nieuwe Mechelsesteenweg met op- en afrittencomplex E314, ligt buiten de bebouwde kom en is in zijn huidige opbouw een met verkeerslichten geregeld 5-taks kruispunt. De lichten regeling heeft een niet-gecoördineerde werking en een gecoördineerde werking met het ander deel van het op- en afrittencomplex van de E314 met de N Bepaling dominante ongevallen Zuidelijk punt (afrit Brussel/Bertem) Aan de hand van het manoeuvrediagram kunnen de dominante ongevalsgroepen bepaald worden. In totaal zijn er 36 ongevallen in het manoeuvrediagram opgenomen. Uit die ongevallen zijn er 3 dominante ongevalsgroepen te bepalen, te weten: q De voorrangsongevallen op de bypass van de afrit van de E314, in totaal 9 ongevallen q De voorrangsongevallen in deelconflict regeling, in totaal 15 ongevallen q De voorrangsongevallen tussen rechtsafslaande motorvoertuigen met rechtdoorgaande bromfietsers, in totaal 6 ongevallen Verder zijn er nog een viertal kopstaart botsingen waarvan 3 bij verkeerslichten. Noordelijke punt (afrit Aarschot / Lummen) Er is één dominante ongevalsgroep: q Dat zijn de voorrangsongevallen in het deelconflict Verder is er nog 1 ongevalsgroep Kop-staartongevallen in totaal 3 ongevallen twee op afrit komende vanuit Lummen en 1 op de Nieuwe Mechelsesteenweg komende vanuit Mechelen Opstellen hypothese oorzaak ongevallen Zuidelijke punt (afrit Brussel/Bertem) De volgende hypotheses kunnen bij de dominante ongevalsgroepen gesteld worden: q Voorrangsongevallen op bypass afrit E314 q Kruispunt valt onvoldoende of niet tijdig op q Geel knipperlicht valt te laat op q Rijsnelheid op afrit ligt te hoog q Geen uitzicht driehoeken van en op de kruisende wegen q Te hoge intensiteiten N26, geen hiaten

36 20 Voorrangsongevallen in deelconflictregeling: q De toegelaten deelconflicten en de intensiteit vormen een te grote belasting voor de weggebruikers q De voorrangsplichtige verkeert in de veronderstelling dat de regeling conflict vrij is Voorrangsongevallen met rechtsafslaande motorvoertuigen en rechtdoorgaande bromfietsers: q Automobilist kan afslaande beweging met een te hoge snelheid nemen q Ontbreken van opstelruimte voor motorvoertuig q Door de hoge rijsnelheid van de bromfietser wordt deze door de automobilist te laat opgemerkt Hypothese voor kopstaart ongevallen bij verkeerslichten: q Verkeerlichten vallen onvoldoende of te laat op q Te korte geelfase q Rijsnelheden liggen te hoog Noordelijke punt (afrit Aarschot / Lummen) q Voorrangsplichtige is in de veronderstelling dat de regeling conflictvrij is q De toegelaten deelconflicten en intensiteit vormen een te zware belasting voor de weggebruiker q De lichten zijn niet goed of tijdig zichtbaar Voorgestelde oplossingen De AVOC methode reikt op basis van de gedetecteerde ongevalsoorzaak volgende aanpassingsmaatregelen van het bestaande kruispunt aan: q Rechtsafslag verbod voor auto s richting Mechelsesteenweg q Afsluiten Mechelsesteenweg voor autoverkeer q Zorgen voor opstelruimte tussen fietspad en rijweg voor auto s q Zorgen voor snelheidsremmer voor bromfietser ter hoogte van oversteek q Verminderen deelconflicten in faseregeling q Groenfase rechtdoorgaand verkeer eerder laten beginnen en laten eindigen dan afslaand verkeer q Bypass in lichtenregeling opnemen Of de verkeerslichten vervangen door een rotonde In de verkeersplanologische context worden 2 voorstellen gedaan: q Hollands complex q Verkeerslichten Uit de capaciteitsbeoordeling blijkt dat verkeerslichten uit oogpunt van de capaciteit wenselijk zijn.

37 21 Rekening houdend met de drie invalshoeken (verkeersveiligheidsanalyse, verkeersplanologische context, verkeerskundige context) wordt door TV3V voorgesteld om het streefbeeld te volgen en een tweede oprit naar de E314 te realiseren. Hoewel een tweede oprit vanuit capaciteit niet noodzakelijk is heeft deze wel als voordeel dat het aantal de verkeersstromen worden vereenvoudigd en het aantal conflictpunten afneemt. Om de veiligheid op de kruispunten te verbeteren wordt voorgesteld om conform het streefbeeld de afrit van de E314 uit Brussel samen met de Mechelsesteenweg naar het zuiden te verplaatsen en deze tegenover elkaar te dimensioneren. Aangezien op de kruispunten met name ongevallen voorkomen als gevolg van deelconflicten (rechtsafslaande auto s met rechtdoorgaande fietsers) wordt voorgesteld om de verkeerslichten volledig conflictvrij te maken en de by-passes te annuleren. De verkeerslichten hebben op basis van de huidige kruispuntconfiguratie onvoldoende afwikkelingscapaciteit en/of opstellengte. Om ruimte te creëren voor langere opstelstroken naar de E314 is het noodzakelijk om de fietspaden op het viaduct te annuleren. Ter compensatie wordt een fietsbrug aan de noordzijde van het viaduct voorgesteld. Om onnodige oversteekbewegingen te voorkomen is het wenselijk dat conform het streefbeeld aan de noordzijde van de N26 een tweerichtingsfietspad wordt gerealiseerd. Op het nieuw te realiseren kruispunt van de verlegde oude Mechelsesteenweg met de afrit van de E314 uit Bertem is het noodzakelijk om op de Nieuwe Mechelsesteenweg vanuit Leuven naar de snelweg drie rechtdoorgaande rijstroken te voorzien. Om het kruispunt overzichtelijk te houden en extra weefbewegingen te voorkomen wordt voorgesteld om de rechtafslagstrook van de Mechelsesteenweg naar de E314 Aarschot reeds voor het kruispunt met de oude Mechelsesteenweg te laten beginnen. De afslagstrook kan dan ook mede gebruikt worden door het afslaande verkeer naar de Mechelsesteenweg.Aangezien de afrit niet op korte termijn verlegd kan worden, wordt voorgesteld om in eerste instantie de bestaande afrit te handhaven. De oude Mechelsesteenweg wordt wel verlegd en ook de fietsbrug wordt gerealiseerd. Door vanaf de bestaande afrit een verbinding te maken naar de verlegde oude Mechelsesteenweg blijven en alle verkeersbewegingen mogelijk en kan het kruispunt al grotendeels conform de lange termijn oplossing worden vormgegeven. 4.2 GEVAARLIJK PUNT 2113 Het gevaarlijk punt 2113 ligt buiten de bebouwde kom en is in zijn huidige opbouw een 4-taks voorrangskruispunt Bepaling dominante ongevallen Aan de hand van het manoeuvrediagram kunnen de dominante ongevalsgroepen bepaald worden. In het manoeuvrediagram zijn in totaal 14 ongevallen opgenomen. In die 14 ongevallen is er 1 dominante ongevalsgroep: q De voorrangsongevallen met rechtsafslaande motorvoertuigen met rechtdoorgaande brom-/fietsers vanuit de richting Leuven, in totaal 8 ongevallen Verder zijn er nog 6 ongevallen, waarvan 5 verschillende type ongevallen, die niet dominant zijn: q Afslaande motorvoertuigen tegen achterop komende bromfietsers vanuit de richting Herent q Voorrangsongeval met motorvoertuig en fietser komend uit de tegenovergestelde richting q Voorrangsongeval met voertuig uit de Kareelveld met voertuig rijdend op de Nieuwe Mechelsesteenweg komend uit de richting Leuven q Linksafslaande automobilist tegen tegemoet komende brom-/fietsers q Kopstaart ongeval

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving WOORD VOORAF: Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving De bedoeling van dit voorwoord is om een kort overzicht te geven van de mer-procedure. Tevens

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten

Nadere informatie

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus 2015 Karen Polfliet Arcadis Belgium Inhoud: - MER plicht en - procedure - Inhoud van de kennisgeving - Aspecten van het MER-onderzoek - Inspraakmogelijkheden

Nadere informatie

Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant Luchthavenlaan VILVOORDE

Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant Luchthavenlaan VILVOORDE Vlaamse Overheid Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant Luchthavenlaan 4 1800 VILVOORDE KENNISGEVING PLAN-MILIEUEFFECTRAPPORT Aanleg van een nieuw complex op de A4/E411 ter hoogte van de Brabandtlaan

Nadere informatie

Vlaams Gewest Agentschap Wegen en Verkeer Koning Albert II-laan 20, bus Brussel

Vlaams Gewest Agentschap Wegen en Verkeer Koning Albert II-laan 20, bus Brussel Vlaams Gewest Agentschap Wegen en Verkeer Koning Albert II-laan 20, bus 4 1000 Brussel KENNISGEVING PLAN Aansluitingscomplex N49 te Kaprijke en omleidingsweg te Lembeke Project TV3V nr. 4019 Juli 2010

Nadere informatie

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG?

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? KNOKKE Blokkersdijk Sint-Annabos E34 Charles de Costerlaan Vlietbos Middenvijver R1 Zwijndrecht Blancefloerlaan P. Coplaan Galgenweel Burchtse Weel E17 GENT Burcht Schelde WAT

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke 25 APRIL 2014. - Decreet houdende het rechtsherstel van ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de planmilieueffectrapportage werd opgesteld met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18

Nadere informatie

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent te Sint-Niklaas - Verslag plenaire vergadering 8 juli 2015 Ruimte Vlaanderen Afdeling Gebieden en Projecten Koning Albert II-laan

Nadere informatie

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Plan-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.744/1/V van 10 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Eurostadium Brussels

Eurostadium Brussels Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, Milieueffectrapportage Graaf

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 WelkoM Hallo, Deze leeswijzer begeleidt u doorheen de kennisgevingsnota van het milieueffectenrapport voor de ontsluiting Haspengouw

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Infomoment Verapazbrug

Infomoment Verapazbrug Infomoment Verapazbrug Toelichting kennisgevingsnota project-mer 08 december 2015 P/A BOVA ENVIRO+ NV WELLINGSTRAAT 102 9070 DESTELBERGEN Tel.: + 32 9 328 11 40 - Fax: + 32 9 328 11 50 Inhoud Mer: wat

Nadere informatie

Ontheffing van MER-plicht

Ontheffing van MER-plicht Ontheffing van MER-plicht Administratie ontvangt een gemotiveerd verzoekschrift tot ontheffing Mogelijke grensoverschrijdende effecten? Administratie bezorgt info aan verdragspartij (art.4.3.3 5) Max.

Nadere informatie

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax (02)553 80 75 www.mervlaanderen.be Verzoek tot ontheffing van

Nadere informatie

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring van de

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van een attractiepark Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

MER in de omgevingsvergunning

MER in de omgevingsvergunning MER in de omgevingsvergunning Inhoud Wat zijn de grote veranderingen? Wat is er nieuw in het algemeen? Welke wetgeving is er? Toelichting over de project-mer-procedure Handleiding voor INI/deskundigen

Nadere informatie

Aanvraag van een planologisch attest

Aanvraag van een planologisch attest Bijlage I Model I Aanvraag van een planologisch attest AFDELINGSCODE- (Vul hier het adres in van de gedelegeerd planologisch ambtenaar) In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum Bezorg

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat Procesnota Gemeentebestuur Beveren Stationsstraat 2 9120 Beveren Gaspar Bosteels Ruimtelijk

Nadere informatie

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES Definitieve versie Opdrachtgever: LNE, afd. AMNE, dienst Mer COLOFON Opdracht: Handleiding participatie in het m.e.r.-proces Definitieve versie Opdrachtgever:

Nadere informatie

PLAN-MER CAPACITEITSUITBREIDING VAN HET SLUIZENCOMPLEX VAN WIJNEGEM Kennisgeving

PLAN-MER CAPACITEITSUITBREIDING VAN HET SLUIZENCOMPLEX VAN WIJNEGEM Kennisgeving PLAN-MER CAPACITEITSUITBREIDING VAN HET SLUIZENCOMPLEX VAN WIJNEGEM Kennisgeving Opdrachtgever: nv De Scheepvaart, afdeling Waterbouwkunde Datum: 16 maart 2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 5 april 1995

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E A D V I E Z E N I N K A D E R V A N H E T O N D E R Z O E K T O T M I L I E U E F F E C T R A P P O R T A G E V A N H E T R U P WOONWIJKEN

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12 Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan procesnota 1 Procesnota 1 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overlegstructuur... 4 2.1 Planteam...

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

/11/2015

/11/2015 Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02 553 80 79 F 02 553 80 75 www.mervlaanderen.be AKIVAR Sint-Maartensveldstraat

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

BETREFT: plan MER screening

BETREFT: plan MER screening Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Antwerpen Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 ANTWERPEN T 03 224 63 14 aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be Stad Antwerpen Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling Francis

Nadere informatie

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG 1 Aangeschreven adviesinstanties Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP Klein Schrieken te Heist-op-den-Berg in het kader

Nadere informatie

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo)

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus

Nadere informatie

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Toelichting van de inspraakprocedure voor de realisatie van de projectgebieden van het Sigmaplan. weg van water uitvoeringsplan.indd 1 15/06/2009

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Art. 4.1.1, 1, 4 DABM 3 cumulatieve voorwaarden Opstellen en/of vaststellen voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechtelijke bepalingen

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan procesnota 1 Procesnota 1 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overlegstructuur... 4 2.1 Planteam...

Nadere informatie

Rondzendbrief VLBR-RO/2014-01

Rondzendbrief VLBR-RO/2014-01 Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 1. Inhoud van deze rondzendbrief Naar aanleiding van het wijzigingsdecreet van 25 april 2014 werd deze rondzendbrief opgemaakt. Het specifiek goedkeuringstoezicht

Nadere informatie

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ PROCESNOTA 1 inleiding 2 planningsproces geïntegreerd planningsproces maand De Vlaamse Regering bekrachtigde op 1 juli 2016 het decreet waardoor de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen

Nadere informatie

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem 06426 Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem mei 2019 procesnota - fase startnota plan.id. RUP_37011_214_00009_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be

Nadere informatie

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p Initiatiefnemer CBS van Riemst Maastrichtersteenweg 1b 3770 Riemst Ontwerper Josiane Merken, ruimtelijke planner

Nadere informatie

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 25 september 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00809 Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/07133 - Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

DOSSIER PARK SPOOR OOST

DOSSIER PARK SPOOR OOST DOSSIER PARK SPOOR OOST Juridische stand van zaken Marleen RYELANDT, advocaat Procedure in schorsing en nietigverklaring van de stedenbouwkundige vergunning voor heraanleg van site Spoor Oost, niet alleen

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag van de planmilieueffectrapportage voor het gewestelijk RUP Missing Link N60 ter hoogte van Ronse

Goedkeuringsverslag van de planmilieueffectrapportage voor het gewestelijk RUP Missing Link N60 ter hoogte van Ronse Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Richtlijnen milieueffectrapportage Uitbreiding

Nadere informatie

TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT

TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT STAND VAN ZAKEN 08.11.2012 Opzet van de studie TRECHTERINGSTUDIE KENNISGEVINGSNOTA ONDERZOEK RUIMTELIJKE INPASSING PLAN MER Afgelegd traject tot kennisgevingsnota

Nadere informatie

PITTEM RUP DE POSTERIJ

PITTEM RUP DE POSTERIJ 06008 PITTEM RUP DE POSTERIJ DECEMBER 2018 procesnota plan.id. RUP_37011_2.14_00010_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E info@wvi.be datum aanpassing fase algemeen

Nadere informatie

KLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel

KLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel KLANKBORDGROEP 2 PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel 7 9-10-2013 AGENDA 1. verwelkoming 2. bespreking inhoud kennisgevingsnota op hoofdlijnen 3. tafeldebatten 4. kort refl ectiemoment

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505760 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Zwalm - provinciaal RUP Reconversie verblijfsrecreatie Rekegemstraat Definitieve vaststelling.

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL Tel (02)553 80 79 Fax (02)553 80 75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota ZELZATE RUP EUROHAL 01.06.2018 WWW.VENECO.BE I. COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Planid: RUP_43018_214_00006_00001 Versie Datum Omschrijving

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? SCHEMA GEEN PLANMER GEEN PLAN-MER Fase 1: DEFINITIE? Neen Ja Fase 2: TOEPASSINGSGEBIED? Neen Ja Fase 3: VAN RECHTSWEGE? Neen Ja SCREENING PLAN-MER

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus VR 2018 1409 DOC.1020/5BIS Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften Bijlage II Stedenbouwkundige

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring project-milieueffectrapport

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

RUP Oude Dokken Gent

RUP Oude Dokken Gent Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n de R U P s V r o e

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Leuven Noord. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Leuven Noord. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leuven Noord BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou) Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018

Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018 Informatiemoment PRUP Zonevreemd Jeugdverblijf De Horizon (Bredene) Infomoment 6 september 2018 Algemeen - Tijdens de periode van publieke inspraak van 12 maart 2018 tot en met 12 mei 2018 zijn er verschillende

Nadere informatie

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Goedkeuring plan-milieueffectrapport Verbreding (modernisering) Albertkanaal tussen Wijnegem en Antwerpen nv De Scheepvaart

Goedkeuring plan-milieueffectrapport Verbreding (modernisering) Albertkanaal tussen Wijnegem en Antwerpen nv De Scheepvaart Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie