Ministerie van Infrastructuur en Milieu Standaard Platform - Aansluitvoorwaarden Applicaties en Componenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ministerie van Infrastructuur en Milieu Standaard Platform - Aansluitvoorwaarden Applicaties en Componenten"

Transcriptie

1 Document D-4 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Standaard Platform - Aansluitvoorwaarden Applicaties en Componenten Versie 1.0 Datum 15 juli 2014 Status Definitief

2

3 Colofon Versie 1.0 Contactpersoon Paul Leunissen M Paul.Leunissen@minienm.nl Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hoofddirectie Financiën, Management en Bedrijfsvoering Directie Concern Informatievoorziening Afdeling Architectuur en Informatie Management Team Architectuur Koningskade 4 Postbus EX Den Haag Auteurs Stephen Oostenbrink Pagina 3 van 26

4

5 Inhoud 1 Inleiding Identificatie Leeswijzer Doel van dit document Referenties Afkortingen Begrippen en aan applicaties Opzet applicaties Applicatie Ontwikkelen voor het Standaard Platform Scheiden van omgevingsspecifieke configuratie Databases Database wijzigingen ESB Applicatie Server (AS) containers Performance Applicaties zijn clusterbaar Applicaties zijn Java EE 6 compliant Webservices zijn stateless Versioneren Omgevingsspecifieke configuratiebestanden Aanlever formaat van artefact(en) Uitrollen Leveranciersomgeving en PKIoverheid certificaat Opzet Databases Ingebruikname Command line client Black box Ondersteuning Bijlage 1 XSD s common.xsd application-deployment-meta.xsd Pagina 5 van 26

6

7 1 Inleiding 1.1 Identificatie Dit document beschrijft de eisen die het Standaard Platform van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt aan leveranciers zodat hun maatwerksoftware samenwerkt met het Standaard Platform. 1.2 Leeswijzer Om dit document goed te begrijpen wordt het document IMEA Katern Standaard Platform als bekend verondersteld. 1.3 Doel van dit document Het doel van dit document is het informeren van leveranciers aan welke eisen hun maatwerksoftware moet voldoen om gebruik te kunnen maken van het Standaard Platform. 1.4 Referenties De volgende documenten zijn relevant om dit document goed te begrijpen. # Referentie Document 1 Afkortingen en begrippen IenM - Standaard Platform - Afkortingen en begrippen - v0.9.docx 2 SGA IMEA - Katern - Service Gerichte Architectuur - v1.0.docx 3 SP IMEA - Katern - Standaard Platform - v1.0.docx 4 Koppelingen IMEA - Katern - ESB Koppelingen - v1.0.docx 5 Aansluitvoorwaarden IMEA - Aansluitvoorwaarden - v1.0.docx 1.5 Afkortingen In dit document worden de volgende afkortingen gehanteerd. Zie het document IenM Standaard Platform Afkortingen en begrippen [Afkortingen en begrippen]. 1.6 Begrippen Aangezien dit document voor diverse doelgroepen bedoeld is en het in algemene zin belangrijk is dat een document op een eenduidige manier geïnterpreteerd wordt, volgen hierna diverse begrippen die van belang zijn bij het lezen van dit document. Zie het document IenM Standaard Platform Afkortingen en begrippen [Afkortingen en begrippen]. Pagina 7 van 26

8 2 en aan applicaties Maatwerksoftware moet aan een aantal eisen voldoen om gebruik te maken van het Standaard Platform. Hierdoor zal de applicatie correct werken op het Standaard Platform en automatisch uitgerold worden. De eisen beschreven in dit hoofdstuk zijn gerealiseerd als referentie implementatie zodat ontwikkelaars beschikken over een werkend voorbeeld, zie hoofdstuk Opzet applicaties Een applicatie bestaat uit een front-end en de backend componenten die ontsloten worden met webservices. Deze webservices zijn altijd ontkoppeld door de ESB. OA01 OA02 OA03 OA04 OA05 Front-end: De front-end ook wel aangeduid als interactiekanaal is de gebruikersinterface die verantwoordelijk is voor het afhandelen van de gebruikersinteractie en terugkoppeling naar de gebruiker. De front-end bevat geen business logica. Business logica is onderdeel van de backend en wordt met webservices ontsloten. De front-end maakt gebruik van de backend webservices via koppelingen op de ESB. Rechtstreekse koppelingen zijn niet toegestaan. Voorbeelden van een interactiekanaal zijn mobile, app, web en desktop. Koppelingen: Een koppelvlak op de ESB. Een ESB zorgt voor ontkoppeling tussen webservice afnemende systemen en webservice aanbiedende systemen. Backend: Met backend wordt alles bedoeld dat verantwoordelijk is voor een specifiek groep functionaliteit én data. De functionaliteit van een backend wordt ontsloten via webservices. Deze webservices zijn niet direct te benaderen maar altijd via een koppeling op de ESB. De backend functionaliteit kan via webservices ook aan andere systemen dan de eigen front-end beschikbaar gesteld worden. Hierdoor wordt een eenduidig resultaat over interactiekanalen en systemen heen gegarandeerd. Gegevens: De gegevens van een applicatie ook wel aangeduid als applicatiedata staat in een database. Deze gegevens zijn alleen via de backend toegankelijk. Een applicatie kan bestaan uit verschillende componenten. Deze component worden door architectuur geïdentificeerd. De componenten kennen elk een eigen release- en beheercyclus en moeten als zelfstandige component uitgerold kunnen worden. 2.2 Applicatie AG01 AG02 De gestructureerde gegevens van een applicatie worden opgeslagen in een database. Deze gegevens zijn alleen via de backend toegankelijk. Applicaties die gebruik maken van het Standaard Platform zijn OS agnostisch. Dit betekent dat er binnen de applicaties geen aannames gedaan mogen worden over het besturingssysteem waarop het Standaard Platform draait. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van File.seperator in plaats van het hard coderen van een / of \ karakter. Daarnaast moeten alle bestandsverwijzingen Pagina 8 van 26

9 hoofdlettergevoelig geïmplementeerd worden, zodat bestanden ook gevonden worden op besturingssystemen die hiervan uitgaan. Een URL is een uniek adres waar op een applicatie te benaderen is. URL worden volgens de volgende systematiek opgebouwd. http(s)://<omgeving>.<applicatienaam status>.<domein>/[applicatie context] Een voorbeeld voor de actieve versie van een applicatie met context root Een voorbeeld voor de actieve versie van een applicatie zonder context root Een voorbeeld voor een nieuwe versie van een applicatie Op deze manier is het mogelijk om meerdere versies van een applicatie naast elkaar te draaien. Een URL element maakt gebruik van kleine letters. Omgeving domein applicatienaam status Omgeving waarin de applicatie actief is: dev, tst, int, acc, pre of prd. Domein waar de applicatie actief is: ienm.nl, ilent.nl, rws.nl, nea.nl. Systemen die in de buitenwereld een eigen identiteit hebben, bijvoorbeeld Olo of LAVS, hebben een eigen domein (omgevingsloket.nl, landelijkasbestsysteem.nl). De logische naam van de applicatie. Als deze onderdeel is van het domein dan wordt geen status opgenomen in het domein, omdat dit de actieve versie impliceert. Als de applicatienaam wordt gebruikt dan is er geen applicatiecontext. Status geeft aan of het de actieve of nieuwe versie van een applicatie betreft. applicatiecontext De context waaronder de applicatie beschikbaar is. Deze wordt niet gebruikt indien de applicatienaam wordt gebruikt. 2.3 Ontwikkelen voor het Standaard Platform Om het ontwikkelen op basis van het Standaard Platform zo eenvoudig mogelijk te maken stelt IenM een tweetal kant en klare omgevingen beschikbaar als virtuele machine (VM). Hiermee beschikt de leverancier in haar eigen omgeving over een volledig werkend Standaard Platform inclusief clustering en automatisch uitrolmechanisme. Hierdoor kan de leverancier zich richten op het ontwikkelen van de applicatie en hoeft zich niet bezig te houden met het inrichten van het platform (infrastructuur en middleware). Pagina 9 van 26

10 VM01 VM02 VM03 VM05 De leverancier dient met de VM images in eigen omgeving te testen of de applicatie correct werkt op het Standaard Platform en automatisch uitgerold kan worden. De leverancier dient de voorgeschreven Standaard Platform componenten met de gespecificeerde versies te gebruiken. Het is niet toegestaan om instellingen van Standaard Platform componenten te wijzigen, bijvoorbeeld geheugen, caching, poortnummers, databasesinstellingen en beveiligingsinstellingen. Een applicatie stelt een health service beschikbaar op basis van REST en JSON. Met deze service kan de status van alle applicatie componenten opgevraagd kunnen worden. Bijvoorbeeld: { health : { Versie : 1.3.5, Front-end : OK, } } Services : [ UserAdmin : { Status : OK, Versie : 1.0.0, Gemiddelde response tijd : 950ms, Langste response tijd : 2045ms, Kortste response tijd : 670ms, Afgesproken response tijd : 1000ms, Requests: : 1200, Errors : 12 }, Login : { } ] Database : OK, DMS : OK, Hiermee ligt de kennis van de status bij de applicatie zelf en kan in een keer een overzicht opgevraagd van de status van alle applicatie componenten. Deze informatie wordt door de monitoring gebruikt om de status van de applicatie componenten te monitoren en te waarschuwen bij afwijkingen. VM06 VM07 De health service kan informatie over een component als geheel aanleveren ( of gedetailleerde informatie zoals beschreven in VM05 ( Een applicatie dient ook een webpagina beschikbaar te stellen waarmee de health service informatie direct opgevraagd kan worden door een beheerder. Zie hoofdstuk 3 voor een verdere toelichting van de VM images. Pagina 10 van 26

11 2.4 Scheiden van omgevingsspecifieke configuratie Omgevingsspecifieke configuratie instellingen zijn instellingen die verschillen per omgeving (ONT, TST, INT, ACC, PRE en PRD). SO01 SO02 De omgevingsspecifieke instellingen worden in aparte configuratiebestanden geplaatst. Deze configuratiebestanden worden in de GR gezet. Een applicatie haalt de omgevingsspecifieke instelling op uit de GR met behulp van de ConfigurationLoader API Onderscheid vertrouwelijke en niet vertrouwelijke configuratie Bij omgevingsspecifieke configuratie instellingen wordt onderscheid gemaakt tussen vertrouwelijke en niet vertrouwelijke instellingen. Vertrouwelijke configuratie instellingen zijn parameters die vanuit informatie beveiligingsoogpunt als gevoelig worden beschouwd. Denk hierbij aan gebruikersnamen, wachtwoorden en interne IP adressen. Vertrouwelijke instellingen worden door TB beheerd en niet vertrouwelijke door FB. De ConfigurationLoader API zorgt dat vertrouwelijke en niet vertrouwelijke instellingen transparant voor de webapplicatie afgehandeld worden. VO01 Bij omgevingsspecifieke configuratie instellingen wordt onderscheid gemaakt tussen vertrouwelijke en niet vertrouwelijke instellingen die in verschillende bestanden worden opgeslagen Cachen van omgevingsspecifieke configuratie instellingen Vanuit performance oogpunt is het niet gewenst dat de omgevingsspecifieke configuratie instellingen bij elke aanroep uit de GR worden ingelezen. Om dit te voorkomen worden de omgevingsspecifieke configuratie instellingen gecached. Cachen van de omgevingsspecifieke configuratie instellingen wordt door de ConfigurationLoader API zelf geregeld. De ConfigurationLoader API zal de omgevingsspecifieke configuratie instellingen na een configureerbare periode automatisch opnieuw inlezen. Het is ook mogelijk om via de ConfigurationLoader API het opnieuw inlezen te forceren. CO01 Het is niet toegestaan om omgevingsspecifieke configuratie instellingen in de applicatie zelf te cachen in welk vorm dan ook. 2.5 Databases Applicatiedata staat in een database die in een databasecompartiment staat. Dit databasecompartiment is onderdeel van het Standaard Platform. Het Standaard Platform stelt als enige eis dat de gebruikte database door Liquibase ondersteund wordt. Pagina 11 van 26

12 DB01 DB02 De volgende databaseplatformen zijn beschikbaar: PostgreSQL, SQL Server en Oracle. De voorkeur gaat uit naar PostgreSQL dan naar SQL Server en als laatste optie Oracle. 2.6 Database wijzigingen Liquibase wordt gebruikt voor de definitie van het initiële databasestructuur en eventuele initiële gegevens. Ook wijzigingen in de databasestructuur of de gegevens en migreren van gegevens worden middels Liquibase scripts doorgevoerd. Hierdoor wordt het mogelijk om database wijzigingen als onderdeel van de applicatie te packagen en automatisch uit te voeren als onderdeel van het automatische uitrolmechanisme. DW01 DW02 DW03 DW04 Liquibase wordt gebruikt voor de definitie van het initiële databasestructuur en eventuele initiële gegevens (stamgegevens). Wijzigingen in de databasestructuur of de gegevens en migreren van gegevens worden middels Liquibase scripts doorgevoerd. Het eenmalig inladen van data mag handmatig gebeuren. Voor het terugkerend inladen van data dient de applicatie zelf voorzieningen treffen Initiëren Liquibase scripts Het uitvoeren van de Liquibase scripts wordt via de Servlet Listener geïnitieerd. Hierdoor wordt de Liquibase script als eerste actie na het starten van de webapplicatie uitgevoerd. Dit zorgt er bovendien voor dat het uitrollen van de applicatie faalt als de Liquibase scripts falen. LI01 Een applicatie stelt een Servlet Lister beschikbaar om Liquibase te initiëren Database wijzigingen zijn niet-destructief De kern van het maken van niet-destructieve wijzigingen is het opdelen van wijzigingen in zo klein mogelijke refactorings. Zo is het splitsen van een tabel een aaneenschakeling van de kleinere refactorings: toevoegen tabel en een aantal keer verplaats kolom. ND01 ND02 ND03 Het is mogelijk dat meerdere versies van dezelfde applicaties hetzelfde databaseschema gebruiken. Bij het doorvoeren van database wijzigingen met Liquibase scripts moet worden gewaarborgd dat alle gemaakt wijzigingen niet-destructief zijn, zodat verschillende versie van de applicaties blijven functioneren. Database wijzigingen zijn opgedeeld in kleine aangeschakelde refactorings. Pagina 12 van 26

13 Hieronder worden een aantal niet-destructieve database refactorings beschreven. Deze zijn gebaseerd op het boek Database Refactoring [2]. De volgende tabel geeft een lijst met mogelijke refactorings weer. Een complete lijst van refactorings is te vinden in het boek Database Refactoring [2]. Refactoring Drop Column Merge Tables Move Column Rename Column Replace One-To-Many With Associative Table Split Table Merge Columns Add Lookup Table Uitleg WSO2 DSS Bij het gebruik van Data Services Server (DSS) zijn aanvullende instructies nodig om Liquibase te gebruiken om database wijzigingen automatisch uit te rollen. Er dient een minimale webapplicatie te zijn die enkel als doel heeft de Liquibase scripts uit te voeren. De webapplicatie artefact wordt samen met het DSS artefact als applicatie artefact aangeboden en uitgerold. 2.7 ESB KE01 KE02 Het gebruik van custom mediators is alleen toegestaan in overleg met architectuur. Zie voor de overige eisen het document IenM - ESB Koppelingen - en. 2.8 Applicatie Server (AS) containers Er zijn per applicatie twee type Applicatie Server (AS) containers beschikbaar. Eén stateful en één stateless. Een stateful container houdt tussen aanroepen door sessie informatie bij en wordt voor de front-end (UI) gebruikt. De stateless container houdt geen sessie informatie bij en wordt gebruikt voor de backend en webservices 1. AS01 AS02 De front-end draait in een stateful container. Dit is een domme gebruikersinterface die geen business logica bevat. De backend draait in een stateless container. De backend bevat de business logica en ontsluit de applicatiegegevens. 1. Dit zijn de webservices die de backend functionaliteit ontsluiten. Pagina 13 van 26

14 De containers zijn geoptimaliseerd voor het doel waar deze voor dienen, o.a. door het beperken van het beschikbare geheugen. Container Geheugen Geclusterd (HA) Java EE profiel Stateful 4 GB Ja Web Stateless 1 GB Nee Full Gedeeld of dedicated Een AS container kan door een aantal applicaties gedeeld worden of dedicated zijn voor een enkele applicatie. Dit wordt per applicatie bepaald aan de hand van het verwachte gebruik, vereiste schaalbaarheid en het bedrijfsrisico bij verstoring van de dienstverlening. Een applicatie kan bestaan uit meerdere componenten. Deze componenten kunnen een AS container delen of verdeeld worden over verschillende containers. Hoe applicatie componenten worden verdeeld wordt bepaald aan de hand van het verwacht gebruik, vereiste schaalbaarheid en het bedrijfsrisico bij verstoring van de dienstverlening. GD01 GD02 De componenten van een applicatie worden in overleg met Architectuur bepaald. De deployment model van applicatie componenten wordt in overleg met Architectuur bepaald Capaciteit Het is mogelijk dat er meerdere instanties van een container type op een server draaien voor een applicatie om de verwerkingscapaciteit te vergroten. De inrichtingskeuze is afhankelijk van de benodigde capaciteitseis, vereiste schaalbaarheid en verwacht gebruik van de applicatie. CA01 Het aantal applicatie containers wordt in overleg met Architectuur bepaald. 2.9 Performance Applicaties dienen gebruik te maken van de caching mechanisme van de applicatiecontainer om te voorkomen dat de database wordt belast met veelvoorkomende verzoeken. Het SP biedt een gedistribueerde cache mechanisme dat over geclusterde containers heen werkt. PE01 PE02 Applicaties maken gebruik van caching door gebruik te maken van JPA 2 en object type (entities) zijn cache enabled. De cache periode is per object type (entity) instelbaar door een functioneel beheerder. Pagina 14 van 26

15 2.10 Applicaties zijn clusterbaar Alle Standaard Platform componenten zijn geclusterd. Een applicatie moet om kunnen gaan met een geclusterde omgeving. Een applicatie mag er niet vanuit gaan dat verschillende aanroepen door dezelfde server worden afgehandeld. Hier moet bij het ontwikkelen rekening mee gehouden worden. CL01 Een applicatie moet kunnen draaien met een geclusterde omgeving De HTTP sessie is serializable SE01 Gegevens van de front-end die in de HTTP sessie worden opgeslagen moeten serializable zijn, zodat deze tussen de containers in een cluster uitgewisseld kunnen worden Grootte van de HTTP sessie GR01 Bij clustering worden gegevens van de front-end in de HTTP sessie uitgewisseld tussen de containers in een cluster. Om dit snel en betrouwbaar te kunnen doen moet de grootte van de sessie beperkt worden tot maximaal 10MB Persisteren van gegevens Voor het persisteren van gegevens tussen verschillende aanroepen wordt gebruik gemaakt van de database, de HTTP sessie of een gedeeld bestandssysteem. PG01 PG02 Het is niet toegestaan om gegevens op het lokaal bestandssysteem op te slaan, omdat het niet gegarandeerd is dat dezelfde server een volgende aanroep afhandelt. Het bestandssysteem moet configureerbaar zijn Applicaties zijn Java EE 6 compliant EE01 Alleen features van de Java EE 6 specificatie uit het profile behorende bij het type applicatie (zie paragraaf 2.7) mogen gebruikt worden Webservices zijn stateless WS01 Een webservice is altijd stateless. Dit betekent dat binnen de webservice zelf, in de applicatiecontainer, geen state mag worden bijgehouden in een HTTP of EJB sessie. Pagina 15 van 26

16 WS02 De enige state die een webservice mag gebruiken is state uit een database of gedeeld bestandssysteem Versioneren Applicaties VA01 Applicaties worden geversioneerd conform de standaard beschreven in paragraaf ESB resources Er kunnen één of meerdere actieve productie versies van een koppeling zijn. Hierdoor kunnen afnemers van een koppeling in eigen tempo en gecontroleerd overgaan naar een nieuwe versie. Er wordt geen maximum gesteld aan het aantal actieve versies van een koppeling. Dit aantal dient tot een minimum beperkt te worden. Dit wordt gedaan door een maximum periode te hanteren dat een oude koppelvlak ondersteund wordt na het beschikbaar komen van een nieuwe versie (standaard 1 jaar). Daarnaast worden wijzigingen waar mogelijk als non breaking wijziging doorgevoerd. Het versioneren van koppelingen en de hiervoor benodigde ESB resources vereist specifieke aandacht, om het mogelijk te maken om meerdere actieve versies van een koppeling naast elkaar te draaien. De volgende regels gelden hierbij Major en minor versie MM01 MM02 MM03 MM04 Er wordt bij de ESB onderscheid gemaakt tussen de koppeling zelf (proxy) en de ondersteunende ESB resources. Een koppeling is het koppelvlak en ondersteunende ESB resources zijn (herbruikbare) functionaliteiten die door verschillende koppelingen gebruikt kunnen worden, zoals de generieke foutafhandeling sequence. Ook bij herbruikbare ESB resources, zoals de generieke foutafhandeling sequence, moet het mogelijk zijn om een nieuwe versie in gebruik te nemen zonder dat alle afhankelijk koppelingen van de voorgaande versie in één keer over moeten. Deze koppelingen kunnen door het versioneren gecontroleerd en in eigen tempo over. Ook hier geldt dat de oude versie voor een beperkt periode ondersteund wordt (standaard 1 jaar). Bij applicatiebeheer afspraken dient rekening gehouden te worden met aanpassingen door nieuwe releases van een koppelvlak en herbruikbare ESB resources. ESB resources worden geversioneerd op major en minor versie. Dit geldt in ieder geval voor de volgende resources: Proxies Pagina 16 van 26

17 Sequences Endpoints Custom mediators Resources in de GR zoals: o XSD o WSDL o XSLT o Configuratieparameters o Configuratiebestanden MM05 De identificerende naamgeving van ESB resources moeten een versieaanduiding bevatten om onderscheid te kunnen maken tussen versies. Deze ESB resources worden geversioneerd op bestandsnaam, bijvoorbeeld VoorbeeldProxy-v1_4.xml. Hierdoor is het mogelijk om versies waarvan de major- en/of minornummer verschillen gelijktijdig te draaien en testen. Het is niet wenselijk om versies, waarvan alleen het patchnummer verschilt, naast elkaar te kunnen testen. Het gaat in dit laatste geval namelijk om een actieve versie waarop een patch is doorgevoerd. In onderstaand voorbeeld maakt een proxy gebruik van een ondersteunende ESB resource (foutafhandeling sequence). <proxy xmlns=" name="bagproxy-v1_1" transports="https,http" servicegroup="nl.ienm.ca" statistics="disable" trace="disable" startonload="true"> <target> <insequence> <sequence key="foutafhandelingseq-v2_1"/> Voorbeeld 1. Proxy GR resources VG01 VG02 Resources in de GR worden van major en minor versie voorzien in de bestandsnaam. In onderstaand voorbeeld is de versie af te leiden uit de bestandsnaam: _system/governance/voorbeeldapplicatie/xsd/voorbeeld-v1_0.xsd De resources die tot dezelfde koppeling behoren worden gegroepeerd door deze in een aparte folder te zetten. Bijvoorbeeld: _system/governance/voorbeeldapplicatie/v1_0/xsd/voorbeeld-v1_0.xsd Pagina 17 van 26

18 Koppelvlak VK01 Naast het versioneren van de resources, WSDL en XSD, dient ook het koppelvlak zelf van een versie voorzien te zijn Namespace VN01 Koppelvlakken worden geversioneerd door een versienummer toe te voegen aan de namespace. De service zelf (WSDL) en de berichtstructuur (XSD) worden voorzien van een namespace waarin enkel de major versie is opgenomen. Bijvoorbeeld: nl.minienm.example.v URL s Uniform Resource Locators (URL s), bij koppelingen ook wel aangeduid als een Endpoint (EP), zijn een belangrijk onderdeel bij het versioneren van een applicatie of een koppeling. Dit geldt zowel voor webapplicaties als ook voor koppelingen die een koppelvlak op een URL beschikbaar stellen. VN02 Koppelvlakken worden geversioneerd door een versienummer toe te voegen aan de namespace. De service zelf (WSDL) en de berichtstructuur (XSD) worden voorzien van een namespace waarin enkel de major versie is opgenomen. Bijvoorbeeld: nl.minienm.example.v1. VN03 URL s van webservices voldoen aan de standaard zoals beschreven in paragraaf 5.3 Endpoints in het document IMEA Katern Service Gerichte Architectuur voor koppelingen. VN04 Bij applicaties kunnen maximaal twee versies van een applicatie gelijktijdig in een omgeving in gebruik zijn: de actieve versie en de nieuwe versie. Om dit mogelijk te maken worden er eisen gesteld aan het versioneren van de URL s. Er zijn standaard URL s zonder versienummers die naar deze twee versies wijzen. Dit wordt geregeld met behulp van een reverse proxy. Dit wordt bij het automatisch uitrollen ingesteld. Op productie is maar één standaard URL beschikbaar en deze wijst naar de actieve versie. Dit betekent dat op alle omgevingen behalve PRD getest worden door naar een specifieke URL te navigeren Koppelvlak versie VK01 Bij koppelingen is er sprake is van een major versie indien er sprake is van niet backward compatible (breaking) wijzigingen in het koppelvlak. Een koppelvlak wordt alleen op major versie geversioneerd. De minor versie wordt opgenomen in het bericht zelf. Pagina 18 van 26

19 Proxy services VP01 Het moet mogelijk zijn om meerdere versies van proxy services gelijktijdig te testen. Proxy service URL s zijn daarom geversioneerd op major en minor versienummer Webapplicaties VW01 Webapplicaties hebben als context root de naam van het software artefact, bijvoorbeeld erru Webapplicaties worden uitgerold op basis van een software artefact waar de major, minor en patch versie in de applicatienaam is opgenomen. Hierdoor draait de webapplicatie onder de context root waarin het versienummer is opgenomen. De erru war zal bijvoorbeeld beschikbaar zijn op Middels een reverse proxy wordt de actuele versie van de applicatie beschikbaar gesteld, in dit geval: en de nieuwe release als Omgevingsspecifieke configuratiebestanden OC01 OC02 OC03 OC04 De omgevingsspecifieke configuratie staat in aparte configuratiebestanden. Deze worden in de GR gezet. Het Standaard Platform biedt een standaard API (ConfigLoader) waarmee de omgevingsspecifieke configuratiebestanden ingelezen kunnen worden. Deze API zorgt ervoor, transparant voor de applicatie, dat de juiste omgevingsspecifieke configuratie wordt ingelezen afhankelijk van de omgeving (ACC, PRE, PRD). Applicaties maken gebruik van ConfigLoader om de omgevingsspecifieke instellingen op te vragen/ Een template configuratiebestand wordt bij oplevering van een applicatie meegeleverd voor zowel de vertrouwelijke als niet vertrouwelijke omgevingsspecifieke configuratie instellingen. TB en FB gebruiken deze template om de omgevingsspecifieke configuratiebestanden te maken. Indien het een aanlevering betreft van een bestaande applicatie dan dienen de wijzigingen ten opzichte van de bestaande omgevingsspecifieke configuratiebestanden aangegeven te worden. Op basis hiervan kunnen TB en FB de bestaande omgevingsspecifieke configuratiebestanden aanpassen Aanlever formaat van artefact(en) AF01 De verschillende onderdelen van een applicatie worden als package aangeleverd (applicatie artefact). Dit package is een zipbestand met de verschillende applicatie onderdelen (software artefacten) en een metadatabestand (applicationdeployment-meta.xml). Dit metadatabestand identificeert de applicatie en geeft aan naar welke Standaard Platform componenten de verschillende applicatie Pagina 19 van 26

20 onderdelen uitgerold moeten worden. Het uitrolmechanisme bepaald tevens op basis van de informatie in het metadatabestand naar welke infrastructuur de applicatie onderdelen uitgerold moeten worden. AF02 AF03 AF04 De applicatie package is omgevingsonafhankelijk en wordt as is en volledig geautomatiseerd naar de verschillende omgevingen uitgerold. De omgevingsspecifieke configuratie instellingen zorgen er voor dat de applicatie correct werkt op deze omgevingen. Het applicatie artefact wordt als zipbestand aangeleverd. In de hoofddirectory van het zipbestand staan de software artefacten waaruit de applicatie artefact bestaat en een application-deployment-meta.xml. Het metadatabestand voldoet aan de in bijlage 2 beschreven XSD. De source code en geautomatiseerde tests worden als aparte QA zip bestand meegeleverd in de applicatie package Uitrollen De GR biedt functionaliteit om applicaties automatisch uit te rollen. Met deze functionaliteit kan een applicatie automatisch en gecontroleerd door de verschillende omgevingen van een OTAP straat worden uitgerold en teruggerold. Een applicatie doorloopt alle omgevingen en eindigt uiteindelijk in de PRD omgeving. Om een applicatie van de ene omgeving naar de andere omgeving door te zetten vindt een promote plaats. Het omgekeerde gebeurt door middel van een demote. UR01 UR02 In de eigen omgeving maakt de leverancier gebruik van de beschikbaar gestelde VM images om aan te tonen dat de applicatie op het Standaard Platform draait en geautomatiseerd uitgerold kan worden. Bij het uitrollen dient in het bijzonder aandacht besteed te worden aan database wijzigingen. Het handmatig uitvoeren of terugdraaien van database wijzigingen is niet toegestaan. Pagina 20 van 26

21 3 Leveranciersomgeving Er worden een leveranciersomgeving beschikbaar gesteld aan softwareleveranciers. Deze leveranciersomgeving bestaat uit twee omgevingen die zijn ingericht conform het Standaard Platform. De leverancier gebruikt deze leveranciersomgeving om zelf te testen of een maatwerkapplicatie draait op het SP en automatisch uitgerold kan worden. Daarnaast wordt deze leveranciersomgeving gebruikt om een release van de applicatie geautomatiseerd op te leveren aan IenM. 3.1 en Om de leveranciersomgeving te gebruiken dient de leverancier te beschikken over een eigen PKIoverheid certificaat. 3.2 PKIoverheid certificaat PKI certificaten worden gebruikt om te authentiseren en autoriseren. IenM stelt self signed certificaten beschikbaar om netwerkverkeer te beveiligen tussen de eigen omgeving van de leverancier en de leveranciersomgeving voor zowel applicatie- als berichtenverkeer. Daarnaast dient de leverancier over een eigen geldige PKIoverheid certificaat te beschikken voor communicatie tussen de leveranciersomgeving en het Centraal Aansluitpunt (CA). PO01 PO02 Een leverancier dient over een eigen en geldig PKIoverheid certificaat te beschikken. IenM stelt een self signed certificaat beschikbaar aan de leverancier. De leverancier is verantwoordelijk om dit certificaat vertrouwelijk te behandelen. 3.3 Opzet De leveranciersomgeving bestaat uit twee omgevingen (TST en INT). Een leverancier maakt gebruik van deze omgevingen om aan te tonen dat de applicatie op het Standaard Platform draait en geautomatiseerd uitgerold kan worden. In de onderstaand figuur wordt het uitrolproces in de tijd weergegeven. Pagina 21 van 26

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Beheerst naar beheer

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Beheerst naar beheer Document D-2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Beheerst naar beheer Versie 1.0 Datum 15 juli 2014 Status Definitief Colofon Versie 1.0 Contactpersoon Paul Leunissen M 06-5250 6691 Paul.Leunissen@minienm.nl

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Standaard Platform - Afkortingen en begrippen

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Standaard Platform - Afkortingen en begrippen Document D-5 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Standaard Platform - Afkortingen en begrippen Versie 1.0 Datum 15 juli 2014 Status Definitief Colofon Versie 1.0 Contactpersoon Paul Leunissen M 06-5250

Nadere informatie

Zelftest Java EE Architectuur

Zelftest Java EE Architectuur Zelftest Java EE Architectuur Document: n1218test.fm 22/03/2012 ABIS Training & Consulting P.O. Box 220 B-3000 Leuven Belgium TRAINING & CONSULTING INLEIDING BIJ DE ZELFTEST JAVA EE ARCHITECTUUR Nota:

Nadere informatie

Aansluit handleiding Omgevingsloket online. Webservices INREGELOMGEVING (INR) Directie Concern Informatievoorziening

Aansluit handleiding Omgevingsloket online. Webservices INREGELOMGEVING (INR) Directie Concern Informatievoorziening Aansluit handleiding Omgevingsloket online Webservices INREGELOMGEVING (INR) Koningskade 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag Contactpersoon Postbus.functioneelbeheerolo @minienm.nl Betreft Aansluithandleiding

Nadere informatie

WSO2 ebms adapter. Yenlo WSO2 ontbijtsessie. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. 1 DEFINITIEF, 18 september 2012

WSO2 ebms adapter. Yenlo WSO2 ontbijtsessie. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. 1 DEFINITIEF, 18 september 2012 Ministerie van Infrastructuur en Milieu WSO2 ebms adapter Yenlo WSO2 ontbijtsessie Auteurs Paul Leunissen (Enterprise Architect IenM, 06 5250 6691) Stephen Oostenbrink (Enterprise Architect IenM, 06 4211

Nadere informatie

Aansluithandleiding Omgevingsloket online. Webservices PRODUCTIEOMGEVING. Directie Concern Informatievoorziening Beheer

Aansluithandleiding Omgevingsloket online. Webservices PRODUCTIEOMGEVING. Directie Concern Informatievoorziening Beheer Aansluithandleiding Omgevingsloket online Webservices PRODUCTIEOMGEVING Koningskade 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag Contactpersoon Postbus.functioneelbeheerolo @minienm.nl Betreft Aansluithandleiding

Nadere informatie

HDN DARTS WEB AUTHENTICATIE

HDN DARTS WEB AUTHENTICATIE HDN DARTS WEB AUTHENTICATIE HDN Helpdesk T: 0182 750 585 F: 0182 750 589 M: helpdesk@hdn.nl Copyright Communications Security Net B.V. Inhoudsopgave 1. INLEIDING OP HET ONTWERP... 3 1.1 HET DOEL VAN DIT

Nadere informatie

Dit voorbeeldproject beschrijft het gebruik van web services (open standaarden) voor de ontsluiting van kernregistraties bij de gemeente Den Haag.

Dit voorbeeldproject beschrijft het gebruik van web services (open standaarden) voor de ontsluiting van kernregistraties bij de gemeente Den Haag. Voorbeeldproject Een Haagse SOA Dit voorbeeldproject beschrijft het gebruik van web services (open standaarden) voor de ontsluiting van kernregistraties bij de gemeente Den Haag. Aanleiding Vanuit de visie

Nadere informatie

Van 6 weken naar 6 minuten. met. OpenSource. Jan-Taeke Schuilenga Infrastructuur Architect Jantaeke.schuilenga@duo.nl

Van 6 weken naar 6 minuten. met. OpenSource. Jan-Taeke Schuilenga Infrastructuur Architect Jantaeke.schuilenga@duo.nl Van 6 weken naar 6 minuten met OpenSource Jan-Taeke Schuilenga Infrastructuur Architect Jantaeke.schuilenga@duo.nl Wat is DUO? Uitvoeringsorganisatie van Ministerie van OCW - Studiefinanciering - Bekostiging

Nadere informatie

Aansluitvoorwaarden WS Gateway Provider

Aansluitvoorwaarden WS Gateway Provider Aansluitvoorwaarden WS Gateway Provider Auteur: Datum: Versie: André van den Nouweland / Michiel Jaeger 23-12-2014 3.3 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Doel en omschrijving... 3 1.2 Doelgroep... 3 2 Architectuur...

Nadere informatie

SURFconext Cookbook. Het koppelen van Alfresco aan SURFconext. Versie: 1.0. Datum: 8 december 2013. 030-2 305 305 admin@surfnet.nl www.surfnet.

SURFconext Cookbook. Het koppelen van Alfresco aan SURFconext. Versie: 1.0. Datum: 8 december 2013. 030-2 305 305 admin@surfnet.nl www.surfnet. SURFconext Cookbook Het koppelen van Alfresco aan SURFconext Auteur(s): Frank Niesten Versie: 1.0 Datum: 8 december 2013 Radboudkwartier 273 3511 CK Utrecht Postbus 19035 3501 DA Utrecht 030-2 305 305

Nadere informatie

Voorbeelden generieke inrichting Digikoppeling

Voorbeelden generieke inrichting Digikoppeling Voorbeelden generieke inrichting Versie 1.1 Datum 19/12/2014 Status Definitief Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900 555 4555 (10 ct p/m) e. servicecentrum@logius.nl Documentbeheer

Nadere informatie

Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I

Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I Technisch Ontwerp W e b s i t e W O S I WOSI Ruud Jungbacker en Michael de Vries - Technisch ontwerp Website Document historie Versie(s) Versie Datum Status Omschrijving / wijzigingen 0.1 20 nov 2008 Concept

Nadere informatie

INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR

INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR HANDLEIDING INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR 0 0 HANDLEIDING INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR INSTALLATIE EXCHANGE CONNECTOR HANDLEIDING datum: 10-08-2018 1 Inleiding... 1 2

Nadere informatie

emaxx Systeem eisen ManagementPortaal voor de ZakenMagazijn database

emaxx Systeem eisen ManagementPortaal voor de ZakenMagazijn database emaxx Systeem eisen ManagementPortaal voor de ZakenMagazijn database Datum: 25-09-2007 Auteur: ing. E.L. Floothuis Versie: 0.1 Status: Concept Kopersteden 22-4 Postbus 157 7500 AD Enschede Tel: 053 48

Nadere informatie

Installatie/Update/Intake formulier.

Installatie/Update/Intake formulier. Installatie/Update/Intake formulier. APPLICATIENAAM: APPLICATIEVERSIE: PACKAGE NAAM: APPLICATIETAAL: NL INDIEN ANDERS: INTAKE\INSTALLATIE DATUM: PRODUCTIE DATUM: 0 ORGANISATIE In dit hoofdstuk wordt alle

Nadere informatie

Technische handleiding encryptie DKD

Technische handleiding encryptie DKD Technische handleiding encryptie DKD Transactiestandaard 3.1 Versie 4.0 Datum Maart 2019 Auteur Communicatie Inlichtingenbureau Inhoudsopgave 1 Aanleiding... 3 2 Randvoorwaarden... 4 2.1 Planning DKD...

Nadere informatie

uziconnect Installatiehandleiding

uziconnect Installatiehandleiding uziconnect Installatiehandleiding VANAD Enovation is een handelsnaam van ENOVATION B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een

Nadere informatie

B06: Functioneel ontwerp. Omgevingsloket online. Automatische deployment

B06: Functioneel ontwerp. Omgevingsloket online. Automatische deployment B06: Functioneel ontwerp Omgevingsloket online Automatische deployment Februari 2018 Versie 2.13.2 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Identificatie 3 1.2 Doel van dit document 3 1.3 Scope en uitgangspunten

Nadere informatie

Technische instructie Toegang tot Dienstenportaal via Webapplicatie (Internet Explorer) t.b.v. Repad

Technische instructie Toegang tot Dienstenportaal via Webapplicatie (Internet Explorer) t.b.v. Repad Technische instructie Toegang tot Dienstenportaal via Webapplicatie (Internet Explorer) t.b.v. Repad Versie 1.0 Technische instructie toegang Dienstenportaal versie 1.0 Colofon Afzendgegevens Dienst Justitiële

Nadere informatie

Xebic. Cloud Solutions voor het Onderwijs

Xebic. Cloud Solutions voor het Onderwijs Xebic Cloud Solutions voor het Onderwijs Cloud Solutions www.xebic.com Inleiding Doel Architectuur concepten OnStage, de Cloud applicatie van Xebic. 2 Inhoud Xebic Bedrijf Cloud-roots Views Cloud Applicaties

Nadere informatie

Uniforme Pensioen Aangifte (UPA)

Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) Beschrijving Koppelvlak Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) De standaard voor het digitaal uitwisselen van werknemer- en salarisgegevens tussen werkgevers, administratiekantoren en pensioenuitvoerders. Uitgave

Nadere informatie

Technische architectuur Beschrijving

Technische architectuur Beschrijving A gemeente Eindhoven Technische architectuur Beschrijving Specificatiecriteria Versie 1.1 A. van Loenen Technisch Beleidsadviseur B&E 21-Sep-2011 avl/fd11027578 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Realisatie

Nadere informatie

CONTAINERIZATION OF APPLICATIONS WITH MICROSOFT AZURE PAAS SERVICES

CONTAINERIZATION OF APPLICATIONS WITH MICROSOFT AZURE PAAS SERVICES CONTAINERIZATION OF APPLICATIONS WITH MICROSOFT AZURE PAAS SERVICES Day WEB 1APP FOR CONTAINERS 04-10-2018 Lead - Consultant Cloud Infra & Apps@ InSpark Twitter: @Johanbiere Community blog: talkingazure.com

Nadere informatie

Handleiding voor aansluiten op Digilevering

Handleiding voor aansluiten op Digilevering Handleiding voor aansluiten op Digilevering Versie 1.0 Datum 1 augustus 2013 Status definitief Colofon Projectnaam Digilevering Versienummer 1.0 Contactpersoon Servicecentrum Logius Organisatie Logius

Nadere informatie

Handleiding voor het installeren van Tomcat7

Handleiding voor het installeren van Tomcat7 Handleiding voor het installeren van Tomcat7 Brondocument C:\WebServer\Handleiding\Tomcat\InstallerenTomcat.odt Versiebeheer Versie Datum Uitleg 1.0v 22-05-06 1e versie Tomcat 5.5 1.1v 24-05-06 Aanpassingen

Nadere informatie

Het gebruik van OSB ebms contracten in complexe infrastructuren

Het gebruik van OSB ebms contracten in complexe infrastructuren Inleiding Het gebruik van OSB ebms contracten in complexe infrastructuren Whitepaper Ernst Jan van Nigtevecht Maart 2009 Contracten die gepubliceerd worden voor een OSB ebms service hebben tot doel om

Nadere informatie

Orbis Software. Portal4U. Installatie Handleiding. Dit document bevat de Installatie Handleiding voor Portal4U

Orbis Software. Portal4U. Installatie Handleiding. Dit document bevat de Installatie Handleiding voor Portal4U Orbis Software Installatie Handleiding Dit document bevat de Installatie Handleiding voor Voordat u begint Wij raden u aan om voor het uitvoeren van een update van middels dit installatie-pakket een back-up

Nadere informatie

Inzenden en ontvangen aangifte

Inzenden en ontvangen aangifte UPA Inzenden en ontvangen aangifte Specificaties koppelvlak Versie 1.0 Inhoud 1 Doel document... 2 2 Aanlevering bestanden... 2 2.1 Webservices... 2 2.2 FTP... 4 2.3 Secure cloud... 4 3 Aanlevering MDV/PLO...

Nadere informatie

Standaardisatie. XML Schema Definition Architectuurprincipes. Versie document 1.3. Datum: v1.3

Standaardisatie. XML Schema Definition Architectuurprincipes. Versie document 1.3. Datum: v1.3 Standaardisatie XML Schema Definition Architectuurprincipes Versie document 1.3 Status document Definitief Datum: 2-8-2018 Kenmerk: XML Schema Definition Architectuurprincipes v1.3 Contact Bezoekadres

Nadere informatie

SharePoint 2010 als ontwikkelplatform

SharePoint 2010 als ontwikkelplatform SharePoint 2010 als ontwikkelplatform Ton Stegeman 9 Januari 2013 - DIWUG Introductie Ton Stegeman SharePoint architect bij PGGM ton@tonstegeman.com PGGM Pensioenuitvoeringsorganisatie Pensioenbeheer Vermogensbeheer

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0 Gebruikershandleiding StUF Testplatform Versie 1.3.0 Documentversie: 0.7 Datum 25 november 2014 Status In gebruik Inhoudsopgave 1 INLEIDING...3 2 GEBRUIK MAKEN VAN HET STUF TESTPLATFORM...4 2.1 INLOGGEN

Nadere informatie

Technologieverkenning

Technologieverkenning Technologieverkenning Videocontent in the cloud door de koppeling van MediaMosa installaties Versie 1.0 14 oktober 2010 Auteur: Herman van Dompseler SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma Het SURFnet/ Kennisnet

Nadere informatie

Digikoppeling Grote berichten

Digikoppeling Grote berichten Digikoppeling Grote berichten Open Geodag 2013 6 juni 2013 Agenda 1. Inleiding Digikoppeling 2. Digikoppeling Grote berichten 3. Demo 2 1 1. Inleiding Digikoppeling 3 Digikoppeling Standaard regelt logistiek

Nadere informatie

Juliana van Stolberglaan 3 2595 CA Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.agentschapnl.nl. [Handleiding Generieke interface Energielabels.

Juliana van Stolberglaan 3 2595 CA Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.agentschapnl.nl. [Handleiding Generieke interface Energielabels. Juliana van Stolberglaan 3 2595 CA Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.agentschapnl.nl Handleiding Generieke interface Energielabels Documentnaam [Handleiding Generieke interface Energielabels.doc]

Nadere informatie

Technische implementatie De infrastructuur rondom Transit kent de volgende rollen:

Technische implementatie De infrastructuur rondom Transit kent de volgende rollen: Transit Herkent u het? Steeds dezelfde uitdagingen in migratieprojecten; meerdere variabelen, in verschillende stadia en in een blijvend veranderende omgeving, managen. Grote hoeveelheden gegevens over

Nadere informatie

WISA API Service. 5 maart WISA helpdesk

WISA API Service. 5 maart WISA helpdesk WISA API Service 5 maart 2012 WISA helpdesk Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Installatie 3 3 Configuratie 4 4 Starten en stoppen van de service 5 5 Testen van de WISA API Service 6 6 Windows Logboek berichten

Nadere informatie

Uniforme Pensioen Aangifte (UPA)

Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) Beschrijving Koppelvlak Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) De standaard voor het digitaal uitwisselen van werknemer- en salarisgegevens tussen werkgevers, administratiekantoren en pensioenuitvoerders. Uitgave

Nadere informatie

Generieke interface energielabels

Generieke interface energielabels Handleiding Generieke interface energielabels In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Directie Woningbouw) 1 Inleiding 3 1.1 Doel 3 1.2 Korte omschrijving 3 1.3 Indeling

Nadere informatie

BRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING

BRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING BRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING JOS VAN DER SANDEN VERSIE 0.10 29 DEC 2015 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 4 2. Server... 5 2.1 Installatie... 5 2.2 Configuratie... 9 2.3 Waarschuwingen... 9 2.4 Beschikbaarheid

Nadere informatie

Installatiehandleiding. Facto minifmis

Installatiehandleiding. Facto minifmis Installatiehandleiding Facto minifmis 1. Installatie Facto MiniFMIS 1.1 Achtergrond Facto MiniFMIS biedt facilitaire organisaties een eenvoudige en gebruikersvriendelijke hulpmiddel bij het uitvoeren van

Nadere informatie

Standaardisatie. XML Schema Definition. Architectuurprincipes. Versie document 1.0. Datum:

Standaardisatie. XML Schema Definition. Architectuurprincipes. Versie document 1.0. Datum: Standaardisatie XML Schema Definition Architectuurprincipes Versie document 1.0 Status document concept Datum: 12-2-2016 Kenmerk: XML Schema Definition Architectuurprincipes v1.0 Adres- en contactgegevens

Nadere informatie

Hulpmiddelen bij implementatie van Digikoppeling

Hulpmiddelen bij implementatie van Digikoppeling Hulpmiddelen bij implementatie van Digikoppeling Versie 1.0 Datum 23/05/2014 Status Definitief Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900 555 4555 (10 ct p/m) e. servicecentrum@logius.nl

Nadere informatie

Compad Store Automation

Compad Store Automation Compad Store Automation Vectron Commander 7 koppeling Document beheer Versie Datum Status Auteur(s) Opmerking 1.0 4 maart 2013 Definitief Carol Esmeijer Inleiding In document wordt de koppeling tussen

Nadere informatie

Praktijk en practices

Praktijk en practices Troubleshooting Praktijk en practices Spreker(s) : Datum : E-mail : Ruud van Leeuwen 6 juni 2013 rleeuwen@transfer-solutions.com WWW.TRANSFER-SOLUTIONS.COM Onderwerpen Tech stack komt aan bod Werkwijzen

Nadere informatie

Weblogic 10.3 vs IAS 10.1.3

Weblogic 10.3 vs IAS 10.1.3 Vision ~ Knowledge ~ Results Weblogic 10.3 vs IAS 10.1.3 OGh Fusion Middleware/ SOA Dag 19 Mei 2010, Het Oude Tolhuys Edwin Biemond email edwin.biemond@whitehorses.nl Web http://blogs.whitehorses.nl/,

Nadere informatie

Delft-FEWS & Web Services

Delft-FEWS & Web Services Delft-FEWS & Web Services Presentatie Delft-FEWS Gebruikers dag 2018 Marc van Dijk, Rudie Ekkelenkamp, Stef Hummel 5 Juni 2018 Delft-FEWS & (Web) Services 1. Delft-FEWS 2. Roadmap 3. Standaarden Verzamelen

Nadere informatie

Early Adopters Berichtenbox MijnOverheid Sessie Techniek

Early Adopters Berichtenbox MijnOverheid Sessie Techniek Early Adopters Berichtenbox MijnOverheid Sessie Techniek Eric van den Hoek Ton Laarhoven Versie 20 april 2015 Programma 14.15 15.30 Welkom, programma De diepte in 2 Logius, dienst digitale overheid 20

Nadere informatie

Technical Note. API Beschrijving Aangetekend Mailen

Technical Note. API Beschrijving Aangetekend Mailen AUTHOR APPROVED Technical Note API Beschrijving Referentie: API beschrijving AM Versie: 0.0.7 Datum: 2015-07-24 Aangetekend Bellen B.V. Computerweg 5 Postbus 8307 3503 RH Utrecht T: +31 346 581 731 support@aangetekendmailen.nl

Nadere informatie

TaskCentre Web Service Connector: Creëren van requests in Synergy Enterprise

TaskCentre Web Service Connector: Creëren van requests in Synergy Enterprise TaskCentre Web Service Connector: Creëren van requests in Synergy Enterprise Inhoudsopgave 1. Voorbereiding... 4 2. Web Service Connector tool configuratie... 5 3. TaskCentre taak voor het aanmaken van

Nadere informatie

Beveiligingsbeleid Perflectie. Architectuur & Procedures

Beveiligingsbeleid Perflectie. Architectuur & Procedures Beveiligingsbeleid Perflectie Architectuur & Procedures 30 november 2015 Versiebeheer Naam Functie Datum Versie Dimitri Tholen Software Architect 12 december 2014 0.1 Dimitri Tholen Software Architect

Nadere informatie

Ontsluiten iprova via Internet Voorbeeld methoden

Ontsluiten iprova via Internet Voorbeeld methoden Ontsluiten iprova via Internet Voorbeeld methoden 12-12-2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Algemene aandachtspunten... 4 3 Voorbeeld methoden... 6 3.1 Ontsluiten via een (bestaande) telewerken oplossing

Nadere informatie

betrouwbare communicatie tussen overheden onderling en met burgers YENLO.COM

betrouwbare communicatie tussen overheden onderling en met burgers YENLO.COM Digikoppeling Appliance Yenlo betrouwbare communicatie tussen overheden onderling en met burgers YENLO.COM Het uitwisselen van elektronische berichten dient uniform, betrouwbaar en via open standaarden

Nadere informatie

Three Ships CDS opschalingsdocument Overzicht server configuratie voor Three Ships CDS

Three Ships CDS opschalingsdocument Overzicht server configuratie voor Three Ships CDS CDS opschalingsdocument Overzicht server configuratie voor CDS 1. Algemeen Dit document geeft een overzicht van een aantal mogelijke hardware configuraties voor het inrichten van een serveromgeving voor

Nadere informatie

SOA Security. en de rol van de auditor... ISACA Roundtable 2 juni 2008. Arthur Donkers, 1Secure BV arthur@1secure.nl

SOA Security. en de rol van de auditor... ISACA Roundtable 2 juni 2008. Arthur Donkers, 1Secure BV arthur@1secure.nl SOA Security en de rol van de auditor... ISACA Roundtable 2 juni 2008 Arthur Donkers, 1Secure BV arthur@1secure.nl 1 SOA Web 2.0, web services en service oriented architecture (SOA) is tegenwoordig de

Nadere informatie

Technisch ontwerp. Projectteam 6. Project "Web Essentials" 02 april 2009. Versie 2.1.0

Technisch ontwerp. Projectteam 6. Project Web Essentials 02 april 2009. Versie 2.1.0 Projectteam 6 Faculteit Natuur en Techniek Hogeschool Utrecht Projectleider: Hans Allis, hans.allis@student.hu.nl Technisch ontwerp Project "Web Essentials" 02 april 2009 Versie 2.1.0 Teamleden: Armin

Nadere informatie

De weg naar SOA bij de Gemeente Rotterdam

De weg naar SOA bij de Gemeente Rotterdam De weg naar SOA bij de Gemeente Rotterdam Een reisverslag OGH Fusion Middleware SOA dag 19-5-2010 Lonneke Dikmans Oracle Ace Director Inhoud 2 Architectuur Doelstellingen Rotterdam Veilig, betrouwbaar

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Beeldmateriaal

Gebruikershandleiding Beeldmateriaal Gebruikershandleiding Beeldmateriaal Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Wat is de Landelijke Voorziening Beeldmateriaal?... 3 2 Levering van de luchtfoto s... 4 2.1 Luchtfoto s via webservices... 4 2.2

Nadere informatie

Technisch Rapport. BAG Extract in i-bridge2.0. Versie 1.0. Datum 9 December 2010

Technisch Rapport. BAG Extract in i-bridge2.0. Versie 1.0. Datum 9 December 2010 Technisch Rapport BAG Extract in i-bridge2.0 Versie 1.0 Datum 9 December 2010 Status Final Colofon IVENT A&A CDC Madame Curielaan 4-6 Postbus 20703 2289 CA Rijswijk Contactpersoon Patrick Brooijmans Teamleider

Nadere informatie

Technisch Ontwerp VISSIM-PPA Koppeling

Technisch Ontwerp VISSIM-PPA Koppeling 1 Technisch Ontwerp VISSIM-PPA Koppeling Revisie Versie Datum Omschrijving 1.0 25 juli 2013 Initiële versie 1.1 26 juli 2013 Toevoeging van TDI regeltoestand. Toevoeging van bestandsnaam filtering. 1.2

Nadere informatie

SuperOffice Systeemvereisten

SuperOffice Systeemvereisten Minimale systeemvereisten voor SuperOffice CRM De minimale systeemvereisten voor SuperOffice CRM zijn tevens afhankelijk van het besturingssysteem en de services/applicaties die op het systeem actief zijn.

Nadere informatie

ECTS fiche. Module info. Evaluatie. Gespreide evaluatie OPLEIDING. Handelswetenschappen en bedrijfskunde HBO Informatica

ECTS fiche. Module info. Evaluatie. Gespreide evaluatie OPLEIDING. Handelswetenschappen en bedrijfskunde HBO Informatica ECTS fiche Module info OPLEIDING STUDIEGEBIED AFDELING MODULE MODULENAAM Programmeren 5 MODULECODE B STUDIEPUNTEN 10 VRIJSTELLING MOGELIJK ja Handelswetenschappen en bedrijfskunde HBO Informatica Evaluatie

Nadere informatie

Digikoppeling adapter

Digikoppeling adapter Digikoppeling adapter Versie 1.0 Datum 02/06/2014 Status Definitief Van toepassing op Digikoppeling versies: 1.0, 1.1, 2.0, 3.0 Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900 555

Nadere informatie

Koppelvlakstandaard Grote Berichten Digikoppeling 2.0

Koppelvlakstandaard Grote Berichten Digikoppeling 2.0 Koppelvlakstandaard Grote Berichten Digikoppeling 2.0 Versie 1.2 Datum 10/06/2014 Status Definitief Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900 555 4555 (10 ct p/m) e. servicecentrum@logius.nl

Nadere informatie

Auteur Arjaan den Ouden Datum 4 december 2013 Status Definitief Versie 1.0

Auteur Arjaan den Ouden Datum 4 december 2013 Status Definitief Versie 1.0 Auteur Arjaan den Ouden Datum 4 december 2013 Status Definitief Versie 1.0 Behoudens uitzondering door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op het auteursrecht van

Nadere informatie

Handleiding Decentrale Validatiemodule istandaarden

Handleiding Decentrale Validatiemodule istandaarden Handleiding Decentrale Validatiemodule istandaarden 13 juli 2018 Versiebeheer Versie Datum Toelichting 1.0 13 juli 2018 Initiële versie Inhoud Inleiding 3 1 Over de Decentrale Validatiemodule 4 2 Het gebruik

Nadere informatie

Praktijkcasus Identity management. Bert Dondertman 14 september 2010

Praktijkcasus Identity management. Bert Dondertman 14 september 2010 Praktijkcasus Identity management Bert Dondertman 14 september 2010 Agenda Praktijkcasus: Waarom? Hoe? Score op de diverse dimensies OGh IAM presentatie juli 2010 2 Waarom? Centraal klantportaal waar mogelijkheden

Nadere informatie

TECHNICAL DESIGN DOCUMENT

TECHNICAL DESIGN DOCUMENT TECHNICAL DESIGN DOCUMENT BACHELORPROJECT IN3405 John Ciocoiu 1358227 Elwin Dokter 1275909 TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT FACULTEIT EWI WOENSDAG 28 APRIL 2010 VERSIE 1 COMMISSIE: Ing. D.J. van Roest (opdrachtgever)

Nadere informatie

Handleiding Magento - Yuki

Handleiding Magento - Yuki Handleiding Magento - Yuki www.webwinkelfacturen.nl Samenvatting Dit is de handleiding voor de koppeling van Magento naar Yuki. De koppeling zorgt dat voor facturen in Magento automatisch een factuur of

Nadere informatie

Acht stappen voor JSF

Acht stappen voor JSF Acht stappen voor JSF Inleiding In deze tutorial zullen we JSF (Java server faces) installeren. Wat we niet beschrijven is hoe te werken met JSF, over dit onderwerp zijn er genoeg boeken en internetsites

Nadere informatie

Onder de motorkap van Microsoft Azure Web Sites. Eelco Koster Software architect ORDINA

Onder de motorkap van Microsoft Azure Web Sites. Eelco Koster Software architect ORDINA Onder de motorkap van Microsoft Azure Web Sites Eelco Koster Software architect ORDINA Agenda Introductie Architectuur Project Kudu Azure Resource Manager Doel Dieper inzicht geven in de werking van Azure

Nadere informatie

Zelftest Java concepten

Zelftest Java concepten Zelftest Java concepten Document: n0838test.fm 22/03/2012 ABIS Training & Consulting P.O. Box 220 B-3000 Leuven Belgium TRAINING & CONSULTING INLEIDING BIJ DE ZELFTEST JAVA CONCEPTEN Om de voorkennis nodig

Nadere informatie

XML Datafeeds. Volledig geautomatiseerd advertenties plaatsen V 2.2 5-4-2013

XML Datafeeds. Volledig geautomatiseerd advertenties plaatsen V 2.2 5-4-2013 XML Datafeeds Volledig geautomatiseerd advertenties plaatsen V 2.2 5-4-2013 Dit document beschrijft de XML datafeed specificatie voor Pro Accounts van AdvertentiePlanet. AdvertentiePlanet is een onderdeel

Nadere informatie

Samengaan van Geo-informatie en Service Oriëntatie

Samengaan van Geo-informatie en Service Oriëntatie Samengaan van Geo-informatie en Service Oriëntatie Waterbodem Applicatie (WAB*info) 10 juli 2008 Gaston Lamaitre Data-ICT-Dienst, Delft Inhoud Wat doet Rijkswaterstaat? Doel van WAB*info De randvoorwaarden

Nadere informatie

uziconnect Installatiehandleiding

uziconnect Installatiehandleiding uziconnect Installatiehandleiding VANAD Enovation is een handelsnaam van ENOVATION B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een

Nadere informatie

Handleiding helpdesk. Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

Handleiding helpdesk. Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Beheer helpdesk... 3 1.1. Settings... 3 1.2. Applicaties... 4 1.3. Prioriteiten... 5 1.4. Gebruik mailtemplates...

Nadere informatie

Directie Geo Product- en Procesbeheer. Release 2012/1. Landelijke Voorziening Basisregistraties Adressen en Gebouwen

Directie Geo Product- en Procesbeheer. Release 2012/1. Landelijke Voorziening Basisregistraties Adressen en Gebouwen Directie Geo Product- en Procesbeheer Release 2012/1 Landelijke Voorziening Basisregistraties Adressen en Gebouwen Opdrachtgever Kadaster Status Definitief Versie 1.0 1 Inleiding Release 2012/1 voor de

Nadere informatie

Certificate Policy Bedrijfstestomgeving ZOVAR

Certificate Policy Bedrijfstestomgeving ZOVAR Certificate Policy Bedrijfstestomgeving ZOVAR Uitgave : agentschap Versie : 1.0 Definitief Datum : 26-7-2007 Bestandsnaam : 20070726 CP bedrijfstestomgeving ZOVAR 1.0.doc Organisatie ZOVAR Pagina 2 van

Nadere informatie

Handleiding koppeling Afas Profit Versie 0.4

Handleiding koppeling Afas Profit Versie 0.4 Handleiding koppeling Afas Profit 2016 Versie 0.4 18-11-2016 Inhoud Inleiding... 3 Doelgroep... 3 Proces op hoofdlijnen... 3 Voor u begint... 3 App Connector... 3 Afas Online... 3 WebServices... 4 WebServices

Nadere informatie

Installatiehandleiding King Webservices 2.0

Installatiehandleiding King Webservices 2.0 Inhoud Inleiding... 2 Installatie en configuratie King Webservices... 2 King Webservices systeemeisen... 2 King Webservices installatie-eisen... 2 King Webservices installeren... 2 King Webservices inrichten

Nadere informatie

KLIC-WIN. B2B Pilot Netinformatie. Handleiding om in de testfase bestanden te uploaden naar de NTD (ook voor grote bestanden)

KLIC-WIN. B2B Pilot Netinformatie. Handleiding om in de testfase bestanden te uploaden naar de NTD (ook voor grote bestanden) KLIC-WIN B2B Pilot Netinformatie Handleiding om in de testfase bestanden te uploaden naar de NTD (ook voor grote bestanden) Bart Thevis Enexis Geo-ICT 1-4-2017 Inleiding In het kader van het inrichten

Nadere informatie

Installatiehandleiding Business Assistent

Installatiehandleiding Business Assistent Installatiehandleiding Business Assistent Wijzigingsgeschiedenis Versie Datum Omschrijving Status 0.1 25-09-2014 Eerste opzet van het installatie Concept document. 1.0 04-11-2014 Geen: Commercieel maken

Nadere informatie

Handleiding Niki API

Handleiding Niki API Handleiding Niki API Auteurs: Haike Zegwaard (Fundament All Media) Marcel Mulder (Fundament All Media) Martin Poelman (Fundament All Media) Datum: 24 juni 2016 Niki: 3.30.0 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 OAuth...

Nadere informatie

kubernetes It compiles, ship it! Oscar Buse 13 februari 2018 Linux User Group Nijmegen

kubernetes It compiles, ship it! Oscar Buse 13 februari 2018 Linux User Group Nijmegen kubernetes It compiles, ship it! Oscar Buse 13 februari 2018 Linux User Group Nijmegen Inleiding Dit praatje gaat over kubernetes. De onderwerpen die aan bod komen: Eerdere vormen van virtualisatie (VM

Nadere informatie

Neuron Stroomlijn 7.5

Neuron Stroomlijn 7.5 Neuron Stroomlijn 7.3 Systeemeisen Neuron Stroomlijn 7.5 Systeemeisen Systeemeisen Neuron Stroomlijn Vicrea Solutions BV Vanadiumweg 11K 3812 PX, Amersfoort 033-4604080 Introductie Inhoudsopgave In dit

Nadere informatie

Installatiehandleiding Business Assistent

Installatiehandleiding Business Assistent Installatiehandleiding Business Assistent Wijzigingsgeschiedenis Versie Datum Omschrijving Status 0.1 25-09-2014 Eerste opzet van het installatie Concept document. 1.0 04-11-2014 Geen: Commercieel maken

Nadere informatie

Ssdnbatch Applicatie: Technische Documentatie

Ssdnbatch Applicatie: Technische Documentatie Ssdnbatch Applicatie: Technische Documentatie Versies Datum Versie Omschrijving Auteur 27-Nov-2007 0.1 Creatie Jonas De Meulenaere 28-Nov-2007 1.0 Review Davy Herben Jonas De Meulenaere 25-Jul-2008 1.1

Nadere informatie

Beveiligingsbeleid. Online platform Perflectie

Beveiligingsbeleid. Online platform Perflectie Beveiligingsbeleid Online platform Perflectie 2018 Beveiligingsbeleid Perflectie Versiebeheer Naam Functie Datum Versie Dimitri Tholen Software Architect 12 december 2014 1.0 Dimitri Tholen Software Architect

Nadere informatie

Installatie en configuratie 1.1. Licentie Systeem. Dé specialist in ruimtelijke informatievoorziening

Installatie en configuratie 1.1. Licentie Systeem. Dé specialist in ruimtelijke informatievoorziening 1.1 Installatie en configuratie, Licentie Systeem Dé specialist in ruimtelijke informatievoorziening Copyright Deze publicatie is een uitgave van Crotec BV, s-hertogenbosch (KvK Oost Brabant 1715 9294)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.1

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.1 Gebruikershandleiding StUF Testplatform Versie 1.3.1 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 GEBRUIK MAKEN VAN HET STUF TESTPLATFORM... 4 2.1 INLOGGEN OP HET STUF TESTPLATFORM... 4 2.2 OPVOEREN EN CONFIGUREREN

Nadere informatie

Uniforme Pensioen Aangifte (UPA)

Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) Beschrijving Koppelvlak Uniforme Pensioen Aangifte (UPA) De standaard voor het digitaal uitwisselen van werknemer- en salarisgegevens tussen werkgevers, administratiekantoren en pensioenuitvoerders. Uitgave

Nadere informatie

Op de Virtual Appliance is MySQL voorgeïnstalleerd. MySQL is momenteel de meest gebruikte database op het internet.

Op de Virtual Appliance is MySQL voorgeïnstalleerd. MySQL is momenteel de meest gebruikte database op het internet. Het installeren van WordPress Nu je een volledig werkende virtuele server hebt is het tijd om er een applicatie op te installeren. We beginnen met de blogtool WordPress. De database De eerste stap is het

Nadere informatie

INFITT01 - Internettechnologie WEEK 8

INFITT01 - Internettechnologie WEEK 8 INFITT01 - Internettechnologie WEEK 8 Programma Databases (JDBC, JNDI, ORM, JPA) MVC & Spring/Struts EJB Databases Veel web applicaties moeten informatie over langere tijd op kunnen slaan. Een voor de

Nadere informatie

Handleiding DocZend. Versie 1.2 januarie 2014. 2014 Copyright KPN Lokale Overheid

Handleiding DocZend. Versie 1.2 januarie 2014. 2014 Copyright KPN Lokale Overheid Handleiding DocZend Versie 1.2 januarie 2014 2014 Copyright KPN Lokale Overheid Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van KPN Lokale overheid mag niets uit dit document

Nadere informatie

Handleiding Magento - Reeleezee

Handleiding Magento - Reeleezee Handleiding Magento - Reeleezee www.webwinkelfacturen.nl Samenvatting Dit is de handleiding voor de koppeling van Magento naar Reeleezee. De koppeling zorgt dat voor facturen in Magento automatisch een

Nadere informatie

Handleiding Magento - Factuursturen

Handleiding Magento - Factuursturen Handleiding Magento - Factuursturen www.webwinkelfacturen.nl Samenvatting Dit is de handleiding voor de koppeling van Magento naar Factuursturen. De koppeling zorgt dat voor facturen in Magento automatisch

Nadere informatie

SURFconext Cookbook. Het koppelen van BigBlueButton aan SURFconext. Versie: 1.0. Datum: 1 december 2013. 030-2 305 305 admin@surfnet.nl www.surfnet.

SURFconext Cookbook. Het koppelen van BigBlueButton aan SURFconext. Versie: 1.0. Datum: 1 december 2013. 030-2 305 305 admin@surfnet.nl www.surfnet. SURFconext Cookbook Het koppelen van BigBlueButton aan SURFconext Auteur(s): Frank Niesten Versie: 1.0 Datum: 1 december 2013 Radboudkwartier 273 3511 CK Utrecht Postbus 19035 3501 DA Utrecht 030-2 305

Nadere informatie