IN TRANSITIE Naar meer maatschappelijk rendement

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IN TRANSITIE Naar meer maatschappelijk rendement"

Transcriptie

1 IN TRANSITIE Naar meer maatschappelijk rendement JAARVERSLAG 2012

2 INHOUD Bestuursverslag 4 1 Transitie en transformatie 6 2 Samen opvoeden en opgroeien 12 3 Veilig opgroeien 16 4 Zorg rondom gezin en school 20 5 Naar meer effectiviteit 24 6 Professionalisering 28 7 Over de grens 32 8 Organisatieontwikkelingen 34 Jaarrekening 39 Balans per 31 december Winst en verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting jaarrekening 43 Toelichting balans 46 Toelichting winst- en verliesrekening 51 Overige gegevens 56 Controleverklaring 57 Producten(overzicht) 60 Medewerk(st)ers 61

3 IN TRANSITIE Naar meer maatschappelijk rendement JAARVERSLAG 2012

4 4 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Bestuursverslag Bestuursverslag van een organisatie in beweging Werken aan meer maatschappelijk effect In 2012 bestond het Nederlands Jeugdinstituut vijf jaar. Een jaar dat in het teken stond van reorganisatie en krimp. Maar ook een jaar waarin de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten een steeds belangrijker thema werd. Alom groeide de overtuiging dat er voor een beter en effectiever jeugdstelsel niet alleen een verschuiving van verantwoordelijkheden nodig is maar ook een inhoudelijke vernieuwing van de hele zorg voor jeugd. Het Nederlands Jeugdinstituut wil daaraan een constructieve bijdrage leveren. In de eerste vijf jaar van zijn bestaan heeft het Nederlands Jeugdinstituut een indrukwekkende kenniscollectie opgebouwd en met verschillende partijen hard gewerkt aan de verdere professionalisering van de jeugdsector. Een verhoging van de kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor jeugd was daarbij een belangrijk aandachtspunt. Om beter aan te sluiten bij vragen uit het werkveld en ervoor te zorgen dat wetenschap en praktijk elkaars kennis optimaal benutten, hebben we ons in 2012 voorbereid op een interne reorganisatie. Op die manier streven we ernaar om de komende jaren met onze activiteiten nog meer maatschappelijk effect te realiseren. Tot 2013 kende het Nederlands Jeugdinstituut een afdelingsstructuur waardoor een kenniscentrum en in de praktijk opererende afdelingen zich relatief zelfstandig konden ontwikkelen. Toen we de opbouwfase van het instituut achter ons lieten, werd deze organisatie structuur in toenemende mate ervaren als belemmering voor een meer gemeenschappelijke focus en programmering, waarbij kennis uit wetenschap en praktijk elkaar versterken. Het is immers van cruciaal belang om gevalideerde kennis in te zetten met als doel de praktijkbeoefening te verbeteren en in de dagelijkse praktijk van de jeugdsector te toetsen wat écht werkt. Dat stelt ons in staat de kwaliteit van het jeugdstelsel continu te verbeteren met als resultaat effectievere zorg voor jeugd en daarmee ook betere kansen voor alle Nederlandse kinderen en jongeren. Om diezelfde reden intensiveren we onze samenwerking met externe partners uit wetenschap, beleid en praktijk. Bijvoorbeeld in de vorm van kennispraktijknetwerken waar het Nederlands Jeugdinstituut samen met inhoudelijke experts van voorzieningen en beleidsmakers aan actuele vraagstukken in de sector werkt. In de nieuwe organisatie laten we de afdelingsstructuur los en organiseren we onze activiteiten op het terrein van kennisontwikkeling, kennisbeheer en implementatie rond een aantal kernthema s die aan sluiten bij actuele vragen uit de jeugdsector. In deze nieuwe benadering beperken we ons bovendien niet langer tot een bepaald werkveld. Zo richten we ons bij een kernthema als positief opvoeden niet alleen op voorzieningen in de pedagogische basisstructuur of het Centrum voor Jeugd en Gezin maar ook op bijvoorbeeld de residentiële jeugdzorg. Want in een instelling laten kinderen ook gewone problemen en gewoon lastig gedrag zien waarop je een gewoon opvoedantwoord moet geven. De verschillende kernthema s worden ondergebracht in de programma s Positief opvoeden, Participatie, Veilig opgroeien, Kwaliteit en effectiviteit in de zorg voor jeugd, Professionalisering en Transitie en transformatie. In het kader van het Kennisprogramma Jeugd dat we in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) uitvoeren, maakten we in 2012 nieuwe afspraken met RIVM Gezond Leven, NCJ, TNO

5 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Bestuursverslag 5 en ZonMw. Behalve rond effectiviteit gaan we ook samenwerken op de thema s professionalisering en monitoring vraag en aanbod. Om ervoor te zorgen dat de kennis over het onderwijs en de jeugdzorg en vooral de samenhang daartussen bijgehouden wordt, deed het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) een beroep op het Nederlands Jeugdinstituut. Vanaf 2012 beheren wij daarom niet alleen kennis over positief jeugdbeleid, professionalisering en de jeugdzorg maar ook kennis over onderwijs gerelateerde opvoed-, opgroei- en zorgvraagstukken. In 2012 ondersteunden we de jeugdsector opnieuw met onze kennis, adviezen, onderzoeken, trainingen, databanken, congressen en vele publicaties waaronder tal van dossiers op onze website. Daarbij lieten we ons inspireren door voorbeelden uit binnen- en buitenland. Om meer maatschappelijk rendement te realiseren zochten we ook naar andere manieren om onze kennis aan te bieden. Zo werden de ontvangers van de digitale nieuwsbrief Jeugdnieuws bij het lezen van een nieuwsbericht doorgeleid naar informatie op onze website die aansloot bij het onderwerp. Uit een analyse van het bezoekersgedrag op de website bleek dat veel lezers die gelegenheid aangrepen om andere kennis van het Nederlands Jeugdinstituut tot zich te nemen. Intussen tekenden in 2012 de contouren van een nieuw jeugdstelsel, waarbij gemeenten de regie krijgen over zowel preventief als curatief jeugdbeleid, zich steeds scherper af. Met het oog daarop vroegen gemeenten ons in toenemende mate om ondersteuning en advies. Temeer omdat steeds duidelijker werd dat een overheveling van verantwoordelijkheden niet alle pro blemen in de zorg voor jeugd zou oplossen. Want de kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor jeugd moeten beter, de druk op de gespecialiseerde zorg moet afne men, zwaar dere zorg zoveel mogelijk in de leef omgeving van gezinnen geboden worden en een positief jeugd beleid meer kansen creëren voor alle jeugd. Het succes van de transitie hangt nauw samen met de vraag of we erin slagen een duurzame koerswijziging te reali seren, waarmee we de gesignaleerde knelpunten kunnen oplossen. en de ministeries van VWS en Veiligheid en Justitie (VenJ). Onder andere door bij te dragen aan de web site en door kennis- en praktijknetwerken op te zetten rond thema s die voor gemeenten belangrijk zijn. Om gemeenten voor te bereiden op hun nieuwe taken in het jeugdbeleid organi seerden we in 2012 onder andere cursussen gericht op de transitie en stelden we een digitaal dossier samen over de stelselwijziging. In de publicatie Om het kind. Visies op een ander jeugdstelsel lieten wij vertegen woordigers van diverse disciplines in de jeugd sector aan het woord over hun visie op de transitie en de transfor matie die de zorg voor jeugd zou moeten ondergaan. Maar ook andere onderwerpen hadden onze aandacht. Zo was eind 2012 het zestigste digitale dossier in voorbereiding en richten we ons met uiteenlopende activiteiten op onder andere positief opvoeden, de aanpak van kindermishandeling, professionalisering, onderwijs en jeugdzorg, werken met prestatieindicatoren, effectieve interventies, kinderopvang en jeugdwelzijn. Wat de resultaten daarvan waren, kunt u lezen in dit jaarverslag. De economische crisis ging niet aan het Nederlands Jeugdinstituut voorbij. Na jaren van groei diende zich al in 2011 een eerste lichte krimp aan. In de reorganisatieplannen hielden we daarom rekening met een in financieel opzicht krimpende markt. In de loop van 2012 liet het ministerie van VWS weten dat het instituut de komende jaren te maken krijgt met extra kortingen op de instellingssubsidie. Helaas kon dit niet zonder personele consequenties blijven. In nauw overleg met de vakbonden is daarom een sociaal plan opgesteld voor de boventallig verklaarde medewerkers van wie we in 2013 afscheid moeten nemen. Het Nederlands Jeugdinstituut wil een lerende organisatie zijn en continu werken aan de verbetering van de eigen kwaliteit. In 2012 resulteerde dit in het behalen van de ISO 9001 certificering. Hierdoor weten externe partijen die met ons in zee willen gaan, dat we onze bedrijfsprocessen op orde hebben en dus een betrouwbare partner zijn. Als kennisinstituut dat een brug wil slaan tussen wetenschap, praktijk en beleid willen we stimuleren dat transitie en transformatie leiden tot een duurzame vernieuwing van het stelsel. Zo ondersteunen we op verschillende manieren het Transitiebureau Jeugd van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het IPO Drs. Kees Bakker Voorzitter Raad van Bestuur

6 6 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie

7 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie 7 1 Transitie en transformatie Het Nederlands Jeugdinstituut speelt bij zowel de transitie als de transformatie van het jeugd(zorg)stelsel een rol van belang. Dat doen we onder andere door onze kennis gericht in te zetten met als doel meer maatschappelijk rendement: we menen dat de kosten die gemoeid gaan met de stelselherziening en de jeugdsector in het algemeen ten goede dienen te komen aan het welbevinden van onze jeugd. Tevens willen we stimuleren dat doeltreffende veranderingen in zowel de transitie als de transformatie duurzaam zijn. Voor 2015 moeten de bestuurlijke en financiële verantwoorde lijk heid voor een groot aantal voorzieningen, inclusief de gespecialiseerde jeugdzorg, onderdak vinden bij gemeen ten. In 2012 werkten gemeenten daarom hard aan zowel de transitie van het jeugdstelsel als aan een trans formatie; inhoudelijke vernieuwing. Want samen met het besef dat de sturing voor de jeugdvoorzieningen zoveel mogelijk in één hand moet komen, drong het inzicht door dat de jeugdsector veel meer kan en moet inzetten op het versterken van de gewone ontwikkeling en opvoeding van jongeren, op talentontwikkeling en de bevordering van de eigen kracht en autonomie van kinderen en hun ouders. Dat vraagt om een andere manier van denken en handelen. Tegelijkertijd zullen er altijd jongeren en gezinnen zijn die zwaardere zorg nodig hebben. Zaak is om deze zo effectief en duurzaam mogelijk te geven: zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Constructieve discussie Er zijn diverse onderwerpen en thema s die binnen de transitie en transformatie om aandacht vragen. Waar situeren we in dit nieuwe stelsel de jeugd-ggz bijvoorbeeld? Waar plaatsen we de groep kinderen en jongeren met een lichte verstandelijke beperking? Hoe geven we de meest effectieve hulp aan multiprobleemgezinnen en wat is de positie van de jeugdbescherming? Het zijn vragen waar we met alle betrokken partijen een antwoord op moeten proberen te vinden. Het Nederlands Jeugdinstituut wil deze discussie constructief voeden. Om deze reden verscheen in 2012 het jubileumboek Om het kind. Visies op een ander jeugdstelsel waarin tal van doeners, denkers en beleidsmakers uit allerlei disciplines van de jeugdzorg en het onderwijs tot de jeugd-ggz uit de doeken doen hoe zij het nieuwe jeugdstelsel zouden willen inrichten. Goed voorbereid Om gemeenten goed voor te bereiden op hun komende taken ondersteunt het Nederland Jeugdinstituut gemeenten bij het ontwikkelen van een inhoudelijke visie op de verbetering van de zorg voor jeugd en het invullen van hun regierol. We adviseren over de inzet van bestuurlijke instrumenten en het matchen van vraag en aanbod voor cliënten. Nieuw in 2012 was de Stoomcursus transitie jeugdzorg, bedoeld voor beleidsambtenaren jeugd, raadsleden en bestuurders van jeugdinstellingen. In een programma van een dagdeel brengen onze deskundigen cursisten op de hoogte van de stelselwijziging en de overgang naar het nieuwe jeugdstelsel. Ze geven daarbij antwoord op vragen als: Hoe ziet het jeugdstelsel er nu uit en hoe gaat het er straks uitzien? En: Hoe kan de gemeente zelf sturen op zorg en de kwaliteit daarvan? Kennispraktijknetwerken Wij ondersteunen de transitie en transformatie niet alleen door kennis te valideren en te verspreiden, maar bovenal door wetenschappelijke kennis te koppelen aan de praktijk. Daar liggen immers de ervaringen, daar moet kennis naartoe om van nut te kunnen zijn. We doen dit onder meer via kennispraktijknetwerken. Dit zijn platforms waar kennis uit wetenschap en ervaringen uit de praktijk gedeeld worden, over een onderwerp als generalistisch werken bijvoorbeeld. Deelnemers zijn deskundigen van diverse voorzieningen en experts van het Nederlands Jeugdinstituut of andere kennis instituten plus inhoudelijke beleidsadviseurs jeugd van di verse gemeenten of transitiemanagers aanspreek punten van de gemeenten als het gaat om de transitie van de jeugdzorg. De uitkomsten van de kennispraktijknetwerken vormen de

8 8 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie input voor diverse producten zoals concrete adviezen, handreikingen of andere hulpmiddelen die gemeenten kunnen gebruiken om invulling te geven aan hun eigen transitie en transformatie. De netwerken zijn onderdeel van de ondersteuningsstructuur voor het netwerk Transitiemanagers dat het Nederlands Jeugdinstituut oprichtte samen met het Transitiebureau Jeugdzorg, een samenwerkingsverband van het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport, het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Generalistisch werken Met de kennispraktijknetwerken willen we een impuls geven aan de inhoudelijke vernieuwing van lokale jeugdhulp op een aantal belangrijke thema s, zoals het matchen van vraag en aanbod van jeugdhulp in gemeenten en het beslissen over gespecialiseerde hulp. Een ander belangrijk thema dat speelt in de gedachtewisseling rondom de transitie en transfor matie is de rol van de professional. De jeugdzorg in Nederland is verkokerd, gespecialiseerd en geïnstitutionaliseerd. Voor elk deelprobleem zijn er verschillende professionals aan de slag, die vaak werken vanuit verschillende organisaties, met verschillende perspectieven, doelen en procedures. Deze versnipperde en verkokerde hulp is eerder een extra probleem dan een oplossing. Voor jeugdigen en gezinnen kan dit namelijk betekenen dat ze van de ene naar de andere instantie doorverwezen worden. Diverse organisaties pleitten ervoor om ruim baan te maken voor generalistisch werkende professionals: beroeps krachten die naast de jongeren en hun ouders gaan staan, die een vertrouwensrelatie weten op te bouwen, sociale netwerken in de omgeving van het gezin weten te benutten en in te schakelen. Breed opgeleide professionals die weten wat werkt bij opvoed- en opgroeiproblemen en de meest voorkomende vragen adequaat kunnen oppakken maar ook weten wanneer zij er een specialist bij moeten halen. Het Nederlands Jeugdinstituut liep vooruit op de praktijk en zette in 2012 het kennispraktijknetwerk Generalistisch werken rondom jeugd en gezin op. In dit kennispraktijknetwerk zitten gemeenten die al volop bezig zijn met generalistisch werken rondom jeugd en gezin. Vroege en snelle specialistische hulp Binnen de transitie en transformatie is het van belang om in te zetten op de normale gezonde opvoeding en ontwikkeling van jeugd (zie: hoofdstuk 2). We moeten proberen om kinderen en jongeren zoveel als mogelijk weg te houden uit de gespecialiseerde zorg. Het is altijd beter voor kinderen en gezinnen om eventuele problemen zo vroeg mogelijk aan te pakken en hen de gang naar zwaardere zorg te besparen. Tegelijkertijd moeten we er oog voor hebben dat er altijd een groep kinderen en gezinnen zal zijn die specialistische hulp nodig heeft. Het Nederlands Jeugdinstituut gaat ervanuit dat deze specialistische expertise zo vroeg en snel mogelijk moet worden ingezet. Het liefst via het principe van wrap around care, waarbij het kind omwikkeld wordt door een combinatie van informele zorg en formele zorg. Eén centrale persoon de generalistisch werker of gezinsmanager stuurt daarbij andere professionals en medeopvoeders aan. Hij of zij is een spin in het web en haalt waar nodig specialistische hulp erbij. Daarbij mag de gewone ontwikkeling van kinderen niet uit het oog worden verloren: kinderen in de jeugdzorg hebben immers ook normale problemen die leeftijd gerelateerd zijn, net als alle andere kinderen en jongeren. Het Nederlands Jeugdinstituut bevordert op diverse manieren de inzet van effectieve specialis tische deskundigheid in de basisvoorzieningen voor jeugd zoals de kinderdagopvang en scholen. Vruchtbare samenwerking Het programma Alert4you bijvoorbeeld is gericht op een betere samenwerking tussen pedagogische begeleiders in de kinderopvang en andere opvoedexperts, bijvoorbeeld lokale professionals die werken bij instellingen voor Jeugd en Op voed hulp. Doel van het programma is om kansen en problemen van kinderen in de kinderopvang beter te signaleren en daarop alert te reageren. Het Nederlands Jeugdinstituut implementeert dit programma samen met het Kinder opvang fonds. Het programma breidde zich flink uit: in 2010 maakten professionals op drie locaties er gebruik van. Eind 2012 waren dat 28 locaties. In samenwerking met het Kinder opvangfonds maakte het Nederlands Jeugdinstituut het programma in 2012 passend voor gebruik in de buiten schoolse opvang (BSO). Lokale samenwerking tussen de kinderopvang en specialistische opvoedhulp is niet altijd eenvoudig te realiseren. Met Alert4you als uitgangspunt ontwikkelt het Nederlands Jeugdinstituut een landelijke ondersteuningsstructuur voor de kinderopvang en instellingen voor Jeugd en Opvoedhulp. In de publicatie Gouden kans voor gemeenten bij transformatie jeugdstelsel geven we vier goede praktijkvoorbeelden van de samenwerking tussen het jeugdwelzijnswerk en jeugdzorg. In de vier projecten die belicht worden UCee Station, Learn2Work, Event Hands en Raster Kinderwerk helpen professionals kwetsbare jeugd om (weer) te participeren in de samenleving. Gemeenten en lokale instellingen kunnen uit de brochure inspiratie halen die de transitie van jeugdzorg tot een succes kan maken. De brochure gaat vergezeld van een uitgebreide projectbeschrijving op onze website. Daar zijn ook filmpjes te zien, waarin professionals van de betrokken

9 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie 9 instellingen, maar ook participerende jongeren en hun ouders vertellen wat de effecten zijn van deze projecten. Het Nederlands Jeugdinstituut verzorgt al jaren de Natio nale Jeugdzorgprijzen. Deze werden dit jaar uitgereikt op het VNG Jeugdfestival en stonden in het teken van de trans formatie; de inhoudelijke vernieuwing van de zorg voor jeugd. Een van de winnaars was School2Care, een zogeheten plusvoorziening bestemd voor leerlingen van 12 tot 17 jaar die om uiteenlopende redenen niet of nauwelijks naar school gaan. Zonder School2Care zouden ze in een internaat of de gesloten jeugdzorg belanden. School2Care biedt van 8 uur s morgens tot 8 uur s avonds zorg, onderwijs en begeleide vrijetijdsbesteding met als doel de jongeren in staat te stellen een kwalificatie voor vervolgonderwijs of arbeids markt te behalen en hen daarmee een positief toekomst perspectief te bieden. De jury noemde School2Care een goed voorbeeld van hoe gemeenten straks voor zeer moeilijke doelgroepen inten sieve zorg in de eigen leefomgeving zouden kunnen realiseren. Ondersteuning op lokaal en regionaal niveau In opdracht van de gemeente Rotterdam ontwikkelden we een keurmerk voor het jongerenwerk. En een speciale visitatiecommissie bracht in opdracht van de gemeente Eindhoven een bezoek aan het jongerenwerk in die stad. Doel was om na te gaan of het jongerenwerk binnen de huidige beleidskaders functioneerde en de jeugd van de gemeente Eindhoven de door de gemeente gewenste outcome bereikt had. Met de bevindingen van het bezoek werden verbetervoorstellen gedaan op onder meer het gebied van het Eindhovens jeugdbeleid en de monitoring van het jongerenwerk. Het rapport Doelgericht jongeren werk in Eindhoven verscheen hetzelfde jaar online. Ook op regionaal niveau gaf het Nederlands Jeugdinstituut kennis en ondersteuning in het kader van de transitie en transformatie. Zo boden we ondersteuning bij de opbouw van een dekkend en toekomstbestendig aanbod voor opvoe dingsondersteuning door gemeenten in de kop van Noord- Holland. We begeleidden de betreffende gemeenten bij het opstellen van een gezamenlijke visie en de voor berei dingen van een plan van aanpak voor 2012 en verder. Het rapport Naar een samenhangend regionaal aanbod voor steun en hulp bij opvoedingsvragen dat hierover verscheen, ging online in Kennis delen Kennis en informatie rondom het thema transitie en transformatie moeten zoveel mogelijk gedeeld worden, is onze opvatting. Daarom organiseerde het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking met het Transitiebureau Jeugd, het Actieprogramma Lokaal Bestuur en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het VNG Jeugdfestival. Hier passeerden alle ontwikkelingen in de jeugdsector de revue: van kinderopvang tot passend onderwijs en van de pedagogische civil society tot de transitie van de jeugdzorg. Hiernaast verzorgden we in 2012 diverse webdossiers over de onderwerpen transitie en transformatie. Zo staat sinds april 2012 het dossier Transitie jeugdzorg online, met daarin informatie over het huidige jeugdzorgstelsel; de cijfers en problemen evenals (nieuwe) visies op het jeugdstelsel. Daarnaast zijn eerder verschenen dossiers met het oog op de ontwikkelingen rond de transitie gecontroleerd en geactualiseerd. Dit gebeurde onder meer met het dossier Lokaal jeugdbeleid, dat online is sinds oktober 2011, maar dat in december 2012 voor het laatst geactualiseerd werd. Het dossier bevat adviezen voor het ontwikkelen, herijken en versterken van lokaal jeugdbeleid. In dit dossier is ook een databank opgenomen met diverse methodieken en voorbeelden van lokaal jeugdbeleid. In februari 2012 ging het dossier Gezinsvriendelijke wijken het internet op. Daarin staat alle informatie over de sociale binding in buurten. Immers: in buurten waar mensen elkaar kennen en op elkaars kinderen letten, hebben ouders een betere relatie met hun kinderen. Ook kunnen kinderen in zulke buurten meer buitenspelen, presteren ze beter op school en hebben ze zelfs een betere gezondheid. Door de transitie van de zorg voor jeugd en andere beleidsmaatregelen krijgen gemeenten bovendien meer taken en verantwoordelijkheden in de ondersteuning van jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking. Het nieuwe digitale dossier Licht verstandelijk beperkte jeugd biedt een overzicht van de beschikbare ondersteuning, interventies en beleidsontwikkelingen Over de grens Wat kunnen we leren van andere landen? Dit is een vraag die het Nederlands Jeugdinstituut zichzelf regelmatig stelt. Zo ook bij het thema transitie en transformatie. Om te horen wat er in andere landen gebeurt op dit gebied organiseerden we samen met de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) op 14 september 2012 een internationale expert meeting met de titel Strengthening frontline services for children and families. Doel van deze bijeenkomst was om Nederlandse beleids makers en politici die betrokken zijn bij de transitie en trans formatie te inspireren door middel van voorbeelden uit Finland, Denemarken, Engeland en Vlaanderen. Diverse experts en sprekers op deze meeting waren eerder die week op initiatief van het Nederlands Jeugdinstituut ondergedompeld in het jeugdbeleid van de gemeenten Stichtse Vecht en Leeuwarden. Deze internationale visitatiecommissie zocht tijdens het bezoek aan die gemeenten een antwoord op de vraag hoe basisvoor zieningen en eerstelijns

10 10 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie voorzieningen het beste op elkaar aansluiten en op welke manier ouderbetrokkenheid in deze voorzieningen vorm kan krijgen. De visitatie bood Nederlandse wethouders, beleidsmedewerkers, professionals en buitenlandse experts de mogelijkheid om van elkaar te leren en elkaar te inspireren. De resultaten van de expertmeeting en het rapport van de visitatiecommissie zijn gepubliceerd op de Engelstalige website van het Nederlands Jeugdinstituut die in 2012 geheel is vernieuwd: Aan deze website is ook een Engelstalige nieuwsbrief gekoppeld die twee keer per jaar wordt verstuurd.

11 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie 11

12 12 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Samen opvoeden en opgroeien

13 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Samen opvoeden en opgroeien 13 2 Samen opvoeden en opgroeien Het Nederlands Jeugdinstituut benadrukte in 2012 wederom met tal van activiteiten de waar de van positief jeugdbeleid: een beleid dat als uitgangspunt niet de problemen van jeugd heeft, maar kansen en talentontwikkeling van kinderen en jongeren in Nederland. Positief jeugdbeleid kan voor gemeenten een belangrijke invalshoek zijn bij de transformatie van het jeugdstelsel; het levert de samenleving rendement op. En wel voor álle jongeren. Jeugdbeleid met een positieve benadering biedt jeugd een goede basis om op te groeien tot sociale en zelfredzame burgers. Dit geldt voor zowel jongeren die normaal op groeien als jongeren die hulp of zorg nodig hebben. Die hulp of zorg zou daarom, als het enigszins kan, in een zo normaal mogelijke opgroeicontext geboden moeten worden. In 2012 borduurden we voort op deze benadering binnen het overkoepelende thema van de transitie en transformatie van de jeugdsector. We deden dit via grote evenementen, maar ook binnen diverse projecten en publicaties. Meer nog dan voorheen dacht het Nederlands Jeugdinstituut in 2012 lokaal: we brachten op lokaal en buurtniveau adviezen uit en werkten samen met gemeentelijke beleidsmedewerkers en profes sionals aan een solide en duurzame basis voor positief jeugdbeleid. Pedagogische omgeving versterken Opgroeien en opvoeden vindt op diverse plekken plaats. In het gezin, maar ook daarbuiten: in de kinderopvang en op scholen. En ook kinderen die meer zorg nodig hebben en daarom tijdelijk verblijven in een gezinsvervangende setting worden omringd door medeopvoeders. Het Nederlands Jeugdinstituut wil de pedagogische basis voor alle jeugd versterken. Wij doen dat door input uit het veld te verbinden met evidence based kennis. En wel zo breed mogelijk. Zo was het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking met de Universiteit Utrecht sinds 2010 uitvoerder van het programma Allemaal opvoeders. Binnen dit project werd getracht netwerken van informele steun rond gezinnen te versterken en te bevorderen dat meer mensen betrokken zijn bij het opvoeden en opgroeien van kinderen. Op deze manier kan een bijdrage geleverd worden aan een positieve sociale omgeving voor kinderen, is het idee erachter. Het kan de pedagogische civil society versterken. Allemaal opvoeders is als project in 2011 afgerond. Maar in 2012 gaven we nog diverse lezingen en workshops over het versterken van de pedagogische civil society. Zo waren we in mei in Antwerpen om ook voor Vlaamse opvoedingsondersteuners de Nederlandse ideeën en werkwijzen op dit terrein over te dragen. in de brede school Brede scholen zijn samenwerkingsverbanden tussen voorzieningen voor jeugd, met een of meer scholen als spil. Het gaat zowel om scholen voor primair als voortgezet onderwijs. De meest voorkomende partners van een brede school zijn de kinderopvang (bij basisonderwijs), het welzijnswerk en instellingen voor sport en cultuur. Een brede school van goede pedagogische kwaliteit draagt bij aan de talent ontwik keling en sociale participatie van kinderen en jongeren in de samenleving. Het Nederlands Jeugdinstituut maakte zich de afgelopen jaren sterk voor een optimale kwaliteit van brede scholen en de professionalisering van de beroepskrachten. Zo werd in opdracht van de gemeente Almere in 2012 een zestal brede scholen door het Nederlands Jeugdinstituut langs de kwaliteitslat gelegd. Op basis van landelijke kwaliteitscriteria werd de kwaliteit van samenwerking tussen de verschillende voorzieningen en de school gemeten. Ook legden we het activiteitenaanbod onder de loep. In Den Haag stelden we een pedagogische visie vast voor Brede Buurtschool O3 in de Haagse Rivierenbuurt: het Pedagogisch kompas brede buurtschool O3 Den Haag. We deden dit samen met de school, de betrokken welzijnsorganisatie en de kinderopvangorganisatie. In aanloop naar de nieuwbouw van een multifunctioneel

14 14 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Samen opvoeden en opgroeien gebouw werden op basis daarvan een aantal concrete acties voorbereid en uitgevoerd. Denk daarbij aan een educatieve activiteit voor kinderen rondom de bouw en de versterking van de inhoudelijke samenwerking tussen de partners en buurtbewoners. Beide opdrachten waren meerjaren opdrachten en gericht op brede scholen in het primair onderwijs. in de kinderopvang Natuurlijk zijn ook pedagogisch begeleiders in de kinderopvang continu bezig met het opgroeien en opvoeden van kinderen. Het Nederlands Jeugdinstituut vindt dat ook in de kinderopvang een optimaal pedagogisch klimaat moet heersen, een klimaat waar uitgegaan wordt van talenten en kansen maar waar ook alert en vakkundig wordt gereageerd als er hulp of zorg voor kinderen en gezinnen nodig is. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangegeven gerichter te gaan inspecteren op de pedago gische kwaliteit van de kinderopvang. Naar aanleiding daarvan ontwikkelde GGD Nederland het instrument Observeren pedagogische praktijk. Wij schreven er een werkinstructie en een theorie- en begrippenkader bij. Vanaf 1 januari 2012 konden inspecteurs in de kinderopvang het instrument gebruiken. Om hen te informeren over de pedagogischtheoretische basis en te oefenen met het daadwerkelijk observeren met behulp van dit instrument, verzorgden wij een reeks trainingsdagen. 240 inspecteurs werden op deze wijze bijgeschoold. De feedback uit de trainingsdagen zijn de inzet voor een verbetertraject. Voor de ontwikkeling en het welbevinden van kinderen is niet alleen een goed pedagogisch leefklimaat in de reguliere kinderopvang van belang. Dit geldt evenzeer voor kinderen die door gastouders worden opgevangen. Gastouderopvang is niet te vergelijken met opvang in kindercentra. Daarom is het belangrijk dat de branche een eigen pedagogisch kader krijgt. In opdracht van het Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK) gingen we daarom samen met het Kohnstamm Instituut aan de slag met de ontwikkeling van een Pedagogisch kader voor de gastouderopvang, dat in 2012 voltooid was. Daarnaast keken we ook naar de gastouders. Zij moeten immers zorgen voor een optimaal pedagogisch klimaat in de uren dat kinderen bij hen zijn. Om ze daarbij te helpen verscheen het boek WerkenderWijs! Aan de slag met een persoonlijk pedagogisch plan. Dit boek geeft informatie over de manier waarop een gastouder een eigen pedagogisch werkplan kan maken: een plan van aanpak dat houvast geeft bij beslissingen die een gastouder neemt in de omgang met kinderen en hun ouders. en in de jeugdzorg Omdat het voor kinderen en jongeren die langdurig niet thuis kunnen wonen en gespecialiseerde zorg nodig hebben, meestal beter is als zij kunnen opgroeien in een gezinssituatie met mensen die zich bij hen betrokken voelen en aan wie zij zich kunnen hechten, onderzocht het Nederlands Jeugdinstituut de mogelijkheden die hieraan tegemoet kunnen komen. Dit gebeurde onder andere in de kenniskring Pleegzorg en de ontwikkeling van een kennisagenda waarin een aantal vragen centraal staat rond het opgroeien van langdurig uithuisgeplaatste kinderen. Hiermee sluiten we aan bij beoogde vernieuwing die de zorg voor jeugd moet ondergaan. Ook voor kinderen die tijdelijk in instellingen wonen of in gezinshuizen is het cruciaal dat het pedagogische klimaat positief is en uitgaat van hun kansen en talenten. Het Nederlands Jeugdinstituut wil ook op dit terrein vruchtbare ondersteuning bieden. We organiseerden daarom onder meer samen met de Rudolphstichting en Gezinshuis.com de kenniskring Gezinshuizen in de jeugdzorg. Vragen als welk doel plaatsing in een gezinshuis dient, waren inzet van een uitwisseling van ervaringen en ideeën. Maar minstens zo belangrijk was de vraag welke ondersteuning gezinshuisouders nodig hebben om geplaatste jeugdigen op te voeden. De bevindingen werden verwoord in de publicatie Gezinshuizen in de jeugdzorg. De kennis verzameld en de stand van zaken. En dan worden er in Nederland jaarlijks ook nog tussen de 500 en 1000 kinderen geadopteerd. Adoptie is vooral bedoeld om kinderen te laten opgroeien in een permanent gezinsverband als ze niet door hun eigen ouders of familie opgevoed kunnen worden. In het nieuwe webdossier Adoptie gezin is onder andere te vinden wat de gevolgen van adoptie zijn voor de ontwikkeling van de kinderen en welke wetten en regels er zijn. Dit dossier gaat vooral over adoptie van kinderen uit het buitenland. EC O3 Op alle genoemde terreinen is het van belang om wetenschap, praktijk en beleid te verbinden. Als het gaat om ontwikkeling, opvang en onderwijs van kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar fungeert Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs voor 0-12 jarigen (EC O3) als spil hierin. EC O3 bevordert, bundelt en verspreidt kennis en vertaalt wetenschappelijk onderzoek naar de praktijk zodat het toegankelijk wordt voor professionals en managers werkzaam bij kinderdagverblijven, peuter speelzalen, basisscholen

15 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Samen opvoeden en opgroeien 15 en beleidsmakers op lokaal en landelijk niveau en voor onderzoekers. EC O3 is een initiatief van het Kohnstamm Instituut, Sardes en het Nederlands Jeugdinstituut. Wij onderhielden ook in 2012 de website van dit expertisecentrum. Week van de Opvoeding Als er over opvoeding wordt gesproken, gaat het meestal over problemen. De Week van de Opvoeding wil hierin verandering brengen en op een positieve manier aandacht geven aan vragen rond opvoeding en het gesprek over opvoeden stimuleren. Na de eerste landelijke week in 2011 lijkt de Week van de Opvoeding uitgegroeid te zijn tot een waar fenomeen. In 2012 vond deze week van 1 tot 7 oktober plaats. Honderden lokale organisaties organiseerden tijdens de Week van de Opvoeding meer dan 1400 activiteiten voor ouders en kinderen in het hele land. De lokale invulling van de Week van de Opvoeding lag bij de afzonderlijke organisatoren. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunde en faciliteerde deze organisatoren. We deden tevens de coördinatie van deze landelijke week. In dit alles werden we bij gestaan door een speciale initiatiefgroep met vijftien leden. Samen met deze groep ontplooide het Nederlands Jeugdinstituut een aantal initiatieven, zoals een grote gele Opvoedbus die door het land toerde tijdens de week. In de bus konden ouders, kinderen en jongeren verschillende activiteiten doen: de allerkleinsten luisterden naar korte verhaaltjes, jongeren maakten hun ouders wegwijs in de wereld van de sociale media door hen een workshop Twitter of Facebook te geven. kind. De vraag is hoe je zo n positief groepsklimaat kunt creëren. Dit dossier geeft antwoorden. Het is gericht op profes sionals die werken met kinderen tot twaalf jaar in de kinderopvang, maar ook relevant voor beroepskrachten die werken met andere groepen kinderen. Het dossier is online sinds november Aanvullend ontwikkelden we een training voor het werken met groepen in de buitenschoolse opvang. Over de grens Ook als het gaat om opvoeding en opgroeien, kijkt het Nederlands Jeugdinstituut naar inspirerende voorbeelden in andere landen. Van 10 tot 12 oktober 2012 organiseerde het Nederlands Jeugdinstituut samen met de Universiteit van Amsterdam een internationale conferentie over opvoedingsondersteuning onder de naam Think Parents! Meer dan 170 deelnemers uit 25 landen name eraan deel. Think Parents! bracht professionals, onderzoekers en beleidsmakers op lokaal, nationaal en Europees niveau bij elkaar. We waagden eveneens een blik over de grens voor inspiratie op het gebied van positief jeugdbeleid. Want wat zijn nu de onderliggende principes en waarden van positief jeugdbeleid? Om daarover van gedachten te wisselen organiseerde het Nederlands Jeugdinstituut in het najaar van 2012 het Peer learning seminar te Rotterdam. Samen met collega s uit Duitsland, Frankrijk, Tsjechië, Vlaanderen, Zweden en Litouwen zochten Nederlandse vertegen woordigers van lokale overheden er naar een gedeelde visie. Webdossiers En dan waren er natuurlijk nog een aantal webdos siers die in 2012 gepubliceerd werden. Sinds maart 2012 is het dossier Vrijwillige Inzet online. Vrijwilligerswerk is belangrijk, ook als het gaat om opvoeden. Door de vrijwillige inzet van ouders of jongeren onder elkaar of van buurt bewoners voor de kinderen uit de buurt, kan de sociale omgeving van gezinnen versterkt worden. Dit dossier laat zien dat er in het jeugdbeleid meer aandacht komt voor vrijwillige inzet bij de ondersteuning van gezinnen. Het bevat tal van beschrijvingen van goede praktijkvoorbeelden. Het dossier is tot stand gekomen in het kader van het ZonMw-programma Vrijwillige Inzet voor en door jeugd en gezin ( ). Hiernaast verscheen het dossier Werken met groepen. Kinderen verblijven een groot deel van de tijd in een groep: op school, op de kinderopvang, bij sportclubs. Een positief groepsklimaat kan cruciaal zijn voor de ontwikkeling van een

16 16 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien

17 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien 17 3 Veilig opgroeien Met de decentralisatie van het jeugdstelsel wordt de gemeente de eerst verantwoordelijke voor de keten van jeugdzorg. De aanpak van kindermishandeling hoort daarbij. In 2012 sloot het Nederlands Jeugdinstituut verschillende activiteiten op het gebied van de aanpak van kindermishandeling af maar zette ook nieuwe projecten op. Verder verbreedden we het thema kindveiligheid naar onder meer de kinderopvang en sloten we met dit thema aan bij de transitie en transformatie van het jeugdstelsel. Kindermishandeling, verwaarlozing en (seksueel) misbruik van kinderen komt in alle lagen van de samenleving voor. Het is daarom noodzakelijk dat professionals die met kinderen werken, alert zijn, signalen herkennen en weten hoe te handelen. In 2013 stemde de Tweede Kamer in met een nieuw wetsvoorstel waardoor het gebruik van de meld code huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht gaat worden. Het Nederlands Jeugdinstituut liep in 2012 alvast vooruit op deze verplichting en ondersteunde een deug delijke aanpak van kindermishandeling en misbruik. Net als alle andere thema s deden we dit instituutsbreed: kinder mishandeling is binnen het Nederlands Jeugd instituut een zaak van iedereen. Afronding Regionale aanpak kindermishandeling Van 2008 tot 2010 werkte het Nederlands Jeugdinstituut samen met 37 regio s aan de invoering van de Regionale aanpak kindermishandeling, ook wel RAK genoemd. Doel van dit programma was om kindermishandeling zoveel mogelijk te voorkomen, zo snel mogelijk te signaleren, vermoedens te onderzoeken, kindermishandeling te stoppen en de schadelijke gevolgen te beperken. Ook in 2011 en 2012 ging het Nederlands Jeugdinstituut verder met de Regionale aanpak kindermishandeling, toepasselijk RAK 2 genoemd. Nadat in voorgaande jaren gewerkt werd aan een sluitende aanpak van kindermishandeling in heel Nederland, richtten we ons in 2012 op het borgen en verder ontwikkelen van de plannen, instrumenten en samenwerkingsafspraken die in dit kader gemaakt zijn. Dit gebeurde met financiële steun van de Bernard van Leer Foundation. Zo ontwikkelden we in 21 pilotgemeenten een monitor aanpak kindermishandeling de RAK-monitor (zie ook hoofdstuk 5). Op basis van bestaande bevolkingsstatistieken en landelijke schattingen maken we met deze monitor tot op gemeenteniveau een schatting van de prevalentie van kin der mishandeling. Deze cijfers worden vergeleken met het aantal adviezen, consulten en meldingen die bij het AMK binnenkomen. Hierdoor ontstaat een beeld van hoe vaak kinder mishandeling in een bepaalde gemeente gemeld wordt. Op grond van deze gegevens kunnen gemeenten hun beleid zo nodig bijsturen. De planning is dat de monitor in het voorjaar van 2013 gereed is. Stoppen en helpen Een product van RAK waarop veel goede reacties kwamen, was de publicatie van het boek Stoppen en helpen. Een adequaat antwoord op kindermishandeling. Het boek beschrijft het ontstaan en de gevolgen van kindermishandeling en laat zien wat uit onderzoek bekend is over effectieve hulp en intersectorale samenwerking. Deze publicatie, die tijdens de conferentie Niets doen blijft geen optie (september 2012) is gepresenteerd, werd door zowel mede werkers op het gebied van beleid als professionals in het veld warm ontvangen. Op diezelfde conferentie werd de balans opgemaakt van wat er de afgelopen jaren tot stand is gebracht in de aanpak van kindermishandeling, en wat er nog moet gebeuren om de beoogde integrale aanpak kindermishandeling verder te ontwikkelen. Zorgvuldig beslissen Elke professional die met kinderen of ouders werkt neemt beslissingen over de hulp of bescherming die nodig is zodat kinderen veilig kunnen opgroeien. Dit moet zorgvuldig

18 18 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien gebeuren met een zo helder mogelijke onderbouwing. Gemakkelijk is dat niet, zeker als de veiligheid van het kind (mogelijk) in het geding is. Het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelde diverse producten, instrumenten en trainingen rondom het thema zorgvuldig beslissen. Al eerder ontwikkelden we een werkwijze waarmee beroepskrachten van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK s) ver moedens van kindermishandeling kunnen beoordelen en een goede afweging kunnen maken over de vervolgstappen: ORBA (Onderzoek Risicotaxatie Besluitvorming AMK s), waarmee inmiddels alle AMK s werken. In 2011 deden het Nederlands Jeugdinstituut en de Radboud Universiteit Nijmegen effectonderzoek naar de werkwijze. Daaruit kwam naar voren dat de kwaliteit van de besluitvorming sinds de invoering van ORBA significant verbeterd is. In januari 2012 werd er aan dit onderzoek een minisymposium gewijd onder de titel Beter beslissen over kindermishandeling. Om zorgvuldig te beslissen kunnen gestructureerde vragenlijsten een goed hulpmiddel zijn. De LIRIK online is een checklist die dient als aanvulling op kennis en ervaring van professionals. In 2012 werd het hulpmiddel maar liefst 750 keer gedownload van onze site. De achter grond en het gebruik van de LIRIK kwam bovendien in 2012 aan bod in diverse trainingen over zorgvuldig beslissen in onveilige situaties. VoorZorg verbetert kindveiligheid VoorZorg is een programma dat in 26 Nederlandse ge meen ten uitgevoerd wordt ter ondersteuning van gezinnen met veel risico s op opvoedingsproblemen. Speciaal hiervoor getrainde jeugdverpleegkundigen gaan op huisbezoek bij (aanstaande) moeders van een eerste kind tot het kind twee jaar is. Samen werken ze aan de gezondheid van de moeder en haar rol als opvoeder maar ook aan de veiligheid van de directe omgeving van moeder en kind. Het Nederlands Jeugd instituut verzorgt al enkele jaren de opleiding van de zogenoemde Voor Zorgverpleegkundigen. Daarnaast ontwikkelen we materialen voor en maken we evaluaties van het programma. In 2007 startte het VU medisch centrum (VUmc) een onderzoek naar de effectiviteit van VoorZorg. Uit de tussenrapportage die in 2012 verscheen, blijkt niet alleen dat de juiste doelgroep wordt bereikt maar ook dat huiselijk geweld door de interventie afneemt tijdens de zwangerschap en tot twee jaar daarna. Ook de deelneemsters zelf gebruikten minder geweld. Meldcode In 2013 stemde de Tweede Kamer in met een nieuw wetsvoorstel waardoor het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht gaat worden. De wet zal gelden voor de sectoren gezond heidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. Volgens deze wet dient elke organisatie die met kinderen en ouders werkt een meldcode te gebruiken: een protocol of stappenplan dat houvast biedt bij het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling, waaronder seksueel mis bruik van kinderen. Om vooruit te lopen op het gebruik van de meldcode ondersteunden we diverse bewegingen. Volgens de aankomende wet moeten organisaties die met ouders en kinderen werken, beschikken over een aanspreekpunt voor een ieder die kindermishandeling vermoedt of ermee geconfronteerd wordt. Deze aandachts functionarissen kindermishandeling zijn verenigd in de Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling (LVAK). Na een periode van vrijwillige inzet kwam het LVAK in 2012 zowel financieel als organisatorisch op eigen benen te staan. In het kader van RAK 2 begeleidde het Nederlands Jeugdinstituut deze verzelfstandiging. Volgens de nieuwe wet moet er ook melding gemaakt worden bij vermoedens van seksueel misbruik. Diverse schandalen in de afgelopen jaren, waarvan de meeste geruchtmakende het misbruik van Robert M. in een Amsterdams kinderdagverblijf was, tonen dat beroeps krachten in de kinderopvang niet altijd weten wat ze moeten doen als ze vermoeden dat een collega een kind misbruikt. In het rapport Preventie van seksueel misbruik in de kinderopvang dat in 2012 verscheen bundelden we informatie over seksueel misbruik door medewerkers in kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang. Aan de orde komen onder andere de werkwijze van de plegers en de gevolgen voor de kinderen. Daarnaast geven de auteurs dertien maatregelen die organisaties in kunnen zetten om misbruik te voorkomen en te signaleren. Ze geven tevens een plan van aanpak om deze maatregelen in te voeren. De informatie is gebaseerd op bijeenkomsten van de kenniskring Seksueel misbruik, die het Nederlands Jeugdinstituut in 2012 organiseerde. Deze kenniskring bestond uit beroepskrachten, opleiders, deskundigen en beleidsmakers uit de kinderopvang plus onderzoekers en deskundigen op het gebied van seksuele opvoeding, kindermishandeling en seksueel misbruik. Daarnaast werd de publicatie Kindermishandeling: signaleren en handelen. Basisinformatie voor mensen die werken met kinderen geheel geactualiseerd en afgestemd op de laatste ontwikkelingen rond de nieuwe wet. Het boek geeft onder meer een stappenplan bij vermoeden van kin dermishandeling voor professionals die met ouders en kinderen werken. Aandacht in beroepsopleidingen In 2011 deed het Nederlands Jeugdinstituut een inventarisatie naar de aandacht voor kindermishandeling en huiselijk geweld in medische beroepsopleidingen. Daaruit

19 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien 19 bleek dat driekwart van de medische opleidingen in het onderwijsprogramma aandacht aan het thema kindermishandeling besteedt. In 2012 verschenen de bevindingen ervan in het rapport Aandacht voor kindermishandeling en huiselijk geweld. Inventarisatie onder opleidingen voor medische beroepen. Deze inventarisatie was aanleiding voor onder meer een tweetal expertmeetings. Als vervolg op de eerste inventarisatie coördineren we een vervolginventarisatie bij niet-medische opleidingen, met name die voor sociale dienstverlening en de onderwijssector. We probeerden hierin antwoord te krijgen op vragen als: Op welke manier besteden de opleidingen aandacht aan het thema huiselijk geweld en kindermishandeling? De inventarisatie wordt gedaan door het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking met TNO, MOVISIE en onderwijs-expertise-organisatie M&O-groep en zal in het najaar van 2013 afgerond zijn. Kindveiligheid op school Een kind moet zich niet alleen veilig kunnen voelen bij zijn ouders, op het kinderdagverblijf maar zeker ook op school. Om kinderen optimaal te laten opgroeien is het van belang dat er op school een veilig klimaat heerst. Dat is lang niet altijd zo. Kinderen worden gepest of ouders reageren agressief op leerkrachten. En uit angst voor reputatieschade vragen scholen niet snel hulp bij problemen met veiligheid. Het Nederlands Jeugdinstituut helpt scholen bij het creëren van een veilige schoolomgeving. Zo konden scholen van 2008 tot 2011 kosteloos een beroep doen op regionale Kwaliteitsteams Veiligheid, die het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had opgezet. Dit meerjarenproject startte in 2008 en werd in 2012 afgerond. Op verzoek van schooldirecties vond er in deze periode onderzoek, advisering en consultatie plaats op 1700 scholen in het basis-, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs. Onafhankelijk extern evaluatieonderzoek liet duidelijke effecten zien van de ondersteuning, alsmede waardering door de scholen. Daarnaast ondersteunden we de gemeente Amsterdam bij het bereiken van een zo veilig en zorgzaam mogelijke schoolomgeving op middelbare scholen. De gemeente had in de jaren ervoor diverse audits gedaan bij zeventien Amsterdamse middelbare scholen. Aan het Nederlands Jeugd instituut werd gevraagd om een verificatie-audit te doen waaruit zou blijken in hoeverre verbeteringen zijn doorgevoerd. Deze audit vond plaats in november De gemeente Amsterdam vroeg ons tevens om, op basis van de uitkomsten van eerdergenoemde audits een monitor te ontwikkelen. Zo ontstond in 2012 een Amsterdamse monitor Schoolveiligheid waarmee een schoolomgeving te meten en te beoordelen is op veiligheid en zorgzaamheid. We stelden normen en criteria vast waaraan een veilige school zou moeten voldoen. En we ontwikkelden een school overstijgende monitor die het mogelijk maakt scholen met elkaar te vergelijken. Het project kreeg de titel Auditing veilige en zorgzame leeromgeving. Kinderbescherming Als kinderen niet veilig kunnen opgroeien bij hun ouders, is soms uithuisplaatsing noodzakelijk. Uithuis plaatsing van kinderen is een ingrijpende beslissing die hulpverleners niet zomaar kunnen nemen. Het dossier Uithuisplaatsing dat in 2012 online ging, geeft een overzicht van de regelgeving, de belangrijkste voorzieningen en wat werkt bij uithuisplaatsing. De kinderbescherming stond centraal in de tweede Mulock Houwer-lezing die het Nederlands Jeugdinstituut samen met het Kinderrechtenhuis sinds 2011 organiseert. In zijn betoog pleitte Adri van Montfoort jurist, pedagoog, lector aan de Hogeschool Leiden en oprichter van adviesbureau Van Montfoort voor de terugkeer van het burgerinitiatief in de kinderbescherming. Over de grens Hoe Nederland kindermishandeling aanpakt en wat de stand van zaken is op dat gebied kreeg, zijn weerslag in een spe ciale Engelstalige publicatie met de titel Combating child abuse and neglect in The Netherlands. Dit Engelstalige rapport beschrijft de aanpak van kindermishandeling in Nederland. De gehele keten komt aan de orde: van preventie tot signalering en van melding tot hulpverlening. Het Nederlandse rapport is onderdeel van de publicatie Combating child abuse and neglect in Germany, Hungary, Portugal, Sweden and The Netherlands. Dit rapport geeft een goed overzicht van de verschillen tussen de diverse aanpakken van kindermishandeling. Terwijl in Nederland verschillende organisaties verantwoordelijk zijn voor jeugdzorg en jeugdbescherming, ligt in Zweden en Duitsland de verantwoordelijkheid hiervoor bij één overheids organisatie, om een voorbeeld te noemen. De publicatie werd geschreven in het kader van het Daphne project Prevent and Combat Child Abuse: What works? An overview of regional approaches, exchange and research. Doel van dit grootschalige Europese project is om theoretische en praktische kennis uit diverse Europese landen over wat nu echt werkt in de aanpak van kindermishandeling uit te wisselen. Het Daphne project werd gefinancierd door de Europese Commissie. In het project werkten we samen met het Verwey-Jonker Instituut en met organisaties uit Duitsland, Hongarije, Portugal en Zweden. Het Nederlands Jeugdinstituut deed de coördinatie.

20 20 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Zorg rondom gezin en school

21 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Zorg rondom gezin en school 21 4 Zorg rondom gezin en school 2012 was het jaar van de transitie van afzonderlijke voorzieningen rondom de ontwikkeling en opvoeding van kinderen naar een bundeling van krachten, onder meer binnen de Centra voor Jeugd en Gezin. In 2012 werd ook de Wet passend onderwijs aangenomen. Het Nederlands Jeugdinstituut zette kennis en expertise in om (passend) onderwijs en zorg zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten. Opgroeien en opvoeden gaan niet altijd vlekkeloos. Soms hebben ouders en andere (mede)opvoeders een duwtje in de rug nodig. Centraal bij de zorg rondom het gezin staan de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). In de beweging van alle vormen van jeugdhulp naar gemeenten lijkt het erop dat het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) de uitvoerder van de jeugdgezondheidszorg (het consultatiebureau) en de eerstelijns jeugdhulp is gaan worden. Daarnaast is in diverse gemeenten wijk gebonden (opvoed)hulp en zorg aan een opmars bezig. Een voorbeeld daarvan is het project Buurtzorg Jong, een initiatief van Buurtzorg waarmee inmiddels in Amersfoort en Enschede ervaring is opgedaan. In dit project krijgen gezinnen die problemen hebben één vertrouwde hulpverlener die ook betrokken blijft, als er gespecialiseerde zorg ingeschakeld wordt. Het project kreeg een van de Nationale Jeugdzorgprijzen van Opvoedingsondersteuning Een dragende pilaar in het hulpaanbod van gemeenten als het gaat om opvoeding vormen de diverse opvoedprogramma s, zoals Triple P. Dit opvoedprogramma is inmiddels landelijk een fenomeen. Eind 2012 zijn ruim professionals getraind en is Triple P opgenomen in het aanbod van 204 Nederlandse gemeenten. Er gingen bovendien in 2012 twee nieuwe websites online: de alge mene website bedoeld voor instellingen en gemeenten die Triple P aan willen bieden. De site is dan weer gericht op professionals die werken met Triple P. Ze kunnen er informatie, tips en materialen vinden die hen kunnen ondersteunen bij het uitvoeren van programma s als Positief Opvoeden en Triple P. We hebben Triple P tevens verbreed. In maart startten we met de landelijke implementatie van de Triple P module Stepping Stones. Deze module is bedoeld voor ouders van kinderen van 0-12 jaar met een handicap of beperking als downsyndroom, autisme, PPD-NOS of ADHD. Triple P kan op verschillende niveaus gebruikt worden. Een nieuwe module is Triple P ConnXionz, een interventiesysteem voor groepsleiders in residentiële inrichtingen waar kinderen en tieners met sociale, emotionele en (potentiële) gedragsproblemen behandeld verblijven. In 2012 begon het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking met het Trimbos-instituut en Triple P International een onderzoekspilot bij instelling voor Jeugd en Opvoedhulp De Rading in Amersfoort. Dit onderzoek is niet alleen in Nederland maar ook internationaal gezien het eerste onderzoek naar de effectiviteit van het programma. Echtscheiding en omgang Ieder jaar krijgen in ons land meer dan kinderen te horen dat hun ouders uit elkaar gaan. Omgangsbegeleiding leert ouders om hun ouderschap te blijven vervullen en de nare gevolgen van de scheiding zoveel mogelijk te beperken voor hun kinderen. Samen met het Nederlands Jeugdinstituut namen vijf instel lingen voor jeugdzorg het initiatief om wetenschap pelijke kennis over scheiding en praktische ervaringen met omgangsbegeleiding te bundelen en de methodiek Ouder schap Blijft te schrijven. Er verschenen twee metho diek handleidingen onder die noemer; één voor intensieve omgangsbegeleiding en één voor Centra voor Jeugd en Gezin. Om ervoor te zorgen dat de werkwijze breder verspreid raakt in Nederland en de kwaliteit daarbij behouden blijft is in 2012 de Vereniging Omgangs KennisKring (OKK) opgericht, bestaande uit de instellingen die Ouderschap Blijft uitvoeren. Concreet houdt dit in dat

22 22 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Zorg rondom gezin en school organisaties vertegenwoordigd zijn in een stuurgroep en een projectgroep. In de stuurgroep zitten bestuurders van de aangesloten instellingen. De projectgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de organisaties en wordt ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut. De projectgroep houdt zich naast communicatie over Ouderschap Blijft bezig met doorontwikkeling van en onderzoek naar de methodiek. Daarnaast organiseren we studiedagen voor uitvoerders van de methodiek. In 2012 leidde het Nederlands Jeugdinstituut acht trainers op, die op hun beurt weer nieuwe uitvoerders van Ouderschap Blijft trainen. Echtscheiding was ook een onderwerp bij de hiervoor genoemde verbreding van Triple P. We ontwikkelden een speciale module om ouders in echtscheidingssituaties te ondersteunen bij het maken van die overgang en het herstellen van de opvoedbalans: Triple P Family Transitions. In 2012 liep een pilotstudie waarin profes sionals uit het hele land werden opgeleid om Triple P Family Transitions in de praktijk te brengen. 55 professionals werkzaam bij 22 instellingen haalden hun certificaat. Tijdens deze pilot onderzoekt het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking met het Trimbos-instituut de nieuwe module in het veld. De resultaten van dit onderzoek, dat nog doorloopt in 2013, worden in het voorjaar van 2014 verwacht. Zorg rondom de school Net als voorgaande jaren vormt het Nederlands Jeugdinstituut het landelijk steunpunt voor de ontwikkeling van zorg- en adviesteams. Nagenoeg elke school in het primair, voortgezet, speciaal en beroepsonderwijs kon in 2012 gebruik maken van een zorgteam of een zorg- en adviesteam (ZAT). Het eerste is een multidisciplinair team op schoolniveau, het tweede een multidisciplinair team dat vaak bovenschools wordt georganiseerd. In beide teams werken professionals uit het (speciaal) onderwijs, de jeugdgezondheidszorg, het (school)maatschappelijk werk, de jeugdzorg en waar nodig de leerplichtambtenaar en politie structureel samen. De teams bieden ondersteuning en hulp aan kinderen, hun ouders en de school bij (vermoedens) van sociaal-emotionele, gedrags- of ontwikkelingsproblemen. Door zorgteams en ZAT s kunnen meer kinderen vroegtijdiger, effectiever en efficiënter hulp krijgen. Omdat bijna alle kinderen in Nederland naar school gaan, zijn scholen daarom de vindplek voor kinderen met eventuele problemen. Een zorg- en adviesteam valt of staat bij een goede samenwerking. Niet alleen als het gaat om de teamleden onderling, maar ook in het contact met andere partijen: het maatschappelijk werk of de Centra voor Jeugd en Gezin om twee voorbeelden te noemen. Een probleem komt immers bijna nooit alleen. Samenwerking met (externe) partijen gaat nog belangrijker worden als de Wet passend onderwijs zijn intrede doet. Volgens deze wet, die in oktober 2012 werd aangenomen, hebben scholen vanaf 1 augustus 2014 een wettelijke zorgplicht. Dat betekent dat ze een passende plek dienen te vinden voor alle leerlingen ook voor die leerlingen die meer aandacht nodig hebben binnen het samenwerkingsverband van de school. Ofwel: om alle leerlingen binnen boord te houden, moet het onderwijs de expertise en ondersteuning van zorgpartners aan het onderwijs kunnen koppelen. Een voorbeeld hiervan is de reboundvoorziening. Deze voorziening biedt tijdelijke opvang aan leerlingen met gedragsproblemen voor wie de zorg, die de eigen middelbare school kan bieden, niet langer toereikend is. De leerling volgt een programma waarin onderwijs en gedrags beïnvloeding centraal staan, met het doel zo snel mogelijk terug te keren in het reguliere onderwijs. Het Nederlands Jeugdinstituut is vanaf begin af aan betrokken bij de ontwikkeling en inhoudelijke programmering van reboundvoorzieningen. In februari 2012 organiseerden we voor de zevende keer de landelijke reboundconferentie. Opnieuw kwamen ongeveer 250 rebounddocenten, trainers en gedrags wetenschappers in Amersfoort bij elkaar voor levendige discussies en workshops. Doeltreffende samenwerking Nog meer dan voorheen komt de nadruk te liggen op een snelle en doeltreffende samenwerking. Tussen de ketenpartners onderling het ZAT en het CJG bijvoorbeeld maar ook tussen de school en ouders. Immers: positief en regel matig contact tussen school en ouders een partnerschap bevordert de ontwikkeling en het leren van kinderen. In 2012 publiceerden we de handreiking Samenwerken met ouders in het voortgezet onderwijs, waarin beschreven wordt waarom en op welke momenten partnerschap belangrijk is. De Wet passend onderwijs heeft tevens als gevolg dat scholen meer moeten gaan samenwerken met gemeenten. Van cruciaal belang gaat het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) zijn, een overleg tussen de samenwerkingsverbanden en gemeenten over het ondersteuningsplan voor passend onderwijs. Gemeenten dienen hierbij de eigen plannen voor de zorg voor jeugd te betrekken. In 2012 droeg het Nederlands Jeugdinstituut bij aan de handreiking De verbinding passend onderwijs en zorg voor jeugd. Daarin staan inhoudelijke bouwstenen voor dit te voeren Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO). De handreiking biedt daarnaast handvatten voor een opti male samen werking tussen onderwijs en gemeenten. We schreven de hand rei king samen met adviesbureau Oberon, in opdracht van de VNG, de PO- en VO-Raad. Als het gaat om de begeleiding van de zorg in en om het speciaal onderwijs werkten we samen met LECSO, de

23 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Zorg rondom gezin en school 23 organisatie van cluster 3 en 4 scholen in het speciaal onderwijs. De inzet van dit project is het versterken van de com missie van begeleiding van iedere school voor voortgezet en lager speciaal onderwijs en het bevorderen van effectieve samenwerking met jeugdzorg, de jeugd-ggz en overige partners. Voor leerlingen die meer nodig hebben dan alleen speciaal onderwijs, helpen we school en partners bij het ontwikkelen van onderwijs-zorgarrangementen. Verbinding In al deze nieuwe ontwikkelingen neemt het Nederlands Jeugdinstituut een unieke positie in. Zowel bij de transitie en transformatie van de zorg voor jeugd als binnen de ontwikkeling naar passend onderwijs worden wij als een onafhankelijke ontwikkelingspartner ervaren. Hierdoor kunnen we verschillende velden verbinden en zo zorgen voor een optimaal brede zorg en ondersteuning voor jeugdigen, gezinnen en professionals. Binnen de verschillende parallelle bewegingen rondom de Centra voor Jeugd en Gezin en het passend onderwijs lijken wijkteams een nadrukkelijke rol te gaan spelen. Het idee van de genera listische werker in de eerste lijn die op buurtniveau con tacten legt en die waar nodig specialistische hulp, de school, jeugdzorg en al die andere partijen die samenwerken in de zorg rondom een gezin kan inschakelen, is veelbelovend.

24 24 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Naar meer effectiviteit

25 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Naar meer effectiviteit 25 5 Naar meer effectiviteit Uitgaan van wat werkt doen we al jaren op gebied van positief jeugdbeleid, de jeugdzorg en de zorg in en rondom gezinnen en het onderwijs. In het licht van de transitie naar gemeenten en de inhoudelijke verandering van het jeugdstelsel met daarbinnen de veranderingen als gevolg van de Wet passend onderwijs werd in 2012 onze kennisfunctie verbreed naar het werkveld waar onderwijs en jeugdzorg samenkomen. De basis van het Nederlands Jeugdinstituut is kennis. Wij gebruiken wetenschappelijke studies en gegevens, doen tevens zelf onderzoek, valideren kennis en verspreiden onze bevindingen. We doen dat altijd in wisselwerking met de praktijk en door te luisteren naar deskundigen in de jeugdsector. Sleutelwoorden daarbij zijn kwaliteit en effectiviteit. Daar zijn we al heel lang mee bezig in het kader van het Kennisprogramma Jeugd. Immers: voor alle betrokkenen in de jeugdsector kinderen, ouders en profes sionals die met kinderen en jongeren werken is het van cruciaal belang dat hetgeen ze doen en de werkwijzen die ze gebruiken, doel treffen. Kennis inventariseren, valideren en verspreiden Het Nederlands Jeugdinstituut beheert diverse databanken. Daarin staan methoden, werkwijzen en interventies op diverse terreinen, van methodieken voor de kinderopvang tot interventies die in de jeugdzorg kunnen worden gebruikt. We inventariseren deze methodieken, onderzoeken en valideren ze. De databanken zijn in te zien door profes sionals, zodat zij altijd gebruik kunnen maken van evidence based werkwijzen. Landelijk bekend is inmiddels de databank Effectieve Jeugdinterventies. Interventies zijn methodische en doelgerichte activiteiten waarmee hulpverleners voor en met cliënten(groepen) problemen met opgroeien en opvoeden voorkómen en oplossen. Voor professionals vormen interventies belangrijk gereedschap. Het is cruciaal dat ze gereedschap gebruiken dat ook echt zoden aan de dijk zet. In de databank Effectieve Jeugdinterventies vinden ze interventies die door een onafhankelijke erkenningscommissie beoordeeld zijn als theoretisch goed onderbouwd, waarschijnlijk effectief of bewezen effectief. De erkenningscommissie bestaat uit deskundigen uit wetenschap, praktijk en beleid en is inhoudelijk niet verbonden aan het Nederlands Jeugdinstituut. Wel beheren we de databank in samenwerking met diverse partners en ondersteunen we ontwikkelaars van interventies bij het be schrijven van hun interventie. In 2012 mochten we de 182e interventie bijschrijven. In 2011 werd het erkenningstraject de procedure die interventies moeten doorlopen om beoordeeld en al dan niet erkend te worden grondig geëvalueerd door Consument en Veiligheid (nu VeiligheidNL), de Vrije Universiteit en de uitvoerende instituten. Doel was om zowel het proces als het resultaat van het erkenningstraject onder de loep te nemen. De onderzoekers consulteerden hiervoor uitgebreid alle betrokken partijen, waaronder de leden van de erkenningscommissie en mensen uit het veld die ooit een interventie indienden. Het rapport van deze evaluatie met de titel Evaluatie van het erkenningstraject voor interventies verscheen in Het erkenningstraject werd breed gewaardeerd, zo bleek uit de evaluatie. Het traject maakt de kwaliteit van interventies voldoende inzichtelijk en stimuleert de kwaliteitsverbetering bij de ontwikkeling van interventies. Over de betekenis voor de praktijk lag de mening genuanceerder: het meest geuite punt van kritiek was dat het proces van indienen en beoordelen nog niet voldoende aansluit bij de praktijk. Het Nederlands Jeugdinstituut, het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en het RIVM Centrum Gezond Leven, die die erkenningscommissie secretarieel en inhoudelijk ondersteunen, onderkenden de resultaten en aanbevelingen die voortkwamen uit de evaluatie. Zij werkten op basis hiervan een plan van aanpak uit om het erkenningstraject aan te passen en meer aan te laten sluiten aan de praktijk. Een andere databank die het Nederlands Jeugdinstituut beheert is de databank Methodieken Pedagogische Kwaliteit.

26 26 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Naar meer effectiviteit In deze databank verzamelen we methodieken die de gewone en positieve ontwikkeling van kinderen en jonge ren versterken door de pedagogische basiskwaliteit van de voorzieningen waarin ze onder meer opvang krijgen of aan vrijetijdsbesteding doen, te verbeteren. In 2012 zijn er twaalf beschrijvingen van methodieken rond pedagogische kwaliteit in basisvoorzieningen (welzijn, kinderopvang, vrijwilligerswerk) aan de databank toegevoegd. Daarnaast voegden we twee beschrijvingen toe die specifiek betrekking hebben op de algemene pedagogische basiskwaliteit in het onderwijs. Dit gebeurde vanuit de nieuwe kennisopdracht onderwijs-jeugdzorg (zie het Bestuursverslag). In het voorjaar en najaar van 2012 begeleidden we tijdens een tweetal bijeenkomsten ontwikkelaars bij het beschrijven van hun methodieken. We deden dit in samenwerking met lectoraat Youthspot HvA, een kennis- en praktijknetwerk van de Hogeschool van Amsterdam dat zich richt op de professionalisering en profilering van het grootstedelijk jongerenwerk. Kruisbestuiving met de praktijk We vinden het belangrijk dat kennis zijn weg vindt naar de praktijk en dat ervaringen uit het veld hun weg (terug) vinden naar de theorie. Op deze wijze wordt dat wat werkt in de praktijk getoetst en continu verbeterd. De kruis bestuiving tussen theorie en praktijk laten we plaatsvinden rondom diverse kernthema s als kindermishandeling en positief jeugdbeleid. We laten kennis en praktijk met elkaar wisselwerken in kennispraktijknetwerken. Maar ook door diverse samenwerkingsverbanden aan te gaan. Een niet meer weg te denken samenwerkingsverband in de jeugdzorg is het Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN), een lerend platform van meer dan dertig jeugdzorginstellingen en onderzoekpartners uit heel Nederland. De deelnemers verbinden onderzoek, beleid en praktijk aan elkaar en wisselen ervaringen uit. Het Nederlands Jeugdinstituut voert het projectsecretariaat uit. De spil in 2012 vormde het document Effectief (verder) werken aan de jeugdzorg, beter bekend als de SEJN-agenda. In 2012 bogen de SEJN-deelnemers zich over verschillende onderdelen van deze agenda, met als doel om in 2013 in werkgroepen tot actie over te gaan. In 2012 stond onder meer de eerder genoemde evaluatie op de agenda. De SEJN-deelnemers erkenden de bevindingen in het rapport. Maar zij hadden evenals de onderzoekers kanttekeningen. Daarom formuleerden ze diverse voorstellen voor gezamenlijke acties om deze problemen aan te pakken. Mede dankzij de brede en kritische inzet van het SEJN kwam er een aantal wijzigingen in de procedure en criteria van het erkenningstraject. Doeltreffend handelen Al jaren ondersteunen we professionals van diverse jeugdzorginstellingen bij het vergroten van de effectiviteit van hun handelen. Dit gebeurt allereerst door helder in kaart te brengen welke doelgroepen zorg ontvangen van de zorgaanbieders. Hoewel zorgaanbieders vaak wel een indruk hebben van de problemen en zorgbehoeften van de jeugdigen en gezinnen die zij zorg verlenen, blijken deze doelgroepenanalyses vaak te leiden tot verrassende resul taten. Zo laten de doelgroepenanalyses zien dat voor een aanzienlijke groep jeugdigen binnen de residentiële jeugdzorg geldt dat ze langdurig niet thuis of in een vervangend netwerk- dan wel pleeggezin kunnen opgroeien. Ook bleek uit deze analyses hoe ernstig de problemen van jeugdigen zijn die gespecialiseerde zorg ontvangen en of de gehanteerde interventies wel de meest geschikte zijn voor de doelgroep in kwestie. Het Nederlands Jeugdinstituut verstrekte ook in 2012 op basis van deze doelgroepen analyses adviezen over de inrichting van de zorg en het gebruik van zo effectief mogelijke interventies. We beperkten ons niet tot adviseren, maar keken verder. Zo onderzochten we ook hoe kinderen, die om uiteenlopende redenen niet meer thuis kunnen blijven wonen, elders zo normaal mogelijk kunnen opgroeien. Een professionele gezinsvorm kan hieraan bijdragen en biedt mogelijkheden om meer gebruik te maken van eigen kracht en sociale steun uit het netwerk van het kind en het professionele gezin (zie hoofdstuk 2). Duurzaam effectief Een interventie kan bewezen effectief zijn, maar zonder een effectieve duurzame implementatie levert dit niet de gewenste effectieve zorg op. En dus ook geen optimale maatschappelijke winst. In het voorjaar van 2012 bezochten medewerkers van het Nederlands Jeugdinstituut een implementatie conferentie in Washington. Het inspireerde tot het organiseren van een Invitational Conference over Imple men tatie onderzoek in Public Health en Jeugdzorg in Nederland. Doel was om met diverse deelnemers van gedachten te wisselen over onderzoek naar de implementatie van interventies. De conferentie, die op 29 oktober plaatsvond, werd georganiseerd in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en het Trimbos-instituut. Meer dan zestig implementatiedeskundigen en onderzoekers leerden er van elkaar en legden gezamenlijk de agenda vast omtrent implementatieonderzoek. Natuurlijk is het met het juiste aanbod van hulp en zorg en het effectief implementeren van interventies niet klaar. Er moet ook nog gezorgd worden dat dit alles blijft werken. Het Nederlands Jeugdinstituut hielp diverse organisaties bij het borgen het duurzaam implementeren van hun interven

27 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Naar meer effectiviteit 27 ties. Een voorbeeld uit 2012 vormen drie succesvolle schoolinterventies die in de afgelopen jaren ontwikkeld zijn: Baas in eigen soap (door adviesbureaus Sardes en APS), Gedrag: ik doe ertoe! (door uitgeverij Codename Future) en Leerlingbemiddeling, waarvoor het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid een handboek schreef. Deze interventies hebben als doel het klimaat op school preventief te verbeteren. Het ministerie van Veiligheid en Justitie vroeg het Nederlands Jeugdinstituut de implementatie van deze drie interventies te ondersteunen. Plus in kaart te brengen wat nodig is om de interventies duurzaam te borgen, zodat ze ook op lange termijn effectief werken. Samen met de interventie-eigenaren de organisaties of instellingen die de interventies toepassen keken we in welke fasen van het implementatieproces zij zich bevonden en wat nodig was om verdere implementatie te stimuleren. Dat leidde per interventie tot verschillende activiteiten; van een communicatieplan tot het bijscholen van trainers. Het project werd uitgevoerd van mei 2011 tot en met mei Monitors met prestatie-indicatoren Maar er zijn meer manieren om ervoor te zorgen dat interventies op lange termijn nog steeds doel treffen. Met monitoring bijvoorbeeld: het herhaald verzamelen, aggregeren en terugkoppelen van informatie op dusdanige wijze dat gewenste acties worden geïnitieerd of gecontinueerd. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft in 2012 gewerkt aan de (verdere) ontwikkeling van een aantal monitors die verschillende beoogde beleidsontwikkelingen moeten ondersteunen. Dit zijn de monitor Kindermis handeling waarvan we verslag deden in hoofdstuk 3 en de monitor Professionalisering (zie hoofdstuk 6). Bij monitoring kan gebruik gemaakt worden van prestatieindicatoren. Een prestatie-indicator kun je zien als een soort meetlat die laat zien in welke mate een prestatie wordt geleverd, een vastgesteld doel wordt gehaald, of in welke mate factoren op orde zijn die van belang zijn voor het halen van dat doel. Het is in feite gereedschap om een idee te krijgen van de kwaliteit van een dienst of zorgverlening. Voorbeelden van prestatie-indicatoren zijn de lengte van een wachtlijst of het percentage cliënten dat voortijdig met een behandeling stopt. In de jeugdsector groeit het gebruik van prestatieindicatoren. Door te werken met prestatie-indicatoren kunnen professionals, instellingen maar ook gemeenten zicht krijgen op effectiviteit op verschillende niveaus. Je kunt er de doeltreffendheid van een module mee meten maar ook het effect van pleegzorg en ambulante hulp. Maar je kunt er bijvoorbeeld ook de resultaten van het jeugdbeleid van gemeenten mee meten. De gegevens die je zo in handen krijgt, stellen je in staat een aanpak of beleid aan te scherpen of bij te sturen. Het Nederlands Jeugdinstituut is al een aantal jaren hard aan de slag met de ontwikkeling van prestatie-indicatoren. Voor de jeugdhulpverlening, de jeugdzorg maar ook voor de Centra voor Jeugd en Gezin. Zo begon het Nederlands Jeugdinstituut in 2012 op verzoek van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het ministerie van VWS en het ministerie van VenJ aan de ontwikkeling van een basisset van prestatie-indicatoren voor de Centra voor Jeugd en Gezin. Doel hiervan is de resultaten van het CJG-aanbod in kaart te brengen. Met behulp van de prestatie-indicatoren kunnen CJG-managers, beleidsambtenaren en wethouders volgen of het CJG datgene oplevert waarvoor het is bedoeld. Ook CJG-professionals kunnen zo inzicht krijgen in het effect van hun werkzaamheden. Als uit een meting blijkt dat de effecten tegenvallen, is dat een signaal voor bijsturing. In de jeugdzorg maakten de zorgaanbieders afspraken over het in kaart brengen van hun prestaties. Het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkelde een format om de uitkomsten van deze metingen zo te rapporteren dat ze goed geïnterpreteerd kunnen worden. In 2012 zijn de eerste drie indicatoren met behulp van een aantal jeugdzorgaanbieders verder uitgewerkt: cliënttevredenheid, doelrealisatie en afname van de ernst van de problematiek. Ook verscheen in 2012 de notitie Verbetering telt. Werken met prestatie-indicatoren in de zorg voor jeugd waarin geschetst wordt wat de basisprincipes zijn van het werken met prestatie-indicatoren, wie belang heeft bij de indicatoren, welke valkuilen er zijn en hoe deze te vermijden zijn. Webdossier Om al deze informatie te delen met een ieder die hierin geïnteresseerd is, werd het al eerder geschreven dossier Centra voor Jeugd en Gezin in maart 2012 geheel ver nieuwd. Ook werkten we in 2012 hard aan een meer algemeen dossier over prestatie-indicatoren, dat in januari 2013 online zou gaan. Dit dossier is samengesteld door het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking met het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ). Het laatst genoemde instituut verzorgde met name de informatie over het gebruik van indicatoren in de jeugdgezondheidzorg. Dit is tevens het zestigste dossier dat we op onze website publiceerden.

28 28 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Professionalisering

29 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Professionalisering 29 6 Professionalisering De spil in het jeugdzorgstelsel is de professional. De transitie en transformatie van het jeugdstelsel stelt voor een deel ook nieuwe eisen aan professionals. Het Nederlands Jeugdinstituut speelde in 2012 net als in voorgaande jaren een belangrijke rol in de professionalisering van de beroepsuitoefening. Op 1 september startte de landelijke campagne Laat zien wat je waard bent. Initiatiefnemers waren branche organi saties, beroepsverenigingen en -registers voor professionals die werken in de jeugdzorg. De ondersteuning en het programmamanagement berustten bij het Nederlands Jeugdinstituut. De campagne roept jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers op zich in een beroepsregister te registeren en een voor hun beroepsgroep relevante beroepscode te onderschrijven. Hiermee werd vooruit gelopen op de wettelijke verplichting tot registratie die vanaf 1 januari 2014 zal gelden. Instellingen zijn vanaf dat mo ment verplicht om met geregistreerde professionals te werken. Door zich in te schrijven in een beroepsregister maken jeugdzorgprofessionals hun vakbekwaamheid aantoonbaar. Ook verbinden ze zich aan een beroepscode en vallen ze onder tuchtrecht. Actieplan Professionalisering Onderdeel van de campagne was de lancering van een speciale website Op deze site is meer informatie te vinden over de redenen waarom professionals zich nu al zouden moeten registreren. Op de site doen vijf professionals uit de doeken wat professionalisering voor hen betekent. De site is door het Nederlands Jeugdinstituut ontwikkeld en in samenwerking met de partners verder ingevuld. De campagne maakt deel uit van het Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg waarin diverse partijen (werkgevers, beroepsverenigingen en -registers plus onderwijsinstellingen) ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut de professionalisering binnen de jeugdzorg stimuleren. Het Implementatieplan is een vervolg op het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg waarbinnen tussen 2007 en 2010 met succes is gewerkt aan een overzichtelijke beroepenstructuur, verbetering van de aansluiting tussen opleiding en werkveld, versterking van de beroepsregistratie, doordachte beroepsethiek en actuele bij- en nascholingsmogelijkheden. De resultaten en aanbevelingen van het actieplan zijn uitgewerkt in het Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg. Het Nederlands Jeugdinstituut coördineert de activiteiten die in het kader hiervan plaats vinden. Bovendien plaatsten we alle achtergrondinformatie over dit thema op onze website in het dossier Professiona lisering in de jeugdzorg, dat in 2012 geactualiseerd werd. Het implementatietraject rondom professionalisering van de jeugdzorg wordt eveneens ondersteund met een monitor (zie ook hoofdstuk 5). Professionals geven erin aan wat hun ideeën zijn over de beroepsregistratie en wat hun vorderingen op dit gebied zijn. Ze tonen daarnaast wat het voor hen betekent om met een beroepscode te werken en hoe zij zich daarbij door hun organisatie ondersteund voelen. Richtlijnontwikkeling Professionals in de jeugdzorg dienen zo effectief mogelijk te handelen. Daar zijn het kind en zijn ouders en uiteindelijk de hele samenleving bij gebaat. Een praktisch hulpmiddel als een richtlijn kan professionals in de jeugdzorg helpen om de juiste afwegingen te maken, de juiste beslissingen te nemen en effectief te handelen. Ook in 2012 nam het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van de beroepsverenigingen in de jeugdzorg de programmacoördinatie van het project Richtlijnontwikkeling voor de jeugdzorg op zich. In de afgelopen jaren ontwikkelden we diverse richtlijnen, waaronder de richtlijn Ernstige gedragsproblemen. We baseerden ons hierbij op zowel onderzoeksresultaten als praktijkervaring. Na de ontwikkeling startte een proefinvoering van een half jaar. In de praktijk houdt dit in dat professionals de richtlijnen in de dagelijkse uitvoering gaan gebruiken en

30 30 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Professionalisering evalueren welke aanbevelingen ze wel of niet kunnen toepassen. De proefinvoering geeft informatie over wat er nodig is om een richtlijn landelijk in te voeren. Verder kunnen erva ringen uit de praktijk direct benut worden voor aanscherping van de richtlijn: richtlijnontwikkeling en (proef)invoer gaan dus hand in hand. In de zomer van 2012 startte de proefinvoering van de richtlijn Ernstige gedragsproblemen bij drie organisaties voor jeugdzorg. Breder professionaliseren Niet alleen in de jeugdzorg is een verbetering van de beroeps uitoefening belangrijk. Professionalisering is ook een item van belang in de algemene jeugdvoorzieningen, de Centra voor Jeugd en Gezin en het onderwijs. In 2012 gebeurde er eveneens veel op dit gebied. Zo vond er afstemming plaats rond professionaliseringstrajecten met beroeps- en brancheorganisaties die betrokken zijn bij de CJGontwikkeling. In dit kader organiseerden we opleidingstrajecten voor CJG-medewerkers alsmede bijeen komsten voor docenten van mbo- en hbo-opleidingen, via de zogenoemde kennisnetwerken mbo-opleidingen en hboopleidingen. In deze kennisnetwerken werden docenten bijgepraat over actuele kennis op het gebied van werken met jeugdigen en gezinnen. Doel was onder meer dat zij deze hernieuwde informatie konden doorgeven aan studenten. In samenwerking met Jeugdzorg Nederland organiseerde het Nederlands Jeugdinstituut een kenniskring Reflecteren is leren. Deze kenniskring richt zich op het samenbrengen van theoretische en praktijkkennis over reflectie op het werk door jeugdzorgwerkers. Daarnaast startte het kennispraktijknetwerk Generalistisch werken rondom jeugd en gezin. Hierin wordt aandacht besteed aan competenties die het generalistisch werken in de eerstelijn met zich meebrengen (meer daarover in hoofdstuk 1). Breder professionaliseren houdt ook in dat professionals over de schutting kijken. Die kans kregen ze volop op het congres Jeugd in onderzoek, waar in 2012 de samenwerking tussen beroepskrachten, onderzoekers en beleidsmakers het centrale thema was.

31 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Professionalisering 31

32 32 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Over de grens

33 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Over de grens 33 7 Over de grens In eerdere hoofdstukken was al te lezen hoe het Nederlands Jeugdinstituut ook op internationaal gebied kennisuitwisseling over jeugd en opvoeding bevordert. Hoe we in 2012 wederom van andere Europese landen leerden maar ook lieten zien wat Nederland in huis heeft. Daarnaast organiseerden we dat jaar ook tal van internationale uitwisselingsprojecten voor jongeren. Eurodesk In 2012 boden we weer informatie over Europese subsidiemogelijkheden en Europese en inter nationale beleidsontwikkelingen via Eurodesk. Dit is een informatiedienst over Europa voor jongeren van 15 tot 25 jaar en voor beroepskrachten die met jongeren werken. Eurodesk vormt het startpunt voor informatie over school en studie in Europa, stages, uitwisselingen, vrijwil ligers werk, (vakantie)werk, wonen en reizen in Europa. Eurodesk informeert bovendien over subsidies voor Europese jongerenprojecten. Youth in Action Tevens beheert het Nederlands Jeugdinstituut het Europese subsidieprogramma Youth in Action. Dit programma richt zich op internationale groepsuitwisselingen, internationaal vrijwilligerswerk en andere internationale projecten voor jongeren van 13 tot 30 jaar. Youth in Action biedt ook mogelijkheden voor internationale trainingen en bijeenkomsten over samenwerking en kennisuitwisseling tussen vrijwilligers en professionals in de jeugdsector. Het programma heeft een looptijd van 2007 tot en met Niet-formeel leren Van 1 tot 6 april 2012 organiseerde Youth in Action een internationale training voor jongerenwerkers over nietformeel leren en culturele diversiteit. 25 deelnemers uit 14 Europese landen zijn door drie internationale trainers getraind in het vergroten van de impact van niet-formeel leren. Deelnemers gingen naar huis met een rugzak vol nieuwe methodes, nieuwe contacten, projectplannen en inspiratie om op lokaal en internationaal niveau met hun jongeren te werken. Cardea EUtopia: who we are was het thema van de internationale jongerenuitwisseling die in het kader van Youth in Action georganiseerd is door Cardea jeugdzorg. Twintig jongeren uit jeugdzorginstellingen in Estland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Nederland namen deel aan de uitwisseling die in juli 2012 plaatsvond in Noordwijk. Jongeren van de jeugd raad van Cardea waren intensief betrokken bij de opzet, aanvraag en uitvoering van het project. Het thema was dan ook hún keuze. Workshop EU en jongerenwerk In 2012 werd vanuit de programma s Eurodesk en Youth in Action drie keer de workshop EU en jongerenwerk verzorgd. Zo n zeventig beleidsmakers van gemeenten, bestuurders uit het jongerenwerk en jongerenwerkers uit alle delen van het land werden geïnformeerd over de mogelijkheden van EU-beleid en EU-programma s op lokaal niveau. Ook maakten ze plannen voor concrete activiteiten en projecten, over thema s als jongerenparticipatie, bestrijding jeugdwerkloosheid en talentontwikkeling.

34 34 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatieontwikkelingen

35 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatieontwikkelingen 35 8 Organisatieontwikkelingen Het Nederlands Jeugdinstituut heeft zichzelf de taak gesteld om de komende jaren meer maatschappelijk effect te realiseren. Met het oog daarop is in 2012 een reorganisatie voorbereid. Later dat jaar werd duidelijk dat de reorganisatie door teruglopende inkomsten gepaard zou moeten gaan met een krimp. Tegelijkertijd was 2012 ook het jaar dat we werkten aan het behalen van ISO-certificering, een risico-inventarisatie en -evaluatie lieten uitvoeren en zochten naar nieuwe mogelijkheden om kennis te delen en te verspreiden. Reorganisatie en krimp Om beter aan te sluiten bij vragen uit de praktijk en ervoor te zorgen dat wetenschap en praktijk elkaars kennis beter zouden kunnen benutten, maakten we ons in 2012 op voor een interne reorganisatie die meer focus en samenhang moest aanbrengen in onze activiteiten (meer hierover in het Bestuursverslag). In juli 2012 kondigde het ministerie van VWS in een brief aan dat het Nederlands Jeugdinstituut de komende jaren flink gekort wordt op de instellingssubsidie. Dat komt bovenop de al in 2011 opgelegde efficiencykorting. Ten opzichte van 2011 betekent dit voor 2013 een korting van 18% oplopend naar in ieder geval 21% in Ook wordt een deel van de instellingssubsidie omgezet in programmafinanciering. Naar verwachting zullen de mogelijkheden voor additionele project- of programmasubsidies substantieel kleiner zijn dan in eerdere jaren. Tegelijkertijd lopen ten gevolge van de economische crisis ook de inkomsten uit de markt terug. Daarom heeft de Raad van Bestuur besloten om een krimpscenario van 10% als uitgangspunt te nemen voor de begroting van Dit betekent een krimp van 15 fte in de formatie. Voor de 16 boventallig verklaarde medewerkers is een sociaal plan gemaakt dat voorziet in faciliteiten ten behoeve van het vinden van een nieuwe werkkring. Aangezien er door de (inhoudelijke) reorganisatie ook een aantal nieuwe functies ontstonden, konden 3 boventallige medewerkers via herplaatsing bij het Nederlands Jeugdinstituut aan het werk blijven. Van de overige 13 collega s moeten we in 2013 afscheid nemen. Eveneens in het kader van de krimp werd bij 7 personen de tijdelijke arbeidsovereenkomst in 2012 niet verlengd maar beëindigd. Omzet, financiële resultaten en balans In 2012 heeft het Nederlands Jeugdinstituut een omzet gerealiseerd van ruim 17,2 miljoen. De omzet is (afgerond) als volgt samengesteld: > 30% instellingssubsidie VWS; > 40% opbrengsten ministeries, subsidies van fondsen en internationale subsidie- en opdrachtgevers; > 25% opbrengsten trainingen en congressen; > 5% overige opbrengsten. Ten opzichte van de begroting is de gerealiseerde omzet ruim 2,9 miljoen lager: de projectsubsidies zijn 2,7 miljoen lager dan begroot, veroorzaakt doordat voor derden bestemde subsidiegelden zijn doorgeschoven naar 2013 en de opdrachten derden zijn ten gevolge van een krapper wordende markt 1 miljoen lager dan begroot. De overige opbrengsten, met name de trainingsinkomsten, zijn 0,8 hoger dan begroot. De totale kosten bedragen 17,5 miljoen en zijn, in lijn met de lagere opbrengsten, 2,7 miljoen lager dan begroot. In de (personele) kosten is een voorziening ten bedrage van 0,85 miljoen begrepen voor de reorganisatiekosten. Deze kosten waren niet in de begroting opgenomen. Hierdoor komt het resultaat uit gewone bedrijfsvoering op bijna 0,3 miljoen negatief uit ( ). Samen met een financieel resultaat van (renteinkomsten), komt het totale negatieve resultaat uit op

36 36 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatieontwikkelingen Het eigen vermogen van het Nederlands Jeugdinstituut neemt door dit negatieve resultaat af met Daarmee komt het eigen vermogen per 31 december 2012 op Het eigen vermogen heeft een omvang van 18% van de jaaromzet. Mede gezien de onzekerheid over de omvang van de omzet in de komende jaren is een vermogen noodzakelijk van 20 25% van de jaaromzet. Personeel De personele omvang van het Nederlands Jeugdinstituut daalde het aantal medewerkers in 2012 van 136 (113,1 fte) naar 131 (110,4 fte) op 31 december Daarnaast waren 22 werknemers in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht. Verder waren er 15 detacheringskrachten, trainees en stagiaires werkzaam. Eind 2012 was de verhouding tussen tijdelijk en vast personeel: 26% tijdelijk en 74% vast. De procentuele verhouding tussen mannen en vrouwen was 16:84. In de loop van het jaar zijn 23 vacatures opengesteld. Daarop stroomden 23 nieuwe medewerkers in. De uitstroom bedroeg 28 medewerkers. Het ziekteverzuim kwam in 2012 op gemiddeld 7,51% (2011: 5,27%) waaronder een aantal medewerkers met langdurige, niet aan het werk gerelateerde klachten. De ziekmeldingen werden begeleid door arbodienst De Witte Raaf. Het Nederlands Jeugdinstituut biedt ook gelegenheid het open spreekuur van de bedrijfsarts op kantoor te be zoeken. Hiervan werd in keer gebruik gemaakt. Daarnaast vond twee keer overleg tussen OR en bedrijfsarts plaats en werd de bedrijfsarts zeven maal geraadpleegd door leidinggevenden. In 2012 is Gardien Bedrijfsfysiotherapie B.V. drie keer benaderd voor het uitvoeren van een individueel werkplekonderzoek ten behoeve van medewerkers. Om zicht te krijgen op de risico s die zijn medewerkers lopen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en welzijn, heeft het Nederlands Jeugdinstituut een risico-inventarisatie en -evaluatie laten uitvoeren. Op grond van de uitkomsten is in overleg met de OR een plan van aanpak vastgesteld waarbij specifieke aandacht uitgaat naar arbo- en verzuimbeleid, voorlichting over arbeidsomstandigheden plus functieinhoud en werkdruk. Uniek in 2012 was het onderzoek naar het binnenklimaat dat naar aanleiding van klachten van medewerkers is uitgevoerd in opdracht van MOVISIE, Vilans en het Nederlands Jeugdinstituut. Hieruit kwamen enkele tekortkomingen naar voren die Sekondant heeft aangekaart bij de verhuurder en de installateur van de klimaatinstallatie. Daarnaast hebben de kennisinstituten samen met Sekondant een gemeenschappelijk plan opgesteld om het binnenklimaat te verbeteren. ISO 9001 Het Nederlands Jeugdinstituut wil een lerende organisatie zijn en continu werken aan de verbetering van de eigen kwaliteit. Daarom zijn er in 2012 diverse interne audits gehouden op grond waarvan veranderingen zijn doorgevoerd. Met een externe auditor zijn vervolgens alle bedrijfs processen tegen het licht gehouden met als resultaat dat het Nederlands Jeugdinstituut nu ISO 9001 gecertificeerd is. Hierdoor weten externe partijen die met ons in zee willen gaan, dat we onze bedrijfsprocessen op orde hebben en dus een betrouwbare partner zijn. Communicatie en informatievoorziening Communicatie is voor een kennisinstituut van groot belang om samen met het veld het kennisbestand uit te bouwen en bestaande kennis te delen. Het Nederlands Jeugdinstituut zoekt daarom voortdurend naar nieuwe mogelijkheden om kennis te delen en verspreiden. Duidelijk werd in 2012 dat de inspanningen op het gebied van communicatie, marke ting en IT beter gecoördineerd en afgestemd moeten worden. In de nieuwe organisatiestructuur vanaf 2013 is dat gereali seerd. Veel inzet vergde de overgang naar programma s waarmee het kennisdelen via internet toekomstbestendig kan worden gemaakt. Daarbij zijn de databanken grotendeels overgezet naar datacollecties in Sharepoint en is voor het contentbeheer het cms-systeem ixperion in gebruik genomen. Voor professioneel relatiebeheer zijn alle adressen overgezet naar het crm-systeem Archie. Aan audiovisuele en printmedia werden in 2012 in totaal 27 persberichten verzonden. Dagelijks wordt de pers te woord gestaan over vragen waarmee zij het Nederlands Jeugdinstituut raadplegen. Bij elkaar leverden deze perscontacten ruim duizend persreflecties op met commentaren of naamsvermelding van het Nederlands Jeugdinstituut. Een mediatraining voor de belangrijkste woordvoerders en een betere organisatie van perscontacten leiden ertoe dat de contacten met de pers verder worden versoepeld en geïntensiveerd. Daarnaast worden steeds vaker met succes social media toegepast om ook daar onze rol in het debat te kunnen vervullen. Zo n zevenduizend twitteraars en retweeten veelvuldig onze tweets. Twitter is dan ook inmiddels na Google de belangrijkste verwijzende website naar de websites van het Nederlands Jeugdinstituut. Ruim zesduizend leden van de LinkedIn-groep van het Nederlands Jeugdinstituut plaatsen veelvuldig discussies en reageren op elkaar over actuele onderwerpen. De inzet van video op de website won terrein. Zo werden onder andere voorbeelden van positief jeugdbeleid in beeld gebracht om als inspiratiebron te dienen voor de gewenste transformatie van het jeugdbeleid in Nederland.

37 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Organisatieontwikkelingen 37 De succesvolle nieuwsbrief van het Nederlands Jeugdinstituut groeide in 2012 met abonnees naar een totaal van Sinds halverwege het jaar worden lezers van de nieuwsbrief voor de volledige berichten doorgeleid naar de website, zodat ze het nieuws in een rijkere context krijgen aangeboden. Bijna de helft van de nieuwsbrief-abonnees klikt door naar de website, die daardoor de bezoekersaantallen met 30% zag stijgen. De wekelijkse poll trekt gemiddeld 350 stemmers en ruim twintig stemverklaringen en is daarmee één van de drukste community-activiteiten in het online sociale domein van Nederland. De bijdrage van het Nederlands Jeugdinstituut aan het blad Jeugd & Co in de vorm van Jeugd & Co Kennis werd in 2012 omgezet naar een eigen kennisplatform In de eerste maanden trok dit verdiepende kennis plat form al bezoekers. Gemiddeld werd elk artikel 440 keer gelezen. De artikelen hebben daarnaast een langere levensduur dan in het blad. De verdere uitbouw van content op deze site zal een sterke basis vormen voor contentgedreven interactie met de doelgroepen van het Nederlands Jeugdinstituut.

38 38 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut /

39 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 39 Jaarrekening 2012

40 40 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (NA RESULTAATVERDELING) ACTIVA 31 DECEMBER DECEMBER 2011 Vaste activa Materiële vaste activa Totaal Vlottende activa Vorderingen op korte termijn Liquide middelen Totaal Totaal activa PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Egalisatiereserve instellingssubsidie Totaal Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva

41 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 41 WINST- EN VERLIESREKENING 2012 Realisatie Begroting Realisatie Opbrengsten Instellingssubsidie Projectsubsidies Opdrachten derden Overige projectopbrengsten Niet-projectgebonden opbrengsten Totale opbrengsten Kosten Personele kosten Materiële projectkosten Niet-projectgebonden materiële kosten Totale kosten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Financieel resultaat Bedrijfsresultaat

42 42 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening KASSTROOMOVERZICHT 2012 (VOLGENS DE INDIRECTE METHODE) Resultaat Afschrijvingen Toename voorzieningen Mutaties werkkapitaal: Vorderingen korte termijn Kortlopende schulden Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa 0 0 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquide middelen: Stand per 31 december Stand per 31 december Mutatie liquide middelen

43 Jaarverslag 2012/ Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 43 Toelichting jaarrekening ALGEMENE TOELICHTING Activiteiten De activiteiten van de Stichting Nederlands Jeugdinstituut bestaan voornamelijk uit het verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis; praktijkontwikkeling, -ondersteuning en -onderzoek, opleiding en training. De activiteiten worden hoofdzakelijk in Nederland uitgeoefend. Het NJi is statutair en feitelijk gevestigd op de Catharijnesingel 47 te Utrecht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Verbonden partijen Van een verbonden partij is sprake wanneer een partij beleidsbepalende invloed kan uitoefenen in een andere partij, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid van de andere partij. Zo kan sprake zijn van een dergelijke invloed indien: de ene partij in het bestuur dan wel in een vergelijkbaar gezaghebbend orgaan van de andere partij vertegenwoordigd is; de ene partij betrokken is bij de bepaling van het beleid van de andere partij; met die andere partij materiële transacties worden aangegaan. Hierdoor is Stichting Sekondant een verbonden partij. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de Raad van Bestuur zich over verschillende zaken een oordeel vormt en schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronder stellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Bij het opstellen van deze jaarrekening is uitgegaan van de continuïteitsveronderstelling. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het ministerie van VWS en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, specifiek RJ 640 Organisaties zonder winststreven. Activa en passiva (met uitzondering van het vermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. De jaarrekening is opgesteld in euro s. Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, maakt de Raad van Bestuur schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.

44 44 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd t.o.v. het voorgaande jaar. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingspijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Met op balansdatum verwachte bijzondere waardeverminderingen wordt rekening gehouden. De afschrijvingspercentages bedragen: hard- en software 20%. Op balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Er is ultimo boekjaar 2012 geen noodzaak tot het doorvoeren van een bijzondere waardevermindering. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het vermogen wordt bepaald op basis van historische prijzen. Een gerealiseerd overschot of tekort op het totaal van projecten gefinancierd met instellingssubsidie, wordt toegevoegd c.q. onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uit stroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband. De overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde.

45 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 45 GRONDSLAGEN VOOR BEPALING VAN HET RESULTAAT Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. Subsidies Subsidies worden als bate verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer zich een gesubsidieerd exploitatietekort heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de condities voor ontvangst aangetoond kunnen worden. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Het NJi heeft voor zijn werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij PFZW. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten, zijn ondergebracht bij het bedrijfspensioenfonds Zorg en Welzijn. Het NJi betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds dit toelaat. Naar de stand van ultimo februari 2012 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 97%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. Het pensioenfonds denkt hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Het NJi heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het NJi heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Financiële baten en lasten Rentebaten en -lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.

46 46 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Toelichting balans VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Hard- en software Totaal totaal Stand per 1 januari: Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde Mutaties: Investeringen Afschrijvingen Stand per 31 december: Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde Voor hard- en software wordt een afschrijvings percentage gehanteerd van 20%. VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen op korte termijn Debiteuren Rekeningen-courant Te ontvangen (project-)subsidies Te ontvangen opdrachten derden Overige vorderingen Overlopende activa Totaal vorderingen op korte termijn Liquide middelen Kas en bankrekeningen Deposito s Totaal liquide middelen Totaal vlottende activa

47 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 47 Debiteuren Stand per 31 december Voorziening dubieuze debiteuren Totaal Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: Stand per 1 januari Ontvangen/afgeboekt Dotatie ten laste van resultaat Stand per 31 december Rekeningen-courant De rekening-courant ad ( ) betreft de rekening-courant met Sekondant. De rekening-courant is (formeel) direct opeisbaar. Te ontvangen (project-)subsidies en te ontvangen opdrachten derden De te ontvangen (project-)subsidies ad ( ) en opdrachten derden ad ( ) betreffen subsidies en opbrengsten uit opdrachten die gerealiseerd zijn in 2012, maar die nog niet (helemaal) zijn ontvangen. Overige vorderingen Te ontvangen rente Overige Te ontvangen baten projecten Voorziening oninbare vorderingen Totaal De voorziening oninbare vorderingen 2011 ad betrof een voorziening voor mogelijke oninbaarheid van door een congresbureau af te dragen gelden. De voorziening ultimo 2012 bedraagt 0. Inmiddels is het betreffende congresbureau failliet en heeft de curator bericht dat het Nederlands Jeugdinstituut niets meer ontvangt. Het verloop van de voorziening is als volgt: Stand per 1 januari Uitgaven/afboekingen ten laste van voorziening Vrijval ten gunste van het resultaat Dotatie ten laste van resultaat Stand per 31 december Overlopende activa Vooruitbetaald OV/NS-jaarkaarten Overige vooruitbetaalde kosten Totaal Liquide middelen De liquide middelen zijn direct opeisbaar.

48 48 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening EIGEN VERMOGEN ALGEMENE RESERVE Stand per 1 januari Reclassificatie Resultaat boekjaar Stand per 31 december Egalisatiereserve instellingssubsidie Stand per 1 januari Reclassificatie Onttrekking resultaat huidig boekjaar Onttrekking i.v.m. reorganisatiekosten Stand per 31 december Totaal eigen vermogen De reclassificatie ad betreft een bijstelling die voortvloeit uit de eindafrekening van de instellingssubsidie De onttrekking in verband met de reorganisatiekosten ad heeft betrekking op de (gedeeltelijke) toerekening van de reorganisatiekosten aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. Over deze toerekening vindt momenteel nog overleg plaats met het ministerie van VWS. VOORZIENINGEN Stand per 1 januari Uitgaven ten laste van voorziening Vrijval ten gunste van resultaat Reclassificatie Stand per 31 december Toevoeging ten laste van resultaat Stand per 31 december De toevoeging aan de voorzieningen ad heeft betrekking op de kosten verband houdend met de reorganisatie. Het gaat met name om kosten voortvloeiend uit het sociaal plan.de totale kosten bedragen De looptijd is korter dan 1 jaar, met uitzondering van een meerjarige betalingsverplichting van (zie langlopende schulden). LANGLOPENDE SCHULDEN Stand per 1 januari Reclassificatie Toevoeging ten laste van resultaat Stand per 31 december De schuld heeft betrekking op meerjarige betalingsverplichtingen aan twee medewerkers.

49 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 49 KORTLOPENDE SCHULDEN Vooruitontvangen (project-)subsidies Vooruitontvangen opdrachten derden Vooruitontvangen gelden Youth in Action Crediteuren Contractuele projectverplichtingen Belastingen en sociale verzekeringen Overige schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden Vooruitontvangen (project-)subsidies en vooruit ontvangen opdrachten derden De vooruitontvangen subsidies en opdrachten derden betreffen bedragen die in 2012 of eerder zijn ontvangen, maar bestemd zijn voor Vooruitontvangen gelden Youth in Action De vooruitontvangen gelden Youth in Action hebben betrekking op de subsidiegelden die het Nederlands Jeugdinstituut in het kader van het internationale subsidieprogramma Youth in Action heeft ontvangen van de Europese Commissie, maar die in 2012 (nog) niet zijn betaald aan projecten. Contractuele projectverplichtingen De contractuele projectverplichtingen zijn de verplichtingen die in 2012 of eerder voor de lopende projecten zijn aangegaan. De afwikkeling van deze verplichtingen vindt in 2013 plaats. Belastingen en sociale verzekeringen Afdracht Belastingdienst loonheffing Afdracht Pensioenfonds PGGM Afdracht BTW Totaal Overige schulden en overlopende passiva Opgebouwde vakantietoeslag Opgebouwde vakantiedagen/jubileumuitkeringen Te betalen transitiekosten Te betalen diensten derden Overige te betalen kosten Vooruitontvangen baten Totaal

50 50 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Het NJi is meerjarige financiële verplichtingen aangegaan ter zake van inhuur van diensten van derden voor een bedrag van ( ). Dit bedrag heeft volledig betrekking op aangegane verplichtingen ten behoeve van de uitvoering van projecten. De maximale looptijd van de verplichtingen is één jaar. Het NJi heeft een overeenkomst met Sekondant afgesloten voor de administratieve dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting en facilitaire dienstverlening. De begrote kosten voor 2013 voor de basisdienstverlening bedragen Het NJi draagt samen met de kennisinstituten MOVISIE en Vilans het risico voor het resultaat van Sekondant.

51 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 51 Toelichting winst- en verliesrekening OPBRENGSTEN Instellingssubsidie De instellingsubsidie wordt jaarlijks door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegekend ten behoeve van de uitvoering van de projecten binnen het Kenniscentrum Jeugd. De subsidie is als volgt samengesteld: Realisatie Begroting Realisatie Toekenning basissubsidie Toevoegingen: -tijdelijke uitbreidingen/kortingen loonbijstelling (OVA) Totaal De basissubsidie is ten opzichte van 2011 met 6,5% gekort. De tijdelijke korting 2012 heeft betrekking op een eenmalige korting in verband met de toekenning van een projectsubsidie voor gelijk bedrag ten behoeve van het project Activiteiten positief jeugdbeleid. Projectsubsidies De projectsubsidies ad ( ) hebben betrekking op nietstructurele, specifiek voor bepaalde projecten toegekende subsidiegelden. De subsidies worden verstrekt door ministeries (OC&W, VWS, Sociale Zaken, Justitie, Buitenlandse Zaken), decentrale overheden, Europese instellingen en programma s en fondsen (o.a. ZonMw). De gerealiseerde subsidie-opbrengsten zijn ruim 2,7 miljoen lager dan begroot. In de begroting ( ) was een bedrag van 4,4 miljoen begrepen, bestemd voor de projectpartners binnen twee projecten waar het NJi penvoerder van is. Omdat een deel van het werk doorgeschoven is naar 2013 (zie materiële projectkosten) zijn ook de bijbehorende opbrengsten ad 2,6 miljoen doorgeschoven naar 2013.

52 52 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Opdrachten derden De opdrachten derden ad ( ) betreffen de opbrengsten uit opdrachten. Ten opzichte van de begroting ( ) zijn de opbrengsten bijna 1,1 miljoen lager. Dit wordt met name door een krapper wordende markt veroorzaakt, wat direct merkbaar is aan een afname van het aantal geslaagde acquisitietrajecten en een kleinere gemiddelde omvang per verkregen opdracht. Overige projectopbrengsten De overige projectopbrengsten zijn als volgt te specificeren: Realisatie Begroting Realisatie Opbrengst producten Overige opbrengsten Totaal Opbrengst producten De productopbrengsten bestaan uit de opbrengsten voor trainingen ( ), congressen ( ) en publicaties ( ). De opbrengsten trainingen hebben voor ongeveer 3 miljoen betrekking op de trainingen van het programma Triple P. Overige opbrengsten De overige opbrengsten bestaan uit opbrengsten voor lezingen, vacatiegelden en bijdragen in projectkosten. Niet-projectgebonden opbrengsten In de overige opbrengsten ad (2011: ) zijn incidentele baten opgenomen ten bedrage van In dit bedrag is begrepen een vrijval van te betalen afvloeiingskosten ad en een gedeeltelijke vrijval van de in 2011 gevormde voorziening voor oninbare gelden ad (zie blz. 8).

53 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 53 KOSTEN Personele kosten Realisatie Begroting Realisatie Medewerkers in vaste dienst Medewerkers in tijdelijke dienst Detacheringen en uitzendkrachten Opleidingskosten Overige personele kosten Opbrengst (personeelsgebonden) Totaal Medewerkers in vaste en tijdelijke dienst Ten opzichte van 2011 zijn de kosten met bijna 1,3 miljoen gedaald: het gemiddeld aantal fte s is conform de begroting afgenomen naar 112 fte (2011: 128 fte); ook zijn de kosten lager dan in 2011, omdat er verhoudingsgewijs meer hoger ingeschaalde medewerkers uit dienst zijn gegaan. Ten opzichte van de begroting zijn de kosten ongeveer 2,5 ton lager. Rekening was gehouden met een cao-salarisverhoging per 1 oktober 2011, maar uiteindelijk is er alleen een kleine verhoging (1%) doorgevoerd per 1 december De verhouding vaste en tijdelijk medewerkers per 31 december 2012 is 74/26 (2011: 71/29). De sociale lasten in 2012 bedragen (2011: ) De pensioenlasten in 2012 bedragen (2011: ) De bezoldiging 2012 van de Raad van Bestuur bedraagt ( ). Het verschil tussen 2012 en 2011 wordt veroorzaakt doordat de Raad van Bestuur voorheen bestond uit twee personen en inmiddels uit één persoon. Detacheringen en uitzendkrachten De kosten voor detacheringen en uitzendkrachten hebben met name betrekking op ingehuurde menskracht ter vervanging bij ziekte en zwangerschap. De kosten worden niet begroot en worden gefinancierd met onder andere zwangerschapsgelden (zie opbrengst personeelsgebonden).

54 54 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Overige personele kosten De overige personele kosten hebben betrekking op kosten arbodienst, personeelsevenementen, outplacementkosten etc. De kosten zijn aanzienlijk hoger dan begroot, vanwege de eerder genoemde reorganisatiekosten ad Materiële projectkosten Realisatie Begroting Realisatie Algemene kosten Diensten derden Producten Totaal De materiële projectkosten betreffen de optelsom van de materiële kosten van de individuele projecten. Op het moment van begroten is een deel van de projecten nog niet geacquireerd; de aard van deze projecten en daarmee de samenstelling van de begrote materiële projectkosten is op dat moment nog niet duidelijk. De diensten derden zijn aanzienlijk lager dan begroot, in verband met de eerder genoemde doorgeschoven gelden ad 2,6 miljoen (zie projectsubsidies). Niet-projectgebonden materiële kosten Realisatie Begroting Realisatie Basisdiensten Sekondant Diensten derden Afschrijvingen Public relations en marketing Bureaukosten Overige materiële kosten Totaal Basisdiensten Sekondant Deze kosten hebben betrekking op de diensten die Sekondant levert aan het Nederlands Jeugdinstituut (ICT, huisvesting, financiële- en salarisadministratie en facilitaire zaken). Het verschil ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt doordat de exploitatiekosten van Sekondant lager zijn dan begroot, wat heeft geleid tot een teruggave van

55 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 55 Diensten derden De diensten derden bestaan onder andere uit de kosten voor organisatieadvies, fiscaal-juridische adviezen, ICT-advies, accountantscontrole etc. Met name de kosten voor organisatieadvies en voor fiscaal advies waren dit jaar lager. Afschrijvingen De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot, omdat een voor 2012 geplande investering pas in 2013 gerealiseerd wordt. Public relations en marketing In lijn met de begroting is er een besparing doorgevoerd op deze kosten (o.a. soberder uitvoering jaarverslag, beëindigen medewerkersmagazine ). Verbonden partijen Het NJi is verbonden met de Stichting Sekondant, omdat de Raad van Bestuur van het NJi lid is van het bestuur van Stichting Sekondant. Het NJi heeft, samen met de kennisinstituten MOVISIE en Vilans, een overeenkomst afgesloten voor de administratieve dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting en facilitaire dienstverlening. Deze overeenkomst loopt tot en met 31 december De werkelijke kosten van Sekondant voor het NJi bedragen over het boekjaar , waarvan is verantwoord onder de projectlasten. De jaarrekening is door de Raad van Bestuur vastgesteld op 18 maart 2013 en goedgekeurd door de Raad van Toezicht in de vergadering van 26 maart Bureaukosten De bureaukosten bestaan uit de kosten voor repro, porti, telefoon en kantoormiddelen. Met name de portokosten zijn ten opzichte van eerdere jaren afgenomen, omdat we steeds meer digitaal verzenden. Ook worden er door een verbetering van de registratie meer kosten doorbelast naar de projecten. Ten tijde van het opstellen van de begroting waren de gerealiseerde cijfers 2011 nog niet bekend, waardoor de begrote bureaukosten nog te hoog begroot waren. Overige materiële kosten Deze kosten omvatten alle niet eerder genoemde niet-projectgebonden kosten, waaronder kosten voor zaalhuur, reis- en verblijfkosten, verzekerings- en onderhoudskosten en de kosten voor de OR en de Raad van Toezicht. In de overige materiële kosten zijn incidentele lasten opgenomen ten bedrage van Een bedrag van heeft betrekking op (verwachte) oninbare gelden. Drs. C.J. Bakker Voorzitter Raad van Bestuur Mr. N.A. Kalsbeek Voorzitter Raad van Toezicht Mr. J.H.C. van Zanen Lid Raad van Toezicht Drs. B.C. van Maasdamme Lid Raad van Toezicht Prof. Dr. H.P. M. Adriaansens Lid Raad van Toezicht Drs. S.R.P. Lissenberg-van Embden Lid Raad van Toezicht Drs. F. J. Nauta Lid Raad van Toezicht

56 56 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening Overige gegevens GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden. BESTEMMING RESULTAAT Het resultaat ad is volgt toegevoegd aan het eigen vermogen: Algemene reserve Egalisatiereserve instellingssubsidie Totaal In overeenstemming met de subsidieregeling VWS-subsidies artikel 30, lid 3 wordt het deel van het resultaat dat samenhangt met de instellingssubsidie toegerekend aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. De egalisatiereserve instellingssubsidie dient ter dekking van verliezen op met instellingssubsidie gefinancierde projecten. Conform de subsidieregeling wordt een gerealiseerd overschot of tekort op de projecten gefinancierd met instellingssubsidie toe gevoegd danwel onttrokken aan de egalisatiereserve instel lings subsidie, waarbij het overschot/tekort wordt toegerekend naar rato van de instellingssubsidie en de begrote overige baten (in 2011: 96,11 % 3,89 %). Berekening: Resultaat projecten gefinancierd met instellingssubsidie Waarvan aandeel instellingssubsidie Percentage 96,11% 90,82% Bovendien wordt in 2012 een deel van de reorganisatiekosten ( ) toegerekend aan de egalisatiereserve instellingssubsidie, voor zover de kosten samenhangen met de bezuinigingen op de instellingssubsidie en met een maximum van de stand van de egalisatiereserve instellingssubsidie ultimo Over deze toerekening vindt momenteel nog overleg plaats met het ministerie van VWS.

57 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 57

58 58 Jaarverslag 2012 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening

Transitie en transformatie van de zorg voor jeugd

Transitie en transformatie van de zorg voor jeugd Transitie en transformatie van de zorg voor jeugd Een geslaagde transformatie & transitie? Vanaf januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor het preventieve en curatieve jeugdbeleid. Hieronder

Nadere informatie

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Contouren van een nieuw jeugdstelsel

Contouren van een nieuw jeugdstelsel Contouren van een nieuw jeugdstelsel Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut / Universiteit Utrecht 26 mei 2011 te Den Haag t.vanyperen@nji.nl Huidige jeugdstelsel (vereenvoudigd) Zie ook: www.nji.nl

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Visie op TripiO 2014-2017

Visie op TripiO 2014-2017 Visie op TripiO 2014-2017 Met de transitie worden verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de geïndiceerde jeugdzorg naar de gemeentes overgeheveld. Naast de taken die gemeenten al hebben op het terrein

Nadere informatie

De keuze van Apeldoorn: een CJG over de volle breedte. Interview met wethouder Paul Blokhuis

De keuze van Apeldoorn: een CJG over de volle breedte. Interview met wethouder Paul Blokhuis De keuze van Apeldoorn: een CJG over de volle breedte Interview met wethouder Paul Blokhuis 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door

Nadere informatie

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie Inleiding Rutger Hageraats Symposium De Bascule 26-06-2015 De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie De aanleiding Wat was er ook alweer aan de hand? Niet

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Positief Opvoeden, Triple P in de transitie stelsel jeugd

Positief Opvoeden, Triple P in de transitie stelsel jeugd Positief Opvoeden, Triple P in de transitie stelsel jeugd Jacqueline van Rijn Jolyn Berns www.nji.nl Marion van Bommel Sandra Hollander Oktober 2013 Triple P Triple P is een evidence based opvoedondersteuningsprogramma,

Nadere informatie

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties 2 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Contactpersoon binnen de vrijwilligersorganisatie 6 3. Protocol Omgaan met

Nadere informatie

Nationale Jeugdzorgprijzen 2012 Rapport Vakjury

Nationale Jeugdzorgprijzen 2012 Rapport Vakjury Nationale Jeugdzorgprijzen 2012 Rapport Vakjury Rapport Vakjury De Vakjury heeft zich dit jaar voor de zesde keer gebogen over de projecten en plannen die zijn ingestuurd voor de Nationale Jeugdzorgprijzen

Nadere informatie

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND Een no-nonsense benadering vormgegeven door gedreven en erkende professionals DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND Hoofdlocatie: Oostwaarts 5 E,2711 BA Zoetermeer Telefoonnummer:

Nadere informatie

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013, KOERS 2014-2015 3 Het (zorg)landschap waarin wij opereren verandert ingrijpend. De kern hiervan is de Kanteling, wat inhoudt dat de eigen kracht van burgers over de hele breedte van de samenleving uitgangspunt

Nadere informatie

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Met veel interesse hebben wij - de gemeente Houten - op 1 februari 2016 kennis genomen van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Houten. Om te komen

Nadere informatie

Tijne Berg- le Clercq Senior inhoudelijk medewerker, Nederlands. Onderzoeker, Verwey-Jonker Instituut. JeugdZo! 7 november, 2012

Tijne Berg- le Clercq Senior inhoudelijk medewerker, Nederlands. Onderzoeker, Verwey-Jonker Instituut. JeugdZo! 7 november, 2012 Wat werkt in de aanpak van kindermishandeling? Tijne Berg- le Clercq Senior inhoudelijk medewerker, Nederlands Jeugdinstituut t Jodi Mak Onderzoeker, Verwey-Jonker Instituut JeugdZo! 7 november, 2012 Opzet

Nadere informatie

Professionals in jeugden opvoedhulp

Professionals in jeugden opvoedhulp Professionals in jeugden opvoedhulp Pactum biedt jeugd- en opvoedhulp in Gelderland en Overijssel. Thuis, op school en in de buurt verzorgen we specialistische hulpverleningsprogramma s. Ook bieden we

Nadere informatie

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING Samen maken wij meedoen voor jeugd mogelijk Kinderen en jongeren met een beperking moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen, zodat zij zo zelfstandig mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.

Nadere informatie

Krachten bundelen voor De toekomst van Zwolle

Krachten bundelen voor De toekomst van Zwolle Krachten bundelen voor De toekomst van Zwolle Samenvatting Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp 12-12-2016 1 Passend onderwijs en jeugdhulp: 2 stukjes van dezelfde puzzel Aantal 0-19 jarigen

Nadere informatie

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut 18 januari 2012 te Den Bosch t.vanyperen@nji.nl / s.vanhaaren@nji.nl Waarom de stelselwijziging? 1.

Nadere informatie

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Zorgroutes interne en externe zorgstructuur in basisscholen 23 juni 2014 1 Inhoud INLEIDING... 3 MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD... 3 CRITERIA

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak 1 2 1. Samenvatting Inleiding Kinderen hebben recht op bescherming tegen kindermishandeling, zo staat in het VN- Kinderrechtenverdrag (IVRK). Toch komt kindermishandeling in Nederland nog steeds op grote

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Geef inhoud aan gemeentelijk beleid

Geef inhoud aan gemeentelijk beleid Geef inhoud aan gemeentelijk beleid met kennis, advies en trainingen van MOVISIE Decentralisatie van de jeugdzorg, de overheveling van de functie- begeleiding uit de AWBZ, de komst van de Wet Werken naar

Nadere informatie

Medisch specialist ziekenhuis

Medisch specialist ziekenhuis Factsheet Medisch specialist ziekenhuis en de Jeugdhulp Almere 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en

Nadere informatie

Effectieve opgroei- en opvoedhulp

Effectieve opgroei- en opvoedhulp Effectieve opgroei- en opvoedhulp Op weg naar een nieuw stelsel VNG regioconferenties mei 2011 Jo Hermanns UvA HU H&S Consult Tom van Yperen UU Nederlands Doorsneejeugd in Nederland vaart wel Hoogste welbevinden

Nadere informatie

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD pagina 1 pagina 2 SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD pagina 3 Problematiek pagina 4 Omvang van de problematiek 45% van de Nederlandse bevolking ooit/vaker slachtoffer

Nadere informatie

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd Centrale helpdesk voor gemeenten Samenwerken voor de jeugd Inhoud Woord vooraf 3 1. Meer preventie en meer opvoedondersteuning 5 Centrum voor Jeugd en Gezin 5 Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg 6 Digitaal

Nadere informatie

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO INTERNE WERKWIJZE SBPE MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING juli 2014 Inhoud MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING... 3 1. ALGEMEEN...

Nadere informatie

Samen opvoeden in de buurt.

Samen opvoeden in de buurt. Samen opvoeden in de buurt. Praktische trainingen voor speeltuinvrijwilligers. 0035 NUSO A5 brochure Folder Opvoeden (3).indd 1 24-02-12 10:07 0035 NUSO A5 brochure Folder Opvoeden (3).indd 2 24-02-12

Nadere informatie

De meldcode en de aandachtsfunctionaris. Tea Hol Coördinator Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling

De meldcode en de aandachtsfunctionaris. Tea Hol Coördinator Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling De meldcode en de aandachtsfunctionaris Tea Hol Coördinator Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling Verplichte meldcode Vanaf 1 juli 2013 is het een wettelijke verplichting tot

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Bijlage: Aanpak aanscherping Meldcode

Bijlage: Aanpak aanscherping Meldcode Bijlage: Aanpak aanscherping Meldcode 1. Inleiding Op 1 juli 2013 is de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking getreden. Deze wet verplicht professionals in de sectoren

Nadere informatie

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Training & Advies Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Betere resultaten met nieuwe competenties Ondernemend werken in welzijnsorganisaties De welzijnssector is sterk in beweging, dat weet u als

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland Caroline Vink Nederlands Jeugdinstituut 28-02-2012 Inleiding: De ontwikkeling van de CJGs in Nederland Stelselwijziging De positie van het CJG in het nieuwe stelsel

Nadere informatie

Landelijke training aanpak kindermishandeling (LTAK)

Landelijke training aanpak kindermishandeling (LTAK) Landelijke training aanpak kindermishandeling (LTAK) www.viermin.nl De Landelijke Training Aanpak Kindermishandeling (LTAK) is een training waarin kennis en vaardigheden worden aangereikt om huiselijk

Nadere informatie

Aanpak kindermishandeling in internationaal perspectief: Daphne project Prevent and Combat CAN: What Works?

Aanpak kindermishandeling in internationaal perspectief: Daphne project Prevent and Combat CAN: What Works? Aanpak kindermishandeling in internationaal perspectief: Daphne project Prevent and Combat CAN: What Works? Caroline Vink Nederlands Jeugdinstituut Prevent and combat CAN: What works? Daphne project in

Nadere informatie

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid Het gemeentelijke beleid is in beweging. De decentralisaties in het sociale domein brengen nieuwe taken voor gemeenten met zich mee én bieden ruimte om de zaken

Nadere informatie

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games. Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games. 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel

Nadere informatie

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit Inleiding Per 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor jeugdigen. Hieronder vallen de jeugd-ggz

Nadere informatie

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN Samenvatting Kompas voor de zorg voor de jeugd in Fryslân De zorg voor de jeugd valt vanaf 2015 onder de taken van de gemeente. De 27 Friese gemeenten

Nadere informatie

Inventarisatie regionaal aanbod FMEK Samenvatting

Inventarisatie regionaal aanbod FMEK Samenvatting Inventarisatie regionaal aanbod FMEK Samenvatting Willemijn Roorda Wendy Buysse Willemijn Roorda wroorda@dsp-groep.nl 06-44790996 Wendy Buysse wbuysse@dsp-groep.nl 06-24384734 DSP-groep Samenvatting Inventarisatie

Nadere informatie

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS. Om het kind Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ 19-11-2012. OCW Aanval op de uitval, RMC, plusvoorziening: 320 mln Onderwijsachterstanden-beleid (incl VVE): 249 mln SO, VSO, rugzakjes, praktijk

Nadere informatie

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen eflectietool Reflectietool eflectietool Reflectietool eflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen Redactie: Marieke Haitsma en Corrie van Dam Eindredactie: afdeling communicatie

Nadere informatie

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren.

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren. Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren. Voordat ik mijn speech begin, wil ik stilstaan bij de actualiteit.

Nadere informatie

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2 Waarom een meldcode? De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij

Nadere informatie

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april 2012 Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T Het hele stelsel gaat op de schop! 1. Passend Onderwijs 2. Stelselherziening Jeugdzorg

Nadere informatie

Janny Reitsma

Janny Reitsma Welkom 1998 2006 2011 2019 Janny Reitsma PACT: een landelijk innovatieproject Bouwen aan een hoogwaardige pedagogische basisvoorziening voor kinderen, waarin IEDER kind meetelt, meedoet en leert: een inclusieve

Nadere informatie

Intentieverklaring tot deelname aan NEJA en bijdragen aan uitvoering meerjarenprogramma NEJA

Intentieverklaring tot deelname aan NEJA en bijdragen aan uitvoering meerjarenprogramma NEJA Het netwerk Effectief Jeugdstelsel Amsterdam (NEJA) is een samenwerkingsverband tussen praktijkinstellingen voor jeugdhulp en preventie, gemeente, kennisinstituten, hogescholen en universiteiten in de

Nadere informatie

Betekenis voor beroepsonderwijs

Betekenis voor beroepsonderwijs Betekenis voor beroepsonderwijs Paul Vlaar Landelijk overleg Wmo-werkplaatsen Opbouw inleiding Transities sociale domein Wat zijn Wmo-werkplaatsen? Waar zitten werkplaatsen en wat doen zij? Urgentie van

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg Ontwikkelingen in de jeugdzorg g Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg Presentatie ti Evaluatie Wet op de jeugdzorg (2009) Contouren nieuwe stelsel Marktanalyse in het kader

Nadere informatie

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld Doelstelling In deze meldcode wordt de werkwijze/ het stappenplan beschreven als professionals vermoedens hebben van mishandeling. De meldcode is een hulpmiddel

Nadere informatie

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd Transitiebureau Jeugd September 2013 Stand van zaken jeugdwet en landelijke ontwikkelingen 2 Voorlichtingsbijeenkomst nieuwe jeugdwet Het gebeurt per 1 januari

Nadere informatie

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE WAT IS ONS GEZAMENLIJKE DOEL Ouders zijn primair verantwoordelijk voor het

Nadere informatie

De Monitor Aanpak Kindermishandeling

De Monitor Aanpak Kindermishandeling De Monitor Aanpak Kindermishandeling Met de stelselwijziging jeugd wordt de gemeente de spil in het jeugdbeleid. Dat geeft de gemeente nog meer mogelijkheden om de aanpak van kindermishandeling te regisseren

Nadere informatie

Jeugdzorg naar gemeenten

Jeugdzorg naar gemeenten Jeugdzorg naar gemeenten Wat is jeugdzorg en wat komt naar u toe? Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut Universiteit Utrecht VNG Regioconferenties, mei 2011 t.vanyperen@nji.nl 2 e lijn 1 e lijn 0 e

Nadere informatie

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt.

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt. Inleiding Dit protocol beschrijft de stappen die een medewerker in de vrouwenopvang behoort te zetten bij (vermoedens van) kindermishandeling van kinderen van cliënten die verblijven in de vrouwenopvang.

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst Preventieprogramma Jeugdhulp Hoeksche Waard 2016-2018 14 september 2015

Verslag bijeenkomst Preventieprogramma Jeugdhulp Hoeksche Waard 2016-2018 14 september 2015 Verslag bijeenkomst Preventieprogramma Jeugdhulp Hoeksche Waard 2016-2018 14 september 2015 1 Welkom en introductie Preventieprogramma Jeugdhulp Wethouder Paans spreekt allereerst zijn steun uit aan professionals

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg Ter voorbereiding op de transitie maken gemeenten, georganiseerd in zes regio s, en Gedeputeerde Staten van provincie Utrecht,

Nadere informatie

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei 2018 De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s pagina 2 van 6 Bij kinderen met traumatische ervaringen (ernstige negatieve jeugdervaringen),

Nadere informatie

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! Als we over cliënten praten, bedoelen we kinderen, jongeren en hun ouders. Als we over ouders praten, bedoelen we ook eenoudergezinnen, verzorgers, voogden en/of

Nadere informatie

We zijn bloedfanatiek op de aanpak van

We zijn bloedfanatiek op de aanpak van Hugo de Jonge, wethouder in Rotterdam: We zijn bloedfanatiek op de aanpak van kindermishandeling Rotterdam maakt zich sterk voor een consequente aanpak van kindermishandeling en trauma-sensitief werken.

Nadere informatie

2010D02442. Lijst van vragen totaal

2010D02442. Lijst van vragen totaal 2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP Richtlijn / info voor ouders Uithuisplaatsing Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming NVO, BPSW en NIP Inleiding Een kind opvoeden is niet makkelijk. Zo kan het zijn dat uw kind meer of andere zorg nodig

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Stichting Werkplaats Kindergemeenschap Voortgezet Onderwijs Stichting Werkplaats Kindergemeenschap 2013 Inleiding Het opstellen van deze meldcode vloeit

Nadere informatie

Redactie M.M. Wagenaar-Fischer, N. Heerdink-Obenhuijsen, M. Kamphuis, J. de Wilde

Redactie M.M. Wagenaar-Fischer, N. Heerdink-Obenhuijsen, M. Kamphuis, J. de Wilde Samenvatting van de JGZ Richtlijn secundaire preventie kindermishandeling. Handelen bij een vermoeden van kindermishandeling Samenvatting voor het management Redactie M.M. Wagenaar-Fischer, N. Heerdink-Obenhuijsen,

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

Informatie voor ouders

Informatie voor ouders Informatie voor ouders Zo gewoon mogelijk, speciaal waar het moet Entrea biedt specialistische hulp en opvoedingsondersteuning aan kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar en hun ouders of opvoeders. Voor

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 0900 1 26 26 26 5 cent per minuut

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 0900 1 26 26 26 5 cent per minuut Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Informatie voor professionals 0900 1 26 26 26 5 cent per minuut Signaleren en samen aanpakken Wat is huiselijk geweld en wat is kindermishandeling? Verplicht

Nadere informatie

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Relatie ander beleid: Zorgkinderen Protocol seksueel misbruik door beroepskracht Route bij grensoverschrijdend gedrag tussen

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Informatie vooraf Als huisarts, leerkracht, verpleegkundige, kinderopvang begeleider, hulpverlener, zelfstandige beroepsbeoefenaar, kun je te maken krijgen

Nadere informatie

Deskundigheidsbevordering huiselijk geweld: kindermishandeling

Deskundigheidsbevordering huiselijk geweld: kindermishandeling Voor: Gemeenten Kop van Noord-Holland Van: Advies- en Steunpunt Huiselijk geweld Kop van Noord-Holland Betreft: Voorstel deskundigheidsbevordering huiselijk geweld Datum: Deskundigheidsbevordering huiselijk

Nadere informatie

De jeugd-ggz in het gedecentraliseerde jeugdstelsel

De jeugd-ggz in het gedecentraliseerde jeugdstelsel De jeugd-ggz in het gedecentraliseerde jeugdstelsel Beschikbaar, bereikbaar, betrouwbaar en in beweging Peter Dijkshoorn Bestuurder Accare bestuurslid GGZNederland Amersfoort 23 april 2015 2 transformatiedoelen

Nadere informatie

AVI-activiteiten 2014-2015. Aanbod van programma Aandacht voor iedereen

AVI-activiteiten 2014-2015. Aanbod van programma Aandacht voor iedereen AVI-activiteiten 2014-2015 Aanbod van programma Aandacht voor iedereen Januari 2014 Inhoudsopgave AVI-activiteiten 2014-2015... 3 Aandachtspunten... 4 Aandacht voor iedereen Het programma Aandacht voor

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Achtergrondinformatie: De transitie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Het bevoegd gezag van Van Vooren Coaching & Training Overwegende

Nadere informatie

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Welkom Pedagogische verwaarlozing anno 2013 Bron: Haren de Krant d.d. 22 april 2010 1 2 Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Vraagstelling n.a.v. twitterbericht d.d. 12-06-2013 van Chris Klomp

Nadere informatie

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp Handreiking Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp Woord vooraf Voor u ligt de handreiking randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp,

Nadere informatie

TKM Online, april 2012

TKM Online, april 2012 TKM- enquête onder ruim 1.400 professionals Het zwarte gat na een melding Marie-José Linders voor Tijdschrift Kindermishandeling 'Je ziet niet hoe het verder gaat met een kind. Wat gebeurt er? Wat doen

Nadere informatie

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Utrecht, juli 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN gemeente Den Haag September 2015 Conceptversie 2.0 1 Inleiding In november jl. is door de Haagse gemeenteraad Motie 86 Geïsoleerde Vrouwen aangenomen. Om uitvoering te geven

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder)

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder) Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder) Relatie ander beleid: Zorgkinderen Route bij signalen van mogelijk geweld- of zedendelict door een collega jegens een

Nadere informatie

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Voor een sterke basis Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Overzicht wettelijke verplichtingen in jeugd, onderwijs en opvang Gemeenten zijn uitvoerders van overheidsbeleid;

Nadere informatie

Mariëlle Dekker Directeur Augeo Foundation

Mariëlle Dekker Directeur Augeo Foundation Mariëlle Dekker Directeur Augeo Foundation Per 1/12/2013: 47.932 gebruikers groei t.o.v. oktober is 21% 120.000 90.000 5619 (Overige gebruikers) 60.000 6696 (TKM) 35617(cursist) 30.000 Van wij zijn en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 435 Seksueel misbruik in de jeugdzorg Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Zelftest Basisteam Jeugd -

Zelftest Basisteam Jeugd - Zelftest Basisteam Jeugd - Realisatie doelen van de jeugdwet 2015 Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Gezondheidswetenschappen Ant. Deusinglaan 1 9713 AV Groningen Uitvoeringsteam C4Youth Contactpersoon:

Nadere informatie

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals.

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals. RAADSVOORSTEL Nummer 2017/04 datum raadsvergadering : 16 Februari 2017 onderwerp : Beleidsplan preventief jeugdbeleid en jeugdhulp 2017-2020 portefeuillehouder : M. van der Weele datum raadsvoorstel :

Nadere informatie

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp Werken met esar@almere.nl Werken met ESAR werkt! ESAR werkt! betere en snellere hulp Almeerse professionals over hun ervaringen met het Elektronisch Signaleringssysteem Alle Risicojeugd Telefoon 14 036

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Monitors voor de jeugdhulp. Kwaliteit door grip op cijfers

Monitors voor de jeugdhulp. Kwaliteit door grip op cijfers Monitors voor de jeugdhulp Kwaliteit door grip op cijfers Jeugdhulp in cijfers Om als gemeente of jeugdhulpaanbieder goed te kunnen sturen hebt u betrouwbare informatie en cijfers nodig. De vraag is niet

Nadere informatie

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen www.pwc.com Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel Inleiding Wiel Janssen Curriculum Wiel janssen: 35 jaar ervaring aan de voorkant van de Jeugdzorg

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV 25.05 primair onderwijs

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV 25.05 primair onderwijs Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV 25.05 primair onderwijs 2012 M E L D C O D E H U I S E L I J K G E W E L D E N K I N D E R M I S H A

Nadere informatie

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Handvatten voor samenwerkingsafspraken en inrichting van werkprocessen. Voor scholen, samenwerkingsverbanden, jeugdhulporganisaties

Nadere informatie

Tekst: Marije Bosdriesz

Tekst: Marije Bosdriesz Partnerschap tussen ouders, school en hulpverleners vergroot de kansen van kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. Met Passend onderwijs en de Jeugdwet krijgt dat partnerschap een nieuwe impuls. Integraal

Nadere informatie

Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling

Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling Tea Hol Implementatieadviseur Rak 2011, namens het NJi Coördinator Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling Verplichte meldcode Nieuw is

Nadere informatie