WERKCOLLEGE INTERNATIONALE ECONOMISCHE BETREKKINGEN MASTERVAK. Globalisation, Exchange-Rate Pass-Through and Currency Crises
|
|
- Jasper de Vries
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Afdeling Algemene Economie Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie Universiteit van Amsterdam WERKCOLLEGE INTERNATIONALE ECONOMISCHE BETREKKINGEN MASTERVAK Globalisation, Exchange-Rate Pass-Through and Currency Crises Cursusjaar 2003/2004, semester 1 INKOMENSONGELIJKHEID: NEDERLAND EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA Werkgroep : 1 nummer : 2 Datum van de zitting : 17 november 2003 Co-referent : Corstiaan Withagen
2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Data en methode De bronnen Van data naar uitkomsten 4 3. Verscheidene onderzoeksresultaten: wat kunnen we constateren? De Gini-coëfficiënt en decielratio s Inkomensverdeling in Nederland Inkomensverdeling in de Verenigde Staten Mogelijke verklaringen Werkloosheid in de VS en Nederland Andere verklaringen voor inkomensongelijkheid Samenvatting en onderzoeksagenda Literatuur 15 2
3 1. Inleiding Industrialisatie leidt tot een toename van de inkomensongelijkheid voorspelde Simon Kuznets in Na deze toename zou dan een periode van stabilisatie volgen, waarna de inkomensongelijkheid weer afneemt 1. Sinds 1955 hebben de Verenigde Staten van Amerika (VS) en Europa een grote industriële evolutie doorgemaakt. Er waren mondiale economische oplevingen, maar ook recessies. Hoe heeft de inkomensongelijkheid zich in deze jaren ontwikkeld? Is deze inderdaad, zoals Kuznets voorspelde, toe- en weer afgenomen? In wat voor een trend zitten we nu? Of verliep de ontwikkeling anders, en kunnen we bijvoorbeeld effecten van de restrictieve monetaire politiek van Völcker begin jaren tachtig of gevolgen van de beurshausse van eind jaren negentig herkennen? Dit schriftelijke referaat zal op basis van gegevens ontrokken uit de inkomstenbelasting de ontwikkeling van de inkomensongelijkheid in de VS en Nederland beschrijven en een aantal verklaringen voor geconstateerde ontwikkelingen aandragen. Belangrijk onderdeel hierbij is het proces van statistische verslaglegging van inkomensongelijkheid tot aan de feitelijke constateringen daar dit van grote invloed op de uitkomsten van het onderzoek kan zijn. Daarnaast wil ik middels dit referaat inzicht verschaffen in interessante onderzoeksvragen van de hedendaagse arbeidseconomie. Hiertoe zal in hoofdstuk 2 een korte beschrijving van de data en de gevolgde methode worden gegeven worden. Daarna zal in hoofdstuk 3 de ontwikkeling van de inkomensongelijkheid in Nederland en de VS worden beschreven. Hierbij wordt in de eerste plaats gekeken naar de totale inkomensverdeling, maar ook zal de bovenste 10% van de verdeling tot in meer detail geëxploreerd worden. Is het inkomen van deze groep, zoals Kuznets het verwachtte, inderdaad toegenomen en vervolgens weer afgenomen? Hoofdstuk 4 zal de empirische uitkomsten constateringen in een theoretisch kader plaatsen en enkele verklaringen aandragen. De relatie met werkloosheid zal in paragraaf 4.1 worden uitgelicht. Een en ander zal in hoofdstuk 5 samengevat worden. 1 Kuznets ging hier uit een handelstheorie naar model van Heckscher en Ohlin, waarbij de economie in wordt gedeeld in twee sectoren. Ongelijkheid in inkomen wordt dan veroorzaakt door productiviteitverschillen tussen deze sectoren. In de meer productieve sector zal de beloning van de productiefactor arbeid groter zijn. Naar mate echter meer werknemers hun werkzaamheden verplaatsen naar deze sector, zal de productiviteit per werknemer afnemen, waarmee het fundament voor loonongelijkheid verloren gaat en de inkomens nivelleren. 3
4 2. Data en methode 2.1 De bronnen Voor berekeningen van de inkomensongelijkheid binnen Nederland heb ik gebruik gemaakt van de data uit het door het CBS uitgevoerde Inkomens Panel Onderzoek (IPO), dat de jaren 1977 tot 1999 beslaat. Eerdere data over Nederland komen uit het werk van Atkinson en Salverda (2003). In hun vergelijkend onderzoek naar de ontwikkeling van topinkomens in het Verenigd Koninkrijk en Nederland hebben zij vanuit diverse bronnen (Statistische Jaarboeken, Jaarstatistieken voor Inkomens- en Vermogensverdeling (I&V)) tijdreeksen geconstrueerd over de periode Data over de VS komen voornamelijk uit de appendices van de studie van Piketty en Saez (2001) die zich beroepen op door de Internal Revenu Service (IRS) gepubliceerde belastingdata over de periode Als vierde bron heb ik gebruik gemaakt van de resultaten van het Luxembourg Income Study project (L.I.S.) 2 dat de inkomensongelijkheid van een groot aantal landen over een langere periode vergelijkt. Alle data zijn bruto (pre-tax) en netto inkomsten van huishoudens (inkomenseenheden of tax-units), gemeten door panelonderzoek en uit inkomstenbelastingaangiftes. Bij het gebruik van belastingdata dienen we er rekening mee te houden dat er prikkels bestaan de inkomens zo weer te geven dat de afgedragen belasting minimaal is. Gordon en Slemrod (2000) wijzen op de mogelijkheden van het verplaatsen van inkomens onder verschillende grondslagen 3. Zij suggereren dat dit door insiders (bestuurders met beslisrechten) in de VS ook op grote schaal gedaan wordt. In de tweede plaats kunnen in de studies de gebruikte inkomenscomponenten en inkomensbegrippen verschillen. Zowel tussen de studies, maar ook in de tijd. Er heeft in de afgelopen decennia veel ontwikkeling in statistische dataverwerking plaatsgevonden, waardoor het IPO van het CBS bijvoorbeeld veel nauwkeuriger is en veel gedetailleerdere informatie bevat dan andere studies uit het verleden. Dit maakt een goede vergelijking in tijd gecompliceerder. In de derde plaats kan het huishoudenbegrip tussen studies en landen verschillen. Vaak worden de inkomenseenheden (huishoudens) zo gecreëerd dat er in de tijdreeksen een maximale consistentie door de jaren heen wordt bereikt (zie bijvoorbeeld Atkinson & Salverda 2003). Vergelijken tussen verschillende landenstudies op een absoluut niveau blijft daarom een heikele zaak. 2.2 Van data naar uitkomsten Aan dit schriftelijke referaat liggen representaties ten grondslag die gebruik maken van de Gini coëfficiënt en van (top)inkomensaandelen, daarom beschouw ik in het navolgende slechts deze twee maatstaven. In mijn mondelinge referaat van 17 november 2003 zal ik de analyse uitbreiden door twee andere benaderingen aan te halen. Allereerst, ter exploratie van de bovenste 10% van de verdeling, de 2 Zie voor meer informatie en meer waarnemingen: 3 Gorden en Slemrod spreken over corporate en personal taxbases. Laten directeuren zich met dividend inkomen of salaris uitbetalen? Of laten zij het geld in de onderneming zitten in de verwachting dat de waarde van hun aandelenpakket toeneemt? Inspectie van de Nederlandse data geeft niet direct aanleiding om van een grootschalige income shifting uit te gaan. 4
5 zogenaamde Shares within shares methode die Atkinson en Salverda in 2003 introduceren 4, en ten tweede een decompositie naar inkomensbronnen en groepen die door de IPO microdata mogelijk wordt gemaakt. Inkomensaandelen Vóór 1977 werden de Nederlandse data per jaar geordend weergegeven in aantallen belastingbetalers per inkomensklasse. Tabel 1 (met enkele waarden uit 1959) is daar een voorbeeld van. Vanaf 1977 wordt gebruik gemaakt van het Inkomens Panel Onderzoek van het CBS dat inkomens- en demografische gegevens van ruim respondenten combineert en deze daarna ophoogt om aan landelijk representatieve totalen te komen. Het gebruik van panel data in plaats van de jaarstatistieken als vertrekpunt van de analyse heeft niet geleid tot een groot hiaat in tijdreeksen: de geaggregeerde IPO-data voor 1977 liggen dichter bij de I&V-data van 1975 dan de I&V data voor 1973 bij de 1975-waarden liggen. Tabel 1: inkomens- en vermogensverdeling 1959 p. 43 Tabel 1: een voorbeeld van geordende statistiek. Bron: Inkomens- en vermogensverdeling 1959 inkomensklassen in 1000 NLG per jaar aantal belastingbetalers Inkomen , , , , , , ,,,,,,,,, Het IPO voorziet bovendien in microdata waardoor tot in detail bepaald kan worden hoeveel een willekeurig percentage van de populatie aan inkomsten geniet en uit welke componenten dit inkomen is opgebouwd. Voor de jaren van voor die tijd kunnen wel verschillende aandelen van het inkomen door middel van interpolatie bepaald worden. De nauwkeurigheid van deze benadering is wel sterk afhankelijk van het aantal inkomensklassen, waarnaar de inkomens geaggregeerd zijn. Informatie over de componenten in het inkomen is voor 1977 niet beschikbaar. Met dit materiaal als uitgangspunt kunnen we de inkomensverdeling, en in het bijzonder de inkomensongelijkheid, op een aantal wijzen benaderen. In de eerste plaats kunnen we de inkomensongelijkheid beschrijven door te kijken naar de proportie van het totale inkomen dat naar bijvoorbeeld de bovenste 10% van de verdeling gaat. Van ieder deciel of van kleinere groepen kunnen we het inkomensaandeel bepalen. Dit is de benadering die Kuznets in zijn onderzoek volgde. In Nederland moeten bij deze benadering voor de jaren wel schattingen gemaakt worden van de grootte van 4 Belangrijk voordeel van deze methode is dat de schattingen voor de totale populatie nu van minder grote invloed op de uiteindelijke uitkomsten zijn. 5
6 de totale populatie en het totale nationale inkomen, daar de jaarstatistieken over de inkomens niet de volledige populatie dekken 5. De Gini-coëfficiënt Behalve door te kijken naar inkomensaandelen zoals hierboven beschreven, bestaat er in de tweede plaats een aantal ongelijkheidsmaatstaven of indices. De Gini-coëfficiënt is hiervan de meest bekende, maar ook decielratio s (de inkomens op de decielgrenzen door elkaar gedeeld) maken de inkomensongelijkheid inzichtelijk. Problematisch aan het gebruik van indices is dat zij de inkomensverdeling reduceren tot één getal, dat per maatstaf weer andere specifieke gevoeligheden kent 6. De Gini-coëfficiënt meet het verschil in oppervlakte onder de Lorenz-curve (die de inkomensverdeling weergeeft als proportie van het totale inkomen) en de oppervlakte die het geval zou zijn bij een volstrekt gelijke verdeling van het inkomen: de 45 graden lijn in onderstaande figuur. Dit verschil wordt vervolgens uitgedrukt als een percentage van de totale oppervlakte. In het centrum van de verdeling is het verschil tussen de 45 graden lijn en de Lorenz-curve het grootst. Hierdoor is de Gini gevoeliger voor verschuivingen in het centrum van de verdeling dan aan de staarten. 100% Lorenz-curve (NL 1999) Figuur 1: Lorenz-curve Nederland 1999, bruto inkomen, brondata: CBS (IPO) 90% 80% proportie vh inkomen 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% d10 d20 d30 d40 d50 d60 d70 d80 d90 d100 proportie vd populatie Gegeven de verschillende uitgangspunten (in de gebruikte inkomens- en populatiebegrippen) is het vergelijken van Gini-coëfficiënten uit verschillende studies op een absoluut niveau maar in beperkte mate zinnig. De Gini-coëfficiënt is wel een geschikt instrument om nationale episodes en trends in ongelijkheid te herkennen, maar naar mijn mening is het beter om na het definiëren van verschillende inkomensconcepten de inkomensongelijkheid in landen te vergelijken door te kijken naar de inkomensaandelen. Het lijkt erop dat er onder hedendaagse onderzoekers consensus bestaat over deze benadering van de inkomensongelijkheid. Desalniettemin zit er in de gebruikte data, inkomensconcepten 5 In de beginjaren van de belastingheffing waren het slechts de veelverdieners die inkomstenbelasting afdroegen. 6 Ik bedoel hiermee dat de Gini-coefficient erg gevoelig is voor verschuivingen in het centrum van de verdeling, terwijl bijvoorbeeld de Theil-coefficient weer sterk gevoelig is voor veranderingen in de staarten van de verdeling. 6
7 en inkomenseenheden nog veel verschil. Hierdoor blijft het vergelijken van landen op basis van verschillende studies een gecompliceerde bezigheid en moeten we de in het volgende hoofdstuk genoemde resultaten met gepaste voorzichtigheid tot ons nemen. 3. Verscheidene onderzoeksresultaten: wat kunnen we constateren? 3.1 De Gini-coëfficiënt en Decielratio s In tabel 2 zijn enkele resultaten van het Luxembourg Income Study-project (L.I.S.) opgesomd. De Gini-coëfficiënt voor Nederland is volgens deze studie tussen 1984 en 1994 nagenoeg gelijk gebleven, terwijl deze in de VS gestaag rijzende was. Dit verschilt stellig van de conclusie in Atkinson (2001), waar de Gini voor Nederland toeneemt van ongeveer 27 in 1986 tot 32 in 1991 (zie hand-out college IEB mastervak). In de laatste drie kolommen van tabel 2 zijn andere beschrijvende ongelijkheidsmaten weergegeven. De decielratio s, welke de decielgrenzen van het desbetreffende deciel op elkaar delen, laten in de VS wel een opvallende verschuiving naar een grotere inkomensongelijkheid zien. Tabel 2: Gini-coëfficiënten en decielratio s (op basis van besteedbaar inkomen) Land Jaar Gini Coëfficiënt D9/D1 D9/D5 D8/D2 Nederland , Nederland , Nederland , Nederland , V.S , V.S , V.S , V.S , V.S , V.S , V.S , Bron: (dd. 20 oktober 2003) In de eerste plaats geeft de kolom D9/D1 aan dat de inkomensverschillen tussen de topinkomens en minima in de VS substantieel groter zijn dan in Nederland. Ten tweede is deze verhouding tussen 1979 en 1986 sterk toegenomen. In dit licht is het opvallend dat veel onderzoekers de Tax Reform Act van 1986 aandragen als een van de mogelijke oorzaken van een toenemende inkomensongelijkheid in de VS. Deze propositie wordt wanneer we kijken naar decielratio s nauwelijks ondersteund 7. In de kolom D9/D5 zien we dat de verhouding tussen de inkomens aan de top en middeninkomens in de VS licht is toegenomen, terwijl deze in Nederland is afgenomen. Conform het LIS schuift de middengroep in Nederland in deze jaren dus enigszins op, terwijl deze groep in de VS achter lijkt te blijven. 7 Alleen de 2000 waarde van D9/D1 verschilt significant van de 1986 waarde. 7
8 3.2 Verdeling van het inkomen in Nederland De geconstrueerde tijdreeksen 8 tonen voor Nederland een gedetailleerder beeld over het verloop van 1977 tot Het gemiddelde bruto nationale inkomen neemt tussen 1977 en 1999 in nominale zin gestaag toe, van NLG in 1977 tot NLG in Gecorrigeerd voor inflatie is deze toename beduidend geringer, in 1999 prijzen is de toename slechts 9%: van NLG in 1977 tot NLG in Het besteedbaar inkomen vertoont een vlakker verloop. Hier is de toename 47 %: van NLG in 1977 tot NLG in Gecorrigeerd voor inflatie is dit slechts een stijging van 3,2%. Inkomensaandelen In figuur 2 zijn de aandelen in het bruto inkomen van de onderste helft, de top 10%, de top 5% en het topprocent van de verdeling van huishoudens weergegeven. Terwijl het aandeel in het bruto nationale inkomen van de onderste helft over de jaren heen gestaag toeneemt (bij schatting van 13% in 1922 tot 22% in 1999), neemt het inkomensaandeel van de top 10% af. In 1916 verdiende de bovenste tien procent van de inkomens samen 53,3 procent. In 1999 was dit nog maar 28,0%. Ook de overige topaandelen zagen hun aandeel met de jaren afnemen. Het topprocent verdiende anno 1999 nog wel altijd ruim 5% van het bruto nationale inkomen. De figuur laat zien dat de inkomensaandelen tot halverwege de jaren zeventig in Nederland een convergerend verloop kenden, waarna ze grotendeels stabiel gebleven zijn aandeel van bruto inkomen, NL Top 10% Top 5% Top 1% Onderste 50% aandeel (%) jaren Figuur 2: inkomensaandelen NL, bron: Atkinson & Salverda (2003), CBS (IPO) Inkomensbestanddelen De microdata van het IPO maken een decompositie naar soort inkomen mogelijk. Grofweg bestaat het totale nationale inkomen uit vier bestanddelen: inkomen uit arbeid, inkomen uit kapitaal, transferinkomen 8 Alle tijdreeksen zijn op verzoek bij auteur verkrijgbaar. 8
9 (pensioenen en uitkeringen) en overige inkomens 9. Een decompositie naar deze inkomensbronnen leidt tot de volgende conclusies 10. In de eerste plaats is het inkomen uit arbeid over alle decielen licht gestegen, maar met name in de hogere decielen in de afgelopen twintig jaar sterk toegenomen. In de tweede plaats kunnen we is in de topinkomens het inkomen uit kapitaal sterk afgenomen in relatieve zin. We kunnen binnen de topaandelen dus een verschuiving van kapitaalinkomen naar looninkomen ontdekken. In de VS geniet alleen het topprocent een groter inkomen uit kapitaal dan uit arbeid (Piketty en Saez 2001). In Nederland is het kapitaalinkomen aan de top beduidend beperkter. In 1999 bestaat slechts 25,3% van het inkomen van het topprocent uit kapitaalopbrengsten. In 1977 was dit nog wel meer dan 50%. Figuur 3 illustreert voor de topaandelen de verschuiving van kapitaalinkomen naar inkomen uit arbeid. Dit kan in de eerste plaats een gevolg zijn van toegenomen vrouwenparticipatie. Tabel 3 toont het aantal echtgenotes/partners dat een positief looninkomen genoot voor drie verschillende jaren. In de tweede plaats kan dit deels een gevolg zijn van een gelijkmatigere spreiding van inkomen uit kapitaal over de verdeling. COMPOSITIE INKOMEN TOP AANDELEN,NL, 1977 EN % 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% p90 p95 p99 p995 p999 p9995 LONEN 77 KAPITAAL 77 LONEN 99 KAPITAAL 99 Figuur 3: Compositie topaandelen NL, bron: Salverda (2003 ) 9 Zie voor een gedetailleerde classificatie van de inkomenscomponenten Salverda (2003). 10 In het mondelinge referaat op 17 november 2003 zal ik hier dieper op ingaan. 9
10 Tabel 3: Aantal partners/echtgenotes (v) met positief looninkomen, bron: CBS (IPO) 1977 in procenten 1985 in procenten 1999 in procenten totaal , ,0 d , ,1 d , , ,6 d , , ,6 d , , ,2 d , , ,3 d , , ,9 d , , ,5 d , , ,4 d , , ,0 d , , ,1 d , , ,6 d , , ,7 Samenvattend kunnen we voor wat betreft Nederland drie opvallende zaken constateren: i) Er is geen bewijs voor een tendens naar een toenemende inkomensongelijkheid. ii) Er vindt binnen de topinkomens een verschuiving plaats van kapitaalinkomen naar inkomen uit arbeid. iii) Er is in de topdecielen een toenemend aantal tweeverdienende huishoudens, waar de partner een substantieel inkomen uit arbeid geniet. 3.3 Verdeling van het inkomen in de VS Volgens het L.I.S. is de Gini- coëfficiënt, in de VS gestaag rijzende van 30,1 in 1979 tot aan 36,8 in 2000 (zie tabel 2). Daarvoor is de inkomensongelijkheid afnemend. Dit zelfde beeld komt ook uit het onderzoek van Piketty en Saez naar voren, wanneer we kijken naar de inkomensaandelen van de top van de verdeling. De ontwikkeling van de inkomensongelijkheid in de Verenigde Staten van Amerika kan zo als een U -vorm beschreven worden. (Of zo als Alderson en Nielsen (2001) het verwoorden: The Great U-Turn ). Gelijk aan de ontwikkeling van Nederland kende de VS een episode van nivellering die duurde tot begin jaren tachtig, waarna er een inverse beweging richting een grotere ongelijkheid ontstond. In deze paragraaf zal ik dit beeld illustreren aan de hand van het onderzoek van Piketty en Saez. Figuur 4 geeft de aandelen van de topinkomens in de VS weer. Hierbij moet opgemerkt worden dat Piketty en Saez gerealiseerde kapitaalwinsten aan hun tijdreeksen onttrekken 11. Het blijkt dat kapitaalwinsten een sterk procyclisch karakter hebben en slechts de inkomenspieken en dalen aan de top versterken. 11 In een appendix behandelen Piketty en Saez wel uitgebreid de effecten van kapitaal. 10
11 aandeel van inkomen (zonder gerealiseerde kapitaalwinsten), VS Top 10% Top 5% Top 1% aandeel (%) jaren Figuur 4: Inkomensaandelen topinkomens, VS (brondata: Piketty & Saez (2001) tabel A1) Na een afname van 1913 tot begin jaren vijftig is het inkomensaandeel van de top 10% lange tijd stabiel, totdat het vanaf rond 1986 weer begint te stijgen. Dit kan een direct gevolg zijn van de eerder genoemde Tax Reform Act die in dat jaar geldig werd. Samenvattend kunnen we constateren dat de inkomensongelijkheid in de VS, gemeten door inkomensaandelen van de topinkomens, na een langdurige stabiele periode sinds begin jaren tachtig sterk toenemend is. Het blijkt dat de ontwikkeling van de inkomensverdeling noch in Nederland noch in de VS een verloop kende zoals Kuznets dat indertijd voorzag. 4. Mogelijke verklaringen De Transatlantic Concensus on Rising Income Inequality die Atkinson (2001) bekritiseert, gaat uit van een onder meer door technologische vooruitgang ingegeven demand shift van laag opgeleide arbeidskrachten naar hoger opgeleide werknemers. Hierdoor zou dan werkloosheid (in continentaal Europa het gevolg van een hoog minimumloon 12 ) of grote beloningsverschillen ontstaan. Deze ontwikkeling zou dan leiden tot een toenemende inkomensongelijkheid. Dit hoofdstuk begint met een snelle inspectie van de situatie op arbeidsmarkt. Daarna zal ik een aantal mogelijke verklaringen en kanalen voor inkomensongelijkheid aandragen. 12 In Nederland is het minimumloon per 1 juli 2003 EUR 1264,80 per maand op basis van voltijd, terwijl het minimumloon in de VS conform de federal minimum wage law gelijk is aan slechts USD 892,67 (met de huidige wisselkoers van EUR = 1,165 USD is dit EUR 766,24). 11
12 4.1 Werkloosheid: kunnen we verschillen ontdekken? Voor het meten van werkloosheid is het aantal inactieven dat niet tot de beroepsbevolking behoort in Nederland ook van belang in verband met het grote aantal arbeidsongeschikten. De cijfers van het CBS zijn hier niet voor gecorrigeerd en onderschatten daarom de feitelijke werkloosheid in Nederland. Nederland In Nederland neemt de werkloze beroepsbevolking af van 7 procent in 1992 tot 4 procent in In figuur 5 is deze ontwikkeling en die van de Verenigde Staten in kaart gebracht. Ondanks het hoge minimumloon is de werkloosheid in Nederland in dezelfde orde van grote als in de VS. Verenigde Staten In figuur 5 is de werkloosheid in Amerika van 1943 tot 2002 weergegeven als percentage van de beroepsbevolking van 16 jaar en ouder. Zonder een uitgebreide technische analyse uit te voeren, kunnen we vanaf begin jaren zeventig een duidelijke toename in de werkloosheid herkennen tot een top van bijna 10% in 1982 en Daarna volgt een afnemende trend, die duurt tot circa 1999, waarna de werkloosheid weer licht toeneemt. In vergelijking met Europese niveaus is de werkloosheid in Amerika relatief laag. procenten werkloosheid Samenvattend kunnen we nu het volgende constateren: VS Nederland Figuur 5: werkloosheid, brondata: Census (VS) en CBS (NL). i) De werkloosheid is zowel in Nederland als in de VS tussen 1983 en 1999 sterk gedaald. ii) iii) Het minimumloon in de VS is substantieel lager dan in Nederland. De werkloosheid in Nederland bewoog zich de afgelopen 10 jaren op Amerikaanse niveaus. 4.2 Andere verklaringen voor inkomensongelijkheid Verscheidene auteurs noemen voor een toenemende inkomensongelijkheid oorzaken in de politieke sfeer: een afnemende progressiviteit van de belastingen 13, een toenemende ongelijkheid als gevolg van restrictieve budgettaire en monetaire politiek onder impuls van Reagan en Völcker, de Tax Reform Act van 1986 (die de marginale belastingtarieven voor topinkomens sterk verlaagde). De tijdreeksen van Piketty en Saez tonen overigens wel aan dat topaandelen blijven rijzen zonder dat er sprake is van verdere belastingverlagingen. Voor wat betreft Nederland noemde Wilterdink (1993) de afbouw van de 13 Atkinson en Salverda meten hiervoor impliciete belastingniveaus, die volgen uit de topaandelen voor en na belasting. 12
13 verzorgingsstaat, de ontkoppeling van uitkeringen aan minimumlonen (waardoor de allerarmsten relatief in inkomen achteruit gaan) en bezuinigingen. Andere onderzoekers benadrukken vooral meer economische factoren: sterke inflatie aan het einde van de jaren tachtig die armen sterker pijnigt dan de rijken. Globalisatie, waarbij productie verplaatst wordt naar lage lonen landen en in ontwikkelde markten een overschot aan zogenaamde low skilled arbeid ontstaat. Economische groei, waar rijken meer van profiteren dan armen 14. Of vermogen, dat sterk aan de topgeconcentreerd is, en daardoor in tijden van economische voorspoed de ongelijkheid in de hand werkt. Een toenemende loonongelijkheid speelt daarnaast een belangrijke rol in de inkomensongelijkheid. In Nederland is de loonongelijkheid nog altijd voor wat betreft het bereik van de lonen beperkt: aan de onderkant door hoge minimumlonen, aan de bovenkant door een toenemende transparantie en een groot maatschappelijk bewust zijn 15. In de VS en andere Angelsaksische landen draagt globalisering mogelijk bij aan een globale markt voor managers. Door deze toename in de managerial span zal een individuele manager uitzicht krijgen op een hoger salaris 16. Zowel in de VS als in Nederland is het inkomen uit arbeid in de topinkomens de laatste twintig jaar sterk toegenomen, zowel in nominale zin, als ten opzichte van de andere inkomensbronnen. In de top van de verdeling komt dit onder andere door een toename van goed betaalde managers op de loonstrook van grote ondernemingen. Deze payroll-boosting draagt mogelijk sterk bij aan een toename in de loonongelijkheid. Daarnaast maken veranderende sociale normen wellicht de weg vrij voor een toename in inkomensongelijkheid. Niet lang geleden was iedereen tot in den extreme gelijk, tegenwoordig is relatieve prestatie beoordeling goed gebruik. In de VS is compensatie naar prestatie nog meer gemeengoed dan in Nederland. Het is interessant om op micro- niveau in kaart te brengen hoe bedrijven in de particuliere sector hun beloningsstructuur geregeld hebben, en of er verandering in deze structuren is geweest. Veranderende sociale arbeidsverhoudingen kunnen bijdragen aan een toename van de loon- en inkomensongelijkheid. Veel arbeid verplaatst zich naar de dienstensector. In deze sector is de organisatiegraad van werknemers teruglopend, wat positieve effecten op ongelijkheid kan hebben. In de verschuiving van kapitaal naar arbeid als belangrijkste bron van inkomens in de top, spelen andere processen een belangrijke rol. Genoemd is al de toegenomen vrouwenparticipatie, waardoor huishoudens met twee inkomens uit arbeid opschuiven in de verdeling naar de bovenste quintiel. In de VS, waar de trend ook herkenbaar is, is het interessant een decompositie van het kapitaalinkomen uit te voeren. Fama en French (2001) spreken over disappearing dividends... : tussen 1978 en 1999 is de dividend pay-out ratio in de VS afgenomen van 66,5 % naar 20,8% 17. In Nederland is het aandeel dividendinkomen in kapitaalinkomen echter slechts licht gedaald. Daarnaast noemen Gordon en Slemrod (2000) income shifting als een belangrijke oorzaak voor meer inkomsten uit arbeid in de VS. 14 Dollar en Kraay (2001) stellen desalniettemin dat armen niet disproportioneel profiteren van economische groei. 15 Denk hierbij aan Wim Kok s excessieve verrijking van topmanagers, de maatschappelijke beroering die het salaris van Ahold topman Mauberg opriep, of Folia nummer 9 van dit jaar over de beloning van universiteitsbestuurders. 16 Door cultuur en taalbarrières is deze managerial span in Europa beperkter. 17 Het gaat hier om de pay-out ratio van bedrijven, waarvan de aandelen publiekelijk worden verhandeld op de NYSE. 13
14 5. Samenvatting en onderzoeksagenda In de inleiding is de vraag gesteld of de inkomensongelijkheid in de VS en/of in Nederland een Kuznets-patroon volgde. Hiertoe is de ontwikkeling van de inkomensverdeling van Amerika en Nederland over de laatste negentig jaar beschreven en geanalyseerd. Dit referaat heeft zo geleid tot de volgende empirische uitkomsten: i) De inkomensongelijkheid is in de Verenigde Staten na een langdurige stabiele periode sinds begin jaren tachtig sterk toenemend. ii) Er is in Nederland geen bewijs voor een tendens naar een toenemende inkomensongelijkheid. iii) De werkloosheid is zowel in de VS als in Nederland tussen 1983 en 1999 sterk gedaald. iv) De werkloosheid in Nederland bewoog zich de afgelopen 10 jaren op Amerikaanse niveaus. v) Het minimumloon in de VS is substantieel lager dan in Nederland. vi) In Nederland is een toenemend aantal tweeverdienende huishoudens, waar de partner een substantieel inkomen uit arbeid geniet. iv) Zowel in de VS als in Nederland vindt er binnen de topinkomens een verschuiving plaats van kapitaalinkomen naar inkomen uit arbeid; Er blijkt een scala aan mogelijke verklaringen te zijn. In meer en mindere mate zijn deze verklaringen valide. Daarom zijn we nu toe aan een eerste volgende stap in het onderzoek: het testen op significantie van de mogelijke verklaringen. Dit kan op twee manieren. In de eerste plaats bestaan er verscheidene decomponeerbare ongelijkheidsmaatstaven, zoals bijvoorbeeld de (additieve) variantie-coëfficiënt. Hiermee kan onderscheid worden gemaakt naar tussen groeps- en binnen groeps-ongelijkheid. De gevolgen op de inkomensongelijkheid van bijvoorbeeld een toegenomen participatie van vrouwen kunnen zo beter in kaart gebracht worden. In de tweede plaats kan er over nagedacht worden een (meervoudige) regressie analyse uit te voeren van de vorm I t = a + bx t + e t, waarbij in X de in hoofdstuk 4 besproken ontwikkelingen gekwantificeerd worden. Gevoeglijk kunnen we onomwonden stellen dat de inkomensongelijkheid zeker niet is toegenomen in de decennia die volgde op de publicatie van Kuznets toonaangevende artikel. Maar is de theorie van Kuznets daarom incorrect? Kan de toenemende ongelijkheid in de VS van de laatste twintig jaar niet het gevolg zijn van een nieuwe industriële revolutie die begin jaren tachtig plaatsvond? Is het niet slechts een verschil in fase waarover we spreken? Hierover mag op 17 november 2003 discussie ontstaan. 14
15 Literatuur Alderson, A.S., Nielsen, F. Globalisation and the great U-turn: Income inequality trends in 16 OECD Countries versie maart 2001 (gepresenteerd in Mannheim, Dld.). Atkinson, A.. B., Bourguignon, F. (ed) Handbook of income distribution, volume 1 Elsevier Science, Amsterdam Atkinson, A.B. The Economics of Inequality Oxford University Press, Oxford Atkinson, A.B. Measuring Top Incomes: Methodological Issues (nog) niet gepubliceerd. Atkinson, A.B. Income inequality in OECD Countries : Data and Explanations 2002 Revised version of CESifo Working paper Nr.o 881, september Atkinson, A.B., Salverda, W. Topincome shares in the UK and the Netherlands compared AIAS working paper nr 14, Amsterdam Atkinson, A.B. A Critique of the Transatlantic Consensus on Rising Income inequality The World Economy (28) CBS Statline voor informatie over de werkloosheid in Nederland via CBS (S. De Vries, S. Lucassen, J. van der Valk, A. Bouman) Staan werklozen ingeschreven als niet werkzoekenden? in Sociaal-Economische Maandstatistiek, Voorburg/Heerlen, oktober Cowell, F.A. Measuring inequality tweede editie (eerste editie 1977) Prentice Hall/Harvester Wheatsheaf, Londen Dollar, D., Kraay, A. Trade, Growth, and Poverty World Bank working paper, Fama, E.F., French, K.R. Disappearing dividends: changing firm characteristics or lower propensity to pay? Journal of Financial Economics (60), Gordon R.H., Slemrod, J.B. Are Real Responses to Taxes Simply Income Shifting Between Corporate and Personal Tax Bases in Slemrod, J.B. (ed) Does Atlas Shrug? Taxing the Rich Harvard University Press, Kuznets, S. Economic Growth and Income Inequality The American Economic Review (45), maart Piketty, Th. Saez, E. Income inequality in the United States, NBER Working Paper 8467, september 2001 op Salverda, W. Top income shares in the Netherlands A descriptive note and research agenda versie september 2003 (nog) niet gepubliceerd. Sociaal Cultureel Planbureau (J. Van Leeuwen, E. Pommer, M. Ras) Inkomen verdeeld Trends in ongelijkheid, herverdeling en dynamiek Den Haag US Census Bureau; United States Department of Commerce voor data over de werkloosheid in de VS via 15
Verschil tussen arm en rijk is verkleind
Onderzoek Nederlandse topinkomens in de twintigste eeuw Verschil tussen arm en rijk is verkleind Emiel Afman is student aan Université de Paris 1 Panthéon Sorbonne en was ten tijde van het onderzoek als
Nadere informatie2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan
Nadere informatieEffect van herverdeling op inkomensongelijkheid
Effect van herverdeling op inkomensongelijkheid Marion van den Brakel en Linda Moonen De herverdeling van inkomens heeft een groot effect op de mate waarin huishoudensinkomens onderling verschillen. Vooral
Nadere informatieVermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw
Vermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw Koen Caminada, Universiteit Leiden Kees Goudswaard, Universiteit Leiden Marike Knoef, Universiteit Leiden De verdeling van vermogen in
Nadere informatieVragen rond gelijkheid en ongelijkheid in de samenleving
Emeritiforum KU Leuven donderdag 24 maart 2016 Vragen rond gelijkheid en ongelijkheid in de samenleving Prof. Dr. A. Decoster Faculteit Economie & Bedrijfswetenchappen KU Leuven andre.decoster@kuleuven.be
Nadere informatieDe inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken
Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling
Nadere informatieArtikelen. De ongelijkheid van inkomens in Nederland. Marion van den Brakel-Hofmans. 2. Toename inkomensverschillen sinds 1977
De ongelijkheid van inkomens in Nederland Marion van den Brakel-Hofmans In 25 waren de inkomensverschillen onder de Nederlandse bevolking groter dan in 1977. Vooral in de tweede helft van de jaren tachtig
Nadere informatieDe impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling
VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35767 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Thewissen, Stefan Hubert Title: Growing apart : the comparative political economy
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieBijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald
Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel
Nadere informatie5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief
5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking
Nadere informatieSalarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers
Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt
Nadere informatieHet nivelleringsfeestje houdt aan
Het nivelleringsfeestje houdt aan Kees Goudswaard 1 Inleiding Inkomensongelijkheid is al enige jaren een belangrijk maatschappelijk en wetenschappelijk thema. Dat komt onder meer door gezaghebbende studies
Nadere informatieCPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei
CPB Notitie 22 december 2014 CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid en economische groei Uitgevoerd op verzoek van de vaste commissie Financiën van de Tweede Kamer CPB Notitie
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieBijlage III Het risico op financiële armoede
Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieHet rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015
Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam Augustus 2015 Inleiding De Nederlandse samenleving kent nog steeds een aanzienlijk aantal laaggeletterde mensen. Taaltrajecten blijken nodig te
Nadere informatieKwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2
Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename
Nadere informatieTabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014
1 Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 De meeste relevante tabellen met betrekking tot partneralimentatie zijn uit de positionpaper 1. Persoonlijk bruto inkomen Tabel
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieDordrecht in de Atlas 2013
in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is
Nadere informatieCBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970
CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970
Nadere informatieWijnimport Nederland naar regio
DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst
Nadere informatieHoofdstuk 4 Inkomensongelijkheid 4.1. a/b/c.
Hoofdstuk 4 Inkomensongelijkheid 4.1. a/b/c. 4.2. a/b. (1) (2) (3) (4) (5) (6) bruto inkomen bruto inkomen cumulatief in % in % % van het totaal ( 1.000) van het totaal inkomensgroep van het totale inkomen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 26 727 Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001) Nr. 130 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieInkomens in de grote steden
Inkomens in de grote steden 1950 2000 Hendrika Lautenbach en Petra Ament mermeer, en zijn de steden met gemiddeld de rijkste inwoners. In en zijn ze het armst. De inkomensontwikkeling van de steden is
Nadere informatieDutch Summary. Dutch Summary
Dutch Summary Dutch Summary In dit proefschrift worden de effecten van financiële liberalisatie op economische groei, inkomensongelijkheid en financiële instabiliteit onderzocht. Specifiek worden hierbij
Nadere informatieUIT personele inkomensverdeling
De personele inkomensverdeling. Bij de personele inkomensverdeling kijken we naar de verschillen tussen rijk en arm, in een land. Omdat we niet alle inkomens in een land individueel kunnen vergelijken,
Nadere informatieVeranderingen in de inkomensverdeling van Nederlandse ouderen tussen 1989 en 2020: een analyse op basis van microsimulatie
Veranderingen in de inkomensverdeling van Nederlandse ouderen tussen 1989 en 2020: een analyse op basis van microsimulatie Marike Knoef, Universiteit van Tilburg, Netspar en CentERdata Rob Alessie, Rijksuniversiteit
Nadere informatieVoorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten
24 Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten Maart 2017 PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285),
Nadere informatieEindexamen economie vwo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit het antwoord moet
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.
17 maart 2011 Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren maandelijks in een gezamenlijk
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2008 Nr. 58 BRIEF VAN
Nadere informatieUit huis gaan van jongeren
Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) De economie van India is snel gegroeid sinds aan het begin van de jaren 90 verregaande hervormingen werden doorgevoerd in o.a. het handels- en industriebeleid. Groei van
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf.
9 juli 2010 Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren maandelijks
Nadere informatieAantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016
Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,
Nadere informatieCategoriale inkomensverdeling
Categoriale inkomensverdeling - 1 van 5 Categoriale inkomensverdeling 1. Verdeling Het nationaal inkomen dat ontstaat wordt verdeeld over de productiefactoren arbeid, kapitaal en ondernemingsinitiatief.
Nadere informatieDemografische trends binnen de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt): Een analyse van de ontwikkelingen van de ledentallen van de GKv
Trendanalyse GKv, drs. M.J. Wijma, Praktijkcentrum, Zwolle, mei 216. Demografische trends binnen de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt): Een analyse van de ontwikkelingen van de ledentallen van de GKv Auteur:
Nadere informatieNIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK
NIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK Jesse Klaver november 2014 NIEUWE NIVELLERINGSPOLITIEK De kloof tussen arm en rijk in Nederland neemt toe. GroenLinks pleit daarom bij het bezoek van Thomas Piketty aan Nederland
Nadere informatieMaandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV
16 februari 2012 Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieStatistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47
Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 47 20 november 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets meer banen en vacatures in het derde kwartaal 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Macro-economie 5 Koerswaarde
Nadere informatieWerkloosheid Beschikbaar inkomen. toegenomen. Sociaal Economische Trends 2013 De Nederlandse economie
Sociaal Economische Trends 213 De Nederlandse economie Werkloosheid 24-211 Beschikbaar inkomen Stromen huishoudens duren sinds 212 Werkloosheidsduren op basis van de Enquête toegenomen beroepsbevolking
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatieInleiding: Inkomensverhoudingen
Inleiding: Inkomensverhoudingen Koen Caminada Dit nummer van TPEdigitaal brengt berichten van het inkomensfront. Nu het kabinet Rutte-Asscher voor de opgave staat om miljarden euro aan bezuinigingen door
Nadere informatie4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.
Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieJong en oud op de arbeidsmarkt,
Jong en oud op de arbeidsmarkt, 2007-2011 Gerda Gringhuis en Ben Dankmeyer 1. Inleiding De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe. De vergrijzing zorg er voor dat meer mensen aanspraak maken op
Nadere informatieKoopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.
Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn. 1. De Wereldbank berichtte onlangs dat de Chinese economie binnen afzienbare tijd de grootste economie van
Nadere informatieWerkloosheid in : stromen en duren
Werkloosheid in 24 211: stromen en duren Wendy Smits, Harry Bierings en Robert de Vries Als het aantal mensen dat werkloos wordt groter is dan het aantal werklozen dat er in slaagt weer aan het werk te
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 E BRIEF VAN DE MINISTER
Nadere informatieAlfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014
Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieDe Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Inkomensafhankelijke arbeidskorting
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl
Nadere informatieNeimed Krimpbericht. Potentiële beroepsbevolking Limburg MEI 2014
MEI 214 Neimed Krimpbericht Potentiële beroepsbevolking Voor de ontwikkeling van het aanbod van arbeidskrachten is de potentiële beroepsbevolking van belang. Deze leeftijdsgroep daalt in al sinds 1995.
Nadere informatieTentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit
Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit CPB Achtergronddocument Jasper Lukkezen en Adam Elbourne Maart 2015 3 Samenvatting In dit document maken wij een
Nadere informatieArmoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016
Armoede en ongelijkheid in de wereld Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016 Wat gaan we bestuderen? Wanneer en hoe zijn armoede en ongelijkheid op de agenda van
Nadere informatieLangzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar
In de vorige nieuwsbrief in september is geprobeerd een antwoord te geven op de vraag: wat is de invloed van de economische situatie op de arbeidsmarkt? Het antwoord op deze vraag was niet geheel eenduidig.
Nadere informatieHet primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens
Nadere informatieGeen tekort aan technisch opgeleiden
Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen
Nadere informatieEconomische ongelijkheid in 8 figuren
Economische ongelijkheid in 8 figuren Economische ongelijkheid staat hoog op de internationale politieke en academische agenda. Hoe staat het met de economische ongelijkheid en haar gevolgen in Nederland?
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3059 Vragen van het lid
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal 1
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter
Nadere informatieInkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014
Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid
Nadere informatieInkomen, herverdeling en huishoudvorming 1977 2011: 35 jaar ongelijkheidsgroei in Nederland 1
Inkomen, herverdeling en huishoudvorming 1977 2011: 35 jaar ongelijkheidsgroei in Nederland 1 Wiemer Salverda Dit artikel analyseert de Nederlandse inkomensongelijkheid op grond van speciaal beschikbaar
Nadere informatieDe evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen
De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE
Nadere informatieBijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt
Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS
Nadere informatieCO2-monitor 2013 s-hertogenbosch
CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%
Nadere informatieGrootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs
Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte
Nadere informatieCaribisch Nederland in cijfers. Henk van de Velden
Caribisch Nederland in cijfers Henk van de Velden Inhoud Algemeen Dataverzameling Ontwikkeling Bevolking Werkgelegenheid Inkomen / koopkracht Prijzen Economie Conclusie 2 Medewerkers statistieken CN Over
Nadere informatieCBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal
Persbericht PB14 56 11 9 214 15.3 uur CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Meer werklozen aan de slag Geen verdere daling aantal banen, lichte groei aantal vacatures Aantal banen
Nadere informatieVoorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieInclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland
Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Nederland scoort relatief hoog op economische groei en het aanpakken van ongelijkheid, maar de ongelijkheid
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma 2012 - I
Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede
Nadere informatieJoost Meijer, Amsterdam, 2015
Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom
Nadere informatieDe Nederlandse inkomensverdeling, overheidsuitgaven en macro-economische condities - Emiel Afman 1
De Nederlandse inkomensverdeling, overheidsuitgaven en macro-economische condities - Emiel Afman 1 1. Introductie Inkomensverhoudingen staan in de schijnwerpers. Top-inkomens halen regelmatig het nieuws,
Nadere informatieCBS: Inkomensverschillen zijn stabiel en relatief klein
Persbericht PB14 036 02 06 2014 16.00 uur CBS: Inkomensverschillen zijn stabiel en relatief klein De inkomensverschillen bleven in 2008-2012 nagenoeg onveranderd Ontwikkelingen op de woningmarkt laten
Nadere informatieEindexamen maatschappijleer vwo 2006-I
Opgave 4 Mens en werk: veranderingen op de arbeidsmarkt tekst 9 5 10 15 20 25 30 35 Volgens de auteurs van het boek Weg van het overleg? komen de nationale overheid en de sociale partners steeds verder
Nadere informatieEconomische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de
5 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de vijfde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten
Nadere informatieEconomische prognose IMF voor het GOS
Economische prognose IMF voor het GOS Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen voor de
Nadere informatieUitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieOntwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)
Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller
Nadere informatiePensioenaanspraken in beeld
Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieFactsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014
Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos
Nadere informatieJongeren op de arbeidsmarkt
Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding
Nadere informatiePersbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-079 3 december 2009 9.30 uur Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen Meeste kans op armoede bij eenoudergezinnen en niet-westerse allochtonen
Nadere informatieCrisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)
Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie
Nadere informatieNVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4
NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM Data & Research 15 januari 2015 1 Samenvatting De (theoretische) betaalbaarheidsindex maakt in het vierde kwartaal van 2014 nog steeds een opwaartse
Nadere informatieLangdurige, hardnekkige armoede
Langdurige, hardnekkige armoede Auteur(s): Muffels, R. (auteur) Fouarge, D. (auteur) Snel, E. (auteur) Muffels en Fouarge zijn verbonden aan het Tilburg Institute of Social Security Research, Katholieke
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2012 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur oud programma economie Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen.
Nadere informatie