De executie van de ISD-maatregel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De executie van de ISD-maatregel"

Transcriptie

1 De executie van de ISD-maatregel Een aanvaardbare rechterlijke bemoeienis? door P.G.M.A. Hoynck van Papendrecht (128868) Scriptie in de strafrechtswetenschappen te verdedigen tegenover de Examencommissie van de Faculteit Rechtswetenschappen van de Universiteit van Tilburg ( Prof. Mr. T.A. de Roos en Mr. F. van Laanen) op donderdag 27 mei 2010 om uur

2 Voorwoord Toeval bestaat niet maar is een onvermijdelijke samenloop van omstandigheden. Toch ervaar ik met regelmaat gebeurtenissen uit mijn leven als toevalligerwijs op mijn pad gekomen. Zo ben ik de deeltijdstudie Nederlands Recht puur uit interesse gestart. Het toeval wilde dat de studie bij me leek te passen en ik er zo door werd geboeid, dat ik haar vandaag hoop te volbrengen. Per toeval kwam de vacante functie van staffunctionaris sector strafrecht bij de Rechtbank s-hertogenbosch mij onder ogen. En mijn verbazing was groot dat de strafsector mij als buitenstaander komend uit de gezondheidszorg als meest geschikte kandidaat koos. Verkerend in de setting van de rechtbank wordt het toeval weliswaar kleiner dat ik bepaalde mensen tegenkom, maar is het evengoed wonderlijk dat ik Floris van Laanen hier als rechter-plaatsvervanger trof. Een half jaar eerder hadden we al eens geopperd dat het aardig zou zijn als ik mijn afstudeeronderzoek bij hem zou doen. Het is een bijzonder onderzoek omdat het een inkijk geeft in de dagelijkse werkelijkheid van de strafrechtelijke praktijk. Mijn positie als staffunctionaris heeft het mogelijk gemaakt om diep in de strafsector en daarbuiten te kunnen kijken. Voor deze inkijk wil ik een aantal mensen expliciet bedanken. Allereerst binnen de rechtbank de ISDrechters die mij op weg hebben geholpen en altijd bereid waren mijn vragen te beantwoorden. Daarnaast de sectorvoorzitter strafrecht die actief heeft meegedacht en me heeft gedwongen vaart te maken en te houden met het schrijven van deze scriptie. Verder ben ik dank verschuldigd aan de medewerkers van de bibliotheek, in het bijzonder Toon de Laaf, die elk willekeurig document in zeer korte tijd tevoorschijn wist te toveren. Daarnaast ben ik het OM en in het bijzonder de ISD-officier erkentelijk voor alle medewerking die ze hebben gegeven waar ik die nodig had. Dank gaat ook uit naar de ISD-manager van de PI Vught die langdurig gesproken heeft over de dagelijkse praktijk van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel in het arrondissement s-hertogenbosch. Tot slot gaat veel dank uit naar Floris van Laanen die mij op het spoor van de ISDmaatregel heeft gezet. Ik trof een razendsnelle denker als scriptiebegeleider aan, die hoge eisen stelt aan zijn studenten. Floris beschikt over de combinatie van een geniaal brein met een boeiende en aangename persoonlijkheid. 2

3 Het definitieve antwoord op de vraag of toeval bestaat of niet is voor mij niet interessant. Van belang is dat het me veel op mijn pad heeft gebracht en mijn leven verrijkt. Ik heb tevens de afgelopen jaren ervaren dat de platitudes rondom de moeizame combinatie van fulltime werken, studie en gezin ook voor mij gelden. Ik heb keuzes gemaakt die met regelmaat ten koste van de meest dierbaren in mijn leven zijn gegaan. Ik heb geen spijt van deze keuzes maar voel wel de noodzaak en de diepe wens hen hiervoor in het sluitstuk van de studie te bedanken: Jan en Julia jullie hebben veel tijd samen doorgebracht waar het jullie liefste wens was dit gedrieën te doen. Ik dank jullie oprecht voor de ruimte en tijd die jullie mij hebben weten te laten. Maar het is natuurlijk geen toeval dat wij samen zijn! 3

4 Lijst van gebruikte afkortingen art. AJB DJI EVRM EHRM ISt ISD Kabinet RC LJN MK MT MvT o.a. OM PBW PI PM PPC RISc RO SOV Stb. Stcrt. Sr Sv TBS WODC ZM artikel(en) Arrondissementaal Justitieel Beraad Dienst Justitiële Inrichtingen Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Europees Hof voor de Rechten van de Mens Inspectie voor Sanctietoepassing Inrichting voor Stelselmatige Daders Kabinet rechter-commissaris Landelijk Jurisprudentie Nummer Meervoudige Kamer Management Team Memorie van Toelichting onder andere Openbaar Ministerie Penitentiaire Beginselenwet Penitentiaire Inrichting Penitentiaire Maatregel Penitentiair Psychiatrisch Centrum Recidive Inschattings Schalen Rechterlijke organisatie (Wet RO Wet op de rechterlijke organisatie) Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV-maatregel) Staatsblad Staatscourant Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafvordering Terbeschikkingstelling (TBS-maatregel) Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Zittende Magistratuur 4

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding 7 2 De ISD-maatregel Inleiding Doelstelling van de ISD-maatregel Algemene strafdoelen Strafdoelen ISD-maatregel Wijze tenuitvoerlegging ISD-maatregel Wettelijke vereisten ISD-maatregel Maatregelkarakter ISD-maatregel Wettelijk kader rechterlijke bemoeienis tenuitvoerlegging ISD-maatregel Inleiding Verhouding rechtspreken executeren (ZM-OM) Tussentijdse beoordeling ISD-maatregel De ISD-maatregel in de praktijk Algemeen Tussentijdse toets in de praktijk Artikel 5 lid 4 EVRM Conclusie 31 4 De ISD-maatregel in het arrondissement s-hertogenbosch Inleiding Executie ISD-maatregel in arrondissement s-hertogenbosch Algemeen Onderzoeksmethode Resultaten ISD-beleid Rechtbank s-hertogenbosch Penitentiaire Inrichting Vught Openbaar Ministerie Arrondissement s-hertogenbosch 43 5

6 5 Conclusies en aanbevelingen 46 Literatuurlijst Gebruikte jurisprudentie 6

7 1 Inleiding Op 1 oktober 2004 is de Wet Maatregel Plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders in werking getreden. 1 Het doel van de ISD-maatregel is het detineren van stelselmatige daders voor de duur van maximaal twee jaar in speciale penitentiaire inrichtingen. Deze zeer actieve veelplegers zorgen voor veel overlast in de samenleving door zich herhaaldelijk schuldig te maken aan het plegen van delicten. De ISD-maatregel is met name gericht op het onschadelijk maken van de stelselmatige dader. Het gaat om langdurige opsluiting om de draaideurcrimineel letterlijk uit de roulatie te nemen en daarmee het plegen van nieuwe strafbare feiten onmogelijk te maken. 2 Het overheidsbeleid van de laatste jaren kenmerkt zich door een gerichte en intensieve aanpak van de overlast die wordt veroorzaakt door stelselmatige daders en risicojongeren. Het veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving richt zich op het terugdringen van de criminaliteit en de daarmee samenhangende overlast in de samenleving. 3 Het programma omvat een reeks aan maatregelen, waarvan de ISDmaatregel een belangrijk instrument is. 4 Deze maatregel maakt het mogelijk om stelselmatige daders die zich schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten waarop een relatief lichte straf staat, toch voor langere tijd van hun vrijheid te beroven. De ISD-maatregel kent twee doeleinden, namelijk de beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van de verdachte. 5 Daarbij is het resocialisatiedoel ondergeschikt gemaakt aan het beveiligingsdoel. De Nederlandse burger moet zich immers weer veilig gaan voelen in het publieke domein. De hardnekkige stelselmatige dader moet voor langere tijd gedetineerd worden om de leefbaarheid van de samenleving te vergroten. 6 Sinds de invoering van de ISD-maatregel zijn inmiddels ruim vijf jaar verstreken. Het is interessant om na te gaan hoe de rechterlijke macht met deze maatregel is omgegaan. Rechters blijken terughoudend te zijn in het opleggen van de ISD-maatregel en daarnaast duidelijk de vinger aan de pols te willen houden bij de uitvoering van de maatregel. 7 1 Wet van 9 juli 2004 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders), Stb. 2004, 351. Deze wet is op 1 oktober 2004 in werking getreden (Stb. 2004, 471). 2 Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 10, p. 1-3 en Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 1, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 1, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 1, p Zie art. 38m lid 2 Sr. 6 Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p. 3 (MvT). 7 Aldus ook Goderie & Lünnemann 2008, p

8 gaan. 15 De beperkte omvang van het onderzoek dwingt tot afbakening van het onderwerp. De terughoudendheid komt deels voort uit de afweging of het opleggen van een langdurige vrijheidsbenemende strafrechtelijke maatregel een passend antwoord gaat geven op het doel dat de maatregel nastreeft, namelijk het terugdringen van de overlast in het publieke domein. 8 Daarnaast zal de rechter dit middel met het oog op het subsidiariteitsbeginsel pas inzetten, als hij 9 ervan overtuigd is dat er geen alternatieven voorhanden zijn en als dat daadwerkelijk het laatste redmiddel is. 10 Dit gedachtegoed vindt steun in het overheidsbeleid: de ISD-maatregel moet als ultimum remedium worden beschouwd en mag niet worden gezien als een vervanging van alle andere wijzen van handhaving, maar als een specifieke aanvulling hierop. 11 Het rechterlijke toezicht op de uitvoering van de ISD-maatregel vindt zijn oorsprong niet in beleid, maar komt voort uit de praktijk. Rechters beschouwen de ISDmaatregel als een ingrijpend instrument vanwege de lange duur van detentie in verhouding tot de relatief geringe ernst van het gepleegde delict. Daarnaast heeft de wetgever de keuze gemaakt om alle ISD-veroordeelden op voorhand in een zeer beperkt detentieregime te plaatsen. 12 Het resocialisatiedoel van de maatregel is ondergeschikt gemaakt aan het beveiligingsdoel. Dit heeft bij rechters geleid tot de nodige scepsis over de tenuitvoerlegging van de maatregel en ertoe bijgedragen dat zij goed zicht willen houden op de invulling van de maatregel in het concrete geval. Onderzoek naar de implementatie van de ISD-maatregel toont aan dat direct na de inwerkingtreding van de ISD-maatregel rechters veelvuldig van het wettelijke middel van de tussentoets 13 gebruik hebben gemaakt. 14 Het ambtshalve beslissen tot een tussentijdse beoordeling geeft de rechter de mogelijkheid zicht op het verloop van de executie van de maatregel te houden en waar mogelijk aanknopingspunten te vinden om de resocialisatie van de stelselmatige dader te bevorderen. Zo kan het niet volgens plan verlopen van de uitvoering van de ISD-maatregel voor de rechter een reden zijn om tot vroegtijdige opheffing van de maatregel over te Het onderzoek zal zich richten op de fase van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel en in het bijzonder op de rol die de zittende magistratuur hierbij inneemt. Het toezicht 8 Vgl. Moerings 2003, p De mannelijke vorm kan ook gelezen worden als de vrouwelijke vorm. 10 Lünnemann 2009, p Kamerstukken I 2003/2004, F, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p Zie art. 38s lid 1Sr. 14 Goderie & Lünnemann 2008, p Rb. Maastricht 29 mei 2007, LJN BA

9 van de rechter op de uitvoering van de ISD-maatregel is opvallend en uniek, omdat het juridisch kader van de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel hem hier slechts beperkt in faciliteert. De discrepantie tussen wat wettelijk gezien mogelijk is en de praktijk van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel roept diverse vragen op, die buitengewoon interessant zijn om nader te onderzoeken. Gedacht kan worden aan de volgende: is er inderdaad sprake van een actieve bemoeienis van de rechter met de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel, hoe manifesteert deze bemoeienis zich in de praktijk, hoe verhoudt de bemoeienis zich met het wettelijk kader van de bevoegdheden van de rechter, wat zouden mogelijke grenzen aan deze actieve bemoeienis moeten zijn en hoe legitimeren rechters deze actieve bemoeienis met de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel? Al deze vragen met betrekking tot de rechterlijke bemoeienis met de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel leiden tot een centrale onderzoeksvraag: Wat is een passende mate van actieve bemoeienis van de rechter met de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel? Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden zijn er deelvragen die beantwoord moeten worden. De deelvragen luiden: 1. Wat wordt met de ISD-maatregel bedoeld? Alvorens de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel nader te onderzoeken zal in deze deelvraag het brede kader van de ISD-maatregel worden geschetst. Een korte schets van de ontstaansgeschiedenis, de beoogde doelstellingen van de maatregel, de onderliggende beleidsuitgangspunten, de wettelijke vereisten van de maatregel en het maatregelkarakter van de wettelijke bepaling passeren de revue. 2. Over welke wettelijke bevoegdheden beschikt de rechter ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel? De rechter geeft bij het opleggen van een ISD-maatregel een executoriale titel af en heeft zich vervolgens in principe niet te bemoeien met de executie van de maatregel. Mede afhankelijk van hoe de strafrechter aankijkt tegen de verhouding tussen rechtspreken en executeren, kan hij zich middels de 9

10 wettelijke mogelijkheid van de tussentoets 16 in meerdere of mindere mate met de tenuitvoerlegging van de maatregel bemoeien. Naast het instrument van de tussentoets wordt onderzocht of er nog andere wettelijke bepalingen en mogelijkheden zijn die de rechterlijke bemoeienis met de executie zouden kunnen ondersteunen. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan art. 5 EVRM. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat stelselmatige daders een kwetsbare groep binnen onze samenleving vormen. Toetsing van de ISD-maatregel aan art. 5 lid 4 EVRM is een rechtmatigheidtoets ter waarborg van de rechtsbescherming van de stelselmatige dader. 3. Hoe manifesteert de actieve bemoeienis van de rechter met de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel zich in de praktijk? De mogelijkheid van het ambtshalve toepassen van een tussentoets blijkt een veel gehanteerd instrument voor de rechter te zijn om inhoud te geven aan zijn bemoeienis met de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel. Ter zitting laat de rechter zich informeren over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het behandelprogramma van de gedetineerde en welke concrete voortgang geboekt is. In de beschikking kan de rechter enige sturing geven aan de wijze waarop de ISD-maatregel in het concrete geval van de stelselmatige dader ten uitvoer wordt gelegd. Met de beantwoording van deze deelvraag zal inzichtelijk gemaakt worden of en hoe de rechterlijke bemoeienis zich in de praktijk manifesteert. Daarbij komen ook beleidsmatige overwegingen aan de orde. Bij de introductie van nieuwe wetgeving stelt een rechtbank hier doorgaans in meerdere of mindere mate intern beleid voor vast. Beleidsmatige keuzes en overwegingen kunnen als richtlijn dienen voor rechters en maken daarmee een wezenlijk onderdeel uit van de normen die zij hanteren bij de uitoefening van hun ambt. De bestudering van nationale en internationale wetteksten vormt het vertrekpunt voor het onderzoek. Daarnaast is het onderzoek voor een belangrijk deel binnen de strafsector van de Rechtbank s-hertogenbosch verricht. Dit is vormgegeven middels interviews met de Bossche ISD-rechters, een ISD-officier, de sectorvoorzitter strafrecht, de ISD-manager van de PI Vught 16 Zie art. 38s lid 1Sr. 10

11 en middels bestudering van ISD-beschikkingen, interne beleidsstukken en managementinformatie. Het Bossche beeld wordt vanuit een analyse van literatuur en jurisprudentie in een breder en landelijk herkenbaar perspectief geplaatst. Per hoofdstuk komt een deelvraag aan de orde. Het laatste hoofdstuk bevat de conclusie, het antwoord op de centrale onderzoeksvraag en de uit het onderzoek voortvloeiende aanbevelingen. 11

12 2 De ISD-maatregel 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een aantal belangrijke aspecten van de ISD-maatregel toegelicht, namelijk de doelstelling van de maatregel, de wettelijke vereisten en het maatregelkarakter. De doelstellingen van de ISD-maatregel worden beschreven vanuit een breder kader van strafdoelen in hun algemeenheid. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt hoe de doelstellingen bepalend zijn voor de wijze van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel. 2.2 Doelstelling van de ISD-maatregel Algemene strafdoelen Bij het vaststellen van een strafrechtelijke sanctie neemt de rechter alle feiten en omstandigheden van het concrete geval in ogenschouw en vindt een feitelijke waardering van de persoon en de persoonlijke omstandigheden plaats. De rechter neemt een beslissing over wat er in de toekomst met de verdachte moet gaan gebeuren. Bij het bepalen van de sanctie is het belangrijk dat de rechter zicht heeft op welke doelen de strafoplegging moet dienen. De inhoud van een sanctiemodaliteit wordt voor een belangrijk deel bepaald door de doelen die de sanctie beoogt na te streven. In zijn vonnis liggen zowel zijn opvattingen over de strafdoelen in hun algemeenheid besloten als over de strafdoelen van de ISD-maatregel in het bijzonder. 17 Ook de wijze waarop de sanctie ten uitvoer wordt gelegd, is van belang voor de aard van de sanctie die de rechter oplegt, omdat dit medebepalend is voor de zwaarte van de sanctie. 18 De belangrijkste algemene doelen die de strafrechter bij de strafoplegging voor ogen staan, zijn vergelding, de generale preventie (normbevestiging en algemeen signaal ter afschrikking), de speciale preventie (signaal aan veroordeelde om te voorkomen dat hij in de toekomst wederom strafbare feiten pleegt en daarmee beveiliging) en reparatie (herstel in de oude toestand, genoegdoening aan het slachtoffer). 19 In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat bij de strafrechtelijke maatregel de bescherming van de maatschappij en de resocialisatie van de veroordeelde de voornaamste 17 Cleiren & Nijboer 2009, p Boone 2008, p De Hullu 2009, p

13 doeleinden zijn. Het opleggen van een straf is met name gericht op het toevoegen van leed en vergelding. 20 Als de rechter in een concreet geval een sanctie oplegt, zal een combinatie van genoemde strafdoelen hierop in meerdere dan wel mindere mate invloed op hebben. Het draagt eraan bij dat de samenleving de mening is toegedaan dat de opgelegde straf een passende reactie is op het gepleegde strafbare feit en de burger hierdoor overtuigd is dat er recht is gedaan. In zijn vonnis neemt de rechter ook aspecten van billijkheid en humaniteit richting de veroordeelde in ogenschouw. De mate waarin de rechter deze aspecten in zijn oordeel laat meewegen, hangt nauw samen met de keuze welk strafklimaat hij wil nastreven. De Nederlandse overheid heeft lange tijd het belang van een humaan strafklimaat onderstreept. Penitentiairrechtelijk is veel aandacht besteed aan het verbeteren van de rechtsbescherming van de veroordeelde. Vanuit de gedachte dat iedere veroordeelde uitzicht moest worden geboden op een terugkeer in de samenleving heeft het resocialiseren van de veroordeelde grote prioriteit gekregen. De laatste jaren is de roep vanuit de samenleving om meer veiligheid en zekerheid steeds luider geworden. De wetgever heeft nieuw beleid ontwikkeld en uitgevoerd dat zich kenmerkt door een hardere aanpak dan voorheen. In dit strenge strafklimaat gaat de aandacht primair uit naar beveiliging van de samenleving. De resocialisatie van de veroordeelde wordt hieraan ondergeschikt gemaakt Strafdoelen ISD-maatregel Voor de beschrijving van de strafdoelen van de ISD-maatregel is een korte blik in de geschiedenis noodzakelijk. Het veelplegersbeleid kent ontwikkeling die in de loop der jaren van een drangaanpak is opgeschoven naar een dwangaanpak. Eind jaren tachtig verscheen de beleidsnota Dwang en drang in de hulpverlening aan verslaafden. 22 Er werd getracht de verslaafde veelpleger onder dreiging van vrijheidsbeneming naar de zorg toe te leiden. De inzet was erop gericht de criminele drugsverslaafde te resocialiseren. In de praktijk bleek de zorgmijdende drugsverslaafde echter heel moeilijk met deze drangaanpak voor een behandeling te motiveren. 20 Kooijmans 2002, p De Jonge 2003, p Kamerstukken II 1987/1988, , nr. 1-2, p

14 De drangaanpak maakte plaats voor de dwangaanpak. Middels langdurige detentie zou de verslavingsproblematiek goed kunnen worden aangepakt en zou tevens de ernstige overlast van de verslaafden worden teruggedrongen. De maatregel Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) deed in 2001 haar intrede. 23 De SOV-maatregel was met name gericht op de hardnekkige drugsverslaafden uit de samenleving. Gedwongen door hun verslaving waren zij verantwoordelijk voor het veelvuldig plegen van strafbare feiten. 24 De SOV-maatregel kende nadrukkelijk een tweeledige doelstelling: het terugdringen van de ernstige criminele overlast én een bijdrage leveren aan het oplossen van de individuele verslavingsproblematiek. 25 Essentieel was dat er geen onderscheid in volgorde van belangrijkheid tussen beide doelstellingen werd gemaakt. 26 De SOV-maatregel bood de mogelijkheid de veroordeelde voor de duur van twee jaar te plaatsen in een Inrichting voor de Opvang van Verslaafden. 27 De rechtvaardiging voor deze dwangmaatregel lag zowel in de grote maatschappelijke overlast als in het hardnekkige karakter van de verslavingsproblematiek. 28 De tenuitvoerlegging van de SOV-maatregel kenmerkte zich door een specifiek op het individu op maat toegesneden programma. Het programma-aanbod was in zijn opzet gefaseerd van aard en kende een gesloten, halfopen en open fase. Het gefaseerde programma moest in combinatie met een gedifferentieerd behandelaanbod inhoud geven aan de resocialisatiedoelstelling en een bijdrage leveren aan het oplossen van de verslavingsproblematiek. 29 In de loop van de tijd veranderde het politieke en maatschappelijke klimaat in Nederland en werd de roep om een veilige samenleving steeds luider. Dit resulteerde in een ambitieuze Veiligheidsnota Naar een veiliger samenleving en gaf het startsein voor een gerichte en intensieve aanpak van de recidiverende, stelselmatige daders, die voor veel overlast verantwoordelijk werden gehouden. 30 De SOV-maatregel werd al in 2004 vervangen door de maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (ISD-maatregel). De ISD-maatregel beoogt twee doelen na te streven namelijk de beveiliging van de samenleving en het resocialiseren van de ISD-veroordeelde. Het doel van de beveiliging 23 Wet van 21 december 2000, Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV), Stb. 2001, 28, inwerkingtreding op 1 april 2001, Stb. 2001, Kooijmans 2002, p Struijk 2007, p Vgl. art. 38m lid 3 (oud) Sr. 27 Vgl. art. 38m lid 1 (oud) Sr. 28 Kamerstukken I 1997/1998, , nr. 3, p Kooijmans 2002, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr

15 van de maatschappij door het onschadelijk maken van de ISD-veroordeelde staat nadrukkelijk op de voorgrond en het resocialisatiedoel neemt een ondergeschikte tweede plaats in. De rechtvaardiging voor de nieuwe maatregel ligt met name in het belang van het terugdringen van de overlast in de samenleving. 31 De ISD-maatregel richt zich op een bredere en meer heterogene groep van zeer actieve veelplegers. Op grond van onderzoek is de inschatting gemaakt dat meerderjarige veelplegers twaalf procent uitmaken van de totale daderpopulatie en verantwoordelijk zijn voor twintig tot veertig procent van de geregistreerde criminaliteit. 32 Niet alleen drugs-, maar ook alcoholverslaafden en psychisch gestoorden gaan onder het bereik van de ISDmaatregel vallen. Binnen deze groep van zeer actieve veelplegers richt de ISD-maatregel zich op de stelselmatige daders. De omvang van deze groep wordt geschat op 4500 personen. 33 De stelselmatige dader maakt zich met name schuldig aan het plegen van vermogensdelicten om in de dagelijkse kosten van zijn verslaving te kunnen voorzien Wijze tenuitvoerlegging ISD-maatregel De beoogde doelen van een strafrechtelijke sanctie bepalen in hoge mate de wijze waarop de tenuitvoerlegging van de sanctie feitelijk is georganiseerd. De nevengeschiktheid van de twee doelstellingen van de SOV-maatregel heeft eraan bijgedragen dat de executie sterk was gericht op het resocialisatiedoel. Het SOVprincipe was behandeling, tenzij. De tenuitvoerlegging vond plaats in drie fasen, namelijk de gesloten, halfopen en open fase. 35 De gefaseerde tenuitvoerlegging was erop gericht om de terugkeer van de SOV-veroordeelde in de maatschappij te vergemakkelijken. De SOV-veroordeelde die in een sober regime was geplaatst, werd zoveel mogelijk gemotiveerd toch deel te nemen aan de beschikbare behandelprogramma s. De ISD-maatregel kent net als haar voorgangster een dubbele doelstelling, namelijk de beveiliging van de samenleving en de beëindiging van de recidive van de verdachte (art. 38m lid 2 Sr). In tegenstelling tot de SOV-maatregel staan het overlastcriterium en het beveiligingskarakter van de maatregel pregnant op de voorgrond. De primaire nadruk bij de ISD-maatregel op de langdurige opsluiting van de 31 Ekelenburg 2005, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p. 6 (MvT). 34 Goderie 2008, p Art. 44d PM (oud). 15

16 stelselmatige dader heeft zichtbaar effect op de wijze van de tenuitvoerlegging van de maatregel. Het uitgangspunt hierbij is vrijheidsbeneming voor langere tijd in een zeer beperkt regime. 36 Elke veroordeelde wacht een kale sobere detentie, tenzij hij zelf motivatie toont om gericht aan de eigen resocialisatie te werken. Het adagium is geen behandeling, tenzij. Dit maakt dat resocialisatie alleen nog voor de kansrijke veelplegers binnen handbereik komt te liggen. Met de verschraling van het resocialisatiedoel is de halfopen fase, zoals de SOV-maatregel deze kende, komen te vervallen in het behandelprogramma Wettelijke vereisten ISD-maatregel De ISD-maatregel is geregeld in de derde afdeling van Titel IIA, boek 1 onder de titel Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders. Naast de wettelijke bepalingen heeft het OM een strafvorderingrichtlijn opgesteld die nadere regels geeft voor het wel of niet vorderen van een ISD-maatregel en belangrijk is voor de toepassing van de maatregel in de praktijk. De Hoge Raad ziet richtlijnen mits behoorlijk bekend gemaakt en bevattende regels omtrent de uitoefening van het beleid, als recht in de zin van art. 79 RO. 38 In 2009 is een herziene en aangepaste OM-richtlijn strafvordering bij stelselmatige daders en overige zeer actieve veelplegers verschenen. 39 Om een ISD-maatregel op te kunnen leggen moet een verdachte aan de volgende voorwaarden voldoen: 1. Het door de verdachte begane feit moet een misdrijf betreffen waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten (art. 38m lid 1 sub 1 Sr). 2. In de vijf jaar ervoor moet de verdachte minstens driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk zijn veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel of tot een taakstraf. Het feit moet zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en maatregelen. In de richtlijn van het College van procureurs-generaal wordt bovendien als vereiste gesteld, dat in de vijf voorafgaande jaren tegen de 36 Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p Directie Sancties, Reclassering & Slachtofferzorg, Beleidskader, p. 9 & Kamerstukken II 2002/2003, , A, p. 4 & Ekelenburg 2005, p HR 7 juli 2009, LJN BH Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers (w.o. vordering van de maatregel ISD bij stelselmatige dader), 2009R004, Stcrt. 2009,

17 verdachte ten minste tien processen verbaal zijn opgemaakt, waarvan tenminste één in het peiljaar Er moet ernstig rekening mee gehouden worden dat de verdachte weer een misdrijf zal plegen (art. 38m lid 1 sub 2 Sr). 4. De veiligheid van personen of goederen moet de maatregel vereisen (art. 38m lid 1 sub 3 Sr). 5. Er moet een vordering van het OM zijn strekkende tot een ISD-maatregel (art. 38m lid 1 Sr). De ISD-maatregel kan ook voorwaardelijk worden opgelegd (art. 38p Sr). De rechter kan de maatregel opleggen nadat advies ingewonnen is over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de maatregel (art. 38m lid 4 Sr). Dit advies zal doorgaans gebaseerd zijn op het diagnose instrument RISc 41, dat is opgebouwd uit een aantal schalen die o.a. inzicht geven in de delictgeschiedenis, opleiding, woonsituatie, sociaal functioneren, alcohol en drugsgebruik en sociaal welbevinden van de verdachte. 42 De resultaten van de RISc geven inzicht in risico op recidive en de ontvankelijkheid van verdachte voor gedragsmatige interventies. Tot slot gelden de volgende twee uitgangspunten: er moet voldoende capaciteit voor de tenuitvoerlegging beschikbaar zijn en de verdachte is niet ontoerekeningsvatbaar in de zin van art. 39 Sr. De wettelijke normering van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel is geregeld in de Penitentiaire Beginselenwet en de Penitentiaire Maatregel. De minister kan een huis van bewaring aanwijzen als inrichting voor stelselmatige dader (art. 9 Pbw). De directeur van de inrichting voor stelselmatige daders is verantwoordelijk voor de uitvoering van het penitentiaire programma (art. 8 Pm). Hij moet zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen een maand na komst van de gedetineerde een verblijfplan vaststellen (art. 18a Pbw) en dient de voortgang van de tenuitvoerlegging tenminste eens per zes maanden te evalueren (art. 18c Pbw). De inhoud van het verblijfplan wordt nader uitgewerkt in art. 44g jo. 44 j Pm. Er zijn twee soorten verblijfsplannen, namelijk een kaal verblijfsplan en een verblijfsplan met een programma (art. 44g lid 2 Pm). Als aannemelijk is dat de 40 De definities uit de OM-richtlijn luiden als volgt: Zeer actieve veelplegers zijn personen van 18 jaar of ouder die over een periode van vijf jaar waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt meer dan tien PV s tegen zich opgemaakt zagen, waarvan tenminste één in het peiljaar (de afgelopen 12 maanden). Een stelselmatige dader is een zeer actieve veelpleger die verdacht wordt van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten die in de vijf jaren voorafgaand aan het gepleegde feit ten minste drie maal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende of vrijheidsbeperkende straf, een maatregel of een taakstraf die ook ten uitvoer is gelegd. Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers, Stcrt. 14 juli 2009, Recidive Inschattingsschalen. 42 HR 13 maart 2007, LJN AZ

18 gedetineerde in staat en bereid is om aan een verblijfsplan met een programma deel te nemen, wordt de keuze hiervoor gemaakt (art. 44j lid 1 Pm). De inhoud van het programma is gericht op het aanleren van een aantal vaardigheden op het gebied van zelfzorg, arbeid, scholing, besteding van vrije tijd, zelfstandig wonen, sociale omgang en beheer van financiën (art. 44j Pm). Na deze intramurale fase breekt de fase aan waarin de terugkeer van de stelselmatige dader in de samenleving centraal staat. In de extramurale fase rust op de gemeente de feitelijke verantwoordelijkheid de ex-gedetineerde middels een adequaat resocialisatieprogramma te begeleiden op het gebied van zelfstandig wonen, hanteren van een dagelijks leefritme en waar mogelijk naar werk toe te leiden. De begeleiding is erop gericht het terugvallen in oude gewoonten en het recidiveren in het plegen van nieuwe strafbare feiten, te voorkomen Maatregelkarakter ISD De disproportionaliteit van de ISD- maategel is een gegeven: voor een relatief licht vergrijp, zoals bv. een winkeldiefstal, kan een verdachte worden veroordeeld tot een vrijheidsbeneming van twee jaar. De wetgever heeft er bij de introductie van de nieuwe sanctie uiteindelijk voor gekozen deze niet als (bijkomende) straf vorm te geven, maar als maatregel. Het karakter van een maatregel brengt immers mee dat het proportionele en rechtstreekse verband tussen de ernst van het strafbare feit en de zwaarte van de strafrechtelijke sanctie niet noodzakelijk is. De stelselmatige dader is een hardnekkige recidivist die voor een dusdanig grote maatschappelijke overlast zorgt, dat een doelgerichte aanpak nodig is. 44 De ernst van het stelselmatig daderschap en de hiermee samenhangende gevoelens van onveiligheid binnen de samenleving rechtvaardigen de keuze van de wetgever voor een maatregel die bij de oplegging disproportioneel kan zijn. 45 Het opleggen van een straf bij een stelselmatige dader zou immers slechts tot een korte detentie leiden. De zwaarte van het strafbare feit speelt bij een straf een cruciale rol in het bepalen van de hoogte van de strafmaat. Een maatregel biedt evenwel de mogelijkheid de veroordeelde voor langere tijd te detineren en waar mogelijk gedragsbeïnvloedende interventies aan te bieden. In de Memorie van Toelichting wordt 43 Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p Kamerstukken I 2003/2004, , D, p. 6-7 en Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p

19 staat. 49 Daarnaast wordt er bij de ISD-maatregel sterk ingezet op de meerwaarde van een gesteld: De vicieuze cirkel van opsluiten, vrijlaten, veroordelen en weer opsluiten wordt door de het maatregelkarakter doorbroken. 46 Kenmerkend voor de ISD-maatregel is de nadruk die wordt gelegd op de persoonsgerichte en trajectmatige aanpak. Bij de persoonsgerichte aanpak wordt het totale criminele verleden van de verdachte in beeld gebracht. 47 Dit gedachtegoed vervangt de gangbare zaaksgerichte aanpak, waar de nadruk ligt op de ernst van het delict en alle afzonderlijke delicten berecht werden. 48 Het samenstellen van een persoonsgericht dossier creëert een helder beeld van de persoon van de dader en zal sneller reden geven tot het opleggen van een lange vrijheidsstraf. Het persoonsdossier bevat ook eerdere dwang en drangtrajecten van de verdachte, waardoor het opleggen van de ISD-maatregel als ultimum remedium kan worden gewaarborgd. De nadruk komt te liggen op de persoon van de dader en niet op het gepleegde strafbare feit dat bij de oplegging van straffen centraal goede ketensamenwerking. Een geïntegreerde aanpak van de stelselmatige dader wordt een belangrijke voorwaarde geacht voor het effectief inzetten van de maatregel. Dit vereist een onderlinge samenwerking en afstemming van alle organisaties binnen de strafrechtketen. Het regionaal Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB) 50 is een geschikt platform om een ketenoverleg, zowel op casuïstiek als op beleidsmatig niveau, inhoud te geven. Kenmerkend voor de ketenaanpak is dat deze al aanvangt op het moment dat de stelselmatige dader nog niet tot een ISD-maatregel is veroordeeld en dat de aanpak gedurende het gehele proces doorloopt. 51 Tot slot behoort een gedifferentieerde tenuitvoerlegging bij de ISD- maatregel tot de mogelijkheden. 52 De tenuitvoerlegging is geregeld in de Penitentiaire Maatregel en kan blijkens art. 44b-44q PM een resocialiserend karakter hebben. 53 Zo kan afhankelijk van de motivatie van de ISD-veroordeelde een keuze worden gemaakt uit de verschillende soorten behandelprogramma s. Een uitwerking hiervan kan zijn dat een ISD-veroordeelde tijdens zijn verblijf buiten de ISD-inrichting trainingen volgt. 46 Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p Directie Sancties, Reclassering & Slachtofferzorg, Beleidskader, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 3, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 10, p AJB: overleg waarin alle lokale partijen, zoals politie, OM, ZM, DJI, reclassering, zorginstellingen zijn vertegenwoordigd. 51 Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 10, p. 13 en Directie Sancties, Reclassering & Slachtofferzorg, Beleidskader, p Zie Besluit van de Minister van Justitie van 22 september 2004, Stb. 2004, 472, p. 7 en Besluit van 23 februari 1998, houdende vaststelling van de Penitentiaire maatregel. 19

20 3. Wettelijk kader rechterlijke bemoeienis tenuitvoerlegging ISDmaatregel 3.1 Inleiding Nu de juridische vereisten voor de oplegging en de tenuitvoerlegging van de ISDmaatregel in beeld zijn gebracht, doet de vraag zich voor of er wettelijke gronden zijn die de rechterlijke bemoeienis met de tenuitvoerlegging van de maatregel kunnen legitimeren. De bespreking van de wettelijke mogelijkheden wordt vooraf gegaan door een algemene notitie over de verhouding tussen rechtspreken en executeren. De wijze waarop de strafrechter tegen de verhouding tussen de zittende magistratuur en het openbaar ministerie aankijkt, bepaalt mede zijn oordeel over de reikwijdte van zijn bemoeienis met de executie van de ISD-maatregel. 3.2 Verhouding rechtspreken en executeren (ZM-OM) Met het rechterlijk vonnis tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar geeft de rechter een titel af om tot executie van deze beslissing over te gaan. Het vonnis van de strafrechter roept voor het openbaar ministerie een executieplicht in het leven. Art. 553 Sv bepaalt dat de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen geschiedt door het openbaar ministerie dan wel op voordracht van deze door Onze Minister. Het OM is primair verantwoordelijk voor en belast met de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. Bij rechterlijke beslissingen ten aanzien waarvan actief handelen is vereist, geschiedt de tenuitvoerlegging door het OM bij het gerecht waarvan de ten uitvoer te leggen beslissing afkomstig is. 54 De conclusie is duidelijk: rechtens heeft de rechterlijke macht geen bevoegdheid zich te mengen in de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. De strafrechter legt een sanctie op en de administratie voert deze uit Na aanvang van de executie heeft de strafrechter formeel gezien geen zeggenschap meer. Uit art. 553 Sv volgt weliswaar dat het OM formeel verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraken, maar feitelijk hoeft het OM maar weinig bemoeienis met de executie van de sanctie te hebben. In de praktijk geschiedt dit veelal door de onder de minister van justitie ressorterende organisaties, zoals het 54 Cleiren & Nijboer 2009, p

21 gevangeniswezen en de reclassering. 55 Ondanks het heldere wettelijke kader is het zinvol om nader in te gaan op de verhouding van het OM en ZM in haar algemeenheid en bij de ISD maatregel in het bijzonder. Daarbij is de vraag wat de positie van de tenuitvoerlegging naar de huidige stand van de wetgeving is en hoe in de praktijk bij de ISD-maatregel daar invulling aan wordt gegeven. De positie van het OM en de ZM en de verhouding tussen deze twee staan de laatste tijd met grote regelmaat in de belangstelling. De wetgever richt zich met het justitiële veiligheidsbeleid op het efficiënter maken van de rechtshandhaving o.a. door het vergroten van de bevoegdheden van het OM in de vervolgingsfase en versterking van de rol van het OM bij de executie. De wetgever kent het OM steeds meer zelfstandige afdoeningmodaliteiten toe zoals de OM afdoening. Naast de verantwoordelijkheid voor de opsporing, vervolging en tenuitvoerlegging krijgt het OM ook meer zelfstandige bevoegdheden ten aanzien van het soort op te leggen sanctie. 56 Verder is het idee dat er sprake dient te zijn van een keten van strafrechtspleging. De ketenbenadering kenmerkt zich door het uitgangspunt dat strafrechtshandhaving uit een aantal fasen bestaat, waarin diverse organisaties actief zijn. De strafrechtsketen kent vier fasen namelijk die van de opsporing, vervolging, berechting en de executie. Een goed vormgegeven executiefase verhoogt in belangrijke mate de efficiency en effectiviteit van de strafrechtspleging. Uit de praktijk blijkt dat het proces van de executie nog de nodige aandacht behoeft. 57 Het gedachtegoed van een strafrechtsketen is nog niet bij iedereen ingeburgerd die betrokken is bij de strafrechtspleging. De indruk bestaat dat rechters te weinig gebruikmaken van de bevoegdheden die de wet hun biedt om zich met de tenuitvoerlegging van sancties te bemoeien. Ze zien zichzelf liever niet als onderdeel van de strafrechtelijke keten. 58 De toegenomen sanctiedifferentiatie en de brede ketenbenadering zijn erop gericht het recidiverisico te verminderen. Dit heeft in 2002 geleid tot het programma Terugdringen Recidive waarbij de reclassering en het gevangeniswezen samenwerken om de effectiviteit van hun werkzaamheden te verhogen. In dit programma wordt ingezet op het screenen van veroordeelden op criminele factoren en op het toepassen van cognitieve gedragsinterventies. De grote nadruk die wordt gelegd op de effectiviteit van de strafrechtspleging, vraagt om een benadering waarbij de rechter actief wordt betrokken bij 55 Handleiding werkwijze ten aanzien van meerderjarige veelpleger (2009H003), juli 2009, p Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 1, p. 13, Huisman 2000, p Boone 2009, p

22 de tenuitvoerlegging van de sancties die hij oplegt. 59 Ook hier speelt de ketenbenadering een belangrijke rol: de ketenpartners werken samen om de problematiek van de veroordeelde dusdanig aan te pakken dat de kans op recidive afneemt. De voor de tenuitvoerlegging verantwoordelijke instanties en de rechterlijke macht moeten onderling zoveel mogelijk afstemming zoeken om ervoor te zorgen dat de executie van de sancties tot het beoogde resultaten zal leiden. 60 Voor de verhouding tussen ZM en OM betekent dit dat de rechter een actieve rol zou moeten spelen in de tenuitvoerlegging van de sancties. Dit vraagt van de rechter dat hij op de hoogte is van de wijze waarop een sanctie in de praktijk ten uitvoer wordt gelegd en van het effect dat de sanctie heeft op het gedrag van de veroordeelde en op het verminderen van de recidive. Als een rechter een straf oplegt, moet hij maatwerk leveren waarbij hij nadrukkelijk in ogenschouw moet nemen hoe de executie van de sanctie in het concrete geval kan uitwerken. 61 Een rechter dient dus over kennis van de effectiviteit van sancties te beschikken. De wijze waarop ZM en OM zich specifiek bij de ISD-maatregel zich tot elkaar verhouden, komt tot uitdrukking bij de oplegging en bij de tenuitvoerlegging van de maatregel. Bij de vordering van een ISD-maatregel zal de officier gebonden zijn aan de OMrichtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers waaronder de vordering van de maatregel ISD bij stelselmatige dader. 62 Het werken met richtlijnen is gericht op het bereiken van harmonisatie en coördinatie van het justitiële beleid. Het biedt het OM tegelijkertijd de mogelijkheid zich in dit beleid te mengen. De herziene ISD-richtlijn past in het gedachtegoed van de verruiming van de bevoegdheden van het OM om zelf doelgericht zaken af te kunnen doen. 63 Zo stelt het College van procureurs-generaal in de brief die de herziene ISDrichtlijn vergezelt, dat het OM op basis van de nieuwe beleidsregel voortaan zelf de afweging zal maken of de executie van de ISD-maatregel onmiddellijk kan ingaan nadat deze onherroepelijk is geworden of niet. De tenuitvoerlegging van de maatregel start niet langer van rechtswege. Aangezien het OM volgens de wet verantwoordelijk is voor de executie van een rechterlijk vonnis is het aan het OM om te bepalen of voorafgaand aan de ISD-maatregel eerst nog openstaande vrijheidsbenemende straffen of maatregelen moeten 59 In de VS worden dit problem-solving courts genoemd. 60 Boone 2008, p Boone 2009, p Zie Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 1, p. 7 en

23 worden uitgezeten. 64 Dit kan ertoe leiden dat de tijdsduur van de hechtenis van de ISDveroordeelde fors op kan lopen als openstaande straffen nog eerst moeten worden geëxecuteerd. De ISD-maatregel kent een vorderingsbeleid door het OM dat met nadere regelgeving uit de OM-richtlijn en OM-handleiding nader moet worden ingevuld. De officier weet zich hier immers aan gebonden. Hij kan zich op dit landelijke beleid beroepen, waarmee de rechter in zijn straftoemetingsvrijheid wordt beperkt. Het is voor de rechtbank moeilijk om van dit beleid af te wijken, omdat de vordering doorgaans vergezeld gaat met rapportages over én een arrondissementale voorselectie van de ISD-kandidaat. 65 In reactie hierop stelt de rechtbank s-hertogenbosch de officier al in de eerste raadkamer, dus bij de voorgeleiding, inzicht moet geven over de kwestie van het al dan niet executeren van nog openstaande straffen. De veranderende positionering van ZM en OM brengt tevens mee dat het belang van de rechterlijke tussentoets nog meer aan terrein wint. De rechtvaardiging van een lange vrijheidsbeneming, die moet liggen in de resocialisatie van de ISD-veroordeelde, dient zo veel mogelijk gewaarborgd te blijven. De ZM haakt hierbij aan op het beleidskader waarin de minister van justitie de bedoeling van de ISD-maatregel nader uitlegt. Daarin stelt hij dat de uitspraak van de rechter tevens de opdracht aan de DJI inhoudt om de tenuitvoerlegging volgens de intentie en de overwegingen van de rechter bij het vonnis te organiseren. En wanneer er voldoende aanknopingspunten voor gedragsverandering worden gevonden, wordt dit in het adviesrapport over de ISD-veroordeelde vermeld. Het advies bevat tevens aanknopingspunten voor het op te stellen reïntegratieplan. 66 De feitelijke verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel ligt bij de directeur van het gevangeniswezen. Kenmerkend voor het ISD-beleid is de grote inzet op ketensamenwerking tussen de politie, het OM, de rechtbank, het gevangeniswezen en de reclassering. Deze ketenpartners moeten overleggen en gezamenlijk tot concrete afspraken komen over een integrale aanpak van de ISD-populatie. Het AJB is bij uitstek het platform waar lokaal de versterking van de samenwerking tussen de organisaties kan worden vormgegeven. 67 De minister van justitie staat een trajectmatige benadering voor waarin onderkenning en screening van veelplegers in een zo vroeg mogelijk stadium plaats 64 Brief College van procureurs-generaal, Den Haag 9 juni Struijck 2005, p Directie Sancties, Reclassering & Slachtofferzorg, Beleidskader 2009, p Kamerstukken II , , nr. 1, p. 7 &

24 heeft en alle schakels in de justitiële keten zo veel mogelijk naadloos op elkaar aansluiten. 68 Vrijwel iedereen is het erover eens dat de harde aanpak van stelselmatige daders met een kale detentie alleen een time-out van twee jaar oplevert. De ISD-maatregel is bij uitstek een sanctie die is gebaat bij het in de praktijk brengen van de ketengedachte. Alle krachten moeten worden gebundeld en de hulpinstanties moeten intensief samenwerken en zorg dragen voor geïntegreerde aanpak van de complexe problematiek van de ISDveroordeelde. 69 Het actief invulling geven aan de ketengedachte bij de ISD-maatregel positioneert zowel de ZM als het OM als de partners die deel uitmaken van de strafrechtelijke keten. Ketensamenwerking en resocialisatie staan echter op gespannen voet met de andere kant van het landelijk beleid dat is gericht op beveiliging en langdurige vrijheidsbeneming. Het is wel exclusief aan de rechter voorbehouden om de zwaarte van een sanctie te bepalen. In dit oordeel zou de rechter ook de wijze waarop de sanctie ten uitvoer wordt gelegd, kunnen betrekken. De rechter dient zich dan actief op de hoogte te stellen van de wijze waarop de tenuitvoerlegging van de sanctie wordt vormgegeven. Ik deel hierin de mening van Boone, die stelt dat in de fase van de tenuitvoerlegging van de sanctie aan de bedoelingen van het rechterlijke vonnis vorm wordt gegeven. 70 Dit uitgangspunt leidt tot de idee dat een geringe afstemming tussen de rechter en de voor de tenuitvoerlegging verantwoordelijk instanties ervoor kan zorgen dat de beoogde doelstelling van de sanctie in de executie ook daadwerkelijk wordt verwezenlijkt. Zo zou de strafrechter kennis en informatie moeten hebben over de wijze waarop de ISD-maatregel specifiek in het arrondissement van de desbetreffende rechtbank ten uitvoer wordt gelegd. Deze kennis stelt hem in staat maatwerk te leveren bij de individuele ISDveroordeelde, waarmee de effectiviteit van de ISD-maatregel wordt vergroot. Redenerend vanuit een breed perspectief kan de ISD-wetgeving zo worden geïnterpreteerd dat de rechter een taak krijgt zicht te houden op de differentiatie in de wijzen waarop de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel in de praktijk wordt vormgegeven. Een differentiatie in de tenuitvoerlegging doet de roep om rechtsbescherming van de justitiabele toenemen en legitimeert daarmee een actieve rechterlijke bemoeienis met de tenuitvoerlegging. 68 Kamerstukken II 2002/2003, , nr. 10, p Heijden 2006, p Boone, 2008, p

25 Een sturende en beleidsvormende rechter die deze verantwoordelijkheid op zich neemt, moet helder voor het voetlicht brengen wat hem met de sanctieoplegging en executie voor ogen staat. Dit kan hij doen in een uitvoerige motivering van de sanctie of in de beschikking bij de tussentoets Tussentijdse beoordeling ISD-maatregel Bij het vonnis waarin tot plaatsing in een ISD-inrichting voor de duur van twee jaar is besloten, kan de rechter ambtshalve beslissen tot een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel. De vordering tot een tussentijdse beoordeling kan ook op verzoek van de verdachte of diens raadsman dan wel op verzoek van het OM geschieden. 72 De rechtbank bepaalt dat het OM binnen een bepaalde termijn na de aanvang van de tenuitvoerlegging van de maatregel aan de rechtbank bericht over de noodzaak van de voortzetting van deze tenuitvoerlegging. Ter terechtzitting beslist de rechtbank naar aanleiding van een dergelijke tussentijdse beoordeling over de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel. Deze beschikking kan tevens de bepaling van de rechtbank bevatten dat de zaak wederom aan de rechtbank zal worden voorgelegd teneinde de verdere voortgang van de ISD-maatregel te toetsen. Zo kan de rechtbank, gezien het stadium waarin het ISD-traject zich bevindt, termen aanwezig achten om in bijvoorbeeld de achttiende maand opnieuw over te gaan tot een tussentijdse beoordeling. 73 De tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel heeft dus tot doel de noodzaak van voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel te bepalen. De rechter gaat na of het recidivegevaar bij de ISD-veroordeelde is geweken en of de uitvoering van de ISDmaatregel volgens plan verloopt. In dit oordeel betrekt de rechter het bericht van het OM betreffende de voorzetting van de executie van de maatregel. Ook wordt de verklaring van de directeur van de penitentiaire inrichting over de stand van de uitvoering van het verblijfsplan van de veroordeelde overgelegd. Deze informatie geeft de rechter zicht op de concrete invulling en voortgang van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel. 74 Op basis hiervan beslist hij over het al dan niet voort laten duren van de maatregel. De rechter kan vaststellen dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging noodzakelijk is of 71 Vegter 2000, p Zie art. 38s lid 1 Sr. 73 Beschikkingen tussentijdse beoordeling Rechtbank s-hertogenbosch. 74 Cleiren & Nijboer 2008, p

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

Feiten & Achtergronden. Aanpak veelplegers. December 2006/F&A 6806

Feiten & Achtergronden. Aanpak veelplegers. December 2006/F&A 6806 Aanpak veelplegers December 2006/F&A 6806 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E voorlichting@minjus.nl http://www.justitie.nl

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35061 17 december 2013 Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers (in het bijzonder de vordering van

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De ISD maatregel. Een onderzoek naar de toepassing van de Inrichting voor stelselmatige daders

De ISD maatregel. Een onderzoek naar de toepassing van de Inrichting voor stelselmatige daders De ISD maatregel Een onderzoek naar de toepassing van de Inrichting voor stelselmatige daders Naam: Rick Blijs Studentnummer: 9960135 Opleiding: HBO rechten Onderwijsinstelling: Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Sanctietoepassing voor volwassenen Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Oktober 2008 / F&A 8880 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus

Nadere informatie

De ISD-maatregel: Natalie Gerardina Nuryati Julita Josepha Elmas (ANR: )

De ISD-maatregel: Natalie Gerardina Nuryati Julita Josepha Elmas (ANR: ) De ISD-maatregel: Het nieuwste wapen in de strijd tegen de veelplegersproblematiek. Een onderzoek naar de effectiviteit. door Natalie Gerardina Nuryati Julita Josepha Elmas (ANR: 376973) Scriptie in de

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 28 Wet van 21 december 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag. Datum: 26 juni Inhoud van de brief

De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag. Datum: 26 juni Inhoud van de brief Advies Besluit houdende regels over de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen (Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen) en Besluit tot wijziging van diverse besluiten in verband

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Afbakening 4 2 Doel- en vraagstelling 5 2.1 Doel van het onderzoek 5 2.2 Onderzoeksvraag 5 3 Onderzoeksaanpak 6 3.1

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking

Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking 33.816 Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking Naam : Joni Schenk Opleiding : HBO Rechten Scriptiebegeleider : Mevr. Bharos-Jadoenathmisier Studiejaar : 2014-2015 1 Samenvatting Op

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

CONCEPT. Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van [ ], directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. [ ]

CONCEPT. Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van [ ], directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. [ ] Bijlage bij de brief van 7 april 2014 (kenmerk: 502557) CONCEPT Besluit van [ ] houdende wijziging van de Penitentiaire maatregel en het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband

Nadere informatie

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing 3.2 De bevoegdheid van de officier van justitie tot het geven van een gedragsaanwijzing 3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing Zoals in het voorgaande aan de orde kwam, kunnen bepaalde tot ernstige

Nadere informatie

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive Toetsingskader Exodus, 15 januari 2008 De normering is gebaseerd op de kwaliteitscriteria resocialisatietrajecten ex-gedetineerden zoals geformuleerd door de Directie Sanctie- en Preventiebeleid van het

Nadere informatie

De isd-maatregel voor vreemdelingen zonder verblijfstitel

De isd-maatregel voor vreemdelingen zonder verblijfstitel De isd-maatregel voor vreemdelingen zonder verblijfstitel Advies d.d. 17 augustus 2010 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1. Aanleiding en context 7 1.1 Aanleiding; reikwijdte van dit advies 7 1.2 Context

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 394 Besluit van 16 augustus 2006, tot wijziging van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband met de openstelling

Nadere informatie

Heeft totstandkoming van de ISD-maatregel geleid tot een effectieve aanpak van stelselmatige daders?

Heeft totstandkoming van de ISD-maatregel geleid tot een effectieve aanpak van stelselmatige daders? Masterscriptie Strafrecht 2011/2012 Onderwerp: ISD-maatregel Probleemstelling: Heeft totstandkoming van de ISD-maatregel geleid tot een effectieve aanpak van stelselmatige daders? Door: I. Schallenberg

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG TBS.^- Nederland Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Kenmerk: DIRUIT18/237/HB/svdk Groningen, 14 juni 2018 Betreft:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht

Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht Artikel 38m 1. De rechter kan op vordering van het openbaar ministerie de maatregel opleggen tot plaatsing van een verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders, indien:

Nadere informatie

Waarom Koers & kansen?

Waarom Koers & kansen? Waarom Koers & kansen? Dalende criminaliteit, minder mensen die straf krijgen Minder lange gevangenisstraffen opgelegd door rechter Criminelen hebben vaak ook andere problemen, bijvoorbeeld psychologische

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN SAMENVATTING EVENTUELE VERLENGING

DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN SAMENVATTING EVENTUELE VERLENGING DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN EVENTUELE VERLENGING AUTEURS: FRANK VAN ZUTPHEN, MARJOLEIN GODERIE & JAN JANSSEN SAMENVATTING Aanleiding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 110 Justitieel Verslavingsbeleid Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

INHOUD. Afkortingen / XIII

INHOUD. Afkortingen / XIII INHOUD Afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 1.1 De zin van het jeugdstrafrecht / 1 1.1.1 Strafrechtelijke minderjarigheid / 1 1.1.2 Beperkte en geleidelijk toenemende strafrechtelijke verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Resocialisatie als wettelijk doel bij de ISD-maatregel: een meerwaarde of niet?

Resocialisatie als wettelijk doel bij de ISD-maatregel: een meerwaarde of niet? Resocialisatie als wettelijk doel bij de ISD-maatregel: een meerwaarde of niet? Een onderzoek naar het belang van resocialisatie bij de ISD-maatregel Jeantine Bethe ANR: S73989 Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Gemeentelijke handhaving en strafrecht

Gemeentelijke handhaving en strafrecht Gemeentelijke handhaving en strafrecht Prof. mr.dr. A.R. Hartmann Erasmus Universiteit Rotterdam d.d. 14 april 2011 Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam Overzicht: 1 Inleiding 2 Strafrechtelijke afdoening

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation 1.7 Mediation in strafrecht, ervaringen in de pilots: aan tafel! Jent Bijlsma Trickster Toaufik Elfalah Politie Utrecht Klaartje Freeke Freeke & Monster Judith Uitermark Rechtbank Noord-Holland Gespreksleider:

Nadere informatie

Datum 2 september 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het gijzelen van mensen bij het niet betalen van (verkeers)boetes

Datum 2 september 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het gijzelen van mensen bij het niet betalen van (verkeers)boetes 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk door een scholier 1573 woorden 23 januari 2002 5,8 206 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inleiding Het gevangeniswezen. Hoe gaat het er in de gevangenissen

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g 2 0 0 7. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

J a a r v e r s l a g 2 0 0 7. Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie J a a r v e r s l a g 2 0 0 7 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie De Praktijk#1 C r e a t i e v e r w e r k e n o m m e n s e n w e e r o p d e r a i l s t e k r i j g e n Gedragsinterventies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Liefde voor gelijkheid Een onderzoek naar mogelijke rechtsongelijkheid bij de vordering van de ISD-maatregel

Liefde voor gelijkheid Een onderzoek naar mogelijke rechtsongelijkheid bij de vordering van de ISD-maatregel Liefde voor gelijkheid Een onderzoek naar mogelijke rechtsongelijkheid bij de vordering van de ISD-maatregel Liefde voor gelijkheid, even ver verwijderd van de revolutionaire égalité, die de vrijheid volkomen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 192 Drugssmokkel Schiphol Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 november

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 43 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen Nederland, Aruba,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Wie zijn onze patiënten?

Wie zijn onze patiënten? In deze folder vertellen wij u graag wat meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. De Kijvelanden behandelt mensen met een psychiatrische stoornis. De rechter heeft hen tbs met bevel tot

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Justitiële Verslavingszorg. De reclassering

Justitiële Verslavingszorg. De reclassering Justitiële Verslavingszorg De reclassering JVz is een onderdeel van Inforsa, een instelling gespecialiseerd in intensieve en forensische zorg. JVz biedt reclasseringsprogramma s voor mensen die - mede

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting In dit rapport worden voor het eerst cijfers over de strafrechtelijke recidive na uitstroom uit de hele forensische zorg (FZ) gepresenteerd. Eerder beperkte het recidiveonderzoek voor de FZ

Nadere informatie

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op 30-8-2005, Sociëteit De Witte, te Den Haag Dames en heren, De Minister zei het al: de recidivecijfers zijn zorgwekkend. Van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van Samenvatting De problematiek van de veelplegers staat momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze categorie delinquenten beter aan te kunnen pakken.

Nadere informatie

Reclassering Nederland. in 500 woorden. Reclassering Nederland. Naar een veiliger samenleving. roeghulp. dvies. oezicht edrags raining.

Reclassering Nederland. in 500 woorden. Reclassering Nederland. Naar een veiliger samenleving. roeghulp. dvies. oezicht edrags raining. in 500 woorden Naar een veiliger samenleving roeghulp dvies oezicht edrags raining e r k traf Dit is is een onafhankelijke organisatie die werkt aan een veiliger samenleving. Samen met justitie, politie,

Nadere informatie

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie-

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt.

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. Ministerie van Justitie t.a.v. Mr. drs J.T.J.Struyker Boudier Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 16 augustus 2007 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5475995/07/6 onderwerp conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld Hieronder staan drie tekstfragmenten en één figuur uit het rapport Sociale veiligheid ontsleuteld, veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid; Lonneke

Nadere informatie

Datum 25 april 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van kwetsbare verdachten in het strafproces

Datum 25 april 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van kwetsbare verdachten in het strafproces 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamerd der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Gezondheidszorgvisie DJI DJI

Gezondheidszorgvisie DJI DJI Gezondheidszorgvisie DJI DJI 2 / G E Z O N D H E I D S Z O R G V I S I E D J I Inleiding In het rapport Van Dinter (1995) [1] en het rapport Zorg achter tralies (augustus 1999) [2], zijn indertijd diverse

Nadere informatie

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is jeugdreclassering 3 1.3 Afbakening 4 2 Onderzoeksopzet 6 2.1 Centrale vraagstelling 6 2.2 Onderzoeksvragen 6 2.3 Onderzoeksaanpak

Nadere informatie

De enkelvoudige kamer: de politierechter

De enkelvoudige kamer: de politierechter 3 De enkelvoudige kamer: de politierechter 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de procedure bij de politierechter. Deze is niet totaal verschillend van die bij de meervoudige strafkamer. Integendeel.

Nadere informatie

Evaluatie Wvs & Wvm. - Samenvatting eindrapport - Auteurs Willemijn Smit Marije Kuin Sonja Meijer (VU) Ger Homburg

Evaluatie Wvs & Wvm. - Samenvatting eindrapport - Auteurs Willemijn Smit Marije Kuin Sonja Meijer (VU) Ger Homburg Evaluatie Wvs & Wvm Evaluatie Wvs & Wvm - Samenvatting eindrapport - Auteurs Willemijn Smit Marije Kuin Sonja Meijer (VU) Ger Homburg Amsterdam, 7 juni 2018 Publicatienr. 17083 2018 Regioplan, in opdracht

Nadere informatie

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht 4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Boete en detentie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10579 14 juli 2009 Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers (w.o. vordering van de maatregel ISD bij

Nadere informatie

Reclassering Nederland. in 500 woorden. Reclassering Nederland. Naar een veiliger samenleving. roeghulp. dvies. oezicht edrags raining.

Reclassering Nederland. in 500 woorden. Reclassering Nederland. Naar een veiliger samenleving. roeghulp. dvies. oezicht edrags raining. in 500 woorden Naar een veiliger samenleving roeghulp dvies oezicht edrags raining e r k traf Dit is is een onafhankelijke organisatie die werkt aan een veiliger samenleving. Samen met justitie, politie,

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie