INSTITUUT STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIES. Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INSTITUUT STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIES. Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011"

Transcriptie

1 INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIES STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011

2 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie Algemene informatie HU Onderwijsprofiel HU Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Kwaliteitszorg Ordehandhaving (ongewenst gedrag) Organogram HU Locaties HU Algemene informatie Faculteit Gezondheidszorg Algemeen Organogram faculteit Contactgegevens Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Openingstijden gebouwen Vakanties en vrije dagen Faciliteiten Algemene informatie opleiding Fysiotherapie Algemeen Contactgegevens In- en uitschrijven voor de opleiding Examencommissie Onderwijsbalie Studievereniging Overige informatie Studentvoorzieningen Studiebegeleiding Studentendecaan Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen Mediation Financiële steun Studeren met een functiebeperking Verbetering taal- en schrijfvaardigheden Mediatheek ICT-faciliteiten Algemeen Studentenmail Sharepoint OSIRIS Student Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy International Office Study abroad Stage in het buitenland Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen /116

3 Bestuursbeurs Topsport Trajectum Sport Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen Werken naast je studie Huisvesting Opleiding en beroep Beroepsprofiel Beroep Vaardigheden afgestudeerde Werkveld en functies Opleidingsprofiel Doelstelling opleiding Uitwerking van beroepsprofiel Het hbo-niveau van de opleiding Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Didactische uitgangspunten Didactische werkvormen Horizontale doorstroommogelijkheden Vervolgopleidingsmogelijkheden Inrichting en organisatie opleiding Algemeen Opleidingsvarianten Opleidingsstructuur algemeen Verkorte opleidingsroutes Overzicht curriculum (per studiejaar) Lesdagen en tijden Uitval van lessen Studieloopbaanbegeleiding Registratie studievoortgang Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Studiekosten en eigen bijdragen Inrichting propedeuse Algemeen Instroom en toelating propedeuse Studieprogramma propedeuse Studieadvies Inrichting hoofdfase Algemeen Toegang hoofdfase en studierichtingen Studieprogramma hoofdfase Stages en stagewaardigheid Profileringsruimte Afstuderen Excellentie Masterclasses Cursusdeelname Algemeen Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht Beginvereisten Toetsen en examens Algemeen Vrijstellingen Organisatie toetsen /116

4 6.3.1 Toetsvorm en -duur Inschrijving en deelname (her)toetsen Voorzieningen bij een functiebeperking / toetsfaciliteiten Legitimatieplicht bij schriftelijke toetsen Gang van zaken tijdens toetsen Beoordeling en inzage toetswerk Onregelmatigheden / fraude Bewaring en teruggave toets- en examenwerk Geldigheidsduur studieresultaten Getuigschriften en titulatuur Algemeen Graden en titulatuur Aantekening cum laude of met genoegen Procedure afgifte getuigschrift Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Klachten Ongewenst gedrag Beroep Hoger beroep Herzieningsverzoeken bij klachten Roosters Jaarrooster Blokrooster Toetsrooster Cursusbeschrijvingen Bijlagen Onderwijs- en examenregeling Overige regelingen Huisregels Reglement profileringsruimte Het stagereglement Deze studiegids is op 21 juni 2011 vastgesteld door de directeur van het Instituut voor Bewegingsstudies na advies van de (G)OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 29 juni /116

5 1 Algemene informatie 1.1 Algemene informatie HU Hogeschool Utrecht (HU) is met ruim studenten en ruim medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige hbo-instellingen in Nederland. De zes faculteiten, gevestigd in Utrecht en Amersfoort, bieden meer dan 80 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht. De HU heeft onderwijslocaties in de Utrechtse binnenstad en op De Uithof en is gevestigd in Amersfoort. Na het behalen van je bachelordiploma kun je bij de HU ook in diverse richtingen een mastergraad behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en is daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Is je interesse breder dan je eigen opleiding, dan kun je deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HUopleidingen of van andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Denk aan het volgen van een minor of stage lopen Onderwijsprofiel HU Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving De HU wil bijdragen aan een duurzame kennissamenleving waarbij de mens het uitgangspunt is. Waar onze studenten en medewerkers zich kunnen ontplooien, zich thuis voelen en waar we in samenwerking met onze relaties durven te experimenteren en innoveren. We bieden onze studenten kansen om zich optimaal te ontplooien in hun studie, zodat iedereen zijn capaciteiten zo goed mogelijk in de praktijk kan brengen. We leiden hoogwaardige professionals op en werken daarnaast, door ondernemerschap en kennisontwikkeling, aan de innovatie van de beroepspraktijk. Vandaar onze sterke externe oriëntatie op sociale, economische en maatschappelijke vraagstukken. Niet alleen in Nederland maar ook internationaal. We zijn een transparante organisatie door open communicatie met elkaar en onze omgeving. Uitgangspunt in de samenwerking is dat we onze kennis delen en doen wat we beloven, zowel in- en extern. Dat betekent dat we elkaars verschillende competenties en expertises consistent erkennen, gebruiken, delen en versterken. Zodat we er met elkaar uithalen wat er in zit. Het onderwijsprofiel van HU Uitgangspunt van het onderwijsprofiel van de HU is: de HU richt haar opleidingen competentie- en vraaggericht in en laat studenten studeren in sterke leeromgevingen. Competentiegericht onderwijs Onderwijs is competentiegericht als de student die kennis, vaardigheden en houdingen aanleert waarmee een bepaald beroep kan worden uitgeoefend. De opleidingen formuleren, onderschrijven en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we de student maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren de student om in toenemende mate regisseur te zijn van zijn eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Onze studenten moeten in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. Tevens dagen we studenten uit te werken aan hun onderzoeksvaardigheid en hun competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele context. Vraaggestuurd onderwijs Het onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Wij matchen de kennis en leervragen van studenten met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding. We vinden dat de student zelf verantwoordelijk is voor zijn studieloopbaan en dat de HU hem daarbij moet ondersteunen. 5/116

6 Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggerichte opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die studenten inspireert, uitdaagt en waarin studenten zich steeds op de grens van hun kunnen begeven. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Een leeromgeving die indien van toepassing internationaal is georiënteerd. Iedere opleiding kent een, samen met het beroepenveld vastgestelde, kennisbasis. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis en vaardigheden vanuit realistische beroepstaken centraal. Het onderwijs bestaat uit een mix aan werkvormen, zowel individueel als in samenwerking met medestudenten, waarbij in toenemende mate wordt gewerkt in authentieke beroepssituaties Bachelor- en Masterstelsel Bachelor-masterstructuur Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen is opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Een vierjarige hbo-opleiding noem je een bacheloropleiding 1. Na afronding van de opleiding krijg je een bachelorgraad. Op de universiteit kun je in drie jaar een bachelordiploma behalen. Hierna kun je doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Studeer je aan een hogeschool, dan kun je recht hebben op studiefinanciering. Bij de deeltijdvariant bestaat er geen recht op studiefinanciering. Zie voor meer informatie over studiefinanciering de website van DUO ( Bacheloropleidingen Je bachelordiploma is een internationaal (h)erkenbaar diploma. Dit is handig als je in het buitenland aan de slag wilt. Ook kun je in de meeste gevallen gedurende je opleiding tijdelijk in het buitenland studeren. De bacheloropleidingen aan de HU bieden tevens veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. Je kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Zie verder par (profileringsruimte). De profileringsruimte maakt het ook mogelijk om studie-onderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten, in binnen- en buitenland. Hiermee verruim je je blik. Masteropleidingen Na afronding van je bacheloropleiding kun je nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. De HU heeft een groeiend aantal masteropleidingen, ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op Wil je een master volgen aan een universiteit dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om jouw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen, zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld. Deze zogenaamde pre-masters volg je voorafgaand aan de master en geven je direct toegang. Kijk voor meer informatie op of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU Hogeschool- en faculteitsregelingen De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt de HU als instelling voor Hoger Beroepsonderwijs een aantal verplichtingen op. De HU heeft deze in diverse regelingen verwerkt. Er zijn regelingen die voor alle studenten binnen de HU gelden, de zogenaamde HU-brede regelingen, die je kunt terug vinden op de site Daarnaast zijn er ook regelingen die alleen gelden voor studenten aan een bepaalde faculteit of een specifieke opleiding. Deze regelingen vind je terug op de sharepointsite van de faculteit en/of opleiding. 1 De duur van vier jaar geldt voor de voltijdvariant. Bij deeltijd en duaal kan er sprake zijn van een afwijkende duur. 6/116

7 HU-brede regelingen Voor jou als student zijn de HU-brede regelingen uit de categorieën Student en onderwijs en Medezeggenschap het meest van belang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: - Het Studentenstatuut HU Hierin worden de rechten en plichten van studenten in algemene zin vastgelegd. - De Onderwijs- en Examenregeling HU Hierin worden de rechten en plichten van studenten ten aanzien van het onderwijs, toetsen, examens en verwante zaken vastgelegd. - De Inschrijvingsregeling Hierin worden de procedurele (niet: inhoudelijke) aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par Het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU Hierin wordt beschreven welke acties een student kan ondernemen als hij het ergens niet mee eens is. - Het Profileringsfonds - Hierin worden de verschillende vormen van financiële ondersteuning die de HU studenten kan bieden geregeld. - Reglement voor de Opleidingscommissies - Hierin wordt alles omtrent de Opleidingscommissie (adviesorganen op afdelingsniveau) geregeld. Zie ook par Zie voor de meest recente versies van de reglementen: De belangrijkste studentenregelingen, waaronder de Onderwijs en Examenregeling en ook deze studiegids, worden jaarlijks herzien en opnieuw vastgesteld. De nieuwe versies vervangen de vorige versies die dan niet meer gelden. Als het nodig is om oude regels te handhaven, wordt een overgangsregeling opgenomen, waarin vermeld is voor wie en tot welke datum die oude regels nog gelden. De OER-HU bacheloropleidingen en studiegids van een bepaald studiejaar gelden voor alle studenten die in dat studiejaar zijn ingeschreven. Facultaire en opleidingsregelingen De facultaire regelingen zijn opgenomen in Hoofdstuk 10 van de OER-HU bacheloropleidingen en de opleidingsregelingen zijn opgenomen in de studiegids, als nadere uitwerking van de OER-HU bacheloropleidingen Deze regelingen bevatten de rechten en plichten van studenten van de betreffende faculteit/opleiding ten aanzien van het onderwijs, toetsen, examens en verwante zaken. Je kunt ze vinden op of via de sharepointsite van de opleiding ( De regelingen van andere faculteiten zijn opgenomen in het betreffende facultaire hoofdstuk 10 van de OER-HU bacheloropleidingen Zie voor OER-HU bacheloropleidingen met alle facultaire hoofdstukken Kwaliteitszorg De HU besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft onder meer betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie en de relatie opleiding-arbeidsmarkt. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe kan worden gewerkt aan eventuele verbetering, hoe studenten zijn betrokken bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en hebben in het verleden belangrijke verbeteringen in gang gezet. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk het beste worden beoordeeld door jou en je mede-studenten. Je zult daarom regelmatig worden benaderd om mee te werken aan een (anonieme) enquête om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. 7/116

8 1.1.5 Ordehandhaving (ongewenst gedrag) Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie regelt de ordehandhaving binnen de HU. Deze regeling houdt (kort samengevat) het volgende in: Voorschriften en aanwijzingen Om de goede gang van zaken te handhaven, gelden -naast de wet- binnen de HU nadere voorschriften en aanwijzingen, vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Zij kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot, de volgende onderwerpen: ongewenst gedrag; fraude en/of onregelmatigheden bij toetsen (Zie par ); het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of -op aanwezige voorzieningen; afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; bijzondere omstandigheden. Binnen de HU geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, indien dit uit het oogpunt van praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is. Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor studenten in ieder geval de volgende plichten: De plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen. De plicht om zich op de hoogte te stellen van (veiligheids)voorschriften die betrekking hebben op het werk en de studie. De plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen. De plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie. Maatregelen Bij overtreding van de voorschriften/aanwijzingen of bij het niet nakomen van de plichten zoals bijvoorbeeld hierboven genoemd, kunnen door de faculteitsdirectie de volgende maatregelen worden getroffen: Het geven van een waarschuwing of berisping. Het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de HU voor de tijd van hoogstens een jaar. Het beëindigen van de inschrijving. Ook is het mogelijk de inschrijving van een student te weigeren of te beëindigen indien de student door zijn gedrag of uitlatingen heeft laten zien dat hij ongeschikt is voor het beroep waarvoor de opleiding hem opleidt of ongeschikt voor de praktische voorbereiding daarop. Als een student zich schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden kan ook de examencommissie bepaalde maatregelen treffen. Zo kan de examencommissie besluiten dat een student gedurende een bepaalde periode één of meer toetsen niet mag af leggen, of kan de examencommissie de student het getuigschrift onthouden. Ook kan de examencommissie de faculteitsdirecteur adviseren om de inschrijving van de student definitief te beëindigen. Deze sanctiemogelijkheden van de examencommissie zijn nader uitgewerkt in paragraaf van deze studiegids en artikel 38 OER-HU bacheloropleidingen /116

9 1.1.6 Organogram HU Een organogram van de HU is te vinden op Organisatorisch is de HU ingedeeld in faculteiten. Zie ook par Bij de HU is het onderwijsaanbod georganiseerd in instituten, academies en centra. De bacheloropleidingen worden aangeboden door de instituten. Instituten bestaan uit een aantal verwante opleidingen. Kenniscentra bestaan uit lectoraten en onderzoekers die zich bezig houden met het ontwikkelen van innovatieve oplossingen voor (huidige en toekomstige) problemen in de beroepspraktijk. Vervolgens dragen de kenniscentra bij aan onderwijsvernieuwing, door aanwezige expertise in te passen in het onderwijs en studenten te betrekken bij praktijkgericht onderzoek. De masteropleidingen worden bij sommige faculteiten binnen academies ondergebracht en bij andere faculteiten binnen centra. De faculteit Gezondheidszorg heeft haar masteropleidingen ondergebracht in centra. Een overzicht vind je op Locaties HU Locaties HU in Utrecht en Amersfoort Adresgegevens en routebeschrijvingen naar alle locaties in Utrecht en Amersfoort vind je op Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op Algemene informatie Faculteit Gezondheidszorg Algemeen De Faculteit Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht is een vraaggerichte kennisorganisatie op het gebied van de verpleegkundige en paramedische beroepsuitoefening. We leiden competente professionals op die op hoog niveau hun beroep uitoefenen en vernieuwen, én wij genereren kennis die wordt benut bij de zorginnovatie. Zo leveren we duurzame bijdragen aan de ontwikkeling van de professionele beroepspraktijk. In de regio, in Nederland en in Europa, staat de Faculteit Gezondheidszorg bekend als een instelling die in intensieve samenwerking competente professionals opleidt en hoogwaardige kennisproducten realiseert. In deze missie profileren wij ons als een onderwijsinstelling die tevens kennis genereert ten behoeve van het onderwijs en de beroepspraktijk. Voor het onderwijs betekent dit dat studenten bij ons de kans hebben om al hun talenten tot ontplooiing te laten komen. Zij worden in een competentiegericht curriculum opgeleid tot vakbekwame beroepsbeoefenaren. De competenties worden in nauwe samenspraak met het beroepenveld geformuleerd. Studenten geven zelf steeds meer sturing aan hun leerproces en worden hierin begeleid. Studenten worden in de loop van hun studie steeds meer geconfronteerd met authentieke beroepssituaties en er bestaat een geïntegreerde digitale leeromgeving. Ook de toetsing sluit aan bij het competentiegestuurde onderwijs; een stevige kennisbasis vormt hierbij het fundament. Kenniscentrum De Faculteit Gezondheidszorg heeft een Kenniscentrum 'Innovatie van Zorgverlening', dat ook studenten interessante mogelijkheden biedt. Dit kenniscentrum houdt zich bezig met innovaties in de gezondheidszorg die leiden tot een grotere zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de patiënt. Om dit te bereiken voert het kenniscentrum praktijkgericht onderzoek uit: onderzoek dat aansluit bij vragen uit de praktijk en daar direct relevant voor is. De onderzoeksuitkomsten worden niet alleen gebruikt in de praktijk maar ook in het onderwijs. Studenten spelen hierin een belangrijke rol en kunnen participeren in het onderzoek van het kenniscentrum. Dit kun je doen in het kader van je profileringsruimte (zie verder par : opleidingsstructuur algemeen) of combineer je met het afstuderen. Je kunt je opgeven via Het kenniscentrum (zie ook het organogram hieronder) verbindt drie lectoraten: het lectoraat 'Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen' (ook wel lectoraat 9/116

10 Ouderenzorg en Familiezorg genoemd), het lectoraat 'Leefstijl en Gezondheid' en het lectoraat 'Vraaggestuurde Zorg'. De drie instituten van de Faculteit Gezondheidszorg zijn nauw verbonden aan de drie lectoraten van het kenniscentrum. In het curriculum en het onderwijsaanbod van de opleidingen in deze instituten is duidelijk te merken dat deze samenwerking de onderwijskwaliteit verhoogt. Het kenniscentrum 'Innovatie van Zorgverlening' organiseert jaarlijks 28 masterclasses voor studenten rondom actuele thema s in de gezondheidszorg. Kijk voor meer informatie over het kenniscentrum op: Inleidende tekst over karakter faculteit Organogram faculteit Faculteit Gezondheidszorg Afdeling Onderwijs & Onderzoek Decanaat Facilitaire Dienst Dienst Personeel & Organisatie Dienst Financiën & Administratie Dienst Marketing & Communicatie Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening : Lectoraat Leefstijl en Gezondheid Lectoraat 'Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen Lectoraat Vraaggestuurde Zorg Instituut voor Bewegingsstudies Bachelor Fysiotherapie Bachelor Oefentherapie Cesar Master Fysiotherapie Post-HBO-opleidingen Contractonderwijs Instituut voor Paramedische Studies Bachelor Farmakunde Bachelor Huidtherapie Bachelor Logopedie Bachelor Mondzorgkunde Bachelor Optometrie Bachelor Orthoptie Post-HBO-opleidingen Instituut voor Verpleegkundige Studies Bachelor Verpleegkunde Bachelor Management in de Zorg Bachelor Medische Hulpverlening Master Physician Assistant Master Advanced Nursing Practice Master Zorgtrajectontwerp Post-HBO-opleidingen Contactgegevens Hogeschool Utrecht Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan CJ Utrecht Telefoon (088) Bij een calamiteit moet je het alarmnummer van het pand bellen: (088) Contactgegevens van faculteit en/of locaties hier opnemen. Alsmede het alarmnummer. (zie par. 2.20) Plattegrond Op de volgende pagina s zijn plattegronden van de gebouwen aan Bolognalaan 99 (Hundertwassergebouw) en Bolognalaan 101 (hoofdgebouw) opgenomen. 10/116

11 Begane grond 11/116

12 Eerste verdieping 12/116

13 Tweede verdieping 13/116

14 Derde verdieping 14/116

15 Begane grond Hundertwassergebouw 15/116

16 Eerste verdieping Hundertwassergebouw 16/116

17 Tweede verdieping Hundertwassergebouw 17/116

18 1.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen Binnen de faculteit gelden de volgende regels van praktische aard: - Indien gevraagd, moet men zich kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. - Mobiele telefoons dienen tijdens de lessen uitgeschakeld te worden. - Studenten die te laat komen, kunnen geweigerd worden in de lessen. - Roken in het gebouw is verboden. Ook buiten voor de ingang van het gebouw is het verboden te roken. Er is een rokersterras op het binnenplein. - In het gebouw is het niet toegestaan te fietsen, te rolschaatsen, te skaten of om huisdieren mee te nemen. Een geleidehond is wel toegestaan. - Afval moet worden gedeponeerd in de daarvoor bestemde containers en prullenbakken. - Eigendommen van de faculteit mogen niet zonder schriftelijke toestemming meegenomen worden uit het pand. - Het aanplakken van affiches is alleen toegestaan op de daarvoor bestemde prikborden. - Bij een calamiteit moet men het alarmnummer van het pand bellen: (Persoonlijke) hygiëne In de beroepsuitoefening -en dus ook in de opleiding- functioneert de professional in de zorg vaak (zeer) dichtbij andere personen én staat de patiënt centraal. Het is daarom belangrijk dat de student zorgvuldig omgaat met de persoonlijke hygiëne en het persoonlijk voorkomen. In de Faculteit Gezondheidszorg verwachten wij van de student dat de persoonlijke hygiëne zodanig wordt verzorgd dat dit niet verstorend kan werken voor (simulatie)patiënten, medestudenten en medewerkers én dat kleding, ringen of sieraden en geuren geen afbreuk doen aan (het leren van) de hulpverlening. Deze algemene grondregel kan door elke opleiding nader worden toegespitst in het licht van de praktijklessen, infectiepreventie, regels die gelden in de (pre)klinieken, en dergelijke Openingstijden gebouwen Tijdens de onderwijsweken is het gebouw geopend - maandag t/m donderdag uur - vrijdag uur - zaterdag uur Tijdens de onderwijsluwe weken - herfst 2011(17 t/m 22 oktober 2011) o maandag t/m vrijdag tot uur o zaterdag geopend tot uur - voorjaar 2012 (20 t/m 25 februari 2012) o maandag t/m vrijdag tot uur o zaterdag geopend tot uur - mei 2012 (30 april t/m 5 mei) o maandag 30 april gesloten o dinsdag 1 t/m donderdag 3mei tot 20 uur o vrijdag 4 mei tot 17 uur o zaterdag 5 mei gesloten - zaterdag 24 december t/m zaterdag 31 december 2011 Het gebouw is gesloten op: - vrijdag 6 april t/m maandag 9 april maandag 30 april zaterdag 5 mei donderdag 17 mei t/m zaterdag 19 mei zaterdag 26 mei t/m maandag 28 mei /116

19 1.2.7 Vakanties en vrije dagen Vakantieperiodes De HU kent in het collegejaar de volgende verplichte studentenvakantie en verplichte vrije dagen: Vakantie Data Kerstvakantie 26 december 2011 tot en met 8 januari 2012 Verplichte vrije dagen, inclusief de feestdagen 1 e en 2 e kerstdag 25 en 26 december 2011 Nieuwjaarsdag 1 januari 2012 Goede vrijdag 6 april e en 2 e paasdag 8 en 9 april 2012 Koninginnedag 30 april 2012 Bevrijdingsdag 5 mei 2012 Hemelvaartsdag 17 mei 2012 Dag na hemelvaartsdag 18 mei e en 2 e Pinksterdag 27 en 28 mei 2012 In hoofdstuk 8.1 is vermeld welke onderwijsvrije periodes er verder zijn Faciliteiten Receptie De receptie bevindt zich in de centrale hal en is dagelijks geopend van 8.00 uur tot uur. De receptie verzorgt de telefoon- en faxbehandeling, ontvangst en verwijzing van gasten. Het algemene telefoonnummer van de receptie is (088) Restaurant De catering op de FG wordt verzorgd door Sodexo. De openingstijden van de Catering zijn - maandag: van uur tot uur - dinsdag: van uur tot uur - woensdag: van uur tot uur - donderdag: van uur tot uur - vrijdag: van uur tot uur - zaterdag: van uur tot uur Tijdens vakanties gelden aangepaste openingstijden. De catering bereikbaar via: sodexo.fg@hu.nl. efgé-café Het efgé-café in de centrale hal is open van 8.00 tot uur en is bedoeld als lunch- en ontmoetingsruimte voor studenten en medewerkers. Alleen bij speciale gelegenheden is de bar geopend. Het café is vrij toegankelijk. Op donderdagmiddag beheert studentenvereniging Paramedus het efgé-café. De bar is dan geopend van uur tot uur. Winkel De winkel bevindt zich op de begane grond, naast de receptie. De openingstijden zijn maandag t/m vrijdag van 8.30 tot uur. De taken van de winkel zijn: uitgifte van onderwijsmateriaal; verstrekken van kantoorartikelen, PR-artikelen en reprowerk; verstrekken van parkeerpassen, facility card en tags (sleutels). 19/116

20 Facilitair Meldpunt Het Facilitair Meldpunt (FM) is er voor (aan)vragen, wensen en klachten over de schoonmaak, de post, de technische dienst, de conciërgerie, de receptie en het gebouwbeheer. Denk hierbij o.a. aan melding van storingen, kapotte lampen, bureaustoelen of automaten, aanvragen van ondersteuning voor (kleine) evenementen en vragen, klachten en suggesties over de dienstverleningen. Doorgeven kan zowel telefonisch: (088) , als via Het Facilitair Meldpunt is dagelijks geopend van 9.00 tot uur. Daarnaast is het ook mogelijk een melding door te geven bij de receptie. HU Klinieken De HU Klinieken vormen een belangrijk onderdeel van het gezondheidszorg onderwijs van het Instituut Paramedische Studies. Hier worden patiënten behandeld door studenten, onder begeleiding van docenten. De HU Klinieken bestaan uit de klinieken Huidtherapie, Logopedie, Mondzorgkunde, Oogzorg (Optometrie en Orthoptie) en Tandprothetiek en staan voor persoonlijke aandacht, kwaliteit én deskundigheid. De klinieken zijn uitgerust met moderne voorzieningen en voldoen aan de laatste eisen op professioneel en onderwijskundig gebied. Zij beschikken over een sterilisatieruimte, een röntgenruimte en een centrale patiëntenbalie voor het maken van afspraken. Iedereen kan patiënt worden bij de HU Klinieken (ook als je geen klachten hebt maar een check-up of advies wilt) en er is altijd behoefte aan patiënten. Als je een afspraak maakt bij een van de klinieken, krijg je, na een uitgebreid intakegesprek, advies op maat, begeleiding en/of behandeling(en) van studenten in opleiding. Door de onderwijssituatie is het mogelijk om meer tijd te nemen voor een behandeling en wordt de nieuwste kennis toegepast. Hier word je niet alleen als patiënt beter van, maar ook de student wordt er beter van. Op deze manier zorgt Hogeschool Utrecht voor een voortdurende kennisuitwisseling tussen onderwijs en praktijk. Voor informatie, het maken van een afspraak of vragen, kun je naar de patiëntenbalie komen, maar je kunt ook bellen naar De patiëntenbalie van de HU Klinieken is geopend van maandag tot en met vrijdag van tot uur. Zie ook de website Bureau Planning/ruimte reserveren Bureau Planning is verantwoordelijk voor de lokalen en/of lesroosters van de docenten/studenten. Het STIP is verantwoordelijk voor de ruimtetoewijzing aan studenten. Verzoeken tot lokaalreservering kunnen via Sharepoint: Betalen binnen het gebouw Alle kopieerapparaten, snoep- en drankenautomaten werken met het chipknip betaalsysteem. In principe zit de chipknip op je bankpas. Je bank kan je alle informatie over de chipknip geven, of kijk op Bij de receptie hangt een chipknip-oplader waar je geld op je chipknip kunt zetten. Alle betalingen binnen de FG gaan via het ChipKnip betaalsysteem! Bij de winkel is het ook mogelijk om te pinnen. Fietsenstalling De fietsenstalling bevindt zich aan de noordzijde van het gebouw en bestaat uit drie gedeeltes: een afsluitbaar gedeelte, een niet-afsluitbaar maar wel overdekt gedeelte (voor brommers en motoren) en een open gedeelte. Het is niet toegestaan fietsen mee te nemen in het gebouw. Mediatheek De mediatheek van de Faculteit Gezondheidszorg is centraal gelegen op de eerste verdieping van het gebouw. Het is een leer- en studiecentrum, dat de volgende faciliteiten biedt: een fysieke collectie van boeken, tijdschriften en streaming video een collectie elektronische tijdschriften, doorzoekbaar via 83 databanken De studenten en medewerkers hebben ook buiten de HU toegang tot de volledige tekst van de elektronische tijdschriften en elektronische boeken, evenals toegang tot de databanken en streaming video 180 computerwerkplekken 20/116

21 draadloos toegang tot het hogeschoolnetwerk 20 studieplekken ingericht voor werken met een laptop toegang tot de elektronische leeromgeving multimediastations twee leslokalen voor trainingen informatievaardigheden audiovisueel centrum (avc) Dienstverlening De mediatheek beschikt over een collectie boeken, tijdschriften, videobanden, dvd s en scripties. Het accent van de collectie ligt bij de beroepsspecifieke vakgebieden: farmakunde, fysiotherapie, huidtherapie, logopedie, medische hulpverlening, optometrie, orthoptie, mondzorgkunde, oefentherapie Cesar en verpleegkunde. Daarnaast is er materiaal over algemeen medische wetenschapsgebieden, gezondheidszorg, beroepspraktijk en studievaardigheden. De gezamenlijke mediatheken van de hogeschool maken hun collecties toegankelijk via een centrale catalogus: Studenten en medewerkers kunnen bij de uitleenbalie gratis lenen op vertoon van collegekaart of mediatheekpas. Aan de helpdesk wordt audiovisuele apparatuur uitgeleend en kunnen aanvragen voor producties ingediend worden. Ook eventuele storingen aan computers en apparatuur kunnen hier gemeld worden. Alle mogelijkheden en regelingen rond de dienstverlening zijn te lezen in het hogeschoolbrede leenreglement: De gedragsregels voor het gebruik van computers staan beschreven in het hogeschoolbrede Audiovisueel centrum (avc) Het avc maakt audiovisuele producties, verzorgt de audiovisuele infrastructuur van de faculteit en verzorgt instructies av-mediagebruik. Website De website van de gezamenlijke mediatheken: biedt toegang tot catalogi databanken, e-books, scripties, streaming video, tijdschriften, zoekmachines en wetenschappelijke openaccessbronnen. De website is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Voor iedere opleiding binnen de hogeschool zijn er eigen webpagina s. Dit maakt het mogelijk om, naast de eigen opleidingsspecifieke informatiebronnen ook gebruik te maken van de informatie die andere opleidingen en faculteiten te bieden hebben. Toetsen In de computerlokalen en in het achterste computergedeelte van de mediatheek worden ook regelmatig digitale toetsen afgenomen. Dit kan tijdens gewone lestijden plaatsvinden maar ook s avonds of op zaterdag. Op die tijden zijn er veel minder computers beschikbaar voor studenten. Openingstijden van de mediatheek: Maandag uur Dinsdag uur Woensdag uur Donderdag uur Vrijdag uur In roostervrije weken zijn de openingstijden van 9.00 tot uur. Contact: Telefoonnummer uitleenbalie: (088) Telefoonnummer helpdesk: (088) adres: mediatheek.fg@hu.nl Kolf / bidruimte Ruimte is ingericht als rustruimte. Studenten en medewerkers kunnen bijvoorbeeld van de ruimte gebruik maken om te kolven of te bidden. De sleutel kan opgehaald worden bij de receptie. 21/116

22 1.3 Algemene informatie opleiding Fysiotherapie Algemeen De opleiding Fysiotherapie is één van de opleidingen van de Faculteit Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht. De opleiding fysiotherapie is een 4-jarige dagopleiding (bachelor) op het niveau van Hoger Beroeps Onderwijs (HBO), daarnaast is er een 3-jarige Verkorte Opleiding Fysiotherapie (VOF) en een versnelde route: de 3-jarige bachelor+ opleiding. Samen met de opleidingen Oefentherapie Cesar, Logopedie, Orthoptie, Mondhygiëne, Farmakunde, Huidtherapie en Optometrie behoort de opleiding Fysiotherapie tot de paramedische beroepsopleidingen Contactgegevens Instituutsdirecteur Mw. Mieke Klootwijk Kamer Tel. (088) Opleidingsmanager Hr. Henk-Jan van Zwieten Kamer Tel. (088) Hoofden Kennisdomein Mw. Monja Marzouk, Fundament Fysiotherapie (FF). Jasmin Pekaric, Cardio-Respiratoire Aandoeningen (RCA). Henk Dekkers, Centraal Neurologische Aandoeningen (CNA) Henri Kiers, MusculoSkeletale Aandoeningen (MSA) Coördinatoren Mw. Els de Lange, kamer 1.040, tel. (088) , Coördinator Propedeusefase Mw. Marijke van der Reep, kamer 1.040, tel. (088) , Coördinator middenfase Mw. Noortje Hofstede, kamer 1.040, tel. (088) , Coördinator buitenschoolcurriculum en afstuderen Secretariaat Centraal -adres: Stagebureau Mw. Franka Kuyf, kamer 1.020, tel. (088) , Medewerker praktijkbureau, werkdagen: maandag, dinsdag en donderdag Mw. Dorien van den Berg, kamer 1.020, tel. (088) , Medewerker praktijkbureau internationale stage, werkdagen: maandag, dinsdag, donderdag Portefeuille Internationalisering IBS Mw. Els Veekens, kamer 1.074, (088) , 22/116

23 Wie waarvoor? Onderwerp Wie Voorbeeld Zie verder Studie algemeen STIP Inschrijving, roosters, uitleenmateriaal Onderwijsorganisati e Studieplanning Onderwijs inhoudelijk Stage Bezwaar, vrijstelling, voorziening Coördinatoren SLB er Docent Praktijkbureau Examencommissie Toetsorganisatie, organisatie referaten, diplomering Studieplanning/-problemen, advies, begeleiding Leerstof, cijfers Stage-indeling, stageadressen, stageevaluaties Bezwaar vw. gemiste toetskans, vrijstelling van vakken, voorzieningen i.v.m. dyslexie / / In- en uitschrijven voor de opleiding Bureau Inschrijving Bureau Inschrijving is belast met het in-, uit- en herinschrijven van studenten bij de HU, het innen van het collegegeld en het verstrekken van collegekaarten. Inschrijving Als student word je ingeschreven voor een opleiding onder de volgende voorwaarden: Je voldoet aan de toelatingseisen (zie ook par en 4.3.3Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.). Het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring). Je voldoet aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie Pas na rechtsgeldige inschrijving heb je recht op het gebruik van de onderwijsfaciliteiten. Heb je al een propedeuse gehaald voor een hbo- of wo-opleiding? Dan heb je kans dat je kunt instromen in een hoger jaar van de opleiding. Je krijgt dan vrijstelling van de propedeutische vakken. Wil je je inschrijven voor de hoofdfase, dan kan dat via Als je wilt instromen in de hoofdfase, neem dan wel eerst contact op met je opleiding. Zij kunnen je meer vertellen over de mogelijkheden en bepalen of je voldoet aan de eisen om in de hoofdfase van een opleiding te kunnen instromen. Herinschrijving Ieder studiejaar schrijf je je opnieuw in. Je regelt je herinschrijving en de betaling van collegegeld online via Studielink: Voorafgaand aan een nieuw studiejaar (rond juni) ontvang je bericht van Bureau Inschrijving over hoe je je herinschrijving regelt. Bij een bindend negatief studieadvies (zie par.4.2.4) aan het eind van het studiejaar kun je niet heringeschreven worden voor dezelfde opleiding (en soms ook voor verwante opleidingen) aan de HU in het volgende studiejaar. Collegekaart en bewijs van inschrijving Wanneer je inschrijving of herinschrijving is voltooid, ontvang je een collegekaart en een Bewijs van Inschrijving. Je collegekaart geldt ook als inschrijvingsbewijs. Beëindiging inschrijving 23/116

24 Als je je niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar (zie onder Herinschrijving ), eindigt je inschrijving op 1 september. De verwachting is dat dit in de toekomst zal veranderen. Dan schrijf je je één keer in en blijf je ingeschreven staan totdat je je via Studielink weer uitschrijft. Als je inschrijving eindigt, dan eindigt ook het recht op studiefinanciering en je Studenten OV-chipkaart. Op verzoek kun je ook je inschrijving gedurende het studiejaar (=tussentijds) beëindigen. De inschrijving wordt beëindigd met ingang van de eerste van de maand, volgend op het verzoek tot uitschrijving. Ook als je afgestudeerd bent zal je jezelf via Studielink moeten uitschrijven. Je kunt per de eerste van de maand volgend op je diplomadatum worden uitgeschreven. Let op! De uitschrijfdatum is van belang voor eventuele restitutie van het collegegeld. Zie voor meer informatie over restitutie bij uitschrijving de Inschrijvingsregeling HU op Tot slot kan de inschrijving worden beëindigd als de student na aanmaning het verschuldigde (deel van het) collegegeld niet betaalt. De inschrijving wordt dan beëindigd met ingang van de tweede maand volgend op de aanmaning. Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De procedures zijn nader geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: Examencommissie Instelling en benoeming Voor elke door de faculteit aangeboden opleiding of groep van opleidingen verbonden aan een instituut, of voor alle opleidingen van de faculteit, wordt een examencommissie ingesteld. De faculteit kent gezamenlijke examencommissies voor de volgende opleidingen, dan wel groep van opleidingen: De examencommissie voor de bacheloropleidingen van het Instituut voor Bewegingstudies (bacheloropleidingen fysiotherapie en oefentherapie Cesar) De examencommissie voor de bacheloropleidingen van het Instituut voor Paramedische studies (bacheloropleidingen farmakunde, huidtherapie, logopedie, mondzorgkunde en oogzorg) De examencommissie voor de bacheloropleidingen van het Instituut voor Verpleegkundige studies (bacheloropleidingen management in de zorg, medische hulpverlening en verpleegkunde) De examencommissie voor de Masteropleidingen van de Faculteit Gezondheidszorg (Masteropleidingen Advanced Nurse Practitioner, Fysiotherapie, Physician Assitant en Zorgtraject Ontwerp) Samenstelling Elke examencommissie bestaat uit ten minste drie leden, te weten een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en één of meer leden. De leden van de examencommissie worden door de faculteitsdirectie benoemd. De leden van iedere examencommissie staan vermeld op de site van het ambtelijk secretariaat van de Faculteit Gezondheidszorg, Hier staan ook alle contactgegevens. Taken en bevoegdheden De taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van de OER-HU bacheloropleidingen en in het Reglement Examencommissies HU en, indien van toepassing, in het Reglement Examencommissies van deze faculteit. De examencommissie ziet er onder andere op toe dat de regels met betrekking tot het onderwijs, toetsen en examens, zoals opgenomen in de OER-HU bacheloropleidingen en studiegidsen op correcte wijze worden uitgevoerd. Maar de examencommissie dient ook de kwaliteit van de toetsen en de examens te borgen, adviseert bij het vaststellen van het toetsbeleid, wijst examinatoren aan, verleent vrijstellingen, reikt studieadviezen en getuigschriften uit en nog veel meer. 24/116

25 De examencommissie kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van haar taken en bevoegdheden, zoals: de gang van zaken bij schriftelijke toetsen (tentamenreglement); de surveillance bij schriftelijke toetsen (surveillanteninstructie); de gang van zaken bij mondelinge toetsen (tentamenprotocol); het maken en beoordelen van toetsen (tentamenrichtlijnen); het sanctioneren van onregelmatigheden (fraudeprocedure). De examencommissie heeft op grond van artikel 7.12b lid 1 sub a WHW de taak de kwaliteit van de examens en toetsen te borgen. Op grond van art. 7.12b lid 1 sub d WHW kan de examencommissie richtlijnen en aanwijzingen vaststellen ten aanzien van de uitslag van toetsen. Als daarvoor goede gronden zijn (bijv. fraude) kan de examencommissie toetsresultaten ongeldig verklaren. Verzoekschrift en bezwaarschrift Als je een verzoek hebt aan de examencommissie op grond van de OER-HU bacheloropleidingen dan kun je een verzoekschrift bij de examencommissie indienen. Bijvoorbeeld als je vindt dat de examencommissie een regel uit de OER-HU bacheloropleidingen niet goed heeft toegepast, of omdat jij vindt dat er juist een uitzondering op de regel gemaakt moet worden. Een verzoekschrift moet je ondertekenen en bevat ten minste: a. je naam, adresgegevens en studentnummer b. de dagtekening c. het verzoek en de redenen van het verzoek d. de opleiding en variant (voltijd, deeltijd, duaal) waaraan je staat ingeschreven e. eventuele bewijsstukken Dien je verzoekschrift wel tijdig in. Let op! Voor een verzoek om vrijstellingen gelden aanvullende regels, zie paragraaf 6.2. Ben je het niet eens met de beslissing van de examencommissie op je verzoekschrift dan zijn er de volgende mogelijkheden. Of je dient binnen twee weken (de bezwaartermijn) nadat je het besluit van de examencommissie hebt ontvangen direct bij de examencommissie een bezwaarschrift in, of je gaat binnen diezelfde periode naar het facultaire loket Rechtsbescherming, die het bezwaarschrift doorleidt naar de examencommissie. Als hoofdregel geldt dat de examencommissie binnen twee weken na ontvangst van het bezwaar een besluit dient te nemen. Een verzoekschrift en een bezwaarschrift kunnen uitsluitend worden ingediend via de website van de examencommissie op sharepoint: Op deze site kun je meer informatie vinden over de examencommissie zelf en hogeschoolbrede regelgeving. Ook bestaat er de mogelijkheid om tegen een besluit van de examencommissie in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens. De beroepstermijn bedraagt zes weken nadat je het besluit van de examencommissie hebt ontvangen. Zie voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift of een beroepschrift hoofdstuk 7 of kijk op Werkwijze De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Als er evenveel stemmen voor als tegen zijn, neemt de voorzitter het definitieve besluit. Besluiten van de examencommissie worden vastgelegd in notulen. Om rechtsgeldige besluiten te nemen, dienen tenminste twee leden bij de vergadering aanwezig te zijn. In spoedeisende zaken kan de voorzitter of zijn/haar plaatsvervanger zelfstandig een besluit nemen. De overige leden van de examencommissie worden daarover bij de eerstvolgende vergadering geïnformeerd. De vergaderingen van de examencommissies zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter hierover anders beslist. 25/116

26 De voorzitter kan personen die geen deel uitmaken van de examencommissie uitnodigen een vergadering bij te wonen en aan de beraadslaging deel te nemen. Deze personen hebben geen stem in de besluitneming van de examencommissie. Als de examencommissie één of meer van haar bevoegdheden opdragen aan één of meer leden van de examencommissie of aan anderen, blijft de examencommissie eindverantwoordelijk Onderwijsbalie Studenten Informatie Punt (STIP) Het Studenten Informatie Punt (STIP) kun je vinden op de begane grond in ruimte De medewerkers van het STIP zijn goed op de hoogte van zowel de faciliteiten binnen het gebouw als van de diverse studietrajecten. Zij worden hierin voorzien door alle afdelingen, diensten en faculteitsdirectie. Niet alle vragen kunnen direct beantwoord worden; voor sommige antwoorden zullen ze doorverwijzen. Privacygevoelige informatie wordt niet verstrekt. Bij het STIP kun je terecht met al je vragen. Algemene vragen over de Faculteit Gezondheidszorg, eventuele vervolgopleidingen, etc. En natuurlijk met alle relevante vragen over je opleiding. In het STIP ik ook het facultaire rechtsloket gevestigd (zie ook hoofdstuk 7). Bij het rechtsloket kun je terecht als je een klacht wilt indienen, of bezwaar of beroep wilt aantekenen tegen een beslissing. Verder nog een kleine greep: Informatie over je in- en uitschrijving Studievoortgang Digitale roosters Studentenstatuut Onderwijs en examenreglement Het aanvragen van een (oefen-)lokaal Dit kan overigens ook via Het STIP heeft brochures van DUO, voorheen de IB groep Voorlichtingsbrochures Alles m.b.t. de vaccinaties Hepatitis B Uitleenmaterialen Resetten van wachtwoord etc. Het STIP is dagelijks geopend van uur. Telefoon: (088) stip.fg@hu.nl International Office Faculty of Health Care (IO-FHC) Je wilt voor je studie of stage naar het buitenland, maar wat dan? Je hebt geen idee hoe je dat moet aanpakken of waar te beginnen. Dan is er voor jou het International Office Faculty of Health Care (IO- FHC). Je vindt het IO-FHC bij de Mediatheek op de eerste verdieping. Wil je een afspraak maken? Stuur dan een mail naar io.facultyofhealthcare@hu.nl. Wat kan het IO-FHC voor je doen? Het is belangrijk dat je al vroeg in je studie bij het IO-FHC langs gaat om je te oriënteren. Stel jezelf de vragen: Waarom wil ik naar het buitenland? Welke meerwaarde heeft een stage of studie in het buitenland voor mij? Welke eisen stelt de opleiding aan een buitenlandse stage of studieplaats? Hoe moet ik toegerust zijn voordat ik daadwerkelijk kan vertrekken? Hoe kan ik de periode in het buitenland tot een succes maken? Bij het IO-FHC kun je onder andere meer informatie krijgen over bijvoorbeeld: Het uitzoeken van de mogelijkheden m.b.t. financiën, zoals beurzen en subsidies. 26/116

27 Het zoeken naar een goede verzekering en het aanvragen van visa. Het kiezen van modules uit het IHS programma. Het zoeken naar relevante taalmodules. Het in contact brengen met (oud-)studenten, die tijdens hun studie al in het buitenland zijn geweest. Het in contact brengen met andere FG-studenten, die geïnteresseerd zijn in een buitenland- stage. Het in contact brengen met de Coördinator Internationalisering van je opleiding. Het in contact brengen met het International Office van de hogeschool. International Office Faculty of Health Care Hogeschool Utrecht, Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101, Utrecht Website: Telefoonnummer: (088) /116

28 1.3.6 Studievereniging Studieverenigingen hebben als doel jouw studententijd zo leuk mogelijk te maken. Studieverenigingen organiseren niet alleen leuke en gezellige activiteiten, ze zorgen ook voor betrokkenheid bij je studie en je toekomstige vak. De studieverenigingen binnen de HU zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt. Voor meer informatie zie de website van OSHU: Paramedus is de studievereniging van de Faculteit Gezondheidszorg. Paramedus bestaat sinds 1965 en telt momenteel zo n 650 leden. Onder dit gezelschap bevinden zich studenten van alle opleidingen die deze faculteit aanbiedt. Paramedus is geen studentenvereniging, maar een studievereniging. Hierdoor is er geen ontgroening of aanwezigheidsplicht, het is een echte gezelligheidsvereniging. Het leuke aan Paramedus is, dat er mensen van allerlei opleidingen lid zijn, je naast gezellige activiteiten ook nog eens educatief bezig kunt zijn. Er worden veel activiteiten georganiseerd, zoals vijf themafeesten per jaar, een wekelijkse borrel op donderdagmiddag in het èfgé-café, een gala en borrelavonden door het jaar heen. Ook worden er activiteiten exclusief voor de leden georganiseerd, zoals wintersport, paintbaldag, Surf n Beachdag, barbecue, bezoek aan de snijzaal, bezoek Bodies, buitenlandse excursie en een zeilweekend. Om dit alles te regelen zijn ongeveer 40 leden van Paramedus actief in verschillende commissies. Wanneer je vragen of opmerkingen hebt, kun je altijd contact opnemen: bestuur@paramedus.nl. Het bestuur is vaak te vinden in de Parameduskamer: 2.125, en daarnaast op donderdagmiddag in het efgé-café Overige informatie Mededelingen over lessen en toetsen worden via je opleidingsintranet bekendgemaakt en indien mogelijk ook via mededelingenborden en je studentenmail. Ook correcties en aanvullingen op de studiegids worden zo bekendgemaakt. De HU verwacht dat je postadres bij de studentenadministratie klopt en dat je regelmatig je box van je HU-account leest zodat je goed geïnformeerd bent over (student)zaken binnen de HU. Roosters en roosterwijzigingen vind je op de roostersite: Telefoonboom Deze telefoonboom moet binnen de (sub)groep worden afgesproken en wordt o.a. gebruikt bij het melden door de opleiding van ziekte of afwezigheid van docenten. Geef daartoe een kopie van de telefoonboom aan het secretariaat (kamer 1.020) én je studieloopbaanbegeleider. De verantwoordelijkheid t.a.v. het functioneren van de telefoonboom ligt bij de groep zelf! Postverkeer van student naar docent/coördinator vice versa T.b.v. het postverkeer student - docent staan in ruimte postvakjes opgesteld. Iedere docent heeft een postvakje. Studenten beschikken per klas over een postbak. Deze staan op de Brink. Postverkeer via de Docenten en coördinatoren hebben een adres van de Hogeschool Utrecht: voornaam.achternaam@hu.nl Zij zullen voor het verkeer met de studenten het bestand van Hogeschool Utrecht met de studentnummergebonden adressen gebruiken. Richtlijn voor het inleveren van schriftelijk werk via postbakken of mail Het ingeleverde werk is altijd voorzien van: naam klas studentnummer titel bij inleveren via de altijd in de mail het onderwerp benoemen 28/116

29 Ingeleverd werk dat hieraan niet voldoet wordt niet nagekeken. SIGMA Sportmedisch Bewegingscentrum & Praktijk voor Fysiotherapie SIGMA is het bewegingscentrum en de kliniek Fysiotherapie van de faculteit Gezondheidszorg. Daarnaast wordt SIGMA gebruikt voor onderwijs en onderzoek. Het centrum beschikt over moderne technologisch hoogwaardige apparatuur waarop getraind en gerevalideerd kan worden en studenten hun vaardigheden in de medische trainingstherapie kunnen oefenen. Je kunt in SIGMA terecht voor fysiotherapeutische behandeling of (arbeids)revalidatie volgens afspraak met de bedrijfsarts of één van de therapeuten (fysiotherapie, sportfysiotherapie en orthopedisch manuele therapie). Dit kan met of zonder medische verwijzing. Therapeuten: Dick van t Klooster, Fysio- en manueeltherapeut Jorrit Rehorst, (Sport)Fysiotherapeut, Orthopedisch Manueeltherapeut Locatie: Sigma is gesitueerd op de tweede verdieping van de Faculteit Gezondheidszorg aan de Bolognalaan 101, zaal Bellen kan ook: (088) / Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) is de overkoepelende beroepsvereniging voor de fysiotherapeuten in Nederland. Het KNGF behartigt de belangen van meer dan leden op beroepsinhoudelijk, sociaal-maatschappelijk en economisch gebied. Fysiotherapiestudenten kunnen al tijdens hun studie student-lid van het KNGF worden. Dat betekent dat ze alle uitgaven van het KNGF, zoals het blad FysioPraxis en het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, gratis of tegen de ledenprijs ontvangen. Bij lidmaatschap van een gedeelte van het jaar wordt een korting op de contributie gegeven. Student-leden kunnen tegen een gereduceerd tarief naar het Jaarcongres Fysiotherapie, ze krijgen korting op de cursussen van het Nederlands Paramedisch Instituut en kunnen gebruik maken van de diensten van de afdeling Ledenservice. Voor informatie over het student-lidmaatschap kun je contact opnemen met de afdeling Ledenservice. Dagelijks telefonisch bereikbaar op het telefoonnummer (033) of ledenservice@kngf.nl. of schrijven naar: KNGF Bureau Afdeling Ledenservice Postbus AE Amersfoort 29/116

30 2 Studentvoorzieningen 2.1 Studiebegeleiding Inleiding Een afgestudeerd hbo-student wordt geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding word je daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Ons type onderwijs stimuleert kritisch en zelfstandig leren door probleemgestuurd- en projectonderwijs. Dat betekent dat je verantwoordelijk bent voor je eigen leerproces en studieloopbaan. De opleidingen van de HU dienen voor randvoorwaarden en voor ondersteuning te zorgen. De opleiding verzorgt studiebegeleiding bij diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. De HU gaat ervan uit dat je op eigen initiatief gebruikmaakt van deze vormen van begeleiding. Studieloopbaanbegeleiding Elke student heeft recht op begeleiding door een studieloopbaanbegeleider (slb-er). Deze begeleider begeleidt de student in zijn/haar competentieontwikkeling. De studieloopbaanbegeleider dient op basis van deze competentieontwikkeling en de studieresultaten die daarop volgen, de algehele studievoortgang van de aan hem of haar toegewezen studenten te monitoren en daarnaar te handelen. De studieloopbaanbegeleider heeft onder andere de volgende taken: Gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs. Bewaken en bespreken van studieresultaten. Samen met de student een studieplanning opstellen als de student een waarschuwing bij een tussentijds studieadvies heeft gehad. Adviseren van studenten bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn. Verwijzen naar een studentendecaan indien de vragen en problemen niet direct met de studie hebben te maken (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep). 2.2 Studentendecaan Het studentendecanaat van de HU geeft studenten informatie, advies en begeleiding. Elke faculteit en HU Amersfoort heeft één of meer studentendecanen. Zij zijn er om jou te ondersteunen bij het aanpakken van je vragen of problemen tijdens je studie. De studentendecaan kan ook doorverwijzen, bijvoorbeeld naar de studentenpsycholoog of studentenarts. Alles wat je bespreekt, blijft vertrouwelijk. De studentendecanen zijn gebonden aan het Reglement Studentendecanen HU en de gedragscode van het Platform Studentendecanen van de HU. Studievoortgang en persoonlijke omstandigheden Tijdens je studie kun je studievertraging oplopen, bijvoorbeeld door familie- of relatieproblemen. Maar ook psychische problemen, een (chronische) ziekte of functiebeperking kunnen een belemmering vormen in de studievoortgang. Of je wilt je studie onderbreken vanwege een langdurige ziekenhuisopname. Ook faalangst kan je studievoortgang blokkeren. De studentendecaan helpt je om het probleem te verhelderen en oplossingen te zoeken. Ook kan de studentendecaan je helpen bij het vinden van een andere vorm van hulpverlening. Studieadvies en procedures De studentendecanen hebben een adviesfunctie in de procedure rondom het uitbrengen van het studieadvies als er sprake is van bijzondere omstandigheden. Zij zijn goed op de hoogte van regelingen waarin de rechten en plichten van de student en de HU staan beschreven. De studentendecaan kan je adviseren en ondersteunen bij bezwaar- en beroepsprocedures. Ook kun je bij het Studentendecanaat terecht bij twijfel over je studie, beroepskeuze en advies over vervolgopleidingen. 30/116

31 Financiële zaken Financiële problemen zijn vervelend. Zeker als het echt een noodsituatie wordt en je bijvoorbeeld door een overmachtsituatie in (tijdelijke) geldnood komt te verkeren. In sommige gevallen kun je een beroep doen op een financiële tegemoetkoming uit het Profileringsfonds. Je studentendecaan kan je hierbij adviseren. Kijk voor meer informatie op Zie ook artikel 40 Studentenstatuut en Reglement Studentendecanen HU ( Centrum Studie Keuze Bij Centrum Studie Keuze, een gezamenlijk initiatief van de HU en de Universiteit Utrecht, kun je terecht als je twijfelt over je opleiding, als je bent vastgelopen of als je wilt doorstuderen na je bachelordiploma. Bij Centrum Studie Keuze kun je advies inwinnen en ondersteuning vragen met betrekking tot je studiekeuze. Kijk voor meer informatie op Studentendecanen FG De studentendecanen van de faculteit zijn Jannie van Dam, Nina Kalker, Marlies Strieder en Marc Veenstra. Zij zijn via de te bereiken op of via hun individuele adres. In principe zijn er elke dag twee decanen aanwezig. Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag is er van uur open spreekuur voor het stellen van korte vragen en het maken van afspraken. Kamer Telefoon Jannie van Dam Nina Kalker Marlies Strieder Marc Veenstra Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon is er voor iedereen (medewerker en student), die te maken heeft (of heeft gehad) met ongewenst gedrag. Bij ongewenst gedrag kun je denken aan fysiek geweld, agressie, verbale en seksuele intimidatie, discriminatie, schending van integriteit en racisme. Maar ook handtastelijkheden, flauwe grappen, pesterijen en intimiderende s of sms-jes kunnen als ongewenst worden ervaren. Iedereen bepaalt altijd zelf de grens waarover de ander niet heen mag gaan. Met andere woorden, niet voor iedereen ligt de grens van wat gewenst of ongewenst gedrag is op hetzelfde niveau. Dat kan te maken hebben met verschillen in achtergrond en opvoeding. Ongewenst gedrag kan mensen diep raken, zelfs zo dat ze er ziek van worden. Velen denken dat het gedrag vanzelf overgaat als je er maar geen aandacht aan besteed. Maar dat gebeurt zelden. Wie last heeft van welke vorm van ongewenst gedrag dan ook, zal de moed moeten opbrengen om dat onder woorden te brengen. De ervaring leert telkens weer dat praten helpt en daarvoor kun je bij de vertrouwenspersoon terecht. Daar is anonimiteit en vertrouwelijkheid gewaarborgd. Na een melding kijkt de vertrouwenspersoon samen met jou als melder hoe het ongewenste gedrag zo snel mogelijk gestopt kan worden. Dit alles gebeurt in goed overleg: er worden geen stappen genomen zonder toestemming van jou als melder. Desgewenst begeleidt de vertrouwenspersoon je enige tijd. De brochure Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon. Meer informatie vind je ook op De Regeling inzake ongewenst gedrag en verdere relevante informatie staan op de openbare site van de HUvertrouwenspersonen: Zie ook artikel 51 Studentenstatuut en Regeling inzake Ongewenst Gedrag ( 31/116

32 Je bent als melder van ongewenst gedrag altijd vrij om de keuze te maken naar een vertrouwenspersoon van een andere faculteit te gaan. Vertrouwenspersonen FG Ariëtta Sander Telefoon: (088) Kamer: José Dol Telefoon: (088) Kamer: Studentenarts Wanneer je in Utrecht komt studeren en wonen, ben je verplicht je in te schrijven bij de gemeente Utrecht. Ook ben je vanuit je zorgverzekeraar verplicht je in te schrijven bij een huisarts in Utrecht. Je kunt je als student, ongeacht waar je in Utrecht woont, inschrijven bij Huisartsenpraktijk Campus Uithof via De huisartsenpraktijk heeft twee vestigingen in Utrecht, op de Uithof in Casa Confetti (Leuvenplein 10-11) en op stadion Galgenwaard (Herculesplein 379). In geval van door ziekte gemiste toetsen studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het Profileringsfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo'n verklaring af te geven. Wanneer je een verklaring over je gezondheid nodig hebt, dien je dit eerst bij je eigen huisarts na te gaan. Indien je eigen huisarts deze niet kan of wil geven, dan kun je naar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (zie par. 2.2). De studentenarts van de HU is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) , Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht. 2.5 Bureau Studentenpsychologen Het kan zijn dat je tijdens je studie moeilijkheden ervaart. Dat kan direct met je studie te maken hebben, maar het kan ook van meer persoonlijke aard zijn en een negatieve invloed hebben op je studievoortgang. Kom je er zelf niet uit, dan kun je terecht bij Bureau Studentenpsychologen van de HU, gevestigd in Utrecht en Amersfoort. In een aantal gesprekken zoekt de studentenpsycholoog samen met jou een oplossing voor je problemen. Het maximum aantal gesprekken is 8 (van 50 minuten). Minder kan uiteraard ook. Behalve individuele gesprekken verzorgt Bureau Studentenpsychologen ook groepstrainingen zoals faalangsttraining, assertiviteitstraining en de training Niet Piekeren (in samenwerking met Indigo). Het kan zijn dat de hulp die de studentenpsycholoog biedt niet aansluit bij jouw problemen en/of hulpverwachting. Dan kan Bureau Studentenpsychologen je helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties. Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kun je langskomen of je telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan jij en 32/116

33 het Bureau Studentenpsychologen kennen de inhoud van de gesprekken. En alleen als jij dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Er zijn voor jou geen kosten aan verbonden. Meer informatie vind je op Mediation Heb je een samenwerkingsprobleem met een medestudent? Een conflict met je docent? Zijn er problemen in je studentenhuis? Er is een grote kans dat een studentmediator je kan helpen! Mediation is een vorm van conflictoplossing. Je gaat met elkaar op zoek naar de oplossing van je conflict, waarbij je begeleid wordt door een neutrale en onafhankelijke derde, de mediator. De mediator stelt je in staat om alles waarover jullie het oneens zijn te bespreken, zorgt voor herstel van de communicatie en helpt je de relatie te verbeteren. De mediator draagt zelf geen oplossingen aan, maar helpt je om de oplossingen te vinden die voor iedereen het beste zijn. Voor informatie en zo mogelijk aanvragen van een (student)mediation binnen de Faculteit Gezondheidszorg kun je contact opnemen met: José Dol Telefoon: (088) Kamer: Werkdagen: maandag, woensdag en donderdag Marianne Tesink Telefoon: (088) E mail: marianne.tesink@hu.nl Kamer : Werkdagen: maandagmiddag, dinsdag, donderdag en vrijdag Meer informatie vind je op of onder Financiële steun De HU biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. Die speciale redenen kunnen bestaan uit bestuursactiviteiten of bijzondere omstandigheden waardoor een student studievertraging heeft opgelopen. Voor financiële ondersteuning in verband met bijzondere omstandigheden dien je een aanvraag via je studentendecaan te doen. Zie voor meer informatie het Profileringsfonds HU of kijk op Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten par Studeren met een functiebeperking Als je een functiebeperking of een chronische ziekte hebt, adviseren we je om aan het begin van het studiejaar contact op te nemen met een studentendecaan van je faculteit. Ook als je denkt (nog) geen hulp nodig te hebben. Dit kun je doen per mail, telefonisch of door gewoon aan te kloppen bij de studentendecaan. Op vind je de gegevens van het studentendecanaat op jouw faculteit. Een functiebeperking of een chronische ziekte kan immers belemmeringen veroorzaken die tot studievertraging of studie-uitval kunnen leiden. 33/116

34 Aanpassingen en voorzieningen Het is raadzaam je beperking aan het begin van het studiejaar zo spoedig mogelijk te melden bij je slb-er en bij een studentendecaan van je faculteit, aangezien het dan mogelijk is aanpassingen en/of voorzieningen voor je te regelen. In een intakegesprek met een studentendecaan van je faculteit bespreek je welke functiebeperking of chronische ziekte je hebt en welke belemmeringen er zijn of kunnen optreden tijdens je studie. Vervolgens wordt onderzocht of er voorzieningen en maatregelen nodig zijn, en zo ja, welke. Hierbij geeft de studentendecaan aan welke reële mogelijkheden er binnen jouw faculteit zijn om met aanpassingen succesvol te kunnen studeren. De studentendecaan zal ook aangeven wanneer iets niet mogelijk is. Als er (nog) geen maatregelen nodig zijn, bespreekt de studentendecaan de vervolgstappen met je op het moment dat er wel belemmeringen optreden. Uiteraard wordt alles wat je met de studentendecaan bespreekt vertrouwelijk behandeld. Wanneer heb je een functiebeperking? Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychologische aandoeningen die chronisch, dus blijvend van aard, zijn. Soms is een beperking te zien of te horen. Het komt echter vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet opvalt. Denk aan dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, RSI, reuma, psychische aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme, zoals PDD-NOS en Syndroom van Asperger. Meer informatie over studeren met een functiebeperking of chronische ziekte vind je in paragraaf van deze studiegids en op Verbetering taal- en schrijfvaardigheden Heb je problemen met je Nederlandse spreek- en schrijfvaardigheden, raadpleeg dan je studentendecaan voor informatie over de mogelijkheden om aan deze vaardigheden te werken. Ook kun je gebruik maken van het digitale taalloket om deze vaardigheden te verbeteren: of een cursus volgen via het James Boswell instituut, zie Mediatheek Als HU-student kun je op vertoon van je collegekaart gratis gebruikmaken van alle HU-mediatheken. Ook kun je gratis lid worden van de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Naast boeken en tijdschriften hebben de mediatheken ook een groot digitaal aanbod. Via de gezamenlijke website kun je de mediatheken digitaal bezoeken. Via deze site heb je toegang tot de catalogus van de HU waarin je kunt zoeken in alle mediatheekcollecties. Via deze site heb je ook toegang tot naslagwerken en internetbronnen die relevant zijn voor het onderwijs binnen de HU. Elke faculteit heeft daarnaast een eigen portal waarin de bronnen voor de afzonderlijke vakgebieden bij elkaar staan. Zie ook artikel 41 Studentenstatuut ( ICT-faciliteiten Algemeen De HU biedt haar studenten een aantal standaard ICT-faciliteiten aan. Met je eigen HU-inlognaam en wachtwoord heb je toegang tot (de meeste van) deze faciliteiten. Je inlognaam en wachtwoord ontvang je kort voor aanvang van je studie via de . Na ontvangst kun je inloggen op: Je eigen mailadres (via De computers aanwezig op de HU. Je kunt ook met je eigen laptop binnen de gebouwen van de HU gebruikmaken van het draadloze netwerk (Eduroam, De online catalogus van de mediatheek ( Het intranet van de HU ( 34/116

35 Je eigen ruimte om bestanden op te slaan (Sharepoint, My Site). OSIRIS Student ( Een aantal openbare sites, zoals Surfspot ( Hier kun je tegen gereduceerde prijs software kopen. Als je niet langer als student aan de HU bent ingeschreven, kun je geen gebruik meer maken van deze ICT-faciliteiten. Meer informatie over de ICT-faciliteiten en actuele ontwikkelingen vind je op de site van ICT ( Studentenmail Elke student aan de HU heeft een eigen HU adres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om je op de hoogte te houden van actuele informatie over je opleiding. Als regel geldt dat de opleiding bij communicatie via de mail alleen het HU-mailadres van de student gebruikt. De mailbox is toegankelijk via de webversie van Microsoft Outlook (webmail.hu.nl). Je kunt inloggen met je HUinlognaam en wachtwoord. Als student word je geacht je HU-mailadres in de gaten te houden. Met je studentenmail kun je gemakkelijk mailen met je medestudenten en docenten. Via het adresboek kun je alle adressen opzoeken. Ook beschik je over een agenda en een taken- en een contactpersonenlijst. Verder is het natuurlijk mogelijk om naar je privé adres door te sturen. Het is ook mogelijk om de mail, agenda en contactpersonen te synchroniseren met je GSM of Smartphone Sharepoint De HU gebruikt een intranet gebaseerd op SharePoint als interne webomgeving. Steeds meer systemen aan de HU gebruiken SharePoint om hun informatie aan de gebruiker door te geven. SharePoint werkt optimaal samen met Microsoft Office waardoor het gezamenlijk werken aan documenten, presentaties of spreadsheets eenvoudig wordt gemaakt. Intranet Het intranet van de HU bevat informatie van alle faculteiten, instituten en HU Diensten. Alle informatie met betrekking tot het onderwijs en de organisatie is hier te vinden: direct dan wel in een verwijzing. Het intranet van je opleiding bevat links naar cursussen, mededelingen en belangrijke data van de HU, de faculteit en je opleiding, ziekmeldingen van docenten en het laatste nieuws. Portfolio Afhankelijk van je opleiding wordt er gebruikgemaakt van een portfolio voor begeleiding van jou en je studieloopbaan. Ook dit portfolio maakt onderdeel uit van de SharePoint-omgeving. Cursussen Veel cursussen die digitaal worden ondersteund hebben een site in SharePoint. Gebruik van deze cursussite kan variëren van het uitwisselen van gegevens bijvoorbeeld PowerPoint-presentaties van de docent tot het samenwerken met medestudenten aan projecten of opdrachten. MySite De MySite is een persoonlijke pagina op SharePoint. Hier kun je bestanden plaatsen die je zowel thuis als op school kunt openen en wijzigen. Ook kun je werkruimtes maken om alleen of met andere studenten aan een project, werkstuk of opdracht te werken. Daarnaast kun je een blog aanmaken om je kennis te delen met anderen OSIRIS Student OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. De HU gebruikt dit systeem voor de registratie van studenten. Hierin worden alle gegevens, cijfers en (deel)toetsinschrijvingen van studenten bijgehouden. Voor (deel)toetsen wordt ook wel de term toets gebruikt. 35/116

36 Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via Eenmaal ingelogd kun je gebruikmaken van de volgende basisfunctionaliteiten: Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten zie je welke cijfers je voor de laatste 15 (deel)toetsen hebt behaald. Tevens is een statistisch overzicht beschikbaar over hoe de (deel)toets gemiddeld gemaakt is. Wil je alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vind je een overzicht van de resultaten die je gedurende je hele studie hebt behaald. Je kunt zelf bepalen of je alles wilt zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase. Je wordt als student geacht zelf je cijfers te controleren. Mogelijke fouten dien je binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in OSIRIS te melden bij de examinator of de examencommissie. Studievoortgang Wil je weten welke vakken je nog moet volgen voor je kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteer je de opleiding die je volgt en geef aan dat je nog te volgen onderwijs wilt zien. OSIRIS vergelijkt jouw resultaten dan met het curriculum dat je volgt en geeft aan wat je gehaald hebt en wat je nog moet doen. Wanneer dit overzicht niet werkt, dan is jouw curriculum (examenprogramma) mogelijk nog niet vastgelegd. Je kunt dit melden bij de administratie. Aanvragen vrijstellingen Studenten kunnen een aanvraagformulier voor vrijstellingen invullen bij Studievoortgang vrijstelling aanvragen. Hier wordt je eigen curriculum getoond en kun je op basis daarvan je vrijstellingsaanvraag invullen, uitprinten en als bijlage van het verzoekformulier meesturen naar de examencommissie. Meer informatie over de verlening van vrijstellingen vind je in paragraaf 6.2. Toets- en Cursusinformatie Alle informatie over toetsen, cursussen, minors en keuzecursussen en over de wijze van inschrijven, is te vinden in OSIRIS. Inschrijven voor cursussen en toetsen Via de knop Inschrijven kun je een keuze maken of je je wilt inschrijven voor een cursus, toets of minor. Via een eenvoudige wizard kun je de juiste cursus, toets of minor kiezen. Zo kun je een keuze maken uit de cursussen uit je verplichte curriculum of een cursus zoeken uit het complete cursusaanbod van de HU. Het inschrijven voor cursussen en toetsen is alleen mogelijk in de periodes die door je opleiding zijn opengesteld. Informatie over de inschrijfperiode vind je terug in paragraaf van deze studiegids. Meer informatie over de inschrijving is ook te vinden in paragraaf 5.2 van deze studiegids. Overzicht inschrijvingen Wil je weten voor welke cursussen en toetsen je bent ingeschreven, kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. Dit overzicht laat alleen de cursussen en toetsen zien die op dit moment lopen of in de toekomst liggen. Bevestiging inschrijving Soms denk je dat je je correct hebt ingeschreven voor een cursus of toets, maar is jouw inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijg je na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op je HU adres. Controleer altijd of je dit bericht hebt ontvangen en bewaar het goed. Uitschrijven voor cursussen en toetsen Indien je bent ingeschreven voor een cursus of een toets en je wenst je hiervoor uit te schrijven dan kun je gebruikmaken van het tabblad Uitschrijven. Vink de onderdelen (cursussen of toetsen) aan waarvoor je je wilt uitschrijven en kies voor uitschrijven. Een uitschrijving voor een cursus of toets is alleen mogelijk in de daarvoor opengestelde periode. Ook van het uitschrijven op een cursus of toets ontvang je een bevestigingsmail. 36/116

37 Personalia wijzigen Op het tabblad Personalia kun je zelf je adres wijzigen en een (nieuwe) pasfoto uploaden. Deze pasfoto wordt gebruikt voor de collegekaart die je jaarlijks opgestuurd krijgt. Mocht je bij het scherm personalia onjuistheden constateren, neem dan contact op met Bureau Inschrijving. Een adreswijziging kun je ook via Studielink doorgeven Wachtwoord Na verloop van tijd verloopt je HU-wachtwoord. Je krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de HU. Vanuit huis je wachtwoord wijzigen kan via de website Het nieuwe wachtwoord dat je kiest moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten. Via deze website kun je ook, na eenmalige aanmelding van een mobiel nummer, een vergeten wachtwoord resetten doordat je via SMS een eenmalig te gebruiken wachtwoord krijgt toegestuurd. Let op: voor sommige programma s die in je eigen opleiding gebruikt worden, kunnen afwijkende wachtwoorden gelden. Voor vragen en ondersteuning met betrekking tot je wachtwoord kun je je wenden tot de onderwijsbalie (zie par ) en de website Informatiebeveiliging en privacy De HU hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Dit betekent dat we op infrastructureel gebied maatregelen hebben genomen om alle gegevens binnen de HU zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de HU: de ICT-gedragsregels (zie Je wordt geacht deze regels te kennen en je hieraan te houden. Als gebruiker kun je zelf ook een en ander doen om de veiligheid te vergroten, zoals: de pc waarop je bent aangemeld niet onbeheerd achter te laten; je wachtwoord niet aan anderen te geven; brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op te halen; vragen en/of missers op het gebied van vertrouwelijkheid van gegevens aan info@informatiebeveiliging.hu.nl te mailen. De HU kent tevens een privacyreglement op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Op de site lees je meer hierover, alsmede over de ICT-gedragsregels International Office Alle studenten van de HU hebben de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten is dit zelfs een verplicht onderdeel van het bachelorprogramma. Alle andere studenten kunnen in hun profileringsruimte hiervoor kiezen. De HU heeft op het gebied van studentenuitwisseling een focus op Europese partners en heeft daarnaast jarenlange contacten met partners in landen buiten Europa, zoals China, Thailand en Zuid-Afrika. Heb je interesse om een half studiejaar in een ander Europees land te studeren, zoals Frankrijk, Engeland, Duitsland of Spanje? Of wil je naar Canada, de Verenigde Staten of China? International Office kan je wellicht helpen. Op de FEM en HU Amersfoort is een International Office Desk en op HU Oudenoord 330 is een Student Service Desk waar je terecht kunt met algemene vragen of formulieren. Ook kun je hier de Study & Internship Abroad Guide halen waarin je alles kunt vinden over studie- en stageperiodes in het buitenland. 37/116

38 Meer informatie over de locaties en openingstijden vind je op Voor meer specifieke vragen kun je het beste een afspraak maken via (088) of Of kom naar de Wil Weg Dag om je te laten informeren over studie en stage in het buitenland. International Office organiseert dit evenement jaarlijks op de tweede dinsdag van oktober. Let op! Voor de gezondheidszorgopleidingen gelden andere mogelijkheden. Meer weten? Lees in deze studiegids onder en kijk op Study abroad De HU heeft een groot aantal partneruniversiteiten binnen en buiten Europa, waarmee studentuitwisseling plaatsvindt. International Office onderhoudt de contacten met deze partneruniversiteiten, meldt de studenten aan, informeert hen tijdens de gehele buitenlandperiode en verzamelt en verwerkt bij terugkomst evaluaties en cijferlijsten. Wil jij je aanmelden voor een uitwisselingsprogramma of internationale minor van de HU? Kijk dan op onder Study Abroad voor de mogelijkheden, voorwaarden en formulieren. Onder Grants & Scholarships vind je bovendien informatie over beschikbare beurzen. LET OP: De deadline om je aan te melden voor Study Abroad is eind januari. Dit wijkt af van de aanmelding voor andere minoren. De exacte datum wordt bekend gemaakt via SharePoint Stage in het buitenland Wil je stage lopen in het buitenland? Schakel dan je stagecoördinator of het stagebureau van je opleiding in. Zij kunnen je informeren over de te volgen procedure en zijn degenen die hun goedkeuring aan je stageplaats moeten verlenen. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplaats en soms kunnen stagecoördinator of stagebureau je ook hierbij op weg helpen. Zorg ervoor dat je ruim op tijd begint met zoeken, een jaar van tevoren is meestal wel aan te raden. Zeker als je buiten Europa op stage wilt gaan, want het regelen van een visum en andere praktische zaken kan soms lang duren. Kijk op onder Grants & Scholarships voor meer informatie over beschikbare beurzen of maak een afspraak met een van de International Office medewerkers via (088) Voor stages binnen Europa kun je bijvoorbeeld in aanmerking komen voor een Erasmus Placement beurs. Kijk voor meer informatie op onder Internship Abroad en Grants & Scholarships. Daarnaast is een goede informatiebron met o.a. handige stagesites en een checklist. Zie par voor meer informatie over stagemogelijkheden binnen je opleiding Medezeggenschap Kritische studenten zijn onmisbaar voor onze hogeschool. Vind jij het belangrijk je steentje bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs? Word dan actief in een van de commissies of raden waar jij kunt meepraten over de inhoud van je eigen onderwijs. Kijk voor meer informatie op of op Je kunt ook contact opnemen met de coach Bestuurlijke Participatie Studenten (BPS) via De coach Bestuurlijke Participatie Studenten coacht, traint en ondersteunt studenten in de medezeggenschapsraden van de HU Inspraakorganen Je treft advies- en medezeggenschapsorganen op de HU op drie niveaus aan: Opleidingscommissies (OC s) zijn adviesorganen. Ze controleren en adviseren de afdelingsdirecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die wordt aangeboden en de praktijkcomponent van een opleiding, oftewel alles wat met jouw opleiding te maken heeft. Elke opleiding binnen de HU heeft zo n opleidingscommissie. 38/116

39 De faculteitsdirectie wordt gecontroleerd door de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Ze spreken met elkaar over alle opleidingsoverstijgende zaken binnen een faculteit. Hierbij moet je denken aan zaken die per faculteit worden geregeld, zoals ICT-voorzieningen, het facultaire loket rechtsbescherming en de faculteitsbegroting. Elke faculteit heeft een eigen Facultaire Medezeggenschapsraad. De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) controleert de directie van de HU: het College van Bestuur (CvB). Hier gaat het om hogeschoolbrede onderwerpen, zoals de nieuw ingevoerde merkenstructuur, de hogeschoolbrede begroting en samenwerkingsverbanden met andere hogescholen. De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op Zie ook de reglementen voor de Centrale Medezeggenschapsraad, Facultaire Medezeggenschapsraad en Opleidingscommissies, hoofdstuk 5 van het Studentenstatuut HU en het Kiesreglement CMR-FMRpersoneelsraden op Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten De HU stimuleert studenten om bestuurlijk actief te zijn, zodat je bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat zoveel mogelijk studenten betrokken worden bij de beleidsontwikkeling van de HU. Daarom kun je als bestuurlijk actieve student gebruikmaken van onderstaande voorzieningen: Als studentlid van een inspraakorgaan kun je je gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties. Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in de centrale raad, facultaire raad of opleidingscommissie. Via het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet ( kun je vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen. Uiteraard doe je het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring ontvang je per vergadering 40,-. Aan de (totale) financiële compensatie voor bestuursactiviteiten kan een maximum verbonden zijn. Zie de desbetreffende regelingen. Wil je graag lid worden van één (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door je kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen ( Raadpleeg voor vragen over de OC het secretariaat van je opleiding of stuur een naar de coach BPS (bps@hu.nl). Zie voor meer informatie ook Studium Generale Studium Generale is dé plek voor HU-studenten die wat extra uitdaging of verdieping naast hun studie zoeken. De PLUS-programma s van Studium Generale bieden je de mogelijkheid om onder leiding van gedreven professionals je ondernemersvaardigheden, academische vorming of maatschappelijke idealen te onderzoeken en aan te scherpen. Tijdens debatten over de ontwikkelingen binnen de HU, het hoger onderwijs en de maatschappij leer je om je mening te onderbouwen en een goed argument op te bouwen, terwijl je bij de HU Popprijs je muzikale kwaliteiten kunt laten zien. Daarnaast hebben we regelmatig uitdagende opdrachten beschikbaar voor studenten die zich in willen zetten voor een actueel maatschappelijk thema, een lokale activiteit of een (overheids)organisatie die op zoek is naar innovatieve ideeën. In onze maandelijkse nieuwsbrief introduceren we onze activiteiten, op vind je altijd het laatste nieuws. 39/116

40 2.15 Studentenvereniging Algemeen Utrecht heeft een bruisend studentenleven. De verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van alle verenigingen vind je op De HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie kan worden gegeven voor structurele en voor incidentele activiteiten. Wil je meer weten over het aanvragen van en de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een subsidie? Kijk dan op onder Geldzaken. Ter verduidelijking nog even het volgende: naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan je opleiding. Zie hiervoor par Bestuursbeurs Bestuursbeurs Zit je in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kun je in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die je door je bestuursactiviteiten oploopt en die je buiten je prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kun je vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU. Zie ook hoofdstuk E van het Profileringsfonds HU ( Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op onder Profileringsfonds Topsport Doe jij aan topsport en wil je daarnaast studeren? Dan is het goed te weten dat de HU een groot aantal faciliteiten biedt aan studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. De HU beoordeelt op basis van jouw individuele omstandigheden en het niveau waarop je de sport beoefent of je gebruik kunt maken van deze voorzieningen. Je kunt eventueel een beroep doen op de volgende faciliteiten: begeleiding in het plannen van je studie; indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van toetsen; samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF; de mogelijkheid om gebruik te maken van sportaccommodaties en sportmedische begeleiding; financiële ondersteuning als je studievertraging oploopt ten gevolge van sporten op topniveau. Voor meer informatie neem je contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman (topsport@hu.nl of (088) ) of met je studentendecaan (zie par. 2.2) of kijk je op Trajectum Trajectum is het redactioneel onafhankelijke magazine van de HU dat tweewekelijks verschijnt. In Trajectum staan verhalen over studenten en studeren en studentenleven, onderwijs en onderzoek, de stad Utrecht, cultuur en schrijven studenten en docenten columns en andere bijdragen. Op de 40/116

41 site vind je elke dag nieuws, staan prijsvragen, filmpjes, blogs van studenten en docenten en vind je praktische informatie. Trajectum is te volgen via Facebook en Twitter Sport Tegen studentprijzen kun je sporten bij Olympos, het sportcentrum van de HU en Universiteit Utrecht. Olympos heeft onder meer een ruim aanbod aan conditionele sporten en bal-, dans-, vecht- en racketsporten. Kijk op voor uitgebreide informatie over het aanbod, data en tarieven. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut ( Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren De HU hecht groot belang aan een gezonde, veilige en plezierige leer- en werkomgeving, aan zorg voor het milieu en zuinig omgaan met energie. De HU wil de veiligheid en gezondheid van haar medewerkers en studenten waarborgen, door het -tot een aanvaardbaar niveau- verkleinen van risico s op het gebied van arbeidsomstandigheden. Daarom beschikken alle faculteiten en diensten van de HU over een Arbo- en Milieucommissie (A&M-commissie) die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken en de uitvoering coördineert van het Arbo- en Milieubeleid binnen de faculteiten. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt echter ook bij de studenten zelf. Hoe kun jij bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? Van studenten binnen de HU wordt verwacht dat zij meewerken aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studieomgeving. Aandachtspunten zijn: Weet wat je moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Voorkom CANS (RSI). Aandacht voor het milieu. Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Vluchtroutes en nooduitgangen zijn te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. In alle ruimtes staat vermeld wat te doen bij een calamiteit. Bel nooit zelf brandweer, politie of ambulance. Bel wel onmiddellijk het interne alarmnummer 5112 (zie par ), je komt dan in contact met een medewerker(-ster) van de centrale faculteits- of locatiebalie of de receptie. Meld kort en duidelijk: je naam en lokaal / werkplek je telefoonnummer de actuele situatie (hoe, wat en waar) of er slachtoffers zijn en hoeveel waar het is gebeurd De medewerker(-ster) zorgt voor inzet van een EHBO-er of alarmeert, bij een grotere calamiteit, het hoofd Bedrijfshulpverlening (BHV). Blijf altijd kalm, waarschuw alle in gevaar zijnde personen en wacht tot hulpverleners ter plaatse zijn. Bedrijfshulpverlening (BHV) & EHBO Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsorganisatie die bij brand, ongevallen en andere calamiteiten kan worden ingezet. BHV-ers zijn tijdens hun inzet herkenbaar aan hun gekleurde hesjes met daarop de tekst BHV-er. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op. 41/116

42 Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift. Blijf buiten op de verzamelplaats die door de BHV-er wordt aangewezen en wacht op verdere instructies. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder je af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties. Studeren en CANS (RSI) Het lijkt wel of ik steeds vaker last heb van mijn nek. Misschien heb je pijn in je arm, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie denk je dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Deze pijn kan namelijk duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Iedereen kan hiermee te maken krijgen. Als je de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: Repeterend werk; Een statische werkhouding; Weinig afwisseling in houding en beweging; Een verkeerde zithouding op je werkplek (informatie over een juiste zithouding staat in de HU-folder Geef CANS geen KANS); Stress, vooral in piekperioden (toetsen, scriptie schrijven). Tijdens je studie werk je soms lang achter elkaar in dezelfde houding en/of maak je steeds dezelfde bewegingen. Je werkt bijvoorbeeld regelmatig en langdurig aan een beeldscherm, niet alleen op school maar ook nog thuis. Vergeet ook niet de uren die je s avonds doorbrengt met spelletjes en internet. Je kunt CANS grotendeels zelf voorkomen. De belangrijkste tips zijn: Wissel beeldschermwerk af met lezen, aantekeningen maken etc. Werk per dag niet langer dan 5 à 6 uur achter een (standaard desktop opstelling) beeldscherm en niet langer dan 2 uur met een laptop. Zorg bij laptopgebruik langer dan 2 uur voor laptopstandaard, losse muis en los toetsenbord. Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze. Let op een goede zithouding voor het beeldscherm. Zorg voor voldoende ontspanning/sport naast je studie. Neem lichamelijke klachten serieus. Beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) kunnen snel verergeren. Met CANS-klachten kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider of studentendecaan. Je kunt ook terecht bij de arboadviseur van de faculteit (zie: Zijn je klachten al zo ernstig dat er een arts moeten worden geconsulteerd, ga dan naar je eigen huisarts. (Zie ook paragraaf 2.8 over studeren met een functiebeperking). Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. Je kunt hier zelf een bijdrage aanleveren door: het licht niet aan te doen wanneer er voldoende licht is; het licht uit te doen als je een lokaal leeg achterlaat; geen water te verspillen en de spaarknop van de spoelbak (als die er is) te gebruiken; bij warmte het raam niet open te zetten maar de verwarming lager zetten; je computer en het beeldscherm uit te zetten als je klaar bent met je werk; (Chemisch) afval (batterijen, papier, restanten van consumpties) in de daarvoor bestemde afvalbakken te doen, ook in de kantine; het gebouw schoon te houden en zwerfafval te voorkomen; niet binnen het gebouw te roken (verboden). Meer specifieke informatie over Arbo en Milieu, het instellen van beeldschermwerkplekken is na te lezen op de A&M site van de HU: 42/116

43 Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kun je terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van je faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU. Kijk voor meer informatie: Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen Je bent als student in beginsel zelf aansprakelijk voor de gevolgen van ongevallen en schade veroorzaakt aan derden. Door middel van een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren kun je je tegen de financiële gevolgen hiervan verzekeren. Een dergelijke verzekering kun je bij diverse verzekeringsmaatschappijen afsluiten. Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit heeft de HU een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU-locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HUonderwijs in het buitenland. Studenten die in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaan, adviseren wij echter een aanvullende verzekering af te sluiten. Dit kan gratis via de HU. Zie voor meer informatie de website van International Office: Veroorzaak je schade tijdens je stage dan wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Biedt deze geen dekking dan wordt vervolgens jouw WA-verzekering aangesproken. Bieden beide verzekeringen geen dekking, dan kan - tot slot - de verzekering van de HU worden aangesproken Werken naast je studie Wil je een leuke (bij)baan die goed aansluit op je studie? Campus Recruitment is dé plek in en om Utrecht waar je terecht kunt voor persoonlijk loopbaanadvies, een cv-boost maar vooral voor een leuke bijbaan of startersfunctie waar je niet wordt afgerekend op te weinig ervaring. Kijk op Je kunt ook in contact komen met kenniscentra waar studenten gezamenlijk onder leiding van een lector toepassingsgericht onderzoek doen, of werken aan productinnovaties. De studiefinanciering is geen vetpot, dus veel studenten hebben een bijbaantje. Je mag naast je studiefinanciering beperkt bijverdienen per kalenderjaar, zonder dat dit gevolgen heeft voor je studiefinanciering. Deze bijverdiengrens kun je terugvinden op de site van de DUO (Dienst Uitvoering op Onderwijs, en geldt voor iedereen die recht heeft op studiefinanciering. Werk je echter zo veel dat je er studievertraging door oploopt, dan is het vaak verstandiger om extra geld te lenen bij DUO. Overleg zonodig met je studentendecaan (zie par. 2.2) Huisvesting Een leuke betaalbare kamer in Utrecht is niet gemakkelijk te vinden. Houd er rekening mee dat het in de zomermaanden extra druk is op de kamermarkt. Schrijf je in bij op of bij Woningnet, een overkoepelende woningcoörperatie, via Heb je woonruimte gevonden en ben je verhuisd, schrijf je dan in in het bevolkingsregister van de gemeente. Dit is onder meer nodig om bij DUO aan te tonen dat je uitwonend bent. Inschrijven kan (binnen 5 dagen na je verhuizing) bij de Dienst Burgerzaken. Neem een geldig legitimatiebewijs mee. Je verhuizing dien je ook aan de HU door te geven. Hoe je dit via OSIRIS kunt doen, is te vinden in paragraaf van deze studiegids. Ook kun je een adreswijziging via Studielink doorgeven. 43/116

44 3 Opleiding en beroep 3.1 Beroepsprofiel Beroep Fysiotherapie is het vakgebied van het menselijk bewegen: de fysiotherapeut houdt zich bezig met het bewegen van mensen in hun dagelijkse omgeving en maatschappelijke participatie. De fysiotherapeutische zorg richt zich op de oorzaken van gezondheidsproblemen en op de gevolgen van ziekten, aandoeningen en syndromen, met als doel het bevorderen van de gezondheid met betrekking tot het bewegen in relatie tot participatie in de samenleving. Voortbouwend op het zoeken naar oorzaken schenkt de fysiotherapeut veel aandacht aan preventie Vaardigheden afgestudeerde De fysiotherapeut legt de bewegings(on)mogelijkheden van de patiënt vast. Hij onderzoekt op welke wijze het bewegen plaatsvindt om te analyseren waarom de patiënt juist op deze manier beweegt. In de analyse zoekt de fysiotherapeut naar oorzakelijke en beïnvloedbare factoren op basis waarvan hij in samenspraak met de patiënt de doelen en het behandelplan opstelt. Het doel van de behandeling is optimaliseren van het bewegen van de patiënt uitgaande van zijn vermogens en binnen de mogelijkheden die er zijn Werkveld en functies Fysiotherapeuten zijn werkzaam in zowel de extramurale (eerstelijns) als de intramurale gezondheidszorg. In de extramurale zorg werken fysiotherapeuten, in een maatschap, in loondienst of in steeds minder gevallen als solist. In de intramurale zorg werken fysiotherapeuten voornamelijk in ziekenhuizen, revalidatiecentra en verpleeghuizen. Ook werken er fysiotherapeuten in het bedrijfsleven, het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek, de psychiatrie en de zwakzinnigenzorg. Van de ruim achttienduizend werkzame fysiotherapeuten in Nederland werken ongeveer dertienduizend extramuraal en vijfduizend intramuraal. Ze werken multiprofessioneel en onderling samen in transmurale ketens en netwerken. Fysiotherapeutische zorgverlening wordt gerekend tot de curatieve somatische zorg, hoewel ook de palliatieve- en terminale zorg voor de fysiotherapeut niet vreemd zijn. Ook op andere terreinen ontplooien fysiotherapeuten activiteiten. Aandacht voor preventie in de zorg bijvoorbeeld heeft de afgelopen jaren een grotere plaats ingenomen in het belang van gezond en verantwoord bewegen. 3.2 Opleidingsprofiel Doelstelling opleiding De opleiding stelt zich ten doel bekwame fysiotherapeuten op te leiden. Bekwame fysiotherapeuten kunnen bijdragen leveren aan de kennis over en de ontwikkeling van de fysiotherapie en bewegingszorg in algemene zin, kunnen reflecteren op het eigen handelen, kunnen samen werken met andere disciplines, kunnen effectieve en efficiënte bedrijfsvoering toepassen en beschikken over voldoende communicatieve vaardigheden Uitwerking van beroepsprofiel Het opleidingsprofiel vormt een schakel tussen de feitelijke beroepsuitoefening en de opleiding van toekomstige beroepsbeoefenaren. Een schakel waarin het beroep en de eisen met betrekking tot professionele beroepsuitoefening - gecombineerd met actuele onderwijskundige inzichten - verwoord worden in opleidingskwalificaties en in uitgangspunten en richtlijnen voor een opleiding. 44/116

45 Bij het beroep fysiotherapeut, zoals onder meer verwoord in het beroepsprofiel van de fysiotherapeut ( horen rollen, taken en verantwoordelijkheden. Deze worden in het opleidingsprofiel tot uitdrukking gebracht in competenties waarover iedere fysiotherapeut dient te beschikken. Voor het competentieprofiel wordt verwezen naar paragraaf Het hbo-niveau van de opleiding Hogeschool Utrecht heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op hbo-niveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)eisen te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. De eindtermen van de opleiding zijn op haar beurt weer afgeleid van die beroepsvereisten. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria gehanteerd: Kennis en Inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. De afgestudeerde heeft kennis en inzicht verworven in: fysiotherapeutisch screenen, diagnosticeren en behandelen (comp Ia, b); preventief handelen ter voorkoming van gezondheidsproblemen (comp Ic); professioneel samenwerken (comp Id); onderzoeken en innoveren van het beroep (comp IIa) en eigen professionalisering (comp IIb); het werken in en vanuit de organisatie (comp IIIa, b). Toepassen kennis en Inzicht Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. De afgestudeerde past kennis en inzicht toe op: specifieke cliënten met standaard problemen (comp Ia,b,c,d); bij reflectie op praktijkervaringen ten behoeve van de eigen professionalisering (comp IIa) en de ontwikkeling van het beroep (comp IIb); bij het werken in en vanuit de organisatie (comp IIIa, b). Oordeelsvorming Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. De afgestudeerde is in staat tot heldere oordeelsvorming bij: laag tot midden complexe zorgverlening aan cliënten (comp Ia, b, d); preventief handelen (comp Ic); mono- én multiprofessioneel samenwerken (comp Ia, b, c, d, IIa, b); werken in en vanuit de organisatie (comp IIIa, b). Communicatie Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. De afgestudeerde is in staat tot duidelijke communicatie met: cliënten (comp Ia, b, c); beroepsgenoten en overige professionals (comp Id, IIa, b); patiëntenverenigingen (comp IIb, IIIb); verzekeraars (comp IIIa). Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. De afgestudeerde beschikt over de vaardigheden om verdere professionele ontwikkeling grotendeels zelf te sturen (comp IIa). Dit concept ligt vast in de onderwijsvisie van de HU 45/116

46 3.2.4 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Het Competentieprofiel Algemeen Fysiotherapeut (bachelor) richt zich op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Het gaat daarbij uit van de meest gangbare beroepstaken, zonder rekening te houden met specifieke omstandigheden of werksetting. Volgens het competentieprofiel moet je als beginnend beroepsbeoefenaar over in totaal acht competenties beschikken. Deze acht competenties zijn geordend aan de hand van de drie rollen waarmee de fysiotherapeut in de beroepspraktijk te maken krijgt. Dat zijn 1) de rol van hulpverlener, 2) de rol van beroepsontwikkelaar en 3) de rol van werker in en vanuit een organisatie. Wat elk van deze rollen inhoudt en welke competenties bij de betreffende rol horen, zie je in de nu volgende tabel. Beroepsrollen Competenties 1. De fysiotherapeut als hulpverlener In de rol van hulpverlener biedt de fysiotherapeut professionele hulp in de vorm van behandeling en begeleiding van de patiënt, dan wel verleent hij diensten in de vorm van advies, voorlichting, training en coaching. a. Screenen, diagnosticeren, plannen b. Therapeutisch handelen c. Preventief handelen d. Professioneel samenwerken 2. De fysiotherapeut als beroepsontwikkelaar In de rol van beroepsontwikkelaar is de fysiotherapeut verantwoordelijk voor de kwaliteit(sverbetering) van de eigen hulp- en dienstverlening en voor het leveren van een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van het beroep. a. Professionaliseren b. Onderzoeken en innoveren 3. De fysiotherapeut in en vanuit een organisatie Vanuit zijn rol als fysiotherapeut in en vanuit een organisatie is de beroepsbeoefenaar verantwoordelijk voor de organisatie van de eigen werkzaamheden, draagt hij bij aan het intern (bijvoorbeeld kwaliteitsverbetering) en extern (bijvoorbeeld relatie met zorgverzekeraars) functioneren van de organisatie. a. Praktijkvoeren b. Kwaliteitszorg en innovatie Didactische uitgangspunten De opleiding heeft gekozen voor een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is het vermogen van een persoon om (beroeps)taken in een bepaalde (beroeps)context uit te voeren. Dit vermogen bestaat eruit dat de persoon beschikt over een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten. Voor het onderwijs betekent dit het volgende: Het onderwijs is gericht op het verwerven van beroepscompetenties, d.w.z. het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd. Het leren wordt opgevat als een doelgerichte activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied. Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Hierbij wordt waar wenselijk en mogelijk gebruik gemaakt van moderne media (ICT). Het onderwijs is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk elkaar wederzijds positief beïnvloeden. Het leren is een sociaal en interactief proces, studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welke beheersniveau van de competenties is bereikt en de student inzicht te geven in de vorderingen in het eigen leerproces. 46/116

47 De beroepspraktijk staat centraal Centraal in het competentiegericht onderwijs staat de beroepspraktijk van de (beginnend) fysiotherapeut. Dit geldt voor het hele curriculum. Dus: vanaf het eerste tot en met het vierde studiejaar staat het onderwijs in het teken van de voorbereiding op de beroepspraktijk. Alles wat de student moet doen is gericht op het aanleren van die competenties die de beroepspraktijk van de professional vraagt. Concreet betekent dit dat de student in alle blokken, door alle studiejaren heen, vanuit een zo veel mogelijk beroepsgerichte leeromgeving (steeds complexere) beroepsopdrachten moet uitvoeren. Een beroepsopdracht is de term die wordt gebruikt voor de opdracht om vanuit een bepaalde beroepssituatie een beroepsproduct of -dienst te leveren. Meer hierover vind je in de studiehandleiding deel I. In deel II en III van deze studiehandleiding staan respectievelijk de beroepsopdrachten en het daarbij horende ondersteunende onderwijs voor dit studiejaar beschreven Didactische werkvormen Ondersteunend onderwijs Ondersteunend onderwijs is de verzamelnaam voor alle vormen van onderwijs die we binnen het competentiegerichte curriculum inzetten om de student te helpen de vereiste kennis en vaardigheden te verwerven. Welke vormen van ondersteunend onderwijs de student op enig moment volgt, hangt af van de praktijkopdracht waar de student op dat moment aan werkt. Dat verschilt dus per beroepsopdracht. De opleiding Fysiotherapie biedt studenten de volgende vormen van ondersteunend onderwijs: Colleges (CO) Colleges zijn vooral momenten van gezamenlijke kennisontwikkeling. Met hulp van de docent werk je aan je eigen kennis die je nodig hebt voor de beroepsopdrachten waarmee je op dat moment bezig bent. De docent zal als expert het college naar eigen inzicht organiseren, waarbij hij wel rekening houdt met door studenten ingediende leervragen. Het indienen van leervragen staat jou en je medestudenten altijd vrij, maar is niet verplicht. Bij elk college hoort verder een taak, die er uit bestaat dat je ter voorbereiding op de leerstof aan de hand van richtvragen relevante literatuur bestudeert. Ook hier zie je weer het belang van een (inter)actieve opstelling: het college is meer dan alleen een contactmoment met een docent. Vragen over het college kunnen indien nodig worden gesteld tijdens het college, loketuren of via mailcontact. Het is een taak waarop je je goed moet voorbereiden om er voor je zelf zoveel mogelijk uit te halen; Probleemgestuurd onderwijs (PGO) Probleemgestuurd onderwijs volg je in groepen van tien tot twaalf studenten (een halve klas). PGOgroepen krijgen doorgaans aan het begin van de week een probleem, een situatiebeschrijving die om een verklaring vraagt. Dat probleem moet je als groep gezamenlijk oplossen, met gebruikmaking van een bepaalde aanpak (de zogenaamde Zevensprong ) en onder begeleiding van een docent. Je komt uit de PGO-groep met een aantal leerdoelen waarmee je de rest van de week aan de slag gaat. Via zelfstudie en het raadplegen van zogenaamde studiebronnen verzamel je de benodigde kennis. In de volgende PGO-bijeenkomst brengen alle groepsleden - iedereen werkt namelijk aan dezelfde leerdoelen - hun verzamelde kennis en inzichten in. En dan wordt bekeken of je voor het geschetste probleem daadwerkelijk oplossingen hebt gevonden; FPO-lessen Na de oriëntatie ga je gedurende vier lesweken samen met je medestudenten aan de slag met de praktijkopdracht. Dat doe je in de daarvoor gereserveerde tijd en deels onder begeleiding van een docent in de uren Fysiotherapie Praktijkopdrachten (FPO); Miniprojecten (MPO) In een miniproject werk je in kleine groepen van drie à vier studenten zelfstandig aan een grotere taak. Elk groepje maakt in overleg met de docent zelf een plan van aanpak plus taakverdeling, en presenteert na afloop de projectresultaten; Werkgroepen (WG) 47/116

48 In een werkgroep werk je zelfstandig, zonder begeleiding van een docent, aan een kleine(re) taak. Het aantal deelnemers aan een werkgroep varieert; Vaardigheidstrainingen (VT) In een vaardigheidstraining bekwaam en toets je jezelf in de specifieke fysiotherapeutische behandeltechnieken en professionele interacties die in relatie staan tot het onderzoeken en/of behandelen van patiënten. Deze vaardigheden moet je uiteindelijk inzetten tijdens diverse praktijkopdrachten. In vaardigheidstrainingen leer je niet alleen nieuwe vaardigheden aan, maar bekwaam je je tevens in eerder aangeleerde vaardigheden. Met als doel het integreren van deze vaardigheden binnen het fysiotherapeutisch handelen zoals dat aan de orde komt in de praktijkopdrachten tijdens lessen FPO (en uiteindelijk integraal getoetst wordt); Studievoortgangsbijeenkomsten Dit zijn bijeenkomsten waarin je samen met medestudenten onder begeleiding van je studieloopbaanbegeleider (zie 1.3.) reflecteert op de feedbackinformatie/ beoordelingen; STASS Tijdens deze lessen kunnen studenten onder begeleiding van studentassistenten (ouderejaars) werken aan hun vaardigheden. De studenten van het 3 e jaar worden ingezet om de studenten van het 1 e en 2 e jaar te begeleiden. Dit vindt plaats op woensdagochtend van uur voor de 2 e jaars en van uur voor de eerstejaars. Het is facultatief. De studenten kunnen hier hun vaardigheden oefenen die in de vaardigheidslessen worden aangeboden; Loketuren (LU) In de propedeuse wordt er alleen een loketuur voor de biomedische vakken georganiseerd. Loketonderwijs is facultatief onderwijs. Of, hoe vaak en wanneer je ervan gebruik wilt maken, is in principe je eigen zaak. Voor loketuren bestaan geen taken. De docent die er zitting houdt, is er om je te helpen en te begeleiden. Wil je graag weten waar je bepaalde informatie (beter) kunt vinden? Wil je uitleg over iets wat je maar moeilijk kunt begrijpen? Vraag het de loketdocent. Maar let op, vragen die overduidelijk voortkomen uit gemakzucht zullen worden beantwoord met wedervragen en verwijzingen naar leerboeken en literatuur. De loketdocent staat te allen tijde klaar als vraagbaak, echter alleen voor de student die zelf al van alles heeft bestudeerd maar op eigen houtje niet verder komt en dreigt vast te lopen; Audiocolleges Van het merendeel van de colleges die gegeven worden, wordt een audio-opname gemaakt. Dit medium is bedoeld ter ondersteuning bij een goede voorbereiding op de toetsen en niet bedoeld ter vervanging van het volgen van het college. Een groot onderdeel van de te volgen colleges bestaat immers uit interactie en deze interactie is onmisbaar om de gewenste studieresultaten te behalen. Aan de inhoud van de audio colleges kunnen geen rechten worden ontleend m.b.t. de toetsen; Oefentoetsen Door een oefentoets te maken kun je zien welke kennis je nog niet (voldoende) beheerst. Je wordt niet beoordeeld op deze toets en je maakt de toets dus alleen voor jezelf. De stof uit de oefentoets zegt niets over de stof die uiteindelijk getoetst wordt. Je kunt aan de uitkomst van de proeftoets dan ook geen rechten ontlenen. Kort samengevat Binnen competentiegericht onderwijs is het leerproces zodanig georganiseerd dat je langzaam maar zeker alle competenties verwerft die de latere beroepspraktijk van je vraagt. Het ontwikkelen van competenties - een combinatie van kennis, vaardigheden en beroepshouding - vereist een integrale leeromgeving. Dit vind je terug in de curriculumopbouw. Elk studiejaar kent vier onderwijsblokken waarin je volgens een min of meer vast patroon aan een of meerdere beroepsopdrachten en de daarin beschreven competenties werkt. De opleiding zorgt daarbij steeds voor die vormen van ondersteunend onderwijs die je in die fase van je leerproces nodig hebt. 48/116

49 3.2.7 Horizontale doorstroommogelijkheden Voor een student die wil overstappen worden mogelijkheden individueel bekeken. Neem hiervoor contact op met de studentendecaan (zie 2.2) Vervolgopleidingsmogelijkheden Met een HU-bachelor op zak ben je gewild op de arbeidsmarkt. Na afronding van je opleiding fysiotherapie kun je als fysiotherapeut in een particuliere praktijk, een ziekenhuis of een andere instelling zoals een verpleeghuis of een revalidatiecentrum gaan werken. Je kunt binnen de Faculteit Gezondheidszorg van de Hogeschool Utrecht een Master te volgen. Het is ook mogelijk een vervolgopleiding te doen bij diverse andere instellingen waar postbachelor onderwijs wordt georganiseerd. Waarom een master doen na je bachelor Een master verbreedt je horizon en verdiept je vakkennis. Een masteropleiding zorgt ervoor dat je een (nog) betere professional op je eigen vakgebied wordt. Uniek binnen de HU Master Fysiotherapie is het brede aanbod van vijf afstudeerrichtingen: Geriatrie Fysiotherapie, Kinderfysiotherapie, Orthopedische Manuele Therapie, Psychosomatische Fysiotherapie en Sportfysiotherapie. Bij al deze specialisaties ligt de nadruk op directe patiëntenzorg binnen het specifieke vakgebied. Kijk voor meer informatie over de Master Fysiotherapie op Ook is er een ruim aanbod van contractonderwijs. Brochures kunnen worden aangevraagd bij het Studie Informatie Centrum, tel. (030) Kijk voor meer informatie over contractonderwijs op 49/116

50 4 Inrichting en organisatie opleiding 4.1 Algemeen Opleidingsvarianten De opleiding Fysiotherapie onderscheidt drie stromen (doelgroepen) in de bacheloropleiding: De reguliere opleiding, met daarbinnen speciale aandacht voor topsportende studenten en studenten met als vooropleiding mbo Sport en Bewegen/ CIOS; De Bachelor+ opleiding, gericht op havo-studenten met een gemiddeld eindcijfer van 8 of hoger en vwo-studenten met capaciteiten om versneld te studeren; De Verkorte Opleiding Fysiotherapie (VOF), gericht op studenten met een hbo- of wo-propedeuse of hoger. Met deze drie stromen wordt recht gedaan aan verschillende doelgroepen studenten. De opleiding kent geen deeltijd of duale variant. Topsport-, bachelor+ studenten en studenten met als vooropleiding mbo Sport en Bewegen of CIOS kunnen door middel van decentrale selectie worden toegelaten tot de opleiding. Voltijdopleiding De voltijdopleiding is een onderwijsvariant waarbij studenten geacht worden 40 uur per week beschikbaar te zijn voor het onderwijs. De meeste studenten die deze variant kiezen zijn rechtstreeks van de middelbare school of een middelbare beroepsopleiding afkomstig. Zie ook par Bachelor+ opleiding Getalenteerde studenten kunnen de opleiding Bachelor+ Fysiotherapie volgen. Je volgt het curriculum van de verkorte opleiding en doet de studie in 3 jaar in plaats van in 4 jaar. Na het behalen van het eerste studiejaar wordt het propedeuse certificaat uitgereikt. Zie ook par Verkorte Opleiding Fysiotherapie De Verkorte Opleiding Fysiotherapie (VOF) wordt aangeboden aan: a. kandidaten die een hbo/universitaire studie, welke een duidelijk raakvlak heeft met de fysiotherapie, geheel of gedeeltelijk hebben afgerond; b. studenten die eerder fysiotherapie hebben gestudeerd en deze studie hebben afgebroken om een andere reden dan een gebrek aan competentie. Naast de contacturen moet op minstens 20 uur zelfstudie per week gerekend worden. Studenten van de VOF hebben bij binnenkomst al een propedeuse en komen niet in aanmerking voor het propedeuse certificaat Fysiotherapie Opleidingsstructuur algemeen Studiefases De opleiding bestaat uit twee studiefases: de propedeutische fase en de hoofdfase. De opleiding begint met een propedeutische fase van een jaar. Deze fase wordt afgesloten met een propedeutisch getuigschrift. Na de propedeuse volgt de hoofdfase die drie jaar duurt 2 en wordt afgesloten met een bachelordiploma. Zie verder par. 4.2 en 4.3. Studenten van de VOF en de Bachelor+ opleiding volgen een gecomprimeerd programma van drie jaar. Zij starten in het tweede jaar waarin vakken van het eerste en tweede studie jaar in elkaar overlopen. In het tweede blok van het derde jaar volgt de hoofdfase. Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast van de opleiding en de daartoe behorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten (EC s) volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Dit is een studiepuntensysteem om 2 De duur van drie jaar geldt voor de voltijdvariant. Bij deeltijd en duaal kan er sprake zijn van een afwijkende duur. 50/116

51 opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC komt overeen met 28 studie- (klok)uren (inclusief contacttijd). De opbouw van de studielast van iedere cursus wordt nader omschreven in de studiehandleidingen. De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een gemiddelde studielast van 60 EC s, oftewel 1680 uur, per studiejaar als uitgangspunt genomen. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd/stages) bedraagt dus 240 EC s. De studiepunten zijn als volgt over de studiejaren verdeeld: propedeuse: 60 EC s hoofdfase: 180 EC s (major van 150 EC s + profileringsruimte van 30 EC s). Tabel verdeling studielast over opleiding: Propedeuse (60 EC.) Major (150 EC.) Hoofdfase (180 EC.) Profileringsruimte (30 EC.) In de cursusbeschrijvingen is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele studiepunten. Zie OSIRIS ( EC s worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met de bijbehorende toets (c.q. alle deeltoets). Zie ook par. 0. Bij de Verkorte Opleiding en de Bachelor + opleiding worden de studiepunten over drie jaar verdeeld Verkorte opleidingsroutes Inschrijving in de hoofdfase (zij-instromers) Studenten, die op een andere opleiding het getuigschrift Propedeuse Fysiotherapie hebben verkregen kunnen onder bepaalde voorwaarden hun studie voortzetten in het tweede jaar van de hoofdfase van de opleiding Fysiotherapie van de HU. In verband met inhoudelijke verschillen tussen de propedeuseprogramma s van de verschillende opleidingen Fysiotherapie kan de examencommissie aanvullende eisen stellen in de hoofdfase. Informatie kan worden ingewonnen bij het secretariaat fysiotherapie, tel. (088) , IBS@hu.nl. Verkorte Opleiding Fysiotherapie (VOF) De opleiding Fysiotherapie van de HU biedt aan studenten met specifieke studie-ervaring in het hoger onderwijs een verkort studieprogramma in de hoofdfase aan. De verkorte opleiding Fysiotherapie is een driejarige voltijdse studie fysiotherapie. Belangrijke toelatingsvoorwaarde voor de verkorte opleiding Fysiotherapie is een passende vooropleiding. Of een vooropleiding voldoende perspectief biedt, hangt mede af van de mate waarin de vakken: anatomie en fysiologie aan de orde zijn geweest. De meest geschikte vooropleidingen zijn: ALO (akte lichamelijke opvoeding, minimaal propedeuse niveau); Bewegingswetenschappen (minimaal propedeuse niveau); Geneeskunde (minimaal propedeuse niveau); Of een diploma: Oefentherapie Cesar, Oefentherapie Mensendieck, HBO-V, Gezondheidswetenschappen. Heeft een kandidaat een andere vooropleiding dan hierboven genoemd, dan zal deze opleiding door de coördinator VOF gescreend worden, alvorens de aanmeldingsprocedure afgewikkeld kan worden. Alle onderwerpen en regels die in deze studiegids beschreven worden gelden ook voor de Verkorte Opleiding Fysiotherapie. Bij afwijkingen wordt dit gemeld. Informatie kan worden ingewonnen bij het secretariaat fysiotherapie, tel. (088) , IBS@hu.nl. Bachelor+ opleiding De opleiding Fysiotherapie van de Hogeschool van Utrecht kent ook een Bachelor+ opleiding fysiotherapie. Het gaat om een traject voor getalenteerde studenten, met de mogelijkheid om na drie jaar de studie 51/116

52 fysiotherapie af te ronden. De studenten worden nog vóór de loting van de IB-Groep aangenomen via de decentrale selectie. De aanmelding vindt plaats via een aanmeldingsformulier op de website van de Hogeschool Utrecht. Daarnaast moet men zich aanmelden bij Studielink (voor de decentrale selectie). Studenten met een vwo diploma komen voor deze versnelde route in aanmerking of studenten met een havo diploma met gemiddeld een 8 of hoger. Als student van de bachelor + opleiding ben je de gehele week beschikbaar voor de studieactiviteiten. Alle onderwerpen en regels die in deze studiegids beschreven worden gelden ook voor de Verkorte Opleiding Fysiotherapie. Bij afwijkingen wordt dit gemeld. Informatie kan worden ingewonnen bij het secretariaat fysiotherapie, tel. (088) , IBS@hu.nl. Zie voor meer informatie over vrijstellingen par Overzicht curriculum (per studiejaar) Per studiejaar wordt door de opleiding het onderwijsprogramma ofwel het curriculum van zowel de gehele studie als van de onderdelen vastgesteld. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen van zowel propedeuse als hoofdfase zijn hieronder per opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC s en de OSIRIS-code. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden in OSIRIS. Tabel curriculumoverzicht: De opleiding geeft hier aan of en zo ja welke mogelijkheden een student heeft om binnen de major individuele keuzes te maken, gericht op versnellen, profileren of excelleren. Onderwijsprogramma cohort Propedeuse Onderdelen Blok A Blok B Blok C Blok D OSIRIS-code Fysiotherapeutisch Praktijk Onderwijs Proeftoetsen (FPO PT) PT 1 1 GFY-1.PT PT 2 1 GFY-1.PT PT 3 1 GFY-1.PT PT 4 1 GFY-1.PT Stationstoetsen (ST) ST 1 4 GFY-1.ST ST 2 5 GFY-1.ST Blokcasustoetsen (BCT) BCT 1 4 GFY-1.BLCT BCT 2 4 GFY-1.BLCT BCT 3 4 GFY-1.BLCT BCT 4 4 GFY-1.BLCT Anatomie in VIVO 1 (AIV) 3 GFY-1.AIV-10 AIV 1 x Onderliggende toets AIV 2 x Onderliggende toets Integratieve Vaardigheids Toetsen (IVT) VMAS 1 GFY-1.VMAS VMAS 1 GFY-1.VMAS VFIEZ 1 GFY-1.VFIEZ-10 VHBA-E 1 GFY-1.VHBAE-10 52/116

53 VHBA-W 1 GFY-1.VHBAW-10 Studieloopbaanontwikkeling (SLO) SLO 1 2 GFY-1.SLO SLO 2 2 GFY-1.SLO Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) 4 GFY-PGO-10 PGO 1 x Onderliggende toets PGO 2 x Onderliggende toets PGO 3 x Onderliggende toets PGO 4 x Onderliggende toets Klinisch Fysiotherapeutisch Onderwijs (KFO) KFO 1 1 GFY-1.KFO KFO 2 1 GFY-1.KFO KFO 3 1 GFY-1.KFO KFO 4 1 GFY-1.KFO Overige onderdelen Leerlijn ondernemerschap 1 3 GFY-1.LLBO-10 Overige Beoordeling en Toetsen 1 2 GFY-1.OBT-10 Klinimetrie (Individueel) Onderliggende toets Klinimetrie (Groepsopdracht) Onderliggende toets PGO opdracht advies gewenst Onderliggende toets Introductie (Binnen- en Buitenschools) 1 GFY-1.INTRO-10 Oriëntatie Beroep en Gezondheidszorg 5 GFY-1.OBG-10 BOS-Stage 1 Onderliggende toets BOS-Stage 2 Onderliggende toets GOS-Stage Onderliggende toets Totaal Hoofdfase (2 e jaar) - HF 11 (Volgens BaMa structuurindeling) Onderdelen Blok A Blok B Blok C Blok D OSIRIS-code Fysiotherapeutisch Praktijk Onderwijs Proeftoetsen (FPO PT) Proeftoets 1 1 GFY-2.PT VHBA-W x Onderliggende toets VRCAC x Onderliggende toets Proeftoets 2 1 GFY-2.PT VCNA x Onderliggende toets VRCA-R x Onderliggende toets VHBA-E x Onderliggende toets Proeftoets 3 1 GFY-2.PT VCNA x Onderliggende toets VHBA-E x Onderliggende toets VHBA-W x Onderliggende toets Stationstoetsen (ST) ST 3 4 GFY-2.ST3-10 Blokcasustoetsen BCT 5 4 GFY-2.BLCT /116

54 BCT 6 4 GFY-2.BLCT BCT 7 4 GFY-2.BLCT Anatomie in VIVO 2 (AIV) AIV 2 GFY-2.AIV-10 Integratieve Vaardigheids Toetsen (IVT) VHBA-W 1 2 GFY-2.VHBAW1-10 VHBA-W 2 2 GFY-2.VHBAW2-10 VRCA-R 2 GFY-2.VRCAR-10 VRCA-C 2 GFY-2.VRCAC-10 VHBA-E 2 GFY-2.VHBAE-10 VMAS 1 GFY-2.VMAS-10 VCNA 2 GFY-2.VCNA-10 Studieloopbaanontwikkeling (SLO) 1 GFY-2.SLO-10 Juniorstage Juniorstage 9 GFY-2.JSTAG-10 Intervisie juniorstage 1 GFY-2.INTER-10 Casuïstiek juniorstage 2 GFY-2.CAS-10 Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) 3 GFY-2.PGO-MPO-11 PGO 2.2 x Onderliggende toets MPO 2.4 x Onderliggende toets Klinisch Fysiotherapeutisch Onderwijs (KFO) KFO 5 1 GFY-2.KFO KFO 6 1 GFY-2.KFO KFO 7 1 GFY-2.KFO Overige onderdelen Overige Beoordelingen en Toetsen 2 1 GFY-2.OBT-10 Interview allochtonen Onderliggende toets Reanimatie Onderliggende toets Leerlijn ondernemerschap 2 5 GFY-2.LLBO-10 Multidisciplinaire samenwerking (Aanw. lessen + TestVision) 1 GFY-2.MDS-10 Totaal Hoofdfase (3 e jaar blok) HF 10 (Volgens BaMa structuurindeling) Onderdelen Blok A Blok B Blok C Blok D* OSIRIS-code Integratieve Vaardigheids Toetsen (IVT) VRCL 1 GFY-3.VRCL-10 VRCS 1 GFY-3.VRCS-10 VCNA 1 GFY-3.VCNA-10 VFIEZ 1 GFY-3.VFIEZ-10 Stationstoetsen (ST) ST 4 4 GFY-3.ST /116

55 Blokcasustoetsen (BCT) BCT 8 4 GFY-3.BLCT BCT 9 4 Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) 2 GFY-3.MPO-10 MPO 3.1 x Onderliggende toets MPO 3.2 x Onderliggende toets Klinisch Fysiotherapeutisch Onderwijs (KFO) KFO 8 1 GFY-3.KFO KFO 9 1 GFY-3.KFO Overige onderdelen Studieloopbaanbegeleiding (SLO) 1 Leerlijn ondernemerschap 3 4 GFY-3.LLBO-10 Overig Beoordelingen en Toetsen 3 1 GFY-3.OBT3-10 Psychopathologie x Onderliggende toets MCG 1 Meerv Complex Gehandicapten 1 x Onderliggende toets MCG 2 Meerv Complex Gehandicapten 2 x Onderliggende toets Onderwijs blok C Project 3 GFY-3.PROJECT-11 Thema s (5 stuks) 3 GFY-3.THEMA'S-10 Domeintoetsen 1 GFY-3.DT-10 Totaal * In blok D wordt gestart met de eerste seniorstage. Hoofdfase (4 e jaar) HF 08 (Volgens BaMa structuurindeling) Onderdelen Blok A Blok B Blok C Blok D OSIRIS-code Seniorstage Seniorstage I 22 GFY-4.SST1-10 Seniorstage II 22 GFY-4.SST2-10 Terugkomactiviteiten Casuïstiek Senior 2 GFY-4.CAS-10 Intervisie 1 GFY-4.INTER-10 Leerlijn Ondernemerschap 3 GFY-4.LLBO-10 Profilering* 30 Afstudeeropdracht Artikel 6 GFY-4.ART-10 Referaat 1 GFY-4.REF-10 Totaal * Profileringsonderwijs wordt gevolgd in de hoofdfase; de punten worden toegekend wanneer het vak of de minor is afgerond. 55/116

56 Onderwijsprogramma VOF (inclusief Bachelor+) Studenten van de Verkorte Opleiding Fysiotherapie starten in het tweede studiejaar. Binnen de VOF kennen we tweedejaars, derdejaars en vierdejaars groepen. Onderwijsprogramma cohort VOF & Bachelor+ 2 e jaar Onderdelen Blok A Blok B Blok C Blok D OSIRIS-code Blokcasustoetsen (BCT) BCT V1 5* GFY-V.BCT1-10 BCT V2 5* GFY-V.BCT2-10 BCT V3 5* GFY-V.BCT3-10 BCT V4 5 GFY-V.BCT4-10 Stationstoetsen (ST) ST V1 10* GFY-V2.ST1-10 Anatomie in VIVO AIV V2.1 2* GFY-V2.AIV1-10 AIV V2.4 3* GFY-V2.AIV2-10 Integratieve Vaardigheids Toetsen (IVT) VMAS V1 1* GFY-V2.VMAS1-10 VMAS V2 1* GFY-V2.VMAS2-11 VRCA-C 3* GFY-V2.VRCAC-10 VHBA-E 3* GFY-V2.VHBAE-10 VFIEZ 3* GFY-V2.VFIEZ-10 VRCA-R 3* GFY-V2.VRCAC-10 VCNA 1* GFY-V2.VCNA-11 Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) PGO V2.1 2* GFY-V2.PGO1-10 PGO V2.2 2* GFY-V2.PGO2-10 PGO V2.3 3* GFY-V2.PGO3-10 PGO V2.4 3 GFY-V2.PGO4-10 Studieloopbaanontwikkeling (SLO) SLO 1 2* GFY-V2.SLO1-10 SLO 2 3* GFY-V2.SLO2-10 Klinisch Fysiotherapeutisch Onderwijs (KFO) KFO V2.1 1* GFY-V2.KFO1-10 KFO V2.2 1* GFY-V2.KFO2-10 KFO V2.3 1* GFY-V2.KFO3-10 KFO V2.4 2 GFY-V2.KFO4-10 Overige onderdelen Leerlijn ondernemerschap 3 GFY-V2.LLBO-10 Klinimetrie 1 GFY-V2.KLINI-11 Reanimatie 1 GFY-V2.REANIM-11 Totaal * Deze onderdelen (totaal 60 EC) vormen bij de Bachelor+ opleiding tezamen de propedeuse. 56/116

57 Onderwijsprogramma cohort VOF & Bachelor+ 3 e jaar Onderdelen Blok A Blok B Blok C Blok D* OSIRIS-code Blokcasustoetsen (BCT) BCT V3.1 5 GFY-V3.BCT5-10 BCT V3.2 5 GFY-V3.BCT6-10 BCT V3.3 5 GFY-V3.BCT7-10 Stationstoetsen (ST) ST V2 10 GFY-V3.ST2-10 Integratieve Vaardigheidstoetsen (IVT) VMAS 2 GFY-V3.VMAS-10 VCNA 3 GFY-V3.VCNA-10 VHBA-E V3.1 3 GFY-V3.VHBAE1-10 VHBA-E V3.3 2 GFY-V3.VHBAE2-10 VHBA-W 2 GFY-V3.VHBAW- 10 VFIEZ V3.1 2 GFY-V3.VFIEZ1-10 VFIEZ V3.3 2 GFY-V3.VFIEZ2-10 VRCA-L 2 GFY-V3.VRCAL-10 VRCA-S 2 GFY-V3.VRCAS-10 Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) MPO V3.1 1 GFY-V3.MPO1-11 MPO V3.2 2 GFY-V3.MPO2-11 MPO V3.3 2 GFY-V3.MPO3-11 Klinisch Fysiotherapeutisch Onderwijs (KFO) KFO V3.1 1 GFY-V3.KFO1-10 KFO V3.2 2 GFY-V3.KFO2-10 KFO V3.3 2 GFY-V3.KFO3-10 Oriënterende stage Oriënterende Stage (VOF) 9 GFY-V3.ORST-11 Juniorstage + intervisie (Bachelor+) 9 GFY-V3.JUNIOR- 11 Casuïstiek 1 GFY-V3.CAS-10 Overige onderdelen Studieloopbaanontwikkeling (SLO) 2 GFY-V3.SLO-10 Leerlijn Ondernemerschap 3 GFY-V3.LLBO-10 Onderwijs Blok D Projecttaak 2 Thema s 3 GFY- V3.PROJECT-10 GFY-V3.THEMA'S- 10 Totaal * In blok D wordt gestart met de eerste seniorstage. 57/116

58 Onderwijsprogramma cohort VOF & Bachelor+ 4 e jaar Onderdelen Blok A* Blok B Blok C* Blok D OSIRIS-code Seniorstage Seniorstage I 22 GFY-V4.SST1-11 Seniorstage II 22 GFY-V4.SST2-11 Terugkomactiviteiten seniorstage Intervisie Senior 4 GFY-V4.INTER-10 Casuïstiek Senior 4 GFY-V4.CAS-10 Profilering** 30 Artikel & Referaat Artikel 6 GFY-V4.ART-10 Referaat 2 GFY-V4.REFER-10 Totaal * Blok A wordt in beslag genomen door de eerste seniorstage, casuïstiek en intervisie. Blok B en C worden in beslag genomen door de tweede seniorstage, casuïstiek en intervisie ** Profileringsonderwijs wordt gevolgd in de hoofdfase; de punten worden toegekend wanneer het vak of de minor is afgerond Lesdagen en tijden Onderwijsluwe weken en vakantie weken In het rooster komen onderwijsluwe- en vakantieweken voor. In een onderwijsluwe week wordt er geen onderwijs gegeven, maar de uren in die week staan wel geregistreerd als studiebelastinguren. Dat betekent dat studenten officieel geen vakantie hebben en dat er onderwijstaken uitgewerkt moeten kunnen worden. Bovendien kunnen toetsen direct aansluitend worden ingeroosterd. Lesdagen In een week worden lessen in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van uur. De lesdagen en -tijden van de VOF zijn afwijkend (zie hieronder). Lestijden Alle onderwijsonderdelen bestaan uit 1 of meer lesuren. Een lesuur duurt 50 minuten er wordt geroosterd in een klokuur van 60 minuten. Voor het volgen van lessen dient men op tijd in het lokaal aanwezig te zijn. Eventuele laatkomers hoeven niet tot het college te worden toegelaten. Er wordt naar gestreefd om studenten van de reguliere opleiding in principe alleen overdag in te roosteren. De lessen worden zoveel mogelijk evenwichtig verdeeld over de lesdagen. Dit zal echter niet altijd lukken omdat de roostering afhankelijk is van de beschikbaarheid van lokalen, docenten, enz. Voor de Verkorte Opleiding gelden andere lestijden: Lestijden 2 VOF: Dinsdag Donderdag Vrijdag Lestijden 3 VOF: Dinsdag Donderdag NB. Er wordt van je verwacht dat je dagelijks op SharePoint je rooster controleert op wijzigingen! 58/116

59 4.1.6 Uitval van lessen Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid van een docent, ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Indien dit niet mogelijk is kan het voorkomen dat lessen worden gecomprimeerd, of op dezelfde dag of op een ander moment. Als een college/ les uitvalt, worden studenten hiervan op de hoogte gesteld via de publicatieborden en via SharePoint of per mail. De docent overlegt bij terugkeer met de groep hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Indien een student afwezig is geldt de volgende regel: alleen bij cursussen met een aanwezigheidsplicht dien je je per mail ziek te melden bij de desbetreffende docent en bij langdurige ziekte geeft je de ziekmelding door aan je studieloopbaanbegeleider. Wanneer studievertraging dreigt, dien je tevens contact op te nemen met de studentendecaan (zie par. 2.2) Studieloopbaanbegeleiding Iedere HU-student heeft recht op studieloopbaanbegeleiding. Om deze begeleiding mogelijk te maken zijn meerdere docenten aangewezen als studieloopbaanbegeleider, die als spil tussen de student en de opleiding fungeren. Je kunt bij hem of haar terecht met vragen en problemen die verband houden met je studie. Denk daarbij aan je studievoortgang of keuzes die je kunt maken in het curriculum. Als je een waarschuwend tussentijds studieadvies hebt ontvangen, zal je met medewerking van je studieloopbaanbegeleider een studieplan moeten opstellen. Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin je je eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen. Dit is het proces waarin je sturing leert geven aan je eigen leerproces, persoonlijke ontwikkeling en studieloopbaan. Doel van studieloopbaanbegeleiding is dat je: inzicht verwerft in het beroep en in de eisen die de beroepsuitoefening stelt; op basis daarvan kunt beoordelen of je jezelf in het beroep wil bekwamen en ontplooien; je daadwerkelijk bekwaamt in de beroepsuitoefening, zodat je na afronding van de opleiding voldoet aan de gestelde eindtermen; optimaal gebruikmaakt van de beschikbare middelen en tijd, zodat een maximaal studierendement wordt bereikt. De begeleiding c.q. coaching vindt plaats door middel van individuele gesprekken, groepsbijeenkomsten en opdrachten. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk verminderen. De gesprekken die je met de studieloopbaanbegeleider voert, zijn gebaseerd op de ervaringen die je hebt opgedaan in projecten, lessen, practica, Studie Loopbaan Ontwikkeling (SLO) opdrachten, bedrijfsbezoeken en stage. In deze gesprekken leer je verbanden te leggen tussen de verschillende ervaringen. Gaandeweg krijgt je een beeld van wat je met de opleiding wil en welke rol je binnen het beroepenveld zou willen spelen. Daaruit trek je conclusies en formuleer je vervolgens leerdoelen en een daarbij behorend plan van aanpak. Dit laatste maakt deel uit van je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Het geheel wordt opgenomen in je portfolio. De studieloopbaanbegeleider zal je eventueel attenderen op aanvullende onderwijsprogramma s (taal, biologie e.d.) als dit voor je studievoortgang nodig is en bespreekt het (voorlopig) studieadvies met je (zie ook paragraaf 4.2.4). In de hoofdfase begeleidt de studieloopbaanbegeleider je bij het opstellen van je profileringsplan (zie ook paragraaf 4.3.5). Voor persoonlijke problemen die je in je studie belemmeren kun je ook terecht bij de studentendecaan. Deze kan je adviseren bij bijvoorbeeld financiële kwesties en zal je eventueel doorverwijzen naar 59/116

60 bijvoorbeeld een studentenpsycholoog, assertiviteitscursus, faalangsttraining, of voorzieningen bij handicap. (Zie ook paragraaf 2.2) Zie art. 21 OER-FG De studieloopbaanbegeleider kan in specifieke situaties, zoals bij vastlopen in de lessen of stage tevens doorverwijzen naar de decaan. Na de analyse van het probleem kan doorverwijzen naar decaan, studentpsycholoog, supervisor, verwijzing naar een training faalangst, omgaan met assertiviteit, sterk op stage, of een cursus klinisch redeneren volgen. Voor meer informatie over aanvullende begeleiding, de studieloopbaanbegeleiding (SLB) in de propedeuse en hoofdfase, periode en frequentie van studievoortganggesprekken, cursus(sen) gericht op SLB, opstellen van persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), profileringsplan etc. zie ook de studiehandleiding Studieloopbaanbegeleiding. Studieloopbaanbegeleiding voor langstudeerders Als je, om welke reden dan ook, in het 3 e jaar nog niet op seniorstage kunt dan is de kans zeer groot dat je studievertraging gaat oplopen. Dit wordt ook nog eens versterkt doordat je dan niet meer participeert in een groep. Uit ervaring is gebleken dat het dan veel zelfdiscipline vraagt om je studie te plannen en toetsen af te sluiten. Tijdens de stage kan er ook vertraging optreden. De student kan op verwijzing van de stagedocent in aanmerking komen voor supervisie. De stagedocent verwijst door naar de portefeuillehouder studentenbegeleiding in verband met een intake en de indeling voor supervisie. Omdat de veranderingen in het onderwijs en ontwikkelingen in het beroep snel gaan is het van belang dat je blijft oefenen en eventueel lessen gaat volgen. Om op stage te kunnen gaan is het verplicht dat je in ieder geval nog twee jaar voorafgaand aan je stage vaardigheidslessen hebt gevolgd. Als je langer dan twee jaar geen vaardigheidslessen hebt gevolgd kun je niet met je Seniorstage beginnen en moet je opnieuw vaardigheidslessen volgen. Behaalde studieresultaten blijven wel van kracht. Om je studievertraging zo beperkt mogelijk te houden biedt de opleiding de volgende ondersteuning: - Een speciale studieloopbaanbegeleider - SLB bijeenkomsten - Het maken van een realistische planning - Het bijwonen van vaardigheidslessen - Faalangsttraining - Het vinden van oefenpartners - Een start maken met je afstudeerproduct, etc. Hoe de ondersteuning er concreet uit ziet is afhankelijk van de mate van,- en onderdelen waarin de vertraging is opgelopen. Contactpersoon: Marijke Molmans, marijke.molmans@hu.nl 60/116

61 4.1.8 Registratie studievoortgang Je behaalde studieresultaten worden geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par De studievoortgang wordt uitgedrukt in studiepunten volgens het European Credit Transfer System (EC s). Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende EC s toegekend. Zie ook par. 0. Via OSIRIS kun je te allen tijde zelf je studievoortgang bekijken. Je wordt als student geacht zelf je cijfers te controleren. Mogelijke fouten dien je binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in OSIRIS te melden bij de examinator of de examencommissie. De opleiding neemt contact met je op als blijkt dat je een beduidende achterstand oploopt bij het behalen van studiepunten. In overleg wordt bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan kan worden gedaan. De HU verwacht van jou dat je bij studieachterstand initiatief neemt tot contact met je studieloopbaanbegeleider (zie par ) of studentendecaan (zie par.2.2) Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Het propedeusejaar start met een introductiekamp op woensdag 24 augustus Het kamp is voor studenten van de opleiding Oefentherapie Cesar en de opleiding Fysiotherapie, waaronder ook de studenten van de Bachelor+ klas. De kosten bedragen 70,-. Studenten die niet kunnen deelnemen aan het kamp dienen extra activiteiten uit te voeren om het gemiste studiepunt te kunnen compenseren. Je bent verplicht je aan te melden bij IBS@hu.nl onder vermelding van studiepunt introkamp. Bovengenoemde excursies, werkweken e.d. maken onderdeel uit van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deelname is verplicht. Studenten die door overmacht en/of persoonlijke omstandigheden (waaronder financiële problemen) niet kunnen deelnemen aan excursies, werkweken, trainingen en begeleidingsdagen kunnen in aanmerking komen voor een vervangende opdracht. Daartoe kun je een verzoek indienen bij de examencommissie (zie par.1.3.4fout! Verwijzingsbron niet gevonden.) Studiekosten en eigen bijdragen Als student moet je rekening houden met kosten verbonden aan het onderwijs. Collegegeld Afhankelijk van je situatie wordt bepaald of je wettelijk collegegeld of instellingscollegegeld verschuldigd bent. In hoofdlijnen geldt de volgende regeling. Je betaalt wettelijk collegegeld als: - je niet eerder een bachelor- of mastergraad hebt behaald. Een uitzondering geldt voor een bachelor- of masterorgraad van de opleidingen in de domeinen Gezondheidszorg of Educatie, als je maar niet eerder binnen hetzelfde domein een graad hebt gehaald en; - je woont in Nederland, België, Luxemburg of in de deelstaten Noord-Rijnland-Westfalen, Neder- Saksen of Bremen van Bondsrepubliek Duitsland en; - je de Nederlandse nationaliteit hebt of daarmee gelijk wordt gesteld (conform art. 2.2 WSF 2000). Voor het studiejaar gelden de volgende collegegelden: Het wettelijk (c.q. door de HU op grond van art lid 4 WHW vastgestelde) collegegeld voor studiejaar bedraagt: 1.713,- voor voltijdstudenten 1.713,- voor duale studenten 1.354,- voor deeltijdstudenten 1.534,- voor deeltijdstudenten die een bekostigde master volgen aan de FE of de FMR 61/116

62 Het voor het studiejaar vastgestelde instellingscollegegeld bedraagt: 7.414,- voor voltijdstudenten 7.414,- voor duale studenten 5.860,- voor deeltijdstudenten Voor studenten die al in studiejaar twee bacheloropleidingen volgden geldt een ander tarief (zie hierna). Voor studenten die voor studie of stage verplicht naar het buitenland moeten (en daardoor niet ingeschreven kunnen blijven staan in de Gemeentelijke BasisAdministratie), geldt een instellingscollegegeld ter hoogte van het wettelijk tarief. Twee bacheloropleidingen tegelijk: Als je al in studiejaar of eerder voor twee bacheloropleidingen stond ingeschreven of je gaat je per studiejaar voor een tweede bacheloropleiding inschrijven, dan geldt tijdelijk een bijzondere regeling. Als je een graad voor de eerste opleiding hebt behaald, en de tweede opleiding wilt afmaken, ben je instellingscollegegeld verschuldigd (tenzij het om de uitzonderingen voor educatie en gezondheidszorg gaat). Op grond van afspraken tussen de hbo-instellingen en het ministerie ben je in dat geval in de jaren en een instellingscollegegeld verschuldigd dat gelijk is aan het dan geldende wettelijke collegegeld. Twee bacheloropleidingen na elkaar: Per 1 september 2010 is de wetgeving ingrijpend gewijzigd. Een belangrijke wijziging in de wet is dat het Ministerie van OCW nog maar één bachelor- en één masteropleiding bekostigt, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen HBO- en WO-graden. Wanneer je eerder een bachelor- of mastergraad hebt behaald (tenzij vóór ) en je wilt je inschrijven, of je hebt al een graad en je bent nu ingeschreven voor een tweede bachelor- of masteropleiding dan val je in de categorie stapelaars. Stapelaars betalen voor hun tweede bachelor- of masteropleiding niet het wettelijke collegegeld, maar het instellingscollegegeld. De overheid maakt een uitzondering voor een tweede studie in de zorg of het onderwijs, maar alléén als je eerste studie buiten die sectoren valt. Instellingscollegegelden liggen aanzienlijk hoger dan wettelijke collegegelden omdat de HU geen bekostiging meer ontvangt voor een student die een tweede bachelor dan wel tweede masteropleiding volgt. De HU echter heeft besloten om voor stapelaars die al vóór het studiejaar ingeschreven stonden bij een opleiding aan de HU, en deze opleiding ononderbroken hebben voortgezet, de verhoging van het collegegeld geleidelijk in te voeren. In betaal je 50 % van het instellingscollegegeld en in betaal je het volledige instellingscollegegeld. Als je nieuw (of na een onderbreking) bent ingestroomd in het studiejaar , heeft de HU eveneens besloten de verhoging van het collegegeld geleidelijk in te voeren. In betaalt je 75 % en in % van het instellingscollegegeld. Er zijn soms mogelijkheden om een beroep te doen op fiscale aftrek van studiekosten ( Als je naast je studie werkt, kun je ook bij je werkgever naar de mogelijkheden informeren. Inschrijving als extraneus Het door de HU vastgestelde examengeld voor extraneï bedraagt 1.713,-. Deze inschrijvingsvorm is mogelijk voor studenten die alleen tentamens afleggen en geen begeleiding of ondersteuning nodig hebben. Een extraneï mag geen onderwijs volgen, maar legt enkel tentamens en examens af. Inschrijving als extraneus is niet altijd mogelijk. Voor deze opleiding kan een student niet als extraneus ingeschreven worden. Collegegeldverhoging langstudeerders 62/116

63 Met ingang van studiejaar wordt mogelijk het wettelijk collegegeld verhoogd wanneer je meer dan een jaar uitloopt met je opleiding. Na de reguliere studieduur van zowel een bachelor als van een master mag je nog een jaar extra studeren tegen het normale (lage) wettelijke collegegeld. Let op: voor het bepalen van de inschrijvingsduur tellen ook eerdere inschrijvingen aan andere vergelijkbare Hoger Onderwijs-opleidingen vanaf 1991 mee (bv. ook universitaire opleidingen). Als je het uitloopjaar hebt benut, ga je het langstudeerderstarief betalen, dat wil zeggen het normale wettelijke collegegeldtarief plus een verhoging van waarschijnlijk 3000,-. Als er een jaar extra studiefinanciering is toegekend, krijg je ook een extra jaar uitstel. De nominale studieduur is gesteld op 60 EC per jaar. Voor een bachelor van 240 EC is de nominale studieduur 4 jaar; vanaf het 6e studiejaar val je onder de langstudeerders regeling. Voor een master van 60 EC is de nominale studieduur 1 jaar; vanaf het 3e studiejaar val je onder de langstudeerders regeling. Voor een master van 90 EC en 120 EC is de nominale studieduur 2 jaar; vanaf het 4e studiejaar val je onder de langstudeerders regeling. Kosten voor boeken en leermiddelen Studiekosten eerstejaars leermiddelen 3: 25,-. Voor de tweedejaars studenten van de VOF en Bachelor+ bedragen de kosten eveneens 25,-. Inbegrepen bij deze kosten zijn: werkboek Anatomie (alle jaren), studiegids en usb-stick met digitale leermiddelen; Boeken: De aanschaf van verplicht aan te schaffen boeken kan voor de eerstejaars studenten van het studiejaar geschat worden op 1025,-, voor de tweedejaars studenten op 300,- en voor de tweedejaars VOF studenten 1.150,-; de eenmalig aan te schaffen fysiotechniekset ( 45,-); de eenmalig aan te schaffen hartslagmeter ( 40,-). Bijzondere kosten Onder bijzondere kosten wordt verstaan kosten die gemaakt kunnen worden voor: introductiekamp aan het begin van het eerste studiejaar (par ); studiematerialen zoals schrijfwaren, handdoek voor de praktijklessen, hoeslaken voor de lessen onderzoeken en behandelen, fotokopieën, enz.; lidmaatschap beroepsvereniging Vereniging voor Fysiotherapeuten (KNGF, hepatitis-b vaccinatie: Studenten komen tijdens de stages in contact met patiënten. In specifieke situaties kan het van belang zijn dat vaccinatie tegen Hepatitis B heeft plaatsgevonden. Deze ziekte vormt tijdens de beroepsuitoefening in omstandigheden waarbij sprake is van bloedcontact, een risico. Veel klinische stageplaatsen stellen vaccinatie verplicht. Studenten kunnen zich in het eerste jaar laten vaccineren. De FG is betrokken bij een onderzoek uitgevoerd door het UMC. Doel van het onderzoek is de snelheid en de hoogte van de antistof tegen hepatitis B en de afweerreactie door T-cellen op de eerste en tweede injectie van de hepatitis B vaccinatie te meten. De vaccinatie wordt voor alle eerstejaars studenten door de Hogeschool Utrecht vergoed. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij het STIP. Voor hogerejaars studenten geldt deze vergoedingsregeling niet en bedragen de kosten voor vaccinatie gemiddeld 150,-. Het management van de opleiding Fysiotherapie stelt vaccinatie in de meeste gevallen niet verplicht. Wel is het zo dat studenten die zich niet laten vaccineren en daardoor een klinische stageplaats mislopen, de opleiding niet aansprakelijk kunnen stellen voor de gevolgen. Financiële tegemoetkoming Studenten die wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet kunnen dragen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor moet een verzoek worden ingediend bij de faculteitsdirectie. Studiefinanciering 3 Voor de andere jaren kan het lesmateriaal gedownload worden van SharePoint 63/116

64 Voor recente informatie met betrekking tot studiefinanciering kun je terecht bij de studentendecanen: mw. M. Strieder, mw. N. Kalker, mw. J. van Dam en hr. M. Veenstra. Financiële tegemoetkoming Studenten die wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet kunnen dragen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor moet een verzoek worden ingediend bij de faculteitsdirectie (par ). 64/116

65 4.2 Inrichting propedeuse Algemeen De propedeutische fase heeft drie functies: Oriëntatie Voor je studievoortgang is het van groot belang dat je een opleiding volgt die bij je past. Dat betekent dat de inhoud van de opleiding, het beroepenveld waarvoor je wordt opgeleid en de wijze waarop je opleiding is georganiseerd je moeten aanspreken. De propedeuse is er mede voor bedoeld om te kijken of dat het geval is en is daar ook op gericht. Selectie Aan het einde van je eerste studiejaar wordt de balans opgemaakt. Zit je wel op de juiste opleiding? Is je studievoortgang voldoende? De antwoorden op die vragen blijken een grote voorspellende waarde te hebben voor het uiteindelijk behalen van je diploma. Binnen de HU maken we de balans op met een individueel studieadvies op basis van het begeleidingstraject. Belangrijk is dat daarbij gekeken wordt naar het aantal bepaalde EC s. Het is heel belangrijk dat je de norm van dit studieadvies kent, en ook de regels die rondom deze norm gelden. Lees daarom vooral ook paragraaf Studieadvies, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Verwijzing Als je onverhoopt niet op een juiste opleiding zit, raak dan niet in paniek. Van belang is dat je tijdig aankaart dat je twijfelt aan je studiekeuze. Wellicht is dat onterecht en zijn je beelden nog niet compleet, maar het kan ook voorkomen dat je een onjuiste studiekeuze hebt gemaakt. Er zijn voorzieningen die je ondersteunen bij studietwijfel. Zo kun je bijvoorbeeld terecht bij Centrum Studiekeuze om een studiekeuzetest te doen. Belangrijk: neem in geval van twijfel altijd tijdig contact op met je studieloopbaanbegeleider Instroom en toelating propedeuse Toelating tot de propedeuse Wettelijk toegang tot de opleiding Fysiotherapie hebben diegenen die in het bezit zijn van een diploma havo, vwo, mbo niveau 4 of die een vergelijkbare vooropleiding hebben gehad. Beschik je niet over de juiste vooropleiding en ben je 21 jaar of ouder? Dan moet je, om te worden toegelaten, deelnemen aan het toelatingsonderzoek 21+ van de opleiding die je wilt volgen binnen de HU. Het toelatingsonderzoek bestaat uit drie toetsen en een intakegesprek. Het doel van het toelatingsonderzoek is om te achterhalen of je qua kennis, inzicht en taalvaardigheid geschikt bent voor het hoger beroepsonderwijs. Het kennisniveau waarop wordt getoetst is het HAVO-eindexamen. Het toelatingsonderzoek wordt ook wel toelatingsexamen of colloquium doctum genoemd. Het toelatingsonderzoek van de opleiding fysiotherapie bestaat uit de volgende toetsen: - Nederlands - Engels - Biologie Meer informatie kun je vinden op: Het kan voorkomen dat je wordt vrijgesteld van het afleggen van een of meerdere toetsen, dit is ter beoordeling van de examencommissie IBS. Indien je slaagt voor alle opgelegde toetsen wordt een beschikking afgegeven door de examencommissie. In deze beschikking geeft de examencommissie aan dat de kandidaat toelaatbaar is voor de opleiding Fysiotherapie aan de Hogeschool Utrecht en geeft de opleiding de kandidaat toestemming om deel te nemen aan de loting. 65/116

66 Topsporters De Hogeschool van Utrecht heeft al ruim 25 jaar een topsportklas voor Fysiotherapiestudenten. Het onderwijsprogramma kan aangepast worden zodat je s middags kunt sporten. Topsporters kunnen verzoeken toetsen op aangepaste tijdstippen af te leggen, dit ligt ter beoordeling bij de examencommissie IBS. Je moet hiervoor door NOC*NSF als topsporter zijn gekwalificeerd. Dat betekent dat je topsporter bent als je internationaal op de hoogste niveaus (E(J)K s, W(J)K s, en Olympische Spelen) je sport beoefent. Studenten die in Jong Oranje zitten of beschouwd worden als aanstormend talent door een nationale sportbond kunnen ook onder de topsportregeling vallen. Mbo-groep Sporten en Bewegen/ CIOS De opleiding Fysiotherapie is in september 2007 gestart met een mbo-groep voor studenten met het diploma Sport en Bewegen en CIOS niveau 4. Aansluiting van mbo-studenten naar hbo-onderwijs is een speerpunt in het beleid van de Hogeschool Utrecht. Informatie kan worden ingewonnen bij het secretariaat, tel. (088) , IBS@hu.nl Studieprogramma propedeuse Zie voor informatie over het studieprogramma van de propedeuse paragraaf Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je in OSIRIS ( Hoe is het leerproces georganiseerd (Propedeuse- en Hoofdfase) Beroepsopdrachten Binnen het competentiegericht onderwijs staat de beroepspraktijk centraal. Dat blijkt uit het feit dat je gedurende het hele curriculum werkt aan een serie - steeds complexere - beroepsopdrachten. Wat is precies een beroepsopdracht? Een beroepsopdracht is een letterlijke opdracht aan de student en is gebaseerd op een situatie uit de beroepspraktijk van een fysiotherapeut. Uit die beroepssituatie volgt een praktijkopdracht: hierin wordt beschreven welke producten je moet maken en welke diensten je moet leveren om je competentieniveau in die situatie aan te tonen. Een beroepsopdracht beschrijft behalve de beroepssituatie en de Opzet Beroepsopdrachten praktijkopdracht ook de kennis en vaardigheden die voor het uitvoeren van de Titel: praktijkopdracht nodig zijn, evenals het onderwijs dat voor het verwerven van die Rol: kennis en vaardigheden nodig is. Competentie: Onder een beroepssituatie verstaan we elke willekeurige situatie waarin de (aankomend) fysiotherapeut moet handelen. Een beroepssituatie kan gesimuleerd zijn, zoals in het onderwijs, of echt, zoals tijdens de stage. In de beroepssituaties A. Beroepssituatie (context) moet je praktijkopdrachten uitvoeren in de vorm van hetzij het maken van een product, hetzij het leveren van een dienst. Moet je een beroepsproduct maken, dan gaat het om een concreet en tastbaar ding. Meestal is dat een document in de vorm van bijvoorbeeld een behandelplan, een protocol of een beleidsplan. B. Praktijkopdracht C. Oriëntatie/ KFO D. Ondersteunend onderwijs Een beroepsdienst daarnaast, is niet tastbaar maar behelst een vorm van interactie met iemand anders, meestal een patiënt of collega. Een beroepsdienst E. F. Richtlijnen/ protocollen Literatuur lever je bijvoorbeeld als je een patiënt behandelt of een voorlichtingsgesprek voert. Aan het begin van de opleiding zijn de beroepsopdrachten minder G. Toetsing omvangrijk en complex dan later. Maar eenvoudig of complex, doorgaans geldt dat voor het uitvoeren van een beroepsopdracht meer dan één competentie vereist is. In een beroepsopdracht werk je dus veelal aan meerdere competenties tegelijk. Omdat competenties bestaan uit een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes, zoals de definitie in par laat zien, kun je competenties het beste ontwikkelen in een proces van integraal leren. Integraal leren, immers, betekent zoveel als het in samenhang ontwikkelen van kennis, vaardigheden, (beroeps)houding en persoonskenmerken. Competentiegericht leren is dus eigenlijk integraal leren en dat zie je terug in de opbouw van de beroepsopdrachten. Werken in blokken Vaak werk je tijdens een blok aan meerdere beroepsopdrachten, maar op geen enkel moment van je studie ben je aan meer dan drie beroepsopdrachten tegelijk bezig. Elk blok is zodanig ingericht dat het 66/116

67 alles bevat wat je nodig hebt om de beroepsopdracht(en) waar je in die periode voor staat ook goed te kunnen uitvoeren. Een beroepsopdracht begint altijd met een oriëntatie op de beroepsopdracht. Zo n oriëntatie bestaat uit een of meer activiteiten - een klinische les, een bezoek aan een beroepspraktijk (KFO) - waaruit duidelijk blijkt om welk fysiotherapeutisch handelen het gaat in deze beroepsopdracht. Je weet dus al in een vroeg stadium wat we van je verwachten. En daar moet je goed over nadenken, want al tijdens de oriëntatie moet je je eerste eigen leervragen formuleren (zie ook par ). Na de oriëntatie ga je gedurende vier lesweken (A1 t/m A4) samen met je medestudenten aan de slag met de praktijkopdracht. Dat doe je in de daarvoor gereserveerde tijd, de uren Fysiotherapie Praktijkopdrachten (FPO). De opleiding biedt je daarbij ondersteunend onderwijs in de vorm van bijvoorbeeld vaardigheidstrainingen (VT), colleges (CO), Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) en werkgroepen (WG) (zie par ). Tijdens de uren FPO leer je de verschillende vakken te integreren. Doordat je steeds meer kennis en vaardigheden verkrijgt ben je steeds beter in staat om de praktijkopdrachten uit te voeren en te komen tot een volledige integratie van alle geleerde stof tot een onderzoek of een behandeling. Je sluit ieder blok af met een proeftoets (PT). Dit is het moment waarop je moet laten zien dat je in staat bent de gevraagde producten en/of diensten te kunnen leveren. De beoordeling daarvan vindt plaats op grond van de feedback die je in de nabespreking hebt gekregen van je medestudenten (peerassessment) en eventueel van je docent. Na de proeftoets en de feedback daarop moet je tijdens de Studieloopbaanontwikkeling (SLO) reflecteren op je functioneren in de afgelopen periode. Samen met je medestudenten voer je een studievoortgangsgesprek (SVG), waarbij je eventueel de hulp kunt inroepen van je studieloopbaanbegeleider (SLB er). Op basis van je SVG maak je dan weer een persoonlijk actieplan (DART) voor de leer- en aandachtspunten waarvan je vindt dat je daar de eerstkomende tijd aan moet werken. Toetsvormen De opleiding kent verschillende toetsvormen: De Integratieve Vaardigheidstoets (IVT) is een toets binnen een vaardigheidsles in de context van een praktijksituatie. De IVT wordt dus binnen de vaardigheidslessen afgenomen en maakt onderdeel uit van het onderwijs. Bij de IVT let de docent specifiek op drie indicatoren, namelijk: methodisch handelen, effectief en efficiënt handelen en interactieve vaardigheden. Bij de beoordeling wordt ook de indruk uit de lessen meegenomen. Immers daar krijgt de docent al een indruk in hoeverre de student de vaardigheden beheerst en hoe hij deze toepast in relatie tot medestudenten. De Stationstoets (ST) is een toets waarin de student in een gegeven beroepssituatie laat zien hoe hij of zij als professional moet handelen. Het gaat vooral om het tonen van beroepsdiensten in patiëntgebonden situaties, bijvoorbeeld door het onderzoeken of behandelen van een patiënt. In de opdracht zijn beroepsproducten die direct met de beroepsdienst te maken hebben (bijvoorbeeld met een behandelplan), onderdeel van de toetsing. De werkelijkheid wordt benaderd door studenten als simulatiepatiënten in te zetten in de stationstoetsing. De student die de rol van fysiotherapeut vervult, legt vervolgens verantwoording af over de gekozen aanpak. De proeftoets (PT) tijdens de FPO kan gezien worden als een oefenwedstrijd en is bedoeld om de student goed voor te bereiden op de stationstoets. De blokcasustoets (BCT) is een blokgebonden summatieve kennistoets waarbij aan korte casus vragen zijn verbonden. De casus gaat steeds uit van een praktijksituatie en is gerelateerd aan een beroepsopdracht. Alle blokken kennen een zo veel mogelijk gelijke opbouw, maar er zijn een paar belangrijke verschillen. De Anatomietoets (AIV, bestaande uit twee onderdelen) aan het eind van blok B en blok D, dus halverwege en aan het eind van het studiejaar, heeft een selectief karakter. Dat wil zeggen dat de uitslag gevolgen heeft. Het resultaat van de Anatomietoets in het eerste jaar leidt tot een bindend studieadvies, dat wil zeggen een studieadvies dat voor jou consequenties heeft. Voldoende anatomische kennis en inzicht is namelijk nodig om de complexere casuïstiek en het klinische redeneren dat daarbij hoort uit te kunnen voeren. Verderop in deze paragraaf werken we onze visie op toetsen en de verschillende toetsvormen die we gebruiken verder uit. 67/116

68 Kort samengevat Binnen competentiegericht onderwijs is het leerproces zodanig georganiseerd dat je langzaam maar zeker alle competenties verwerft die de latere beroepspraktijk van je vraagt. Het ontwikkelen van competenties vereist een integrale leeromgeving. Die vind je terug in de curriculumopbouw. Welke studiehouding verwachten we van jou De manier waarop we het competentiegericht onderwijs binnen de opleiding georganiseerd hebben, is de basis van onze visie op leren. De opleiding Fysiotherapie ziet leren als een actief en sociaal proces van competentieontwikkeling, als een soort permanente, persoonlijke bouw activiteit. Vanuit deze visie zijn voor een vruchtbaar leerproces vooral twee dingen belangrijk. Ten eerste een leer-/ werkomgeving die studenten stimuleert om nieuwe leerervaringen op te doen en op die ervaringen en op het eigen handelen te reflecteren. Ten tweede een flinke dosis nieuwsgierigheid, betrokkenheid en motivatie bij de studenten zelf, in combinatie met een actieve studiehouding. Over de leer-/ werkomgeving die we binnen het competentiegericht onderwijs aanbieden ging het al in par Nu gaan we in op het tweede punt, de studiehouding zoals we die bij onze studenten verwachten en (zie par. 1.4) ook zullen toetsen. Zelfstandig competenties verwerven en toepassen Alles wat je gedurende je leven leert - kennis, vaardigheden, inzichten - moet je zo veel mogelijk blijven gebruiken. Enerzijds om te voorkomen dat het wegzakt, maar ook omdat het toepassen van wat je geleerd hebt weer leidt tot nieuwe leerervaringen. Leren is dus altijd een dynamisch proces. Tijdens dit proces koppel je nieuwe leerervaringen steeds weer aan eerder opgedane leerervaringen. Zodat je je zogenaamde kennisnetwerk steeds verder uitbouwt en verdiept. Zo beschouwd is het logisch dat competentiegericht onderwijs niet uit is op het reproduceren van kennis, vaardigheden en inzichten, maar op het zelfstandig verwerven en toepassen ervan. En wel op zo n manier dat je als student langzaam maar zeker die competenties ontwikkelt die nodig zijn om ook nieuwe, ongewone beroepsproblemen te kunnen herkennen en oplossen. Wil je zelfstandig competenties kunnen verwerven en toepassen dan moet je: gemotiveerd zijn om te leren; de betekenis van wat je leert inzien voor je latere beroepsuitoefening; zelf initiatieven nemen tot leren; zelf verantwoordelijkheid nemen voor je leerproces; zelf je leerproces (bij)sturen. Actief leren Alle hiervoor genoemde kenmerken komen samen in het begrip actief leren. De opleiding speelt daarop in met een curriculum dat je er als het ware toe uitnodigt je eigen competentieontwikkeling steeds meer in eigen hand te nemen. Binnen de aangeboden leeromgeving maak je individuele keuzes en leg je gaandeweg meer individuele accenten. Je stippelt voor jezelf een leertraject uit dat gebaseerd is op je (nog te verwerven) competenties, je leervragen en de beoordelingen die je krijgt van docenten en medeleerlingen, en daarbij reflecteer je voortdurend op je eigen doen en laten in beroepssituaties. Met als einddoel dat je in staat bent je professionele handelen zelfstandig te beoordelen en bij te sturen, wat je moet kunnen om ook na je opleiding aan je verdere professionalisering te werken. Actief leren doe je zelf, maar het spreekt vanzelf dat de opleiding er alles aan doet om je binnen het competentiegericht onderwijs een leeromgeving aan te bieden die een actieve studiehouding stimuleert én beloont. Een belangrijk aandeel daarin hebben de docenten. Zij zijn niet meer alleen overdragers van kennis, maar geven nu ook leiding aan het leren. Ze zijn zowel inhoudsdeskundige als coach. In beide rollen staan ze klaar om jou en je medestudenten tijdens jullie professionele ontwikkeling te begeleiden en te beoordelen. Leren in een groep Tot besluit nog dit. Het is bekend dat mensen in een sociale context veel van elkaar leren. In een groep kunnen ze bijvoorbeeld hun ervaringen met elkaar bespreken, kunnen ze elkaar bevragen over hun opvattingen en kunnen ze elkaar observeren en aanspreken op gedrag. Leren in groepen is dus ook een vorm van actief leren, en daarmee een belangrijke pijler onder het competentiegericht onderwijs. Dat blijkt wel uit het feit dat je altijd samen aan je beroepsopdrachten werkt. 68/116

69 Kennismaken met het werkveld gedurende de opleiding In het gehele curriculum zijn diverse stagemomenten en -periodes. De stages zijn een zeer belangrijk onderdeel van het praktijkleren. Deze stages zijn onder te verdelen in: 1. Eerste jaar: Beroeps Oriënterende Stage (BOS), 2 hele dagen Oriëntatie in de Gezondheidszorg en Welzijn (GOS), 24 dagdelen 2. Tweede jaar: Junior stage (10 weken, 4 dagdelen, blok C2) 3. Derde/ vierde jaar: Senior stage (2 x 21 weken, blokken D3 t/m B2) 4 Derde jaar VOF: Oriënterende stage (160 uur) 5 Vierde jaar VOF: Senior stage (2 x 20 weken) Tijdens de propedeuse vindt de Oriëntatie op Beroep en Gezondheidszorg/welzijn plaats. Je komt als student fysiotherapie in contact met het praktijkveld waarbij de verschillende lijnen in de gezondheidszorg bezocht worden. Hier wordt met praktijkveld het brede scala van de gezondheidszorg en welzijn, zoals dat in Nederland georganiseerd is, bedoeld. Naast de brede oriëntatie kom je ook in de specifieke fysiotherapeutische settings op bezoek. In de propedeusefase worden in het curriculum niet alleen beroepsopdrachten, demonstraties, video s en klinische lessen aangeboden maar ook stagebezoeken maken een belangrijk deel uit van de oriëntatie op je toekomstige rol als hulpverlener. De oriënterende stage-onderdelen in de propedeusefase hebben een totale omvang van 5 EC (140 uur) en richt zich op Gezondheidszorg/Welzijn in brede zin (GOS: 120 uur) en op het beroep Fysiotherapeut (BOS: 20 uur). Zie onderstaand schema. Oriëntatiestage in de propedeusefase (5 EC= 140 uur) 2 EC (56 uur) 3 EC (84 uur) Blok A Blok B Blok C Blok D 1 dag BOS ( 10 uur) 1 dag BOS (10 uur) 4½ dag/ 9 dd. GOS (46 uur) 7½ dag /15 dd. Gz-/W (74 uur) Producten in portfolio opnemen Producten in portfolio opnemen Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de propedeuse paragraaf Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je op SharePoint. Toetsing in het competentiegericht onderwijs Regelmatig toetsen is nodig om jou én ons te informeren over je studieresultaten en je studievoortgang. Hoe verloopt je ontwikkeling als aanstaand professional? Wat gaat er goed, wat kan er beter? Antwoord op deze vragen biedt jou de gelegenheid om zelf je leerproces (beter) te sturen, en ons om je daarbij op een goede manier te begeleiden. Functie van toetsen Wat je na afloop van je studie moet kunnen, staat beschreven in competenties. Deze competenties vormen niet alleen de leidraad voor het onderwijs, maar ook voor het toetsen. Waarop ligt het accent bij competentiegericht toetsen? Competentiegericht toetsen maakt inzichtelijk hoe je competentieverwerving verloopt en aan welke aspecten je nog zult moeten werken. Competenties ontwikkel je tijdens het uitvoeren van de beroepsopdrachten. De moeilijkheidsgraad van de beroepsopdrachten neemt in de loop der jaren 69/116

70 toe, en dat brengt je steeds een stapje dichter bij je einddoel: het beheersen van de beoogde competentie(s). Toetsen is in feite niets anders dan het volgen van je competentieontwikkeling door systematisch de manier waarop jij je beroepsopdrachten uitvoert te beoordelen. De belangrijkste functie van toetsen is dat je zelf zicht krijgt op je sterke en zwakke kanten en nieuwe doelen kunt stellen. Wat wordt er getoetst Aan het eind van je studie moet je alle acht competenties zoals opgenomen in het beroepsprofiel beheersen op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Om te kunnen beoordelen op welk niveau je de verschillende competenties beheerst, toetsen we eerst en vooral je competentieontwikkeling. Daarnaast toetsen we ook regelmatig apart op kennis, vaardigheden, beroepshouding en reflectievermogen, allemaal elementen die je voor je competentieontwikkeling nodig hebt. Je ziet dit ook terug in het jaarrooster van de opleiding (zie hoofdstuk 8). Overzicht van de diverse toetsvormen per blok in het eerste studiejaar:: Wat Blok A Blok B Blok C Blok D Proeftoets 2 Proeftoets 4 Proeftoets 1 Proeftoets 3 Stationstoets 1 Stationstoets 2 Competenties AIV-toets 1 AIV-toets 2 Stage: beoordeling BOS + GOS verslag Vaardigheden Diverse IVT s Kennis Blokcasustoets Blokcasustoets Blokcasustoets Blokcasustoets (Conceptueel) Leerprocestoetsing: het maken en werken met DART s o.g.v. Reflectie feedbackinformatie/beoordelingen. Toetsen van kennis, vaardigheden, beroepshouding en vermogen tot reflecteren Competenties bestaan altijd uit een combinatie van de juiste kennis, vaardigheden en beroepshouding. Om als student en later als professional te kunnen beoordelen of je daarover beschikt, is het absoluut noodzakelijk dat je kunt reflecteren op je eigen (professionele) handelen. Het ontwikkelen van deze vier onderliggende componenten - kennis, vaardigheden, beroepshouding en reflectievermogen - krijgt in de toetsing apart aandacht. Kennis. Het opdoen, toepassen en weer verder uitbouwen van kennis wordt tijdens elk studiejaar op verschillende manieren en momenten getoetst. In de blokcasustoets (BCT) bijvoorbeeld, een blokgebonden toets per blok waarin je aan de hand van een korte casus een aantal vragen beantwoordt. Ook voor de BCT geldt, net zoals voor de proef- en stationstoetsen: de feedback die je op de uitslag krijgt zul je moeten vertalen naar een DART. Vaardigheden. Bij vaardigheden moet je niet alleen denken aan beroepsspecifieke (technische) vaardigheden, maar ook aan algemene vaardigheden zoals klinisch redeneren, methodisch handelen, communiceren en samenwerken. Op het uitvoeren en toepassen van je vaardigheden word je regelmatig getoetst. Dit vindt plaats tijdens de IVT s, waarin je tijdens een vaardigheidsles een beoordeling krijgt van een docent. In de eerste drie jaar van de opleiding wordt vier maal een stationstoets (ST) afgenomen. Tijdens deze toets worden vaardigheden én beroepshouding getoetst aan de hand van een praktijkcasus. Andere toetsinstrumenten zijn hier self-assessment en peerassessment. Bij self-assessment leg je je eigen functioneren onder de loep. Bij peer-assessment zijn het je medestudenten (peers) die je functioneren bekijken en vervolgens feedback geven. Beroepshouding. Feedback geven is het belangrijkste doel en wel op diverse momenten zoals binnen de proeftoets, de IVT s en stationstoetsen, in PGO-groepen, tijdens stages etc. Naast deze feedback momenten is het belangrijk ook zelf door middel van peer- en self-assessment zicht te krijgen op je beroepshouding. Alle feedback die je krijgt kun je vertalen in een DART. Reflectievermogen. De eis dat je moet kunnen reflecteren op je eigen professionele handelen betekent in feite dat je in staat bent je eigen doen en laten van een afstand te bekijken en te beoordelen en op grond daarvan bij te sturen. Voortdurend reflecteren is nodig omdat je daardoor als professional bewust bekwaam blijft in je beroepsuitoefening. Je reflectievermogen is daarom zeer regelmatig punt van aandacht. Bijvoorbeeld in de studievoortgangsbijeenkomsten (twee keer per blok) met je peers en je studieloopbaanbegeleider. Aan de orde komt dan bijvoorbeeld hoe je in een bepaalde 70/116

71 beroepsopdracht gefunctioneerd hebt of wat het resultaat is van je proeftoets (PT), IVT of blokcasustoets (BCT). Ook daarop moet je weer persoonlijke leerdoelen formuleren in een DART. Tot slot Bij het toetsen en beoordelen van je competentieontwikkeling staat steeds je leerproces centraal: hoe verloopt je professionele ontwikkeling? Competentiegericht toetsen vormt daarmee een integraal onderdeel van het leerproces. In dat leerproces staat, zoals eerder al naar voren kwam, niet het reproduceren van kennis centraal maar juist het zelfstandig en actief verwerven en toepassen ervan. Dit principe zie je ook terug in de manier waarop de opleiding toetst en beoordeelt. Competentiegericht toetsen, is vanaf het allereerste begin gericht op het belonen van actief leren. Al snel zul je merken hoezeer het in je voordeel werkt als je kunt laten zien dat je verantwoordelijkheid neemt, initiatief toont, op je eigen handelen reflecteert en jezelf wilt en kunt (bij)sturen. Stuk voor stuk eigenschappen die straks in de beroepsuitoefening van je worden geëist, maar waarvan je ook tijdens je opleiding al veel profijt zult hebben. Kort samengevat Regelmatig toetsen is nodig om je ontwikkeling als aanstaand professional in beeld te brengen. Wat gaat er goed, wat moet nog beter? Om die vragen te kunnen beantwoorden maak je tijdens het studiejaar op allerlei momenten even pas op de plaats. De informatie die dat oplevert heb jij nodig om je competentieontwikkeling beter te sturen, en wij om je daarbij optimaal te kunnen begeleiden. Competentiegericht toetsen vormt een integraal onderdeel van je leerproces. In lijn met het principe van actief leren word je beloond als je kunt laten zien dat het inzicht in je sterke en zwakke kanten groeit. En dat je in staat bent de uitkomsten van de toetsen en beoordelingen te vertalen in nieuwe, voor jou geschikte leerdoelen op weg naar je finale doel: voldoen aan het competentieprofiel van de fysiotherapeut. Toetsing PGO (Probleem Gestuurd Onderwijs) en MPO (Mini Project Onderwijs) De kennis die met PGO verworven is, wordt getoetst binnen de blokcasustoets. De deelname in de PGO-bijeenkomsten wordt getoetst aan de hand van: aanwezigheid samenwerkingsvaardigheden taken die worden uitgevoerd (gespreksleider, notulist, observator, groepslid) rapportages en presentaties De beoordeling geschiedt door de tutor. Zie ook het Beoordelingsformulier Student in de PGO/MPOstudiehandleidingen. Aanwezigheid Bij het Probleem Gestuurd Onderwijs en bij het Mini Project Onderwijs is het verwerven van samenwerkingsvaardigheden binnen de onderwijsgroep een belangrijk onderwijsdoel. Deze doelstelling kan alleen behaald worden als de student voldoende vaak aanwezig geweest is (om daarvoor beoordeeld te kunnen worden). Daarom worden de volgende regels gehanteerd: 1. indien een student de PGO-bijeenkomst van één week heeft gemist, kan hij/zij afhankelijk van de score op de andere op het beoordelingsformulier vermelde onderdelen: een 9 (Zeer Goed), een 8 (Goed), een 7 (Ruim Voldoende), een 6 (Voldoende), een 5 (Onvoldoende) of 4 (Slecht = Zwaar Onvoldoende) krijgen voor het PGO/MPO van dat blok. De tutor kan een vervangende opdracht geven ter compensatie van de afwezigheid. 2. Indien een student twee bijeenkomsten heeft gemist, krijgt hij/zij maximaal een 5 als beoordeling voor dat blok, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om van deze regel af te wijken. 3. Indien drie of meer bijeenkomsten zijn gemist, krijgt de student de kwalificatie Niet Beoordeelbaar (NB) op zijn scorelijst (op OSIRIS). Hij/zij dient het erop volgende studiejaar het blok in zijn geheel opnieuw te volgen. Indien dit consequenties heeft voor de stage-ingang, dien je ruim van tevoren contact op te nemen met de coördinator PGO/MPO. Compenseren 71/116

72 Een student kan een 5 of 4 voor een PGO-blok compenseren met de beoordelingen van de andere blokken uit hetzelfde studiejaar. Aan de opeenvolgende blokken wordt een oplopende weging toegekend, omdat aan het laatste blok van het studiejaar hogere eisen worden gesteld dan aan voorafgaande blokken. De weging is als volgt: 1 e 2 e studiejaar (2x PGO en 1x Weging 3 e studiejaar (2x studiejaar (4x PGO) Blok MPO) MPO) A 1x 1x 1x B 2x 2x 2x C 3x - - D 4x 1x - Aan het einde van het studiejaar wordt de gemiddelde score berekend. Deze moet 5,5 of hoger zijn. Aan het einde van het studiejaar kan er (in beperkte mate en onder bepaalde voorwaarden) worden herkanst. Herkansingen (1 e en 2 e studiejaar) of extra opdracht (3 e studiejaar) Studenten van het 1 e en 2 e studiejaar die als eindbeoordeling van de jaarreeks PGO/MPO-blokken een 5 of lager gescoord hebben, wordt uitsluitend in de eerste weken van Blok E (dus meestal in de maand juli), de mogelijkheid geboden om te herkansen. Deze herkansing bestaat uit twee bijeenkomsten van elk twee uur, waarin een PGO taak wordt aangeboden, die vervolgens uitgewerkt en gepresenteerd moet worden. De eindbeoordeling van de herkansing is of 6 of 4. Indien een 6 wordt behaald, dan wordt vervolgens het cijfer 6 toegekend aan de blokken waarvoor aanvankelijk een 5 of lager was behaald en worden alsnog de studiepunten voor deze blokken toegekend. Indien de eindbeoordeling van deze herkansingsbijeenkomst een 4 is, dan moet de student de PGOblokken met de beoordeling lager dan een 5.5 het volgende studiejaar opnieuw volgen. Voorwaarde voor deelname aan de herkansing is, dat eerstejaars studenten voor maximaal twee van de vier eerstejaars PGO-blokken een 5 of lager gescoord hebben en tweedejaars studenten voor maximaal één van de drie tweedejaars PGO/MPO-blokken een 5 of lager behaald hebben. Extra opdracht Studenten van het 3e studiejaar krijgen bij een MPO-eindbeoordeling (van de derdejaars blokken) van een 5 of lager een individueel uit te werken extra opdracht, die opgehaald kan worden bij de coördinator PGO/MPO. Voorwaarde voor het krijgen van een extra opdracht Een derdejaars student mag voor slechts één van de twee derdejaars MPO-blokken een 5 of lager gescoord hebben om ter compensatie van het niet behaalde MPO-blok, een extra opdracht te krijgen. NB. Indien een derdejaars student een extra opdracht krijgt, moet de opdracht met het cijfer 6 of hoger afgerond zijn, voordat hij/zij voor de eerste Seniorstage wordt ingedeeld, m.a.w. de afronding van het MPO is voorwaarde om op Seniorstage te kunnen gaan. Voor meer informatie: Ariëtta Sander (Coördinator PGO/MPO), kamer 2.048, tel: (088) , arietta.sander@hu.nl Studieadvies De propedeuse heeft onder meer een selecterende functie (zie ook par ). Daarom krijgt iedere student tijdens het eerste jaar van inschrijving twee maal een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van de studie. Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving ontvang je een definitief studieadvies. Hieronder staan de regels die daarover zijn vastgesteld. Binnen de HU gebruiken alle faculteiten de propedeuse om te beoordelen of de student de gekozen HBO opleiding met het gewenste tempo kan voltooien. Als criterium heeft de FG afgesproken hoeveel EC een student in deze periode moet hebben behaald. Binnen de Faculteit Gezondheidszorg, die immers 72/116

73 opleidingen verzorgt voor beroepen in de zorgsector, is de norm voor het studieadvies zó vastgesteld dat daarin of daarnaast altijd ook een voor het beroep representatieve praktijkcomponent wordt meegeteld. Voldoet een student niet aan deze norm, dan volgt een negatief advies en kan de opleiding niet bij ons worden voortgezet. Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar ontvangt elke student van de examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de studie. Dit tussentijds advies bestaat uit een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Voor reguliere studenten betreft het een: positief tussentijdsadvies: 18 of meer studiepunten; waarschuwend tussentijds advies: 17 of minder studiepunten. Voor Bachelor+ studenten betreft het een: positief tussentijdsadvies: 20 of meer studiepunten; waarschuwend tussentijds advies: 19 of minder studiepunten. Waarschuwing Dit tussentijds advies kan een waarschuwing bevatten als de examencommissie oordeelt dat je niet voldoende studievoortgang boekt. Neem in dat geval contact op met je studieloopbaanbegeleider om een studieplan te maken en met de studentendecaan als bijzondere omstandigheden de oorzaak zijn van je studieachterstand. Met een studieplan kun je er voor zorgen dat je weer op schema komt. Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste jaar krijg je een definitief advies van de examencommissie. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. Aan een negatief studieadvies wordt doorgaans een afwijzing verbonden. Een negatief advies met afwijzing wordt ook wel een bindend negatief studieadvies genoemd. Als je een bindend negatief studieadvies ontvangt, wordt je niet langer toegelaten tot dezelfde opleiding aan de HU. Een positief advies wordt bij reguliere studenten gegeven als: studenten aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse minimaal 45EC s van het propedeuseprogramma hebben behaald, waaronder de 3 studiepunten die behoren bij de volgende specifiek aangewezen selecterende cursussen zijnde AIV toets 1 en 2 studenten meer dan 15 EC s aan vrijstellingen voor het propedeuseprogramma hebben en het propedeutisch getuigschrift hebben gehaald. Een positief advies wordt bij Bachelor+ studenten gegeven als: studenten aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse minimaal 45EC s van het propedeuseprogramma hebben behaald, waaronder de 5 studiepunten die behoren bij de volgende specifiek aangewezen selecterende cursussen zijnde AIV toets 1 en 2 studenten meer dan 15 EC s aan vrijstellingen voor het propedeuseprogramma hebben en het propedeutisch getuigschrift hebben gehaald. Studenten krijgen een negatief studieadvies (afwijzing) als zij: aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse 44 EC s of minder hebben behaald; meer dan 44 EC s hebben behaald maar niet die EC s die bij de selecterende cursussen behoren; meer dan 15 EC s aan vrijstellingen voor het propedeuseprogramma hebben en aan het einde van het eerste jaar niet het propedeutisch getuigschrift gehaald hebben. Het resultaat van de Anatomietoetsen in het eerste jaar leidt tot een bindend studieadvies. Reden hiervoor is dat voldoende anatomische kennis en inzicht van essentieel belang is om de complexere casuïstiek en het klinische redeneren dat daarbij hoort uit te kunnen voeren. 73/116

74 Studenten die: a. een verkorte route volgen en daardoor meer dan 15 EC s aan vrijstellingen hebben, en b. in het eerste jaar van inschrijving vanwege de verkorte route een door de opleiding vastgesteld programma volgen dat tevens cursussen uit de hoofdfase omvat; kunnen een verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra herkansing in de laatste toetsperiode voor een module uit de propedeutische fase die nog niet is behaald. De examencommissie kent dit verzoek toe indien hierdoor de mogelijkheid ontstaat dat de student aan de bsa-norm kan voldoen. In geval van een opgeschort advies wegens bijzondere omstandigheden (zie hierna) is de norm voor het verkrijgen van een positief advies het behalen van de propedeuse aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Ga je al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl je nog in aanmerking komt voor een studieadvies, let dan wel goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de propedeuse behaalde vakken, zodat het aantal in de hoofdfase behaalde EC s voor deze beoordeling niet meetelt. De examencommissie kan bij het afgeven van een studieadvies rekening houden met bijzondere omstandigheden, zie hieronder de paragraaf Opgeschort advies wegens bijzondere omstandigheden. In geval van een bindend negatief studieadvies moet deze afwijzing zijn gemotiveerd. Tevens moet zijn opgenomen: een verwijzingsadvies en de mogelijkheden van bezwaar en beroep voor de student. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt. Een student aan wie een bindend negatief advies is gegeven kan niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een bindend negatief studieadvies met afwijzing af te geven. Opgeschort advies voor studenten in het eerste jaar van inschrijving De examencommissie kan bij het uitbrengen van het studieadvies rekening houden met studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden van de student. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: ziekte; lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie de student samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; andere omstandigheden waarin de aanvrager activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) de HU, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur krachtens de Profileringsfondsregeling HU erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; andere situaties waarin de student door overmacht niet heeft kunnen deelnemen aan toetsen dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie. Als de examencommissie persoonlijke omstandigheden aanwezig acht die het voldoen aan de norm hebben verhinderd, wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het einde van het tweede studiejaar van inschrijving. In dat geval geldt als norm dat aan het einde van het tweede jaar van inschrijving de propedeuse behaald dient te zijn. Voor een opgeschort advies geldt dezelfde procedure als voor het reguliere studieadvies. De student dient een studievertraging die is ontstaan door één van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk na het intreden van de persoonlijke omstandigheden schriftelijk te 74/116

75 melden bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij de totstandkoming van het studieadvies. Zie ook par De student moet tevens zo snel mogelijk de studentendecaan en de studieloopbaanbegeleider benaderen. Deze adviseren de examencommissie over de te nemen beslissing. Zie ook par Bezwaar en Beroep De student kan binnen zeven dagen na dagtekening bezwaar aantekenen tegen het Bindend Studieadvies bij de examencommissie. Voorts kan tegen de uitslag van het bezwaar, beroep worden aangetekend bij het College van beroep voor Examens van de Hogeschool Utrecht binnen een termijn van vier weken. Adres: College van Beroep: Postbus 573, 3500 AN Utrecht (zie hoofdstuk 7). Studieadvies voor studenten die zich voor 1 mei in hun eerste jaar hebben uitgeschreven Studenten die voor 1 mei van het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase hun studie hebben gestaakt en zich tijdig hebben uitgeschreven, en die zich in een volgend studiejaar inschrijven voor dezelfde opleiding, moeten aan het einde van dat jaar het propedeutisch getuigschrift hebben behaald. Indien zij aan deze eis niet voldoen, krijgen zij een bindend negatief studieadvies. Zie verder hoofdstuk 10 van het OER-bacheloropleidingen. Studenten die een lotingstudie volgen en hun studie hebben gestaakt in het eerste jaar i.v.m. bijzondere omstandigheden, hebben de toestemming van de faculteitsdirectie nodig om zich opnieuw in te schrijven voor deze studie. Zie INS voor verdere toelichting. 4.3 Inrichting hoofdfase Algemeen De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. De hoofdfase omvat nominaal drie studiejaren en bestaat uit: een major (hoofdprogramma) van 150 EC s; een profileringsruimte (keuzeprogramma) van 30 EC s. Als de propedeuse en de hoofdfase met goed gevolg zijn afgerond ontvang je het bachelordiploma. Het eindexamen heeft betrekking op de volgende programmagebieden: onderwijs van de hoofdfase (semester 3 t/m 5 + minor semester 7); stageperiode; buitenschools programma met studielast van tenminste 30 studiepunten (semester 6); afstudeeropdracht (semester 8). Voor algemene informatie over hoe het leerproces is georganiseerd, wordt verwezen naar paragraaf Studieprogramma Propedeuse. Deze informatie is ook van toepassing op de hoofdfase Toegang hoofdfase en studierichtingen Studenten die de propedeuse van de opleiding hebben afgerond en het propedeutisch getuigschrift van de opleiding hebben behaald, worden toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Heb je elders een propedeutisch getuigschrift behaald, dan zal de examencommissie moeten beoordelen of je met dat getuigschrift kunt instromen in de hoofdfase. Je moet dan om vrijstelling vragen op grond van jouw elders behaalde propedeuse. De examencommissie geeft dan een bewijs van vrijstelling af, dat het propedeuse van de opleiding van de HU vervangt. Je kunt geen propedeutisch getuigschrift van de HU krijgen enkel op basis van vrijstellingen. Zie ook par. 6.2 (vrijstellingen). Ga je al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl je nog in aanmerking komt voor een studieadvies als bedoeld in paragraaf 4.2.4, let dan goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de propedeuse behaalde vakken. Als je er dus voor kiest om wel al vakken uit de hoofdfase te gaan volgen, maar op het moment dat het studieadvies wordt afgegeven nog niet voldoende studiepunten uit de propedeuse hebt behaald, dan kun je een bindend negatief studieadvies 75/116

76 ontvangen, waarna je met de opleiding moet stoppen. Het aantal studiepunten dat je al in de hoofdfase hebt gehaald, speelt hierbij geen rol. Heb je de propedeuse nog niet afgerond, dan is het toch mogelijk om al vakken uit de hoofdfase te volgen en met een toets af te sluiten, op voorwaarde dat: de student een positief studieadvies heeft ontvangen; de student over de benodigde voorkennis beschikt om de cursus te kunnen volgen (dus voldoet aan de beginvereisten). resultaten van toetsen en examens zijn, zolang de student onafgebroken voor de desbetreffende opleiding is ingeschreven, onbeperkt geldig, tenzij in de Faculteits-OER anders is bepaald. Zie art. 28 lid 6 en 7 OER-HU Studieprogramma hoofdfase Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase paragraaf Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je op SharePoint. Hoe is het leerproces georganiseerd Zie paragraaf Specifieke programmaonderdelen van het 2 e jaar Juniorstage Centraal in het tweede studiejaar staat de juniorstage. De juniorstage (blok C) staat in het teken van opdoen van ervaringen (en leren) aan de hand van het functioneren van de beroepspraktijk. Hierbij doet de student mee onder supervisie en voert deelbehandelingen uit als administratieve handelingen en generieke handelingen gerelateerd aan de beroepspraktijk (competentieleren). De juniorstage is opgebouwd aan de hand van de drie beroepsrollen: Hulpverlener Innovator Administratie/beheer Naast de stage zijn op de opleiding nog activiteiten georganiseerd: Terugkomactiviteiten: casuïstiek en intervisie Integratieve werkvormen; In blok B2 wordt een begin gemaakt met het thema multidisciplinaire samenwerking. Het thema heeft betrekking op fysiotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking en meervoudig complex gehandicapte kinderen. In blok C2 wordt dit thema vervolgd op de stage terugkommiddagen, maandag en woensdag. Tijdens de juniorstage, die 10 aaneengesloten weken beslaat, mag geen vakantie worden opgenomen. De stage wordt beoordeeld door de begeleidende fysiotherapeut van het stageadres en de bezoekende stagedocent van de opleiding. De terugkomactiviteiten worden beoordeeld door de begeleidende docent. Bijzondere onderdelen in het programma: D-taak training in blok A Snijzaalbezoek Hulpmiddelenmarkt Specifieke programmaonderdelen van het 3e jaar Blok C van het derde jaar staat in het teken van voorbereiding op de seniorstage. Elke week staat een thema centraal waaraan KFO is gekoppeld. Tevens worden er wekelijks beroepsproducten gemaakt en beroepsdiensten getoetst. In het kader van de leerlijn LOEP wordt een onderzoekje gedaan (projecttaak). In plaats van de Blokcasustoets wordt in dit blok een Parate kennistoets afgenomen, hiermee wordt inzicht verkregen in de huidige kennis ten behoeve van de stage-ingang. Seniorstage 76/116

77 In de seniorstage (aanvang in blok D) wordt de student geacht onder toezicht zelfstandig te functioneren en zich te ontwikkelen tot het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Gedurende de twee seniorstages van ieder 21 weken komen de studenten één keer per maand op de opleiding voor terugkomactiviteiten. Deze bestaan uit: Intervisiebijeenkomsten Casuïstiekbijeenkomsten Na afloop van de stage (en soms in combinatie met- of voor de stage) wordt tijd besteed aan: Afstudeeropdracht: referaat en artikel Capita selecta, zoals informatie vanuit het KNGF, workshop solliciteren en colleges van de leerlijn ondernemerschap Naast deze activiteiten volgen de meeste studenten ook profileringonderwijs. Vanaf blok D in het derde studiejaar start de seniorstage. Als ingangseis geldt dat de propedeuse en het preklinische deel van de hoofdfase moeten zijn afgesloten. De seniorstage loopt tot blok C in het vierde jaar. Bij studievertraging bestaat de mogelijkheid om 10 of 20 weken later te beginnen met de stage. Voor toetsing en verdere informatie wordt verwezen naar de modules van de Seniorstage, Intervisie en Casuïstiek. Overzicht van de deadlines voor hertoetsen en het maken van afspraken Stage-ingang Deadline praktijktoetsen Deadline maken afspraak Week Datum Week Datum Week Datum November B3 21 november 2011 A6 3 oktober 2011 A2 5 september 2011 April D2 16 april 2012 C4 20 februari 2012 C1 30 januari 2011 Juli E2 28 juni 2012 D4 30 april 2012* D2 16 april 2012 September A2 10 september 2012 D11 25 juni 2012 D8 26 mei 2012 November B4 26 november 2012 A6 8 oktober 2012 A2 10 september 2012 * voor reguliere studenten die in juli op stage willen is de deadline praktijktoetsen 21 mei 2012 LET OP: 1. November is geen startmaand voor reguliere seniorstage, alleen voor de VOF en Ba+ studenten. 2. Februari is géén startmaand voor de seniorstage, omdat op dat moment de juniorstages beginnen. Na september 2010 en 2011 is de eerstvolgende mogelijkheid voor de eerste seniorstage: april 2012 resp Voor alle praktijktoetsen geldt dat studenten zelf een afspraak moeten te maken met de docent bij wie zij eerder getoetst zijn. Voor toetsen en overige verplichtingen gelden niet alleen deadlines voor de uitvoering, maar ook deadlines voor het maken van afspraken. Zie hierboven! Vroegtijdig afspreken is noodzakelijk! 4. Overschrijden van de deadlines betekent voor de stage-ingang van april en juli 2011 minimaal één periode van 10 weken, later op stage. Voor het overschrijden van de deadline voor de septemberingang betekent dit 30 weken later op stage! 5. In deze wachttijd is het wel mogelijk te beginnen aan de afstudeeropdracht. Met de SLB er moet een planning gemaakt worden aan de hand van het toetsrooster. Bij een vertraging van de stage ingang van 1 jaar of meer kan een assessement worden afgenomen voor het mogelijk is om ingedeeld te worden voor de stage. Ingangseisen seniorstage Om aan de seniorstage te mogen beginnen moeten aan de volgende eisen zijn voldaan: het propedeutisch examen hebben behaald; alle verplichte studiepunten hebben behaald uit het tweede jaar; alle verplichte studiepunten uit de blokken A3 en B3 (VOF B3 en C3) hebben behaald De hieruit voortkomende resultaten moeten voor 24 februari 2012 in OSIRIS staan geregistreerd. Voor de VOF geldt een uiterste datum van 4 mei /116

78 NB 1. KFO en Vint lessen kennen een inspanningsverplichting. Neem bij twijfel over de voortgang contact op met de docent. NB 2. Ook alle verslagen moeten voldoende beoordeeld zijn! Bijvoorbeeld D-taak blok A2, juniorstage verslagen, etc. Niet tot de stage-ingangseisen behoren: de afronding van blok C (VOF D); om het einddiploma te verkrijgen is afronding van blok C (VOF D) echter wel noodzakelijk. Vrije studiepunten, behaald tijdens de vorige studiejaren spelen geen rol bij de ingangseisen. Voor het afstuderen dienen voor de profilering wel minimaal 30 studiepunten behaald te zijn. Stage-ingangsvergadering Op 29 februari 2012 worden van uur per groep stage-ingangsvergaderingen gehouden. Aanwezig zijn de teamleider, de lesgevende docenten, de coördinator SLB en de groepsvertegenwoordigers. Voor de VOF wordt de stageingangsvergadering gehouden op 10 mei 2012 van uur. Tijdens de stage-ingangsvergadering wordt voor elke student vastgesteld welk stage ingangsmoment haalbaar is. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Als je tijdens de stage-ingangsvergadering nog 1 toets open hebt staan (verslag, IVT, ST of BCT), dan krijg je daarvoor 1 extra herkansingpoging. Bij een voldoende resultaat voor deze herkansing kun je alsnog in april (VOF: juli) op stage. Als je tijdens de stage-ingangsvergadering meerdere toetsen open hebt staan dan geldt het volgende: - Voor de stage-ingang van juli (VOF: september) mag je op het moment van de vergadering nog maximaal 4 te herkansen toetsen hebben (ST / BCT / IVT en /of verslagen). De examencommissie kan tijdens de stage-ingangsvergadering besluiten dat je voor deze toetsen één extra herkans krijgt in de periode tot de volgende stage-ingang. - Voor de stage-ingang van september (VOF: november) mag je op het moment van de vergadering nog maximaal 7 te herkansen toetsen hebben (ST / BCT / IVT en /of verslagen). De examencommissie kan tijdens de stage-ingangsvergadering besluiten dat je voor deze toetsen één extra herkans krijgt in de periode tot de volgende stage-ingang. Als student ben je zelf verantwoordelijk voor je studieresultaten. Controleer daarom regelmatig of de behaalde resultaten correct in Osiris worden geregistreerd. Wanneer je constateert dat een resultaat ontbreekt of foutief is ingevoerd kun je je richten tot de docent of examinator. Aan elk stage-ingangsmoment gaat een toetsweek vooraf waarin je de openstaande toets(en) mag herkansen. Deze extra herkansingsmomenten (aangeduid met HHHST/BCT in het toetsrooster) worden aangeboden in week C6, D6 en D10 (VOF: D6, D10, A5 2011), en gaan vooraf aan resp. de stage-ingang april, juli en september (VOF: juli, september, november). Voor deze toetsmomenten gelden de volgende regels: In een toetsweek voorafgaand aan een stage-ingangsmoment mag je in totaal 3 toetsen herkansen, waarvan maximaal 2 BCT s of 2 ST s; Je schrijft je voor de toetsen in, waarbij je binnen de regels zelf mag bepalen wanneer je hoeveel toetsen maakt. Maak hierbij voor jezelf vooraf een goede en haalbare planning, eventueel in overleg met je SLB er; Als je niet komt opdagen bij een toets zonder je, met opgaaf van redenen voorafgaand aan de toets, te hebben afgemeld, dan vervalt deze kans. Schrijf je dus niet zonder meer in voor elke toets, maar maak een serieuze planning; Het inschrijven voor deze toetsen gaat op de gebruikelijke wijze via een FormDesk-inschrijfformulier dat je kunt bereiken via de onderwijssite op SharePoint. Hierover wordt bij het openen van de inschrijving per mail geïnformeerd. Zorg dat je je niet voor meer toetsen inschrijft dan is toegestaan. Wanneer je dit wel doet, maakt het secretariaat voor jou de keuze welke toetsen je gaat maken. Voor het herkansen van IVT s maak je zelf een afspraak met een docent. Let hierbij op de deadlines voor het maken van afspraken voor praktijktoetsen. Ook als je nog andere vakken open hebt staan moet je tijdig afspraken maken met de docent over de inleverdatum. 78/116

79 NB. Als je meer dan het gestelde aantal toetsen open hebt staan en deze haalt voor de betreffende stageingang, dan kan een verzoek ingediend worden bij de examencommissie om toch ingedeeld te worden voor een stageplaats. Of dit verzoek gehonoreerd kan worden hangt onder meer af van het aantal beschikbare stageplaatsen. Studenten die wel tijdig aan hun verplichtingen hebben voldaan zullen eerst worden ingedeeld. Als de september stage-ingang niet gehaald wordt dan is het eerstvolgende stage-ingangsmoment in april van het volgende jaar. De toetsen die je nog open hebt staan kun je vanaf september herkansen volgens het toetsrooster van de derdejaars studenten. Dit betekent dat je tot de stage-ingangsvergadering van april twee kansen krijgt voor alle toetsen van jaar 1 t/m 3. Vervolgens wordt er tijdens de stageingangsvergadering voor elke student weer vastgesteld welk stage ingangsmoment haalbaar is. Hierbij worden de bovenstaande uitgangspunten gehanteerd. Na de stage-ingangsvergadering kun je deelnemen aan de extra herkansingsmomenten die voor elke stage-ingang worden georganiseerd. Hiervoor gelden uiteraard ook weer voorgenoemde regels. Specifieke programmaonderdelen van het 4 e jaar Artikel en Referaat De periode na de seniorstage wordt gebruikt om het artikel te schrijven en ter voorbereiding van het referaat. Bij een regulier studieverloop kunnen alle onderdelen eind mei zijn afgerond. Het referaat wordt pas dan gehouden wanneer de schriftelijke voorbereiding is goedgekeurd. Voor toetsing en verdere informatie wordt verwezen naar de coördinator Afstudeeropdracht, Joost van der Flier, tel. (088) , joost.vanderflier@hu.nl.. Eindopdracht kwaliteitsmanagement (Leerlijn Ondernemerschap) De Leerlijn Ondernemerschap heeft als laatste onderdeel een eindopdracht over kwaliteit en kwaliteitsmanagementsystemen. Voor deze eindopdracht schrijf je een verslag over de kwaliteit en transparantie van de zorgverlening. Je beschrijft op welke wijze de kwaliteit zichtbaar gemaakt wordt, waar verbeteringen nodig zijn of geadviseerd worden, en hoe de kwaliteit geborgd wordt. Je leert bij deze opdracht aan de hand van een kwaliteitsmanagementsysteem te werken. In deze opdracht wordt o.a. gebruik gemaakt van de virtuele praktijk en de caseorganisatie van het eerste jaar, de uitgewerkte opdrachten in het tweede en derde jaar en de stageopdrachten van de seniorstage. Meer informatie omtrent de eindopdracht leerlijn ondernemerschap is verkrijgbaar bij Ria van Binsbergen, kamer 2.050, tel. (088) , ria.vanbinsbergen@hu.nl.. Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase paragraaf Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je op SharePoint. Fresenius Hochschule in Duitsland In het 4 e jaar schrijft een groep studenten van de Fresenius Hochschule in Duitsland zich in. Deze studenten volgen het onderwijs van de eerste 6 semesters in Duitsland conform het curriculum van de fysiotherapie opleiding van de HU. In het 4 e jaar volgt een assessement en referaat, alsmede de diploma uitreiking in Nederland. De studenten worden geïnformeerd via een speciale voor hen ingerichte site op SharePoint. Regelgeving en toetsing vindt plaats conform de OER, studiegids en protocollen van de HU en door docenten van de HU. Klik hier voor de informatie op SharePoint Stages en stagewaardigheid Seniorstage Doelstellingen van het stagelopen in algemene zin zijn het ontwikkelen van vakbekwaamheid, omgaan met waarden en normen van het beroep fysiotherapie en de persoonlijke ontwikkeling van de stagiair. Om deze algemene doelstellingen te bereiken staan er tijdens de seniorstage drie onderwijsactiviteiten op het programma, te weten: praktijkstage lopen; intervisie; casuïstiek. 79/116

80 De duur van de seniorstage is tien maanden, verdeeld over twee perioden van 21 weken. Voor reguliere en BA+ studenten beslaat de stage 8 dagdelen per week. Voor VOF studenten is dit echter 5 dagdelen per week. De terugkomactiviteiten worden op de dinsdag- en donderdagmiddag gehouden en zijn integraal onderdeel van het stagejaar. In iedere periode heeft de stagiair recht op drie weken vakantie (= maximaal 24 dagdelen). Er mogen echter slechts twee weken vakantie aaneengesloten (= maximaal 16 dagdelen) worden opgenomen. Het plannen van de vakantie c.q. vrije dagdelen geschiedt altijd in overleg met en vereist goedkeuring van het stageadres! (Zie ook het stagereglement, punt 14). De VOF studenten hebben twee weken vakantie (= max. tien dagdelen) per periode. De student wisselt na 5 maanden van stageverlenende instelling. Er worden drie categorieën van stageverlenende instellingen onderscheiden, te weten: 1. gezondheidscentra c.q. vrijgevestigde praktijken; 2. ziekenhuizen / revalidatiecentra; 3. verpleeghuizen / instellingen voor mensen met verstandelijke beperking. Beoordeling van de seniorstage Het stagelopen is een continu proces van ervaren, experimenteren, toetsen, vallen en opstaan, reflecteren, transfereren, persoonlijke groei, etc. Voor afsluiten van de seniorstage is het formeel gezien alleen noodzakelijk dat de tweede en laatste periode met een voldoende wordt afgesloten. Om de vinger echter goed en vroegtijdig aan de pols te houden zijn de volgende spelregels opgesteld: Indien de 1 e seniorperiode (en/of de 2 e seniorperiode) met een onvoldoende wordt afgesloten, geeft de bezoekende stagedocent zijn rapportages van de voortgangsgesprekken (tussen- en eindevaluatie) en eventueel opgetekende adviezen en afspraken door aan de stagedocent die de volgende (extra) periode het nieuwe adres bezoekt. De student is verplicht op het nieuwe adres de problematiek en de aandachtspunten vanuit de 1 e (en/of eventueel 2 e ) stage naar de nieuwe begeleiders terug te koppelen (het strekt tot aanbeveling hen de beoordelingformulieren van de 1 e en/of 2 e periode te laten lezen). De begeleiders mogen deze formulieren altijd ter inzage bij de student opvragen). De nieuwe stagedocent verifieert ongeveer drie weken na het begin van de volgende periode telefonisch bij het betreffende stageadres of de student, zoals voorgeschreven, 'open kaart' heeft gespeeld. Indien de 2 e periode (ook) met een onvoldoende wordt afgesloten, dient een extra stage gelopen te worden. De begeleiders brengen in overleg met de student en de stagedocent een advies uit over de sector waar de extra stage gelopen dient te worden en over de tijdsduur ervan. De opleiding is echter met betrekking tot de uiteindelijke plaatsing autonoom. De verlenging van het stagelopen beslaat 10 weken of een veelvoud daarvan. Een afgebroken stage wordt beschouwd als een niet gelopen periode en dient dus in zijn geheel te worden overgedaan. De totale seniorstage is afgesloten met 'voldaan aan de eisen', indien voor de laatste (eventueel extra) periode minimaal een 'voldoende' is behaald en de stageverslaglegging van alle periodes voldoende is. Overige afspraken en verplichtingen zie par (stagereglement). De Intervisie- en Casuïstiekbijeenkomsten worden apart beoordeeld. Stage in het buitenland Het Instituut voor Bewegingsstudies biedt studenten de mogelijkheid om op stage te gaan in het buitenland. Wanneer een student erover denkt of al besloten heeft om te onderzoeken of een stage tijdens het derde studiejaar in het buitenland tot de mogelijkheden behoort dan komt er veel aan voorbereiding om de hoek kijken. Vakinhoudelijke voorbereiding, de voorbereiding op een andere taal en cultuur en ook allerlei regelzaken, zoals de aanvraag van een visum, organiseren van huisvesting en afsluiten van verzekeringen, nemen veel tijd in beslag. Om voor een internationale stage fysiotherapie in aanmerking te komen, zijn de volgende criteria opgesteld waaraan je als student moet voldoen: 80/116

81 Positief advies SLB-er Positief advies praktijkdocenten 2 e en 3 e jaar Positief advies intervisiedocent juniorstage Geen enkele onvoldoende behaald tijdens de juniorstage Probleemloze studievoortgang/geen enkele studievertraging Student en stagebegeleider dienen met elkaar in landstaal (of Engels/Duits/Spaans) te kunnen communiceren Deze criteria zijn tevens te vinden in de studiehandleiding buitenlandstage. Na de Juniorstage vindt er jaarlijks in april een voorlichtingsbijeenkomst plaats voor de eerste- en tweedejaars studenten. Tijdens deze bijeenkomst worden de criteria om naar het buitenland op stage te mogen gaan toegelicht. Studenten krijgen bericht waar en wanneer deze bijeenkomst wordt georganiseerd. De bijeenkomst is vooral gericht op de tweedejaars studenten, maar ook de eerstejaars studenten zijn welkom om zich alvast een beeld over buitenland stages te kunnen vormen. Na de voorlichtingsbijeenkomst kunnen de tweedejaars studenten zich inschrijven voor een buitenland stage. De deadline voor inschrijving is eind april. Aansluitend zullen er met de betreffende studenten kennismakingsgesprekken worden gepland. Aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt de inschrijving voor een internationale stage definitief en zal de opleiding met de student samen de procedure starten om op zoek te gaan naar een geschikte stageplaats. Voor meer informatie over buitenlandstages kunnen studenten contact opnemen met: Dorien van den Berg, Praktijkbureau Internationale Stages IBS, dorien.vandenberg@hu.nl Intervisie In Intervisie gaat het om de reflectie op het beroepsmatig handelen. Het reflecteren is geen doel op zich, maar een middel dat de student uiteindelijk in staat stelt om professioneel om te gaan met zaken die men als fysiotherapeut tegen komt. De intervisie groepjes komen elke stageperiode 4 keer bij elkaar in bijeenkomsten die elk 2 uur duren. De groepjes bestaan in principe uit zes studenten, meestal uit een zelfde klas. De groepjes blijven de gehele seniorstage in dezelfde samenstelling bij elkaar. Studenten die een buitenlandstage lopen worden bij elkaar in aparte groepjes ingedeeld. De eisen voor Intervisie zijn onder te verdelen in organisatorische en inhoudelijke eisen. Organisatorische eisen De student moet in principe alle bijeenkomsten aanwezig zijn. Een beperkt aantal gemiste bijeenkomsten kan gecompenseerd worden. Daarnaast moeten er een voorbereidende opdracht, leerdoelen, werkervaringsverslagen en evaluaties geschreven en onder de groepsleden verspreid worden; Tijdens de bijeenkomsten wordt een actieve bijdrage verwacht bij de bespreking van het eigen en door de andere groepsleden ingebrachte materiaal. Inhoudelijke eisen De student heeft laten zien in staat te zijn om te reflecteren op werkervaringen van zichzelf en van zijn groepsgenoten; Daarnaast is de student zorgvuldig en integer omgegaan met de andere groepsleden. De student heeft zwijgplicht betracht met betrekking tot al hetgeen door de andere groepsleden tijdens intervisie is ingebracht en blijft deze zwijgplicht ook na afloop van de intervisiebijeenkomsten betrachten. Eisen voor intervisie voor studenten die een stage in het buitenland lopen Tijdens de (buitenland)stage heeft hij de opdrachten van de intervisiedocent gemaakt. Deze eisen gelden alleen voor de periode dat de stagiaire in het buitenland verblijft. Na terugkeer gelden de reguliere eisen zoals hierboven vermeld zijn. Casuïstiek Deze lessen worden gegeven in het derde en vierde jaar tijdens de seniorstageperiode. Het is een interactieve les verzorgd door een aantal praktijkdocenten. De inhoudelijke onderwerpen worden bij aanvang, in overleg met de studenten, bepaald. De ingebrachte leervragen uit de stage worden mede 81/116

82 verwerkt binnen deze lessen. Het klinisch redeneren staat centraal. De opkomst is verplicht en is een onlosmakelijk onderdeel van de stageleerperiode. Tijdens beide seniorstages worden drie casuïstiek bijeenkomsten van 2 uur georganiseerd. Missen van één of twee bijeenkomsten per stageperiode houdt in dat er een of twee vervangende opdrachten gemaakt moeten worden. Indien meer dan twee bijeenkomsten worden gemist, is het gevolg een onvoldoende beoordeling. Dit houdt in dat een volledige casuïstiekcyclus van drie lessen overgedaan moet worden. Studenten die een stage in het buitenland lopen, moeten tijdens de stageperiode die ze in Nederland doorbrengen 6 casuïstiek bijeenkomsten volgen Profileringsruimte De opleiding kent naast het hoofdprogramma (major) ook een vrije keuzeruimte van 30 EC s, de zogenaamde profileringsruimte. Deze profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan de studie te geven en kan ingevuld worden met: een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen); een pre-master (= een schakeltraject ter voorbereiding op een masteropleiding); een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. De HU heeft een uitgebreid aanbod van minors en losse keuzecursussen dat door alle faculteiten van HU gezamenlijk is ontwikkeld. Maar je kunt ook gebruikmaken van het aanbod van andere hogescholen en universiteiten (ook in het buitenland, zie par ). Daarnaast is het mogelijk om in samenspraak met je studieloopbaanbegeleider je profileringsruimte in te vullen met een zelf samengesteld pakket aan keuzecursussen. Wel dient de examencommissie het zelf samengestelde pakket goed te keuren. Voor advisering en begeleiding bij de invulling van de profileringsruimte kun je terecht bij de studieloopbaanbegeleider (zie ook par. 2.1.). In samenspraak stel je een profileringsplan op waarin jouw keuze uit het profileringsaanbod van de HU-Onderwijscatalogus en eventuele externe minors en/of keuzecursussen wordt vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie. De invulling van de profileringsruimte is formeel gebonden aan voorafgaande goedkeuring door de examencommissie van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Op advies van de studieloopbaanbegeleider kan het profileringsplan nader gemotiveerd worden met het oog op goedkeuring door de examencommissie. De examencommissie kan goedkeuring weigeren als de keuzecursus of minor niet van hbo-niveau is, of als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het hoofdprogramma anderzijds. Kijk voor meer informatie over de profileringsruimte en minors op Voor inzage in het aanbod van HU-minors, keuzecursussen en pre-masters, en voor inschrijving kun je terecht op Ook kun je een bezoek brengen aan de jaarlijkse HU-minormarkt, die in maart wordt gehouden en waarbij alle HU-faculteiten hun profileringsaanbod presenteren. Meer informatie over pre-master trajecten vind je in de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU en op Voor het contactonderwijs van de profileringsruimte is een faculteitsbrede corridor ingebouwd op de dinsdagmiddag en -avond. In enkele gevallen wordt daar vanaf geweken. Die informatie vind je bij de betreffende cursus in OSIRIS. De contactpersoon voor de opleiding Fysiotherapie is mw. Minke Lolkema, kamer 0.063, tel. (088) , minke.lolkema@hu.nl. Reglement profileringsruimte Zie par /116

83 4.3.6 Afstuderen Afstudeeropdracht De student doet een onderzoek, schrijft daar een (potentieel publicabel) artikel over en presenteert een referaat over de uitkomsten. De meeste studenten kiezen voor een literatuurstudie, maar (participatie aan) klinisch onderzoek behoort ook tot de mogelijkheden. Eén van de opties daarvoor is het participeren aan onderzoek dat door de lectoraten 4 of anderen wordt geëntameerd. Informatie over de projecten waar studenten aan kunnen participeren is op de SharePoint te vinden op de pagina 5 van de gezamenlijke lectoraten van de FG en in de map Afstuderen van het 4 e jaar. Vooraf overleg met de coördinator afstudeeropdrachten over inhoud en begeleiding is noodzakelijk. Studiebelasting De studiebelasting voor de schriftelijke afstudeeropdracht bedraagt 6 ECTS, de studiebelasting voor het referaat bedraagt 1 EC. In totaal dus 7 ECTS. Planning - De coördinator afstudeeropdrachten geeft halverwege de 2 e seniorstageperiode voorlichting over de afstudeeropdracht. - Studenten vragen als tweetal 6 of individueel per een procesbegeleider aan 7 bij de coördinator afstudeeropdrachten. In de aanvraag moet in ieder geval vermeld worden over welk onderwerp de student zijn afstudeeropdracht wil gaan schrijven en of er bijzonder heden zijn. De student krijgt binnen 10 werkdagen een reactie op zijn studenten adres. - De student oriënteert zich op een onderwerp, wat inhoudt dat hij onderzoekt of er voldoende literatuur van het vereiste niveau beschikbaar is. - De student maakt zo snel mogelijk een afspraak met zijn procesbegeleider. - De student stelt in overleg met zijn procesbegeleider het definitieve onderwerp voor de afstudeeropdracht vast. - De student maakt een plan van aanpak, waarin in ieder geval een doelstelling en (voorlopige) probleemstelling voor de afstudeeropdracht zijn opgenomen en bespreekt dit met zijn procesbegeleider. - Na goedkeuring van het plan van aanpak door de procesbegeleider schrijft de student zijn (potentieel) artikel. Tijdens het schrijfproces bespreekt hij zijn vorderingen met de procesbegeleider. - De student schrijft na goedkeuring van het concept de definitieve versie, laat deze beoordelen door de begeleider en levert deze digitaal in bij de mediatheek (zie verder onder digitaal inleveren afstudeeropdracht ). Het Beoordelingsprotocol levert hij digitaal in bij IBS@HU.nl (of op papier in bij kamer 1.020). Referaat De student meldt zich op SharePoint (Map 4 e jaar, Aanmelden afstuderen en referaten) aan voor het houden van een referaat. De student bespreekt uiterlijk 2 werkweken voor het referaat zijn concept samenvatting met de begeleider en stelt hem indien nodig bij. De student levert uiterlijk 1 werkweek voor het referaat de samenvatting van het referaat bij zijn begeleider in. De begeleider stuurt de samenvatting naar de administratie. Studenten die samen een afstudeeropdracht schrijven moeten wel elk een eigen referaat houden. Zij kunnen zelf kiezen of ze dit in dezelfde sessie doen, of apart gepland willen worden. Dit moeten ze opgeven bij het aanmelden voor de diplomadatum. 4 Leefstijl en gezondheid, Chronische aandoeningen, Vraaggestuurde zorg of Als studenten samen een afstudeeropdracht willen schrijven moeten zij 15 of meer bronnen van voldoende niveau over het onderwerp kunnen vinden. De omvang van hun uiteindelijke artikel moet dan tussen de 3000 en 7500 woorden zijn. 7 Het aanvragen van een begeleider kan in principe op elk moment tijdens het studiejaar. 83/116

84 Met vragen over het artikel kun je terecht bij Joost van der Flier, tel. (088) , of bij je begeleider. Digitaal aanleveren en publiceren afstudeerproducten De afgeronde afstudeeropdracht moet op SharePoint ge-upload worden, op Artikelen die beoordeeld zijn met een 7 of hoger worden op de HBO-kennisbank geplaatst (tenzij de student aangeeft dat hij dit niet wil). De andere artikelen worden ook bewaard, maar zijn niet voor buitenstaanders toegankelijk. De beoordeling van de afstudeeropdracht wordt ingevoerd in Osiris nadat hij op SharePoint geplaatst is. Zodra de afstudeeropdracht op SharePoint geplaatst is, moet de student ter bewijs daarvan een print screen maken en deze naar zijn artikelbegeleider mailen. Die zal vervolgens de beoordeling in Osiris invoeren. De mediatheek bewaart de digitale afstudeeropdracht in PDF-formaat en ontsluit dit bestand via VubisSmart, de Virtuele Mediatheek en de HBO-kennisbank. Via de WebOpac van de mediatheekcatalogus kan de student een afstudeeropdracht alleen opvragen als er als student is ingelogd. De afstudeeropdracht wordt 4 jaar bewaard. Voor meer informatie en de HU-contactpersoon: Vrijstelling Studenten kunnen voor vrijstelling voor de schriftelijke afstudeeropdracht in aanmerking komen op basis van: 1. Een in het kader van een andere HBO- of WO-studie geschreven scriptie of artikel 2. Een afgeronde pre-master opleiding. 3. Voor het referaat kan een vrijstelling verleend worden als de inhoud van de scriptie / het artikel in een setting gepresenteerd is, waar naast aandacht voor de wetenschappelijke onderbouwing ook gesproken is over de klinische relevantie, zoals bv bij een (para)medisch symposium of seminar. Een presentatie of referaat op het stageadres valt hier NIET onder. Voor aanvraag van een vrijstelling voor het referaat levert de student de PowerPoint presentatie en andere bewijsstukken, inclusief de beoordeling, voorzien van een motivatie voor het verzoek om vrijstelling, digitaal in bij de examencommissie van de opleiding fysiotherapie. ( 4. De scriptie / het werkstuk voldoet aan de productnormen voor een eindexamenscriptie, die binnen de studierichting Fysiotherapie aan de HU worden gehanteerd (zie hiervoor Protocol Beoordeling Beroepsproduct schriftelijke afstudeeropdracht). 5. De scriptie / het werkstuk is tenminste als 'voldoende' beoordeeld door een erkende instelling op universitair of Hbo-niveau. 6. De originele beoordeling wordt door de opleiding fysiotherapie overgenomen op de cijferlijst. 7. Het onderwerp van de scriptie / het werkstuk is, naar oordeel van de examencommissie van de opleiding Fysiotherapie HU, voldoende relevant voor de fysiotherapeut. 8. Studenten met een vrijstelling voor de schriftelijke afstudeeropdracht moeten een begeleider voor de voorbereiding voor het referaat bij de coördinator afstudeeropdracht aanvragen. Voor verdere informatie wordt verwezen naar SharePoint: Map 4 e jaar -> documenten -> Afstudeeropdracht. Voor eventuele specifieke vragen kan contact opgenomen worden met de coördinator Afstudeeropdracht, Joost van der Flier, tel. (088) , joost.vanderflier@hu.nl N.B.: Vrijstellingen worden toegekend door de examencommissie Diplomering Voor het collegejaar zijn de volgende diplomeringsdata vastgesteld: 27 oktober januari juni juli 2012 (VOF/BA+) 4 juli 2012 (regulier) 84/116

85 Twee weken voor een diplomering moeten de resultaten in OSIRIS compleet zijn. Uiterlijk vier weken vóór de afstudeerdatum moeten daarom de verslagen e.d. bij de desbetreffende docenten liggen zodat het werk op tijd is nagekeken. De verantwoordelijkheid voor het tijdig inleveren van de benodigde zaken ligt bij de student. Een aanvraag voor de vermelding cum laude of met genoegen moet uiterlijk 6 weken voorafgaand aan de diplomadatum bij de examencommissie ingediend zijn. Zie par voor informatie over het indienden van een verzoek bij de examencommissie en par voor een uitwerking van de cum laude regeling. Mocht je om vigerende redenen de gestelde deadlines niet halen dan zul je naar de volgende afstudeerdatum worden geplaatst. Voor de officiële diploma-uitreikingen gelden de volgende deadlines: Uiterlijk 10 weken voor de diploma-uitreiking: Je dient aangemeld zijn voor het afstuderen (en desgewenst voor het referaat). Je krijgt hiervoor een uitnodiging via je studentmail. Wil je na je aanmelding toch op een andere datum afstuderen dan kun je dat per mail doorgeven aan het secretariaat. Uiterlijk 6 weken voor de diploma-uitreiking: Als je ervoor in aanmerking komt, doe je bij de examencommissie een onderbouwd verzoek voor vermelding cum laude of met genoegen voor op het diploma. Uiterlijk 4-5 weken voor de diploma-uitreiking: Alle opdrachten, verslagen en je afstudeeropdracht moeten ingeleverd zijn. Stageverslagen en opdrachten dienen uiterlijk 3 weken na beëindiging van de desbetreffende stageperiode te worden ingeleverd. Stageverslagen moeten altijd worden ingeleverd, ook bij onvoldoende beoordeling. Intervisie en casuïstiek verslagen dienen uiterlijk drie weken na de laatste bijeenkomst te zijn ingeleverd. Uiterlijk 2 weken voor de diploma-uitreiking: Alle resultaten moeten in Osiris verwerkt zijn. Alle verplichte studiepunten uit de propedeuse en de hoofdfase dienen behaald te zijn. Je hebt dus ook je referaat met een voldoende afgerond, evenals het artikel. Tussentijds aanvragen diploma Voor wie het diploma eerder dan een officiële uitreiking wil ontvangen, wordt deze eens per maand gemaakt. Het diploma kan worden aangevraagd bij IBS@hu.nl. Als het diploma klaar is krijg je bericht dat je deze bij je SLB er kunt ophalen. Je kunt dan niet ook nog aan de diplomering deelnemen. Na 30 april worden alleen diploma s voor de diploma-uitreikingen aangemaakt, dus niet meer tussentijds. Ontvangen diploma na de laatste diploma-uitreiking Als je de diplomering van 4 of 5 juli niet haalt en je hebt uiterlijk 7 juli je cijfers in OSIRIS compleet, dan ontvang je nog voor de zomervakantie individueel een diploma. Haal je 7 juli niet, maar heb je vóór 1 september 2012 je cijfers in OSIRIS compleet, dan hoef je je niet in te schrijven voor het nieuwe collegejaar en krijg je zo snel mogelijk na de zomervakantie je diploma individueel uitgereikt. Heb je na 1 september 2012 je cijfers in OSIRIS pas compleet, dan ben je verplicht je in te schrijven voor het nieuwe collegejaar, anders kan er géén diploma gemaakt worden. Maximale periode tussen seniorstage en behalen diploma Indien meer dan 2 jaar is verstreken tussen het afsluiten van de stageperiodes en het aanvragen van het diploma dient een nieuwe stageperiode te worden gelopen om aan te tonen dat de competenties behorend bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar nog aanwezig zijn. Schoolverklaring Als je cijfers in OSIRIS compleet zijn, kun je een schoolverklaring krijgen. Daarin staat dat je aan alle studieonderdelen voldaan hebt en per welke datum je het diploma ontvangt. Sommige werkgevers stellen prijs op deze verklaring, hoewel deze de student geen recht geeft om het beroep van fysiotherapeut zelfstandig uit te oefenen. 85/116

86 Voor mogelijk overstijgende zaken, informeer bij het secretariaat, kamer 1.020, tel. (088) , Informatie omtrent uitschrijven Student moeten altijd een BIRC-formulier invullen en inleveren en een uitschrijfverzoek via Studielink ( indienen. Het BIRC-formulier is af te halen bij het STIP en kan daar ook weer worden ingeleverd. (Je krijgt deze ook bij je diploma.) Student moeten altijd bij uitschrijving hun studiefinanciering stopzetten per uitschrijfdatum en OV-kaart uiterlijk 5 werkdagen na uitschrijfdatum inleveren. Een student kan wel studeren zonder studiefinanciering maar niet andersom. Boetes op uitschrijven en studiefinanciering niet stopzetten zijn hoog! De meest recente datum bij de afgetekende onderdelen in OSIRIS is je diplomadatum. Deze is van belang voor het eventuele uitschrijven bij de opleiding en het eventuele stopzetten van OV en studiefinanciering. Procedure: De student studeert af op de datum van het laatst behaalde resultaat in OSIRIS (= examendatum). Deze datum is bepalend voor de uitschrijving. De student kan zich uitschrijven m.i.v. de 1 e van de maand volgend op de datum van het laatste behaalde resultaat. De student ontvangt restitutie/verrekening van collegegeld: 1/10 deel per maand dat hij/zij niet staat ingeschreven met uitzondering van de maanden juli en augustus. De student kan zich al uitschrijven voordat het diploma ontvangen is. (Maar pas nadat alle cijfers in OSIRIS ingevoerd zijn i.v.m. bepaling examendatum.) De student kan altijd later nog een verzoek tot uitschrijving indienen met terugwerkende kracht. (Dat geldt niet voor het stopzetten van studiefinanciering/ov-kaart!) De student met een laatst behaald resultaat (ofwel diplomadatum) in de maanden juni, juli of augustus ontvangt geen restitutie/verrekening van collegegeld. Studenten die geen verzoek tot uitschrijving indienen wordt per 1 september 2011 uitgeschreven. Voorbeeld: Laatste datum bij afgetekende onderdelen in OSIRIS is 27 maart 2011 (deze datum komt op getuigschrift als diplomadatum). De student schrijft zich (eventueel met terugwerkende kracht) uit per de eerste van de maand volgend op de diplomadatum, dus 01 april OV en studiefinanciering worden indien van toepassing stopgezet per 01 april De student ontvangt een restitutie van het collegegeld voor 1/10 deel per maand dat hij/zij niet staat ingeschreven met uitzondering van de maanden juli en augustus, ofwel 3/10 deel (april/mei/juni). Je bent er als student zelf verantwoordelijk voor om in de gaten te houden wanneer het laatste studieonderdeel wordt afgetekend in OSIRIS en op welke datum. Je bent daarbij ook zelf verantwoordelijk voor je eventuele vervroegde uitschrijving en voor het tjidig stopzetten van je studiefinanciering en inleveren van je OV-kaart. Kijk voor meer informatie op (Zie ook: par ) Loopbaanmogelijkheden en vervolgopleidingen Na het afronden van de opleiding Fysiotherapie kan gewerkt worden als fysiotherapeut in een particuliere praktijk, een ziekenhuis of een categoriale instelling zoals een verpleeghuis of een revalidatie centrum. Voor het volgen van een vervolgopleiding kan men terecht bij diverse instellingen waar post-hbo onderwijs wordt georganiseerd. Het is mogelijk om aan de opleiding Fysiotherapie van de Hogeschool Utrecht een Master te volgen. Ook is er een ruim aanbod van contractonderwijs. Brochures kunnen worden aangevraagd bij het Studie Informatie Centrum (088) Centrum Studiekeuze Het Centrum Studiekeuze is een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Twijfel je over je opleiding, ben je vastgelopen of wil je doorstuderen na je bachelordiploma? Ga dan eens voor een advies naar 86/116

87 Verder studeren in het buitenland Een tijdje in het buitenland studeren is uitstekend voor je ontwikkeling en staat goed op je cv. Ook voor een studiereis na je afstuderen zijn er beurzen beschikbaar. Meer informatie vind je op de site van Masters Misschien wil je nog een master doen. De HU werkt samen met de Universiteit Utrecht aan de ontwikkeling van mastertrajecten (zie: Dat houdt in dat je tijdens je studie aan de HU al je voorbereiding doet op een universitaire Master. Daardoor is de aansluiting beter en spaar je kostbare studietijd uit. Informeer tijdens je studie tijdig naar de doorstroommogelijkheden. Zie par voor meer informatie over de afstudeerfase, par. 6.4 voor informatie over het getuigschrift en titelatuur en par voor uitschrijving na afstuderen. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het examen en het getuigschrift. Zie par voor uitschrijving na afstuderen. 87/116

88 4.3.7 Excellentie In het kader van het excellentie-programma binnen de HU, bestaat er voor studenten de mogelijkheid om ondernomen activiteiten te laten erkennen als een excellente prestatie. De basis voor excellentie wordt gevormd door het sterrensysteem : vijf aspecten van excellentie (i.c. leiderschap; reflectieve professional en vakmanschap; visie, gedrevenheid en passie; internationalisering; innovatie en disseminatie) die nader zijn geoperationaliseerd in beoordelingscriteria. Activiteiten die in aanmerking komen voor excellentie kunnen zowel vanuit de Hogeschool aangeboden worden, als door de student zelf ingebracht worden. Hiertoe beschikt de faculteit over een beoordelingsprocedure die valt onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Excellentie is iets dat diepgang vraagt. Daarom moet je om in aanmerking te komen voor een volledige ster, in principe minstens een half jaar van je studietijd daarin geïnvesteerd hebben. In beginsel dienen de vijf aspecten van excellentie in de vastgestelde studieduur van de opleiding te zijn behaald. Voor activiteiten buiten het eigen studieprogramma kan de examencommissie besluiten dat deze termijn met de duur van die activiteiten wordt verlengd. Binnen de Faculteit Gezondheidszorg zijn er drie manieren om een ster te verwerven: - Het Top-class programma van de FG is bedoeld voor getalenteerde studenten die naast de studie een extra uitdaging zoeken. Het programma van 30EC volg je vanaf het tweede semester van het tweede jaar naast je reguliere programma. Het is verdeeld over 5 semesters, waarbij ieder semester een eigen thema kent. De thema s zijn Leiderschapskwaliteiten, Future search, Internationale oriëntatie, Multidisciplinaire innovaties en Wetenschappelijk onderzoek. - Excellente prestaties binnen je eigen bachelorprogramma kunnen in aanmerking komen voor een van de bovengenoemde sterren. - Excellente prestaties buiten je bachelorprogramma of de Top-class kunnen ook in aanmerking komen voor een ster. Procedures: Verkrijgen van aspecten van excellentie 1) De student doet voorstellen over ondernomen of nog te ondernemen activiteiten die voor een of meerdere aspecten van excellentie in aanmerking komen en legt dit voor aan de daarvoor aangewezen examinator of beoordelingscommissie vallend onder de examencommissie van de desbetreffende opleiding. 2) De aangewezen examinator of beoordelingscommissie beoordeelt het voorstel conform de vastgestelde beoordelingsprocedure en de student wordt geïnformeerd over de uitkomst hiervan. 3) Bij een positief besluit rondt de student waar nodig de activiteit(en) af. Beoordeling vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de examencommissie van de opleiding waaronder de excellente mogelijkheden vallen, conform de vastgestelde beoordelingscriteria. De als voldoende gekwalificeerde excellente prestatie(s) word(t)(en) vastgelegd. Verkrijgen van schriftelijke erkenning van excellentie 1) Wanneer de student van mening is aantoonbaar aan alle vijf aspecten van excellentie te voldoen en daarmee voor de gehele ster in aanmerking komt, presenteert hij/zij de hiertoe ondernomen prestaties voor een beoordelingscommissie, die onder het gezag van de examencommissie opereert. 2) Bij afstuderen ontvangt de student een schriftelijke erkenning wanneer alle vijf aspecten van excellentie zijn behaald. Wanneer minder dan de vijf aspecten van excellentie zijn behaald ontvangt de student eveneens een schriftelijke erkenning, waarin duidelijk is vermeld om welke aspecten het gaat. Klik hier voor voor meer informatie over het sterrensysteem of voor uploaden van documenten ter beoordeling door beoordelingscommissie sterpunten FG (na goedkeuring door docent, SLB-er of Siriuscoach) Klik hier voor meer informatie over het Top-class programma (bespreek je eventuele wens om deel te nemen aan de Top-class ook met je SLB-er). Portefeuille IBS: mw. Brigitte van Barneveld: brigitte.vanbarneveld@hu.nl 88/116

89 4.3.8 Masterclasses Het FG kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening verzorgt masterclasses. Hierin leer je over onderzoeksmethoden en -ethiek. In een serie van acht colleges krijg je inzicht in het doen van onderzoek en het gebruiken van onderzoeksmethoden. Niet alleen de resultaten van het praktijkgericht onderzoek staan centraal, maar je staat vooral stil bij de manier waarop tot deze resultaten is gekomen. Welke keuzen zijn er in het onderzoek door de onderzoekers gemaakt? Je hoort alles over de mogelijkheden om als student deel te nemen aan lopende onderzoeken van het Kennis Centrum. Dit vergroot niet alleen je kennis, maar ook je eigen onderzoeksvaardigheden. Klik hier voor meer informatie over KMC28 Je kunt een serie masterclasses volgen verdeeld over de blokken A, B, C en D van je 3 e of je 4 e leerjaar. Je keuze kan afhangen van je andere onderwijsverplichtingen (stage, minoren etc.) en het advies dat je vanuit je opleiding krijgt. Een serie KMC s bestaat uit acht hoorcolleges: 1. Overzicht kenniscentrum, onderzoekslijnen 2. Wetenschapsfilosofie 3. Ethische voorwaarden voor onderzoek 4. Literatuuronderzoek: de systematische review 5. Kwalitatief onderzoek 6. Meetinstrumenten (maken) 7. Kwantitatief onderzoek: cross-sectioneel 8. Kwantitatief onderzoek; longitudinaal (RCT, cohort) Je schrijft je in per college. Start altijd met KMC 1, daarna kun je de colleges in willekeurige volgorde volgen. Van de serie mag je hooguit één college missen. Vooraf en na afloop van elk college registreer je je aanwezigheid door middel van je studentenkaart. De aanwezigheid bij zeven colleges garandeert toekenning van je studiepunten bij het onderdeel waar KMC onder valt. Inspiratie voor innovatie Masterclasses bieden een uitgelezen kans om te ervaren hoe praktijkgericht onderzoek ten goede komt aan verbetering van de zorg. Zorg in brede zin. Uiteenlopend van de nieuwste inzichten voor je optreden en interventies als professional tot de manier waarop complicaties wegens medicatie kunnen worden voorkomen of de manier waarop de inrichting van woningen voor dementerende mensen kan worden verbeterd. Ons kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening verzorgt 28 van deze masterclasses (vandaar: KMC28). Elke dinsdag kun je daar terecht. Onderzoekers vertellen over hun specialisme, leggen uit hoe vragen die in de zorg leven, vertaald worden naar onderzoek én hoe je de resultaten van dat onderzoek kunt implementeren in de zorg en kunt benutten in het onderwijs dat de opleidingen verzorgen. Vanzelfsprekend is er ook mogelijkheid tot discussie. De thema s van KMC 28 (zie zijn zowel verdiepend voor je eigen vakgebied als verbredend: kennis over zorginnovatie in andere sectoren geeft je immers handvatten om gemakkelijker interdisciplinair samen te werken. KMC28 biedt zo een breed palet. En is een goede metgezel voor je activiteiten in het kader van LOEP, mogelijke participatie in de onderzoekslijnen van het kenniscentrum en/of je eigen afstudeerproject. 89/116

90 5 Cursusdeelname 5.1 Algemeen Het onderwijsprogramma van de opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zogenaamde cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in EC s. Een cursus wordt afgerond door middel van een toets (zie ook par. 6.1). Alle cursussen worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd in OSIRIS ( Zie voor een curriculumoverzicht par , en voor meer informatie over de specifieke cursussen hoofdstuk Inschrijving voor cursussen Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving in OSIRIS ( Inschrijven (en eventueel uitschrijven) is mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Inschrijving voor een minor houdt tevens inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor. 5.3 Aanwezigheidsplicht Voor je studievoortgang is het van groot belang dat je aanwezig bent bij alle bijeenkomsten. Je leert immers niet alleen van je docent, maar ook van de interactie met klasgenoten. Bovendien blijkt dat studenten die vaak aanwezig zijn betere studieprestaties boeken. Sommige cursussen hebben een aanwezigheidsplicht; dit staat vermeld in OSIRIS. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen (zie ook par ). Aanwezigheidsverplichting houdt onder ander in: het leveren van een actieve bijdrage bij een les, tutoruur, stagespreekuur en dergelijke. Indien je vooraf weet dat je hieraan niet kunt voldoen, dien je de betreffende docent op de hoogte te brengen en zelf met een alternatief voorstel te komen. Alternatieven kunnen zijn: het bijwonen van dezelfde les in een andere groep (indien dit mogelijk is gezien het karakter van de les); het uitvoeren van een door de student bedachte vervangende opdracht, mits deze niet onevenredig veel tijd vraagt van de docent. 5.4 Beginvereisten Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Zie daarvoor de cursusbeschrijvingen in hoofdstuk 9. Voldoe je niet aan deze vereisten dan kun je niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming verleent. Zie ook par In studiehandleidingen staan vaak beginsituaties aangegeven. De inhoud en het niveau van de lessen zijn afgestemd op de beginsituatie. Aanschaf lesmateriaal: Staat vermeld in de diverse handleidingen. 90/116

91 6 Toetsen en examens 6.1 Algemeen Toetsen Een onderwijseenheid wordt afgerond met een toets. Elke toets toetst de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de individuele student. Een toets kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Toetsen (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. Het onderzoek wordt verricht door of namens de examencommissie van de opleiding die de cursus verzorgt. Inhoud en vorm van de toets wordt, binnen de kaders van het toetsbeleid van de opleiding, instituut of faculteit, bepaald door de desbetreffende examinator onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Een toets kan zijn onderverdeeld in deeltoetsen. Een examencommissie kan onder te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder (deel)toets met goed gevolg hoeft te worden afgelegd. Verder bepaalt de examencommissie de volgorde waarin in de propedeutische fase en in de hoofdfase toetsen kunnen of moeten worden afgelegd en waar nodig dat het met goed gevolg afgelegd hebben van toetsen voorwaarde is voor toelating tot andere toetsen. Examens Iedere opleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze examens vormen de afsluiting van respectievelijk de propedeutische fase en hoofdfase. De student slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als voor dat deel voldaan is aan de beschreven normen. Daarvoor moeten de toetsen van de betrokken studiefase als voldoende zijn beoordeeld, en daarmee alle benodigde EC s (60 voor de propedeuse en 180 voor de hoofdfase) zijn behaald. Het eindexamen kan slechts worden afgelegd als het propedeutisch examen is behaald. Het tijdstip waarop het laatste onderdeel is afgesloten, wordt aangemerkt als het tijdstip waarop het afsluitend examen is afgelegd. Het door de student af te leggen examen is een formele aangelegenheid; aanmelding is niet nodig. Zodra de student het programma van de propedeutische fase of hoofdfase heeft afgerond, beoordeelt de examencommissie in haar eerstvolgende vergadering de resultaten. Indien de student is geslaagd en aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding heeft voldaan, reikt de examencommissie het getuigschrift uit. Daarvoor gelden procedurele regels. Zie verder par Vrijstellingen De examencommissie kan een student vrijstellen van (deel)toetsen en/of het propedeutisch examen, op grond van: een eerder behaalde toets(en) of examen(s); elders opgedane kennis of vaardigheden op grond van een EVC-assessment, dat is afgenomen door een gecertificeerd EVC-bureau. Voor de profileringsruimte kan,ter beoordeling van de examencommissie, in aanmerking komen voor een vrijstelling: - een HBO of WO diploma, ongeacht de richting: ten hoogste 30 EC vrijstelling - een HBO of WO propedeuse [1], ongeacht de richting: ten hoogste 10 EC vrijstelling. Vrijstellingen zijn zes jaar geldig en worden verstrekt door de examencommissie op basis van de procedure als vermeld in artikel 40 OER HU bacheloropleidingen In bijzondere gevallen kan de examencommissie van de termijn van zes jaar afwijken. Zie par voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. [1] Voor hbo- en universitaire opleidingen die geen propedeutische getuigschrift uitreiken, geldt als norm dat alle vakken in het eerste studiejaar zijn behaald. 91/116

92 Aan een student mogen niet meer dan 25% van de nominale studielast van de opleiding aan vrijstellingen worden verleend op grond van elders opgedane kennis en vaardigheden. Dit heeft dus betrekking op het aantal vrijstellingen dat verleend wordt op basis van hierboven genoemde punt 2. Indien aan een student vóór het collegejaar al meer dan 25% aan vrijstellingen verleend zijn op basis van elders opgedane kennis of vaardigheden, dan behoudt de student daar recht op, tenzij de vrijstellingen ouder dan zes jaar zijn. Zie ook artikel 40 OER HU bacheloropleidingen Vrijstelling van een toets of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen). Let op: Als je meer dan 15 studiepunten aan vrijstelling in de propedeuse hebt, heeft dit gevolgen voor de norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies. Meer hierover kun je vinden in paragraaf van deze studiegids. Overleg eerst met de studieloopbaanbegeleider of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een verzoek wordt ingediend, moet daar altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) zijn bijgevoegd. Vrijstellingen op basis van binnen de onderwijsafdeling behaalde resultaten worden in OSIRIS met het oorspronkelijke cijfer opgevoerd. Andere vrijstellingen worden weergegeven als VRY-O (op grond van eerder gevolgd onderwijs), VRY-A (op grond van een assessment van een gecertificeerd EVC-bureau) of VRY-E (op grond van elders opgedane kennis en vaardigheden zonder EVC assessment) De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij eventuele berekening van een gemiddelde. Vrijstellingen voor vakken uit de hoofdfase kunnen pas worden aangevraagd wanneer een student formeel tot de hoofdfase is toegelaten. 6.3 Organisatie toetsen Toetsvorm en -duur Toetsen zijn instrumenten om de studieresultaten van studenten te toetsen en beoordelen. Daarvoor worden verschillende toetsinstrumenten gebruikt. De in het competentiegerichte onderwijs gebruikte toetsinstrumenten zijn: een theoretische bloktoets bestaande uit casusgerelateerde MC-vragen gerelateerd aan het af te ronden onderwijsblok (Blokcasustoets BCT), schriftelijk of digitaal af te nemen; praktijktoets in de vorm van een stationsexamen (proeftoets PT, stationstoets ST, integrale vaardigheidstoets IVT); praktijktoets in de vorm van procestoetsing (praktijkprocestoetsing); eindproducten van opdrachten en/of projecten, schriftelijk (werkstuk, verslag etc.), of bestaande uit beeldmateriaal (video, powerpointpresentatie etc.); het portfolio, het studievoorgangsgesprek en de reflectieverslagen. De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een toets betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. De beschikbare tijdsduur voor toetsen is in de studiehandleiding bepaald. Bij uitzondering kunnen toetsen langer of korter duren. De werkelijke duur van elke toets wordt in de studiehandleiding vermeld, is telkens op het opgavenblad vermeld en wordt ook door de surveillant bekendgemaakt. Zie par. 4.2 en 4.3 voor meer informatie over de diverse toetsvormen. 92/116

93 6.3.2 Inschrijving en deelname (her)toetsen Inschrijving toetsen Deelname aan blokcasustoetsen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving in OSIRIS ( Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Controleer dus altijd of je bent ingeschreven. Het is aan te bevelen een print van je inschrijfbevestiging te maken. Als je niet correct bent ingeschreven, heb je geen toegang tot het tentamen. Deelname aan stationstoetsen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via FormDesk. Als student ben je er zelf verantwoordelijk voor dat je je op tijd en op de correcte wijze inschrijft. Als je niet correct bent ingeschreven, heb je geen toegang tot de toets. Zie hoofdstuk 8 voor toetsroosters e.d. De hieronder genoemde inschrijfperiodes van de toetsen staan vast. Het is aan te bevelen deze in je jaaragenda op te nemen. Voor onderstaande stationstoetsen schrijf je je in via een link op de onderwijssite van SharePoint van jouw jaar of rechtstreeks op Via deze link kom je in een FormDesk-formulier dat je geheel moet invullen. Je kunt je alleen inschrijven voor de toetsen die in dat blok worden aangeboden en waarvoor de inschrijfperiode geopend is. Vink alle toetsen aan die je wilt maken. Als je je hebt ingeschreven krijg je een gestuurd naar het adres dat je zelf hebt ingevuld. Deze mail is je inschrijfbewijs. Kijk goed of je inschrijving juist en volledig is en bewaar het inschrijfbewijs goed. Als je geen krijgt dan is er iets mis gegaan met de inschrijving. Neem in dat geval direct contact op met het Voor deelname aan (schriftelijke toetsen van) minoren of (profilerings)vakken van een andere opleiding kan het zijn dat inschrijving via OSIRIS ( verplicht is. Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Check dus altijd of je bent ingeschreven. Als je niet correct bent ingeschreven, heb je geen toegang tot de toets. Inschrijven hertoetsen oude stijl Sinds studiejaar zijn er minder Stationstoetsen in het curriculum. De herkansingen van de stationstoetsen uit eerdere jaren zullen plaatsvinden tijdens de nieuwe toetsen volgens onderstaand schema. De inschrijfprocedure is hetzelfde: je schrijft je gewoon in voor de toets(en) die je moet maken. Tijdens de toets worden de casussen behandeld zoals beschreven in de draaiboeken uit collegejaar Deze draaiboeken zijn te vinden via de onderwijssite op SharePoint: Oud (2009/2009) Nieuw Stationstoets 1 & 2 Stationstoets 1 Stationstoets 3 & 4 Stationstoets 2 Stationstoets 5, 6, 7 & 8 Stationstoets 3 Stationstoets 9 & 10 Stationstoets 4 Inschrijfperiodes per jaar In de volgende tabellen staan de periodes beschreven waarbinnen je je kunt inschrijven voor de stationstoetsen. In de regel open de inschrijflijsten op maandag en kun je je uiterlijk op de zondag nog inschrijven. Maandag is de inschrijving gesloten en wordt de indeling bekendgemaakt. Controleer altijd op je inschrijfbewijs of je inschrijving goed is verlopen. Je kunt je inschrijven op Eerstejaars toetsen Week Toets Inschrijven Jaar Poging Openen Sluiten B07 ST1 Stationstoets nov 4-dec B12 HST1 Stationstoets 1 (herkansing) dec 9-jan D09 ST2 Stationstoets apr 20-mei D11 HST2 Stationstoets 2 (herkansing) jun 10-jun 93/116

94 Tweedejaars toetsen Week Toets Inschrijven Jaar Poging Openen Sluiten B10 ST3 Stationstoets nov 11-dec B12 HST3 Stationstoets 3 (herkansing) jan 15-jan Derdejaars toetsen Week Toets Inschrijven Jaar Poging Openen Sluiten A10 HHOST3 (jaar 1) Stationstoets 3 - jr.1 (herkansing 1) sep 9-okt B09 HHOST3 (jaar 1) Stationstoets 3 - jr.1 (herkansing 2) nov 12-dec A10 HHOST4 (jaar 1) Stationstoets 4 - jr.1 (herkansing 1) sep 9-okt B09 HHOST4 (jaar 1) Stationstoets 4 - jr.1 (herkansing 2) nov 11-dec B11 ST4 Stationstoets nov 11-dec C01 HST4 Stationstoets 4 (herkansing) jan 22-jan C6 HHHST Hertoetsen stage-ingang april 3-6-feb 19-feb D6 HHHST Hertoetsen stage-ingang juli 3-10-apr 30-april D10 HHHST Hertoetsen stage-ingang september 3-14-mei 28-mei Tweedejaars VOF-toetsen Week Toets Inschrijven Jaar Poging Openen Sluiten D10 ST1 Stationstoets 1 V apr 20-mei E1 HST1 Stationstoets 1 (herkansing) V jun 17-jun Derdejaars VOF-toetsen Week Toets Inschrijven Jaar Poging Openen Sluiten A10 HHST1 (jaar V2) Stationstoets 1 (herkansing 1) V sep 9-okt B11 HHST1 (jaar V2) Stationstoets 1 (herkansing 1) V nov 11-dec C8 ST2 Stationstoets 2 V3 1 6-feb 4-mrt D2 HST2 Stationstoets 2 (herkansing) V mrt 1-apr D6 HHHST Hertoetsen stageingang juli V3-10-apr 30-april D10 HHHST Hertoetsen stageingang september V3-14-mei 28-mei Zie hoofdstuk 8 voor toetsroosters e.d. Toetsmogelijkheden / herkansingen Gedurende het studiejaar zijn er per cursus meerdere data waarop een toets kan worden afgelegd. Zie OSIRIS voor deze data. Een student mag de toets van een cursus een beperkt aantal keer per jaar afleggen. Herkansing van een afgelegde toets is slechts mogelijk als de beoordeling van de toets onvoldoende is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen van de toets. Als je staat ingeschreven voor een toets maar daaraan niet deelneemt, verlies je een toetskans in dat studiejaar. De aanduiding NA (Niet Aanwezig), die gebruikt wordt als een student zich heeft ingeschreven voor een schriftelijke toets, maar daar niet aan deelneemt, wordt beschouwd als een toetsuitslag. 94/116

95 De student die door overmacht niet aan een toets kan deelnemen, kan de examencommissie verzoeken om een extra toetskans. Van overmacht is sprake als zich een of meer van de volgende omstandigheden voordoen: ziekte; lichamelijke of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; andere situaties van overmacht, dit ter beoordeling van de examencommissie. De opleiding kan ook een extra kans toekennen indien dat deel uitmaakt van een vastgesteld beleid gericht op (potentiële) Langstudeerders. Toetsmogelijkheid bij niet halen bsa-norm in geval van verkorte route Studenten die: a. een verkorte route volgen en daardoor meer dan 15 studiepunten aan vrijstellingen hebben, en b. in het eerste jaar van inschrijving vanwege de verkorte route een door de opleiding vastgesteld programma volgen dat tevens cursussen uit de hoofdfase omvat; kunnen een verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra herkansing in de laatste toetsperiode voor een module uit de propedeutische fase die nog niet is behaald. De examencommissie kent dit verzoek toe indien hierdoor de mogelijkheid ontstaat dat de student aan de bsa-norm kan voldoen. Zie par voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Toetsmogelijkheid bij wijziging of vervanging van een cursus In opvolgende studiejaren kunnen de naam, vorm en/of inhoud van cursussen en toetsen wijzigen of worden vervangen. In het collegejaar ná deze wijziging/vervanging krijgt een student minimaal twee maal de mogelijkheid om op basis van de oude cursus een toets af te leggen Voorzieningen bij een functiebeperking / toetsfaciliteiten Algemeen Een student met functiebeperking kan de examencommissie verzoeken om voorzieningen te treffen, waardoor de student bijvoorbeeld een examen of toets op aangepaste wijze kan afleggen. 8 Een verzoek hiertoe moet tijdig en schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring ingediend worden bij de examencommissie. Tijdig houdt in dat de opleiding voldoende tijd heeft om het verzoek te behandelen en de logistieke planning geëffectueerd kan worden voor de start van de toetsen waarop de aanvraag betrekking heeft. De studentendecaan kan je begeleiden bij het indienen van het verzoek. Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychische aandoeningen die chronisch, dus langdurig van aard, zijn. Soms is een beperking goed te zien of te horen, zoals een visuele beperking of chronisch stotteren. Het komt echter vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet opvalt. Denk aan dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, RSI, reuma, psychische aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme, zoals PDD-NOS en Syndroom van Asperger. Zie par. 2.8 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en par voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Extra toetstijd wegens dyslexie e.d. Studenten die menen recht te hebben op extra tijd (bijv. bij dyslexie) kunnen dit aan het begin van het studiejaar (in september) aangeven bij de examencommissie. De student dient voorafgaand aan het verzoek een afspraak te maken met de decaan; hij/zij kan de student helpen met het opstellen van het verzoek aan de examencommissie. Als de examencommissie het verzoek honoreert, krijgt de student 25% extra tijd voor theorietoetsen. Dit kan voor meerdere toetsen gelden. 8 Zo is het voor studenten met dyslexie mogelijk om via de studentendecaan het softwareprogramma Kurzweil aan te vragen, ter ondersteuning. 95/116

96 Algemene geldigheid van voorzieningen Kent de examencommissie een voorziening toe vanwege een functiebeperking dan stelt zij tevens de duur van de voorziening vast. De student heeft gedurende de vastgestelde periode recht op dezelfde voorziening bij het afnemen van een examen of toets aan een andere opleiding. De student moet in dat geval voldoen aan de volgende voorwaarden: de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor de toets of examen gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; de student op verzoek het schriftelijk besluit kan tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; aantonen dat de examencommissie van de andere opleiding de gemelde voorziening niet heeft geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor de toets of examen aan de student worden bekendgemaakt). Extra toetstijd en gebruik van een woordenboek voor anderstaligen Eerstejaars studenten die bij aanvang van het studiejaar korter dan vijf jaar in Nederland wonen, kunnen een verzoek voor extra tijd voor een theorietoets indienen bij de examencommissie. Dit verzoek geldt alleen voor studenten in het eerste studiejaar. Indien het verzoek wordt goedgekeurd krijg je 25% extra tijd. Je kunt ook een verzoek indienen voor het gebruik van een taalwoordenboek. Het woordenboek moet door het secretariaat van de opleiding worden goedgekeurd. Een verzoek moet met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie worden ingediend. Zie voor de procedure voor het indienen van een verzoek ook par Zie art. 39 OER-HU Legitimatieplicht bij schriftelijke toetsen Voor deelname aan schriftelijke toetsen geldt dat een student zich moet legitimeren door middel van een geldige collegekaart van de HU. Daarnaast moet een student zich te allen tijde kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (zie paragraaf 1.2.5). Met het oog op fraudepreventie moet een student ook bij deelname aan een toets op verzoek een geldig legitimatiebewijs kunnen tonen. Indien je geen geldige collegekaart kan tonen, kun je alleen deelnemen aan toetsen door het tonen van een geldig legitimatiebewijs (paspoort, Nederlands of internationaal rijbewijs of vluchtelingendocument). Heb je nog geen collegekaart ontvangen, dan kun je in de week voorafgaand aan de toetsperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode. Heb je wel een collegekaart ontvangen maar ben je deze door verlies of diefstal kwijtgeraakt, dan kun je een tentamenpas (dagpas) aanvragen tijdens de toetsperiode. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. Aan de tentamenpas zijn kosten verschuldigd: 25,- per pas tot een maximum van 100,- per toetsperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht (zoals bijvoorbeeld diefstal waarvan een proces-verbaal overlegd kan worden) hun collegekaart zijn verloren, hebben recht op restitutie van het bedrag. De tentamenpas wordt slechts afgegeven indien de student: rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan HU; bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont; staat ingeschreven voor het desbetreffende toets. Ben je je collegekaart kwijtgeraakt dan dien je dit direct te melden bij het STIP en een nieuwe collegekaart aan te vragen (tegen betaling van vervangingskosten) Gang van zaken tijdens toetsen 96/116

97 Voor procedures rond toetsen zijn voor studenten aparte document beschikbaar op de onderwijspagina van SharePoint van jouw jaar. Bij een praktijktoets wordt de student geacht zich van tevoren op de hoogte te stellen van de procedures. Tijdens de toets zal de student de aanwijzingen van de docent stipt opvolgen. Bij een theorietoets (Blokcasustoets) waarbij geen docent aanwezig is zal de student de zich houden aan de instructies van de surveillant. Je kunt worden aangesproken door een surveillant wanneer je storend gedrag vertoont. Indien het gedrag niet wordt aangepast kan je gesommeerd worden te vertrekken en kan jouw toets ongeldig worden verklaard. Tijdens de toets gelden de volgende regels: Tijdens de toets mag er niet worden gesproken met medestudenten; Alleen vensters met TestVision mogen zichtbaar zijn in de taakbalk onderin het scherm; Rekenmachines zijn niet toegestaan. Indien vereist mag je gebruik maken van de rekenmachinefunctie ( calculator ) op de computer (dus niet met je mobiele telefoon); Mobiele telefoons dienen uit te staan en opgeborgen te zijn; Je mag geen gebruik maken van foto-, video- of geluidsopnameapparatuur; Je mag geen gebruik maken van multimedia-apparatuur zoals walkman, ipod, etc. (walkmanoordopjes mogen ook niet gebruikt worden als herrie-stoppers ); Woordenboeken zijn toegestaan voor buitenlandse studenten; Je mag het opmerkingenformulier alleen gebruiken om trefwoorden op te schrijven tijdens de toets. Bij twijfel van de aard of omvang van de aantekeningen worden de aantekeningen door de surveillanten ingenomen en ter beoordeling aangeboden aan de toetscommissie; Het commentaar ten aanzien van de toetsvragen worden bij de surveillant ingeleverd en overgedragen aan de toetscommissie; Je mag pas na 30 minuten na aanvang van de toets de ruimte verlaten; Je moet je collegekaart tonen bij het aftekenen van de presentielijst Beoordeling en inzage toetswerk Toetsbeoordeling De beoordeling van een (deel)toets wordt uitgedrukt in: een cijfer op een schaal van 1,0 t/m 10,0 en tot op tienden nauwkeurig of zonder decimalen; een woordbeoordeling: VRY (vrijstelling) 9, Voldaan, Niet Voldaan, Aanwezig, Niet Aanwezig. Een (deel)toets is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 5,5 of hoger, bij een voldoende of hoger of bij de beoordeling VRY. Een cijferbeoordeling moet wel een 5,5 zijn vóór afronding. Dit betekent dat een cijfer dat vóór afronding lager ligt dan een 5,5 maar door afronding een 5,5 zou worden, nu een 5,4 wordt. Een voorbeeld: een 5,49 wordt dus afgerond naar een 5,4 en niet naar een 5,5. Dit is dus geen voldoende beoordeling. Als een toets uit meerdere deeltoetsen bestaat, kan het zo zijn dat niet alleen eisen worden gesteld aan het gewogen gemiddelde, maar eveneens aan de hoogte van de beoordelingen van de afzonderlijke deeltoetsen. Deze eisen staan vermeld in de cursusbeschrijving in hoofdstuk 9. De uitdrukking in woorden verhoudt zich tot de tienpuntsschaal als aangegeven in deze tabel: Uitmuntend 10 Zeer Goed 9 Goed 8 Ruim Voldoende 7 Voldoende 6 Onvoldoende 5 9 Vrijstellingen worden weergegeven als VRY-O (ogv eerder gevolgd onderwijs), VRY-A (ogv een assessment van een gecertificeerd EVC-bureau) of VRY-E (ogv elders opgedane kennis en vaardigheden zonder EVC assessment) 97/116

98 Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten. Bekendmaking toetsresultaten Als bewijs dat een toets is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekendgemaakt in OSIRIS ( Toetsresultaten worden altijd bekendgemaakt onder voorbehoud van rekenkundige, type- en overschrijffouten. Studenten kunnen zelf uit OSIRIS een resultatenlijst uitprinten en deze controleren. Je wordt als student geacht zelf je cijfers te controleren. Mogelijke fouten dien je binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in OSIRIS te melden bij de examinator of de examencommissie. Een cijfer in OSIRIS kan onder andere nog wijzigen na controle bij inzage, wijzigingen in de normering of bij een kennelijke fout bij de invoering. Na deze vier weken na bekendmaking kunnen resultaten slechts met goedkeuring van de examencommissie worden gewijzigd. Zie ook art. 37 lid 4 OER-HU bacheloropleidingen Voor de bekendmaking van toetsresultaten gelden de volgende termijnen 10 : uiterlijk drie weken na afname van een toets, met uitzondering van mondelinge toetsen; op de dag van afname van een mondelinge toets of praktijktoets. Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltoetsen, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltoets. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Zie ook art. 31 en 37 OER-HU bacheloropleidingen Inzage toetswerk De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde toetswerk. De inzage, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking, vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de toetsuitslag, doch uiterlijk voor de hertoets. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Voor elk door studenten geleverd schriftelijk ttoets resp. werkstuk kan een nabespreking worden georganiseerd door de verantwoordelijke docent. Deelname aan nabesprekingsbijeenkomsten is voor de student niet verplicht. Tijdens de nabespreking hebben studenten het recht om het door hen geleverde schriftelijke werk in te zien en krijgt de student een toelichting op de beoordeling van toetswerk. De docent presenteert de juiste antwoorden op de opgaven. Alle specifieke vragen, die voortkomen uit de confrontatie tussen het door de student geleverde werk en de modelantwoorden die de docent presenteert, kunnen tijdens de nabespreking aan de orde komen Onregelmatigheden / fraude Fraude bij toetsen en examens is verboden. Voor een student die zich schuldig maakt aan fraude (of andere vormen van onregelmatigheden zie artikel 38 OER-HU bacheloropleidingen ) kan de examencommissie één van de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): Ontzeggen van deelneming aan een of meer toetsen of het examen voor een termijn van ten hoogste een jaar. Onthouden van het getuigschrift, verklaring of certificaat. Afnemen van een hernieuwd examen op door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze. De faculteitsdirectie adviseren om de inschrijving van de betrokken student definitief te beëindigen indien: 1. een student zich eerder schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden en hem daarvoor ten minste een half jaar de deelname aan toetsen is ontzegd, of; 2. een student zich schuldig maakt aan zodanig ernstige onregelmatigheden, waarbij sprake is van verzwarende omstandigheden, dat deze sanctie gerechtvaardigd wordt geacht. 10 Erkende feestdagen die in Osiris staan vermeld, tellen niet mee binnen deze termijn 98/116

99 De examencommissie moet instaan voor de kwaliteit van de toetsing en kan om die reden ook genoodzaakt zijn maatregelen te treffen die ook de belangen van overige studenten raken. Soms kunnen daarom resultaten ongeldig verklaard worden. Indien een student die een sanctie opgelegd heeft gekregen zich uitschrijft, wordt de sanctie opgeschort en herleeft de sanctie bij herinschrijving. Alvorens een besluit te nemen wordt de student door de examencommissie gehoord. De examencommissie stelt de student direct op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU ( Bewaring en teruggave toets- en examenwerk Alle schriftelijke toetsen en examens worden in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. Voor afstudeerproducten geldt een termijn van twee jaar. De student kan pas na afloop van de bewaartermijn op verzoek toets- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een fotokopie ervan te krijgen. Alle documenten met betrekking tot: (voldoende) toets- of examenuitslagen; Vrijstellingen; de inschrijving van de student; de afgifte van getuigschriften of verklaringen; worden door de afdelingsdirectie bewaard gedurende een periode van dertig jaar, conform het Privacyreglement studenten HU. De instituutsdirecteur ziet erop toe dat deze documenten bewaard blijven gedurende deze periode Geldigheidsduur studieresultaten De resultaten van toetsen en van afgegeven vrijstellingen zijn zes jaar geldig. Als de geldigheidsduur van een toets of een vrijstelling is verstreken, kan de examencommissie deze geldigheidsduur verlengen of een aanvullend of vervangende toets opleggen. Zie art. 28 OER-HU. 99/116

100 6.4 Getuigschriften en titulatuur Algemeen Als bewijs dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt: het propedeutisch getuigschrift na het behalen van het propedeutisch examen; het bachelordiploma na het behalen van het afsluitend examen. Het propedeutisch getuigschrift en het bachelordiploma worden ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van de opleiding. Aan het bachelordiploma wordt een Internationaal Diploma Supplement (IDS) volgens het Europese model toegevoegd, met als doel inzicht te geven in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het getuigschrift of diploma. Je ontvangt slechts één getuigschrift. Het getuigschrift wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op verzoek van de student kan, in plaats van een Nederlands getuigschrift, echter ook een Engelstalig getuigschrift worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement wordt altijd in het Engels opgesteld. Als je meer dan één toets met goed gevolg hebt afgelegd, maar je krijgt geen propedeutisch getuigschrift of diploma uitgereikt, dan kun je de examencommissie om een verklaring verzoeken. Daarin worden de behaalde toetsen vermeld. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van de opleiding. Artikel 42 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU ( regelt welke gegevens het getuigschrift en supplement moeten bevatten. Zie ook het Spoorboekje Diploma s op Zie art. 42 OER-HU Graden en titulatuur De examencommissie verleent, namens het instellingsbestuur, de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot B (met evt. toevoeging) achter de eigen naam. In plaats daarvan (dus niet in combinatie) kan ook worden gebruikt: de titel ingenieur, afgekort tot ing. voorafgaand aan de naam, indien het een opleiding betreft op het gebied van de natuurlijke omgeving of op het gebied van de techniek; de titel baccalaureus, afgekort tot bc. voorafgaand aan de naam, indien het een andere opleiding betreft. Afgestudeerde fysiotherapeuten ontvangen de titel Bachelor of Health. Zie ook art. 43 OER-HU Aantekening cum laude of met genoegen Vermelding cum laude Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening cum laude vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van ten minste 6.0 vóór afronding verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0 vóór afronding; 100/116

101 de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0 vóór afronding; de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding; de student aan wie meer dan 90 studiepunten aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding kan niet in aanmerking komen voor bovengenoemde aantekeningen op het diploma; resultaten die zijn uitgedrukt in de woorden Voldaan en Niet voldaan en VRIJ 11 tellen niet mee bij deze beoordeling. Ook extra behaalde studiepunten (bijvoorbeeld bij een excellente route) tellen niet mee bij deze beoordeling. Vermelding met genoegen Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening met genoegen vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: Aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van ten minste 6.0 vóór afronding verbonden. Het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0 vóór afronding. De (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0 vóór afronding. De student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding. De student aan wie meer dan 90 studiepunten aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding kan niet in aanmerking komen voor bovengenoemde aantekeningen op het diploma. Resultaten die zijn uitgedrukt in de woorden Voldaan en Niet voldaan en VRIJ tellen niet mee bij deze beoordeling. Ook extra behaalde studiepunten (bijvoorbeeld bij een excellente route) tellen niet mee bij deze beoordeling. Indien de inschrijvingsduur langer is dan 4 studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat de student toch in aanmerking komt voor de aantekening cum laude of met genoegen, mits wel voldaan is aan de overige eisen. Voor de vermelding cum laude of met genoegen worden onderdelen, beoordeeld met voldaan of niet voldaan buiten beschouwing gelaten. Dit zijn de volgende onderdelen: Intervisie en casuïstiek behorende bij de Junior- en Seniorstage, KFO, FPO en OBT. Bij de bovengenoemde berekening worden niet-cijfermatige resultaten en extra behaalde punten door de examencommissie meegewogen. Hiervoor gelden de volgende regels: a. De beoordeling voldaan/niet voldaan wordt buiten beschouwing gelaten. b. Als omrekeningstabel geldt: - Voldoende = 6 - Ruim voldoende = 7 - Goed = 8 - Zeer goed = 9 - Uitstekend = 10 c. Indien niet wordt gedifferentieerd tussen voldoende en ruim voldoende geldt: - V = 6.5 d. Indien niet wordt gedifferentieerd tussen goed en zeer goed geldt: - G = 8.5 Een aanvraag voor de vermelding cum laude of met genoegen moet uiterlijk 6 weken voorafgaand aan de examendatum bij de diplomacommissie ingediend zijn. Zie ook par voor het indienen van een verzoek bij de examencommissie. 11 Vrijstellingen worden weergegeven als VRY-O (ogv eerder gevolgd onderwijs), VRY-A (ogv een assessment van een gecertificeerd EVC-bureau) of VRY-E (ogv elders opgedane kennis en vaardigheden zonder EVC assessment) 101/116

102 Reikwijdte Bovenstaande regeling is uitsluitend van toepassing op studenten die op of na 1 september 2005 voor het eerst deelnemen aan de hoofdfase van de opleiding Procedure afgifte getuigschrift De examencommissie geeft pas een getuigschrift af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Daarvoor wordt onderzocht of de student aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan (onder meer moeten alle toetsen zijn behaald en dient de student rechtsgeldig te zijn ingeschreven). Degene die aanspraak maakt op uitreiking van een getuigschrift, kan de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. Hiervoor dient de student tijdig, doch uiterlijk één week voor het tijdstip waarop de laatste toets of het afsluitend aanvullend onderzoek afgelegd wordt, een schriftelijk gemotiveerd verzoek in te dienen. Zie art. 42 OER-HU. 102/116

103 7 Klachten, bezwaar en beroep 7.1 Inleiding Als je het niet eens bent met een beslissing, als je vindt dat iemand zich tegenover jou niet goed gedragen heeft, of als er iets anders fout is gegaan, dan kun je daar wat aan doen. De eerste stap is zelf direct contact te zoeken met de veroorzaker van het probleem, en proberen het in onderling overleg op te lossen. De HU verwacht van docenten, SLB ers en examencommissies ook dat ze open staan voor klachten en zich inzetten om deze af te handelen. Maar het kan natuurlijk gebeuren dat je er toch niet uitkomt, of iemand niet zelf aan wilt spreken, b.v. bij ongewenst gedrag. Dan staat de formele weg open. De formele weg is binnen HU op 2 niveaus vorm gegeven. Eerst wordt een procedure op de faculteit doorlopen. Dit betreft een bezwaar- of klachtprocedure. Je kan je bezwaar of klacht rechtstreeks bij het betrokken orgaan indienen, maar als je niet precies weet waar je moet zijn, of behoefte hebt aan advies, kun je je wenden tot het facultaire loket Rechtsbescherming. Dit is digitaal te bereiken via rechtsloketfg@hu.nl en is in de faculteit ondergebracht bij het STIP. Er is een standaardformulier ( waarop je je bezwaren kunt vermelden, het loket zorgt ervoor dat het binnen de faculteit op de juiste plek terecht komt. Het facultaire loket kan je verwijzen naar de studentendecaan of, bij klachten over gedrag, naar de vertrouwenspersoon. Zij kunnen je adviseren of de procedures. En net als de studentmediatoren ondersteunen ze ook bij een oplossing in overleg, zodat de procedure alsnog voorkomen kan worden. Als je niet tevreden bent over de afhandeling op de faculteit, kun je je wenden tot het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Het gaat dan om een beroep (na de bezwaarprocedure op de faculteit) of een herzieningsverzoek (na de klachtprocedure op de faculteit). Je kunt je beroep of herzieningsverzoek bij het HU-Loket indienen, dat zorgt ervoor dat je kwestie door het juiste orgaan behandeld wordt. Het HU- Loket kan je ook informeren over de procedures. Je kan ook rechtstreeks in beroep bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, of daar een klacht indienen. De procedures op de faculteiten zijn echter speciaal ingesteld omdat deze sneller zijn en minder formeel. Als je het niet eens bent met de uitkomst kun je altijd nog naar het HU-Loket. Het advies is dan ook altijd de extra mogelijkheid op de faculteit te benutten, en daar eerst je bezwaar of klacht in te dienen. In de beschrijving hieronder wordt daar ook van uit gegaan. Let vooral op de termijnen: als je op de faculteit een bezwaar of klacht wilt indienen, moet je dat binnen 2 weken na het besluit of feit waarop dat betrekking heeft doen. Voor beroepszaken en herzieningsverzoeken geldt dat je je binnen een termijn van 6 weken vanaf de datum dat het besluit op de faculteit is genomen tot het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten moet wenden. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures. 7.2 Bezwaar Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, toetsen en examens te maken hebben (zoals toetsbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op een individuele student. Op het besluit staat ook vaak vermeld dat je een bezwaar kunt indienen, maar niet altijd. Je kunt bijvoorbeeld ook een bezwaar indien als je vindt dat de beoordeling van je toets niet klopt, maar bij cijfers in OSIRIS staat natuurlijk niet steeds zo n bezwaarclausule. Je dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij het facultaire loket rechtsloketfg@hu.nl of de examencommissie. Hiervoor is een standaardformulier beschikbaar. Als je het bezwaarschrift bij het loket indient, zorgt het loket voor doorzending aan de examencommissie. 103/116

104 De examencommissie kan je in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval word je tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing en maakt deze schriftelijk bekend. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan je nog beroep instellen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Dat moet wel gebeuren binnen 6 weken na bekendmaking van het besluit op bezwaar. Het kan ook voorkomen dat je bezwaar maakt tegen een besluit van de afdelingsdirectie of faculteitsdirectie, bijvoorbeeld als er een voorziening is geweigerd of een ordemaatregel is getroffen. Dan geldt dezelfde procedure. De volledige bezwaarprocedure is beschreven in het Reglement Rechtsbescherming Studenten, en voor de examencommissie ook nog eens beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU ( Zie art. 6 Reglement Rechtsbescherming Studenten en art. 45 OER-HU 7.3 Klachten Tegen een aantal andere besluiten, en gedragingen van andere studenten of medewerkers, kun je geen bezwaar aantekenen, maar je kunt wel een klacht indienen. Ook dat moet binnen een termijn van 2 weken gebeuren, en ook hiervoor kan je het standaardformulier gebruiken. Je kunt je klacht indienen bij het facultaire loket rechtsloketfg@hu.nl of rechtstreeks bij het verantwoordelijke orgaan. Het facultaire loket zorgt er weer voor dat je klacht door het juiste orgaan wordt behandeld. De procedure lijkt veel op de bezwaarprocedure. Het orgaan dat je klacht behandelt, kan je in de gelegenheid stellen om gehoord te worden. Als je klacht betrekking heeft op een collega-student of een medewerker, wordt deze altijd in de gelegenheid gesteld om zijn reactie op jouw klacht te geven. In principe wordt binnen 2 weken een beslissing over je klacht genomen. Als je het niet eens bent met deze beslissing, kun je binnen 6 weken een herzieningsverzoek indienen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Je kunt een klacht ook mondeling bij het facultaire loket indienen, dan wordt ter plekke het standaardformulier ingevuld. De procedure is niet van toepassing op besluiten van algemene strekking. Zie art. 8 Reglement Rechtsbescherming Studenten Ongewenst gedrag Het kan voorkomen dat je klacht betrekking heeft op gedrag dat zo intimiderend is dat het onder de regelgeving voor ongewenst gedrag valt. Het gaat bijvoorbeeld om verbale of seksuele intimidatie, waarvan de gevolgen ernstig kunnen zijn. Het facultaire loket zal je altijd wijzen op de mogelijkheid je tot een vertrouwenspersoon (zie 2.3) te wenden. Als je een klacht indient, kan je ervoor kiezen die op de faculteit te laten behandelen (de opleidingsdirecteur onderzoekt de klacht of laat hem onderzoeken), of deze voor te leggen aan de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag van de HU. De klacht wordt dan doorgestuurd naar het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Er geldt een afwijkende termijn voor de indiening van klachten over ongewenst gedrag. De termijn kan tot 2 jaar na de gedraging doorlopen. Zie art.1.8 Begripsbepaling en art. 19 Termijnen Reglement Ongewenst Gedrag 104/116

105 7.4 Beroep Beroep staat open tegen besluiten en besluiten na een bezwaar die op grond van de onderwijs- en examenregeling zijn genomen (zoals toetsbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies), maar ook als het besluiten op bezwaar in andere zaken betreft, bijvoorbeeld rondom inschrijving en uitschrijving voor de opleiding, zaken van financiële aard, of ordemaatregelen e.d. Je kunt binnen 6 weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het HU- Loket Rechtsbescherming Studenten. Dit kan digitaal HuLoketRechtsbeschermingStudenten@hu.nl maar dient dan ook per post met handtekening te worden nagezonden. Het HU-Loket Rechtsbescherming zorgt ervoor dat je beroepschrift door het juiste orgaan behandeld wordt. Dit kan het College van Beroep voor de Examens(voor vrijwel alle besluiten van de examencommissie), of de Geschillenadviescommissie (besluiten van de opleidings- of faculteitsdirectie op grond van de WHW) zijn. Dit zijn onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstanties voor (aankomende) studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Ze zijn dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: je naam, studentnummer, huisadres, woonplaats en je telefoonnummer; vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar je bent ingeschreven; de dagtekening; een duidelijke omschrijving van het besluit met datum waartegen het beroep is gericht, onder vermelding van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; één of meer gronden, waarop het beroep berust; een zo nauwkeurig mogelijk omschreven eis. Daarnaast moet een kopie van het bestreden besluit worden bijgevoegd. Het beroepschrift moet worden gericht aan: HU-Loket Rechtsbescherming Studenten Postbus AN Utrecht. Het College van Beroep kan het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de examencommissie of directie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. De Geschillenadviescommissie brengt na onderzoek een advies uit aan het College van Bestuur, dat op basis daarvan een besluit neemt. Ook de commissie adviseert het College van Bestuur een beroep gegrond of ongegrond te verklaren. Als het College van Bestuur het advies overneemt, zal het bij een gegrondverklaring ook de examencommissie of directie opdragen een nieuw besluit te nemen. In het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU ( staan de procedures nader beschreven. Zie voor meer informatie Je kunt je voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan of het secretariaat van het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, tel. (088) Hoger beroep Als je het niet eens bent met de uitspraak van het College van Beroep voor de Examens, of het besluit van het College van Bestuur na advies van de Geschillenadviescommissie, kun je hiertegen ook nog extern hoger beroep aantekenen bij het College van Beroep voor het hoger onderwijs in Den Haag. Informatie over de procedure en termijnen kun je vinden op de website Zie Hoofdstuk 9 Reglement Rechtsbescherming Studenten 105/116

106 7.6 Herzieningsverzoeken bij klachten Als je niet tevreden bent over de afhandeling van je klacht op de faculteit, kun je een verzoek tot herziening indienen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Ook hiervoor geldt een termijn van 6 weken vanaf de beslissing naar aanleiding van je klacht. Je kunt het herzieningsverzoek digitaal indienen bij HuLoketRechtsbeschermingStudenten@hu.nl, maar dan dien je het ook per post, voorzien van een handtekening, na te zenden. HU-Loket Rechtsbescherming Studenten Postbus AN Utrecht Het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten zorgt ervoor dat je verzoek door het juiste orgaan behandeld wordt. Dit is bij de meeste klachten de Klachtencommissie Studenten, maar als het om klachten inzake ongewenst gedrag gaat, wordt de klacht behandeld door de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Dit zijn allebei hogeschoolbrede onafhankelijke klachtinstanties, die niet verbonden zijn aan de faculteit. Ze brengen advies uit aan het College van Bestuur, dat vervolgens een besluit neemt. In het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU en het Reglement inzake Ongewenst Gedrag ( staan de procedures nader beschreven Zie Hoofdstuk 10 Reglement Rechtsbescherming Studenten en Hoofdstuk 4 Reglement inzake Ongewenst Gedrag. 106/116

107 8 Roosters 8.1 Jaarrooster Zowel tijdens de propedeuse als tijdens de hoofdfase is het onderwijsprogramma ingedeeld in vijf perioden (blokken). Deze perioden worden aangeduid met de letters A t/m E (ofwel als blok 1 t/m 5). periode A + B (blok 1 + 2) vormen tezamen een semester, evenals periode C + B (blok 3 + 4). Jaarlijks wordt een overzicht opgesteld waarin de periode-indeling (of blokindeling) voor dat studiejaar wordt gepresenteerd met vermelding van de lesweken, toetsweken en vakantieperiodes. Jaarroosters van de faculteiten worden gepubliceerd via Het jaarrooster studiejaar , onderverdeeld in twee semester-roosters, van de opleiding ziet er als volgt uit: 107/116

108 108/116

109 8.2 Blokrooster Per blok wordt een rooster vastgesteld. Hierin staat vermeld welke cursussen op welk moment worden gegeven door welke docent, in welk lokaal en voor welke groep. Het is de bedoeling dat iedere student zelf de voor hem of haar geldende gegevens overneemt. Dit rooster is uiterlijk een week voor aanvang van de nieuwe periode bekend en is in te zien op SharePoint op Hier zijn de groepsroosters te vinden alsook de algemene roosters van het hele 1 e, 2 e of 3 e jaar onder de respectievelijke groepscodes FT1, FT2 en FT3. Regelmatig deze roosters bekijken is aan te raden om eventuele wijzigingen op tijd te zien. Wijzigingen in de roosters worden in rood aangegeven. 8.3 Toetsrooster De meeste toetsen worden gedurende de toetsweken aan het einde van elke lesperiode (blok) afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een toetsrooster bekend gemaakt (al dan niet als onderdeel van het blokrooster). Dit rooster wordt uiterlijk 1 week voor aanvang van de toetsperiode gepubliceerd via de onderwijspagina van SharePoint ( Aan de hand van het jaarrooster kunnen studenten zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Herkansingen vinden plaats na afsluiting van de desbetreffende vaardigheidslessenreeks behorende bij de beroepsopdracht. Uitzonderingen vormen de herkansingen voor de toetsonderdelen van de laatste periode. Deze worden ingeroosterd in de laatste volle week van augustus voorafgaand aan het nieuwe studiejaar, dat start op 1 september (week E9). Op het toetsrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag, op welk tijdstip en in welk lokaal de toets (of herkansing) plaatsvindt. Toetsen worden zoveel mogelijk gepland op hetzelfde tijdstip als de lessen. Om studenten de mogelijkheid te geven te versnellen kan het voorkomen dat hiervan wordt afgeweken. Op de volgende pagina is het toetsoverzicht weergegeven waarin je kunt zien welke toetsen in welke week plaatsvinden. De exacte data van de toetsen worden in de loop van het jaar bekendgemaakt. 109/116

110 Toetsoverzicht per blok Voor stations- en blokcasustoetsen staan de toetsen in het toetsoverzicht. Voor de overige toetsen is de informatie in de studenthandleidingen te vinden. De exacte data en tijdstippen van de toetsen zullen bekendgemaakt worden via het blokrooster op SharePoint: 110/116

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES. STUDIEGIDS OOGZORG Optometrie & Orthoptie

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES. STUDIEGIDS OOGZORG Optometrie & Orthoptie INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS OOGZORG Optometrie & Orthoptie 20 202 /5 Inhoudsopgave Algemene informatie 5. Algemene informatie HU... 5.. Onderwijsprofiel HU... 5..2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

INSTITUUT STUDIEGIDS MASTER ZORGTRAJECT ONTWERP VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. Studiegids Master Zorgtraject Ontwerp 2011-2012 1/81

INSTITUUT STUDIEGIDS MASTER ZORGTRAJECT ONTWERP VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. Studiegids Master Zorgtraject Ontwerp 2011-2012 1/81 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MASTER ZORGTRAJECT ONTWERP 2011 2012 1/81 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor-

Nadere informatie

INSTITUUT STUDIEGIDS OEFENTHERAPIE CESAR VOOR BEWEGINGSSTUDIES. Hogeschool Utrecht, Utrecht, September 2011

INSTITUUT STUDIEGIDS OEFENTHERAPIE CESAR VOOR BEWEGINGSSTUDIES. Hogeschool Utrecht, Utrecht, September 2011 INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS OEFENTHERAPIE CESAR 2011 2012 Hogeschool Utrecht, Utrecht, September 2011 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

INSTITUUT STUDIEGIDS OPLEIDING HUIDTHERAPIE VOOR PARAMEDISCHE STUDIES

INSTITUUT STUDIEGIDS OPLEIDING HUIDTHERAPIE VOOR PARAMEDISCHE STUDIES INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS OPLEIDING HUIDTHERAPIE 2011 2012 1/96 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor-

Nadere informatie

INSTITUUT voor VERPLEEGKUNDIGE STUDIES

INSTITUUT voor VERPLEEGKUNDIGE STUDIES INSTITUUT voor VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MASTER ADVANCED NURSING PRACTICE 2011-2012 Studiegids MANP 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU... 6 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

INSTITUUT. STUDIEGIDS Bacheloropleiding verpleegkunde VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, 31 augustus 2011

INSTITUUT. STUDIEGIDS Bacheloropleiding verpleegkunde VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, 31 augustus 2011 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS Bacheloropleiding verpleegkunde 2011 2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, 31 augustus 2011 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE

INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE 2010 2011 Studiegids 2010-2011 2/107 Instituut voor Bewegingsstudies, Opleiding Fysiotherapie Inhoud 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie

Nadere informatie

Studiegids Logopedie INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS LOGOPEDIE 1/89. Hogeschool Utrecht, September 2011

Studiegids Logopedie INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS LOGOPEDIE 1/89. Hogeschool Utrecht, September 2011 INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS LOGOPEDIE 2011 2012 1/89 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

STUDIEGIDS Opleiding Master Fysiotherapie

STUDIEGIDS Opleiding Master Fysiotherapie STUDIEGIDS Opleiding Master Fysiotherapie 2010 2011 Hogeschool Utrecht, Servicebureau/ JZ Utrecht, 19 mei 2010 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 7 1.1 Algemene informatie HU... 7 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG 2011 2012 1/114 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2

Nadere informatie

Studiegids 2010-2011 Centrum voor Paramedische Studies Opleiding Tandprothetiek

Studiegids 2010-2011 Centrum voor Paramedische Studies Opleiding Tandprothetiek Centrum voor Paramedische Studies Studiegids Tandprothetiek 2010 2011 1/90 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 7 1.1 Algemene informatie HU 7 1.1.1 Onderwijsprofiel HU 7 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Studiegids 2010 2011 1/124

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Studiegids 2010 2011 1/124 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Studiegids 2010 2011 1/124 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES BACHELOROPLEIDING VERPLEEGKUNDE STUDIEGIDS

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES BACHELOROPLEIDING VERPLEEGKUNDE STUDIEGIDS INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES BACHELOROPLEIDING VERPLEEGKUNDE STUDIEGIDS 2010-2011 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, juni 2010 2/115 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene

Nadere informatie

INSTITUUT STUDIEGIDS FARMAKUNDE VOOR PARAMEDISCHE STUDIES. Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011

INSTITUUT STUDIEGIDS FARMAKUNDE VOOR PARAMEDISCHE STUDIES. Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011 INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE 2011 2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1

Nadere informatie

Studiegids 2011-2012 Centrum voor Paramedische Studies Opleiding Tandprothetiek

Studiegids 2011-2012 Centrum voor Paramedische Studies Opleiding Tandprothetiek Centrum voor Paramedische Studies Studiegids Tandprothetiek 2011 2012 1/88 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 7 1.1 Algemene informatie HU 7 1.1.1 Onderwijsprofiel HU 7 1.1.2 Hogeschool- en faculteitsregelingen

Nadere informatie

STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE

STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE 2010 2011 1/97 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE. Instituut voor Paramedische Studies Opleiding Huidtherapie

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE. Instituut voor Paramedische Studies Opleiding Huidtherapie Instituut voor Paramedische Studies Opleiding Huidtherapie INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE 2009 2010 Hogeschool Utrecht, 29 juni 2009 1/88 Studiegids 2009-2010 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Studiegids 2013-2014 Centrum voor Paramedische Studies Opleiding Tandprothetiek

Studiegids 2013-2014 Centrum voor Paramedische Studies Opleiding Tandprothetiek Centrum voor Paramedische Studies Studiegids Tandprothetiek 2013 2014 1/95 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 7 1.1 Algemene informatie HU 7 1.1.1 Onderwijsprofiel HU 7 1.1.2 Hogeschool- en faculteitsregelingen

Nadere informatie

Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE

Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS HUIDTHERAPIE 2008 2009 2/81 Instituut voor Paramedische Studies, Opleiding Huidtherapie Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU...6

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Voltijd

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Voltijd INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Voltijd Studiegids 2009 2010 Studiegids 2009-2010 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 1.1.2

Nadere informatie

CENTRUM VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES

CENTRUM VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES CENTRUM VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MASTEROPLEIDING PHYSICIAN ASSISTANT 2010-2011 Hogeschool Utrecht, 22 juni 2010 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 3 1.1 Algemene informatie HU... 3 1.1.1

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS MONDZORGKUNDE 2010-2011. Instituut voor Paramedische Studies Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011 1/142

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS MONDZORGKUNDE 2010-2011. Instituut voor Paramedische Studies Opleiding Mondzorgkunde 2010-2011 1/142 INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS MONDZORGKUNDE 2010-2011 1/142 2/142 sopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU 6 1.1.1 Onderwijsprofiel HU 6 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels Deeltijd Studiejaar 2018-2019 Citeertitel Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels Deeltijd Datum

Nadere informatie

Studiegids INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS OEFENTHERAPIE CESAR

Studiegids INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS OEFENTHERAPIE CESAR INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS OEFENTHERAPIE CESAR 2008 2009 2/102 Instituut voor Bewegingsstudies, Opleiding Oefentherapie Cesar Inhoud 1 Algemene informatie 7 1.1 Algemene informatie HU...

Nadere informatie

INSTITUUT STUDIEGIDS MASTEROPLEIDING PHYSICIAN ASSISTANT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES

INSTITUUT STUDIEGIDS MASTEROPLEIDING PHYSICIAN ASSISTANT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MASTEROPLEIDING PHYSICIAN ASSISTANT 2011 2012 1/117 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie Hogeschool Utrecht... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

CENTRUM VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MASTEROPLEIDING PHYSICIAN ASSISTANT

CENTRUM VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MASTEROPLEIDING PHYSICIAN ASSISTANT CENTRUM VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MASTEROPLEIDING PHYSICIAN ASSISTANT 2009 2010 Studiegids 2009-2010 Hogeschool Utrecht, 29 juni 2009 2/2 Centrum voor Verpleegkundige Studies Masteropleiding

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE 2009 2010 Instituut voor Paramedische Studies Opleiding Farmakunde Hogeschool Utrecht, 29 juni 2009 2/100 Studiegids 2009-2010 Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Studiegids INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS OOGZORG

Studiegids INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS OOGZORG Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS OOGZORG 2008 2009 Studiegids 2008-2009 2/100 Instituut voor Paramedische Studies, Opleiding Oogzorg Inhoudsopgave 1 Algemene informatie

Nadere informatie

INSTITUUT STUDIEGIDS BACHELOR MEDISCHE HULPVERLENING VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. Studiegids Bachelor Medische Hulpverlening 2010-2011 1/83

INSTITUUT STUDIEGIDS BACHELOR MEDISCHE HULPVERLENING VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. Studiegids Bachelor Medische Hulpverlening 2010-2011 1/83 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS BACHELOR MEDISCHE HULPVERLENING 2010 2011 1/83 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2

Nadere informatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: III FACULTEIT GEZONDHEIDSZORG A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: Artikel 23 Studieadvies in de propedeutische fase 5.2 Voor het afgeven van een positief

Nadere informatie

studiegids bacheloropleiding hbr voltijd 2011-2012 STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING HBO-Rechten Voltijd 1/168 Hogeschool Utrecht, September 2011

studiegids bacheloropleiding hbr voltijd 2011-2012 STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING HBO-Rechten Voltijd 1/168 Hogeschool Utrecht, September 2011 STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING HBO-Rechten Voltijd 2011 2012 1/168 Voorwoord De studiegids van de opleiding HBO-Rechten voltijd van de Hogeschool Utrecht (HU) is het kerndocument van de opleiding en is bedoeld

Nadere informatie

Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS VERPLEEGKUNDE

Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS VERPLEEGKUNDE INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS VERPLEEGKUNDE 2008 2009 Voorwoord Een prachtvak Hbo verpleegkunde is een prachtige opleiding voor mensen zoals jij, die graag iets voor anderen willen

Nadere informatie

Studiegids Werktuigbouwkunde

Studiegids Werktuigbouwkunde Studiegids Werktuigbouwkunde 2011 2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Master leraar Algemene Economie Croho: 45275 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE

INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE INSTITUUT VOOR BEWEGINGSSTUDIES STUDIEGIDS FYSIOTHERAPIE 2008 2009 Studiegids 2008-2009 2/106 Instituut voor Bewegingsstudies, Opleiding Fysiotherapie Inhoud 1 Algemene informatie 7 1.1 Algemene informatie

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Deeltijd STUDIEGIDS 2009 2010

INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES. OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Deeltijd STUDIEGIDS 2009 2010 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES OPLEIDING MANAGEMENT IN DE ZORG Deeltijd STUDIEGIDS 2009 2010 1/58 2/58 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU... 6 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

Propedeuse & hoofdfase Small Business & Retail management

Propedeuse & hoofdfase Small Business & Retail management Studiegids FEM Propedeuse & hoofdfase Small Business & Retail management 2011-2012 1/79 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor-

Nadere informatie

Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO)

Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) Hogeschool Utrecht Faculteit Natuur en Techniek Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) BACHELOROPLEIDINGEN STUDIEGIDS 2011-2012 Voltijd opleidingen: Bouwkunde Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek

Nadere informatie

Studiegids Security Technology

Studiegids Security Technology Studiegids Security Technology 2011 2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU...

Nadere informatie

STUDIEGIDS opleidingen CHEMIE & CHEMISCHE TECHNOLOGIE

STUDIEGIDS opleidingen CHEMIE & CHEMISCHE TECHNOLOGIE STUDIEGIDS 2011-2012 opleidingen CHEMIE & CHEMISCHE TECHNOLOGIE Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 014-015 Master Pedagogiek CROHO-nummer 44113 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1. Informatie en communicatie...

Nadere informatie

TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE

TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE STUDIEGIDS TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 2010-2011 voltijd en deeltijd Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS LEEFSTIJL, ARBEID EN GEZONDHEID

Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS LEEFSTIJL, ARBEID EN GEZONDHEID Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS LEEFSTIJL, ARBEID EN GEZONDHEID 2008 2009 Studiegids 2008-20092 2/80 Instituut voor Verpleegkundige Studies, Opleiding Leefstijl,

Nadere informatie

STUDIEGIDS. Hogeschool Utrecht INSTITUUT VOOR INFORMATICA EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE 2011-2012

STUDIEGIDS. Hogeschool Utrecht INSTITUUT VOOR INFORMATICA EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE 2011-2012 STUDIEGIDS Hogeschool Utrecht INSTITUUT VOOR INFORMATICA EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE 2011-2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011 STUDIEGIDS Instituut voor ICT 2011 2012 Opleidingen:

Nadere informatie

Studiegids bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde 2011-2012. Hogeschool Utrecht BACHELOROPLEIDINGEN 2011-2012. Technische Bedrijfskunde 1/319

Studiegids bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde 2011-2012. Hogeschool Utrecht BACHELOROPLEIDINGEN 2011-2012. Technische Bedrijfskunde 1/319 Hogeschool Utrecht BACHELOROPLEIDINGEN 2011-2012 Technische Bedrijfskunde 1/319 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

STUDIEGIDS Opleiding Master Fysiotherapie

STUDIEGIDS Opleiding Master Fysiotherapie STUDIEGIDS Opleiding Master Fysiotherapie 2009 2010 1/90 Inhoudsopgave 0. Voorwoord 5 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU... 6 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 6 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE

TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE STUDIEGIDS TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 2009-2010 voltijd en deeltijd Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING DIGITALE COMMUNICATIE

STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING DIGITALE COMMUNICATIE STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING DIGITALE COMMUNICATIE 2009 2010 Hogeschool Utrecht, Servicebureau, Studentzaken / JZ Utrecht, 7 april 2009 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU...

Nadere informatie

Instituut voor Paramedische Studies Opleiding Mondzorgkunde INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS MONDZORGKUNDE 1/110

Instituut voor Paramedische Studies Opleiding Mondzorgkunde INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS MONDZORGKUNDE 1/110 INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS MONDZORGKUNDE 2011 2012 1/110 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

STUDIEGIDS LIFE SCIENCES 2009 2010

STUDIEGIDS LIFE SCIENCES 2009 2010 STUDIEGIDS LIFE SCIENCES 2009 2010 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 1.1.3 Bachelor- en Masterstelsel... 5 Hogeschool- en faculteitsregelingen...

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE 2010 2011 2/109 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU...6 1.1.1 Onderwijsprofiel HU...6 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...7

Nadere informatie

STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT

STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT 2010 2011 Hogeschool Utrecht, Servicebureau, Studentzaken / JZ Utrecht, september 2010 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie

Nadere informatie

Studiegids Small Business en Retail Management 2009-2010 STUDIEGIDS FEM. Small Business en Retail Management 1/79. Hogeschool Utrecht, 30 juni 2009

Studiegids Small Business en Retail Management 2009-2010 STUDIEGIDS FEM. Small Business en Retail Management 1/79. Hogeschool Utrecht, 30 juni 2009 STUDIEGIDS FEM 2009 2010 Small Business en Retail Management 1/79 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 1.1.3 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO)

Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) Faculteit Natuur en Techniek Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) Studiegids 2009 / 2010 Opleidingen: Bouwkunde Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek Geodesie / Geo-informatica Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

STUDIEGIDS SECURITY TECHNOLOGY 2008 2009

STUDIEGIDS SECURITY TECHNOLOGY 2008 2009 STUDIEGIDS SECURITY TECHNOLOGY 2008 2009 1/80 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel... 6 1.1.3 Hogeschool-

Nadere informatie

Studiegids Product Design & Engineering 2010 2011

Studiegids Product Design & Engineering 2010 2011 Studiegids Product Design & Engineering 2010 2011 blz 2 van 89 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU... 6 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 6 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel... 7

Nadere informatie

Studiegids INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE

Studiegids INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS FARMAKUNDE 2008 2009 2/86 Instituut voor Paramedische Studies, Opleiding Farmakunde INHOUD 1 Algemene informatie 7 1.1 Algemene informatie HU...7 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

Format studiegids bacheloropleidingen 2009-2010 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE OPLEIDING EVENTMANAGER 1/68. Hogeschool Utrecht, 7 april 2009

Format studiegids bacheloropleidingen 2009-2010 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE OPLEIDING EVENTMANAGER 1/68. Hogeschool Utrecht, 7 april 2009 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE OPLEIDING EVENTMANAGER 2009 2010 1/68 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

Management, Economie en Recht

Management, Economie en Recht STUDIEGIDS Hoofdfase Management, Economie en Recht 2009 2010 Hogeschool Utrecht, 30 juni 2009 1 1 Algemene informatie... 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 1.1.3 Bachelor-

Nadere informatie

Reglement Examencommissies. Datum 23 september 2013. Versie 2013-2014. Hogeschool Utrecht

Reglement Examencommissies. Datum 23 september 2013. Versie 2013-2014. Hogeschool Utrecht Datum 23 september 2013 Versie 2013-2014 Reglement Examencommissies FE Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. Voorwoord Dit reglement is een invulling

Nadere informatie

STUDIEGIDSEN. Hogeschool Utrecht MASTEROPLEIDINGEN 2011-2012

STUDIEGIDSEN. Hogeschool Utrecht MASTEROPLEIDINGEN 2011-2012 STUDIEGIDSEN Hogeschool Utrecht MASTEROPLEIDINGEN 2011-2012 1 Voorwoord De complexe wereld waarin kinderen en jongeren opgroeien, stelt hen voor ingewikkelde uitdagingen. Deze uitdagingen gaan veelal verder

Nadere informatie

Studiegids Mediatechnologie

Studiegids Mediatechnologie Studiegids Mediatechnologie 2011 2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5

Nadere informatie

INSTITUUT ARCHIMEDES BACHELOR- OPLEIDING OMGANGSKUNDE 2010/2011. Instituut Archimedes Bacheloropleiding OMGANGSKUNDE 1

INSTITUUT ARCHIMEDES BACHELOR- OPLEIDING OMGANGSKUNDE 2010/2011. Instituut Archimedes Bacheloropleiding OMGANGSKUNDE 1 INSTITUUT ARCHIMEDES BACHELOR- OPLEIDING OMGANGSKUNDE 2010/2011 Instituut Archimedes Bacheloropleiding OMGANGSKUNDE 1 INHOUD 1. Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU 6 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Master Leraar Algemene Economie CROHO: 45275 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: IEC Versie: Concept besproken met kernteam 29-4-15 / definitief

Nadere informatie

Studiegids FEM. Nederlandstalige propedeuse

Studiegids FEM. Nederlandstalige propedeuse Studiegids FEM Nederlandstalige propedeuse Accountancy Bedrijfseconomie Financial Services Management Commerciele Economie Ad Assistant Marketeer International Business and Languages Management Economie

Nadere informatie

Studiegids voltijd bachelor Pedagogiek 2011-2012 STUDIEGIDS. Hogeschool Utrecht VOLTIJD BACHELOR PEDAGOGIEK 2011-2012 1/79

Studiegids voltijd bachelor Pedagogiek 2011-2012 STUDIEGIDS. Hogeschool Utrecht VOLTIJD BACHELOR PEDAGOGIEK 2011-2012 1/79 STUDIEGIDS Hogeschool Utrecht VOLTIJD BACHELOR PEDAGOGIEK 2011-2012 1/79 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

STUDIEGIDS Information ENgineering 2009 2010. Versie 31 juli 2009

STUDIEGIDS Information ENgineering 2009 2010. Versie 31 juli 2009 STUDIEGIDS Information ENgineering 2009 2010 Versie 31 juli 2009 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

Studiegids Industriële Automatisering

Studiegids Industriële Automatisering Studiegids Industriële Automatisering 2011 2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

INSTITUUT ARCHIMEDES BACHELOR- OPLEIDING WISKUNDE 2010/2011. Instituut Archimedes Bacheloropleiding WISKUNDE 1

INSTITUUT ARCHIMEDES BACHELOR- OPLEIDING WISKUNDE 2010/2011. Instituut Archimedes Bacheloropleiding WISKUNDE 1 INSTITUUT ARCHIMEDES BACHELOR- OPLEIDING WISKUNDE 2010/2011 Instituut Archimedes Bacheloropleiding WISKUNDE 1 INHOUD 1. Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU 6 1.1.1 Onderwijsprofiel HU 6 1.1.2

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 2008-2009

TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 2008-2009 STUDIEGIDS TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE 008-009 voltijd en deeltijd Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1. Bachelor- en Masterstelsel... 6

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2016-2017 Masteropleiding Digitale Innovatie in Zorg en Welzijn CROHO-40120 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: instituut Zorg en Welzijn Definitief:

Nadere informatie

STUDIEGIDS. Hogeschool Utrecht BACHELOROPLEIDING SAMEN OP SCHOLEN

STUDIEGIDS. Hogeschool Utrecht BACHELOROPLEIDING SAMEN OP SCHOLEN STUDIEGIDS Hogeschool Utrecht BACHELOROPLEIDING SAMEN OP SCHOLEN 2011-2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, september 2011 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU...

Nadere informatie

Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO)

Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) Faculteit Natuur en Techniek Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) Studiegids 2010 / 2011 Voltijd opleidingen: Milieukunde Hogeschool Utrecht, 2010/2011 1 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene

Nadere informatie

STUDIEGIDS Instituut voor ICT 2010 2011

STUDIEGIDS Instituut voor ICT 2010 2011 STUDIEGIDS Instituut voor ICT 2010 2011 Versie 29 juni 2010 (definitief) Opleidingen: - Bedrijfskundige Informatica (voltijd, deeltijd) - Informatica, specialisatie Software Engineering (voltijd, deeltijd)

Nadere informatie

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten Procedure aangaande de Onderwijs- en examenregeling van Fontys Dit is een uitgave van het Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten. Het CBA ondersteunt de medezeggenschap en inspraak binnen Fontys Hogescholen

Nadere informatie

Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MANAGEMENT IN DE ZORG

Studiegids 2008-2009 INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MANAGEMENT IN DE ZORG INSTITUUT VOOR VERPLEEGKUNDIGE STUDIES STUDIEGIDS MANAGEMENT IN DE ZORG 2008 2009 2/34 Instituut voor Verpleegkundige Studies, Opleiding Management in de Zorg, deeltijd Inhoudsopgave 1 Algemene informatie

Nadere informatie

Studiegids Mediatechnologie 2009 2010

Studiegids Mediatechnologie 2009 2010 Studiegids Mediatechnologie 2009 2010 blz 1 van 91 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel... 6 1.1.3 Hogeschool-

Nadere informatie

STUDIEGIDS. Hogeschool Utrecht INSTITUUT VOOR INFORMATICA EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE

STUDIEGIDS. Hogeschool Utrecht INSTITUUT VOOR INFORMATICA EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE STUDIEGIDS Hogeschool Utrecht INSTITUUT VOOR INFORMATICA EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE 2011-2012 Hogeschool Utrecht, Studentzaken / JZ Utrecht, September 2011 STUDIEGIDS Instituut voor ICT 2011 2012 Opleidingen:

Nadere informatie

Studiegids Facility Management Deeltijd 2008-2009 STUDIEGIDS FEM. Facility Management. Deeltijd 1/66. Hogeschool Utrecht, 30 juni 2008

Studiegids Facility Management Deeltijd 2008-2009 STUDIEGIDS FEM. Facility Management. Deeltijd 1/66. Hogeschool Utrecht, 30 juni 2008 STUDIEGIDS FEM 2008 2009 Facility Management Deeltijd 1/66 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel... 6 1.1.3

Nadere informatie

STUDIEGIDS MEDIATECHNOLOGIE 2008 2009

STUDIEGIDS MEDIATECHNOLOGIE 2008 2009 STUDIEGIDS MEDIATECHNOLOGIE 2008 2009 1/84 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 3 1.1 Algemene informatie HU... 3 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 3 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel... 3 1.1.3 1.1.4 Hogeschool-

Nadere informatie

STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING JOURNALISTIEK

STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING JOURNALISTIEK STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING JOURNALISTIEK 2010 2011 Hogeschool Utrecht, Servicebureau, Studentzaken / JZ Utrecht, 1 september 2010 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5

Nadere informatie

STUDIEGIDS. Institute for Life Sciences & Chemistry (HU/FNT) Cursusjaar LIFE SCIENCES

STUDIEGIDS. Institute for Life Sciences & Chemistry (HU/FNT) Cursusjaar LIFE SCIENCES Studiegids 2008-2009 STUDIEGIDS Institute for & Chemistry (HU/FNT) Cursusjaar 2008-2009 LIFE SCIENCES Bacheloropleiding Biologie en medisch laboratoriumonderzoek 1/80 Studiegids 2008-2009 2/80 Studiegids

Nadere informatie

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl Voorwoord De Onderwijs-

Nadere informatie

Studiegids Business Management Hoofdfase 2009-2010 STUDIEGIDS FEM. Hoofdfase. Business Management 1/83. Hogeschool Utrecht, 30 juni 2009

Studiegids Business Management Hoofdfase 2009-2010 STUDIEGIDS FEM. Hoofdfase. Business Management 1/83. Hogeschool Utrecht, 30 juni 2009 STUDIEGIDS FEM 2009 2010 Hoofdfase Business Management 1/83 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2 1.1.3 Bachelor- en Masterstelsel...

Nadere informatie

TOELICHTING COLLEGEGELD 2015 2016, HOGESCHOOL LEIDEN

TOELICHTING COLLEGEGELD 2015 2016, HOGESCHOOL LEIDEN TOELICHTING COLLEGEGELD 2015 2016, HOGESCHOOL LEIDEN Voor je inschrijving bij Hogeschool Leiden betaal je jaarlijks, dit is wettelijk verplicht. De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

De onderwijs- en examenregeling

De onderwijs- en examenregeling De onderwijs- en examenregeling Algemeen In de onderwijs- en examenregeling (OER) wordt informatie gegeven over het onderwijs van een opleiding of een groep van opleidingen. Heeft de OER betrekking op

Nadere informatie

Faculteit Natuur en Techniek. Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) Studiegids 2008/2009. Opleidingen voltijd:

Faculteit Natuur en Techniek. Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) Studiegids 2008/2009. Opleidingen voltijd: Faculteit Natuur en Techniek Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) Studiegids 2008/2009 Opleidingen voltijd: Bouwkunde Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek Geodesie/Geo-informatica Ruimtelijke

Nadere informatie

STUDIEGIDS FEM. Centre for Business & Management. Parttime Management Opleidingen. Studiegids Parttime Management Opleidingen 2008-2009 1/74

STUDIEGIDS FEM. Centre for Business & Management. Parttime Management Opleidingen. Studiegids Parttime Management Opleidingen 2008-2009 1/74 STUDIEGIDS FEM 2008 2009 Centre for Business & Management Parttime Management Opleidingen 1/74 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU...5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 5 1.1.2

Nadere informatie

STUDIEGIDS FEM. Institute for Business Administration. Deeltijd. Diedenoort Facility Management

STUDIEGIDS FEM. Institute for Business Administration. Deeltijd. Diedenoort Facility Management STUDIEGIDS FEM 2007 2008 Institute for Business Administration Deeltijd Diedenoort Facility Management 1/58 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU... 5 1.1.1 Onderwijsprofiel

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: 10 FACULTAIRE BEPALINGEN Faculteit Gezondheidszorg A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: Artikel 20 Inschrijving voor cursussen 3A De student is zelf

Nadere informatie

STUDIEGIDS Electronic Engineering and Design Deeltijd (Elektrotechniek) 2007 2008

STUDIEGIDS Electronic Engineering and Design Deeltijd (Elektrotechniek) 2007 2008 STUDIEGIDS Electronic Engineering and Design Deeltijd (Elektrotechniek) 2007 2008 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 7 1.1 Algemene informatie HU...7 1.1.1 Onderwijsprofiel HU...7 1.1.2 Bachelor- en

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Master Leraar Nederlands CROHO: 45269 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: IEC Versie: Concept besproken met kernteam 29-4-15 / definitief INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

STUDIEGIDS Technische Informatica 2006 2007

STUDIEGIDS Technische Informatica 2006 2007 STUDIEGIDS Technische Informatica 2006 2007 1/77 2/77 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 8 1.1 Algemene informatie HU... 8 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 8 1.1.2 1.1.3 Bachelor- en Masterstelsel... 9 Hogeschool-

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR GEBAREN, TAAL & DOVENSTUDIES

INSTITUUT VOOR GEBAREN, TAAL & DOVENSTUDIES INSTITUUT VOOR GEBAREN, TAAL & DOVENSTUDIES MASTER DOVENSTUDIES/ LERAAR NEDERLANDSE GEBARENTAAL 2010/2011 1 Inhoud 1. Algemene informatie 5 1.1 Algemene informatie HU 5 1.1.1 Onderwijsprofiel HU 5 1.1.2

Nadere informatie

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS LOGOPEDIE

INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS LOGOPEDIE INSTITUUT VOOR PARAMEDISCHE STUDIES STUDIEGIDS LOGOPEDIE 2009-2010 Studiegids 2009-2010 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Algemene informatie HU... 6 1.1.1 Onderwijsprofiel HU... 6 1.1.2 Bachelor-

Nadere informatie