Waterschap De Dommel 11 juli 2014 Ontwerp projectplan 9W8954. Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid Deel I: Een ontwerp voor droge voeten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Waterschap De Dommel 11 juli 2014 Ontwerp projectplan 9W8954. Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid Deel I: Een ontwerp voor droge voeten"

Transcriptie

1 Waterschap De Dommel 11 juli 2014 Ontwerp projectplan 9W8954 Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid Deel I: Een ontwerp voor droge voeten

2 Documenttitel Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid Deel I: Een ontwerp voor droge voeten Verkorte Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I documenttitel Status Ontwerp projectplan Datum 11 juli 2014 Projectnaam Projectplan Valkenswaard-Zuid Projectnummer 9W8954 Opdrachtgever Waterschap De Dommel Referentie 9W8954/R00005/901865/EHV Bosscheweg 56 Postbus DA Boxtel Telefoon Fax info@dommel.nl Internet Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan ii

3 Voorwoord Voor u ligt het projectplan voor het waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid. Dit projectplan is geschreven in opdracht van Waterschap De Dommel en beschrijft de realisatie van een waterbergingsgebied ter bescherming van bebouwing in en rondom de stad Eindhoven. Waterschap De Dommel richt in de planperiode van het Waterbeheerplan Krachtig Water tot eind 2015 waterbergingsgebieden in en treft lokale maatregelen in het watersysteem. De maatregelen moeten ervoor zorgen dat bebouwde gebieden droge voeten houden in het geval van uitzonderlijke regenval. Waterschap De Dommel geeft hieraan de hoogste prioriteit. Dit vloeit voort uit de normen voor wateroverlast die de Provincie Noord-Brabant in artikel 2.3 van de verordening water Noord-Brabant stelt en de afspraken in het Nationaal Bestuursakkoord Water-Actueel (NBW 2008). In dit akkoord is afgesproken dat eind 2015 het watersysteem in heel Nederland op orde is en maatregelen te hebben getroffen om het systeem t/m 2050 op orde te houden. projectplan beschrijft de maatregelen die horen bij het aanleggen van de waterberging Valkenswaard-Zuid. Het projectplan is afgestemd met de gemeente Valkenswaard. Daarnaast is het project door middel van keukentafel -gesprekken, een workshop en informatieavonden aan belanghebbenden voorgelegd en zijn waar nodig nadere afspraken gemaakt. Benadrukt wordt dat een hoogwatergebeurtenis in de regio Eindhoven een probleem vormt door het ontstaan van schade bij wateroverlast. Een hoogwatergebeurtenis is geen veiligheids probleem, waarbij levensbedreigende situaties ontstaan. Het hoofddoel van dit projectplan is dan ook het voorkómen van schade door wateroverlast als gevolg van overstroming bij bebouwing binnen de bebouwde kom. Het projectplan bestaat uit twee delen. Het eerste deel beschrijft hoe het waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid er in de toekomst uit komt te zien en de manier waarop dit wordt bereikt. In het tweede deel van het projectplan worden de gemaakte keuzes onderbouwd. Ter realisatie van de normen uit de verordening en de afspraken in het NBW treft het waterschap verschillende maatregelen. Eén van de maatregelen is de realisatie van waterberging in het gebied Valkenswaard-Zuid. Dit waterbergingsgebied is onderdeel van een groter geheel aan maatregelen dat bescherming biedt tegen hoogwatergebeurtenissen in de regio Eindhoven. In het gebied liggen opgaven op het vlak van waterberging, natuurontwikkeling en recreatie, die door verschillende partijen worden opgepakt. Dit Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan iii

4 INHOUDSOPGAVE 1 WAAROM WATERBERGING? 6 2 VALKENSWAARD-ZUID Ligging en begrenzing Gebiedsopgaven Alternatieven voor waterberging Valkenswaard Zuid 17 3 WATERSTAATSWERKEN 19 4 WATERBERGING VALKENSWAARD-ZUID Huidig watersysteem in Valkenswaard-Zuid Gestuurd waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid Maatregelen aanleg gestuurde waterberging Maatregelen voor bestaande functies Recreatieve voorzieningen Het watersysteem tijdens waterberging 49 5 WIJZE VAN UITVOERING Technische uitvoering Nadelige gevolgen tijdens uitvoering 53 Blz. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan iv

5 6 LEGGER, BEHEER EN ONDERHOUD 55 7 SAMENWERKING 57 8 LITERATUURLIJST 59 9 BIJLAGEN 60 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan v

6 1 WAAROM WATERBERGING? Een kerntaak van alle waterschappen is om ervoor te zorgen dat inwoners droge voeten houden. Waterschap De Dommel geeft hieraan de hoogste prioriteit en voert tal van maatregelen uit om wateroverlast binnen de bebouwde kom te voorkomen. Het is de taak van een gemeente om binnen de bebouwde kom het hemelwater af te voeren (via rioleringen) naar beken, rivieren en kanalen. Vervolgens is het de taak van het waterschap om het water in het watersysteem af te voeren bij hoogwatersituaties tot een norm die landelijk en/of provinciaal is vastgesteld. Het realiseren van maatregelen om te voldoen aan de norm maakt deel uit van de afspraken binnen het Nationaal Bestuursakkoord Water- Actueel (NBW 2008). In dit akkoord is vastgelegd dat eind 2015 het watersysteem in heel Nederland op orde is. Na 2015 moet het systeem op orde worden gehouden door het treffen van aanvullende maatregelen als de situatie dat nodig maakt. Waterschap de Dommel heeft bovenstaande afspraken opgenomen in haar programma Droge voeten. gedetailleerd onderzoek. Het heeft ertoe geleid dat het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel in april 2013 nieuwe kaders heeft vastgesteld om te komen tot een optimale mix van maatregelen om te voldoen aan de opgave in het programma Droge Voeten. Het genomen besluit van het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel (april 2013) is bijgevoegd in bijlage 1A. Met het vaststellen van de kaders voor Droge Voeten heeft het AB besloten tot aanpassing van de koers voor Droge Voeten ten opzichte van het Waterbeheerplan. Na het vaststellen van de nieuwe kaders heeft nader onderzoek plaatsgevonden, onder andere naar de haalbaarheid en effectiviteit van extra afvoermogelijkheden via het Beatrixen Wilhelminakanaal. In juni 2013 heeft het Algemeen Bestuur van Waterschap de Dommel een definitief pakket aan maatregelen vastgesteld. Dit besluit (juni 2013) is bijgevoegd in bijlage 1B. Afweging Bij de keuze in maatregelen om te voldoen aan de normen zijn diverse bestuurlijke uitgangspunten en kaders gehanteerd (zie navolgend kader). Om te voldoen aan de opgave in het programma Droge Voeten is in het Waterbeheerplan Krachtig Water van Waterschap de Dommel voorzien in de aanleg van 6 gestuurde waterbergingsgebieden. Echter, het realiseren van gestuurde waterbergingsgebieden (alleen) bleek niet zonder meer de meest kosteneffectieve, bestuurlijk en maatschappelijk gedragen oplossing. Dit werd mede onderstreept door inzichten uit verbeterd en gewijzigd Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 6

7 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 7 Luchtfoto van hoogwatersituatie bij Valkenswaard-Zuid (met zicht op Dommelen)

8 Uitgangspunten Twee-traps-afweging: 1. elke maatregel die genomen wordt moet een knelpunt (helpen) oplossen; 2. de maatregelen worden klimaatrobuust uitgevoerd (klimaat 2050). Keren en sturen alleen als negatieve gevolgen (kunnen) worden gecompenseerd (en de kosten daarvan worden meegenomen in de afweging). Maatregelen moeten houdbaar zijn voor de rechter; De programmering van de maatregelen moet in principe passen binnen de financiële ruimte van het beleidsplan , totdat deze beperkend zijn voor het tijdig halen van de wateropgave voor Droge Voeten. Het waterschap gaat voor maatregelen tegen de laagst maatschappelijke kosten: o mits er ruimte blijft voor sturingsmogelijkheden om te kunnen reageren op verschillende afvoergolven, op extremere situaties en op toekomstig klimaat; o en waterberging heeft de voorkeur als daarmee peilverhogende maatregelen worden voorkomen. Kaders Niet meer water afvoeren door Eindhoven dan nu al gebeurt onder extreme omstandigheden (hoogst gemeten waarde is op 3 januari 2003: 2,8 m 3 /s). Samen met Rijkswaterstaat en Waterschap Aa en Maas opereren als één waterbeheerder. o benut de ruimte die Rijkswaterstaat biedt voor afvoeren via het kanalensysteem; o bij keuze voor maatregelen zijn de laagst maatschappelijke kosten voor het totale watersysteem uitgangspunt. Op basis van deze uitgangspunten, de feitelijke omstandigheden en de uitgevoerde hydrologische berekeningen heeft het waterschap besloten de volgende mix van maatregelen uit te voeren: Aanleg van gestuurde waterberging Kleine Dommel. Aanleg van gestuurde waterberging Valkenswaard- Zuid (zie kader). Aanleg van gestuurde waterberging Run. Treffen van lokale maatregelen (onder andere aanleg van kades) in Eindhoven, Son en Sint-Oedenrode. Gebruik maken van extra afvoermogelijkheid die Rijkswaterstaat in extreme afvoersituaties biedt via het Beatrix- en Wilhelminakanaal. Waterberging Valkenswaard-Zuid De functie van het waterbergingsgebied Valkenswaard- Zuid binnen het totaal aan maatregelen is om in een hoogwatersituatie te zorgen voor het gestuurd bergen van water zodat de piekafvoer richting Eindhoven gereduceerd wordt. Dit heeft verschillende voordelen: Het leidt ertoe dat het waterschap conform het NBW het watersysteem op orde houdt voor nu en in de toekomst. Hoewel Valkenswaard-Zuid niet strikt noodzakelijk is om in 2015 op orde te zijn, heeft het bestuur toch gekozen het waterbergingsgebied nu aan te leggen. Dit heeft te maken met het feit dat er een restopgave ligt voor de periode waarvoor extra maatregelen noodzakelijk zijn. Ook de nieuwste klimaatscenario s (lit 3.) bevestigen dit beeld. Het Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 8

9 waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid zorgt ervoor dat het watersysteem voor een groot deel op orde is voor de periode Daarnaast draagt Valkenswaard-Zuid bij aan de flexibiliteit en robuustheid ten behoeve van een adaptief watersysteem. De nieuwste klimaatscenario s van het KNMI wijzen uit dat het vooral in de winterperiodes nog natter gaat worden dan dat op basis van de huidige scenario s gedacht werd (lit. 3). De piekreductie die Valkenswaard-Zuid met zich brengt wordt in de toekomst dus nog belangrijker. Mede vanwege de verwachte toename van wateroverlast zal het waterschap ook waterbergingsgebied Run aanleggen dat in combinatie met waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid voor een extra piekreductie zal zorgen (meer dan de som der delen). Het geeft het waterschap een sturingsmogelijkheid die het anders in Eindhoven niet zou hebben. De andere afvoeren die de beek (De Dommel) in de stad belasten (m.n. Tongelreep en stedelijk water) zijn namelijk niet stuurbaar. Meer sturing op de hoeveelheid water in de stad Eindhoven is te meer nodig, omdat binnen Brainport Eindhoven, het hightech centrum van Europa, grote economische belangen op het spel staan. Daarnaast is het van belang extra beschermende maatregelen te treffen bij het Van Abbemuseum en de rioolwaterzuivering (RWZI) bij Eindhoven. Dit betekent dat een flexibel, adaptief sturingssysteem wenselijk is. Een bui waar de wateroverlastnorm op doelt (T100), kent immers vele verschijningsvormen en locaties. Dat betekent ook dat de noodzakelijke acties bij zo n bui niet geheel te voorspellen zijn. Toekomstige normering (Deltaprogramma) zal overigens ook meer de focus leggen op economisch waardevolle zaken. Een flexibel systeem past verder binnen de bestuurlijke uitgangspunten om zo min mogelijk af te wentelen en knoppen hebben om aan te draaien. Natuurlijke overstromingen Veel beken treden, vooral in de winter, buiten hun oevers. Deze regelmatig terugkerende overstromingen langs beken en riviertjes worden natuurlijke overstromingen genoemd. Deze komen van oudsher voor. Het is vergelijkbaar met de uiterwaarden langs de grote rivieren. Gestuurde waterberging Het waterschap spreekt van gestuurde waterberging als in een extreme situatie een gebied doelbewust (extra) onder water wordt gezet. Het gebied is ervoor ingericht, er zijn vooraf maatregelen getroffen en er is menselijk ingrijpen voor nodig. Ernstige wateroverlast of overstroming binnen de bebouwde kom verder stroomafwaarts wordt op die manier voorkomen. Zo n situatie komt niet vaak voor. In die noodgevallen moet het water van beken en riviertjes de ruimte krijgen in gebieden, die daarvoor door het waterschap geschikt gemaakt zijn. Een dergelijk gebied wordt een waterbergingsgebied genoemd. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 9

10 Andere doelen Naast waterberging liggen er in het gebied ook andere doelen zoals natuurontwikkeling, realiseren van recreatieve voorzieningen en het vispasseerbaar maken van de beek. De doelen worden door verschillende partijen opgepakt. Dit projectplan beschrijft de maatregelen die horen bij het aanleggen van de waterberging Valkenswaard-Zuid. Leeswijzer Dit projectplan bestaan uit twee delen: Deel I: een ontwerp voor droge voeten; Deel II: de verantwoording en rechtsbescherming. Deel I gaat in op de aanleiding, de beschouwde alternatieven, te treffen maatregelen, uitvoering, beheer en het gevoerde proces. Deel II gaat in op het van toepassing zijnde beleid, uitgevoerde onderzoeken, de effecten van de maatregelen en de rechtsbescherming voor belanghebbenden en ingezetenen. Voor u ligt Deel I van het projectplan Valkenswaard-Zuid. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 10

11 Figuur 2.1 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 11

12 2 VALKENSWAARD-ZUID 2.1 Ligging en begrenzing Het plangebied voor waterberging Valkenswaard-Zuid is gelegen bij Dommelen in het Dommeldal ten zuidwesten van Valkenswaard. Het gebied ligt tussen de Luikerweg (N69) in het zuiden en de Dommelsche watermolen (langs de Dommelseweg, N379) in het noorden. Het plangebied is ongeveer 850 meter lang en op het breedste punt ongeveer 600 meter breed. Ten westen grenst het gebied aan de bebouwde kom van Dommelen en ten oosten aan de kern Valkenswaard. Het plangebied is globaal weergegeven op figuur 2.1. Het beekdal van de waterberging Valkenswaard-Zuid vormt van nature een gebied dat grotendeels overstroomt en op een natuurlijke wijze water bergt tijdens hoogwaterafvoersituaties. Het gebied kent een morfologie die uiterst geschikt is om een waterbergingsgebied aan te leggen. De dalbodem, met name aan de westelijke kant van de Dommel, is relatief breed en de flanken aan weerszijden lopen snel op. Door deze komachtige vorm kan, met relatief eenvoudige ingrepen een behoorlijke extra hoeveelheid aan water geborgen worden zonder dat hierdoor veel extra gebied overstroomt. Het gebied wordt getypeerd als een open landschap met weilanden en akkers. Vanuit landschappelijk oogpunt is het gebied te verdelen in drie eenheden: de Dommel met aan weerszijden de beekdalen die overgaan in agrarische en natuurlijk ingerichte gebieden met bebouwing aan de randen. Het landschap is licht glooiend met een aantal hoger gelegen delen en een aantal lager gelegen geulen. De maaiveldhoogte varieert van 22,0 a 22,5 m+nap in het noorden tot meer dan 24 m+nap in het zuiden van het plangebied (zie figuur 2.2). Het landgebruik aan de oostzijde bestaat grotendeels uit grasland en akkerbouw, het gaat om wei- en hooilanden en (mais)akkers. Daarnaast ligt hier een aantal boomkwekerijen en boomgaarden. Hier wordt onder andere ilex (hulst) verbouwd. Ook komen er populieren en gemengde bospercelen voor. Aan de westzijde van de Dommel is een groot deel van het gebied ingericht als natuur. Er zijn houtwallen aangelegd, woningen en opstallen gesloopt en percelen afgegraven. Verderop richting het westen is gestart met de realisatie van de woonwijk Lage Heide Wonen. Binnen het gebied is de infrastructuur beperkt tot enkele zand- en wandelpaden, waarmee toegang tot de percelen in het gebied aanwezig is. De gemeente is voornemens vanaf het Broek richting Goorkes een fietspad aan te leggen. Het gebied is voor ongeveer 60% van het oppervlak in eigendom van de gemeente Valkenswaard. Aan de oostzijde van de Dommel zijn diverse percelen van particuliere eigenaren. De kadastrale kaart met perceelsnummers is weergeven op figuur 2.3. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 12

13 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 13

14 Figuur 2.2: Hoogtekaart (AHN) Figuur 2.3: Kadastrale situatie Projectplan Valkenswaard-Zuidd Deel I Ontwerp projectplan 14

15 2.2 Gebiedsopgaven Binnen het plangebied Valkenswaard-Zuid staat voor Waterschap De Dommel de aanleg van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid centraal. Het voorliggende projectplan beschrijft de aanleg van deze gestuurde waterberging. Gestuurde waterberging De aanleg van de waterberging Valkenswaard-Zuid is één van de schakels om gebieden binnen de bebouwde kom in en rondom Eindhoven te beschermen tegen wateroverlast. Het Waterschap De Dommel is in hoofdzaak verantwoordelijk voor deze belangrijke opgave. Uit hydrologische onderzoeken blijkt dat in het plangebied Valkenswaard-Zuid voor de planperiode de afvoergolf die met een kans van eens in de 100 jaar optreedt (T100 W+ 1 ) met maximaal 3,15 m 3 /s afgetopt kan worden (zie bijlage 3A). Hierbij wordt circa m 3 water in het gebied geborgen. Het gaat hierbij om de hoeveelheid water die extra in het gebied wordt geborgen boven op de hoeveelheid water die door natuurlijke overstroming al tijdelijk in het gebied aanwezig is. De gestuurde waterberging dient eind 2015 operationeel te zijn. Op figuur 2.1 is de ligging van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid weergegeven. Voor de exacte contour van de gestuurde waterberging met bijbehorende beschrijving wordt verwezen naar paragraaf 4.6. Overige opgaven In het gebied spelen naast gestuurde waterberging ook andere opgaven: a. Realisatie van een vispassage langs de Dommelsche Watermolen; b. Realisatie van een vispassage langs de Venbergse Watermolen (gelegen bovenstrooms van het gebied); c. Realisatie natuurcompensatie Molenaarsbos (door gemeente Valkenswaard); d. Ontwikkeling van een natuurgebied (door gemeente Valkenswaard); e. Realisatie van een landgoed (door gemeente Vakenswaard); f. Ontwikkelen van recreatief wandel- en fietspad (door gemeente Valkenswaard). Bovengenoemde plannen vormen geen onderdeel van dit projectplan. Hiervoor worden door het waterschap en de gemeente Valkenswaard separate plannen uitgewerkt. De inhoud van deze plannen is nader beschreven in Deel II, paragraaf T100W+: Afvoergolf die met een kans van eens in de 100 jaar optreedt uitgaande van klimaatscenario W+ (2050) Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 15

16 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 16

17 2.3 Alternatieven voor waterberging Valkenswaard Zuid Het waterschap is zich er van bewust dat het extra bergen van water en het realiseren van maatregelen hiervoor, gevoelig kan liggen bij belanghebbenden die bijvoorbeeld grondposities hebben in het gebied. Ook kan het effect hebben op andere belangen. Om deze reden is onderzoek gedaan naar alternatieven om invulling te geven aan de waterbergingsopgave. Verdelen van waterberging Zo is onderzocht of de bergingsopgave kan worden verdeeld over meerdere gebieden in het gedeelte tussen de Belgische grens en de samenkomst met de Keersop (ten noorden van Valkenswaard) en welke gebieden hier nog meer voor waterberging in aanmerking komen. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1D. Op basis van hydrologie, ecologie, landschap en kosten is bepaald dat twee gebieden, waaronder Valkenswaard-Zuid geschikt zijn voor waterberging (gebied 5 en 7 op figuur 2.4). Het andere gebied is gelegen ten oosten van Dommelen (gebied 7). Dit gebied blijkt te weinig capaciteit te hebben om de volledig opgave te kunnen realiseren. Het verdelen van waterberging over de twee gebieden is ook niet wenselijk, omdat dit leidt tot een complexere inzet van de waterberging. De kans dat er iets mis gaat in de aansturing is hoger. Ook zijn, door aanleg van meer lengte kade, de aanleg van meerdere regelwerken en meer areaal dat extra onder water wordt gezet, hier hogere maatschappelijke kosten mee gemoeid. Figuur 2.4: Onderzochte gebieden in studie verdelen water Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 17

18 Alternatieve inrichting Valkenswaard-Zuid Naast een studie naar het verdelen van waterberging is op verzoek van belanghebbenden onderzocht of de inrichting van het waterbergingsgebied gewijzigd kan worden, zodat de effecten van bijvoorbeeld het neerslaan van slib afkomstig uit de Dommel beperkt worden. Deze studie is opgenomen in bijlage 1E. In het onderzoek zijn de effecten van het ontwerp dat opgenomen is in dit projectplan vergeleken met de effecten van een variant waarbij aan de oostzijde van de Dommel een oeverwal wordt aangelegd / opgehoogd en een variant waarbij aan beide zijden van de Dommel een oeverwal wordt aangelegd / opgehoogd (zie figuur 2.5). Dit met als hoofddoel ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk (vervuild) slib in de beek blijft en bij inzet van de waterberging niet op het land terecht komt. De varianten zijn geanalyseerd, waarbij gebleken is dat de twee varianten met ophogen van oeverwallen ongewenste effecten veroorzaken. Met deze varianten worden namelijk van nature voorkomendee overstromingen binnen het gebied voorkomen, waardoor bij andere gebieden meer water zal komen te staan. Dit inclusief de afzet van sediment in dezee gebieden. Ook wordt door aanleg en ophoging van de oeverwallen langs de beek het natuurlijke beekdal verstoort en brengen dezee variantenn hogere investeringskosten met zich mee. De variant zoals opgenomen in dit projectplan is het meest geschikt, waarbij bij inzet vanaf een situatie die eens per 25 jaar voorkomt, vanuit de optiek van slibdepositie geen nadelige effecten te verwachten zijn (nadere toelichting zie deel II paragraaf 4.2). Figuur 2.5: Onderzochte alternatieven Projectplan Valkenswaard-Zuidd Deel I Ontwerp projectplan 18

19 3 WATERSTAATSWERKEN Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle waterstaatswerken, die in dit projectplan Valkenswaard- Zuid zijn opgenomen. Naast waterstaatswerken zijn ook andere maatregelen voorzien. Code Maatregel Waterstaatswerk Waterberging Natuur Recreatie Een overzicht van alle maatregelen is opgenomen in tabel 3.1. In de tabel is onderscheid gemaakt in maatregelen per gebiedsdoelstelling, deze zijn met verschillende coderingen aangegeven. De realisatie van de waterberging (codering W), maatregelen voor verbetering van recreatie en behoud van bestaande functies (codering R). Tevens zijn de maatregelen opgenomen die worden genomen om de effecten te minimaliseren (codering E). Alle maatregelen met hun code zijn opgenomen op de Overzichtskaart maatregelen (bijlage 5). Het indienen van zienswijzen door belanghebbenden en ingezetenen tijdens de ter inzagelegging is alleen mogelijk voor zienswijzen op de waterstaatswerken. Het indienen van zienswijzen op de andere maatregelen die beschreven worden in dit projectplan is niet mogelijk. Zie voor meer informatie Deel II, hoofdstuk 7. Waterberging: ingrepen t.b.v. aanleg waterberging W.1.A Aanleg kade op west en oost oever van de Dommel W.1.B Ophogen terrein aan westzijde W.1.C Ophogen terrein aan oostzijde W.2.A Aanleg regelwerk in Dommel W.2.B Regelwerk bij DL29 W.2.C Regelwerk aan oostzijde Dommel (bij toekomstige vispassage) W.2.E Aanleg veegvuil uitdraaiplaats W.2.F Verwijderen duiker Waterberging: ingrepen t.b.v. bestaande functies EA.1 Aanleg afwateringsloot oost EA.2 Aanleg afwateringsloot west EA.2.1 Aanbrengen schotbalkstuw en duiker EN.1 Aanleg faunapassage EN.2 Aanplant struweel EW.1 Aanleg terp perceel H106 EL.1 Aanleg oeverwal perceel D749 Recreatieve voorzieningen R.1 Wandelpad op de kade Tabel 3.1: Overzicht maatregelen in projectplan Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 19

20 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 20

21 De waterberging (kade + overstromingsgebied) wordt vastgelegd in de bestemmingsplannen en in de Legger van het waterschap. Hiermee is de waterberging beschermd via de Keur en wordt geborgd dat andere ontwikkelingen in het gebied aan regels zijn gebonden en zodoende geen nadelig effect hebben op het functioneren van het gebied als waterberging. Specifiek voor de waterstaatswerken geldt dat een gedetailleerde beschrijving van de maatregelen vereist is, inclusief de functie, ligging, vormgeving en maatvoering. In hoofdstuk 4 zijn de maatregelen voor de waterberging meer in detail beschreven. Ontwerptekeningen van de kade, regelwerk en watergangen in de vorm van detailtekeningen en dwarsprofielen zijn opgenomen in bijlage 5. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 21

22 waterberging Valkenswaard-Zuid Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 22 Figuur 4.1

23 4 WATERBERGING VALKENSWAARD-ZUID Navolgend wordt de werking van het huidig watersysteem en het principe van de inzet van de gestuurde waterberging beschreven. Vervolgens worden in paragraaf 4.3 de te treffen maatregelen beschreven. 4.1 Huidig watersysteem in Valkenswaard-Zuid Het traject van de Dommel dat door het dal van Valkenswaard-Zuid stroomt staat onder invloed van twee watermolens: de Dommelsche Watermolen in het noorden van het plangebied en de Venbergsche Watermolen in het zuiden. Beide molens beïnvloeden het peil van de Dommel. In het beekdal liggen diverse watergangen, waarvan het grootste deel perceelsloten zijn. Zowel ten oosten als ten westen van de Dommel zijn waterlopen gelegen die het water afkomstig van het omliggend gebied opvangen en richting Dommel afvoeren. De waterlopen, perceelsloten en greppels aan de westzijde van het Dommeldal wateren af op de watergangen DL29, DL30 en DL31 (zie figuur 4.1). Deze komen samen in watergang DL29 die buiten het projectgebied stroomafwaarts van de Dommelsche Watermolen afwatert op de Dommel. Aan de oostzijde vindt de afwatering van het gebied op eenzelfde manier plaats via watergang DL32. De Dommelsche Watermolen is voorzien van een stuw met schuiven die het waterpeil in de Dommel op ongeveer 22,80 a 22,90 m+nap houdt. De schuif bij de watermolen staat regelmatig verder open, bijvoorbeeld als de molen buiten gebruik is. Het peil in de Dommel fluctueert hierdoor. De ontwatering voor de aanwezige landbouwkundige en stedelijke functies in het gebied is met de huidige inrichting goed geregeld. De Dommel stroomt door een natuurlijk beekdal met laaggelegen gronden direct langs de beek en hooggelegen gronden verder weg van de beek. In perioden met langdurige en intensieve neerslag in het winterhalfjaar treden in de huidige situatie overstromingen op. Er is onvoldoende afvoercapaciteit in het systeem aanwezig, waardoor de beek buiten haar oevers treedt. Bij extreme afvoeren overstroomt eerst het gebied ten westen van de Dommel en wordt water via watergang DL29 afgevoerd. Bij nog extremere afvoeren overstroomt ook het oostelijk gelegen gebied. In dit geval wordt tevens water via de DL32 en duiker gelegen ter plaatse van de Dommelseweg afgevoerd. De Dommel treedt gemiddeld eens per jaar buiten haar oevers. De dalbodem (het vlakke deel aan weerszijden van de Dommel) is relatief breed en de flanken aan weerszijden lopen relatief snel op. Bij overstroming van het beekdal blijft het overstroomd oppervlak hierdoor beperkt door deze natuurlijke begrenzing. In de hoogwatersituatie die gemiddeld eens in de 100 jaar (T100 W+) voorkomt, stroomt ongeveer 17 m 3 /s water door de Dommel. Het oppervlak dat hierdoor van nature overstroomt bedraagt 38 ha. Er is dan m 3 water in het gebied aanwezig. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 23

24 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 24 Figuur 4.2

25 4.2 Gestuurd waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid Het doel van de aanleg van waterberging Valkenswaard- Zuid is het verminderen van wateroverlast in stroomafwaarts gelegen gebieden binnen de bebouwde kom. Naar verwachting zal deze waterberging vanaf eens in de 25 jaar ingezet moeten worden. Dit om de schade die als gevolg van hoogwatergebeurtenissen tot een kans van eens in de 100 jaar optreden (T100W+) te voorkomen. De uiteindelijk frequentie van de inzet is afhankelijk van weersomstandigheden en de effecten van klimaatsverandering. Door de komachtige vorm van het gebied kan een relatief groot volume aan water worden geborgen, waarbij het extra overstroomd oppervlak beperkt blijft. Door de aanwezige hoogteverschillen in het terrein kan juist dit gebied met weinig ingrepen geschikt gemaakt worden voor een efficiëntere en meer gecontroleerde waterberging: een gestuurde waterberging. In de Waterbergingsvisie 2006 en het Waterbeheerplan van Waterschap De Dommel is de aanleg van de waterberging Valkenswaard-Zuid voorzien. Tevens is de locatie als gestuurde waterberging opgenomen in de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant en is een groot deel van het gebied reeds bestemd voor de realisatie van gestuurde waterberging en de aanleg van de hiervoor benodigde voorzieningen. Figuur 4.3 betreft de verbeelding van het bestemmingsplan Lage Heide Natuur. Hierop zijn de bestemmingen waterberging en waterkering (kade) weergegeven. Voor een nadere toelichting op de bestemmingsplannen wordt verwezen naar Deel II, paragraaf Maatregelen De gestuurde waterberging wordt aan de noord- en westzijde begrensd door een aan te leggen kade (zie figuur 4.2). Door het natuurlijk hoogteverschil in het gebied, ligt de grootste bergingscapaciteit van het gebied ten westen van de Dommel. Dit is het laagst liggende gedeelte. Ten oosten van de Dommel liggen hoger gelegen gronden, waarvan een relatief beperkt gedeelte bij het inzetten van de waterberging zal onderlopen. Ter hoogte van de kade worden op drie locaties regelwerken gerealiseerd. Deze zorgen ervoor dat de waterberging gestuurd ingezet kan worden. Het betreft regelwerken gelegen bij het gebied ten westen en ten oosten van de Dommel en een regelwerk in de Dommel zelf (locaties zie figuur 4.2, W.2.A, W.2.B en W.2.C). Ten westen en oosten van het waterbergingsgebied blijft de huidige afwatering (DL31 en DL32) gehandhaafd. De percelen hier kunnen via deze watergangen vrij afwateren richting Dommel, stroomafwaarts van het waterbergingsgebied. Naast de aanleg van de kade en regelwerken worden voorzieningen getroffen om negatieve effecten te mitigeren en om de voorzieningen voor de gestuurde waterberging landschappelijk in te passen. In paragraaf 4.3 wordt nader op deze maatregelen ingegaan. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 25

26 Figuur 4.3: Uitsnede plankaart Uitwerkingsplan Lage Heide, Natuur Projectplan Valkenswaard-Zuidd Deel I Ontwerp projectplan 26

27 Inzet gestuurde waterberging Bij inzet van de gestuurde waterberging wordt de afvoer van de Dommel middels de drie regelwerken geknepen tot maximaal 23,66 m+nap. Aan de oost- en westzijde van de Dommel wordt respectievelijk 1,00 en 2,25 m 3 /s doorgelaten. Het regelwerk in de Dommel knijpt het restant aan afvoer. In het geval van de afvoersituatie T100W+ wordt hier 10,60 m 3 /s doorgelaten. Het beekwater dat niet via de drie regelwerken wordt afgevoerd, blijft achter in het waterbergingsgebied. Het resultaat hierbij is dat ten tijde van de afvoerpiek in plaats van 17,45 m 3 /s nog 14,3 m 3 /s benedenstrooms wordt afgevoerd. Figuur 4.4 geeft een overzicht van de waterverdeling bij een afvoersituatie T100W+ bij inzet van de gestuurde waterberging. De hoeveelheid extra waterberging, dus bovenop de reeds aanwezige natuurlijke waterberging, bedraagt circa m 3. Het gebied dat dan extra overstroomt is 4 ha. Op figuur 4.6 is met oranje weergegeven waar dit van toepassing is. Figuur 4.4: Waterverdeling bij waterberging situatie T100W+ Blauw: Optredende maximale afvoer Rood: Debiet dat door regelwerken wordt doorgelaten Groen: Maximale afvoer bij uitleespunt 2 als gevolg van inzet waterberging Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 27

28 Inzet vanaf T25 2 Het doel van de gestuurde waterberging is om gebieden binnen de bebouwde kom in en rondom Eindhoven tot een hoogwatersituatie die met een kans van eens in de 100 jaar optreedt (T100W+) te beschermen. Om deze bescherming te kunnen bieden is het nodig om het waterbergingsgebied ook bij lagere afvoeren dan T100W+ in te kunnen zetten. De gestuurde waterberging bij Valkenswaard-Zuid vormt één van de schakels binnen een groter systeem van maatregelen. Flexibiliteit om het gebied in te kunnen zetten is dan ook van belang. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat elders meer neerslag valt, terwijl de afvoer in de Dommel ter hoogte van Valkenswaard-Zuid lager is dan de afvoer bij T100W+. In dit geval is het nodig waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid toch in te zetten. Op basis van hydrologische studies is bepaald dat inzet vanaf T25 nodig kan zijn. Hierbij wordt opgemerkt dat de inzet van het gebied afhankelijk is van meerdere factoren en dat het dus niet zo hoeft te zijn dat het gebied bij een afvoergolf T25 ingezet wordt. Op figuur 4.5 is de waterverdeling weergegeven in het geval de gestuurde waterberging bij een afvoergolf T25 maximaal (tot 23,66 m+nap) ingezet wordt. 2 Afvoergolf die met een kans van eens in de 25 jaar voorkomt Figuur 4.5: Waterverdeling bij waterberging situatie T25 Blauw: Optredende maximale afvoer Rood: Debiet dat door regelwerken wordt doorgelaten Groen: Maximale afvoer bij uitleespunt 2 als gevolg van inzet waterberging Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 28

29 De extra hoeveelheid waterberging in dit geval bedraagt circa m 3. Het gebied dat dan ten opzichte van een ongestuurde afvoergolf T25 extra overstroomt is 11 ha. Op figuur 4.7 is met blauw het gebied dat bij T25 zonder inzet van de waterberging overstroomt weergegeven. De 10 ha die extra overstroomt is het gebied dat (binnen het waterbergingsgebied) lichtblauw + groen gearceerd is. In tabel 4.2 is een overzicht van bovengenoemde getallen gegeven. Huidig T25 huidig T100W+ huidig Overstroomt 31 ha 38 ha gebied (hectare) Hoeveelheid water in gebied Ca m 3 Ca m 3 Inzet T25 inzet (tot 23,66+) T100W+ inzet Extra overstroomt gebied (hectare) Extra hoeveelheid water in gebied 11 ha 4 ha Tabel 4.2: Overzicht hoeveelheden Ca m 3 Ca m 3 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 29

30 Figuur 4.6: Inzet gestuurde waterberging bij T100W+ Blauw: Huidige overstromingen eens in de 100 jaar Oranje: Extra overstroming door waterberging tot 23,66 m+nap Groen: Vermindering van overstroming door waterberging Figuur 4.7: Inzet gestuurde waterberging bij T25 Blauw: Huidige overstromingen eens in de 25 jaar Oranje: Extra overstroming door waterberging tot 23,66 m+nap Groen: Vermindering van overstroming door waterberging Projectplan Valkenswaard-Zuidd Deel I Ontwerp projectplan 30

31 4.3 Maatregelen aanleg gestuurde waterberging In deze paragraaf worden de geplande inrichtingsmaatregelen beschreven, waarbij ingegaan wordt op de functie, ligging, vormgeving en afmetingen. De inrichtingsmaatregelen voor de aanleg van de waterberging zijn op figuur 4.2 weergegeven (codering W). De exacte ligging van alle maatregelen is weergegeven op de Overzichtskaart maatregelen (bijlage 5). Op de overzichtskaart zijn ook de coderingen van de maatregelen terug te vinden. De effecten van de maatregelen en de effecten van het inzetten van de waterberging zijn beschreven in Deel II, hoofdstuk 4 van dit projectplan. Aanleg kade waterberging (W.1.A) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Functie Om maximale waterberging mogelijk te maken wordt het water ter hoogte van de regelwerken in en aan de oost- en westzijde van de Dommel tot een hoogte van maximaal 23,66 m+nap opgestuwd. Bij deze waterstand zal het bestaande maaiveld (hoogte) de natuurlijke begrenzing voor het waterbergingsgebied vormen. Alleen daar waar de maaiveldhoogte onvoldoende is of leidt tot ongewenste wateroverlast, wordt een kade aangelegd of het maaiveld gedeeltelijk verhoogd. In de legger zal aan de aan te leggen kades de functie overige waterkering toegekend worden. Ligging De kade komt stroomafwaarts in het gebied net ten zuiden van de Dommelsche Watermolen te liggen. De kade loopt van de westelijke naar de oostelijke flank van het Dommeldal. Omdat het laagst gelegen gebied aan de westkant van de Dommel ligt, is de kade aan de westkant langer en hoger ten opzichte van maaiveld dan aan de oostkant. Het kadetracé volgt zoveel mogelijk de natuurlijke hoogten in het maaiveld van de weg Het Broek in het westen naar het hoger gelegen Goorkes in het oosten. Naast de keuze voor het tracé is de kade landschappelijk ingepast door de toepassing van flauwe taluds en begroeiing met gras en bloemen. De hoogte van de kade is voorzien op 24,0 m+nap (maximale waterstand 23,66 m+nap + 0,3 meter waakhoogte 3 ). Op het hoogste punt wordt de kade circa 2 meter hoog ten opzichte van het bestaande maaiveld. Richting de flanken van het beekdal, bijvoorbeeld richting de Narcislaan, neemt de hoogte van de kade af tot 80 cm 3 Veiligheidsmarge bovenop de maximale waterstand, bedoeld om bezwijken van de kade, bijvoorbeeld als gevolg van golfslag te voorkomen. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 31

32 ten opzichte van bestaand maaiveld. In aansluiting op de kade worden aan de flanken van het waterbergingsgebied delen van percelen met 10 a 20 cm opgehoogd. Dit is nodig om de kade aan te laten sluiten op de aanwezige natuurlijke hoogteligging van het gebied. Deze verhogingen van het maaiveld kunnen lager uitgevoerd worden dan de kade, omdat het terrein hier flauw oploopt waardoor er geen waakhoogte van 30 cm aangehouden hoeft te worden (nadere uitwerking zie maatregel W.1.B en W.1.C). Voor het overige gebied vormen de natuurlijke maaiveldhoogten de begrenzing van het waterbergingsgebied. Vorm, afmetingen en constructie De waterkering krijgt een asymmetrisch profiel, met een kruinbreedte van maximaal 5 m breed. Op de kruin is een onderhoudspad gelegen. Richting het lager gelegen gebied wordt een flauw talud (1:6) aangelegd met extensief beheerd gras, waardoor de overgang tussen natuurgebied en waterkering geleidelijk is. Op deze manier ontstaat aan de waterbergingszijde van de kade een uitloopgebied. Richting de bebouwde kom / nieuwe woonwijk, wordt een talud van 1:3 tot 1:4 aangelegd. Tussen Het Broek en de Narcislaan wordt de bestaande historische bomenrij tussen zandpad en de westelijk gelegen nieuwe woonwijk gehandhaafd. Naast dit worden hier aan de oostzijde ook de door de gemeente recentelijk aangelegde houtwallen aangesloten op de kade. In overeenstemming met de eisen van het waterschap (Keur op waterberging) worden geen bomen binnen het veiligheidsprofiel van de kade aangelegd. Het ontwerp van de kade is hierop afgestemd (zie bijlage 6). Het talud dat grenst aan het natuurgebied kan worden begraasd. Met de gemeente, beheerder van het gebied, worden hier afspraken over gemaakt. Ten noorden van Het Broek kan de kade begraasd worden door kleinhoevigen (schapen). Dit om schade aan de kade te voorkomen. Ten zuiden van Het Broek is het talud verflauwd tot 1:10. Hier kunnen tevens groothoevigen, zoals koeien, grazen. Het talud aan de zijde buiten het waterbergingsgebied wordt extensief beheerd door het waterschap. Tussen bestaande en nieuw aan te leggen sloten parallel aan de kade is aan de onderzijde van de kade een onderhoudsstrook voorzien. Het ontwerp van de kade is geotechnisch getoetst. De onderzoeksresultaten en geotechnische berekeningen 4 zijn opgenomen in bijlage 6. Inpassing in het gebied Het ontwerp van de kade, waaronder het tracé en de vormgeving, is in samenhang met het ontwerp van Lage Heide Natuur opgesteld en verankerd in de inrichtingsvisie 4 Berekeningen m.b.t. de stabiliteit van de kade op basis van uitgevoerd grondonderzoek. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 32

33 (bijlage 1D) en het later opgestelde beeldkwaliteitsplan (lit. 6) en uitwerkingsplan Lage Heide Natuur (lit. 7). Het ontwerp van de kade sluit hierbij aan op de bestaande en nieuwe landschappelijke structuren die in het kader van plan Lage Heide Natuur door de gemeente worden ontwikkeld. In de afwegingen die voor beide projecten gemaakt zijn is naast landschappelijke inpassing ook rekening gehouden met aspecten, zoals beheer, bodem, flora en fauna, cultuurhistorie en archeologie. Ook hebben aanwonenden invloed gehad op de inrichting van het gebied, waaronder op de ligging van de kade. Recreatief medegebruik van de kade De gemeente Valkenswaard wil de recreatieve mogelijkheden in het Dommeldal verder ontwikkelen. Daarom krijgt het onderhoudspad op de waterkering gedeeltelijk tevens een recreatieve functie (wandelpad, nadere uitwerking zie maatregel R1). Op het deel van de kade tussen Het Broek en de Narcislaan legt de gemeente een fietspad met een breedte van 2,75 meter aan (fietspad valt buiten de scope van dit projectplan). Het fietspad sluit in de toekomst aan op het Dommelpad, een fietsroute van Peer naar Den Bosch. Er wordt geen meubilair of verlichting op de kade aangebracht. Aanleg Plaatselijk worden bestaande greppels en sloten voor aanleg van de kade gedempt (zie tekeningen bijlage 5). Verder is de bestaande bodem waar de kade op komt te liggen als gevolg van jarenlange natuurlijke overstromingen in het gebied lokaal sterk verontreinigd met zware metalen. In het kader hiervan wordt bij aanleg van de kade de bestaande toplaag eerst gefreesd. Hierna wordt een signalerende laag aangebracht, bedoeld om bij eventuele grondwerkzaamheden na aanleg van de waterberging, het verschil tussen schone en verontreinigde grond aan te geven. Boven de signalerende laag wordt vervolgens schone grond aangebracht (grond klasse wonen ). De kade wordt dus zonder sanerende maatregelen aangelegd. Vervolgens wordt de kade ingezaaid met gras. Ophogen terrein westzijde (W.1.B) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Functie en ligging De kade (maatregel W.1.A) dient aan de flank van het beekdal aan te sluiten op hoger gelegen terrein. Uit veldmetingen blijkt dat het terrein aan de zuidwestzijde op circa 23,6 m + NAP gelegen is. Hierdoor kan er bij maximale inzet van het waterbergingsgebied (23,66 m + NAP) water langs de kade richting watergang DL31 stromen. Om dit te voorkomen dienen ter plaatse van perceel H138 maatregelen getroffen te worden (perceelsnummers zie figuur 2.3). Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 33

34 Op het moment van het in procedure brengen van dit projectplan loopt er nog een procedure bij de Raad van State tegen het laten vervallen van de bestemming waterberging bij onder andere het betreffende perceel. Waterschap De Dommel en de provincie Noord-Brabant hebben beroep ingesteld, met als doel de bestemming waterberging op dit perceel terug te brengen. Vanwege het feit dat Raad van State en de raad van Valkenswaard nog een beslissing moeten nemen aangaande de bestemming van dit perceel, zijn door het waterschap 2 alternatieven uitgewerkt. Zodra de Raad van State in het voordeel van het waterschap beslist worden deze alternatieven aan de grondeigenaar voorgelegd en wordt een keuze hierin gemaakt. Alternatief 1 Ophogen perceel (W.1.B.1) Het ontwerp van dit alternatief is weergegeven op tekening Het terrein wordt met 10 a 20 cm opgehoogd tot een hoogte van 23,8 m + NAP, waarbij aangesloten wordt op de bestaande hoogtelijn van deze hoogte. Omdat het terrein over een brede zone opgehoogd wordt is een waakhoogte van 30 cm niet nodig. De bezwijkmechanismen, zoals golfslag, die op een kade van toepassing zijn gelden hier vanwege de beperkte waterdiepte en het flauw oplopende terrein niet. Alternatief 2 Aanleg kade (W.1.B.2) Het ontwerp van dit alternatief is weergegeven op tekening Tot waar het water reikt wordt een kade aangelegd met een hoogte van 24,0 m + NAP. De maximale hoogte van de kade bedraagt in dit geval 0,5 m. Tussen hoogtelijnen 23,7 en 23,8 m + NAP wordt het terrein in het verlengde van de kade met 10 a 20 cm opgehoogd tot een hoogte van 23,8 m + NAP. Langs de kade wordt voor de ontwatering van het aanliggende perceel een greppel aangelegd. Vanwege het beperkte ruimtebeslag kan deze variant desnoods met toepassing van de gedoogplichtbeschikking worden uitgevoerd. Voorkeur van het waterschap Alternatief 1 heeft de voorkeur boven de tweede optie, omdat de ophoging geen effect heeft op de gebruiksmogelijkheden van het perceel. Vanwege het ruimtebeslag van deze variant zou, indien de eigenaar hieraan niet wil meewerken, onteigening aan de orde zijn. Dit heeft niet de voorkeur van het waterschap. Mocht deze instemming ontbreken, dan zal het waterschap voor het tweede alternatief kiezen. Ophogen terrein oostzijde (W.1.C) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Functie De kade (maatregel W.1.A) dient aan de flank van het beekdal aan te sluiten op hoger gelegen terrein. Uit veldmetingen blijkt dat het terrein aan de oostzijde op circa 23,4 a 23,7 m + NAP gelegen is. Hierdoor stroomt bij maximale inzet van het waterbergingsgebied (23,66 m + Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 34

35 NAP) water langs de kade richting aangelegen aspergeveld en watergang DL32. Om dit te voorkomen wordt een gedeelte van perceel E513 opgehoogd. (perceelsnummers zie figuur 2.3). Ligging Aan de oostzijde van het waterbergingsgebied ter plaatse van perceel E513. Vorm, afmetingen en constructie Het terrein wordt met 10 tot 30 cm opgehoogd tot een hoogte van 23,7 m + NAP. Omdat het terrein over een brede zone opgehoogd wordt is een waakhoogte van 30 cm niet nodig. De bezwijkmechanismen, zoals golfslag, die op een kade van toepassing zijn gelden hier vanwege de beperkte waterdiepte en het flauw oplopende terrein niet. Aanleg regelwerk (W.2.A) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie Ter hoogte van de kade komt een regelwerk in de vorm van een geautomatiseerde klepstuw in de Dommel (zie figuur 4.8). Dit regelwerk dient om ten tijde van het inzetten van de waterberging de hoeveelheid water die door de Dommel stroomt te reguleren. Het regelwerk zorgt er voor dat het surplus aan afvoer boven een bepaalde grens wordt tegengehouden. De klepstuw ligt als deze niet actief is plat op de bodem. Bij een extreem aanbod van water komt de klepstuw omhoog om water in het waterbergingsgebied vast te houden. Het regelwerk wordt geïntegreerd in de aan te leggen kade. De exacte ligging van het regelwerk is aangegeven op de Overzichtskaart maatregelen (bijlage 5). Tevens is in bijlage 5 een detailtekening van het regelwerk opgenomen. Vorm, afmetingen en constructie Het regelwerk bestaat uit één klep met een breedte van 5,0 meter die bij inzet van het waterbergingsgebied opgetrokken kan worden (principe zie figuur 5.4). Met deze klep wordt een klein deel van de waterafvoer tegengehouden, waardoor het waterbergingsgebied zich langzaam vult. De klep ligt doorgaans gestreken op de bodem van de Dommel en is hierdoor niet in het zicht. Bij het ontwerp is rekening gehouden, dat geen aanzanding plaatsvindt op de kleppen van het regelwerk. Om aanzanding op de kleppen te voorkomen worden de kleppen verhoogd ten opzichte van de bodem voor en na het regelwerk aangelegd. In de damwand onder de stuw zijn 4 sparingen voorzien van ca. 40 cm breed en 10 cm hoog. Hierdoor blijft bij normale afvoersituaties (wanneer de klep plat ligt) stroming onder de stuw aanwezig, waardoor vuil en zand niet onder de klepstuw ophopen en bodemmigrerende vissen de stuw in gestreken toestand kunnen passeren. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 35

36 die tegen gehouden wordt en de waterstand die op gaat treden is afhankelijk van de problemen benedenstrooms en een zo efficiënt mogelijke inzet van het gebied. Figuur 4.8: Schets van principe van een klepstuw Delen van de constructie die in het zicht komen worden overeenkomstig met het beeld van de Dommelsche watermolen bekleed met hout (bankirai). Benedenstrooms van het regelwerk worden de oevers en bodem van de Dommel bekleed met stortsteen. Dit ter voorkomen van uitspoeling van het profiel bij piekafvoeren en de inzet van de waterberging. Over de automatische klepstuw in de Dommel komt een brug te liggen. Hier kunnen onder andere onderhoudsvoertuigen van het waterschap de beek oversteken. De brug krijgt een breedte van 4 meter. Vanaf de veegvuiluitdraaiplaats (zie W.E.2) en de brug kan onderhoud aan het regelwerk gepleegd worden en tijdens de inzet van het waterbergingsgebied kunnen bij calamiteiten vanaf hier werkzaamheden worden verricht. Om het ruimtebeslag beperkt te houden worden de taluds van de kade bij het regelwerk teruggebracht tot 1:2. Door aanleg van het regelwerk en de kade ontstaat een barrière voor een aantal beekdalgebonden diersoorten, zoals water- en oevergebonden zoogdieren, reptielen, ongewervelden en amfibieën, die graag langs de beek migreren en foerageren. Om deze barrièrewerking te voorkomen is bij het oostelijke regelwerk (maatregel W.1.C) een faunapassage voorzien (zie maatregel EN.1). Bij een hoogwatergebeurtenis die eens in de 25 jaar (of minder) voorkomt, houdt de klepstuw het water zodanig tegen dat het waterbergingsgebied maximaal gevuld wordt tot een maximale waterstand van 23,66 m+nap. Hierbij wordt opgemerkt dat het regelwerk niet al het water tegenhoudt. Het merendeel van de afvoer wordt doorgelaten (zie figuur 4.4. en 4.5). De hoeveelheid water Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 36

37 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 37

38 Aanleg regelwerken zijwatergangen (W.2.B en W.2.C) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie Naast het regelwerk in de Dommel (W.2.A) dient ook water aan de flanken doorgelaten te worden (toelichting zie paragraaf 4.2). Hiervoor worden aan de west- en oostzijde van het gebied nog twee regelwerken aangelegd. Eentje ter hoogte van de kade met de kruising van de nieuw te graven oostelijke afwateringssloot (W.2.C). De tweede ter hoogte van de kade met de kruising van de watergang DL29 op de westoever van de Dommel (W.2.B). Net zoals het regelwerk in de Dommel wordt de afvoer geknepen door een klep vanaf de onderzijde op te trekken. Bij het westelijke- en oostelijke regelwerk worden hiervoor zogenaamde kantelstuwen aangebracht. Deze worden eveneens automatisch aangestuurd. Regelwerk west (W.2.B) Vorm, afmeting en constructie De afvoer vanuit het westelijk deel van het waterbergingsgebied (via DL29) wordt gemaximaliseerd op 2,25 m 3 /s. Om deze hoeveelheid water door te kunnen laten wordt achter het regelwerk onder de kade door een duiker met afmetingen van 2,0 x 2,0 meter aangelegd. Het ontwerp van het regelwerk (kantelstuw en duiker) is er op gericht zo min mogelijk in het veld zichtbaar te zijn. De kade loopt door over het regelwerk en de kantelstuw is minimaal in het zicht, doordat deze bij normale omstandigheden gestreken op de bodem ligt. Delen beton die in het zicht komen worden overeenkomstig met het beeld van de Dommelsche watermolen bekleed met hout (bankirai). Benedenstrooms van het regelwerk worden de oevers en bodem van de watergangen bekleed met stortsteen. Dit ter voorkomen van uitspoeling van het profiel bij piekafvoeren en de inzet van de waterberging. Regelwerk oost (W.2.C) Vorm, afmeting en constructie De afvoer vanuit het oostelijk deel van het waterbergingsgebied wordt gemaximaliseerd op 1,0 m 3 /s. Om deze hoeveelheid water door te kunnen laten wordt achter het regelwerk ter plaatse van de kade een doorgang van 1,5 meter breed in plaats van een dichte duiker gerealiseerd. Dit in afwijking op regelwerk W.2.B omdat de constructie aan de oostzijde gecombineerd wordt met de faunapassage (maatregel EN.1). Op de doorgang (1,5 m) en faunapassage (5 m) wordt een brug aangebracht. Delen van de constructie die in het zicht komen worden overeenkomstig met het beeld van de Dommelsche watermolen bekleed met hout (bankirai). Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 38

39 Benedenstrooms van het regelwerk worden de oevers en bodem van de watergangen bekleed met stortsteen. Dit ter voorkomen van uitspoeling van het profiel bij piekafvoeren en de inzet van de waterberging. De ontwerptekeningen van beide regelwerken zijn opgenomen in bijlage 5. Aanleg veegvuiluitdraaiplaats (VVUP) (W.2.E) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie Net ten zuiden van de locatie van het regelwerk in de Dommel is een veegvuiluitdraaiplaats (VVUP) voorzien. Dit is een verharde plaats waar een graafmachine plantenresten uit de Dommel kan scheppen. Deze VVUP heeft een functie in het onderhoud van het beektraject van Dommel tussen Venbergse watermolen en het regelwerk. De Dommel wordt hier niet vanaf de oevers onderhouden maar met een maaiboot. Op deze manier zijn geen onderhoudspaden langs de beek nodig en krijgt de Dommel de ruimte. Hierdoor ontstaan natuurlijke oevers die een geleidelijke overgang vormen van land naar water. De met een maaiboot afgemaaide plantenresten stromen met het water mee tot aan de VVUP. Daar wordt het met een drijfbalk opgevangen. Vervolgens worden de plantenresten met een graafmachine (wielkraan) uit het water geschept. Naast onderhoud aan de beek kan vanaf de VVUP tevens beheer en onderhoud aan het regelwerk uitgevoerd worden. Vorm, afmeting en constructie De VVUP op de westelijke oever van de Dommel krijgt een afmeting van 20x30 meter. Hiervoor wordt een gedeelte van het terrein opgehoogd tot de hoogte van de bestaande oeverwal aan de westzijde van de Dommel (23,3 m+nap). Ter plaatse van de oever wordt een damwand aangebracht, zodat het veegvuil uit de Dommel kan worden geschept. Deze damwand wordt overeenkomstig de regelwerken gemaakt of bekleed met hout (bankirai). Verder wordt de VVUP verhard met grasbetontegels voor een zo natuurlijk mogelijke uitstraling. De ontwerptekening van de VVUP is opgenomen in bijlage 5. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 39

40 Verwijderen duiker (W.2.F) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Wijziging Ter plaatse van het Broek is een duiker gelegen welke een koppeling vormt tussen watergang DL31 en DL29. In het kader van waterberging is het handhaven van de koppeling ongewenst omdat dit tot ongewenste overstroming van het gebied ten westen van de gestuurde waterberging leidt. Hiernaast is de functie van de watergang DL29 als gevolg van de inrichting van Lage Heide Natuur gewijzigd. Wateraanvoer vanuit de DL31 is niet meer benodigd. De koppeling (duiker) wordt dan ook verwijderd. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 40

41 Figuur 4.9 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 41

42 4.4 Maatregelen voor bestaande functies Door aanleg van de waterberging zijn aanvullende inrichtingsmaatregelen noodzakelijk om de bestaande gebruiksfuncties in en om het waterbergingsgebied te waarborgen. Negatieve effecten op de omgeving worden door deze maatregelen zoveel mogelijk ondervangen. Bij veel functies is juist gestreefd naar een optimalisatie en een duidelijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie (codering E). De volgende gebruiksfuncties zijn onderscheiden: afvoeren van water (codering EA), agrarisch grondgebruik (codering EL) en leefgebied voor flora en fauna (codering EN). In deze paragraaf zijn de geplande inrichtingsmaatregelen beschreven: de functie, ligging, vorm en maatvoering. Op figuur 4.9 zijn de maatregelen aangegeven die nodig zijn om de bestaande gebruiksfuncties in en om het waterbergingsgebied te waarborgen en verbeteren. De maatregelen met de coderingen zijn tevens terug te vinden op Overzichtskaart maatregelen (bijlage 5). Aanpassen lokaal watersysteem (EA) Aanleg afwateringssloot oostzijde Dommel (EA.1) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie Aan de oostzijde van het waterbergingsgebied wordt parallel aan de zuidzijde van de kade een sloot aangelegd. Met deze sloot wordt de afwatering van het gebied tijdens normale omstandigheden geborgd. Via de doorlaat, maatregel W.2.C, wordt de sloot aangetakt op de bestaande watergang DL32. Vorm, afmeting en constructie De sloot krijgt een bodembreedte van 0,5 meter. Aan de zuidzijde wordt het talud 1:1,5 en aan de noordzijde wordt het talud 1:3. Dit om een gradiënt voor flora en fauna te creëren. De bodemdiepte ten opzichte van maaiveld bedraagt maximaal 1,2 meter en loopt geleidelijk af richting de watergang (DL32) waar deze op aangetakt wordt. Het onderhoud aan de sloot wordt uitgevoerd vanaf de kade (strook 1:10, zie tekeningen bijlage 5). Aanleg afwateringssloot westzijde Dommel (EA.2) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie Aan de westzijde van het waterbergingsgebied wordt voor de afwatering van regenwater en afvoer van water na overstroming een koppeling tussen de bestaande sloot bij perceel G1202 en DL29 aangelegd (perceelsnummers zie figuur 1.2). Vorm, afmeting en constructie De sloot krijgt een bodembreedte van 0,5 meter. Aan de zuidzijde wordt het talud 1:1,5 en aan de noordzijde wordt het talud 1:3. Dit om een gradiënt voor flora en fauna te Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 42

43 creëren. De bodemdiepte ten opzichte van maaiveld bedraagt 1,4 meter (op het diepste punt, gelegen nabij de instroom bij watergang DL29). Waar de sloot tegen de kade ligt wordt het onderhoud aan de sloot uitgevoerd vanaf de kade (strook 1:10, zie tekeningen bijlage 5). Aanleg schotbalkstuw en duiker EA.2.1) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie Bij de kruising tussen watergang EA.2 en het wandelpad dat aangelegd wordt door de gemeente wordt een duiker aangelegd. Op de duiker wordt een schotbalkstuw aangesloten. Hiermee kan het waterpeil in het gebied tussen de Dommel en watergang DL29 door de gemeente geregeld worden. Vorm, afmeting en constructie De afmeting van de duiker wordt rond 500 mm. Het peilbereik van de schotbalkstuw wordt tussen 21,7 en 22,5 m + NAP. Beschermen van ecosysteem (EN) Aanleg faunapassage (EN.1) Waterstaatswerk: Nee Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie De aanleg van het waterbergingsgebied heeft invloed op het lokale ecosysteem. Met de aanleg van de kade ontstaat een barrière voor een aantal beekdalgebonden diersoorten, zoals water- en oevergebonden zoogdieren, reptielen, ongewervelden en amfibieën, die graag langs de beek migreren en foerageren. Om de invloed van de kade te beperken is ter plaatse van de doorlaat aan de oostzijde van de Dommel (kunstwerk W.2.C) een (droge) faunapassage voorzien. De ligging van de faunapassage is afgestemd op toekomstige ontwikkelingen, zoals de aanleg van de vispassage om de barrière die de Dommelsche watermolen vormt te overbruggen en sluit aan op een eventuele aanleg van een faunapassage bij de N397 (Dommelseweg). Vorm, afmeting en constructie De faunapassage wordt 5 meter breed en wordt gecombineerd uitgevoerd met regelwerk W.2.C. De bodem van deze faunavoorziening wordt voorzien van minimaal 25 cm grond. Daarnaast worden voorzieningen getroffen zodat fauna kan schuilen en wordt geleidende beplanting aangebracht om de dieren door de faunapassage te geleiden. De geleidende beplanting bestaat uit struweel van soorten Sleedoorn aangevuld met Hazelaar en Vogelkers (autochtoon plantmateriaal). De faunapassage wordt ieder jaar in het hoogwaterseizoen (oktober maart) middels schotbalken afgesloten. Op de doorgang (1,5 m) en de faunapassage (5 m) wordt een brug gerealiseerd. Het dek wordt uitgevoerd middels Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 43

44 roosters, zodat de doorgang voor fauna een maximaal open karakter heeft. Delen van de constructie die in het zicht komen worden overeenkomstig met het beeld van de Dommelsche watermolen bekleed met hout (bankirai). Aanplant struweel (EN.2) Waterstaatswerk: Nee Wijziging / nieuw: Nieuw Met de gemeente zijn afspraken gemaakt met betrekking tot inpassing van de kade in het landschap. Ten oosten van de Narcislaan blijven er na aanleg van de kade een aantal hoekjes open. Omdat het waterbergingsgebied is gelegen in een struweel-vogelgebied worden deze overhoekjes aangeplant met struweel. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 44

45 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 45

46 Beschermen eigendommen derden (EW en EL) Aanleg terp (EW.1) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie Binnen het waterbergingsgebied, bij perceel H106 ter plaatse van het uiteinde van het pad het Broek, is een bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een bedrijfswoning en veldschuur voor de oprichting van een hertenhouderij (2003). Voor de bouw van de bedrijfswoning is reeds een kelder en fundering aangelegd. De bouw van de veldschuur is minder ver gevorderd. Hier is grondwerk uitgevoerd. Tussen gemeente en grondeigenaar bestaat in het kader van het plan Lage Heide Natuur verschil van inzicht met betrekking tot de bouw van de bedrijfswoning en veldschuur. De uitkomst van dit proces bepaalt of de bedrijfswoning en/of veldschuur tegen inzet van de waterberging beschermd dienen te worden. Het geplande bouwpeil van beide opstallen ligt immers lager dan de maximale waterstand bij inzet van de gestuurde waterberging. Het waterschap heeft hieromtrent afstemming gehad met de grondeigenaar en de gemeente. Bij het scenario dat de bouw doorgang vindt worden de bedrijfswoning en/of de veldschuur op een terp gezet. Het waterschap legt deze terpen aan en zorgt ervoor dat de fundering en kelder van de woning aangepast worden aan het nieuwe bouwpeil. Vorm, afmeting en constructie Het ontwerp van de terpen is weergegeven op tekening , bijlage 5. Uitgangspunt voor het ontwerp is dat de terpen binnen de bestemmingsplangrenzen (bouwkavels) gerealiseerd worden. De hoogte van de terpen wordt 24,0 m+nap en de taluds worden uitgevoerd in 1:4. Bij schade aan de grasmat is er een kans dat het talud van de terpen door golfslag beschadigd (na overstroming en/of inzet waterberging is dit door het waterschap te herstellen). Om in het kader hiervan een voldoende robuuste oplossing te bieden is rekening gehouden met een afslagzone van minimaal 30 cm (minimaal 1,2 m in horizontale breedte) rondom de woning en veldschuur. Aanleg oeverwal (EL.1) Waterstaatswerk: Ja Wijziging / nieuw: Nieuw Ligging en functie Ter plaatse van perceel D749 is een perceel gelegen met kapitaalintensieve teelt (ilex) (perceelsnummers zie figuur 2.3). Zonder maatregelen en bij inzet van de gestuurde waterberging komt hier gemiddeld 5 tot 10 cm water op te staan. Het waterschap heeft gezien de beperkte hoeveelheid waterberging die op dit perceel plaats kan Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 46

47 vinden en na afstemming met de grondeigenaar besloten het perceel te beschermen. Dit in plaats van de uitvoeringsregeling schadevergoeding na waterberging hiervoor aan te wenden. Vorm, afmeting en constructie Het ontwerp van de oeverwal ter plaatse van perceel D749 is weergegeven op tekening , bijlage 5. Gezien het beperkte hoogteverschil tussen het perceel en de maximale waterdiepte bij inzet van de gestuurde waterberging (5 tot 15 cm) is ervoor gekozen de afmetingen van de grondwal zo beperkt mogelijk te houden. De hoogte van de oeverwal wordt 23,85 m + NAP. Dit is gebaseerd op de golfoploop berekening zoals opgenomen in het geotechnisch rapport (bijlage 6). Het talud aan de waterbergingszijde wordt in 1:4 uitgevoerd. Bij schade aan de grasmat is er een kans dat het talud van grondwal door golfslag beschadigd (na waterberging is dit door het waterschap te herstellen). Om in het kader hiervan een voldoende robuuste oplossing te bieden is een afslagzone van 30 cm aangehouden wat resulteert in een kruinbreedte van circa 1,2 m. waterschap onderzoekt momenteel samen met de betrokkenen de mogelijkheden voor verplaatsing van de teelt. Indien deze verplaatsing niet gerealiseerd wordt, of niet is gereed is voor de eerste inzet van het gebied, zal het waterschap de schade vergoeden op basis van de uitvoeringsregeling schadevergoeding na waterberging. 4.5 Recreatieve voorzieningen Aanleg wandelpad (R.1) Waterstaatswerk: Nee Wijziging / nieuw: - Een gedeelte van de kade wordt opengesteld als wandelpad. Het waterschap brengt hiervoor poorten, tourniquets en rasters op en langs de kade aan. Op de overzichtstekening in bijlage 5 zijn deze voorzieningen weergegeven. Situatie perceel E512 (oostzijde) De eigenaar van perceel E512 heeft de oostzijde van dit perceel verpacht. Ook hier is sprake van kapitaalintensieve teelt (Ilex). In tegenstelling tot perceel D749 levert dit perceel een substantiële bijdrage aan de effectiviteit van de gestuurde waterberging. Het Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 47

48 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 48

49 4.6 Het watersysteem tijdens waterberging Deze paragraaf beschrijft de gestuurde inzet van de waterberging Valkenswaard-Zuid in relatie tot de overige waterbergingsmogelijkheden in en rondom Eindhoven. Het daadwerkelijk inzetten van deze waterberging hangt uiteraard af van meerdere factoren, waaronder de verwachte waterhoogte en de duur van de hoogwatergolf in het regionale watersysteem en het verwachte (hoge) waterpeil en de duur daarvan in de Dommel. Werking van het systeem Bij een hoogwatergebeurtenis kan besloten worden om de waterberging Valkenswaard-Zuid in te zetten om wateroverlast bij gebieden gelegen in de bebouwde kom in en rondom Eindhoven tegen hoogwater te beschermen. Het proces om te komen tot een beslissing over de daadwerkelijke inzet van de waterberging wordt opgenomen in het draaiboek hoogwater. Dit draaiboek wordt opgesteld nadat alle maatregelen zijn vastgesteld. Wanneer de waterberging wordt ingezet, wordt het regelwerk in de Dommel en de regelwerken aan de westen oostzijde ingeschakeld. De regelwerken zijn automatisch te besturen op basis van metingen van waterafvoeren en waterstanden (zie monitoringsplan bijlage 7). Ook is er de mogelijkheid om de inzet handmatig aan te passen aan de benodigde capaciteit. Na inzet vult het waterbergingsgebied zich, afhankelijk van de hoogte en de duur van de hoogwatergolf. Vol- en leeglopen van de waterberging bij T100W+ Als de gemeten afvoer van de Dommel ter plaatse van benedenstrooms de Dommelsche weg het kritische niveau van circa 14,3 m 3 /s overschrijdt, wordt het surplus van de afvoer tijdelijk in het waterbergingsgebied vastgehouden (zie figuur 4.10). Vervolgens vult het gebied zich in een periode van ongeveer 1 a 2 etmalen. Dit afhankelijk van de vorm van de hoogwatergolf. Als de afvoer weer zakt tot onder het kritische niveau, loopt het waterbergingsgebied geleidelijk weer leeg. De tijd waarin het gebied kan leeglopen hangt af van de snelheid waarmee de afvoer afneemt. Gemiddeld zal het waterbergingsgebied in 1 a 2 etmalen weer leeglopen. Op deze manier wordt gedurende ongeveer 2 a 3 dagen extra water in het gebied geborgen. De gegevens in figuur 5.5 zijn gebaseerd op de voorspelling van een hoogwatersituatie die met een kans van eens in de 100 jaar voorkomt (inclusief klimaatscenario W+). Vol- en leeglopen van de waterberging bij T25 Het waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid zal ingezet worden bij afvoer-gebeurtenissen die met een kans vanaf eens in de 25 jaar of minder frequent voorkomen. Berekend is dat bij inzet van de waterberging in geval van een afvoergolf T25 er ordegrootte 10 m3/s doorgelaten zal worden (bij T00W+ is dit 14,3 m3/s). De duur van de inzet van de waterberging is vergelijkbaar met die bij een situatie T100W+ (zie bijlage 3A). Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 49

50 Vullen gebied Figuur 4.10: Werking gestuurde waterberging: het vol- en leeglopen van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid Leegloop gebied Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 50

51 Uitgangspunt blijft, dat flexibiliteit bij het inzetten van het waterbergingsgebied voorop staat. Alle maatregelen moeten bij elke gebeurtenis weer in onderlinge samenhang worden bekeken. Alleen zo kan het waterbergingssysteem optimaal worden benut. Een uitgebreide beschrijving van de gevolgen van de aanleg van de waterberging is opgenomen in Deel II, hoofdstuk 4. Vergelijk met huidige situatie Met het hydrologisch model is ook berekend hoe lang het gebied onder water staat in de huidige situatie. Voor de piekafvoeren T25 en T100W+ zonder inzet van waterberging is dit 2,5 respectievelijk 3 dagen. Met maximale inzet van de waterberging betreft het 3,5 dagen. Contour waterberging Het gebied dat onder invloed staat van de gestuurde waterberging is bepaald middels hydrologische berekeningen. Op figuur 4.11 is dit gebied de contour van de gestuurde waterberging weergegeven. De contour geeft het gebied weer dat bij maximale inzet tot 23,66 m+nap onder invloed staat van de gestuurde waterberging. Dit vergeleken met een afvoersituatie T25 die van nature voorkomt. Figuur 4.11: Contour waterberging (rode lijn) Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 51

52 5 WIJZE VAN UITVOERING Dit hoofdstuk belicht de voor de uitvoering van het projectplan benodigde vergunningen en ontheffingen. Ook is aangegeven welke technische maatregelen het waterschap bij de uitvoering zal treffen om nadelige gevolgen voor ingezetenen zo veel mogelijk te voorkomen. Dit gebeurt volgens de trits: voorkomen - verzachten - compenseren. 5.1 Technische uitvoering Voordat met de uitvoering gestart kan worden, is nog nadere detaillering nodig met betrekking tot de planning, werkvolgorde, fasering en dergelijke. De nadere uitwerking van deze details vindt in een later stadium plaats op basis van dit projectplan en de vergunningen. Middels een RAW-bestek, geïntegreerd contract of andere contractvorm wordt de resultaatverplichting voor de uitvoerende partij vastgelegd. Naast een detail beschrijving van de aan te leggen maatregelen, wordt hierin ook sturing gegeven aan de wijze waarop de uitvoering dient te verlopen. Hierbij moet gedacht worden aan uitvoeringsperioden, aan- en afvoerroutes, werktijden, stopmomenten en andere activiteiten rondom het plangebied. Vergunbaarheid en uitvoeringsvoorwaarden Tabel 5.1 geeft een overzicht van de benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen die van belang zijn voor de correcte uitvoering van de maatregelen. Tabel 5.1: Overzicht van benodigde vergunningen Prognose benodigde vergunningen, meldingen en toestemmingen Nr. Activiteit Procedure / Bevoegd gezag juridische basis 1 Omgevingsvergunning, activiteit bouwen Wabo Gemeente 2 Kapmelding Boswet Dienst regelingen 3 Melding Wbb Wet Bodembescherming Provincie / Omgevingsdienst Gecoördineerde projectprocedure Voor het project Valkenswaard-Zuid heeft het waterschap de provincie verzocht de gecoördineerde projectprocedure toe te passen (nadere toelichting proces zie deel II hoofdstuk 7). De provincie heeft besloten hiermee in te stemmen. De provincie coördineert in het kader hiervan de besluitvorming omtrent de realisatie van het plan en de vergunningverlening. Hiermee komt de plicht tot het aanvragen van een omgevingsvergunning activiteit aanleg' op basis van de Waterwet te vervallen. Voor de activiteit bouwen wordt wel een omgevingsvergunning meegenomen in de besluitvorming. Dit betreft een vergunning voor realisatie van de kunstwerken. Naast de omgevingsvergunning wordt de verlening van de Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 52

53 beschikking in het kader van de Wet Bodembescherming eventueel meegenomen in de gecoördineerde projectprocedure. verkeershinder en een beperkte bereikbaarheid stofhinder schade aan de ondergrond Uitvoeringsvoorwaarden De voorwaarden die het bevoegd gezag en/of eigenaren zullen koppelen aan de vergunning, ontheffingen of toestemming neemt het waterschap op in het bestek en zullen bij de uitvoering worden nageleefd. 5.2 Nadelige gevolgen tijdens uitvoering Met de aanleg van de kades, nieuwe watergangen en het opwaarderen van bestaande watergangen, omvat de uitvoering met name grondwerk dat zich kenmerkt door graafwerkzaamheden en grondtransport. Nadelige gevolgen voor de omgeving zullen vooral het gevolg zijn van de graafwerkzaamheden en grondtransport. Daarnaast zijn er de bouwwerkzaamheden van de regelwerken. Voor het waterschap is het van groot belang dat nadelige gevolgen door de uitvoering van het werk tot een minimum beperkt blijven. In eerste plaats ziet het toestemmingsstelsel met uitvoeringsvoorwaarden in zijn vergunningen en ontheffingen daarop toe (zie boven). Desondanks is het onontkoombaar dat er gedurende de uitvoeringsperiode sprake zal zijn van hinder. De volgende soorten hinder kunnen optreden tijdens de uitvoering: wateroverlast en/of watertekort geluidsoverlast Hinder Wateroverlast en watertekorten Het waterschap stelt als uitvoeringsvoorwaarde aan het werk dat de lokale waterhuishouding te allen tijde goed blijft functioneren. Zo zal de aannemer bij het (tijdelijk) dempen van een watergang, de nieuwe aan- en afvoer eerst moeten aanleggen of de waterdoorvoer middels pompen moeten garanderen. Geluidsoverlast Voor de geluidproductie gelden er bindende voorschriften tijdens de uitvoering. Echter, deze voorschriften behoeden mens en dier maar ten dele voor geluidhinder. Het waterschap ziet er daarom bij de contractvorming op toe dat de aannemers bij de routing van het noodzakelijke grondtransport, rekening houden met de locatie van woningen, vogelrustgebieden en recreatiezones in het gebied. Verkeersoverlast en beperking bereikbaarheid De uitvoering van dit werk zal - zonder beperkende maatregelen - een tijdelijke toename van het aantal lokale verkeersbewegingen tot gevolg hebben. Door het dwingend voorschrijven van alternatieve transportroutes zullen gemeenten en het waterschap verkeershinder beperken. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 53

54 Speciale aandacht daarbij verdient het aspect verkeersveiligheid voor het langzaam verkeer. Stofhinder Bij grondverzetprojecten is er in droge periodes een aanzienlijke kans op stofhinder. Grond die van de banden op rijplaten terecht komt, droogt op en kan vervolgens gaan stuiven. Dit hinderaspect is eenvoudig beheersbaar door transportroutes voldoende nat en schoon te houden. Het waterschap ziet er daarom bij de contractvorming op toe dat de aannemer de nodige maatregelen zal treffen. Schade aan ondergrond Met het voorschrijven van alternatieve transporttracés is er een risico dat de ondergrond van de tracés verdicht raakt. Het voorkomen van economische en ecologische schade aan gronden door het juist kiezen van alternatieve transportroutes, werkzones en het treffen van de juiste voorzorgmaatregelen (bijv. rijplaten), is voor het waterschap een aandachtspunt bij de gunning van de uitvoering. Effecten in het gebied Zorgplicht flora en fauna De uitvoering van de voorgestelde maatregelen zorgt voor verstoring van flora en fauna in het gebied. Om deze verstoring zoveel mogelijk te beperken wordt een mitigatieplan opgesteld. Basis voor een dergelijk plan zijn de eisen uit de gedragscode Flora- en faunawet waterschappen. Het waterschap ziet erop toe dat de aannemer de eisen gesteld aan de uitvoering in het mitigatieplan toepast in haar werkwijze. Voor de toetsing van de maatregelen in relatie tot Natura 2000 en EHS wordt verwezen naar deel II. Aanvoeren van grond Om alle maatregelen uit te voeren is aanvoer van grond van buitenaf noodzakelijk. Zowel bij eventueel hergebruik als bij de aanvoer van grond van buitenaf ziet het waterschap erop toe dat de aannemer de maatregelen, zoals afgesproken met het bevoegd gezag, nageleefd. Zoals aangegeven bij paragraaf 4.3 is de bestaande bodem waar de kade op komt verontreinigd en wordt de kade opgetrokken gelegen op een signalerende laag. Daarnaast bestaat de kade uit schone grond (grond klasse wonen ). De kade wordt dus zonder sanerende maatregelen aangelegd. Kabels en leidingen Om de locatie van kabels en leidingen in beeld te krijgen is een oriënterende KLIC-melding uitgevoerd (zie bijlage 5). De maatregelen uit dit projectplan veroorzaken geen knelpunten met de kabels en leidingen in het gebied. Ook tijdens de uitvoering van de maatregelen worden geen knelpunten voorzien. Voor de aansturing van de regelwerken is wel een nieuwe elektravoorziening nodig. Deze wordt in overleg met de netbeheerders gerealiseerd. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 54

55 6 LEGGER, BEHEER EN ONDERHOUD Na uitvoering meet het waterschap alle gerealiseerde waterstaatswerken in en legt deze vast op tekeningen. Vervolgens legt het waterschap de maten of de functionele eisen in de legger vast. Hiervoor neemt het waterschap een apart besluit: het leggerbesluit. wateren (de B-wateren) zijn de eigenaren van de aangelanden onderhoudsplichtig. In de Keur maakt het waterschap onderscheid in A- wateren en B-wateren. A-wateren zijn watergangen die geregistreerd zijn in de legger. Een legger is een verzameling kaarten waarin de afmetingen van alle A- watergangen met de daarin gelegen kunstwerken en elke kade precies zijn vastgelegd. In de Keur en de leggers is tevens vastgelegd wie voor een watergang of waterkering onderhoudsplichtig is en welke voorwaarden van toepassing zijn. Het waterschap controleert of aan deze verplichtingen is voldaan. Het waterschap is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de waterstaatswerken en leggerwatergangen conform de beheer- en onderhoudsrichtlijn (BOR). Deze richtlijn maakt onderdeel uit van dit projectplan en is opgenomen in bijlage 7 bij dit projectplan. Het waterschap verzorgt de inspectie en onderhoud van de kade, het regelwerk, de Dommel, de brug bij het regelwerk, de faunapassage en de leggerwatergangen. De gemeente verzorgt het onderhoud van een deel van de kade, het fietspad (ook brug over Dommel bij fietspad) en het aangelegen natuurgebied. Ten aanzien van alle overige Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 55

56 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 56

57 7 SAMENWERKING Het vormgeven en ontwerpen van onder andere een waterbergingsgebied is een complexe zaak. Temeer omdat hierbij de belangenafweging ten opzichte van bestaande eigendommen, gevestigd gebruik en onderlinge belangen, zeer expliciet aan de orde komt. Om te komen tot een houdbaar projectplan voor waterberging én natuurdoelen, is een goede samenwerking en medewerking van terreinbeheerders, eigenaren, overheden en andere omgevingspartijen dan ook van het grootste belang. Proces In de periode tot 2010 zijn door het waterschap de maatregelen in overleg met de gemeente uitgewerkt en zijn deze verankerd in het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan (lit. 6). Gezien de inspraak op de bestemmingsplanwijziging en complexiteit van het project is in de zomer van 2011 door Waterschap De Dommel besloten in overleg te treden met belanghebbenden in het gebied. Vertegenwoordigers van het waterschap hebben in de zomer en het vroege najaar van 2011 met een aantal direct belanghebbenden keukentafelgesprekken gevoerd. Daarbij is gekeken welke problemen en kansen door deze belanghebbenden werden gezien en zijn afspraken gemaakt over het vervolgproces van de totstandkoming van het projectplan. In het najaar van 2011 is door het Waterschap een feitenanalyse opgesteld (bijlage 2C). In dit document zijn alle voor de komst van het waterbergingsgebied relevante gegevens opgenomen. In de procesbenadering van het waterschap wordt er namelijk vanuit gegaan dat het van belang is op basis van overeenstemming over de feiten in gesprek te gaan over de belangen. In december 2011 is door het waterschap een zeer goed bezochte workshop voor alle gebiedspartijen georganiseerd (verslag zie bijlage 2A). In deze bijeenkomst zijn de belanghebbenden in de gelegenheid gesteld te reageren op de feitenanalyse en op door het waterschap gepresenteerde opties voor het ontwerp van het waterbergingsgebied. Tijdens de bijeenkomst hebben de bewoners hun ongenoegen geuit over het procesverloop. Inhoudelijk gingen de zorgen van de gebiedspartijen vooral over de depositie van verontreinigd slib als gevolg van de inzet van de waterberging. In februari 2012 is een aangepaste feitenanalyse aan de belanghebbenden verzonden. Ook is op verzoek van de streek onderzocht of de inrichting van het waterbergingsgebied gewijzigd kan worden, zodat de effecten van bijvoorbeeld het neerslaan van slib beperkt worden (zie bijlage 2E). Met enkele belanghebbenden hebben vervolgens in de periode gesprekken plaatsgevonden om de huidige stand van zaken toe te lichten en het ontwerp nader af te stemmen. Voor de groep die alleen met waterberging op het perceel te maken krijgt heeft hiervoor op 13 mei 2014 een bijeenkomst plaatsgevonden (verslag zie bijlage 2B.). Naast keukentafelgesprekken met belanghebbenden zijn over specifieke maatregelen werksessies en overleggen georganiseerd in kleiner verband met specialisten en direct belanghebbenden. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 57

58 Aan het gebiedsproces van Valkenswaard-Zuid namen de volgende organisaties en particulieren deel: Grondeigenaren en bewoners uit het gebied Bosgroep Milieuwerkgroep Valkenswaard Wijkraad Dommelen Gemeente Valkenswaard Provincie Noord-Brabant Waterschap De Dommel Het plan is tot stand gekomen in overleg met de diverse partijen. Het is afgestemd op andere ontwikkelingen in het gebied en houdt zoveel mogelijk rekening met één ieders belang. Bijeenkomst Diverse keukentafelgesprekken Workshop feitenanalyse, op 14 december 2011 Diverse keukentafelgesprekken Periode Toelichting Gesprekken met belanghebbenden over problemen en kansen in het gebied Workshop met belanghebbenden om de feitenanalyse aan te vullen, vast te stellen en inzicht te krijgen in de diverse belangen. Gesprekken met belanghebbenden die te maken hebben met waterberging en/of inrichtingsmaatregelen op hun perceel. Gesproken is over de voortgang van het proces en inpassing van maatregelen. Inloopbijeenkomst 13 mei 2014 Voor belanghebbenden die alleen te maken hebben met waterberging. Gesproken is over de voortgang van het proces en wat met de vragen van de bijeenkomst van 14 december 2011 gedaan is. Inloopbijeenkomst (nog in te plannen) Belanghebbenden zijn uitgenodigd om vragen te stellen naar aanleiding van het ontwerp-projectplan en het MER die de inspraak in worden gebracht. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 58

59 8 LITERATUURLIJST 1. Foto s: Joep de Groot fotografie 2. Generiek uitgangspuntendocument ontwerp kades en regelwerken waterbergingsgebieden, Royal Haskoning, Onderzoek naar effecten van waterberging in een jong kleibos, Alterra, Deltares en Rijkswaterstaat (januari 2008) 11. Generiek uitgangspuntendocument ontwerp kades en regelwerken waterbergingsgebieden, Royal Haskoning, KNMI 14-klimaatscenario s voor Nederland 4. Programma van eisen, Inrichtingsplan Dommeldal en Het Broek, Grontmij, augustus Planuitwerking waterbergingsgebied Valkenswaard- Zuid, Nelen & Schuurmans, augustus Beeldkwaliteitsplan Lage Heide, Buro5 maart Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur, Croonen Adviseurs, 6 januari Advies Projectbureau Actief Bodembeheer De Kempen (ABdK) over risico s zware metalenverontreiniging op melk en de teelt van gewassen 9. Blootstelling en opname van cadmium door runderen in de Kempen: een modelstudie, Alterra-rapport 1438, 2007 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 59

60 9 BIJLAGEN Inventarisaties, onderzoeken, rapporten en ontwerpen die ter voorbereiding en onderbouwing van het projectplan Valkenswaard-Zuid zijn opgesteld, maken onlosmakelijk deel uit van dit projectplan. Daarom zijn alle relevante documenten als bijlage toegevoegd aan het digitale achtergronddocument bij dit projectplan in de vorm van een CD-ROM. Het digitale achtergronddocument bestaat uit: Bijlage 1. Besluitvorming a. Besluit van het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel, april 2013 b. Besluit van het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel, juni 2013 c. Watersysteemanalyse Effectiviteit bergingsgebieden Boven-Dommel. HKV, augustus 2012 d. Inrichtingsvisie Dommeldal en Het Broek, Grontmij 20 februari 2006 e. Aanmeldingsnotitie MER en MER Valkenswaard- Zuid. Bijlage 2. Procesresultaten a. Verslag bijeenkomst december 2011 b. Verslag bijeenkomst mei 2014 c. Feitenanalyse Valkenswaard-Zuid, Royal Haskoning, 27 februari 2012 d. Waterberging Valkenswaard-Zuid - verkenning mogelijkheden waterberging verdelen, Royal Haskoning 14 oktober 2011 e. Variantenbeoordeling waterberging Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV 2014 f. Inundatie en aardhommels, november 2011 g. Hoogtemetingen Valkenswaard-Zuid h. Inundatie en aardhommels, november 2011 Bijlage 3. Hydrologie a. Hydrologische berekeningen waterberging Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV, juli 2014 b. Modelrapport, M3 Keersop, HKV, maart 2011 c. Wijze van bepalen afvoerstatistiek van aanvoergolven in regionale en lokale modellen. HKV, mei 2011 Bijlage 4. Milieuaspecten a. Diverse (verkennende) lokale bodemonderzoeken en Deelsaneringsplan en werkplan, 15 juli 2011 b. Invloed van inundatieduur en frequentie op bodemkwaliteit langs de Dommel, Deltares december 2009 c. Scan/voortoets natuurwaarden waterberging Valkenswaard-Zuid, Grontmij 20 juli 2011 d. Actualisatie scan natuurwaarden, Royal HaskoningDHV, 13 februari 2014 e. Adviesdocument Raap, 9 juli 2014 f. Probleemanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven (ECG, september 2010). Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 60

61 g. Jaarvracht met concentraties cadmium en zink op de grens (meetnet Waterschap De Dommel), h. Massabalansstudie 3 grensoverschrijdende beken, deelproject binnen het BeNeKempen onderzoeksproject, Oranjewoud, Soresma, Alterra, i. Ecologische effecten van metaalverontreiniging in het overstromingsgebied van de Dommel, deelproject binnen het BeNeKempen onderzoeksproject, Grontmij/ Aquasense, Alterra, december 2008 Bijlage 5. Ontwerptekeningen (11 juli 2014) a. Overzichtskaart maatregelen b. Dwarsprofielen kade en watergangen c. Detailtekeningen kunstwerken d. Tekeningen perceel H106 en D749 e. KLIC-melding 5 juni 2012 Bijlage 6. (Geo-)technisch ontwerp kade en regelwerk, Royal HaskoningDHV, 24 januari 2014 Bijlage 7. Beheer en onderhoud a. Beheer en onderhoudsrichtlijn (BOR), Royal HaskoningDHV, 10 juli 2014 b. Monitoringsplan Valkenswaard-Zuid, Royal HaskoningDHV, 10 juli 2014 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel I Ontwerp projectplan 61

62 Waterschap De Dommel Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid Deel II: Verantwoording 11 juli 2014 Ontwerp projectplan 9W8954

63 Documenttitel Projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid Deel II: Verantwoording Verkorte documenttitel Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Status Ontwerp projectplan Datum 11 juli 2014 Projectnaam Projectplan Valkenswaard-Zuid Projectnummer 9W8954 Opdrachtgever Waterschap De Dommel Referentie 9W8954/R00006/901865/EHV Bosscheweg 56 Postbus DA Boxtel Telefoon Fax Internet Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan i

64 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1 2 WETTEN, REGELS EN BELEID Wetgeving Beleid en regelgeving Gebiedsvisies en plannen in uitvoering 15 3 HYDROLOGISCH EN WATERSTAATKUNDIG ONDERZOEK 18 4 GEVOLGEN PROJECTPLAN VALKENSWAARD-ZUID Effecten aanleg kade en kunstwerken Effecten bij inzet waterberging 23 5 VERGOEDINGSSYSTEMATIEK Plan-, aanwijsschade en vermogensschade Inrichtingschade Schaderegeling waterberging Verordening schadevergoeding Waterschap De Dommel 34 6 CONCLUSIES 35 7 RECHTSBESCHERMING (PROCEDURE) 36 8 LITERATUURLIJST 38 9 BIJLAGEN 39 Blz. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan ii

65 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan iii

66 1 INLEIDING Voor u ligt Deel II van het projectplan waterberging Valkenswaard-Zuid. Deel II gaat in op de onderbouwing van wet- en regelgeving aangevuld met het huidige beleid, de uitgevoerde onderzoeken, effecten van de maatregelen en de rechtsbescherming voor belanghebbenden en ingezetenen. 2 WETTEN, REGELS EN BELEID Het projectplan Valkenswaard-Zuid dient te voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving en dient te passen binnen de beleidskaders op alle niveaus. In dit Deel II is het projectplan dan ook getoetst aan de relevante wet- en regelgeving (paragraaf 2.1). Daarbij is steeds de relatie van het projectplan met de relevante wet- en regelgeving aangegeven. Naast de wet- en regelgeving dient het projectplan te passen binnen het vastgestelde waterbeleid op nationaal, regionaal en lokaal niveau (paragraaf 2.2). Daarnaast heeft een project als dit effect op hoe de omgeving eruit komt te zien en hoe deze door mensen wordt ervaren. Ten aanzien van onder andere de aspecten landschap en recreatie is de visie van de gemeente en bewoners op de omgeving belangrijk (paragraaf 2.3). 2.1 Wetgeving Waterwet De Waterwet heeft drie doelstellingen: 1. het voorkómen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste (waterkwantiteit); 2. het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen (waterkwaliteit); 3. het vervullen van overige maatschappelijke functies van het watersysteem. Het projectplan Valkenswaard-Zuid levert een bijdrage aan de eerste doelstelling van de Waterwet. Aanleg van de gestuurde waterberging draagt bij aan het verminderen van de wateroverlast in stroomafwaarts gelegen gebieden binnen de bebouwde kom in en rondom Eindhoven. Binnen het waterbergingsgebied ontwikkelt de gemeente Valkenswaard onder andere natuur (doelstelling 2). Dit maakt echter geen onderdeel uit van het voorliggende projectplan. De drie doelstellingen uit de Waterwet zijn vertaald in nationaal, regionaal en lokaal water- en omgevingsbeleid. Deze beleidskaders komen in de volgende paragrafen aan de orde (paragraaf 2.2) en vormen de uitgangspunten voor de manier waarop het waterschap met dit projectplan bijdraagt aan de waterdoelstellingen, inclusief het omgevingsbeleid. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 1

67 2.1.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Sinds 1 oktober 2010 is de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ingevoerd. Deze wet is ontstaan uit het doel van de overheid om het aantal wetten en regels op het gebied van de fysieke leefomgeving te verminderen en te verbeteren. Onderdeel van deze wet is de omgevingsvergunning, ter vervanging van de verschillende vergunningen voor wonen, ruimte en milieu. Dit waren onder andere de bouwvergunning, milieuvergunning, gebruiksvergunning, aanlegvergunning en de kapvergunning. De omgevingsvergunning kan bij één loket bij de gemeente worden aangevraagd. Hiervoor geldt één procedure waarop één besluit volgt. Voor beroep tegen dat besluit is er ook één beroepsprocedure. Voor het project Valkenswaard-Zuid is er door het waterschap voor gekozen om een gecoördineerde projectprocedure toe te passen (nadere toelichting proces zie deel II hoofdstuk 7). De provincie coördineert in het kader hiervan de besluitvorming omtrent de realisatie van het plan en vergunningverlening. Hiermee komt de plicht tot het aanvragen van een omgevingsvergunning activiteit aanleg' op basis van de Waterwet te vervallen. Voor de activiteit bouwen wordt wel een omgevingsvergunning meegenomen in de besluitvorming. Dit betreft een vergunning voor realisatie van de kunstwerken. Op termijn wordt het gemeentelijke bestemmingsplan herzien. Daar waar nodig zal de exacte ligging van de kade in de herziening worden meegenomen. Dit om de kade ruimtelijk te borgen. In paragraaf van dit document worden de bestemmingsplannen voor dit gebied belicht Wet milieubeheer en MER Hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer gaat over de milieueffectrapportage (MER). Het doel van een MER is om bij de besluitvorming over projecten, plannen en programma s het milieu een volwaardige plaats te geven. Belangrijk daarbij zijn de gevolgen van een activiteit voor het fysieke milieu, gezien vanuit het belang van de bescherming daarvan. Het waterschap kiest ervoor om het projectplan Valkenswaard-Zuid de procedure voor de m.e.r. te laten doorlopen. Het opgestelde MER gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid maakt onderdeel uit van het voorliggende projectplan. Hierin wordt het volgende geconcludeerd: In de gebruiksfase is geen sprake van sterke positieve of negatieve effecten door de gestuurde waterberging. Enkele positieve effecten zijn te vinden bij de aspecten Water (minder overstromingsrisico, meer waterbergend volume) en Gebruik en omgeving (recreatief medegebruik). Enkele negatieve aspecten zijn te vinden op de aspecten Water (grotere oppervlakte overstroomd) en Gebruik en omgeving (hinder). Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 2

68 Verder is vooral sprake van een neutrale effectscore dan wel een effectscore licht positief of licht negatief Wet Bodembescherming De Wet bodembescherming (Wbb) bevat de voorwaarden die verbonden worden aan het verrichten van handelingen in of op de bodem. De wet heeft alleen betrekking op landbodems. Primair komt bescherming en sanering in deze wet aan bod. Met betrekking tot bodembescherming bestaat de wet uit een regeling waarin de (zorg)plicht voor veroorzakers is opgenomen. In het Dommeldal zijn verontreinigde bodems aanwezig als gevolg van natuurlijke overstromingen door de Dommel (de bodemonderzoeken zijn opgenomen in bijlage 4A). Verontreinigd slib, dat na overstromingen op de bodem achter is gebleven, heeft de bodemkwaliteit verslechterd. Hierdoor is overschrijding van de interventiewaarden ontstaan van diverse zware metalen. Bij inrichtingsmaatregelen waarbij grondverzet plaatsvindt, dient hiermee rekening gehouden te worden. Verontreinigde grond wordt door het waterschap afgevoerd naar een erkende grondverwerker. Daarnaast speelt de specifieke gebiedsgerichte aanpak, ontwikkeld door Projectbureau Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) een rol. Regionaal gezien zijn/worden veel maatregelen getroffen ter verbetering van de bodemkwaliteit. Lokaal is daardoor een (geringe) verslechtering toelaatbaar. Gezien de grootschaligheid van de diffuse verontreiniging wordt door Waterschap De Dommel risico- en effectgericht beleid gevoerd (zie paragraaf 4.2). De wijze van uitvoering van de kade is in 2010 reeds afgestemd met Projectbureau Actief Bodembeheer de Kempen (ABDK) en is vastgelegd in het saneringsplan. Het saneringsplan wordt in het kader van de Wet Bodembescherming aan bevoegd gezag (ODZOB) voorgelegd. Dit wordt eventueel meegenomen in de gecoördineerde projectprocedure Flora- en faunawet De Flora- en faunawet geeft uitvoering aan de bescherming van planten- en diersoorten in Nederland. Binnen deze wet is onderscheid gemaakt naar drie categorieën van bedreigde en beschermde soorten (Tabel 1, Tabel 2 en Tabel 3 soorten), met elk andere eisen ten aanzien van de mate van bescherming. In 2011 is een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezige beschermde en bedreigde flora en fauna in het projectgebied van waterberging Valkenswaard-Zuid. Daarbij zijn tevens de effecten van de maatregelen op de aangetroffen flora en fauna beschreven. Het rapport Scan natuurwaarden waterberging Valkenswaard-Zuid (juli, 2011) en Actualisatie scan natuurwaarden (februari 2014) is opgenomen in bijlage 4C en 4D van dit projectplan. Uit de inventarisatie blijkt dat in het projectgebied Valkenswaard-Zuid beschermde soorten voorkomen (zie Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 3

69 tabel 2.1). Voor de soorten uit Tabel 1 geldt een algemene vrijstelling. Omdat het waterschap werkt conform de regels uit de Gedragscode Unie van Waterschappen, is voor Tabel 2 soorten geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet nodig voor de geplande aanleg en inzet van de gestuurde waterberging. Conform de gedragscode wordt alvorens met de werkzaamheden te starten een ecologisch draaiboek (werkprotocol) opgesteld. Hierin zijn de voorwaarden uit de gedragscode nader uitgewerkt. De werkwijze die daaruit voortvloeit, neemt Waterschap De Dommel vervolgens op in het bestek. Tabel 2.1: Beschermde soorten in projectgebied Valkenswaard- Zuid (uit: Scan natuurwaarden, juli 2011) Beschermde soorten Voorkomend Flora dotterbloem (tabel 1) Zoogdieren grondgebonden zoogdieren (allen tabel 1) gewone dwergvleermuis (tabel 3) ruige dwergvleermuis (tabel 3) watervleermuis (tabel 3) Amfibieën en reptielen bruine kikker (tabel 1) kleine watersalamander (tabel 1) gewone pad (tabel 1) Vissen (geen) Overige beschermde soorten koninginnepage (Rode Lijst) binnen elzenbroekbos algemeen in het gebied de Dommel en elzenbroekbos watergangen (voortplanting); Elzenbroekbos (overwintering) In het gebied komen strikt beschermde vleermuizen (Tabel 3) voor. Door afwisseling van natte oevers, plasdras-situaties en structuurrijke groenelementen in het kader van de ontwikkeling van Lage Heide Natuur wordt de kwaliteit van het huidige foerageergebied van de aanwezige vleermuizen verbeterd. Negatief effect op de foerageergelegenheid is uit te sluiten. Ook zijn er geen vaste vliegroutes voor de vleermuizen. Hierdoor hoeft geen ontheffing in kader van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Wel komen in het gebied broedvogels voor die beschermd zijn onder de Flora- en faunawet. Voor de geplande werkzaamheden is hiervoor geen ontheffing nodig, mits de werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden. Dit wordt geborgd door ecologische begeleiding bij de uitvoering van het werk Natuurbeschermingswet Het plangebied van Valkenswaard-Zuid ligt binnen een deel van het Natura2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux. De locatie van de gestuurde waterberging is echter zo gekozen dat deze grotendeels buiten het Natura2000-gebied ligt. Alleen de Dommel zelf valt binnen de zonering van Natura2000. Uit de voortoets (bijlage 4D) blijkt dat mogelijke significant negatieve gevolgen van de voorgenomen activiteiten op de instandhoudings-doelstellingen zijn uitgesloten. Een nadere effectbepaling en vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet is dan ook niet noodzakelijk. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 4

70 2.1.7 Monumentenwet Op grond van de huidige Monumentenwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de omgang met archeologische waarden binnen het eigen gemeentelijk grondgebied. Voor het projectplan Valkenswaard-Zuid moet gemeente Valkenswaard vaststellen of bij het nemen van een projectbesluit, rekening is gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische resten. Voor het beekdal van de Dommel ter plaatse van Valkenswaard-Zuid is één en ander in het verleden onderzocht. RAAP heeft voorafgaand aan het in procedure brengen van dit projectplan deze informatie, de ontwerptekening en het meest recente beleid beoordeeld (Adviesdocument zie bijlage 4E). Uit projectie van de maatregelen op de gemeentelijke verwachtings- en beleidskaart blijkt dat de geplande inrichting voornamelijk binnen gebieden ligt met een lage en middelhoge archeologische verwachting; slechts een klein deel van de ingrepen bevindt zich in een zone met een hoge archeologische verwachting. Deze verwachtingswaarden vallen te herleiden naar het fysisch landschap in de omgeving van het plangebied. De zones met een lage en middelhoge archeologische verwachting liggen binnen het rivierdal van de Dommel. De zones waar nog veen voorkomt, hebben op de Erfgoedkaart een middelhoge verwachting gekregen, de rest van het rivierdal bezit een lage archeologische verwachting. vervolgonderzoek aan in de vorm van een intensieve archeologische begeleiding tijdens uitvoering van de werkzaamheden. De Dommelsche Watermolen is een rijksmonument. Dit betekent dat de watermolen, het gebouw, de stuwconstructie en de directe omgeving onder de Monumentenwet vallen. Daarnaast staan in het gebied twee monumentale bomen (een zomereik en een zwarte els) die volgens het beleid van de gemeente worden beschermd. Volgens de gemeente Valkenswaard heeft de werking van het waterbergingsgebied geen negatieve effecten op de levensvatbaarheid van beide bomen (zie: Feitenanalyse, bijlage 2C). In het gebied zijn verder geen andere monumenten aanwezig. Maatwerk is voor archeologisch onderzoek van beekdalen van groot belang. In aansluiting op het advies van RAAP stelt het waterschap een Programma van Eisen op voor de geplande graafwerkzaamheden, met als doel zoveel mogelijk archeologische waarden in situ te behouden. Conform het gemeentelijk beleid beveelt RAAP voor de bodemverstorende ingrepen die binnen de zones met een hoge en middelhoge archeologische verwachting vallen, Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 5

71 2.1.8 Richtlijn explosieven De richtlijn Opsporen Conventionele Explosieven is opgesteld onder verantwoording van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en heeft medio 2006 een wettelijk karakter gekregen door een directe koppeling binnen de Arbo-wet. In september 2010 is een inventarisatie gemaakt van de niet gesprongen conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Deze inventarisatie maakt deel uit van het digitale achtergronddocument bij dit projectplan (Bijlage 4f). Uit dit rapport blijkt dat er in (de omgeving van) het projectgebied in de periode vanaf 1980 een viertal explosieven zijn aangetroffen en geruimd. Slechts één van deze ruimingen heeft daadwerkelijk binnen het projectgebied (met locatie Het Broek 17) plaatsgevonden. Door bovenstaand gegeven, is het perceel van Het Broek 17 als gebied met een feitelijk aantoonbaar verhoogd risico afgebakend. Hier zijn echter in het kader van het projectplan gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid geen maatregelen voorzien en hoeft het waterschap geen aanvullende inspanning te leveren. Figuur 2.1: Weergave van het inrichtingsplan op de Erfgoedkaart, RAAP Adviesdocument 708, bijlage 4E Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 6

72 2.2 Beleid en regelgeving Nationaal beleid en regelgeving Nationaal Bestuursakkoord Water (2003 en 2008) Op 2 juli 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water (NWB) getekend. De inmiddels bekende slogan Nederland leeft met water dateert uit deze periode. Het akkoord is in 2008 geactualiseerd en de afspraken zijn herbevestigd. Het akkoord is een overeenkomst tussen het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten om de waterproblematiek in heel Nederland aan te pakken. In dit akkoord is afgesproken dat eind 2015 het watersysteem in heel Nederland op orde is en maatregelen te hebben getroffen om het systeem t/m 2050 op orde te houden. In het akkoord zijn basisnormen afgesproken over de frequentie waarbij terreinen, afhankelijk van het grondgebruik, mogen overstromen (zie tabel 2.3). Deze zijn wettelijk verankerd in de provinciale Verordening water. Tabel 2.3: Basisnormen Nationaal Bestuursakkoord Water Normklasse gerelateerd aan Basisnormen grondgebruikstype [1/jr] Natuur * Geen Grasland 1/10 Akkerbouw 1/25 Hoogwaardige land- en tuinbouw 1/50 Glastuinbouw 1/50 Bebouwd gebied binnen bebouwde kom 1/100 * Voor natuurgebieden zijn geen basisnormen vastgesteld. Overstroming kan echter conflicteren met de voor Noord-Brabant vastgelegde natuurbeheertypen. Binnen het beheergebied van Waterschap De Dommel gelden in de beekdalen geen beschermingsnormen voor grasland, akkerbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw. Verder geldt dat bebouwing buiten de bebouwde kom hetzelfde beschermingsniveau heeft als het omliggend landgebruik. Eén van de belangrijkste overlastnormen is, dat wateroverlast binnen de bebouwde kom moet worden beperkt tot een gebeurtenis die met een kans van eens in de 100 jaar voorkomt. Deze bescherming geldt voor de aanwezige bebouwing en wegen, maar niet voor de binnen de bebouwde kom gelegen sportvelden en parken. In het voorliggende projectplan is dit vertaald naar een extreme hoogwatersituatie. De gemeenten stellen zelf, conform de Wegenverkeerswet, de bebouwde kom vast. De realisatie van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid draagt bij aan de doelstellingen van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Het Nationaal Waterplan (2009) Het Nationaal Waterplan geeft als streefbeeld voor binnen de bebouwde kom (pag. 234): In stedelijk gebied is het veilig wonen en werken, de kans op overstromingen is bijzonder klein. Bij grootschalige nieuwbouw en bij vitale functies in risicovolle gebieden zijn inrichtingsmaatregelen getroffen om schade, slachtoffers of maatschappelijke ontwrichting zo veel mogelijk te voorkomen. Wateroverlast komt nu eenmaal af en toe voor, maar is teruggebracht tot een maatschappelijk Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 7

73 geaccepteerd niveau (..). Water, cultuurhistorie en groen leveren een duidelijke bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving en bepalen mede de culturele identiteit van de stad. De projecten, waterberging Valkenswaard-Zuid, waterberging Run, waterberging Kleine Dommel, hoogwaterbescherming Eindhoven en hoogwaterbescherming Sint Oedenrode dragen bij om gebieden binnen de bebouwde kom in Eindhoven, Geldrop, Son en Sint Oedenrode te beschermen tegen hoogwater. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelstellingen van het Nationaal Waterplan, door afdoende bescherming tegen wateroverlast te combineren met verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving Provinciaal en subregionaal beleid en regelgeving Provinciaal Waterplan Noord-Brabant : Waar water werkt en leeft (2009) Het Provinciaal Waterplan heeft onder meer tot doel om te zorgen voor afdoende bescherming tegen wateroverlast. Het Provinciaal Waterplan geeft aan (pag. 10): Met betrekking tot regionale waterberging nemen we de landelijk overeengekomen normering voor grondgebruik over en geven we in dit plan aan hoe om te gaan met uitzonderingssituaties. Waterschappen en gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het oplossen van wateroverlast in bebouwd gebied (..). Op grond van de Waterwet fungeert het Provinciaal Waterplan tevens als structuurvisie (..).De ruimtelijke aspecten die in dit plan de status van structuurvisie krijgen, zijn (..) de regionale waterbergingsgebieden. In de Reconstructieplannen (2005) en correctieve herzieningen (2008) is een aantal regionale waterbergingsgebieden concreet begrensd. Zowel de bestaande overstromingsgebieden als de reserveringsgebieden waterberging 2050 zijn opgenomen in het Reconstructieplan. Deze gebieden zijn door de waterschappen op onderdelen geactualiseerd aan nieuwe inzichten en opgenomen op Plankaart 2 Structuurvisie water van het Provinciaal Waterplan als regionaal waterbergingsgebied. Valkenswaard-Zuid is één van deze regionale waterbergingsgebieden. In het voorliggende projectplan zijn de concrete maatregelen opgenomen om het waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid daadwerkelijk te realiseren. PlanMER bij Provinciaal Waterplan en waterbeheerplannen Het Provinciaal Waterplan beschrijft het waterbeleid voor de provincie op strategisch niveau en is een vertaling van het landelijke en Europese beleid op het gebied van waterbeheer. Het waterbeheerplan van Waterschap De Dommel (zie paragraaf 2.2.3) is een uitwerking daarvan op tactisch niveau. Beide plannen geven op hoog abstractieniveau ruimte voor activiteiten die mogelijk milieugevolgen hebben en/of van invloed zijn op de Natura2000-gebieden. Om deze reden is een bijbehorend planmer opgesteld. Zowel in het Provinciaal Waterplan als in het waterbeheerplan is de exacte uitvoering en de Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 8

74 precieze locatie van de maatregelen niet beschreven. Conclusies uit het planmer zijn dat beide plannen logische keuzes bevatten. Kanttekening is dat de nadruk ligt op herstel van het watersysteem en ecologische doelen, waardoor effecten op cultuurhistorie, archeologie, landbouw en bebouwing bij de uitwerking een aandachtspunt is. Positieve effecten zijn er ten aanzien van wateroverlast en waterveiligheid en natuur. Structuurvisie Noord-Brabant (2014) Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten stelden deze op 7 februari 2014 vast. Op de kaart van de structuurvisie zijn de waterbeschermingsgebieden weergegeven. In het Provinciaal Waterplan zijn beide afzonderlijk en in zijn geheel op de plankaart opgenomen (zie voorgaande tekst). De functie waterberging is te combineren met andere gebruiksfuncties zoals grondgebonden landbouw, extensieve recreatie en natuur. De voorwaarden waaronder dit mogelijk is zijn opgenomen in de Verordening Ruimte (zie hieronder). Verordening Ruimte (2014) Tegelijkertijd met de vaststelling van de structuurvisie 2014 is tevens de Verordening Ruimte 2014 vastgesteld. Op grond van de Wet ruimtelijk ordening stellen Provinciale Staten van Noord-Brabant in de Verordening Ruimte regels waar gemeenten rekening mee moeten houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. De provincie actualiseert deze regels, met name in de gebieden waar ze gelden, regelmatig. De regels dienen ter uitvoering van het ruimtelijk beleid van de provincie, zoals vastgelegd in de Structuurvisie. Waterberging is één van de onderwerpen uit de verordening. De regionale waterbergingsgebieden en reserveringsgebieden waterberging, die ruimtelijk zijn vastgelegd, hebben als doel te zorgen voor behoud van het waterbergend vermogen. In deze gebieden gelden beperkingen ten aanzien van bebouwing en ophoging van gronden. Verder zijn onder de noemer Ecologische Hoofdstructuur in de verordening voor waterberging relevante regels opgenomen. Bestemmingsplannen in de Ecologische Hoofdstructuur moeten strekken tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden. In attentiegebieden EHS mag een bestemmingsplan geen bestemmingen aanwijzen of regels stellen die fysieke ingrepen mogelijk maken met een negatief effect op de waterhuishouding van de hierbinnen gelegen Ecologische Hoofdstructuur. Ten slotte zijn zoekgebieden voor behoud en herstel van watersystemen vastgesteld. In deze gebieden moeten bestemmingsplannen tot beheer en behoud van watersysteem strekken. In de Verordening Ruimte is op de kaart Water Valkenswaard-Zuid aangeduid als regionaal waterbergingsgebied. Op de kaart Natuur en Landschap is dit deel van het beekdal aangeduid als Ecologische Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 9

75 Hoofdstructuur en als gebied voor behoud en herstel watersystemen. De sterk van hoge waterstand of kwel afhankelijke natuurgebieden in de EHS (de zogenaamde Natte Natuurparels uit het Provinciale Waterplan) hebben de eerste prioriteit in de uitvoering. Realisering hiervan is gepland voor eind In het voorliggende projectplan Valkenswaard-Zuid zijn geen concrete maatregelen opgenomen om de hydrologische randvoorwaarden te verbeteren ten gunste van de natuur. In het plangebied ligt geen Natte Natuurparel. Wel ontwikkelt de gemeente in het kader van de EHS natuur in het gebied. Verordening Water (2009) Noord-Brabant kent sinds de inwerkingtreding van de Waterwet op 22 december 2009 een integrale Verordening Water. Hierin zijn regels opgenomen voor het waterbeheer door de waterschappen. In de Verordening Water zijn de normen voor wateroverlast opgenomen. Binnen de bebouwde kom geldt een norm dat wateroverlast slechts met een kans van eens in de 100 jaar mag voorkomen. De gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid draagt direct bij aan het realiseren van deze norm binnen de bebouwde kom van Eindhoven. Ontgrondingverordening Voor het realiseren van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid is de Ontgrondingverordening niet van toepassing aangezien er geen grootschalige bodemingrepen zullen plaatsen Waterschapsbeleid en regelgeving Waterbeheerplan : Krachtig Water In het Waterbeheerplan geeft Waterschap De Dommel aan wat de doelen zijn voor de periode en hoe die worden bereikt. Aan de basis van dit Waterbeheerplan staan de waterprogramma s. Deze kwamen in in samenwerking met andere overheden en belangenorganisaties in het gebied tot stand en richten zich op alle waterdoelen in het beheergebied. Het Waterbeheerplan is afgestemd op het Stroomgebiedsbeheerplan Maas, het Nationaal Waterplan en het Provinciaal Waterplan en vervangt het voorgaande Waterbeheerplan Door water gedreven en de Strategische Nota Waterwerk in uitvoering. Momenteel vinden al op natuurlijke wijze overstromingen plaats. Deze overstromingen zullen in de toekomst vaker voorkomen. Niets doen is geen optie. Een van de thema s die in het waterbeheerplan dan ook wordt besproken is Droge Voeten. Binnen dit thema wordt aangegeven dat het waterschap de regionale wateroverlast met name binnen de bebouwde kom eind 2015 wil beheersen door de aanleg van gestuurde waterbergingsgebieden en lokale maatregelen in het watersysteem. In het waterbeheerplan zet het waterschap de doelen en visie met betrekking tot het realiseren van de waterbergingsgebieden uiteen: Om wateroverlast tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau te brengen hebben we gestuurde waterbergingsgebieden nodig. Deze zijn voldoende om Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 10

76 ook op de lange termijn (2050) droge voeten te houden, rekening houdend met veranderingen in het klimaat. De zelfde gebieden bergen in de toekomst meer water en staan dan langer vol. We streven naar een robuuste inrichting, zodat onze systemen ook in de toekomst beheerbaar zijn en de effecten van mogelijke klimaatsveranderingen aankunnen. Op kaart 3 met de titel Totale opgave en projectgebieden zijn voor het gebied Boven-Dommel gestuurde waterbergingsgebieden opgenomen. Deze zijn tevens opgenomen in het Provinciaal Waterplan in de Structuurvisie en de Verordening ruimte. Daarmee liggen de waterbeheergebieden ruimtelijk vast met een verplichte doorwerking naar de bestemmingsplannen van de betreffende gemeenten. Het waterbeheerplan geeft aan dat de gestelde doelen worden vertaald naar concrete maatregelen in projectplannen via intensieve samenwerking en betrokkenheid van alle belanghebbende partijen. Via formele zienswijzen kan een ieder opmerkingen inbrengen op de ontwerpplannen. Het voorliggende projectplan is de uitwerking van, de in het Waterbeheerplan voorgenomen, realisatie van gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid. Waterbodembeheerplan (2006) In het Waterbodembeheerplan staat het beleid van Waterschap De Dommel beschreven hoe om te gaan met overstromingsgebieden. Hoewel bepaalde terminologie uit het waterbodembeheerplan niet meer actueel is door aangepaste wet- en regelgeving (Waterwet, Besluit Bodemkwaliteit) is de lijn nog hetzelfde. De gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid is te beschouwen als waterberging binnen een beekdal met van nature voorkomende inundaties (overstromingen). De gestuurde waterberging valt binnen de gebiedsgerichte aanpak van Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK). In beginsel geldt op gebiedsniveau (systeemniveau) van de regio de Kempen het stand-still principe. Het Waterschap De Dommel verbetert de kwaliteit van de waterbodem binnen haar beheergebied door het nemen van allerlei maatregelen als beheer met sedimentvangers, waterbodemsaneringen, verwijderen en reduceren van bronnen in het gebied (strengere lozingseisen zinkindustrie België, verwijderen zinkassen in bodems). Hierdoor verbetert ook de grondwaterkwaliteit en daarmee de kwaliteit van het kwelwater. Volgens de aanpak ABdK wordt dan wel geaccepteerd dat lokaal de bodemkwaliteit kan verslechteren als gevolg van overstroming. Aan deze criteria wordt door het waterschap voldaan. Beleid uitgangspunten aanleg kades Het waterschap heeft generieke uitgangspunten opgesteld waaraan de aanleg van de kade voor de gestuurde waterberging moet voldoen (Lit. 2). Op basis van deze uitgangspunten is middels geotechnische berekeningen getoetst of het principeontwerp, dat uit het gebiedsproces is voortgekomen, voldoet. De technische uitgangspunten betreffen onder andere de maximale waterstand (in projectplan Valkenswaard-Zuid 23,66 m+nap), de waakhoogte betreffende 30 cm, het freatisch verloop in en/of onder de kade en de stabiliteit van de kade. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 11

77 Voor projectplan Valkenswaard-Zuid zijn de uitgangspunten en de berekeningen van het ontwerp opgenomen in bijlage 6. De kade komt in beheer van het waterschap en de gemeente. Afspraken met derden worden in de Beheer en onderhoudsrichtlijn (BOR) vastgelegd (bijlage 7) Gemeentelijk beleid en regelgeving De Gemeente Valkenswaard ontwikkelt momenteel het gebied dat aangeduid wordt als 'Lage Heide'. Er worden verschillende doelen integraal gerealiseerd: een landgoed, natuurgebied en waterberging. In deze paragraaf wordt verder ingegaan op de relevante bestemmingsplannen van de gemeente Valkenswaard. In tabel 2.4 is een kort overzicht opgenomen van de relevante plannen, de status en de lopende beroepsprocedures. Bestemmingsplan Uitbreiding in hoofdzaken (herziening 1962) Dit is het oudste bestemmingsplan geldend in het plangebied en is nog van toepassing op twee percelen aan de westzijde van de Dommel. De eigenaar van deze percelen heeft een bouwvergunning voor een bedrijfswoning en een veldschuur (Edelhertenhouderij). Deze percelen zijn in de vigerende situatie niet bestemd met de functie waterberging (zie witte blokken in figuur 2.2). Globaal Bestemmingsplan Valkenswaard-Zuid Voor het gebied Lage Heide heeft de gemeente in 2007 een Globaal Bestemmingsplan Valkenswaard Zuid opgesteld. Het plan omvat de voorgenomen ontwikkeling van zowel woningbouw als natuur in Lage Heide. Het onderdeel Natuur is onherroepelijk vastgesteld en omvat een grootschalige ontwikkeling van natuur en landschap: het realiseren van een waterbergingsgebied; aanleg nieuw landgoed van minimaal 15 ha; natuurontwikkeling en versterking van EHS-natuur; ontwikkeling extensieve recreatie en een groene overgangszone naar woonkern van Valkenswaard. Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur In het uitwerkingsplan Lage Heide Natuur zijn genoemde onderdelen verder uitgewerkt. Het plan is op 13 juni 2012 onherroepelijk vastgesteld. Het gebied waarop dit uitwerkingsplan van toepassing is ligt ten zuidoosten van de kern Dommelen en ten zuidwesten van Valkenswaard. Het gebied wordt globaal begrensd door de Luikerweg, Kromstraat, Goorkes, het bedrijventerrein aan de Van Linschotenstraat en de zuidelijke komgrens van Dommelen (zie figuur 2.2). De aanleg van een gestuurde waterberging is hiermee (grotendeels) ruimtelijk mogelijk gemaakt. In het Uitwerkingsplan is een beschrijving en locatie van de kade en de kunstwerken opgenomen. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 12

78 Bestemmingsplan Buitengebied Het bestemmingsplan Buitengebied omvat het gehele buitengebied van Valkenswaard exclusief het Eurocircuit. Het bestemmingsplan heeft als doel om de bestaande, feitelijke situatie te verankeren in een actuele regeling, met uitzondering van illegale situaties die ruimtelijk gezien niet gewenst zijn. De actualisatie heeft ook als doel om in de gehele gemeente uniformiteit en rechtsgelijkheid in de bouw- en gebruiksmogelijkheden aan te brengen. Daarnaast biedt het plan ook ruimte voor ontwikkeling. De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan op 27 juni 2013 gewijzigd vastgesteld. Het waterschap en de provincie hebben tegen de gewijzigde vaststelling beroep aangetekend. Dit omdat bij een aantal percelen de waterbergingsbestemming er af is gehaald. Dit strookt niet met de Verordening ruimte en Het Bestuursakkoord Water. Vervolgstappen: aanpassen bestemmingsplan De aan te leggen kade voor de gestuurde waterberging loopt aan de oostzijde én aan de westzijde verder door dan in bovenstaande bestemmingsplannen is voorzien. Om de kade te verankeren in de bestemmingsplannen wordt deze op termijn aangepast / opgenomen bij wijziging van de bestemmingsplannen. Tabel 2.4: Relevante bestemmingsplannen gemeente Valkenswaard Relevante Status bestemmingsplannen Bestemmingsplan Uitbreiding in hoofdzaken (herziening 1962) Buitengebied 1998, 2e partiële herziening Globaal Bestemmingsplan Valkenswaard Zuid Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur Uitwerkingsplan Lage Heide Wonen Bestemmingsplan Buitengebied Vastgesteld door gemeente op 17 mei Goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 14 augustus Plan is onherroepelijk. Vastgesteld door gemeente op 10 maart Inwerking getreden op 17 september Vastgesteld door de gemeente op 26 april Vastgesteld door gemeente op 25 januari In werking getreden op 25 januari Plan onherroepelijk vanaf 13 juni Vastgesteld door gemeente op 7 juli Inwerking getreden op 21 november Plan onherroepelijk vanaf 6 juni Vastgesteld door gemeenteraad op 27 juni Voor perceel D647 vastgesteld op 27 november Plan nog niet onherroepelijk (er is beroep ingesteld). Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 13

79 Figuur 2.2: Uitsnede plankaart Uitwerkingsplan Lage Heide, Natuur Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 14

80 2.3 Gebiedsvisies en plannen in uitvoering Ontwikkeling van Landgoed Lage Heide De Gemeente Valkenswaard vormt de gronden in het Dommeldal (tussen Bergstraat en Luikerweg), die in beheer zijn van de gemeente, om tot een landgoed van ongeveer 15 hectare. Voorzien is in de bouw van vijf landgoedwoningen op een terp, samen met de tuinen en een toegangsweg. De terp is gelegen in het gebied waar het Waterschap De Dommel de waterberging Valkenswaard-Zuid gaat ontwikkelen. Door de constructie van de terp zullen de woningen, tuinen en toegangsweg niet onder water komen te staan. Het landgoed vormt een geleidelijke overgang van de bebouwing van Dommelen naar het Dommeldal. Er is een regelmatige oost-west verkaveling aangelegd, waarbij de kavels gescheiden worden via struweelhagen en sloten of greppels. Het idee is de weiden te begrazen en met grote tussenpozen te maaien. Hierdoor kan een bloemrijk grasland ontstaan. In 2012 is begonnen met de aanleg van het landgoed. Beeldkwaliteitplan Lage Heide (lit. 6) De Gemeente Valkenswaard heeft een Beeldkwaliteitplan laten opstellen voor het gebied Lage Heide. Dit Beeldkwaliteitplan omvat het plangebied van het Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur, en het Bestemmingsplan Lage Heide Wonen. Het plan geeft inzicht in de kwaliteit van het nieuwe landgoed en geeft aan op welke wijze de bebouwing deel uit gaat maken van het natuurgebied. Ook wordt weergegeven op welke manier bij het ontwerp van het nieuwe natuurgebied rekening is gehouden met de cultuurhistorische, archeologische en ecologische waarden en de waterhuishoudkundige omstandigheden. Dit Beeldkwaliteitplan vormt het kader waarbinnen zowel provincie als waterschap andere projecten in het gebied uitvoeren. Zo worden de architectonische beeldkwaliteitseisen van de terp vastgesteld als welstandsbeleid. Ontwikkeling fietsbrug en fietspad De gemeente Valkenswaard wil de recreatie mogelijkheden in het Dommeldal verder ontwikkelen. Een van de ontwikkelingen is de aanleg van een fietsbrug over de Dommel, waardoor de westelijke kant en de oostelijke kant van het dal met elkaar verbonden worden. De fietsbrug wordt in het verlengde van het pad Het Broek gerealiseerd. Het fietspad wordt onverlicht. De verkeersroute voor langzaam verkeer die zo ontstaat, loopt door het Dommeldal en zal aan de westelijke kant aansluiten op de kade die aangelegd wordt in het kader van de gestuurde waterberging. Het fietspad is een schakel in de fietsroute van Peer naar Den Bosch, het zogenaamde Dommelpad. Op deze manier sluit het fietspad aan op het regionale fietsknooppuntennetwerk en een stelsel van wandelpaden dat wordt aangelegd. De fietspaden zijn toegankelijk vanuit de nieuwe woonwijk Lage Heide maar ook vanuit de bestaande woonbuurten van Valkenswaard en Dommelen. Het nieuwe fietspad vorm ook een directe verbinding tussen de nieuwe Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 15

81 woonwijk en het centrum van Valkenswaard. De voorgestelde loop van de fietsroute is weergegeven op de plankaart van het Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur (lit. 7). Aanleg vispassages Het Waterschap De Dommel is parallel aan de ontwikkeling van het waterbergingsgebied bezig met de realisatie van een vispassage in het Dommeldal. Deze vispassage loopt onder andere door het compensatiegebied Molenaarsbos aangewezen door de gemeente. In de huidige situatie maakt de aanwezigheid van de Dommelsche Watermolen het onmogelijk voor vis om vrij de Dommel op en af te zwemmen. Een vispassage zal worden aangelegd om de Dommel bovenstrooms en benedenstrooms van de Dommelsche Watermolen te verbinden. De vispassage zal een waterstandsverschil van circa 1,5 meter moeten overbruggen. Het ontwerp van de maatregelen van het waterbergingsgebied is afgestemd op het ontwerp van de vispassage. De aanleg van de vispassage maakt geen onderdeel uit van dit projectplan en zal op een later moment in procedure worden gebracht. Naast de aanleg van een vispassage bij de Dommelsche watermolen, heeft het waterschap op termijn plannen om een vispassage bij de Venbergse watermolen aan te leggen. Ook deze maakt geen onderdeel uit van dit projectplan. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 16

82 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 17

83 3 HYDROLOGISCH EN WATERSTAATKUNDIG ONDERZOEK Voor de onderbouwing en totstandkoming van het projectplan Valkenswaard-Zuid zijn onder meer de volgende onderzoeken uitgevoerd: Opzetten, kalibreren en valideren van een gedetailleerd hydraulisch overstromingsmodel inclusief neerslagafvoergenerator en afleiden afvoergolven op basis van extreme waarden statistiek (HKV); Hydrologisch onderzoek waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid (Royal HaskoningDHV); Aanvullende hoogtemetingen en veldinventarisaties. Een volledig overzicht van uitgevoerde onderzoeken is opgenomen in de bijlagen bij dit projectplan Opzetten detailmodel en afleiden afvoergolven Op basis van de Hydrologische Databank van Waterschap De Dommel zijn gedetailleerde overstromingsmodellen opgezet voor het hele boven Dommelgebied en daarmee ook voor Valkenswaard-Zuid. Deze modellen zijn uitgerust met een neerslagafvoergenerator (vertaling van hoe neerslag tot afstroming en vervolgens afvoer in het watersysteem komt) waarna het volledige modelsysteem is gekalibreerd en gevalideerd. Daarnaast zijn met behulp van statistische analyse afvoergolven afgeleid met herhalingstijden T1, T10, T25, T50 en T100. Dit is uitgevoerd voor zowel het huidige klimaat als het klimaatscenario W+ en vormt de input voor de berekeningen voor waterbergingsgebied Valkenswaard- Zuid (zie bijlage 3C) Hoogwatermodellering Valkenswaard-Zuid Door middel van oppervlaktewater modellering is voor diverse hoogwatersituaties de effectiviteit van het inzetten van de gestuurde waterberging Valkenswaard-Zuid onderzocht. De effecten zijn in beeld gebracht voor de hoogwatersituaties T1, T10, T25, T50 en T100 huidig klimaatscenario. Voor de afvoersituatie T100 is tevens het klimaatscenario W+ doorgerekend (T100 W+). Het oppervlaktewatermodel is in 2011 door HKV in het programma SOBEK opgesteld, waarbij het model aan hand van beschikbare gegevens van eerdere hoogwatersituaties is gekalibreerd (HKV, M3-model, bijlage 3B). Vervolgens zijn door Royal HaskoningDHV in 2014 gegevens van veldmetingen en autonome ontwikkelingen, waaronder de woonterp van lage heide wonen en aanpassingen aan het terrein door de gemeente in het kader van lage heide natuur, aangepast en opgenomen in het model. Ook is de nieuw beschikbare en meer gedetailleerde hoogtekaart (AHN2) vergeleken met de hoogtekaart in het hydrologisch model, waarbij deze op diverse plekken aangepast is. Op basis hiervan zijn de definitieve berekeningen uitgevoerd voor zowel de huidige als de toekomstige Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 18

84 situatie. De resultaten hiervan zijn terug te vinden in bijlage 3A Aanvullende hoogtemetingen en veldinventarisaties Om na te gaan tot waar overstromingen exact zijn te verwachten, zijn op verschillende locaties in het plangebied aanvullende hoogtemetingen uitgevoerd, onder meer bij: Het oostelijke uiteinde van de kade: bepalen tot waar de oeverwal met hoogteligging van 24,00 m+nap moet doorlopen voor een natuurlijke aansluiting op het bestaande maaiveld; Het westelijke uiteinde van de kade: bepalen tot waar de oeverwal met hoogteligging van 24,00 m+nap moet doorlopen voor een natuurlijke aansluiting op het bestaande maaiveld en voor aanliggende grondeigenaar om inzicht te verwerven tot waar het water bij inzet van de waterberging reikt. Ook zijn hoogtemetingen uitgevoerd binnen het waterbergingsgebied zelf. Zo is bijvoorbeeld Het Broek (pad aan westzijde van het waterbergingsgebied) ingemeten. Voor de hoogtemetingen wordt verwezen naar bijlage 2G. Zoals in paragraaf is beschreven zijn deze gegevens opgenomen in het hydrologisch model. Verder is het ontwerp van het waterbergingsgebied aangepast op basis van deze hoogtemetingen. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 19

85 4 GEVOLGEN PROJECTPLAN VALKENSWAARD- ZUID In dit hoofdstuk zijn de permanente gevolgen beschreven van de inrichting van het waterbergingsgebied (paragraaf 4.1) en de gevolgen door het inzetten van het waterbergingsgebied (paragraaf 4.2). De gevolgen zijn beschreven voor de aspecten: Bodem en water (zowel kwantiteit als kwaliteit); Natuur; Landschap, cultuurhistorie en archeologie; Gebruik en omgeving. Tevens is beschreven hoe het waterschap nadelige gevolgen zoveel mogelijk voorkomt. De regeling voor financiële compensatie is beschreven in hoofdstuk Effecten aanleg kade en kunstwerken De inrichting van de gestuurde waterberging bestaat uit de aanleg van een kade (W.1) en geautomatiseerde stuwen in de Dommel (W.2.A) en bij de westelijke (W.2.B) en oostelijke doorlaat (W.2.C). In deze paragraaf is een beschrijving opgenomen van de effecten van de aanleg van de waterberging. Daarbij is aangegeven op welke wijze de effecten eventueel te mitigeren zijn. Bodem en water Bodemkwaliteit De bestaande bodem waar de kade op komt is verontreinigd als gevolg van jarenlange natuurlijke overstromingen vanuit de Dommel. Bij aanleg van de kade wordt de bestaande toplaag eerst gefreesd. Hierna wordt een signalerende laag aangebracht, bedoeld om bij eventuele grondwerkzaamheden na aanleg van de waterberging, het verschil tussen schone en verontreinigde grond aan te geven. Vervolgens wordt er schone grond aangebracht (grond klasse wonen ). De kade wordt dus zonder sanerende maatregelen aangelegd. Vervolgens wordt de kade ingezaaid met gras. Het aangevoerd materiaal voldoet aan de wettelijke eisen en zal daardoor de bodemkwaliteit niet negatief beïnvloeden. Waterkwaliteit De aanleg van de kade en de kunstwerken hebben geen effect op de waterkwaliteit, niet op het grondwater en niet op het oppervlaktewater. Waterkwantiteit Het tracé van de oostelijke kade belemmert de afwatering van de landbouwgronden gelegen ten oosten van de Dommel richting de watergang DL32. Om hier de afwatering te garanderen wordt parallel aan (een gedeelte van) de oostelijke kade een nieuwe afwateringssloot aangelegd (maatregel EA.1), die via de oostelijke doorlaat (maatregel W.2.C) door de kade en watergang DL32 Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 20

86 stroomafwaarts van de Dommelseweg in de Dommel uitmondt. Verder blijft aan de westzijde van het waterbergingsgebied de afwatering van watergang DL31 ongewijzigd. Deze is gelegen buiten het waterbergingsgebied. Het gebied tussen de kade en de Dommel kan via de westelijke doorlaat (maatregel W.2.B) en nieuw aan te leggen natuurlijke sloot (maatregel EA.2) afwateren op watergang DL29 en vervolgens de Dommel. Aangezien de oppervlaktepeilen onder normale omstandigheden niet wijzigen zijn er geen effecten op de grondwaterstanden in het plangebied. De kade wordt niet diep in de ondergrond verankerd, waardoor de aanleg van de kade (noch aan de westzijde, noch aan de oostzijde van de Dommel) geen invloed heeft op de grondwaterstroming en standen. De watergangen buiten het waterbergingsgebied blijven in tact. Buiten het waterbergingsgebied is er dan ook geen effect van de aanleg van de kade en kunstwerken. Bij hoogwater zullen het regelwerk en de kade een nieuwe barrière voor water vormen. De kade belemmert de afvoer van water via maaiveld. In het ontwerp van de kade en regelwerken is hier rekening mee gehouden. Tot een afvoergolf T25 wordt geen aanvullende opstuwing veroorzaakt. Bij een afvoersituatie T100W+ (zonder inzet van het waterbergingsgebied) bedraagt de opstuwing als gevolg van de kade en regelwerken gemiddeld 5 cm. Natuur De aanwezigheid van de kade en kunstwerken leidt niet tot veranderingen in oppervlaktewaterpeilen en grondwaterstanden. Hierdoor is er geen effect op de aanwezige flora. Aandachtspunt bij de werkzaamheden, waaronder het aanleggen van de kunstwerken, is het behoud van de (mogelijke) aanwezigheid van de beschermde Dotterbloem. Voor aanleg van de kade dienen enkele bomen gekapt te worden. Zoals bij alle werken heeft de kap van bomen, mits buiten het broedseizoen uitgevoerd, geen effect op de beschermde broedvogels. De aanwezigheid van de kade verstoort de leef- en foerageergebieden van de aanwezige fauna niet of nauwelijks. De kade is landschappelijk ingepast door aanleg van een flauw talud, voorzien van een bloemenweide en gevarieerde vegetatie aan de waterbergingszijde. De automatische klepstuw in de Dommel wordt geïntegreerd in de aan te leggen kade. Hierdoor ontstaat een barrière voor een aantal beekdalgebonden diersoorten, zoals water- en oevergebonden zoogdieren, ongewervelden en amfibieën, die graag langs de beek migreren en foerageren. Om de barrièrewerking te voorkomen is naast de oostelijke doorlaat (maatregel W.2.C) en de nieuw te graven oostelijke watergang (maatregel EA.1) een faunapassage voorzien. Met de ligging van de faunapassage hier wordt voorgesorteerd op Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 21

87 de toekomstige aanleg van een vispassage (door het waterschap) en eventuele aanleg van een faunapassage onder de Dommelseweg. De passage wordt 5 meter breed. In de passage worden voorzieningen getroffen, zodat fauna kan schuilen en wordt geleidende beplanting aangebracht om de dieren door de faunapassage te geleiden. De geleidende beplanting bestaat uit struweel van soorten Sleedoorn aangevuld met Hazelaar en Vogelkers (autochtoon plantmateriaal). Om het waterbergingsgebied te kunnen laten functioneren wordt de faunapassage tijdens het hoogwaterseizoen afgesloten middels schotbalken. De aanleg van de kade en de kunstwerken heeft geen effect op de geformuleerde instandhoudingsdoelen voor het Natura2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux en op de Natte Natuurparel De Malpie, beiden gelegen ten zuiden van het waterbergingsgebied. Naast Natura2000 wordt in het gebied door de gemeente invulling gegeven aan inrichting en ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Het ontwerp van het waterbergingsgebied is op de maatregelen van de EHS afgestemd en heeft geen negatieve gevolgen voor de huidige en potentiële (geambieerde) waarden binnen de EHS. De realisatie van de maatregelen is in het kader van de flora- en faunawet getoetst. In bijlage 4C is deze toetsing opgenomen. Aanvullend is de invloed van de maatregelen op de ontwikkeling van de EHS en Natura2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux en op de Natte Natuurparel De Malpie beoordeeld. Deze beoordeling is opgenomen in bijlage 4D. Landschap, cultuurhistorie en archeologie Bij het ontwerp van het kadetracé is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bestaande landschappelijke structuren. Voorafgaand aan bepalen van het kadetracé is een landschappelijke analyse gemaakt, waarbij onder andere is bekeken hoe het landschap zich door de jaren heen ontwikkeld heeft. Het kadetracé volgt zoveel mogelijk de natuurlijke hoogten in het maaiveld van de weg Het Broek in het westen naar het hoger gelegen terrein nabij Goorkes. Naast de keuze voor het tracé is de kade zo veel mogelijk landschappelijk ingepast door enerzijds bestaande lijnelementen (zandwegen) te volgen en anderzijds flauwe taluds toe te passen en de kade met gras te laten begroeien. Ter plaatse van de woningen aan de Bergstraat is de hoogte van de kade of waterkering maximaal 1 meter ten opzichte van de hoogteligging van de tuinen nabij de woningen. Op verzoek van de bewoners komt de oeverwal hier circa 70 meter verder van de woningen af te liggen dan in een eerder voorstel was aangegeven. Dit komt de vormgeving van de kade tevens ten goede. Met betrekking tot de archeologie zijn de effecten licht negatief voor de aanlegfase. Voorziene verstoringen worden archeologisch begeleid waardoor de bescherming Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 22

88 van het mogelijk aanwezige archeologisch erfgoed wordt geborgd (zie paragraaf 2.1.7). Gebruik en omgeving Recreatie Bij het ontwerp van het kadetracé is naast de aansluiting op de bestaande landschappelijke structuren rekening gehouden met de wensen van de direct aangelegen belanghebbenden. Zo wordt de kade aan de bovenzijde gedeeltelijk ingericht als wandelpad en alle in de kade aanwezige kunstwerken passeerbaar gemaakt. Er ontstaat een wandelroute tussen Dommelen en Valkenswaard. Een deel van de kade (ten zuiden van de woonkern Dommelen) wordt tevens geschikt gemaakt als fietspad. Dit fietspad maakt in de toekomst deel uit van het fietspad tussen Peer en Den Bosch: de Dommelroute. Bebouwing en watermolen Stroomafwaarts heeft de aanleg van de kade en regelwerken bij normale omstandigheden geen gevolgen voor het oppervlaktewaterpeil. Dit betekent dat de situatie bij de Dommelsche Watermolen hetzelfde blijft. Het opstuwingseffect van de kade en regelwerken tijdens de huidige jaarlijkse natuurlijke overstromingen is verwaarloosbaar (zie bijlage 3A). De gebouwen en wegen in het waterbergingsgebied houden voldoende drooglegging. Landbouw De waterhuishoudkundige situatie voor de landbouw verandert door de aanleg van kade en kunstwerken niet. De ontwatering van het gebied blijft gegarandeerd door het handhaven van de huidige afvoer (bij normale omstandigheden) in de bestaande watergangen en de aanleg van nieuwe afwateringssloten (maatregel EA.1 en EA.2). Op de laagste, natste delen van het plangebied komt het grondwater in de winter tot 0,4 meter onder maaiveld of ondieper. In de zomer zakt het grondwater weg tot ongeveer 0,8 meter onder maaiveld. 4.2 Effecten bij inzet waterberging In deze paragraaf is een beschrijving opgenomen van de effecten van de inzet van de waterberging. Daarbij is aangegeven op welke wijze de effecten eventueel te mitigeren zijn. Bodem en water Landbodemkwaliteit In de Vlaamse en Nederlandse Kempen komt een grootschalige diffuse bodemverontreiniging voor met zware metalen in het bodem- en watersysteem. Deze verontreiniging is het gevolg van de voormalige en huidige zinkertsverwerkende industrie in de regio. Gevolg is dat het oppervlaktewater van de Dommel verhoogde gehalten aan zware metalen bevat, zowel opgelost in het water als geadsorbeerd aan slibdeeltjes. Hoewel er reeds diverse brongerichte maatregelen genomen zijn, is het bodem- en watersysteem dermate grootschalig verontreinigd geraakt Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 23

89 dat deze nog decennia lang voor hoge gehalten zware metalen in het oppervlaktewater en slibdeeltjes zorgt. Het is bekend dat percelen in het Dommeldal lokaal sterk verontreinigd zijn met zware metalen als gevolg van jarenlange natuurlijke inundaties met oppervlaktewater uit de Dommel en de afzet van slibdeeltjes op de overstroomde percelen. De verhoogde gehalten zware metalen in de bodem van aangrenzende percelen van de Dommel worden beschouwd als een gebiedskenmerk. In het gebied waar de beoogde gestuurde waterberging wordt gerealiseerd zijn in de bovengrond verontreinigingen met zware metalen aangetroffen die te wijten zijn de diffuse verontreiniging in de Kempen. De begrenzing van het waterbergingsgebied komt grotendeels overeen met het huidige overstromingsgebied. In het projectgebied of in vergelijkbaar belaste gebieden langs de Dommel buiten het projectgebied zijn onderzoeken uitgevoerd naar de mate van belasting, de risico s voor ecologie en landbouw en oplossingsrichtingen voor een verantwoord beheer van de grootschalige diffuse verontreinigde oeverpercelen. Ook wordt voor de inrichting en het beschouwen van de risico s van de verontreiniging gebruik gemaakt van de visie die Projectbureau Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) heeft ten aanzien van de grootschalige diffuse verontreiniging met zware metalen in de Kempen, als gevolg van de historische belasting door de zinkertsverwerkende industrie in de regio (lit. 8). In de studie van Deltares (bijlage 4B) ter plaatse van de waterbergingslocatie Valkenswaard-Zuid is vastgesteld dat overstromingen in de huidige situatie met Dommel water leiden tot een toename van de gehalten aan zware metalen in de bovenste decimeters van de bodem en dat deze frequente inundaties daarmee leiden tot het afzetten van vervuiling. De locatie waar de sedimentatie plaatsvindt is echter afhankelijk van de stroombaan, deze wordt bepaald door de topografie. Daarnaast bepalen debiet en textuur van het sediment hoever bepaalde fracties getransporteerd worden en dus waar metalen afgezet worden. Bij de inrichting van het waterbergingsgebied is in het kader hiervan rekening gehouden met stroombanen (zie figuur 4.1. Nadere toelichting zie bijlage 2E). Verder blijkt bij huidige overstromingen (situaties van T=0 tot T=10) sprake van sedimentatie van zwevend stof met een hoger gehalte zware metalen dan de ontvangende bodem. In geval van de hogere afvoeren (T=25 tot T=100), oftewel bij overstroming als gevolg van gestuurde calamiteitenberging, is het gehalte van koper, zink en nikkel in het sedimenterende materiaal echter lager dan in de ontvangende bodem. Naar verwachting is de dikte van de depositielaag per inundatie vaak minder dan 1 mm. Om de effecten van inzet van het waterbergingsgebied te minimaliseren is besloten waterbergingsgebied Valkenswaard-Zuid niet bij afvoergolven die vaker dan met een kans van eens in 25 jaar optreden in te zetten. Hierbij wordt opgemerkt dat bij inzet van de gestuurde waterberging maar een klein deel van de afvoer in het bergingsgebied wordt tegengehouden. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 24

90 Kade Verlenging kade Regelwerken Het grootste deel van de afvoer, waar tevens sediment in is opgenomen, stroomt weer verder (nadere toelichting, zie deel I paragraaf 4.2). De bovengenoemde beschouwing van de effecten van waterberging op de bodemkwaliteit gaat uit van de recent gemeten waarden in slib en bodem. Uit monitoring van de oppervlaktewaterkwaliteit blijkt dat de instroom vanuit België van de verontreinigingsvracht aan zware metalen (cadmium en zink) sinds 2007 significant is gedaald (zie bijlage 4G). De oorzaak van deze verbetering is voor een groot deel te danken aan een lagere emissie vanuit zinkfabriek Nyrstar in Overpelt (B). Dit heeft ook zijn weerslag op de verbetering van de sedimentkwaliteit in de Dommel in Nederland. Een deel van de verontreiniging is namelijk gebonden aan organische stof dat als zwevende stof in het oppervlaktewater meegevoerd wordt. Het slib in de Dommel nabij Valkenswaard wordt voor een groot deel bepaald door het uitzakken van dit zwevende stof naar de waterbodem. Kortom: de ontwikkelingen in de oppervlaktewaterkwaliteit laten voor cadmium en zink een duidelijke verbetering die ook een positief effect zullen hebben op de waterbodemkwaliteit en bodemkwaliteit binnen het waterbergingsgebied. Figuur 4.1 Stroombanen in ontwerp (blauwe pijlen) Daarnaast toont een massabalansstudie van de Dommel aan (bijlage 4H) dat de Dommel van de grens tot Eindhoven (Boven-Dommel) erosief van karakter is; dat wil zeggen dat de bodem van de beek netto gezien uitschuurt. Historisch verontreinigd slib wordt zo in de komende tijd van nature door het watersysteem verplaatst. Voor de Boven-Dommel zal veel van het Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 25

91 verontreinigde slib in strategische slibvanger De Klotputten in Eindhoven worden afgevangen. De effecten en risico s op landbouw en natuur zijn met verschillende studies in beeld gebracht. Voor de landbouw zijn teeltadviezen voor het gebied uitgebracht, die per gewas variëren. Geadviseerd wordt om sommige gewassen niet te telen op percelen met verhoogde gehalten zware metalen; voorbeelden van gevoelige gewassen zijn prei en schorseneren. Vee dat via begrazing hogere gehalten zware metalen binnenkrijgt kan dit ophopen in de lever en de nieren; er zijn geen verhoogde gehalten in vlees (spieren) en melk aangetroffen (lit. 8 en lit. 9). Effecten en risico s van zware metalen op natuur en ecologie kunnen door inrichting en beheer beheersbaar gemaakt worden; voorbeelden zijn de keuze van begroeiing en het vernatten van natuur (zie bijlage 4i). Aan dit advies wordt in het vastgestelde Uitwerkingsplan Lage Heide Natuur (deels) inhoud gegeven. Waterbodemkwaliteit Het effect van de waterberging op de waterbodemkwaliteit is uiterst gering. Minder dan eens in de 25 jaar, gedurende circa 3 a 4 dagen neemt door de inzet van de gestuurde waterberging de stroomsnelheid in het beekdal af. De stroomsnelheden in het gebied zijn voor verschillende afvoersituaties berekend. Bij inzet van het waterbergingsgebied bedragen de stroomsnelheden tussen 5 en 10 cm/s. Ter vergelijk: zonder inzet van het waterbergingsgebied en bij een situatie T100W+ zijn de stroomsnelheden gemiddeld 10% hoger. Met andere woorden, er blijft sprake van stroming in het overstromingsgebied. Doordat er geen stilstand water ontstaat, is er vrijwel geen effect op de waterbodemkwaliteit. Zoals eerder in deze paragraaf is vermeld vertoont de oppervlaktewaterkwaliteit een positieve ontwikkeling die op termijn ook tot verbetering van de waterbodemkwaliteit zal leiden. Oppervlaktewaterkwaliteit Tijdens perioden van inundatie kan de waterkwaliteit van de Dommel in het plangebied worden beïnvloed door nalevering van verontreinigingen vanuit de bodem in het bergingsgebied. Gezien de korte verblijftijd van inundatiewater in het bergingsgebied zal nalevering van verontreinigingen echter niet aan de orde zijn. Bij het gestuurd bergen van water wordt de kwaliteit van het oppervlaktewater voor een deel bepaald door de kwaliteit van het zwevend stof in het instromende water. Dit zwevende stof kan verhoogde gehalten aan verontreinigde stoffen bevatten. Na een periode van waterberging (3 tot 4 dagen; eens of minder vaak dan 25 jaar) kunnen deze slibdeeltjes in het gebied achterblijven (zie beschrijving bodemkwaliteit). Het overgrote deel van het geborgen water verlaat het gebied na de hoge afvoersituatie. Gestuurde waterberging vindt voornamelijk plaats in de winterperiode waarbij de ecologie in rust is. Incidentele waterberging heeft daarmee geen invloed op de ecologische en fysieke toestand van het waterlichaam. Ten aanzien van zware metalen is sinds de laatste jaren een positieve ontwikkeling in de oppervlaktewaterkwaliteit Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 26

92 meetbaar: op het meetpunt op de grens met België zijn de concentraties zink en cadmium sinds 2007 significant gedaald (zie bijlage 4G). De oorzaak van deze verbetering is voor een groot deel te danken aan een lagere emissie vanuit zinkfabriek Nyrstar in Overpelt (B). Waterkwantiteit omvang overstromingsgebied De omvang van de gecontroleerde overstroming is verschillend per hoogwatersituatie. Het effect van (alleen) de inzet van waterberging Valkenswaard-Zuid is berekend voor de hoogwatersituaties die met een kans van eens in de 25 jaar (T25) en eens in de 100 jaar (T100W+) voorkomen. Een uitgebreide effectbeschrijving is te vinden in het rapport Hydrologische berekeningen waterberging Valkenswaard-Zuid, zie bijlage 3A van dit projectplan. Figuur 4.3 en 4.2 geven de verandering van het overstromingsgebied weer voor respectievelijk een hoogwatersituatie T25 huidige situatie, T100 huidige situatie en inzet van het waterbergingsgebied uitgaande van scenario T100W+ (inclusief klimaat). De figuren geven het oppervlak weer met een toe- en afname van overstroming bij inzet van de waterberging Valkenswaard- Zuid ten opzichte van de huidige natuurlijke overstromingssituatie. Uit figuur 4.2 en 4.3 blijkt dat bij een hoogwaterfrequentie van eens in de 100 jaar het effect van de waterberging (oranje) duidelijk zichtbaar is. De waterstandtoename in het gebied is gemiddeld 0,5 meter. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 27

93 Figuur 4.2: Inzet gestuurde waterberging bij T100W+ Blauw: Huidige overstromingen eens in de 100 jaar Oranje: Extra overstroming door waterberging tot 23,66 m+nap Groen: Vermindering van ovetsroming door waterberging Figuur 4.3: Inzet gestuurde waterberging bij T25 Blauw: Huidige overstromingen eens in de 25 jaar Oranje: Extra overstroming door waterberging tot 23,66 m+nap Groen: Vermindering van ovetsroming door waterberging Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 28

94 Waterkwantiteit hoeveelheid te bergen water De automatische stuwen in de Dommel en aan de oosten westzijde zijn onder normale omstandigheden gestreken. Bij het bereiken van een kritische afvoer worden de regelwerken opgetrokken. Dit tot een niveau, waarbij er bij T100W+ nog maximaal een afvoer 14,3 m 3 /s door de Dommel inclusief de oostelijke en westelijke doorlaat stroomt (zie figuur 4.4 deel I). Door het optrekken van de stuw en de aanleg van een kade (kruinhoogte maximaal 24,00 m+nap) wordt een bergingsvolume gecreëerd van (bij T100W+) tot m 3 (bij T25) bovenop de al van nature voorkomende hoeveelheid water die in het gebied geborgen wordt. Waterkwantiteit overstroomd oppervlak De toename van het oppervlak dat overstroomt door inzet van de gestuurde waterberging is te vinden stroomopwaarts van de kade, langs de randen van het waterbergingsgebied. Door het reliëf van het gebied blijft de toename van het oppervlak beperkt tot 11 hectare ten opzichte van de natuurlijke overstroming in de huidige situatie (vergeleken met een afvoersituatie T25). Grondwaterstanden Het plangebied wordt vanaf een situatie die met een kans van eens in de 25 jaar voorkomt ingezet voor waterberging. Deze waterberging vindt plaats gedurende een periode van 3 tot 4 dagen, waarbij in het gebied gedurende 1 a 2 dagen langer dan zonder inzet van de waterberging water aanwezig zal zijn. Omdat de periode relatief kort is nemen de grondwaterstanden buiten het plangebied naar verwachting niet toe. Bovendien zorgen de watergangen die tegen de kade buiten het waterbergingsgebied (DL31 en DL32) gelegen zijn, voor afvangen van kwelwater vanuit het waterbergingsgebied. Natuur EHS en Natura2000 Getoetst is of de inzet van de waterberging effect heeft op de instandhoudingsdoelen van Natura2000 gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux en op de ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur (EHS) in het gebied zelf. De inzet van de gestuurde waterberging heeft geen negatieve effecten op deze doelen. De uitwerking hiervan is opgenomen in bijlage 4D. Slibafzet Binnen het plangebied vindt inundatie met name plaats in het gebied waar de natuurlijke overstromingen al voorkomen. De gemiddelde (al slechte) bodemkwaliteit verslechtert door het inzetten van dit waterbergingsgebied niet of nauwelijks. Het Projectbureau Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) heeft onderzoek gedaan naar de ecologische risico s van de historische verontreinigingen van onder andere zink en cadmium. Het advies is deze (al bestaande) risico s te beheersen door te kiezen voor een passend type beheer of inrichting van het gebied (lit. 8). In samenspraak met de terreinbeheerder (gemeente) zal aan dit advies gehoor worden gegeven. Voorbeeld is aandacht voor ecologisch beheer. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 29

95 Bodemleven Vanuit de omgeving is aangegeven dat de inzet van waterberging invloed kan hebben op bodemleven, waaronder aardhommels. Onderstaand wordt hier nader op ingegaan. De samenstelling van bodemleven is afgestemd op de (chemische) omstandigheden in de bodem. Zo kent natte grond een andere samenstelling bodemleven dan droge grond. Naast dit is de bodem in geval van overstroming niet acuut zuurstofloos. Afhankelijk van de bodemsamenstelling duurt het enkele dagen totdat er een tekort aan zuurstof ontstaat. Hierbij is een aantal organismen in staat zich te hier tegen te beschermen, bijvoorbeeld door zich in te kapselen. In de huidige situatie overstroomt een deel van het gebied eens per jaar. Andere gebieden overstromen minder frequent, bijvoorbeeld eens in de 10 jaar. De inzet van gestuurde waterberging voegt hier een gebied aan toe dat met een kans vanaf eens per 25 jaar aanvullend onder water wordt gezet. De samenstelling van het bodemleven kan hierdoor verschuiven. doordat aardhommelvolken grote aantallen koninginnen kunnen produceren. Een belangrijke factor voor een hoge productie aan koninginnen door een volk is waarschijnlijk de kwaliteit van het landschap (het bloemaanbod) gedurende het gehele jaar. Naast dit bedraagt het dispersievermogen van aardhommelkoninginnen tenminste enkele kilometers, waardoor snel nieuwe gebieden (her-) gekoloniseerd kunnen worden. Bovendien draagt de inrichting van het gebied door de gemeente met bloemrijke weides hier aan bij en is de aardhommel in Nederland een algemeen voorkomende soort (geen rode lijst i.k.v. flora- en faunawet), welke over het gehele land verspreid is. Oude eik Aan de oostzijde van het gebied staat een eik (zie figuur 4.4). Op verzoek van de omgeving is onderzoek gedaan naar de effecten van waterberging hierop. In de huidige situatie overstroomt het terrein hier niet. Rondom de boom zijn metingen verricht. Het terrein bij de boom is op circa 23,4 m + NAP gelegen. Bij waterberging komt er dus gedurende enkele dagen 25 cm water rondom de boom te staan. Ten aanzien van de effecten van overstroming (waterberging) op aardhommels is in 2011 literatuuronderzoek uitgevoerd (bijlage 2H). Hieruit is naar voren gekomen dat de inzet van gestuurde waterberging kan leiden tot uitsterven van een lokale aardhommelpopulatie. Het herstel van een door inundatie verdwenen aardhommelpopulatie kan echter snel gaan Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 30

96 waterbergings-gebied ruim voldoende tijd om te herstellen. Eik Vismigratie Specifiek voor de vispopulatie heeft de waterberging geen nadelige gevolgen. In de huidige situatie is de Dommelsche watermolen ook niet vispasseerbaar. Het waterschap is voornemens de Dommelsche watermolen vispasseerbaar te maken. Het ontwerp van het waterbergingsgebied is hier op afgestemd. Figuur 4.4: Locatie eik Uit onderzoek blijkt dat eiken als gevolg van overstromingen schade kunnen oplopen. Dit in de vorm van beperking in de houtvorming en dode twijgen in de boomkruin (lit. 10). De mate van schade is afhankelijk van het seizoen en duur van de overstroming. Gezien de korte duur van de inzet van de gestuurde waterberging (enkele dagen) en de periode waarin gestuurde waterberging wordt ingezet (in de winter, buiten het groeiseizoen) zal schade aan de eik in het gebied beperkt zijn. Ook heeft de boom vanwege de beperkte frequentie van inzet van het Landschap, cultuurhistorie en archeologie Van oudsher komen in dit deel van het Dommeldal jaarlijks, op natuurlijke wijze, overstromingen voor. Het inzetten van de waterberging heeft geen gevolgen voor de archeologische waarden. Het cultuurhistorische object de Dommelsche Watermolen is bewust net buiten de begrenzing van het waterbergingsgebied gehouden, waardoor de molen bij het inzetten van het gebied geen negatief effect ondervindt. Gebruik en omgeving Bebouwing Stroomafwaarts van het waterbergingsgebied leiden hoogwatersituaties op de Dommel niet tot wateroverlast in het bebouwde gebied van de woonkern Dommelen of Valkenswaard. Door inzet van de gestuurde waterberging wordt de wateroverlast verder benedenstrooms wel minder in de bebouwde kom in en rondom Eindhoven. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 31

97 5 VERGOEDINGSSYSTEMATIEK Op de website zijn de hieronder beschreven schaderegelingen terug te vinden, inclusief enkele voorbeelden. De manier waarop het waterschap een schade afhandelt, staat daar stapsgewijs beschreven. 5.1 Plan-, aanwijsschade en vermogensschade De aanwijzing van een waterbergingsgebied in het bestemmingsplan of op de legger van het waterschap kan tot schade leiden. De gronden kunnen in waarde dalen, omdat de grond minder goed benut kan worden. Hierbij is te denken aan beperkte uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf. Een verzoek tot vergoeding van planschade kan op grond van de Waterwet bij het waterschap worden ingediend. Het waterschap beoordeelt dan of er daadwerkelijk sprake is van waardedaling. Er staat rechtsbescherming open tegen het besluit van het waterschap hieromtrent. 5.2 Inrichtingschade De inrichting van een waterbergingsgebied, zoals het aanbrengen van in- en uitlaatwerken of de aanleg van een kade, kan schade veroorzaken. De werkzaamheden vinden plaats in overleg met de grondeigenaar. De vergoeding van deze schade vindt plaats bij het afsluiten van de benodigde overeenkomsten, of het vestigen van zakelijke rechten. Ook als het waterschap een gedoogplicht oplegt voor te realiseren werken of in het uiterste geval overgaat tot onteigening, wordt de schade volledig vergoed. Overigens is het niet zo dat voor inrichtingsmaatregelen altijd gronden van agrariërs benodigd zijn. 5.3 Schaderegeling waterberging Waterbergingsgebieden liggen op gronden die in gebruik zijn als weiland, akkerland of natuur. Zolang er geen calamiteit is, kan de grondeigenaar zijn land normaal gebruiken. Alleen bij noodsituaties wordt het waterbergingsgebied ingezet. Naar verwachting zal dit vanaf eens per 25 jaar gebeuren. Het land staat dan enige tijd onder water. Daarna stroomt het gebied weer leeg. De kans bestaat dat een grondeigenaar door het inzetten van de gestuurde waterberging schade lijdt aan gewassen of eigendommen. De opbrengst van gewassen kan minder zijn en mogelijk moet achtergebleven drijfvuil worden opgeruimd. Ook een natuurgebied kan schade oplopen. Het is niet meer dan logisch dat er een vergoeding staat tegenover de schade die optreedt. Daarom heeft Waterschap De Dommel een schaderegeling waterberging. Het gebied dat voor de schaderegeling in aanmerking komt is bepaald middels hydrologische berekeningen. Op figuur 5.1 is dit gebied weergegeven. De schaderegeling wordt uitgekeerd na overstroming door inzet van de waterberging en na overstroming die van nature voorkomt. Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 32

98 Voor wie is de regeling? De schaderegeling geldt voor eigenaren van overstroomde percelen in alle gestuurde waterbergingsgebieden binnen het werkgebied van Waterschap De Dommel. Het waterschapsbestuur heeft deze gebieden vastgelegd. Of het perceel in gebruik is als landbouwgrond, natuur of bijvoorbeeld als paardenwei: de regeling geldt voor alle grondeigenaren. Het is niet noodzakelijk dat vooraf een overeenkomst is afgesloten tussen de grondeigenaar en het waterschap. Ook zonder overeenkomst kan een grondeigenaar een beroep doen op de schaderegeling. De enige voorwaarde is dat het perceel binnen de grenzen van een van de gestuurde waterbergingsgebieden valt. Afhandeling schadevergoeding na overstroming De afhandeling en uitbetaling van de schadevergoeding wordt zo eenvoudig mogelijk georganiseerd. Vlak na een overstroming in het waterbergingsgebied ontvangen de betreffende grondeigenaren bericht van het waterschap over de mogelijkheid tot schadeafhandeling. Degene die schade ondervindt, hoeft niet zelf actie te ondernemen. De grondeigenaar levert alleen aanvullende informatie aan het waterschap, bijvoorbeeld over de teelt die op het perceel stond. De schadevergoeding wordt daarna berekend. Vervolgens informeert het waterschap de eigenaar over het te vergoeden bedrag. Binnen drie maanden na de melding wordt de vergoeding uitbetaald. Figuur 5.1: Contour waterberging (rode lijn) Projectplan Valkenswaard-Zuid Deel II Ontwerp projectplan 33

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Notitie Aan: Waterschap De Dommel Van: Onno de Vrind Datum: 17 november 2017 Kopie: - Ons kenmerk: BD5471/N0004/901865/EHV Classificatie: Definitief HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp:

Nadere informatie

Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Ontwerpnotitie De Run 1. Doelstelling 2. Informatiebehoefte

Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Ontwerpnotitie De Run 1. Doelstelling 2. Informatiebehoefte Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Aan: Waterschap De Dommel Van: Onno de Vrind en David Salwegter (Royal HaskoningDHV) Datum: 26 november 2018 Kopie: - Ons kenmerk: BD5471_T&P_NT_1811270852

Nadere informatie

Gestuurde waterberging Valkenswaard Zuid

Gestuurde waterberging Valkenswaard Zuid Gestuurde waterberging Valkenswaard Zuid Milieueffectrapport Definitief Waterschap De Dommel Grontmij Nederland B.V. Zwolle, 4 augustus 2014 GM-0138293, revisied1 Verantwoording Titel : Gestuurde waterberging

Nadere informatie

Waterschap De Dommel. Waterberging. De visie tot 2050 op hoofdpunten

Waterschap De Dommel. Waterberging. De visie tot 2050 op hoofdpunten Waterschap De Dommel Waterberging De visie tot 2050 op hoofdpunten Inhoud 2 De waterbergingsvisie van Waterschap De Dommel; doel, kader en status 4 Werknormen wat zijn dat? 5 Waterschap De Dommel kan niet

Nadere informatie

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Inleiding Dit document is opgesteld als vervolg en update van de analyse van de waterhuishouding, opgesteld in januari 2008. Toen is geconstateerd dat de

Nadere informatie

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1 Landgoed Heijbroeck Waterparagraaf Datum : 11 juni 2013 Auteur Opdrachtgever : W.J. Aarts : Fam. van Loon 1 VOORWOORD In opdracht van Fam. van Loon is er door Bureau van Nierop een waterparagraaf conform

Nadere informatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie NOT01-0252596-01a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze notitie wordt verwoord

Nadere informatie

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd. partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Auteur: N. van Rooij District: Raam Inhoudsopgave Pagina 1 van 7 Leeswijzer... 3 DEEL

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a

Nadere informatie

Aan het dagelijks bestuur. Datum: Onderwerp: Afweging Droge Voeten Boven-Dommel

Aan het dagelijks bestuur. Datum: Onderwerp: Afweging Droge Voeten Boven-Dommel Aan het dagelijks bestuur Datum: 17-06-2014 Onderwerp: Afweging Droge Voeten Boven-Dommel Voorstel 1. Kennis te nemen van de lagere berekende effectiviteit op de piekreductie van de waterbergingen Valkenswaard-Zuid

Nadere informatie

Beheer- en onderhoudsplan Vledders en Leijerhooilanden

Beheer- en onderhoudsplan Vledders en Leijerhooilanden Beheer- en onderhoudsplan Vledders en Leijerhooilanden Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter Van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl

Nadere informatie

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe PROJECTPLAN WATERWET Datum 14 december 2015 Projectnummer P205508 Onderwerp Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Projectplan Spoorsloot De Reigerstraat Delden

Projectplan Spoorsloot De Reigerstraat Delden Projectplan Spoorsloot De Reigerstraat Delden Aanleiding In de overdracht stedelijk water is de vijver langs de Reigerstraat te Delden overgedragen aan het waterschap. De vijver moet i.v.m. wijzigingen

Nadere informatie

Onderwerp: Kaders voor Droge Voeten in het Boven Dommelgebied

Onderwerp: Kaders voor Droge Voeten in het Boven Dommelgebied Aan het Algemeen Bestuur Onderwerp: Kaders voor Droge Voeten in het Boven Dommelgebied Datum: 24-04-2013 Voorstel De kaders vast te stellen die Waterschap De Dommel hanteert voor het opstellen van varianten

Nadere informatie

Projectplan Waterwet

Projectplan Waterwet Projectplan Waterwet Verplaatsen stuw 280 DHS Nieuwe Ervenloop nabij de Ploegstraat te Someren-Eind Document titel Projectplan Waterwet Verplaatsen stuw 280 DHS Nieuwe Ervenloop nabij de Ploegstraat te

Nadere informatie

Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg)

Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg) Zaaknummer Djuma: 11396 Nummer projectplan Djuma: 19024 Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg) 1. Aanleiding Aan de Lijndonk en Molenakkerweg te Gilze liggen twee

Nadere informatie

Droge voeten voor Sint-Oedenerode. Informatieavond 12 december 2018

Droge voeten voor Sint-Oedenerode. Informatieavond 12 december 2018 Droge voeten voor Sint-Oedenerode Informatieavond 12 december 2018 Informatie-avond 19.30u Welkom (Rob van Veen) 19.40u Kansen benutten (wethouder Harry van Rooijen) 19.50u Opgave waterschap (lid DB Jac

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

Memo * *

Memo * * Memo M emo Ontwerp (groene) buffer Ysselsteynsel oop Memo 2014.24961 *2014.24961* ter attentie van Erik Weijzen kopie aan behandeld door programma E. Raaijmakers Watersysteem doorkiesnummer +31 77 38911

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Beverdam in de Scheide

Beverdam in de Scheide Beverdam in de Scheide Aanleiding Sinds enkele jaren heeft zich een bever gevestigd in de overstortvijver bij de watergang Scheide in de gemeente Venray. Het dier heeft meerdere oeverholen langs de vijver

Nadere informatie

Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther. Waterschap Aa en Maas

Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther. Waterschap Aa en Maas Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther Waterschap Aa en Maas 's-hertogenbosch, 12 maart 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 DEEL I: VERRUIMING PROFIELEN

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Toetsing waterhuishouding

Toetsing waterhuishouding Toetsing waterhuishouding Bedrijventerrein Hattemerbroek - deelgebied Hattem Quickscan waterhuishouding - nieuwe stedenbouwkundige opzet Ontwikkelingsmaatschappij Hattemerbroek B.V. december 2009 concept

Nadere informatie

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden. Notitie Referentienummer Kenmerk 190509/Ack 277242 Betreft Waterbergingsopgave Hogewegzone Concept d.d. 19 mei 2009 1 Inleiding De Hogewegzone in de gemeente Amersfoort wordt de komende jaren vernieuwd.

Nadere informatie

Projectplan waterberging zuidzijde Veldhoekerweg te Heino, stroomgebied Kolkwetering

Projectplan waterberging zuidzijde Veldhoekerweg te Heino, stroomgebied Kolkwetering Projectplan waterberging zuidzijde Veldhoekerweg te Heino, stroomgebied Kolkwetering Opsteller: Datum: Status: Waterschap Groot Salland Dokter van Thienenweg 1 8025 AL Zwolle 21 november 2014 concept Het

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toekomstig beheer en onderhoud Ramelerwaterleiding

Veel gestelde vragen toekomstig beheer en onderhoud Ramelerwaterleiding Veel gestelde vragen toekomstig beheer en onderhoud Ramelerwaterleiding Vraag: Waarom verandert de onderhoudsinrichting in het projectgebied Ramelerwaterleiding? Waterschap Groot Salland heeft in 2008

Nadere informatie

Projectplan Aanleg stuwen skivijver te Naaldwijk, Gemeente Westland

Projectplan Aanleg stuwen skivijver te Naaldwijk, Gemeente Westland Projectplan Aanleg stuwen skivijver te Naaldwijk, Gemeente Westland Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief (versie 2) Projectfase: Projectnummer: Schetsontwerp 702048 Datum: 24 juli 2018 Datum:

Nadere informatie

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan

Nadere informatie

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik Voornemen Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is voornemens, gelet op artikel

Nadere informatie

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017 Kleine Beerze Bijeenkomst 13 juli 2017 Agenda 1. Uitkomsten berekeningen met nieuwe maatregelen. a) Klimaatsveranderingen b) Resultaten met mitigerende maatregelen 2. Effect drinkwaterwinning op grondwater.

Nadere informatie

BEHEER EN ONDERHOUDS RICHTLIJN WATERBERGING VALKENSWAARD-ZUID - CONCEPT 10 JULI

BEHEER EN ONDERHOUDS RICHTLIJN WATERBERGING VALKENSWAARD-ZUID - CONCEPT 10 JULI BEHEER EN ONDERHOUDS RICHTLIJN WATERBERGING VALKENSWAARD-ZUID - CONCEPT 10 JULI 01 - Opdrachtgever : Waterschap De Dommel Auteur/projectleider : Onno de Vrind Royal HaskoningDHV Datum : 10 juli 01 Status

Nadere informatie

Notitie. Milieu Drielanden-West

Notitie. Milieu Drielanden-West Notitie Contactpersoon Martijn Gerritsen Datum 20 januari 2011 Kenmerk N001-4748116EMG-evp-V01-NL Inleiding Deze notitie beschrijft de wijze waarop milieu onderdeel uit kan maken van de nota van uitgangspunten

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.

Nadere informatie

Kennisvraag: wat waren de herhalingstijden van de neerslag-, afvoer- en grondwatersituatie? In beeld brengen situatie zoals die buiten geweest is.

Kennisvraag: wat waren de herhalingstijden van de neerslag-, afvoer- en grondwatersituatie? In beeld brengen situatie zoals die buiten geweest is. Herhalingstijden Kennisvraag: wat waren de herhalingstijden van de neerslag-, afvoer- en grondwatersituatie? In beeld brengen situatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: de herhalingstijden die berekend

Nadere informatie

Projectplan: Realisatie natuurvriendelijke oever Linthorst Homankanaal te Beilen

Projectplan: Realisatie natuurvriendelijke oever Linthorst Homankanaal te Beilen Projectplan: Realisatie natuurvriendelijke oever Linthorst Homankanaal te Beilen Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl

Nadere informatie

Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011

Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Logo Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Ten behoeve van de watertoets voor de verbreding van de A2 s-hertogenbosch - Eindhoven is gezocht naar mogelijkheden om water te infiltreren,

Nadere informatie

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave 74OF86 RWD rapporten.indd 1 23-10-2007 14:23:15 74OF86 RWD rapporten.indd 2 23-10-2007 14:23:21 Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Het watersysteem...

Nadere informatie

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel blz. 10, 4 e alinea blz. 10, 5 e alinea, laatste zin blz. 19, 5 e alinea blz. 21, 2 e alinea blz. 21, 3 e alinea blz. 22, onder

Nadere informatie

MEMO DHV B.V. Logo. : Albert Lubbinge : Joost Toxopeus : archief, Theo Daalmeijer. : Uitbreiding Oranje : Advies uitbreiding Oranje

MEMO DHV B.V. Logo. : Albert Lubbinge : Joost Toxopeus : archief, Theo Daalmeijer. : Uitbreiding Oranje : Advies uitbreiding Oranje Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Albert Lubbinge : oost Toxopeus : archief, Theo Daalmeijer : BA9445-100-100 : Uitbreiding Oranje : Advies uitbreiding Oranje Ons kenmerk : IS-GR20120103

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem Memo DM 1013497 Aan: Marktpartijen uitwerking plannen het Burgje, gemeente Bunnik Van: Beke Romp, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 13 januari 2016 Onderwerp: Notitie gebiedskenmerken (waterthema

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7 Memo nummer water 1 datum 15 juli 2013 aan Arno Derks Croonen van Arjan van Beek Oranjewoud kopie Ruud van Hoek Oranjewoud project Haalbaarheidsstudie Prodrive Ekkersrijt gemeente Son projectnummer 252510

Nadere informatie

Het groeiende beek concept

Het groeiende beek concept Het groeiende beek concept Een ontwikkelingsstrategie voor de Wilderbeek Aanleiding In juni 07 is de Wilderbeek verlegd ten behoeve van de aanleg van de A73. De Wilderbeek kent over het traject langs de

Nadere informatie

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord Situatie Bargermeer noord Het industrieterrein Bargermeer noord ligt centraal in de stad Emmen. Het is een grootschalig bedrijventerrein met ruimte

Nadere informatie

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam Projectplan Vervangen stuw 217472, polder Schieveen Gemeente Rotterdam Opsteller: Esmeralda Jansens Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Schetsontwerp 100087-03.430925 Datum: 21 juni 2018 Datum:

Nadere informatie

Ontwerp omleiding Eeuwselse Loop

Ontwerp omleiding Eeuwselse Loop Ontwerp omleiding Eeuwselse Loop SOBEK resultaten 1 Inleiding... 1 2 Huidige situatie... 3 3 Toekomstige situatie... 6 3.1 Stromingscondities tijdens maximaal debiet... 6 3.2 Afvoergolf met jaarlijkse

Nadere informatie

Effect overstorten op de wateroverlast

Effect overstorten op de wateroverlast Effect overstorten op de wateroverlast Kennisvraag: wat als er geen overstorten waren geweest? Wat is het effect daarvan op de waterstanden en overstromingen? Antwoord: lokaal kunnen overstorten een grote

Nadere informatie

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014 Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een

Nadere informatie

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer, DATUM 15 maart 2016 REGISTRATIENUMMER ONDERWERP Watersysteem Bijdorp Geachte mevrouw, heer, 1. Aanleiding De wijk Bijdorp ondervindt bij zware neerslag wateroverlast. De gemeente Schiedam en Delfland zijn

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Stedelijke wateropgave - waterberging Musselkanaal Nummer: Bestuursstukken\1836 Agendapunt: 9 DB: Ja 7-4-2015 BPP: Ja 24-4-2015 FAZ: ja 24-4-2015 VVSW: Nee AB: Ja 13-5-2015 Opsteller: Robert

Nadere informatie

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT Datum: 27 04-2011 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

Nadere informatie

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M.

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M. Landgoed De Hattert Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas Datum : 1 oktober 2010 Auteur Opdrachtgever : Ir. L.J.A.M. van Nierop : P. van Kempen VOORWOORD In opdracht van de heer

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

Projectplan. verplaatsen stuw BZ 135-AA

Projectplan. verplaatsen stuw BZ 135-AA Projectplan Aanleg of wijziging van waterstaatswerken voor Beheer en Onderhoud Naam: 249250 Vessem, Kuilenhurk, plaatsen stuw BZ 127 en Mr.van Hasseltweg 1. Doel Optimaliseren waterbeheer (doelrealisatie)

Nadere informatie

Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht

Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht 2 15 Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht 3 15 Inhoudsopgave Leeswijzer... 5 Hoofdstuk 1

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Notitie nadere uitwerking ambitie waterberging Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen

Notitie nadere uitwerking ambitie waterberging Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen Notitie nadere uitwerking ambitie waterberging Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen opgesteld: Waterschap Rijn en IJssel datum: 12 april 2012 versie: 01 status: Definitief Inhoudsopgave 1 INLEIDING...

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan Waterwet. Optimalisatie watersysteem Raam Rijkevoort Oploose Molenbeek Sint Anthonis

Ontwerp-projectplan Waterwet. Optimalisatie watersysteem Raam Rijkevoort Oploose Molenbeek Sint Anthonis Ontwerp-projectplan Waterwet Optimalisatie watersysteem Raam Rijkevoort Oploose Molenbeek Sint Anthonis Pagina 1 van 16 februari 2018 Inhoudsopgave Leeswijzer projectplan Waterwet 3 Deel 1 Optimaliseren

Nadere informatie

EBO (Eigendom, Beheer en Onderhoud) staten en toelichting Ecologische Verbindingszone Ter Wisch versie 25 mei 2012

EBO (Eigendom, Beheer en Onderhoud) staten en toelichting Ecologische Verbindingszone Ter Wisch versie 25 mei 2012 Waterlopen: Nummer Naam Eigendom Beheer Onderhoud Bijzonderheden OAF-W-3118 Ruiten Aa Waterschap Hunze en Aa s Waterschap Hunze en Aa s Waterschap Hunze en Aa s OAF-W-3138 Ruiten Aa Waterschap Hunze en

Nadere informatie

Tabel 1 Verbetermaatregel kade verbetering (licht grijs geen onderdeel van deze kredietaanvraag) Verbetermaatregel. A Reitdiep

Tabel 1 Verbetermaatregel kade verbetering (licht grijs geen onderdeel van deze kredietaanvraag) Verbetermaatregel. A Reitdiep Tabel 1 Verbetermaatregel kade verbetering (licht grijs geen onderdeel van deze kredietaanvraag) Traject A Reitdiep A1 Verbetermaatregel Traject A1 betreft het balkgat en is afgekeurd op hoogte. Initieel

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Definitief ontwerp Julianapark

Definitief ontwerp Julianapark Definitief ontwerp Julianapark Inpassing cascade en EVZ projectnr. 159641.04 revisie 00 11 november 2006 Dorien Smit Sjoerd van Eijk Opdrachtgever Gemeente Veghel Postbus 10.001 5460 AD Veghel datum vrijgave

Nadere informatie

Projectplan: verwijderen gemaal Schrapveen en het verondiepen van de aansluitende watergang ten zuiden van Zuidwolde.

Projectplan: verwijderen gemaal Schrapveen en het verondiepen van de aansluitende watergang ten zuiden van Zuidwolde. Projectplan: verwijderen gemaal Schrapveen en het verondiepen van de aansluitende watergang ten zuiden van Zuidwolde. Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Thienenweg 1 8025 AL Zwolle Postbus

Nadere informatie

Watervergunning Z43841/O82403

Watervergunning Z43841/O82403 Watervergunning Z43841/O82403 Aanvraag Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel heeft op 24 februari 2017 een aanvraag ontvangen van Ruimte voor Ruimte CV, Magistratenlaan 138, 5223MB te 's-hertogenbosch.

Nadere informatie

FAZ: Ja 2-4-2014. Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja 2-4-2014. Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Termunterzijldiep-Opdiep Nummer: Bestuursstukken\1575 Agendapunt: 6 DB: Ja 18-03-2014 BPP: Ja Workflow Opsteller: Boy de Vries, 0598-693409 Beleid, Projecten en Geoinformatie FAZ: Ja Opdrachtgever:

Nadere informatie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel De heer M.C.M. Sieben is voornemens een nieuwe rundveestal op te richten op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, sectie

Nadere informatie

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan Gemeente Deventer Opdrachtgever ORB H.J. Laing Datum paraaf Projectleider ORB J.J. van der Woude Datum paraaf Gemeente

Nadere informatie

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DATUM 30 april 2017 BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DEEL I VERVANGEN DAMWANDEN REGIONALE WATERKERING PLUUTHAVEN ZEEWOLDE 1. Aanleiding en doel Het waterschap is naar aanleiding van het AV besluit

Nadere informatie

Statenvoorstel 52/17A

Statenvoorstel 52/17A Statenvoorstel 52/17A Voorgestelde behandeling Procedurevergadering : 11 september 2017 PS-vergadering : Onderwerp Vaststelling PIP Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69-1e herziening. Aan Provinciale Staten

Nadere informatie

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water WATERPARAGRAAF Onderwerp: Rentray Rekken Apeldoorn, Projectnummer: 2 november 2009 C01031.200803 Opgesteld door: M.J.C. Kerkhof Jonkman Gecontroleerd door: M. Swenne ARCADIS NEDERLAND BV Het Rietveld 59a

Nadere informatie

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: 2653. Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: 2653. Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V. Rioleringsplan Plan Mölnbekke te Ootmarsum Projectnummer: 2653 Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V. Postbus 66 7630 AB Ootmarsum Status Concept Opgesteld door: Dhr. H.

Nadere informatie

Watervergunning Z49380

Watervergunning Z49380 Watervergunning Z49380 Aanvraag Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel heeft op 26 maart 2018 een aanvraag ontvangen van Gemeente Geldrop-Mierlo, Hofstraat 4, 5664 HT te Geldrop. De aanvraag is

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet Verwijderen 2 bruggen vervangen door 2 duikers in Zandhoekse Loop en Landmeersche Loop Pagina 1 van 6 26-3-2019 projectplan verwijderen

Nadere informatie

Sturing van bergingsgebieden in De Dommel

Sturing van bergingsgebieden in De Dommel Sturing van bergingsgebieden in De Dommel Mark van de Wouw 1 Mark van de Wouw Hydroloog Ruim 20 jaar (hoogwater)ervaring Dynamisch Waterbeheer => Slim Watermanagement Projectleider BOS Brabant (2015) BOS

Nadere informatie

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2 Groningen; deelgebied A2 projectnr. 343811 revisie 0 9 oktober 2018 auteur(s) Opdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest Postbus 18 9700 AA Groningen Inhoud 1 No-Regret... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2

Nadere informatie

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal Inhoud presentatie Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal 1. Aanleiding 2. Het gebied 3. Doel van het project 4. Ontwerpproces en uitdagingen 5. Voorbeelden Frank Gerritsen, projectmanager

Nadere informatie

omschrijving wijziging:

omschrijving wijziging: 5.14 Het (ver)graven van (nieuwe) oppervlaktewaterlichamen Wijziging beleidsregel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 onder 1, 2 en

Nadere informatie

Bezoek Hoogheemraadschap van Delfland aan Waterpark Groote Beerze, 17 oktober Oscar van Zanten, okt. 2014

Bezoek Hoogheemraadschap van Delfland aan Waterpark Groote Beerze, 17 oktober Oscar van Zanten, okt. 2014 Bezoek Hoogheemraadschap van Delfland aan Waterpark Groote Beerze, 17 oktober 2014 Oscar van Zanten, okt. 2014 Waterschap De Dommel Missie Waterschap De Dommel is dé waterpartner in Midden-Brabant. Samen

Nadere informatie

Adviesnota. Het spoor rond Amsterdam Centraal. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Adviesnota. Het spoor rond Amsterdam Centraal. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra Aan Waternet, V. Dijkdrenth Van Movares, M.H. de Nijs Telefoon 06 511 31 086 Kenmerk D80-MNI-KA-1800004 Projectnummer RM005096 Onderwerp PHS Westhaven, onderdoorgang Contactweg, Watertoets Datum 1 maart

Nadere informatie

Wateroverlast Wouw. ICM case study. Marcel Zandee 8 maart 2017

Wateroverlast Wouw. ICM case study. Marcel Zandee 8 maart 2017 Wateroverlast Wouw ICM case study Marcel Zandee 8 maart 2017 Inhoud van de presentatie Waar ligt Wouw? Aanleiding studie Situatie Opbouw model Resultaten simulaties Conclusies Vragen 2 Waar ligt Wouw?

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle

Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle Definitieve versie, april 2013 Waterschap Groot Salland Daartoe gemandateerd door het dagelijks bestuur van het waterschap, besluit de secretaris-directeur van het

Nadere informatie

Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

Van : ing. G. Spruijt Paraaf : Memo Datum : 29-10-2013 Bestemd voor : BRO Boxtel Van : ing. G. Spruijt Paraaf : Projectnummer : 20120469 Betreft : Bergingsberekening Intratuin Deventer te Deventer Aanleiding Op d.d. 25 maart 2013 is

Nadere informatie

Waterparagraaf. Bouw woning Hollevoort, Bakel. Waterparagraaf. Woning Hollevoort, Bakel

Waterparagraaf. Bouw woning Hollevoort, Bakel. Waterparagraaf. Woning Hollevoort, Bakel Waterparagraaf Bouw woning Hollevoort, Bakel Waterparagraaf Projectlocatie Hollevoort ongenummerd, Bakel Omschrijving project Waterparagraaf ten behoeve van de bouw woning buitengebied gemeente Gemert-Bakel

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT pagina 1 Van 7 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Beschrijving

Nadere informatie

Projectplan Vervangen stuw en duiker in de polder Schieveen in de Gemeente Rotterdam

Projectplan Vervangen stuw en duiker in de polder Schieveen in de Gemeente Rotterdam Projectplan Vervangen stuw 217202 en duiker 21700349 in de polder Schieveen in de Gemeente Rotterdam Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Definitiefase 100087-03.430925

Nadere informatie

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal. MEMO Aan: Van: Kwaliteitsborging: Onderwerp: Koos van der Zanden (PMB) Jeroen Leyzer (WH) Anne Joepen Datum: 27-11-2014 Status: Adviesnummer WH: Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw

Nadere informatie

Aanleg windwatermolen Schouw 14 te Deurne

Aanleg windwatermolen Schouw 14 te Deurne Ontwerp-Projectplan Aanleg windwatermolen Schouw 14 te Deurne (voorbeeld windwatermolen) Waterschap Aa en Maas s Hertogenbosch, juli 2016 LEESWIJZER... 3 DEEL I AANLEG VAN EEN WINDWATERMOLEN TER VOORKOMING

Nadere informatie

Afrit 38. Maatregel 1.1. Stand van zaken november Dwarsdoorsneden

Afrit 38. Maatregel 1.1. Stand van zaken november Dwarsdoorsneden Maatregel. Afrit De gemeente Overbetuwe past momenteel de vormgeving van afrit aan. Deze aanpassing is afgestemd op de nieuwe situatie van de verbrede A5. In het Tracébesluit is deze nieuwe vormgeving

Nadere informatie

Watergebiedsplan Verenigde Groote en Kleine Polders. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.

Watergebiedsplan Verenigde Groote en Kleine Polders. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5. Watergebiedsplan Verenigde Groote en Kleine Polders Projectnummer: 92855 (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet Archimedesweg 1 postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071)

Nadere informatie

1. Inleiding 2 Doel van het beeldkwaliteitsplan 3 Opbouw van het plan 3 Beoordeling 3

1. Inleiding 2 Doel van het beeldkwaliteitsplan 3 Opbouw van het plan 3 Beoordeling 3 BEELDKWALITEITSPLAN BEDRIJVENTERREIN ENTER-RIJSSEN APRIL 2009 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2 Doel van het beeldkwaliteitsplan 3 Opbouw van het plan 3 Beoordeling 3 2. Context 4 Algemeen 4 Waterhuishouding

Nadere informatie