VIADAM. 10 appartementen Joossensgang Viaduct Dam Antwerpen. Lastenboek

Transcriptie

1 VIADAM 10 appartementen Joossensgang Viaduct Dam Antwerpen Lastenboek v

2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 1 HOOFDSTUK 1: BESCHRIJVING DER WERKEN 2 Algemeen Voorafgaande werken Afbraakwerken Grondwerken Funderingen, ondergrondse constructies en kelders Dragende structuurelementen Dragende vloerelementen Rioleringen Metselwerk Gevelafwerking Dakbedekking Regenwaterafvoeren Schouwen en kanalen Balkon- en dakterrassen Tuinen Thermische isolatie Akoestische isolatie... 4 HOOFDSTUK 2: AFWERKING VAN DE GEMENE DELEN 5 1. Gelijkvloerse gemeenschappelijke inkomhal Traphal, liftbordes en gemeenschappelijke gangen Autostaanplaatsen Bergingen en fietsenstalling Binnenschrijnwerkerij Infrastructuur openbaar domein... 6 HOOFDSTUK 3: TECHNISCHE UITRUSTING VAN DE GEMENE DELEN 7 1. Lift Brandvoorziening Elektrische inrichtingen Water... 7 HOOFDSTUK 4: AFWERKING VAN DE PRIVATIEVE DELEN 8 1. Pleisterwerken Vloer- en muurbekleding Binnenschrijnwerk Decoratiewerken... 9 HOOFDSTUK 5: TECHNISCHE UITRUSTING VAN DE PRIVATIEVE DELEN Sanitaire uitrusting Keuken appartementen Elektrische installatie Parlefoon- en videofooninstallatie: Teledistributie en telefoon: Centrale Verwarming en warmwaterproductie Ventilatie HOOFDSTUK 6: ALGEMENE VOORWAARDEN Keuze van leveranciers, onderaannemers en bouwmaterialen Toegang tot de werf Verzekering & risico, overdracht Opleveringen - uitvoeringstermijnen Plannen - Erelonen Zettingen Veiligheidscoördinator Eerste opkuis Zijn niet inbegrepen in de verkoopprijs Versie FBE p 1-18

3 HOOFDSTUK 1: BESCHRIJVING DER WERKEN Algemeen De oprichting van het gebouw gebeurt in overeenstemming met de overhandigde verkoopsplannen en de beschrijvingen opgenomen in dit verkoopslastenboek. Kleine afwijkingen in maatvoering, opstelling, indeling, e.d. in functie van de uitvoering of ten gevolge van stabiliteits- en/of technische redenen zijn steeds mogelijk. Eventuele aanpassingen uit constructieve of globaal esthetische aard zijn steeds toegelaten. Bepaalde materialen kunnen om dezelfde redenen worden gewijzigd. Evenwel zal de kwaliteit van de gewijzigde materialen nooit minderwaardig zijn t.o.v. de oorspronkelijke materialen. Het gebouw wordt volledig afgewerkt. Voor wat betreft de afwerking zijn de aanduidingen op de plannen louter indicatief. De beschrijvingen opgenomen in dit lastenboek zijn hiertoe bepalend. 1. Voorafgaande werken Alle werkzaamheden welke nodig zijn voor de inrichting van de bouwplaats zijn vervat in de aanneming. Het betreft onder meer, zonder limitatief te zijn, het plaatsen van werfketen, het aanleggen van plaatselijke verhardingen, het opstellen van de bouwkraan of lift en het plaatsen van de nodige omheiningen. 2. Afbraakwerken De bestaande gebouwen worden gesloopt volgens de geldende milieutechnische regelgevingen. 3. Grondwerken De werken omvatten alle uitgravingwerken welke noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de fundering, kelder en riolering. De uitgravingen zijn diep genoeg om funderingen te bekomen volgens de studie van de ingenieur stabiliteit en tevens het aanleggen van sleuven, riolen, onderzoekskamers en eventuele draineringwerken mogelijk te maken. De gronden afkomstig van uitgravingen, zullen voor zoveel als mogelijk en nodig terug uitgespreid worden op de bouwwerf. De overtollige gronden zullen worden afgevoerd. Indien nodig wordt grond aangevoerd om het terrein op het gewenst niveau te brengen. 4. Funderingen, ondergrondse constructies en kelders Op basis van een sondering wordt door de ingenieur stabiliteit een funderingsstudie uitgewerkt. De wanden van de kelder en de ondergrondse constructies worden in waterdicht beton uitgevoerd ten einde een waterdichte kuip te krijgen. De vloer is voornamelijk glad gepolierd. Het is mogelijk dat er krimpscheuren verschijnen in deze vloer, doch de waterdichtheid is door de aannemer gegarandeerd. 5. Dragende structuurelementen De dragende structuur van het gebouw wordt gevormd door de dragende binnen- en buitenmuren enerzijds en de trap- en liftkern(en) anderzijds. De dragende elementen worden uitgevoerd in beton of metselwerk. Waar nodig worden betonnen kolommen en balken in het metselwerk geïntegreerd. Alle dragende structuurelementen worden berekend door een stabiliteitsingenieur. Deze worden uitgevoerd conform de stabiliteitsstudie. In ieder geval wordt gefundeerd tot op de vaste draagkrachtige grond. De berekeningen gebeuren volgens de geldende Euronormen en codes. 6. Dragende vloerelementen De dragende vloer- en dakplaten worden uitgevoerd in welfsels, gewapend beton of geprefabriceerde breedvloerplaten met betonopstorting in functie van de richtlijnen van de ingenieurs stabiliteit. De afmetingen van de dragende elementen zijn bepaald in functie van de overspanningen en de belastingen. 7. Rioleringen De riolering wordt conform de bepalingen opgelegd door de overheid uitgevoerd, met een gescheiden afvalwatersysteem in kunststof en de nodige verluchtingen. Versie FBE p 2-18

4 De leidingen vertonen een voldoende helling en doorsnede, teneinde een correcte lozing te verzekeren. De buizen zijn uitgerust met de nodige toezichtstukken, ellebogen, verbinding- en verloopstukken. Buitenriolering en riolering in volle grond worden uitgevoerd in kunststof (benorkwaliteit). Het rioleringsnet wordt voorzien van de nodige toezichtputten en reukafsluiters, rechtstreeks aangesloten op de openbare stadsriolering en uitgevoerd volgens de vigerende voorschriften opgelegd door de plaatselijke instanties. 8. Metselwerk Keldermetselwerk Binnenmuren van de kelder worden uitgevoerd in betonblokken type industrieel, afmetingen volgens de plannen, vol of hol naargelang de studie van de ingenieur stabiliteit. Het zichtbaar metselwerk wordt achter de hand gevoegd. Dragend metselwerk De metselwerken, in combinatie met de betonconstructie, worden op traditionele bouwwijze uitgevoerd, bepaald door de verantwoordelijke ingenieur. De scheidingswanden met de gemeenschappelijke delen worden uitgevoerd in kalkzandsteen, snelbouwstenen van gebakken aarde, betonblokken, silicaatblokken of betonwanden, volgens de bepalingen van de ingenieur stabiliteit en dit volgens de dikte aangeduid op de plannen en dimensionering in overeenstemming met de geldende normen. Gemene scheidingsmuren De woningscheidende wanden tussen de appartementen en de wanden tussen de gemeenschappelijke ruimte en het appartement voldoen aan de huidige akoestische eisen. Dit betekent dat deze muren ofwel dubbelwandig worden uitgevoerd, ofwel uitgevoerd worden als een massieve wand met voldoende massa, voorzien van een lichte voorzetwand. Niet-dragende binnenwanden De niet-dragende binnenwanden of scheidingsmuren worden uitgevoerd in traditioneel metselwerk, snelbouwsteen, kalkzandsteen, gipsblokken of gipskartonwanden, volgens dikte vermeld op de bouwplannen. 9. Gevelafwerking De schildelen worden afgewerkt met metselwerk uit genuanceerde bakstenen. De ramen worden uitgevoerd in gemoffelde thermisch onderbroken aluminium profielen. De kleur wordt door de architect en de ontwikkelaar bepaald. Indien er in een ruimte ramen worden voorzien wordt minimaal één draai-kip raam voorzien. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien van thermisch isolerende beglazing, aangepast aan de geldende normen m.b.t. EPB en windbelasting. Alle buitenschrijnwerk is voorzien van het nodige hang- en sluitwerk. De raamdorpels worden uitgevoerd in blauwe hardsteen, beton, aluminium of in gevelmateriaal, conform detaillering van de architect. 10. Dakbedekking Alle platte daken worden afgewerkt met een dakbedekking bestaande uit een meerlaagse bitumineuze waterdichting. Alle daken boven ruimten die tot het beschermd volume horen, worden geïsoleerd. Alle aangewende materialen bezitten een Benor keurmerk. De uitvoering zal gebeuren door een gespecialiseerd aannemer die een 10-jarige waarborg geeft op de dakdichting. Alle daken met uitzondering van het hoogste dak worden voorzien van een extensief groen dak. Ook de dakdichting van de ondergrondse parking wordt voorzien van een meerlaagse bitumineuze dakdichting met grotendeels een extensief groen dak. Versie FBE p 3-18

5 11. Regenwaterafvoeren Alle afvoerleidingen zijn uit kunststof en worden niet zichtbaar geïntegreerd in de kokers of worden aan de buitenzijde van de gevels geplaatst. Indien de afvoeren tegen de gevels geplaatst worden, zijn deze uitgevoerd in zink. Platte daken worden voorzien van spuwers om overbelasting bij verstopping van de regenwaterafvoeren tegen te gaan. 12. Schouwen en kanalen De nodige kanalen en schoorstenen zijn voorzien tot in de appartementen om de rookgassen van de voorkomende gaswandketels af te voeren. De afmetingen van de schouwen, kanalen en kokers zijn indicatief en kunnen tijdens het verdere ontwerpproces wijzigen. 13. Balkon- en dakterrassen De appartementen worden voorzien van een privatieve buitenruimte in de vorm van een dakterras of balkon. Een degelijke afwatering van de terrassen is voorzien, een waterstagnatie van enkele mm is steeds toelaatbaar. De balkons zijn voorzien in prefabbeton en vormen één afgewerkt geheel. De dakterrassen worden afgewerkt met betontegels op tegeldragers. Terrasborstweringen worden uitgevoerd in spijltjes van platstaal of aluminium (verticaal ritme) volgens het ontwerp van de architect. 14. Tuinen Het binnengebied wordt onderverdeeld in privatieve buitenruimtes welke gekoppeld zijn aan de gelijkvloerse appartementen. De privatieve buitenruimtes van de gelijkvloerse appartementen worden onderling afgeschermd met een haag bestaande uit jonge haagplanten. Een eventuele verharding van de terraszone zoals aangegeven op de plannen in de privatieve tuin, kan door de bewoner zelf voorzien worden binnen deze aangeduide zone. Het type verharding kan in het huisreglement opgelegd worden en dient in overeenstemming te zijn met de stedenbouwkundige vergunning. De privatieve tuinzone wordt voorzien van teelaarde. Achteraan de tuin wordt een toegangspoortje voorzien. Op de plannen staat ook de mogelijke inplanting van een tuinhuis welke door de koper zelf voorzien kan worden. De overige semi-publieke, gemeenschappelijke buitenruimte zal ingezaaid worden met gras. De voorkomende paden van de gemeenschappelijke buitenruimte wordt aangelegd met waterdoorlatende betonklinkers of gelijkwaardig. 15. Thermische isolatie In overeenstemming met de EPB regelgeving op moment van indienen van de bouwvergunning, zullen de gebouwen voorzien worden van een isolatie om aan de geldende eisen te voldoen. Alle buitengevels en daken worden geïsoleerd, type en dikte volgens de EPB berekeningen. De vloeren worden voorzien van een isolerende uitvullaag waarin tevens leidingen worden geïntegreerd. 16. Akoestische isolatie Om te voldoen aan de akoestische eisen van normaal akoestisch comfort voor appartementen, in overeenstemming met de Belgische norm NBN S , worden diverse maatregelen getroffen op gebied van luchtgeluid-, contactgeluid- en gevelgeluidisolatie. Versie FBE p 4-18

6 HOOFDSTUK 2: AFWERKING VAN DE GEMENE DELEN 1. Gelijkvloerse gemeenschappelijke inkomhal De inkomdeur tot het appartementsgebouw is voorzien in thermisch onderbroken aluminium profielen (kleur te bepalen door architect) met glaspartij, voorzien van het nodige hang- en sluitwerk, inclusief deurdrangers. De inkomdeur is uitgerust met een elektrisch slot, zodat via de videofoon in het appartement de deur kan geopend worden voor bezoekers. Deze deur kan met de sleutel van de inkomdeur van het appartement geopend worden, maar kan niet op slot gedaan worden (geen nachtslot, enkel dagschieter ) omdat de deur in geval van nood altijd moet kunnen geopend worden om zonder sleutel het gebouw te verlaten bij nood. Het brievenbusgeheel aan de inkom is voorzien van een ingebouwde videofooninstallatie, volgens het ontwerp van de architect. De vloer van de inkomhal wordt uitgevoerd met keramische tegels en bijpassende plinten volgens de keuze van de architect. In het inkomsas wordt een vloermat voorzien, ingewerkt in de vloer met een vloerkaderprofiel. De wanden en plafonds worden geschilderd. De verlichting zal aangestuurd worden via een bewegingsdetectiesysteem of tijdschakelaar. Appartement A.01 heeft een rechtsreekse inkomdeur vanuit de Joossensgang. 2. Traphal, liftbordes en gemeenschappelijke gangen In het gebouw is de evacuatietrap voorzien van trapleuningen. De wanden en plafonds van het trappenhuis van de appartementen zijn gepleisterd en geschilderd in een kleur te bepalen door de architect. Het trapbordes wordt uitbekleed met keramische tegels. De optredes van de trappen worden afgewerkt met keramische tegels of gelijkwaardig. Het trappenhuis welke toegang verleent tot de kelder worden niet gepleisterd, noch geschilderd. De wanden en plafonds van de gemeenschappelijke gangen worden gepleisterd en geschilderd in een kleur te bepalen door de architect. De vloeren van deze gemeenschappelijke gangen worden afgewerkt met een keramische tegel en bijhorende plint volgens de keuze van de architect. De lichtpunten in de traphal, op het liftbordes en de gemeenschappelijke gangen worden aangestuurd via een bewegingsdetectiesysteem of tijdschakelaar. De veiligheidsverlichting wordt geplaatst volgens de geldende voorschriften. De brandwerende deuren die uitgeven op de traphal zijn voorzien van een deurdranger. 3. Autostaanplaatsen De ondergrondse autostaanplaatsen zijn bereikbaar via de inrit gelegen aan Viaduct-Dam. De gemeenschappelijke toegangspoort opgebouwd uit stalen profielen is een geautomatiseerde poort, met afstandsbediening en sleutelcontact of kaartlezer. Eén zender (of sleutel, of kaart) per parkeerplaats wordt voorzien. De plafonds zijn uitgevoerd in welfsels en/of predallen die in het zicht worden gelaten. De muren zijn opgetrokken uit meegaand gevoegd metselwerk of beton. De volledige keldervloer wordt afgewerkt als industriële bevloering gepolierde betonvloer. De muren en plafonds worden niet geschilderd. De belijning en nummering van de parkeerplaatsen worden geschilderd in een witte of gele vloerverf. De nodige verlichting voor de parking wordt tegen het plafond aangebracht en de elektriciteit wordt aangesloten op een aparte teller van de gemeenschap. De verlichting werkt met bewegingsdetectie. De voorkomende schakelaars zijn van het opbouwtype, net als de leidingen, in een lichtgrijze kleur. 4. Bergingen en fietsenstalling De individuele bergingen worden zo geconcipieerd dat deze afzonderlijk afsluitbaar zijn en het veilig opbergen van materiaal kan worden gegarandeerd. De sturing van de verlichting van de private berging gebeurt via een contact in de deur. Er is één lichtpunt voorzien, aangesloten op de teller van de gemeenschappelijke delen. Versie FBE p 5-18

7 In de ondergrondse parking worden verschillende ruimten voorzien voor het stallen van fietsen en motoren. De vloeren en wanden zijn op dezelfde wijze afgewerkt als de autostaanplaatsen. 5. Binnenschrijnwerkerij Alle binnendeuren in de gemeenschappelijke delen zijn vlakke, tubespaan schilderdeuren. De zijde van de gemeenschap wordt geschilderd. Alle deuromlijstingen worden uitgevoerd in hout of gelijkwaardig materiaal om te schilderen. De zijde van de gemeenschap wordt geschilderd. Alle binnenschrijnwerk in de gemeenschappelijke delen is voorzien van het nodige hang- en sluitwerk. Waar de brandnormen het eisen worden zelfsluitende brandwerende deuren voorzien. 6. Infrastructuur openbaar domein De Joossensgang, welke na afbraak van de huidige loods, een verbinding zal vormen tussen de Bredastraat en de Viaduct-Dam zal door de Stad Antwerpen worden heraangelegd. Versie FBE p 6-18

8 HOOFDSTUK 3: TECHNISCHE UITRUSTING VAN DE GEMENE DELEN 1. Lift Alle wooneenheden zijn bereikbaar met een lift. De lift is voorzien van telescopische schuifdeuren, beantwoordend aan alle voorschriften betreffende veiligheid en gekeurd voor indienststelling door een erkend controle organisme. De liftkooi voldoet aan de toegankelijkheidsnorm voor anders validen. De wanden van de kooi worden bekleed met decoratief plaatmateriaal, volgens het standaardgamma van de liftfabrikant. Eén van de wanden wordt voorzien van een spiegel. Een handgreep in roestvrij staal is eveneens voorzien in de liftkooi. De vloer wordt bekleed met hetzelfde materiaal als in de inkomhal of met een materiaal welke door de architect wordt gekozen uit de mogelijkheden die door de leverancier van de lift worden aangeboden. In het plafond wordt verlichting voorzien volgens de keuze van de liftleverancier. 2. Brandvoorziening De gebouwen voldoen aan normen en voorschriften inzake brandveiligheid welke van toepassing zijn op het moment van aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning. Zo zijn er de nodige brandhaspels en brandblusapparaten voorzien in de gemeenschappelijke delen, met inbegrip van de ondergrondse parking. Boven elke traphal is een rookkoepel of opengaand raam voorzien, te openen vanaf het gelijkvloers, conform de voorschriften welke door de brandweer zijn opgelegd. 3. Elektrische inrichtingen De inrichting voldoet aan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties en aan de voorschriften van de netbeheerder. De installatie omvat ondermeer de distributieleidingen in de gemene delen en een afzonderlijke voeding voor de lift. De elektrische aandrijving van de brandkoepel is voorzien in brandwerende kabel. De lichtpunten, schakelaars en stopcontacten worden uitgevoerd conform de voorschriften betreffende veiligheid en elektrisch comfort. De installatie wordt gekeurd door een erkend controleorganisme. Het merk en type van verlichting en veiligheidsverlichting in de gemeenschappelijke delen wordt gekozen in overleg met de architect en de ontwikkelaar, en wordt geplaatst volgens de geldende voorschriften. Via bewegingsmelders met ingebouwde tijdschakelaar wordt de verlichting gestuurd. Alle afdekplaten van inbouwmateriaal zijn uitgevoerd in kunststof, type Niko Original of gelijkwaardig. De elektriciteit voor de gemeenschappelijke delen wordt aangesloten op aparte tellers die zich in een technisch lokaal bevinden (meestal in de kelder). Alles wat met de gemeenschap te maken heeft, wordt hierop aangesloten. De ondergrondse parking wordt eveneens aangesloten op een aparte gemeenschappelijke teller. 4. Water De waterdistributie wordt via één leiding per gebouwdeel in de kelder binnengebracht. Er zijn afzonderlijke meters per appartement voorzien en één gemeenschappelijke watermeter. Alle meters worden geplaatst in het meterlokaal in de kelder, volgens de voorschriften van de maatschappij voor watervoorziening. Versie FBE p 7-18

9 HOOFDSTUK 4: AFWERKING VAN DE PRIVATIEVE DELEN 1. Pleisterwerken Alle verticale wanden worden afgewerkt met pleisterwerk, verstevigd door middel van hoekbeschermers op uitspringende hoeken, behalve ondergronds (berging, garage) waar de wanden in zichtbaar blijvend metselwerk of beton worden uitgevoerd. De plafonds worden bedekt met een spuitpleister, met uitzondering van de berging, in gladde effen afwerking. De muren en plafonds zullen klaar voor de schilder afgewerkt worden. Nb: Klaar voor de schilder wil zeggen dat de schilder de kleine oneffenheden nog dient te plamuren, te schuren en af te kitten. Geen enkele verantwoordelijkheid kan de aannemer ten laste worden gelegd voor kleine scheurtjes die zich zouden kunnen voordoen als gevolg van het zetten van de nieuwbouw. Het is aangeraden om niet onmiddellijk te schilderen o.w.v. de vochtigheid van de pleister en om scheur overbruggend behang te gebruiken. 2. Vloer- en muurbekleding De keuze van laminaat, vloer- en muurbetegeling dient te geschieden in de door de ontwikkelaar aangeduide toonzaal - zie bijlage. De vloeren worden geplaatst volgens de regels der kunst. De voegen hebben een gelijkmatige breedte in functie van het gekozen type vloer. De vloertegels worden gekleefd op de cementchape of geplaatst in een mortelbed. Bijpassende plinten worden voorzien. De plaatsing is inbegrepen in de aankoopprijs van het appartement voor zover het gekozen formaat van de vloertegels tussen de 20/20 cm en 46/46 cm is. Voor kleinere en/of grotere formaten, gerectificeerde tegels, afwijkende (= niet recht) legpatronen e.d. zal er een supplementaire plaatsingsprijs gevraagd worden. Indien gewenst kan er een prijsofferte gemaakt worden voor het leveren en plaatsen van parket, natuursteen of andere. Bij plaatsing van parket of laminaat (in andere ruimtes dan de slaapkamers) dient rekening gehouden te worden met een langere droogtijd van de chape om de correcte vochtigheidsgraad te bekomen en een goede uitvoering te garanderen. Wanneer hierdoor de uitvoeringstermijn overschreden wordt, zal dit feit nooit ten nadelen van de ontwikkelaar mogen gebruikt worden en zal de koper nooit schadevergoeding kunnen vragen voor overschrijding van de uitvoeringstermijn. Voor de keuze van de vloer- en wandbekleding zijn volgende budgetten voorzien. Het type en de kleur worden gekozen door de architect. Opgegeven budgetten betreffen particuliere handelswaarden, exclusief BTW: Tegelvloeren Vloer: 30 euro /m² Plinten: 8 euro /lm Wandtegels Badkamer: 25 euro/m² Nb: de eigenaar heeft de mogelijkheid tot het wijzigen van de tegels en plinten naar eigen keuze. Deze wandtegels worden geplaatst op de aangrenzende delen van de wanden aan het bad/douche (appartement afhankelijk), tot plafondhoogte. De opstaande randen van baden worden steeds bekleed. De wandtegels sluiten onmiddellijk op de vloer aan. Een keramische plint wordt enkel voorzien op wanden waar geen wandtegels worden geplaatst. Ook de nodige stopprofielen en kitwerken voor de in basis voorziene wandtegels zijn mee voorzien. Ook de nodige waterdichting achter de voorziene wandtegels is voorzien (ook bij bad). Indien van toepassing zijn tabletjes in het verlegde van het bad (tussen 2 muren) van maximaal 25 cm in basis mee voorzien en worden ook mee betegeld. Indien de ruimte in het verlengde van het bad meer dan 25 cm is en de koper wenst hier toch een tabletje, dan zal de volledig kost voor zowel de constructie als het betegelen ten laste van de koper zijn. De wandtegels, die inbegrepen zijn in de aankoop van het appartement, hebben afmetingen die groter zijn dan 15/15 cm en kleiner dan 35/35 cm. Voor kleinere en/of grotere formaten, gerectificeerde tegels, afwijkende (= niet rechte) plaatsingspatronen, sierlijsten, listellen e.d. zal er een supplementaire plaatsingsprijs gevraagd worden. Versie FBE p 8-18

10 Tussendorpels Niet van toepassing. Raamtabletten Alle ramen die niet tot op vloerniveau worden uitgevoerd worden voorzien van een binnenvenstertablet volgens keuze architect. Algemeen Van de vooropgestelde budgetten materiaal kan niet in min worden afgeweken. Dit geldt ook voor budgetten plaatsing. 3. Binnenschrijnwerk Binnendeuren De binnendeuren zijn van het type tubespaan schilderdeuren. De draairichting is zoals aangeduid op de verkoopsplannen. Inbegrepen: de deur (volle tubespaan), de deuromlijsting, het hang- en sluitwerk en de plaatsing. De inkomdeuren van de appartementen hebben een brandweerstand van ½ uur, in overeenstemming met de brandweervoorschriften. Ze zijn voorzien van een 3-puntssluiting, veiligheidscilinder, deurkruk en rozetten. Het brandwerend deurgeheel bestaat uit één houten deurvleugel in een deurkozijn. De Rf-weerstand van het geheel wordt geattesteerd door het Benor-ATG merk. De deurvleugels zijn gemerkt met vermelding van de duur van de brandweerstand. De deurgehelen worden geplaatst door een erkende plaatser. Het schilderen van de binnenzijde van de inkomdeur (zijde privatieve delen) en alle binnendeuren van de appartementen is ten laste van de eigenaar (of huurder). De buitenzijde van de inkomdeur (zijde van de gemeenschappelijke delen), wordt geschilderd in een kleur die door de architect wordt bepaald. Leverancier: volgens bijlage. Van de vooropgestelde budgetten kan niet in min worden afgeweken. Gordijnkasten Deze worden standaard niet voorzien. 4. Decoratiewerken Privatieve decoratiewerken zijn niet voorzien bij de appartementen. Met privatieve decoratiewerken wordt bedoeld het schilderklaar maken van muren en plafonds, het schilderen of behangen, meubilering, gordijnen, gordijnkasten, verlichtingsarmaturen, enz in het appartement. Deze privatieve decoratiewerken dienen te gebeuren na de voorlopige oplevering van het gebouw. Bij de studentenkamers zijn het schilderwerk, meubilair (zie binnenschrijnwerk) en de verlichtingsarmaturen wel inbegrepen. Versie FBE p 9-18

11 HOOFDSTUK 5: TECHNISCHE UITRUSTING VAN DE PRIVATIEVE DELEN 1. Sanitaire uitrusting Algemeen: De sanitaire installatie wordt berekend en uitgevoerd conform de normen en voorschriften van het plaatselijk waterbedrijf en de van toepassing zijnde normen en reglementeringen. De diameters van afvoer- en toevoerleidingen zijn gedimensioneerd op basis van het aantal sanitaire toestellen opgenomen in dit lastenboek en op basis van standaard kraanwerk. Alle stijgleidingen, aanvoerleidingen en afvoerleidingen zijn uitgevoerd in kunststofbuizen. De voedingsleiding voor water tussen teller lokaal en appartement is voorzien, met aangepaste diameter. Elk appartement wordt voorzien van een afsluitkraan, een terugslagklep en een collector waar elk tappunt is op aangesloten. Het private waterverbruik wordt voor elk van de appartementen via een persoonlijke waterteller afgerekend. De warmwaterbereiding wordt omschreven in het deel verwarming. Sanitaire leidingen: Voor de afvoerleidingen wordt uitgegaan van de volgende toestellen per appartement: WC : Badkamer: Berging: Keuken: Hang WC en handwasbakje; Ligbad/douche (afhankelijk wat opgenomen is onder punt sanitaire toestellen ) en enkele lavabo Wasmachine en gaswandketel; Aanrecht (de afvoer van de vaatwasmachine zal aangesloten worden op de afvoer van de gootsteen, vandaar dat de vaatwasmachine naast de gootsteen voorzien moet worden) Belangrijke opmerking: de droogkast dient van het condenserend type te zijn. Er is geen luchtkanaal voorzien. Voor de koud- en warm waterleidingen gaan we uit van dezelfde toestellen: WC: Badkamer: Berging: Keuken: Koud water voor wc en handwasbakje; Koud en warm water voor ligbad/douche (afhankelijk wat opgenomen is onder punt sanitaire toestellen ) en enkele lavabo Koud water voor C.V. en wasmachine; Koud en warm water voor aanrecht (De aanvoer van het koud water voor de vaatwasmachine zal gekoppeld worden aan de aanvoer koud water van de gootsteen) Indien toestellen verplaatst, bijgevraagd of weggelaten worden hetgeen wijzigingen in het sanitaire leidingnet veroorzaakt wordt er een verrekening gemaakt op basis van de inplanting op het plan en de hoger vernoemde voorzieningen. Deze werken zullen uitgevoerd worden na schriftelijk akkoord van de koper. Elke gewenste wijziging van het leidingnet moet aan de klantenbegeleiding worden gemeld uiterlijk op de datum die bij de start van de kopersbegeleiding zal worden vastgelegd, dit om vertragingen in besteltermijnen van materialen en plaatsingstermijnen te vermijden. Sanitaire toestellen badkamer en toilet Volgende toestellen zijn in de basis inbegrepen, inclusief de plaatsing ervan: Hang WC Handwasbakje incl. kraanwerk Bad incl. kraanwerk Badkamermeubel met enkele wastafel en spiegelpaneel De particuliere handelswaarde voor een appartement met één badkamer bedraagt 2.350,00 euro (Excl. BTW). Versie FBE p 10-18

12 2. Keuken appartementen Er wordt per appartement een geïnstalleerde keuken van hoogwaardige kwaliteit en kunststof werkblad voorzien, volgens het ontwerp opgemaakt door de keukenleverancier. De dampkap is verplicht met koolstoffilter met recirculatie. Andere dampkappen zijn niet toegelaten. De keukens worden standaard uitgerust met de hiernavolgende toestellen: Spoeltafel met eengreepsmengkraan; Dampkap met koolstoffilter; Elektrische keramische kookplaat; Conventionele oven; Koelkast ; Vaatwasmachine; De particuliere handelswaarde bedraagt 5.000,00 euro (excl. BTW). Indien de koper optioneel kiest voor een inductiekookplaat met een hoog vermogen, dient na gekeken te worden of de elektische installatie voldoet. Zoniet moet de elektrische installatie verzwaard worden. Dit zal deel uitmaken van een verrekeningsvoorstel Leverancier: volgens bijlage. Van de vooropgestelde budgetten kan niet in min worden afgeweken. 3. Elektrische installatie De installatie wordt uitgevoerd volgens de Belgische normen, het Algemeen Reglement op de Elektrische Installatie (AREI) en de voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij. De installatie wordt gekeurd door een erkend organisme. Ieder appartement is voorzien van een mono-fasige aansluiting (230V 40A) en heeft een afzonderlijke dag- en nachtteller, geplaatst in het gemeenschappelijke tellerlokaal. Het individuele elektrische verdeelbord bevindt zich in de berging van het appartement en is uitgerust met automatische zekeringen, verliesstroomschakelaars (300mA en 30mA) en een aangepaste aarding. De elektrische leidingen vertrekken vanaf dit verdeelbord naar de verschillende lichtpunten en contactdozen van het appartement. In alle bewoonbare ruimten zullen de leidingen of kabels ingewerkt worden in de muren, plafonds en vloeren. In de niet-bewoonbare ruimten, o.a. garage en berging (kelder) zullen ze in opbouw geplaatst worden en dus zichtbaar zijn. Alle afdekplaten zijn uitgevoerd in kunststof wit type Niko Original. Er zijn geen lichtarmaturen voorzien in de privatieve delen. De koper dient dus zelf de verlichtingsarmaturen te plaatsen, na de voorlopige oplevering van het appartement. Spotjes mogen enkel geplaatst worden in luifels of valse plafonds. (Om akoestische redenen mogen sparingen voor spots niet in de breedvloerplaten of welfsels gemaakt worden.) Eventuele verlichtingsarmaturen op terrassen zijn wel in basis voorzien. Merk en type hiervan wordt gekozen door de architect en de bouwheer. De koper kan deze niet wijzigen aangezien dit een impact heeft op het uitzicht van het gebouw. Volgende elektrische punten worden als basis voorzien in een appartement: Woonkamer Keuken 2 lichtpunten aan plafond met elk 1 schakelaar (bij een aparte nachthal zal voor 1 lichtpunt een wisselschakelaar voorzien worden) 5 enkele stopcontacten op plinthoogte 1 aansluitpunt tv distributie op plinthoogte (coax) 1 aansluitpunt UTP (voor digitale tv) op plinthoogte 1 aansluitpunt telefoon op plinthoogte 1 kamerthermostaat 1 videofooninstallatie met deuropener indien van toepassing 1 lichtpunt onder hangkasten voor Tl-armaturen of spots met 1 schakelaar 1 lichtpunt aan plafond met 1 schakelaar 4 enkele stopcontacten boven werkblad Versie FBE p 11-18

13 1 enkel stopcontact voor de koelkast (technisch stopcontact) 1 enkel stopcontact voor de oven (technisch stopcontact) 1 aansluitpunt voor de keramische kookplaat (technisch stopcontact) 1 enkel stopcontact voor de dampkap (technisch stopcontact) 1 enkel stopcontact voor de vaatwasmachine (technisch stopcontact) Inkomhal (indien van toepassing) Toilet Berging: 1 lichtpunt aan plafond met 2 schakelaars 1 enkel stopcontact op plinthoogte 1 drukknop deurbel in de gemeenschappelijke hal 1 lichtpunt aan plafond met 1 schakelaar 1 lichtpunt aan plafond met 1 schakelaar 1 enkel stopcontact op plinthoogte 2 enkele stopcontacten voor aansluiting wasmachine en droogkast (technisch stopcontact) verdeelbord met automatische zekeringen, differentieelschakelaar(s) verdeelpunt per appartement voor tv distributie en telefoon. 1 enkel stopcontact CV (technisch stopcontact) 1 enkel stopcontact voor ventilatieunit (technisch stopcontact) Berging kelder (indien van toepassing): Badkamer: 1 lichtpunt aan plafond met 1 tijdschakelaar of deurcontact, aangesloten op de teller van de gemeenschappelijke delen. 1 lichtpunt aan plafond met 1 schakelaar 1 lichtpunt badkamermeubel met 1 schakelaar 2 enkele stopcontacten Nachthal (indien van toepassing): 1 lichtpunt aan plafond met 2 schakelaars 1 enkel stopcontact op plinthoogte Slaapkamer 1 (hoofdslaapkamer): 1 lichtpunt aan plafond met 2 schakelaars 3 enkele stopcontacten op plinthoogte 1 aansluitpunt tv distributie op plinthoogte (coax) Andere slaapkamer(s) of bureel: Terras - Tuin: 1 lichtpunt aan plafond met 1 schakelaar 2 enkele stopcontacten op plinthoogte 1 buitenarmatuur (type en plaats wordt bepaald door architect)is voorzien met schakelaar Privatieve traphal (indien van toepassing) 1 lichtpunt tussen 2 verdiepingen 1 schakelaar per verdieping 4. Parlefoon- en videofooninstallatie: In het brievenbusgeheel van het appartementsgebouw wordt een oproeptoestel geïnstalleerd. De videofoon ontvanger wordt in ieder appartement geïnstalleerd in de woonkamer. Deze bedient tevens de inkomdeur via een elektrisch slot. Aan de inkomdeur van elk appartement wordt een beldrukknop voorzien welke een zoemer bedient. Versie FBE p 12-18

14 De entiteiten die een voordeur hebben die rechtstreeks uitgeeft op het publiek toegankelijke deel, hebben geen videofoon, maar enkel een beldrukknop aan de voordeur en zoemer in de woning. 5. Teledistributie en telefoon: Het buizennet met standaardbekabeling voor de aansluiting van teledistributie en telefoon is voorzien in elk appartement. Elk appartement wordt uitgerust met 1 telefoon aansluitingspunt, verbonden via een datakabel (UTP Cat 5) met een centraal aansluitingspunt in de berging. Dit centraal aansluitingspunt is verbonden met het technisch lokaal voor telefonie. Elk appartement wordt uitgerust met 2 teledistributie aansluitingspunten welke zijn verbonden via een coaxkabel (goedgekeurd door de distributiemaatschappij) met een centraal aansluitingspunt in de berging. Elk appartement wordt uitgerust met 1 data aansluitingspunt welke verbonden is met een centraal aansluitingspunt in de berging. 6. Centrale Verwarming en warmwaterproductie De appartementen worden elk individueel verwarmd door middel van een condenserende gaswandketel met gesloten verbrandingskamer op aardgas, geplaatst in de buurt van de leidingenkoker in de berging of keuken. Het vermogen van de ketel wordt bepaald door het studiebureau. De gaswandketel wordt gestuurd door een centrale kamerthermostaat met dag- en nachtregeling. De leidingen worden uitgevoerd in geïsoleerde kunststofleidingen. De collector wordt open geplaatst in de nabijheid van de ketel, zonder omkasting. De berging zal voldoende verlucht worden. De warmte-afgifte gebeurt door middel van compacte plaatstalen radiatoren geselecteerd op regime 70/50 en norm NBN EN 442, in standaard gelakte afwerking, witte kleur. De aansluiting van de verwarmingselementen gebeurt via de wand. De aanvoerbuizen van de radiator worden in de omkasting van de radiator geïntegreerd. Elke ruimte wordt voorzien van thermostatische kranen. Er worden geen radiatoren geplaatst in toiletten, bergingen, nacht/inkomhal en gemeenschappelijke ruimten, tenzij dit noodzakelijk blijkt uit berekeningen ingenieur of installateur. De studie met betrekking tot het warmteverlies wordt berekend volgens de oppervlakte van het individuele appartement en de complete situering van het gebouw. Deze studie wordt uitgevoerd door de ingenieur of installateur. De temperatuurregeling gebeurt door middel van een digitale kamerthermostaat, geplaatst in de woonkamer. Volgende lokaaltemperaturen worden gegarandeerd bij -8 C buitentemperatuur conform NBN B62-003: woonkamer, keuken 22 C slaapkamer 18 C badkamer 24 C toilet, berging, gang, traphal, garage, niet verwarmd Elk appartement beschikt over een eigen gasteller welke zich in een centraal tellerlokaal bevindt conform de richtlijnen van de nutsmaatschappij. Appartementen - Sanitair Warm Water (SWW) De warmwaterproductie gebeurt direct door een condenserende gaswandketel met doorstromer. Alle sanitaire apparatuur wordt gevoed met warm water vanaf de collector via flexibele kunststofleidingen. De collector wordt open geplaatst in de nabijheid van de ketel, zonder omkasting. De warmwaterproductie is gebaseerd op een maximaal debiet van 12 l/minuut. De keuze van kraanwerk kan een verhoging van het debiet vereisen. Daarom zal het studiebureau technieken eerst Versie FBE p 13-18

15 onderzoeken of bepaalde keuzes technisch mogelijk zijn. Eventuele meerkosten zullen aan de koper worden doorgerekend. 7. Ventilatie Het gebouw is voorzien van een ventilatiesysteem met natuurlijke toevoer van verse lucht en mechanische afvoer van bezoedelde lucht (type C of C+) zodat alle appartementen voldoen aan de minimale ventilatie eisen die worden opgelegd door de EPB-reglementering die van toepassing is op het moment van indiening van de bouwaanvraag. De aanvoer van verse lucht zal gebeuren via verluchtingsroosters in de raamprofielen van de droge ruimten. De afvoer van bezoedelde lucht zal gebeuren via de natte lokalen. Alle zichtbare luchtafvoer- en toevoerpunten (bergingen, toiletten en sanitaire lokalen) worden uitgevoerd in witte zelfregelende ventilatieventielen. Verluchtingskanalen in de berging (appartementen) worden zichtbaar tegen het plafond gemonteerd. In andere ruimtes worden deze weggewerkt volgens de voorkomende aanduidingen op plan en in functie van de evolutie van de technische studies. Dampkap De keuken moet verplicht worden voorzien van een dampkap met koolstoffilter. Droogkast Er worden geen luchtafvoerkanalen voorzien voor de droogkast. Deze zullen daarom verplicht van het condenserende type voorzien worden. Versie FBE p 14-18

16 HOOFDSTUK 6: ALGEMENE VOORWAARDEN 1. Keuze van leveranciers, onderaannemers en bouwmaterialen. Voor iedere post van afwerking is een leverancier of onderaannemer door de aannemer gekozen. Deze firma s zijn op de hoogte van de standaardvoorzieningen. Het is aan de bouwheer toegestaan wijzigingen uit te voeren aan de keuze van materialen, doch slechts bij de aangeduide leveranciers, waarmee reeds contractuele bepalingen werden vastgelegd. Het is de bouwheer niet toegelaten werken, van om het even welke aard vóór de voorlopige oplevering van het gebouw door derden te laten uitvoeren, uitgezonderd met schriftelijke toelating van de projectmanager en/of aannemer. De projectmanager en/of aannemer neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor wijzigingen waarvan hij niet werd op de hoogte gebracht. De bouwheer mag pas werken uitvoeren na de voorlopige oplevering. Indien een andere leverancier of onderaannemer door de bouwheer wordt gekozen met toestemming van de projectmanager en aannemer, dan zal er een schadevergoeding van 30% ten aanzien van de vooropgestelde budgetten aan de aannemer verschuldigd zijn ter compensatie van het risico en de winstderving. De aannemer draagt in dat geval geen verantwoordelijkheid meer inzake organisatie en/of coördinatie over de door de bouwheer aangestelde leveranciers en/of onderaannemers. Deze leveranciers en/of onderaannemers kunnen de werken pas aanvatten na voorlopige oplevering. De wijzigingen die zouden aangebracht worden aan dit beschrijvend lastenboek op aanvraag van de bouwheer, zullen enkel de afwerking mogen betreffen. Bovendien mag hierdoor geen vertraging veroorzaakt worden in de termijn van uitvoering van het geheel der werken of schade berokkend worden aan de onderneming. De projectmanager, aannemer, architect en ingenieur zijn volstrekt vrij al dan niet in te gaan op dergelijke vragen van de bouwheer. Op alle uitgevoerde veranderingswerken wordt een meerkost aangerekend voor de administratie en coördinatiekosten. De veranderingswerken worden betaald na uitvoering. Door het feit een belangrijke wijziging aan te brengen ziet de bouwheer af van zijn afgesproken opleveringsdatum. Mede omwille van redenen van coördinatie en verantwoordelijkheid kunnen de wijzigingen en meerwerken alleen uitgevoerd worden door onderaannemers aangeduid door de aannemer en/of projectmanager. De aannemer kan nooit aansprakelijk gesteld worden voor de gebreken van grondstoffen, materialen en producten van een bepaalde kwaliteit, herkomst of type en hun verwerking, opgelegd door de bouwheer, in weerwil van het schriftelijk voorbehoud van de aannemer of de projectmanager, noch voor de gebreken, veroorzaakt of verergerd door de bouwheer na de voorlopige oplevering. Er wordt echter beklemtoond dat de aannemer zich steeds, en onder welke voorwaarden hoegenaamd ook, uitdrukkelijk en exclusief het recht voorbehoudt, al dan niet in samenspraak of op initiatief van de architect en/of projectmanager, om aanpassingen of wijzigingen aan te brengen daar waar hij het nodige acht, zowel wat betreft de uiteindelijke keuze van de bouwmaterialen als de in uitvoering gebrachte bouwwerkzaamheden, zolang de prijs en de kwaliteit van deze materialen niet lager zal zijn dan oorspronkelijk voorzien. De aannemer is niet aansprakelijk voor de kleine wijzigingen inzake constructie, maten en kleuren, door de fabrikant aangebracht. Worden niet beschouwd als gebrek in de conformiteit, als een zichtbaar of verborgen gebrek: lichte verschillen in de kleur of lichte verschillen in de afmetingen van het goed, voor zover deze vanuit technisch oogpunt niet te voorkomen zijn of algemeen aanvaard zijn of eigen zijn aan de gebruikte materialen. Alle meubilair en uitrusting vermeld op de bouw- en verkoopsplannen zijn enkel vermeld ten indicatieve en informatieve titel, met uitzondering van hetgene dat omschreven staat in dit lastenboek. De gebouwen worden opgetrokken in duurzame materialen van eerste keus, vrij van alle gebreken, die de stevigheid en het esthetische uitzicht van het gebouw waarborgen. 2. Toegang tot de werf De bouwheer zal slechts toegang hebben tot de bouwwerf mits voorafgaandelijk akkoord en voor zover hij begeleid is van een afgevaardigde van de projectmanager en/of aannemer. Dit kan slechts na afspraak, en dit op uitsluitend risico en gevaar van de bouwheer, zonder enig mogelijk verhaal tegenover de projectmanager en/of aannemer. Dit vooral om redenen van veiligheid en in overeenstemming met de verzekeringsvoorwaarden. De bouwheer duidt de projectmanager aan als zijn vertegenwoordiger en gelast de projectmanager met verantwoordelijkheden van bouwheer. De bouwheer komt bijgevolg zelf niet tussenbeide in het Versie FBE p 15-18

17 realisatieproces van het op te richten gebouw, noch zal hij rechtstreeks contact opnemen met de uitvoerders en aanduidingen of wijzigingen aan hen meedelen. Alle informatie dient via de projectmanager of de door hem aangestelde verantwoordelijke te verlopen. Bij gebrek hieraan zal de bouwheer verantwoordelijk zijn voor de eventuele schade hierdoor veroorzaakt. De bouwheer is gehouden zijn eventuele opmerkingen mee te delen bij de voorlopige oplevering. 3. Verzekering & risico, overdracht. De aannemer sluit een ABR verzekeringspolis af die loopt tot aan de voorlopige oplevering. Na de voorlopige oplevering wordt deze ABR verzekeringspolis vervangen door een blokpolis. Deze blokpolis dient door de bouwheer te worden afgesloten. De overdracht van risico s overeenkomstig artikels 1788 en 1789 van het Burgerlijke Wetboek zal geschieden bij de voorlopige oplevering. 4. Opleveringen - uitvoeringstermijnen Indien de bouwheer tijdelijk de stopzetting of stillegging van de werken beveelt, heeft de aannemer in ieder geval recht op onmiddellijke betaling van de waarde van de uitgevoerde werken. De aannemer heeft eveneens recht op schadeloosstelling indien daartoe grond bestaat. Voor de door de bouwheer bevolen of aan hem te wijten onderbrekingen, die niet in het bijzonder bestek werden bepaald en die zich in de contractueel vastgelegde uitvoeringstermijn voordoen en over het algemeen 1/20ste van deze termijn, en tenminste 10 werkdagen overschrijden, heeft de aannemer het recht een schadeloosstelling te vorderen waarvan het bedrag in gemeen overleg wordt vastgelegd. De bouwheer mag niets ondernemen waardoor de uitvoering van de werken vertraging zou kunnen oplopen: zo dient hij binnen de 15 kalenderdagen te antwoorden op elk verzoek van de projectmanager en/of aannemer dat gericht is op de afwerking van het gebouw (zoals verzoek tot materiaalkeuze). Indien de gevraagde keuzes niet gemaakt zijn tegen de bepaalde deadline, zal het betreffende lot volgens de basis uitgevoerd worden. Wanneer de werken door toedoen van de bouwheer voor een periode van minstens 30 kalenderdagen worden onderbroken, dient aan de aannemer een voorschot op de eerstvolgende betalingsschijf te worden betaald, die gelijk is aan de waarde van de reeds uitgevoerde werken. 5. Plannen - Erelonen Plannen : De getekende meubelen, kasten, tuininrichtingen en toestellen zijn enkel ten titel van indicatie aangeduid. De secties en plaatsing der kolommen en balken worden bepaald door de raadgevende ingenieur, die de stabiliteitsplannen opmaakt in samenspraak met de architect. Zichtbare balken en kolommen zullen als normaal worden beschouwd, evenals sommige leidingen, al dan niet vermeld op de plannen. De oppervlaktes van de privatieve delen worden als volgt berekend: De maten worden genomen op de buitenzijde van de gevels en op de as van de gemeenschappelijke muur. Beloopbaar oppervlakte tot een vrije hoogte van 1,50 m De oppervlakten van de kokers worden niet afgetrokken. De terrassen, balkons en tuinen zijn opgemeten volgens hun omtrek, inclusief de eventuele steunmuren. 6. Zettingen De aandacht van de bouwheer wordt gevestigd op het feit dat het gebouw nieuw is en dat er zich bijgevolg een lichte zetting kan voordoen, veroorzaakt door temperatuurschommelingen, waardoor lichte barsten verschijnen. Noch de projectmanager, noch de aannemer, noch de architect, noch de ingenieur kunnen hierdoor verantwoordelijk worden gesteld. De projectmanager en/of aannemer is tevens niet verantwoordelijk voor de schade teweeggebracht door te vroegtijdige schilder- en behangwerken. 7. Veiligheidscoördinator De projectmanager stelt een veiligheidscoördinator aan met opdracht tot coördinatie van de veiligheid tijdens de uitvoering van dit bouwproject. De kosten zijn inbegrepen in de ontwikkelingskost. Versie FBE p 16-18

18 8. Eerste opkuis Het gebouw wordt voor de voorlopige oplevering droog schoongemaakt, met verwijdering van alle puin en bouwafval. 9. Zijn niet inbegrepen in de verkoopprijs Indien door de bijkomende werken besteld worden waardoor verwarming/bouwdrogers noodzakelijk zijn bij de uitvoering van deze werken, is deze kost ten laste van de bouwheer (bv parket). De kosten van meerwerken of afwijking van de voorziene standaardmaterialen qua afwerking zijn niet inbegrepen. Ze worden vermeld in terzake opgestelde documenten met de door de bouwheer weerhouden keuze van wijzigingen en worden apart verrekend. Versie FBE p 17-18