Reglement voor de certificatie van beveiligingsondernemingen

Transcriptie

1 Comité Electrotechnique Belge asbl Belgisch Elektrotechnisch Comité vzw Diamant Building Bd A. Reyerslaan, Bruxelles/Brussel Tel : 02/ Fax : 02/ centraloffice@ceb-bec.be IBAN: BE TVA/BTW : BE COMITE DE GESTION DE LA MARQUE INCERT COMITE VOOR HET BEHEER VAN HET MERK INCERT Reglement voor de certificatie van beveiligingsondernemingen Rev. 9 Art : Geldigheid van het certificaat (verduidelijking) Art 7.6: Vrijwillige verandering van certificatie-instelling Art 7.7: Lijst van gecertificeerde beveiligingsondernemingen Bijlage 2: Indicatieve checklist voor de administratieve audit Doc. nr: REV. 9 (NL) Vertaling 1/30

2 Inhoud Definities, referenties en afkortingen... 3 Art. 1 Toepassingsgebied... 5 Art. 1.1 Reglement voor de certificatie van beveiligingsondernemingen Art. 1.2 Toepassingsreglementen... 5 Art. 1.3 Aanvullende reglementen... 5 Art. 1.4 Instructies van de certificatie-instelling... 5 Art. 2 Certificatie-instelling... 5 Art. 2.1 Mandaat... 5 Art. 2.2 Correspondentie... 5 Art. 3 Dossier voor certificatieaanvraag... 6 Art. 4 Kenmerken en gebruik van het merk van overeenkomstigheid... 6 Art. 5 Certificatieprocedure... 6 Art. 5.1 Informatieverzoek... 6 Art. 5.2 Certificatieovereenkomst... 6 Art. 5.3 Bevestiging van ontvankelijkheid van de certificatieaanvraag... 8 Art. 6 Certificaat... 9 Art. 6.1 Voorwaarden voor de certificering... 9 Art. 6.2 Levering van het certificaat Art. 6.3 Draagwijdte van het certificaat Art. 6.4 Weigering van het certificaat Art. 6.5 Geldigheidsduur van het certificaat Art. 6.6 Inhoud van het certificaat Art. 7 Opvolging van de certificatie Art. 7.1 Periodieke controles Art. 7.2 Leveringen van inbraakdetectie-installaties tijdens de certificaatperiode Art. 7.3 Wijziging van de technische specificaties en van de reglementen Art. 7.4 Wijziging van een certificaat Art. 7.5 Opschorting door de certificaathouder Art. 7.6 Vrijwillige verandering van certificatie-instelling Art. 7.7 Lijst van gecertificeerde beveiligingsondernemingen Art. 8 Financieel stelsel Art. 8.1 Financieel reglement Art. 9 Klachten Art. 9.1 Klachten m.b.t. de gecertificeerde beveiligingsonderneming of m.b.t. de inbraakdetectieinstallaties die zij geleverd heeft Art. 9.2 Klachten m.b.t. de bescherming van het INCERT-merk Art. 10 Sancties Art Bijzondere bepalingen Art. 11 Beroep en hoger beroep Art Beroep Art Hoger beroep Art. 12 Geschillen BIJLAGE 1: Bestek ontwerpvoorstel BIJLAGE 2: Indicatieve checklist voor de administratieve audit BIJLAGE 3: Indicatieve checklist voor de technische inspectie Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 2/30

3 Definities, referenties en afkortingen Definities Aanvrager Beveiligingsonderneming Certificaathouder Certificaat [van overeenkomstigheid] Certificatie-instelling Beveiligingsonderneming die bij een certificatie-instelling een certificaat aanvraagt. Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een activiteit uitoefent bestaande in de blijvende of tijdelijke levering aan derden van diensten van conceptie, installatie, onderhoud of herstelling van inbraakdetectie-installaties. Beveiligingsonderneming aan wie de certificatie-instelling een certificaat heeft verleend, en die op grond hiervan het merk van overeenkomstigheid kan gebruiken in verband met de uitgevoerde inbraakdetectie-installaties. Document, uitgegeven overeenkomstig de regels van een certificatiesysteem, dat met vertrouwen aangeeft dat een beveiligingsonderneming zijn inbraakdetectie-installaties overeenkomstig de betreffende technische specificaties plaatst. Instelling die door het Comité voor het beheer van het merk Incert gemachtigd wordt om certificaten af te leveren. Certificatieovereenkomst Overeenkomst tussen een certificatie-instelling en een beveiligingsonderneming, met als voorwerp het certificeren van de beveiligingsonderneming. Certificatiereglement Document dat de procedure- en beleidsregels van het certificatiesysteem vastlegt. Certificatiesysteem Conformiteitsverklaring Inbraakdetectie-installatie Systeem met geëigende procedure- en beleidsregels voor het uitvoeren van certificatie. Document waarin de beveiligingsonderneming verklaart dat de door haar uitgevoerde inbraakdetectie-installatie in overeenstemming is met de bepalingen van de technische specificaties die er betrekking op hebben. De installatie die tot doel heeft om misdrijven tegen personen of goederen te voorkomen of vast te stellen. Inspectie Door een inspectie-instelling uitgevoerde controle, om de conformiteit met de eisen van een technisch document te waarborgen Inspectie-instelling Kwaliteitssysteem Comité voor het beheer van het merk INCERT Merk [van overeenkomstigheid] Niet-overeenkomstigheid Een door de certificatie-instelling erkend organisme dat in het betrokken domein geaccrediteerd is volgens de vereisten van de norm ISO Organisatiestructuur, procedures, processen en middelen die nodig zijn voor de implementatie van de kwaliteitszorg. Comité bevoegd verklaard door het Belgisch Elektrotechnisch Comité om in te staan voor het beheer van het merk INCERT, en het toezicht op de certificatie van producten en diensten die aan de eisen van dit merk beantwoorden. Het beschermde merk INCERT, aangebracht of afgegeven overeenkomstig de regels van het certificatiesysteem, dat aangeeft dat er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de betreffende beveiligingsonderneming en de door haar geleverde inbraakdetectie-installaties in overeenstemming zijn met de technische specificaties die er betrekking op hebben. Wat niet in overeenstemming is met of een inbreuk is op de technische specificaties of de reglementaire bepalingen. Overeenkomstigheid Eigenschap van een beveiligingsonderneming of een installatie in overeenstemming te zijn met de bepalingen van de technische specificaties die er betrekking op hebben. Sanctie Dwingende maatregel die door de certificatie-instelling wordt opgelegd aan de certificaathouder, wanneer ze geen vertrouwen meer heeft in diens vermogen om doorlopend de overeenkomstigheid van de beveiligingsonderneming en de door Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 3/30

4 Technische documenten haar geleverde inbraakdetectie-installaties te waarborgen en de geloofwaardigheid van het merk te behouden. Document dat de technische kenmerken specificeert waaraan een beveiligingsonderneming en de door haar geleverde inbraakdetectie-installaties moeten voldoen (een norm, een technische goedkeuring of elk ander referentiedocument). Referenties EN 45011: 1988 Algemene criteria voor certificatie-instellingen die productcertificatie uitvoeren (ISO Guide/IEC 65: 1996) T 015/2 van het BEC Algemene voorschriften voor de inbraakalarmsystemen ISO Algemene criteria voor het functioneren van verschillende soorten instellingen die keuringen uitvoeren Afkortingen BEC BELAC EA INCERT PCP 79 Belgisch Elektrotechnisch Comité BELgische ACcreditatie-instelling European Cooperation for Accreditation INtrusion CERTification Prenormalisatie commissie van het BEC Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 4/30

5 Art. 1 Art. 1.1 Art Art. 1.2 Art Art. 1.3 Art Art. 1.4 Art Art. 2 Art. 2.1 Art Art Art. 2.2 Art Toepassingsgebied Reglement voor de certificatie van beveiligingsondernemingen. Dit reglement regelt de verlening van certificaten van overeenkomstigheid voor beveiligingsondernemingen, op grond waarvan de certificaathouder het INCERTmerk van overeenkomstigheid mag gebruiken. Toepassingsreglementen Dit reglement voor de certificatie van beveiligingsondernemingen wordt aangevuld door de technische nota T 015/2 "Algemene voorschriften voor de inbraakalarmsystemen van het Belgisch Elektrotechnisch Comité, de eventuele toepassingsreglementen uitgevaardigd door het Comité voor het beheer van het merk Incert alsook de eventuele «decision sheets» met betrekking tot dit toepassingsgebied. Aanvullende reglementen Het Algemeen reglement van het merk INCERT en het INCERT-financieel reglement. Instructies van de certificatie-instelling De certificatie-instelling kan aanvullende instructies uitvaardigen of bijkomende maatregelen treffen: (1 ) onder toezicht van het Comité voor het beheer van het merk Incert wanneer het de interpretatie of toepassing van de reglementen betreft, of (2 ) onder toezicht van de pre normalisatie commissie PCP 79 van het BEC wanneer het de technische documenten betreft. Certificatie-instelling Mandaat Het Comité voor het beheer van het merk Incert duidt, overeenkomstig het Algemeen reglement van het merk INCERT, de certificatie-instellingen aan die certificaten met betrekking tot dit merk kunnen toekennen. Een gemandateerde certificatie-instelling mag optreden tegen elk misbruik van het INCERT-merk door certificaathouders, en tegen ongegronde verwijzingen naar de technische specificaties die gebruikt worden in het kader van de onderhavige certificatie. Correspondentie De aanvrager of certificaathouder richt alle correspondentie met betrekking tot het INCERT-merk aan de betrokken certificatie-instelling, met uitzondering van : - de correspondentie met een inspectie-instelling over haar werkzaamheden en bevoegdheden voor de evaluatie van de conformiteit van beveiligingsinstallaties; - het hoger beroep tegen een beslissing van de certificatie-instelling, dat wordt betekend aan de bevoegde beroepsinstantie. In dit laatste geval ontvangt de certificatie-instelling telkens een kopie van deze correspondentie. Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 5/30

6 Art. 3 Art. 3.1 Art. 3.2 Art. 3.3 Art. 4 Art. 4.1 Art. 5 Art. 5.1 Art Art Dossier voor certificatieaanvraag Voor elke beveiligingsonderneming die een vennootschap met afgescheiden rechtspersoonlijkheid vormt, of die als handelszaak uitgebaat wordt in het kader van een éénmanszaak, moet een afzonderlijk certificaat worden aangevraagd, en moet een afzonderlijk dossier voor certificatieaanvraag worden opgesteld. Dit dossier omvat minstens de volgende gegevens: - het bewijs van erkenning door de FOD Binnenlandse Zaken; - de lijst van exploitatiezetels, met adres en beschrijving van de activiteiten; - het contract en attest van verzekering (zie 6.1.2); - het attest dat het bedrijf zich niet in faillissement, concordaat of vereffening bevindt (zie 6.1.6); - het organigram, de lijst van het personeel en de beschrijving van hun ervaring; - het attest dat bevestigt dat de ondernemer niet het voorwerp uitmaakt van een vonnis (zie art 6.1.6); - het attest dat bevestigd dat de beveiligingsonderneming voldoet aan de fiscale en sociale verplichtingen (zie art 6.1.6). De certificatie-instelling kan in een toepassingsreglement eisen dat bijkomende documenten of gegevens aan haar voorgelegd worden. Dit dossier dient ten allen tijde ter beschikking te zijn bij de beveiligingsonderneming. De beveiligingsonderneming zorgt ervoor dat het dossier steeds de werkelijke situatie weergeeft. Zij brengt de certificatie-instelling tevens op de hoogte van elke verandering in de gegevens opgenomen in art. 3.2, wanneer deze van belang zijn voor de beveiligingsactiviteit en beschrijft de invloed daarvan op de prestaties van de beveiligingsonderneming. Kenmerken en gebruik van het merk van overeenkomstigheid Het Algemeen reglement van het merk INCERT bepaalt de kenmerken van het merk van overeenkomstigheid en de regels voor het gebruik ervan. Certificatieprocedure Informatieverzoek De certificatie-instelling stelt de aanvrager die hierom vraagt schriftelijk op de hoogte van de principes van het certificatiesysteem. Zij bezorgt hem hiertoe minstens de volgende documenten: - het Algemeen reglement van het merk INCERT, - onderhavig reglement voor de certificatie van beveiligingsondernemingen, - de lijst van de geldende technische documenten, - de lijst van de door haar erkende inspectie-instellingen. Zo dit nuttig blijkt, stuurt ze tevens : - een voorstel van certificatieovereenkomst, - een overzicht van de samenstelling van het certificatiedossier. Art. 5.2 Certificatieovereenkomst Art De beveiligingsonderneming die de certificatie aanvraagt, moet een certificatieovereenkomst afsluiten met een certificatie-instelling. In het jaar dat voor de datum van afsluiten van deze overeenkomst is verlopen, mag er ten opzichte van Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 6/30

7 haar geen sanctionele verbreking van haar certificatieovereenkomst hebben plaatsgevonden. Art In de certificatieovereenkomst verbindt de aanvrager zich ertoe: - de geldende reglementen van INCERT en van de betrokken certificatie-instelling na te leven, steeds in hun laatste, aangepaste versie; - alle controles te aanvaarden die in het kader hiervan nodig geacht worden; - zijn andere contractuele plichten ten aanzien van de certificatie-instelling na te komen; - alle maatregelen te treffen die nodig zijn opdat de overeenkomstigheid van elke onder het INCERT-merk geleverde installatie gewaarborgd is, ook deze die door de certificatie-instelling met het oog hierop opgelegd zouden worden; - alle inbraakdetectie-installaties die onder de wet van 10 april 1990 vallen in België steeds te realiseren, onder het INCERT-merk, conform het document T 015/2. - enkel goedgekeurd of Incert-gecertificeerd materiaal te installeren. Zo voor een bepaalde functie of noodwendigheid er geen aangepast INCERT gecertificeerd product toelaat te voldoen aan een van de eisen vereist om het alarmsysteem in overeenstemming te brengen met zijn risiconiveau, kan de betrokken beveiligingsonderneming een verzoek tot afwijking indienen bij het Sectorcomité om gelijkwaardig niet gecertificeerd materiaal te gebruiken en dit op basis van een gemotiveerd en gerechtvaardigd voorstel. Het gebruik van de component(en) die het voorwerp (is/zijn) van zulk een afwijking zal op de conformiteitsverklaring vermeld moeten worden. Een verzoek tot afwijking zal eveneens anticiperend door een beveiligingsonderneming ingediend kunnen worden in het kader van haar certificatieprocedure, voor de producten die zij goed kent, en die aan de volgende voorwaarden beantwoorden : exclusief verband houden met het beheer (hardware en/of software) en de hulpbesturing van het alarmsysteem, niet gecertificeerd kunnen worden als gevolg van technische karakteristieken die het hen niet toelaten te beantwoorden aan de Algemene voorschriften voor proeven op alarmsystemen - T 014 of T 014A of aan de Algemene voorschriften voor proeven op alarmsystemen met inbegrip van de eisen van de norm NBN EN T031 van het BEC of als gevolg van het feit dat de hoeveelheden die mogelijk op de Belgische markt kunnen afgezet worden, te beperkt zijn om de certificatiekosten te verantwoorden, In de twee gevallen moeten de producten : uitdrukkelijk door de klant opgelegd zijn in het lastenboek, onder zijn volle verantwoordelijkheid, in het bijzonder vermeld worden op de conformiteitsverklaring. Deze procedure moet de beveiligingsonderneming toelaten snel, op een efficiente manier, volstrekt terecht te beantwoorden aan de specifieke vragen van de betreffende markten. - alleen beveiligingswerken in onderaanneming geven, waarvoor een conformiteitsverklaring moet worden afgeleverd, aan een onderneming die zelf gecertificeerd is met uitzondering van de bekabeling. De naam van de onderaannemer zal vermeld worden in het technisch dossier; - zelf het onderhoud van de installaties voor dewelke zij een conformiteitsverklaring heeft afgeleverd te verzekeren of enkel uitbesteden aan een onderneming die zelf gecertificeerd is; - de indienststelling van alle installaties ook van uitbestede installaties zelf uit te voeren; Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 7/30

8 - op de gebruiker op voorhand op de hoogte brengen dat zijn/haar gegevens van de conformiteitsverklaring zullen opgenomen worden in een bestand van het CEB-BEC, in overeenstemming met de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gebruiker. Deze gegevens zullen enkel worden gebruikt om een geldige conformiteitsverklaring te kunnen opstellen en zullen in geen geval worden gebruikt voor direct marketingdoeleinden. Deze gegevens zullen geconsulteerd worden door de beveiligingsonderneming die de installatie heeft uitgevoerd om de nodige opvolging te garanderen, en door de CEB-BEC aangestelde certificatieinstellingen en de INCERT audit-instelling om de kwaliteit van het merk INCERT te kunnen waarborgen. De beveiligingsonderneming zal ook de gebruiker informeren over het recht zijn/haar persoonsgegevens te raadplegen; - een conformiteitsverklaring af te leveren voor elke installatie die zij plaatst. De conformiteitsverklaring van een installatie moet ondertekend worden door een personeelslid van de beveiligheidsonderneming, dat over de kwalificatiecertificaten ontwerp (conceptie) en installatie en onderhoud met betrekking tot inbraakbeveiliging beschikt, afgeleverd door opleidingscentra, erkend door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Bij gebrek hieraan, zal de verklaring moeten ondertekend worden door 2 personeelsleden van de beveiligingsonderneming, een die over het kwalificatiecertificaat ontwerp (conceptie) en een andere die over het kwalificatiecertificaat installatie en onderhoud met betrekking tot inbraakbeveiliging beschikt. - een conformiteitsverklaring af te leveren wanneer zij een installatie overneemt die reeds het voorwerp uitmaakte van een conformiteitsverklaring afgeleverd door een andere beveiligingsonderneming; - een nieuwe conformiteitsverklaring af te leveren wanneer dit gerechtvaardigd is als gevolg van een wijziging van de installatie bv; - voor alle installaties waarvoor de beveiligingsonderneming het regelmatig onderhoud verliest en waarvoor een conformiteitsverklaring werd gegeven, schriftelijk haar verloren klant verwittigen dat de afgeleverde conformiteitsverklaring niet meer geldig is. - vanaf het risiconiveau 2+, de risicoanalyse aan de conformiteitsverklaring toe te voegen. De risicoanalyse bevat minimum de volgende punten: Beschrijving van het risico, activiteit, inhoud, type van productie, ; Type van gebouw (bv.: beton/metselwerk, Ytong blokken, sandwichpanelen, ); Bezetting (bv.: onbezet tijdens de sluitingsperiodes, inwoner, conciërge, bewaking, ); Omgeving (bv.: woongebied, industriezone, vluchtwegen, sociale controle, ); Reeds aanwezige beveiligingen (bv.: toezicht, bewaking camera s, veiligheidspatrouille, andere ); Installatieplan van de detectie van het beveiligingssysteem als beschikbaar, en bij gebrek, een beschrijving van de installatie (bewaakte zones). Art. 5.3 Art Bevestiging van ontvankelijkheid van de certificatieaanvraag De certificatie-instelling bevestigt aan de aanvrager de ontvankelijkheid van de certificatieaanvraag zodra het dossier voor certificatieaanvraag volledig is en toelaat te beoordelen of de aanvrager in aanmerking komt om een certificaat aan te vragen en aan alle financiële verplichtingen in dat verband is voldaan. Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 8/30

9 Art. 6 Art. 6.1 Art Art Certificaat Voorwaarden voor de certificering De beveiligingsonderneming moet erkend zijn door de FOD Binnenlandse Zaken, dient een positief inspectieverslag te bekomen inzake conformiteit met de Technische Nota T 015/1 afgeleverd door een ISO geaccrediteerde inspectie-instelling in het desbetreffende gebied. De beveiligingsonderneming moet over volgende verzekeringen beschikken met een dekking gelijk of groter dan de hierna vermelde bedragen : - Burgerlijke aansprakelijkheid uitbating (per schadegeval) : Lichamelijke schade : Materiële schade : Toevertrouwde voorwerpen : Rechtsverdediging (per schadegeval) : Burgerlijke aansprakelijkheid na levering (per schadegeval en per verzekeringsjaar) : Lichamelijke schade : Materiële schade Art De beveiligingsonderneming moet aantonen dat zij over minstens 3 jaar ervaring beschikt, zowel wat de bedrijfsleider als het ontwerp, installatie en onderhoud betreft : - hetzij door te bewijzen dat voor elk van deze gebieden, een persoon actief binnen de onderneming over het desbetreffend vormingsattest beschikt afgeleverd door een vormingscentrum dat door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is erkend. Ondernemingen die geen uitbatingszetel in België hebben, dienen soortgelijke attesten conform de toepasbare lokale wetgeving voor te leggen, - hetzij door het voorleggen van kopieën van de drie laatste jaarverslagen die zij als erkende beveiligingsonderneming aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken heeft overgemaakt. Ondernemingen die geen uitbatingszetel in België hebben, dienen soortgelijke jaarverslagen conform de toepasbare lokale wetgeving voor te leggen. Bij gebrek aan deze ervaring, kan een voorlopig certificaat worden afgeleverd voor de periode van de ontbrekende ervaring. De maximale duur van dit voorlopig certificaat is drie jaar. In de loop van het eerste jaar van de voorlopige certificatie, worden halfjaarlijkse technische audits (in plaats van jaarlijkse) uitgevoerd. Op het einde van het eerste jaar, wordt een nieuwe administratieve audit uitgevoerd. Op basis van de resultaten van deze audits, al naargelang de onderneming heeft aangetoond dat zij over voldoende ervaring beschikt, wordt deze procedure van bijkomende audits hetzij stopgezet, hetzij voortgezet tijdens het tweede jaar van de voorlopige certificatieperiode of tot het einde van de voorlopige certificatieperiode indien nodig. Art De beveiligingsonderneming moet ten allen tijde over gekwalificeerde technici beschikken die hebben voldaan aan de wettelijke examens hiertoe : - heeft zij voldoende technici in dienst (installatie, onderhoud, dienst na verkoop) namelijk tenminste 2 full time equivalent technici voor de eerste schijf van 500 inbraakalarmsystemen waarvoor zij ten minste een factuur heeft opgesteld in de loop van de drie laatste jaren en een bijkomende technicus per begonnen bijkomende schijf van 500 inbraakalarmsystemen waarvoor zij ten minste een factuur heeft opgesteld. De term inbraakalarmsysteem waarvoor de onderneming tenminste een factuur heeft opgesteld heeft betrekking op het aantal lopende onderhoudscontracten op het moment van de administratieve audit en het aantal installaties dat wordt onderhouden of hersteld zonder Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 9/30

10 onderhoudscontract uitgevoerd in de loop van het jaar vóór de administratieve audit en het aantal nieuwe installaties gerealiseerd in de loop van het jaar vóór de administratieve audit. Voor één van de vereiste technici, kan de beveiligingsonderneming een geschreven overeenkomst afsluiten met een of meerdere andere gecertificeerde ondernemingen (*) voor zijn vervanging door gekwalificeerd personeel teneinde de continuïteit van de dienst aan de klant te verzekeren. Opmerking: De functie van technicus mag uiteraard worden verzekerd door een leidinggevend personeelslid of een ontwerper, voor zover zij in de wettelijke examens van installateur zijn geslaagd. - zorgt zij ervoor dat bij onbeschikbaarheid van haar technici (ziekte, vakantie of onvoorziene omstandigheden) deze worden vervangen door bekwaam personeel. Indien dit probleem niet binnen de onderneming kan worden opgelost, kan hieraan worden verholpen door een beroep te doen op de bijkomende technicus waarover de onderneming kan beschikken overeenkomstig de geschreven overeenkomst afgesloten met een of meerdere gecertificeerde ondernemingen (*). (*) Tijdens de behandeling van haar aanvraag tot certificatie, mag de beveiligingsonderneming een overeenkomst afsluiten met een andere onderneming die eveneens wordt gecertificeerd. Haar certificatie wordt evenwel geconditioneerd door de certificatie van de andere onderneming. Nota: Het aantal overeenkomsten dat een gecertificeerde beveiligingsonderneming kan afsluiten met andere ondernemingen teneinde hen te helpen (tijdelijke ter beschikking stelling van een technicus) is beperkt tot 2 overeenkomsten per technicus waarover de hulpverlenende beveiligingsonderneming beschikt. Art De beveiligingsonderneming moet, behalve het respecteren van de vereiste wettelijke vorming, het professionele bekwaamheidsniveau van zijn personeel waarborgen (met uitzondering van het administratief en logistiek personeel), door het personeel de noodzakelijke vorming te laten volgen en voornamelijk deze voorgesteld door de invoerders of fabrikanten van het beveiligingsmateriaal, met betrekking tot de alarmcentrales en de componenten die zij gebruiken. Deze opleidingen zullen systematisch opgetekend worden. Art De beveiligingsonderneming moet aan volgende voorwaarden voldoen: - Op zijn erewoord verklaren zich niet in staat van faillissement of vereffening te bevinden, het voorwerp niet uit te maken van een gerechtelijk akkoord of soortgelijke situatie resulterend uit een gelijkaardige procedure van kracht in een lidstaat van de Europese Unie, - Op zijn erewoord verklaren niet te zijn veroordeeld door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, voor een misdrijf dat het professioneel gedrag van de aannemer aantast, - Zijn sociale en fiscale verplichtingen (RSZ en BTW) te zijn nagekomen, en een getuigschrift voor te leggen, afgeleverd door de bevoegde autoriteit van de Staat, waaruit blijkt: dat hij in orde is met zijn verplichtingen betreffende het betalen van zijn belastingen en heffingen volgens de wettelijke voorschriften van het land waarin hij is gevestigd en volgens de Belgische wettelijke voorschriften, Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 10/30

11 dat hij in orde is met zijn verplichtingen betreffende de bijdragen van de sociale zekerheid volgens de wettelijke voorschriften van het land waarin hij is gevestigd, en dat, indien hij mensen tewerkstelt onderworpen aan de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid van de werknemers, hij in orde is op het gebied van de bijdragen van sociale zekerheid en bestaanszekerheid. Indien geen enkel hierboven vereist document of getuigschrift wordt afgeleverd door het betrokken land, kan het vervangen worden door een onder ede afgelegde verklaring door de betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst. Art De kwaliteitsregels verbinden de gecertificeerde beveiligingsonderneming ertoe een organisatiestructuur op punt te stellen die aan de hand van procedures, processen en/of nauwkeurige werkwijzen (gekend door het personeel), de commerciële, administratieve en technische prestaties waarborgt. De eisen vermeld in dit document zullen moeten omgezet worden in procedures, processen en/of werkwijzen, vrij uitgewerkt door de (kandidaat) gecertificeerde beveiligingsonderneming in overeenstemming met diens grootte, verleden en organisatie. De beveiligingsonderneming moet echter over geschreven procedures beschikken voor: - de behandeling van geschreven klachten, - de planning van het onderhoud, - de archivering van de klantendossiers. In het bijzonder zal er aandacht besteed worden aan het documentenbeheer (zie art en art ) waarbij het systematische gebruik, het klassement, de traceerbaarheid en het archiveren uiterst belangrijk zijn. Deze punten worden aandachtig bestudeerd tijdens de administratieve audits. Art De beveiligingsonderneming moet over aangepast efficiënt administratief en logistiek materiaal beschikken dat aangepast is aan de onderneming, zodanig dat de nodige acties snel kunnen genomen worden om de kwaliteit van de dienst na verkoop te kunnen waarborgen. Indien de beveiligingsonderneming installaties van niveaurisiconiveau 3 of 4 realiseert conform met T 015/2, moet zij over een informaticasysteem beschikken dat de uitvoering van up- en downloading mogelijk maakt. Tevens moet zij over een digitale ontvanger beschikken of op een technische feedback bij een alarmcentrale kunnen rekenen. Art De beveiligingsonderneming moet minstens over volgende administratieve documenten beschikken: - Gedetailleerde prijslijst, - Planning van het onderhoud, installaties en herstellingen (procedure/specifieke werkwijze), - Registratie van de gevolgde opleiding per personeelslid (zowel deze voorzien door de wet als deze door de leverancier), - Planning van de informatica back-ups (behalve de dagelijkse en/of wekelijkse back-up, zal men een maandelijkse back-up voorzien die vuurvrij of eventueel buiten de onderneming bewaard zal worden en een regelmatige update van de antivirus software), - Technische documentatie van het gebruikte materiaal (bibliotheek), - Technische documentatie eigen aan de uitoefening van het beroep (AREI, BECdocumenten, technische normen per sector, enz.), - Lijst van de gebruikte transmissieprotocols, - Organogram van de onderneming met de beschrijving van de verantwoordelijkheden. Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 11/30

12 Art De documentatie met betrekking tot het alarmsysteem zal door de beveiligingsonderneming opgesteld worden. - Ontwerpvoorstel van het systeem - Het ontwerpvoorstel van het systeem is gebaseerd op een risicoanalyse en neemt de rubrieken, voorgesteld in bijlage 1, over, - Deze dient als referentiedocument voor de installatie, - Het ontwerpvoorstel bevat ook een commercieel voorstel betreffende de installatie en het verplicht onderhoud van het systeem (contract af te sluiten door de gebruiker), - De beveiligingsonderneming zal de gebruiker op diens wettelijke verplichtingen wijzen, - Het voorstel zal ondertekend worden door de persoon die het ontwerp uitgewerkt heeft, - Technisch dossier van de beveiligingsonderneming Het technisch dossier van de beveiligingsonderneming mag bestaan uit papieren documenten en/of elektronische documenten. Dit dossier wordt bewaard bij de beveiligingsonderneming en bevat minstens de volgende documenten: - De technische specificaties eigen aan de installatie, - De zonebeschrijving, - De programmatiefiche van de centrale, - De lijst van al de geplaatste componenten en de beschrijving van de plaats, - De erkenningsnummers en/of certificatie van de componenten, - Checklist zoals aangegeven in T 015/2 betreffende de controles op het moment van de ontvangst, - Het opleveringsdocument van de installatie, - Hetzij een ééndraadschema, hetzij een plan waarop de ligging van elke component van het systeem is aangegeven, evenals een lijst van de kabels met de nummering van de verbindingen (kentekens), de overeenstemming kleuren/functies van de geleiders en aangesloten componenten, - Kopie van de conformiteitsverklaring, - De werkbonnen. Het dossier moet details aangeven betreffende de wijzigingen of uitbreidingen van het systeem. - Het opleveringsdocument van de installatie bevat minimum de volgende informatie: - verklaring dat de installatie volledig getest werd en operationeel is, met eventuele opmerkingen, - verklaring dat het systeem op gepersonaliseerde wijze geprogrammeerd werd voor de klant, - verklaring dat de handleiding van de installatie overhandigd werd aan de klant, - verklaring dat de wettelijke verplichtingen overhandigd werden aan de klant, - verklaring dat het gebruikersboekje overhandigd werd aan de klant, - eventuele opmerkingen, - datum van ontvangst, - naam en handtekening van de technicus, - naam en handtekening van de klant of zijn afgevaardigde. - Een werkbon bevat minimum de volgende informatie: - referenties van de klant, - aanvraag van de klant, - datum en uur van de interventie, - ter plaatse vastgestelde problemen, - personalia van de klant, - nummer van de ministeriële erkenning van de beveiligingsonderneming, Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 12/30

13 - type van de interventie (installatie, onderhoud, herstelling, ), - aansluiting op de alarmcentrale: naam van de alarmcentrale, aansluitingsnummer,, - commentaar/opmerkingen (voor de klant en/of de technicus), - te verzekeren opvolging, - deel technicus: o naam/referentie van de identificatiekaart afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, o uitgevoerde werken, o handtekening, - deel klant: o naam van de aanwezige persoon als afgevaardigde van de klant, o handtekening voor ontvangst. Opmerking: het ontvangstdocument van de installatie en de werkbon mogen een gelijksoortige vorm hebben. - Technisch dossier van de klant - Het technisch dossier overhandigd aan de klant bevat de volgende minimum informatie : - handleiding van de installatie, - kopie van de wettelijke schikkingen, - het gebruikersboekje, - de procedure in verband met de dienst na verkoop, - de lijst met de beschrijving van de zones, - de lijst van de geplaatste componenten en hun lokalisatie, - de erkenningsnummers en/of certificatienummers van de componenten, - het opleveringsbewijs van de installatie, - kopie van de conformiteitsverklaring, - de werkbonnen. Het dossier bevat alle details in verband met de wijzigingen of uitbreidingen van het systeem. Art De beveiligingsonderneming moet beschikken over een geschreven registratieprocedure en een systeem voor de behandeling van geschreven klachten van de klant, waarbij volgende punten geregistreerd worden: - Wanneer en hoe werd de klacht uitgedrukt, - Inhoud van de klacht, - Op welke manier werd de klacht behandeld, - Welke interne maatregelen werden er genomen of moeten er genomen worden om de situatie te verbeteren of om soortgelijke gevallen te voorkomen. Om dit te bekomen moet de onderneming een klachtenregister bijhouden. De eventuele documenten die betrekking hebben op de klacht zijn aan het klachtenregister toegevoegd. Art Art De onderneming moet over een systeem beschikken voor het beheer van nietconform materiaal (fysieke scheiding tussen het conform en het niet-conform materiaal, afzonderlijke stapelruimte, eventuele etikettering met aanduiding van de reden van de niet-conformiteit en vermelding van de naam of het nummer van de klant). De beveiligingsonderneming moet een systeem op punt stellen voor het bewaren en/of archiveren van documenten en computergestuurde gegevens om een langdurige bescherming te waarborgen. Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 13/30

14 Naar aanleiding van wijzigingen, herstellingen of onderhoud, zal de beveiligingsonderneming zich ervan vergewissen dat de documentatie steeds up to date is. De registraties van het systeem moeten toegankelijk zijn voor de verantwoordelijken voor het onderhoud van inbraakalarmsystemen, maar zullen steeds op een beveiligde manier bewaard worden overeenkomstig de Technische Nota T 015/1. Een geschreven archiveringsprocedure beschrijft de indeling van de verschillende rubrieken in de dossiers, de klassering van de dossiers, het onderscheid tussen de actieve dossiers (in uitvoering, onder onderhoudscontract, ) en de inactieve dossiers (niet langer klant, installatie waarop geen enkele interventie meer wordt uitgevoerd, ) en toegangsrecht tot de dossiers. De technische dossiers en documenten in verband met het inbraakalarmsysteem moeten gedurende drie jaar bewaard worden na het einde van de laatste interventie of onderhoudsbeurt van de installatie. Art. 6.2 Art Art Levering van het certificaat De certificatie-instelling levert aan de aanvrager het certificaat af wanneer uit de administratieve audit et de installatie-inspecties blijkt dat de overeenkomstigheid van de beveiligingsonderneming in voldoende mate gewaarborgd is en bovendien werd vastgesteld dat aan alle eisen van technische, administratieve en financiële aard werd voldaan. Het nazicht van de overeenkomstigheid gebeurt volgens de volgende principes: a. Administratieve audit De administratieve audit wordt uitgevoerd door de certificatie-instelling (gemandateerd door het Comité voor het beheer van het merk Incert) gekozen door de beveiligingsonderneming. De administratieve audit houdt het nazicht in van de criteria voorzien in dit document, en van daadwerkelijke documentatie over de geplaatste alarminstallaties. De beveiligingsondernemingen die gecertificeerd zijn onder ISO 9001 kunnen een vrijstelling bekomen voor de administratieve audits, voor zover de voorschriften beschreven in dit document duidelijk geïdentificeerd en gedocumenteerd werden, zowel in het kwaliteitshandboek als in hun interne procedures en processen. Bij het verzoek om vrijstelling dient men het laatst beschikbare ISO-auditverslag te voegen, een kopie van het klachtenregister, en van een verklaring van de ISO 9001-auditeur die bevestigt dat de toepassing van de voorschriften van dit reglement daadwerkelijk nagezien werd bij de ISO 9001-audit. b. Technische controle (controle van de geleverde diensten en installaties) De technische controle wordt uitgevoerd door een inspectie-instelling die ISO of ISO geaccrediteerd werd en erkend wordt door de certificatieinstelling. De keuze van de inspectie-instelling wordt overgelaten aan de appreciatie van de aanvrager, op basis van een lijst die de certificatie-instelling ter beschikking stelt. De keuze van de te controleren installaties wordt overgelaten aan de appreciatie van de certificatie-instelling. Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 14/30

15 De inspectie-instelling controleert twee installaties die overeenkomstig dit reglement uitgevoerd werden. De inspectie-instelling bevestigt schriftelijk de datum van de uitvoering van de controle. Zo er gebreken worden vastgesteld, kunnen bijkomende controles uitgevoerd worden. Zo deze gebreken onmiddellijk opgelost worden, worden ze vermeld op het verslag en als opgelost aangegeven. Art. 6.3 Art Art Art Art. 6.4 Draagwijdte van het certificaat Een certificaat wordt afgeleverd per beveiligingsonderneming zoals omschreven in art Door het aanbrengen van het merk van overeenkomstigheid volgens de bepalingen van Art. 5, waarborgt de certificaathouder ten aanzien van derden dat de gecertificeerde beveiligingsonderneming en de geleverde inbraakdetectie-installaties overeenkomstig de eisen van T 015/2 zijn en verbindt hij zich ertoe alle maatregelen te treffen opdat dit doorlopend het geval zou zijn. Het aanbrengen van het merk van overeenkomstigheid ontslaat de certificaathouder niet van zijn verbintenissen en vervangt deze niet door verbintenissen van de certificatie-instelling, het Comité voor het beheer van het merk Incert of enige andere bij het certificatiesysteem betrokken instantie. Weigering van het certificaat De weigering van het certificaat wordt schriftelijk en gemotiveerd door de certificatieinstelling aan de aanvrager betekend. Art. 6.5 Art Art Art Geldigheidsduur van het certificaat Een certificaat geldt gedurende vijf jaar, met ingang op de dag van zijn toekenning, en dit zolang de beveiligingsonderneming aan de vereisten van dit reglement en van de T 015/2 blijft beantwoorden, behoudens beëindiging volgens art De geldigheid van het certificaat kan voor een nieuwe periode van vijf jaar verlengd worden door de introductie van een schriftelijke aanvraag gevolgd door een positief resultaat van een administratief audit en van de controles van inbraakdetectieinstallaties, zoals voorzien in art Zo deze aanvraag minstens 3 maanden vóór de vervaldatum van de initiële certificatie ingediend wordt, en de certificatie-instelling niet tijdig over de aanvraag kan beslissen, verlengt ze de geldigheidsduur van het certificaat met de tijd die ze nodig acht en meldt deze verlenging aan het Comité voor het beheer van het merk Incert tenzij de beveiligingsonderneming niet meer aan de vereisten beantwoordt. De geldigheid van het certificaat kan tijdelijk worden opgeschort, zonder dat de geldigheidsduur ervan met dezelfde tijd wordt verlengd: - op gemotiveerde vraag van de certificaathouder (art. 7.5); - als gevolg van een sanctie door de certificatie-instelling (art. 10). De geldigheid van het certificaat eindigt: - bij het einde van de geldigheidsperiode ervan en wanneer de certificatieinstelling het certificaat effectief heeft ingetrokken; - door de intrekking van het certificaat door de certificatie-instelling in geval van verzaking door de certificaathouder; Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 15/30

16 - als gevolg van een sanctie. Art Art. 6.6 Art Art Art Art Art. 7 Art. 7.1 Art Art De opschorting of het einde van de geldigheid van het certificaat wordt door de certificatie-instelling schriftelijk aan de certificaathouder betekend. Inhoud van het certificaat Bij de verlening, de verlenging en de wijziging van het certificaat wordt een certificaat van overeenkomstigheid uitgereikt. Het certificaat vermeldt minstens: - de beschrijving van de gecertificeerde beveiligingsonderneming; - de identiteit van de certificatie-instelling; - de identiteit en de maatschappelijke zetel van de certificaathouder; - het identificatienummer; - de vestigingsplaats van de exploitatiezetels; - de technische specificaties waarmee de overeenkomstigheid wordt gecertificeerd; - het nummer van het certificaat; - de datum van de verlening van het certificaat; - de draagwijdte van het certificaat; - de datum van het einde van de geldigheid van het certificaat. De certificaathouder mag slechts afschriften van het volledige certificaat verspreiden. De certificaathouder is ertoe gehouden elke klant op diens eenvoudig verzoek gratis een volledig afschrift van het certificaat te bezorgen. Opvolging van de certificatie Periodieke controles De periodieke controles hebben tot doel de geldigheid van de certificaat van de beveiligingsonderneming na te gaan en worden op initiatief van de certificatieinstelling uitgevoerd. Ze gebeuren volgens het volgende schema. De periodieke controles worden onderscheiden in: a. Administratieve opvolgingsaudit Twee administratieve opvolgingsaudits worden uitgevoerd in de loop van de certificatieperiode van 5 jaar door de certificatie-instelling die de oorspronkelijke certificering heeft uitgevoerd en volgens dezelfde criteria. Deze audits zijn verschillend dan de audits die plaatsvinden ter gelegenheid van een nieuwe certificatie- aanvraag of een hernieuwing van de certificatie. De twee administratieve opvolgingsaudits worden gedurende de certificatieperiode uitgevoerd op momenten die de certificatie-instelling vrij kiest: deze audits kunnen gecombineerd worden met, of onafhankelijk gebeuren van de jaarlijkse technische inspecties. b. Jaarlijkse technische controle Alle installaties van effectieve risiconiveau 4 moeten systematisch gecontroleerd worden (verplichte oplevering). De twee eerste installaties van effectieve risiconiveau 3 die de beveiligingsonderneming uitvoert, hetzij om haar certificatie te verkrijgen, hetzij na haar certificatie, moeten verplicht het voorwerp maken van een inspectie (verplichte oplevering). Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 16/30

17 Uit de 100 eerste installaties buiten effectieve risiconiveau 4, uitgevoerd in de 12 maanden voor de controle, worden twee installaties gecontroleerd willekeurig gekozen werden uit de effectieve risicograden 1, 2 en 3. Onder deze installaties wordt, wanneer ze voorhanden is, minstens een installaties van effectieve risiconiveau 3 gecontroleerd. Per schijf van 100 bijkomende installaties wordt een bijkomende installatie van effectieve risiconiveau 3 gecontroleerd, of zo deze niet voorhanden is, een installatie van effectieve risiconiveau 2 of nog, zo ook deze niet voorhanden is, een installatie van effectieve risiconiveau 1. Tijdens de technische inspecties van installaties, zal het administratieve dossier van deze installaties eveneens gecontroleerd worden om de conformiteit ervan te verifiëren met dit reglement. In de geldigheidsperiode van het certificaat wordt één controle van een installatie vervangen door het vergezellen van een technicus bij een onderhoud of een depannage. Zo er gebreken worden vastgesteld, kunnen bijkomende controles uitgevoerd worden. Zo deze gebreken onmiddellijk opgelost worden, worden ze vermeld op het verslag en als opgelost aangegeven. Bijzonder geval 1: Geen enkele nieuwe installatie werd uitgevoerd, alleen onderhoudsbeurten en depannages werden uitgevoerd in een bepaald jaar: In dat geval verifieert de certificatie-instelling de waarachtigheid van de situatie en verifieert ze de technische bekwaamheid van de beveiligingsonderneming door een technicus ervan te vergezellen bij een onderhoud of een depannage. Bijzonder geval 2: Geen enkele nieuwe installatie, onderhoud noch depannage werd uitgevoerd door de beveiligingsonderneming in een bepaald jaar: In dat geval verifieert de certificatie-instelling de waarachtigheid van de situatie en verifieert ze dat de technische bekwaamheid van de beveiligingsonderneming nog steeds aanwezig is door middel van een administratieve audit. De certificatie-instelling moet ook beoordelen of het opportuun is om het certificaat te schorsen wanneer een dergelijke situatie zou blijven aanhouden. c. Controle als gevolg van klachten INCERT en de certificatie-instelling hebben het recht bijkomende technische controles of administratieve audits op te leggen als gevolg van klachten. Art Betekening van niet-overeenkomstigheden en sanctie Elke vaststelling van een niet-overeenkomstigheid m.b.t. de technische specificaties of de reglementaire bepalingen, is schriftelijk betekend aan de certificaathouder. De certificaathouder moet de niet-overeenkomstigheden verantwoorden en desgevallend ze herstellen. Hij moet verder de nodige correctieve maatregelen voorstellen om het voortbestaan of de herhaling van de niet-overeenkomstigheden te vermijden. De certificatie-instelling bepaalt in samenspraak met de certificaathouder of deze correctieve maatregelen voldoende zijn, dan wel aangepast moeten worden om een voldoende vertrouwen in het merk te waarborgen. Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 17/30

18 Zo de niet-overeenkomstigheid onvoldoende verantwoord wordt of blijft voortbestaan of zich herhaald, kan de certificatie-instelling sancties opleggen. Deze sancties worden gemotiveerd en schriftelijk aan de certificaathouder betekend door de certificatie-instelling en een afschrift ervan wordt aan het Comité voor het beheer van het merk INCERT bezorgd. Art. 7.2 Art Art Leveringen van inbraakdetectie-installaties tijdens de certificaatperiode Op het ogenblik van de levering moet er voldoende vertrouwen bestaan omtrent de overeenkomstigheid van de geleverde inbraakdetectie-installaties. De certificaathouder moet voor elke installatie die hij plaatst op het ogenblik van de (voorlopige) oplevering, een conformiteitsverklaring afleveren op een origineel attest zoals verkrijgbaar bij zijn certificatie-instelling. De certificatie-instellingen voeren een actief beheer uit van het aantal gelijkvormigheidsattesten die in het bezit zijn van de beveiligingsonderneming. Dit beheer maakt het voorwerp van een procedure die het certificatie-organisme heeft opgesteld. Het aantal is eigen aan elk beveiligingsondernemingen, rekening houdend met het gemiddelde ritme met welke ze de attesten aflevert en waarvan ze een kopie moet versturen naar het certificatie-organisme. Art Art. 7.3 Art Art. 7.4 Indien de certificaathouder na levering de niet-overeenkomstigheid van geleverde inbraakdetectie-installaties vaststelt, bij gebrek aan de mogelijkheid om de nietovereenkomstigheid onmiddellijk te kunnen herstellen, stelt hij de certificatie-instelling hiervan ogenblikkelijk schriftelijk in kennis, met vermelding van de redenen van nietovereenkomstigheid en de voorgestelde correctieve maatregelen. De certificatieinstelling bepaalt in samenspraak met de certificaathouder of deze correctieve maatregelen voldoende zijn, dan wel aangepast moeten worden om het vertrouwen in de merk te waarborgen. Zo zij het hier niet over eens raken, wordt de kwestie voorgelegd aan het Comité voor het beheer van het merk Incert. Wijziging van de technische specificaties en van de reglementen Zodra de certificatie-instelling kennis krijgt van enige wijziging van de technische specificaties of van de reglementen die betrekking hebben op de certificatie van de beveiligingsondernemingen, stelt zij de certificaathouder hiervan onmiddellijk in kennis, met vermelding van de periode waarover deze beschikt om zich aan de gewijzigde voorschriften aan te passen. Wijziging van een certificaat Art Indien de certificaathouder de organisatie van de gecertificeerde beveiligingsonderneming wenst te veranderen ten opzichte van de toestand van de laatste administratieve audit, stelt hij de certificatie-instelling hiervan voorafgaandelijk schriftelijk in kennis. In dat geval toont hij aan dat de gewijzigde organisatie nog steeds overeenkomstig de certificatie-eisen is. Art Art Zodra de overeenkomstigheid van de gewijzigde organisatie is aangetoond, actualiseert de certificatie-instelling het certificaat. De certificaathouder brengt de certificatie-instelling met een aangetekend schrijven op de hoogte van de definitieve stopzetting van zijn activiteit. Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 18/30

19 Art. 7.5 Art Art Art. 7.6 Art Art Art. 7.7 Art Art Art Art. 8 Art. 8.1 Art Art Art. 9 Art. 9.1 Art Opschorting door de certificaathouder De certificaathouder kan de opschorting vragen van een certificaat. De opschortingsaanvraag wordt schriftelijk en gemotiveerd gemeld. Vrijwillige verandering van certificatie-instelling Wanneer de certificaathouder zijn samenwerking met de certificatie-instelling wenst te beëindigen en wenst samen te gaan werken met een andere certificatie-instelling, dan moet de certificaathouder dit melden per aangetekende zending aan de huidige certificatie-instelling. De certificaathouder kan pas opnieuw worden gecertificeerd door de nieuwe certificatie-instelling wanneer hij de bestaande non-conformiteit en sanctie opheft en alle openstaande facturen bij de huidige certificatie-instelling zijn betaald Lijst van gecertificeerde beveiligingsondernemingen De certificatie-instelling actualiseert de lijst van de door haar gecertificeerde beveiligingsondernemingen, en dit binnen de 14 dagen na een bijeenkomst van haar certificatiecomité. Zij maakt deze lijst daarna over aan het Comité voor het beheer van het merk INCERT. Het Comité voor het beheer van het merk INCERT beheert de officiële lijst van alle gecertificeerde beveiligingsondernemingen en stelt deze op eenvoudig verzoek ter beschikking. De lijst vermeldt de certificaathouders en hun gecertificeerde zetel, alsmede de begindatum en voor de certificaten die verstreken zijn, de einddatum alsook de rede van verstrijking van het certificaat. Financieel stelsel Financieel reglement De regels van het financieel stelsel dat van toepassing is op de certificatie, met inbegrip van de geldende tarieven, worden bepaald in het Financieel reglement. Het Financieel reglement kan forfaitair de vergoeding bepalen voor de schade die het Comité voor het beheer van het merk Incert lijden als gevolg van het niet-nakomen door een aanvrager of certificaathouder van de verplichtingen die voortvloeien uit zijn deelname aan dit certificatiesysteem, met inbegrip van de kosten van een eventuele sanctieprocedure. Klachten Klachten m.b.t. de gecertificeerde beveiligingsonderneming of m.b.t. de inbraakdetectie-installaties die zij geleverd heeft. Indien bij de certificatie-instelling een schriftelijke klacht wordt ingediend m.b.t. de gecertificeerde beveiligingsonderneming of m.b.t. de inbraakdetectie-installaties die zij geleverd heeft, beoordeelt de certificatie-instelling de ontvankelijkheid ervan. Als de klacht ontvankelijk is, onderzoekt de certificatie-instelling de gegrondheid van de klacht. De certificatie-instelling is gerechtigd een onderzoek te voeren of te laten voeren. Doc. nr: 006 REV 9 (NL) Vertaling 19/30