Verzoek tot raadpleging screeningsnota in het kader van het onderzoek tot MER van het RUP "RWZI Voeren" te Voeren

Transcriptie

1 Aan Aquafin Yves Verheyden Alain Vandelannootte Dijkstraat Aartselaar uw kenmerk ons kenmerk bijlagen GB/MZ/13/O73 BL-MER/ vragen naar / telefoonnummer datum advies.lim.anb@lne.vlaanderen.be Betreft : Verzoek tot raadpleging screeningsnota in het kader van het onderzoek tot MER van het RUP "RWZI Voeren" te Voeren Geachte, Het Agentschap voor Natuur en Bos ontving op in goede orde de screeningsnota met betrekking tot mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het RUP "RWZI Voeren" te Voeren. Volgens de vroegere dossierbehandelaar van het Agentschap voor Natuur en Bos kan de impact van de inrichting van het RWZI als beperkt kan beschouwd worden, mits alle milderende maatregelen, die zijn opgenomen in de nota en degene die het Agentschap zal overmaken (o.a. i.v.m. soorten), worden opgenomen in het RUP. We kunnen dan ook besluiten dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten heeft en dat het voor ons ontheven kan worden van de plan-m.e.r.-plicht. Wel willen wij alvast meegeven dat de huidige voorgestelde buffer van 5.2 voor het rooien van de hoogstamboomgaard onvoldoende is (zie gemaakte afspraken in het besprekingsverslag van en mail van van Else De Schryver) o.w.v. de volgende overwegingen. Ecologisch: Het zijn juist de oude boomgaarden, die hun specifieke ecologische waarde hebben. In de hoogstamboomgaard kan je immers talrijke diersoorten aantreffen. De talrijkste zijn wellicht de insecten. Ze komen af op de bloesems van de bomen, de grondvegetatie en ook op andere insecten. Het zijn meestal nuttige insecten zoals wespen, hommels, bijen en zweefvliegen. Zij spelen een grote rol bij de bestuiving van de bloesems. Daarnaast herbergen ze een belangrijke avifauna en kleine zoogdieren. Economisch: Op zich dragen hoogstamboomgaarden, samen met andere kleine landschapselementen en ruigere stukjes, bij aan het behoud van de wilde bijenpopulatie en predatoren van schadelijke insecten, en zo aan het voortbestaan van de fruitsector in Limburg. Ook voor het toerisme vormt het behoud van aantrekkelijke landschapselementen in een woestijn van laagstamfruitplantages een belangrijke economische factor. Specifieke soortbescherming: Tal van wettelijk beschermde soorten zijn van hoogstamboomgaarden afhankelijk als leefgebied. Vooral de steenuil is een specialist van hoogstamboomgaarden en het voortbestaan van de soort kan

2 2 alleen mits voldoende oppervlakte hoogstamboomgaard wordt bewaard. Verder is er een grote kans om ook volgende beschermde soorten aan te treffen: wielewaal boompieper grote bonte specht boomkruiper steenuil gekraagde roodstaart torenvalk grauwe vliegenvanger bosspitsmuis kramsvogel koperwiek kamsalamander vale vleermuis Bechstein vleermuis of Langoor vleermuis ingekorven vleermuis grote hoefijzerneus vliegend hert Deze soorten en hun nesten/voortplantingsplaatsen zijn volledig beschermd. Voor hoogstamboomgaarden kan verwacht worden dat vale vleermuis, Bechstein vleermuis, ingekorven vleermuis en grote hoefijzerneus aanwezig zijn. Het behoud van voldoende uitgerijpte hoogstamboomgaarden is ook nodig voor het in stand houden van deze soorten. Als bijlage IV-soorten genieten vleermuizen een zeer strikte bescherming, ook buiten de beschermde habitatrichtlijngebieden, zoals bepaald in het Vlaamse Soortenbesluit voor soorten van bijlage 1, categorie3. Het Vlaamse Soortenbesluit bepaalt dat zowel het opzettelijk als het onopzettelijk verstoren van vleermuizen en hun leefgebied verboden is. Dit betekent dat elke aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning vooraf moet nagaan of deze soorten op zijn perceel voorkomen en moet nagaan in hoeverre de geplande werken een significante verstoring inhouden. Het vaststellen van het voorkomen van deze soorten kan alleen gebeuren door een vleermuisdeskundige met een batdetector en in de juiste periode (april - juli) of in de winterperiode met behulp van spiegeltjes. Indien de aanvrager niet eenduidig kan aantonen dat er geen vleermuizen in zijn boomgaard aanwezig zijn gedurende de kraamperiode of de overwintering, is het noodzakelijk een aparte ontheffing op de verbodsbepalingen van het Soortenbesluit aan te vragen bij de Centrale Diensten van het Agentschap voor Natuur en Bos te Brussel, cel Fauna en Flora voor deze vleermuissoorten. Hieruit moet blijken welke maatregelen de aanvrager neemt om voldoende geschikte nestgelegenheid en foerageergebied voor de vleermuizen te behouden. Hoogachtend, Bert Vanholen Provinciaal directeur

3 Agentschap voor Natuur en Bos - Limburg 3

4 Yves Verheyden Van: Bert Torbeyns Verzonden: maandag 22 april :45 Aan: Yves Verheyden Onderwerp: verzoek tot raadpleging - rup rwzi voeren Beste, VMM heeft geen opmerkingen op de voorgelegde screeningsnota voor wat betreft het aspect lozing van afvalwater voor het in de titel vermelde dossier met als kenmerk GB/MZ/13/078 Vriendelijke groeten, beyns Vlaamse Milieumaatschappij Afdeling Ecologisch Toezicht Dienst Milieuvergunningen Werkadres: VAC Leuven Diestsepoort 6 bus Leuven tel: 016/ b.torbeyns@vmm.be Postadres: A. Van De Maelestraat Erembodegem website: Voor het milieu van morgen Disclaimer: Kent u onze nieuwsbrief al? 1

5 Provinciebestuur Limburg Directie Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en natuur Sectie 3.2,2 - Ruimtelijke Ordening en Planning en beleid Provinciehuis Universiteitslaan Hasselt AANGETEKEND uw kenmerk ons kenmerk GB/M2/13/072 datum 27/03/2013 aantal pagina's contactpersoon Yves Verheyden tel. 03/ fax 03/ yves.verheyden@aquafin.be Betreft: "Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-pücht^ van het RUP RWZl Voeren te Voeren. Geachte heer, mevrouv^^. Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleging) opgesteld voor het RUP RWZl Voeren te Voeren waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U vindt deze screeningsnota als bijlage. Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wil van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het olan in zijn huidige vorm geen aanzienliike negatieve milieueffecten kan genereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als "aanzienlijk" negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden. Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e.r.-plicht. Als de ^ Art, 4.2.5, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B.M.), SS 3 juni 1995 en art, 3 en 4 van hef besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de AAff^tiöiiifdeeSjl^pööbge over plannen en programma's, SS 7 november 2007, Aquafin NV, Dijkstraat 8. B-2630 Aartselaar tel.+32 (o) fax:+32 (0) BTW-plichtige, ondernemingsnummer , RPR Antwerpen Beifius: IBAN BE BiC: GKCCBEBB'

6 dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, wordt het plan ontheven van de plan-m.e.r.-plicht. Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-mer opgemaakt worden. Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze brief. Indien deze termijn niet haalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Hoogachtend, Yves Verheyden Milieucoördinator Alain Vandelannoote Hoofd Milieu

7 ANB Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 bus 5 Aqyafin 3500 Hasselt AANGETEKEND uw kenmerk ons kenmerk GB/MZ/13/073 datum 27/03/2013 aantal pagina's contactpersoon Yves Verheyden tel. 03/ fax 03/ e-maii yves.verheyden@aquafin.be Betreft: "Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht' van het RUP RWZl Voeren te Voeren. Geachte heer, mevrouvi', Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleging) opgesteld voor het RUP RWZl Voeren te Voeren waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U vindt deze screeningsnota als bijlage. Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wil van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienliike negatieve milieueffecten kan genereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als "aanzienlijk" negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden. Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e.r.-plicht. Als de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, wordt het plan ontheven van de plan-m.e.r.-plicht Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het ^ Art van het decreet van 5 aphl 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) BS 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de JVtS^fif^IëlpSQto o^^"" plannen en programma's, BS 7 november Aquafin NV, Dijkstraat 8, Aartselaar tel.+32 {0) fax:+32 (0) BTW-plichtige. ondernemingsnummer , RPR Antwerpen Belfius; IBAN BE BIC: GKCCBEBB

8 plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-mer opgemaakt worden- Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze brief. Indien deze termijn niet iiaalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Yves Verheyden Milieucoördinator Alain Vandelannoote Hoofd Milieu

9 O,. Aquafin Ruimte Vlaanderen - Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 bus Hasselt AANGETEKEND uw kenmerk ons kenmerk datum aantal pagina's GB/MZ/13/074 27/03/2013 contactpersoon tel fav Yves Verheyden 03/ / yves.verheyden@aquafin.be Betreft: "Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht' van het RUP RWZl Voeren te Voeren. Geachte heer, mevrouw, Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleging) opgesteld voor het RUP RWZi Voeren te Voeren waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U vindt deze screeningsnota als bijlage. Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wil van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in ziin huidige vorm geen aanzienliike negatieve milieueffecten kan genereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die en/oor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als "aanzienlijk" negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden. Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e r-plicht Als de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren wordt het plan ontheven van de plan-m,e,r.-plicht. Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het ^ Art, 4.2.5, van het decreet van 5 apnl 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) SS 3 juni 1995 en art, 3 en 4 van hel besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's, BS 7 november 2007 Maatschappelijke zetel: Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar tel.+32 (o) fax:+32 (o) BTW-plichtige ondernemingsnummer , RPR Antwerpen Belfius: IBAN BE BIC: GKCCBEBB'

10 plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-mer opgemaakt worden. Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze brief. Indien deze termijn niet haalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Hoogachtend, Milieucoördinator Hoofd Milieu

11 Onroerend Erfgoed Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 bus 1 Aqyafin 3500 Hasselt AANGETEKEND uw kenmerk ons kenmerk datum aantal pagina's GB/MZ/13/075 27/03/2013 contactpersoon lel. fax e.^all Yves Verheyden 03/ / yves.verheyden@aquafin.be Betreft: "Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht' van het RUP RWZl Voeren te Voeren. Geachte heer, mevrouw, Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleaino) opgesteld voor het RUP RWZl Voeren te Voeren waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U vindt deze screeningsnota als bijlage. Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte miiieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wil van u of u het eens bent met ons gemotiveerd hp.^iuit dat het nian in rijn huidige vorm qeen aanzienliike negatieve milieueffecten kan genereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als "aanzienlijk" negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden. Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e r-plicht Als de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren wordt het plan ontheven van de plan-m.e.r.-plicht. Als de dienst Mer echter tot het besiuit komt dat het ' Art van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) BS 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende HP ft)ssi^ a^pi^j^pzepe!p plannen en programma's, BS 7 november Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar tel.+32 (0) U fax:+32 (0) BTW-plichtige ondememingsnummer , RPRAntwerpen Belfius: IBAN BE BIC: GKCCBEBB'

12 plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-mer opgemaakt worden- Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze brief. Indien deze termijn niet tiaalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Hoogaciitend, Yves Verheyden Milieucoördinator Alain Vandelannoote Hoofd Milieu

13 Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Limburg VAC Koningin Astridlaan 50 bus Hasselt AANGETEKEND uw kenmerk ons kenmerk GB/MZ/13/076 datum 27/03/2013 aantal pagina's contactpersoon Yves Verheyden [ei. 03/ fax 03/ yves.verheyden@aquafin.be Betreft: "Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht' van het RUP RWZl Voeren te Voeren. Geachte heer, mevrouw. Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadoieainq) opgesteld voor het RUP RWZl Voeren te Voeren waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, U vindt deze screeningsnota als bijlage. Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wil van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in ziin huidige vorm geen aanzienliike negatieve milieueffecten kan genereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die en/oor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als "aanzienlijk" negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden. Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e.r.-plicht Als de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren ^ Art van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) es 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van hei besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende dp ASi^feH^ftfiSïPïêtoe over plannen en programma's, BS 7 november Aquafin NV. Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar tel.+32 (0) fax:+32 (0) BTW-plichtige, ondernemingsnummer , RPR Antwerpen Belfius; IBAN BE BIC: GKCCBEBB'

14 wordt tiet pian ontheven van de plan-m.e.r.-piicht. Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-mer opgemaakt worden. Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze brief. Indien deze termijn niet haalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Hoogachtend, S'ves Verheyden Milieucoördinator Alain Vandelannoote Hoofd Milieu

15 VMM - de heer Bram Vogels Afdeling Operationeel Waterbeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert Il-laan 20 bus 16 Aquafin 1000 Brussel AANGETEKEND uw kenmerk ons kenmerk GB/MZ/13/077 datum 27/03/2013 aantal pagina's contactpersoon Yves Verheyden tel. 03/ fax 03/ yves.verheyden@aquafin.be Betreft: "Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht' van het RUP RWZl Voeren te Voeren. Geachte heer, Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleoina) opgesteld voor het RUP RWZl Voeren te Voeren waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U vindt deze screeningsnota als bijiage. Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wil van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het plan in ziin huidige vorm qeen aanzienliike negatieve milieueffecten kan genereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als "aanzienlijk" negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden. Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m.e.r.-plicht Als de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, ^ Art van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D.A.B M ) BS 3 juni 1995 en art, 3 en 4 van het besiuit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de MRWÜ^f ^ÉftjfigeftSfige over plannen en programma's, BS 7 november 2007, Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar tel.+32 (o) fax:+32 (0) BTW-plichtige, ondernemingsnummer , RPR Antwerpen Belfius: IBAN BE BIC: GKCCBËBB'

16 wordt het plan ontheven van de plan-m.e.r.-plicht Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-mer opgemaakt worden. Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze briet Indien deze termijn niet haalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Hoogachtend YVes Verheyden Milieucoördinator Alain Vandelannoote Hoofd Milieu

17 VMM Afdeling Ecologisch Toezicht Milieureglementering A Van de Maelestraat Erembodegem (Aalst) AANGETEKEND uw kenmerk ons kenmerk datum aantal pagina's GB/MZ/13/078 27/03/2013 contactpersoon tel. fax Yves Verheyden 03/ / yves.verheyden@aquafin.be Betreft; "Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht' van het RUP RWZl Voeren te Voeren. Geachte heer, mevrouv/, Wij hebben een screeningsnota (verzoek tot raadpleainal opgesteld voor het RUP RWZl Voeren te Voeren v^aarin v^ij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, U vindt deze screeningsnota als bijlage. Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wij van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit d^t het plan in ziin huidige vorm geen aanzienliike negatieve milieueffecten kan qenereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren. In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als "aanzienlijk" negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden. Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing za! nemen over de plan-m e r-plicht Als de dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren ' Art van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid {D A B M1 SS 3 juni 1995 en art. 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regenng van 12 oktober 2007 betreffende de A)SSÏppelï ë'^zet&f^ P'^"" " " programma's, SS 7 november Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar tel,+32 {o) faxr+32 (0) www,aquaf!n.be BTW-plichtige, ondernemingsnummer , RPR Antwerpen Belfius: IBAN BE BIC: GKCCBEBB'

18 wordt het plan ontheven van de plan-m.e n-plicht. Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-mer opgemaakt worden. Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze brief. Indien deze termijn niet haalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Yves Verheyden Milieucoördinator Alain Vandelannoote Hoofd Milieu

19 Departement LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Dienst Hinder en Risicobeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert Il-laan 20 bus 8 Milieu en Gezondheid 1000 Brussel AANGETEKEND uw kenmerk ons kenmerk GB/MZ/13/079 dalum 27/03/2013 aantal pagina's conlactpersoon Yves Verheyden [el, 03/ fax 03/ yves.verheyden@aquafin.be Betreft: "Verzoek tot raadpleging" in het kader van een onderzoek tot plan-m,e.r,-plicht' van het RUP RWZl Voeren te Voeren, Geachte heer, mevrouw. Wij hebben een screeningsnota (verzoek tnt raadpleging) opgesteld voor het RUP RWZl Voeren te Voeren waarin wij onderzocht hebben of dit plan mogelijk aanzienlijke negatieve milieueffecten kan hebben. Wij zijn tot het besluit gekomen dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren. U vindt deze screeningsnota als bijlage. Als adviesinstantie hebt u expertise in één van de onderzochte milieudisciplines of bent u betrokken bij het plan. Graag vernamen wil van u of u het eens bent met ons gemotiveerd besluit dat het nlan in 7iin huidige vorm geen aanzienliike negatieve milieueffecten kan genereren. Als u vindt dat het plan in zijn huidige vorm toch aanzienlijke negatieve milieueffecten teweeg kan brengen, vragen wij u dit zeer duidelijk te motiveren, In dat geval geeft u ook best voorstellen tot wijziging van het plan mee of stelt u milderende maatregelen voor die ervoor kunnen zorgen dat de milieueffecten van het plan niet meer als "aanzienlijk" negatief te beschouwen zijn. Als u over gegevens beschikt die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de milieueffecten en die in de screeningsnota nog niet aan bod gekomen zijn, kan u deze ook in uw advies vermelden, Uw advies zal samen met de screeningsnota en adviezen van andere geraadpleegde instanties voorgelegd worden aan de dienst Mer die een beslissing zal nemen over de plan-m,e,r.-plicht Als de ' Art van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (D A B M ^ jurij 1995 en art^ 3 en 4 yan het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de (JSifsc^a^^je^P^zefelF^ plannen en programma's, BS 7 november Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar tel.+32 (0) fax:+32 (0} www/.aquafin.be BTW-plichtige, ondernemingsnummer , RPR Antwerpen Beifius; IBAN BE IO BIC: GKCCBEBB'

20 «< I dienst Mer tot het besluit komt dat het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, wordt het plan ontheven van de plan-m.e.r.-plicht- Als de dienst Mer echter tot het besluit komt dat het plan wel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan genereren, dan moet er een plan-mer opgemaakt worden, Wij vragen u uw advies te bezorgen binnen de decretaal daartoe voorziene termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van deze brief. Indien deze termijn niet haalbaar is, kan u ons contacteren om onderling een alternatieve adviestermijn af te spreken. Milieucoördinator Hoofd Milieu

21 Landbouw en Visserij Departement Landbouw en Visserij.\ANGETEKEND Aquafïn NV Dijkstraat Aarlselaar Duurzame Landbouwontwikkeling Ellips, 6e verdieping Koning Albert ILlaan, 35, bus Brussel Tel Fax elke.boeykens@lv.vlaanderen.be uw bericht van 27/03/2013 uw kenmerk GB/MZ/13/07Ó ons kenmerk 2013_ bijlagen vragen naar / Jan Cielen jan, ciel en@lv.vlaanderen.be telefoonnummer Sam Van Vlierberghe sam.van vlierb erghe@lv. vlaand eren.b e datum 1 O Betreft: Advies 'verzoek tot raadpleging' in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage voor het RUP RWZI Voeren. Geachte, De afdeung Duurzame Landbouwontwikkeling heeft het Verzoek tot raadpleging' in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage van het gemeentelijk RUP 'RWZI Voeren' onderzocht en geeft een positief advies m.b.t. de screening plan-ivier: zij gaat er met andere woorden mee akkoord dat het voorgenomen plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren, enkel en alleen indien met onderstaande opmerkingen rekening wordt gehouden bij de verdere uitwerking van het plan. Voorliggend plan heeft de bouw en exploitatie van een rioolwaterzuiveringsinstallatie, met een ontwerpcapaciteit van imvonersequivalenten tot doel. Hiervoor gebeurt een bestemmingswijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen met een zone voor groenbuffer in overdruk. De rioolwaterzuiveringsinstallatie zou in het zuiveringsgebied van de Voer komen te liggen (1ste categorie). Circa 40 meter stroomafwaarts (westelijke richting) bevindt zich Nederland. Verder is het plangebied gelegen ten westen van het hoofddorp 's Gravenvoeren en situeert zich in het verlengde van het woonlint langsheen de Grijzegraaf. Ten noorden en ten zuiden van de toekomstige inplantingsplaats ligt een landbouwplateau. In het verieden werden reeds verschillende locatiealternatieven onderzocht, samen met de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling. In voorgaand advies met referentie 10/ /245/ZUIV dd. 08/06/2010 werd voor de voorliggende inplantingsplaats een gunstig advies verstrekt.

22 2 Het plangebied heeft een oppervlakte van 5359 en werd bij besluit van de Vlaamse regering dd 5/12/2005 herbevestigd als agrarisch gebied. Hierdoor dient er in het toekomstige RUP rekening gehouden te worden met omzendbrief RO/2010/01. Ook zal er een groenbuffer worden gereauseerd. In deze groenbuffer kunnen echter geen opgaande bomen voorzien worden op minder dan zes meter van de perceelsgrens met landbouwgronden. In de nabije omgeving werd recent door het waterschap Roer en Overmaas een regenwaterbuffer gedeeltehjk op grondgebied van de gemeente Voeren aangevraagd. Deze constructie zal worden aangelegd ten noorden van de waterioop 'Voer', op het kadastrale perceel '1841, 1842 en 1843'. Ook hiervoor werd reeds 6000 m^ herbevestigd agrarisch gebied ontürokken uit de beroepslandbouw. Gezien deze consüructie ook in een openbaar nut voorziet, is het wensehjk dat de initiatiefnemer deze nabijgelegen zone ook opneemt binnen de wijziging van het bestemmingsplan. Gelet op de doelstelling en de locatie van het voorgenomen plan acht de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling de opmaak van een plan-mer niet noodzakelijk. GeUeve wel rekening te houden met de hierboven aangegeven opmerkingen. Hoogachtei id, Johan Verstrynge Afdelingshoofd Afdehng Duurzame Landbouwontwikkehm

23 Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Aquafin NV t.a.v. de lieer Yves Verheyden Dijkstraat Aartselaar Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid Koning Albert ll-laan 20 bus Brussel Tel Fax lucht.hinder.ge2ondheid@!ne.vlaanderen.be uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen GB/MZ/13/079 LHRIVIG/ '3>^2^ vragen naar / telefoonnummer datum Gunther Van Broeck A C Ann onio qunther.vanbroeckfgjlne.vlaanderen.be ' Mrn, tüij Betreft: 'Verzoek tot raadpleging" in het kader van het onderzoek tot plan-m.e.r. -plicht van het RUP RWZl Voeren te Voeren Geachte, Wij ontvingen mi aanvraag om advies in verband met bovengenoemd RUP. Na onderzoek van de screeningsnota is de dienst Hinder en Risicobeheer van de afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid van oordeel dat het geplande project vermoedelijk geen aanzienlijke negatieve milieueffecten op vlak van geluids- en geurhinder zal genereren. Hoog&Ghtend, Gisela Vindevogel diensthoofd dienst Hinder en Risicobeheer

24 2 9 -ÖV 2013 N.V. AQUAFIN Dijkstraat AARTSEl-AAR uw bericht van 27 maart 2013 uw kenmerk GB/MZ/13/075 Betreft: contactgegevens Eddy Timmers eddy.timmers@rwo.vlaanderen.be ons kenmerk 4.002/73109/99.28 datum 2 5 APR. tm bijlagen Geachte heer. Geachte mevrouw, In het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht van het RUP RWZI Voeren verzocht u Onroerend Erfgoed Limburg om advies. Onroerend Erfgoed heeft bovenvermelde adviesaanvraag ontvangen op 28 maart M.b.t de discipline "landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie" worden volgende bemerkingen gemaakt: Vanuit archeologie hebben wij geen bezwaren bij het voorliggende document. Omwille van de ligging binnen de perimeter van een definitief aangeduide ankerplaats vragen wij om in het vervolg van het proces een voidoende gemotiveerde zorgplichtnota te bezorgen, zoals voorzien in het Decreet van 16 april 1996 en zijn latere wijzigingen (art. 26) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 tot bepaiing van nadere regels voor de zorgplicht betreffende definitief aangeduide ankerplaatsen en erfgoedlandschappen. Indien wordt rekening gehouden met bovenstaande bemerkingen wordt voorliggend document gunstig beoordeeld door Onroerend Erfgoed. Els Verbert Coördinator Erfgoedbeheer Vlaamse Overheid - Onroerend Erfgoed Limburg - Hendrik Van Veldekegebouw - Koningin Astridlaan Hasselt Tel. OU Fax OU limburg@onroerenderfgoed.be -