Masterproef II: Het verband tussen levensgebeurtenissen, emotieregulatie en psychopathologie: een onderzoek bij een niet-klinische groep jongeren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterproef II: Het verband tussen levensgebeurtenissen, emotieregulatie en psychopathologie: een onderzoek bij een niet-klinische groep jongeren"

Transcriptie

1 Academiejaar Tweedekansexamenperiode Masterproef II: Het verband tussen levensgebeurtenissen, emotieregulatie en psychopathologie: een onderzoek bij een niet-klinische groep jongeren Masterproef neergelegd tot het behalen van graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Sari Illegems Promotor en begeleiding: Dr. Ellen Moens

2 Abstract In deze masterproef onderzochten we de link tussen levensgebeurtenissen, emotieregulatie en psychopathologie via een populatiestudie. De gegevens werden verzameld aan de hand van vragenlijsten bij een niet-klinische steekproef van adolescenten met een leeftijd variërend van 10 tot 16 jaar (N=107). Het doel van deze studie was het in kaart brengen van hoe jongeren hun emoties tijdens negatieve gebeurtenissen reguleren en welke invloed dit heeft op de ontwikkeling van depressie en angst. Emotieregulatievaardigheden zijn een belangrijk aangrijpingspunt bij detectie en behandeling, aangezien ze kunnen helpen bij het reduceren van psychopathologie bij jongeren die stress ervaren. Allereerst gingen we na of adaptieve- en maladaptieve emotieregulatiestrategieën als mediërende mechanismen werkten in het verband tussen levensgebeurtenissen en depressieve- en angstsymptomen. Hiervoor werden twee mediatie-analyses uitgevoerd volgens de methode van Baron & Kenny (1986). Vervolgens werd het effect van specifieke emotieregulatiestrategieën bestudeerd. De resultaten gaven aanwijzingen dat jongeren die meer gepest worden, hoger scoren op angstsymptomen. De relaties met algemene negatieve gebeurtenissen waren niet significant. Verder wezen de resultaten uit dat het gebruik van maladaptieve regulatie jongeren kwetsbaarder maakt voor depressieve- en angstsymptomen. Hierbij bleek dat de strategie Terugtrekken een goede voorspeller was voor depressieve symptomen en de strategieën Opgeven en Cognitieve probleemoplossing bleken goede voorspellers voor angstsymptomen. Daarnaast was het gebruik van adaptieve regulatie niet significant verbonden met psychopathologie en konden er geen beschermende factoren geïdentificeerd worden. Tenslotte werden er geen significante mediaties teruggevonden.

3 Dankwoord Een masterproef schrijven doe je niet alleen, zoveel is duidelijk. Ik wil dan ook graag enkele personen extra bedanken voor hun steun. In de eerste plaats wil ik mijn promotor Dr. Ellen Moens bedanken voor haar goede begeleiding en feedback. Daarnaast bedank ik graag Marie-Lotte Van Beveren voor het ter beschikking stellen een deel van de data. Bijgevolg gaat mijn dank uit naar alle deelnemende jongeren. Zonder hun bereidwilligheid zou dit onderzoek natuurlijk niet tot stand gekomen zijn. Tenslotte wil ik de belangrijkste mensen in mijn leven bedanken, namelijk mijn ouders, zus, vrienden en in het bijzonder mijn vriend omdat ze steeds in mij geloofden en mij motiveerden om door te zetten. Ook wil ik hen bedanken voor het helpen met de dataverzameling en het nalezen van mijn thesis op fouten.

4 Inhoudstafel Theoretisch kader 3 Diathese-stress-model 3 Emotieregulatie 4 Emoties 4 Conceptualisatie emotieregulatie 5 Emotieregulatie bij adolescenten 8 Levensgebeurtenissen 10 Levensgebeurtenissen in de adolescentie 10 Psychopathologie 12 Emotieregulatie en psychopathologie 13 Levensgebeurtenissen, emotieregulatie en psychopathologie 15 Onderzoekvragen en hypothesen 20 Methode 22 Steekproef 22 Materiaal 22 Vragenlijst met betrekking tot emotieregulatie 22 Vragenlijsten met betrekking tot psychopathologie 23 Vragenlijsten met betrekking tot levensgebeurtenissen 24 Procedure 25 Statische analyses 25 Resultaten 27 Descriptieve statistieken 27 Mediatie-analyses 29 Mediatie-analyse 1: Levensgebeurtenissen, emotieregulatie en depressieve symptomen Stap 1: Het verband tussen levensgebeurtenissen en depressieve symptomen 29 28

5 Mediatie-analyse 2: Levensgebeurtenissen, emotieregulatie en 30 angstsymptomen Stap 1: Het verband tussen levensgebeurtenissen en 30 angstsymptomen Stap 2 : De verbanden tussen levensgebeurtenissen en de twee 31 mediatoren Stap 3: Het verband tussen de mediatoren en angstsymptomen. 32 Stap 4: Het mediatie effect van de maladaptieve emotieregulatie in het verband tussen pesten en angstsymptomen. Hiërarchische regressies met betrekking tot specifieke emotieregulatiestrategieën Discussie 36 Bespreking van de resultaten 36 Mediatie-analyse 1: Levensgebeurtenissen, emotieregulatie en 36 depressieve symptomen Mediatie-analyse 2: Levensgebeurtenissen, emotieregulatie en 38 angstsymptomen Hiërarchische regressies met betrekking tot specifieke 41 emotieregulatiestrategieën Beperkingen en sterktes 42 Indicaties voor verder onderzoek 43 Implicaties en conclusie 44 Referenties

6 Hoe gaan jongeren om met hun emoties wanneer ze belastende gebeurtenissen meemaken, zoals bijvoorbeeld een echtscheiding? Welke invloed heeft dit op hun psychisch welbevinden? Hoe komt het dat sommige jongeren de moed verliezen en andere er wel uit raken? Wie zijn de jongeren die later in de geestelijke gezondheidszorg terechtkomen? Het zijn maar enkele van de vele vragen die oprijzen bij het lezen van het onderwerp van deze masterproef. In de befaamde studie van Hellinckx (1991), met een steekproef van 1218 jongeren tussen 6 en 12 jaar en 800 kleuters tussen 3 en 6 jaar, bleek dat 15,4 % te kampen had met ernstige emotionele- of gedragsproblemen. Dit komt neer op 1 kind op 6 dat problemen ondervindt. Ook in een recente internationale meta-analyse bekwam men soortgelijke resultaten met een prevalentie van 13,4% (Polanczyk, Salum, Sugaya, Caye, & Rohde, 2015). Ondanks het feit dat ongeveer 85% het wel goed doet, is het toch belangrijk om de kinderen die moeilijkheden hebben zo vroeg en effectief mogelijk te helpen. Daarom is het van belang de ontwikkelingspaden naar psychopathologie beter te leren kennen en te begrijpen. Psychopathologie wordt omschreven als het onderdeel van de wetenschap dat zich bezighoudt met de aard, totstandkoming en de mogelijke behandeling en preventie van mentalen stoornissen (Brysbaert, 2006). Men spreekt van een mentale stoornis als een patroon van gedachten, gevoelens en gedrag leidt tot persoonlijk lijden en zorgt voor een significante daling in iemands sociaal en dagelijks functioneren (Brysbaert, 2006). In deze masterproef gaan we factoren bestuderen die mogelijk een invloed hebben op de ontwikkeling van psychopathologie. De focus ligt hierbij op emotieregulatie en levensgebeurtenissen bij adolescenten tussen 10 en 16 jaar. We kiezen voor deze doelgroep omdat de adolescentie een belangrijke transitieperiode is waarin meer veranderingen plaatsvinden dan in andere ontwikkelingsfasen (Seiffge- Krenke, 2000). Stressvolle ervaringen die plaatsvinden in de adolescentie kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van psychologische problemen en de gehele verdere ontwikkeling beïnvloeden (Seiffge-Krenke, 2000). Dit verklaart waarom er bij een aanzienlijk deel van de kinderen en adolescenten met een psychische problematiek op latere leeftijd ook psychische problemen worden vastgesteld (Rigter, 2002). Deze prognose onderstreept duidelijk het belang van vroegtijdige detectie en behandeling (Rigter, 2002). 1

7 Verschillende vormen van psychopathologie worden in ontwikkelingsmodellen gelinkt aan het reguleren van negatieve emoties (Braet, et al., 2014). Het is echter wel belangrijk om op te merken dat de emoties op zichzelf niet maladaptief zijn (Braet, et al., 2014). Ze worden pas schadelijk wanneer ze te sterk of te langdurig zijn. Dit gebeurt bij teveel belasting of te weinig verwerkingsmogelijkheden. Met andere woorden, de mate waarin jongeren in staat zijn om hun emoties te reguleren bij emotioneel belastende gebeurtenissen, zal de ernst van de symptomen bepalen (Braet, Cracco & Theuwis, 2013). Het efficiënt gebruik van emotieregulatiestrategieën kan kortom helpen bij het behouden van het emotioneel welbevinden, ook al ervaart de persoon negatieve gebeurtenissen (Moriya & Takahashi, 2013). Emotieregulatie vaardigheden zijn dus een belangrijk aangrijpingspunt bij behandeling, aangezien ze kunnen helpen bij het reduceren van psychopathologische uitkomsten bij jongeren die chronische of acute stress ervaren (McLaughlin & Hatzenbuehler, 2009). Deze masterproef zal de link tussen levensgebeurtenissen, emotieregulatie en psychopathologie onderzoeken via een populatiestudie. In de introductie wordt eerst het diathese-stress-model beschreven. Dit model werd voor het eerst omschreven door Zubin en Spring in 1977 in het kader van schizofrenie. Het is ondertussen goed onderbouwd en biedt een algemeen denkkader voor de verklaring van psychopathologie (Brysbaert, 2006). Vervolgens wordt gekeken naar de literatuur rond emotieregulatie, waarbij we inzoomen op emoties. Verder wordt er gefocust op levensgebeurtenissen, die in de literatuur vaak life-events of stress worden genoemd. Aangezien deze masterproef zich focust op jongeren van 10 tot 16 jaar, gaan we dieper in op hoe deze concepten er voor deze leeftijdsgroep uitzien. Tot slot gaan we de invloed na van emotieregulatie en stress op psychopathologie. Op basis van de literatuurstudie stellen we hypothesen voorop en worden de verschillende verbanden tussen levensgebeurtenissen, emotieregulatie en psychopathologie onderzocht. 2

8 Theoretisch kader Diathese-stress-model Het diathese-stress-model (Zubin & Spring, 1977) is een denkkader waarbij men vertrekt vanuit de visie dat psychische, biologische en sociale factoren interageren met elkaar en samen invloed uitoefenen op het ontstaan van mentale stoornissen (Brysbaert, 2006). Binnen het model wordt er vanuit gegaan dat mentale stoornissen het gevolg zijn van een interactie tussen de individuele kwetsbaarheid van een persoon en de hoeveelheid stress in zijn omgeving (Brysbaert, 2006; Ingram & Luxton, 2005). Een kwetsbaarheid, of diathese, wordt typisch omschreven als een predisponerende factor die een stoornis mogelijk maakt (Hankin, 2005). Deze factoren kunnen zowel biologisch (bv. erfelijke aanleg voor depressie), sociaal (bv. mishandeling in de kindertijd) als psychisch (bv. weinig probleemoplossende vaardigheden) zijn. Ze bepalen de kwetsbaarheid van een individu en de manier waarop hij of zij gebeurtenissen zal interpreteren. Volgens Monroe en Simons (1991) heeft iedereen een verschillend kwetsbaarheidniveau. Sommige mensen zijn met andere woorden kwetsbaarder dan anderen. De diathese wordt vaak als latent beschouwd, zo is er activatie vereist vooraleer een mentale stoornis zal optreden. Men gaat er vanuit dat de mate van stress waarmee een persoon geconfronteerd wordt de kwetsbaarheid activeert, waardoor de kans op ontwikkeling van pathologie vergroot wordt (Flouri & Panourgia, 2014; Brysbaert, 2006; Monroe & Simons, 1991). Deze stress wordt veroorzaakt door gebeurtenissen in de omgeving én door hoe het individu hierop reageert (Brysbaert, 2006). Hoe stress wordt ervaren hangt af van de manier waarop een persoon de gebeurtenis beoordeelt. Aangezien hier veel individuele verschillen in zijn, is stress dus voor iedereen anders (Hankin, 2005). Kortom is stress is een belangrijke trigger van het ontstaan van psychologische problemen, maar niet alle mensen die blootgesteld worden aan stress zwichten eronder (Monroe & Simons, 1991). Het is de interactie van stress en het kwetsbaarheidniveau die kan leiden tot de ontwikkeling van psychopathologie (Braet et al., 2013). Zo kan de combinatie van weinig stress en een hoog kwetsbaarheidniveau resulteren in het leiden van een normaal leven. Maar omgekeerd is bij mensen met een lage kwetsbaarheid ook een stoornis mogelijk wanneer ze extreme stress ervaren (Braet & Prins, 2008). 3

9 Er zijn reeds verschillende soorten kwetsbaarheden onderzocht. Zo keek men al naar de invloed van disfunctionele attitudes (Hankin, 2008), cognitieve fouten (Cole & Turner, 1993), lage zelfwaarde (Abela & Taylor, 2003), piekeren (Hankin, 2008), gepercipieerde controle (Auerbach, Abela, Ho, McWhinnie, & Czajkowska, 2010), cognitieve structuren (Braet, Van Vlierberghe, Vandevivere, Theuwis, & Bosmans, 2013) en cognitieve attributiestijl (Abela & Sullivan, 2003). Door het in kaart brengen van iemands stress- en kwetsbaarheidfactoren krijgt men een beter beeld van de ontwikkelingspaden naar psychopathologie. Bovendien is het zo dat als de kwetsbaarheden gekend zijn, men ook weet hoe men kwetsbare mensen weerbaarder kan maken. Zo kan men de draaglast verminderen of de draagkracht verhogen (Hankin, 2005). In onze studie stellen we dat het maladaptief gebruik van emotieregulatiestrategieën kan zorgen voor een kwetsbaarheid. Hierbij moeten we ons ook de vraag stellen wat jongeren net kwetsbaar maakt. Is dat het inzetten van maladaptieve strategieën of het niet gebruiken van adaptieve strategieën? Emotieregulatie Emotieregulatie is een van de snelst groeiende domeinen in de wetenschap van de psychologie (Koole, 2009) waardoor er een overvloed aan wetenschappelijke artikels beschikbaar is. Dit is een goede zaak aangezien er wordt verondersteld dat emotieregulatie een belangrijke rol speelt bij het succesvol functioneren en het welbevinden (Cicchetti, Ackerman, & Izard, 1995). Vooraleer we ingegaan op de literatuur rond emotieregulatie, staan we kort stil bij de inhoud en de functie van emoties. Emoties. Mensen worden dagdagelijks blootgesteld aan emoties, maar in de wetenschap is er geen consensus over wat emotie is. Er zijn verschillende theorieën over en elke theorie schuift een andere definitie naar voor (Cole, Martin, & Dennis, 2004). Veel auteurs staan onder neo-darwiniaanse invloed en zien emoties als biologische mechanismen die, omwille van hun grote overlevingswaarde, blijvend geëvolueerd zijn bij de mens (Cole et al., 2004). Het zijn hulpmiddelen waarmee we onze ervaringen beoordelen en ons voorbereiden op actie (Cole et al., 2004). Emoties bestaan uit 4

10 meerdere componenten; het zijn verzamelingen van positieve en negatieve fysiologische- en gedragsreacties, die gepaard gaan met specifieke gedachten en gevoelens (Mauss, Levenson, McCarter, Wilhelm, & Gross, 2005). Emoties kunnen getriggerd worden door externe gebeurtenissen of door interne gewaarwordingen (Koole, 2009). Volgens Thompson (1994) geven emoties ons informatie over de manier waarop we in de wereld staan (kennisgevend), helpen emoties ons om onze doelen te bereiken (doelgericht) en zorgen ze ervoor dat we snel reageren in levensbedreigende situaties (handelingsgericht). Hoe komt een emotie dan tot stand? Het proces van emotiegeneratie begint met een interne of externe emotionele gebeurtenis. Vervolgens evalueert men de situatie en maakt men een inschatting. Dit geeft aanleiding tot een gecoördineerde set van responstendensen op het gebied van gedrag, ervaring en fysiologische mechanismen. Deze emotionele responstendensen worden vervolgens gereguleerd, wat zorgt voor de uiteindelijke observeerbare respons bij het individu (Frijda, 1986; Gross, 1999). Deze regulatie is essentieel voor het welbevinden. Conceptualisatie emotieregulatie. Net zoals bij de theorie over emoties zijn er in de literatuur ontzettend veel definities over emotieregulatie te vinden. Men spreekt niet enkel over emotieregulatie, maar ook over coping, affectregulatie, stemmingsregulatie, etc. Dit zijn constructen die nauw gerelateerd zijn aan emotieregulatie en er is duidelijk sprake van een overlap (Koole, 2009). De meest gehanteerde definitie van emotieregulatie is die van Thompson (1994, p ): All the extrinsic and intrinsic processes responsible for monitoring, evaluating and modifying emotional reactions, especially their intensive and temporal features, to accomplish one s goals. Emotieregulatie kan dus breed begrepen worden als de pogingen van mensen om hun emotionele toestand te reguleren. Dit omvat de regulatie van alle toestanden die emotioneel geladen zijn, inclusief stemming, positief of negatief affect en stress (Koole, 2009). Het is een proces waarbij mensen proberen om niet meegesleept te worden door spontane emoties en niet overweldigd te worden door de intensiteit ervan. Het reguleren van emoties kan positieve en negatieve emoties doen toenemen, behouden of afnemen (Gross, 2001; Koole, 2009). Om hun emoties te reguleren maken mensen gebruik van bepaalde strategieën. Dit zijn de manieren waarop 5

11 mensen concreet met hun emoties omgaan (Koole, 2009). Ze hebben een direct effect op gedrag, cognitie en affect (Aldao & Nolen-Hoeksema, 2012). Er is een grote variëteit aan strategieën en aan de classificatie en specificatie van deze strategieën. We zetten ze hieronder op een rij. De meest onderzochte classificatie werd op basis van een grootschalige metaanalyse door Aldao, Nolen-Hoeksema en Schweizer (2010) naar voor geschoven. Ze bekeken in 114 studies welke emotieregulatiestrategieën het sterkst geassocieerd zijn met psychopathologie. Op basis van die informatie maakten de onderzoekers onderscheid tussen maladaptieve strategieën (vermijden, onderdrukken en rumineren) en adaptieve strategieën (accepteren, probleemoplossing en herevaluatie). Daarnaast is er nog een andere mogelijke onderverdeling waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds automatische of onbewuste emotieregulatie en anderzijds bewuste emotieregulatie. Een voorbeeld van een onbewuste strategie is het opsteken van een sigaret omdat je angstig bent. Een bewuste strategie is bijvoorbeeld het veranderen van onderwerp tijdens een moeilijk gesprek (Gross, 1999; Koole, 2009). Voorts geeft het procesmodel van emotieregulatie van Gross (1998) nog een ander onderscheid. Deze classificatie wordt gemaakt op basis van het tijdstip waarop de strategieën in het emotiegeneratie proces interveniëren, namelijk als antecedent of als respons. Antecedenten duiden op zaken die we ondernemen vooraleer emoties actief zijn, terwijl responsen verwijzen naar de dingen die mensen doen nadat de emotie aan de gang is. Ander onderzoek toont echter aan dat deze volgorde in feite variabel is (Koole, 2009). Als laatste worden de strategieën ook soms opgedeeld in toenaderings- en vermijdingstrategieën (Seiffge-Krenke, 2000). Voorts wordt emotieregulatie ook vanuit een cognitieve hoek bekeken. Hierbij is er vaak overlap met het construct coping. Sommige auteurs zien beide constructen als gelijk, terwijl anderen wel onderscheid maken tussen coping en emotieregulatie. Volgens Garnefski, Kraaij, & Spinhoven (2001) kan emotieregulatie een brede range aan cognitieve processen omvatten. Zij schuiven in hun artikels negen strategieën van cognitieve emotieregulatie naar voor, namelijk: Jezelf de schuld geven, Anderen de schuld geven, Accepteren, Concentreren op planning, Concentreren op positieve zaken, Rumineren, Positief herinterpreteren, Relativeren en Catastroferen. Deze cognitieve processen kunnen biologisch, sociaal, gedragsmatig en zowel bewust als onbewust zijn. 6

12 De onderzoekers focussen in hun artikels op cognitieve emotieregulatie, wat zoveel betekent als de cognitieve manier om emotioneel geladen informatie te verwerken. Daarnaast benoemen ze dit proces ook als cognitieve coping en gebruiken ze met andere woorden de twee termen door elkaar. Volgens hen valt coping onder de brede definitie van emotieregulatie (Garnefski & Kraaij, 2006; Garnefski et al., 2001). Dit staat in contrast met wat Gross (1991) aangeeft in zijn artikel. Volgens hem is coping een breder begrip dan emotieregulatie aangezien het ook niet-emotionele reacties bevat, zoals gedragsmatige responsen. Er circuleren in de literatuur kortom verschillende meningen over het begrip coping. Als we dit als geheel beschouwen, kunnen we een besluitende definitie naar voorschuiven. Coping kan gedefinieerd worden als de cognitieve en gedragsmatige inspanningen om psychologische en fysiologische stress te reguleren (Lazarus, 1993) of als de cognitieve, emotionele en gedragsmatige reactie op stress (Beutler, Moos, & Lane, 2003). In de literatuur wordt vaak onderscheid gemaakt tussen twee grote functies: probleemgerichte coping en emotiegerichte coping (Garnefski et al., 2001; Gross, 1999). Bij de eerste strategie gaat men proberen om het probleem op te lossen, bijvoorbeeld: actie ondernemen (Compas, Orosan, & Grant, 1993). Bij de tweede ligt de focus op het reguleren van de emoties geassocieerd met het probleem, dit is bijvoorbeeld sociale steun zoeken en leunt dichter aan bij emotieregulatie (Compas et al., 1993). Concluderend kunnen we stellen dat er veel verschillende onderverdelingen zijn. Het is dus belangrijk om een goede maat te kiezen om het concept te meten. In het huidige onderzoek werd gekozen voor de FEEL-KJ. Dit instrument is goed onderbouwd en omsluit een brede variëteit aan strategieën. Bij alle besproken onderverdelingen focust men grotendeels op maladaptieve strategieën. Er ontbreekt daarbij vaak een perspectief op de adaptieve zijde van emotieregulatie. Daarnaast ligt er volgens Grob en Smolensk (2005) een sterke focus op het bewuste gebruik van strategieën, terwijl men regulatie vaak nodig heeft bij externe dagdagelijkse gebeurtenissen die gevoelens oproepen (Braet et al., 2013). Daarom ontwikkelden zij de FEEL KJ (kort voor: Fragebogen zur Erhebung der Emotionsregulation bei Kindern und Jugendlichen ), met als doel 15 emotieregulatiestrategieën (maladaptief, adaptief en externe regulatie) te meten voor drie verschillende gevoelens (boosheid, angst en verdriet). 7

13 Aangezien we in deze masterproef focussen op de adolescentie zullen we vervolgens nagaan hoe emotieregulatie in deze ontwikkelingsfase vormgegeven wordt. Emotieregulatie bij adolescenten. Reeds vanaf jonge leeftijd zijn kinderen in staat om emoties te reguleren, maar zoals eerder vermeld is de adolescentie een belangrijke transitieperiode waarin vaardigheden verder ontwikkelen (Zeman, Cassano, Perry-Parrish, & Stegall, 2006). Vooraleer specifiek wordt ingezoomd op de adolescentie, wordt kort doorlopen hoe emotieregulatie evolueert in de jaren daarvoor. Tijdens de babyjaren worden kinderen overweldigd door emoties, maar deze zijn nog niet duidelijk verbonden met specifieke gebeurtenissen. De emotionele ontwikkeling is primair gefocust op het vormen van verschillende emotionele expressies en taalvaardigheden die helpen bij het uitdrukken van emoties (Zeman et al., 2006). Hiervoor steunen baby s en peuters volledig op hun zorgfiguren (Calkins & Hill, 2007). Volwassenen helpen hen bij het reguleren van emoties zoals frustratie of woede door hen te troosten of door de vervelende prikkel weg te nemen (Zeman et al., 2006). Daarnaast observeert het kind hoe ouders hun emoties reguleren en leert hij of zij dit zelf via feedbackmechanismen. Hieruit kunnen we afleiden dat adaptieve emotieregulatie een leerproces is en een deel van de normale ontwikkeling (Braet et al., 2014). Wanneer kinderen starten met school worden ze meer zelfredzaam en wordt het zoeken naar steun meer gedifferentieerd. Zo zullen ze nog steeds steunen op hun ouders, maar vinden ze extra steun bij leeftijdsgenoten en leerkrachten (Zimmer-Gembeck & Skinner, 2011). Verder maken kinderen vanaf de lagere school steeds meer gebruik van display rules. Dit zijn cultureel gebonden regels die bepalen welke emoties men mag tonen in bepaalde sociale contexten. Zo wordt er verwacht dat je lacht wanneer je een cadeau krijgt, ook al vind je het niet mooi (Zeman et al., 2006). Kinderen begrijpen steeds beter dat iemands getoonde emotie niet noodzakelijk moet overeenkomen met zijn subjectieve emotionele ervaring. Bovendien beïnvloedt de soort emotie meer en meer of deze getoond of gedempt zal worden. Volgens sommige onderzoekers heeft ook geslacht hierop een invloed. Zo zag men dat jongens vaker verdriet onderdrukten en meisjes sneller woede inhibeerden (Zimmer-Gembeck & Skinner, 2011). 8

14 Terwijl er tijdens de lagere schoolleeftijd voornamelijk emotiegerichte strategieën aanwezig zijn, waarbij jongeren voornamelijk focussen op de emotie die zich voordoet, worden strategieën gedurende de adolescentie meer cognitief, gevarieerd en effectiever (Compas, Connor-Smith, Saltzman, Thomsen, & Wadsworth, 2001). In de studies van Seiffge-Krenke (1995, 2000) stelt men de leeftijd van 15 jaar voorop als een keerpunt in het gebruik van meer strategieën. Tijdens de adolescentie zal ook het gebruik van display rules toenemen. Tevens kunnen jongeren steeds beter het perspectief van anderen innemen (Zimmer-Gembeck & Skinner, 2011; Seiffge-Krenke, 1995) en ontstaat er een verhoogd bewustzijn voor de interpersoonlijke gevolgen van het uiten van bepaalde emoties (Zeman et al., 2006). Hierdoor kunnen ze hun coping beter afstellen op verschillende sociale partners (Zimmer-Gembeck & Skinner, 2011) en zal de soort sociale relatie (met ouders versus met leeftijdsgenoten) mee bepalen welke emoties worden geuit (Zeman et al., 2006). Ook zijn adolescenten meer bezig met wat anderen over hen denken en zal dit bijgevolg invloed hebben op welke emoties ze tonen (Zeman & Shipman, 1998). Daarnaast zijn ze beter in staat om te reflecteren over hun eigen emotionele toestand en dit kan bijgevolg ook leiden tot meer rumineren. Aan de andere kant is er een toename in strategieën zoals positieve zelfspraak. Ze worden zelfstandiger in het reguleren van hun emoties en hun strategieën worden sterker in stressvolle situaties (Zimmer-Gembeck & Skinner, 2011). Daarbij zijn adolescenten door toenemende metacognitieve vaardigheden beter in staat om de juiste strategieën af te stemmen op bepaalde stressoren (Compas et al., 2001). Anderzijds ziet men ook dat er in de adolescentie meer worstelingen zijn met regulatie en stress (Donaldson, Prinstein, Danovsky, & Spirito, 2000). Daarbij ervaren adolescenten meer negatief affect en worden positieve emoties als minder intens ervaren (Gilbert, 2012). Volgens Zimmer-Gembeck en Skinner (2011) is het mogelijk dat de evoluties in hun ontwikkeling nieuwe kwetsbaarheden introduceren. Zo kunnen adolescenten steeds beter hun toekomst plannen, maar deze vaardigheid zorgt er ook voor dat ze zich meer zorgen maken over de toekomst. De adolescentie wordt in andere onderzoeken soms aangeduid als een periode van all gas and no brakes (White, 2005 p.70). Er is een verhoogde activiteit in emotionele en motivationele hersengebieden, maar een tragere ontwikkeling in de gebieden van cognitieve controle en emotionele regulatie (Casey et al., 2010). 9

15 Samenvattend kunnen we stellen dat emotieregulatie zich doorheen de levensloop ontwikkelt. Volgens Patterson en McCubbin (1987) zijn regulatieprocessen echter voornamelijk tijdens de adolescentie belangrijk omdat het de eerste keer is dat jongeren worden geconfronteerd met veel verschillende stressoren en ze mogelijks nog geen brede variëteit aan strategieën beschikbaar hebben om op terug te vallen. Wat deze stressoren juist zijn en hoe deze er bij adolescenten uitzien, wordt besproken in het volgende stuk. Levensgebeurtenissen Een leven wordt gekenmerkt door gebeurtenissen en veranderingen die verschillen in omvang, duur en betekenis. Het kunnen gebeurtenissen zijn die voor veel stress, onrust en drastische verandering zorgen zoals de dood van een familielid, maar het kunnen ook kleinere gebeurtenissen zijn die minder invloed hebben, zoals bijvoorbeeld een slechte toets (Compas, 1987). Levensgebeurtenissen worden in de literatuur vaak benoemd als stress. Al is het wel belangrijk om een onderscheid te maken volgens Compas (1987), want niet alle levensgebeurtenissen zijn stressvol en omgekeerd is stress niet altijd het gevolg van specifieke gebeurtenissen. Het is afhankelijk van de betekenis die de persoon geeft aan de gebeurtenis (Compas, 1987). Ziet hij deze als belastend en overschrijdt het zijn hulpbronnen? Evalueert hij het als een mogelijke bedreiging of als een mogelijk voordeel (Seiffge-Krenke, Aunola, & Nurmi, 2009)? Elke gebeurtenis kan dus stressvol zijn wanneer iemand dit zo ervaart (Coddington, 1972). Bovendien kunnen levensgebeurtenissen het fysiologisch, emotioneel of cognitief evenwicht van een persoon verstoren (Braet & Prins, 2008). We gaan nu verder in op de levensgebeurtenissen waar de meeste adolescenten op stuiten. Levensgebeurtenissen in de adolescentie. Het aantal veranderingen die plaatsvinden in de adolescentie is, in vergelijking met andere ontwikkelingsperiodes, uitzonderlijk hoog (Seiffge-Krenke, 2000). De vroege en midden adolescentie is in het bijzonder een periode van snelle cognitieve, sociale en emotionele veranderingen (Forman, 1993). Deze periode van versnelde ontwikkeling brengt verschillende hoeveelheden stress met zich mee 10

16 (Seiffge-Krenke, 1995), die gevolgen kunnen hebben voor de latere aanpassing (Seiffge-Krenke, 2000). De focus van veel onderzoek rond stress bij adolescenten is verschoven van het bestuderen van traumatische ervaringen naar het bestuderen van normale uitdagingen en ontwikkelingstaken. Zo ligt de focus vaak op typische dagdagelijkse stressoren (Seiffge- Krenke et al., 2009). In het drie jaar durende longitudinaal onderzoek van Seiffge- Krenke (2000) zag men een sterker verband tussen dagelijkse gebeurtenissen en psychopathologie dan tussen ingrijpende gebeurtenissen en psychopathologie. In diezelfde studie zag men tussen 13 en 14 jaar een toename in grote en dagdagelijkse gebeurtenissen. Deze toename werd behouden tot 15 jaar. Ook in de studie van dezelfde auteur in 2009 zag men een hoog niveau van stressoren tot 15 jaar om daarna een daling waar te nemen. De meeste adolescenten worden in hun dagelijkse leven dus geconfronteerd met milde, stressvolle situaties. Zo proberen ze te streven naar meer gelijke relaties met hun ouders, breiden ze hun sociaal netwerk uit en hebben ze ook hun eerste romantische partner (Seiffge-Krenke et al., 2009). Doorheen de adolescentie blijken er ook andere stressoren op de voorgrond te treden (Seiffge-Krenke, 1995). In de vroege adolescentie worden meer familie-gerelateerde stressoren gerapporteerd, terwijl in de midden-adolescentie meer stress in verband met leeftijdsgenoten waargenomen wordt. Tijdens de late-adolescentie draait het meer rond prestatie- en schoolgerelateerde stress (Wagner & Compas, 1990; Seiffge-Krenke, 1995). Het is opvallend dat 46 tot 82% van de stressoren die adolescenten vernoemen, betrekking hebben op interpersoonlijke relaties (Ebata & Moos, 1994). Dit omvat conflicten met ouders, goede vrienden of de partner (Seiffge-Krenke et al., 2009). Ook zijn velen het slachtoffer van pesten door leeftijdsgenoten en zorgt dit voor opvallend veel stress (McLaughlin, Hatzenbuehler & Hilt, 2009). Naast deze interpersoonlijke contacten maken ze zich ook zorgen over hun eigen identiteit (Seiffge-Krenke et al., 2009) en over de toekomst (Nurmi, Poole, & Seginer, 1995). Studies bij niet-klinische groepen tonen een redelijk rooskleurig beeld van positieve ontwikkeling doorheen de adolescentie. In deze studies wordt het duidelijk dat adolescenten in het algemeen wel in staat zijn om een hele reeks aan eisen, conflicten en gebeurtenissen aan te pakken (Petersen & Ebata, 1987; Seiffge-Krenke, 1995). Daarnaast tonen diverse cross-sectionele steekproeven aan dat adolescenten meer 11

17 functionele coping gebruiken dan disfunctionele coping, dit met een verhouding van 4 op 1 (Seiffge-Krenke, 2000). Wanneer adolescenten ouder worden, gebruiken ze meer diverse en flexibele copingstrategieën (Kavsek & Seiffge-Krenke, 1996). Verder worden adolescenten tussen de leeftijd van 12 en 18 jaar steeds effectiever in het bepalen bij wie ze met welk probleem terecht kunnen (Skinner & Zimmer-Gembeckz, 2007). Kortom wordt hiermee aangetoond dat de meeste adolescenten competente copers zijn, die in staat zijn om om te gaan met normatieve stressoren (Seiffge-Krenke, 1995). Daar staat tegenover dat een aanzienlijk deel van de jongeren psychische problemen en problemen met coping ondervindt. Het is vaak de steeds verder opeenstapeling van stressvolle gebeurtenissen die toch zal zorgen voor problemen (Appleyard, Egeland, & van Dulmen, 2005). Hoe de variabelen levensgebeurtenissen, emotieregulatie en psychopathologie in relatie staat met elkaar en welke studies hierover reeds uitgevoerd zijn, wordt besproken in het volgende deel. Psychopathologie Zoals hierboven beschreven is de adolescentie een periode waarin zowel een toename van stressoren merkbaar is als een hoger voorkomen van psychopathologie (McLaughlin & Hatzenbuehler, 2009). Maar aangezien iedereen stress ervaart, maar niet iedereen een stoornis ontwikkelt, kan er vanuit gegaan worden dat andere mechanismen zorgen voor een kwetsbaarheid. Zoals reeds aangegeven is het een interactie van stress- en kwetsbaarheidfactoren, met name onaangepaste emotieregulatie, die zorgt voor de mogelijke ontwikkeling van psychopathologie. Veel studies die onderzoek deden naar emotionele- en gedragsproblemen bij adolescenten identificeren twee grote groepen van problemen, namelijk externaliserende en internaliserende problemen Tijdens de adolescentie komen deze vaak samen voor en is er sprake van comorbiditeit (Achenbach, 1991). Deze masterproef zal psychopathologie definiëren volgens deze twee dimensies en daarbij zullen voornamelijk angst en depressie verder bekeken worden. In een aantal onderzoeken werden reeds verbanden gevonden met betrekking tot deze psychologische problemen. In de volgende paragrafen worden enkele studies verder uitgelicht. 12

18 Emotieregulatie en psychopathologie. Verschillende onderzoekers vonden dat tekorten in emotieregulatie belangrijke voorspellers zijn van internaliserende problemen. Zo ervaren jongeren met angststoornissen negatieve emoties intensiever en hebben ze meer moeite om deze te reguleren. Ook internaliserende stoornissen zoals depressie impliceren vaak tekorten in het vermogen om negatieve emoties zoals verdriet te milderen (Cole, Michel, & Teti, 1994). Zo heeft men namelijk de neiging om passief te blijven focussen op de depressieve stemming (Silk, Steinberg, & Morris, 2003) en ondervindt men moeilijkheden in het behouden van positieve emoties (Cole et al., 1994). Een onderzoek die het verband tussen emotieregulatie en psychische problemen bekijkt is de studie van Garnefski en Kraaij (2006). Ze bevestigen het verband tussen het gebruik van bepaalde emotieregulatiestrategieën en emotionele problemen. Ze vergeleken vijf samples bestaande uit vroege adolescenten, late adolescenten, volwassenen, ouderen en een psychiatrische groep. Het gebruik van cognitieve emotieregulatie werd bekeken via een vragenlijst bestaande uit 36 items. De Cognitive Emotion Regulation Questionnaire (CERQ) bevraagt negen cognitieve strategieën en deze zijn zowel maladaptief als adaptief. Verder onderzocht men ook de aanwezigheid van depressieve symptomen via de Symptom Checklist (SCL-90), een klachtenvragenlijst. De resultaten gaven aan dat wanneer men strategieën zoals Rumineren, Catastroferen en Jezelf de schuld geven inzet, men kwetsbaarder is voor emotionele problemen. Daarnaast scoorden adolescenten lager op het gebruik van cognitieve strategieën dan volwassenen en was er een toename richting volwassenheid. De klinische sample scoorde het hoogst, maar in alle samples kon een groot deel van de variantie in depressieve symptomen verklaard worden door het gebruik van bepaalde cognitieve strategieën. De invloed van adaptieve regulatie werd in deze studie minder ondersteund, met uitzondering van een klein effect van Acceptatie. Enkele jaren daarvoor deden Garnefski, Legerstee, Kraaij, van den Kommer en Teerds (2002) een soortgelijk onderzoek bij 487 adolescenten. Ze gebruikten dezelfde meetinstrumenten en keken naast depressie ook naar verbanden met angst. Dezelfde resultaten werden gevonden aangezien ook in deze studie Rumineren, Catastroferen en Jezelf de schuld de meest voorspellende waarde hadden voor angst en depressie. Daarnaast vond men ook een negatief verband met Positief herinterpreteren. Op basis van deze studies kunnen we 13

19 stellen dat voornamelijk het gebruik van maladaptieve strategieën mensen kwetsbaar maakt, meer specifiek de strategieën Rumineren, Catastroferen en Jezelf de schuld geven. Ook Braet en collega s (2014) bestudeerden bij kinderen de link tussen psychopathologie en emotieregulatie, maar zij bereikten andere resultaten. Emotionele problemen werden in hun onderzoek geoperationaliseerd via een afname van de Child Behavior Checklist (CBCL) en de Children s Depression Inventory (CDI). Daarnaast werd emotieregulatie bevraagd met de FEEL-KJ. In totaal namen 432 jongeren tussen 8 en 18 jaar deel aan hun studies. Ze stelden zich de vraag of specifieke strategieën samenhangen met specifieke emotionele problemen. Hun resultaten tonen aan dat psychopathologische symptomen voornamelijk gekenmerkt worden door minder beschikbare adaptieve strategieën. Meer specifiek waren de strategieën Probleemgericht handelen en Accepteren negatief geassocieerd met de internaliserende (en ook externaliserende) schalen. Volgens deze bevindingen is dus het gebrek aan adaptieve strategieën de belangrijkste voorspeller voor emotionele problemen. Daarbij komt nog dat ze geen verband vonden met maladaptieve strategieën. In het tweede deel van hun studie, waarbij specifiek de depressievragenlijst (CDI) werd afgenomen, vond men wel een verband tussen enkele maladaptieve strategieën en depressie. In het bijzonder met Opgeven en Zelfdevaluatie. Ook andere studies geven aan dat men minder kwetsbaar is voor problemen als men Positief herinterpreteren als adaptieve strategie gebruikt. Hierbij kent men in gedachten een positieve betekenis toe aan de gebeurtenis (Garnefski et al., 2003). Met andere woorden hebben adaptieve strategieën dus een protectieve functie en zorgen ze ervoor dat adolescenten zich beter kunnen verweren (Garnefski, Boon, & Kraaij, 2003). Ze zorgen voor het creëren van alternatieve oplossingen (Garnefski et al., 2003) en het beter kunnen omgaan met stress (Silk, Shaw, Forbes, Lane, & Kovacs, 2006; Seiffge- Krenke, 2000). Samengevat vormen, volgens veel studies, maladaptieve strategieën een belangrijke risicofactor voor psychopathologie bij adolescenten (Garnefski et al., 2003; Moriya & Takahashi, 2013; Garnefski & Kraaij, 2006). Maar omgekeerd zijn er ook studies die aantonen dat voornamelijk adaptieve strategieën een belangrijke rol spelen 14

20 (Braet et al., 2014). Daarom willen we in het huidige onderzoek zowel de invloed van adaptieve strategieën als van maladaptieve strategieën op psychopathologie nagaan. Levensgebeurtenissen, Emotieregulatie en Psychopathologie De bestaande literatuur bevat een aantal onderzoeken die ook de variabele negatieve levensgebeurtenissen betrekken en meten. Verder noemen een aantal onderzoeken emotieregulatie als mediator van de relatie tussen stress en psychopathologie. In wat volgt worden opnieuw enkele studie toegelicht. Onder andere Sawyer, Pfeiffer en Spence (2009) deden onderzoek naar de samenhang tussen depressie, negatieve levensgebeurtenissen en emotieregulatie. Ze voerden een eenjarige longitudinale studie uit bij 5089 adolescenten (M=13jaar). De verschillende variabelen werden ook in deze studie met vragenlijsten gemeten. Depressie bevroeg men via de CES-D (Center for Epidemiological Studies) en negatieve levensgebeurtenissen met de LTE-Q (List of Threatening Experiences Questionnaire). Coping werd via verschillende meetinstrumenten bevraagd, namelijk met de SPSI-R (Social Problem Solving Inventory-Revised), SRCS (Self Reporting Coping Scale) en een schaal voor Optimistisch denken. Uit de resultaten bleek dat adolescenten die meer negatieve gebeurtenissen ervaarden, één jaar later een groter risico op depressieve symptomen hadden. Daarnaast hadden de jongeren die meer negatieve en minder positieve strategieën inzetten en minder optimistisch dachten, een groter risico op depressie. Met deze resultaten werd opnieuw aangetoond dat positieve coping en optimistisch denken een beschermende functie hebben. Daarnaast is er ook onderzoek gedaan waarbij men focust op één specifieke soort negatieve gebeurtenissen. Dit was het geval in de studie van Garnefski en Kraaij (2014), waarbij men naging op welke manier jongeren omgaan met pestgedrag. In voorgaand onderzoek werd reeds gevonden dat angst en depressie meer voorkomen bij kinderen en adolescenten die slachtoffer zijn van pesten (Hawker & Boulton, 2000). Garnefski en Kraaij (2014) vroegen zich af welke regulatiestrategieën adolescenten gebruiken na pestgedrag. Ze bevroegen hiervoor 582 adolescenten tussen de 13 en 16 jaar. En daarvoor gebruikten ze de volgende meetmethoden: CERQ, SCL-90, Bully/Victim Questionnaire en een lijst van 13 algemene negatieve gebeurtenissen. De resultaten wezen op significante verbanden met Catastroferen, Jezelf de schuld geven en 15

21 Rumineren. Wanneer jongeren deze strategieën gebruikten waren ze kwetsbaarder voor depressie. Rumineren werkte ook als moderator en had een versterkend effect op het negatief verband tussen pesten en depressie. Men vond ook een negatief verband met Positief herinterpreteren. En ook deze was een moderator, die zorgde voor een verminderd negatief effect van pesten op depressie. Een ander studie die de effecten van pesten onderzocht was die van McLaughlin en collega s uit Zij bevroegen via een longitudinaal design 1065 adolescenten met een leeftijd van 11 tot en met 14 jaar. De volgende variabelen werden gemeten: Slachtoffer van pesten (The Revised Peer Experiences Questionnaire), depressieve symptomen (CDI), emotieregulatie (Emotion Expression Scale for Children, Children s Anger Managment Scale en Childern s Sadness Managment Scale). De bevindingen gaven aan dat pesten geassocieerd was met meer maladaptieve regulatie. En dat de associatie tussen pesten en depressie gemediëerd werd door onaangepaste emotieregulatie. Een studie die de emotieregulatie van angstige kinderen bestudeerde was die van Legerstee, Garnefski, Verhulst, en Utens (2011). Zij vroegen zich af wat de verschillen waren tussen klinisch angstige jongeren en jongeren zonder angst. Ander onderzoek had reeds aangetoond dat angstige adolescenten meer negatieve gebeurtenissen ervaren dan niet angstige adolescenten en ze gebeurtenissen vaak als bedreigender percipiëren (Allen, Rapee, & Sandberg, 2008). Ze gebruikten een groep van 179 angstige en 597 niet angstige adolescenten tussen 12 en 16 jaar. Ze namen de CERQ af om emotieregulatie in beeld te brengen, de Self-Report Checklist voor life-events en de SCL-90-R en ADIS-C voor angstsymptomen. De niet-klinische groep scoorde het hoogst op Rumineren, Catastroferen en Jezelf de schuld geven. Bij de klinische groep was dit net hetzelfde, enkel scoorde zij nog hoger. Ook met Accepteren, Anderen de schuld geven en Concentreren op planning vond met significante verbanden bij beide groepen. Opvallend was dat de angstige jongeren ook meer adaptieve strategieën gebruikten. Aangezien we in de huidige studie zowel kijken naar angstsymptomen als depressiesymptomen, is het interessant om te kijken naar de verschillen in gebruikte strategieën. Gebruiken jongeren met depressieve klachten andere strategieën dan jongeren met angstklachten? 16

22 McLaughlin en Hatzenbuehler (2009) onderzochten via een kortdurende longitudinale studie of maladaptieve emotieregulatie als mediator werkt bij het verband tussen levensgebeurtenissen en internaliserende symptomen. Hiervoor bevroegen ze een steekproef van 1065 adolescenten met een leeftijd van 11 tot en met 14 jaar. Stress werd gemeten aan de hand van een vragenlijst (The Life Events Scale for Children) die naging welke levensgebeurtenissen de afgelopen 6 maanden werden ervaren. Verder werd op twee tijdstippen de mate van depressie gemeten via de CDI (The Children s Depression Inventory) en de aanwezigheid van angstsymptomen via de MASC vragenlijst (The Multidimensional Anxiety Scale for Children). Tot slot bracht men ook emotionele regulatie in kaart. Hiervoor werden 3 schalen gehanteerd, namelijk rumineren (Children s Response Styles Questionnaire), disregulatie van emotionele expressie (CSMS en CAMS) en verminderd emotioneel begrip (EESC). De resultaten wezen wel degelijk op een mediatie. Maladaptieve emotieregulatie medieert de relatie tussen stress en depressie en tussen stress en angst. Dit laatste verband was het sterkste. Het onderzoek van Abravanel en Sinha (2015) werd uitgevoerd bij volwassenen maar bekwam soortgelijke resultaten. Zij vroegen aan 745 personen (M=30 jaar) om de CAI (The Cumulative Adversity Index), CES-D en DERS (The Diffulculties in Emotion Regulation Scale) in te vullen. Ze keken niet enkel naar gebeurtenissen in de laatste maanden, maar naar alle meegemaakte gebeurtenissen doorheen het leven. De deelnemersgroep werd opgesplitst in een groep die nog nooit depressief was geweest en een risicogroep. De resultaten wezen op een partiële mediatie van emotieregulatie tussen levensgebeurtenissen en depressie. Bovendien werd deze bevinding in beide groepen teruggevonden. Aangezien we deze variabelen ook in de huidige studie zullen bevragen, is het interessant om te kijken of er in onze data ook sprake is van een mediatie. De meerwaarde ten opzichte van voorgaand onderzoek is dat we ook de mediatie van adaptieve emotieregulatie bekijken. In tabel 1 worden alle besproken studies kort herhaald en samengevat. 17

23 Tabel 1 Overzicht studies Studie Sample Design Variabelen + Braet et. al (2014) N= jaar Niet-klinische groep Garnefski & Kraaij (2006) 5 samples jaar : Vroeg adolescenten N=597 Laat adolescenten N=1164 Volwassenen N=611 Ouderen N= 89 Psychiatrische groep N=301 Garnefski, Legerstee, Kraaij, van den Kommer en Teerds (2002) N= jaar Niet klinische groep Cross-sectioneel Cross-sectioneel Cross-sectioneel Meetinstrument Depressie CDI Psychopathologie - CBSL Emotieregulatie FEEL-KJ Depressie SCL-90 Emotieregulatie - CERQ Angst, depressie SCL-90 Emotieregulatie - CERQ Resultaten - Probleemgericht handelen en Accepteren negatief geassocieerd met internaliserende problemen. - Depressie geassocieerd met Opgeven en Zelfdevaluatie. - Rumineren, Catastroferen en Jezelf de schuld geven zorgt kwetsbaarheid emotionele problemen. - groot deel van de variantie in depressieve symptomen verklaard door gebruik van maladaptieve strategieën, meeste in psychiatrische groep. - Rumineren, Catastroferen en Jezelf de schuld geven zorgt kwetsbaarheid. - een negatief verband met Positief herinterpreteren. McLaughlin & Hatzenbuehler (2009) N= jaar Niet-klinische groep Longitudinaal Stress LES Depressie CDI Angst MASC Emotieregulatie EESC, CSMS, CAMS, CRSQ Maladaptieve emotieregulatie medieert tussen stress en depressie en tussen stress en angst. 18

24 Studie Sample Design Variabelen + Sawyer, Pfeiffer, & Spence (2009) N= 5089 adolescenten M=13 jaar Niet-klinische groep Garnefski & Kraaij (2014) N= jaar Niet-klinische groep Legerstee, Garnefski, Verhulst, & Utens (2011) N= 179 angstig N= 597 niet angstig jaar Klinisch en niet-klinische groep Prospectief, Longitudinaal Cross-sectioneel Cross-sectioneel Meetinstrument Stress LTE-Q Depressie CES-D Emotieregulatie SPSI-R SRCS, schaal voor Optimistisch denken Depressie SCL-90 Emotieregulatie CERQ Stress - Bully/Victim Questionnaire, lijst 13 negatieve life-events. Stress-Self-Report Checklist Angst SCL-90-R,ADIS-C Emotieregulatie - CERQ Resultaten - Meer negatieve gebeurtenissen is één jaar later een groter risico op depressieve symptomen. - Meer negatieve en minder positieve strategieën inzetten en minder optimistisch dachten, is een groter risico op depressie. - Significante verbanden met Catastroferen, Jezelf de schuld geven en Rumineren. - Negatief verband met Positief herinterpreteren - Rumineren is versterkende moderator op verband tussen pesten en depressie. - Positief herinterpreteren is afzwakkende moderator op verband. - Beide groepen significante verbanden met Rumineren, Catastroferen en Jezelf de schuld en met Accepteren, Anderen de schuld geven en Concentreren op planning geven. - De niet-klinische groep scoorde het hoogst. Abravanel & Sinha (2015) N= 745 M = 30 jaar Volwassenen Niet-klinische en at risk-groep McLaughlin, N= jaar Hatzenbuehler, & Hilt Niet-klinische groep (2009) Cross-sectioneel Longitudinaal Stress - CAI Depressie - CES-D Emotieregulatie DERS Stress-RPEQ Depressie CDI Emotieregulatie EESC, CSMS, CAMS - Partiële mediatie van emotieregulatie tussen levensgebeurtenissen en depressie, zowel bij niet-klinische groep als at risk-groep. - Mediatie van maladaptieve emotieregulatie tussen gepest worden en depressie. 19

25 Onderzoeksvragen en Hypothesen Op basis van bovenstaande literatuurstudie kunnen we een aantal concrete hypotheses formuleren. Op basis van het onderzoeken van McLaughlin en Hatzenbuehler (2009) en Suveg en Zeman (2004) verwachten we mediatie-effecten. In dit onderzoek willen we ook nagaan of adaptieve emotieregulatie als mediator werkt. De volgende vier mediatiehypothesen worden vooropgesteld: Hypothese 1: Jongeren die meer levensgebeurtenissen ervaren zullen kwetsbaarder zijn voor angstsymptomen. Dit effect wordt gemedieerd door adaptieve emotieregulatie. Hypothese 2: Jongeren die meer levensgebeurtenissen ervaren zullen kwetsbaarder zijn voor angstsymptomen. Dit effect wordt gemedieerd door maladaptieve emotieregulatie. Hypothese 3: Jongeren die meer levensgebeurtenissen ervaren zullen kwetsbaarder zijn voor depressieve symptomen. Dit effect wordt gemedieerd door adaptieve emotieregulatie. Hypothese 4: Jongeren die meer levensgebeurtenissen ervaren zullen kwetsbaarder zijn voor depressieve symptomen. Dit effect wordt gemedieerd door maladaptieve emotieregulatie. Op basis van de onderzoeken van Legerstee et al. (2011), Braet et al. (2014) en Garnefski en Kraaij (2014) verwachten we ook verbanden te vinden met specifieke strategieën: Hypothese 5: De adaptieve strategieën Herevaluatie, Accepteren en Probleemgericht handelen hebben een grotere voorspellende waarde voor depressieve symptomen en angstsymptomen. Hypothese 6: De maladaptieve strategie Rumineren heeft een grotere voorspellende waarde voor depressieve symptomen en angstsymptomen. 20

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Brenda Volkaert Doctoraatsbursaal Vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Overzicht Deel 2 Onderzoek

Nadere informatie

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Julia de Vries ID Datum HTS Report FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren ID 5105-7036 Datum 20.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING FEEL-KJ 2/20 Inleiding De FEEL-KJ brengt de strategieën in kaart die

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. David-Jan Punt ID 256-4 Datum 27.08.2014.

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. David-Jan Punt ID 256-4 Datum 27.08.2014. FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren HTS Report ID 256-4 Datum 27.08.2014 Zelfrapportage FEEL-KJ Profielformulier 3 / 27 PROFIELFORMULIER Vragenlijst over emotieregulatie bij

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 5105-7035 Datum 20.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING FEEL-E 2/15 Inleiding De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID 5107-5881 Datum 04.04.2016.

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID 5107-5881 Datum 04.04.2016. FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren HTS Report ID 5107-5881 Datum 04.04.2016 Zelfrapportage FEEL-KJ Inleiding 2 / 27 INLEIDING De FEEL-KJ brengt de strategieën in kaart die

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN S TELLEN VOOR GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN EVEN VOORSTELLEN.. M A RIE - L OTTE VA N BEVEREN K L I N I S C H P S YCHOLOOG, D OCTORAATSSTUDENT M A RIELOTTE.VA N B EVEREN@UGENT.BE DE ADOLESCENTIE

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

EEN NETWERKBENADERING

EEN NETWERKBENADERING EEN NETWERKBENADERING VOOR PSYCHOSE DE ROL VAN SYMPTOMEN EN TRAUMA dr. Hanneke Wigman Januari 2017 De Amsterdamse School DISCLOSURES (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Inhoud Wat is stress? Inleiding Een korte terugblik Definitie van stress Reacties op stress Het verschil tussen stress en trauma Coping Inleiding

Inhoud Wat is stress? Inleiding Een korte terugblik Definitie van stress Reacties op stress Het verschil tussen stress en trauma Coping Inleiding VII Inhoud 1 Wat is stress?........................................................................ 1 1.1 Inleiding.............................................................................. 2 1.2 Een

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Symposium Onderzoeksresultaten

Symposium Onderzoeksresultaten Symposium Onderzoeksresultaten 2016-2017 Frailty - Onderzoek naar kwetsbaarheid van ouderen in de GGZ zorg. Voorlopige resultaten dr. Hans Barf docent HBO Verpleegkunde, onderzoeker lectoraat Zorg & Innovatie

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding en theoretische achtergrond van de studie

Samenvatting. Inleiding en theoretische achtergrond van de studie Samenvatting Jaarlijks wordt in Nederland bij meer dan 57.000 personen kanker vastgesteld en sterven 37.000 personen aan deze ziekte. Dit maakt kanker, na hart- en vaatziekten, de belangrijkste doodsoorzaak

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest Ad Kaasenbrood, psychiater/psychotherapeut Congres Een te gekke wijk, Bunnik, 8 November 2017 Psychiatrische ziekten Komen vaak voor Zijn ernstig Zijn duur Zijn complex Verhouden zich tot geestelijke gezondheid,

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening 1. Wat is stress? 2. Een aandoening als oorzaak voor stress en psychosociale problematiek 3. Problematiek

Nadere informatie

Registratie-richtlijnen

Registratie-richtlijnen BEROEPSGEBONDEN BURNOUT/OVERSPANNING (niet in Europese Lijst van Beroepsziekten) (CAS: Burnout P611 en Overspanning P619) 1 Achtergrondinformatie Van burnout wordt gesproken indien sprake is van een langdurige

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN

INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN INTERNE COGNITIEVE CONTROLE BIJ ADOLESCENTEN MET DEPRESSIEVE SYMPTOMEN LAURA WANTE, CAROLINE BRAET INEKE DEMEYER, RUDI DE RAEDT, SVEN MUELLER Department of Developmental, Personality and Social Psychology,

Nadere informatie

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

24-2-2011. Complexiteit van zelfzorg en coping bij mensen met diabetes en nierfalen. Diabetes en nierziekte: het toekomstbeeld.

24-2-2011. Complexiteit van zelfzorg en coping bij mensen met diabetes en nierfalen. Diabetes en nierziekte: het toekomstbeeld. Complexiteit van zelfzorg en coping bij mensen met diabetes en nierfalen Indeling Introductie: Diabetes en Nierfalen, wat vraagt dat van mensen? (JW) Stress en Coping (JK) Een programma om mensen effectiever

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 SAMENVATTING Chronische nek pijn is vaak het gevolg van een verkeersongeval, en dan met name van een kop-staart aanrijding. Na zo een ongeval ontwikkelen mensen vaak een zeer specifiek klachtenpatroon.

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Leerkrachtversie Informant: Jan Jansen Leerkracht INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als 1 Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap Sara Casalin Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als verlegen, blij, impulsief, zenuwachtig, druk, moeilijk, koppig,

Nadere informatie

coping en emotionele aanpassing na NAH

coping en emotionele aanpassing na NAH Het venijn zit in de staart 29 maart historic perspective: the 1980s decade of the severe TBIs introduction of the concept golden hour coping en emotionele aanpassing na NAH Dr. S.Z. Stapert Neuropsycholoog

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) ACHTERGROND Depressie is een ernstige psychiatrische stoornis waar ongeveer één op de vijf à zes mensen gedurende de levensloop mee te maken krijgt. In Westerse

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden Angst en depressie Multistage assessment Denise Bodden Indeling Hoe vaak komt angst en depressie voor? Onderdiagnostiek? Signalering Waar? Waneer? Wie? Hoe? Multi-stage assessment Hoe vaak komt angst en

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie