Vragenlijst: NIET-WERKENDEN

Transcriptie

1 1 / 16 Vragenlijst: NIET-WERKENDEN Beste leerling, Enkele aandachtspunten bij het invullen van de vragenlijst: 1. De vragenlijst peilt naar je ervaringen. Er zijn dus geen juiste of foute antwoorden. 2. Voor het slagen van het onderzoek is het belangrijk dat je alle vragen invult. Als je twijfelt, dan mag je het antwoord kiezen dat het dichtst bij je ervaring aansluit. 3. Per vraag mag er slechts 1 antwoord worden aangeduid, tenzij expliciet anders vermeld. Gelieve de open vragen in DRUKLETTERS in te vullen. 4. Als sommige vragen niet duidelijk zijn, mag je altijd toelichting of hulp vragen aan de interviewer. 5. Alle antwoorden zijn vertrouwelijk en anoniem. Dat betekent dat niemand zal weten wat jij zelf hebt ingevuld. Je hoeft ook nergens je naam te noteren. 6. Iedereen die deze vragenlijst ingevuld heeft, heeft recht op inzage in de gegevens die op hem of haar betrekking hebben (KB 8/12/93). Heel belangrijk: 1. Kleur de bolletjes zo in: Niet op deze manier: 2. Vouw of kreuk deze bundel niet 3. Gelieve het nietje in de bundel te laten. Enkele voorbeeldvragen: - Hoe vaak heb je de voorbije 14 dagen het volgende meegemaakt? Zelden of Nooit Soms, af en toe Vaak Meestal, altijd voelde ik me net zo goed als de anderen - Hoeveel uren werkte je gemiddeld per dag: 1 0 uren ==> Gelieve bij dergelijke vragen slechts 1 cijfer per vakje in te vullen Alvast hartelijk dank voor je deelname aan de grote Student Employment Survey 2010 die studentenarbeid in Vlaanderen in kaart brengt. Prof. dr. D. Verhaest Gelieve deze vakjes NIET in te vullen!

2 2 / 16 MODULE 1. VAKANTIEWERK 1. Heb je tijdens de voorbije zomervakantie een studentenjob uitgeoefend? => ga verder met onderstaande vragen => vraag een andere vragenlijst aan de interviewer 2. Waarom heb je de voorbije zomervakantie geen vakantiewerk gedaan? Ik heb afgelopen zomer geen vakantiejob gedaan omdat... niet Niet Niet, niet on...ik te jong was om te mogen werken...ik er niet aan gedacht heb om een vakantiejob te zoeken...ik geen vakantiejob heb gevonden...ik daarvoor verhinderd werd door bijv. ouders, vrienden, financiële situatie...ik dat niet mocht doen bv. van ouders, vrienden, financiële situatie,...ik me slecht zou gevoeld hebben mocht ik een vakantiejob gedaan hebben...ik iets anders deed waardoor ik trotser kon zijn op mezelf...ik van mezelf geen vakantiejob mocht doen...ik het belangrijk vond om iets anders te doen waardoor ik geen vakantiejob kon doen...ik het leuk vond om iets anders dan studentenwerk te doen...ik het plezierig vond om iets anders dan studentenwerk te doen 3. Heb je ooit een studentenjob uitgeoefend tijdens de zomervakantie? => ga naar module 2 (p.4) => ga verder met onderstaande vragen 4. In welk ar heb je voor het laatst vakantiewerk verricht? De volgende vragen gaan over de laatste zomer dat je vakantiewerk hebt verricht. Mocht je toen meer dan één job uitgeoefend hebben, beantwoord de vragen dan voor de betaalde job waaraan je het meeste tijd besteedde. 5. Welke functie oefende je uit? (bijv. voor een ober: bestellingen opnemen, glazen ophalen, bier tappen, afrekenen...) Voor welk soort werkgever werkte je? (bijv. een restaurant, bakker,...) Op welke wijze ben je betaald voor je werk? Cash geld Met een overschrijving Gedeeltelijk in cash en gedeeltelijk met overschrijving 8. Heb je voor deze job een arbeidsovereenkomst of contract ondertekend? Nee, nooit Ja, voordat ik begon te werken Ja, nadat ik aan het werk begonnen was 9. Indien JA op vraag 8: Op een contract staat ook het aantal uren dat je moet werken vermeld. Heb je in werkelijkheid even veel uren gewerkt als vermeld op je contract? Ja, ik heb het aantal vermelde uren gewerkt Nee, ik heb minder uren gewerkt Nee, ik heb meer uren gewerkt

3 3 / Heb je na het werk een loonfiche ontvangen (zie voorbeeld fiche vooraan)? 11. Heb je meer of minder loon ontvangen dan het bedrag dat op de loonfiche als nettoloon vermeld staat? Ik heb minder ontvangen Ik heb precies hetzelfde bedrag ontvangen Ik heb meer ontvangen 12. Wat was toen je reden om een vakantiejob te doen? In welke mate ben je het met volgende uitspraken? Ik deed deze job... niet Niet Niet, niet on Omdat ik daartoe verplicht werd (ouders, vrienden, financiële situatie ) Omdat ik dat moest doen (ouders, vrienden, financiële situatie, ) Omdat ik me anders lui zou voelen Omdat ik dan pas trots kan zijn op mezelf Omdat ik van mezelf een studentenjob moest doen Omdat ik het belangrijk vond om een studentenjob te doen Omdat ik het zinvol vond om een studentenjob te doen Omdat ik het leuk vond om studentenwerk te doen Omdat ik het plezierig vond om studentenwerk te doen 13. In welke mate was je tevreden met deze vakantiejob? niet tevreden Niet tevreden Noch tevreden, noch ontevreden Tevreden tevreden 14. In welke mate ben je het met volgende uitspraken over je vroegere vakantiejob? niet Niet Niet, niet on Mijn loon was in verhouding met wat ik ervoor moest doen Mijn werk vereiste dat ik nieuwe dingen leerde Ik moest er snel werken Ik kon zelf beslissen hoe ik mijn werk aanpakte Ik kreeg tegengestelde opdrachten Ik moest veel onthouden Het werk was emotioneel zwaar Het werk was moeilijk te combineren met mijn studies 15. In welke mate was je tevreden met de laatste betaalde job die je hebt verricht? niet tevreden Niet tevreden Noch tevreden, noch ontevreden Tevreden tevreden

4 4 / 16 MODULE 2. BETAALD WERK SINDS SEPTEMBER 1. Heb je sinds de start van het schoolar in september tegen betaling gewerkt? => ga verder met onderstaande vragen => vraag een andere vragenlijst aan de interviewer 2. Waarom heb je geen betaalde studentenjob? Ik heb geen betaalde studentenjob omdat... niet Niet Niet, niet on...ik te jong was om te mogen werken...ik er niet aan gedacht heb om een vakantiejob te zoeken...ik geen vakantiejob heb gevonden...ik daarvoor verhinderd werd door bijv. ouders, vrienden, financiële situatie...ik dat niet mocht doen bv. van ouders, vrienden, financiële situatie,...ik me slecht zou gevoeld hebben mocht ik een vakantiejob gedaan hebben...ik iets anders deed waardoor ik trotser kon zijn op mezelf...ik van mezelf geen vakantiejob mocht doen...ik het belangrijk vond om iets anders te doen waardoor ik geen vakantiejob kon doen...ik het leuk vond om iets anders dan studentenwerk te doen...ik het plezierig vond om iets anders dan studentenwerk te doen 3. Heb je ooit een job op vaste basis (bijv. per week of om de twee weken) uitgeoefend tijdens het schoolar (jobs die je slechts af en toe op onregelmatige basis doet tellen hier niet mee)? => ga naar module 3 (p.6 ) => ga verder met onderstaande vragen 4. In welk ar heb je voor het laatst dergelijk betaald werk verricht? De volgende vragen gaan over de laatste job die je hebt gehad. Mocht je in die tijd meer dan één job gehad hebben, beantwoord de vragen dan voor de betaalde job waaraan je het meeste tijd besteedde. 5. Welke functie oefende je uit? (bijv. voor een ober: bestellingen opnemen, glazen ophalen, bier tappen, afrekenen...) Voor welk soort werkgever werkte je (bijv. een restaurant, bakker,...)? Op welke wijze ben je betaald voor je werk? Cash geld Met een overschrijving Gedeeltelijk in cash en gedeeltelijk met overschrijving 8. Heb je voor deze job een arbeidsovereenkomst of contract ondertekend? Nee, nooit Ja, voordat ik begon te werken Ja, nadat ik aan het werk begonnen was 9. Indien JA op vraag 8: Op een contract staat ook het aantal uren dat je moet werken vermeld. Heb je in werkelijkheid even veel uren gewerkt als vermeld op je contract? Ja, ik heb het aantal vermelde uren gewerkt Nee, ik heb minder uren gewerkt Nee, ik heb meer uren gewerkt

5 5 / Heb je na het werk een loonfiche ontvangen (zie voorbeeld fiche vooraan)? 11. Heb je meer of minder loon ontvangen dan het bedrag dat op de loonfiche als nettoloon vermeld staat? Ik heb minder ontvangen Ik heb precies hetzelfde bedrag ontvangen Ik heb meer ontvangen 12. Wat was toen je reden om een studentenjob te doen? In welke mate ben je het met volgende uitspraken? Ik deed deze job... niet Niet Niet, niet on Omdat ik daartoe verplicht werd (ouders, vrienden, financiële situatie ) Omdat ik dat moest doen (ouders, vrienden, financiële situatie, ) Omdat ik me anders lui zou voelen Omdat ik dan pas trots kan zijn op mezelf Omdat ik van mezelf een studentenjob moest doen Omdat ik het belangrijk vond om een studentenjob te doen Omdat ik het zinvol vond om een studentenjob te doen Omdat ik het leuk vond om studentenwerk te doen Omdat ik het plezierig vond om studentenwerk te doen 13. In welke mate was je tevreden met deze studentenjob? niet tevreden Niet tevreden Noch tevreden, noch ontevreden Tevreden tevreden 14. In welke mate ben je het met volgende uitspraken over de job die je regelmatig deed? niet Niet Niet, niet on Mijn loon was in verhouding met wat ik ervoor moest doen Mijn werk vereiste dat ik nieuwe dingen leerde Ik moest er snel werken Ik kon zelf beslissen hoe ik mijn werk aanpakte Ik kreeg tegengestelde opdrachten Ik moest veel onthouden Het werk was emotioneel zwaar Het werk was moeilijk te combineren met mijn studies 15. In welke mate was je tevreden met de andere activiteiten die je deed? niet tevreden Niet tevreden Noch tevreden, noch ontevreden Tevreden tevreden

6 6 / 16 MODULE 3. VRIJE TIJD, WERK en STUDIES IN HET ALGEMEEN Module 3A Volgende vragen gaan over jouw houding tegenover werk in het algemeen, los van werk dat je mogelijk al deed. 1. Denk aan het soort werk dat je later in je leven graag zou willen doen. Welke zaken zijn voor jou dan belangrijk en minder belangrijk? Niet Niet Belangrijk Hoe belangrijk is het voor jou dat je op je werk. niet belangrijk belangrijk invloed hebt over anderen bewonderd wordt omdat je een hoge functie hebt financieel erg succesvol bent controle kan uitoefenen over anderen een bijdrage kan leveren aan de samenleving een inhoudelijk interessante functie hebt je talenten kan ontwikkelen goede relaties kan onderhouden je capaciteiten kan gebruiken leiding kan geven aan een groot aantal mensen op lange termijn kan doorstoten tot het topmanagement een functie kan bekleden met een grote verantwoordelijkheid onbelangrijk, niet belangrijk Heel belangrijk 2. Leef jij vooral in het nu of denk je ook al aan de toekomst? In welke mate ben je het met de volgende uitspraken? Niet Niet, niet niet on Het is vandaag dat mensen al stappen moeten ondernemen om later de toekomstdromen te kunnen realiseren Mensen kunnen maar beter niet te veel nadenken over de toekomst Het is belangrijk dat mensen nu al nadenken over waar ze binnen vijf of tien ar willen staan Ik hou er niet van om plannen te maken voor de toekomst Plannen maken voor de toekomst is tijdsverspilling Het is de visie op de toekomst die bepaalt wat mensen vandaag beslissen In het algemeen ben ik gericht op het verhinderen van negatieve gebeurtenissen in mijn leven Ik ben bang dat ik te kort kom ten aanzien van mijn verantwoordelijkheden en verplichtingen Ik stel me vaak voor hoe ik mijn dromen en ambities zal verwezenlijken Ik denk vaak aan de persoon waarvan ik bang ben die te worden in de toekomst Ik denk vaak aan de persoon die ik ideaal zou willen zijn in de toekomst Normaal gesproken richt ik mij op het succes dat ik hoop te bereiken in de toekomst Ik maak me vaak zorgen dat ik zal falen in het behalen van mijn carrièredoelen

7 7 / niet Niet Niet, niet on Ik denk er vaak aan hoe ik carrièresucces zal bereiken Ik stel me vaak slechte gebeurtenissen voor waarvan ik vrees dat die mij zouden kunnen overkomen Ik denk geregeld aan hoe ik mislukkingen in mijn leven kan voorkomen Ik ben er meer op georiënteerd om verlies te vermijden dan op het bereiken van winst Mijn belangrijkste doel op het werk op dit moment is het bereiken van mijn carrièredoelen Mijn belangrijkste doel op het werk op dit moment is te voorkomen dat ik faal in mijn carrière Ik zie mijzelf als iemand die er met name op gericht is zijn 'ideale zelf' te bereiken - om mijn dromen, wensen en aspiraties te vervullen Ik zie mijzelf als iemand die er met name op gericht is om zelf zo te worden als ik zou moeten zijn om mijn taken, verantwoordelijkheden en verplichtingen te vervullen In het algemeen ben ik gericht op het bereiken van positieve uitkomsten in mijn leven Ik stel me vaak positieve gebeurtenissen voor waarvan ik hoop dat die mij zullen overkomen In het algemeen ben ik meer gericht op het bereiken van succes dan op het voorkomen van falen In vele opzichten benadert mijn leven mijn ideaal Mijn levensomstandigheden zijn uitstekend Ik ben tevreden met mijn leven Tot nu toe heb ik de belangrijkste dingen die ik in mijn leven wil, verkregen Indien ik mijn leven kon overdoen, dan zou ik bijna niets veranderen 3. Hoe vaak heb je je de voorbije week op de volgende manier gevoeld? Zelden De voorbije week... (minder dan 1 dag) voelde ik me net zo goed als de anderen Soms (1-2 dagen) Vaak (3-4 dagen) Meestal (5-7 dagen) kon ik er moeilijk mijn gedachten bijhouden, als ik met iets bezig was voelde ik mij gedeprimeerd (depressief) kostte alles wat ik deed moeite had ik vertrouwen in de toekomst heb ik slecht geslapen was ik goedgezind waren de mensen onvriendelijk genoot ik van het leven had ik huilbuien had ik het gevoel dat men een hekel aan mij had geraakte ik niet op gang

8 4. In welke mate ben je het met onderstaande uitspraken? niet Ik ben voortdurend op zoek naar nieuwe manieren om mijn leven te verbeteren Ik voel me gedreven een verschil te maken in mijn gemchap en misschien zelfs in de hele wereld Ik heb de neiging om het initiatief aan anderen te laten bij het opstarten van nieuwe projecten Waar ik ook ben geweest, ik was er een sterke kracht om tot constructieve veranderingen te komen Ik geniet ervan om tegenkantingen omtrent mijn ideeën te ervaren en te overwinnen Niets is opwindender dan mijn ideeën werkelijkheid zien worden Niet Niet, niet on 8 / 16 Als ik iets zie waar ik niet van hou, dan grijp ik in Ook al zijn de kansen klein, als ik ergens in geloof dan zal ik het ook waarmaken Ik hou ervan voor mijn ideeën op te komen, zelfs als anderen ertegen zijn Ik munt uit in het identificeren van nieuwe mogelijkheden Ik ben altijd op zoek naar betere manieren om dingen te doen Als ik in een idee geloof, zal geen hindernis me weerhouden het uit te voeren Ik hou ervan de status quo uit te dagen Wanneer ik een probleem heb, pak ik het meteen aan Ik ben goed in het omzetten van problemen in nieuwe kansen Ik merk een interessante kans op, lang voor anderen dat doen Als ik iemand in moeilijkheden zie, tracht ik op alle mogelijke manieren te helpen Module 3B Volgende vragen gaan over hoe jij je studies beleeft. 1. In welke mate ben je het met volgende uitspraken? niet Niet Niet, niet on Op school moet ik erg snel werken Voor mijn studies moet ik erg hard werken Ik moet me niet te veel inspannen voor mijn studies Ik heb genoeg tijd om te studeren en mijn huiswerk te maken Ik kan op school zelf bepalen hoe ik mijn taken aanpak Ik kan op school zelf bepalen hoeveel tijd ik aan een bepaalde taak besteed Ik kan op school zelf bepalen hoe snel ik een taak afwerk Mijn studies vereisen dat ik nieuwe dingen leer Mijn studies vereisen een hoge mate van vakkundigheid Mijn studies vereisen dat ik creatief ben Ik heb in mijn studies de gelegenheid mij verder te bekwamen

9 9 / niet Niet Niet, niet on Ik krijg op school tegengestelde opdrachten Ik word op school heen en weer geslingerd tussen mensen die andere verwachtingen hebben over mij Ik krijg taken toegewezen die niet bij mijn studierichting aansluiten Ik moet veel dingen onthouden in mijn studies Mijn studies vragen veel concentratie Mijn studies zijn emotioneel zwaar Ik kom in emotioneel moeilijke situaties terecht in mijn studies Ik ga naar school omdat het moet, daarmee is alles gezegd Meestal vind ik het wel prettig om naar school te gaan Ik heb plezier in mijn studies 2. Welk studieresultaat heb je in totaal behaald op je laatste rapport dagelijks werk? Minder dan 50% 50 tot 59% 60 tot 69% 70 tot 79% 80 tot 89% 90% of meer 3. Welk studieresultaat heb je globaal behaald tijdens het vorige schoolar? Minder dan 50% 50 tot 59% 60 tot 69% 70 tot 79% 80 tot 89% 90% of meer 4. Welk studietype volgde je vorig schoolar? BSO TSO KSO ASO Ik ging niet naar school Andere (namelijk...) 5. In welk leerar van het secundair onderwijs zat je vorig schoolar? Eerste ar secundair onderwijs Tweede ar secundair onderwijs Derde ar secundair onderwijs Vierde ar secundair onderwijs Vijfde ar secundair onderwijs Zesde ar secundair onderwijs 6. In welke richting zit je dit schoolar? (bijv. Economie - Moderne Talen) 7. Moet je dit schoolar voor deze richting ergens stage lopen?

10 10 / 16 Module 4. JIJZELF 1. Je bent... Man Vrouw 2. Wat is je geboortedatum? / / 3. Wat is de postcode van de gemeente waarin je woont? 4. Wat is je nationaliteit? (meerdere antwoorden mogelijk) Belgisch Nederlands Frans Duits Brits Italiaans Spaans Turks Marokkaans Grieks Portugees Andere (Preciseer...) 5. Wat is/was de nationaliteit van je grootmoeder langs moederszijde (de moeder van uw moeder) bij haar geboorte? (meerdere antwoorden mogelijk) Belgisch Nederlands Frans Duits Brits Italiaans Spaans Turks Marokkaans Grieks Portugees Andere (Preciseer...) 6. Wat is/was de nationaliteit van jouw grootmoeder langs vaderszijde (de moeder van uw vader) bij haar geboorte? (meerdere antwoorden mogelijk) Belgisch Nederlands Frans Duits Brits Italiaans Spaans Turks Marokkaans Grieks Portugees Andere (Preciseer...)

11 11 / Welke taal spreek je het vaakst thuis? Nederlands Frans Duits Engels Italiaans Spaans Turks Marokkaans - Arabisch Grieks Portugees Berbers Arabisch Andere (Preciseer...) De volgende vragen (VRAAG 8 tot 26) gaan over jouw vader en moeder. Met vader en moeder bedoelen we de personen die je zelf als jouw vader en moeder beschouwt. Dit zijn niet noodzakelijk je biologische ouders. Als je bijv. je stiefvader als vader beschouwt, dan gaan de vragen over je vader over hem en niet over je biologische vader. 8. Wat is jouw huidige thuissituatie? Inwonend bij mijn vader en moeder Inwonend bij mijn vader en zijn partner Inwonend bij mijn moeder en haar partner Inwonend bij mijn vader (bijv. vader is alltaand) Inwonend bij mijn moeder (bijv. moeder is alltaand) Afwisselend inwonend bij mijn vader en moeder omwille van co-ouderschap Andere (Preciseer...) 9. Wat is/was het hoogst behaalde onderwijsdiploma van je vader? Lager onderwijs (of geen diploma) Lager secundair (d.i. tot en met derde ar secundair onderwijs) Leercontract Hoger secundair (d.i. tot en met zesde ar secundair onderwijs) Post-secundair niet-hoger onderwijs Hoger onderwijs buiten de universiteit van het korte type (2 of 3 ar) Hoger onderwijs buiten de universiteit van het lange type (4 of 5 ar) Universitair onderwijs (licentiaatdiploma of gelijkwaardig) Universitaire voortgezette opleidingen / doctoraat 10. Tot op welke leeftijd ging je vader naar school? ar

12 12 / Wat is/was het hoogst behaalde onderwijsdiploma van je moeder? Lager onderwijs (of geen diploma) Lager secundair (d.i. tot en met derde ar secundair onderwijs) Leercontract Hoger secundair (d.i. tot en met zesde ar secundair onderwijs) Post-secundair niet-hoger onderwijs Hoger onderwijs buiten de universiteit van het korte type (2 of 3 ar) Hoger onderwijs buiten de universiteit van het lange type (4 of 5 ar) Universitair onderwijs (licentiaatdiploma of gelijkwaardig) Universitaire voortgezette opleidingen / doctoraat 12. Tot op welke leeftijd ging je moeder naar school? ar 13. Leeft je vader nog? => ga naar VRAAG 19 (p.14) => ga verder met onderstaande vragen 14. Wat is de huidige bezigheid van jouw vader? Werkend Werkloos (of OCMW) Op ziekenkas/ invaliditeit (ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid) Verlof zonder wedde of loopbaanonderbreking Thuis zonder inkomen (bijv. huisman) (Brug) Pensioen Andere 15. Hoeveel was je vader tijdens de voorbije 12 maanden Nooit Soms Meestal Altijd Werkend Werkloos (d.i. uitkeringsgerechtigd werkloos) Andere (d.i. andere vormen van niet werken)

13 13 / Heeft je vader ooit gewerkt? => ga naar VRAAG 19 (p.14) => ga verder met onderstaande vragen 17. Welke van volgende beschrijvingen komt het best overeen met het soort werk dat hij uitvoert of uitvoerde? (OPM: Er is geen goed of slecht antwoord. Kies die categorie die volgens jou het best overtemt) Professionele beroepen (bijv. dokter, onderwijzer, leraar, ingenieur, artiest, accountant, ) Hogere administratieve beroepen (bijv.bankier, kaderlid in een groot bedrijf, hoge functie bij de overheid, ) Administratieve beroepen (bijv. secretaris, klerk, bibliothecaris, office manager,..) Commerciële functies (bijv. verkoopsdirecteur, winkeleigenaar, verkoper, verzekeringsmakelaar, ) Dienstverlenende functies (bijv. restauranthouder, politie-agent, kelner, verzorger, kapper, militair, ) Geschoolde arbeider (bijv. ploegbaas, mecanicien, drukker, elektricien, ) Semi-geschoolde arbeider (bijv. metser, buschauffeur, timmerman, metaalarbeider, bakker, ) Ongeschoolde arbeider (bijv. werkman, portier, ongeschoolde fabrieksarbeider, ) Landbouwarbeider (bijv. landbouwer, visser, tractorchauffeur, ) 18. Onder welke beroepscategorie zou je deze job van jouw vader rangschikken? Private sector - arbeider Private sector - bediende Openbare sector - vast benoemd Openbare sector - contractueel Zelfstandige - zonder personeel in dienst Zelfstandige - met personeel in dienst Helper - meewerkend familielid (zonder vergoeding) 19. Leeft je moeder nog? => ga naar VRAAG 25 (p.16) => ga verder met onderstaande vragen 20. Wat is de huidige bezigheid van jouw moeder? Werkend Werkloos (of OCMW) Op ziekenkas/ invaliditeit (ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid) Verlof zonder wedde of loopbaanonderbreking Thuis zonder inkomen (bijv. huisvrouw) (Brug) Pensioen Andere

14 14 / Hoeveel was je moeder tijdens de voorbije 12 maanden Nooit Soms Meestal Altijd Werkend Werkloos (d.i. uitkeringsgerechtigd werkloos) Andere (d.i. andere vormen van niet werken) 22. Heeft je moeder ooit gewerkt? => ga naar VRAAG 25 => ga verder met onderstaande vragen 23. Welke van volgende beschrijvingen komt het best overeen met het soort werk dat zij uitvoert of uitvoerde? (OPM: Er is geen goed of slecht antwoord. Kies die categorie die volgens jou het best overtemt) Professionele beroepen (bijv. dokter, onderwijzer, leraar, ingenieur, artiest, accountant, ) Hogere administratieve beroepen (bijv. bankier, kaderlid in een groot bedrijf, hoge functie bij de overheid, ) Administratieve beroepen (bijv. secretaris, klerk, bibliothecaris, office manager,..) Commerciële functies (bijv. verkoopsdirecteur, winkeleigenaar, verkoper, verzekeringsmakelaar, ) Dienstverlenende functies (bijv. restauranthouder, politie-agent, kelner, verzorger, kapper, militair, ) Geschoolde arbeider (bijv. ploegbaas, mecanicien, drukker, elektricien, ) Semi-geschoolde arbeider (bijv. metser, buschauffeur, timmerman, metaalarbeider, bakker, ) Ongeschoolde arbeider (bijv. werkman, portier, ongeschoolde fabrieksarbeider, ) Landbouwarbeider (bijv. landbouwer, visser, tractorchauffeur, ) 24. Onder welke beroepscategorie zou je deze job van jouw moeder rangschikken? Private sector - arbeider Private sector - bediende Openbare sector - vast benoemd Openbare sector - contractueel Zelfstandige - zonder personeel in dienst Zelfstandige - met personeel in dienst Helper - meewerkend familielid (zonder vergoeding) 25. Ben je momenteel lid van een vereniging? => ga naar VRAAG 29 (p.17) => ga verder met onderstaande vragen

15 15 / Van welke vereniging(en) ben je lid? (meerdere antwoorden mogelijk) Jeugdvereniging (jeugdbeweging, jeugdhuis, jeugdclub, jeugdwerk, jeugdraad, ) Sportvereniging Sociale of politieke vereniging (politieke partij, milieubeweging, dierenrechtenorganisatie, ) Culturele vereniging (kunstbeoefening, muziekschool, toneel, dans, fanfare, ) Hobbyclub (knutselclub, schaakclub, computerclub, koken, quizen, ) Andere (Preciseer:.) 27. Ben je actief lid in minstens één van deze verenigingen? Met 'actief lid' bedoelen we dat je aan minstens 3 activiteiten deelgenomen hebt het afgelopen ar. 28. Oefen je in minstens één van deze verenigingen een leiders- of bestuursfunctie uit? 29. Hoeveel uur besteed je tijdens het schoolar gemiddeld per week (weekend inbegrepen) aan (Geef aan bij benadering; laat vakantie- en examenperiodes buiten beschouwing) 1. Studeren en huiswerk maken uur Hiermee bedoelen we niet lessen volgen 2. Huishoudelijke activiteiten thuis uur Hiermee bedoelen we onbetaald helpen in het huishouden thuis, helpen in de tuin, 3. Sport uur Hiermee bedoelen we enkel actieve sportbeleving, Passieve sportbeleving (Bijv. een sportwedstrijd bijwonen of bekijken op tv) hoort hier niet bij. 4. Verenigingsleven uur Jeugdbeweging, jeugdhuis, schoolvereniging, andere verenigingen, Sportbeleving binnen een sportvereniging hoort hier niet thuis 30. Denk aan de vrijetijdsbesteding waar je het meeste tijd aan besteedt. Waarom doe je deze vrijetijdsbesteding? Ik doe deze vrijetijdsbesteding: niet Niet Niet, niet on Omdat ik daartoe verplicht wordt (ouders, vrienden, thuissituatie...) Omdat ik dat moet doen (ouders, vrienden, thuissituatie) Omdat ik me anders lui zou voelen Omdat ik dan pas trots op mezelf kan zijn Omdat ik die activiteit van mezelf moet doen Omdat ik het belangrijk vind om die activiteit te doen Omdat ik het zinvol vind om die activiteit te doen Omdat ik het leuk vind om die activiteit te doen Omdat ik het plezierig vind om die activiteit te doen

16 16 / De volgende vragen gaan over de combinatie van vrijetijdsactiviteiten met je studies. Vul de volgende vragen in. Hoe vaak gebeurt het dat je je geïrriteerd voelt op school omdat de activiteiten die je doet in je vrije tijd veeleisend zijn? Hoe vaak gebeurt het dat je het moeilijk vind om je te concentreren op school omdat je constant met je gedachten bij je vrijetijdsactiviteiten bent? Hoe vaak komt het voor dat je vrijetijdsbesteding het moeilijk maakt om schoolse verplichtingen na te komen? Hoe vaak komt het voor dat je geen energie meer hebt om voor je school te werken omwille van je vrijetijdsactiviteiten? Hoe vaak komt het voor dat je zo zenuwachtig bent door school dat je je frustraties afreageert op de activiteiten die je doet in je vrije tijd? Hoe vaak komt het voor dat je je niet volledig kan concentreren in je vrije tijd omdat je in gedachten bezig bent met school? Hoe vaak komt het voor dat je laat op je vrijetijdsactiviteiten komt omwille van verplichtingen voor je school? Hoe vaak komt het voor dat je geen zin hebt om deel te nemen aan een vrijetijdsactiviteit omwille van problemen op school/met je studie? Hoe vaak komt het voor dat je goedgezind bent op school doordat het goed gaat in je vrijetijdsactiviteiten? Hoe vaak komt het voor dat je na een leuke vrijetijdsactiviteit meer zin hebt om te studeren/naar school te gaan? Hoe vaak komt het voor dat je je verplichtingen op school beter kan nakomen omwille van dingen die je in je vrije tijd doet of leert? Hoe vaak komt het voor dat je je beter aan afspraken kan houden op school omdat dit in je vrijetijdsbesteding ook van je gevraagd wordt? Hoe vaak komt het voor dat je na een leuke schooldag goedgezind naar de activiteit in je vrije tijd gaat waardoor de sfeer daar ook leuk wordt? Hoe vaak komt het voor dat je na een leuke schooldag meer plezier hebt in je vrijetijdsbesteding? Hoe vaak komt het voor dat je verantwoordelijkheden in je vrijetijd meer serieus neemt omdat je dat ook in je studies moet doen? Hoe vaak komt het voor dat je je beter aan afspraken kan houden in je vrijetijdsbesteding omdat dit ook op school van jou gevraagd wordt? Ik doe mijn vrijetijdsbesteding omdat het moet, daarmee is alles gezegd Ik vind het wel prettig om deel te nemen aan mijn vrijetijdsbesteding Ik heb plezier in mijn vrijetijdsbesteding (bijna) Nooit Soms Vaak (bijna) Altijd We danken je van harte voor je medewerking aan deze enquête. Wil je graag op de hoogte gehouden worden van de resultaten van dit onderzoek of wil je in de toekomst nog meewerken? Geef dan je adres op (in DRUKLETTERS). Je hoort nog van ons!