Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Les en leiding geven. Hoofdstuk 2 Klant-begeleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Les en leiding geven. Hoofdstuk 2 Klant-begeleiding"

Transcriptie

1 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Les en leiding geven 1.1 Inleiding Lesdoelstellingen Te behandelen onderwerpen Studietip Niveaus van lesgeven Taken van de lesgever Het didactisch model De didactische kernvragen Het ordenen en formuleren van doelstellingen Analyse van de beginsituatie De oefenstof Het kiezen van de oefenstof Het ordenen van de oefenstof De leeractiviteiten Didactische werkvormen De lesorganisatie Evaluatie van de onderwijsleersituatie Wat is senso-motorisch leren? De fasen van het sensomotorisch leerproces Enkelvoudige en meervoudige instructie Het ombuigen van de leeraanpak Feedback Prestatie en motivatie Studievragen Hoofdstuk 2 Klant-begeleiding 2.1 Inleiding Lesdoelstellingen Te behandelen onderwerpen Studietips De diverse rollen van een trainer De diverse stijlen van lesgeven Communicatie Inhoudsopgave

2 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie Groepsdynamica Regels en normen Conflicten Studievragen Begrippenlijst Literatuurlijst Inhoudsopgave 2

3 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven Hoofdstuk 1 Les en leiding geven 1.1 Inleiding Training geven is zeker geen eenvoudig vak. Dit bestaat niet alleen uit een goed voorbeeld geven. Als trainer is het in ieder geval noodzakelijk een uitmuntende technische eigen vaardigheid te bezitten. Een goed voorbeeld geven is een van de middelen die je hebt om je boodschap over te brengen. Bij het geven van aerobicslessen is muzikale aanleg nog een belangrijke bijkomstigheid. Lesgeven gebeurt niet zomaar. De sporters die deelnemen aan je trainingen of lessen hebben daarbij een bepaald doel voor ogen. Ze komen in ieder geval om iets van jou te leren en hopen onder jouw deskundige leiding hun doelstellingen zo goed mogelijk te kunnen verwezenlijken. Duidelijke instructie geven vormt hier van de basis. Daarnaast moet de groep continue in de gaten gehouden worden. Zo nodig moeten er aanpassingen in de oefenstof worden aangebracht. Training geven is een onderdeel van een grote trainingscyclus. Deze cyclus bestaat uit drie fasen: de fasen voorbereiden, training geven en evalueren. Het zal duidelijk zijn dat tal van keuzen bepalend zijn voor de resultaten van het onderwijsleerproces. Daarom dient elke lesgever van tevoren duidelijk te overwegen wat hij wil gaan doen. Het goed voorbereiden en plannen van de lessen of trainingen is dan ook een zeer belangrijke taak van iedere lesgever. Behalve het plannen en uitvoeren is er bij het lesgeven ook sprake van evaluatie. Dit betekent dat de fitnesstrainer na afloop van een les zich moet afvragen of de keuzen die hij gemaakt heeft bij het voorbereiden en uitvoeren van zijn les, ook de juiste zijn geweest om de lesdoelstellingen zo effectief mogelijk te bereiken. Als lesgever moet je je terdege realiseren dat iets leren niet vanzelf gaat, daar is moeite voor nodig. Leren is een proces dat wordt bepaald door een heleboel factoren. Je kunt daarbij denken aan: De sporter zelf De activiteiten van de lesgever De beschikbare materialen De activiteiten die worden uitgevoerd door de sporters De lesopbouw en lesorganisatie De lichamelijke belasting Etc. Er wordt dus nogal wat van je verwacht als lesgever. Het hoofdstuk Les en leiding geven is er daarom op gericht om het onderwijsleerproces en de rol die daarin van jou als trainer wordt verwacht meer inzichtelijk te maken. Hiervoor zullen je een aantal instrumenten worden aangereikt die je in staat stellen de theorie van het lesgeven snel in de praktijk toe te passen. 1.2 Lesdoelstellingen Na het bestuderen van de betreffende tekst in dit hoofdstuk moet je in staat zijn om: 3 Les en leiding geven

4 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie De drie niveaus van het onderwijsleerproces te benoemen en toe te lichten. 2. Drie bekwaamheden van de lesgever te beschrijven. 3. De drie componenten van het didactisch handelen kunnen aangeven. 4. De didactische kernvragen kunnen noemen en hun verband uit kunnen leggen. 5. Drie soorten doelstellingen te noemen. 6. Concrete en evalueerbare doelen te formuleren. 7. Aan te geven waarmee rekening moet worden gehouden bij de beginsituatie. 8. Het verband aan kunnen geven tussen didactische werkvormen en de leeractiviteiten. 9. Drie punten te noemen waar je bij de organisatie rekening moet houden. 10. Het verschil tussen een product- en een procesevaluatie aan te geven. 1.3 Te behandelen onderwerpen In dit hoofdstuk zullen de volgende hoofdonderwerpen aan de orde komen: Op welke niveaus moet de lesgever kunnen functioneren. Taken van de lesgever. Het didactisch model. De didactische kernvragen.het ordenen en formuleren van doelstellingen. Analyse van de beginsituatie. De oefenstof. De leeractiviteiten. Didactische werkvormen. De lesorganisatie. Evaluatie van de onderwijsleersituatie. 1.4 Studietip Probeer tijdens het bestuderen van de stof in eigen woorden een korte omschrijving te geven van de belangrijkste kernbegrippen die je tegen komt in de leerstof en verwerk deze in een beknopt overzicht. 1.5 Niveaus van lesgeven In de inleiding werd al kort geschetst dat de rol van de trainer in het onderwijsleerproces zeker geen eenvoudige is. Een trainer moet de vaardigheid hebben in het zelfstandig voorbereiden, uitvoeren en evalueren van doelgerichte fitness- of aerobicsactiviteiten. Deze drie lesgeefvaardigheden kunnen plaatsvinden op drie niveaus binnen het onderwijsleerproces. 1. Microniveau Dit niveau heeft betrekking op de lessen of trainingen zelf die aan een bepaalde groep of bepaald individu gegeven worden. Het is hierbij hoofdzakelijk van belang om uitgaande van groepsgebonden doelstellingen en motivaties invulling te geven aan de lesinhouden. Op basis van deze doelstellingen dien je als trainer achteraf telkens af te wegen of je de juiste keuzes hebt gemaakt in de voorbereiding en uitvoering van je lesstof. Deze evaluatie vormt vervolgens weer de basis voor je volgende training. Op deze manier ontstaat er een terugkerend proces van plannen, uitvoeren en evalueren van de lesinhouden op microniveau. Hier zal onze aandacht binnen dit hoofdstuk hoofdzakelijk naar uitgaan! Les en leiding geven 4

5 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven 2. Mesoniveau Onder mesoniveau verstaan we alle activiteiten die betrekking hebben op de interne organisatie van het fitnesscentrum. Deze kunnen indirect verband hebben met de lesgeefactiviteiten op microniveau maar dat hoeft niet. Je kunt daarbij denken aan: Sturing geven aan een groep instructeurs Overleg plegen met collega s binnen het centrum over nieuwe producten. Activiteiten uitzetten in het kader van promotie of klantenbinding Het in een werkgroep organiseren van nevenactiviteiten zoals life-style acties en health promotion Het ontwikkelen van een vast intake- en begeleidingsprotocol voor nieuwe klanten. Het met alle medewerkers komen tot een werkstructuur waarin alle taken op sporttechnisch, organisatorisch als administratief gebied goed verdeeld zijn. 3. Macroniveau. Het macroniveau heeft meer betrekking op activiteiten die buiten het fitnesscentrum liggen maar die zeker van belang zijn voor het centrum en de rest van het werkveld. Een paar voorbeelden zijn: Kunnen overleggen en discussiëren met brancheorganisaties en sportkoepels over ontwikkelingen in het werkveld en het leveren van een bijdrage bij de het tot stand komen van beleid. Zoveel mogelijk kennis nemen van wetenschappelijke en andere publicaties en de resultaten daarvan zo mogelijk integreren in de eigen praktijk. 1.6 Taken van de lesgever Binnen de de opzet van deze cursus zul je hoofdzakelijk worden opgeleid om invulling te kunnen geven aan het onderwijsleerproces op microniveau. Dit betekent dat je je vooral bezig zult houden met het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van trainingen en lessen. Dit vraagt nogal wat inzichten en vaardigheden, bijvoorbeeld; 1. Lesvoorbereiding Lesdoelstellingen te inventariseren en te ordenen Inschatten van de beginsituatie van de groep gekoppeld aan de lesdoelstelling Omschrijven van concrete en achteraf evalueerbare doelstellingen Het kiezen en ordenen van leerinhouden en andere didactische componenten in relatie tot de gestelde lesdoelen Op basis van voorgenoemde zaken moet je in staat zijn een overzichtelijke praktisch bruikbare lesvoorbereiding samen te stellen In de cursus geleerde stof kunnen toepassen om tot verantwoorde keuzen te komen m.b.t. belasting, oefenstof en organisatie. Etc. 5 Les en leiding geven

6 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie Uitvoering Op basis van je lesvoorbereiding komen tot een functionele invulling van je les of training Improviseren en om kunnen gaan met onvoorziene omstandigheden zonder je gestelde lesdoelen uit het oog te verliezen Duidelijke instructie geven waarbij controle en correctie van je aanwijzingen voortdurend voorop staan Een goed voorbeeld geven van de aangeboden oefenstof Wijze van instructie of begeleiding kunnen aanpassen aan sociaal-affectieve aspecten van de groep Kennis hebben van bediening van en omgang met apparatuur gericht kunnen observeren van de deelnemers zonder daarbij het totaalbeeld van de groep te verliezen Etc. 3. Evalueren Op de hoogte zijn van diverse middelen om je lessen objectief te evalueren en deze kunnen toepassen. Je kunt daarbij denken aan b.v. testen, invullijsten, gespreksvormen etc. Rationele verbanden kunnen leggen tussen de didactische componenten van je les, zoals doelstelling, beginsituatie, oefenstof, organisatie etc. op basis van eigen inzichten en ervaringen Je moet in staat zijn de bevindingen van je evaluatie op de juiste wijze te plaatsen in de voorbereidingen van een nieuwe les. Dit is een brainstorm van een aantal belangrijke taken en vaardigheden van de lesgever. Dat is niet niks, zul je denken! En dat is het ook niet! Een fitnesstrainer krijgt binnen de drie niveaus van het onderwijsleerproces nogal wat rollen toe bedeeld. Hij is instructeur, begeleider, ontwikkelaar en planner tegelijk. Om invulling te kunnen geven aan deze rollen dient de fitnesstrainer te beschikken over een 4-tal algemene bekwaamheden, hij moet: 1. Sportpraktisch bekwaam zijn Daarbij moet hij kennis hebben van fitness op basis van eigen ervaring. Het kunnen bedienen van apparatuur, het omgaan met veiligheid, blessures, zijn allemaal zaken die direct samenhangen met praktijkervaring. Een goed eigen voorbeeld is bij instructie natuurlijk ook onmisbaar. Verder moet je als je van een sporter een bepaalde trainingsbelasting vraagt, jezelf ook enigszins kunnen verplaatsen in die sporter zodat je hem daarbij geloofwaardig kunt ondersteunen en motiveren. 2. Sporttheoretisch bekwaam zijn Denk eens aan alle theoretische vakken die je binnen deze cursus al hebt gehad of nog moet krijgen. Een trainer moet op basis van zijn theoretische kennis kunnen komen tot weloverwogen keuzebeslissingen. Zo moet bijvoorbeeld gekozen oefenstof te motiveren zijn aan de hand van een bewegingsanalyse en vertaald kunnen worden naar te belasten spiergroepen. Een gekozen trainingsmethode moet in verband kunnen worden gebracht met de energiesystemen die weer bepalend zijn voor de specifiek beoogde trainingseffecten. Het maken van dit soort afwegingen mag natuurlijk nooit in het wilde weg gebeuren. Maar vraagt om gedegen kennis van zaken en inzicht. Een fitnesstrainer blijft bij de invulling van het leerproces voor een heleboel vraagstuk- Les en leiding geven 6

7 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven ken staan. Vraagstukken die hij of zij alleen kan oplossen door het geïntegreerde toepassen van kennis. 3. Sportagogisch bekwaam zijn Dit is de centrale rol van iedere sportleider, zo ook van de fitness- en aerobicstrainer. Hij moet kunnen analyseren, plannen en evalueren. Deze telkens terugkerende fasen binnen het onderwijsleerproces vragen om vaste gewoonten m.b.t. de wijze waarop de fitnesstrainer vorm geeft aan zijn eigen werkpraktijk. Hoe hij dat doet is bepalend voor de kwaliteit van de activiteiten die hij aanbiedt en de wijze waarop hij zichzelf als trainer kan ontwikkelen. 4. Sportpolitiek bekwaam zijn Met name op meso- en macroniveau zijn deze kwaliteiten erg belangrijk. Het managen van een centrum, het de weg weten binnen een bestuur, de brancheorganisatie een sportkoepel zoals de N.S.F. e.d. zijn zaken waar je aan kunt denken. Het ontwikkelen en uitwerken van beleid op grotere schaal is echter binnen het kader van deze cursus niet echt aan de orde. Dit neemt niet weg dat voor de sportschoolhouder enige sportpolitieke bekwaamheid echt geen overbodige luxe is. 1.7 Het didactisch model Iedereen die lesgeeft is bezig met agogisch-didactisch handelen. Wanneer hij anderen iets wil leren is hij didacticus en behoort hij zich te bezinnen op de leer van het didactisch handelen. Didactiek is dus de leer van het onderrichten of lesgeven, dit lesgeven kan betrekking hebben op aanleren van kennis, maar ook op aanleren van vaardigheden. Samengevat is de definitie van leren; Leren is een proces waardoor onder invloed van ervaring min of meer duurzame veranderingen in het gedrag van de persoon ontstaan. Zoals je waarschijnlijk al hebt ontdekt is een veelvoud van factoren van invloed op dit leerproces. Om hierin structuur aan te brengen, is het voor de lesgever van belang daarin altijd een duidelijke driedeling voor ogen te houden. Deze driedeling bestaat uit de volgende fasen: De voorbereiding De lesuitvoering De evaluatie Om als lesgever inhoud te geven aan deze drie fasen van het onderwijsleerproces zul je antwoord moeten kunnen geven op allerlei vraagstukken omtrent het didactisch handelen (lesgeven). Aangezien deze vraagstukken heel ingewikkeld kunnen zijn qua aantal en onderlinge samenhang heeft men naar een hulpmiddel gezocht dat hier enige structuur in kan aanbrengen. Dat hulpmiddel werd gevonden in het model voor het didactisch handelen: Het model biedt de mogelijkheid om greep te krijgen op de werkelijkheid van het lesgeven, omdat het op eenvoudige en schematische wijze een overzicht geeft van de basisbegrippen van het didactisch handelen en de onderlinge samenhang daartussen. In die zin is het een model wat je prima kunt gebruiken voor een gestructureerde lesvoorbereiding, lesuitvoering en evaluatie. 7 Les en leiding geven

8 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie 1.1 Uiteraard gaan we de bestanddelen van het didactisch model en de onderlinge samenhang daarvan uitvoerig bespreken. We doen dat aan de hand van een aantal geformuleerde vragen. Deze geven tevens de vaardigheden aan, die het lesgeven in de sector sport en bewegen en fitness in het bijzonder van de fitnesstrainer vraagt. 1. Doelstellingen Oefenstof 3. Onderwijs-leersituatie (les) Didactische Werkvormen 4. Evaluatie Organisatie Een voorbeeld van een vrij algemene lange termijndoelstelling is b.v.: Door het opleggen van specifieke belastingen verbeteren van het uithoudingsvermogen en het verleggen van de anaërobe drempel bij de duurbelasting fietsen. Leeraktiviteiten 2. Beginsituatie fig. 1-1 Model voor het didactisch handelen; 1.8 De didactische kernvragen 1. Wat wil ik bereiken? (Doelstellingen) Het antwoord op deze vraag geeft aan welke doelstellingen je met je les of lessen wilt nastreven. Als fitnesstrainer moet je de vaardigheid hebben om in samenwerking met de groepen waaraan je lesgeeft algemene en specifiekere doelstellingen te kiezen, te ordenen en te formuleren. Er zijn binnen de fitness verschillende soorten doelgroepen en dus ook verschillende soorten doelstellingen. Het maakt voor je les nogal wat uit of je werkt met een groep serieuze wedstrijdsporters of een groep ouderen. Je kunt natuurlijk vrij algemene doelstellingen formuleren, deze noemen we ook wel de lange termijndoelstellingen en je kunt juist ook heel specifiek zijn in het formuleren van je doelstelling. Dit zijn dan vaak korte termijndoelstellingen. Deze laatste worden vaak per les geformuleerd of zelfs per lesdeel. Een voorbeeld van een vrij specifieke doelstelling is b.v.: Het met een juiste technische uitvoering aanleren van de squat, waarbij het accent ligt op de positie en beweging van de knieën en de romphouding. Les en leiding geven 8

9 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven 2. Waar moet ik beginnen? ( De beginsituatie ) Als je bepaalde doelstellingen wilt bereiken, dan dien je uit te gaan van de beginsituatie van degenen die les krijgen, maar b.v. ook van je eigen beginsituatie als lesgever. Het is belangrijk om daarvan zoveel als mogelijk te weten te komen. Het is logischerwijs zo dat je alleen de relevante beginsituatie moet analyseren. Dit betekent dat wat je jezelf afvraagt over bijvoorbeeld de belastbaarheid van je groep ook in relatie staat tot de doelstelling. Met andere woorden kun je zeggen dat als jij een groep een bepaalde krachtsbelasting wilt gaan opleggen het niet zinvol is om na te gaan of ze een lage rusthartslag hebben. Als je een complexe circuittraining wilt gaan doen ter verbetering van het cardiovasculair uithoudingsvermogen is het in verband met de veiligheid wel verstandig je af te vragen of men daartoe voldoende eigen vaardigheid in huis heeft. 3. Hoe kies en orden ik mijn leerinhouden (Oefenstof)? Onder leerinhoud verstaan we de oefenstof. D.w.z. datgene wat aan hen die les krijgen overgedragen wordt. Je kunt daarbij denken aan vaardigheden, technieken, oefeningen, circuits, etc. Er is een aantal principes waarmee je als fitnesstrainer rekening moet houden bij het kiezen van je oefenstof. Hier wordt verderop in dit hoofdstuk wat uitgebreider op in gegaan 4. Welke didactische werkvormen wil ik daarbij gebruiken? Onder didactische werkvormen verstaan we de activiteiten van de lesgever. Je kunt deze zien als de manier waarop je als trainer je leerinhouden of oefenstof aanbiedt. Hierbij gebruik je bepaalde gedragswijze om de deelnemers van je les bepaalde leerervaringen op te laten doen. Deze leerervaringen zijn nodig om je doelstelling te bereiken. Om de juiste leerervaringen te verkrijgen moet je als trainer de manier van aanbieden daarop afstemmen. Zo is motiveren een geschikte didactische werkvorm bij fysiek inspannende trainingen en voordoen een geschikte didactische werkvorm bij het aanleren van techniek. Een fitnesstrainer moet dus over de vaardigheid beschikken om didactische werkvormen te kiezen, te ordenen en te hanteren in overeenstemming met de doelstelling, de beginsituatie, de leerinhouden, etc. 5. Welke leeractiviteiten moet de groep toepassen? De leeractiviteiten zijn de manieren waarop de sporter of de groep zich de leerinhoud (oefenstof) eigen maakt. Hierbij gaat het dus om gedragswijzen van het individu of de hele trainingsgroep. Voorbeelden van leeractiviteiten zijn; Oefenen Nadoen Herhalen Samenwerken Experimenteren Luisteren Etc. Het is duidelijk dat de fitnesstrainer in zijn lessen moet kunnen bepalen welke leeractiviteiten nodig zijn om de gestelde lesdoelen te bereiken en dat deze leeractiviteiten ook passen bij de beginsituatie van de groep. Je kunt 9 Les en leiding geven

10 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie 1.1 deelnemers van een technische training elkaar laten corrigeren maar daar moet men wel enige technische kennis voor hebben. 6. Op welke wijze dien ik de les te organiseren? Bij het lesgeven in dynamische onderwijsleersituaties, zoals in de sport en ook bij fitness en aerobics vaak het geval is, is de organisatie heel belangrijk. Het lukken of mislukken van een les is voor een groot deel afhankelijk van de kwaliteit van deze organisatie. Een heleboel factoren spelen bij de organisatie van je les een rol b.v.; Verhouding tussen inspanning- en rustmomenten Opstelling van je materiaal en soort materiaal Hoe realiseer je een goed overzicht over de hele groep Hoe kun je een hoog oefenmoment in je les realiseren Hoe realiseer je een duidelijke routing in een circuittraining Etc. In je organisatie spelen met name je materiaal en media een belangrijke rol. De betekenis hiervan kan niet los worden gezien van de andere onderdelen van het didactisch model. De keuze ervan hangt nauw samen met de doelstellingen, leerinhouden didactische werkvormen, enzovoort. De trainer moet zijn materiaal en media op verantwoorde wijze kunnen hanteren en gebruiken. Het ligt niet altijd even voor de hand om zelf een voorbeeld te geven bij een bepaalde oefening. Soms kan het veel doelgerichter zijn om iemand uit de groep iets voor te laten doen. Bij het aanleren van de Lunges lijkt de spiegel een zeer geschikt medium. De opstelling van je mensen voor die spiegel bepaald echter of het gebruik ervan zinvol is. 7. In hoeverre heb ik mijn doelstellingen bereikt en is de invulling van mijn les doeltreffend geweest? (Evaluatie) Bij de evaluatie van een les of serie lessen gaat het in principe om twee belangrijke vragen: A. In hoeverre is datgene wat ik wilde bereiken ook bereikt. Dit lijkt op zich een heel logische vraag om jezelf te stellen na afloop van een training of les. Maar dit is zeker niet zo eenvoudig als het lijkt. Een evaluatie is alleen zinvol als deze gerichte constateringen en conclusies oplevert die te gebruiken zijn bij een volgende les. Aan men heeft iets geleerd, of ze hebben plezier gehad, heb je niet zoveel. Je zult na moeten gaan of men geleerd heeft wat je ze wilde leren, men getraind heeft zoals je wilde dat ze trainden, etc. Een waardevolle evaluatie is dan ook alleen mogelijk als je vooraf een duidelijke concrete doelstelling geformuleerd hebt. Bij het behandelen van de doelstellingen komen we daar nog uitgebreid op terug. B. De tweede vraag die je jezelf moet stellen is of inrichting van de onderwijsleersituatie (les) doelgericht is geweest. Je vraagt je dus af of je de juiste keuzes hebt gemaakt van oefenstof, didactische werkvormen, kernactiviteiten en organisatie in relatie tot je lesdoelstellingen. Je kunt het je daarbij natuurlijk ook weer erg gemakkelijk maken door een oorzaak van het mislukken te leggen bij de groep. Er is echter maar één iemand verantwoordelijk voor de inrichting van de les en dat ben jij als lesgever. Les en leiding geven 10

11 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven Het didactisch model geeft aan dat er tussen de didactische kernvragen een zéér nauwe samenhang bestaat. Je kunt eigenlijk geen enkele vraag direct beantwoorden zonder er een andere bij te betrekken. Je zult je ook als trainer voortdurend bewust moeten zijn en iedere keuze die je tijdens het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van je trainingen maakt in relatie moeten kunnen brengen met je doelstellingen en het beginniveau van je groep. 1.9 Het ordenen en formuleren van doelstellingen Het stellen van doelen is voor iedere lesgever essentieel. Doelstellingen zijn de richtlijn voor de verdere invulling van de onderwijsleersituatie en het onderwijsleerproces. Ze voorkomen dat men in het wilde weg en daardoor eenzijdig, onlogisch en inefficiënt te werk gaat. Het stellen van doelen dient daarom altijd vooraf te gaan aan de andere didactische kernvragen. Het waartoe (doel) gaat vanzelfsprekend vooraf aan het wat (oefenstof) en het hoe (didactische werkvormen, kernactiviteiten en organisatie). Het is belangrijk dat de doelstellingen die door de trainer worden geformuleerd en gehanteerd bij de verdere invulling van bijvoorbeeld een training of lessenreeks zijn afgestemd op de beginsituatie van de groep. Het trainen van de maximale kracht bij jeugdigen zou gezien de verminderde belastbaarheid door de groeispurt niet echt raadzaam zijn en waarschijnlijk tot blessures leiden. Omdat de doelstelling niet is afgestemd op de fysieke beginsituatie van deze groep zal de doelstelling dan niet of nauwelijks kunnen worden gehaald. Naast dit afstemmen op de beginsituatie stelt het werken met doelstellingen de fitnesstrainer praktisch gezien voor een paar andere problemen. Hij moet vaardigheid hebben in het; 1. Inventariseren van doelstellingen 2. Ordenen van doelstellingen 3. Formuleren van doelstellingen ad 1. Het inventariseren van doelstellingen Bij het inventariseren van doelstellingen vraag je jezelf af welke doelstellingen er in jouw werksituatie en op dat moment wenselijk zijn. Dit wordt bepaald door een combinatie van factoren. Hedendaagse opvattingen over gezond leven en de daaruit voortvloeiende motieven van mensen om te gaan bewegen, bepalen voor een groot deel de ontwikkelingen op de sportmarkt. De continu veranderende opvattingen over de betekenis van het bewegen en de individualiserende samenleving hebben geleid tot een breed scala van bewegingsactiviteiten met ieder hun eigen specifieke uitgangspunten en doelstellingen, ook binnen de fitnessbranche. Het is juist daarom zo belangrijk om op de hoogte te zijn van de drijfveren die mensen zouden kunnen hebben om aan fitness of aerobics te gaan doen. Alleen dan kun je vanuit geformuleerde doelstellingen inspelen op de actuele behoeften van bijvoorbeeld het centrum waar je voor werkt, de mensen aan wie je lesgeeft en de maatschappij waarin je leeft. Een paar kreten die de doelstellingen bij fitness en aerobics zouden kunnen bepalen zijn: 11 Les en leiding geven

12 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie 1.1 Fitter worden, gezondheid, lekker actief zijn Uitlaatklep, stress afbouwen Gezelligheid, nieuwe mensen, sociaal contact Gewichtsverlies of figuurcorrectie Rugklachten, zittend werk, ziekteverzuim Presteren, eigenwaarde, mooi zijn. Etc. ad 2. Het ordenen van doelstellingen Aangezien doelstellingen betrekking kunnen hebben op meerdere niveaus binnen het onderwijsleerproces en de aard van de doelstellingen in de praktijk van de huidige gezondheidscultuur enorm divers zijn is het voor de fitnesstrainer van belang hierin enige structuur aan te brengen. Een les of training staat nooit op zichzelf maar is onderdeel van een groter geheel. Een serie van trainingen of lessen zou bijvoorbeeld uiteindelijk kunnen leiden tot het verbeteren van het uithoudingsvermogen. Dit is echter een doelstelling die binnen een training nooit te realiseren is, de afzonderlijke training kan slechts tot dit einddoel bijdragen. Ordenen naar tijd Een beginnergroep huisvrouwen die van start gaat met een programma figuurcorrectie zal eerst technische vaardigheid moeten ontwikkelen om de vereiste oefeningen die nodig zijn voor hun training veilig en zelfstandig uit te kunnen voeren. Het aanleren van een aantal van deze oefeningen zou een lesdoel kunnen zijn. Vervolgens kan men na een aantal aanleerlessen beschikken over voldoende eigen vaardigheid om op een veilige wijze gerichter te gaan trainen. Dit is een doelstelling die men zou kunnen hanteren over meerdere lessen, dit noemt men ook wel een leerdoel. Door de geleerde technieken te gaan toepassen binnen een aantal trainingsvormen zoals bijvoorbeeld circuittraining zal men uiteindelijk het vetpercentage kunnen gaan verlagen en de spiertonus verhogen. Deze aspecten van figuurcorrectie zijn vervolgens het lange termijndoel. Er is dus een opbouw in tijd van lesdoel naar leerdoel naar lange-termijndoel. Een lesdoel zal daarbij zeer specifiek geformuleerd zijn terwijl een lange-termijndoel vrij algemeen gesteld zal zijn. Ordenen naar de aard van het gewenste gedrag A. Psychomotorische doelstellingen Bij alle sport- en bewegingsactiviteiten zo ook bij fitness speelt natuurlijk het bewegings- of motorisch gedrag steeds een zeer belangrijke rol. Psychomotorische doelstellingen kunnen in twee groepen worden onderverdeeld: Motorische vaardigheden: Daarbij gaat het om de kwaliteit van het bewegen, je kunt daarbij denken aan het technische niveau waarmee bepaalde oefeningen binnen fitness worden uitgevoerd. Motorische eigenschappen: Hier gaat het om zaken die te maken hebben met wat in de volksmond conditie wordt genoemd. Men noemt deze in vaktermen ook wel de grondmotorische eigenschappen of bewegingseigenschappen. Zij vormen de voorwaarden voor het bewegen. We hebben het dan over kracht, uithoudingsvermogen en snelheid enerzijds (of com- Les en leiding geven 12

13 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven binaties van deze eigenschappen) en coördinatie en lenigheid anderzijds. De trainingsleer geeft ons hierover meer informatie. B. Cognitieve of kennisdoelstellingen Hierbij gaat het om het weten. Bij het deelnemen aan fitnessactiviteiten speelt dit absoluut een grote rol. Een paar voorbeelden zijn; Men moet weten wat de basisregels zijn bij het veilig omgaan met apparatuur en losse trainingsmaterialen, men moet de belastingscriteria kunnen benoemen van een eigen trainingsprogramma, men moet de belangrijkste hygiëneregels kennen bij het gebruik van de fitnessruimte, etc. C. Sociaal affectieve doelstellingen Daaronder vallen de gevoelens, motivatie, attituden, mentaliteit en andere waardepatronen. Het is duidelijk dat het gedrag van mensen sterk bepaald wordt door dit soort zaken. Sport kan absoluut een middel zijn om dit soort doelstellingen na te streven. Bij het leiding en begeleiding geven aan groepen mensen, zijn sociaalinteractieve processen onvermijdelijk. Dit betekent dat in dit geval jij als fitnesstrainer daarop moet anticiperen en er je didactische werkvormen, leeractiviteiten, oefenstof en organisatie op zult moeten afstemmen. Als er b.v. een groep ouderen komt sporten zal het sociaal aspect binnen je doelstellingen erg belangrijk worden geacht. In je organisatie zul je dan ruimte moeten creëren voor veel onderling contact en rustmomenten. ad 3. Het formuleren van doelstellingen Concrete doelomschrijvingen. Doelstellingen die bij een les geformuleerd kunnen worden en door de groep aan het eind van de les gehaald kunnen worden noemen we lesdoelen. Of een doel bereikt is, kan geconstateerd worden in het gedrag dat de sporters na afloop van de les demonstreren. Het juist formuleren van lesdoelen is geen eenvoudige zaak. Bij een les horen vaak meerdere lesdoelen die zelfs per lesdeel geformuleerd kunnen worden. We kunnen daarbij kiezen voor een lesindeling met een inleiding of warming up, een kern 1, kern 2 en afsluiting. Iedere les maakt vervolgens weer deel uit van een grotere eenheid van lessen. b.v. een bepaalde cursus. We moeten proberen onze les-, leer-, of lange-termijndoelen zo concreet mogelijk te omschrijven. Hiermee wordt bedoeld dat doelomschrijvingen aanwijsbaar (herkenbaar) gedrag van de sporters aangeven en als zodanig te evalueren en te toetsen zijn. De laatste didactische kernvraag (het evalueren van de resultaten van de les) kan alleen zinvol worden beantwoord als de doelstellingen in heldere en eenduidige termen op het gewenste eindgedrag voor die les duiden. Te vaak worden doelstellingen vrij algemeen geformuleerd en zijn daardoor vaag, onduidelijk en niet op hun waarde voor de invulling van de les te beoordelen. Algemeen geformuleerde doelstellingen blijken wel van belang voor de invulling van series van lessen (lange-termijndoelstellingen) omdat deze richting gevend kunnen zijn voor de specifieker geformuleerde leer- of lesdoelen die daaraan ten grondslag liggen. 13 Les en leiding geven

14 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie 1.1 Vanuit het einddoel wordt via de leerdoelen vervolgens aan de lesdoelen concreet invulling gegeven. Om een goed verband te kunnen leggen tussen de lange termijndoelstellingen en de kortere termijn doelstellingen zul je met het formuleren van lange termijndoelen moeten beginnen. Het volgende model maakt dat een beetje duidelijk. Tijdseenheid Periode of Seizoen Serie lessen Les of lesdeel Soort doel Lange termijndoel Leerdoel Lesdoel Prioriteit Wordt eerst geformuleerd Afgeleid van geformuleerde Lange termijndoel Gedestilleerd uit leerdoel Woordgebruik Omschreven in algemene Termen Vrij specifiek geformuleerd Zeer concreet en waarneembaar geformuleerd Goed omschreven concrete doelstellingen noemt men ook wel operationele doelstellingen. Hiermee wordt bedoeld dat ze van praktische waarde zijn omdat ze aangeven welk gedrag we aan het einde van de les of lessen van groepsleden verwachten. Onder gedrag verstaan we elke waarneembare activiteit verricht door een lid van de groep. Geoperationaliseerde doelstellingen moeten aan de volgende criteria voldoen: Criteria voor operationele doelstellingen 1. De doelstellingen moeten zijn omschreven in termen van waarneembaar gedrag. Dit betekent dat er in de doelstelling een werkwoord gebruikt moet worden wat eenduidig aangeeft welke waarneembare handeling een groepslid moet kunnen uitvoeren wanneer de doelstelling bereikt is. B.v. demonstreren, vertellen, uitvoeren, opstellen, uitleggen, imiteren, etc. 2. In de doelformulering moet aangegeven worden onder welke omstandigheden de groep het gewenste waarneembare gedrag moet kunnen toepassen. (b.v. In de oefensituatie, in de aanleersituatie, tijdens het trainen, bij de maximaaltest, in het aërobe circuit, etc. ) 3. De doelstelling moet indien mogelijk de minimaal te accepteren prestatie omschrijven. Een voorbeeld van een operationele lesdoelstelling zou kunnen zijn: De groepsleden moeten aan het einde van de les in staat zijn om de leg-press, de lat-pull down en de chest-press in een oefensituatie aan de trainingspartner te demonstreren,waarbij tenminste de juiste range of motion en uitgangshouding worden toegepast. De groepsleden moeten in de trainingssituatie gedurende 30 minuten op een inspanningsniveau van 80% van de HF-max hebben gefietst, met een gemiddelde trapfrequentie van 80 RPM. Het formuleren van een goede doelstelling vergt enige oefening maar levert ook enorm veel op. Samengevat komt het er bij nauwkeurig omschreven doelen op neer dat groepsleden; Les en leiding geven 14

15 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven Een bepaald soort gedrag, (eindgedrag) Onder bepaalde omstandigheden, (voorwaarden) Op een bepaald niveau moeten kunnen leveren (minimum eis) Analyse van de beginsituatie Een goede analyse van de beginsituatie is van bepalend belang voor het al dan niet realiseren van je doelstellingen. Doelstelling en beginsituatie zijn ten allen tijde onlosmakelijk met elkaar verbonden. In feite gaat het bij de analyse van de beginsituatie om het geheel van factoren dat van invloed kan zijn op het verloop van het onderwijsleerproces en de onderwijsleersituatie. Ieder leerproces kent een vertrekpunt en een doelstelling. Normaal gesproken bestaat er een kloof tussen deze doelstelling en het feitelijk begingedrag van de groep. Door middel van de les moet deze kloof overbrugd worden. Als de kloof te groot is, is het onmogelijk je lesdoelstellingen te halen. Het doelgericht voorbereiden van het onderwijsleerproces vereist een alles omvattende analyse van de beginsituatie in samenhang met de doelstelling. De doelstelling bepaald immers op welke aspecten de beginsituatie geanalyseerd moet worden. De belangrijkste aspecten in deze zijn: 1. Beginsituatie van het individu Ongetrainde sporter staat b.v. niet in verhouding tot het trainen van snelkracht 2. Beginsituatie van de fitnesstrainer Onervaren fitnesstrainer t.o.v. zeer getrainde krachtsporters. 3. Beginsituatie groep Autoritaire trainer t.o.v. recreatieve groep. 4. Beginsituatie van overige factoren Accommodatie, materiaal, weer, etc. ad1. De beginsituatie van het individu De beginsituatie analyse van het individu heeft betrekking op de aard van het gedrag. Psychomotorische beginsituatie Dit aspect treedt bij fitness natuurlijk het meest op de voorgrond en is in die zin ook van belang als begingedrag. Het onderstaande schema brengt de ingrediënten van de psychomotorische beginsituatie in kaart; Bewegings vaardigheden Grondvormen van bewegen Basistechniek Bijzondere technieken Potentieel Aanleg Talent Psychomotorisch begingedrag Kracht Bewegingseigenschappen Snelheid Uith. Vermogen Lenigheid Coordinatie Aktueel Geoefendheid Getraindheid fig. 1-2 De ingrediënten van de psychomotorische beginsituatie 15 Les en leiding geven

16 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie 1.1 Aan dit schema is het onderscheid tussen potentieel en actueel psychomotorisch begingedrag toegevoegd. Individuen binnen groepen zijn namelijk verschillend wat betreft hun aanleg. Talent of capaciteiten om te trainen of om vaardigheden onder de knie te krijgen hebben uiteraard consequenties voor de planning en dus voor de ordening van je doelstellingen. Als er binnen een groep veel niveauverschil aanwezig is zul je daar bij het bepalen van je doelstellingen en verdere inrichting van je les rekening mee moeten houden. Cognitieve beginsituatie (intellectueel, kennis e.d.) Bij de cognitieve beginsituatie van het individu gaat het in principe om twee zaken. Ten eerste is dat de intelligentie of verstandelijk bevattingsvermogen van het individu of de groep waaraan men lesgeeft. Leeftijd en aanleg spelen daarbij natuurlijk een rol. Lagere schooljeugd of pubers dienen anders benaderd te worden dan de medewerkers van een bank in het kader van bedrijfstrainingen. Ten tweede is er de vraag welke kennis er met betrekking tot fitness en training al aanwezig is. Wat weet men van oefeningen, apparatuur, veiligheidsregels enzovoorts. Ook hier zal bij het aanbieden van trainingen rekening mee gehouden moeten worden. De sociaal-affectieve beginsituatie (Motivatie, houding, e.d.) Uiteindelijk gaat het hierbij maar om één ding; de motivatie. Gevoelens, interessen, attituden (houdingen), mentaliteit, karakter, normen en waarden e.d. zijn de voedingsbodem voor de motivatie van een individu of groep. Het is voor de fitnesstrainer van belang dat hij door gesprekken, observatie e.d. achter de motivatie van een individu of groep komt. Alleen als je weet te achterhalen wat de drijfveren zijn van je mensen kun je daarop inspelen en deze motivatie sturen. Daarvoor moet je niet alleen contact hebben met de sporter, maar ook met de persoon achter de sporter. Een fitnesstrainer is niet alleen trainer, maar is tijdens trainingen ook een trainingsmaatje, luisterend oor, entertainer, etc. ad 2. Beginsituatie van de sportleider Misschien lijkt het vreemd dat ook jij als trainer tot de beginsituatiefactoren gerekend wordt. Als je er echter over nadenkt dan is het logisch dat de lesgever een belangrijke factor is in het verloop van het onderwijsleersituatie. De ene lesgever is gelukkig de andere niet. Iedereen kent uit eigen ervaringen nog wel een trainer of docent uit zijn verleden die meer indruk heeft gemaakt dan anderen. Het is onmogelijk te omschrijven welke factoren daar allemaal aan ten grondslag liggen. Een paar hele belangrijke factoren zijn didactische vaardigheid, kennis en kunde, leiderschapsstijl, humor, interesse, gedrevenheid, creativiteit etc. ad 3. Beginsituatie van de groep Iedere groep is verschillend, soms klikt het meteen, soms helemaal niet. Groepsleden beïnvloeden elkaar, de groep beïnvloed de trainer en de trainer beïnvloed de groep. Al deze sociale factoren bepalen hoe de groep aan de lessen of trainingen deel zal nemen. Enkele andere factoren die de beginsituatie van de groep bepalen en ook een directe relatie hebben met de sociale processen binnen een groep zijn de grootte en samenstelling, groepsdoelen (b.v. recreatief of prestatief), relatie tot de trainer, niveauverschil op psychomotorisch, cognitief en sociaalaffectief gebied, etc. Voor het effectief nastreven van doelstellingen is het van onschatbaar belang dat het groepsdoel duidelijk is en dit overeenkomt met de bedoelingen van de trainer. Dit is zeer zeker niet altijd vanzelfsprekend het geval. ad 4. Beginsituatie van de overige factoren Onder deze categorie vallen alle zaken die van invloed zijn op het onderwijs-leerproces en die niet in de voorgaande categorieën zijn ondergebracht. Je kunt dan denken aan accommodatie, materiaal, weer, tijd, beschikbare media, andere trainingsgroepen in het centrum, omgeving, etc. Les en leiding geven 16

17 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven Voor het bepalen van de voorgenoemde beginsituaties zijn er natuurlijk een heleboel middelen en methoden voorhanden binnen de dagelijkse praktijk van de fitnessbranche. In de vakliteratuur worden tal van testen beschreven die de je in de praktijk in staat stellen om op semi-wetenschappelijke wijze een redelijke tot zeer nauwkeurige analyse te maken met betrekking tot het niveau van de fitheid of specifieke aspecten daarvan. Een aantal van deze testen zijn binnen deze cursus al aan de orde geweest of zullen nog worden behandeld. Bij testen voor bewegingseigenschappen of vorderingen daar omtrent kun je denken aan; Åstrandtest Shutlle-runtest Huidplooimeting Sit & reachtest Maximaal schatting 1RM-test VO2-max Niveau uithoudingsvermogen Vetpercentage Lenigheid Maximale krachtschatting Maximale krachtmeting Bovendien zijn er in dit tijdperk van automatisering allerhande gestandaardiseerde testen opgenomen in de software van trainingsapparatuur. Er is dus keuze genoeg, maar het is vooraf wel erg belangrijk na te gaan met welk doel je test en of de gekozen test daarbij van waarde is. Tijdens krachttraining is het eenvoudiger om een dergelijke test uit te voeren dan in een aerobicsles, derhalve wordt het in een fitnesscentrum ook vaker uitgevoerd. Het is echter helemaal geen slecht idee om bij wijze van intake of periodiek ook de vooruitgang van de aerobicsdeelnemers te meten. Naast het testen van grondmotorische eigenschappen zijn er andere aspecten die bij het inschatten van de feitelijke beginsituatie een belangrijke rol spelen. Hierover heb je zojuist alles kunnen lezen. Een trainer dient derhalve te beschikken over een duidelijk plan met vastomlijnde doelen. Vanuit dit plan kan hij door gericht observeren, praten en vragen natuurlijk ook een heleboel relevante informatie verzamelen met betrekking tot de beginsituatie in relatie tot de doelstelling. Intakeformulieren, medische vragenlijsten, enquêtes, er zijn meer dan middelen genoeg om de didactische kernvraag m.b.t de beginsituatie van antwoorden te voorzien. Het stellen van de juiste vragen is in deze dan ook een niet te onderschatten bekwaamheid waarover de trainer moet kunnen beschikken 1.11 De oefenstof We zijn na het formuleren van de doelstellingen op basis van de beginsituatie toe aan de eerste van 4 componenten van de onderwijsleersituatie (les). Je gaat door middel van je les proberen om de kloof tussen de vastgestelde doelstelling en de feitelijke beginsituatie te overbruggen. Concreet houdt dit in dat je bijvoorbeeld hebt vastgesteld dat het uithoudingsvermogen van de groep verbeterd moet worden en het je doel is om dit middels groepstrainingen te gaan verbeteren. Hiervoor zul je de geschikte oefenvormen moeten kiezen. Verder zul je deze op een bepaalde wijze moeten aanbieden (didactische werkvormen), in een bepaalde organisatie moeten gieten (b.v. aëroob circuit) met bepaald materiaal, (b.v. conventionele en cardioapparatuur of vrije gewichten, dynabands of steps) 17 Les en leiding geven

18 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie Het kiezen van de oefenstof De keuze van oefenstof bepaald natuurlijk in grote mate of je in staat bent de voorgenomen lesdoelstellingen te realiseren. We gaan daarom ook wat nader in op de criteria die je met name als fitnesstrainer kunt hanteren bij het kiezen van je oefenstof. Doelgerichtheid Dat wil zeggen dat men die leerinhoud moet kiezen waarvan men de beste resultaten verwacht in relatie tot de doelstelling. Hierop zal bij de trainingspraktijk en natuurlijk bij de trainingsleer in worden gegaan. Je kunt dan denken aan keuzes als cardio- of krachtapparatuur, dumbelloefeningen of conventionele apparatuur, isolatie- of totaaloefeningen, bewegen in de vrije ruimte of bewegen op de plaats, oefeningen met tweetallen of alleen, etcetera. Een ander punt dat direct in relatie staat tot de doelgerichtheid van de oefenstof is de volgorde ervan. Dit past echter meer onder de organisatie van de les. Daar komen we verderop in deze paragraaf nog uitgebreid op terug. De affectieve belastbaarheid. Dit betekent dat men de oefenstof op een wijze aanbiedt die past bij de belevingswereld van de groep of het individu. Een groep 55+-ers vragen om een heel andere benadering bij het kiezen van de oefenstof als een wedstrijdsporter die graag een individueel schema wil volgen. De psychomotorische belastbaarheid Je zult de keuze van de oefenstof moeten afstemmen op de bewegingsvaardigheden en het conditieniveau van de groep. Je kunt een groep voetballers als warming up de meest fantastische bewegingscominaties op muziek aanbieden, als ze struikelen over hun eigen benen sla je uiteraard de plank mis. Als je een groep beginners een leer-les wilt aanbieden maar het belastingsniveau is veel te hoog, staat de vermoeidheid het gecontroleerde bewegen en de leerconcentratie in de weg. Het goed doseren van de belasting t.o.v. de belastbaarheid van de deelnemers is erg belangrijk. Binnen de fitness betekent dat in ieder geval dat je in staat zult moeten zijn om de belasting per individu aan te passen (differentiëren). De wijzen waarop je dit kunt doen zijn waarschijnlijk al binnen een aantal andere lessen aan de orde geweest maar komen uiteraard terug in de praktische lessen van deze cursus Het ordenen van de oefenstof Het ordenen van de oefenstof is natuurlijk een ontzettend complex gegeven voor iedereen die les of leiding geeft binnen de sportbranche. Voor deze ordening worden allerhande uitgangspunten gehanteerd en de ordening vindt plaats op alle niveaus van het onderwijsleerproces. Denk daarbij maar eens aan de periodisering van topsporters die hun trainingsprogramma s soms tot jaren vooruit hebben gepland. Binnen deze A-cursus is een verregaande uitdieping van deze periodisering niet op zijn plaats, vandaar dat we ons in principe beperken tot het bespreken van slechts de voornaamste criteria die je bij ordening van oefenstof op lesniveau kunt hanteren. Deze criteria zijn: A. De moeilijkheidsgraad Met name bij het aanbieden van vrij technische leer-lessen (een les waar een gecompliceerde vaardigheid moet worden aangeleerd) is het van belang dat er een logische methodiek terug te vinden is bij het aanbieden van je oefenstof. Een methodiek is in feite een leergang waarbij de moeilijkheidsgraad oploopt van gemakkelijk naar moeilijk. Bij fitness is dit wat minder sterk van toepassing dan Les en leiding geven 18

19 Fitnesstrainer-A versie 1.1 Module 4: Training geven bij het leren van complexere bewegingen of bewegingscombinaties zoals in een aerobicsles het geval is. De methodieken in een aerobicsles kunnen derhalve verder uitgesplitst worden in verschillende systemen van opbouw. We maken gebruik van een methodiek, wanneer we oefenstof willen aanleren qua techniek, combinatie of routine. We willen voorkomen dat de groep stilstaat om te kijken wat er gedaan moet worden, in gehalveerd tempo gewerkt wordt waardoor het trainingseffect minder wordt of dat de trainer zo vaak iets voordoet zodat de deelnemers minder moe zijn dan de trainer. Techniek kan het beste worden geleerd door het tempo van de muziek niet te hoog te kiezen, de oefenstof simpel te houden en de herhalingen hoog te houden. Combinaties van arm- en beenbewegingen worden aangeleerd door eerst de beenbeweging te automatiseren, vervolgens de armbewegingen en dan de combinatie aan te leren. Hierna wordt de richting of een eventuele draaiing pas toegevoegd. De oefenstof van routines of blokken kunnen met de zandloper- of piramide, change- of substitute, skelet- of add-on methode worden aangeleerd. Hoe gecompliceerder de oefenstof hoe meer methodes je tegelijk zal gaan gebruiken. Hoe simpeler, hoe minder methodes je gebruikt. Voor een beginnersniveau en 50+ groep zal vaak een zandloper of piramide alleen geschikt zijn. De warming up kan een goed moment zijn om bepaalde bewegingen door te nemen, dit mag alleen wanneer dit niet het doel van de warming up in de weg staat. Hoewel in een aerobicsles de diverse methodieken een centrale rol innemen, neemt dit niet weg dat bij leer-lessen uit de fitness ook naar een logische oefenreeks moet worden gezocht. Daarbij kan het bijvoorbeeld zinvol zijn dat je oefeningen eerst goed aanleert met behulp van apparatuur alvorens je naar de freeweight -oefeningen gaat met hogere belastingen. Een ander voorbeeld is het eerst halfdiep en onbelast uitvoeren van b.v. lunges of squats voordat je deze belast en diep gaat uitvoeren. Je kunt daarbij in eerste instantie kiezen voor een laag zwaartepunt door middel van dumbells en het zwaartepunt daarna omhoog brengen m.b.v. een barbell. Zo zijn er natuurlijk voor meer oefeningen wel methodieken te bedenken B. De psychische- en arbeidscurve Vermoeidheid kan altijd ten koste van de concentratie gaan. Het is daarom van belang dat je bij het aanbieden van je oefenstof rekening houdt met de intensiteit van je lesdelen en deze afstemt op intenties van bijvoorbeeld leren, oefenen of trainen. Zware inspanningen voorafgaand aan een leergedeelte van je les zijn daarom in principe af te raden. Het lesdiagram (fig. 1-3) geeft aan hoe de verhoudingen van inspanning en concentratie zouden kunnen liggen. Andere indelingen op basis van lesdelen zijn uiteraard mogelijk. 19 Les en leiding geven

20 Module 4: Training geven Fitnesstrainer-A versie 1.1 Intensiteit Psychische curve Arbeidscurve W-up Leerdeel Oefendeel Cool-Down fig. 1-3 Leerdiagram 1.12 De leeractiviteiten Als trainer is het je taak om bij de mensen aan wie je lesgeeft activiteiten uit te lokken waardoor men iets leert. Dit leren kan plaatsvinden op zowel psychomotorisch, affectief als cognitief gebied. De activiteiten die de lesgever bij zijn deelnemers uitlokt moet hij bewust sturen, d.w.z. in relatie brengen tot het gestelde doel. Als mensen een beweging willen leren (sensomotorisch leren) lukt dat nooit als ze alleen maar luisteren naar de trainer (leeractiviteit), het leren van bewegingen is een complexe zaak die vraagt om meer activiteiten van de leerlingen. Het proberen, ervaren, zien, nadoen, voordoen, voelen, etc. zijn allemaal leeractiviteiten die de lesgever of trainer in zijn les kan oproepen door zijn eigen activiteiten als lesgever (didactische werkvormen). Welke leeractiviteiten het beste zijn in een bepaalde les hangt af van een aantal factoren. Natuurlijk is dat het gestelde doel. Het leren van een beweging vergt nu eenmaal kijken en nadoen, terwijl het trainen van een vaardigheid veel meer zal bestaan uit het herhalen en toepassen. De leeractiviteiten van de individuen worden ook bepaald door het stadium waarin de persoon zich bevindt m.b.t. de aan te leren techniek. Moet hij alles nog leren dan zul je veel moeten uitleggen en zal hij of zij moeten luisteren en kijken, als alles al eens is behandeld kun je als lesgever vragen stellen en kan de sporter zelf het geleerde laten zien en vertellen. Het belangrijkste is dat je niet zomaar wat willekeurige leeractiviteiten oproept. Het moeten geen loze kreten zijn op je lesformulier, zoals luisteren, kijken, proberen, e.d., Je moet exact weten waar ze naar moeten kijken, wat ze moeten herhalen en wat ze juist aan elkaar moeten voordoen. Zo geef je als lesgever detail aan de leeractiviteiten van je cursisten. Zo kun je beginners naar je voorbeeld van de squat laten kijken, maar je kunt ze ook laten letten op de stand van je knie door je zelf zijwaarts t.o.v. de spiegel op te stellen. Op die manier geef je doelmatig richting aan de leeractiviteit kijken van je cursisten. Vervolgens is het natuurlijk van belang dat je als lesgever controleert of het in dit geval gericht kijken effect heeft gesorteerd en vertaald wordt in kennis of aangepaste uitvoering van de squat. En dat is nu lesgeven! Het doelbewust richten van de leeractiviteiten van de cursisten op die aspecten van het bewegen die je als lesgever binnen je doelstelling hebt gekozen. Les en leiding geven 20

VERDIEPINGSSTOF LEEREENHEID 2

VERDIEPINGSSTOF LEEREENHEID 2 VERDIEPINGSSTOF LEEREENHEID 2 1.1 Verdiepingsstof - Gedragsaspecten Als we het gedrag van mensen nader bekijken, kunnen we daarin drie belangrijke aspecten onderscheiden: motorisch gedrag cognitief gedrag

Nadere informatie

SMART trainen. Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training. Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina

SMART trainen. Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training. Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina SMART trainen Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina Structuur Structuur in de training Structuur in het seizoen Doelen stellen Hoger op

Nadere informatie

Didactiek. Didactiek. Algemeen gedeelte Initiator. Inleiding: Bouwstenen van het didactisch proces

Didactiek. Didactiek. Algemeen gedeelte Initiator. Inleiding: Bouwstenen van het didactisch proces Didactiek Algemeen gedeelte Initiator 1 Overzicht van de presentatie Didactiek Inleiding: Bouwstenen van het didactisch proces Bouwsteen 1: De context Bouwsteen 2: De sportbeoefenaars Bouwsteen 3: Doelen

Nadere informatie

Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESDOCENT INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT

Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESDOCENT INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESDOCENT INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Stappenplan Proeve van Bekwaamheid Fit!vak Groepslesdocent Portfolio Groepslesdocent Fit!vak Deelopdrachten 1: Het

Nadere informatie

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden VOORWOORD Angerenstein SB (Sport en Bewegen) is een complete serie leermiddelen voor het kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein SB bestaat uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof

Nadere informatie

HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR

HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Stappenplan Proeve van Bekwaamheid Fit!vak Groepslesinstructeur A Verwerven competenties Theorieexamen Portfolio

Nadere informatie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Programma Doelen en programma toelichten Terugblik op huiswerkopdracht Een

Nadere informatie

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Het juist formuleren van toetsbare wielertrainingsdoelen

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Het juist formuleren van toetsbare wielertrainingsdoelen PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Het juist formuleren van toetsbare wielertrainingsdoelen Inhoud Inleiding... 3 Soorten trainingsdoelen... 3 Focus op 1 domein... 4 Misverstand oplossen... 4 Waarom

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Beginsituatie

Deelopdracht 1: Beginsituatie Deelopdracht 1: Beginsituatie Interview en observeer de persoon (fitnessdeelnemer/klant/ sporter) waarmee je dit gedeelte van de Proeve van Bekwaam gaat uitvoeren en werk de volgende opdrachten uit: A.

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER A

HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER A HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER A INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Stappenplan Proeve van Bekwaamheid Fit!vak Fitnesstrainer A Verwerven competenties Theorie-examen Portfolio Praktijkexamen

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

OVERDRACHTSKUNDE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

OVERDRACHTSKUNDE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht OVERDRACHTSKUNDE EXAMENEISEN THEORIE SCHOONHEIDSVERZORGING B VERSIE JULI 2010 STICHTING KWALITEITSCENTRUM SCHOONHEIDSVERZORGING Exameneisen STRUCTUUR THEORIE-EXAMEN: OVERDRACHTSKUNDE Examen Overdrachtskunde

Nadere informatie

Les geven! Weet wat je doet! Weet waarom je het doet! Weet hoe je het doen moet! Maak hierbij je eigen keuzes!

Les geven! Weet wat je doet! Weet waarom je het doet! Weet hoe je het doen moet! Maak hierbij je eigen keuzes! Aitske Ruben Les geven! Weet wat je doet! Weet waarom je het doet! Weet hoe je het doen moet! Maak hierbij je eigen keuzes! Hoe? Monkey see, monkey do Plaatje, Praatje, Daadje KISS - Keep It Short And

Nadere informatie

Leeromgeving en organisatie

Leeromgeving en organisatie Leeromgeving en organisatie Lesdoel Ik kan een les voorbereiden a.d.h.v. het lesplanformulier van Geerligs. Hoe word ik een goede leraar? Kunst of kunde? Kun je het leren: Ja/Nee Wat doe je hier dan nog?

Nadere informatie

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties : Inhoud Inleiding...3 Competenties...4 1. Interpersoonlijk competent...5 2. Pedagogisch competent...5 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent...6 4. Organisatorisch competent...6 5. Competent in samenwerking

Nadere informatie

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Porfolio. Politie Vormingscentrum Porfolio 1. Inleiding 2. Wat is een portfolio? Hoe gebruik je het portfolio Reflectieverslagen Persoonlijke leerdoelen formuleren Werkwijze en denkmodel om opgaven/problemen op te lossen 1. INLEIDING Ligt

Nadere informatie

Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4 INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT

Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4 INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Nr. HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4 INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Stappenplan Proeve van Bekwaamheid Fit!vak Fitnesstrainer B, niveau 4 Verwerven competenties Portfolio Fitnesstrainer

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Stap 1 Doelen vaststellen

Stap 1 Doelen vaststellen Stap 1 Doelen vaststellen! Lesdoelen staan altijd in relatie tot langere termijn doelen. Zorg dat je de leerlijn of opbouw van doelen op schoolniveau helder hebt! Groepsdoelen staan altijd in relatie tot

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Fitnesstrainer B Lesdag 3 Trainingsleer & Periodisering. Erkend Fit!vak opleidingscentrum

Fitnesstrainer B Lesdag 3 Trainingsleer & Periodisering. Erkend Fit!vak opleidingscentrum Fitnesstrainer B Lesdag 3 Trainingsleer & Periodisering Erkend Fit!vak opleidingscentrum www.start2move.nl Lesinhoud Evaluatie vragen hoofdstuk 2 gedragsverandering Hoofdstuk 8 Trainingsleer Periodiseren

Nadere informatie

Educatief arrangeren rond LOB

Educatief arrangeren rond LOB Educatief arrangeren rond LOB Vorige week Contact met de docent deze week NAW-gegevens via CF Afspraken met begeleider Maken van het Werkplan Voorbereiden van het interview Vragen naar aanleiding van vorig

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Ontwikkeling. Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling

Ontwikkeling. Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling Ontwikkeling Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling Waarom? Ik heb het idee dat ik wel eens tekortschiet als het erom gaat anderen duidelijk te maken wat ik bedoel. Ik

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Bonus: Hoe goed ben jij momenteel?

Bonus: Hoe goed ben jij momenteel? Bonus: Hoe goed ben jij momenteel? Blad 1 van 20 Hoe goed ben jij momenteel? Iedereen kan zijn leiderschapsvaardigheden aanzienlijk verbeteren met een beetje denkwerk en oefening. Met deze test krijg je

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Hij/Zij is bereid om te leren en wil zijn eigen vaardigheid blijven verbeteren

Hij/Zij is bereid om te leren en wil zijn eigen vaardigheid blijven verbeteren Niveau 3: Deze instructeur is volledig zelfstandig en heeft geen begeleiding nodig voor het lesgeven. Hij/Zij is in staat het niveau van een groep of individu in te schatten en gepaste oefenstof en begeleiding

Nadere informatie

HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4 INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT

HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4 INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT HANDLEIDING PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4 INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Oosterhout, september 2014 CURSISTENHANDLEIDING FITNESSTRAINER-B Opleidingen 2000 2 Stappenplan examen Fit!vak

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Voor wie? Waarom? Wat? Hoe? Voor Omdat leiding Ervaringsgerichte Door middel van leidinggevenden, geven, adviseren en coaching en werkvormen waarbij het adviseurs

Nadere informatie

Interpersoonlijk competent

Interpersoonlijk competent Inhoudsopgave Inhoudsopgave...0 Inleiding...1 Interpersoonlijk competent...2 Pedagogisch competent...3 Vakinhoudelijk & didactisch competent...4 Organisatorisch competent...5 Competent in samenwerken met

Nadere informatie

Tips voor het geven van training Door: Sjoerd Alvers

Tips voor het geven van training Door: Sjoerd Alvers Tips voor het geven van training Door: Sjoerd Alvers Inleiding Zoals een speler in het veld leert van zijn fouten, zo moet ook een trainer dit doen. Training geven is een vak apart en dit vak is op onvoorstelbaar

Nadere informatie

Lineair- en non lineair

Lineair- en non lineair Lineair- en non lineair Zomermodule opleidingsdag 25 mei 2019 Mark Hakkeling In deze module gaan we in op het verschil tussen lineaire- en non-lineaire opvattingen van motorisch leren. Niet toevallig is

Nadere informatie

Core. Sportstudio Sjàhto Dwarsdijk 3 7245 TV Laren (GLD) info@sjahto.nl 0573 421066

Core. Sportstudio Sjàhto Dwarsdijk 3 7245 TV Laren (GLD) info@sjahto.nl 0573 421066 Core Wat is ClubJoy Core? ClubJoy Core is een efficiënte workout om in slechts 30 minuten op een snelle én verantwoorde manier je kernspieren te trainen. Je buik, billen en rug worden strakker en sterker.

Nadere informatie

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. Auteur: Anneke Lucassen Zelfevaluatie begeleiden bij zelfstandig

Nadere informatie

Competentieprofiel instructeurs

Competentieprofiel instructeurs Competentieprofiel instructeurs 1) Actuele Kennis & Vaardigheden van Eerste Hulp Dit is de elementaire kennisstof en de bijbehorende vaardigheden die ten grondslag liggen aan Eerste Hulp onderwijs. Deze

Nadere informatie

Seizoen 2012-2013 THEMA TRAININGSOPBOUW

Seizoen 2012-2013 THEMA TRAININGSOPBOUW Seizoen 2012-2013 THEMA TRAININGSOPBOUW Training geven Zo wordt naar ons gekeken: De kenner De overdrachtskunstenaar De pedagoog De vertrouwensman De vader-moeder figuur De normbepaler De analist Het voorbeeld!!

Nadere informatie

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK Iedereen heeft er de mond van vol: Het beste uit de leerling halen Recht doen aan verschillen van leerlingen Naast kennis en vaardigheden, aandacht voor het

Nadere informatie

Situationeel leidinggeven

Situationeel leidinggeven Situationeel leidinggeven Inleiding Situationeel leidinggeven wil zeggen dat leidinggeven dat de manager zijn/haar stijl moet aanpassen aan de eisen van de situatie. Inschattingsvermogen en flexibiliteit

Nadere informatie

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning Visie Aanpassingen in de gedragingen van de leerkracht Het vertalen van een politiek besluit zoals het M- decreet in de dagelijkse praktijk is geen gemakkelijke opgave. Als leerlingen met een beperking

Nadere informatie

IJSHOCKEY SPORTLEIDER 1

IJSHOCKEY SPORTLEIDER 1 AANLEREN VAN VAARDIGHEDEN In uw rol als teambegeleider/sportleider staat u vaak model voor de jeugd. Vooral de jongere jeugd kan tegen u opkijken en helemaal als u (in hun ogen) goed bent in de sport.

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Van bewegen naar trainen

Van bewegen naar trainen Van bewegen naar trainen Charles Heus Sportfysiotherapeut J&C Sportrevalidatie Geblesseerd Trainingsfit Wedstrijdfit Arts / Fysio??? Trainer Pat 0% Fysio 100% Pijn en of Functionele beperking 1e fase:

Nadere informatie

Informatie over de KNDB-opleidingen Damtrainer 2 Damtrainer 3

Informatie over de KNDB-opleidingen Damtrainer 2 Damtrainer 3 Informatie over de KNDB-opleidingen Damtrainer 2 en Damtrainer 3 Inleiding Sinds 2009 kent de KNDB nieuwe opleidingen voor Damtrainer 2 (vergelijkbaar met het oude Damleider A) en Damtrainer 3 (was vroeger

Nadere informatie

2 Situationeel leidinggeven

2 Situationeel leidinggeven 2 Situationeel leidinggeven Inleiding 3 Stijlen 3 Taxeren 4 Taken 5 Vragenlijst 6 Maturity-schaal 7 Leidinggevende stijl 10 Analyse stijl-maturity 15 1 2 Situationeel leidinggeven Inleiding Situationeel

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling PAPI PAPI Coachingsrapport Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling Alle rechten voorbehouden Cubiks Intellectual Property Limited 2008. De inhoud van dit document is relevant op de afnamedatum en bevat

Nadere informatie

PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4

PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4 PORTFOLIO FITNESSTRAINER B NIVEAU 4 BEOORDELINGSDOCUMENTEN Inhoudsopgave: Beoordelingsinstructie voor de examentoets onderdeel Portfolio:... 3 Beoordelingsformulier deelopdracht 1: Beginsituatie... 4 Beoordelingsformulier

Nadere informatie

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren Jongeren leren organiseren Hoe kunnen jongeren regie hebben over eigen handelen en toch in verbinding zijn met alles om hen heen? Hoe verstaan jongeren de kunst om te bouwen aan netwerken, om een positie

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

2012-2016. Zelfstandig Leren

2012-2016. Zelfstandig Leren 2012-2016 Zelfstandig Leren 0 Inhoud Beschrijving doelgroep... 2 Visie op onderwijs... 2 Basisvisie... 2 Leerinhouden/ activiteiten... 2 Doelen voor het zelfstandig leren... 3 Definitie zelfstandig leren...

Nadere informatie

Trainingsprogramma scheidsrechters ter voorbereiding op de FIFA conditietest en het nieuwe voetbalseizoen

Trainingsprogramma scheidsrechters ter voorbereiding op de FIFA conditietest en het nieuwe voetbalseizoen Trainingsprogramma scheidsrechters ter voorbereiding op de FIFA conditietest en het nieuwe voetbalseizoen Om je optimaal voor te bereiden op de FIFA conditietest en het nieuwe voetbalseizoen 2016-2017

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de

Nadere informatie

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven.

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven. Het GROW-model Een ontwikkelingsgesprek is het meest effectief als je de vragen in een bepaalde structuur stelt. Het GROW-model biedt deze structuur. (Whitmore, 1995) Het GROW model bestaat uit de volgende

Nadere informatie

Tafeltennis als revalidatiesport

Tafeltennis als revalidatiesport Tafeltennis als revalidatiesport 1. Inleiding In de revalidatie is tafeltennis een uitstekend en veel gebruikt middel om met plezier en resultaat te trainen. Het is laagdrempelig aan te bieden en met eenvoudige

Nadere informatie

Trainen met je hartslag. Pieter Breeuwsma Looptrainer 3 Runnersclub Woerden www.runnersclub.nl

Trainen met je hartslag. Pieter Breeuwsma Looptrainer 3 Runnersclub Woerden www.runnersclub.nl Trainen met je hartslag Pieter Breeuwsma Looptrainer 3 Runnersclub Woerden www.runnersclub.nl Waarom trainen we eigenlijk? Ik ben niet aan het trainen, ik loop gewoon lekker.. Conditieverbetering of conditiebehoud?

Nadere informatie

Leve de competente coach!

Leve de competente coach! Silvia van Schaik-Kuijer Leve de competente coach! Van competentieanalyse naar ontwikkelplan Inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 Deel 1 Algemene informatie over Leve de competente coach! Coachen en coachcompetenties:

Nadere informatie

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Angelique van het Kaar Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam 7 november 2012 Overzicht onderwerpen Training Didactische

Nadere informatie

TRAININGSOPBOUW VOLLEYBAL

TRAININGSOPBOUW VOLLEYBAL Inleiding: Bron: http://www.voltraweb.be/w%20d%20r%20-%20trainingsopbouw.doc TRAININGSOPBOUW VOLLEYBAL Hoe bouw je een training op? Een training staat niet alleen. Er zijn veel bijkomende factoren die

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016 Werken met leeruitkomsten 7 november 2016 Wat zijn leeruitkomsten? Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring op basis waarvan vastgesteld kan worden in welke mate, tot op welk niveau

Nadere informatie

Handleiding. voor. praktijkbegeleiders

Handleiding. voor. praktijkbegeleiders Handleiding voor praktijkbegeleiders Versie: februari 2011 Inhoud: Inleiding... 3 Kerntaken van een praktijkbegeleider... 3 Voorbereidend gesprek met de cursist... 4 Feedback geven... 4 Begeleiden van

Nadere informatie

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? GP goes OGW Met OGW willen we de ontwikkeling van leerlingen zo goed mogelijk stimuleren. Dat vraagt van de docent én school

Nadere informatie

PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH

PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH 56 TIPS & TRICKS Elke hardloper heeft zijn eigen doelstelling: waar de één zich bijvoorbeeld focust op het verbeteren van zijn looptechniek,

Nadere informatie

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding portfolio handleiding Werkgroep portfolio & coaching 1 De plaats van portfolio in het leren op het VMBO. In enkele notities en werkdocumenten is het kader voor het nieuwe onderwijs geschetst. Dit komt

Nadere informatie

HET MAKEN VAN EEN INTRODUCTIEPROGRAMMA VAN 8 WEKEN (lessenreeks) LGF 2.0

HET MAKEN VAN EEN INTRODUCTIEPROGRAMMA VAN 8 WEKEN (lessenreeks) LGF 2.0 LESVOORBEREIDINGS-FORMULIER beginsituatie analyse NAAM (voor- en Achternaam) DATUM les / training TIJD les / training Les / trainingsdoelstelling korte termijn Trainingsdoelstelling lange termijn BEGINSITUATIE

Nadere informatie

Algemeen Namen van de botstukken Botverbindingen Indeling van de gewrichten 20

Algemeen Namen van de botstukken Botverbindingen Indeling van de gewrichten 20 Inhoud Voorwoord 11 Functionele anatomie 14 1.1. Inleiding 14 1.2. Het skelet 15 1.2.1. Algemeen 15 1.2.2. Namen van de botstukken 15 1.2.3. Botverbindingen 18 1.2.4. Indeling van de gewrichten 20 1.3.

Nadere informatie

Differentieer in elke les. Omgaan met verschillen in Human Dynamics

Differentieer in elke les. Omgaan met verschillen in Human Dynamics Differentieer in elke les Omgaan met verschillen in Human Dynamics Welkom Training: Differentieer in elke les Ortho Consult Mijn naam is Jac. Giesen Speelveld rol in proces meerwaarde leerling beloning

Nadere informatie

De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen.

De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen. De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen. - Voor buschauffeurs en conducteurs, waar verbale, mentale en fysieke agressie stelselmatig voor komt. - Voor de controleurs in het openbaar

Nadere informatie

POP Martin van der Kevie

POP Martin van der Kevie Naam student: Martin van der Kevie Studentnr.: s1030766 Studiefase: leerjaar 1 Datum: 18 okt 2009 Interpersoonlijk competent Overzicht wat leerlingen bezig houdt dit kun je gebruiken tijdens de les. Verder

Nadere informatie

Lessenreeks. Sport en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Kerntaak 1. Naam: Klas: Auteur: S. van Zuijlen

Lessenreeks. Sport en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Kerntaak 1. Naam: Klas: Auteur: S. van Zuijlen Lessenreeks Sport en bewegingsleider Sport en bewegingscoördinator Naam: Klas: Auteur: S. van Zuijlen Voorwoord/ Inleiding In dit document staan de opdrachten voor beschreven, het aanbieden van SB- activiteiten

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Instelling: Sport en Bewegen. Datum: Tijd: 50 minuten Aantal personen: 7 mannen/vrouwen

Instelling: Sport en Bewegen. Datum: Tijd: 50 minuten Aantal personen: 7 mannen/vrouwen LVF circuit training week 1 les 1 Naam student: kristiaan zwemmer Klas: Naam mentor/docent: Instelling: Sport en Bewegen Datum: 10-11-08 Tijd: 50 minuten Aantal personen: 7 mannen/vrouwen Lesopdracht:

Nadere informatie

Door Jesse van der Velde. www.jessevandervelde.com. Copyright 2011 Jesse van der Velde (Online Personal Trainer) www.jessevandervelde.

Door Jesse van der Velde. www.jessevandervelde.com. Copyright 2011 Jesse van der Velde (Online Personal Trainer) www.jessevandervelde. Door Jesse van der Velde www.jessevandervelde.com Disclaimer De oefeningen, trainingen, adviezen en instructies in deze PDF zijn gemaakt voor gezonde en blessurevrije mensen. Wanneer u een fysieke beperking,

Nadere informatie

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten Inhoud: Inleiding... 3 Kerntaken van een praktijkbegeleider... 3 Voorbereidend gesprek met de cursist... 4 Feedback geven... 4 Begeleiden

Nadere informatie

Draaiboek voor een gastles

Draaiboek voor een gastles Draaiboek voor een gastles Dit draaiboek geeft jou als voorlichter van UNICEF Nederland een handvat om gastlessen te geven op scholen. Kinderen, klassen, groepen en scholen - elke gastles is anders. Een

Nadere informatie

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens Inhoud Inleiding 9 1 Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding 11 1.1 Het beroep Social Work 11 1.2 Beelden over leren mentale modellen 15 1.3 Competentiegericht leren 16 1.4 Een open leerhouding 17 1.5 Leren

Nadere informatie

DEEL A COMPETENTIEOPDRACHT IWA 1

DEEL A COMPETENTIEOPDRACHT IWA 1 DEEL A COMPETENTIEOPDRACHT IWA 1 COMPETENTIEOPDRACHT IWA 1 INTRODUCTIE: INSTRUCTIE EN ZWEMACTIVITEITEN 1. INLEIDING Een belangrijk werkveld in de zwembadsector is het werken als lesgever Zwem-ABC en/of

Nadere informatie

Voorbeeldles RIS-instructie RIS-WRM juni 2009

Voorbeeldles RIS-instructie RIS-WRM juni 2009 Inleiding Voorbeeldles RIS-instructie RIS-WRM juni 2009 Kennismaking Bekijk het ingevulde basis RIS-lesplan en volg de aanwijzingen. Pak de RIS-instructiekaart van de leerling en kijk wat er bij deze les

Nadere informatie

Lean management vaardigheden

Lean management vaardigheden Lean management vaardigheden Lean management : meer dan tools Je gaat met Lean aan de slag of je bent er al mee bezig. Je ziet dat Lean over een set prachtige tools beschikt en je beseft dat het ook een

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

SPORT en Conditie. Bron: www.wiskunde-vmbo.nl/.../module%202%20sport%20en%20conditie%202010.doc Module 2. Datum:...

SPORT en Conditie. Bron: www.wiskunde-vmbo.nl/.../module%202%20sport%20en%20conditie%202010.doc Module 2. Datum:... Module 2 SPORT en Conditie Datum:... Leerling:... Klas:... Dit ga je doen Je leert vanuit de theorie wat er precies bedoeld wordt met conditie, en waarom het zo belangrijk is. Want wanneer is je conditie

Nadere informatie

Programma. Didactiek. Leerstijlen (Kolb) Aanleer fases Leermodel (van Gelder): Beginssituatie, doelstelling

Programma. Didactiek. Leerstijlen (Kolb) Aanleer fases Leermodel (van Gelder): Beginssituatie, doelstelling Programma Didactiek Leerstijlen (Kolb) Aanleer fases Leermodel (van Gelder): Beginssituatie, doelstelling 1 Leerstijlen (Kolb) 2 Manier van leren (1) DOENER: Directie ervaring, dingen doen Nieuwe ervaringen,

Nadere informatie

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen COMMUNICATIE training effectief communiceren met iedereen Een training van COMMUNICERENENZO Mensen zijn belangrijk. Resultaten ook Mensen zijn belangrijk en waardevol. Resultaten worden behaald dankzij

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren.

Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren. Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren. Een trainer maakt afspraken met zijn spelers, binnen en buiten de lijnen.

Nadere informatie

De Sleutel tot het benutten van potentie

De Sleutel tot het benutten van potentie De Sleutel tot het benutten van potentie Wat is potentie eigenlijk? Een snelle blik in een woordenboek levert de volgende resultaten op: het kunnen; dat waartoe iemand of iets toe in staat is; vermogen.

Nadere informatie

Progressie en plezier met impliciet leren

Progressie en plezier met impliciet leren Titel Subtitel Progressie en plezier met impliciet leren Door Brendan Troost Dag van de Atletiek Zaterdag 19 maart 2 Doel en inhoud van deze presentatie Verbeteren kennis van principes van motorisch leren;

Nadere informatie

21ste-eeuwse vaardigheden:

21ste-eeuwse vaardigheden: INLEIDING 21ste-eeuwse vaardigheden Het helpen ontwikkelen van 21ste-eeuwse vaardigheden bij studenten vraagt het nodige van docenten. Zowel qua werkvormen als begeleiding. In hoeverre neem je een voorbeeldrol

Nadere informatie

Begeleidingsplan Orthopedagogische muziekactiviteit

Begeleidingsplan Orthopedagogische muziekactiviteit Begeleidingsplan Orthopedagogische muziekactiviteit Opbouw 1. Doelstellingen en verantwoordingsmomenten a. Algemene gegevens b. Mogelijkheden en beperkingen c. Muzikaal functioneren d. Hulpvraag en/of

Nadere informatie