Power Systems. Voorbereiding van de installatielocatie IBM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Power Systems. Voorbereiding van de installatielocatie IBM"

Transcriptie

1 Power Systems Voorbereiding an de installatielocatie IBM

2

3 Power Systems Voorbereiding an de installatielocatie IBM

4 Opmerking Lees, oordat u deze informatie en het product gebruikt, eerst de informatie in Veiligheidsoorschriften op pagina, Kennisgeingen op pagina 87, de handleiding IBM Systems Safety Notices, G en de IBM Enironmental Notices and User Guide, Z Deze uitgae is an toepassing op IBM Power Systems-serers die zijn uitgerust met een POWER8-processor en alle aanerwante modellen. Copyright IBM Nederland B.V. 2014, Copyright IBM Corporation 2014, 2015.

5 Inhoudsopgae Veiligheidsoorschriften Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning Locatie kiezen Toegang Acclimatisatie Akoestiek Bepalen an de airconditioning Algemene richtlijnen oor computercentra Indeling computerruimte Locatie computerruimte Elektromagnetische compatibiliteit Noodplanning oor continue werking Ontwerpcriteria oor de omgeing Constructie en belasting an de loer Algemene informatie oer energie Configuraties oor installatie met dubbele oedingsbron Installatie met dubbele oedingsbron: Redundant distributiepaneel en schakelkast Installatie met dubbele oedingsbron: Redundant distributiepaneel Enkeloudig distributiepaneel: Dubbele stroomonderbrekers Verlichting Beeiliging an materiaal en gegeensopslag Bekabeling in het plafond Planning oor communicatie Planning oor de installatie an warmtewisselaars oor de achterklep Specificaties an de warmtewisselaar Prestaties an de warmtewisselaar Waterspecificaties oor de secundaire koelingslus Watertoeoerspecificaties oor secundaire lussen Indeling en mechanische installatie Oerzicht an de installatie an de warmtewisselaar Oerzicht an het ullen en leegmaken an de warmtewisselaar Planning oor warmtewisselaars in een omgeing met een erhoogde loer Planning oor warmtewisselaars in een omgeing zonder een erhoogde loer Informatie oer onderdelen en serice oor secundairee koeling Leerancier an dierse onderdelen Leerancier an serices Leeranciers an koelingseenheden (CDU's) Installatie en ondersteuning an aanbiedingen an IBM Integrated Technology Serices Netspanning Kwaliteit an de oeding Voedingsbron Verhoogde loeren Geleidingserontreiniging Verplaatsing en tijdelijke opslag Ruimteereisten Statische elektriciteit en weerstand an de loer Luchtdistributie an systeem Waarnemingsapparatuur temperatuur en luchtochtigheid Trillingen en schokken Beperkingen oor oltage en frequentie Kennisgeingen Priacy-oerwegingen Merken Copyright IBM Corp. 2014, 2015 iii

6 Elektronische emissie Kennisgeingen Klasse A Kennisgeingen Klasse B Voorwaarden en bepalingen i Voorbereiding an de installatielocatie

7 Veiligheidsoorschriften Veiligheidsoorschriften kunnen oeral in deze handleiding oorkomen: Kennisgeingen an het type GEVAAR ragen aandacht oor een situatie die leensgeaarlijk of extreem geaarlijk is oor personen. Kennisgeingen an het type WAARSCHUWING ragen aandacht oor een situatie die geaarlijk is oor personen anwege bepaalde omstandigheden. Kennisgeingen an het type Attentie geen aan dat er schade kan ontstaan aan een programma, een apparaat of gegeens. Wereldwijde eiligheidsinformatie In sommige landen is ereist dat de eiligheidsoorschriften in de publicaties bij een product worden aangeboden in de taal of talen an dat land. Indien deze eis in uw land geldt, zijn er eiligheidsoorschriften opgenomen in het publicatiepakket (bijoorbeeld in de gedrukte documentatie, op de DVD of als onderdeel an het product) dat bij het product wordt geleerd. De documentatie beat eiligheidsoorschriften in uw taal, met erwijzingen naar de Engelse bron waaruit ze afkomstig zijn. Voordat u een Engelstalige publicatie gebruikt oor het installeren, gebruiken of onderhouden an dit product, dient u zich eerst op de hoogte te stellen an de bijbehorende eiligheidsoorschriften in de documentatie. Raadpleeg de documentatie ook als u de eiligheidsoorschriften in de Engelstalige publicaties niet geheel begrijpt. Verangende of extra exemplaren an de documentatie met eiligheidsoorschriften kunt u erkrijgen door te bellen met de IBM Hotline op Duitse eiligheidsoorschriften Das Produkt ist nicht für den Einsatz an Bildschirmarbeitsplätzen im Sinne 2 der Bildschirmarbeitserordnung geeignet. Veiligheidsinformatie oor lasers IBM -serers kunnen uitgerust zijn met op glasezels gebaseerde I/O-kaarten of oorzieningen die gebruik maken an lasers of LED's. Kennisgeing oor lasers IBM-serers zijn mogelijk geïnstalleerd binnen of buiten een rek oor IT-apparatuur. Copyright IBM Corp. 2014, 2015

8 Geaar! Als u aan of in de buurt an het systeem werkt, neem dan de olgende oorzorgsmaatregelen in acht: Elektrische spanning en stroom an lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is geaarlijk. Ter oorkoming an een elektrische schok: Als IBM de netsnoeren heeft geleerd, sluit deze eenheid dan uitsluitend met behulp an het door IBM geleerde oedingssnoer aan op de oedingsbron. Gebruik het door IBM erstrekte snoer niet oor andere producten. Maak de oedingseenheid niet open en oer er geen onderhoud aan uit. Sluit tijdens onweer geen kabels aan en oer tijdens onweer geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit. Mogelijk is het product uitgerust met meerdere oedingssnoeren. Om alle geaarlijke oltages te erwijderen, dient u alle oedingssnoeren los te koppelen. Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade en geaarde stopcontacten. Controleer of de stopcontacten een spanning en een fasefrequentie hebben die oereenkomt met hetgeen staat ermeld op het plaatje oor elektrische ereisten. Sluit alle apparatuur die op dit product wordt aangesloten aan op correct bedrade stopcontacten. Koppel en ontkoppel signaalkabels indien mogelijk met één hand. Zet nooit apparatuur aan wanneer u sporen an uur, water of fysieke beschadigingen ziet. Schakel de stroomoorziening naar deze machine pas in als u alle mogelijk oneilige situaties hebt gecorrigeerd. Er is mogelijk geaarlijke elektrische spanning aanwezig. Voer alle tijdens de installatieprocedures an het subsysteem aangegeen doorgangs-, aardings- en spanningsmetingen uit om eroor te zorgen dat de machine oldoet aan de eiligheidseisen. Staak de inspectie als er sprake is an oneilige situaties. Ontkoppel de aangesloten netsnoeren, telecommunicatiesystemen, netwerken en modems oordat u kleppen an de apparatuur opent, tenzij anders aangegeen in de installatie- en configuratieprocedures. Bij het installeren of erplaatsen an dit product of het openen an kleppen an dit product of aangesloten apparatuur dient u alle kabels aan te sluiten en te ontkoppelen zoals is aangegeen in de onderstaande tabel. Ontkoppelen: 1. Zet alles uit (tenzij anders aangegeen). 2. Haal de stekkers uit het stopcontact. 3. Ontkoppel de signaalkabels an de aansluitingen. 4. Ontkoppel alle kabels an de apparaten. Aansluiten: 1. Zet alles uit (tenzij anders aangegeen). 2. Sluit alle kabels aan op de apparaten. 3. Sluit de signaalkabels aan op de aansluitingen. 4. Steek de stekkers in het stopcontact. 5. Zet de apparaten aan. Er kunnen scherpe randen, hoeken en erbindingsstukken in en rond het systeem aanwezig zijn. Wees oorzichtig bij het omgaan met de apparatuur om te ermijden dat uw huid wordt gesneden, geschaafd, of gekneld. (D005) Geaar! i Voorbereiding an de installatielocatie

9 Neem bij het werken aan of in de buurt an IT-reksystemen de olgende oorzorgsmaatregelen in acht: Zware apparatuur - Onjuiste behandeling kan leiden tot lichamelijk letsel of schade aan de apparatuur. Plaats de hoogteerstellingen an de rekbehuizing altijd in de laagste positie. Installeer de stabilisatiebeugels altijd op het rek. Om geaarlijke situaties ten geolge an ongelijke belasting te oorkomen, dient u de zwaarste apparatuur altijd zo laag mogelijk in de rekbehuizing te installeren. Begin de installatie an serers en optionele apparaten anaf de onderkant an de rekbehuizing. In een rek geïnstalleerde apparaten mogen niet worden gebruikt als planken of werkruimten. Plaats geen oorwerpen op apparaten die in een rek zijn geïnstalleerd. Vanuit elke rekbehuizing kan meer dan één netsnoer zijn aangesloten op een stopcontact. Als u tijdens het uitoeren an onderhoud instructie krijgt om de stekker uit het stopcontact te halen, dient u te controleren of u alle stekkers an de apparaten in de rekbehuizing uit het stopcontact hebt gehaald. De apparatuur in een rekbehuizing mag uitsluitend worden aangesloten op stroomoorzieningsapparatuur die zich in dezelfde rekbehuizing beindt. Sluit nooit het netsnoer an een apparaat in een rekbehuizing aan op een stroomoorzieningsapparaat in een andere rekbehuizing. Bij gebruik an een stopcontact met onjuiste bedrading kunnen de metalen gedeelten an het systeem, of an apparaten die op het systeem zijn aangesloten, onder een geaarlijke spanning komen te staan. Het is de erantwoordelijkheid an de klant om eroor te zorgen dat de bedrading en de aarding an het stopcontact in orde zijn, zodat elk risico an een elektrische schok wordt ermeden. WAARSCHUWING Installeer geen station in een rek als de interne temperatuur in het rek hoger zal zijn dan de door de fabrikant aanbeolen temperatuur oor alle in het rek gemonteerde apparaten. Installeer een eenheid niet in een rek als de luchtcirculatie belemmerd is. Let erop dat de luchtstroom aan de zij-, boen- en onderkant niet geblokkeerd raakt of gehinderd wordt. Er dient aandacht te worden besteed aan de aansluiting an de apparatuur aan het oedingscircuit, zodat oerbelasting an de circuits niet leidt tot aantasting an de bekabeling an de oeding of de oerbelastingsbeeiliging. Voor de juiste oedingsaansluiting an het rek raadpleegt u de labels op de apparatuur in het rek. (Voor schuifladen.) Trek geen lades of oorzieningen uit het rek en installeer ook geen lades of oorzieningen in het rek zolang de stabilisators niet aan het rek zijn beestigd. Schuif niet meer dan één lade tegelijk uit. Het rek kan instabiel worden als er meerdere lades tegelijk worden uitgeschoen. (Voor aste laden.) Deze lade zit ast en mag niet worden erplaatst oor onderhoud, tenzij anders aangegeen door de fabrikant. Wanneer wordt geprobeerd de lade geheel of gedeeltelijk uit het rek te trekken, kan het rek instabiel worden of kan de lade uit het rek allen. (R001) Veiligheidsoorschriften ii

10 Let op! Het erwijderen an componenten uit de boenste posities an de rekbehuizing beordert de stabiliteit an het rek tijdens het erplaatsen eran. Volg de onderstaande richtlijnen als u een geulde rekbehuizing binnen een kamer of een gebouw wilt erplaatsen. Haal apparatuur die kan worden erwijderd uit de rekbehuizing, beginnend anaf de boenkant. Herstel de configuratie an de rekbehuizing indien mogelijk naar de configuratie waarin u de rekbehuizing hebt ontangen. Als u niet weet hoe die configuratie was, houd u dan aan het olgende: Verwijder alle apparaten uit positie 32U (naleings-id RACK-001) of 22U (naleings-id RR001) en hoger. Controleer of de zwaarste apparatuur zo laag mogelijk in de rekbehuizing is geplaatst. Zorg dat er weinig tot geen lege U-nieaus aanwezig zijn tussen apparaten geïnstalleerd in de rekbehuizing onder nieau 32U (naleings-id RACK-001) of 22U (naleings-id ID RR001) tenzij dit oor de ontangen configuratie nadrukkelijk is toegestaan. Als de rekbehuizing die u erplaatst onderdeel is an een groep an rekbehuizingen, maakt u de rekbehuizing los an de groep. Als de rekbehuizing die u erplaatst, geleerd is met uitneembare stabilisatiesteunen, moeten deze opnieuw worden geïnstalleerd oordat de behuizing wordt erplaatst. Bekijk an teoren de route waarlangs u de rekbehuizing wilt erplaatsen en erwijder eentuele obstakels of items die anderszins geaar kunnen opleeren. Controleer of de route die u hebt gekozen geschikt is om het gewicht an de geulde rekbehuizing te dragen. Raadpleeg de documentatie bij uw rekbehuizing oor het gewicht an een geulde rekbehuizing. Controleer of alle deuropeningen ten minste 2030 mm hoog en 760 mm breed zijn.. Zorg eroor dat alle apparatuur in het rek en alle bijbehorende laden, planken, kleppen en kabels goed astzitten. Zorg dat de ier opulstukken in de hoogste positie staan. Zorg dat er tijdens het erplaatsen geen stabilisatiesteun is geïnstalleerd in de rekbehuizing. Zorg dat er in de route geen hellingen an meer dan 10 graden oorkomen. Wanneer de rekbehuizing op de nieuwe locatie is gearrieerd, doet u het olgende: Breng de ier hoogteerstellingen omlaag. Stabiliseer de rekbehuizing met de bijgeleerde steunen. Als u apparaten uit de rekbehuizing hebt erwijderd, ult u de rekbehuizing weer, beginnend anaf de onderste positie. Als de erplaatsing oer grote afstand is, herstelt u de configuratie an de rekbehuizing naar de configuratie waarin u de rekbehuizing hebt ontangen. Verpak de rekbehuizing in het originele erpakkingsmateriaal of gelijkwaardig materiaal. Breng ook de hoogteerstellingen naar beneden zodat de zwenkwielen het pallet niet meer raken en schroef de rekbehuizing ast aan het pallet. (R002) (L001) iii Voorbereiding an de installatielocatie

11 Geaar!: Geaarlijke oltage-, spannings- of energienieaus zijn aanwezig in componenten die zijn oorzien an dit label. Open geen enkele kap of barrière waarop dit label aanwezig is. (L001) (L002) Geaar!: In een rek geïnstalleerde apparaten mogen niet worden gebruikt als planken of werkruimten. (L002) (L003) of of of Veiligheidsoorschriften ix

12 Geaar!: Meerdere netsnoeren. Mogelijk is het product uitgerust met meerdere oedingssnoeren. Om alle geaarlijke oltages te erwijderen, dient u alle oedingssnoeren los te koppelen. (L003) (L007) Let op!: Heet opperlak in de nabijheid. (L007) (L008) Let op!: Geaarlijke bewegende onderdelen. (L008) Alle laserproducten oldoen in de Verenigde Staten aan de ereisten an de Code of Federal Regulations (DHHS 21 CFR) an het Department of Health and Human Serices 21, Subchapter J oor klasse 1 laserproducten. In de rest an de wereld oldoen de lasers aan IEC oor laserproducten an klasse 1. Controleer het label an alle onderdelen an de laser oor certificeringsnummers en goedkeuringsgegeens. x Voorbereiding an de installatielocatie

13 Let op! Dit product kan een of meer an de olgende onderdelen beatten: CD-ROM, DVD-ROM, DVD-RAM of lasermodule. Dit zijn klasse 1 laserproducten. Houd rekening met het olgende: Verwijder de kappen niet. Als u de kappen an het laserproduct opent, kunt u worden blootgesteld aan geaarlijke laserstraling. In het apparaat beinden zich geen onderdelen die kunnen worden erangen. Het wijzigen an instellingen of het uitoeren an procedures anders dan hier is beschreen, kan leiden tot blootstelling aan geaarlijke straling. (C026) Let op! In omgeingen oor gegeenserwerking kan apparatuur oorkomen die gegeens oer systeemerbindingen erzenden met lasermodules die werken met een hoger ermogen dan Klasse 1. Kijk daarom nooit in het uiteinde an de glasezelkabel of de geopende aansluiting. Hoewel het kijken in de uiteinden an een ontkoppelde glasezelkabel niet in alle geallen tot oogletsel hoeft te leiden, kan het wel degelijk geaarlijk zijn. Het erdient daarom geen aanbeeling de continuïteit an glasezels te controleren door in het ene uiteinde licht te laten schijnen en dan in het andere uiteinde te kijken. Voor het doormeten an een een fiberglaskabel kunt u een optische lichtbron en een spanningsmeter gebruiken. (C027) Let op! Dit product beat een laser an Klasse 1M. Vermijd direct oogcontact met optische instrumenten. (C028) Let op! Bepaalde laserproducten beatten een ingebouwde laserdiode an categorie 3A of 3B. Houd daarbij rekening met het olgende: laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en ermijd direct contact met de laserstraal. (C030) Let op! De batterij beat lithium. Ter oorkoming an een mogelijke explosie dient u de batterij niet bloot te stellen aan open uur of op te laden. Houd u aan het olgende: Vermijd contact an de batterij met water. Verhit de batterij niet tot meer dan 100 C Probeer de batterij niet te herstellen of uit elkaar te halen. U dient de batterij alleen te erangen door een door IBM exemplaar. Leer gebruikte batterijen in bij een inzamelpunt oor klein chemisch afal (KCA). In de Verenigde Staten hanteert IBM een proces oor het inzamelen an dergelijke batterijen. Bel oor informatie. Zorg dat u het IBMonderdeelnummer an de batterij bij de hand hebt wanneer u belt. (C003) (C048) WAARSCHUWING met betrekking tot door IBM geleerde hijsapparatuur an leerancier: De LIFT TOOL dient alleen te worden bediend door geautoriseerd personeel. De LIFT TOOL is bedoeld oor het ondersteunen, optillen, installeren en erwijderen an eenheden in erdiepingen an het rek. Deze dient niet te worden gebruikt oor het transporteren an eenheden oer obstakels en is niet bedoeld ter eranging an andere hulpmiddelen, zoals krikken, orkheftrucks etc. In bepaalde situaties dient te worden gewerkt met speciaal opgeleid personeel of bepaalde serices (bijoorbeeld takelaars of erhuizers). Lees nauwkeurig de handleiding oor de operator an de LIFT TOOL oordat u ermee gaat werken. Het niet lezen, begrijpen en olgen an eiligheidsregels en instructies kan leiden tot schade aan de apparatuur of tot persoonlijk letsel. Als er ragen zijn, neemt u oor serice en ondersteuning con- Veiligheidsoorschriften xi

14 tact op met de leerancier. De lokale papieren handleiding moet u bij de computer bewaren in de daaroor beschikbare opslaghoes. De recentste ersie an de handmatig is beschikbaar op de website an de leerancier. Test oor elk gebruik de remfunctie an de stabilisator. Probeer niet de LIFT TOOL te erplaatsen terwijl de rem is astgezet. Verplaats de LIFT TOOL niet terwijl het platform omhoog staat, behale oor kleine erplaatsingen. Oerschrijdt niet de aangegeen laadcapaciteit. Zie LOAD CAPACITY CHART oor de maximale belasting in het midden en aan de rand an een uitgebreid platform. Hijs een lading alleen omhoog wanneer deze midden op het platform is geplaatst. Plaats niet meer dan 91 kg (200 lb) op de rand an een schuiend platformopperlak, waarbij u rekening houdt met de gewichtserdeling an de lading. Plaats het olle gewicht niet op een an de hoeken an het platform boen de kantelhefboom. Beestig oor gebruik een kantelhefboom oor het platform op het hoofdopperlak op alle ier (4x) locaties, uitsluitend met de geleerde hardware. De te laden objecten zijn ontworpen om zonder noemenswaardige kracht op of an gladde platforms te worden geschoen; zorg er daarom oor dat u niet duwt of leunt. Houd de kanteloptie daarom altijd plat, behale wanneer dat nodig is oor een laatste kleine aanpassing. Ga niet onder een oerhangende lading staan. Werk niet op een oneffen opperlak of een helling. Stapel niet ladingen op elkaar. Ga niet te werk onder inloed an drugs of alcohol. Zet geen ladder tegen de LIFT TOOL. Geaar oor omallen. Duw of leun niet tegen een lading op een erhoogd platform. Gebruik de LIFT TOOL niet als lift of opstap oor personen. Geen ruiters. Ga niet op een onderdeel an de lift staan. Het is niet een opstapje. Klik niet in de mast. Werk niet met een beschadigde of slecht werkende LIFT TOOL. Let op gearen onder het platform. Laad alleen ladingen zakken in ruimtes waarin geen personeel of obstakels aanwezig zijn. Houd handen en oeten rij tijdens de bediening. Geen orkheftrucks. Til of erplaats de LIFT TOOL MACHINE nooit met een krik, palletwagen of orkheftruck. De mast steekt uit boen het platform. Houd rekening met de plafondhoogte, kabelgoten, sprinklerinstallaties, lampen en andere objecten aan het plafond. Laat de LIFT TOOL niet onbewaakt achter met een opgetilde lading. Let op handen, ingers en kleding terwijl de apparatuur in beweging is. Draai de lier alleen met handkracht. Als de lier niet gemakkelijk met één hand kan worden gezwengeld, is deze mogelijk oerbelast. Zwengel de lier niet oorbij de boen- of onderkant an het platformbereik. Door te er af te wikkelen komt het handat los en raakt de kabel beschadigd. Houd het handat altijd ast terwijl u afwikkelt en lading laat zakken. Controleer altijd of de lier de lading draagt oordat u het handat an de lier loslaat. Een ongeluk met de lier kan serieus letsel eroorzaken. De lier is niet bedoeld oor het erplaatsen an personen. Zorg eroor dat u een klikgeluid hoort terwijl de apparatuur wordt opgetild. Zorg eroor dat de lier op de juiste positie is ergrendeld, oordat u het handat loslaat. Lees de pagina met instructies oordat u de lier gaat bedienen. Laat de lier nooit anzelf afwikkelen. Dit kan leiden tot een ongelijkmatige kabelerdeling rond de as an de lier, hetgeen kan leiden tot kabelschade en serieus letsel. (C048) xii Voorbereiding an de installatielocatie

15 Informatie oer de netoeding en bekabeling oor NEBS (Network Equipment- Building System) GR-1089-CORE De olgende opmerkingen zijn an toepassing op de IBM-serers die oldoen aan het NEBS (Network Equipment-Building System) GR-1089-CORE: De apparatuur is geschikt oor installatie op de olgende locaties: Netwerktelecommunicatiefaciliteiten Locaties waar de NEC (National Electrical Code) an toepassing is De poorten binnen gebouwen an deze apparatuur zijn alleen geschikt om te worden aangesloten op bedrading of bekabeling binnen gebouwen of geïsoleerde bedrading en bekabeling. De poorten binnen gebouwen an deze apparatuur moeten niet met metaalerbindingen worden aangesloten op interfaces die zijn erbonden met externe locaties of de bedrading daaran. Deze interfaces zijn ontworpen om alleen te worden gebruikt als interfaces binnen gebouwen (Type 2- of Type 4-poorten zoals wordt beschreen in GR-1089-CORE) en moeten worden geïsoleerd an de bekabeling an externe locaties. Het toeoegen an primaire bescherming is onoldoende om deze interfaces met metaalerbindingen aan te sluiten op de bedrading an externe locaties. Opmerking: Alle Ethernet-kabels moeten zijn afgeschermd en aan beide zijden zijn geaard. Er is geen externe bescherming tegen spanningspieken ereist oor het wisselstroomsysteem. Het gelijkstroomsysteem maakt gebruik an een DC-retourontwerp (DC-I). De retourterminal an de DCbatterij moet niet worden erbonden met de aarding an het chassis of frame. Het gelijkstroomsysteem is bedoeld oor installatie in een CBN (common bonding network), zoals beschreen in GR-1089-CORE. Veiligheidsoorschriften xiii

16 xi Voorbereiding an de installatielocatie

17 Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning Dit onderwerp beat nuttige informatie oer de oorbereiding an uw locatie oordat de serer wordt afgeleerd en geïnstalleerd. Locatie kiezen Het kiezen an een locatie oor IT-apparatuur is de eerste oerweging bij het plannen en oorbereiden an de installatie. Bepaal of er een nieuwe locatie moet worden gebouwd of dat een bestaande locatie moet worden aangepast. Deze sectie beat specifieke gegeens oer de ereisten oor de bouwlocatie, structuur en ruimte oor huidige en toekomstige ereisten. Voorzieningen Er moeten oldoende energie- en communicatiefaciliteiten beschikbaar oor de werking an de serer. Als deze niet oldoende beschikbaar zijn, neemt u contact op met het nutsbedrijf om te bepalen of er extra oorzieningen kunnen worden gerealiseerd. Blootstelling aan gearen Veruiling, oerstromingen, radio- of radarstoringen en gearen die worden eroorzaakt door nabijgelegen bedrijen kunnen problemen eroorzaken oor IT-apparatuur en astgelegde media. Elke aanwijzing an een mogelijk geaar op dit gebied moet worden herkend en in de planning an de installatie worden opgenomen. Toegang Bepaal een toegangsroute an het laadperron naar de gegeenserwerkingsruimte oordat de serer wordt geleerd. Een oorafgaande controle an het gebouw zal aantonen of het gebouw oldoende toegankelijk is om serers en benodigdheden af te leeren. Een smal steegje, een smalle deuropening of een moeilijk toegankelijke plaats waar de serer moet worden afgeleerd, kunnen een obstakel ormen oor het installeren an de serer. Het laadperron, de gangen en liften moeten groot genoeg zijn oor grote, zware ondersteuningsapparaten oor gegeenserwerking, zoals airconditioning-apparatuur. Toegangsroute Bepaal een toegangsroute an het laadperron naar de gegeenserwerkingsruimte. Een nauwe steeg (is te smal oor een rachtwagen), een deuropening die smalle is dan 92 cm, een doorgangshoogte die lager is dan 204 cmof een moeilijk toegankelijke plaats waar de serer moet worden afgeleerd, kunnen een obstakel oor afleering ormen. Als de hoogte an de laadklep en de hoogte an het laadperron niet met elkaar oereenkomen, mag de hoek waaronder de serer wordt uitgeladen niet te groot zijn, anders zou het machineframe kunnen kantelen als het frame an de laadklep naar het laadperron wordt erplaatst. Op uw locatie moeten hellingen an gangen naar computerruimtes oldoen aan de ADA (American Disabilities Acts). De ADA-regels schrijen oor dat de helling een erhouding an 1:12 moet hebben. Voor elke centimeter erticale hoogte an de erhoogde loer moet de helling 12 centimeter lang zijn. Voorbeeld: als de erhoogde loer 30 centimeter hoog is, moet de helling ongeeer 3,7 meter lang zijn. De hellingen moeten ook sterk genoeg zijn om het gewicht an de serer te kunnen dragen als deze ia de helling wordt erplaatst. De gangen en deuren moeten breed en hoog genoeg zijn oor de serer en er Copyright IBM Corp. 2014,

18 moet oldoende ruimte zijn om de serer te kunnen draaien. Er moet oldoende afstand tot buizen en leidingen aan het plafond zijn om computerapparatuur, airconditioners en elektrische apparatuur te erplaatsen. De meeste standaardpersonenliften zijn berekend op 1134 kg. Bepaalde IT-apparatuur en de meeste apparatuur oor de infrastructuur an de locatie zoals airconditioningsapparaten kunnen zwaarder zijn dan 1134 kg. Toegang tot een rachtlift met een minimumbelasting an 1587 kg. Ealueer de toegangsroute an het laadperron naar de computerruimte om problemen met het erplaatsen an frames te oorkomen. U kunt een maquette maken om de toegangsroute te controleren op hoogte, lengte en breedte. Huur gekwalificeerde experts in als er speciale handelingen moeten worden erricht om de serer an het laadperron naar de computerruimte te erplaatsen. Omdat de dynamische ladingen an rollende frames groter is dan de statische lading an stilstaande frames, moet de loer worden beschermd als de serer wordt afgeleerd. Het is ook belangrijk om naar de belasting per wiel te kijken. Sommige loeren zijn niet bestand tegen de kracht die wordt uitgeoefend door de wielen an de zwaardere systemen. De belasting per wiel kan oor sommige serers bijoorbeeld 455 kg zijn. Hierdoor kunnen sommige loeren beschadigd raken. Het is ook belangrijk om de erhoogde loer te beschermen tegen schade als u serers erschuift of processors in de computerruimte erplaatst. Een triplexplank an 10 mm biedt oldoende bescherming. Voor sommige zwaardere serers is het raadzaam om zwaarder materiaal te gebruiken. Triplex kan te zacht zijn oor de zwaardere serers. Leering en transport an de apparatuur Geaar! Zware apparatuur kan lichamelijk letsel eroorzaken en de apparatuur kan bij erkeerd gebruik beschadigd raken. (D006) U dient de locatie oor te bereiden oor het nieuwe product, aan de hand an de geleerde planningsinformatie oor installatie en hierbij geïnstalleerd door een IBM Installation Planning Representatie (IPR) of een door IBM geautoriseerde sericeproider. Voorafgaand aan de leering an de apparatuur moet de installatielocatie worden oorbereid, zodat de transporteur de apparatuur op de installatielocatie in de computerruimte kan plaatsen. Indien dit niet mogelijk is op het moment an leering, kunt u met de transporteur afspreken dat deze op een later tijdstip terugkomt om het transport te oltooien. De apparatuur dient alleen door professionele transporteurs te worden erplaatst. De door IBM geautoriseerde sericeproider oert bij de ereiste sericeacties alleen minimale erplaatsingen an het frame binnen de computerruimte uit. U draagt teens de erantwoordelijkheid oor het gebruik an professionele transporteurs wanneer u de apparatuur wilt erplaatsen of wegdoen. Acclimatisatie De serer- en opslagapparatuur (rekken en frames) moet eerst geleidelijk in de omgeing acclimatiseren ter oorkoming an condensatie. Wanneer de serer- en opslagapparatuur (rekken en frames) wordt getransporteerd in een klimaat waar de buitentemperatuur beneden het dauwpunt an de bestemming (een locatie binnen) ligt, bestaat de mogelijkheid dat er condensorming optreedt op de koelere opperlakken op en in de apparatuur wanneer deze naar binnen wordt gebracht. De apparatuur moet oldoende tijd krijgen om geleidelijk dezelfde temperatuur als de binnenomgeing te bereiken oordat u de transporthoes erwijdert en de apparatuur onder spanning zet. Volg deze richtlijnen om de apparatuur correct te acclimatiseren: Laat het systeem in de transporthoes. Als de installatie- of tijdelijke opslagomgeing dit toelaat, laat het product dan in de olledige erpakking om condensatie op of in de apparatuur te minimaliseren. 2 Voorbereiding an de installatielocatie

19 Laat het erpakte product 24 uur acclimatiseren. 1 Als er na 24 uur zichtbare tekenen an condensatie zijn (extern of intern), acclimatiseer het systeem dan zonder de transporthoes gedurende nog eens uur of totdat er geen condensatie meer zichtbaar is. Acclimatiseer het product niet in de buurt an geperforeerde tegels of andere directe bronnen an geforceerde luchtstromen; zo minimaliseert u boenmatige condensatie op of in de apparatuur. 1 Tenzij anders aangegeen door de productspecifieke installatie-instructies. Opmerking: Condensatie is een normaal erschijnsel, met name bij het transport an apparatuur in een koeler klimaat. Alle IBM-producten zijn getest en gecontroleerd op het weerstaan an condensatie die onder deze omstandigheden ontstaat. Als er oldoende tijd wordt gegeen aan een geleidelijke acclimatisering an de hardware aan de binnenomgeing, is het onwaarschijnlijk dat er problemen optreden met de betrouwbaarheid an het product op de lange termijn. Akoestiek Op basis an akoestische geluidsmetingsgegeens kunt u het geluidsnieau an de gegeenserwerkingsapparatuur ealueren. De akoestische geluidsemissiegegeens die bij IBM-producten worden geleerd, zijn bedoeld oor installatieplanners en consultants zodat zij de akoestische geluidsnieaus kunnen oorspellen in computercentra en andere installaties met IT- of telecommunicatieapparatuur. Op basis an dergelijke geluidsrapporten kunt u ook het geluidsnieau an het ene product met het andere ergelijken en kunnen de nieaus met bepaalde specificaties worden ergeleken. De notatie an de meegeleerde gegeens komt oereen met ISO 9296: Acoustics - Declared Noise Emission Values of Computer and Business Equipment. De meetprocedures die worden gebruikt om de gegeens te erzamelen, komen oereen met de International Standard ISO 7779 en het American National Standard-equialent ANSI S Naast de afzonderlijke geluidsgegeens in de IBM-productspecifieke documenten, is er een index an links naar het grootste deel an de IBM-geluidsemissiegegeens online beschikbaar onder Acoustical Noise Declarations for Selected IBM Products. De olgende termen worden gebruikt om akoestische gegeens aan te geen. L WAd is het erkende A-gewogen geluidsnieau (boengrens) oor een willekeurige steekproef an machines. L pam is de gemiddelde waarde an de A-gewogen geluidsnieaus op de plek an de gebruiker of an een afstand an 1 meter oor een willekeurige steekproef an machines. <L pa > m is de gemiddelde waarde an de A-gewogen geluidsemissienieaus op een afstand an 1 meter oor een willekeurige steekproef an machines. Een akoestische behandeling an computercentra of andere ruimtes waarin de apparatuur is geïnstalleerd, wordt aanbeolen zodat de geluidsnieaus lager worden. Lagere geluidsnieaus erhogen de productiiteit an de werknemer en oorkomen mentale ermoeidheid, erbeteren de communicatie, erminderen klachten an werknemers en erbeteren het welzijn an de werknemer. Voor het juiste ontwerp an de ruimte en een akoestische behandeling heeft u wellicht een specialist op het gebied an de akoestiek nodig. Het totale geluidsnieau an een installatie met IT- en telecomapparatuur is een optelsom an alle geluidsbronnen in de ruimte. Dit nieau wordt beïnloed door de fysieke indeling an de producten op de loer, de geluidweerkaatsende (of absorberende) kenmerken an de opperlakken an de ruimte en het geluid an andere apparatuur oor de ondersteuning an het computercentrum zoals airconditioningsapparaten en apparatuur oor noodoeding. Geluidsnieaus kunnen worden erminderd door oldoende afstand tussen de erschillende geluidsproducerende apparaten en door apparaten in een bepaalde richting te zetten. Zorg oor oldoende ruimte rond dergelijke machines: hoe erder deze apparaten an elkaar kunnen worden geplaatst, hoe lager het totale geluid an de ruimte. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 3

20 Bij kleinere installaties, zoals kleine kantoren en gemeenschappelijke bedrijfruimtes moet extra aandacht worden besteed aan de locatie an de apparatuur ten opzichte an de werkplekken an werknemers. U kunt PC's en werkstations op werkplekken beter naast het bureau dan er op zetten. Kleine serers moeten zo er mogelijk an het personeel worden geplaatst. Zorg dat werkplekken die toch in de buurt zijn zo er mogelijk an de luchtuitlaat an de serer zijn erwijderd. Het gebruik an absorberend materiaal kan het totale geluidsnieau in de meeste installaties erminderen. Met behulp an een plafond dat geluid absorbeert, kunt u een effectiee en goedkope geluidsermindering realiseren. Rechtstreeks geluid kan ook worden geabsorbeerd door rijstaande schotten die teens het absorptieermogen an de ruimte ergroten en oor priacy zorgen. Het gebruik an absorberend materiaal, zoals tapijt op de loer, zal het geluidsnieau in de ruimte nog erder erminderen. Tapijt dat in de computerruimte wordt gebruikt, moet oldoen aan de ereisten oor elektrische continuïteit die zijn beschreen in Statische elektriciteit en weerstand an de loer. Om te erhinderen dat geluid uit de computerruimte in aangrenzende kantoorruimtes hoorbaar is, moeten er muren worden opgetrokken an de structurele loer tot aan het structurele plafond. Zorg er erder oor dat deuren en muren oldoende zijn geïsoleerd. Akoestische behandeling an leidingen aan het plafond kunnen het geluid dat an de ene ruimte naar de andere wordt oergedragen nog erder erminderen. Veel grote IBM-systeemproducten worden erkocht met optionele akoestische oor- en achterdeuren die het geluid an het product zelf erder kunnen erzwakken. Kleinere IBM-producten kunnen ook met speciale akoestische pakketten worden geleerd. Als de installatieplanners of medewerkers iets aan de blootstelling aan geluid willen doen, kunt u bij IBM naragen of dergelijke productopties beschikbaar zijn. Verwante onderwerpen: Statische elektriciteit en weerstand an de loer op pagina 77 Houd u aan deze richtlijnen om de opbouw an statische elektriciteit in uw computercentrum tot een minimum te beperken. Bepalen an de airconditioning Het airconditioningssysteem moet het hele jaar rond zorgen oor een optimale regeling an de temperatuur en de luchtochtigheid anwege de warmte die wordt afgegeen als de apparatuur wordt gebruikt. In de sererspecificaties an elke serer indt u de waarden oor de afgegeen warmte. Airconditioningsapparaten moeten niet worden aangedreen anaf het computerstroompaneel anwege het feit dat de compressoreenheden eel stroom erbruiken als het airconditioningssysteem wordt gestart. De oedingskabels oor het airconditioningsysteem en oor de stroomoorziening an de computerruimte mogen niet in dezelfde kabelgoot worden geplaatst. U moet rekening houden met de olgende factoren als u wilt bepalen welke airconditioningscapaciteit u oor de installatie nodig hebt: De afgegeen warmte an IT-apparatuur Aantal personeelsleden Verlichtingseisen De hoeeelheid frisse lucht die wordt binnengelaten De mogelijke erwarming an gecirculeerde lucht Warmtegeleiding ia buitenmuren en ramen Hoogte an het plafond Vloeropperlak Aantal deuropeningen en de locatie an de deuren Het aantal afscheidingen en de hoogte an de afscheidingen 4 Voorbereiding an de installatielocatie

21 De meeste serers worden luchtgekoeld door interne entilatoren. Voor de gegeenserwerkingsinstallatie wordt een apart airconditioningssysteem aanbeolen. Er kan ook een apart systeem ereist zijn oor kleine systemen of afzonderlijke serers die bedoeld zijn om te worden gebruikt als het normale airconditioningssysteem an het gebouw niet werkt of niet oldoende functioneert. In de sererspecificaties an elke serer indt u de waarden oor de warme-afgifte an de serer. Raadpleeg de omgeingsereisten in de sererspecificaties an uw serer. Algemene richtlijnen oor computercentra Hier indt u algemene richtlijnen oor de installatie an uw computercentrum. Raadpleeg de meest recente ASHRAE-publicatie, "Thermal Guidelines for Data Processing Enironments", januari U kunt dit document online aanschaffen bij ashrae.org. In een bepaald gedeelte wordt een gedetailleerde procedure besproken oor het beoordelen an de koeling an het computercentrum en wordt besproken hoe een maximale koeling kan worden bereikt. Oerwegingen bij serers en opslag De meeste IBM-serers en opslagproducten zijn ontworpen om gekoelde lucht ia de oorkant an de serer aan te zuigen en warme lucht ia de achterkant uit te stoten. De belangrijkste ereiste is om eroor te zorgen dat de luchttemperatuur aan de oorkant an de apparatuur de omgeingsspecificaties an IBM niet oerschrijdt. Raadpleeg de omgeingsereisten in de sererspecificaties of de hardwarespecificatieformulieren. Zorg eroor dat de luchtinlaat en -uitlaat niet erstopt raken met papier, kabels of andere obstakels. Als u de serer uitbreidt of repareert, moet u zich houden aan de maximale tijdslimiet oor het erwijderen an de kap terwijl de serer blijft draaien. Als u klaar bent met uw werk, moet u eroor zorgen dat u alle entilatoren, koelelementen, entilatieschotten en andere onderdelen opnieuw installeert olgens de IBM documentatie. Fabrikanten, waaronder IBM, rapporteren de warmtebelasting olgens de thermische richtlijnen oor gegeenserwerkingsomgeingen, die in januari 2004 door de ASHRAE zijn gepubliceerd onder de naam "Thermal Guidelines for Data Processing". Hoewel deze gegeens bedoeld zijn oor het erdelen an de warmtebelasting, moet u wel oppassen als u deze gegeens gebruikt om de raag en het aanbod an de koeling te erdelen omdat eel toepassingen tijdelijk zijn en niet oortdurend een constante warmte afgeen. U moet daarom oer een gedegen kennis beschikken oer hoe de apparatuur en toepassingen zich gedragen wat betreft de warmtebelasting, waarbij u teens rekening moet houden met toekomstige groei. Oerwegingen bij rekken of behuizing Opmerking: Met rekken wordt in dit gedeelte ook erwezen naar behuizingen, frames en elke andere eelgebruikte term waarmee eenheden worden aangegeen die in een rek geïnstalleerde apparatuur beatten. IBM Enterprise 19-inch-rekken zijn ontworpen oor een maximale luchtcirculatie oor de in het rek geïnstalleerde apparatuur. Gekoelde lucht wordt ia de oorkant aangezogen en ia de achterkant uitgestoten door de entilatoren in de apparatuur die in het rek is geïnstalleerd. De meeste IBM-rekken hebben een geperforeerde achterdeur en een optionele geperforeerde oordeur. Sommige rekken beschikken oer een optioneel akoestisch procédé waarmee geluidsemissies an het rek worden erminderd. Als er niet-ibm rekken worden gebruikt, worden dichte deuren of deuren met een flinke hoeeelheid decoratief glas niet aanbeolen omdat dergelijke deuren erhinderen dat er oldoende lucht in en uit het rek kan stromen. Er moet worden oorkomen dat warme lucht die de achterkant an het rek erlaat niet opnieuw ia de oorkant an het rek kan circuleren. Er kunnen twee acties worden ondernomen om te oorkomen dat warme lucht opnieuw circuleert. Ten eerste moet met afdekpanelen eerst alle lege rekruimte worden opgeuld die niet met meegeleerde apparatuur is opgeuld. Er kunnen 1U- en 3U-afdekpanelen worden gebruikt om de luchtcirculatie binnen het rek te blokkeren. Als er in uw rek geen afdekpanelen zijn geïn- Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 5

22 stalleerd, kunt u deze aanschaffen bij IBM. Figuur 1. Afbeelding 1U- en 3U-afdekpanelen en onderdeelnummers Indexnummer FRU-onderdeelnummer Eenheden per assemblage Beschrijing 1 97H9754 Naar behoefte Klem 1U-afdekpaneel (zwart) 62X3443 Naar behoefte Klem 1U-afdekpaneel (wit) 2 97H9755 Naar behoefte Klem 3U-afdekpaneel (zwart) 62X3444 Naar behoefte Klem 3U-afdekpaneel (wit) 3 12J4072 Naar behoefte Klem 1U-afdekpaneel (zwart) 4 12J4073 Naar behoefte Klem 3U-afdekpaneel (zwart) 5 74F per Item 3 M5-moerklem 74F per Item 4 M5-moerklem per Item 3 M5 X 14 zeshoekige flens per Item 4 M5 X 14 zeshoekige flens 6 Voorbereiding an de installatielocatie

23 Ten tweede moet er oldoende ruimte zijn rondom de rekken. Raadpleeg de ruimteereisten in de sererspecificaties of de hardwarespecificatieformulieren. De loerindeling mag niet zodanig zijn dat de uitgestoten warme lucht aan de achterkant an het ene rek ia de oorkant an het andere rek naar binnen kan komen. Ten slotte is goed kabelbeheer een ander belangrijk element om de luchtstroom door het rek te maximaliseren. Kabels moeten zodanig worden aangelegd en astgemaakt dat deze de luchtstroom in en uit het rek niet hinderen. Een dergelijke obstructie kan de olumetrische luchtstroom door de apparatuur behoorlijk erminderen. Gebruik een met entilatoren uitgerust rek of behuizing met de nodige oorzichtigheid. Afhankelijk an de hoeeelheid apparatuur die in de behuizing is geïnstalleerd, kunnen de luchterplaatsers in de behuizing eroorzaken dat er minder lucht wordt gecirculeerd dan oor de apparatuur nodig is. Ruimteoerwegingen Computercentra die de afgelopen tien jaar zijn ontworpen en gebouwd, zijn in staat om 3KW warmtebelasting per behuizing te koelen. Deze ontwerpen bestaan aak uit erhoogde loeren met lucht geulde ruimtes (plenum) die 45 tot 60 cm hoog zijn, plafonds an 2,4 tot 2,7 meter hoog en CRACeenheden (Computer Room Air Conditioning) die langs de wanden an de computerruimte zijn geplaatst. De IT-apparatuur neemt ongeeer 30-35% an de totale computerruimte in beslag. De oerig ruimte bestaat uit lege ruimte, (bijoorbeeld toegangspaden, sericeruimtes), stroomerdelers en CRACeenheden. Tot oor kort werd er weinig aandacht besteedt aan beoordelingen an de warmtebelasting, apparatuurindeling, luchttoeoerpaden, erdeling an de warmtebelasting en het plaatsen an loertegels of openingen in de loer. De totale warmtebelasting an uw installatie beoordelen U moet een beoordeling an de totale warmtebelasting uitoeren om het eenwichtspunt oor de computeromgeing ast te kunnen stellen. Het doel an de beoordeling is uitinden of u oer oldoende koeling, inclusief redundantie, beschikt om de warmtebelasting te erwerken die u wilt installeren of al hebt geïnstalleerd. Er bestaan erschillende methoden om een dergelijke beoordeling uit te oeren, maar de meest gebruikte methode is om de warmtebelasting en de koeling te ealueren in logische onderdelen, die bestaan uit I-balken, obstakels oor de luchtstroom of de locatie an CRAC-eenheden. Apparatuurindeling en luchttoeoerpaden Aanbeolen wordt om een indeling met warme en koude gangpaden te gebruiken. Deze indeling wordt uitgelegd in de ASHRAE-publicatie "Thermal Guidelines for Data Processing Enironments", januari Op de olgende afbeelding worden rekken in het computercentrum zodanig gerangschikt dat er koude en warme gangpaden ontstaan. Het koude gangpad bestaat uit geperforeerde loertegels waarmee twee rijen met rekken an elkaar worden gescheiden. De gekoelde lucht wordt ia de geperforeerde loertegels uitgestoten en wordt ia de oorkant an de rekken aangezogen. De luchtinlaten an elk rek (aan de oorkant an elk rek) staan in de richting an het koude gangpad. Dankzij deze indeling kan de warme lucht die aan de achterkant an de rekken wordt uitgestoten, weer door de CRAC-eenheden worden aangezogen. Hierdoor wordt grotendeels oorkomen dat warme lucht die door de rekken wordt uitgestoten weer ia de luchtinlaten an de rekken wordt aangezogen. CRAC-eenheden worden aan het eind an de warme gangpaden geplaatst zodat warme lucht gemakkelijk kan terugkeren naar de CRAC-eenheid en de statische druk op de koude gangpaden wordt gemaximaliseerd. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 7

24 Figuur 2. Indeling in warme en koude gangpaden Het belangrijkste punt oor het beheren an de warmtebelasting an het computercentrum is eroor zorgen dat de temperatuur an de lucht die door de rekken wordt aangezogen oldoet aan de specificaties an de fabrikant. Omdat de gekoelde lucht die ia de geperforeerde tegels in het koude gangpad wordt uitgestoten wellicht onoldoende is om aan de ereisten oor gekoelde luchtstromen oor het rek te oldoen, worden er ook an andere gedeelten an de erhoogde loer luchtstromen aangezogen die wellicht niet gekoeld zijn. Zie de olgende afbeelding. In eel geallen zal de luchtstroom die ia de boenkant an het rek wordt aangezogen, nadat er ia de onderkant niets meer kan worden aangezogen, bestaan uit een mengsel an warme lucht an de achterkant an het systeem en lucht uit andere gedeelten. Voor rekken die zich aan het einde an een rij beinden, geldt dat de warme luchtstroom die door de achterkant an het rek wordt uitgestoten ia de zijkanten aan de oorkant an het rek kan terechtkomen. Deze luchtstroompatronen zijn zowel in computercentra als in modellen an luchtstromen waargenomen. 8 Voorbereiding an de installatielocatie

25 Figuur 3. Mogelijke luchtstroompatronen in rekken Voor een computercentrum dat wellicht niet oer een ideale gekoelde luchtstroomerdeling beschikt, kan de olgende grafiek uitkomst bieden. De grafiek beat richtlijnen oor een adequate gekoelde luchtstroom op basis an een bepaalde warmtebelasting. In de afbeelding wordt rekening gehouden met de meest ongunstige locaties in een computercentrum en met de ereisten om aan de specificaties oor de maximumtemperatuur te oldoen die oor de meeste high-end apparatuur an IBM ereist zijn. Aanpassingen oor hoogteerschillen worden onder aan de afbeelding weergegeen. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 9

26 Figuur 4. Vereisten oor de gekoelde luchtstroom en de temperatuur oor high-end apparatuur De meestgebruikte methoden oor de luchttoeoer oor rekken kunt u inden in Verdeling an lucht in het systeem. Verdeling warmtebelasting Vanwege de toegenomen mogelijkheden an de apparatuur en de bijbehorende warmtebelasting ontstaan er in computercentra hotspots rond warmtebelastingen die 3KW oerschrijden. Beheerders an computercentra ontdekken dat het steeds moeilijker wordt om koelschema's oor een grootschalige inzet an apparatuur met een hoge warmtebelasting te plannen. Er zijn in wezen twee benaderingen mogelijk oor een grootschalige inzet an high-end serers of opslagproducten: Zorg oor oldoende koeling oor de maximale warmtebelasting in het gehele computercentrum. Zorg oor een gemiddelde koeling an het computercentrum en zorg dat de mogelijkheid bestaat om de koeling in beperkte, lokale ruimtes te ergroten. Optie 1 is erg kostbaar en meer geschikt oor nieuwe uitbreidingen. Voor optie 2 bestaan er een aantal stappen die kunnen worden uitgeoerd om de koeling in bestaande computercentra te erbeteren en om de koelingsmogelijkheden in beperkte ruimtes te erbeteren. De eerste aanbeeling bestaat uit het oor de high-end rekken plaatsen an geperforeerde loertegels met een hoge doorstroomcapaciteit. De tweede aanbeeling bestaat uit het aanleggen an speciale middelen oor het onmiddellijk erwijderen an uitgestoten warme lucht aan de achterkant an high-end rekken 10 Voorbereiding an de installatielocatie

27 oor deze de kans krijgt om terug te stromen naar de luchtinlaten an rekken in een ander gedeelte an de ruimte. Dit kan worden gerealiseerd door speciale schotten of rechtstreekse leidingen te installeren waarmee de luchtstroom wordt teruggeleid naar de CRAC-eenheden. Er is eel bouwkundige expertise nodig om eroor te zorgen dat bepaalde aanbeelingen geen negatief effect hebben op de dynamische eigenschappen an de statische druk onder de loer en de luchtstroomerdeling. In computercentra met oldoende loerruimte is het erg praktisch om de gehele erhoogde loer te oorzien an een constante koeling en om apparatuur uit rekken te halen of een grotere onderlinge afstand tussen de rekken te bewaren om op die manier aan de mogelijkheden per behuizing an de loer te oldoen. Het plaatsen an loertegels en openingen in de loer Geperforeerde tegels moeten alleen in de koude gangpaden worden geplaatst parallel aan de luchtinlaten an de apparatuur. Er mogen geen geperforeerde tegels in de warme gangpaden worden geplaatst, zelfs niet als de warmte ondraaglijk is. Warme gangpaden zijn per definitie warm. Als er open tegels in een warm gangpad worden geplaatst, wordt de temperatuur an de luchtstroom die naar de CRAC-eenheden wordt geleid kunstmatig erlaagd, waardoor de efficiëntie en de beschikbare capaciteit an deze eenheden wordt erminderd. Dit fenomeen draagt bij aan het ontstaan an hotspots in het computercentrum. Geperforeerde tegels mogen niet te dicht bij de CRAC-eenheden worden geplaatst. Er kan in gedeelten onder de erhoogde loer waar luchtsnelheden an meer dan 160 meter per minuut oorkomen (meestal binnen zes loertegels an de eenheid die de warmte afgeeft) een Venturi-effect ontstaan waardoor lucht uit de ruimte onder de erhoogde loer wordt gezogen, hetgeen haaks staat op het beoogde resultaat om gekoelde lucht af te geen. De olumetrische doorstroomcapaciteit an loertegels met erschillende openingspercentages worden weergegeen in de olgende afbeelding. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 11

28 Figuur 5. Volumetrische doorstroomcapaciteit an erschillende erhoogde-loertegels Vloertegels in computercentra hebben meestal een capaciteit tussen 100 en 300 cfm. Als u de doorstroom optimaliseert met behulp an de richtlijnen in dit document is het mogelijk om een doorstroomcapaciteit an wel 500 cfm te bereiken. Een doorstroomcapaciteit an cfm per tegel is haalbaar als er tegels met het hoogste openingspercentage worden gebruikt. Vloertegels moeten in de koude gangpaden parallel worden geplaatst met de luchtinlaten an de apparatuur. Openingen in de erhoogde loer die niet bedoeld zijn om gekoelde lucht aan de apparatuur in het computercentrum af te geen af te geen, moeten olledig worden afgedicht met materiaal oor kabelopeningen (bijoorbeeld schuimrubber of brandwerend materiaal). Andere openingen die moeten worden gedicht zijn gaten in de muren, de ondergrond en het plafond an het computercentrum. Als alle openingen worden dichtgemaakt, wordt de statische druk onder de erhoogde loer gemaximaliseerd, waardoor een optimale luchttoeoer naar de koude gangpaden wordt gerealiseerd en waardoor er geen ongebruikte lucht naar de CRAC-eenheid wordt geleid. Verwante onderwerpen: Luchtdistributie an systeem op pagina 79 U moet goed nadenken oer de methode die u wilt gebruiken oor de luchtcirculatie om ruimtes met buitensporige luchtbewegingen (tocht) en hotspots te oorkomen. Indeling computerruimte Bij de indeling an de computerruimte moet u rekening houden met een aantal belangrijke factoren. Bij de indeling an de computerruimte moet u rekening houden met de olgende factoren. 12 Voorbereiding an de installatielocatie

29 Sericeruimte en belasting an de loer Elk apparaat dat u wilt installeren heeft een minimale hoeeelheid rije ruimte rondom nodig zodat er onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat kunnen worden uitgeoerd indien dit nodig is. Naast deze rije ruimte rond het apparaat is het raadzaam om paden die bedoeld zijn oor de werkstroom buiten de grenzen an de sericeruimte te houden. De sericeruimtes mogen niet worden gebruikt oor tijdelijke of permanente opslag. De exacte afmetingen oor de rije ruimte worden gespecificeerd in de documentatie an het afzonderlijke product. In het algemeen allen belaste loeren binnen de grenzen an de sericeruimte. Raadpleeg de planningsdocumentatie an de afzonderlijke producten en uw erkoper oor specifieke informatie oer de apparatuur die u wilt installeren. Als u dit nog niet hebt gedaan, moet u de belasting an de loer, gewichtserdeling, sericeruimtes en machineruimtes ealueren. Fysieke en logische prioriteit Voor sommige typen randapparatuur is een fysieke of logische plaatsing ereist ten opzichte an de processor of andere apparatuur waardoor wordt bepaald waar die apparatuur op de loer moet worden geplaatst. Raadpleeg de planningsdocumentatie an afzonderlijke producten en uw erkoper om te bepalen of de apparatuur die u wilt installeren op een bepaalde plek moet worden geplaatst. Dergelijke apparatuur moet eerst in de schema's an de loerindeling worden aangegeen, oordat de andere apparatuur wordt ingeuld die niet op een bepaalde plaats hoeft te staan. Beperkende kabellengte Als de computerkracht toeneemt, moet de lengte an kabels mogelijk korter worden om erbeteringen in de erwerkingssnelheid te ondersteunen. Raadpleeg de productspecifieke planningsdocumentatie en uw erkoper waar u met welke kabellengtes apparatuur kunt plaatsen. Kijk goed naar de bekabeling en connectiiteit, met name als u ICB-kabels (Integrated Cluster Bus) gebruikt. Praktische werkruimte en eiligheid Zorg dat er oldoende ruimte rond de apparatuur is oor de normale actiiteiten an de werkstroom. Denk na oer de plaatsing an apparatuur met betrekking tot in- en uitgangen, ramen, pilaren, aan de muur gemonteerde apparatuur, zoals zekeringkasten en stopcontacten, beeiligingsapparatuur, brandblussers, opslagruimtes en meubilair. Zorg er ooral oor dat bepaalde zaken makkelijk toegankelijk zijn, zoals noodknoppen oor het uitschakelen an de stroom, brandmelders, blusinstallaties en brandblussystemen die zich onder de loer of in de muur beinden. Maak indien mogelijk nu al plannen oor extra apparatuur die in de toekomst kan worden geplaatst. Maak een planning oor de route an kabels (kabelgoten) en sererlocaties zodat er makkelijk extra apparatuur kan worden toegeoegd. Andere apparatuur Naast de IT-apparatuur die u installeert, moet u ook ruimte oerhouden oor kantoormeubilair en -apparaten, de energieoorziening en airconditioning, opslag an benodigdheden en oerige zaken zoals een ergaderruimte of ruimte oor koffieautomaten. Het wordt aanbeolen om tekeningen op schaal an de oorgestelde indeling te maken en te laten bekijken door uw erkoper en alle sericeproiders om te controleren of de loerindeling fysiek mogelijk en praktisch bruikbaar is. Hier olgt een oerzicht an de standaardsymbolen die worden gebruikt om loerindelingen te maken. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 13

30 Figuur 6. Standaardsymbolen oor het maken an een loerindeling 14 Voorbereiding an de installatielocatie

31 Figuur 7. Voorbeeldplattegrond Locatie computerruimte De locatie an de computerruimte is afhankelijk an dierse factoren. Voordat u een locatie oor de computer kiest, moet u aandacht besteden aan de olgende richtlijnen: De computerruimte moet zich in een brandeilig of hittebestendig gebouw of ruimte beinden. De computerruimte moet niet boen, onder of naast ruimtes liggen waar geaarlijke materialen of gassen worden opgeslagen, gemaakt of erwerkt. Als de computerruimte toch naast een dergelijke ruimte moet worden ingericht, moet u extra eiligheidsmaatregelen nemen om de ruimte te beeiligen. Als de computerruimte ondergronds wordt aangelegd, moet er sprake zijn an adequate drainage. Veiligheidsoerwegingen en brandpreentie Veiligheid is een essentiële factor oor het plannen an een computerinstallatie. Deze oerweging indt zijn weerklank in de keuze an de computerlocatie, gebruikte bouwmaterialen, brandpreentieapparatuur, airconditioning en elektrische systemen en de educatie oor het personeel. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 15

32 Als er sprake is an een inconsistentie tussen de aanbeelingen oor uw serer en bepaalde lokale of nationale regels dient de meest urgente aanbeeling of regel oorrang te krijgen. De National Fire Protection Association-norm, NFPA 75, biedt richtlijnen oor de bescherming an IT-apparatuur. De klant is erantwoordelijk oor het naleen an oerheidsregels. Muren an een computerruimte moeten minimaal één uur lang brandbestendig zijn en an de structurele loer tot het structurele plafond zijn opgebouwd. In ruimtes die gebruikt worden oor essentiële bewerkingen is het wenselijk dat processors worden geïnstalleerd in ruimtes die een uur lang brandwerend zijn en an de hoofdruimte zijn afgescheiden. Als de computerruimte met een of meer buitenmuren aan een brandgeaarlijk gebouw grenst, kunt u de olgende oorzorgsmaatregelen treffen: Veiligheidsglas in de computerruimte installeren om personeel en apparatuur te beschermen tegen rondliegende brokstukken en wateroerlast. In het algemeen zijn ramen in de computerruimte onwenselijk in erband met beeiligingsrisico's en het negatiee effect dat ramen kunnen hebben op de temperatuurbeheersing. Ramen kunnen in de zomer oor extreme hitte en in de winter oor extreme kou zorgen. Blusinstallaties buiten de ramen installeren om deze te beschermen met een gordijn an water mocht er brand uitbreken in een aangrenzende ruimte. Ramen met metselwerk isoleren. Als een systeemplafond of isolatiemateriaal wordt toegeoegd, moet u eroor zorgen dat brandwerend of hittebestendig materiaal wordt gebruikt. Alle leidingen moeten ook onbrandbaar zijn. Als brandbaar materiaal wordt gebruikt in de ruimte tussen het structurele plafond en het systeemplafond moet er oor oldoende bescherming worden gezorgd. Een erhoogde loer die op de structurele loer wordt gebouwd, moet gemaakt zijn an brandwerend of brandertragend materiaal. Als de structurele loer an brandbaar materiaal is gemaakt, moet deze worden beschermd door blusinstallaties aan het plafond of an de onderliggende ruimte. Opmerking: Voordat de IT-apparatuur wordt geïnstalleerd, moet eentuele rommel en bouwafal in de ruimte tussen de erhoogde loer en de structurele loer worden opgeruimd. Deze ruimte moet na de installatie ook periodiek worden gecontroleerd zodat opgehoopt stof, eentuele rommel en ongebruikte kabels kunnen worden opgeruimd. Het dak, het plafond en de loer boen de computerruimte en de opslagruimte oor opgenomen media moet waterdicht zijn. Afoeren, dakgoten en andere potentiële bronnen an waterschade moeten rond de computerruimte worden geleid. De ruimte onder de erhoogde loer in de computerruimte moet oorzien zijn an waterafoer ter bescherming tegen oerstromingen of wateroerlast. Afalcontainers moeten an metaal zijn en een uurwerend deksel hebben. Brandpreentie-apparatuur in een computerruimte U kunt als extra eiligheidsmaatregel brandpreentie-apparatuur in de computerruimte installeren. Een brandeiligheidssysteem is de erantwoordelijkheid an de klant. Uw erzekeringsagent, de brandweerinspecteur en de inspecteur an bouw- en woningtoezicht moeten allemaal worden geraadpleegd als u een brandeiligheidssysteem wilt kiezen dat oor de juiste mate an bescherming en dekking zorgt. IBM ontwerpt en maakt apparaten olgens interne en externe standaards die bepaalde omgeingen ereisen oor een betrouwbare werking. Omdat IBM geen apparatuur test op compatibiliteit met brandbeeiligingssystemen, accepteert IBM geen erantwoordelijkheid ten aanzien an compatibiliteit. Eenmin doet IBM aanbeelingen met betrekking tot brandbeeiligingssystemen. U moet een brandmeldingssysteem installeren om de computerruimte en de ruimtes oor opgenomen media te beschermen. Dit systeem moet zowel een hoorbaar als zichtbaar alarmsignaal actieren in de ruimtes en op een bewaakte centrale locatie. Er moeten oldoende draagbare koolzuurbrandblussers in de computerruimte aanwezig zijn die oor elektrische apparaten kunnen worden gebruikt. 16 Voorbereiding an de installatielocatie

33 Er moeten draagbare brandblussers met samengeperste waterstof aanwezig zijn om brandbaar materiaal, zoals papier, te kunnen blussen. Werknemers in de computerruimte moeten brandblussers makkelijk kunnen pakken, en de locaties waar brandblussers hangen moeten duidelijk worden aangegeen. Aanaardbare ormen an ingebouwde bescherming zijn automatische blusinstallaties en gasblusinstallaties. Voor informatie oer milieuriendelijke gassen oor dergelijke systemen, raadpleegt u NFPA Standard on Clean Agent Fire Extinguishing Systems. Als u de oorkeur geeft aan een gasblusinstallatie moet het olgende in oerweging worden genomen. Als een gasblusinstallatie wordt geïnstalleerd, moet u een tijdertragingsoptie inbouwen waardoor u de ruimte waar de installatie is afgegaan kunt onderzoeken en kunt ontruimen. U kunt het beste een detectiesysteem gebruiken dat in zones is opgedeeld. De beschermde ruimte moet worden ontruimd als er onderhoud aan de gasblusinstallatie of de besturing an de gasblusinstallatie wordt erricht. Daarnaast is een noodschakelaar ereist waarmee het onderhoudspersoneel het systeem kan uitschakelen. Als de schakelaar uit staat, dienen de ontstekingen die het gas laten rijkomen te zijn uitgeschakeld, ook als elders in het systeem een storing is opgetreden. Deze schakelaar moet uit staan oordat met onderhoudswerkzaamheden wordt begonnen zodat het gasblussysteem niet per ongeluk kan worden geactieerd. Alternatieen oor de normale bluswatersystemen kunnen bestaan uit droge-pijp-systemen of proactiee systemen. Bij proactiee systemen stroomt er pas water in de leidingen als het systeem door rookof hittemelders wordt geactieerd. Deze detectiesystemen moeten onafhankelijk werken an de detectiesystemen an de gasblusinstallatie. Het aan/uit-type an waterblusinstallaties wordt afgeraden omdat dit type eerder gaat lekken. Als u de juiste bescherming tegen brand wilt aststellen die u oor de computerruimte moet gebruiken, kunt u uw erzekeraar en lokale autoriteiten raadplegen. Elektromagnetische compatibiliteit Deze informatie kunt u gebruiken bij het plannen an de installatie an een serer in een omgeing met een sterk elektromagnetisch stralingseld. De installatie an IT-apparatuur kan soms gepland zijn oor een ruimte met een hoog elektromagnetisch stralingseld. Een dergelijke eld ontstaat als IT-apparatuur wordt geplaatst naast een radiofrequentiebron, zoals een antenne an een radiozender (AM, FM, TV of mobilofoon), militaire of ciiele radar en bepaalde industriële machines (inductieoens, booglasapparaten en isolatietestapparaten die met radiofrequenties werken). Als een an deze bronnen in de omgeing an de oorgestelde locatie oorkomt, moet de planning opnieuw worden geëalueerd om de omgeing te beoordelen en te bepalen of speciale installatie- of productaanpassingen nodig zijn om eentuele storing te erminderen. Raadpleeg uw leerancier. Werkstations naast apparaten zoals transformators of ondergrondse elektrische leidingen kunnen in de nabijheid an sterke magnetische elden last hebben an storingen an het beeldscherm. De meeste producten zijn bestand tegen laagfrequente tot en met zeer hoogfrequente radiofrequentienieaus an 3 olt per meter. Veldsterktes an meer dan 3 olt per meter kunnen eroor zorgen dat apparaten niet meer werken of defect raken. Producten hebben erschillende tolerantienieaus oor elektromagnetische stralingselden in erschillende frequentiebereiken. Radarsignalen (frequentie an 1300 MHz en 2800 MHz) met eldsterktes met een maximum an 5 olt per meter zijn aanaardbaar. Als zich problemen oordoen, kan het nodig zijn om de serer of de beschermingsschotten te erplaatsen. Het gebruik an mobilofoons of mobiele telefoons moet in de computerruimte aan regels worden onderworpen. Om de kans op problemen te erminderen, moet er met de olgende oerwegingen rekening worden gehouden als dergelijke apparatuur wordt gebruikt: Houd oor draagbare zenders (zoals walkie-talkies, pagers en mobiele telefoons) een minimale afstand aan an 1,5 m an IT-apparatuur. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 17

34 Gebruik alleen door de gebruiker bestuurde zendapparatuur (geen automatische transmissies). Stel specifieke regels op, zoals: Niets erzenden op een afstand an minder dan 1,5 m an een olledig afgedekte actiee serer. Als er kleppen an de serer openstaan, is erzenden niet toegestaan. Kies een minimale uitoersterkte oor communicatie. ELF-elden (Extremely Low Frequency) Met uitzondering an bepaalde beeldbuizen is de meeste IT-apparatuur goed bestand tegen elektromagnetische elden met een extreem lage frequentie (ELF). Beeldschermen die gebruikmaken an beeldbuizen zijn hier geoeliger oor omdat deze elektromagnetische elden gebruiken om de elektronenstraal te positioneren. Het bereik an extreem lage frequenties bestrijkt de frequenties tussen 0 en 300 Hz. Dit wordt ook wel de elektrische stroomfrequentie genoemd omdat wereldwijd de meeste elektrische stroom op 50 of 60 Hz wordt gegenereerd. IBM producten zijn binnen de onderstaande bereiken bestand tegen elektromagnetische elden met een extreem lage frequentie: Beeldbuizen an beeldschermen: milligauss LCD (Liquid Crystal Display): 10 Gauss Magneetbandapparatuur: 20 Gauss Schijfstationapparatuur: 20 Gauss Processors of serers: 20 Gauss Een IT-centrum wordt meestal omgeen door een elektromagnetisch eld dat tussen 3-8 milligauss ligt. Sommige apparatuur in een IT-centrum kan, onder normale condities, elden an meer dan 100 milligauss produceren. Voorbeelden an apparaten die grote magnetische elden produceren, zijn: stroomerdelers, elektrische motoren, elektrische transformators, laserprinters en systemen oor een ononderbroken energieoorziening. De dichtheid an een magnetisch eld ermindert echter snel als de afstand groter wordt. Als een beeldscherm naast apparatuur staat die grote elektromagnetische elden produceert, kan het beeld worden erormd, zoals een onscherp beeld, afwijkingen in de grootte an een bepaald beeld of een lichte trilling an statische beelden. Als u het beeldscherm erder an de apparatuur erwijdert, kan het probleem al zijn opgelost. Noodplanning oor continue werking Een degelijke oorbereiding op noodgeallen is an essentieel belang oor de ononderbroken werking an uw computercentrum wanneer er een stroomstoring optreedt. Als er een stroomstoring optreedt, hangt een ononderbroken werking an het systeem af an de informatie die is opgeslagen op kaarten, banden of schijen en an de apparatuur die wordt gebruikt om de informatie te erwerken die onmiddellijk beschikbaar is. Er moeten maatregelen worden getroffen om in noodgeallen andere apparatuur te kunnen gebruiken en om personeel, gegeens en oorraden naar een tijdelijke locatie oer te brengen. Er moeten ook maatregelen worden getroffen om eroor te zorgen dat ook de omgeingsapparatuur, zoals de airconditioning, ononderbroken werkt. Gekopieerde records of stamrecords en programmeergegeens moeten in een locatie op afstand worden opgeslagen waar de benodigde informatie kan worden opgehaald om bepaalde werkzaamheden te kunnen heratten. Voorzorgsmaatregelen en training an personeel In erdere plannen moet de training an personeel worden opgenomen zodat men weet wat er in een geal an nood moet gebeuren. Laat de alarmsignalen oor branddetectie en oor andere abnormale omstandigheden horen zodat het personeel het alarm kan herkennen. Zorg oor continue bewaking an de computerruimte, de ruimtes met de airconditioningsapparatuur en energieoorziening en de ruimte oor gegeensopslag. 18 Voorbereiding an de installatielocatie

35 Inspecteer de stoom- en waterleidingen achter het systeemplafond om alert te zijn op mogelijke schade die het geolg is an onoorziene beschadiging, lekkage of condensatie. Geef de nooduitgangen in de computerruimte aan. Het aantal deuren hangt af an de grootte en de locatie an de ruimte. Train personeel in noodmaatregelen, zoals: Het afsluiten an de elektrische stroom Het afsluiten an het airconditioningssysteem Het afsluiten an het koelwater naar de IT-apparatuur Het bellen an de brandweer Het gebruiken an brandblusapparaten olgens de juiste methode Het bedienen an een kleine brandslang Het in eiligheid brengen an records Het eacueren an personeel Het toepassen an eerste hulp Beeiliging an communicatiebedrading tegen blikseminslag Zorg dat u apparaten tegen blikseminslag installeert om de communicatiebedrading en apparatuur te beschermen tegen stroomschommelingen en stroomstoten die in de communicatiebedrading wordt opgewekt. Voor elke ruimte die blootstaat aan blikseminslagen moet u storingsonderdrukkers installeren aan elk einde an elke buitenkabelinstallatie of deze nu boen de grond is geïnstalleerd of onder de grond is begraen. Informatie oer storingsonderdrukkers oor communicatiebedrading en aanbeolen methodes oor buitenkabels kunt u teruginden in de documentatie oer de fysieke planning an het IT-product. Ontwerpcriteria oor de omgeing Met behulp an deze ontwerpcriteria oor de omgeing kunt u optimale bedrijfsomstandigheden oor de serer(s) in uw computercentrum creëren. De onderstaande specificaties oor de omgeing zijn gebaseerd op een hoogte an 1800 m. Voor bepaalde systemen gelden meer beperkende ereisten oor temperatuur, ochtigheid en hoogte. Voor nadere informatie leest u de specificaties oor de afzonderlijke systemen. Stofdeeltjes in de lucht (waaronder metaaldeeltjes of -schilfers) en reactiee gassen kunnen op zichzelf en in combinatie met andere omgeingsfactoren, zoals luchtochtigheid of temperatuur, een risico ormen oor de serer. Door de aanwezigheid an te hoge aantallen deeltjes of concentraties an schadelijke gassen kan de serer schade oplopen waardoor hij slecht werkt, of helemaal niet meer functioneert. Deze specificatie oor de omgeing geen de limieten oor deeltjes en gassen aan die in acht moeten worden genomen om dergelijke schade te oorkomen. De limieten moeten niet worden gezien of gebruikt als absolute grenzen, omdat allerlei andere factoren - zoals temperatuur en luchtochtigheid - inloed hebben op de impact an deeltjes en het effect an gaserontreinigingen. Als in deze specificaties geen specifieke limieten worden aangegeen, implementeer dan een beleid oor het handhaen an deeltjes- of gasnieaus dat strookt met de bescherming an gezondheid en eiligheid. Als IBM aststelt dat de nieaus an deeltjes of gassen in uw omgeing schade heeft toegebracht aan de serer, kan IBM aangeen dat oor reparatie of eranging an de serer ereist is dat toepasselijke maatregelen worden genomen om de erontreiniging an de omgeing te erminderen. Implementatie an dergelijke maatregelen is de erantwoordelijkheid an de klant. Tabel 1. Gebruiksomgeing 1, 5 Temperatuur 18 C 27 C ( 4 Laagste luchtochtigheid Dauwpunt 5,5 C Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 19

36 Tabel 1. Gebruiksomgeing 1, 5 (erolg) Hoogste luchtochtigheid 60% relatiee ochtigheid of dauwpunt an 15 C Gaserontreiniging Seeritynieau G1 olgens ANSI/ISA , die aangeeft dat de reactiesnelheid an koperbladen kleiner moet zijn dan 300 Angstrom per maand (Å/maand, 0,0039 µg/cm2-uur erhoging an gewicht). 6 Daarnaast moet de reactiesnelheid an zileren bladen kleiner zijn dan 200 Å/maand ( 0,0035 µg/cm 2 -uur erhoging an gewicht). 7 Het bewaken an de reactiiteit an gascorrosie moet worden uitgeoerd op een afstand an ongeeer 5 cm an de oorkant an het rek aan de kant an de luchttoeoer op één- of driekwart framehoogte an de loer of waar de luchtsnelheid eel hoger is. Fijnstoferontreiniging Datacenters moeten oldoen aan erontreinigingsnieau an ISO klasse 8. Voor datacenters zonder "airside economizer" kan aan de ISO klasse 8-norm worden oldaan door een an de olgende filtratiemethoden toe te passen: Opmerkingen: De lucht in de ruimte kan continu worden gefilterd met MERV 8-filters. De lucht die het datacenter binnenkomt, kan worden gefilterd met MERV-11 of bij oorkeur MERV 13-filters. Voor datacenters met airside economizers hangt de keuze an filters oor het oldoen aan de ISO klasse 8-norm af an de specifieke condities in het datacenter. De relatiee luchtochtigheid waarbij de de erontreinigende deeltjes erloeien moet hoger zijn dan 60% RH 3. In datacenters mogen geen zinkkristallen oorkomen De grenzen an temperatuur en ochtigheid an klasse 1 en 2, gemeten bij de luchtinlaat an de IT-apparatuur zijn afkomstig uit de ASHRAE Thermal Guidelines for Data Processing Enironments, tweede uitgae (2009). De aanbeolen maximumtemperatuur an de omgeing ermindert met 1 graad C oor elke 300 m boen de 1800 m. Het toelaatbare bereik oor ASHRAE klasse 1 ligt tussen de 15 C 32 C, 20% 80% relatiee ochtigheid en het toelaatbare bereik oor klasse 2 ligt tussen 10 C 35 C, 20% 80% relatiee ochtigheid. Voor langere perioden raden IT-fabrikanten operators an datacenters aan de aanbeolen omgeing te handhaen oor een maximale betrouwbaarheid. De toelaatbare omgeing is die waarin IT-fabrikanten de werking an hun apparatuur testen om te controleren of deze goed werkt. Dit is geen erklaring an betrouwbaarheid maar oor functionaliteit an IT-apparatuur. 2. ANSI/ISA-S Enironmental conditions for process measurement and control systems: Airborne contaminants, Instrument Society of America, Research Triangle Park, NC, De relatiee luchtochtigheid waarbij deeltjes erloeien geeft het punt aan waarbij stof oldoende water absorbeert om nat te worden met als geolg dat er ionische geleiding optreedt. 4. Voor omgeingstemperaturen boen de 25 C kan het geluidsnieau an het systeem stijgen omdat de snelheid an apparatuur die lucht erplaatst, toeneemt. 5. Voor oerwegingen oer acclimatisatie an IT-apparatuur gaat u naar Acclimatisatie op pagina Bij de afleiding an de gelijkwaardigheid tussen de snelheid waarmee de dikte an kopercorrosie toeneemt in Å/maand en de snelheid an de gewichtstoename wordt aangenomen dat Cu 2 S en Cu 2 O in gelijke delen aangroeien. 7. Bij de afleiding an de gelijkwaardigheid tussen de snelheid waarmee de dikte an zilercorrosie toeneemt in Å/maand en de snelheid an de gewichtstoename wordt aangenomen dat Ag 2 S het enige corrosieproduct is. 8. Losse deeltjes worden willekeurig erzameld in 10 gebieden an het datacenter op een schijf met doorsnede an 1,5 cm die bekleed is met plakkerige stroomgeleidende tape op een metalen standaard. Als onderzoek an de tape onder een scannende elektronenmicroscoop geen zinkkristallen aantoont, wordt aangenomen dat het datacenter rij is an zinkkristallen. Tabel 2. Omgeing - niet in gebruik 2 Temperatuur 5 C 45 C Relatiee luchtochtigheid 8% 80% 20 Voorbereiding an de installatielocatie

37 Tabel 2. Omgeing - niet in gebruik 2 (erolg) Dauwpunt Lager dan 27 C Gaserontreiniging Opmerkingen: Seeritynieau G1 olgens ANSI/ISA , die aangeeft dat de reactiesnelheid an koperbladen kleiner moet zijn dan 300 Angstrom per maand (Å/maand, 0,0039 µg/cm 2 -uur gewichtstoename). 3 Daarnaast moet de reactiesnelheid an zileren bladen kleiner zijn dan 200 Å/maand ( 0,0035 µg/cm 2 -uur gewichtstoename). 4 Het bewaken an de reactiiteit an gascorrosie moet worden uitgeoerd op een afstand an ongeeer 5 cm an de oorkant an het rek aan de kant an de luchttoeoer op één- of driekwart framehoogte an de loer of waar de luchtsnelheid eel hoger is. 1. ANSI/ISA-S Enironmental conditions for process measurement and control systems: Airborne contaminants, Instrument Society of America, Research Triangle Park, NC, De acclimatiseringsduur an IT-apparatuur is 1 uur per 20 C wijziging an temperatuur an de transportomgeing naar de gebruiksomgeing. 3. Bij de afleiding an de gelijkwaardigheid tussen de snelheid waarmee de dikte an kopercorrosie toeneemt in Å/maand en de snelheid an de gewichtstoename wordt aangenomen dat Cu 2 S en Cu 2 O in gelijke delen aangroeien. 4. Bij de afleiding an de gelijkwaardigheid tussen de snelheid waarmee de dikte an zilercorrosie toeneemt in Å/maand en de snelheid an de gewichtstoename wordt aangenomen dat Ag 2 S het enige corrosieproduct is. Tabel 3. Omgeing oor erzending en opslag Transportomgeing Opslagomgeing Temperatuur -40 C - 60 C (-40 F F) 1 C 60 C (33.8 F F) 5% 100% (geen condensatie) 5% 80% (geen condensatie) Natte bol Minder dan 29 C Minder dan 29 C Relatiee luchtochtigheid Transporterpakking Opmerkingen: Door IBM goedgekeurde erpakking met dampbarrière en ontochtigingsmiddel Door IBM goedgekeurde erpakking met dampbarrière en ontochtigingsmiddel SSD's (solid-state dries) kennen de olgende beperkende limieten oor het bewaren an gegeens: Temperatuur mag niet hoger zijn dan 60 C (140 F). Indien nieuw niet langer dan 30 dagen opslaan bij 60 C (140 F) of warmer. Indien nieuw niet langer dan 180 dagen opslaan bij 37,8 C (100 F) of warmer. Voor een erplaatsing niet langer dan 6 dagen opslaan bij 60 C (140 F) of warmer (cumulatiee tijd met de aangegeen temperatuur). Voor een erplaatsing niet langer dan 90 dagen opslaan bij 37,8 C (100 F) of warmer. Zorg dat u eerst een backup an uw gegeens (indien aanwezig) maakt oordat u gaat erzenden. Luchtkwaliteit Veel systemen zijn geïnstalleerd in omgeingen die geen gebruikelijk datacenter, kantoor of schone industriële locatie zijn. In deze omgeingen kunnen temperaturen, relatiee ochtigheid en nieaus an deeltjes in de lucht of corrosiee gassen ariëren. IBM -systemen zijn ontworpen om te werken binnen de omgeingsspecificaties zoals afgebeeld in de oorgaande tabellen tenzij anders aangegeen in de specificaties an een afzonderlijk systeem. Een omgeing wordt beschouwd als niet-acceptabel als de temperatuur, relatiee ochtigheid, corrosiee gassen of aste deeltjes in de lucht buiten de grenzen allen die zijn oorgeschreen door IBM. Appara- Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 21

38 tuur die in gebruik is in een omgeing die is geclassificeerd als niet-acceptabel, kan lijden onder erminderde performance en permanente schade als de apparatuur niet is ontworpen oor dergelijk omgeingen. Verontreinigingen Systemen worden geïnstalleerd in meer en meer erschillende bedrijfstakken. In bepaalde bedrijfstakken beat de atmosfeer als bijproduct an de actiee processen meetbare hoeeelheden gassen en aste deeltjes die mogelijk schadelijk zin oor elektronische apparatuur. Stedelijke gebieden die sterk geïndustrialiseerd zijn, beatten mogelijk nieaus an gassen en aste deeltjes die leiden tot een onaanaardbare blootstelling binnen een heel gebied. IBM is bezorgd oer twee soorten erontreiniging an de atmosfeer: aste deeltjes en gassen. Vaste deeltjes in de lucht worden wel aangeduid als deeltjes. Waterdamp kan samengaan met deze deeltjes en zo samenstellingen ormen. Dergelijke stoffen worden hygroscopisch genoemd. Ze kunnen schadelijk zijn, afhankelijk an de samenstelling. Gassen kunnen schadelijke zuren of basen ormen als ze worden gecombineerd met water. Doordat ochtigheid geadsorbeerd kan worden, zijn relatiee ochtigheid en de temperatuur belangrijke factoren in een niet-acceptabele omgeing. Het is bekend dat hoge concentraties an gassen die oorkomen bij industriële processen, zoals zwaeldioxide, stikstofdioxide, ozon en zuur gasormig chloor, corrosie en defecten eroorzaken bij elektronische componenten. Bepaalde industriële processen produceren naast gassen erontreinigende deeltjes. Deze deeltjes kunnen zich afzetten (in de orm an stof) in de omliggende gebieden, ook al is het proces dat de deeltjes produceert op enige afstand. Bij bedrijfstakken oor de erwerking an olie, chemicaliën, primaire metalen, oedsel, mijnbouw, en papier is er een grotere kans op een onaanaardbare omgeing. Verontreiniging kan echter een geolg zijn an bouw, schoonmaak, of andere actiiteiten die oeral worden uitgeoerd. De eerste stap bij het bepalen an de waarschijnlijkheid an erontreiniging bestaat uit een isuele inspectie. Roest op metaal of scharnieren is een indicator dat de omgeing mogelijk onaanaardbaar is. De aanwezigheid an bepaalde erontreinigingen wordt aak erraden door geur: chloor en zwael geen bijoorbeeld een duidelijke geur af. Kijk of zich een dikke laag stof afzet op opperlakken, met name in de industrie an primaire metalen. Dit stof is aak geleidend en kan spanningsbogen of kortsluiting eroorzaken als het in elektronische apparatuur terechtkomt. Om te bepalen of oldaan wordt aan IBM-ereisten oor gassen en aste deeltjes, zijn laboratoriumtechnieken ereist. Voor tests an gassen en deeltjes zijn speciale apparatuur en procedures ereist. Neem contact op met uw IBM-ertegenwoordiger oor installatie en planning oor richtlijnen. Als de omgeing erontreinigd is, kan IBM ook richtlijnen geen oer het erhelpen eran en preentie en handhaing. Aanbeolen oplossingen kunnen bestaan uit, maar zijn niet beperkt tot, erhoging an luchtdruk, striktere beperking an schommelingen in luchtochtigheid, filtering, onderhoud en bewaking. Constructie en belasting an de loer Met deze formules kunt u de loerbelasting an uw serer berekenen. Beoordeling an de loerbelasting heeft betrekking op de betonnen onderloer, niet de erhoogde loer. De belasting an de erhoogde loer wordt bepaald in de formule oor het berekenen an de loerbelasting. De loer an het gebouw moet het gewicht dragen an de apparatuur die moet worden geïnstalleerd. Hoewel oudere apparaten een belasting an de loer kunnen eroorzaken an 345 kg/m 2 eroorzaakt een standaardserer een belasting an minder dan 340 kg/m 2. De olgende formule oor het berekenen 22 Voorbereiding an de installatielocatie

39 an het aantal kg per ierkante meter 2 wordt gebruikt om de belasting an de loer te berekenen. Voor hulp bij het berekenen an de belasting an de loer neemt u contact op met een bouwkundig ingenieur. Vloerbelasting is: ( machinegewicht + (72 kg/m2 x 0,5 sericeruimte) + (48 kg/m2 x totaalopperlak))/ totaalopperlak De loerbelasting mag niet groter zijn dan 240 kg/m 2 met een partitietoeslag an 100 kg/m 2, zodat de loer een totale belasting an 340 kg/m 2 aan moet kunnen. Door het gewicht an de erhoogde loer en de kabels komt er nog 50 kg/m 2 bij, gelijkmatig erdeeld oer het totale opperlak dat in de berekeningen wordt gebruikt. Dit wordt opgenomen in de loerbelasting an 340 kg/m 2. (Het totale opperlak wordt gedefinieerd als: machineruimte + 0,5 sericeruimte.) Als de sericeruimte ook wordt gebruikt om het gewicht an de machine te erdelen (erdeling gewicht/sericeruimte), wordt er rekening gehouden met een gewicht an 75 kg/m 2 oor personeel en het eroer an apparatuur. De erdeling an het gewicht wordt toegepast op de helft an de sericeruimte tot een maximum an 760 mm gemeten anaf het machineframe. De erhoogde loer waarop het systeem wordt geïnstalleerd moet het gewicht an het systeem kunnen dragen. Neem contact op met de fabrikant an de erhoogde loerpanelen, een bouwkundige of met beide om na te gaan of de erhoogde loer een geconcentreerde last an één derde an het totaalgewicht an het rek op een enkel paneel an de erhoogde loer kan dragen. Onder bepaalde omstandigheden, zoals een erhuizing, is het mogelijk dat de geconcentreerde last op een enkel paneel an de erhoogde loer tot de helft an het gewicht an één rek per rolwiel is. Als u twee aangrenzende rekken installeert, is het mogelijk dat an elk rek één wiel op hetzelfde paneel an de erhoogde loer geplaatst is. De last op het paneel an de erhoogde loer kan tot één derde an het totaalgewicht an beide rekken zijn. Afhankelijk an het type paneel an de erhoogde loer moeten aanullende ondersteuningsmaatregelen worden getroffen, zoals onderstellen of steunen, om te zorgen dat niet-erzaagde panelen hun sterkte blijen houden of om de sterkte an een paneel te herstellen als daarin een uitsparing oor kabels of luchttoeoer is aangebracht. Neem contact op met de fabrikant an de erhoogde loerpanelen, een bouwkundige of met beide om na te gaan of de erhoogde loer en onderstellen de geconcentreerde lasten kunnen dragen. Algemene informatie oer energie Voor de juiste werking an uw gegeenserwerkingsapparatuur is een betrouwbare stroomoorziening ereist. IT-apparatuur an IBM heeft een betrouwbare elektrische oedingsbron nodig die storingsrij is. Elektriciteitsbedrijen leeren in het algemeen energie an oldoende kwaliteit. De onderwerpen oer kwaliteit an de oeding, grenzen an spanning en frequentie, stroombelasting en stroombronnen beatten de richtlijnen en specificaties die nodig zijn om aan de ereisten oor de apparatuur te oldoen. Gekwalificeerd personeel moet eroor zorgen dat de distributie an de elektriciteit eilig is en oldoet aan lokale en nationale oorschriften. Zij moeten er ook oor zorgen dat het oltage dat bij de aansluiting oor het netsnoer wordt gemeten binnen de opgegeen tolerantie oor de apparatuur alt. Daarnaast is er aparte oeding nodig oor zaken zoals erlichting en airconditioning. Een op de juiste manier geïnstalleerd systeem oor de elektrische stroomoorziening draagt bij aan een betrouwbare werking an uw IBM -apparatuur. Andere factoren die u in oerweging moet nemen als u een planning oor het elektrische systeem maakt en dit systeem installeert, zijn de plaatsing an een aardegeleider met een lage impedantie en bescherming tegen blikseminslagen. Afhankelijk an de geografische locatie kunnen er speciale maatregelen nodig zijn om apparatuur tegen blikseminslag te beschermen. De aannemer die uw elektrische systeem aanlegt moet zorgen dat aan alle lokale en nationale oorschriften wordt oldaan. Elektrische stroom oor een gebouw is meestal afkomstig an een driefase stroomerdelingssysteem. Kantoorruimtes krijgen meestal energie ia enkelfase stopcontacten en ruimtes oor gegeenserwerking krijgen driefaseoeding. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 23

40 Sommige IT-apparaten an IBM hebben standaard driefaseoeding nodig; andere apparaten hebben enkelfase energie nodig. De energieereisten oor elk apparaat zijn opgegeen in de afzonderlijke sererspecificaties oor die serer. Nominaal oltage, stekkers, stopcontacten, en in sommige geallen, inbouw- en wandcontactdozen worden beschreen in de bijbehorende sererspecificaties. Raadpleeg de respectieelijke sererspecificaties om de energieereisten te bepalen. Zorg dat de bestaande erdeelkaststopcontacten an het juiste type zijn en op de juiste manier zijn geaard. Configuraties oor installatie met dubbele oedingsbron Deze configuraties oor installaties met een dubbele oedingsbron stellen u in staat optimaal te profiteren an de olledig redundante stroomoorzieningen an uw serer. Sommige IBM Systems-modellen zijn ontworpen met een olledig redundant spanningssysteem. De mogelijke installatieconfiguraties zijn: Installatie met dubbele oedingsbron: Redundant distributiepaneel en schakelkast Voor deze configuratie is het nodig dat het systeem wordt oorzien an stroom ia twee afzonderlijke stroomerdelers. Beide stroomerdelers krijgen hun stroom dan an een aparte schakelkast. Op de meeste locaties is een dergelijke redundantie niet beschikbaar. Schakelkast Distributiepaneel 7040 System Schakelkast Distributiepaneel Figuur 8. Installatie met dubbele oedingsbron - Redundant distributiepaneel en schakelkast Installatie met dubbele oedingsbron: Redundant distributiepaneel Voor deze configuratie is het nodig dat het systeem wordt oorzien an stroom ia twee afzonderlijke stroomerdelers. Beide stroomerdelers krijgen hun stroom dan an een aparte schakelkast. Op de meeste locaties is een dergelijk redundantienieau haalbaar. 24 Voorbereiding an de installatielocatie

41 Distributiepaneel 7040 System Schakelkast Distributiepaneel Figuur 9. Installatie met dubbele oedingsbron - Redundant distributiepaneel Enkeloudig distributiepaneel: Dubbele stroomonderbrekers Voor deze configuratie is het nodig dat het systeem wordt oorzien an stroom ia twee afzonderlijke stroomonderbrekers op hetzelfde oedingspaneel. Voor deze configuratie wordt niet olledig gebruik gemaakt an de door de processor geleerde redundantie. Het is echter wel acceptabel wanneer er geen tweede oedingsdistributiepaneel beschikbaar is System Schakelkast Distributiepaneel Figuur 10. Enkeloudig distributiepaneel - Dubbele stroomonderbrekers Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 25

42 Verlichting Er is oldoende licht nodig om de serer normaal te kunnen bedienen of om onderhoud uit te oeren. Lichtbronnen in de apparatuurruimte en op werkstationplekken moeten een algemeen erlichtingsnieau hebben an lumen/m 2 (lux). Als u de apparatuurruimte en werkplekken oorbereidt, kunt u oerwegen om de ruimte een lichte kleur te geen en een wit plafond zodat licht wordt gereflecteerd (in plaats an geabsorbeerd). Om weerkaatsingen te oorkomen moeten er geen ramen tegenoer het gezichtseld an de gebruiker zijn of tegenoer het beeldscherm. Direct zonlicht kan storingen an lichtgeoelige apparaten eroorzaken en bemoeilijkt het aflezen an de erschillende signaallampjes. Om ermoeide ogen te oorkomen, dienen lichtbronnen compatibel te zijn. Uniersele witte fluorescerende lampen zijn compatibel met zowel gloeilampen als daglicht. Op de olgende afbeelding wordt een oorgestelde indeling oor de belichting an een werkstation aangegeen. Figuur 11. Standaardbelichting an een werkstation Zorg oor een werkende en oldoende heldere nooderlichting zodat de ruimte altijd eilig kan worden erlaten. Beeiliging an materiaal en gegeensopslag U moet met speciale eiligheidsoerwegingen rekening houden als u gegeens of ander materiaal opslaat. Houd rekening met de olgende factoren: Opslag an alle gegeens en al het materiaal in de computerruimte, zoals magnetische banden, ponsbanden, kaarten of formulieren moet beperkt blijen tot een minimum zodat u eilig en efficiënt kunt blijen werken en de opslag moet gebeuren in metalen kasten of brandwerende containers als het materiaal niet wordt gebruikt. 26 Voorbereiding an de installatielocatie

43 Met het oog op de eiligheid en bescherming tegen brand is het raadzaam om een aparte ruimte oor de opslag an materiaal te gebruiken. Deze ruimte moet zijn opgebouwd uit hittebestendig materiaal (dat minimaal 2 twee uur brandwerend moet zijn). Een goedgekeurd, ingebouwd blussysteem wordt aangeraden. Ingebouwde blussystemen kunnen bestaan uit automatische blusinstallaties en goedgekeurde gasblusinstallaties. Als een ononderbroken werking an het systeem an essentieel belang is, moet u met het oog op rampen een externe opslaglocatie plannen. De belangrijkste oerwegingen bij het kiezen an een externe locatie oor gegeensopslag zijn: Dat de locatie niet onderheig is aan hetzelfde risico dat in de computerruimte kan optreden. Dat de locatie geschikt is oor de langetermijnopslag an afgedrukte records en bestanden op magnetische media. Airconditioningsystemen Voor de meeste installaties geldt dat de computerruimte is oorzien an een apart airconditioningssysteem. Daarom moeten noodschakelaars oor de apparatuur en de airconditioning op makkelijk toegankelijke plekken worden geplaatst, het liefst in de buurt an de consolegebruiker en naast de belangrijkste uitgangen. Raadpleeg de National Fire Protection Association-standaard, NFPA 70 artikel 645, oor meer informatie. Als het normale airconditioningssysteem an het gebouw wordt gebruikt en er extra apparaten in de computerruimte zijn geplaatst, dan dienen deze extra apparaten op dezelfde manier te worden behandeld als hierboen is beschreen. Het normale airconditioningssysteem an het gebouw moet oer een hoorbaar alarmsignaal beschikken zodat onderhoudspersoneel bij een noodgeal wordt gewaarschuwd. Luchtkanalen in brandmuren moeten oorzien zijn an branddempers. De luchtfilters in het airconditioningssysteem moet uit onbrandbaar of zelfdoend materiaal bestaan. Elektrische systemen Zorg oor een uitschakelmechanisme in de hoofdleiding oor computerapparatuur in een locatie op afstand. Deze afstandsbedieningen moeten op makkelijk toegankelijke plekken worden geplaatst, het liefst in de buurt an de consolegebruiker en naast de belangrijkste uitgangen. Deze moeten naast de uit-knop an het airconditioningsysteem geplaatst zijn en gemarkeerd worden. Er moet een lampje worden geïnstalleerd om aan te geen of de stroom is ingeschakeld. In artikel 645 an de National Electric Code (NFPA 70) staat dat een enkel uitschakelmechanisme oor zowel de elektronische apparatuur als het HVAC-systeem is toegestaan. Als een ononderbroken werking an het systeem an essentieel belang is, moet er een resereoedingsbron worden geïnstalleerd. Verder is het aan te raden om een automatische erlichtingseenheid op batterijen te installeren om een ruimte te erlichten als er een storing in het stroom- of lichtcircuit optreedt. Deze eenheid is met een draad erbonden met het lichtcircuit. Onder erhoogde loeren kunt u het beste waterdichte aansluitingen gebruiken anwege de blootstelling aan ocht (lekkende waterleidingen, hoge luchtochtigheidsnieaus). Bekabeling in het plafond Traditioneel wordt de bekabeling (netsnoeren of signaalkabels) oor computersystemen aangebracht binnen een rek of onder een erhoogde loer. Er is toenemende interesse in het werken met niet-erhoogde loeren, waarbij het nodig kan zijn om (een deel an) de bekabeling aan te brengen aan het plafond. Hier worden de oerwegingen besproken met betrekking tot bekabeling ia het plafond an IBM- rekken an 19-inch (7014-T00, 7014-T42, 7014-B42, 0551 of 0553) en an 24-inch rekken die zijn aangeschaft oor IBM Power Systems-serers. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 27

44 Net als alle elektronische apparatuur kunnen kabels en netsnoeren optreden als antennes, die elektromagnetische energie uitzenden. De nieaus hieran zijn laag (minder dan an een mobiele telefoon) en zijn niet geaarlijk oor personen, maar kunnen wel geolgen hebben oor andere elektronische apparatuur. De emissie an een mobiele telefoon wordt bijoorbeeld gemeten in olt per meter, terwijl een Power Systems-kabel wordt gemeten in microolt per meter. Kleine hoeeelheden elektromagnetische emissies kunnen elkaar echter ersterken omdat meerdere kabels meer elektromagnetische energie uitzenden dan een enkele kabel. Door kabels neer te leggen op een betonnen loer kan de emissie worden beperkt, omdat de loer een deel an de energie absorbeert. Het aanbrengen an kabels onder een erhoogde loer helpt ook oor het erminderen an de emissie. Wanneer kabels echter in de lucht worden opgehangen, is er geen sprake meer an de emissiereducties die worden geleerd door een betonnen onderloer, erhoogde loer of beide. Door IBM ondersteunde configuraties oor serers en I/O-eenheden in rekken oldoen aan de testereisten oor elektromagnetische compatibiliteit (EMC) an zowel de bedrijfstak als an IBM. Deze tests worden uitgeoerd door de kabels op de loer te leggen. Ter ondersteuning an bekabeling aan het plafond moeten aanullende tests worden uitgeoerd, door de kabels aan het plafond te hangen en de geselecteerde configuraties opnieuw te testen. Veel configuraties oor bekabeling aan het plafond zijn echter niet getest en worden niet ondersteund door IBM. Om die reden ormt bekabeling aan het plafond oor een Power Systems-serer in een IBM-rek an 19 of 24-inch doorgaans niet een ondersteunde configuratie. Bekabeling aan het plafond is doorgaans niet een probleem. De kans op het eroorzaken an interferentie met een apparaat buiten het computercentrum is rij klein. De enige manier om uit te zoeken of een configuratie problemen kan opleeren is om deze te testen en ast te stellen of interferentieproblemen optreden in het computercentrum. Als bekabeling aan het plafond een probleem eroorzaakt, kan dit geolgen hebben oor een draadloos apparaat in het computercentrum (bijoorbeeld een draadloze thermometer of luchtochtigheidsmeter die probeert met een aste snelheid gegeens te rapporteren, maar die in plaats daaran foutiee of onregelmatige gegeens erzendt). De interferentie kan ook optreden op een radioontanger/zendstation, met meer achtergrondruis dan erwacht. De interferentie kan mogelijk ook een slechte ontangst op een radio of teleisie eroorzaken. Het is mogelijk, maar onwaarschijnlijk, dat de emissies an bekabeling aan het plafond problemen eroorzaken oor een andere computer of opslagapparaat in het computercentrum. Er zijn erschillende acties die u kunt ondernemen oor het beperken an de emissies an bekabeling aan het plafond. Houd er rekening mee dat het gebruik an deze nuttige beperkende technieken niet betekent dat u beschikt oer een door IBM ondersteunde configuratie, omdat IBM uw specifieke configuratie niet diepgaand heeft getest. De beperkende werkwijzen erhelpen mogelijk alle problemen, maar totdat het is getest en gecertificeerd, wordt het systeem niet officieel ondersteund door IBM. Voorbeelden an erminderingen zijn: Werk met afgeschermde (Ethernet-) kabels in plaats an niet-afgeschermde (Ethernet-) kabels. Scherm de kabelpaden af en zorg dat deze afscherming is geaard aan beide uiteinden an de kabel. Scherm de kabels zelf af. Voeg filters (kleppen, krulkabels, ferrietkernen en dergelijke) toe aan de kabels. Met filters wordt de emissie an een bepaald frequentiebereik beperkt. Verschillende typen kabels kunnen wisselende emissies hebben, afhankelijk an de samenstelling, lengte, erzonden signalen en waar de kabels zijn aangesloten. Een glasezelkabel erzendt geen radiofrequentie (RF) zoals een metalen kabel, tenzij de glasezelkabel een metalen afscherming heeft. Netsnoeren, SCSI (Small Computer System Interface)-, SAS (serieel aangesloten SCSI)-, koperen glasezel- en SPCN (system power control network)- kabels hebben doorgaans bescheiden emissies. InfiniBand-kabels zijn aanzienlijke zenders in ergelijking met netsnoeren. Niet-afgeschermde Ethernet-kabels zijn waarschijnlijk de meest significante zenders. Lan- 28 Voorbereiding an de installatielocatie

45 gere metalen kabels kunt u beschouwen als grotere antennes die meer emissie geen. Kortere kabels geen minder emissie. Als u beschikt oer meerdere rekken an 19 of 24 inch en u kabels moet aanbrengen tussen de rekken, kunt u de emissies beperken door de kabels in het rek te houden in plaats an deze buitenom naar het andere rek te laten lopen. Het gebruik an kabels aan het plafond oor uw Power Systems-serers maakt uw IBM-oereenkomst oor garantie of onderhoud niet ongeldig. 1 Als IBM Serice and Support echter an mening is dat een probleem betrekking heeft op kabels aan het plafond, heeft IBM Serice and Support het recht om de garantie- of onderhoudsoereenkomst aan te houden totdat het systeem weer oldoet aan de oorwaarden. Daarom dient u het gebruik an bekabeling aan het plafond te bespreken met uw lokale IBM Serice en Support-organisatie, oordat u een nieuw bekabelingsschema in gebruik neemt. Kabels kunnen altijd aan de onderkant an het product naar buiten worden geleid, in oereenstemming met de installatie-instructies oor het product. Nadat de kabels zo zijn aangebracht dat deze onderaan het product naar buiten lopen, kunt u deze omhoog leiden naar de bekabelingsladen aan het plafond, olgens de gewenste technieken oor kabelbeheer. 1 De klant moet in geen geal extra gaten of openingen in de productbehuizing aanbrengen. Net als met de EMC-tests moet IBM oldoen aan de branche- en internationale standaarden op het gebied an producteiligheid. Deze ereisten zijn niet alleen bedoeld oor de eiligheid an de klanten an IBM maar ook oor de sericemedewerkers. Elke aanpassing an de fysieke structuur an een behuizing maakt de eiligheidscertificeringen die oor het product zijn ontangen ongeldig. Planning oor communicatie Uw installatie heeft allerlei communicatie-apparatuur nodig om de computerinstallatie te ondersteunen. Telefoonlijnen, faxlijnen en de RSF (Remote Support Facility) zijn slechts een aantal soorten communicatieoorzieningen die u moet hebben geïnstalleerd. Voor elk type communicatie-apparatuur dat u gaat installeren, moet u de planningsdocumentatie oor specifieke producten raadplegen. Dit zijn de hoofdtaken oor de oorbereiding op de communicatie-apparatuur: 1. Zorg oor een olledige lijst an de communicatieoorzieningen die uw bedrijf heeft besteld: a. Maak kopieën an de planningslijst oor de communicatieoorzieningen. b. Bepaal erolgens aan de hand an de kopie an de koopoereenkomst welke specifieke communicatieoorzieningen zijn besteld. c. Controleer ten slotte de erschillende typen an de communicatieoorzieningen en ul de aantallen kaarten en kabels in op de planningslijst oor de communicatieoorzieningen. Deze lijst is uw oerzicht an communicatieoorzieningen. U kunt deze lijst gebruiken oor uw planning en oor het coördineren an taken. 2. Een planningslijst oor communicatieoorzieningen maken: Gebruik een aparte planningslijst oor elke communicatieoorziening. In deze lijst moet u de apparaten en modemblokken met lijnen met elkaar erbinden om aan te geen hoe de oorziening in het netwerk wordt geplaatst. Geef aan of het netwerk geschakeld is of niet. Het gedeelte met het netwerkdiagram is bedoeld oor standaardnetwerken. Als er niet oldoende ruimte in de planningslijst is, moet u extra lijsten of aparte pagina's gebruiken om het netwerk te tekenen. Uiteindelijk controleert u het resterende gedeelte an de planningslijst oor communicatieoorzieningen of u ult deze erder in. Bepaalde onderdelen, zoals het modemmodel kunt u wellicht pas inullen als u met een medewerker an het plaatselijke communicatiebedrijf hebt gesproken. 3. Neem contact op met een medewerker an het plaatselijke communicatiebedrijf om de benodigde apparatuur te bestellen en om oer de sericeoorwaarden te praten: Definieer de apparatuur en bekabeling die door het communicatiebedrijf moet worden geleerd. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 29

46 Bepaal welke stopcontacten oor de apparatuur an het communicatiebedrijf nodig zijn. Bestel de benodigde serice. Plan de installatiewerkzaamheden die het communicatiebedrijf moet uitoeren oordat de serer arrieert. Installeer een telefoon oor de sericemedewerker, als dit wordt aanbeolen. Definieer de opties als u een toestel met een kieslijn bestelt. 4. Neem contact op met de leerancier an modems om de olgende zaken te bespreken: Zorg dat u de erschillende opties kent, zoals kieslijn of aste lijn, lijnsnelheid, automatisch beantwoorden en datatransmissiebesturing met (gebruik an) kloksignalen. Wie installeert en wie onderhoudt de OEM-modem (Original Equipment Manufacturer). Welke modems hebben modeminterfaces, aansluitingen en stekkers nodig. Stem de modeminterface af op de modem. Het registratienummer an de FCC (Federal Communications Commission) en het REN-nummer (Ringer Equialence Number) moeten aan het telefoonbedrijf worden doorgegeen. Welke modems hebben stopcontacten nodig. 5. Coördineer de installatie an uw apparatuur met locaties op afstand om eroor te zorgen dat de juiste apparatuur op tijd op beide locaties wordt geïnstalleerd. Zorg dat de apparatuur an uw locatie compatibel is met de apparatuur an de locatie op afstand. Let daarbij ooral op de olgende zaken: De communicatie-apparaten moeten hetzelfde type communicatieoorziening gebruiken. De apparaten moeten dezelfde snelheid hebben (bits per seconde). De modems moeten compatibel zijn. De modeminterfaces moeten bij de modem passen. De modeminstellingen (jumpers) moeten aan beide einden an de lijn hetzelfde zijn. Een goede coördinatie met locaties op afstand kan problemen, zoals discrepanties tussen de communicatieapparatuur, oorkomen. U moet een kopie an de olledige planningslijst met communicatieoorzieningen naar de locaties op afstand sturen oordat de apparatuur wordt geïnstalleerd. 6. Bepaal de bedrading an priélijnen en leg deze aan. Leg geen communicatielijnen naast de stroomkabels. Stroomstoten kunnen elektrisch geluid op de communicatielijnen eroorzaken. Geluid kan ook worden eroorzaakt door elektrische motoren, radio's en radarapparatuur. Gebruik afgeschermde buitenkabels op de plaatsen waar de communicatielijnen het gebouw erlaten. Installeer parallel geschakelde beeiliging tegen blikseminslag op alle externe communicatielijnen of deze zich nu onder de grond of aan het plafond beinden. Op plaatsen waar kabels aan kabeldozen zijn gekoppeld of op andere plaatsen waar de afscherming is erbroken, moet u de afschermingen an de communicatielijnen aarden die aan het plafond zijn beestigd. Voor ondergrondse lijnen geldt dat du de afscherming moet aarden op elke plaats waar deze het gebouw erlaat of binnenkomt. De afscherming mag niet worden onderbroken op plaatsen waar de aardingsgeleider erbinding maakt met de afscherming. Als meeroudige aarding nodig is, is het eenoudiger om een kabel te installeren die een geleider oor onttrokken stroom beat. Raadpleeg de nationale en lokale eiligheidsrichtlijnen oor communicatieregels en -ereisten die op uw situatie an toepassing zijn. Planning oor de installatie an warmtewisselaars oor de achterklep Gebruik deze informatie om uw locatie optimaal oor te bereiden op het gebruik an de IBM-warmtewisselaar oor de achterklep. 30 Voorbereiding an de installatielocatie

47 De warmtewisselaar is een door water gekoeld apparaat dat aan de achterkant an een IBM-rek is gemonteerd. Met dit apparaat wordt de lucht gekoeld die door de apparatuur in het rek wordt erwarmd. Het koelwater wordt ia een toeoerslang naar de warmtewisselaar geleid. Via een andere slang wordt het erwarmde water weer afgeoerd naar de waterpomp of -koeler. In dit document wordt dit een secundaire koelingslus genoemd. De primaire koelingslus leert het gekoelde water aan secundaire koelingslussen, airconditioning-eenheden, enzooort. De slangen oor de secundaire koelingslus zijn niet inbegrepen bij dit product. Het rek waarop u deze warmtewisselaar installeert, kan op een erhoogde loer of een niet erhoogde loer staan. Informatie oer de prestaties an de warmtewisselaar indt u onder Prestaties an warmtewisselaar. Informatie oer slangen, behandeling an het water, en koelingseenheden oor de toeoer an geconditioneerd water zijn te inden in Informatie oer onderdelen en serices oor secundaire koelingslus. Als u gebruik wilt maken an de IBM-installatieplanningsserice oor het maken an een planning oor de toeoer an geconditioneerd water en het installeren an de warmtewisselaars oor de achterklep, raadpleegt u Informatie oer onderdelen en serices oor secondaire koelingslus. Oerzicht planningsoerwegingen Oerweeg het olgende bij het plannen an de installatie an de warmtewisselaar: Toeoer an gekoeld, geconditioneerd water dat oldoet aan de specificaties genoemd in Watercontrole en conditionering an de secundaire koelingslus. Aankoop en installatie an een watertoeoersysteem dat geschikt is oor uw computercentrum. Nadere informatie indt u in Specificaties oor watertoeoer in secundaire lussen. Voorziening an een reseretoeoer an water naar de secundaire koelingslus, of oldoende airconditioning in de ruimte om een aanaardbare hoeeelheid warmte af te oeren als de functie an een of meer warmtewisselaars is onderbroken. Als de achterklep is geopend oor onderhoud aan het rek, of als de toeoer an water naar de klep is onderbroken, wordt de warmte an het rek afgegeen in de ruimte rondom het rek en moet de airconditioning an de ruimte deze koelen. Dit is het geal totdat de toeoer an water naar de koeling weer wordt herat. Zorgen oor uitsparingen in loer- of plafondtegels of oor beschermende omhulsels om te oorkomen dat men op niet-erhoogde loeren oer de slangen struikelt. Waterbeheer en conditionering oor de secundaire koelingslus Het is belangrijk dat het water dat naar de warmtewisselaar wordt geoerd aan de ereisten oldoet die in dit onderwerp worden beschreen. Anders kunnen er na erloop an tijd systeemstoringen optreden ten geolge an: Lekkages die het geolg zijn an roest en het ontstaan an putjes op de metalen onderdelen an de warmtewisselaar of het watertoeoersysteem. Vorming an schilferafzetting in de warmtewisselaar; dit kan de olgende problemen eroorzaken: Een afname an het ermogen an de warmtewisselaar om de lucht te koelen die door het rek wordt uitgestoten. Storing an mechanische apparatuur, zoals een snelkoppeling an een slang. Organische besmetting, zoals bacteriën, schimmels of algen. Deze besmetting kan dezelfde problemen eroorzaken als de problemen die zijn beschreen oor schilferafzetting. Het water dat wordt gebruikt om de warmtewisselaar te ullen en bij te ullen moet deeltjesrij, gedeïoniseerd water of deeltjesrij, gedistilleerd water zijn en moet worden gecontroleerd om deze problemen te oorkomen. Metaalcorrosie Bacteriële eruiling Schilfering Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 31

48 Het water mag niet rechtstreeks uit de primaire waterleiding an het gebouw worden getapt, maar moet worden aangeoerd als onderdeel an een secundair systeem met een gesloten lus. Belangrijk: Maak geen gebruik an glycol-oplossingen; deze kunnen een negatief effect hebben op de koelingsprestaties an de warmtewisselaar. Watertoeoerspecificaties oor secundaire lussen In dit gedeelte worden de erschillende onderdelen besproken waaruit het toeoersysteem bestaat oor de secundaire die de warmtewisselaar an gekoeld, geconditioneerd water oorziet. Het toeoersysteem bestaat uit pijpen, slangen en de ereiste koppelingen waarmee de warmtewisselaar moet worden aangesloten. Teens wordt beschreen hoe de slangen moeten worden geplaatst in omgeingen met een erhoogde loer of een niet-erhoogde loer. De primaire koelingslus bestaat uit de door het gebouw geleerde toeoer an gekoeld water of een modulaire koelingseenheid. De primaire lus moet om de olgende redenen niet als de rechtstreekse koelingsbron oor de warmtewisselaar worden gebruikt: Als de temperatuur an het aangeoerde water beneden het dauwpunt an de ruimte is, kan er condensorming ontstaan en kan er water gaan druppelen anaf componenten an de klep. Als er een lek ontstaat in de klep, aanoerslang of terugoerslang kan er een grote hoeeelheid water rijkomen. Voor dit ontwerp is het ereist om de onderdelen die nodig zijn om het secundaire koelingslussysteem te maken, aan te schaffen en te installeren. Dit alt onder uw erantwoordelijkheid. Zie Informatie oer onderdelen en serice oor secundaire koeling oor informatie oer leeranciers an slangen en koeleenheden. Waarschuwing: Voldoen aan ISO De beeiliging oor oerdruk moet oldoen aan de olgende ereisten: Opmerking: Voer een zoekopdracht uit naar ISO Zodanig geïnstalleerd zijn, dat eenoudige toegang mogelijk is oor inspectie, onderhoud en reparatie. Zo dicht mogelijk aangesloten zijn op het apparaat dat beschermd moet worden. Alleen bij te stellen zijn met behulp an gereedschap. Een uitlaatopening te hebben die zo is gericht dat afoerwater geen geaar kan opleeren oor, of gericht is naar, personen. Een adequate uitlaatcapaciteit te hebben om eroor te zorgen dat de maximumdruk niet wordt oerschreden. Is geïnstalleerd zonder een uitschakelklep tussen het beeiligingsapparaat en het beschermde apparaat. Specificaties an de warmtewisselaar In de specificaties an de warmtewisselaar indt u allerlei informatie oer uw warmtewisselaar, zoals afmetingen, gewicht, luchtbron, waterbron, waterdruk en waterolume. In de olgende tabellen ziet u de specificaties an de warmtewisselaar. 32 Voorbereiding an de installatielocatie

49 Tabel 4. Specificaties oor 19-inch EIA-rail-warmtewisselaar Klepgrootte Diepte: 142,6 mm (5,6 in.) Hoogte: 1945,4 mm (76,6 in.) Breedte: 639 mm (25,2 in.) Grootte warmtewisselaar Diepte: 67 mm (2,6 in.) Hoogte: 1791,3 mm (70,5 in.) Breedte: 438,6 mm (17,3 in.) Gewicht achterklep Leeg: 29,9 kg (66 lb) Geuld: 35,6 kg (78,5 lb) Warmteafoercapaciteit achterklep Voorbeelden an de warmteafoercapaciteit indt u in de afbeeldingen in Prestaties an warmtewisselaar. In het algemeen wordt de warmteafoer bij de olgende omstandigheden hoger: Als de watertemperature lager is. Als de waterstroming toeneemt. Als de warmtebelasting an de serer afneemt. De capaciteit an de warmteafoer arieert met de temperatuur an het water, de stroomsnelheid an het water, luchttemperatuur en -stroming en totale warmtebelasting an de serers. De warmteafoer an een gebruikelijke ol geladen kast (20-32 kw) is ongeeer 55-85%. Luchterplaatsing Veroorzaakt door serers en andere apparaten in het rek Luchtbron oor serers Lucht oor oorkant an het rek. Lucht wordt door serers uitgestoten, loopt door de warmtewisselaar an de achterklep en komt terecht in de ruimte (open lus) Verschil luchttemperatuur Voor producten met een hoge warmteafgifte geldt dat het erschil in de luchttemperatuur maximaal 25 C kan zijn tussen de lucht die de rekapparatuur erlaat en de lucht die de warmtewisselaar erlaat. Luchtimpedantie Het erschil in luchtdruk in de warmtewisselaar is gelijk aan de akoestische 19-inch achterklep an IBM Waterbron Wordt door gebruiker geleerd en moet oldoen aan de specificaties in dit onderwerp. Waterdruk Normaal: 137,93 kpa (20 psi) Maximum: 689,66 kpa (100 psi) Drukerschil in warmtewisselaar: ongeeer 48 kpa (7 psi) Waterolume Warmtewisselaar: 2,8 liter Warmtewisselaar plus toeoer- en afoerslangen naar de pompeenheid: Maximum an ongeeer 15,1 liter exclusief de pompeenheid en reseroir Watertemperatuur Als de koelingseenheid an de secundaire lus geen dauwpuntcontrole heeft, moet een temperatuur an 18 C +/- 1 C worden aangehouden. Een lagere temperatuur an het water is toegestaan mits de watertoeoer wordt bewaakt en wordt aangepast zodat deze boen het dauwpunt an de ruimte blijft (waar de warmtewisselaar zich beindt). Vereiste stroomsnelheid (gemeten bij de toeoeraansluiting an de warmtewisselaar) Minimum: 22,7 liter per minuut Maximum: 37,9 liter per minuut Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 33

50 Tabel 5. Specificaties oor 24-inch EIA-rail-warmtewisselaar Klepgrootte Diepte: 142,6 mm (5,6 in.) Hoogte: 1945,4 mm (76,6 in.) Breedte: 771,8 mm (30,4 in.) Grootte warmtewisselaar Diepte: 67 mm (2,6 in.) Hoogte: 1791,3 mm (70,5 in.) Breedte: 574,6 mm (22,6 in.) Gewicht achterklep Leeg: 31,7 kg (70 lb) Geuld: 39,9 kg (88,2 lb) Warmteafoercapaciteit achterklep Laboratoriumtesten wijzen uit dat er een erbetering an 10 procent is ten opzichte an de 19-inch ersie an de klep. Maximaal 17 kw ( Btu/uur) warmteafoer mogelijk Luchterplaatsing Veroorzaakt door serers en andere apparaten in het rek Luchtbron oor serers Lucht oor oorkant an het rek. Lucht wordt door serers uitgestoten, loopt door de warmtewisselaar an de achterklep en komt terecht in de ruimte (open lus) Verschil luchttemperatuur Voor producten met een hoge warmteafgifte geldt dat het erschil in de luchttemperatuur maximaal 25 C kan zijn tussen de lucht die de rekapparatuur erlaat en de lucht die de warmtewisselaar erlaat. Luchtimpedantie Het erschil in luchtdruk in de warmtewisselaar is gelijk aan de akoestische 24-inch achterklep an IBM Waterbron Wordt door gebruiker geleerd en moet oldoen aan de specificaties in dit onderwerp. 3/4-inch aansluitingen op de loer Slang met een minimale 3/4-inch binnendiameter ereist Waterdruk Normaal: 137,93 kpa (20 psi) Maximum: 689,66 kpa (100 psi) Drukerschil in warmtewisselaar: ongeeer 48 kpa (7 psi) Waterolume Warmtewisselaar: 5,3 liter Warmtewisselaar plus toeoer- en afoerslangen naar de pompeenheid: Maximum an ongeeer 15,1 liter exclusief de pompeenheid en reseroir Watertemperatuur Als de koelingseenheid an de secundaire lus geen dauwpuntcontrole heeft, moet een temperatuur an 18 C +/- 1 C worden aangehouden. Een lagere temperatuur an het water is toegestaan mits de watertoeoer wordt bewaakt en wordt aangepast zodat deze boen het dauwpunt an de ruimte blijft (waar de warmtewisselaar zich beindt). Vereiste stroomsnelheid (gemeten bij de toeoeraansluiting an de warmtewisselaar) Minimum: 22,7 liter per minuut Maximum: 37,9 liter per minuut Warmtewisselaarkit De warmtewisselaarkit bestaat uit de onderstaande onderdelen die in de olgende afbeeldingen worden weergegeen. Klep Scharnierenset Apparaat oor het erwijderen an lucht 34 Voorbereiding an de installatielocatie

51 Figuur 12. Onderdelen an de warmtewisselaarkit oor 19-inch EIA-rail-rekken Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 35

52 Figuur 13. Onderdelen an de warmtewisselaarkit oor 24-inch EIA-rail-rekken Verwante onderwerpen: Prestaties an de warmtewisselaar Informatie oer de prestaties an de warmtewisselaar op de achterklep Prestaties an de warmtewisselaar Informatie oer de prestaties an de warmtewisselaar op de achterklep Een oorbeeld an de erwachte prestaties an de warmtewisselaar op de achterklep ziet u in de afbeelding in Gebruikelijke prestaties an een warmtewisselaar op de achterklep, hittelast 32 kw bij een temperatuur an aangeoerde lucht an 24 C met een olledig geuld rek met rijwel uniforme spreiding an ermogen, hittelast an 32 kw en de entilators draaiend op nominale snelheid (1530 cfm). Door de temperatuur an het aanoerwater en de stroomsnelheid an het water te selecteren, kunt u de aangegeen warmteafoer inschatten. Deze waarden kunnen worden bereikt met normale kabelopeningen in het rek en met de kleine luchtuitlaat onderaan de klep (er kan een klein beetje hete lucht ontsnappen uit het rek zonder koeling door de klep). 36 Voorbereiding an de installatielocatie

53 Percentage warmteafgifte Watertemperatuur 12 C 14 C 16 C 18 C 20 C Stroomsnelheid water (gpm) IPHAD589-0 Figuur 14. Gebruikelijke prestaties an een warmtewisselaar in de achterklep, 32 kw warmteafgifte. Percentage warmteafoer als functie an de watertemperatuur en stroomsnelheid. (In rek ingeoerde lucht 24 C, 32 kw reklast, 1530 cfm lucht door de warmtewisselaar op de achterklep) Zoals aangegeen in Specificaties an warmtewisselaar kan een watertemperatuur onder 18 C alleen worden gebruikt als het systeem dat het water aanoert in staat is het dauwpunt an de ruimte te meten en de watertemperatuur daaraan aan te aanpassen. Een ander oorbeeld an prestatiegegeens ziet u in Gebruikelijke prestaties an een warmtewisselaar in de achterklep, 20 kw warmteafgifte onder identieke omstandigheden als in Gebruikelijke prestaties an een warmtewisselaar in de achterklep, 32 kw warmteafgifte, maar an met een warmteafgifte an 20 kw. Door de lagere warmteafgifte kan een bepaald koelingsnieau worden bereikt met warmer water, een lagere stroomsnelheid, of beide. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 37

54 Percentage warmteafgifte Waterspecificaties oor de secundaire koelingslus Hier indt u informatie oer de waterspecificaties oor de secundaire koelingslus an de warmtewisselaar. Watertemperatuur 12 C 14 C 16 C 18 C 20 C Stroomsnelheid water (gpm) IPHAD590-0 Figuur 15. Gebruikelijke prestaties an een warmtewisselaar in de achterklep, 20 kw warmteafgifte. Percentage warmteafoer als functie an de watertemperatuur en stroomsnelheid. (In rek ingeoerde lucht 24 C, 20 kw reklast, 1530 cfm lucht door de warmtewisselaar op de achterklep) Het is belangrijk dat het water dat naar de warmtewisselaar wordt geoerd aan de ereisten oldoet die in dit onderwerp worden beschreen; anders kunnen er na erloop an tijd systeemstoringen optreden ten geolge an: Lekkages die het geolg zijn an roest en het ontstaan an putjes op de metalen onderdelen an de warmtewisselaar of het watertoeoersysteem orming an schilferafzetting in de warmtewisselaar, hetgeen de olgende problemen kan eroorzaken: Een afname an het ermogen an de warmtewisselaar om de lucht te koelen die door het rek wordt uitgestoten. Storing an mechanische apparatuur, zoals een slang-adapter. Organische besmetting, zoals bacteriën, schimmels of algen. Deze besmetting kan dezelfde problemen eroorzaken als de problemen die zijn beschreen oor schilferafzetting. Waterbeheer en conditionering oor de secundaire koelingslus Het water dat wordt gebruikt om de warmtewisselaar te ullen en bij te ullen moet deeltjesrij, gedeïoniseerd water of deeltjesrij, gedistilleerd water zijn en moet worden gecontroleerd op de olgende problemen te oorkomen. Metaalcorrosie Bacteriële eruiling Schilfering 38 Voorbereiding an de installatielocatie

55 Vanwege de specifieke watertemperaturen (beschreen in Specificaties oor watertoeoer oor secundaire lussen) mag het water niet afkomstig zijn an het primaire watersysteem an het gebouw. Geconditioneerd water oor de warmtewisselaar moet worden aangeoerd als onderdeel an een secundair systeem met een gesloten lus. Belangrijk: Het gebruik an glycol-oplossingen wordt niet aangeraden omdat deze een negatief effect kunnen hebben op de koelingsprestaties an de warmtewisselaar. Materialen oor secundaire lussen In dit onderwerp worden de materialen besproken die worden gebruikt in aanoerleidingen, aansluitingen, erdeelstukken, pompen, slangen en andere apparatuur waaruit het watertoeoersysteem met gesloten lus op uw locatie bestaat. Koper Messing dat minder dan 30 procent zink beat Roestrij staal 303, 304 of 316 EPDM-rubber (Ethylene Propylene Diene Monomer) peroxidebestendig, niet-metaaloxiderend Materialen die moeten worden ermeden in secundaire lussen Gebruik geen an de olgende materialen in geen enkel onderdeel an uw watertoeoersysteem. Oxiderende biociden, zoals chloor, broom en chloordioxide Aluminium Messing met meer dan 30 procent zink Ijzer (geen roestrij staal) Watertoeoerereisten oor secundaire lussen In dit onderwerp worden de specifieke kenmerken beschreen an het systeem dat de warmtewisselaar an gekoeld, geconditioneerd water oorziet. Temperatuur De warmtewisselaar, de toeoerslang en de afoerslang zijn niet geïsoleerd en beschikken niet oer oorzieningen om condensorming tegen te gaan. Vermijd elke omstandigheid die condensatie kan eroorzaken. De temperatuur an het water in de toeoerslang, de afoerslang en de warmtewisselaar moet boen het dauwpunt worden gehouden an de locatie waar de warmtewisselaar wordt gebruikt. Waarschuwing: Primair gekoeld water is te koud om in deze toepassing te worden gebruikt, omdat gekoeld water an het gebouw 4-6 C graden koud kan zijn. Belangrijk: Als het systeem dat het koelwater aanoert niet in staat is om het dauwpunt an de ruimte te meten en de watertemperatuur erolgens automatisch toe te passen, moet oor de minimale watertemperatuur 18 graden C plus of min 1 graad C worden aangehouden. Dit komt oereen met de ASHRAE Class 1 Enironmental Specification waarin een maximaal dauwpunt an 17 graden C ereist is. Raadpleeg het ASHRAE-document met de titel Thermal Guidelines for Data Processing Enironments. Informatie oer het erkrijgen an dit document indt u op de website an ASHRAE Technical Committee. Zoek naar document-id ASHRAE TC 9.9. Druk Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 39

56 De waterdruk in de secundaire lus moet minder zijn dan het maximum an 689,66 kpa. Omwille an de eiligheid moet ergens in het watercircuit een oerdrukentiel op deze maximumwaarde worden ingesteld. De normale druk an de warmtewisselaar oor de achterklep moet 137,93 kpa (20 psi) of minder zijn. Stroomsnelheide De stroomsnelheid an het water in het systeem moet allen in het bereik an liters per minuut. Het terugallen an de druk ersus de stroomsnelheid oor warmtewisselaars (inclusief aansluitingen) wordt gedefinieerd als ongeeer 48 kpa (7 psi) tegen 30 liter per minuut. Het wordt aangeraden om aanpasbare afsluiters te installeren op alle aanoerleidingen an het watercircuit, zodat er aan deze stroomspecificatie kan worden oldaan. Waterolumelimieten De warmtewisselaars kunnen tussen 2,8 en 5.3 liter beatten. Vijftien meter lengte an 19 mm dikke toeoer- en aanoerslangen beatten ongeeer 9,4 liter. Om het geaar an oerstromingen in het geal an lekkage zoeel mogelijk te beperken, moet het olledige productkoelsysteem (warmtewisselaar, toeoerslang en afoerslang), exclusief een eentuele opslagtank, maximaal 15,1 liter water beatten. Deze opmerking is bedoeld als waarschuwing, niet als een functionele ereiste. U kunt ook methoden oor het ontdekken an lekkages in de secundaire lus gebruiken waarmee de warmtewisselaar an water wordt oorzien. Blootstelling aan lucht De secundaire koelingslus is een gesloten lus, zonder doorlopende blootstelling aan de lucht in de ruimte. Nadat u de lus hebt geuld, moet u alle lucht uit de lus erwijderen. De boenkant an elk erdeelstuk an de warmtewisselaar is oorzien an ontluchtingskleppen om alle lucht uit het systeem te kunnen halen. Verwante onderwerpen: Watertoeoerspecificaties oor secundaire lussen Via de secundaire lus an het toeoersysteem wordt de warmtewisselaar an gekoeld water oorzien. De secundaire lus bestaat uit de weergegeen onderdelen. Verwante informatie: ASHRAE Technical Committee Richtlijnen an ASHRAE zijn ook te inden op deze website Watertoeoerspecificaties oor secundaire lussen Via de secundaire lus an het toeoersysteem wordt de warmtewisselaar an gekoeld water oorzien. De secundaire lus bestaat uit de weergegeen onderdelen. In dit onderwerp worden de erschillende onderdelen besproken waaruit het toeoersysteem bestaat oor de secundaire die de warmtewisselaar an gekoeld, geconditioneerd water oorziet. Het toeoersysteem bestaat uit pijpen, slangen en de ereiste aansluitingen waarmee de warmtewisselaar moet worden aangesloten. Teens wordt beschreen hoe de slangen moeten worden geplaatst in omgeingen met een erhoogde loer of een niet erhoogde loer. 40 Voorbereiding an de installatielocatie

57 Waarschuwing: Voldoen aan ISO De beeiliging oor oerdruk moet oldoen aan de olgende ereisten: Opmerking: Voer een zoekopdracht uit naar ISO Zodanig geïnstalleerd zijn, dat eenoudige toegang mogelijk is oor inspectie, onderhoud en reparatie. Zo dicht mogelijk aangesloten zijn op het apparaat dat beschermd moet worden. Alleen bij te stellen zijn met behulp an gereedschap. Een uitlaatopening te hebben die zo is gericht dat afoerwater geen geaar kan opleeren oor, of gericht is naar, personen. Een adequate uitlaatcapaciteit te hebben om eroor te zorgen dat de maximumdruk niet wordt oerschreden. Is geïnstalleerd zonder een uitschakelklep tussen het beeiligingsapparaat en het beschermde apparaat. De primaire koelingslus bestaat uit de door het gebouw geleerde toeoer an gekoeld water of een modulaire koelingseenheid. De primaire lus moet om twee redenen niet als de rechtstreekse koelingsbron oor de warmtewisselaar worden gebruikt. Ten eerste: water onder het dauwpunt eroorzaakt ochtafzetting op de warmtewisselaar als deze wordt gebruikt (er drupt condensatie naar beneden dat onder het rek blijft liggen). Ten tweede: als er geen goede lekkagedetectie is geïnstalleerd (bijoorbeeld bewaakte lekkagetape, lekkagesensoren en automatische afsluitkleppen) en er een lekkage optreedt in de deur, de slangen of de erdeelstukken, kan de constante en enorme toeoer an water uit de primaire lus tot geolg hebben dat er grote hoeeelheden water in het computercentrum terechtkomen. Als water wordt aangeoerd in een gecontroleerde en bewaakte secundaire, gesloten lus wordt de hoeeelheid water die rijkomt tijdens een mogelijke lekkage beperkt en ontstaat er geen condensatie. Voor dit ontwerp is het ereist om de onderdelen die nodig zijn om het secundaire koelingslussysteem te maken, aan te schaffen en te installeren. Dit alt onder uw erantwoordelijkheid. Voor suggesties oor het aanschaffen an slangen en koelingseenheden, raadpleegt u Leeranciers an flexibele slangen en Leeranciers an koeleenheden. Het belangrijkste doel an dit onderwerp is het erschaffen an oorbeelden an standaardmethoden oor de installatie an secundaire lussen en de operationele oorwaarden die nodig zijn oor een geschikte en eilige watertoeoer naar de warmtewisselaar. De belangrijkste onderdelen die worden aanbeolen oor de watertoeoer en -afoer zijn: Aansluitingen die passen op de aansluitingen op de warmtewisselaar. Flexibele slangen Thermische feedback naar een afsluiter waarmee de temperatuur an het aangeoerde water wordt aangepast en gecontroleerd Oerdrukentiel Afsluitkleppen oor elke leiding die naar een klep leidt Aanpasbare afsluiters oor elk toeoerleiding naar een klep Het werkelijke aantal warmtewisselaars die met een secundaire lus erbonden kunnen zijn, hangt af an de capaciteit an de secundaire lus om warmte af te oeren naar de primaire lus. Als de secundaire lus bijoorbeeld 100 kw warmtebelasting kan afoeren en u erschillende 25 kw-rekken hebt, kan er per rek 12,5 kw naar de waterlus worden afgeoerd (ooropgesteld dat 50 procent an de warmte door de deur wordt afgeoerd) en kunt u acht kleppen op de secundaire lus aansluiten. De olgende afbeelding beat een oorbeeld an een watertoeoersysteem. Het werkelijke aantal warmtewisselaars die met een secundaire lus erbonden kunnen zijn, hangt af an de capaciteit an de koelingseenheid (CDU) waarmee de secundaire lus wordt aangedreen. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 41

58 Koelwateroorziening gebouw Temperatuurfeedback aan secundaire zijde om watertemperatuur olgens specificatie te houden T Redundante pompen Aanoer A F A F A F A F A F Warmtewisselaars achterkleppen Afoer Flexibele slangen, maximaal 15,24 m lang Stroombesturingsklep s Oerdrukentiel (gebaseerd op maximaal toegepaste druk) Expansieat Distributieerdeelstukken Snelkoppelingen Warmtewisselaar Uitschakelkleppen A F Aanoer A F Afsluiters oor stroomsterkte Afoer IPHAD593-0 Figuur 16. Koelingseenheid die gebruikmaakt an een watertoeoersysteem an het gebouw De olgende afbeelding beat een oorbeeld an een oeral erkrijgbare modulaire koelingseenheid (CDU). Het werkelijke aantal warmtewisselaars die met een secundaire lus erbonden kunnen zijn, hangt af an de capaciteit an de koelingseenheid (CDU) waarmee de secundaire lus wordt aangedreen. 42 Voorbereiding an de installatielocatie

59 Uitschakelkleppen A F A F Aanoer Afsluiters oor stroomsterkte Afoer Temperatuurfeedback aan secundaire zijde om watertemperatuur olgens specificatie te houden Oerdrukentiel (gebaseerd op maximaal toegepaste druk) Snelkoppelingen Warmtewisselaars achterkleppen Koelwateroorziening gebouw T Aanoer Afoer A F A F A F A F A F Distributieerdeelstukken Flexibele slangen, maximaal 15,24 m lang Aanbeolen oorzieningen oor door leerancier gebouwde centrale distributie-eenheid (CDU): - Temperatuur- en stromingsmeting (monitoring) - Lekkagedetectie of waternieausensor en afsluiting - Lokale en niet-lokale monitoring en controle - Toegang oor bijullen en waterbehandeling IPHAD594-0 Figuur 17. Koelingseenheid die gebruikmaakt an oeral erkrijgbare leeranciersoplossingen In de olgende afbeelding ziet u een oorbeeld an een waterkoelingseenheid die geconditioneerd water naar een of meer warmtewisselaars oert. Dit moet een gesloten systeem zijn (geen blootstelling an het water aan de lucht), dat moet oldoen aan alle specificaties oor materiaal, waterkwaliteit, waterbehandeling, -temperatuur en -druk die in dit document zijn gedefinieerd. Een waterkoeleenheid wordt gezien als een acceptabel alternatief oor een koelwateroorziening an het gebouw ter erwijdering an de warmte an een warmtewisselaar in de achterklep. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 43

60 Uitschakelkleppen A F A F Aanoer Afsluiters oor stroomsterkte Afoer Temperatuurfeedback aan secundaire zijde om watertemperatuur olgens specificatie te houden Oerdrukentiel (gebaseerd op maximaal toegepaste druk) Snelkoppelingen Warmtewisselaars achterkleppen T Aanoer A F A F A F A F A F Afoer Flexibele slangen, Distributieerdeelstukken maximaal 15,24 m lang Vereiste oorzieningen oor door leerancier gebouwde waterkoelinstallatie: - Temperatuur- en stromingsmeting (monitoring) - Lekkagedetectie of waternieausensor en afsluiting - Lokale en niet-lokale monitoring en controle - Toegang oor bijullen en waterbehandeling IPHAD591-0 Figuur 18. Koeleenheid die gebruik maakt an een waterkoeleenheid oor de erzorging an geconditioneerd water In het olgende oorbeeld wordt een standaardkoelingsoplossing afgebeeld en worden de onderdelen an de primaire koelingslus en de onderdelen an de secundaire koelingslus gedefinieerd. 44 Voorbereiding an de installatielocatie

61 Koelwateroorziening gebouw Temperatuurfeedback aan secundaire zijde om watertemperatuur olgens specificatie te houden s T Oerdrukentiel (gebaseerd op maximaal toegepaste druk) Aanoer Redundante pompen Afoer A F A F A F A F A F Warmtewisselaars achterkleppen Flexibele slangen, maximaal 15,24 m lang Secundaire koelingslus 1 (behandeld water) Primaire koelingslus (gekoeld water an gebouw) Temperatuurfeedback aan secundaire zijde om watertemperatuur olgens specificatie Stroombesturingsklep te houden Stroombesturingsklep s T Oerdrukentiel (gebaseerd op maximaal toegepaste druk) Aanoer Redundante pompen A F A F A F A F A F Warmtewisselaars achterkleppen Secundaire koelingslus 2 (behandeld water) Afoer Flexibele slangen, maximaal 15,24 m lang Temperatuurfeedback aan secundaire zijde om watertemperatuur olgens specificatie te houden Stroombesturingsklep s T Oerdrukentiel (gebaseerd op maximaal toegepaste druk) Aanoer Redundante pompen A F A F A F A F A F Warmtewisselaars achterkleppen Secundaire koelingslus 3 (behandeld water) Afoer Flexibele slangen, maximaal 15,24 m lang Expansieat Expansieat Expansieat Distributieerdeelstukken Distributieerdeelstukken Distributieerdeelstukken Snelkoppelingen Snelkoppelingen Snelkoppelingen Warmtewisselaar Warmtewisselaar Warmtewisselaar Uitschakelkleppen A F A F Aanoer Afsluiters oor stroomsterkte Afoer IPHAD592-0 Figuur 19. Primaire en secundaire koelingslussen Verdeelstukken en pijpen Verdeelstukken waarop pijpen met een grote diameter an een pompeenheid kunnen worden aangesloten ormen de beste methode om de waterstroom te splitsen naar pijpen met een kleinere diameter of naar slangen die naar afzonderlijke warmtewisselaars worden geleid. Verdeelstukken moeten gemaakt zijn an Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 45

62 materiaal dat met de pompeenheid en de bijbehorende pijpen kan worden gebruikt. Zie Waterspecificaties oor de secundaire koelingslus. De erdeelstukken moeten oldoende aansluitingspunten hebben zodat er een eenredig aantal toeoer- en afoerleidingen kan worden aangesloten en de erdeelstukken moeten de capaciteit aankunnen an de pompen en de warmtewisselaar (tussen de secundaire koelingslus en de bron met gekoeld water an het gebouw). Veranker alle erdeelstukken of zet deze goed ast zodat de erdeelstukken niet kunnen bewegen als er aansluitingen worden aangesloten en wanneer kleppen of entielen worden geopend of gesloten. Voorbeeld an de grootte an toeoerpijpen an erdeelstukken Gebruik een toeoerpijp an 50,8 mm (2 in.) oor een juiste toeoer naar zes (100 kw CDU) toeoerslangen an 19 mm (0,75 in.).. Gebruik een toeoerpijp an 63,5 mm (2,50 in.) oor een juiste toeoer naar acht (120 kw CDU) toeoerslangen an 19 mm (0,75 in.).. Gebruik een toeoerpijp an 88,9 mm (3,50 in.) oor een juiste toeoer naar twintig (300 kw CDU) toeoerslangen an 19 mm (0,75 in.).. U wordt aangeraden om afsluitkleppen te gebruiken oor elke toeoer- en afoerleiding anuit het erdeelstuk zodat de waterstroom in afzonderlijke leidingen an erschillende circuitlussen kan worden stopgezet. Op deze manier kan er onderhoud worden erricht of kan een afzonderlijke warmtewisselaar worden erangen zonder dat de werking an de ander warmtewisselaars in de lus wordt beïnloed. Aanpasbare afsluiters worden ook aangeraden oor elke toeoerleiding anuit een toeoererdeelstuk zodat er wijzigingen kunnen worden aangebracht in de aanoer naar elk afzonderlijk rek, in het geal dat er warmtewisselaars oor deurkleppen worden toegeoegd aan of worden erwijderd uit de secundaire lus (met deze methode blijft de wateraanoer binnen de specificaties die gelden oor elke warmtewisselaar). Het wordt aanbeolen om de temperatuur en waterstroom in secundaire lussen te meten (te bewaken) om eroor te zorgen dat er aan de waterspecificaties wordt oldaan en dat er een optimale warmteafoer plaatsindt. Veranker alle erdeelstukken en pijpen of zet deze goed ast zodat deze niet kunnen bewegen als er aansluitingen op de erdeelstukken worden aangesloten. De olgende afbeelding beat een oorbeeld an een typische centrale erdeelstukindeling waarmee water wordt aangeoerd naar erschillende warmtewisselaars. 46 Voorbereiding an de installatielocatie

63 Figuur 20. Typische centrale erdeelstukindeling op een centrale locatie. In de olgende afbeelding wordt een andere indeling oor erschillende watercircuits weergegeen. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 47

64 Figuur 21. Gangbaar centraal erdeelstuk (op een centrale locatie oor erschillende watercircuits) In de olgende afbeelding wordt een uitgebreide erdeelstukindeling weergeen. 48 Voorbereiding an de installatielocatie

65 Figuur 22. Typisch uitgebreid erdeelstuk (dat zich langs paden tussen rekken beindt). Flexibele slangen en aansluitingen op erdeelstukken en warmtewisselaars De configuraties an pijpen en slangen kunnen erschillen en worden bepaald door de behoeften an uw faciliteit te analyseren. Een dergelijke analyse kan worden gemaakt door een medewerker die de locatie oorbereidt. Flexibele slangen zijn nodig om water aan en af te oeren tussen de aste onderdelen (erdeelstukken en koelingseenheden) en de warmtewisselaar (waardoor er ruimte ontstaat om de achterklep an het rek te openen en te sluiten). Er zijn waterslangen beschikbaar waarin de waterdruk op een acceptabele manier afneemt zodat bepaalde roestonderdrukkers niet worden uitgeput. Deze slangen moeten gemaakt zijn an EPDM-rubber (Ethylene Propylene Diene Monomer), een peroxidebestendig, niet-metaaloxiderend materiaal, en hebben aan elk uiteinde een Parker Fluid-aansluiting. Deze aansluitingen worden hieronder gedefinieerd en passen op de aansluitingen an de warmtewisselaar. Er zijn slangen met een lengte an 3-15 m met tussenstappen an 3 m beschikbaar. Slangen die langer zijn dan 15 m kunnen een onacceptabel drukerlies in het secundaire circuit eroorzaken en op die manier de warmteafoermogelijkheden an de warmtewisselaar erminderen. Voor een aanbeolen leerancier an deze slangen raadpleegt u de tabel in Leerancier oor dierse onderdelen. Gebruik solide pijpen of buizen met een minimale binnendiameter an 19 mm (0,75 in.) en zo min mogelijk erbindingsstukken tussen een erdeelstuk en een warmtewisselaar in elke secundaire lus. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 49

66 Er worden aansluitingen gebruikt om de slangen of aste pijpen aan te sluiten op de erdeelstukken en de warmtewisselaars oor achterkleppen. Slangaansluitingen die worden aangesloten op de warmtewisselaar moeten de olgende kenmerken hebben. De aansluitingen moeten zijn gemaakt an passiee roestrijstalen of koperen aansluitingen an de 300-L-serie die minder dan 30 procent zink beatten. De grootte an de aansluiting is 19 mm (0,75 in.). De toeoerslang moet een Parker-aansluitingsnippel (mannetje) hebben, onderdeelnummer SH6-63-W, of ergelijkbaar. De afoerslang moet een Parker-aansluitingsnippel (rouwtje) hebben, onderdeelnummer SH6-62-W, of ergelijkbaar. Aan het andere einde (erdeelstuk) an de slangen kunt u het beste ergelijkbare aansluitingen gebruiken. Als andere typen gewenst zijn, is het raadzaam om positiee ergrendelingsmechanismen te gebruiken om te oorkomen dat er water lekt als de slangen worden losgekoppeld. De aansluitingen moeten eroor zorgen dat er geen water wordt gemorst en er lucht in het systeem komt als de aansluitingen worden losgekoppeld. Opmerking: Als u toeoer- en afoerlussen maakt, is het raadzaam om elektrische erbindingen niet direct onder de wateraansluitingen te plaatsen. Dit zijn gebieden waar water kan worden gemorst als er met de waterlus wordt gewerkt. Het morsen an water op elektrische erbindingen kan elektriciteitsproblemen of een oneilige omgeing eroorzaken. Verwante onderwerpen: Waterspecificaties oor de secundaire koelingslus op pagina 38 Hier indt u informatie oer de waterspecificaties oor de secundaire koelingslus an de warmtewisselaar. Verwante erwijzing: Leeranciers an koelingseenheden (CDU's) op pagina 62 Dit onderwerp beat een lijst met mogelijke leeranciers an koelingseenheden. Leerancier an dierse onderdelen op pagina 61 Informatie oer leerancier en contactpersonen oor dierse onderdelen oor de secundaire koeling wordt erstrekt. Indeling en mechanische installatie De indeling en mechanische installatie an uw warmtewisselaar is afhankelijk an een aantal factoren. Gebruik deze informatie oor de planning an uw specifieke configuratie. Hieronder indt u een oerzicht an de installatiestappen. Er worden ook oorbeelden gegeen an standaardindelingen oor watercircuits. Oerzicht an de installatie an de warmtewisselaar Dit zijn de belangrijkste taken oor installatie an de warmtewisselaar. 1. Uw faciliteit oorbereiden zodat er olgens de ereiste specificaties water naar het rek kan worden geleid. 2. De bestaande achterklep an het rek erwijderen en de nieuwe scharnieren en een nieuwe ergrendelingsplaat installeren. 3. De warmtewisselaar oor de klep aan het rek beestigen. 4. Flexibele slangen aanleggen waarbij oldoende ruimte aan de achterkant an het rek wordt oergelaten om eenoudig erbindingen met de warmtewisselaar aan te brengen. 5. De watertoeoer- en de waterafoerslang aansluiten die an de koelingseenheid (CDU) of het erdeelstuk naar de warmtewisselaar loopt. 6. De warmtewisselaar ullen met water. 7. De slangen aanpassen en inspecteren om eroor te zorgen dat er geen knikken in de slangen zitten en dat de slangen niet oer scherpe randen lopen. 8. De ergrendeling an de klep aanpassen zodat de klep plat tegen het rek zit en alle pakkingen goed afsluiten. 50 Voorbereiding an de installatielocatie

67 Opmerking: Om eiligheidsredenen moet de installatie an de warmtewisselaar door getraind onderhoudspersoneel (of gekwalificeerde beroepskrachten) worden uitgeoerd. Oerzicht an het ullen en leegmaken an de warmtewisselaar In deze stapsgewijze procedure wordt beschreen hoe u de warmtewisselaar moet leegmaken en ullen. 1. Als u een warmtewisselaar ult met water moet u het apparaat waarmee u lucht kunt erwijderen gebruiken dat bij de warmtewisselaar wordt geleerd om lucht uit de erdeelstukken an de warmtewisselaar te erwijderen. Opmerking: Als u dit apparaat astmaakt of loskoppelt moet de klep an het apparaat geopend zijn om de waterdruk op de ontluchtingskleppen te erminderen zodat er minder water uit de kleppen kan lopen als het apparaat wordt astgemaakt of losgekoppeld. Er moeten waterbakken beschikbaar zijn om het water op te angen. De waterbak moet minimaal 2 liter kunnen beatten als u lucht erwijdert en minimaal 6 liter als u de warmtewisselaar laat leeglopen. 2. U moet de warmtewisselaar eerst laten leeglopen oordat de klep die de warmtewisselaar beat uit het rek kan worden erwijderd of oordat een rek waarin een warmtewisselaar is geïnstalleerd kan worden erplaatst. Het apparaat oor het erwijderen an lucht kan worden astgemaakt aan de afoeraansluiting aan de onderkant an de warmtewisselaar om het water weg te laten lopen. 3. Gebruik absorberend materiaal, zoals doeken, onder het werkgebied om water op te angen dat kan worden gemorst als een warmtewisselaar wordt geuld of leeggemaakt. Planning oor warmtewisselaars in een omgeing met een erhoogde loer Hiermee kunt u warmtewisselaars plannen in een omgeing met een erhoogde loer. Op een erhoogde loer worden slangen onder de loertegels geplaatst en worden achter het rek ia speciale uitsparingen in de loertegel naar boen geleid. De slangen worden aangesloten op de aansluitingen aan de onderkant an de warmtewisselaar. Opmerking: In de olgende oorbeelden wordt de optimale plaatsing en de grootte an de openingen afgebeeld die oor slangen worden gebruikt. Voor sommige producten kunnen er in de installatieplanningsdocumenten an IBM andere plaatsen oor gaten worden aanbeolen (oor zware rekken is het bijoorbeeld niet toegestaan om openingen aan te brengen in tegels waarom de wielen an het rek rusten). De specifieke productereisten hebben oorrang op de ereisten die in dit onderwerp worden besproken. U moet zich ook houden aan aanbeelingen oor openingen in ersteigde tegels oor sokkels en dwarsbalken ersus niet ersteigde tegels. De bestaande tegeluitsparingen oor elektrische of andere kabels kunnen worden gebruikt (of worden uitgebreid) oor de slangen, als er oldoende ruimte beschikbaar is en de beide slangen nog goed kunnen bewegen als de klep wordt geopend of gesloten. In het algemeen moeten de slangen uit de loertegels komen op plekken waar er geen grote krachten op de slangen wordt uitgeoefend en de slangen niet kunnen schuren waardoor deze kunnen gaan lekken. Vereisten en beheer an slangen oor een erhoogde loer Een warmtewisselaar heeft standaard een loertegel an 0,6 m bij 0,6 m onder zich en aan de oorkant an het rek nodig. Er wordt een opening in de tegel gemaakt die op de juiste manier moet worden beschermd tegen scherpe randen. De hoekopening wordt direct onder de scharnierende kant an de achterklep an het rek geplaatst. De grootte an de opening is 152,4 mm breed en 190,5 mm lang +/- 12,7 mm (6,0 in. breed en 7,5 in. lang +/- 0,5 in.) in de lengterichting ten opzichte an de klep. In de olgende afbeeldingen ziet u oorbeelden an methoden oor het plaatsen an slangen. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 51

68 Figuur 23. Voorbeeld 1 oor het plaatsen an slangen op een erhoogde loer: grootte en plaats an de uitsparing in de tegel oor 19-inch EIA-rail-rekken 52 Voorbereiding an de installatielocatie

69 Figuur 24. Voorbeeld 1 oor het plaatsen an slangen op een erhoogde loer: grootte en plaats an de uitsparing in de tegel oor 24-inch EIA-rail-rekken Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 53

70 Figuur 25. Voorbeeld 1 oor het plaatsen an slangen op een erhoogde loer. Grootte en plaats an de uitsparing in de tegel oor 19-inch EIA-rail-rekken. Figuur 26. Voorbeeld 1 oor het plaatsen an slangen op een erhoogde loer: grootte en plaats an de uitsparing in de tegel oor 24-inch EIA-rail-rekken Een ander oorbeeld: oor rekken die tegelijkertijd met de warmtewisselaar worden geïnstalleerd en in geallen waarbij in de installatieplanning uitsparingen an de tegel onder het rek zijn toegestaan, ereist 54 Voorbereiding an de installatielocatie

71 elke warmtewisselaar nog steeds een speciale uitgesneden tegel an 0,6 m bij 0,6 m. De loertegel wordt echter olledig binnen de omang an het rek geplaatst. Er wordt een aangepaste kabelopening of een aparte opening oor de slang gebruikt. Flexible slangen die een rechthoekige elleboogpijp hebben, worden gebruikt om de slangen met een grote lus onder het rek door te laten lopen zodat de slang nog kan bewegen als de klep wordt geopend en gesloten. In de olgende afbeeldingen wordt weergegeen hoe slangen onder een rek kunnen doorlopen en de slang oldoende lengte heeft om rijelijk te bewegen als de klep wordt geopend en gesloten. Figuur 27. Voorbeeld 2 oor het plaatsen an slangen op een erhoogde loer en een niet erhoogde loer. Lus onder het 19-inch EIA-rail-rek met de klep gesloten Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 55

72 Figuur 28. Voorbeeld 2 oor het plaatsen an slangen op een erhoogde loer en een niet erhoogde loer. Lus onder het 24-inch EIA-rail-rek met de klep gesloten 56 Voorbereiding an de installatielocatie

73 Figuur 29. Voorbeeld 2 oor het plaatsen an slangen op een erhoogde loer en een niet erhoogde loer. Lus onder het 19-inch EIA-rail-rek met de klep geopend Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 57

74 Figuur 30. Voorbeeld 2 oor het plaatsen an slangen op een erhoogde loer en een niet erhoogde loer. Lus onder het 24-inch EIA-rail-rek met de klep geopend Slangen naast elkaar leggen die tussen de warmtewisselaar en de toeoer- en afoererdeelstukken lopen en zorgen dat de slangen rijelijk kunnen bewegen. Geef de slangen oldoende speling onder de achterklep zodat er weinig krachten op de klep worden uitgeoefend als de slangen zijn aangesloten en worden gebruikt. Als u een slang plaatst, moet u scherpe bochten ermijden zodat er geen knik in de slang komt en moet u contact met scherpe randen ermijden. Planning oor warmtewisselaars in een omgeing zonder een erhoogde loer Hiermee kunt u warmtewisselaars plannen in een omgeing zonder een erhoogde loer. Vereisten en beheer an slangen oor een niet erhoogde loer In computercentra zonder een erhoogde loer, zal er een knik in een rechte slang komen als de slang een haakse bocht maakt op de plek waar deze tussen de loer en de rekklep uitkomt. U hebt slangen nodig met een metalen elleboogpijp met een rechte hoek nodig. Op die manier kunnen de slangen oer de loer worden gelegd en een bocht an 90 graden naar boen maken in het gat tussen de 58 Voorbereiding an de installatielocatie

75 onderkant an de warmtewisseleaar en het opperlak an de loer. Verolgens kunnen de slangen op de aansluitingen an de warmtewisselaar worden aangesloten. Dit wordt weergegeen in de olgende afbeeldingen. Figuur 31. Vereisten oor slangen oor een niet erhoogde loer oor een 19-inch EIA-rail-rek Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 59

76 Figuur 32. Vereisten oor slangen oor een niet erhoogde loer oor een 24-inch EIA-rail-rek De uitgaande slangen an de warmtewisselaar kunnen op dezelfde manier worden geplaatst als netsnoeren in een computercentrum zonder erhoogde loer. Leg de slangen bijoorbeeld naast elkaar en zorg oor wat speling als de slangen in de buurt an het rek komen (ongeeer 3 m an het rek af). Als de klep is geopend mogen de slangen een beetje bewegen en moeten de slangen parallel draaien aan de aansluiting in de klep. Als de klep wordt gesloten, moeten de slangen weer terugdraaien naar hun beginposities. Opmerking: Als de deur wordt geopend of gesloten, kan het nodig zijn om de slang wat speling te geen zodat er niet onnodig aan de klep wordt getrokken en de klep eenoudiger kan worden geopend en gesloten. Een andere methode oor het plaatsen an slangen op een niet erhoogde loer wordt beschreen in afbeeldingen 10 en 11 (zonder dat de slangen door een uitsparing in een tegel worden geleid.) De slang uit de warmtewisselaar wordt gedraaid en loopt in een lus onder het rek door. Bij deze methode kan de slang onder het rek doorlopen en onder het rek worden uitgehaald op een plek en in een bepaalde richting die het beste uitkomt oor uw computercentrum. In deze oorbeelden worden de omhulsels oor slangen en de beschermende apparatuur niet meegeleerd door IBM. Het plaatsen en beschermen an de slangen buiten het rek alt onder uw eigen erantwoordelijkheid. 60 Voorbereiding an de installatielocatie

77 Informatie oer onderdelen en serice oor secundairee koeling IBM leert de achterklep die is ontworpen oor IBM Enterprise-sererrekken. Voor andere onderdelen en serices die nodig zijn oor correct functioneren en betrouwbaarheid an de secundaire waterkoeling wordt in dit gedeelte erwezen naar bronnen en informatie. In deze gedeelten indt u een lijst an aanbeolen leeranciers waarmee u contact kunt opnemen: Leerancier an dierse onderdelen Informatie oer leerancier en contactpersonen oor dierse onderdelen oor de secundaire koeling wordt erstrekt. Tabel 6. Leerancier an dierse onderdelen oor de secundaire lus oor klanten in Noord-Amerika, Europa, Midden- Oosten, Afrika, Zuid-Oost Azië Leerancier Oplossing Contactgegeens Vette Corporation 1 Installatie an items oor klep en/of secundaire koeling Preentief onderhoud Web: Locatie: Vette Corp Datacom Facilities Diision 201 Boston Post Road West Marlborough, MA datacom_facilities@ettecorp.com Telefoon: of Deze leerancier leert afzonderlijke items op deze lijst, of alle items, afhankelijk an de behoeften of wensen an elke klant. Leerancier an serices Informatie oer leerancier en contactpersonen oor serices oor dierse onderdelen oor de secundaire koeling worden erstrekt. Tabel 7. Leerancier an serices oor klanten in Noord-Amerika, Europa, Midden-Oosten, Afrika, Azië (Oost-Azië en Pacifisch gebied) Leerancier Oplossing Contactgegeens Vette Corporation Installatie an items oor klep en/of secundaire koeling Preentief onderhoud Web: Locatie: Vette Corp Datacom Facilities Diision 201 Boston Post Road West Marlborough, MA datacom_facilities@ettecorp.com Telefoon: of Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 61

78 Leeranciers an koelingseenheden (CDU's) Dit onderwerp beat een lijst met mogelijke leeranciers an koelingseenheden. Tabel 8. Leerancier an koelingseenheden in Europa. Deze tabel geeft informatie oer leerancier en contactpersonen oor een koeleenheid (CDU, coolant distribution unit), die speciaal ontworpen is oor de IBM-warmtewisselaar op de achterklep. Leerancier Oplossing Contactgegeens Eaton-Williams Group, Ltd. Koelingseenheden (CDU's) CDU120 (120 kw, V ac) CDU121 (120 kw, 208 V ac) CDU150 (150 kw, V ac) CDU151 (150 kw, 208 V ac) Locatie: Eaton-Williams Group, Ltd. Station Road Edenbridge Kent TN8 6EZ Telefoon: (0) Fax: (0) In de olgende afbeelding ziet u een koeleenheid met labels bij de onderdelen. 62 Voorbereiding an de installatielocatie

79 Bedieningspaneel Beeldscherm (gebruikersinterface Plaatwarmtewisselaar Inertermotor pomp Primaire controlekleppen Reseroirtank Primaire stroommeter Transportbeugel pomp (na installatie erwijderen) Nieauschakelaar Secundaire pompen (actief en standby) Pompisolatiekleppen Vergrendelbare wielen en aanpasbare plint IPHAD595-0 Figuur 33. Koelingseenheid In de olgende tabellen ziet u de prestaties en elektrische en fysieke informatie an een koelingseenheid. Tabel 9. Performance Performance Maximumkoelcapaciteit Pompcapaciteit (ontwerpstroming) Maximumdruk pompkop Eigenschappen 120 kw ( BTU/Hr) of 150 kw ( BTU/Hr) 240 L/min (63,4 GPM) 355 kpa (51,5 psi) bij ontwerpbelasting, exclusief erlies in kast Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 63

80 Tabel 9. Performance (erolg) Performance Type koelmiddel (loeibaar) Primaire loeistoferbindingen Secundaire loeistoferbindingen Vulcapaciteit an interne primaire circuit Vulcapaciteit an interne secundaire circuit Geluidsnieau Eigenschappen Gekoeld water (met maximaal 30% glycol) 1 1/2 inch flex tail oor sweat-aansluiting, boen of onder 3/4 inch snelkoppeling, hydraulisch ISO-B Ongeeer 10,0 liter Ongeeer 32,0 liter Minder dan 55 dba op 3 meter Tabel 10. Elektrisch Voeding V ac, 30, 50/60 Hz of V ac, 30, 50/ 60Hz Maximaal energieerbruik 5,6 kva bij 480 V ac, 4.9 kva bij 208 V ac Tabel 11. Fysiek Hoogte Breedte Diepte Gewicht (leeg) Gewicht (geuld) 1825 mm 800 mm 1085 mm 396 kg 438 kg Opmerking: Andere industriële koelingseenheden kunnen in een secundaire koelingslus worden gebruikt met de IBM-warmtewisselaar oor de achterklep, als deze oldoen aan de specificaties en ereisten die worden beschreen in dit document. Installatie en ondersteuning an aanbiedingen an IBM Integrated Technology Serices Als u hulp nodig hebt bij de planning en installatie an uw warmtewisselaar, kunt u contact opnemen met Integrated Technology Serices. Serices die worden aangeboden door IBM Integrated Technology Serices bestaan uit business consulting, outsourcing, hostserices, toepassingen en ander technologisch beheer. Deze serices bieden informatie oer het plannen installeren, beheren of optimaliseren an uw IT-infrastructuur om een On Demand-bedrijf te worden. Als u hulp wilt bij de coördinatie en het beheer an de installatie en u hulp wilt bij warmtewisselaars oor achterkleppen, is IBM het uitgangspunt. Voordat u het 800-nummer belt dat in de tabel wordt afgebeeld, wordt u erzocht de olgende gegeens bij de hand te hebben: Serienummers an de rekken Telefoonnummer an de locatie an de rekken Naam en telefoonnummer contactpersoon Locatie an het gebouw en de locatie an de rekken binnen het gebouw. U maakt contact met het juiste contactgebied in OSC Dispatch door het 800-nummer te bellen, en erolgens optie 1, 1, 1 te kiezen en als hierom wordt geraagd het 4-cijferige machinetype an het rek op te geen. 64 Voorbereiding an de installatielocatie

81 Tabel 12. IBM Integrated Technology Serices - Contactgegeens Noord-Amerika (OSC Dispatch) Contact opnemen met een IBM installatieplanningsmedewerker an een sericeafdeling bij u in de buurt. Europa, Midden-Oosten, Afrika, Azië (Grote Oceaan) Glen Yuan (Site Serices Executie - AP Network & Site Integration Serices) Telefoon: glenyuan@tw.ibm.com Netspanning U kunt de oorlopige omang an de totale energiebelasting berekenen door de totale energieereisten oor alle aan te sluiten apparaten bij elkaar op te tellen. Voor een nauwkeurige analyse an de ereisten oor een stroomerdelingssysteem kunt u een afdruk an een IBM System Power Profile Program bij uw leerancier aanragen. Het System Power Profile Program, bestuurd en bediend door een installatieplanningsmedewerker, beat een ectoranalyse in plaats an een rekenkundige optelsom an de totale energie. De ectoranalyse houdt rekening met de energiefactor en faseerhoudingen. Daarnaast houdt het rekening met erormingen an golformen die worden eroorzaakt door de laad- en instroomereisten. U moet een planning oor extra capaciteit maken die nodig is oor toekomstige uitbreiding. Neem contact op met de installatieplanningsmedewerker oor informatie oer het erkrijgen an een System Power Profile. Primaire energieproblemen Uw serer is ontworpen om te werken op de normale energie die door de meeste elektriciteitsbedrijen wordt geleerd. Mogelijke computerstoringen kunnen echter worden eroorzaakt door externe (uitgezonden of geleide) tijdelijke elektrische geluidssignalen die ia de stroomkabel naar de computer worden oergedragen. Om deze storingen tegen te gaan, moet het ontwerp an de stroomerdeling oldoen aan de specificaties dit in dit onderwerp worden besproken. Storingen die door de oedingsbron worden eroorzaakt, bestaan meestal uit de olgende drie types: Storingen in de stroomkabel, zoals tijdelijke dalingen in het oltage en langdurige stroomstoringen. Als de frequentie an dergelijke stroomstoringen niet acceptabel is, kan het nodig zijn om noodoeding of andere oorzieningen oor het opslaan an energie te installeren. Tijdelijk, elektrisch geluid dat ia stroomkabels wordt oergedragen, kan worden eroorzaakt door erschillende industriële, medische, communicatie- of andere apparaten: in de computerruimte die naast de computerruimte worden gebruikt die in de nabijheid an de distributiekabels an het energiebedrijf worden gebruikt. Het oerschakelen tussen grote elektrische ladingen kan problemen eroorzaken, zelfs als de bron zich op een andere erdeelkast beindt. Als dit het geal is, kan het raadzaam zijn om oor een aparte oeding of transformator oor uw serer te zorgen die rechtstreeks an de oedingsbron wordt afgeleid. Als de stroomstootproducerende apparaten an de oeding zijn uitgesloten en er nog steeds storingen in het stroompaneel an de computerruimte of in de stroomkabel optreden, kan het nodig zijn om Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 65

82 isolatieapparatuur te installeren (bijoorbeeld transformators, motorgeneratoren of andere apparatuur waarmee energie in de juiste banen wordt geleid.) Beeiliging tegen blikseminslag Het installeren an een beeiliging tegen blikseminslag op de oedingsbron an de computer wordt aanbeolen als: De primaire energie wordt geleerd door een boengrondse energiebron. Het energiebedrijf bliksemafleiders installeert op de primaire oedingsbron. De ruimte atbaar onderheig is aan elektrische stormen of een ergelijkbaar type stroomstoot. Beeiliging an communicatiebedrading tegen blikseminslag Zorg dat u apparaten tegen blikseminslag installeert om de communicatiebedrading en apparatuur te beschermen tegen stroomschommelingen en stroomstoten die in de communicatiebedrading wordt opgewekt. Voor elke ruimte die blootstaat aan blikseminslagen moet u storingsonderdrukkers installeren aan elk einde an elke buitenkabelinstallatie of deze nu boen de grond is geïnstalleerd (antenne) of onder de grond is begraen. Informatie oer storingsonderdrukkers oor communicatiebedradingssystemen en aanbeolen installatiemethoden oor buitenkabels kunt u teruginden in de handleiding an het specifieke gegeenserwerkingssysteem. Kwaliteit an de oeding De kwaliteit an de elektrische stroom kan een groot erschil maken oor geoelige elektronische apparatuur. Door u te houden aan deze richtlijnen bent u erzekerd an een goede stroomoorziening oor uw computercentrum. IBM-apparaten zijn bestand tegen stroomstoringen en stroomstoten. Grote stroomstoringen kunnen echter storingen of fouten in de energieoorziening an de apparatuur eroorzaken. Stroomstoten kunnen afkomstig zijn an het elektriciteitsbedrijf, maar worden aker eroorzaakt door elektrische apparatuur die in het gebouw is geïnstalleerd. Stroomstoten kunnen bijoorbeeld worden eroorzaakt door lasapparaten, hijskranen, motors, inductieoens, liften, kopieermachines en andere kantoorapparaten. De beste manier om problemen te oorkomen die door stroomstoringen worden eroorzaakt, is om apparatuur die stroomstoten kan eroorzaken op een andere energieoorziening te laten werken dan de energieoorziening an uw IT-apparatuur. Aarde Als de term aarde wordt gebruikt met betrekking tot elektrische stroomsystemen wordt een geleidende erbinding bedoeld tussen een elektrisch circuit en de aarde of een ander geleidend oorwerp dat als aarde fungeert. De term aarde wordt het meest gebruikt, maar ook de termen aarding of terra worden gebruikt. In dit onderwerp wordt er geen onderscheid gemaakt tussen deze termen en andere lokale taalarianten. Aarde is een essentieel onderdeel oor een distributiesysteem oor elektrische stroom. Als een aardingssysteem op de juiste manier is geïnstalleerd, kan apparatuur die met de elektrische krachtbron is erbonden eilig worden gebruikt, zowel onder normale condities als in het geal an elektrische storingen of storingen in de apparatuur. De eiligheidsfunctie an aarde en aardingsmethoden is astgelegd in lokale en nationale oorschriften oor elektrische bedrading. In de Verenigde Staten staan dergelijke oorschriften bekend als de National Electric Code of publicatie 70 an de National Fire Protection Association. Veel landen hebben de National Electric Code oergenomen of hebben ergelijkbare oorschriften ontwikkeld. 66 Voorbereiding an de installatielocatie

83 De National Electric Code en ergelijkbare oorschriften hebben een eilige werking an distributiesystemen oor elektrische stroom en installaties met elektrische apparatuur als hoofddoel. Een efficiënte werking an apparaten die met de stroomdistributiesystemen zijn erbonden, kan echter niet altijd worden gegarandeerd als deze oorschriften worden nageleefd. Als er geoelige apparatuur wordt aangesloten, is het aak nodig om extra aardeerbindingen aan te leggen. Extra aardeerbindingen worden ooral aanbeolen als er kans is op hoge frequentie- of radiofrequentiestoringen die an inloed kunnen zijn op elektronische circuits. Deze extra aardingsereisten worden oor bepaalde apparatuur aak in de installatiedocumentatie besproken. Extra aardingsereisten kunnen ook bestaan uit aanbeelingen op basis an ealuaties, rapporten of onderzoeken an ingenieursbureaus of computercentra. In lokale en nationale oorschriften wordt rekening gehouden met het installeren an extra aardegeleiders. Aarding IBM-apparaten hebben, tenzij dubbel geïsoleerd, netsnoeren met een geïsoleerde aardingsgeleider (kleurcode groen of groen met gele streep) waarmee het frame an het apparaatwordt erbonden met het aardingspunt an de netsnoeraansluiting. De netsnoeraansluitingen an de IBM-apparaten worden in de documentatie an de apparatuur besproken en moeten bij de bijpassende stekkers horen. In sommige geallen bestaat er de mogelijkheid om ergelijkbare aansluitingen an andere fabrikanten te gebruiken. De stekkers an de IBMapparaten mogen niet worden erangen of gemodificeerd zodat deze op bestaande aansluitingen of stopcontacten passen. Als u dit toch doet, kan de eiligheid in geaar komen en kunt u het recht op garantie erliezen. De aansluitingen ooribm-apparaten moeten worden aangesloten op een erdeelkast met een aardingsgeleider die erbonden is met de aardingsbusbalk in het distributiepaneel an de erdeelkast. De aardingsbusbalk in het paneel moet erolgens met de aarding an de serice-ingang of het gebouw worden erbonden ia een aardingsgeleider. IT-apparatuur moet op de juiste manier worden geaard. Het wordt aanbeolen om een geïsoleerde, groene aardingsdraad, die een groot is als de fasedraad, te installeren tussen het erdeelkastpaneel en het stopcontact. Voor de eiligheid an het personeel moet de aarde een oldoende lage impedantie hebben om het oltage te beperken tot de aarde en de werking an beschermende apparaten in het circuit te ondersteunen. Het aardingspad mag bijoorbeeld niet hoger zijn dan 1 ohm oor erdeelkastapparaten an 120 olt en 20 ampère. De impedantielimiet an het aardingspad is 0,5 ohm oor erdeelkasten an 120 olt die worden beschermd door stroomonderbrekers an 30 ampère. De limiet bedraagt 0,1 ohm oor 120 olts circuits an 60 tot 100 ampère. Alle aarding die de ruimte binnenkomt moet ergens in het gebouw worden gebundeld om oor een gemeenschappelijk aardingspotentieel te zorgen. Dit geldt ook oor eentuele afzonderlijke oedingsbronnen, erlichting en extra stopcontacten, en andere geaarde objecten, zoals bouwstaal, leidingen en afoeren. De aardingsgeleider moet elektrisch erbonden zijn met de buitenkant an het computerstroomcentrum en met het aardingspunt an het stopcontact. Een kabelgoot mag niet de enige aarding zijn en moet parallel erbonden zijn met eentuele aardingsgeleiders. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 67

84 Figuur 34. Tijdelijke aardingsplaat Tijdelijke aarding Om de effecten an hoogfrequente elektrische ruis te minimaliseren, moet de erdeelkast oor de apparatuur zodanig worden geïnstalleerd dat het paneel contact maakt met bouwstaal of hier met een korte kabel mee erbonden is. Als dit niet mogelijk is, kan er een metalen plaat an ten miste 1 m 2 worden gebruikt die contact maakt met het metselwerk. De plaat moet worden erbonden met de gemeenschappelijke, groene geleider. 68 Voorbereiding an de installatielocatie

85 Figuur 35. Tijdelijke aardingsplaat De erbinding kan het beste worden gemaakt met een gelochten band. Als er geen gelochten band beschikbaar is, moet de erbinding bestaan uit een geleider an nr 12 AWG (3,3 mm) of groter en mag deze niet langer zijn dan 1,5 m. Om de lengte te beperken, moet deze gelochten band of geleider bij oorkeur worden erbonden met het dichtstbijzijnde deel an de buitenkant an het paneel, mits de buitenkant elektrisch geleidend is anaf het gemeenschappelijke punt an de groene geleider tot aan dit punt an de erbinding. De draagstructuur an de erhoogde loer kan als eranger an de tijdelijke plaat worden gebruikt mits deze structuur oer een consistent laag impedantiepad heeft. Als de erhoogde loer dwarsbalken heeft of andere hulpconstructies die een elektrische erbinding maken met de stutten, dan kan de loer zelf als een SRP (Signal Reference Plane) worden gebruikt. Sommige erhoogde loeren hebben geen dwarsbalken en de loertegels allen alleen door de zwaartekracht in de geïsoleerde stutten. Als er geen betrouwbare elektrische erbinding tussen de stutten bestaat, kan er een SRG (Signal Reference Grid) worden gemaakt door de stutten onderling met geleiders te erbinden. Een minimaal raster erbindt de stutten om en om in de directe omgeing an het stroompaneel en is in alle richtingen minstens 3 m lang. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 69

86 Figuur 36. Tijdelijke aarding met behulp an de erhoogde-loersteunconstructie Figuur 37. SRG (Signal Reference Grid) Er is een gelochten, kale of geïsoleerde geleider an minimaal nr 8 AWG (8 mm) koperdraad ereist. Deze geleider zorgt oor een laag impedantiepad en is sterk genoeg om fysieke schade te oorkomen. Elke erbindingsmethode is aanaardbaar mits deze oor een betrouwbare elektrische en mechanische erbinding zorgt. Een zelfstandig stroomoorzieningssysteem met afzonderlijk bron (computerstroomcentra, transformatoren, motorgeneratoren) dat op een erhoogde loer is geïnstalleerd, heeft dezelfde ereisten. 70 Voorbereiding an de installatielocatie

87 Energiespecificaties Uw serer is normaal gesproken uitgerust met een energieoorziening die oldoet aan de oltagestandaards an 50 of 60 Hz die in de olgende tabellen worden weergegeen. Tabel hertz standaardoltages Enkelfase Driefase Opmerking: 1. In deze tabel ziet u de beschikbare nominale oltages bij de opgegeen frequentie. De kolommen oor enkelfase en driefase impliceren geen faserelatie. Tabel hertz standaardoltages Enkelfase Driefase Opmerking: 1. In deze tabel ziet u de beschikbare nominale oltages bij de opgegeen frequentie. De kolommen oor enkelfase en driefase impliceren geen faserelatie. Voedingsbron Als u zich houdt aan deze richtlijnen, is uw computercentrum straks erzekerd an een goede oedingsbron. De primaire oedingsbron is meestal een driefaseserice an het type wye of delta die afkomstig is an een serice-ingang of een afzonderlijke bron met de bijbehorende oerstroombescherming en de juiste aarding (aarding an serice-ingang of gebouw). Met een driefase, ijfdraads stroomerdelingssysteem zorgt u oor een flexibele gegeenserwerkingsinstallatie. Afhankelijk an het geïnstalleerde apparaattype kan een enkelfase stroomerdelingssysteem ook oldoende zijn. Met het ijfdraadse systeem kunt u stroom leeren aan driefaselijn naar lijn, enkelfaselijn naar lijn en enkelfaselijn naar neutraal. De ijf draden bestaan uit drie fasegeleiders, een neutrale geleider en een geïsoleerde aardingsgeleider (groen, of groen met een gele streep). Een kabelgoot moet niet het enige aardingsmiddel zijn. Stroompaneeloedingen Zorg dat de oedingsdraden naar het erdeelkastdistributiepaneel (weergegeen in Kwaliteit an de energie) groot genoeg zijn om de totale energiebelasting oor de serer aan te kunnen. Het wordt aanbeolen dat deze oedingen geen andere belastingen erwerken. Verdeelkasten Het erdeelkastpaneel an de computer moet in een opgeruimde, goed erlichte locatie in de computerruimte staan. De erschillende erdeelkasten op het paneel moeten worden beeiligd met de juiste stroomonderbrekers die aan de hand an de specificaties an de fabrikant en de bijbehorende codes zijn gecontroleerd. U moet elke stroomonderbreker een label geen om aan te geen welke stroomonderbreker bij welke erdeelkast hoort. U moet het stopcontact ook een label geen. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 71

88 Als er een erdeelkast en stopcontact oor uw serer zijn geïnstalleerd, is het raadzaam om de aardingsgeleider an de erdeelkast te isoleren en te zorgen dat deze net zo groot is als de fasegeleiders. De aardingsgeleider is een geïsoleerde aardingsgeleider oor de apparatuur, niet de neutrale geleider. Aansluitkasten die onder de erhoogde loer zijn geïnstalleerd, moeten zich op minder dan 0,9 m afstand beinden an de serer waaraan ze stroom leeren. Als de erdeelkasten in een rigide of niet-rigide metalen kabelgoot zijn ingebouwd, moet het kabelgootsysteem geaard zijn. Dit wordt bereikt door de goot te erbinden met het erdeelpaneel, dat op zijn beurt weer is erbonden met het gebouw of met de aarde an de transformator. Netsnoeren zijn 4,3 m lang, tenzij anderszins aangegeen in de specificaties an de serer. De lengte wordt gemeten anaf het uitgangssymbool op de plattegronden. Sommige stekkers die door uw leerancier worden geleerd zijn waterdicht en moeten onder de erhoogde loer an de computerruimte worden geplaatst. Faserotatie De bedrading an driefasestopcontacten an sommige apparatuur, zoals printers, moet geschikt zijn oor een juiste faserotatie. Als u naar de oorkant an het stopcontact kijkt en anaf de aardepin met de klok meetelt, bestaat de olgorde uit fase 1, fase 2 en fase 3. Noodbesturing Er moet een uitschakelmechanisme zijn waarmee de stroom naar alle elektronische apparatuur in de computerruimte kan worden uitgeschakeld. Dit uitschakelmechanisme moet naast de belangrijkste uitgangen worden geplaatst op een plek die makkelijk toegankelijk is oor de gebruiker. Er moet ook een ergelijkbaar uitschakelmechanisme beschikbaar zijn om het airconditioningssysteem an deze ruimte te kunnen uitschakelen. Raadpleeg de lokale en nationale regels oor de ereisten aan uw installatie. Artikel 645 an de National Electric Code (NFPA 70) beat de ereisten oor deze ruimte. Zie Noodplanning oor continue werking. Extra stopcontacten Er moeten oldoende extra stopcontacten in de computerruimte en in de ruimte an de technische dienst worden geplaatst die kunnen worden gebruikt door onderhoudspersoneel en medewerkers an de technische dienst. De extra stopcontacten moeten op de lichtcircuits of andere circuits an het gebouw worden geplaatst en niet op het computerstroompaneel of de oeding. De extra stopcontacten an de serers mogen onder geen beding oor iets anders worden gebruikt dan oor het normale onderhoud. Verwante onderwerpen: Kwaliteit an de oeding op pagina 66 De kwaliteit an de elektrische stroom kan een groot erschil maken oor geoelige elektronische apparatuur. Door u te houden aan deze richtlijnen bent u erzekerd an een goede stroomoorziening oor uw computercentrum. Noodplanning oor continue werking op pagina 18 Een degelijke oorbereiding op noodgeallen is an essentieel belang oor de ononderbroken werking an uw computercentrum wanneer er een stroomstoring optreedt. Verhoogde loeren Hier kunt u lezen hoe de operationele efficiëntie an uw computercentrum wordt erbeterd met een erhoogde loer. Met een erhoogde loer wordt aan de olgende hoofddoelstellingen oldaan: 72 Voorbereiding an de installatielocatie

89 De operationele efficiëntie wordt erbeterd en een grotere flexibiliteit wordt bereikt bij het rangschikken an de apparatuur. De ruimte tussen de twee loeren kan worden gebruikt oor luchtkoeling an de apparatuur of sererruimte. Een toekomstige wijziging an de indeling kan met minimale herinrichtingskosten worden uitgeoerd. Bescherming an de erbindingskabels en aansluitingen oor netsnoeren. Verminderen an de kans op struikelen. Een erhoogde loer hoort te zijn opgebouwd uit hittebestendig of brandwerend materiaal. De twee algemene loertypen worden in de olgende afbeelding weergegeen. De eerste afbeelding toont een loer zonder dwarsbalken, op de tweede afbeelding ziet u een loer met dwarsbalken. Figuur 38. Soorten erhoogde loeren Factoren bij een erhoogde loer: Er mag geen metaal of ander geleidend materiaal in contact komen met het loopopperlak als er een metalen loerstructuur wordt gebruikt. Een dergelijke blootstelling wordt gezien als een eiligheidsrisico. De hoogte an de erhoogde loer moet tussen 155 mm en 750 mm liggen. Voor processors met meerdere kanalen wordt een minimale loerhoogte an 305 mm aanbeolen. De ruimte moet groot genoeg zijn oor alle erbindingskabels, glasezelkabelgoten, stroomerdeling en eentuele buizen onder de loer. Eraring heeft aangetoond dat hogere erhoogde loeren oor een betere airconditioning in de ruimte zorgen. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 73

90 De belasting per wiel kan oor sommige serers bijoorbeeld wel 455 kg zijn, met een concentratie ergens op het loerpaneel, waardoor er een ombuiging an maximaal 2 mm ontstaat. Als er een gat wordt gemaakt in een erhoogd loerpaneel om kabels aan te leggen of oor luchttoeoer, kan er een extra steun nodig zijn om te zorgen oor de ereiste structurele stabiliteit. Gebruik beschermend materiaal, zoals triplex, om beschadiging an loertegels, tapijt en panelen te oorkomen wanneer apparatuur wordt binnengebracht of erplaatst. Als de apparatuur wordt erplaatst, is de dynamische belasting an de wielen eel groter dan wanneer de apparatuur stilstaat. Betonnen onderloeren moeten worden behandeld om het rijkomen an stof tegen te gaan. Gebruik brandwerend, beschermend lijstwerk om scherpe randen op de loer weg te werken om schade aan kabels en slangen te oorkomen en te zorgen dat wielen niet in naden in de loer blijen steken. Steunen moeten met lijm steig aan de (betonnen) loer worden beestigd. De grootte an een uitsparing oor kabels wordt bepaald door het aantal kabels dat door de uitsparing worden getrokken. Raadpleeg de documentatie an de serer oor aanbeelingen oer de grootte an de uitsparing oor kabels. SRG (Signal Reference Ground) Om de effecten an HF-interferentie (high-frequency) en andere ongewenste elektrische signalen (meestal elektrische ruis genoemd) te minimaliseren, wordt een SRS (Signal Reference System) aanbeolen. Een SRS kan bestaan uit een SRG (Signal Reference Ground of Grid) of een SRP (Signal Reference Plane). Een SRG (Signal Reference Ground of Grid) wordt ook wel een ZSRG (Zero Signal Reference Ground) genoemd. Ongeacht welke naam er wordt gebruikt, is het de bedoeling om oor eel erschillende frequenties een afleidingspunt met een gelijk potentieel te creëren oor apparaten die naast elkaar in een ruimte zijn geïnstalleerd. Dit wordt gerealiseerd door een netwerk an geleiders met een lage impedantie in de IT-ruimte te installeren. Verhoogde-loersystemen die gebruik maken an een constructie met onderling erbonden dwarsbalken kunnen worden gebruikt om een eenoudige SRG te creëren. Vloersystemen die niet oer dwarsbalken of een ergelijkbare constructie beschikken, kunnen niet worden gebruikt om een effectiee SRG te creëren. Voor dergelijke loeren moet u andere methoden oor het installeren an een SRG gebruiken. Volgens geldende eiligheidsrichtlijnen moet de SRG met de aarde worden erbonden. Het wordt aanbeolen om alle metalen objecten die het SRG-gebied doorkruisen aan de SRG te beestigen (mechanisch te erbinden). Voor meer informatie oer SRG's neemt u contact op met uw IBM-planningsmedewerker. 74 Voorbereiding an de installatielocatie

91 Figuur 39. SRG (Signal Reference Ground) Geleidingserontreiniging Elke erontreiniging die elektriciteit geleidt, dient zo eel mogelijk te worden ermeden in computercentrums. Dankzij halfgeleiders en geoelige elektronica die in de huidige IT-apparatuur worden gebruikt, is het mogelijk om elektronische componenten met een zeer hoge dichtheid te fabriceren. Hoewel de nieuwe technologie heeft geleid tot een enorme capaciteitstoename op een eel kleiner opperlak, is deze technologie wel atbaar oor erontreiniging, ooral door erontreinigende deeltjes die elektriciteit geleiden. In het begin an de jaren 90 heeft men astgesteld dat de omgeing an een computercentrum bronnen oor geleidingserontreiniging kan beatten. Deze erontreiniging kan bestaan uit: koolstofezels, bouwmetaalresten zoals aluminium-, koper- en staalijlsel en zinkkristallen an met zink gegalaniseerde materialen die in erhoogde-loersystemen worden gebruikt. Hoewel deze deeltjes erg klein zijn en soms alleen met een ergrootglas zichtbaar zijn, kunnen deze deeltjes toch desastreuze geolgen hebben oor de beschikbaarheid en betrouwbaarheid an de apparatuur. Het is aak moeilijk te bepalen of fouten, schade aan onderdelen en apparatuurstoringen door geleidingserontreiniging worden eroorzaakt. In eerste instantie wordt er bij storingen eerder gedacht aan meer oor de hand liggende oorzaken, zoals onweer of de kwaliteit an de stroomoorziening of wordt er gewoon aangenomen dat een onderdeel defect is. Zinkkristallen De meest oorkomende orm an geleidingserontreiniging in computercentra met erhoogde loeren bestaat uit zinkkristallen. Deze erontreiniging komt het aakst oor omdat dergelijke kristallen aak aan de onderkant an bepaalde typen loertegels worden aangetroffen. Gelamineerde loertegels hebben aak een lakke, stalen onderkant. Dit staal kan een zinken laagje hebben dat met een galanisatieproces is aangebracht. Op het met zink gegalaniseerde staal kunnen op het opperlak zinkkristallen ontstaan. Deze deeltjes hebben een grootte an ongeeer 1-2 mm en kunnen an het opperlak afbreken en in het luchtcirculatiesysteem terechtkomen. Uiteindelijk kunnen deze deeltjes door de entilatoren an de appa- Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 75

92 ratuur worden aangezogen, en op een printplaat terechtkomen waar ze problemen kunnen eroorzaken. Als u ermoedt dat u met een dergelijk probleem te maken hebt, moet u contact opnemen met uw IBMsericemedewerker. In de olgende afbeelding ziet u de lichtreflectie an zinkkristallen. Figuur 40. Lichtreflectie an zinkkristallen Verplaatsing en tijdelijke opslag Leerings- of opslagomstandigheden waarin de opgegeen limieten worden oerschreden, kunnen blijende schade aan de serer eroorzaken. Als u de serer erplaatst of tijdelijk ergens opslaat, moet u zich houden aan de hier ermelde richtlijnen. Let erop dat een serer niet wordt geplaatst in een ruimte met chemicaliën die corrosie kunnen eroorzaken. Als een serer wordt erplaatst omdat deze wordt erzonden of wordt opgeslagen, dient u de stuklijst oor de erpakking te gebruiken. Dit kan bestaan uit een beschermend pakket, inclusief stootblokken, klampen en instructies die oor elke serer speciaal zijn ontworpen. Deze stuklijsten zijn bij elk IBM-kantoor erkrijgbaar. IBM grote processors zijn ontworpen om binnen een gecontroleerd bereik qua temperatuur en relatiee luchtochtigheid te worden gebruikt. De omgeing an deze processors moet binnen dit bereik blijen ook als deze processors zijn opgeslagen of worden erzonden. Raadpleeg de afzonderlijke sererspecificaties oor limieten oor de gebruiksomgeing. Grote processors moeten worden erzonden in een rachtwagen met een gecontroleerde omgeing en moeten op de juiste manier zijn astgemaakt en zijn beschermd om schade tijdens het eroer te oorkomen. Tabel 15. Standaardomgeing oor erzending Eigenschappen Temperatuur Transportomgeing -40 C - 60 C (-40 F F) 76 Voorbereiding an de installatielocatie

93 Tabel 15. Standaardomgeing oor erzending (erolg) Eigenschappen Relatiee luchtochtigheid Maximum natte bol Transportomgeing 5% tot 100% (geen condensatie) 1 C - 27 C (33.8 F F) Als u een grote processor erzendt in een rachtwagen zonder een gecontroleerde omgeing, moet u contact opnemen met de leerancier oor instructies oer het in- en uitpakken an de processor. Tabel 16. Standaardomgeing oor opslag Eigenschappen Temperatuur Opslagomgeing Relatiee luchtochtigheid 5% - 80% Maximum natte bol 1 C - 60 C (33.8 F F) 1 C - 29 C (33.8 F F) Ruimteereisten Het loeropperlak dat ereist is oor de apparatuur wordt bepaald door de specifieke serers die worden geïnstalleerd, de plaats an pilaren, de capaciteit oor de loerbelasting en oorzieningen oor een toekomstige uitbreiding. Zie Constructie en belasting an de loer om de loerbelasting en gewichtserdeling an uw systeem te bekijken. Bij bepaling an de benodigde ruimte, moet u er rekening mee houden dat ook nog meubilair, karretjes en kasten worden geplaatst. Verder is er ruimte nodig (niet noodzakelijkerwijs in de computerruimte) oor airconditioning, elektrische en beeiligingssystemen en brandblusapparaten en ruimte oor de opslag an banden, formulieren en andere kantoorartikelen. Er kan ook extra ruimte nodig zijn oor rije toegang tot de serer (ruimte oor het openen an een rekdeur). Maak een planning om alle brandbare materialen op te slaan in speciaal ontworpen en beschermde opslagruimtes. Een computerruimte moet an naastliggende ruimtes zijn gescheiden met het oog op airconditioning, brandpreentie en beeiliging. De afstand an de loer tot het plafond moet oldoende zijn om boenkappen an serers te kunnen openen om onderhoud te plegen en moet oldoende zijn oor de luchtcirculatie an de gegeenserwerkingsmachine. Aanbeolen hoogten zijn 2,6 m tot 2,9 m anaf de loer an het gebouw of anaf de erhoogde loer tot het plafond. Hogere plafonds zijn toegestaan. Bij nieuwbouw of renoatie an de computerruimte moet u eroor zorgen dat deuren minimaal 92 cm breed zijn. Omdat eel machineframes bijna 92 cm breed zijn, is het beter een deurbreedte an 107 cm te gebruiken. De hoogte an de deur moet minimaal 2032 mm (80 in.) zijn, zonder drempel. Verwante onderwerpen: Constructie en belasting an de loer op pagina 22 Met deze formules kunt u de loerbelasting an uw serer berekenen. Statische elektriciteit en weerstand an de loer Houd u aan deze richtlijnen om de opbouw an statische elektriciteit in uw computercentrum tot een minimum te beperken. De bekleding an de loer kan bijdragen aan de opbouw an hoge statische lading die het geolg zijn an menselijke bewegingen, karretjes en meubilair dat in contact komt met het materiaal op de loer. Een plotselinge ontlading an statische ladingen bezorgt het personeel eel oerlast en kan storingen in de elektronische apparatuur eroorzaken. De statische opbouw en ontlading kan worden erminderd door: Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 77

94 Te zorgen oor een relatiee luchtochtigheid die binnen de grenzen oor de werking an de serer blijft. Kies een controlepunt waar de luchtochtigheid doorgaans tussen de 35 en 60 procent blijft. Zie Eisen aan airconditioning oor nadere informatie. Een aardleiding aan te leggen anaf een erhoogde metalen loer, inclusief metalen panelen. De metalen ondersteuning an de erhoogde loer (dwarsbalken, stutten) op erschillende plaatsen in de ruimte te aarden met bouwstaal. Het aantal aardingspunten is gebaseerd op de grootte an de ruimte. Hoe groter de ruimte, hoe meer aardingspunten ereist zijn. Te zorgen dat de maximale weerstand an de loer 2 x ohm is, gemeten tussen het opperlak an de loer en het gebouw (of een ergelijkbaar geaard opperlak). Vloermaterialen met een lagere weerstand zorgen oor minder statische opbouw en ontladingen. Voor de eiligheid dienen de bekleding an de loer en de loer zelf niet meer weerstand op te bouwen dan 150 kilo-ohms indien er wordt gemeten tussen twee punten op een loeropperlak die 1 m uit elkaar liggen. Onderhoud an antistatische loerbedekking (tapijt en tegel) uit te oeren olgens de richtlijnen an de leerancier. Tapijt moet oldoen aan bepaalde ereisten oor elektrische geleiding. Gebruik alleen antistatisch materiaal met lage geleidingswaarde. ESD-bestendig meubilair te gebruiken met geleidende wielen om statische opbouw te oorkomen. Weerstand an de loer meten De olgende apparatuur is nodig om de weerstand an de loer te meten: Een testinstrument dat ergelijkbaar is met een AEMC-1000 megohmmeter is ereist om de geleiding an de loer te meten. In de olgende afbeelding wordt een standaardtesterbinding weergegeen waarmee de geleiding an de loer kan worden gemeten. Figuur 41. Standaardtesterbinding waarmee de geleiding an de loer kan worden gemeten Verwante onderwerpen: Bepalen an de airconditioning op pagina 4 Het airconditioningssysteem moet het hele jaar rond zorgen oor een optimale regeling an de temperatuur en de luchtochtigheid anwege de warmte die wordt afgegeen als de apparatuur wordt gebruikt. 78 Voorbereiding an de installatielocatie

95 Luchtdistributie an systeem U moet goed nadenken oer de methode die u wilt gebruiken oor de luchtcirculatie om ruimtes met buitensporige luchtbewegingen (tocht) en hotspots te oorkomen. Ongeacht het type systeem moet u een methode hanteren die oornamelijk gebruikmaakt an gerecirculeerde lucht die een astgesteld minimum frisse lucht oor het personeel beat. Hiermee oorkomt u dat er stof binnenkomt, ermindert u de latente belasting en kan het systeem de lucht blijen koelen. De erschillende methodes oor luchtdistributie en CRAC (Computer Room Air Conditioning) worden in de olgende schema's afgebeeld. In het algemeen moet u eroor zorgen dat de temperatuur an aangeoerde en afgeoerde lucht binnen de door de fabrikant opgegeen specificaties oor CRAC-eenheden blijft. Luchtdistributie onder de loer Bij luchtdistributie ia de loer wordt de ruimte tussen de normale loer an het gebouw en de erhoogde loer gebruikt om lucht aan te oeren oor de koeling an de apparatuur (zie olgende afbeelding). Betonnen onderloeren moeten worden behandeld om het rijkomen an stof tegen te gaan. De lucht komt ia geperforeerde panelen in de loer in de ruimte terecht. De lucht wordt onmiddellijk weer afgegeen aan het airconditioningsysteem of ia een recyclingsysteem aan het plafond. Verwijder oerbodige kabels (zoals erplicht is olgens de United States National Electrical Code) en sluit alle openingen in de erhoogde loer af die niet specifiek bedoeld zijn om gekoelde lucht aan luchtinlaten an apparaten af te geen. Figuur 42. Luchtdistributie onder de loer Voor luchtdistributie ia de loer is een hogere temperatuur oor de gebruikte lucht toegestaan zonder dat de ontwerpomstandigheden an de hele ruimte worden aangetast. Het ontwerp oor de luchtcirculatie ia de loer houdt rekening met een warmteoerdrachtsfactor ia de erhoogde, metalen loer en zorgt oor een kleine hoeeelheid oorerwarmde lucht om de relatiee luchtochtigheid te stabiliseren oordat de lucht de kamer binnenkomt. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 79

96 Een systeem oor het regelen an de temperatuur bestaat uit dezelfde elementen die oor het systeem met een enkele leiding zijn beschreen. Daarnaast moet het systeem oer besturingsfuncties beschikken oor de luchttemperatuur in het aanoersysteem onder de loer om te oorkomen dat de temperatuur onder de loer zakt tot onder het dauwpunt an de ruimte. Lucht die ia de kabelgaten in de serer terechtkomt, moet binnen de operationele limieten allen. (Zie Ontwerpcriteria oor temperatuur en luchtochtigheid). Combinatie tussen een plafondsysteem en een systeem onder de loer Bij een combinatie an een plafondsysteem en een systeem onder de loer, beindt het primaire airconditioningsapparaat zich in de ruimte terwijl het secundaire airconditioningsapparaat zich buiten de ruimte beindt. Zie de olgende afbeelding. Figuur 43. Combinatie tussen een plafondsysteem en een systeem onder de loer Een luchterdeler met afzonderlijke besturingsfuncties leert geconditioneerde en gefilterde lucht aan de ruimte onder de erhoogde loer. De lucht komt ia loerpanelen of roosters in de ruimte terecht. Deze lucht absorbeert de warmte die door de serer wordt gegenereerd en wordt ia de boen- of achterkant an de serers aan de ruimte afgegeen. De relatiee luchtochtigheid an de lucht die naar de IT-apparatuur wordt geoerd moet lager zijn dan 80 procent en de temperatuur moet worden geregeld om te oorkomen dat er condensatie op of in de serers optreedt. Het kan nodig zijn om een erwarmingssysteem te installeren dat samen met de koeleenheid de relatiee luchtochtigheid regelt. Het tweede systeem oor de luchtdistributie zorgt oor een directe luchttoeoer naar de ruimte ia een apart aanoersysteem en moet groot genoeg zijn om de resterende warmte in de computerruimte te absorberen. Het moet de temperatuur en relatiee luchtochtigheid an de ruimte regelen zoals is opgegeen en oor een ononderbroken airconditioning en entilatie zorgen. 80 Voorbereiding an de installatielocatie

97 Luchtcirculatie ia het plafond Voor luchtcirculatie ia het plafond geldt dat de olledige warmtebelasting an de ruimte, inclusief de warmte die door de IT-apparatuur wordt gegenereerd, wordt geabsorbeerd door de lucht die wordt afgegeen aan de computerruimte en het distributiesysteem of door een samengeperste aanoer aan het plafond. De lucht die wordt afgegeen aan het airconditioningssysteem is afkomstig an plafondroosters boen de warmteproducerende serers, of an een ast patroon an roosters in het plafond en de muren an de ruimte. In de olgende afbeelding wordt een luchtcirculatiesysteem ia het plafond weergegeen. Figuur 44. Luchtdistributiesysteem ia het plafond Als u de koelmogelijkheden an een dergelijke indeling wilt maximaliseren, is het erplicht om de luchttoeoer parallel aan de koude gangpaden te plaatsen en de afoer parallel aan de warme gangpaden te plaatsen. De luchttoeoer moet de lucht direct aan de koude gangpaden afgeen en er mogen geen erspreiders worden gebruikt die de lucht zijwaarts erspreiden. Als koele lucht op een dergelijke manier wordt erspreid kan het ongewild in de stroom met afgeoerde lucht terechtkomen oordat het de kans heeft gehad om de warmte an de apparatuur af te oeren. Een systeem oor de regeling an de temperatuur moet bestaan uit besturingen oor de temperatuur en de luchtochtigheid. deze besturingen moeten op een makkelijk toegankelijke plek in de machineruimte worden geplaatst. De temperatuur- en luchtochtigheidsrecorder (die is beschreen in Ontwerpcriteria oor temperatuur en luchtochtigheid) moet naast de besturingen worden geïnstalleerd om de omstandigheden te bewaken. Luchtfiltratie U moet een hoogwaardig filter installeren om alle lucht te filteren die naar de computerruimte wordt aangeoerd. Omdat mechanische en elektrostatische luchtreinigers olgens andere principes werken, wordt er oor elk type een andere classificatie opgegeen. Classificaties worden bepaald op basis an de testmethodes die zijn beschreen in standaard nr an de ASHRAE (of gelijkwaardig). Er zijn speciale luchtfilters nodig als installaties worden blootgesteld aan corrosiee gassen, zoute lucht of ongebruikelijke hoeeelheden uil of stof. Locatieoorbereiding en fysieke locatieplanning 81

Power Systems. 7316-TF4 18.5-Inch Flat Panel beeldscherm en toetsenbord in een rek IBM

Power Systems. 7316-TF4 18.5-Inch Flat Panel beeldscherm en toetsenbord in een rek IBM Power Systems 7316-TF4 18.5-Inch Flat Panel beeldscherm en toetsenbord in een rek IBM Power Systems 7316-TF4 18.5-Inch Flat Panel beeldscherm en toetsenbord in een rek IBM Opmerking Lees, oordat u deze

Nadere informatie

Power Systems. Installatie van de IBM Power System S824L (8247-42L) IBM GC43-1810-02

Power Systems. Installatie van de IBM Power System S824L (8247-42L) IBM GC43-1810-02 Power Systems Installatie an de IBM Power System S824L (8247-42L) IBM GC43-1810-02 Power Systems Installatie an de IBM Power System S824L (8247-42L) IBM GC43-1810-02 Opmerking Lees, oordat u deze informatie

Nadere informatie

Power Systems. De Advanced System Management Interface IBM

Power Systems. De Advanced System Management Interface IBM Power Systems De Adanced System Management Interface beheren IBM Power Systems De Adanced System Management Interface beheren IBM Opmerking Lees, oordat u deze informatie en het product gebruikt, eerst

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond Handleiding AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond ... Copyright 2014 QleanAir Scandinavia 2 DEEL 1 Informatie over de veiligheid 1.1. Inleiding Dit hoofdstuk bevat informatie over

Nadere informatie

Power Systems. Planning van de locatie en de hardware

Power Systems. Planning van de locatie en de hardware Power Systems Planning van de locatie en de hardware Power Systems Planning van de locatie en de hardware Opmerking Lees, voordat u deze informatie en het product gebruikt, eerst de informatie in Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

HP Power Distribution Rack

HP Power Distribution Rack HP Power Distribution Rack Installatie-instructies Belangrijke veiligheidsinformatie WAARSCHUWING: Er is kans op letsel door elektrische schokken en gevaarlijk hoge spanningsniveaus. De elektrische aansluitingen

Nadere informatie

Power Systems. Voorbereiding van de installatielocatie

Power Systems. Voorbereiding van de installatielocatie Power Systems Voorbereiding van de installatielocatie Power Systems Voorbereiding van de installatielocatie Opmerking Lees, voordat u deze informatie en het product gebruikt, eerst de informatie in Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Power Systems. Voorbereiding van de installatielocatie

Power Systems. Voorbereiding van de installatielocatie Power Systems Voorbereiding van de installatielocatie Power Systems Voorbereiding van de installatielocatie Opmerking Lees, voordat u deze informatie en het product gebruikt, eerst de informatie in Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION MEDIA CENTER M8000

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION MEDIA CENTER M8000 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP PAVILION MEDIA CENTER M8000. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP PAVILION MEDIA CENTER M8000 in

Nadere informatie

Controlelijst bij het uitpakken

Controlelijst bij het uitpakken Onderdeelnummer: 67P4583 Controlelijst bij het uitpakken Hartelijk gefeliciteerd met uw nieuwe IBM ThinkPad X Series computer. Controleer of u alle items in deze lijst hebt ontvangen. Mocht een van de

Nadere informatie

Klep van systeemkaart verwijderen

Klep van systeemkaart verwijderen Met de volgende procedure verwijdert u eenvoudig de geïnstalleerde geheugen- en interfaceopties: 1 Zet de printer uit. 2 Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 1 3 Ontkoppel de parallelle

Nadere informatie

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

ERserver. iseries. Opslagoplossingen

ERserver. iseries. Opslagoplossingen ERserer iseries Opslagoplossingen ERserer iseries Opslagoplossingen Copyright IBM Corp. 2002. Inhoudsopgae Opslagoplossingen................................ 1 Nieuw oor V5R2.................................

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MB Series Instructies voor het vervangen van een draadloos LAN-netwerkkaart 7440900005 7440900005 Documentversie: 1.0 - Februari 2008 www.packardbell.com Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION A6000 http://nl.yourpdfguides.com/dref/853144

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION A6000 http://nl.yourpdfguides.com/dref/853144 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP PAVILION A6000. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP PAVILION A6000 in de gebruikershandleiding

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP PAVILION W5000. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP PAVILION W5000 in de gebruikershandleiding

Nadere informatie

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. WorkCentre C2424 copier-printer

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. WorkCentre C2424 copier-printer Gebruikersveiligheid Het systeem en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

WAARSCHUWING: Algemene veiligheidsinstructies

WAARSCHUWING: Algemene veiligheidsinstructies WAARSCHUWING: Algemene veiligheidsinstructies Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en uw apparatuur en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MB Series Instructies voor het vervangen van het vasteschijfstation 7440930005 7440930005 Documentversie: 1.0 - Februari 2008 www.packardbell.com Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding CCS COMBO 2 ADAPTER Handleiding WAARSCHUWINGEN BEWAAR DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. Dit document bevat belangrijke instructies en waarschuwingen die bij het gebruik van de CSS Combo 2-adapter

Nadere informatie

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten

Nadere informatie

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

Nederlands. Geheugen. AppleCare. Instructies voor vervanging

Nederlands. Geheugen. AppleCare. Instructies voor vervanging Nederlands Instructies voor vervanging Geheugen AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan uw apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking

Nadere informatie

Power Systems. Voorste USB-kabel voor de L, A of A IBM

Power Systems. Voorste USB-kabel voor de L, A of A IBM Power Systems Voorste USB-kabel oor de 8247-42L, 8286-41A of 8286-42A IBM Power Systems Voorste USB-kabel oor de 8247-42L, 8286-41A of 8286-42A IBM Opmerking Lees, oordat u deze informatie en het product

Nadere informatie

Practicum: Brandpuntsafstand van een bolle lens

Practicum: Brandpuntsafstand van een bolle lens Practicum: Brandpuntsafstand an een bolle lens Er zijn meerdere methoden om de brandpuntsafstand (f) an een bolle lens te bepalen. In dit practicum worden ier methoden toegepast. Zie de onderstaande figuren

Nadere informatie

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing CECH-ZHD1 7020228 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen

Nadere informatie

Power Systems. Plaatsing van PCI-adapters voor de 8246-L1C, 8246-L1D, 8246-L1S, 8246-L1T, 8246-L2C, 8246-L2D, 8246-L2S, of 8246-L2T

Power Systems. Plaatsing van PCI-adapters voor de 8246-L1C, 8246-L1D, 8246-L1S, 8246-L1T, 8246-L2C, 8246-L2D, 8246-L2S, of 8246-L2T Power Systems Plaatsing an PCI-adapters oor de 8246-L1C, 8246-L1D, 8246-L1S, 8246-L1T, 8246-L2C, 8246-L2D, 8246-L2S, of 8246-L2T Power Systems Plaatsing an PCI-adapters oor de 8246-L1C, 8246-L1D, 8246-L1S,

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MB Series Instructies voor het vervangen van het dvd-station 7440910005 7440910005 Documentversie: 1.0 - Februari 2008 www.packardbell.com Veiligheidsinstructies Lees

Nadere informatie

Nederlands. Bovenplaat. AppleCare. Instructies voor vervanging

Nederlands. Bovenplaat. AppleCare. Instructies voor vervanging Nederlands Instructies voor vervanging Bovenplaat AppleCare Volg deze instructies nauwgezet. Als u dit niet doet, kan uw apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking: U kunt

Nadere informatie

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding Geheugenmodules Gebruikershandleiding Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten

Nadere informatie

Geheugenmodules. Handleiding

Geheugenmodules. Handleiding Geheugenmodules Handleiding Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten en

Nadere informatie

Handleiding voor upgrades en service. Printed in

Handleiding voor upgrades en service. Printed in Handleiding voor upgrades en service Printed in De vaste schijf verwijderen en vervangen Onderdelen kunnen per model verschillen. De vaste schijf verwijderen en vervangen 20 tot 40 minuten Voor u begint

Nadere informatie

Power Systems. Live Partition Mobility

Power Systems. Live Partition Mobility Power Systems Lie Partition Mobility Power Systems Lie Partition Mobility Opmerking Lees oordat u deze informatie en het product gaat gebruiken de informatie in Kennisgeingen op pagina 161. Deze uitgae

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

= Ep = R1. U = R I R s

= Ep = R1. U = R I R s Eerste ronde - ste Vlaamse Fysica Olympiade 009 ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde an deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 ragen met ier mogelijke antwoorden. Er is telkens

Nadere informatie

Gumax Terrasverwarmer

Gumax Terrasverwarmer Gumax Terrasverwarmer De energiezuinige terrasverwarmer op infraroodbasis zonder rode gloed Handleiding Model PAH-2011-1 3200 watt Lees alle instructies zorgvuldig door alvorens dit apparaat te installeren

Nadere informatie

Gebruikershandleiding.

Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. Fabrikant: Gispen International BV Parallelweg west 23 Postbus 30 NL 4100 AA Culemborg Holland. Type aanduiding: IC 2007 Elektrisch Hoogteverstelbare tafel. Bouwjaar: 2013 Versie

Nadere informatie

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden. Geheugenmodules Artikelnummer van document: 406852-331 April 2006 In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden. Inhoudsopgave 1 Geheugenmodules toevoegen

Nadere informatie

UW COMPUTER UPGRADEN

UW COMPUTER UPGRADEN H O O F D S T U K V I E R UW COMPUTER UPGRADEN In dit hoofdstuk leert u hoe u het DRAM en de vaste schijf bijwerkt en hoe u de draadloze minikaart installeert. Waarschuwing: Indien u de hardware wilt laten

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op http://www.apple.com/support/doityourself/.

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op http://www.apple.com/support/doityourself/. Nederlands Instructies voor vervanging ATA-kabel AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking:

Nadere informatie

AirPort-kaart. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

AirPort-kaart. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op Nederlands Instructies voor vervanging Volg de instructies in dit document nauwgezet. ls je dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking: U kunt instructies

Nadere informatie

Harde schijf. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

Harde schijf. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op Nederlands Instructies voor vervanging Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als je dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking: U kunt instructies

Nadere informatie

Silent Wall. Arik Levy, 2011

Silent Wall. Arik Levy, 2011 Silent Wall Arik Ley, 2011 Silent Wall Ruimtelijke indeling en akoestische optimalisatie zijn in open kantoren essentiële punten om een prettige en productiee werksfeer te creëren. Dit wordt aak opgelost

Nadere informatie

TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V

TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V 1 Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers van de TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V. De WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V kan gebruikt worden voor het draadloos door sturen

Nadere informatie

Videokaart. 4. Als u de behuizing tegen diefstal hebt beveiligd met een beveiligingskabel, verwijdert u deze kabel.

Videokaart. 4. Als u de behuizing tegen diefstal hebt beveiligd met een beveiligingskabel, verwijdert u deze kabel. Nederlands Instructies voor vervanging Videokaart AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking:

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Fabrikant: Gispen Parallelweg West 23 Postbus 30 NL 4100 AA Culemborg Holland. Type aanduiding: Gispen TM elektrisch hoogte verstelbare tafel (met het bedieningspaneel in het tafelblad)

Nadere informatie

Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX ZFPX5220

Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX ZFPX5220 Aangeboden door: Zwembad BVBA Industrieweg 9 3190 Boortmeerbeek België www.harmopool.eu Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX5210 - ZFPX5220 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Veiligheidsinstructies...

Nadere informatie

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden. Geheugenmodules Artikelnummer van document: 430246-331 Januari 2007 In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden. Inhoudsopgave Geheugenmodules toevoegen

Nadere informatie

ThinkCentre. Gids voor het vervangen van hardware Typen 8424, 8425, 8428 Typen 8171, 8172, 8173

ThinkCentre. Gids voor het vervangen van hardware Typen 8424, 8425, 8428 Typen 8171, 8172, 8173 ThinkCentre Gids voor het vervangen van hardware Typen 8424, 8425, 8428 Typen 8171, 8172, 8173 ThinkCentre Gids voor het vervangen van hardware Typen 8424, 8425, 8428 Typen 8171, 8172, 8173 Eerste uitgave

Nadere informatie

Waarschuwing Ga als volgt te werk als u tijdens het bedienen van de printer ongebruikelijke geluiden of geuren waarneemt:

Waarschuwing Ga als volgt te werk als u tijdens het bedienen van de printer ongebruikelijke geluiden of geuren waarneemt: Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Power Systems. Hardware Management Console installeren en configureren

Power Systems. Hardware Management Console installeren en configureren Power Systems Hardware Management Console installeren en configureren Power Systems Hardware Management Console installeren en configureren Opmerking Lees, voordat u deze informatie en het product gebruikt,

Nadere informatie

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding Schijfeenheden Gebruikershandleiding Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten

Nadere informatie

Batterij. Een platte, plastic schroevendraaier om de batterij uit de houder te halen

Batterij. Een platte, plastic schroevendraaier om de batterij uit de houder te halen Nederlands Instructies voor vervanging Batterij AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan uw apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking

Nadere informatie

Installatie-instructies. XNX universele zender Modbus -kaart

Installatie-instructies. XNX universele zender Modbus -kaart Installatie-instructies XNX universele zender Modbus -kaart Elektrostatisch gevoelig apparaat (ESD Electrostatic Sensitive Device) Met ESD wordt de overdracht tussen lichamen bedoeld van een elektrostatische

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MZ serie Instructies voor het vervangen van de harde schijf 7429170005 7429170005 Documentversie: 1.0 - Mei 2007 www.packardbell.com Belangrijke veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Installation guide 3-fase railsystems

Installation guide 3-fase railsystems Installation guide 3-fase railsystems Voordat u begint Met deze handleiding willen wij u op weg helpen bij het installeren van de Global 3-fase rail en bijbehorende spots. Wij adviseren u om voordat u

Nadere informatie

Gebruikershandleiding.

Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. Fabrikant: Gispen International BV Parallelweg west 23 Postbus 30 NL 4100 AA Culemborg Holland. Type aanduiding: IC 2007 Elektrisch Hoogteverstelbare tafel. Bouwjaar: 2007 Versie

Nadere informatie

LotusLive. LotusLive Handleiding voor de beheerder

LotusLive. LotusLive Handleiding voor de beheerder LotusLie LotusLie Handleiding oor de beheerder LotusLie LotusLie Handleiding oor de beheerder Opmerking Lees eerst Kennisgeingen op pagina 87. Deze uitgae heeft betrekking op LotusLie(tm) en op alle olgende

Nadere informatie

12U 90cm diep demonteerbaar serverrack - serverkast met wielen

12U 90cm diep demonteerbaar serverrack - serverkast met wielen 12U 90cm diep demonteerbaar serverrack - serverkast met wielen Product ID: RK1236BKF Dit server rack biedt 12U opbergruimte in een slanke, veilige kast voor het opbergen van EIA-310 conforme, 19" in een

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE TCM180

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE TCM180 GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE TCM180 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE -------------------------------------------------------------------------------- VEILIGHEIDSINSTRUCTIES -----------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

: Minimaal 650Mb vrije ruimte : Beschikbare IDE interface connector

: Minimaal 650Mb vrije ruimte : Beschikbare IDE interface connector INTRODUCTIE Hartelijk dank voor het aanschaffen van deze DVD-ROM aandrijving. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de Drive in gebruik neemt. Deze handleiding behandelt stap voor stap hoe u

Nadere informatie

Power Systems. Planning van de locatie en de hardware

Power Systems. Planning van de locatie en de hardware Power Systems Planning van de locatie en de hardware Power Systems Planning van de locatie en de hardware Opmerking Lees, voordat u deze informatie en het product gebruikt, eerst de informatie in Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7 Montageinstructies Veiligheid afwasautomaat 4 Vereisten installatie 5 Instructies installatie 7 Veiligheid afwasautomaat De veiligheid van uzelf en van andere personen is erg belangrijk. We hebben een

Nadere informatie

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE VERWARMING - NL OVERZICHT 1. ALGEMENE VEILIGHEID 2. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 3. GEBRUIK 4. ONDERHOUD 5. TECHNISCHE GEGEVENS LEES, VÓÓR HET GEBRUIK

Nadere informatie

Power Systems. Planning van de locatie en de hardware

Power Systems. Planning van de locatie en de hardware Power Systems Planning van de locatie en de hardware Power Systems Planning van de locatie en de hardware Opmerking Lees, voordat u deze informatie en het product gebruikt, eerst de informatie in Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Installatie & Ondersteuning. Zyxel router

Installatie & Ondersteuning. Zyxel router Installatie & Ondersteuning Zyxel router Inhoudsopgave: 1. Welkom 2. Aansluiten 2.1 De router 2.2 In de doos 2.3 Aansluiten 2.4 Installeren 3. Vagen & Garantie 3.1 Veelgestelde vragen 3.2 Reset van de

Nadere informatie

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1 Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1 1 DAISYSPELER PLEXTALK PTN1 Korte inleiding: Wij hopen dat u plezier zult beleven aan het beluisteren van de digitale boeken. Dit document beschrijft de hoofdfuncties

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

ThinkPad T Series. Installatie. Controlelijst bij uitpakken. h Netsnoer h Boeken: h AC-adapter h Telefoonsnoer. h Computer h Batterij.

ThinkPad T Series. Installatie. Controlelijst bij uitpakken. h Netsnoer h Boeken: h AC-adapter h Telefoonsnoer. h Computer h Batterij. Onderdeelnummer: 92P1486 ThinkPad T Series Controlelijst bij uitpakken Installatie Hartelijk gefeliciteerd met uw nieuwe IBM ThinkPad T Series computer. Controleer of u alle items in deze lijst hebt ontvangen.

Nadere informatie

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing CECH-ZCD1 7020229 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen

Nadere informatie

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl Lees mij eerst! 1Lees deze handleiding zorgvuldig voor de laadbrug te gebruiken. De handleiding omschrijft

Nadere informatie

WANDMOTAGE VAN UW HP-COMPUTER GEBRUIKERSHANDLEIDING

WANDMOTAGE VAN UW HP-COMPUTER GEBRUIKERSHANDLEIDING WANDMOTAGE VAN UW HP-COMPUTER GEBRUIKERSHANDLEIDING De enige garanties voor producten en diensten van Hewlett-Packard staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en

Nadere informatie

Geheugen. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

Geheugen. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op Nederlands Instructies voor vervanging Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als je dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking: U kunt instructies

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE DYNAMIC 680

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE DYNAMIC 680 GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE DYNAMIC 680 Inhoudsopgave VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 3 WAARSCHUWINGEN 4 VEILIGHEIDS RICHTLIJNEN / ALGEMEEN 6 INSTALLATIE EN MONTAGE 7 ZAGEN 8 ONDERHOUD 9 ONDERDELENTEKENING

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair. Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair. Packard Bell Easy Repair Geheugen (RAM) Belangrijke instructies om de veiligheid te controleren U moet alle instructies zorgvuldig lezen voor u aan het werk gaat en u moet voldoen aan de instructies die u hieronder aantreft. Als

Nadere informatie

Wandmontage van uw HP TouchSmart. Gebruikershandleiding

Wandmontage van uw HP TouchSmart. Gebruikershandleiding Wandmontage van uw HP TouchSmart Gebruikershandleiding De enige garanties voor producten en diensten van Hewlett-Packard staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten

Nadere informatie

Geheugenkaarten en optiekaarten verwijderen

Geheugenkaarten en optiekaarten verwijderen Hieronder vindt u een aantal instructies voor het verwijderen van geheugenkaarten en optiekaarten. De volgende afbeelding laat de plaats van de verschillende connectors zien. Connector voor vaste schijf

Nadere informatie

MINI-WASMACHINE. Cat. Nr.: 23450 BEDIENINGSHANDLEIDING

MINI-WASMACHINE. Cat. Nr.: 23450 BEDIENINGSHANDLEIDING MINI-WASMACHINE Cat. Nr.: 23450 BEDIENINGSHANDLEIDING Uitpakken: Deze mini-wasmachine is volledig geassembleerd verzonden en met de bedieningshandleiding. Inspecteer het product na het uit de doos te

Nadere informatie

EM4028 R2 10/100/1000 Mbps PCI Network Adapter

EM4028 R2 10/100/1000 Mbps PCI Network Adapter EM4028 R2 10/100/1000 Mbps PCI Network Adapter 2 NEDERLANDS EM4028 R2-10/100/1000 Mbps PCI Network Adapter Inhoudsopgave 1.0 Introductie... 2 1.1 Inhoud van de verpakking... 2 1.2 Voordat je begint...

Nadere informatie

UW COMPUTER UPGRADEN

UW COMPUTER UPGRADEN H O O F D S T U K V I E R UW COMPUTER UPGRADEN In dit hoofdstuk leert u hoe u het DRAM en de vaste schijf bijwerkt en hoe u de draadloze mini PCI installeert. 4-1 Uw vaste schijf upgraden Het oorspronkelijke

Nadere informatie

De Caddy is bovendien uitgerust met eigen contactdozen, zodat u er ook een laptop, beamer, koffiezetapparaat of andere apparatuur op kwijt kunt.

De Caddy is bovendien uitgerust met eigen contactdozen, zodat u er ook een laptop, beamer, koffiezetapparaat of andere apparatuur op kwijt kunt. Caddy Christoph Ingenhoen, 2008 Caddy aan MedaMorph De Caddy an Christoph Ingenhofen is een mobiel bergmeubel waaraan staand kan worden gewerkt. Het biedt eel bergruimte oor het dagelijkse kantoorwerk.

Nadere informatie

22U demonteerbare serverkast met wielen

22U demonteerbare serverkast met wielen 22U demonteerbare serverkast met wielen Product ID: RK2236BKF Dit server rack biedt 22U opbergruimte in een slanke, veilige kast voor het opbergen van EIA-310 conforme, 19" in een rack te monteren apparaten

Nadere informatie

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden. Geheugenmodules Artikelnummer van document: 393521-332 December 2005 In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden. Inhoudsopgave 1 Geheugenmodules toevoegen

Nadere informatie

De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.

De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. i -1 Opmerking De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. DE FABRIKANT OF DE VERDELER IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR FOUTEN OF OMISSIES IN DEZE HANDLEIDING

Nadere informatie

12U 90cm diep demonteerbaar serverrack - serverkast met wielen

12U 90cm diep demonteerbaar serverrack - serverkast met wielen 12U 90cm diep demonteerbaar serverrack - serverkast met wielen Product ID: RK1236BKF Dit server rack biedt 12U opbergruimte in een slanke, veilige kast voor het opbergen van EIA-310 conforme, 19" in een

Nadere informatie

Power Systems. Voorste USB-kabel voor de L, L, A, of A IBM

Power Systems. Voorste USB-kabel voor de L, L, A, of A IBM Power Systems Voorste USB-kabel oor de 8247-21L, 8247-22L,8284-21A, of 8284-22A IBM Power Systems Voorste USB-kabel oor de 8247-21L, 8247-22L,8284-21A, of 8284-22A IBM Opmerking Lees, oordat u deze informatie

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP

Nadere informatie

Mac Pro eerste generatie harde schijven en de harde schijf dragers (begin 2008)

Mac Pro eerste generatie harde schijven en de harde schijf dragers (begin 2008) Mac Pro eerste generatie harde schijven en de harde schijf dragers (begin 2008) De Mac Pro (begin 2008) computer is geschikt voor vier harde schijven in de vier interne harde schijf bays. Deze gids laat

Nadere informatie

Geheugen (bovenste RAM-sleuf)

Geheugen (bovenste RAM-sleuf) Nederlands Geheugen (bovenste RAM-sleuf) Instructies voor vervanging Volg deze instructies nauwgezet. Als u dit niet doet, kan uw apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. De vervanging

Nadere informatie