Gebruikershandleiding

Transcriptie

1 Aritech Gebruikershandleiding voor MS-Windows MS-Windows, Windows en Microsoft zijn handelsmerken van Microsoft Corporation

2

3 Inhoud Opbouw van de handleiding... 2 De opbouw van deze handleiding... 2 Gebruikte conventies... 2 De toegangscontrolesoftware starten... 3 Aanmelden... 3 Wachtwoorden... 3 Het systeemoverzicht... 4 Schermindeling... 5 Afmelden en afsluiten... 7 Werken met kaarten... 8 Overzicht... 8 Een tijdelijke kaart uitgeven... 8 Teruggevonden kaart... 8 Een kaart blokkeren... 9 Het kaartregister... 9 Kaarten zoeken Kaarten downloaden Registratie Systeemlogs Systeemstatuslog Schermlog Alarmlog Plattegrond Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding Inhoud 1

4 Opbouw van de handleiding De opbouw van deze handleiding De AC-S Foundation-software wordt ondersteund door drie handleidingen: Installatiehandleiding: Deze handleiding is bestemd voor de persoon die het programma installeert ('installer') en beschrijft hoe de hardware van het systeem (controllers, lezers, communicatie,...) moet worden geconfigureerd. Deze configuratie is vereist tijdens de installatie van een nieuw systeem of de uitbreiding van een bestaand systeem. Bedieningshandleiding: Deze handleiding is bestemd voor een operator (manager of beheerder) en beschrijft hoe hij het systeem kan configureren volgens zijn specifieke behoeften (gebruikers, schema's,...). Deze configuratie is vaak slechts één keer vereist, maar moet soms geregeld worden bijgewerkt. Gebruikshandleiding: Deze handleiding is bestemd voor het dagelijks gebruik van het systeem (grondplanoperaties, rapportering, uitgifte van kaarten,...) Opmerking: Voor verschillende hoofdstukken van de bedieningshandleiding moet u zich aanmelden als MASTER of INSTALLATEUR. Als dit toegelaten is, kunt u het systeem best configureren als u zich aanmeldt als MASTER of INSTALLATEUR. Gebruikte conventies In deze handleiding zijn bepaalde passages gemarkeerd om u te wijzen op speciale informatie: Dit zijn punten die speciale aandacht vergen om extra werk te vermijden, of die u in acht moet nemen om te voorkomen dat belangrijke informatie (zoals software-instellingen) verloren gaat of wordt beschadigd. Dit zijn "tips", m.a.w. informatie of suggesties die het gebruik van de toegangscontrolesoftware efficiënter of gewoon eenvoudiger maken. 2 Inhoud Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding

5 De toegangscontrolesoftware starten Om de toegangscontrolesoftware te starten, dubbelklikt u op het pictogram Toegangscontrole. Het hoofdscherm van de toegangscontrolesoftware wordt geopend en er verschijnt een welkomstscherm met informatie over de controllerinstallatie en softwarelicentie. Als het welkomstvenster verdwijnt, wordt het aanmeldingsdialoogvenster weergegeven: Aanmelden Voer uw gebruikersnaam in (ontvangt u van uw systeembeheerder) in het vak Gebruiker en voer uw wachtwoord in. Klik vervolgens op OK. Het systeemoverzicht wordt weergegeven. Wachtwoorden Uw wachtwoord en gebruikersnaam geven u toegang tot de toegangscontrolesoftware en dus ook tot het volledige toegangscontrolesysteem. Daarom is het essentieel dat u met zorg een wachtwoord kiest en het goed beschermt. Om u te helpen, geven wij u de volgende richtlijnen: 1. Kies geen voor de hand liggend wachtwoord. Gebruik niet uw naam, uw geboortedatum of een ander gemakkelijk te achterhalen wachtwoord. 2. Elk woord is goed als u iets zoekt wat u gemakkelijk kunt onthouden. Het verdient aanbeveling om zowel letters als cijfers te gebruiken in het wachtwoord: maand0g in plaats van maandag, din8dag in plaats van dinsdag. 3. Gebruik kleine letters en hoofdletters door elkaar, bv. maandag in plaats van maandag - deze twee wachtwoorden zijn niet identiek omdat het programma hoofdlettergevoelig is. 4. Geef uw wachtwoord nooit door aan anderen. 5. Wijzig uw wachtwoord regelmatig. 6. Wijzig uw wachtwoord onmiddellijk als u vermoedt dat iemand uw wachtwoord kent of zou kunnen achterhalen. Wachtwoord wijzigen U kunt uw wachtwoord op elk moment wijzigen als u bent aangemeld. De wijziging wordt onmiddellijk toegepast, zodat u het nieuwe wachtwoord zult moeten invoeren als u zich de volgende keer aanmeldt. Om uw wachtwoord te wijzigen, klikt u op Wachtwoord wijzigen in het menu Bestand. Vervolgens wordt het dialoogvenster Wachtwoord wijzigen weergegeven: Zoals u in het dialoogvenster ziet, moet u uw oude wachtwoord invoeren (om te voorkomen dat men uw wachtwoord zonder uw toestemming kan wijzigen) en moet u uw nieuwe wachtwoord twee keer invoeren (om er zeker van te zijn dat het correct is ingevoerd). Het wachtwoord moet minstens 1 teken bevatten en kan bestaan uit maximum 31 tekens. Wij raden u aan geen wachtwoorden van minder dan 6 tekens te gebruiken. Als het nieuwe wachtwoord wordt geaccepteerd, wordt het volgende bericht weergegeven: Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding Inhoud 3

6 Als het wachtwoord niet wordt geaccepteerd (u hebt niet het juiste oude wachtwoord ingevoerd of u hebt het nieuwe wachtwoord niet correct ingevoerd), wordt de volgende waarschuwing weergegeven: Het systeemoverzicht Nadat u zich hebt aangemeld, wordt het systeemoverzicht weergegeven. Later, nadat u het systeem hebt aangepast aan uw specifieke vereisten, kunt u de inhoud van het systeemoverzicht wijzigen of kunt u het systeemoverzicht zelfs vervangen door een grafische weergave (plattegrond). Omdat u de 4 Inhoud Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding

7 software nu voor het eerst gebruikt, heeft het systeemoverzicht de standaardinhoud en layout. Het is deze configuratie die we hier zullen beschrijven. Als de software (nog) niet is aangepast, is het systeemoverzicht het thuishonk waar de gebruiker altijd begint en waarnaar hij steeds terugkeert. Schermindeling Het systeemoverzicht is opgesplitst in vier delen: 1. Bovenaan het scherm is er een menubalk die de standaardfuncties bevat. 2. Onder de menubalk bevindt zich een werkbalk. De werkbalk heeft dezelfde functie als de menubalk, maar hier worden de beschikbare functies voorgesteld via kleine pictogrammenknoppen. 3. Het grootste deel van het scherm wordt ingenomen door het systeemoverzichtvenster, dat de 18 pictogrammen voor toegangscontrolefuncties bevat. 4. Onderaan het scherm bevinden zich twee statusbalken: een voor de regellus en een voor de huidige status. Menubalk De inhoud van de menubalk verandert naargelang van de taak die u op dat moment uitvoert. De volgende menu's zijn echter altijd aanwezig: Bestand: In dit menu kunt u: het geselecteerde object openen. Als er geen venster geopend is of als er geen object is geselecteerd, wordt het systeemoverzicht geopend. het actieve venster sluiten. een bestand of rapport afdrukken. een afdrukvoorbeeld van het geselecteerde bestand of rapport weergeven. de paginaopmaak (marges) voor het afdrukken instellen. een rapport over het geselecteerde object maken. zich afmelden. uw wachtwoord wijzigen. Beeld: In dit menu kunt u: de werkbalk weergeven of verbergen. de statusbalk weergeven of verbergen. de statusbalk van de lusregeling weergeven of verbergen. Systeem: In dit menu kunt u: een venster openen dat de huidige systeemstatus weergeeft. een venster openen dat het schermlog weergeeft (logboek van de huidige sessie sinds de laatste aanmelding). een venster openen dat het huidige alarmlog weergeeft. Venster: In dit menu kunt u: de geopende vensters trapsgewijs schikken. de geopende vensters naast elkaar schikken. de pictogrammen in het actieve venster schikken. een van de geopende vensters selecteren (dit is een lijst die wordt aangepast als er vensters worden geopend of gesloten). Help: geeft u on line Help-informatie: De inhoud van de volledige on line Help voor de toegangscontrolesoftware van Aritech. Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding Inhoud 5

8 Informatie over het gebruik van de on line Help. Informatie over het huidige toegangscontrolesysteem en de software zelf (versienummer,...). Dit venster kan zeer nuttige informatie geven over de status van de communicatie met de lus(sen) en de lezers: Menuopties die op dat moment niet beschikbaar zijn, worden lichtgrijs weergegeven om aan te geven dat ze niet actief zijn. Werkbalk De werkbalk geeft vrijwel onmiddellijke toegang tot de menubalkopties die het meest worden gebruikt in de huidige context. De knoppen zijn (van links naar rechts): (Nieuw) Openen (Opslaan) Knippen Kopiëren Plakken Afdrukken Systeemstatus weergeven Schermlogberichten weergeven Alarmlog weergeven Externe Windows-toepassing starten (bv. Write), zoals opgegeven in het bestand card.ini. De softwareproductinformatie weergeven (idem als in het menu Help: Info over Aritech, zie hoger). Contextafhankelijke Help weergeven (de cursor verandert in een vraagteken en u kunt dan het gebied of object aanklikken waarover u informatie wenst). 6 Inhoud Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding

9 Pictogrammen Het grootste deel van het scherm wordt ingenomen door het systeemoverzichtvenster, dat de pictogrammen voor de belangrijkste functies bevat. Deze 8 pictogrammen zijn gerangschikt in alfabetische volgorde. Elk pictogram stelt een bepaald deel van het toegangscontrolesysteem voor: Anti-passbackzone: toont de zones die een kaart moet passeren vóór deze kaart een tweede keer een lezer mag passeren. Deze optie wordt anti-passback genoemd. Dit voorkomt dat een kaart twee keer wordt gebruikt bij dezelfde lezer om toegang te krijgen tot een zone, tenzij eerst werd geregistreerd dat de kaart de zone verlaten heeft bij deze of een andere lezer. Kalender: toont de dagkalender van het toegangscontrolesysteem. Kaart: opent het kaartregister, van waaruit u alle informatie met betrekking tot lezerkaarten kunt weergeven. Kaartgroep: toont de kaarthouders en schema's die zijn toegewezen aan de lezers waar de kaarten van deze groep kunnen worden gebruikt. Log-bestand: laat u toe het schermlogvenster weer te geven. Plattegrond: hiermee kunt u een grondplan weergeven. Schema: toont schema's die van toepassing zijn op het toegangscontrolesysteem. Systeemoverzicht: dit pictogram heeft geen functie binnen deze gebruikersgroep. U kunt zeer snel één van deze objecten selecteren door de eerste letter van de naam van het object te typen (bv. L voor Lezers) en vervolgens op Enter te drukken om deze selectie te activeren. Statusbalken Onderaan in het venster worden twee statusbalken weergegeven: de regellusbalk en de statusbalk. Beide statusbalken kunnen worden in- en uitgeschakeld via het menu Beeld. Lusregelingsstatusbalk De lusregelingsstatusbalk is de bovenste van de twee statusbalken. Deze balk geeft de volgende zaken weer: Type licentie (meerdere controllers/eén controller), de huidige datum en tijd, het huidige dagtype, een informatievak waarin alle berichten van de software of de voor een kalenderdag ingevoerde opmerkingen worden weergegeven, een teller die weergeeft hoeveel berichten de pc heeft verzonden en ontvangen (dit geeft aan dat de communicatie op de achtergrond functioneert). Statusbalk De statusbalk is de onderste van de twee balken. De statusbalk geeft de volgende zaken weer: een bericht dat het doel verklaart van de functie, optie of menukeuze die wordt aangewezen door de cursor. Als geen speciale Help beschikbaar is, wordt het bericht Druk op F1 voor Help weergegeven. de status van de toetsen Caps Lock, Num Lock en Scroll Lock. Afmelden en afsluiten Laat het systeem nooit onbeheerd achter terwijl u bent aangemeld. U kunt het programma zo instellen dat u automatisch wordt afgemeld als er gedurende een bepaalde periode geen interactie met de gebruiker is (zie het hoofdstuk Geavanceerde functies). Als u zich wilt afmelden, kiest u in het menu Bestand de opdracht Afmelden. Vervolgens wordt het aanmeldingsdialoogvenster weergegeven, waarin u wordt gevraagd zich aan te melden. Als u nu op Annuleren klikt, worden alle softwarefuncties geblokkeerd, behalve de weergave van het systeemstatusscherm, het alarmlog en natuurlijk de aanmeldingsfunctie. Om de toegangscontrolesoftware van Aritech volledig af te sluiten, klikt u op Bestand: Afsluiten. Een gebruiker zal zich soms (voor registratiedoeleinden) moeten afmelden vóór hij het programma kan afsluiten. U kunt dit zelf instellen door de toegang tot die menukeuze te wijzigen in het systeemoverzicht. Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding Inhoud 7

10 Werken met kaarten Overzicht De kaarten die worden uitgegeven aan personen zijn letterlijk de sleutel tot het hele toegangscontrolesysteem. Als een kaart wordt aangeboden bij een lezer, kan het systeem bepalen wie wat aanvraagt, wat vereist is, en wat al dan niet moet worden toegestaan. Een tijdelijke kaart uitgeven Het valt haast niet te vermijden dat er af en toe iemand een tijdelijke kaart nodig heeft. Als iemand een tijdelijke kaart nodig heeft omdat hij zijn eigen kaart verloren heeft, mag u niet vergeten de verloren kaart te blokkeren om ongeoorloofd gebruik te vermijden. Om een tijdelijke kaart uit te geven, gaat u als volgt te werk: Klik in het open kaartregister op Kaart: Tijdelijke kaart uitgeven. Voer een geldig kaartnummer in (het nummer van een kaart die wel is geregistreerd maar nog niet is uitgegeven). Voer een geldigheidsduur (in dagen) in. Als u de informatie van een andere kaart wilt overnemen (bv. van de verloren kaart), voert u het nummer van die kaart in en schakelt u het selectievakje Informatie kopiëren in. Klik op OK. Controleer de kaartuitgiftegegevens, voer indien nodig verdere gegevens in en klik op OK. Teruggevonden kaart Als aan het systeem wordt gemeld dat een verloren kaart is teruggevonden, wordt in het kaartregister de opmerking DEBLOKKEREN toegevoegd. Dit is een louter administratieve stap, waarmee wordt aangegeven dat de kaart eventueel weer aan iemand anders kan worden uitgegeven. Om een teruggevonden kaart te deblokkeren, gaat u als volgt te werk: Klik op Kaart: Kaart deblokkeren in het menu van het systeemoverzicht terwijl het kaartregister open is. 8 Inhoud Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding

11 Voer het nummer in van de kaart die moet worden gedeblokkeerd en klik op OK. Controleer de kaartgegevens, wijzig ze indien nodig en klik op OK. Een kaart blokkeren Kaarten die niet in gebruik zijn (geregistreerde maar onuitgegeven kaarten, verloren kaarten, ontbrekende kaarten of kaarten die niet kunnen worden teruggevonden) moeten worden geblokkeerd om ongeoorloofd gebruik te vermijden. Om een kaart te blokkeren, gaat u als volgt te werk: Open het kaartregister en klik op Kaart: Kaart blokkeren (verlies van kaart). Voer het kaartnummer in en klik op OK. Controleer de kaartgegevens en klik op OK. Het kaartregister Dubbelklik in het systeemoverzicht op het Kaartpictogram. Het kaartregister wordt geopend en geeft u een handig overzicht van alle geregistreerde kaarten, de kaarthouders en de huidige status. Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding Inhoud 9

12 De meeste taken m.b.t. het beheren van kaarten worden uitgevoerd vanuit dit venster. Via het menu Beeld in de menubalk van het systeemoverzicht kunt u de kaartweergave in het kaartregister wijzigen. De weergave kan zijn: normaal: de standaardweergave (zie hierboven) kaartstatus: de status van elke kaart wordt weergegeven (dit is alleen nuttig als gebruik wordt gemaakt van antipassback), laatste lezer: de lezer waar de kaart laatst werd gebruikt wordt weergegeven. Deze informatie is alleen beschikbaar terwijl de toegangscontrolesoftware draait en gaat verloren als u het programma afsluit. U kunt de weergave sorteren op: kaartnummer, gebruikers-id, achternaam, afdeling, werknemersnummer. 10 Inhoud Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding

13 Naast de drie registerweergaven die eerder werden beschreven, kunt u als het kaartregister geopend is en een kaart is geselecteerd ook de optie Bestand: Informatie weergeven... gebruiken: Hiermee wordt de huidige locatie van de kaarthouder weergegeven (uiteraard alleen als anti-passbackzones zijn ingesteld en de kaart op de juiste wijze is gebruikt): Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding Inhoud 11

14 Kaarten zoeken Als het kaartregister geopend is, kunt u de opdracht Bewerken: Zoeken gebruiken om een zoekdialoogvenster te openen: U kunt nu naar een specifieke kaart zoeken op basis van de inhoud van een van de volgende velden: het kaartnummer, de achternaam van de kaarthouder, de voornaam van de kaarthouder, het SoFi-nummer van de kaarthouder, de naam van de afdeling van de kaarthouder, het werknemersnummer het telefoonnummer van de kaarthouder, de vier extra informatievelden, het veld met opmerkingen. Buiten het zoeken via het dialoogvenster is er nog een zoekmogelijkheid. Als het kaartregister geopend is, kunt u gewoon de letters van de achternaam van een kaarthouder of de cijfers van het kaartnummer invoeren. De selectiebalk (markering) wordt dan direct verplaatst naar de eerste kaart die beantwoordt aan de opgegeven zoekcriteria. Om snel te zoeken, gaat u als volgt te werk: Open het kaartregister. Selecteer Beeld: Weergave sorteren op... om de inhoud van het register te sorteren op de gegevens waarnaar u wilt zoeken. Voer de letters of cijfers in waarnaar u wilt zoeken. In de statusbalk verschijnt het bericht 'Bezig met zoeken...'. Als u nog een zoekopdracht wilt uitvoeren, drukt u op de toets BACKSPACE en herhaalt u de hierboven beschreven procedure. Druk op ESC om de zoekopdracht af te sluiten. Opmerking: U moet de tekens waarnaar u zoekt precies zo invoeren als ze zijn opgenomen in de kaartgegevens ('SIM' is niet hetzelfde als 'sim' of 'SiM'). Kaarten downloaden Kaarten worden automatisch gedownload telkens wanneer u de status van een kaart wijzigt. 12 Inhoud Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding

15 Registratie Zelfs een klein toegangscontrolesysteem met enkele lezers en enkele tientallen kaarten kan al gauw enorme hoeveelheden gegevens genereren. Er kunnen niet alleen gegevens worden verzameld over iedere kaart- of lezertransactie, maar ook iedere wijziging in de software van het toegangscontrolesysteem zelf kan worden bewaakt, evenals elke afzonderlijke ingang en uitgang. Systeemlogs Er zijn drie speciale logs die systeemlogs worden genoemd omdat ze direct beschikbaar zijn als pictogrammen in de werkbalk van het systeemoverzicht. Deze logbestanden zijn: 1. het systeemstatuslog, 2. het schermlog, 3. het alarmlog. Systeemstatuslog Het systeemstatuslog opent een apart venster waarin voor elk apparaatobject (lezer, ingang en uitgang) in het systeem een punt wordt weergegeven: De kleur van de punten (rood voor een alarm, donkergrijs voor een normale toestand of geel voor een fouttoestand) geeft dynamisch de status van de objecten aan. Als u een object selecteert (klikken met de muis), worden de identificatie en een korte beschrijving van de huidige status van het object weergegeven op de statusregel onderaan in het venster. Deze voorstelling is zeer compact en kan meer dan duizend individuele objecten weergeven die u in een oogopslag kunt overzien. Schermlog Het schermlog bevat alle gebeurtenissen die zijn geselecteerd in een actieve actielijst (een met een object verbonden actielijst) als het schema om een invoer vraagt en waarvoor het schermlog als bestemming voor het rapport is gekozen. Alarmlog Het alarmlog bevat alle gebeurtenissen die zijn geselecteerd in een actieve actielijst (een met een object verbonden actielijst) als het schema om een invoer vraagt en waarvoor het alarmlog (en printer 2) als bestemming voor het rapport is gekozen. Het alarmlog is ontworpen met in het achterhoofd het idee dat u dit venster altijd open kunt houden en de alarmuitgangen naar dit venster kunt sturen, waar ze in real-time worden weergegeven. Om u hierbij te helpen, is een extra optie Alarm beschikbaar in de menubalk van het systeemoverzicht als het alarmlogvenster geopend en actief is. Met deze optie Alarm kunt u: de alarmuitgangen opnieuw instellen (resetten), alle alarmberichten wissen. Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding Inhoud 13

16 Plattegrond Een plattegrond is in principe elke bitmapfiguur (.bmp-indeling) die kan worden gebruikt als een achtergrond waarop de pictogrammen van de Aritech-toegangscontrolesoftware kunnen worden geplaatst. Deze plattegrond vervangt het systeemoverzicht en laat u toe een vrijwel volledige grafische interface te maken voor de Aritechtoegangscontrolesoftware. Als u een plattegrond koppelt aan een gebruiker, wordt deze plattegrond geladen (in plaats van het systeemoverzicht) als de gebruiker zich aanmeldt. Om van de plattegronden een nog krachtigere interface voor het toegangscontrolesysteem te maken, veranderen de lezer-, alarm- en controllerpictogrammen volgens hun status als ze in een plattegrond worden geplaatst. U kunt alle items bekijken binnen de plattegrond. Vanuit de plattegrond kunt u ook een deur openen met de rechtermuisknop (Ontgrendelingspuls verzenden) 14 Inhoud Aritech Access Control Software Gebruikershandleiding

17