Toegangscontrolesoftware. Installatiehandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toegangscontrolesoftware. Installatiehandleiding"

Transcriptie

1 Toegangscontrolesoftware Aritech Installatiehandleiding voor MS-Windows

2 GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST VOOR ARITECH-SOFTWARE BELANGRIJK - AANDACHTIG LEZEN : Deze gebruiksrechtovereenkomst van Aritech is een wettelijke overeenkomst tussen u (hetzij als individu of als entiteit) en Aritech B.V. voor het bovengenoemde Aritech-product, dat computersoftware, gedrukt materiaal en mogelijk ook documentatie in elektronische vorm ("SOFTWAREPRODUCT" of "SOFTWARE") omvat. Door dit SOFTWAREPRODUCT te installeren, kopiëren of op enige andere wijze te gebruiken, gaat u ermee akkoord gebonden te zijn aan de bepalingen van deze GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST. Als u niet instemt met de bepalingen van deze GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST, moet u het ongebruikte SOFTWAREPRODUCT onmiddellijk retourneren naar uw leverancier. U krijgt dan het betaalde bedrag volledig terug. SOFTWAREGEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST Het SOFTWAREPRODUCT wordt beschermd door copyrightwetten en internationale copyrightverdragen evenals andere intellectueleeigendomswetten en -verdragen. Het SOFTWAREPRODUCT wordt niet verkocht, maar in licentie gegeven. 1. VERLENING VAN HET GEBRUIKSRECHT. Deze GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST verleent u de volgende rechten: Software. U mag één exemplaar van het SOFTWAREPRODUCT installeren en gebruiken op één computer. Opslag/Netwerkgebruik. U mag één exemplaar van dit SOFTWAREPRODUCT opslaan of installeren op een opslagapparaat, zoals een netwerkserver die alleen wordt gebruikt om het SOFTWAREPRODUCT via een intern netwerk op uw andere computers te installeren of uit te voeren. U dient echter een licentie aan te schaffen voor elke afzonderlijke computer waarop het softwareproduct vanaf het opslagapparaat wordt geïnstalleerd en uitgevoerd. Een licentie voor het SOFTWAREPRODUCT mag niet worden gedeeld of gelijktijdig op verschillende computers worden gebruikt. 2. ANDERE RECHTEN EN BEPERKINGEN. Beperking op terugwerkend ontsleutelen, decompileren en disassembleren. U mag het SOFTWAREPRODUCT niet terugwerkend ontsleutelen (reverse-engineering), decompileren of disassembleren. Scheiding van onderdelen. Het SOFTWAREPRODUCT wordt in licentie gegeven als één product. De onderdelen ervan mogen niet worden gescheiden voor gebruik op meer dan één computer. Verhuur. U mag het SOFTWAREPRODUCT niet verhuren, in lease geven of uitlenen. 3. COPYRIGHT. De eigendom van en de auteursrechten op het SOFTWAREPRODUCT, het begeleidende gedrukte materiaal en alle exemplaren van het SOFTWAREPRODUCT berusten bij Aritech. Het SOFTWAREPRODUCT wordt beschermd door copyrightwetten en internationale verdragsbepalingen. Daarom dient u het SOFTWAREPRODUCT te behandelen als elk ander auteursrechtelijk beschermd materiaal, behalve dat u òf (a) één kopie van het SOFTWAREPRODUCT mag maken uitsluitend bij wijze van reservekopie of archivering, òf (b) het SOFTWAREPRODUCT mag installeren op één computer, mits u het originele exemplaar van het SOFTWAREPRODUCT bewaart, uitsluitend bij wijze van reservekopie of archivering. U mag geen kopieën maken van het gedrukte materiaal dat bij het SOFTWAREPRODUCT hoort. BEPERKTE GARANTIE BEPERKTE GARANTIE. Aritech garandeert dat het SOFTWAREPRODUCT in hoofdzaak functioneert overeenkomstig het bijbehorende schriftelijke materiaal gedurende een periode van negentig (90) dagen na de datum van ontvangst. VERHAALSMOGELIJKHEDEN VAN DE KLANT. De volledige aansprakelijkheid van Aritech en uw enige verhaalsmogelijkheid bestaat, ter keuze van Aritech, in hetzij (a) terugbetaling van de aankoopprijs, hetzij (b) reparatie of vervanging van het SOFTWAREPRODUCT dat niet voldoet aan Aritech's Beperkte Garantie en dat wordt geretourneerd naar Aritech met een kopie van uw bewijs van aankoop. Deze beperkte garantie geldt niet indien het niet-functioneren van het SOFTWAREPRODUCT het gevolg is van een ongeluk, misbruik of verkeerde toepassing. Voor een vervangend SOFTWAREPRODUCT zal een garantieperiode gelden gelijk aan de resterende tijd van de oorspronkelijke garantieperiode of, indien dat langer is, dertig (30) dagen. GEEN ANDERE GARANTIES. VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN TOEPASSELIJK RECHT WIJST ARITECH ALLE ANDERE UITDRUKKELIJKE OF IMPLICIETE GARANTIES MET BETREKKING TOT HET SOFTWAREPRODUCT VAN DE HAND, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE. VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN TOEPASSELIJK RECHT ZAL ARITECH IN GEEN ENKEL GEVAL AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE BIJZONDERE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE, INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT SCHADE ALS GEVOLG VAN VERLIES VAN BEDRIJFSINFORMATIE OF ENIG ANDER GELDELIJK VERLIES) ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK OF DE VERHINDERING TOT GEBRUIK VAN HET SOFTWAREPRODUCT, ZELFS INDIEN ARITECH OP DE HOOGTE WAS GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DIE SCHADE. MS-Windows, Windows en Microsoft zijn handelsmerken van Microsoft Corporation.

3 Inhoud GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST VOOR ARITECH-SOFTWARE... 2 SOFTWAREGEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST... 2 Opbouw van de handleiding... 5 De opbouw van deze handleiding... 5 Gebruikte conventies... 5 Aan de slag... 6 Voor wie is deze handleiding bestemd?... 6 De eerste stappen... 6 Uw pakket controleren... 6 Cd-rom... 6 Hardware Systeemvereisten... 6 Hardware (ACP4W/ACP500W/ACPMUS Client)... 6 Software (ACP4W/ACP500W/ACPMUS Client)... 7 Hardware (ACPMUS-server)... 7 Software (ACPMUS-server)... 7 Installatie ACP4W / ACP500W... 8 Update naar een netwerksysteem... 8 Beveiligingssleutel... 8 Waar moet u de beveiligingssleutel installeren?... 8 Het installatieprogramma van ACS Foundation uitvoeren... 8 Upgrade van een vorige versie... 8 De installatie uitvoeren... 8 Installatie ACP-MUS Vóór u begint Waar moet u de beveiligingssleutel installeren? De installatie uitvoeren Installatie van extra licenties voor de Pervasive SQL-database Instelling van de server Configuratie van het INI-bestand Server opstarten Mappen delen Het clientinstallatieprogramma van AC-S MUS uitvoeren De installatie uitvoeren De client instellen Het INI-bestand configureren De toegangscontrolesoftware starten ACP4W / ACP500W starten ACPMUS-client starten Aanmelden Standaardaanmelding Wachtwoorden Het systeemoverzicht Schermindeling Afmelden en afsluiten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 3

4 De installatie van de software ongedaan maken Systeem instellen...39 De systeemparameters De systeemparameters instellen Magneetkaartinstellingen Wiegand Barcode Standaardsysteemcode Pincode-instellingen De controllerlus definiëren Directe lus Externe lus Modemlus met extra beveiliging Terugmeldingslus TCP/IP-lus Een lus toevoegen Een controller toevoegen...50 De lezers instellen De hoofdlezer instellen De standaardlezers instellen Een pincodelezer instellen Gebruik van lange pincodes Dubbele-kaartfunctie lezer...53 Een lezer toevoegen Downloaden naar de controllers Een reservekopie maken van gegevens Een externe toepassing uitvoeren Het bestand card.ini Registratie...58 Gebeurtenissen Actielijsten Uw eigen Actielijst definiëren Speciale actielijst 'Gegevensdistributieberichten' registreren Werken met relaiskaarten...62 Inleiding Mogelijke uitbreidingen Deurcontrole Algemene I/O Vooraf gedefinieerde uitgangen Uitgangen opnieuw instellen Alarmzones Plattegrond...76 Plattegronden maken Plattegrondpictogrammen Rechtermuisknop Plattegronden koppelen Opbouw van de handleiding Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

5 Opbouw van de handleiding De opbouw van deze handleiding De ACS Foundation-software wordt ondersteund door drie handleidingen:! Installatiehandleiding: Deze handleiding is bestemd voor de persoon die het programma installeert ('INSTALLATEUR') en beschrijft hoe de hardware van het systeem (controllers, lezers, communicatie,...) moet worden geconfigureerd. Deze configuratie is vereist tijdens de installatie van een nieuw systeem of de uitbreiding van een bestaand systeem.! Bedieningshandleiding: Deze handleiding is bestemd voor een operator (manager of beheerder) en beschrijft hoe hij het systeem kan configureren volgens zijn specifieke behoeften (gebruikers, schema's,...). Deze configuratie is vaak slechts één keer vereist, maar moet soms geregeld worden bijgewerkt.! Gebruikshandleiding: Deze handleiding is bestemd voor het dagelijks gebruik van het systeem (grondplanoperaties, rapportering, uitgifte van kaarten,...) Opmerking: Voor verschillende hoofdstukken van de bedieningshandleiding moet u zich aanmelden als MASTER ofinstallateur. Als dit toegelaten is, kunt u het systeem best configureren als u zich aanmeldt als MASTER of INSTALLATEUR. Deze installatiehandleiding beschrijft de installatie van de ACP4W- en ACP500W-softwarepakketten, evenals het ACPMUS-softwarepakket voor meerdere gebruikers (standaard voor 3 gebruikers tegelijk). Slechts één van deze pakketten wordt geïnstalleerd. Gebruikte conventies In deze handleiding zijn bepaalde passages gemarkeerd om u te wijzen op speciale informatie: Dit zijn punten die speciale aandacht vergen om extra werk te vermijden, of die u in acht moet nemen om te voorkomen dat belangrijke informatie (zoals software-instellingen) verloren gaat of wordt beschadigd. Dit zijn "tips", m.a.w. informatie of suggesties die het gebruik van de toegangscontrolesoftware efficiënter of gewoon eenvoudiger maken. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 5

6 Aan de slag Voor wie is deze handleiding bestemd? Alle gebruikers die het ACS Foundation-pakket installeren moeten het deel "Aan de slag" lezen. Als u voor de eerste keer in Windows werkt, kunt u best eerst het hoofdstuk over basisvaardigheden lezen in de Windowsgebruikershandleiding (niet bijgevoegd bij deze handleiding) vóór u het ACS Foundation-pakket installeert. In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat u met uw computer basisbewerkingen kunt uitvoeren in een Windows-omgeving. De eerste stappen Hieronder vindt u aanbevelingen voor het gebruik van de informatie in de handleiding Aan de slag. - Ga na of u het volledige ACS Foundation-pakket hebt ontvangen. - Registreer u als een gebruiker van ACS Foundation. - Controleer of uw computer voldoet aan de systeemvereisten voor ACS Foundation. - Ga na waar u de beveiligingssleutel op uw PC dient te installeren. - Start het installatieprogramma van ACS Foundation. - Voer de systeeminstallatieprocedure uit. - Controleer of het systeem werkt. Uw pakket controleren Dit deel vermeldt de diskettes en de documentatie die bij uw ACS Foundation-pakket horen. Neem even de tijd om de inhoud te controleren aan de hand van de volgende lijsten. Als uw pakket onvolledig is, stuurt u het terug naar een verkooppunt van Aritech. Cd-rom Het ACS Foundation-pakket bestaat uit één cd-rom waarop alle talen zijn opgeslagen en die alle registratiemiddelen en documentatie bevat. Hardware. ACP4W-versie met één controller Beveiligingssleutel: Blauwe kleur. ACP500W-versie voor meerdere controllers of ACPMUS Beveiligingssleutel: Witte kleur (voor ACPMUS 3x). Systeemvereisten Hardware (ACP4W/ACP500W/ACPMUS Client) Om ACS Foundation te kunnen gebruiken, moet u beschikken over de volgende hardware: - Een computer of een snellere versie. - Minstens 8MB RAM. - Minstens 50MB vrije ruimte op de harde schijf. (10MB voor de software zelf, 10MB voor de gegevens en 30 MB voor de Pervasive-databasebestanden op station C). - Een vrije seriële COM-poort met een UART-chip. - Een parallelle poort voor de beveiligingssleutel. 6 Aan de slag Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

7 Software (ACP4W/ACP500W/ACPMUS Client) De ACS Foundation-software werkt onder Microsoft Windows 95, Windows 98 en Windows NT4.0 Hardware (ACPMUS-server) Om met ACS MUS te kunnen werken, moet u beschikken over de volgende hardware: - Een Pentium-computer of een snellere computer - Minstens 32MB RAM - Minstens 80MB vrije ruimte op de harde schijf (70MB voor de software zelf, 10MB voor gegevens) - Een vrije seriële COM-poort met een UART-chip voor elke (seriële) controller/lusaansluiting - Een netwerkkaart met de TCP/IP-protocolinstelling. Software (ACPMUS-server) De ACServerssoftware draait alleen onder Microsoft NT4.0 Server. Meld u aan met het Administrator-wachtwoord vóór u start! Zo niet mislukt de installatie! Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 7

8 Installatie ACP4W / ACP500W In dit hoofdstuk vindt u alle informatie die u nodig hebt om de ACS Foundation-software te installeren en ermee te beginnen werken. Update naar een netwerksysteem Als u van een systeem met één controller overstapt naar een netwerksysteem, moet u de software eerst upgraden van ACP4W naar ACP500W met de PC-software-upgradeset ACP500WEXP. Vervolgens moet u een of meer controllers toevoegen, waarbij u de procedure voor het toevoegen van controllers volgt (zie Systeeminstelling). Beveiligingssleutel Waar moet u de beveiligingssleutel installeren? Sluit de beveiligingssleutel aan op een parallelle poort (LPT1: of LPT2:). Als u de installatie achteraf wilt testen, moet u een controller aansluiten. Het installatieprogramma van ACS Foundation uitvoeren Upgrade van een vorige versie Als u een hogere versie van ACS Foundation installeert, kunt u de nieuwe versie best installeren in een nieuwe map in de veronderstelling dat u over voldoende vrije schijfruimte beschikt. U kunt later de oude bestanden en map verwijderen als u volledig bent overgeschakeld op de nieuwe versie. Het installatieprogramma geeft u de mogelijkheid om uw bestaande database te gebruiken in de nieuwe omgeving. De installatie uitvoeren Start Windows en sluit alle geopende toepassingen af. Plaats de cd-rom van ACS Foundation in het cd-rom station. - Als het installatieprogramma niet automatisch start, start u programma handmatig (klik op de knop Start in de taakbalk van Windows, selecteer Uitvoeren, typ SETUP.EXE voorafgegaan door het pad van dit bestand op de cdrom en klik op OK). In het bovenstaande dialoogvenster staat e: voor de letter van het cd-rom-station Klik op de knop OK en volg de instructies op het scherm. Het dialoogvenster Welkom wordt weergegeven: 8 Installatie ACP4W / ACP500W Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

9 Klik op de knop Volgende (Next) om door te gaan. Het dialoogvenster Gebruiksrechtovereenkomst wordt weergegeven. Lees aandachtig de gebruiksrechtovereenkomst. Klik op de knop Ja (Yes) als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst en wilt doorgaan, of klik op de knop Nee (No) als u niet akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 9

10 Het installatieprogramma vraagt u om uw naam en bedrijfsnaam in te voeren. Nadat u de gebruikersinformatie hebt ingevoerd, klikt u op de knop Volgende (Next) om door te gaan. Het installatieprogramma vraagt u om het pad op te geven van de map waarin u ACS Foundation wilt installeren. Als u ACS Foundation in een andere map wilt installeren, klikt u op de knop Bladeren (Browse). Klik op de knop Volgende (Next) om door te gaan. Het database dialoogvenster wordt weergegeven. 10 Installatie ACP4W / ACP500W Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

11 Dit dialoogvenster bevat een lijst met opties waarmee u vooraf gedefinieerde databases kunt installeren. Als u het programma wilt upgraden, wordt u later gevraagd in welke map de huidige database zich bevindt. Als u een van de vooraf geconfigureerde databases wilt installeren, moet u rekening houden met de volgende zaken: Onderdelen verwijderen neemt altijd minder tijd in beslag dan onderdelen toevoegen. Kies daarom een database die groter is dan uw configuratie en verwijder de onderdelen die u niet nodig hebt. Om gegevensverlies te vermijden, worden oude databases NOOIT overschreven. Als u een vooraf geconfigureerde database wilt installeren en er bestaat nog een oude database, worden geen nieuwe databasebestanden geïnstalleerd. Kies een andere doelmap of verwijder eerst handmatig de huidige database. Dankzij de vooraf gedefinieerde databasestructuren bespaart u tijd tijdens de installatie van de toegangscontrolesoftware ACS Foundation. Het installatieprogramma biedt u de keuze uit de volgende vooraf gedefinieerde installatiepakketten: Upgrade Kies deze optie om uw huidige configuratie te upgraden. Er worden geen databasebestanden gekopieerd. Compact Deze installatie geeft u een configuratie met 1 lus en 1 controller. Basis Deze installatie geeft u een configuratie met 1 lus en 4 controllers. Medium Deze installatie geeft u een configuratie met 1 lus en 16 controllers. Groot Deze installatie geeft u een configuratie met 2 lussen en 64 controllers. Extern Deze installatie geeft u een configuratie met 10 (modem)lussen en 10 controllers. Alle controllers worden verondersteld 4-deurscontrollers te zijn en alle controllers hebben 8 vooraf geconfigureerde lezers. Selecteer de vooraf gedefinieerde database en klik op de knop Volgende (Next) om door te gaan. Als u de configuratie Compact, Basis, Medium, Groot of Extern hebt gekozen, selecteert u de map waarin u de database wilt kopiëren. Als u de configuratie Upgrade hebt gekozen, selecteert u de map die uw bestaande database bevat. Het dialoogvenster geeft aan in welke map de nieuwe database wordt gekopieerd. Aangezien de database NIET compatibel udere versies, wordt de bestaande database opgeslagen onder de naam 'database.old' (als u dit wenst). Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 11

12 Nadat u de databasemap hebt geselecteerd, klikt u op de knop Volgende (Next) om door te gaan. Als u de configuratie Compact, Basis, Medium of Extern hebt gekozen, moet u de COM-poort selecteren waarop de controller(s) is (zijn) aangesloten. Als u Groot hebt gekozen, worden de twee lussen geconfigureerd op COM1: en COM2: (u hoeft geen COM-poort te selecteren). Het installatieprogramma vraagt u nu om een taal te selecteren. Selecteer de gewenste taal en klik op Volgende om door te gaan. Als u de gewenste taal niet ziet staan, selecteert u Andere en klikt u op Volgende (Next) om een andere taal te selecteren. Het installatieprogramma vraagt u de programmamap te selecteren waarin het ACS Foundation-pictogram moet worden geplaatst. 12 Installatie ACP4W / ACP500W Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

13 Selecteer de programmamap en klik op de knop Volgende (Next) om door te gaan. Vervolgens wordt de Pervasive-database geinstalleerd in de voorgestelde databasemap. Klik op de knop Volgende (Next) om door te gaan. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 13

14 De Pervasive-database wordt getest en klik vervolgens op de knop beeindigen (Finish). Het installatieprogramma vraagt u om uw computer opnieuw op te starten. Klik op de knop beeindigen (Finish) om door te gaan. Gefeliciteerd, ACS Foundation is met succes geïnstalleerd. Vóór u de toegangscontrolesoftware gebruikt, moet u het selectievakje Ja, ik wil de computer nu opnieuw opstarten' inschakelen en op de knop Voltooien klikken om de computer opnieuw op te starten. Uw computer wordt dan opnieuw opgestart om alle systeemconfiguratiebestanden te implementeren. Als u wilt doorgaan zonder dat het installatieprogramma de computerinstellingen wijzigt, schakelt u het selectievakje Nee, ik start de computer later opnieuw op in. Klik op de knop Voltooien om het installatieprogramma af te sluiten. 14 Installatie ACP4W / ACP500W Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

15 Installatie ACP-MUS In dit hoofdstuk vindt u alle informatie die u nodig hebt om de ACS Foundation-software te installeren en ermee te beginnen werken. Vóór u begint Waar moet u de beveiligingssleutel installeren? Sluit de beveiligingssleutel aan op een parallelle poort (LPT1: of LPT2:) van de client. Als u de installatie achteraf wilt testen, moet u een controller aansluiten. De installatie uitvoeren - Start Windows en sluit alle geopende toepassingen af. - Plaats de installatie cd-rom van ACS MUS in het cd-rom-station. - Als het installatieprogramma niet automatisch start, start u programma handmatig (klik op de knop Start in de taakbalk van Windows, selecteer Uitvoeren, typ SETUP.EXE voorafgegaan door het pad van dit bestand op de cdrom en klik op OK). In het bovenstaande dialoogvenster staat e: voor de letter van het cd-rom-station. Klik op de knop OK en volg de instructies op het scherm. Het dialoogvenster Welkom wordt weergegeven: Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 15

16 Klik op de knop Volgende (Next) om door te gaan. Eerst moet u de gebruiksrechtovereenkomst accepteren. Klik op de knop Ja (Yes) om de gebruiksrechtovereenkomst te accepteren. Selecteer de map waarin u de software voor meerdere gebruikers wilt installeren. 16 Installatie ACP-MUS Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

17 Klik op de knop Volgende (Next) als u het eens bent en wilt doorgaan. Klik op de knop Bladeren (Browse) als u een andere map wilt selecteren. Selecteer de nieuwe map en klik op Volgende om door te gaan. Selecteer vervolgens het type installatie. Selecteer Upgrade als u een oudere versie wilt overschrijven en een bestaande database wilt gebruiken. Selecteer Nieuwe installatie (New installation) als dit de eerste installatie is of als u een nieuwe database wilt installeren. Maak uw keuze en klik op Volgende (Next). Als u Nieuwe installatie hebt geselecteerd, moet u de taal van de nieuwe database selecteren. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 17

18 Selecteer de gewenste taal en klik op Volgende (Next) om door te gaan. (Dutch is Nederlands) Als u de gewenste taal niet ziet staan, selecteert u Andere (Other) en klikt u op Volgende (Next) om een andere taal te selecteren. Als u Nieuwe installatie hebt geselecteerd, vraagt het installatieprogramma u om een map voor de database op te geven. Als u een upgrade uitvoert, vraagt het installatieprogramma u om de bestemming van de BESTAANDE database in te voeren. Voer de map voor de database in en klik op Volgende om door te gaan. Het installatieprogramma vraagt nu naar een programmamap 18 Installatie ACP-MUS Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

19 Nadat u de programmamap hebt geselecteerd, klikt u op de knop Volgende om door te gaan. Vervolgens begint het installatieprogramma de AC-Server, de database en de SQL Server te installeren op de harde schijf. Nadat de bestanden zijn gekopieerd, vraagt het installatieprogramma naar een licentiediskette om de SQL-database te gebruiken. Er worden 3 licentiediskettes geleverd met de installatie cd-rom. Plaats de eerste diskette in het station en klik op de knop Licentie installeren. Vervolgens geeft het installatieprogramma het aantal geldige geïnstalleerde Server Licenties weer. U kunt nu slechts één licentie installeren. De andere twee licenties moeten worden geïnstalleerd na de installatie van de server software voor meerdere gebruikers (zie: "Installatie van extra licenties voor de Pervasive SQL-database") Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 19

20 Nadat de licentie werd geïnstalleerd, vraagt het installatieprogramma om een Btrieve functionaliteit controle uit te voeren. Er wordt automatisch een korte test uitgevoerd om te verzekeren dat de nieuwe interfaces correct communiceren. De Pervasive-database wordt geinstalleerd in de voorgestelde databasemap. Klik op de knop Volgende (Next) om door te gaan. De Pervasive-database wordt getest en klik vervolgens op de knop beeindigen (Finish). Het installatieprogramma vraagt u om uw computer opnieuw op te starten. Klik op de knop beeindigen (Finish) om door te gaan. Gefeliciteerd, ACS MUS is met succes geïnstalleerd. Vóór u de toegangscontrolesoftware gebruikt, moet u Ja, ik wil de computer nu opnieuw opstarten selecteren. De computer wordt dan opnieuw opgestart om alle systeemconfiguratiebestanden te implementeren. Als u wilt doorgaan zonder dat het installatieprogramma de computerinstellingen wijzigt, schakelt u het selectievakje Nee, ik start de computer later opnieuw op in. Klik op de knop Voltooien om het installatieprogramma af te sluiten. 20 Installatie ACP-MUS Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

21 Installatie van extra licenties voor de Pervasive SQL-database. Tijdens de installatie van de AC-Server wordt al 1 licentie geïnstalleerd voor de Btrieve-database. De andere 2 licenties moeten handmatig worden geïnstalleerd na de installatie van de MUS-Server. Hierbij gaat u als volgt te werk. Op de server: Ga naar Start->Programma's->Pervasive->Pervasive-controlecentrum Vouw de Pervasive-server uit en start 'Administrator aantal gebruikers' Plaats de tweede licentiediskette in het diskettestation en klik op de knop Licentie toevoegen. U ziet nu dat het aantal gebruikers toeneemt met één. Plaats de derde diskette en klik nogmaals op de knop Licentie toevoegen. Het aantal gebruikers neemt toe tot drie, en de serversoftware is nu klaar voor drie clients. Instelling van de server Configuratie van het INI-bestand Nadat de computer opnieuw is opgestart, zou u het bestand SERVER.INI kunnen instellen, hoewel u normaal niets hoeft te wijzigen in dit bestand. AC-Server.INI : ; Dit is het configuratiebestand voor de ; toegangscontrolesoftware van Aritech ; Algemeen ; Om een optie in te schakelen, stelt u ze in op 1 ; Om een optie uit te schakelen, stelt u ze in op 0 [Protocol] Alarmzones=1 Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 21

22 Analoginputs=1 Antipassback=1 CardFlags=1 Escort=1 ReaderFunction=1 ;Dit zijn de standaardinstellingen: ;ScreenLogPort=5000 ;PrintLogPort=5500 ;LoopBasePort=5001 U kunt de logging-poorten wijzigen, maar verander deze vermeldingen niet als u de standaardconfiguratie gebruikt. [Directory] Database=\\mus-server\database Dit is de map die de databasebestanden bevat. Dit kan ook zijn: c:\progra~1\aritech\multiuser\database U kunt geen map gebruiken waarvan de naam spaties bevat. Als de database zich bevindt in een map waarvan de naam spaties bevat, kunt u in plaats daarvan de MS-DOS-naam gebruiken. [UI Options] Show Errors=1 Show Debug=1 Show Log=1 Use systray=0 Dit zijn dezelfde opties als in de grafische gebruikersinterface, maar voor het opstarten. Server opstarten Sla het bestand op. Dubbelklik op het AC-Server-pictogram. De server wordt nu gestart. U kunt nu zien welke database zal worden gebruikt en of er fouten zijn wanneer de server start. Mogelijk wordt een foutbericht weergegeven voor de lussen omdat ze nog niet zijn geconfigureerd, maar dit is voorlopig geen probleem. Als u het venster minimaliseert, wordt een pictogram weergegeven naast de Windows-klok. Dit pictogram geeft aan dat de server draait. (Alleen als u de systray-instelling (systray=1) gebruikt.) 22 Installatie ACP-MUS Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

23 Mappen delen Na de installatie van de server, moeten twee mappen worden gedeeld vóór u de client installeert. PVSW. De installatie van de client kan worden gestart in de map PVSW\Clients\Win. Database. Omdat de client de database op de server gebruikt, moet deze map worden gedeeld. Het clientinstallatieprogramma van AC-S MUS uitvoeren De installatie uitvoeren Het clientprogramma kan worden geïnstalleerd vanaf de server. Om de client te installeren vanaf de server, gaat u naar Netwerkomgeving: MUS-Server\PVSW\Client\WIN en voert u het bestand SETUP.EXE uit. Het welkomstscherm wordt weergegeven. Lees de tekst op dit scherm en klik op Volgende (Next). Vervolgens wordt u gevraagd om de gebruiksrechtovereenkomst te accepteren. Nadat u de gebruiksrechtovereenkomst hebt aanvaard, voert u de vereiste gebruikersinformatie in en klikt u op de knop Volgende (Next). Selecteer de doelmap voor de installatie van de clientsoftware. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 23

24 Klik op Volgende (Next) om de map te aanvaarden of klik op Bladeren om de locatie te wijzigen. Vervolgens geeft u de locatie van de database op. Dit is gewoonlijk een map op de server. Klik op Volgende om de locatie van de database te aanvaarden of klik op Bladeren om de locatie te wijzigen. Selecteer vervolgens de taal van de ACS-client. 24 Installatie ACP-MUS Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

25 Selecteer de gewenste taal en klik op Volgende (Next) om door te gaan. (Dutch is Nederlands) Als u de gewenste taal niet ziet staan, selecteert u Andere (Other) en klikt u op Volgende (Next) om een andere taal te selecteren. Selecteer vervolgens de programmamap. Het installatieprogramma vraagt nu om de Pervasive-netwerkcommunicatie te testen. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 25

26 Klik op Volgende om de controle van de communicatie te starten. Nadat de communicatie werd getest, klikt u op Volgende om door te gaan. Vervolgens worden de bestanden gekopieerd en de pictogrammen gemaakt. Daarna wordt een Btrievefunctionaliteitscontrole uitgevoerd. Klik op Volgende (Next) om de controle te starten. Na de transactiecontrole wordt een Btrieve relationele toegangscontrole uitgevoerd. 26 Installatie ACP-MUS Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

27 Voer de servernaam in en klik op Volgende om de controle te starten. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 27

28 Na deze controle vraagt het installatieprogramma u om de computer opnieuw op te starten. Klik op Voltooien (Finish) om de computer opnieuw op te starten. De client is nu geïnstalleerd. 28 Installatie ACP-MUS Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

29 De client instellen Het INI-bestand configureren Nu de server draait, kunt u de client starten. We moeten weerom eerst het bestand CLIENT.INI bewerken. Client.INI : Dit is bijna hetzelfde bestand als voor de ACS Foundation-software. We vermelden dus alleen de specifieke delen voor de client. ; Dit is het configuratiebestand voor de ; toegangscontrolesoftware van Aritech ; Algemeen ; Om een optie in te schakelen, stelt u ze in op 1 ; Om een optie uit te schakelen, stelt u ze in op 0 [Settings] ActionProcess=1 CardStatus=1 ExportStatus=1 ShowPnr=0 AutoLogoutTime=0 AutoExitTime=0 ReloadCRDBOnWatchConnect=1 ReverseNameOrder=0 KeepCurrentAPZone=1 Printer1= Printer2= PrinterLinesPerPage=66 UniqPin=0 PINMaxEqualDigits=0 ProcessDelay=1 CardValidPeriod=03:00:00 UseStatusInConfigWin=1 RunApplication=write d:\progra~1\aritech\multiu~1\relnote.wri Background=d:\Program Files\Aritech\MultiUser\Startup.BMP [Protocol] Alarmzones=1 Analoginputs=1 Antipassback=1 CardFlags=1 Escort=1 ReaderFunction=1 [MultiTerminal] ; Dit zijn de instellingen voor meerdere terminals ; De volgende instellingen zijn standaard LogserverName= MUS-server < Voer hier de naam van de MUS-server in ;ScreenLogServerPort=5000 ;PrintLogServerPort=5500 ;LoopPortBase=5000 U kunt de logging-poorten wijzigen, maar verander deze vermeldingen niet als u de standaardconfiguratie gebruikt. [Directory] Database=\\mus-server\database Backup=..\Dbcopies Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 29

30 Dit is de map die de databasebestanden bevat, in netwerkindeling [Daytypes] number=10 type1=weekday type2=weekend type3=day type A type4=day type B type5=day type C type6=day type D type7=day type E type8=day type F type9=day type G type10=holiday [EventHandler] AllowExecute=0 FilePath= [DOS Compatible] StorePin=0 SystemCodeHandling=0 ControllerOperationMode=0 ;UseInputOutput=1 ;ShowAnalogAlarmOutput=1 UseBtrieveExtended=1 [Configuration] ResourceModule=d:\Program Files\Aritech\MultiUser\CEnglish.dll [MapView] ActivationBlue=0 ActivationRed=0 ActivationGreen=0 [Naming] Reader=1 [Download] ;InhibitControllerSendsLog= DefaultDelayedDownloadTime=04:00 WaitForCallTimeOut=60 ; 2 = Cards ; 4 = Schedules ; 8 = ReaderSettings ; 16 = Calendar DownloadProfile=30 30 Installatie ACP-MUS Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

31 De toegangscontrolesoftware starten ACP4W / ACP500W starten Als u dit hebt gevraagd, heeft het installatieproces een nieuwe toegangscontrolemap gemaakt met vier items: Kaart (om het programma te starten); Card.ini openen; Kaart verwijderen en Release-opmerkingen weergeven. Om de toegangscontrolesoftware op te starten, dubbelklikt u op het toegangscontrolepictogram. Het hoofdscherm van de toegangscontrolesoftware wordt geopend en er verschijnt een welkomstscherm met informatie over de controllerinstallatie en softwarelicentie. Als het welkomstvenster verdwijnt, wordt het aanmeldingsdialoogvenster weergegeven. ACPMUS-client starten Sla het bestand op. Sluit de dongle aan op de parallelle poort. Dubbelklik op het AC-clientpictogram. De client wordt gestart. U kunt op (?) klikken om na te gaan of alles correct is ingesteld. Als de client draait op dezelfde machine als de server, moet u deze starten door de parameter 2 (Client 2) toe te voegen. De client is in principe dezelfde als bij de ACP4 / 500-software, alleen de lusconfiguratie is anders. Vanaf nu verwijzen alle hoofdstukken zowel naar ACP4W / ACP500W als ACPMUS, tenzij anders vermeld. In de kopteksten waar nu CARD staat is bij de MUS-CLIENT de koptekst CLIENT. Aanmelden Voer de naam INSTALLATEUR of MASTER in in het vak Gebruiker en klik op OK (laat het vak Wachtwoord leeg). Het systeemoverzicht wordt weergegeven. Standaardaanmelding De toegangscontrolesoftware van Aritech wordt standaard geïnstalleerd met 5 vooraf gedefinieerde gebruikers (in hoofdletters):! INSTALLATEUR! MASTER! OPERATOR! GEBRUIKER 1! GEBRUIKER 2 De MASTER heeft toegang tot alles in de toegangscontrolesoftware. Dit betekent dat wie zich aanmeldt als MASTER zeer veel 'rechten' heeft, wat uiteraard ook risico'smeebrengt. Wij raden u aan deze aanmeldingsnaam te behouden, zodat u er altijd op kunt terugvallen als er iets misloopt met de aanmeldingsnaam die u normaal gebruikt. U moet echter wel uiterst voorzichtig zijn om misbruik van deze aanmeldingsnaam te voorkomen. Aanvankelijk is er geen wachtwoord ingesteld voor de aanmeldingsnamen. Het is zeer belangrijk dat u een wachtwoord instelt zodra u zich voor het eerst aanmeldt. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 31

32 Wachtwoorden Uw wachtwoord en gebruikersnaam geven u toegang tot de toegangscontrolesoftware en dus ook tot het volledige toegangscontrolesysteem. Daarom is het essentieel dat u met zorg een wachtwoord kiest en het goed beschermt. Om u te helpen, geven wij u de volgende richtlijnen: 1. Kies geen voor de hand liggend wachtwoord. Gebruik niet uw naam, uw geboortedatum of een ander gemakkelijk te achterhalen wachtwoord. 2. Elk woord is goed als u iets zoekt wat u gemakkelijk kunt onthouden. Het verdient aanbeveling om zowel letters als cijfers te gebruiken in het wachtwoord: maand0g in plaats van maandag, din8dag in plaats van dinsdag. 3. Gebruik kleine letters en hoofdletters door elkaar, bv. maandag in plaats van maandag - deze twee wachtwoorden zijn niet identiek omdat het programma hoofdlettergevoelig is. 4. Geef uw wachtwoord nooit door aan anderen. 5. Wijzig uw wachtwoord regelmatig. 6. Wijzig uw wachtwoord onmiddellijk als u vermoedt dat iemand uw wachtwoord kent of zou kunnen achterhalen. Wachtwoord wijzigen U kunt uw wachtwoord op elk moment wijzigen als u bent aangemeld. De wijziging wordt onmiddellijk toegepast, zodat u het nieuwe wachtwoord zult moeten invoeren als u zich de volgende keer aanmeldt. Om uw wachtwoord te wijzigen, klikt u op Wachtwoord wijzigen in het menu Bestand. Vervolgens wordt het dialoogvenster Wachtwoord wijzigen weergegeven: Zoals u in het dialoogvenster kunt zien, moet u uw oude wachtwoord invoeren (om te voorkomen dat men uw wachtwoord zonder uw toestemming kan wijzigen) en moet u uw nieuwe wachtwoord twee keer invoeren (om er zeker van te zijn dat het correct is ingevoerd). Het wachtwoord moet minstens 1 teken bevatten en kan bestaan uit maximum 31 tekens. Wij raden u aan geen wachtwoorden van minder dan 6 tekens te gebruiken. Als het nieuwe wachtwoord wordt geaccepteerd, wordt het volgende bericht weergegeven: 32 De toegangscontrolesoftware starten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

33 Als het wachtwoord niet wordt geaccepteerd (u hebt niet het juiste oude wachtwoord ingevoerd of u hebt het nieuwe wachtwoord niet correct ingevoerd), wordt de volgende waarschuwing weergegeven: Het systeemoverzicht Voor een verklaring van het systeemoverzicht verwijzen we naar de gebruikshandleiding. Nadat u zich hebt aangemeld als INSTALLATEUR, wordt het systeemoverzicht weergegeven. U hebt toegang tot alles en kunt alles weergeven, behalve de systeemparameters. Deze kunnen niet worden bewerkt of verwijderd. Hiervoor moet u zich aanmelden als MASTER. Later, nadat u het systeem hebt aangepast aan uw specifieke vereisten, kunt u de inhoud van het systeemoverzicht wijzigen of kunt u het systeemoverzicht zelfs vervangen door een grafische weergave (plattegrond). Omdat u de software nu voor het eerst gebruikt, heeft het systeemoverzicht de standaardinhoud en -lay-out. Het is deze configuratie die we hier zullen beschrijven. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 33

34 Als de software (nog) niet is aangepast, is het systeemoverzicht het thuishonk waar de gebruiker altijd begint en waarnaar hij steeds terugkeert. Schermindeling Het systeemoverzicht is opgesplitst in vier delen: 1. Bovenaan het scherm is er een menubalk die de standaardfuncties bevat. 2. Onder de menubalk bevindt zich een werkbalk. De werkbalk heeft dezelfde functie als de menubalk, maar hier worden de beschikbare functies voorgesteld via kleine pictogrammenknoppen. 3. Het grootste deel van het scherm wordt ingenomen door het systeemoverzichtvenster, dat de 18 pictogrammen voor toegangscontrolefuncties bevat. 4. Onderaan het scherm bevinden zich twee statusbalken: een voor de regellus en een voor de huidige status. Menubalk De inhoud van de menubalk verandert naargelang van de taak die u op dat moment uitvoert. De volgende menu's zijn echter altijd aanwezig: Bestand: In dit menu kunt u: een nieuw object maken overeenkomstig het geopende venster. Bijvoorbeeld als het lezervenster open is, kunt u met de opdracht Bestand: Nieuw een nieuwe lezer definiëren. het geselecteerde object openen. Als er geen venster geopend is of als er geen object is geselecteerd, wordt het systeemoverzicht geopend. de connecties tussen objecten weergeven. het actieve venster sluiten. het geselecteerde object verwijderen. de naam en toegangsrechten van het geselecteerde object bewerken. een bestand of rapport afdrukken. een afdrukvoorbeeld van het geselecteerde bestand of rapport weergeven. de printer instellen. de paginaopmaak (marges) voor het afdrukken instellen. een rapport over het geselecteerde object maken. zich afmelden. uw wachtwoord wijzigen. het programma afsluiten. Bewerken: In dit menu kunt u: de laatste bewerking ongedaan maken. de geselecteerde tekst knippen. de geselecteerde tekst kopiëren (in de vensters Kalender, Gebeurtenisafhandeling, Schema's en Kaartgroep/lezer). de tekst die u hebt geknipt of gekopieerd in een ander Windows-venster (bestand, toepassing of klembord) plakken (in de vensters Kalender, Actielijst, Schema's en Kaartgroep/lezer). Beeld: In dit menu kunt u: de werkbalk weergeven of verbergen. de statusbalk weergeven of verbergen. de statusbalk van de lusregeling weergeven of verbergen. Systeem: In dit menu kunt u: de systeemparameters wijzigen. een logbestand openen en in dit bestand zoeken naar een bepaalde vermelding of een bereik van vermeldingen. een venster openen dat de huidige systeemstatus weergeeft. een venster openen dat het schermlog weergeeft (logboek van de huidige sessie sinds de laatste aanmelding). een venster openen dat het huidige alarmlog weergeeft. 34 De toegangscontrolesoftware starten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

35 gegevens downloaden naar de controller(s). gegevensbestanden kopiëren. een reservekopie maken van logbestanden. een scriptbestand uitvoeren (dat bijvoorbeeld vermeldt welke acties moeten worden uitgevoerd bij brand of ingeval van een bommelding). Venster: In dit menu kunt u: de geopende vensters trapsgewijs schikken. de geopende vensters naast elkaar schikken. de pictogrammen in het actieve venster schikken. een van de geopende vensters selecteren (dit is een lijst die wordt aangepast als er vensters worden geopend of gesloten). Help: geeft u on line Help-informatie: De inhoud van de volledige on line Help voor de toegangscontrolesoftware van Aritech. Informatie over het gebruik van de on line Help. Informatie over het huidige toegangscontrolesysteem en de software zelf (versienummer,...). Dit venster kan zeer nuttige informatie geven over de status van de communicatie met de lus(sen) en de lezers: Menuopties die op dat moment niet beschikbaar zijn, worden lichtgrijs weergegeven om aan te geven dat ze niet actief zijn. Werkbalk De werkbalk geeft vrijwel onmiddellijke toegang tot de menubalkopties die het meest worden gebruikt in de huidige context. De knoppen zijn (van links naar rechts): (Nieuw) Openen (Opslaan) Knippen Kopiëren Plakken Afdrukken Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 35

36 Systeemstatus weergeven Schermlogberichten weergeven Alarmlog weergeven Externe Windows-toepassing starten (bv. Write), zoals opgegeven in het bestand card.ini. De softwareproductinformatie weergeven (idem als in het menu Help: Info over Aritech). Contextafhankelijke Help weergeven (de cursor verandert in een vraagteken en u kunt dan het gebied of object aanklikken waarover u informatie wenst). Pictogrammen Het grootste deel van het scherm wordt ingenomen door het systeem overzichtvenster, dat de pictogrammen voor de belangrijkste functies bevat. Er zijn 18 van deze pictogrammen, gerangschikt in alfabetische volgorde. Elk pictogram stelt een bepaald deel van het toegangscontrolesysteem voor: Alarmzone: maakt het mogelijk met een alarmsysteem een beveiligd gebied te definiëren en bepaalde parameters voor dat systeem op te geven. Anti-passbackzone: maakt het mogelijk om gebieden te definiëren die een kaart moet passeren vóór deze kaart een tweede keer een lezer mag passeren. Deze optie wordt anti-passback genoemd. Dit voorkomt dat een kaart twee keer wordt gebruikt bij dezelfde lezer om toegang te krijgen tot een zone, tenzij eerst werd geregistreerd dat de kaart de zone verlaten heeft bij deze of een andere lezer. Kalender: maakt het mogelijk de dagkalender van het toegangscontrolesysteem te beheren. Kaart: opent het kaartregister, van waaruit u alle informatie met betrekking tot lezerkaarten kunt beheren. Kaartgroep: maakt het mogelijk groepen kaarthouders te beheren en schema's toe te wijzen aan de lezers waar de kaarten van deze groep kunnen worden gebruikt. Gebeurtenis: geeft een overzicht van alle gebeurtenissen die kunnen worden geregistreerd, bewaakt en opgeslagen in het toegangscontrolesysteem zelf (bv. een kaart die wordt ingelezen) of in de Aritech-toegangscontrolesoftware (bv. iemand die zich aanmeldt). Actielijst: maakt het mogelijk groepen gebeurtenissen te definiëren en te wijzigen en te specificeren welke acties het systeem moet uitvoeren als één van de gebeurtenissen optreedt tijdens een door het geselecteerde schema gespecificeerde periode. Ingang: maakt het mogelijk de controlleringangsparameters voor externe systemen (zoals een brandalarmsysteem) in te stellen en een actielijst toe te wijzen aan de ingang. Logbestand: geeft het schermlogvenster weer. Dit pictogram heeft hetzelfde effect als de menuoptie Systeem: Schermlog, maar het pictogram laat u toe deze faciliteit toe te voegen aan een plattegrond (zie het hoofdstuk Geavanceerde functies). Lus: maakt het mogelijk de parameters voor de controllerlus(sen) in te stellen en te wijzigen. Plattegrond: maakt het mogelijk een bitmap te importeren (zoals een grondplan) waarop u de pictogrammen van het systeemoverzicht kunt plaatsen (door ze te slepen en neer te zetten) en daarna gebruiken als een grafische interface. Menukeuze: geeft een venster weer met daarin alle opties die beschikbaar zijn via de menu's en de werkbalk. De toegang tot elk van deze opties kan vervolgens worden ingesteld om de toegang tot specifieke functies te beperken. Uitgang: maakt het mogelijk de parameters voor de controlleruitgangen naar externe systemen in te stellen en er actielijsten en schema's aan toe te wijzen. Lezer: maakt het mogelijk de lezers te sturen. Schema: maakt het mogelijkschema's te maken, te verwijderen en te wijzigen, en de perioden aan te geven waarin ze geldig zijn voor elk van de opgegeven dagtypes. Systeemoverzicht: via dit pictogram in het systeemoverzicht zelf kunt u de gebruikerstoegang tot het systeemoverzicht beheren, zodat u bijvoorbeeld kunt beperken wat een gebruiker kan doen met het systeemoverzicht of zelfs kunt vermijden dat een gebruiker toegang krijgt tot het systeemoverzicht. Gebruiker maakt het mogelijk de parameters voor gebruikers te definiëren en te wijzigen (standaardgroepstoewijzing, wachtwoord,...). Gebruikersgroep: maakt het mogelijk gebruikers toe te voegen aan of te verwijderen uit groepen. 36 De toegangscontrolesoftware starten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

37 U kunt zeer snel één van deze objecten selecteren door de eerste letter van de naam van het object te typen (bv. L voor Lezers) en vervolgens op Enter te drukken om deze selectie te activeren. Statusbalken Onderaan in het venster worden twee statusbalken weergegeven: de luscontrolebalk en de statusbalk. Beide statusbalken kunnen worden in- en uitgeschakeld via het menu Beeld. Statusbalk luscontrole De luscontrolebalk is de bovenste van de twee statusbalken. Deze balk geeft de volgende zaken weer: Type licentie (meerdere controllers/eén controller), de huidige datum en tijd, het huidige dagtype, een informatievak waarin alle berichten van de software of de voor een kalenderdag ingevoerde opmerkingen worden weergegeven, een teller die weergeeft hoeveel berichten de PC heeft verzonden en ontvangen (dit geeft aan dat de communicatie op de achtergrond functioneert). Statusbalk De statusbalk is de onderste van de twee statusbalken. Deze statusbalk geeft de volgende zaken weer: een bericht dat het doel verklaart van de functie, optie of menukeuze die wordt aangewezen door de cursor. Als geen speciale Help beschikbaar is, wordt het bericht Druk op F1 voor Help weergegeven. de status van de toetsen Caps Lock, Num Lock en Scroll Lock. Afmelden en afsluiten Laat het systeem nooit onbeheerd achter terwijl u bent aangemeld. U kunt het programma zo instellen dat u automatisch wordt afgemeld als er gedurende een bepaalde periode geen interactie met de gebruiker is (zie het hoofdstuk Geavanceerde functies). Als u zich wilt afmelden, kiest u in het menu Bestand de opdracht Afmelden. Vervolgens wordt het aanmeldingsdialoogvenster weergegeven, waarin u wordt gevraagd zich aan te melden. Als u nu op Annuleren klikt, worden alle softwarefuncties geblokkeerd, behalve de weergave van het systeemstatusscherm, het alarmlog en natuurlijk de aanmeldingsfunctie. Om het toegangscontrolesoftwarepakket van Aritech volledig af te sluiten, klikt u op Bestand: Afsluiten. Een gebruiker zal zich soms (voor registratiedoeleinden) moeten afmelden vóór hij het programma kan afsluiten. U kunt dit zelf instellen door de toegang tot die menukeuze te wijzigen in het systeemoverzicht. De installatie van de software ongedaan maken Tijdens de installatie wordt aan de programma map een pictogram toegevoegd waarmee u de installatie van het softwarepakket ongedaan kunt maken, nl. UNINSTALL CARD. Indien de software om welke reden dan ook word verwijderd en de database nog ooit eens moet worden gebruikt is het raadzaam eerst een backup te maken van deze database. Hierna zal nog een keer om een bevestiging worden gevraagd. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 37

38 Als deze met Ja wordt beantwoord zal de de-installatie plaatsvinden, volg hiervoor de instructies die volgen. 38 De toegangscontrolesoftware starten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

39 Systeem instellen Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de software instelt om te werken met de onderdelen van het toegangscontrolesysteem. Voer de volgende taken uit om de hardware van het systeem in te stellen: stel de systeemparameters in definieer de controllerlus stel de lezers in download de gegevens naar de controller De systeemparameters De systeemparameters moeten slechts zelden of nooit worden ingesteld of gewijzigd. In principe moet u de meeste van deze instellingen niet wijzigen, tenzij u exact weet wat u doet. De beschrijvingen van deze parameters zijn daarom (met opzet) relatief kort. Om toegang te krijgen tot het dialoogvenster voor het instellen van de systeemparameters kiest u Systeem: Systeemparameters in de menubalk van het systeemoverzicht. De volgende systeemparameters kunnen worden ingesteld of gewijzigd: de standaardsysteemcodes, de kaarttype-instellingen, de printerloginstellingen (de namen van de printers voor printerlog 1 en 2 en het aantal regels dat moet worden afgedrukt op elke pagina), de pincode-instellingen (of er lange pincodes moeten worden gebruikt, of de pincodes in het gehele systeem uniek moeten zijn, en de beperkingen wat betreft het aantal gelijke cijfers in een pincode). Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 39

40 De systeemparameters instellen De systeemcode is verbonden met het type kaarten of tokens dat u gebruikt. Om de systeemcode in te stellen voor alle lezers in het systeem, selecteert u achtereenvolgens Systeem en Systeemparameters in de menubalk... Vervolgens stelt u de systeemcode in van het type kaart(en) dat word(en) gebruikt. De in te voeren systeemcode kunt u terugvinden in de onderstaande tabel: Type kaart Systeemcode Aritech-barcode 1 Aritech-PROX 296,297 Aritech-magneetkaart Aritech-wiegand 3166 HID-kaart + label 1833 Codebediendeel met 255 wisselende cijferposities Magneetkaartinstellingen Het systeem is standaard ingesteld voor Aritech-magneetkaarten met de systeemcode "453129". Het systeem kan worden geconfigureerd om verschillende andere kaarttypes te accepteren, met verschillende andere instellingen, zoals beschreven in dit deel. De software controleert de instellingen in dezelfde volgorde als in de lijst. Voor de eerste 3 types is een systeemcode vereist. Aritech-standaard: Systeemcode = Pos. systeemcode = 1,2,3,4,5,6 Pos. kaartnr. = 7,8,9,10,11,12 Aangepaste kaartspecificatie: stel de posities in van de systeemcode en het kaartnummer Bijvoorbeeld: Arix-kaart: Systeemcode = Pos. systeemcode = 3,4,5,8,9,10 Pos. kaartnr. = 11,12,13,14,15,16 Gepatenteerd = CardKey-kaarten Creditcards: de software controleert de tekens vóór de <fs> Lees de laatste 6 cijfers Wiegand De mogelijke keuzen zijn: Standaard Hughes 26, 30 en 32 bits systeemcodes: 2784, 1, 6, 593, afhankelijk van het gebruikte type kaarten. De systeemcode voor 30-bits = clientcode x (= systeemcode voor Hughes). Cryptag - Codeguard (codebediendeel met wisselende cijferposities) - systeemcode Barcode Aritech-barcode - systeemcode = "1" Standaardsysteemcode Deze is ingesteld op "1" voor Aritech-barcodekaarten en op "453129" voor Aritech-magneetkaarten. Deze code is de algemene systeemcode voor alle lezers op een controller. Het is ook mogelijk een lezerafhankelijke systeemcode in te stellen in de algemene lezerinstellingen. Deze code heeft voorrang op de algemene systeemcode. Als deze codes zijn ingesteld, controleert de software de standaardsysteemcodes niet. Als geen systeemcode moet worden ingevoerd, moet het veld "0" bevatten. Nadat de controller een master reset heeft ontvangen, zijn de standaardinstellingen voor de controller: Magneetkaart: Aritech-standaard 40 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

41 Standaard wiegand-type en barcode Systeemcode 1 = Systeemcode 2 = 1 U kunt verschillende kaarttypes en systeemcodes combineren zodat binnen één systeem meerdere lezertypes kunnen worden gebruikt en zodat toegang kan worden verkregen met bestaande kaarten van andere systemen. Pincode-instellingen De volgende pincode-instellingen kunnen worden gebruikt: Lange pincode: Max. 6 cijfers, code tussen Unieke pincode: De pincode wordt alleen gecontroleerd als ze wordt gewijzigd! Identieke cijfers in pincodes: Identieke cijfers = 1 : Pincode kan 1234 zijn Identieke cijfers = 2 : Pincode kan 1134 zijn Identieke cijfers = 3 : Pincode kan 1114 zijn Identieke cijfers = 4 : Pincode kan 1111 zijn De controllerlus definiëren De toegangscontroller(s) in het systeem kunnen op verschillende manieren worden aangesloten op de PC. Om met de controller(s) te kunnen communiceren, moet u bepaalde parameters voor de controllerlus(sen) instellen. Bestaat het systeem uit één controller, dan vindt de communicatie rechtstreeks plaats tussen de COM-poort van de PC en de controller, terwijl de communicatie met een controllerlus (bestaande uit meerdere controllers) een sleutelkaart vereist. Het Aritech-toegangscontrolesysteem is in feite geavanceerder dan dit, en laat u toe de controller(s) extern te vinden zodat u de controller(s) kunt beheren via een modemverbinding. U kunt de Aritech-toegangscontrolesoftware ook uitvoeren binnen een netwerk. De controllers worden verbonden in een lokaal of interlokaal netwerk. De toegangscontrolesoftware maakt standaard altijd een basislus met de naam Lus 1. U kunt de naam van deze controllerlus wijzigen met de opdracht Bestand: Naam en toegang bewerken in de menubalk van het systeemoverzicht, of u kunt een nieuwe controllerlus maken met de opdracht Bestand: Nieuw in de menubalk van het systeemoverzicht. Klik in het systeemoverzicht op Lussen om het lusvenster te openen en klik vervolgens op Communicatielus 1 om het controllerlusdialoogvenster te openen: Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 41

42 Voor alle te gebruiken lustypen moet het selectievakje Geïnstalleerd worden ingeschakeld en zal een naam en lusnummer moeten worden ingevoerd. Voor het eerste lusnummer voert u het bijvoorbeeld lusnummer 1 in. Als er meer dan één lus is, nummert u ze gewoon door bijvoorbeeld. U kunt de standaardwaarden voor de communicatieparameters en geavanceerde instellingen behouden voor ACP4W en ACP500W. Voor ACPMUS moet de naam van het werkstation de naam van de server zijn. Nadat u wijzigingen hebt aangebracht aan een lus of een nieuwe lus hebt gemaakt, start u ACS Foundation opnieuw op om de wijzigingen te activeren. Voor ACPMUS moeten zowel de clients als de server opnieuw worden opgestart. 42 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

43 Het lustype laat u toe te specificeren hoe de controllerlus is verbonden met de PC. Het lustype kan zijn: Direct: De lus is direct verbonden met de COM-poort van de PC, Modem: De lus is verbonden via een modem, Antwoord: De lus is verbonden via een terugmeldingslus, wat betekent dat de controller kan inbellen op een externe site. TCP/IP: De controllers zijn verbonden via een lokaal of interlokaal netwerk. Opmerking: Voor ACPMUS kunnen de modem- en antwoordlussen alleen worden verbonden met de client, niet met de server! Directe lus. Als u een directe lus wilt beheren, voert u de naam en het lusnummer in. Voor het type lus voert u in: Direct. Wijzig de communicatieparameters en geavanceerde instellingen niet. Klik vervolgens op de knop Configureren. In de vervolgkeuzelijst hardwarepoort geeft u aan via welke poort (COM1..COM4) de controllerlus is verbonden. Laat de baudsnelheid op 9600 staan, daar de controller standaard ingesteld is op 9600 baud.. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 43

44 Externe lus Als u een externe lus wilt beheren via een modemverbinding, moet u de onderstaande stappen volgen om de nodige parameters in te stellen. - Maak een nieuwe lus en geef er een zinvolle naam aan. - Open het instellingenvenster van deze nieuwe lus en geef de volgende instellingen op: - Schakel het selectievakje Geïnstalleerd in. - Stel het juiste lusnummer in in het vak Lusnummer. - Laat de communicatieparameters en geavanceerde instellingen ongewijzigd. - Stel het lustype in op Modem. - Klik vervolgens op de knop Configureren. 44 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

45 Stel de communicatieparameters (modem) in: Hardwarepoort: stel de juiste COM-poort en baudsnelheid (standaard 9600) in. Stel de tijdsintervallen (in seconden) in in de vakken "Wachten op antwoord" en "Pauze" tussen oproepen en stel het maximum aantal nieuwe pogingen in in het vak Max. aantal pogingen. Modeminstellingen: Stel de modeminitialisatie in op: AT (u kunt een modeminstellingsopdracht toevoegen aan deze tekenreeks) Stel het beltype in op: ATDTxxxxx waar xxxxx staat voor het te kiezen telefoonnummer. Laat de instelling voor Op de haak (verbinding verbreken) staan op de standaardinstelling ATH. Laat de vakken Modem terugbellen en Extra beveiliging ongewijzigd. Als u een verbinding wilt maken met de externe lus, selecteert u het luspictogram in het lusvenster, klikt u op de rechtermuisknop of drukt u op Shift-F10 en selecteert u de optie Maak modemverbinding. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 45

46 De PC zal dan de externe lus oproepen. Als de verbinding tot stand is gebracht, verzendt de PC berichten naar de externe lus (de communicatieteller loopt). Als u nogmaals met de rechtermuisknop op hetzelfde luspictogram klikt, is de optie Maak modemverbinding gemarkeerd met het teken. U kunt nu alle geprogrammeerde informatie downloaden naar de controller(s), zodat ze autonoom kunnen werken. Om de verbinding met de externe lus te verbreken, selecteert u de optie Maak modemverbinding een tweede keer, waarna de modemverbinding wordt verbroken. Modemlus met extra beveiliging De extra beveiliging is een functie van de modem. U moet een modem gebruiken die deze terugbelfunctie ondersteunt. Als u een modemlus gebruikt, kunt u extra beveiliging toevoegen. Als u extra beveiliging gebruikt, zal de PC de externe site oproepen en een wachtwoord verzenden. Het modem op de externe site heeft een lijst van wachtwoorden. Deze wachtwoorden zijn toegewezen aan een telefoonnummer. Het modem op de externe site zal terugbellen naar het telefoonnummer dat is toegewezen aan het wachtwoord dat de modem ontving van de PC. Nadat de externe site de PC heeft teruggebeld en de verbinding tot stand is gebracht, zal de PC beginnen downloaden. De instelling van een modemlus met extra beveiliging is bijna identiek met de instelling voor een modemlus. Schakel het selectievakje Actief in in het vak Extra beveiliging. Voer het Modemterugbelwachtwoord in dat zal worden gebruikt voor deze lus. Dit wachtwoord moet overeenstemmen met het wachtwoord dat is opgeslagen in de externe modem. Terugmeldingslus Als bepaalde gebeurtenissen optreden, kan een externe lus de PC oproepen om deze gebeurtenissen te registreren in het log. Op die manier kunnen de PC-gebruikers controleren wat zich afspeelt op de externe site. Voor een terugmeldingslus zijn 2 lussen nodig: een normale modemlus en een antwoordlus (wordt verklaard in dit deel). Om de externe lus zo in te stellen dat de lus de PC oproept als een welbepaalde gebeurtenis optreedt (bv. een stroomonderbreking. een ongeoorloofd deuropeningsalarm dat wordt geactiveerd een waarschuwing voor een deur die niet gesloten is een controller waarmee werd geknoeid (lezer en controller) de logbuffer die vol raakt een controller die wordt ingeschakeld gaat u als volgt te werk: 1. Maak een nieuwe lus en geef er een zinvolle naam aan (bv. Antwoord of Terugmelding ). 2. Open het instellingenvenster van deze nieuwe lus en geef de volgende instellingen op: 3. Schakel het selectievakje Geïnstalleerd in, stel het juiste lusnummer in en stel het lustype in op Antwoord. De andere items moeten niet worden ingesteld. 4. Klik op de knop Configureren. 5. Stel de communicatieparameters in. (de hardwarepoort op de juiste COM-poort, de baudsnelheid op de juiste waarde (standaard 9600)) en laat de overige waarden staan op de standaardinstellingen. 46 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

47 6. Stel de modeminstellingen in. Modeminitialisatiestring op AT (ATS0=0 om zeker te zijn dat "Automatisch antwoorden" uit staat, omdat de PC en NIET de modem de lijn moet beantwoorden). 7. Stel het beltype in op ATA. 8. Laat de instelling voor Op de haak op de standaardinstelling ATH staan. Als meerdere controllers zijn aangesloten in een lus, moet de controller die is verbonden met de sleutelkaart worden ingesteld als modemmaster -controller. Dit kunt u doen in de lezer 0-instelling. Alle andere controllers moeten worden ingesteld als modemclient. Als de controller rechtstreeks is verbonden met de modem, moet u "modemmaster" selecteren in de lezer 0-instelling. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 47

48 Vervolgens moet u specificeren welke externe lus de PC kan oproepen. Open het lusvenster van de externe lus die moet terugbellen en klik op de knop Configureren. Wijzig de volgende instellingen in het vak Controlleroproep. 1. Schakel het selectievakje Actief in. 2. Voer de volgende tekenreeks in in het veld: ATDTxxxxx, waar xxxxx staat voor het EIGEN telefoonnummer van de PC. 3. Geef een geldig schema op voor wanneer de externe site de PC mag oproepen: Altijd, alleen 's nachts, alleen overdag,... Download tot slot al deze informatie (het telefoonnummer, de modeminstellingen, de schema's,...) naar de controller(s) van de externe lus. Als u dit vergeet, heeft (hebben) de controller(s) niet de benodigde informatie om de PC op te roepen, zodat niets gebeurt als één van de vooraf gedefinieerde gebeurtenissen optreedt in de externe lus. Ga als volgt te werk: Bel de externe lus op. klik met de rechtermuisknop en selecteer Maak modemverbinding. Als de verbinding tot stand is gebracht, downloadt u alle instellingen naar de controller(s). Verbreek de verbinding met de externe lus. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Maak modemverbinding. Deze externe lus is nu ingesteld als een lus die kan worden opgeroepen door de PC om er wijzigingen aan aan te brengen, of de lus kan zelf de PC oproepen als bepaalde gebeurtenissen optreden. Als een bepaalde vooraf gedefinieerde gebeurtenis optreedt (bv. een inbraakalarm), zullen de volgende gebeurtenissen plaatsvinden (dit kan allemaal worden gecontroleerd in het logbestand): De externe lus belt de PC op. Als de verbinding tot stand is gebracht, downloadt de PC alle gebeurtenissen in de gebeurtenisbuffers van de controllers op de externe site (de externe lus verzendt het bericht inbraakalarm ). De PC verzendt een opdracht om de verbinding te verbreken als alle gebeurtenisbuffers leeg zijn. De externe lus verbreekt dan automatisch de verbinding met de PC. De geselecteerde actielijsten verwerken dan alle gedownloade gebeurtenissen. 48 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

49 TCP/IP-lus Als de controllers zijn verbonden met een lokaal of interlokaal netwerk, moeten de volgende instellingen worden ingesteld. - Maak een nieuwe lus en geef er een zinvolle naam aan. - Open het instellingenvenster van deze nieuwe lus en geef de volgende instellingen op: - Schakel het selectievakje Geïnstalleerd in. - Stel het juiste lusnummer in in het vak Lusnummer. - Laat de communicatieparameters en geavanceerde instellingen ongewijzigd. - Stel het lustype in op TCP/IP - Klik vervolgens op de knop Configureren. Voer de communicatieparameters in: 1. Voer voor de hostnaam het TCP/IP-adres van de controller in of voer de hostnaam in als de controller kan worden bereikt op naam. 2. Voer voor de poort het poortnummer van de controller in (bijv ). 3. Laat de standaardinstellingen voor Wachten op antwoord, Pauze en Max. pogingen ongewijzigd. Een lus toevoegen Om een nieuwe lus toe te voegen aan de PC, gaat u als volgt te werk: 1. Open het lusobject vanuit het systeemoverzicht en maak een nieuw lus. 2. Wijzig de naam in een zinvolle naam (Bestand:Naam en toegang bewerken). 3. Open het lusinstellingenvenster door erop te dubbelklikken. 4. Schakel het selectievakje Geïnstalleerd in. 5. Stel de COM-poort in in het "communicatie"-venster. Alle andere instellingen zijn standaard correct en moeten niet worden gewijzigd. 6. Stel het juiste lusnummer in: als dit de eerste lus is, stelt u het lusnummer in op 1 - als dit de tweede lus is, stelt u het lusnummer in op De instellingen voor het lokale netwerk zijn alleen relevant als u werkt met een serverversie van de software (wordt niet behandeld in deze handleiding). 8. De modeminstellingen zijn niet relevant als u werkt met een directe lus die rechtstreeks is aangesloten op een COMpoort. 9. Klik op OK om alle instellingen op te slaan. 10. Start het toegangscontrolesoftwarepakket opnieuw op. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 49

50 Een controller toevoegen Als u een controller toevoegt aan een werkend systeem, worden ook sommige lezers toegevoegd aan het systeem. Deze lezers zijn verbonden met de controller. De controller heeft een uniek adres in de lus dat wordt ingesteld met DIPschakelaar S1. Dit adres moet alleen worden ingesteld in de software als de lezer is ingesteld (zie Een lezer toevoegen). Als het adres wordt gewijzigd, moet de toegangscontrolesoftware opnieuw worden opgestart. De lezers instellen In elke lus van lezers die zijn aangesloten op één controller zijn er twee soorten lezers: de hoofdlezer en de standaardlezers. De hoofdlezer onderscheidt zich van de standaardlezers doordat hij het lezeradres 0 heeft. De initiële instelling voor deze lezer is dezelfde als voor een standaardlezer, maar - zoals u later zult zien - heeft de hoofdlezer verschillende functies die een standaardlezer niet heeft. De hoofdlezer instellen Om een lezer in te stellen, gaat u als volgt te werk: Klik op het Lezer-pictogram in het systeemoverzicht. Het lezervenster wordt geopend. Aangezien we het systeem voor het eerst instellen, bevat het venster een standaardlezer. Selecteer in de menubalk van het systeemoverzicht de opdracht Bestand: Naam en toegang bewerken om de naam van de lezer te wijzigen in een zinvolle naam. Doorgaans is het voor uzelf en andere gebruikers handig om de lezers namen te geven die hun fysieke locatie (b.v. hoofdingang) of hun doel aangeven. Dubbelklik op het lezerpictogram. Het lezerdialoogvenster wordt weergegeven, waarin u alle lezerparameters kunt instellen. Het dialoogvenster dat nu wordt weergegeven is dat van een standaardlezer. Ga als volgt te werk: Schakel het selectievakje Geïnstalleerd in om de lezer te installeren. De andere instellingen kunnen hun standaardwaarden behouden (lusnummer 1, controlleradres 1 en lezeradres 0). Stel de gebeurtenisafhandeling in op één van de mogelijke afhandelingen die worden weergegeven in de keuzelijst (in dit voorbeeld Alles). Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en het venster te sluiten. Klik nogmaals op het lezerpictogram om het dialoogvenster voor de hoofdlezer te openen. Het lezerdialoogvenster bestaat uit 9 tabbladen. De functies van deze tabbladen en de belangrijkste instellingen voor een standaardtoegangscontrolesysteem zijn als volgt; voor gedetailleerde informatie over de instellingen verwijzen wij naar het betreffende deel van het hoofdstuk Geavanceerde functies. Algemeen Op dit tabblad kunt u de basisparameters van de lezer instellen, zoals de naam en de lus van de lezer, de controller en het lezeradres. Schema's Op dit tabblad kunt u schema's opgeven voor de typen transacties die de lezer vraagt tijdens de in het schema vastgelegde tijdspannen: Ontgrendeld: de door deze lezer bestuurde deur zal ontgrendeld zijn tijdens de in het schema gedefinieerde tijdspannen. Kaart + pincode: de lezer vraagt om een geldige kaart en de bijbehorende pincode. De pincode kan de standaardcode van 4 cijfers zijn, maar kan ook een lange pincode van 5 of 6 cijfers zijn. Als u deze lange pincodes gebruikt in het systeem terwijl de lezer alleen is ingesteld voor standaardcodes, worden alleen de laatste 4 cijfers van de ingevoerde code gelezen. Opmerking: Als 4 keer na elkaar een verkeerde pincode wordt ingevoerd, wordt de kaart geblokkeerd en moet ze handmatig worden gedeblokkeerd voor normaal gebruik. Alleen pincode: de lezer vraagt alleen om een geldige kaart of een geldige pincode. Geblokkeerd: de lezer is geblokkeerd tijdens de in het schema opgegeven tijdspannen. Uitgangsknop: de lezer staat toe dat de deur met behulp van een drukknop (uitgangsknop) wordt ontgrendeld. Zoemer: de lezer activeert een zoemer als de deur te lang open blijft. 50 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

51 Systeemcode: de lezer accepteert alle kaarten met een geldige systeemcode. Dit is handig bij lezers waar veel mensen moeten passeren (zoals bij een hoofdingang) en waar in ruil voor de snelheidswinst een minder hoog veiligheidsniveau acceptabel is. Deur Op het tabblad Deur kunt u de verschillende parameters voor de eigenlijke deurbediening instellen. Voor informatie over de voor een bepaald slot vereiste instellingen verwijzen we naar de specificaties van het slot zelf. Alarmzonecontrole Op dit tabblad kunt u de activiteiten specificeren die elk van de acht uitgangen kan besturen in het extern alarmsysteem dat is toegewezen aan deze uitgang. Alarmzones Op dit tabblad, dat alleen wordt weergegeven voor de hoofdlezer, kunt u een alarmzone toewijzen aan elk van de acht uitgangssignalen. Voor elk van de geselecteerde alarmzones kunt u parameters instellen die de overbruggingstijd van de alarmzone na een geldige lezertransactie en de waarschuwingstijd (vooralarm) vóór het opnieuw inschakelen van het alarmsysteem bepalen. De duur van het vooralarm wordt bepaald door het aantal keren zoemen en de tijd in seconden dat de zoemer in- en uitgeschakeld is. In- en uitgangen Het is mogelijk een specifieke controlleruitgang zodanig te programmeren dat hij bij een bepaalde gebeurtenis in het systeem (bv. het openen van een deur zonder 'geldige transactie') wordt geactiveerd. Als een controlleringang wordt geactiveerd, kan automatisch een controlleruitgang worden geactiveerd. Als een deur is uitgerust met een magneetcontact en een elektrisch slot maar niet met een lezer, kan de deur toch nog worden geopend en bewaakt door het toegangscontrolesysteem door één controlleringang en één controlleruitgang te gebruiken. Voor meer informatie over de in- en uitgangen en de instellingen verwijzen we naar het betreffende hoofdstuk. De standaardlezers instellen Standaardlezers worden op exact dezelfde wijze ingesteld als de hoofdlezer. Het enige verschil is dat de adressen voor deze lezers 1, 2 of 3 zullen zijn voor lezers bij ingangen en 4, 5, 6 of 7 voor lezers bij uitgangen. In tegenstelling tot bij de hoofdlezer bevat het dialoogvenster met de instellingen slechts vier tabbladen: Algemeen, Schema's, Deur en Alarmzonecontrole. Een pincodelezer instellen Het instellen van een zogenaamde pincodelezer maakt het mogelijk om een lezer en controller te installeren waar iedere kaarthouder zijn eigen pincode kan invoeren zonder dat iemand anders deze code kent. Om de kaarten in te stellen, gaat u als volgt te werk: Bij de kaartinstellingen moet het veld voor de pincode de code 0 bevatten. Als de code de eerste keer wordt ingesteld, bevat dit veld standaard het cijfer "0". Als al een pincode werd geïmplementeerd, moet dit veld eerst worden ingesteld op 0 vóór de kaarthouder een nieuwe pincode kan invoeren. Dit moet verzekeren dat de kaarthouder toestemming heeft van de beveiligingsmanager om de code te veranderen. Stel een geldige kaartgroep in voor de kaart. Om de lezer in te stellen, gaat u als volgt te werk: Stel op het tabblad Algemeen de volgende zaken in: Geïnstalleerd AAN - Lusnummer: - Controlleradres = 96 (op de controller zelf DIP-schakelaars 1 t/m 6 AAN = adres 63) - Lezeradres = 0 - Pincodelengte op 4, 5 of 6. Laat de andere instellingen ongewijzigd. Instellingen voor de schema's, deur en alarmzone zijn niet nodig. De kaartgroep waartoe de kaart(en) behoort (behoren) mogen niet geldig zijn voor deze pincodelezer: schema is Nooit (zie Een lezerschema toewijzen in het hoofdstuk Werken met kaarten ). Voer de pincodes nu als volgt in: Schuif de kaart door de lezer. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 51

52 Gebeurtenissen in log: Kaart, Ongeldig, Kaart, Ongeldig: pincode vereist of Kaart, Ongeldig schema De lezer zal u vragen om een pincode in te voeren: de rode en groene LED's knipperen afwisselend. Gebeurtenissen in log: Lezer, Pincode vragen (C) of Lezer, Lange pincode vragen (C) Voer de pincode in. Gebeurtenissen in log: Kaart, Ongeldige pincode, Kaart, 4 keer ongeldige pincode, Kaart, Ongeldige lange pincode of Kaart, 4 keer ongeldige lange pincode De code wordt opgeslagen in de kaartgegevens. Vervolgens stuurt de PC een ontgrendelingspuls naar de lezer om te bevestigen dat de actie geldig was en dat de kaartgegevens werden gedownload. Gebeurtenissen in log: Deur, Ontgrendelingspuls (C) Kaart wissen & Kaart laden Gebruik van lange pincodes U kunt een pincode van 5 of 6 cijfers gebruiken in plaats van een standaardcode bestaande uit 4 cijfers. Om het systeem hiervoor in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Kies Systeem: Systeemparameters - schakel het selectievakje Lange pincodes gebruiken in. 2. Voer de code in in het kaartvenster. 3. Kies Lezer: Algemeen - stel de lengte van de pincode in op hetzelfde aantal cijfers als de eigenlijke lengte. 4. Kies Lezer: Schema's - stel Kaart+pincode in op een geldig schema. Vervolgens kunt u in de instellingen van de lezer de pincodelengte instellen die de lezer zal lezen. Als u de lengte van de pincode instelt op 4 en u Lang en 6 cijfers gebruiken selecteert in de systeemparameters, zal de lezer alleen de LAATSTE 4 cijfers van de ingevoerde code lezen. Als u de volledige code wilt gebruiken, moet u de lengte van de code ook juist instellen in de instellingen van de lezer. 52 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

53 Dubbele-kaartfunctie lezer Als deze functie is ingesteld, heeft een lezer twee geldige kaarten nodig om toegang te krijgen: Een lezer toevoegen Om een lezer toe te voegen, gaat u als volgt te werk: 1. Open Systeemoverzicht - Lezer en maak een nieuwe lezer. 2. Wijzig de naam in een zinvolle naam (Bestand:Naam en toegang bewerken). 3. Open dit lezervenster door erop te dubbelklikken en stel de juiste instellingen in voor de items Algemeen, Schema's en Deur (en Alarmzones, indien nodig). 4. Geef een geldig schema op voor de kaartgroepen die deze lezer moeten gebruiken: open het kaartgroepobject in het systeemoverzicht, dubbelklik op een groep, dubbelklik op een lezer en selecteer een geldig schema. 5. Start de toegangscontrolesoftware opnieuw op. Downloaden naar de controllers De basisinstellingen van de toegangscontrolesoftware zijn nu afgerond. Nu moet u alleen nog alle instellingen downloaden naar de controller(s). De huidige datum en tijd en het huidige dagtype worden om de 5 minuten gedownload zolang de software draait. Normaal worden wijzigingen in de systeeminstellingen automatisch gedownload in de volgende gevallen: de instellingen van de gebeurtenisafhandeling zijn gewijzigd, een plattegrond is gewijzigd, een kaart is gewijzigd, een van de lezerinstellingen is gewijzigd, een gebruiker of gebruikersgroep is gewijzigd, Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 53

54 een toegangszone of anti-passbackzone is gewijzigd, een schema is gewijzigd, een lus is gewijzigd, of de systeemparameters zijn gewijzigd. De instellingen moeten handmatig worden gedownload als: de kalender is gewijzigd, een alarmzone is gewijzigd, een kaartgroep is gewijzigd, of een noodkaart is gebruikt. Bovendien moet de toegangscontrolesoftware volledig opnieuw worden opgestart als: een lezer is geïnstalleerd, een actielijst voor een lezer is ingesteld, een lezeradres is gewijzigd, of de instellingen van de controllerlus zijn gewijzigd. Om de instellingen te downloaden, klikt u op Systeem: Downloaden naar controller... in de menubalk van het systeemoverzicht. Vervolgens wordt het dialoogvenster voor het downloaden naar de controller weergegeven. Omdat dit de eerste keer is dat de parameters worden gedownload, verdient het aanbeveling om alle door te sturen gegevens te controleren en aan te geven dat alle lezers moeten worden bijgewerkt. Als u de lezers voor het downloaden selecteert, worden alle op dezelfde controller aangesloten lezers geselecteerd als een groep. U kunt geen individuele lezers selecteren. Voor meer informatie over de instellingen, verwijzen we naar het hoofdstuk Werken met kaarten. Terwijl de PC de gegevens downloadt, kunt u de voortgang controleren door te klikken op Systeem: Downloaden naar controller. Er wordt dan een statusvenster geopend dat aangeeft welke gegevens reeds werden gedownload en welke gegevens op dat moment worden gedownload. Nadat alle gegevens werden gedownload, is het toegangscontrolesysteem voorbereid en kunt u kaarten gaan uitgeven. Een reservekopie maken van gegevens De programmabestanden kunnen altijd opnieuw worden geïnstalleerd vanaf de distributiediskette, maar uw gegevensbestanden worden mettertijd almaar kostbaarder, tot ze uiteindelijk een vrijwel onschatbare, onvervangbare informatiebron vormen. Daarom is het essentieel dat u niet alleen geregeld reservekopieën maakt van uw gegevensbestanden, maar is het ook cruciaal dat u een procedure instelt om te verzekeren dat dit regelmatig gebeurt. Om een reservekopie van de gegevensbestanden te maken, klikt u op Systeem: Gegevensbestanden kopiëren in de menubalk van het systeemoverzicht: Selecteer Alle databasebestanden of Enkel kaartdatabases, voer een bestandsnaam in (het reservekopiebestand bevindt zich standaard altijd op de harde schijf, de naam bestaat uit de letter B gevolgd door de huidige datum) en klik op OK. Als u ooit beschadigde gegevens moet herstellen, kopieert u gewoon de reservekopiebestanden naar de gegevensmap van de Aritech-toegangscontrolesoftware (standaard is dit van C:\ PROGRAM FILES\ARITECH\DBCOPIES naar C:\ PROGRAM FILES\ARITECH\DATABASE). Een externe toepassing uitvoeren U kunt een externe toepassing (programma) starten vanuit de Aritech-toegangscontrolesoftware. Dit wordt voornamelijk gedaan om een tekstverwerker (bv. Kladblok of MS Word ) te starten met de bedoeling een zelfgemaakt log bij te houden. Het pad van de toepassing die moet worden gestart is opgeslagen in het bestand card.ini: [Instellingen RunApplication=C:\windows\write.exe C:\aritech\note.wri In dit voorbeeld wordt het leesmij-bestand van Aritech geopend. De toepassing wordt gestart door te klikken op het pictogram in de werkbalk. 54 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

55 Het bestand card.ini Op verschillende plaatsen in deze handleiding wordt gezegd dat bepaalde map- en bestandsnamen 'standaard' zijn. In feite is dit in veel gevallen slechts gedeeltelijk waar. Deze map- en bestandsnamen en nog een aantal andere instellingen zijn vastgelegd in het bestand card.ini. Dit bestand wordt gemaakt in de Aritech-map als u de Aritechtoegangscontrolesoftware installeert. De inhoud van het bestand card.ini (met opmerkingen) wordt hieronder gegeven (het is mogelijk dat de versie op uw systeem niet helemaal identiek is): ; ; Versie: ; Datum: 06/12/00 ; ; Dit is het configuratiebestand voor de Aritech-toegangscontrolesoftware ; Algemeen: ; Om een optie in te schakelen, stelt u ze in op 1 ; Om een optie uit te schakelen, stelt u ze in op 0 ; Plaats opmerkingen altijd op een afzonderlijke lijn voorafgegaan door een ';' ; [Settings] ActionProcess=1 CardStatus=1 ExportStatus=0 ShowPnr=0 ;Automatische afmeldingsfunctie ; Voer de toegestane inactieve tijd in (in min.) AutoLogoutTime=0 AutoExitTime=0 ReloadCRDBOnWatchConnect=0 ReverseNameOrder=0 KeepCurrentAPZone=1 Printer1= Printer2= PrinterLinesPerPage=66 ;unieke pincodes in het gehele systeem ; 1=ja, 0=nee UniqPin=0 ;Max. aantal identieke cijfers in pincode ;0 = alle cijfers verschillend PINMaxEqualDigits=0 ProcessDelay=1 CardValidPeriod=03:00:00 UseStatusInConfigWin=1 ;Deze instelling stelt het pad in voor het programma dat vanuit de werkbalk kan worden gestart, bv. als u ;de tekstverwerker "Write wilt starten en de release-opmerkingen wilt laden. RunApplication=write C:\PROGRA~1\Aritech\relnote.wri ;Selecteert de achtergrondbitmap voor het opstartscherm. Background=C:\Program Files\Aritech\Startup.BMP [Protocol] Alarmzones=1 Analoginputs=0 Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 55

56 Antipassback=1 CardFlags=1 Escort=1 ReaderFunction=1 [Directory] ;plaats van de gegevensbestanden Database=C:\Program Files\Aritech\database ;standaardmap voor reservekopieën Backup=C:\Program Files\Aritech\dbcopies [Daytypes] number=10 type1=weekday type2=weekend type3=day type A type4=day type B type5=day type C type6=day type D type7=day type E type8=day type F type9=day type G type10=holiday [EventHandler] ;Dit zijn de instellingen voor de "speciale actielijst" AllowExecute=0 ;Pad voor het sturen van gebeurtenissen naar een tekstbestand. FilePath= [DOS Compatible] ;deze instellingen worden alleen gebruikt om een DOS -versie te upgraden naar de Windows-versie ;(Scandinavische landen: alles instellen op 1) StorePin=0 SystemCodeHandling=0 ControllerOperationMode=0 ;UseInputOutput= ;ShowAnalogAlarmOutput= UseBtrieveExtended=1 [Configuration] ;Taal-dll moet worden geladen bij opstarten ResourceModule=C:\Program Files\Aritech\English.dll [MapView] ActivationBlue=0 ActivationRed=0 ActivationGreen=0 [Naming] Reader=1 [Download] ;InhibitControllerSendsLog= DefaultDelayedDownloadTime=04:00 WaitForCallTimeOut=60 ; 2 = Cards ; 4 = Schedules ; 8 = ReaderSettings ; 16 = Calendar 56 Systeem instellen Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

57 DownloadProfile=30 Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 57

58 Registratie Zelfs een klein toegangscontrolesysteem met enkele lezers en enkele tientallen kaarten kan al enorme hoeveelheden gegevens genereren. Er kunnen niet alleen gegevens worden verzameld over iedere kaart- of lezertransactie, maar ook iedere wijziging in de software van het toegangscontrolesysteem zelf kan worden bewaakt, evenals elke afzonderlijke ingang en uitgang. Om deze gegevens te beheren, hebt u geavanceerde middelen nodig. Daarom biedt het Aritech-toegangscontrolesysteem twee basismechanismen: 1. gebeurtenisafhandelingen voor de automatische afhandeling van systeemgebeurtenissen, en 2. een groot scala aan rapporten en logs, samen met een volledige reeks middelen om de inhoud van deze bestanden te bewerken, analyseren en rapporteren. Gebeurtenissen Er zijn niet minder dan 149 afzonderlijke gebeurtenissen die kunnen worden bewaakt. Deze gebeurtenissen hebben niet alleen betrekking op wat er in het toegangscontrolesysteem zelf gebeurt, maar ook op wat er in en rondom de Aritechtoegangscontrolesoftware gebeurt (zoals DOS- en Windows-gebeurtenissen). Het zou bijna onmogelijk zijn om al deze gebeurtenissen te beheren. Daarom voorziet de Aritechtoegangscontrolesoftware in een eenvoudiger mechanisme, de zogenaamde actielijsten, dat veel van dit werk automatisch afhandelt. Actielijsten worden behandeld in het volgende deel van dit hoofdstuk. De gebeurtenissen die kunnen worden bewaakt, gerapporteerd of geregistreerd, of die op een andere manier een actie kunnen initiëren, zijn onder meer: Alarmingangen en -uitgangen Kaartgebeurtenissen, zowel geldige als ongeldige Systeemklokwijzigingen Controllergebeurtenissen Deurgebeurtenissen MS-DOS-gebeurtenissen Externe alarmgebeurtenissen Functiegebeurtenissen Ingangsgebeurtenissen Lokaal netwerk: Modemgebeurtenissen Objectgebeurtenissen Lezergebeurtenissen, inclusief wijzigingen van de instellingen Schemawijzigingen Signaalgevergebeurtenissen Windows-gebeurtenissen (d.w.z. gebeurtenissen die in de software zelf optreden, zoals aanmeldingen, opstarten, afsluiten,...). Voor de volledige reeks gebeurtenissen, opent u gewoon het gebeurtenissenvenster. Actielijsten Een actielijst is de combinatie van: een bron: een lezer, een gebeurtenis: een van de 149 vooraf gedefinieerde gebeurtenissen van het toegangscontrolesysteem; een bestemming: een logbestand (een bestand waarvan de naam bestaat uit de letter L de datum en de extensie.log. Het bestand voor 21 januari 2001 zou dus worden genoemd L LOG ), het schermlog (een bestand dat kan worden geopend via de werkbalk van het systeemoverzicht), printer 1, het alarmlog (een ander bestand dat kan worden geopend via de werkbalk van het systeemoverzicht ), of een zogenaamde speciale afhandeling een schema voor elke bestemming. 58 Registratie Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

59 Er zijn drie standaard gedefinieerde actielijsten: 1. Basis, waarbij de belangrijkste kaart- en toegangscontrolesysteemgebeurtenissen worden vastgelegd in een bestand en in het schermlog; 2. Niets, waarbij niets wordt vastgelegd; 3. Alles, waarbij in eerste instantie alle gebeurtenissen in het systeem worden vastgelegd, maar kan worden gebruikt als een sjabloon om alles vast te leggen. Uw eigen Actielijst definiëren U kunt één van deze standaard actielijsten gebruiken. U kunt echter ook op eenvoudige wijze uw eigen actielijst definiëren. Aan een actielijst moet altijd een lezer worden toegewezen, dus u kunt voor verschillende lezers verschillende actielijsten definiëren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om verschillende actielijsten te hebben voor de lezer bij de hoofdingang en die bij de achterdeur. Om een actielijst te definiëren, gaat u als volgt te werk: 1. Open het object Actielijst in het systeemoverzicht. 2. Maak een nieuw object en geef het een zinvolle naam (Bestand: Naam en toegang bewerken). 3. Open deze actielijst. U ziet nu alle 149 vooraf gedefinieerde gebeurtenissen. 4. Vervolgens selecteert u de gebeurtenissen die deze actielijst moet omvatten. U selecteert een gebeurtenis door erop te dubbelklikken, waarna het volgende scherm wordt geopend. Selecteer nu naar welke registratiemethode de gebeurtenis moet worden verzonden: logbestand, schermlog, printer of alarmlog & printer 2, afhankelijk van het schema. Selecteer een item en stel het bijbehorende schema in. Dit moet voor elke gewenste gebeurtenis worden herhaald. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 59

60 Opmerking: als u gebeurtenissen naar een printer stuurt, worden de gegevens met betrekking tot de gebeurtenis afgedrukt telkens wanneer de gebeurtenis optreedt. Als u de standaardprinter gebruikt, kan dit het normale gebruik van die printer ernstig belemmeren. Wij raden u daarom aan een aparte 'logprinter' te gebruiken. Als u een gebeurtenis naar het alarmlog stuurt, gebeuren twee zaken als de gebeurtenis optreedt: ze worden weergegeven in het alarmlog en de positie van het alarmrelais op de sleutelkaart zal veranderen (dit kan worden gebruikt voor elke toepassing). U kunt ook een speciale afhandeling instellen voor speciale doeleinden, zoals beschreven in het deel Speciale actielijst. 5. Nadat u uw eigen, aangepaste actielijst hebt gedefinieerd, kunt u de lezer(s) selecteren waaraan u deze actielijst wilt toewijzen en kunt u de instelling van de actielijst wijzigen in het venster met lezerinstellingen (Algemeen). Bepaal de afhandeling van gebeurtenissen nauwkeurig. Als u dit niet doet, kan de harde schijf van uw PC snel worden volgeschreven met talloze gebeurtenissen die u niet wilt bewaren. Belangrijke berichten zijn alle kaartgebeurtenissen. De minder belangrijke gebeurtenissen zijn in het overzicht van gebeurtenissen aangegeven met een "(c)" (zie het hoofdstuk Geavanceerde functies). Speciale actielijst Voor elke gebeurtenis van een actielijst kunt u ook een zogenaamde special actiepatroon opgeven om de mogelijkheden voor het registreren van gebeurtenissen nog verder uit te breiden. U kunt een speciale actielijst instellen om een van de volgende bewerkingen uit te voeren: bericht verzenden (starten van een voor uw locatie aangepast scriptbestand); starten van een scriptbestand bij het bericht Kaart, tijdregistratie ; registreren van de gebeurtenis in (toevoegen aan) een tekstbestand (het pad en de bestandsnaam worden opgegeven in het bestand card.ini onder [EventHandler]; als het bestand niet bestaat, worden de gegevens opgeslagen in de databasemap c:\program file\aritech\database), uitvoeren van een (Windows-) programma (dit moet in het bestand card.ini zijn ingesteld - zie het hoofdstuk Geavanceerde functies); doorgeven van een DDE-bericht aan een andere Windows-toepassing (nog niet geïmplementeerd); activeren van een OLE-koppeling met een andere Windows-toepassing (nog niet geïmplementeerd). Voor elk van deze acties kunt u ook een opdrachtargument opgeven. 60 Registratie Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

61 'Gegevensdistributieberichten' registreren Berichten die normaal niet worden verzonden naar het logbestand (zoals de tijd die door de PC wordt verzonden naar de controllers), kunnen toch worden bekeken in het logbestand door een virtuele lezer te definiëren. Definieer een lezer die NIET fysisch bestaat in het systeem (selectievakje Geïnstalleerd NIET ingeschakeld, lusnummer x, controlleradres 0 en lezeradres 0). Specificeer vervolgens een gebeurtenisafhandeling voor deze lezer om de berichten die u interesseren te registreren. Laat alle andere instellingen voor deze lezer op de standaardwaarde staan. Het verdient aanbeveling een zinvolle naam te kiezen als u een Technische lezer voor een bepaalde lus definieert (bv. Alle technische meldingen lus x ). De volgende gebeurtenissen worden om de 5 minuten weergegeven in het logbestand als de PC deze berichten verzendt naar de controllerlus: "Controller, Logbuffer gebruiken" "Klok, Klok aanpassen" "Klok, kalender instellen" Systeemcode xxxxxx instellen ( = systeemcode 1) Opmerking: Deze functie kan alleen worden gebruikt als de PC on line is. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 61

62 Werken met relaiskaarten Inleiding U kunt 2 relaiskaarten aansluiten op elke controller (zie de installatie- en hardwarehandleidingen): relaiskaart A en B. Elke relaiskaart heeft 8 ingangen en 8 uitgangen, die kunnen worden gebruikt voor verschillende doeleinden. Mogelijke uitbreidingen Open de HOOFDLEZER (de lezer met adres 0) voor de betreffende controller. In het algemene venster ziet u nu een object met de naam Werkingsmodus (deze modus is alleen beschikbaar bij de instellingen voor de hoofdlezer). Als u één van de relaiskaarten selecteert, kunt u kiezen uit vier mogelijke modi voor de relaiskaart: 1. Alarmzones - standaardinstelling voor uitbreidingskaarten A en B 2. Deurcontrole 3. Algemene I/O 4. Vooraf gedefinieerde uitgangen Alarmzones is de standaardinstelling voor de relaiskaarten. Opmerking: bij het programmeren van de alarmzones mag de instelling voor de werkingsmodus in de instellingen van de hoofdlezer niet worden gewijzigd. De specificatie van de ingangen en uitgangen voor uitbreidingskaarten die zijn aangesloten op een 1-deurscontroller is als volgt: 62 Werken met relaiskaarten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

63 Relaiskaart A (ACC1): INGANG: A1 - Algemene ingang 1 A2 - Algemene ingang 2 A3 - Status alarmzone 2 A4 - Alarm alarmzone 2 A5 - Status alarmzone 3 A6 - Alarm alarmzone 3 A7 - Status alarmzone 4 A8 - Alarm alarmzone 4 UITGANG: A1 - Uitschakelen alarmzone 1 A2 - Waarschuwing alarmzone 1 A3 - Uitschakelen alarmzone 2 A4 - Waarschuwing alarmzone 2 A5 - Uitschakelen alarmzone 3 A6 - Waarschuwing alarmzone 3 A7 - Uitschakelen alarmzone 4 A8 - Waarschuwing alarmzone 4 Relaiskaart B (ACC1): INGANG: B1 - Status alarmzone 5 B2 - Alarm alarmzone 5 B3 - Status alarmzone 6 B4 - Alarm alarmzone 6 B5 - Status alarmzone 7 B6 - Alarm alarmzone 7 B7 - Status alarmzone 8 B8 - Alarm alarmzone 8 UITGANG: B1 - Uitschakelen alarmzone 5 B2 - Waarschuwing alarmzone 5 B3 - Uitschakelen alarmzone 6 B4 - Waarschuwing alarmzone 6 B5 - Uitschakelen alarmzone 7 B6 - Waarschuwing alarmzone 7 B7 - Uitschakelen alarmzone 8 B8 - Waarschuwing alarmzone 8 De specificatie van de in- en uitgangen voor uitbreidingskaarten is bij een 4-deurscontroller als volgt: Relaiskaart A (ACC4): INGANG: A1 - Algemene ingang 1 A2 - Algemene ingang 2 Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 63

64 A3 - Algemene ingang 3 A4 - Algemene ingang 4 A5 - Algemene ingang 5 A6 - Algemene ingang 6 A7 - Algemene ingang 7 A8 - Algemene ingang 8 UITGANG: A1 - Uitschakelen alarmzone 1 A2 - Waarschuwing alarmzone 1 A3 - Uitschakelen alarmzone 2 A4 - Waarschuwing alarmzone 2 A5 - Uitschakelen alarmzone 3 A6 - Waarschuwing alarmzone 3 A7 - Uitschakelen alarmzone 4 A8 - Waarschuwing alarmzone 4 Relaiskaart B (ACC4): INGANG: B1 - Status alarmzone 5 B2 - Alarm alarmzone 5 B3 - Status alarmzone 6 B4 - Alarm alarmzone 6 B5 - Status alarmzone 7 B6 - Alarm alarmzone 7 B7 - Status alarmzone 8 B8 - Alarm alarmzone 8 UITGANG: B1 - Uitschakelen alarmzone 5 B2 - Waarschuwing alarmzone 5 B3 - Uitschakelen alarmzone 6 B4 - Waarschuwing alarmzone 6 B5 - Uitschakelen alarmzone 7 B6 - Waarschuwing alarmzone 7 B7 - Uitschakelen alarmzone 8 B8 - Waarschuwing alarmzone 8 Voor meer informatie over de configuraties verwijzen we naar de installatiehandleiding die wordt geleverd met de ACA101-relaiskaart. 64 Werken met relaiskaarten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

65 Deurcontrole Als een relaiskaart wordt gebruikt voor dit doel, stelt u de werkingstoestand in de instellingen van de hoofdlezer voor de betreffende uitbreidingskaart A of B in op Deurcontrole. Deurcontrole wordt gebruikt om deuren zonder lezers aan te sluiten op de relaiskaart en deze deuren vervolgens vanuit de software te bewaken en besturen. Als een relaiskaart is gedefinieerd met een deurbewakings functie, zal deze controller meer dan 8 lezers accepteren voor ACC4 en meer dan 2 lezers voor ACC1. Als relaiskaart A is aangesloten op de controller, kunnen de virtuele lezers met adres 8, 9, 10 en 11 worden gedefinieerd. Als ook uitbreidingskaart B is aangesloten, kunnen ook de virtuele lezers met de adressen 12, 13, 14 en 15 worden gedefinieerd. Deze adressen zijn geldig zowel voor ACC 1 als ACC 4. Elke relaiskaart kan 4 deuren controleren, waarbij elke deur 2 ingangen en 2 uitgangen op de relaiskaart gebruikt: ingangen: * één voor de uitgangsknop * één voor het deurbewakingscontact uitgangen: * een voor de besturing van het slot * één voor het overbruggen van het alarmcontact Een deurbewakingslezer instellen Om een lezer voor deurbewaking in te stellen, gaat u als volgt te werk: Definieer een nieuwe lezer. Stel op het tabblad Algemeen de volgende zaken in: Lus = x ; Controller = y en adres = 8 tot 15 (het selectievakje Geïnstalleerd niet selecteren). Stel een geschikte actielijst in. Laat de andere instellingen op de standaardwaarde staan. Stel op het tabblad Schema het veld Uitgangsknop in op een geldig schema (of op Altijd). Laat de instellingen voor Deur en Alarmzonecontrole op de standaardwaarde staan. Klik op OK en sluit de software af (er is een nieuwe lezer gedefinieerd). De in het logbestand weergegeven gebeurtenissen zijn: Deur, ontgrendelingspuls (C) Deur, uitgangsknop ingedrukt Deur, open Deur, gesloten Algemene I/O Als een relaiskaart wordt gebruikt voor dit doel, moeten de volgende zaken worden ingesteld vóór u begint te programmeren. Open de hoofdlezer voor deze controller en stel de werkingsmodus van de betreffende uitbreidingskaart (A of B) in op ALGEMENE I/O. Zowel de INGANGEN als de UITGANGEN voor een controller moeten worden geprogrammeerd via de instellingen van de hoofdlezer. Om een INGANG te programmeren: Selecteer in de instellingen van de hoofdlezer van deze controller de ingang A of B (relaiskaart A of B). Klik op Nieuw. Het venster Ingangen wordt geopend. Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 65

66 Geef deze ingang een zinvolle naam. Laat het ingangstype op DIGITAAL staan. Voer de gewenste alarmvertraging in (in seconden). Voer het relaisnummer in op de uitbreidingskaart waarnaar u dit alarm wilt verzenden: Verzend het alarm naar relaisnummer:. Klik op OK om het venster Ingangen te sluiten en klik nogmaals op OK om de nieuwe lezerinstellingen op te slaan. Als u nu in het systeemoverzicht het object Ingang opent, wordt de nieuw gedefinieerde ingang weergegeven in het venster. Om een UITGANG te programmeren: Kies in de instellingen van de hoofdlezer van deze controller de uitgang A of B, naar gelang van de uitbreidingskaart waarvoor u de uitgangsinstellingen wilt specificeren. Klik op Nieuw. Het venster Uitgangen wordt geopend. 66 Werken met relaiskaarten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

67 Geef de uitgang een zinvolle naam. Selecteer waarmee u de uitgang wilt sturen: Gebeurtenis: als de ingang wordt geactiveerd, wordt het alarm altijd naar deze uitgang gestuurd. Gebeurtenis indien schema geldig: als de ingang wordt geactiveerd, wordt het alarm alleen naar deze uitgang gestuurd als het schema geldig is. Gebeurtenis. Actief gedurende pulstijd of zolang het schema geldig is: de uitgang wordt voor een bepaalde tijd geactiveerd; als er geen tijd is ingevuld, blijft de uitgang geactiveerd zolang het schema geldig is. Direct door schema: de uitgang wordt geactiveerd op het moment dat het geselecteerde schema geldig wordt, en wordt gedeactiveerd op het moment dat dit schema niet meer geldig is. Selecteer indien nodig het schema. Stel indien nodig de pulstijd in (in seconden). Klik op OK om het venster Uitgangen te sluiten. Klik nogmaals op OK om de lezerinstellingen op te slaan. Het pictogram van deze uitgang kan op een plattegrond worden geplaatst, waar het kan worden gebruikt om de status van de uitgang te bewaken. De nummering van de in- en uitgangen is voor beide kaarten: Relaiskaart A: Ingangen van 1 tot 8 Uitgangen van 1 tot 8 Relaiskaart B: Ingangen van 1 tot 8 Uitgangen van 9 tot 16 Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 67

68 Vooraf gedefinieerde uitgangen Als een relaiskaart wordt gebruikt voor dit doel, stelt u de werkingstoestand in de instellingen van de hoofdlezer voor de betreffende uitbreidingskaart (A of B) in op VOORAF GEDEFINIEERDE UITGANGEN Als de opgegeven gebeurtenissen zich bij deze controller voordoen, worden de betreffende uitgangsrelais geactiveerd en kunnen ze voor willekeurige toepassingen worden gebruikt. In de Windows-software hoeft niets te worden geprogrammeerd omdat alle functies deel uitmaken van de software van de controller. De vooraf gedefinieerde gebeurtenissen en de bijbehorende uitgangen zijn: Relaiskaart A Gebeurtenis Uitgang Lezer, overvalalarm - lezer 0 en 4, deur 1 1 Deur, zonder autorisatie geopend - lezer 0 2 Lezer, overvalalarm - lezer 1 en 5 = deur 2 3 Deur, zonder autorisatie geopend - lezer 1 4 Lezer, overvalalarm - lezer 2 en 6 = deur 3 5 Deur, zonder autorisatie geopend - lezer 2 6 Lezer, overvalalarm - lezer 3 en 7 = deur 4 7 Deur, zonder autorisatie geopend - lezer 3 8 Relaiskaart A Gebeurtenis Ingang Reset - overvalalarm - lezer 0 en 4 = deur 1 1 Reset - deur, zonder autorisatie geopend - lezer 0 2 Reset - overvalalarm - lezer 1 en 5 = deur 2 3 Reset - deur, zonder autorisatie geopend - lezer 1 4 Reset - overvalalarm - lezer 2 en 6 = deur 3 5 Reset - deur, zonder autorisatie geopend - lezer 2 6 Reset - overvalalarm - lezer 3 en 7 = deur 4 7 Reset - deur, zonder autorisatie geopend - lezer 3 8 Relaiskaart B Gebeurtenis Uitgang Deur, alarm niet gesloten - lezer 0 1 Deur, alarm niet gesloten - lezer 1 2 Deur, alarm niet gesloten - lezer 2 3 Deur, alarm niet gesloten - lezer 3 4 Stroomstoring 5 Sabotage lezerlus 6 Zekeringalarm 7 CRC 8 68 Werken met relaiskaarten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

69 Relaiskaart B Gebeurtenis Ingang Reset - Deur, alarm niet gesloten - lezer 0 1 Reset - Deur, alarm niet gesloten - lezer 1 2 Reset - Deur, alarm niet gesloten - lezer 2 3 Reset - Deur, alarm niet gesloten - lezer 3 4 Reset - Stroomstoring 5 Reset - Sabotage lezerlus 6 Reset - Zekeringalarm 7 Reset - CRC 8 Als u een uitgang instelt zoals beschreven in het deel Algemene I/O, gelden dezelfde waarden in de modus Vooraf gedefinieerd. Als bijvoorbeeld uitgang 1 van kaart A is ingesteld op een pulstijd van 5 seconden, wordt deze uitgang 5 seconden actief als bij lezer 0 een overvalalarm optreedt. Uitgangen opnieuw instellen 1. Stel in de actielijst die voor de hoofdlezer is geselecteerd voor de gebeurtenis Ingang, geactiveerd (alarm) in dat deze naar het alarmlog moet worden gestuurd volgens het schema Altijd (of een ander geldig schema). 2. Als een ingang wordt geactiveerd, wordt deze gebeurtenis naar het alarmlog gestuurd; u kunt dit zien als u het opent. 3. Als u het alarmlog opent, verschijnt een nieuw bestandsmenu: ALARM 4. Selecteer in dit menu Alarmuitgangen resetten: alle uitgangen die rechtstreeks zijn geactiveerd door een gebeurtenis worden nu opnieuw ingesteld. 5. Als u Alle alarmen wissen selecteert, wordt het alarmlog volledig gewist. Alarmzones Met de Aritech-toegangscontrolesoftware kan het inschakelen en uitschakelen van alarmzones worden gestuurd via een geldige transactie (kaart, code of beide - afhankelijk van de lezerinstelling) bij de opgegeven lezer. Als een dergelijke gebeurtenis optreedt, wordt een relais op een relaisuitbreidingskaart (kaart A of B) geactiveerd en blijft dit relais actief tot een voorgeprogrammeerde tijd verstreken is of tot handmatige inschakeling wordt uitgevoerd bij een lezer. Selecteer in het systeemoverzicht de lezer waarvoor u de alarmzones wilt instellen: Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 69

70 De activering wordt ingesteld door de instellingen voor de werkingstoestand op de hoofdlezer (die standaard is ingesteld op alarmzones voor zowel A als B). 70 Werken met relaiskaarten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

71 Selecteer in het dialoogvenster van de geselecteerde lezer het tabblad Alarmzone: Klik op Nieuw... Het dialoogvenster voor de instellingen van de alarmzone wordt weergegeven: Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 71

72 Ga als volgt te werk: (de overbruggingstijd en het overbruggingsschema werken alleen als het selectievakje "Autom. uit" is uitgeschakeld) Wijzig de naam in een zinvolle naam. Stel de overbruggingstijd in (in seconden). Deze tijd wordt toegevoegd aan het schema. Als deze tijd (Einde van schema + overbruggingstijd) verstrijkt, wordt een eerste waarschuwing gegeven en wordt de alarmzone automatisch opnieuw ingeschakeld. Selecteer een overbruggingsschema (de geselecteerde overbruggingstijd zal daarna worden genegeerd tijdens de in het schema opgegeven tijdspannen, d.w.z. als bijv STAF wordt geselecteerd, blijft de alarmzone uitgeschakeld tot het einde van de in het schema opgegeven tijd). Stel de parameters voor het vooralarm in. Klik op OK om de instellingen op te slaan en terug te keren naar het lezervenster. Nu u een alarmzone voor de lezer hebt gespecificeerd, moet u de parameters voor de alarmzonecontrole instellen. Selecteer de lezer opnieuw en klik op het tabblad Alarmzonecontrole: De instellingen zijn als volgt: Auto uit: specificeert dat een extern alarmsysteem automatisch wordt uitgeschakeld als een geldige alarmkaart wordt aangeboden bij de lezer (een willekeurige kaart of een willekeurige kaart en een pincode, volgens de instellingen die zijn opgegeven in het schema dat op dat moment van toepassing is). Afhankelijk van de instellingen voor de kaartgroep waartoe de kaart behoort, kunnen een of meer alarmzones worden uitgeschakeld met de kaart. Als de kaartgroep geen autorisatie voor de alarmzone heeft, wordt de kaart niet behandeld als een geldige kaart en wordt de alarmzone niet uitgeschakeld. Hand uit: specificeert dat een extern alarmsysteem kan worden uitgeschakeld door de toets * op het toetsenblok van de lezer in te drukken. Om het alarm uit te schakelen, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de toets *, 2. Schuif de alarmkaart door de lezer, 72 Werken met relaiskaarten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

73 3. Voer de juiste pincode in. Het extern alarm wordt uitgeschakeld. Opmerking: Als het systeem handmatig wordt uitgeschakeld, blijft het uitgeschakeld tot het opnieuw handmatig wordt ingeschakeld. Hand aan: specificeert dat een extern alarmsysteem handmatig kan worden ingeschakeld door de toets # op het toetsenblok van de lezer in te drukken. Om het alarm in te schakelen, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de toets #, 2. Schuif de alarmkaart door de lezer, 3. Voer de juiste pincode in: het vooralarm wordt geactiveerd. Als de tijd voor het vooralarm is verstreken, wordt het externe alarm opnieuw ingeschakeld. Opmerking: Als zowel Autom. uit als Hndm. uit is geselecteerd, krijgt Autom. uit voorrang. Uitgeschakeld: Schakelt de zone in of uit. Alarmind.: deze instelling schakelt de indicatie van een extern alarm op de lezer in. De lezer zal op elk moment aangeven wanneer een alarm is opgetreden in het externe alarmsysteem. Klik op OK om de lezerinstellingen op te slaan. Keer terug naar het systeemoverzicht en open het kaartgroepvenster: Selecteer de kaartgroep waaraan u een autorisatie voor de alarmzone wilt geven. Hiervoor plaatst u de muisaanwijzer precies op het pictogram van de kaartgroep (niet op de titel), klikt u op de rechtermuisknop en selecteert u Openen voor bewerken of dubbelklikt u erop: Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 73

74 Het kaartgroepvenster wordt geopend: Onder de lijst voor elke lezer ziet u de vermeldingen voor de alarmzones (een ongemarkeerd vakje als de toegang niet is toegestaan en een gemarkeerd vakje als de toegang wel is toegestaan). Dubbelklik op de alarmzone waarvoor u de toegang wilt instellen en selecteer of de kaartgroep al dan niet toegang moet hebben tot de alarmzone: U kunt ook selecteren welke alarmzones al dan niet kunnen worden uitgeschakeld. Tot slot downloadt u de instellingen naar de controller. Selecteer in de menubalk van het systeemoverzicht Systeem: Downloaden naar controller..., schakel de selectievakjes Parameters en instellingen en Kaart/kaartgroep in en klik op OK: 74 Werken met relaiskaarten Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

75 Aritech Access Control Software Installatiehandleiding Installatiehandleiding 75

76 Plattegrond Een plattegrond is in principe elke bitmap (.bmp-indeling) die kan worden gebruikt als een achtergrond waarop de pictogrammen van de Aritech-toegangscontrolesoftware kunnen worden geplaatst. Deze plattegrond vervangt het systeemoverzicht en laat u toe een vrijwel volledige grafische interface te maken voor de Aritechtoegangscontrolesoftware. Als u een plattegrond koppelt aan een gebruiker, wordt deze plattegrond geladen (in plaats van het systeemoverzicht) als de gebruiker zich aanmeldt. Plattegronden maken Elk Windows-bitmapbestand (indeling.bmp) kan worden gebruikt als achtergrond voor een plattegrondvenster. Merk op dat alleen het pad naar het bestand wordt opgeslagen, en dat het bestand zelf niet wordt gekopieerd. In een vrij eenvoudig systeem zou u een grondplan van uw site kunnen tekenen en dit grondplan gebruiken in een plattegrond. In een complex systeem zou u een plattegrond van elk deel van een site kunnen maken, en vervolgens deze plattegronden gebruiken in een globale plattegrond van de volledige site. U kunt plattegronden in elkaar nesten om een vrij gesofisticeerde grafische navigatieomgeving te maken. De enige reële beperkende factor is uw verbeelding. Om een plattegrond te maken, gaat u als volgt te werk: 1. Open het plattegrondvenster in de Aritech-toegangscontrolesoftware en maak een nieuwe (lege) plattegrond. 2. Selecteer Bestand: Achtergrondbitmap selecteren Selecteer het bitmapbestand in het dialoogvenster Bestand openen en klik op OK om de geselecteerde bitmap te importeren in de plattegrond: 76 Plattegrond Aritech Access Control Software Installatiehandleiding

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Aritech Gebruikershandleiding voor MS-Windows MS-Windows, Windows en Microsoft zijn handelsmerken van Microsoft Corporation Inhoud Opbouw van de handleiding... 2 De opbouw van deze handleiding... 2 Gebruikte

Nadere informatie

Nero AG SecurDisc Viewer

Nero AG SecurDisc Viewer Handleiding SecurDisc Nero AG SecurDisc Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding en de volledige inhoud van de handleiding worden beschermd door het auteursrecht en zijn eigendom van

Nadere informatie

// Mamut Business Software

// Mamut Business Software // Mamut Business Software Eenvoudige installatiehandleiding Inhoud Voor de installatie 3 Over het programma 3 Over de installatie 4 Tijdens de installatie 5 Voorwaarden voor installatie 5 Zo installeert

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA MOBILE PHONES Ltd. verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat de producten DTN-10 en DTN-11 conform zijn aan de

Nadere informatie

Mamut Business Software

Mamut Business Software Mamut Business Software Eenvoudige installatiehandleiding Inhoud Voor de installatie 3 Over het programma 3 Over de installatie 3 Tijdens de installatie 5 Voorwaarden voor installatie 5 Zo installeert

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

De ontwikkelaar heeft het recht om af te zien van verdere ontwikkeling en/of ondersteuning van dit pakket.

De ontwikkelaar heeft het recht om af te zien van verdere ontwikkeling en/of ondersteuning van dit pakket. 1. Licentieovereenkomst BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN! Het aanvaarden van deze overeenkomst geeft u het recht tot gebruik van deze software, de software blijft

Nadere informatie

Graag voor gebruik lezen. Borduurwerk editing software. Installatiegids

Graag voor gebruik lezen. Borduurwerk editing software. Installatiegids Graag voor gebruik lezen Borduurwerk editing software Installatiegids Lees eerst het volgende voordat u het cdrompakket opent Hartelijk dank voor de aanschaf van deze software. Lees de onderstaande Productovereenkomst

Nadere informatie

Handleiding InCD Reader

Handleiding InCD Reader Handleiding InCD Reader Nero AG Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding en de volledige inhoud van de handleiding worden beschermd door het auteursrecht en zijn eigendom van Nero AG.

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING

INSTALLATIEHANDLEIDING INSTALLATIEHANDLEIDING Update van uw Mamut programma EEN GEDETAILLEERDE STAP-VOOR-STAP BESCHRIJVING VAN HOE U EEN UPDATE KUNT MAKEN VAN UW MAMUT BUSINESS SOFTWARE PROGRAMMA (VAN VERSIE 9.0 OF NIEUWER).

Nadere informatie

System Updates Gebruikersbijlage

System Updates Gebruikersbijlage System Updates Gebruikersbijlage System Updates is een hulpprogramma van de afdrukserver dat de systeemsoftware van uw afdrukserver met de recentste beveiligingsupdates van Microsoft bijwerkt. Het is op

Nadere informatie

Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database

Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012 Stand-alone / Netwerkversie Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Wij willen u er op wijzen dat ons systeem FWG3.0 Cd-rom versie dit

Nadere informatie

mobile PhoneTools Gebruikershandleiding

mobile PhoneTools Gebruikershandleiding mobile PhoneTools Gebruikershandleiding Inhoudsopgave Vereisten...2 Voorafgaand aan de installatie...3 mobile PhoneTools installeren...4 Installatie en configuratie mobiele telefoon...5 On line registratie...7

Nadere informatie

Installatie Onderwijsversie AccountView

Installatie Onderwijsversie AccountView Installatie Onderwijsversie AccountView Copyright Alle rechten met betrekking tot de documentatie en de daarin beschreven software berusten bij Visma Software BV. Dit geldt ook voor eventuele aanvullingen

Nadere informatie

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014 Handleiding Opslag Online voor Windows Versie februari 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Systeemeisen 4 2.2 Downloaden van software 4 2.3 Installeren van de software

Nadere informatie

Startersgids. Nero BackItUp. Ahead Software AG

Startersgids. Nero BackItUp. Ahead Software AG Startersgids Nero BackItUp Ahead Software AG Informatie over copyright en handelsmerken De gebruikershandleiding bij Nero BackItUp en de inhoud hiervan zijn beschermd door midddel van copyright en zijn

Nadere informatie

Migreren naar Access 2010

Migreren naar Access 2010 In deze handleiding Het uiterlijk van Microsoft Access 2010 verschilt aanzienlijk van Access 2003. Daarom hebben we deze handleiding gemaakt, zodat u niet te veel tijd hoeft te besteden aan het leren werken

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING BV Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de bestandsstructuur van uw

Nadere informatie

T-MOBILE CLOUD Windows Installatiehandleiding. Private Planet, Ltd.

T-MOBILE CLOUD Windows Installatiehandleiding. Private Planet, Ltd. T-MOBILE CLOUD Windows Installatiehandleiding Private Planet, Ltd. Copyright 2013 Private Planet Ltd. Sommige applicaties zijn niet beschikbaar in alle gebieden. De beschikbaarheid van de applicatie varieert.

Nadere informatie

Handleiding Icespy MR software

Handleiding Icespy MR software Handleiding Icespy MR software Versie 4.40.04 Wij danken u voor de aanschaf van deze IceSpy producten en adviseren u om deze handleiding goed door te nemen. 2 INHOUDSOPGAVE: 1. Installeren van de software...

Nadere informatie

Resusci Anne Skills Station

Resusci Anne Skills Station MicroSim Frequently Asked Questions 1 Resusci Anne Skills Station Resusci_anne_skills-station_installation-guide_sp7012_NL.indd 1 24/01/08 13:06:06 2 Resusci_anne_skills-station_installation-guide_sp7012_NL.indd

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Welkom bij de Picture Package Producer 2 Handleiding voor Picture Package Producer2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap

Nadere informatie

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Handleiding Landelijk Indicatie Protocol programma pagina 1 of 18 Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Welkom bij LIP Lip is ontstaan uit een toegevoegde module aan het kraamzorg administratie pakket van

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap 2: Geselecteerde beelden controleren Stap 3: Voorbereidingen treffen om een korte

Nadere informatie

1. Inleiding. 1. Inleiding... 1. 1.1. Installatieprocedure...2. 1.1.1. De installatie van LisCAD 5.0... 3. 1.2. Licentieprocedure...

1. Inleiding. 1. Inleiding... 1. 1.1. Installatieprocedure...2. 1.1.1. De installatie van LisCAD 5.0... 3. 1.2. Licentieprocedure... 1. Inleiding... 1 1.1. Installatieprocedure...2 1.1.1. De installatie van LisCAD 5.0... 3 1.2. Licentieprocedure...8 1.2.1. Introductie... 8 1.2.2. Evaluatielicenties... 8 1.2.3. Het bestellen van een

Nadere informatie

CycloAgent v2 Handleiding

CycloAgent v2 Handleiding CycloAgent v2 Handleiding Inhoudsopgave Inleiding...2 De huidige MioShare-desktoptool verwijderen...2 CycloAgent installeren...4 Aanmelden...8 Uw apparaat registreren...8 De registratie van uw apparaat

Nadere informatie

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista BEKNOPTE HANDLEIDING voor Windows Vista INHOUD Hoofdstuk 1: SYSTEEMVEREISTEN...1 Hoofdstuk 2: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS...2 Software installeren om af te drukken op een lokale printer...

Nadere informatie

Handleiding Migratie. Bronboek Professional

Handleiding Migratie. Bronboek Professional Handleiding Migratie Bronboek Professional Laatste wijziging: 25/02/2015 Inhoudsopgave Controles en acties vooraf pag. 1 Installatie en configuratie Microsoft SQL met de Bronboek Helpdesk Tool pag. 3 Migratie

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken beheren op de Fiery server en de printer vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Fiery Extended Applications Package (FEA) v4.2 bevat Fiery-toepassingen voor het uitvoeren van taken die zijn toegewezen aan

Nadere informatie

De ontwikkelaar heeft het recht om af te zien van verdere ontwikkeling en/of ondersteuning van dit pakket.

De ontwikkelaar heeft het recht om af te zien van verdere ontwikkeling en/of ondersteuning van dit pakket. 1. Licentieovereenkomst BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN! Het aanvaarden van deze overeenkomst geeft u het recht tot gebruik van deze software, de software blijft

Nadere informatie

Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2

Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2 Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2 Versie 2.0.2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. AccowinUpgrade uitvoeren... 2 2.1 Taalkeuze... 2 2.2 Belangrijke opmerking... 2 2.3 Selecteren map waarin de huidige

Nadere informatie

Schakel in Windows 10 automatische driver update uit : Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 10 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Schakel in Windows 10 automatische driver update uit : Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 10 automatisch de driver heeft geüpdatet. Bij voorkeur de Sweex CD005 gebruiken bij de communicatie tussen Autokon voor Windows en Uw elektronische systeem. Hier komen bijna geen problemen mee voor als U de handleiding goed opvolgt. Schakel in

Nadere informatie

Aanmelden op het Office 365 portaal

Aanmelden op het Office 365 portaal Aanmelden op het Office 365 portaal Met bovenstaande accountgegevens kan je je aanmelden op het Office 365 portaal op http://portal.office.com In het bovenste tekstveld vul je jouw gebruikersnaam in. Vergeet

Nadere informatie

SnelStart. Stappenplan. SBR btw-aangifte met SnelStart 12. Datum: 18-4-2014 Versie: 0.5 Status: Definitief Auteur: Selfservice

SnelStart. Stappenplan. SBR btw-aangifte met SnelStart 12. Datum: 18-4-2014 Versie: 0.5 Status: Definitief Auteur: Selfservice SnelStart Stappenplan SBR btw-aangifte met SnelStart 12 Datum: 18-4-2014 Versie: 0.5 Inleiding Vanaf 1 januari 2014 is het verplicht om de btw-aangifte te versturen volgens de Standard Business Reporting

Nadere informatie

Handleiding Opslag Online Client voor Windows. Versie maart 2015

Handleiding Opslag Online Client voor Windows. Versie maart 2015 Handleiding Opslag Online Client voor Windows Versie maart 2015 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Systeemeisen 4 2.2 Downloaden van de software 4 2.3 Installeren van

Nadere informatie

Fiery Driver Configurator

Fiery Driver Configurator 2015 Electronics For Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. 16 november 2015 Inhoud 3 Inhoud Fiery Driver Configurator...5 Systeemvereisten...5

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. NOKIA TME-3 http://nl.yourpdfguides.com/dref/828540

Uw gebruiksaanwijzing. NOKIA TME-3 http://nl.yourpdfguides.com/dref/828540 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor NOKIA TME-3. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de NOKIA TME-3 in de gebruikershandleiding (informatie,

Nadere informatie

BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN!

BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN! 1. Licentieovereenkomst BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN! Het aanvaarden van deze overeenkomst geeft U het recht tot gebruik van deze software, de software blijft

Nadere informatie

Installatie. NB: de software wordt in principe altijd lokaal geïnstalleerd.

Installatie. NB: de software wordt in principe altijd lokaal geïnstalleerd. Installatie VR-plus bestaat eigenlijk uit twee gedeelten: 1. de database: deze bevat de vestigingsgegevens. 2. de software: dit programma is de schil om de database heen en stelt de gebruiker in staat

Nadere informatie

Spirometry PC Software. Gebruikshandleiding

Spirometry PC Software. Gebruikshandleiding Spirometry PC Software Gebruikshandleiding Inhoud Welkom... 5 Systeemvereisten... 5 1. PC vereisten... 5 2. Vereisten besturingssysteem... 6 Installatie Spirometry PC Software... 6 Instellingen Spirometry

Nadere informatie

Op het bureaublad staan pictogrammen. Via de pictogrammen kunnen programma s worden gestart en mappen en bestanden worden geopend.

Op het bureaublad staan pictogrammen. Via de pictogrammen kunnen programma s worden gestart en mappen en bestanden worden geopend. SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Aanmelden Als je de computer aanzet, wordt Windows opgestart. Windows is een besturingssysteem. Tijdens het opstarten kun je zien met welke versie van Windows 7 je werkt. Voordat

Nadere informatie

Een upgrade uitvoeren van Windows Vista naar Windows 7 (aangepaste installatie)

Een upgrade uitvoeren van Windows Vista naar Windows 7 (aangepaste installatie) Een upgrade uitvoeren van Windows Vista naar Windows 7 (aangepaste installatie) Als u geen upgrade kunt uitvoeren voor uw computer met Windows Vista naar Windows 7 voert u een aangepaste installatie uit.

Nadere informatie

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding Laserprinter Serie Windows Vista / 7- installatiehandleiding U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de printer gebruiken. Lees de Installatiehandleiding en

Nadere informatie

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING LCD MONITOR TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING Versie 1.0 Modellen waarop dit van toepassing is (sinds januari 2016) PN-60TW3/PN-70TW3/PN-80TC3/PN-L603W/PN-L703W/PN-L803C (De verkrijgbaarheid

Nadere informatie

Nieuw toegevoegd: Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 8 en Windows 8.1 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Nieuw toegevoegd: Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 8 en Windows 8.1 automatisch de driver heeft geüpdatet. Bij voorkeur de Sweex CD005 gebruiken bij de communicatie tussen Autokon voor Windows en Uw elektronische systeem. Hier komen bijna geen problemen mee voor als U de handleiding goed opvolgt. Nieuw toegevoegd:

Nadere informatie

Sartorius ProControl MobileMonitor 62 8991M

Sartorius ProControl MobileMonitor 62 8991M Installatiehandleiding Sartorius ProControl MobileMonitor 62 8991M Softwareprogramma 98646-003-14 Inhoud Gebruiksdoel................. 3 Systeemvereisten.............. 3 Kenmerken................... 3

Nadere informatie

Sharpdesk V3.3. Installatiehandleiding Versie 3.3.07

Sharpdesk V3.3. Installatiehandleiding Versie 3.3.07 Sharpdesk V3.3 Installatiehandleiding Versie 3.3.07 Copyright 2000-2009 SHARP CORPORATION. Alle rechten voorbehouden. Het reproduceren, aanpassen of vertalen van deze publicatie zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY DOWNLOADER Versie 1.1 GEBRUIKSAANWIJZING Inleiding Deze software Kan controleren of er nieuwe versies zijn van de gebruikte software. Indien er een nieuwe versie is,

Nadere informatie

HANDLEIDING VIEW DESKTOP. Handleiding VIEW Desktop. P. de Gooijer. Datum: 09-01-2013 Versie: 1.3

HANDLEIDING VIEW DESKTOP. Handleiding VIEW Desktop. P. de Gooijer. Datum: 09-01-2013 Versie: 1.3 HANDLEIDING VIEW DESKTOP Document: Auteur: Datum: 09-01-2013 Versie: 1.3 Handleiding VIEW Desktop M. Huibers P. de Gooijer Inleiding Het Hoornbeeck College en Van Lodenstein maakt gebruik van VMware View.

Nadere informatie

Acer edatasecurity Management

Acer edatasecurity Management 1 Acer edatasecurity Management Acer edatasecurity Management maakt gebruik van de meest geavanceerde cryptografische technologieën en biedt gebruikers van Acer-pc s hierdoor een hogere gegevensbeveiliging

Nadere informatie

Norman Ad-Aware SE Plus versie 1.06 Snelle gebruikersgids

Norman Ad-Aware SE Plus versie 1.06 Snelle gebruikersgids Norman Ad-Aware SE Plus versie 1.06 Snelle gebruikersgids Snelle gebruikersgids Norman Ad-Aware 1 2 augustus 2005 Inhoudsopgave: Gebruikersgids Norman Ad-Aware SE Plus... 3 Introductie... 3 Installeren

Nadere informatie

Memeo Instant Backup Introductiehandleiding. Stap 1: Maak uw gratis Memeo-account. Stap 2: Sluit een opslagapparaat aan op de pc

Memeo Instant Backup Introductiehandleiding. Stap 1: Maak uw gratis Memeo-account. Stap 2: Sluit een opslagapparaat aan op de pc Inleiding Memeo Instant Backup is een eenvoudige oplossing voor een complexe digitale wereld. De Memeo Instant Backup maakt automatisch en continu back-ups van uw waardevolle bestanden op de vaste schijf

Nadere informatie

Nero AG Nero DiscCopy

Nero AG Nero DiscCopy Handleiding Nero DiscCopy Nero AG Nero DiscCopy Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding van Nero DiscCopy en de volledige inhoud van de handleiding zijn auteursrechtelijk beschermd

Nadere informatie

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen Google Drive: uw bestanden openen en ordenen Gebruik Google Drive om vanaf elke gewenste locatie uw bestanden, mappen, Google-documenten, Google-spreadsheets en Google-presentaties op te slaan en te openen.

Nadere informatie

Hoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af.

Hoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af. Hoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af. Let op! Als u nog offertes hebt opgeslagen in CBS 14.2, kunt u deze alleen

Nadere informatie

SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3

SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3 SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING Versie 1.3 1 Handleiding Installatie Scenario Advies... 1 2 Voorbereiding installatie Scenario Advies... 1 2.1 Downloaden programmatuur... 2 3 Serverinstallatie Scenario

Nadere informatie

Updateprocedure in vogelvlucht... 2. Stap 1: Updatebestanden downloaden... 3. Stap 2: Controle vooraf... 4

Updateprocedure in vogelvlucht... 2. Stap 1: Updatebestanden downloaden... 3. Stap 2: Controle vooraf... 4 Updatehandleiding versie 2.14 Administratie- en leerlingvolgsysteem LVS2000 Inhoud van dit document: Updateprocedure in vogelvlucht... 2 Stap 1: Updatebestanden downloaden... 3 Stap 2: Controle vooraf...

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave. Legal Insolve Update handleiding 1. Licentiebestand... vernieuwen 2008 KSU

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave. Legal Insolve Update handleiding 1. Licentiebestand... vernieuwen 2008 KSU Inhoudsopgave I Inhoudsopgave Legal Insolve Update handleiding 1 Voordat u begint... 1 Update downloaden... 1 Update installeren... 3 Update herstellen... 5 Licentiebestand... vernieuwen 7 Licentie activeren...

Nadere informatie

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Mobiel Internet Veiligheidspakket Mobiel Internet Veiligheidspakket Gebruikershandleiding Mobiel Internet Veiligheidspakket voor Windows Mobile smartphones Mobiel IVP Windows Mobile Versie 1.0, d.d. 20-07-2011 Inleiding... 3 1 Installatie...

Nadere informatie

Crystal Reports Gebruikershandleiding. Crystal Reports XI R2 installeren

Crystal Reports Gebruikershandleiding. Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports Gebruikershandleiding Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports XI R2 installeren U wordt bij het installatieproces begeleid door de Crystal Reports-wizard

Nadere informatie

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1 Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1 Fiery Extended Applications Fiery Extended Applications (FEA) 4.1 is een pakket met de volgende toepassingen voor gebruik met

Nadere informatie

Inhoud Installatie en Setup... 5 IRISCompressor gebruiken... 13

Inhoud Installatie en Setup... 5 IRISCompressor gebruiken... 13 Gebruikshandleiding Inhoud Introductie... 1 BELANGRIJKE OPMERKINGEN... 1 Juridische informatie... 3 Installatie en Setup... 5 Systeemvereisten... 5 Installatie... 5 Activering... 7 Automatische update...

Nadere informatie

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening 11 april 2007 ZorgTTP Inleiding In het kader van Risicoverevening wordt gepseudonimiseerd informatie aangeleverd aan het College voor Zorgverzekeringen

Nadere informatie

ASI. BeAnywhere. Remote Access. Quick Start

ASI. BeAnywhere. Remote Access. Quick Start ASI BeAnywhere Remote Access Quick Start Inhoud Registratie van BeAnywhere 3 Installatie van BeAnywhere-server 6 Aanmelden bij BeAnywhere & remote toegang 10 Opmerking: BeAnywhere Drive controleert automatisch

Nadere informatie

BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN!

BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN! 1. Licentieovereenkomst BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN! Het aanvaarden van deze overeenkomst geeft U het recht tot gebruik van deze software, de software blijft

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBGuidance Simulator NL Rev. A

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBGuidance Simulator NL Rev. A INSTALLATIEHANDLEIDING SBGuidance Simulator 016-8000-043NL Rev. A Pag 2/16 I Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Woord vooraf... 4 1. Virtuele COM-poorten installeren... 5 2. NMEA Simulator installeren...

Nadere informatie

Installatie King Task Centre

Installatie King Task Centre Installatie King Task Centre In deze handleiding wordt beschreven hoe u het King Task Centre moet installeren. Deze handleiding geldt voor zowel een nieuwe installatie, als voor een upgrade van een bestaande

Nadere informatie

Handleiding Nero ImageDrive

Handleiding Nero ImageDrive Handleiding Nero ImageDrive Nero AG Informatie over copyright en handelsmerken De handleiding van Nero ImageDrive en de volledige inhoud van de handleiding zijn auteursrechtelijk beschermd en zijn eigendom

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken U vindt de recentste technische documentatie op de website

Nadere informatie

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Extended Applications (FEA) v4.4 bevat Fiery software voor het uitvoeren van taken met een Fiery Server. In dit document wordt beschreven

Nadere informatie

Backup maken. Backup terugzetten. H O O F D S T U K 4 Backup

Backup maken. Backup terugzetten. H O O F D S T U K 4 Backup H O O F D S T U K 4 Backup Om een goede ondersteuning te leveren is het van cruciaal belang dat de gebruiker regelmatig een backup maakt. Volgens de gebruikersvoorwaarden van de software moet de gebruiker

Nadere informatie

bla bla Guard Gebruikershandleiding

bla bla Guard Gebruikershandleiding bla bla Guard Gebruikershandleiding Guard Guard: Gebruikershandleiding publicatie datum woensdag, 03. september 2014 Version 1.0 Copyright 2006-2013 OPEN-XCHANGE Inc., Dit document is intellectueel eigendom

Nadere informatie

De ontwikkelaar heeft het recht om af te zien van verdere ontwikkeling en/of ondersteuning van dit pakket.

De ontwikkelaar heeft het recht om af te zien van verdere ontwikkeling en/of ondersteuning van dit pakket. 1. Licentieovereenkomst BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN! Het aanvaarden van deze overeenkomst geeft u het recht tot gebruik van deze software, de software blijft

Nadere informatie

Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7

Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7 Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7 Versie 1.4 Datum 11 januari 2011 Status definitief Inhoud 1 Downloaden installatiebestand 3 2 SafeSign installeren 4 3 Certificaten toevoegen aan de

Nadere informatie

P-touch Transfer Manager gebruiken

P-touch Transfer Manager gebruiken P-touch Transfer Manager gebruiken Versie 0 DUT Inleiding Belangrijke mededeling De inhoud van dit document en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Nadere informatie

Downloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista

Downloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista DUO 137a/Versie 0.6 26 juni 2014 Inhoud 1. INLEIDING 3 2. VOORBEREIDING 4 3. DOWNLOADEN VAN HET BEVEILIGINGSCERTIFICAAT 5 3.1 TOEVOEGEN WEBSITE IB-GROEP.NL

Nadere informatie

INSTALLATIE VAN KING 5.45 STAND ALONE

INSTALLATIE VAN KING 5.45 STAND ALONE INSTALLATIE VAN KING 5.45 STAND ALONE Dit document beschrijft de installatie van King stand alone. Dat wil zeggen: u werkt single user en zowel programmatuur als administraties staan op dezelfde computer.

Nadere informatie

INSTALLATIE HANDLEIDING

INSTALLATIE HANDLEIDING INSTALLATIE HANDLEIDING REKENSOFTWARE MatrixFrame MatrixFrame Toolbox MatrixGeo 1 / 9 SYSTEEMEISEN Werkstation met minimaal Pentium 4 processor of gelijkwaardig Beeldschermresolutie 1024x768 (XGA) Windows

Nadere informatie

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1 Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1 22 oktober 2015 Voor vragen of problemen kunt u contact opnemen via: telefoonnummer 030-2729976. Of e-mail naar support@powerproject.nl.

Nadere informatie

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem (2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem Raadpleeg eerst de Quick-Start Guide voor het installeren van uw DSL-aansluiting voordat u deze handleiding leest. Versie 30-08-02 Handleiding

Nadere informatie

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP Inhoudsopgave Fase 1: maak een backup... 3 Fase 2: Installatie TouchSpeak 10 op PC... 5 Fase 3: Updaten TouchSpeak 10 op PC... 6 Fase 4: TouchSpeak

Nadere informatie

Handleiding Telewerken met Windows. Inleiding. Systeemvereisten. Inhoudsopgave

Handleiding Telewerken met Windows. Inleiding. Systeemvereisten. Inhoudsopgave Handleiding Telewerken met Windows Inhoudsopgave Inleiding Systeemvereisten Software installatie Inloggen op de portal Problemen voorkomen Probleemoplossingen Inleiding Voor medewerkers van de GGD is het

Nadere informatie

Handleiding Internet Veiligheidspakket Windows & Mac Versie april 2014

Handleiding Internet Veiligheidspakket Windows & Mac Versie april 2014 Handleiding Internet Veiligheidspakket Windows & Mac Versie april 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Bestellen van het Internet Veiligheidspakket 4 Hoofdstuk 3. Installatie 9 3.1

Nadere informatie

Live Mail Windows. Deel 1 Downloaden en installeren van Windows Live Mail

Live Mail Windows. Deel 1 Downloaden en installeren van Windows Live Mail Live Mail Windows Dit programma kan alleen onder MS Windows worden geïnstalleerd en is één van de betere programma's om mee te E-mailen op een Windows computer Windows Live Mail is een prima programma

Nadere informatie

Summa Cutter Tools. 1 Cutter tools. Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden:

Summa Cutter Tools. 1 Cutter tools. Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden: Summa Cutter Tools 1 Cutter tools Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden: 1. Plug-in voor Corel (vanaf versie 11) en Adobe Illustrator (vanaf versie CS). De plug-in voor Corel installeert

Nadere informatie

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Mobiel Internet Veiligheidspakket Mobiel Internet Veiligheidspakket Gebruikershandleiding Mobiel Internet Veiligheidspakket voor Android smartphones en tablets Mobiel IVP Android Versie 1.0, d.d. 20-07-2011 1 Inleiding... 3 2 Installatie...

Nadere informatie

Handleiding ConTest. Gebruikershandleiding voor ConTest, toetsprogramma voor connect motormanagement. Versie 1.0. Eindhoven, februari 2000 Electude

Handleiding ConTest. Gebruikershandleiding voor ConTest, toetsprogramma voor connect motormanagement. Versie 1.0. Eindhoven, februari 2000 Electude Handleiding ConTest Versie 1.0 Gebruikershandleiding voor ConTest, toetsprogramma voor connect motormanagement. Eindhoven, februari 2000 Electude Zowel de programmatuur als de handleiding kan door Electude

Nadere informatie

Overzicht van opties voor service en ondersteuning

Overzicht van opties voor service en ondersteuning Overzicht van opties voor service en ondersteuning QuickRestore Met Compaq QuickRestore kunt u uw systeem op elk gewenst moment terugzetten. QuickRestore biedt vijf typen opties voor terugzetten, die in

Nadere informatie

Handleiding Back-up Online

Handleiding Back-up Online Handleiding Back-up Online April 2015 2015 Copyright KPN Zakelijke Markt Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van KPN Zakelijke Markt mag niets uit dit document worden

Nadere informatie

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050 QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050 Handleiding voor de installatie van de software Nederlands LB9153001A Inleiding Opties P-touch Editor Printerstuurprogramma P-touch Address Book (uitsluitend Windows

Nadere informatie

Installatiehandleiding. Facto minifmis

Installatiehandleiding. Facto minifmis Installatiehandleiding Facto minifmis 1. Installatie Facto MiniFMIS 1.1 Achtergrond Facto MiniFMIS biedt facilitaire organisaties een eenvoudige en gebruikersvriendelijke hulpmiddel bij het uitvoeren van

Nadere informatie

Pictogrammenuitleg. Aliro IP-toegangscontrole zonder complicaties. www.aliro-opens-doors.com

Pictogrammenuitleg. Aliro IP-toegangscontrole zonder complicaties. www.aliro-opens-doors.com Pictogrammenuitleg Aliro IP-toegangscontrole zonder complicaties De pictogrammenuitleg voor de Aliro-software is een uitgebreid overzicht van alle pictogrammen die in de software worden gebruikt. Deze

Nadere informatie

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren De nieuwste editie van dit document is altijd online beschikbaar: Activeren en beheren licenties Inhoudsopgave Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren Automatisch activeren via internet

Nadere informatie

Handleiding Back-up Online Windows Versie april 2014

Handleiding Back-up Online Windows Versie april 2014 Handleiding Back-up Online Windows Versie april 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Installatie procedure vanuit de installatie-email 4 2.2 Installatie procedure

Nadere informatie