Handboek Vaarwegkenmerken

Transcriptie

1 Handboek Vaarwegkenmerken Begrippen en definities Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland Bibliotheek Nr. WB ON

2 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland Postbus ED Arnhem Tel Bibliotheek naam. afd. retour paraaf \ S.V.P. TIJDIG VERLENGEN

3 Wij zijn veel dank verschuldigd aan Piet Deurloo, wiens kennis over de vaarwegkenmerken onontbeerlijk was.

4 Handboek Vaarwegkenmerken RWS Dir. Oost-Nederland Bibliotheeknr.Via o OH Begrippen en definities

5 Inhoudsopgave Voorwoord 5 1 Wegwijzer-vaarweg 7 2 Algemene Gegevens Wegwijzer-vaarweg 70 3 Trajectgegevens Beheerder vaarweg Bevaarbaarheid Bevaarbare breedte Bodembreedte Breedte op KP Diepte vaarweg Geografische vaarwegnaam Karakter vaarweg Maximaal toegestane afmetingen Recreatievaart Streefpeil Type vaarweg Waterstand (streefpeil) 46 4 Puntgegevens Ankerplaats Baken Beweegbare brug Bunkerstation Connectie Haven Hoogspanningslijn Kade/laad-loswal Licht Overig kunstwerk 85 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 3

6 Inhoudsopgave 4.11 Provinciegrens Radarpost Schaal Sein Sluis(complex) Vaste brug 70S 4.17 Veer Verkeerspost VKM-knooppunt Wacht-/ligplaats Waterstand (NAP) Zwaaiplaats 722 Trefwoordenregister Handboek Vaarwegkenmerken

7 Voorwoord Het handboek Vaarwegkenmerken is een leidraad voor het invoeren van de gegevens in WEGBINCWEGwijzer voor de BINnenscheepvaart'). WEGBIN is het systeem waarmee een gebruiker informatie met betrekking tot vaarwegkenmerken kan opvragen. Het handboek kan ook dienen als leidraad voor het leggerstel van vaarwegbeschrijvingen bij provincies, waterschappen, gemeenten. Dit handboek geeft van alle entiteiten en bijbehorende attributen, opgenomen in de vaarwegkenmerken database, de definitie, de bron, de wijze van notatie, het formaat en de inhoud. Het handboek Vaarwegkenmerken is ontstaan bij de ontwikkeling van de database Vaarwegkenmerken. Deze database bevat informatie die betrekking heeft op vaarwegen in Nederland. Deze informatie wordt sinds 1922 beschreven in de 'Wegwijzer voor de Binnenscheepvaart'. Het doel van de 'Wegwijzer' werd toen als volgt geschreven: Doel van dezen 'Wegwijzer voor de Binnenscheepvaart' is, hoofdzakelijk voor practisch gebruik, eene beknopte beschrijving te geven der binnenvaarwegen en der verbindingen te water in Nederland, met vermelding van't voornaamste, dat bij't bevaren van belang is te weten. Het doel is niet veel veranderd, maar leent zich niet alleen meer voor 'practisch gebruik', maar is ook van belang voor beheer en beleid van vaarwegen. De laatste jaren ontstond de behoefte om deze informatie niet alleen in boekvorm te kunnen raadplegen, maar ook op een PC. De eerste vorm van automatisering van de Weg- Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 5

8 Voorwoord wijzer was het opnemen van de teksten in Wordperfect. In 1992 werd bij RWS/AVV gestart met de realisatie van het Informatiesysteem Natte Infrastructuur (INIS), waarbij de gegevens uit de Wegwijzer niet mochten ontbreken. De gegevens moesten daarvoor in een databaseformaat gebracht worden. De vele begrippen die voorkomen in de Wegwijzer moesten eenduidig vastgelegd worden t.b.v. het vervaardigen van een gegevensmodel. Bij het vastleggen van de definities werd geconstateerd, dat weinig begrippen eenduidige beschreven zijn, hoewel de behoefte aan goede beschrijvingen aanwezig is. Zodoende is besloten de definities in een handboek vast te leggen. Handboek Vaarwegkenmerken

9 1 Wegwijzer-vaarweg Een aaneengesloten stuk oppervlaktewater, dat als vaarweg in de Wegwijzer voor de Binnenscheepvaart is gedefinieerd. Tussen hoofd- en zijvaarwegen wordt geen onderscheid gemaakt. Beheer Het toevoegen/verwijderen van een wegwijzer-vaarweg in de database Vaarwegkenmerken is een taak voor de systeembeheerder van Rijkswaterstaat/AW. AW definieert en onderhoud het vaarwegennetwerk en bepaalt de route van een wegwijzer-vaarweg alsmede de vaarwegnaam en vaarwegnummer, dit in samenspraak met de gegevensinwinners en andere beheerders van bestanden die het locatie-systeem (BPS= Beschrijvende Plaatsbepaling Systeem) gebruiken van de Wegwijzer voor de Binnenscheepvaart. Routes Een wegwijzer-vaarweg moet gezien worden als een route van A naar B met een kilometrering over de afstand van A naar B en kan gezien worden als een lijn. Er zijn gegevens die slaan op zo'n lijn in zijn geheel en worden beschreven in het hoofdstuk Algemene Gegevens. Ook zijn er gegevens die slaan op een deel of meerdere delen van zo'n lijn en worden beschreven in het hoofdstuk Trajectgegevens. Verder kunnen er nog gegevens zijn die op een punt ergens op zo'n lijn slaan en worden beschreven in het hoofdstuk Puntgegevens. ledere beschrijving van een route vangt aan en eindigt met een connectie (verbinding). Nummering De vaarwegnummers die in november 1992 zijn toegekend, zijn gebaseerd op de wegwijzer van juli Toegevoegde vaarwegen hebben in de meeste gevallen een subnummer gekregen van een al bestaand nummer. De reden om vaarwegroutes toe te voegen of te veranderen zit in het feit dat Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 7

10 1 Wegwijzer-vaarweg een vaarwegbeschrijving nu beschreven wordt met behulp van een afstandstabel. In veel gevallen was dit al zo, maar bijvoorbeeld bij een stuw werd een vaarweg naar een bijbehorende sluis verhalend beschreven. Nu heeft zo'n vaarweg een eigen nummer, naam en afstandstabel. Afgesproken is datde meest gebruikte route de 'hoofdroute' is en dat de minst gebruikte route een 'a-nummer' krijgt. Havens, die als 'a-nummers' verhalend beschreven werden, hebben nu ook een afstandstabel nodig en worden zodoende een route. Wijze van nummering: Vaarweg Omschrijving 100 Hoofdroute 100a 1 e zijtak van 100 (Haven, Toeleidingskanaal kunstwerk) 100b 2e zijtak van a1 1 e zijtak van 100a 100a2 2e zijtak van 100a 100a1 a 1 e zijtak van 100a1 100a1 b 2e zijtak van 100a1 Een route moet een eigen unieke kilometrering hebben om plaatsbepaling te verkrijgen t.b.v. positionering van allerlei soorten data. Dit zal tot gevolg hebben dat nu bestaande wegwijzer-vaarwegen gesplitst moeten worden. Een goed voorbeeld is wegwijzer-vaarweg 118 'de Maas'. Deze vaarweg heeft meerdere nulpunten in zijn kilometrering. Om een unieke positionering van data te verkrijgen moet ook het overlappen van verscheidene wegwijzerroutes voorkomen worden. In het kader van een project t.b.v. DGSM zijn vaarwegnummers toegekend aan routes op de Waddenzee (400-serie). Ook op het Usselmeer en de Zeeuwse Wateren zuilen routes gemaakt worden. Handboek Vaarwegkenmerken

11 1 Wegwijzer-vaarweg Kilometrering Rivieren: In de regel van boven naar beneden (stroomafwaarts) of van binnen naar buiten (richting zee). Kanalen: Wat het meest logisch is (bijv.: Julianakanaal van boven naar beneden; Eemskanaal van Groningen naar Delfzijl. Haven: Het nulpunt ligt bij de vaarwegconnectie met hoger vaarwegnummer. Indien er geen kilometrering bekend is, dan wordt in overleg met RWS/AVV de kilometrering vastgesteld. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 9

12 2 Algemene gegevens Een wegwijzer-vaarweg moet gezien worden als een route van A naar B met een kilometrering over de afstand van A naar B en kan gezien worden als een lijn. Er zijn gegevens die betrekking hebben op zo'n lijn in zijn geheel en worden beschreven in dit hoofdstuk. 2.1 Wegwijzer-vaarweg Een aaneengesloten stuk oppervlaktewater, dat als vaarweg in de Wegwijzer voor de Binnenscheepvaart is gedefinieerd. Tussen hoofd- en zijvaarwegen wordt geen onderscheid gemaakt. Attributen vaarwegnummer vaarwegligging 1 vaarwegligging 2 vaarwegligging 3 vaarwegligging 4 reglementen (= memoveld) bijzondere bepalingen (= memoveld) bijzonderheden (= memoveld) Vaarwegnummer Het nummer van een vaarweg of haven volgens de Wegwijzer voor de Binnenscheepvaart. Het nummer voor vaarwegen bestaat uit drie cijfers of als 'a-nummers' bestaande uit drie cijfers, eventueel gevolgd door 'een letter' of 'een letter + een cijfer' of 'een letter + een cijfer + een letter'. Vaarweg Omschrijving 100 Hoofdroute 100a 1e zijtak van 100 (Haven, Toeleidingskanaal kunstwerk) 100b 2e zijtak van a1 1e zijtak van 100a 100a2 2e zijtak van 100a 100a1 a 1 e zijtak van 100a1 100a1 b 2e zijtak van 100a1 10 Handboek Vaarwegkenmerken

13 2 Algemene gegevens Systeembeheerder Rijkswaterstaat/AW Alleen de Rijkswaterstaat-AW (tevens de beheerder van het vaarwegennetwerk) kent een nummer toe aan een wegwijzer-vaarweg. De vaarwegnummers die zijn toegekend, zijn gebaseerd op de wegwijzer van juli Toegevoegde vaarwegen hebben in de meeste gevallen een subnummer gekregen van een al bestaand nummer. Karakter, lengte 6 Inhoud 3 cijfers, 0-1 letters, 0-2 letters of cijfers Vaarwegnaam De naam van de Wegwijzer-vaarwegroute. Vaarwegbeheerder, reglementen en aardrijkskundig genootschap Alleen de systeembeheerder (tevens de beheerder van het vaarwegennetwerk) kent een naam toe aan een wegwijzervaarweg. karakter, lengte 100 Vaarwegligging 1 (2,3,4) Beschrijving van de geografische ligging van de Wegwijzerroute of haven. Topografische kaart en hydrografische kaart. De notatie van vaarwegligging is als volgt: Van 'naam vaarweg' (vwnr) km... via 'naam vaarweg' naar 'naam vaarweg' (vwnr) km... Voorbeeld: Van het Eemskanaal (001) km... via de Oosterhaven, het Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 11

14 2 Algemene gegevens Verbindingskanaal, de Zuiderhaven, de A, de Noorderhaven en het Reitdiep naar het Lauwersmeer (074) km... Karakter, lengte 80 (4 tekstvelden) Reglementen Verwijzing naar algemene of bijzondere reglementen of keuren van waterschappen. B r o n Vaarwegbeheerder, staatsblad, provinciaal blad en gemeente bladen. N tatie Titels of officiele naam van een reglement, bijzonder reglement, havenreglement, keur (verordening). Voorbeeld: Binnenvaart Politie Reglement Rijnvaart Politie Reglement Tekst (memoveld) Bijzondere bepalingen Beperkingen m.b.t. de scheepvaart, voortkomend uit reglementen. Vaarwegbeheerder Alleen de voornaamste bepalingen opnemen, zoals: max. toegestane afmetingen (worden automatisch onder bijz. bepalingen geplaatst), max. snelheid en beperkingen welke niet algemeen bekend worden geacht. In het geval dat de bijz.bepalingen van de 'a-nummers' overeenkomen met de bijz. bepalingen van het bijbehorende hoofdnummer, worden de teksten behorende bij de bijz. bepalingen niet herhaald, maar komt onder bijz. bepalingen te staan: Zie: bijz. bepalingen bij 'vwnr'. Als het overgrote deel van de bijz. bepalingen bij het subnummer overeenkomt met de bijz. bepalingen van het 12 Handboek Vaarwegkenmerken

15 2 Algemene gegevens hoofdnummer, dan wordt evenzo verwezen naar de bijz. bepalingen bij het hoofdnummer, aangevuld met de extra gegevens of de uitzondering. (Vb. Zie: bijz. bepalingen bij 'vwnr', uitgezonderd of Zie: bijz. bepalingen bij 'vwnr', aangevuld met de overige bijz. bepalingen.) Voorgeschreven volgorde koppen: ALGEMEEN: VERGUNNINGEN/ONTHEFFINGEN: MAX. SNELHEID: Beroepsvaart:... km/u Recreatievaart:... km/u Binnenvaart:... km/u Binnenvaart leeg:... km/u Binnenvaart geladen:... km/u Zeevaart:... km/u Zeevaart leeg:... km/u Zeevaart geladen:... km/u Zeevaart (bij diepgang... m):... km/u (Opmerking: Indien de gegevens niet bekend zijn, de desbetreffende regel weg laten. Tevens moet er naar gestreefd worden de snelheid alleen op de hierboven beschreven manier weer te geven.) Max. toegestane afmetingen (worden automatisch gegenereerd) Tekst (memoveld) Bijzonderheden Algemene gegevens mbt de wegwijzer-vaarweg, welke niet in andere entiteiten (rubrieken) zijn onder te brengen. Rijkswaterstaat-AW In het geval dat de bijzonderheden van de 'a-nummers' overeenkomen metde bijzonderheden van het bijbehorende hoofdnummer, worden de teksten behorende bij Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 13

16 2 Algemene gegevens de bijzonderheden niet herhaald, maar komt onder bijzonderheden te staan: Zie: bijzonderheden bij 'vwnr'. Als het overgrote deel van de bijzonderheden bij het subnummer overeenkomt met de bijzonderheden van het hoofdnummer, dan wordt evenzo verwezen naar de bijzonderheden bij het hoofdnummer, aangevuld met de extra gegevens of de uitzondering. (Vb. Zie: bijzonderheden bij 'vwnr', uitgezonderd of Zie: bijzonderheden bij 'vwnr', aangevuld met de overige bijzonderheden. Toelichting in een voorgeschreven volgorde, namelijk: ALGEMEEN: KILOMETRERING: BEVAARBAARHEID: STREEFPEIL: (Hieronder de perioden van het winter- en zomerpeil vermelden Naam peil, periode winterpeil: ddmm t/m ddmm periode zomerpeil: ddmm t/m ddmm) WATERSTANDEN: (Hieronder afwijkingen bij bijzondere omstandigheden vermelden) DIEPTE: Diepte gegeven t.o.v. het winterpeil KUNSTWERKEN: De afmetingen van de kunstwerken zijn vermeld t.o.v. het winterpeil HOOGSPANNINGSLIJNEN: (In het geval de doorvaarthoogte van hoogspanningslijnen t.o.v. een stuwpeil gegeven zijn dan de hoogspanningslijn met zowel de doorvaarthoogte t.o.v. het stuwpeil als de NAP-waarde vermelden.) Doorvaarthoogte: Km Kmr SP+ m = NAP+...,..m COMMUNICATIE/VERKEERS- EN RADARPOSTEN: KUSTWACHT: REDDINGSBOOT: Handboek Vaarwegkenmerken

17 2 Algemene gegevens SEINEN: (Storm-, mist-, havenin- en/of uitvaarattentielicht/- sein, semafoor. Waar mogelijk deze seinen in de afstandstabel opnemen) LICHTEN: (Haven- en geleidelichten) BEBAKENING: (Betonning, ook radarreflectoren) Tekst (memoveld) Augustus 1995 Vaarwegkenmerken

18 3 Trajectgegevens Een wegwijzer-vaarweg moet gezien worden als een route van A naar B met een kilometrering over de afstand van A naar B en kan gezien worden als een lijn. Er zijn gegevens die slaan op een deel of meerdere delen van zo'n lijn en worden beschreven in dit hoofdstuk. Positie Om de plaats aan te geven waar een trajectgegeven op slaat is het noodzakelijk om bij elk trajectgegeven aan te geven welk vaarwegnummer het betreft. Tevens dienen ook de begin- en eindkilometreringen vermeld te worden. Er zijn wegwijzer-vaarwegen die een eigen kilometrering hebben. Deze kilometrering wordt in de wegwijzer algemeen aangeduid met kilometerraai (KMR). Bovenstaande attributen bij een trajectgegeven worden hieronder beschreven en niet afzonderlijk bij elke beschrijving van het trajectgegeven. Nieuw traject Aanvang nieuw traject indien voor de desbetreffende entiteit geldt: - dat de entiteitswaarde verandert. - dat een traject met een constante entiteitswaarde overgaat in een traject met (geleidelijk) toenemende/ afnemende entiteitswaarde of andersom. - dat bij een splitsing de entiteitswaarde zodanig verandert, waardoor er een andere klasse schepen wordt toegestaan. Vaarwegnummer Het nummer van een vaarweg of haven volgens de Wegwijzer voor de Binnenscheepvaart. Het nummer voor vaarwegen bestaat uit drie cijfers of als 'a-nummers' bestaande uit drie cijfers, eventueel gevolgd door 'een letter' of 'een letter + een cijfer' of 'een letter + een cijfer + een letter'. 16 Handboek Vaarwegkenmerken

19 3 Trajectgegevens Vaarweg Omschrijving a 100b 100a1 100a2 100a1 a 100a1 b Hoofdroute 1 e zijtak van 100 (Haven, Toeleidingskanaal kunstwerk) 2e zijtak van 100 1e zijtak van 100a 2e zijtak van 100a 1 e zijtak van 100a1 2e zijtak van 100a1 Rij ks wate rstaat-avv Alleen de systeembeheerder (tevens de beheerder van het vaarwegen netwerk) kent een nummer toe aan een wegwijzer-vaarweg. De vaarwegnummers die nu (nov.'92) zijn toegekend, zijn gebaseerd op de wegwijzer van juli Toegevoegde vaarwegen hebben in de meeste gevallen een subnummer gekregen van een al bestaand nummer. Karakter, lengte 6 Inhoud 3 cijfers, 0-1 letters, 0-2 letters of cijfers Kilometerpunt begin Absolute kilometeraanduiding langs de as van de vaarweg van het beginpunt van een trajectgegeven, gezien vanuit oplopende kilometrering. Moet groter dan of gelijk zijn aan 'kilometerpunt einde' van het voorgaande kenmerk van hetzelfde type (ze mogen elkaar niet overlappen). Vaarwegbeheerder, Rijkswaterstaat-AVV en reglementen Indien de kilometeraanduiding ontbreekt, dan de kilometeraanduiding van de gegevensbeheerder. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 4, 1 decimaal Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 17

20 3 Trajectgegevens Kilometerpunt einde Absolute kilometeraanduiding langs de as van de vaarweg van het eindpunt van een trajectgegeven, gezien vanuit oplopende kilometrering. Moet kleiner dan of gelijk zijn aan 'kilometerpunt begin' van het volgende kenmerk van hetzelfde type (ze mogen elkaar niet overlappen. Systeem laat het echter wel toe, maar geeft een foutmelding.). Vaarwegbeheerder, Rijkswaterstaat-AVV en reglementen. Indien de kilometeraanduiding ontbreekt, dan de kilometeraanduiding van de gegevensbeheerder gebruiken. Indien een kilometrering door de vaarwegbeheerder is vastgesteld, maar die kilometrering wijkt af van de kilometering van de gegevensbeheerder, dan de vaarweg-kilometrering onder kilometerraai vermelden. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 4, 1 decimaal Kilometerraai begin Relatieve plaatsaanduiding langs de as van de vaarweg van het beginpunt van een trajectgegeven, gezien vanuit oplopende kilometrering of het beginpunt van de vaarwegkilometrering, indien deze afwijkt van de kilometrering van de gegevensbeheerder (wegwijzer). Bran Vaarwegbeheerder, Rijkswaterstaat-AVV, reglementen, waterstaatskaart, kaart vaarwegbeheerder. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 1 decimaal Kilometerraai einde Relatieve plaatsaanduiding langs de as van de vaarweg van het eindpunt van een trajectgegeven, gezien vanuit oplopende kilometrering. 18 Handboek Vaarwegkenmerken

21 3 Trajectgegevens Vaarwegbeheerder, Rijkswaterstaat-AVV, kaart vaarwegbeheerder, waterstaatskaart en hydrografie Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 1 decimaal 3.1 Beheerder vaarweg Defenitie De nautisch beheerder, die een (deel van de) vaarweg beheert. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde beheerdertype naam beheerder Beheerdertype De naam van de rijks-, provinciale, gemeentelijke of overige beheerder. Vaarwegbeheerder, staatsbladen, staatscourant, (overdrachts-)beschikkingen en provinciale bladen Alleen de nautisch beheerder vermelden. Vaak vermeld in Staats- en Provinciale bladen op grond van scheepvaartverkeerswet. Provinciale staten bepalen wie het bevoegd gezag is bijv. provincie, gemeente, waterschap. Zij bepalen dit echter niet op vaarwegen van Rijkswaterstaat. Karakter, lengte 23 Inhoud Codetabel Comm. o.d. Trekvaarten Defensie Domeinen DGSM regio IJmond DGSM regio Noord Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 19

22 3 Trajectgegevens DGSM regio Scheldemond Gemeente Gem. Havenbedrijf Havenbedrijf Havenschap Het Rijk (Belgie) Heemraadschap Hoogheemraadschap NS Particulier Provincie Groningen Provincie Friesland Provincie Drenthe Provincie Overijssel Provincie Gelderland Provincie Flevoland Provincie Utrecht Provincie Noord-Holland Provincie Zuid-Holland Provincie Zeeland Provincie Noord-Brabant Provincie Limburg Recreatieschap RWS Dir. Noord-Nederland RWS Dir. Oost-Nederland RWS Dir. Usselmeergebied RWS Dir. Utrecht RWS Dir. Noord-Holland RWS Dir. Zuid-Holland RWS Dir. Zeeland RWS Dir. Noord-Brabant RWS Dir. Noordzee RWS Dir. Limburg Staatsbosbeheer Waterschap WSA (Duitsland) 20 Handboek Vaarwegkenmerken

23 3 Trajectgegevens N.B. Bij de met... aangemerkte soorten beheerders kan in het attribuut naam beheerder een naam worden gespecificeerd. Naam beheerder De naam van de gemeente, havenschap, (hoog)heemraadschap, recreatieschap of waterschap, dat (een deel van) de vaarweg beheert. Vaarwegbeheerder, provinciale en staatsbladen en beschikkingen Alleen de nautisch beheerder vermelden. Voor provincies: De naam van de vaarwegbeheerder zoals deze genoemd is in de Provinciale bladen. Voor het Rijk: De naam van de vaarwegbeheerder zoals genoemd in beschikkingen (staatsbladen). Karakter, lengte Bevaarbaarheid Vaarweg of deel van een vaarweg, waaraan een bepaalde bevaarbaarheidsklasse is toegekend. (Classificatie van vaarwegen aan de hand van de internationale klasse indeling 1992.) Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde bevaarbaarheidsklasse Bevaarbaarheidsklasse Internationale Klasse-indeling De toegepaste klasse-indeling komt, voor wat betreft de klasse 0 t/m VII, overeen met die welke sinds 1992 door de Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 21

24 3 Trajectgegevens Conferentie van Europese Ministers van Verkeer (CEMT) wordt gevolgd en welke is gebaseerd op de afmetingen van standaardschepen en duwstellen, zoals deze in de hierna volgende tabel zijn weergegeven. Terwille van enkele landen, waaronder Nederland, bleek het nodig hieraan een klasse 0 (vaarwegen kleiner dan die van klasse I) toe te voegen. De klasse VII is mede in de tabel opgenomen; duwvaart met negen bakken komt echter in Nederland thans niet voor. De maatstaven voor het indelen van een vaarweg in een dezer klassen zijn de lengte zowel als de breedte van het grootste vaartuig of duwstel, dat op een vaarweg wordt toegelaten, danwel - indien geen maximum toegelaten afmetingen zijn vastgesteld - van het grootste vaartuig, waarvoor een vaarweg door de vaarwegbeheerder toegankelijk wordt geacht. Dit is mede afhankelijk van de afmetingen van de vaarweg (breedte en diepte) en/of de kunstwerken (schutlengte, wijdte, drempeldiepte en hoogte van hefdeuren en/of vaste bruggen) en/of eventuele (scherpe) bochten in de vaarweg. New Classification of Inland Waterways Van conferentie van Europese ministers van verkeer (CEMT). Aan klasse 0 worden terwille van de eenduidigheid binnen WEGBIN en nagenoeg overeenkomend met de BRTN-klasse DM, ondergrenzen gesteld, t.w.: - een minste hoogte van 2,45 m t.o.v. het aanwezige (zomer-)streefpeil of gemiddelde waterstand; - en een minste diepte van 1,20 m bij (zomer-)streefpeil of gemiddelde waterstand; - en de vaarweg is bestemd en/of ingebruik is als verbindingsvaarweg; - of de vaarweg heeft een recreatieve en/of economische bestemming. Handboek Vaarwegkenmerken

25 3 Trajectgegevens Bij verkenning wordt opgelet wat voor klasse vaartuigen en eventueel zeevaartuigen op die vaarweg daadwerkelijk varen. Soms komen er grotere schepen voor, dan wat de bevaarbaarheidsklasse vermeldt. Dan aan vaarwegbeheerders vragen of hogere inschaling moet plaatsvinden. Voorbeeld: De lengte van klasse II vaartuigen varieert van m. Een toegestane afmeting lengte = 50 m valt dus onder klasse II. Karakter, lengte 18 Inhoud Codetabel 0 Vlb Vic II IV + zeevaartuigen III Va + zeevaartuigen IV Vb + zeevaartuigen Va Via + zeevaartuigen Vb Vlb + zeevaartuigen Via Vic + zeevaartuigen Zeevaart Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 23

26 3 Trajectgegevens Tabel 1 Klasse-indeling volgens CEMT 1992 Klasse Standaardschepen waarop de classificati e is gebaseerd Type in meters Lengte in meters Breedte in meters Diepgang in meters Tonnage in tonnen 0*) Kleinere vaartuigen en recreatievaart varierend varierend varierend <250 I *) Spits 38,50 5,05 1,80-2, II ) Kempenaar ,60 2, III *) Dortmund - Eemskanaalschip ,20 2, IV Rijn - Hernekanaalschip ,50 2, Va Groot Rijnschip ,40 2,50-2, Vb Via Vlb ,00 3,90 Vic VII *) Classificatie bewesten Elbe **) In de kolom 'Hoogte' is een vrije afstand van 30 cm gehouden tussen het hoogste punt van het vaartuig en de onderkant van de brug. 24 Handboek Vaarwegkenmerken

27 3 Trajectgegevens Klasse Duwstel Hoogte Samenstelling Lengte Breedte Diepgang Tonnage in meters in meters in meters in tonnen 0*) varierend I *) 4,00 4,00-5,00 *) 4,00-5,00 IV 85 9,50 2,50-2, ,25 of 7,00 **) Va ,40 2,50-4, ,25 of 7,00 of 9,10 **) Vb a i i ,40 2,50-4, ,25 of 7,00 of 9,10 **) Via ,80 2,50-4, ,00 of 9,10 **) Vlb ,80 2,50-4, ,00 of 9,10 **) Vic ,80 2,50-4, ,10 **) ,00-34,20 2,50-4, VII ,00 2,50-4, ,10 **) Bij de klassen IV t/m VI zijn de hoogtes aangepast voor container vervoer: - 5,25 m voor vaartuigen of duwstellen geladen met 2 lagen containers. - 7,00 m voor vaartuigen of duwstellen geladen met 3 lagen containers. -9,10 m voor vaartuigen of duwstellen geladen met 4 lagen containers % van de containers mag leeg zijn, op een andere manier kan ballast worden gebruikt. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 25

28 3 Trajectgegevens 3.3 Bevaarbare breedte Aanwijzing voor de onder normale omstandigheden beschikbare vaarbreedte, vastgesteld met de voor die vaarweg geeigende meetmethode: betonning, geulen, gegarandeerde bevaarbare breedte. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde breedte van breedte tot Breedte van De ondergrens van de maximale breedte op een traject, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder, reglementen en peilkaarten. Betonde vaarwegen: De breedte tussen de tonnenlijnen. Een verbreding van de vaarweg veroorzaakt door bijv. een ankerplaats of zwaaikom geeft geen aanleiding tot het vormen van een nieuw (bevaarbare breedte) traject. Bij het vaststellen van zinvolle trajecten moet ook rekening gehouden worden metde bereikbaarheid van aansluitende vaarwegen, aanliggende havens en kaden/laad-loswallen end. Figuur 1 Bevaarbare breedte Kanaal Rivier 26 Handboek Vaarwegkenmerken

29 3 Trajectgegevens Numeriek, lengte 5 Inhoud > = 1 en < = Breedte tot De bovengrens van de maximale breedte op een traject, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder, reglementen en peilkaarten. Betonde vaarwegen: De breedte tussen de tonnenlijnen. Numeriek, lengte 5 Inhoud > = 1 en < = Bodembreedte Aanwijzing voor de (streef)breedte op bodemniveau. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde breedte van breedte tot Breedte van De ondergrens van de maximale bodembreedte op een traject, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder Figuur 2 Bodembreedte Bodembreedte Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 27

30 3 Trajectgegevens Voor het afleiden van de bodembreedte kan gebruik gemaakt worden van peilkaarten en bovenstaande tekeningen. Bij het vaststellen van zinvolle trajecten moet ook rekening gehouden worden metde bereikbaarheid van aansluitende vaarwegen, aanliggende havens en kaden/laad-loswallen end. Numeriek, lengte 5 Inhoud > = 1 en < = Breedte tot De bovengrens van de maximale bodembreedte op een traject, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder Gegevens af te leiden uit de tekeningen, dwarsdoorsneden afkomstig van de vaarwegbeheerder. Numeriek, lengte 5 Inhoud > = 1 en < = Breedte op KP Breedte van de waterspiegel van de vaarweg bij een waterstand gelijk aan het kanaalpeil. Attributen vaarwegnummer kilometerraai einde kilometerpunt begin breedte van kilometerraai begin breedte tot kilometerpunt einde Breedte van De ondergrens van de maximale breedte op een traject, 28 Handboek Vaarwegkenmerken

31 3 Trajectgegevens uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder Een verbreding van de vaarweg veroorzaakt door bijv. een ankerplaats of zwaaikom geeft geen aanleiding tot het vormen van een nieuw traject. Bij het vaststellen van zinvolle trajecten moet ook rekening gehouden worden met de bereikbaarheid van aansluitende vaarwegen, aanliggende havens en kaden/laad-loswallen end. Figuur 3 Breedte op kanaalpeil (KP) Kanaal Numeriek, lengte 5 Inhoud > = 1 en < = Breedte tot De bovengrens van de maximale breedte op een traject, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder numeriek, lengte 5 Inhoud > = 1 en < = Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 29

32 3 Trajectgegevens 3.6 Diepte vaarweg Aanwijzing voor de ligging van het bodemvlak t.o.v. NAP of streefpeil. vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde referentievlak diepte van diepte tot Referentievlak Aanduiding, die aangeeft aan welk referentievlak (streefpeil of NAP bij rivieren) de dieptematen zijn gerelateerd. Vaarwegbeheerder In geval van een Kanaal: referentievlak = het streefpeil. Wanneer er een zomer- en een winterpeil aanwezig zijn, dan zijn de opgegeven maten altijd t.o.v. het winterpeil. In geval van een rivier of tijgebied: referentievlak = NAP. Karakter, lengte 3 Inhoud Codetabel NAP SP (= stuwpeil) KP (= kanaalpeil) MP (= meerpeil) Diepte van Als regel is de ondergrens van de minste diepte opgegeven ten opzichte van streefpeil of, bij wisselende waterstanden, ten opzichte van NAP over een traject, uitgedrukt in meters Vaarwegbeheerder, lodingskaarten Indien er sprake is van een zomer- en een winterpeil dan is de diepte altijd opgegeven t.o.v. het winterpeil. 30 Handboek Vaarwegkenmerken

33 3 Trajectgegevens Bij het vaststellen van zinvolle trajecten moet ook rekening gehouden worden met de bereikbaarheid van aansluitende vaarwegen, aanliggende havens en kaden/laad-loswallen end. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = en < = en < = diepte tot Diepte tot Als regel is de bovengrens van de minste diepte opgegeven ten opzichte van streefpeil of, bij wisselende waterstanden, ten opzichte van NAP over een traject, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder, lodingskaarten Indien er sprake is van een zomer- en een winterpeil dan is de diepte altijd opgegeven t.o.v. het winterpeil. Bij het vaststellen van zinvolle trajecten moet ook rekening gehouden worden met de bereikbaarheid van aansluitende vaarwegen, aanliggende havens en kaden/laad-loswallen end. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = en < = en < = diepte tot 3.7 Ceografische vaarwegnaam Erkende aanduiding voor een vaarweg(deel). Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde geografische vaarwegnaam Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 31

34 3 Trajectgegevens Geografische vaarwegnaam De unieke geografische naam van een vaarweg(deel). Vaarwegbeheerder, reglementen en aardrijkskundig genootschap Vaak worden namen ook gehaald uit Reglementen, dan toch verifieren bij vaarwegbeheerder. De geografische vaarwegnamen worden in HOOFD- LETTERS genoteerd. Indien een deel van een vaarweg over meerdere namen beschikt, dan is dit een reden om met een nieuw traject aan te vangen. Voorbeeld: 0,0-10,0 10,0-12,0 12,0-20,0 NOORD-HOLLANDSKANAAL NOORD-HOLLANDSKANAAL, RINGVAART VAN HEERHUGOWAARD NOORD-HOLLANDSKANAAL Karakter, lengte 60 Opmerking: Omdat bij het verzamelen van de gegevens t.b.v. het vervaardigen van een afstandstabel 'geografische vaarwegnaam' voorrang heeft boven andere entiteiten (bijv. connectie), dient er extra aandacht geschonken te worden aan het beginkilometerpunt. In geval de vaarweg aan- of aftakt van of aan een belangrijkere vaarweg waarvan de halve breedte =>100 m is zal het kilometerpuntbegin en/of het kmpunteinde van de geografische vaarwegnaam liggen op het/de snijpunt(-en) van de hartlijn van de af- of aantakkende vaarweg met de denkbeeldig doorgetrokken oeverlijn(en) van de vaarweg(en) waarvan wordt aan- of afgetakt. 3.8 Karakter vaarweg Eigenschap van een vaarweg(deel). 32 Handboek Vaarwegkenmerken

35 3 Trajectgegevens Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerraai einde kilometerraai einde karaktertype Karaktertype Inhoud Aanduiding van het karakter van de vaarweg. Rijkswaterstaat-AVV, bij twijfel de vaarwegbeheerder. Karakter, lengte 20 Codetabel A Rivier Het water, dat t.g.v. atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier. Foto 1 Type vaarweg: Bovenrivier: Dat deel van de rivier waar de rivierstroomrichting en Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 33

36 3 Trajectgegevens waterhoogte niet meer wordt beinvloed door de eb- en vloed beweging. Beneden rivier (tijrivier): Dat deel van de rivier waar de rivierstroomrichting overheerst maar waar de waterhoogte beinvloed wordt door eben vloed danwel de stroomrichting en waterhoogte afhankelijk is van de eb- en vloedbeweging dit onderdeel is dan een tijrivier. B Rivier gekanaliseerd Een rivier, waarbij dmv stuwen en/of sluizen de waterstand kan worden opgezet. Dergelijke stuwen/sluizen verdelen de rivier in panden. Naast de stuw bevindt zich dan de schutsluis t.b.v. de scheepvaart. Hieronder vallen ook voormalige rivieren welke in een kanalenstelsel zijn opgenomen (bijv. het Reitdiep). C Vaargeul De geul die de 'holle' oevers volgt. Ook in de zeearmen waar wanneer de oever onder de laagwaterlijn ligt van een onderzeese oever gesproken wordt. Geulen in rivieren: Is er sprake van meer dan 1 beschreven geul in een rivier dan dient het karakter van de vaarweg als vaargeul beschreven te worden. Geulen in een deltagebied of waddengebied: In een deltagebied worden de vaarwegen als vaargeul gekarakteriseerd. D Kanaal Een kanaal is een gegraven waterweg voor de scheepvaart. E Toeleidingskanaal KW Een toeleidingskanaal is een (gegraven) waterweg voor de scheepvaart naar of van een sluis of 'overig kunstwerk'. F Voorhaven Een voorhaven is een toeleidingsgedeelte naar een sluis, 34 Handboek Vaarwegkenmerken

37 3 Trajectgegevens waarin voorzieningen zijn aangebracht (wachtplaatsen) om veilig beschut te liggen tot men geschut kan worden. Foto 2 Type vaarweg: kanaal G Haven Indien een haven qua ligging, vorm en/of attributen (zoals kunstwerken) niet beschreven kan worden met het puntgegeven 'haven' en daarbij voor de beroepsscheepvaart van belang is (dus geen jachthavens), dan worden deze havens als vaarweg beschreven met het karakter haven. In het andere geval bv. jachthavens moet toch gebruik gemaakt worden van het puntgegeven 'haven'. H Meer/Plassengebied Bevaarbaar meer of plas met al dan niet op dieptegebrachte of betonde vaargeulen. 3.9 Maximaal toegestane afmetingen De grootste lengte, breedte, diepte (bij streefpeil of bij een opgegeven waterstand) en hoogte (bij streefpeil of bij een opgegeven waterstand) van een vaartuig op de vaarweg. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 35

38 3 Trajectgegevens Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde lengte algemeen lengte duwvaart lengte gekoppeld lengte zeevaart breedte algemeen breedte duwvaart breedte gekoppeld breedte zeevaart diepgang algemeen diepgang duwvaart diepgang gekoppeld diepgang zeevaart hoogte algemeen hoogte duwvaart hoogte gekoppeld hoogte zeevaart opmerking kort Lengte algemeen Maximaal toegestane lengte van een willekeurig schip over een traject, uitgedrukt in meters. Lengte duwvaart Maximaal toegestane lengte voor duwvaart over een traject, uitgedrukt in meters. Lengte gekoppeld Maximaal toegestane lengte voor koppelverband over een traject, uitgedrukt in meters. Lengte zeevaart Maximaal toegestane lengte voor zeevaart over een traject, uitgedrukt in meters. Reglementen en verordeningen De max. toegestane afmetingen moeten altijd uit een reglement komen. Zie figuur 4. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = 1.00 en < = Handboek Vaarwegkenmerken

39 3 Trajectgegevens Figuur 4 Maximale toegestane afmetingen Breedte algemeen Maximaal toegestane breedte van een willekeurig schip over een traject, uitgedrukt in meters. Breedte duwvaart Maximaal toegestane breedte voor duwvaart over een traject, uitgedrukt in meters. Breedte gekoppeld Maximaal toegestane breedte voor koppelverband over een traject, uitgedrukt in meters. Breedte zeevaart Maximaal toegestane breedte voor zeevaart over een traject, uitgedrukt in meters. Reglementen en verordeningen De max. toegestane afmetingen moeten altijd uit een reglement komen. Zie figuur 4. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen Inhoud > = 1.00 en < = Diepgang algemeen Maximaal toegestane diepgang van een willekeurig schip over een traject, uitgedrukt in meters. Diepgang duwvaart Maximaal toegestane diepgang voor duwvaart over een traject, uitgedrukt in meters. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 37

40 3 Trajectgegevens Diepgang gekoppeld Maximaal toegestane diepgang voor koppelverband over een traject, uitgedrukt in meters. Diepgang zeevaart Maximaal toegestane diepgang voor zeevaart over een traject, uitgedrukt in meters. Reglementen en verordeningen. De max. toegestane afmetingen moeten altijd uit een reglement komen. Zie figuur 4. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen inhoud >= 1.00 en < = Hoogte algemeen Maximaal toegestane hoogte van een willekeurig schip over een traject, uitgedrukt in meters. Hoogte duwvaart Maximaal toegestane hoogte voor duwvaart over een traject, uitgedrukt in meters. Hoogte gekoppeld Maximaal toegestane hoogte voor koppelverband, uitgedrukt in meters. Hoogte zeevaart Maximaal toegestane hoogte voor zeevaart, uitgedrukt in meters. Reglementen en verordeningen. De max. toegestane afmetingen moeten altijd uit een reglement komen. Zie figuur Handboek Vaarwegkenmerken

41 3 Trajectgegevens Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 2 decimalen inhoud > = 1.00 en < = Opmerking kort Een nadere toelichting. Reglementen en verordeningen. Als op een traject twee paar verschillende max. toegestane afmetingen worden genoemd, dan het tweede paar laten beginnen op kilometerpunt begin plus 100 meter. Zie opmerking bij '3.10 Recreatievaart'. Overige opmerkingen die kunnen voorkomen zijn: - D en H opgegeven bij... - Recreatievaart, L*B*D*H (m):... - Zeeschepen tot... BRT toegestaan. - L*B*D*H (winter) (m):... -Waterstand lager dan : L*B*D*H (m)=... - Bij lagere waterstand, D evenredig aanpassen. - Bij lagere waterstand, D en H evenredig aanpassen. - Afhankelijk van de waterstand, D en H evenredig aanpassen. - Bij afwijkende waterstanden, D en H evenredig aanpassen. - Kielspeling 10% van de waterdiepte. - De naam van het desbetreffende traject. Voorbeeld: schutsluis bij stormvloedkering. - Bij gebruik sluis (km...): L*B*D*H (m):...m - B = wijdte kunstwerk -... m - Stroomafwaarts L*B*D*H (m):... Opmerkingen van algemene aard worden onder de kop 'Bijzonderheden' vermeld, zoals bijv. bij het Aduarder Diep, bij deze afmetingen bereikbaar via het Aduarder Diep. Als de reglementen bij de diepgang of bij de hoogte Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 39

42 3 Trajectgegevens vermelden bij welk peil de waarden diepgang en hoogte zijn opgegeven, dan dit in het opmerkingen veld opnemen (zie opmerkingen). Karakter, lengte Recreatievaart Deel van de vaarweg, waaraan een bepaalde recreatievaartklasse is toegekend. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt einde kilometerpunt begin kilometerraai einde kilometerraai begin recreatievaartklasse Recreatievaartklasse Classificatie van vaartuigen aan de hand van de klasseindeling van het recreatie- toervaartnet volgens BRTN (Beleidsvisie Recreatie Toervaart Net). Rijkswaterstaat-AVV (BRTN) Rijkswaterstaat-AVV (BRTN) bepaalt de BRTN-klasse indeling van het traject. Karakter, lengte 3 Inhoud Codetabel AM Verbindingswater (motorbootroute, categorie A) tussen grootvaarwatergebieden onderling en tussen grootvaarwatergebieden en grote plassen-/merengebieden en met het buitenland. BM Verbindingswater (motorbootroute, categorie B) tussen 40 Handboek Vaarwegkenmerken

43 3 Trajectgegevens plassen-/merengebieden onderling en tussen grootvaarwatergebieden en kleine plassen-/merengebieden. CM Ontsluitingswater (motorbootroute, categorie C); legt Nederland buiten de vaargebieden open voor de toervaart. DM Ontsluitingswater (motorbootroute, categorie D) met doorvaartbeperkingen; legt Nederland buiten de vaargebieden open voor de toervaart. AIM Verbindingswater (zeil-/motorbootroute, categorie A) tussen grootvaarwatergebieden onderling en tussen grootvaarwatergebieden en grote plassen- /merengebieden en met het buitenland. BZM Verbindingswater (zeil-/motorbootroute, categorie B) tussen plassen-/merengebieden onderling en tussen grootvaarwatergebieden en kleine plassen-/merengebieden. CZM Ontsluitingswater (zeil-/motorbootroute, categorie C); legt Nederland buiten de vaargebieden open voor de toervaart. DZM Ontsluitingswater (zeil-/motorbootroute, categorie D) met doorvaartbeperkingen; legt Nederland buiten de vaargebieden open voor de toervaart. Opmerking: Op dit moment is het niet mogelijk twee klassen toe te kennen op het zelfde traject. Vaarwegnummer en Kilometerpuntbegin moeten uniek zijn. Een oplossing voor dit probleem kan zijn om bij een eventueel tweede klasse 100 meter bij het kilometerpuntbegin op te tellen. Zodoende valt dit traject binnen het eerste traject, wat weliswaar een Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 41

44 3 Trajectgegevens waarschuwing oplevert, omdat trajectgegevens van dezelfde entiteit eigenlijk niet behoren te overlappen Streefpei Het officiele peil van de meest voorkomende waterstand op een vaarweg ten opzichte van NAP Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai einde naam peil kilometerraai begin kilometerpunt einde waarde (winter)peil waarde zomerpeil Naam peil De naam waaronder het streefpeil bekend is of het kanaalpeil, stuwpeil, boezempeil of polderpeil. Vaarwegbeheerder en de Keur van het waterschap De perioden waarvoor de zomer- en winterpeilen gelden, wordt vermeld onder Streefpeil bij de entiteit Bijzonderheden Karakter, lengte 49 Inhoud Codetabel Officiele naam peil en het bijbehorende winter- (en zomer)peil Naam peil Peil Aa peil Amstelmeer boezempeil zomerpeil winterpeil Amstellands boezempeil Bezuiden Kreekraksluizen (= TAW + 4,10 m) + 0,25 m - 0,40 m -0,70 m -0,40 m + 1,80 m 42 Handboek Vaarwegkenmerken

45 3 Trajectgegevens Boezempeil Delflands boezempeil Diezepeil Drontermeer en Veluwemeer: winterpeil zomerpeil Duurswoldpeil Fivelingopeil Frieslandszomerboezempeil Grevelingenmeerpeil Hunsingopeil Kanaalpeil Lauwerpeil Markerwaard: winterpeil zomerpeil Noordoostpolder: beoosten Marknessersluis Noordoostpolder: bewesten Marknessersluis Noordzeekanaalpeil Oldambtpeil Oostelijk Flevoland: beoosten Kampersluis Oostelijk Flevoland: bewesten Kampersluis Overwaardspeil Polderpeil Rottepeil Rijnlandspeil Schermerboezempeil Stuwpeil Stuwpeil Borgharen Stuwpeil Maasbracht Stuwpeil Linne Stuwpeil Roermond Stuwpeil Belfeld Stuwpeil Sambeek Stuwpeil Grave Stuwpeil Lith Stuwpeil Driel Stuwpeil Amerongen Stuwpeil Hagestein Stuwpeil Vechterweerd: winterpeil zomerpeil Stuwpeil Vilsteren: winterpeil zomerpeil Vaartsche-Rijnpeil m -0,40 m + 2,20 m -0,30 m -0,05 m -1,12 m -1,33 m -0,66 m -0,20 m -0,93 m m -0,93 m -0,40 m -0,20 m -4,50 m -5,70 m -0,40 m -1,36 m -5,20 m -6,20 m -0,25 m m -1,00 m -0,60 m -0,58 m m +44,00 m +32,65 m +20,80 m +16,85 m +14,10 m +10,85 m + 7,50 m + 5,00 m + 8,90 m + 6,00 m + 3,00 m + 1,00 m + 1,25 m + 2,35 m + 2,65 m + 0,45 m Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken

46 3 Trajectgegevens Veerse Meer: winterpeil zomerpeil Verenigde Raaksmaats en Niedorperkogge boezempeil Vier Noorder Koggen boezempeil Volkerakpeil (NAP) vollenhove boezempeil: winterpeil zomerpeil Waterlandpeil Westerkwartierpeil Winschoterpeil Woerdens boezempeil Wolderwijd en Nuldernauw: winterpeil zomerpeil Usselmeerpeil: winterpeil zomerpeil -0,70 m 0,00 m -0,60 m -2,08 m 0,00 m -0,80 m -0,70 m - 1,43 m -0,93 m + 0,62 m -0,47 m -0,30 m -0,10 m -0,40 m -0,20 m N.B. Bij de met aangemerkte peilnamen kan in het attribuut 'waarde peil' door de gebruiker zelf een peil worden gespecificeerd. Waarde (winter)peil De waarde van het streefpeil t.o.v. NAP of, indien het hier Usselmeerpeil, Veersemeer, Drontermeer, Markermeer of Wolderwijd en Nuldernauw betreft, de waarde van het officiele winterpeil t.o.v. NAP, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder Bij Kanaalpeil, Stuwpeil, Boezempeil en Polderpeil kan een waarde ingevuld worden. De overigen staan vast in de codetabel. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = en <= Handboek Vaarwegkenmerken

47 3 Trajectgegevens Waarde zomerpeil De waarde van het officiele zomerpeil t.o.v. NAP, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder Staat alleen in codetabel en kan niet door de gebruiker ingevuld worden. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen > = en < = Inhoud 3.12 Type vaarweg Deel van de vaarweg dat is getypeerd op basis van mate van economisch belang van de vervoersstroom. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde vaarwegtypering vaarwegtypering Vaarwegtypering Typering van vaarwegen op basis van mate van economisch belang van de vervoersstroom. Rijkswaterstaat-AVV karakter, lengte 43 Inhoud Codetabel Hoofdtransportas Een vaarweg waarover nu en/of in de toekomst jaarlijks tenminste 5 miljoen ton of containers internationaal Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 45

48 3 Trajectgegevens vervoer plaatsvindt en waar tevens tenminste vierbaksduwvaart mogelijk is. Een hoofdtransportas is een hoofdvaarweg waar als extra eis is gesteld dat het internationaal vervoer betreft. Hoofdvaarweg, maar geen hoofdtransportas Een vaarweg waarover nu en/of in de toekomst jaarlijks tenminste 5 miljoen ton of containers (niet uitsluitend internationaal) vervoer plaatsvindt en waar tevens tenminste vierbaksduwvaart mogelijk is. Overige vaarweg Geen hoofdvaarweg Waterstand (streefpeil) Hierbij zijn de schommelingen van de waterstand ten opzichte van het streefpeil (kanaal-, stuw- en meerpeil) vermeld, die gelden voor een bepaald traject van de vaarweg. Dat zijn de waarden van de hoogste- en laagste voorkomende waterstand ten opzichte van het (winter-)streefpeil, die gelden op een bepaald traject van de vaarweg. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt begin kilometerraai begin kilometerpunt einde kilometerraai einde gemiddelde waterstand maximale afwijking negatief maximale afwijking positief Gemiddelde waterstand Het officiele peil of het streefpeil van de meest voorkomende waterstand op het kanaal of pand ten opzichte van NAP. Vaarwegbeheerder Bij waterschappen in de regel vermeld in de keuren. Karakter, lengte 2 46 Handboek Vaarwegkenmerken

49 3 Trajectgevens Inhoud KP = Kanaalpeil, SP = Stuwpeil of MP = Meerpeil Onder stuwpeil wordt verstaan het minimum peil, dat men onmiddelijk boven- strooms van de stuw placht te handhaven. Maximale afwijking negatief De maximale afwijking van de waterstand (aanduiding voor de laagste waterstand) ten opzichte van het (winter-)streefpeil, uitgaande van normale omstandigheden, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 4, 2 decimalen Inhoud > = 0.00 en < = 9.99 Maximale afwijking positief De maximale afwijking van de waterstand (aanduiding voor de laagste waterstand) ten opzichte van het (winter-)streefpeil, uitgaande van normale omstandigheden, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 4, 2 decimalen Inhoud > = 0.00 en < = 9.99 Augustus 1995 Vaarwegkenmerken 47

50 Een wegwijzer-vaarweg moet gezien worden als een route van A naar B met een kilometrering over de afstand van A naar B en kan gezien worden als een lijn. Er zijn gegevens die op een punt ergens op zo'n lijn slaan en worden beschreven in dit hoofdstuk. Positie Om de plaats aan te geven waar een puntgegeven op slaat is het noodzakelijk om bij elk puntgegeven aan te geven welk vaarwegnummer het betreft. Tevens dient ook het kilometerpunt (KM) vermeld te worden. Er zijn vaarwegen die een eigen kilometrering hebben. Deze kilometrering wordt in de wegwijzer algemeen aangeduid met kilometerraai (KMR). Bij sommige puntgegevens is het noodzakelijk om aan te geven of het puntgegeven aan de linker- of rechteroever ligt. Dit wordt aangeduid met de term 'breedtepositie'. Bovenstaande attributen bij een puntgegeven worden hieronder beschreven en niet afzonderlijk bij elke beschrijving van het puntgegeven. Vaarwegnummer Het nummer van een vaarweg of haven volgens de Wegwijzer voor de Binnen- scheepvaart. Het nummer voor vaarwegen bestaat uit drie cijfers of als 'a-nummers' bestaande uit drie cijfers, eventueel gevolgd door 'een letter' of 'een letter + een cijfer' of 'een letter + een cijfer + een letter'. 48 Handboek Vaarwegkenmerken

51 Vaarweg Omschrijving a 100b 100a1 100a2 100a1 a 100a1 b Hoofdroute 1e zijtak van 100 (Haven, Toeleidingskanaal kunstwerk) 2e zijtak van 100 1e zijtak van 100a 2e zijtak van 100a 1 e zijtak van 100a1 2e zijtak van 100a1 Rij kswate rstaat-avv Alleen de systeembeheerder (tevens de beheerder van het vaarwegennetwerk) kent een nummer toe aan een wegwijzervaarweg. De vaarwegnummers die nu (nov.'92) zijn toegekend, zijn gebaseerd op de wegwijzer van juli Toegevoegde vaarwegen hebben in de meeste gevallen een subnummer gekregen van een al bestaand nummer. Karakter, lengte 6 Inhoud 3 cijfers, 0-1 letters, 0-2 letters of cijfers Kilometerpunt Absolute kilometrering of aanvang van een bepaald puntgegeven, gekoppeld aan een Wegwijzer-vaarweg. De tweede en derde decimaal worden gebruikt voor het bepalen van de volgorde van afdrukken van de puntgegevens in de afstandstabel. Rijkswaterstaat-AVV Zie figuur 5 voor het gebruik van correcte kilometrering van de desbetreffende puntgegevens. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 3 decimaal Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 49

52 Figuur 5 Positie puntgegevens in afstandstabel Beweegbare brug Vaste brug Kade / laad- loswal Sluis (complex) Haven Overig kunstwerk Vaarwegconnectie o CL O Anker- wachtplaats Zwaaiplaats n r Kilometerraai Een officieel vastgestelde, relatieve plaatsaanduiding langs de vaarweg, welke de afstand tot een bepaald nulpunt weergeeft. Kaart vaarwegbeheerder, topografische kaart en kaarten hydrografie Wanneer zoals langs de Rijn, Maas en de beneden rivieren de kilometerraaien of kilometerpalen zijn aangebracht, zoals ook blijkt uit de topografische kaart, dan de puntgegevens ook vaststellen t.o.v. de kilometrering. 50 Handboek Vaarwegkenmerken

53 Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 1 decimaal Breedte-positie Aanduiding, die aangeeft langs welke oever van de vaarweg een bepaald kenmerk zich bevindt, gezien in de richting van oplopende kilometrering. Rijkswaterstaat-AVV Aan de hand van de bestaande kilometrering vaststellen waar een puntgegeven zich bevindt plus de aanduiding links of rechts van de vaarweg (gezien vanuit oplopende kilometrering). Bij meerdere puntgegevens op dezelfde locatie de puntgegevens kloksgewijs beschrijven. Karakter, lengte 1 Inhoud I = links r = rechts spatie = in vaarwater of aan beide zijden (bij een connectie: in het verlengde van de vaarweg) 4.1 Ankerplaats Locatie waar vaartuigen door bevoegd gezag is toegestaan voor anker te gaan voor langere duur. Attributen vaarwegnummer naam ankerplaats kilometerpunt lengte ankerplaats breedte-positie opmerking kort kilometerraai Naam ankerplaats De naam waaronder de ankerplaats bekend staat. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 51

54 Reglementen en vaarwegbeheerder Onder de naam van een ankerplaats wordt nooit verstaan: - Ankerplaats voor duwschepen ('voor duwschepen' wordt vermeld in opm. kort) - Ankerplaats voor kegelschepen ('voor kegelschepen' wordt vermeld in opm. kort) - Ankerplaats... (dus nooit het woord ankerplaats opnemen in de naam van de ankerplaats.) - Koppelplaats, dus alleen de naam van de koppelplaats vermelden en bij opmerking kort koppelplaats vermelden. (voorbeeld: naam ankerplaats: Ten Donck) Karakter, lengte 50 Lengte ankerplaats De totale lengte van het gedeelte van de vaarweg waar geankerd kan worden, uitgedrukt in meters. Reglementen, vaarwegbeheerder, kaart en Rijkswaterstaat-AVV Numeriek, lengte 4 inhoud > = 1 en < = 9999 Opmerking kort Een nadere toelichting. Vaarwegbeheerder, reglementen en Rijkswaterstaat-AVV Mogelijke opmerkingen: - Ankerplaats voor duwvaart of voor andere schepen dan duwvaart of zowel duwvaart als andere schepen. - Ankerplaats voor lege binnenvaartschepen. - Ankerplaats voor kegelschepen met 1, 2, 3 of > 1 kegels. - Ontgasboei. - Koppelplaats. 52 Handboek Vaarwegkenmerken

55 Onder ankerplaatsen worden in geen geval meerboeien vermeld. Karakter, lengte Baken Een vaarwegmarkering. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai Tekeningen, kaarten, Rijkswaterstaat-AVV en vaarwegbeheerder Dit kunnen zijn boeien, lichtboeien of tonnen (steekbakens). Het betreft hier de niet gangbare bebakening. Gangbare bebakening wordt vermeld in Bijzonderheden onder de kop 'BEBAKENING'. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 53

56 Foto 3 Een beweegbare brug 4.3 Beweegbare brug Een beweegbare constructie over een vaarweg ten dienste van weg- en spoorwegverkeer. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt kilometerraai naam brug marifoonkanaal scanner bediening referentievlak aantal doorvaartopeningen beheerderstype naam beheerder Naam brug De naam waaronder de brug bekend staat of de identificatie van de brug. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV (naam op brug) De naam van een spoorwegbrug wordt als volgt weergegeven: - spoorwegbrug, officiele naam 54 Handboek Vaarwegkenmerken

57 Indien de spoorwegbrug geen officiele naam heeft, dan als volgt weergeven: - spoorwegbrug in de lijn De naam van niet spoorwegbruggen wordt als volgt weergegeven: - officiele naam Indien de officiele naam van de brug op meerdere locaties voorkomt, dan als volgt weergeven: - officiele naam, plaatsnaam Indien geen officiele naam bekend, dan als volgt weergeven: - plaatsnaam, brug te Indien ook dit niet mogelijk is, dan als volgt weergeven: - brug in rijksweg... Indien het een brug over een sluiscomplex betreft, dan als volgt weergeven: - brug over binnenhoofd brug over buitenhoofd brug over benedenhoofd brug over bovenhoofd Geldt ook dit niet, dan als volgt weergeven: - type brug Karakter, lengte 50 Marifoon kanaal Het nummer van het marifoonkanaal. Vaarwegbeheerder en Hoofddirectie Telecommunicatie en Post (HDTP, boekje marifoonkanalen) Karakter, lengte 8 inhoud Er kunnen maximaal 3 kanaalnummers als tekst worden opgenomen. Scanner Aanduiding dat er alleen uitgeluisterd wordt. Augustus 1994 Handboek Vaarwegkenmerken 55

58 Vaarwegbeheerder Karakter, lengte 1 Inhoud j = ja n = nee Bediening Aanduiding of het object al dan niet bediend wordt Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Leidraad boekje bedieningstijden Zelfbediening komt overeen met bediening: ja. Karakter, lengte 1 Inhoud j = ja n = nee (default) Referentievlak Aanduiding, die aangeeft aan welk referentievlak de hoogte- en dieptematen zijn gerelateerd. Vaarwegbeheerder en keur van een waterschap In geval van een Kanaal: referentievlak = het streefpeil. Wanneer er een zomer- en een winterpeil aanwezig zijn, dan zijn de opgegeven maten altijd t.o.v. het winterpeil. In geval van een rivier of tijgebied: referentievlak = NAP. Ligt de brug over een sluiskolk dan geldt het volgende: - streefpeil aan beide zijden: De hoogtebeperking wordt beschreven t.o.v. het hoogste streefpeil, vervolgens wordt in het opmerkingenveld vermeld welk streefpeil is gekozen - streefpeil aan de ene zijde van de sluis en NAP aan de andere zijde: 56 Handboek Vaarwegkenmerken

59 De hoogtebeperking wordt dan beschreven t.o.v. streefpeil. Eventueel kan de NAP-waarde vermeld worden in het opmerkingenveld. Karakter, lengte 3 inhoud Codetabel NAP KP (= kanaalpeil) SP (= sluispeil) MP (=meerpeil) Aantal doorvaartopeningen Het aantal doorvaartopeningen, dat het kunstwerk bevat. N.B. Is niet altijd gelijk aan de som van alle beschreven doorvaartopeningen. Bestektekening, vaarwegbeheerder en bruggenboek Een brug over een sluiscomplex bestaande uit n sluizen komt overeen met een brug met n doorvaartopeningen. Numeriek, lengte 2 Inhoud > = 1 en < = 99 Beheerdertype (voor omschrijving, zie: Beheerder Vaarweg) De naam van de rijks-, provinciale, gemeentelijke of overige vaarwegbeheerder. Naam beheerder (voor omschrijving, zie: Beheerder Vaarweg) De naam van de gemeente, havenschap, (hoog)heemraadschap, recreatieschap of waterschap, dat (een deel van) de vaarweg beheert. Augustus 1994 Handboek Vaarwegkenmerken 57

60 Doorvaartopening beweegbare brug (Subscherm) Afmetingen van een opening van een beweegbare brug voor door- (beweegbare gedeelte) en/of onderdoorvaart (vast gedeelte) van de scheepvaart. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt naam brug doorvaartopeningnummer wijdte hoogte gesloten hoogte geopend drempeldiepte opmerking langl opmerking Iang2 soort beweegbare bru^ ligging-windstreek Doorvaartopeningnummer Volgnummer van de doorvaartopening, lopend van links naar rechts, gezien in de richting van de oplopende kilometrering. Bestektekeningen en Rijkswaterstaat-AVV Alleen die doorvaartopeningen beschrijven die door de vaarwegbeheerder als doorvaartopening aangemerkt zijn. Numeriek, lengte 2 Inhoud > = 1 en < = 99 Wijdte De wijdte van de doorvaartopening, eventueel na aftrek van de wrijfgordings of de wijdte tussen de remmingwerken, uitgedrukt in meters. Indien de brug de gehele vaarweg overspant, is de wijdte doorvaartopening gelijk aan de breedte vaarweg of breedte op KP ter hoogte van de brug. Bestektekeningen en vaarwegbeheerder Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen 58 Handboek Vaarwegkenmerken

61 inhoud > = 1,00 en < = 999,99 Hoogte geopend Hoogte in geopende stand t.o.v. het referentievlak, uitgedrukt in meters. In geval van een brug over een sluis wordt de hoogte vermeld t.o.v. het hoogste streefpeil of t.o.v. NAP (referentievlak), welke bij het uitvaren wordt bereikt. Hoogte in geopende (geheven) stand wordt alleen vermeld bij hefbruggen. Bestektekeningen, vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Zie referentievlak Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Hoogte gesloten Hoogte onderkant brug in gesloten stand t.o.v. het referentievlak, uitgedrukt in meters. In geval van een brug over een sluis wordt de hoogte vermeld t.o.v. het hoogste streefpeil of t.o.v. NAP (referentievlak), welke bij het uitvaren wordt bereikt. Bestektekeningen, vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Zie referentievlak en zie figuur 6. Zolang de hoogte gesloten nog niet bekend is (voor bruggen lager dan 1.50 m), wordt er in het veld hoogte gesloten de waarde - 99,99 m ingevuld. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 59

62 Figuur 6 Hoogte t.o.v. streefpeil hi = Hoogte (vast gedeelte) h2 = Hoogte gesloten (beweegbaar gedeelte) h3 = Hoogte geopend (beweegbaar gedeelte! Inhoud > = - 99,99 en < = 999,99 Drempeldiepte De hoogte van de drempel van de brug, opgegeven t.o.v. het referentievlak, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder en bestektekening Indien een bijbehorende sluis/keersluis een drempeldiepte heeft, dan mag deze drempeldiepte niet opgegeven worden bij de brug. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Opmerking Iang1/lang2 Een nadere toelichting. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat AW Hier kan nadere toelichting worden gegeven, zoals: -Wijdte tussen remmingwerken. - Wijdte na aftrek van de wrijfgordings. - Wijdte:... m bij NAP... m, gerekend vanaf... zijde. -Wijdte (brugkleppen) m op hoogte... m. - Ondiep langs de oever. - Op drempel versmallend. 60 Handboek Vaarwegkenmerken

63 - Op bodem versmallend. - Wijdte op de bodem... m. - Brug overspant de gehele vaarweg. - Onder de brug bevindt zich een keersluis. - Hoogte oplopend tot... m in het midden. - Hoogte aflopend tot... m aan de kanten. - Hoogte / m. - Hoogte in gesloten stand m over... m breedte (aan de kanten aflopend tot... m ) - Hoogte in geopende stand is hoogte bovenleiding. - Brug staat altijd open. - Brug staat in de regel open. - Seingeving groep... - Doorvaartopening wordt gemarkeerd door... - Alleen recreatievaart. - Windkrachtbeperking... Bf. - Zelfbediening Opmerking die niet opgenomen mogen worden, zijn - Wijdte tussen A.10 borden. - Max. diepgang... m - Max. doorvaarthoogte... m - Vaarbreedte... m - Bediening aanvragen bij - Brug wordt bediend vanuit bedieningsknooppunt... - Bediening alleen in zomermaanden. - Bedienig op verzoek. - Fietsbrug - Hoogte is minste hoogte - Geen doorvaartopening Karakter, lengte 60 Beweegbare brug type Technisch kenmerk van een doorvaartopening van de beweegbare brug. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 61

64 Vaarwegbeheerder, bestektekeningen en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte 19 inhoud Codetabel Basculebrug Brug, met een val, draaibaar om een horizontale as, waarbij de ballast en de klap een onveranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar. Dubbele basculebrug Brug, met twee vallen, draaibaar om twee horizontale assen, waarbij de ballast en de klap een onveranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar. Rolbasculebrug Brug, met een val, draaibaar om een horizontaal verplaatsbare draaiingsas, waarbij de ballast en de val een onveranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar. Dubbele rolbasculebrug Brug, met twee vallen, draaibaar om een horizontaal verplaatsbare draaiingsas, waarbij de ballast en de val een onveranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar. Hefbrug Brug verschuifbaar in verticale richting. Draaibrug Brug draaibaar om een verticale as. Dubbele draaibrug Brug, bestaande uit twee brugdelen, ieder draaibaar om een verticale as. 62 Handboek Vaarwegkenmerken

65 Klapbrug Brug draaibaar om een horizontale as en waarvan de klap hydraulisch omhoog wordt gedrukt. Ophaalbrug Brug met een val, draaibaar om een horizontale as, waarbij de ballast en de val een veranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar. Dubbele ophaalbrug Brug met twee vallen, draaibaar om twee horizontale assen, waarbij de ballast en de val een veranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar. Pontonbrug Brug bestaande uit op het water drijvende pontons. Pontondraaibrug Brug bestaande uit op het water drijvende pontons, welke bij opening om een verticale as worden verplaatst. Rol brug Brug verschuifbaar in horizontale richting. Vaste overspanning Een niet beweegbaar brugdeel. Ligging (windstreek) Plaatsaanduiding om de diverse doorvaartopeningen en sluizen te kunnen onderscheiden. Bestektekeningen en Rijkswaterstaat-AVV Alleen bij de buitenste doorvaartopeningen kan de ligging opgegeven worden, dus bij de tussengelegen doorvaartopening kan niets vermeld worden. Karakter, lengte 10 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 63

66 Inhoud Codetabel noord oost zuid west noord-oost noord-west zuid-oost zuid-west 4.4 Bunkerstation Een voorziening voor levering van brandstof en scheepsbenodigdheden. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV 4.5 Connectie Verbinding tussen een Wegwijzer-vaarweg en een wegwijzer-vaarweg, een wegwijzer-vaarwegen en een niet beschreven vaarweg of een verbinding tussen een wegwijzer-vaarweg en een water geen vaarweg zijnde of het eindpunt van een wegwijzer-vaarweg. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai connectietype naam/beschrijving connectie verwijzing vaarwegnummer Connectietype Kenmerk van de aftakking van de wegwijzer-vaarweg. Rijkswaterstaat-AVV 64 Handboek Vaarwegkenmerken

67 ledere vaarwegbeschrijving begint en eindigt met een connectie. De volgende connecties komen voor: - connectie in geval kruisende vaarwegen of een vaarweg kruisend met een gebied, een niet beschreven vaarweg of met een vaarweg die niet als vaarweg aangemerkt wordt. - connectie in geval van in elkaars verlengde liggende vaarwegen. (bijv. een vaarweg die maar gedeeltelijk beschreven wordt, omdat het laatste stuk van de route niet in de wegwijzer beschreven wordt. In deze situatie is het type connectie gelijk aan VW - niet beschreven vaarweg.) - connectie van het type VW - einde vaarweg, in geval van een doodlopende vaarweg. - Ingeval de connectie aan het einde van een vaarweg aan sluit op een vaarweg waarvan de halve vaarwegbreedte => 100 m danwel de afstand tussen het snijpunt van de hartlijn met de denkbeeldig doorgetrokken oeverlijn van de kruisende vaarweg en het snijpunt van de hartlijnen van beide vaarwegen => 100 m is zal er ter hoogte van het snijpunt op de denkbeeldige oeverlijn een connectie 'Einde vaarweg/beschrijving' worden toegevoegd. Na deze connectie worden, behoudens de connecties gelegen op het snijpunt van de hartlijnen van de vaarwegen geen andere vaarwegkenmerken opgenomen. Karakter, lengte 28 inhoud Codetabel VW - vaarweg VW - gebied VW - niet beschreven vaarweg VW - einde vaarweg/beschrijving VW - niet vaarweg Naam/beschrijving connectie De naam/beschrijving van de aftakkende geografische connectie. Indien een vaarweg doodloopt dan wordt onder de naam/beschrijving connectie vermeldt 'Einde vaarweg' of Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 65

68 als de vaarweg verder niet beschreven wordt 'Einde vaarwegbeschrijving'. Hydrografische kaarten, topografische kaarten en vaarwegbeheerder Is de betreffende connectie resp. een vaarweg of een niet beschreven vaarweg dan is de naam/beschrijving connectie de geografische naam van de aftakkende vaarweg. Betreft de connectie een toegang tot een 'gebied', dan de naam/beschrijving als volgt noteren: geografische vaarwegnaam (toegang tot...). Is de betreffende connectie een 'niet vaarweg' resp. een uitwateringsgeul, voedingskanaal, een toeleidingskanaal, een in onbruik zijnde haven dan de naam/beschrijving als volgt noteren: omschrijving van functie van de aftakking of de geografische naam vermelden eventueel gevolgd door een kunstwerknaam en/of een nadere omschrijving, bij v.: (ombevaarbaar), (verboden invaart), (ondiep), (buitengebruik), (alleen kano's en roeiboten) end. Als op een locatie (kilometerpunt) er meerdere connecties aanwezig zijn, dan deze connecties kolksgewijs afhandelen, beginnend in het noorden. Indien we te maken hebben met vaargeul beschrijvingen, is het raadzaam in de naam connectie de ligging (n, no,, o, zo, z, zw, w, nw) op te nemen. Voorbeelden: 0,0 403 n. Kimstergat 0,001 I 403a no. Molenrak 0,002 I Havens van Harlingen 0,003 r 402a zw. Molenrak 0,004 r 403 d w. Hamerak 0,005 r 403 nw. vaargeul langs Pollendam Bij rivieren en kanalen dit ook zo toepassen bij de begin en eindconnecties van de beschreven vaarweg en indien nodig 66 Handboek Vaarwegkenmerken

69 voor een goede beeldvorming dit systeem ook toepassen. Karakter, lengte 60 Verwijzing vaarwegnummer Het nummer van het als Wegwijzer-vaarweg opgenomen object, waarmee op de betreffende locatie een connectie bestaat. Rijkswaterstaat-AVV Bij het aanmaken van een nieuwe vaarweg is dit verplicht i.v.m het sluiten van het vaarwegen netwerk. Karakter, lengte 6 Inhoud 3 cijfers, 0-1 letters, 0-2 letters of cijfers vaarwegnummer moet bestaan Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 67

70 4.6 Haven Een beschutte wateroppervlakte, waar vaartuigen kunnen laden en lossen of een ligplaats vinden. Opmerking Een haven wordt als vaarweg beschreven, indien: - een haven qua ligging, vorm en/of attributen (zoals kunstwerken) niet beschreven kan worden met het puntgegeven 'haven' en daarbij voor de beroepsscheepvaart van belang is (dus geen jachthavens), dan worden deze havens als vaarweg beschreven met het karakter haven. In het andere geval bijv. jachthavens moet toch gebruik gemaakt worden van het puntgegeven 'haven'. - het een voorhaven is d.w.z. het is een toeleidingsgedeelte naar een sluis, waarin voorzieningen zijn aangebracht (wachtplaatsen) om veilig beschut te liggen tot men geschut kan worden. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai naam haven haventype(n) wijdte invaart referentievlak diepte haven lengte kade(s) maximale diepgang binnenvaart haven maximale diepgang zeevaarthaven marifoonkanaal opmerking langl opmerking Iang2 bevaarbaarheidsklasse recreatievaartklasse beheerdertype naam beheerder Naam haven De naam waaronder de haven bekend staat. Vaarwegbeheerder, reglementen en aardrijkskundig genootschap De hier opgegeven naam wordt tevens opgenomen in het alfabetisch register. 68 Handboek Vaarwegkenmerken

71 De naam van een jachthaven wordt als volgt weergegeven: -jachthaven officiele naam De officiele naam kan bijvoorbeeld ook bestaan uit de naam van de desbetreffende watersportvereniging. Indien de jachthaven geen officiele naam heeft, dan als volgt weergeven: -jachthaven te plaatsnaam Indien de naam van de jachthaven niet weergegeven kan worden op de hier boven beschreven manier, dan wordt er geen naam vermeld (dus ook niet alleen de kreet jachthaven). Indien ergeen sprake is van een jachthaven, dan naam haven als volgt weergeven: - officiele naam Bijvoorbeeld: Julianahaven Koenhaven,havenkom A 1e Petroleumhaven, havenarm 1 Indien de officiele naam op meerdere locatie voorkomt, dan als volgt weergeven: - officiele naam te plaatsnaam Indien geen officiele naam bekend, dan als volgt weergeven: - plaatsnaam, haven te Indien de naam van de haven niet op de bovenstaande manier kan worden weergegeven, dan wordt er geen naam van de haven opgenomen. Karakter, lengte 50 Haventype Beschrijving van het kenmerk van de haven. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte 18 Inhoud Codetabel Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 69

72 Bedri jfshaven Haven bij een scheepswerf of bedrijf. Getijhaven Een haven die alleen bij een bepaalde waterstand aan te lopen is. Handelshaven Een haven bestemd voor laden en lossen van goederen. Insteekhaven Een haven die dwars/schuin op de vaarweg ligt. Haven langs oever Een haven evenwijdig aan en gelegen langs de oever van de vaarweg. Jachthaven Een haven bestemd en ingericht voor recreatievaartuigen. Lighaven Haven bestemd voor schepen die later en elders hun lading lossen of laden. Oorlogshaven Een haven van het Ministerie van Defensie. Overnachtingshaven Een haven waar uitsluitend overnacht kan worden door de beroepsvaart. Particuliere haven Een niet-overheid haven. Hieronder vallen: haven zeeverkenners, haven steenfabriek end. Veerhaven Haven alleen bestemd en ingericht voor veerboten. 70 Handboek Vaarwegkenmerken

73 Visserijhaven Haven alleen bestemd en ingericht voor visserijschepen. Vluchthaven/wachthaven Haven in gebruik als ligplaats bij slechte weersomstandigheden of bij calamiteiten. Voorhaven Een voorhaven is een toeleidingsgedeelte naar een sluis, waarin voorzieningen zijn aangebracht (wachtplaatsen) om veilig beschut te liggen tot men geschut kan worden. Woonschepenhaven Ligplaatsen uitsluitend ten dienste van woonschepen. Industriehaven Haven waar aangeleverde materialen ter plaatse verwerkt worden. Passantenhaven Haven bestemd voor overnachting of een kort verblijf van recreatievaartuigen. Werkhaven Tijdelijke haven als uitvalsbasis bij grote waterstaatskundige werken. Diensthaven Haven bestemd voor dienstvaartuigen RWS, RijksPolitie te Water, brandweer, loodsdiensten, reddingsdiensten, douane, milieu politie, RVI, sleepboten, enz. Wijdte invaart Aanwijzing voor de onder normale omstandigheden beschikbare bevaarbare (minste-)breedte van de haveningang, uitgedrukt in meters. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 71

74 Vaarwegbeheerder en bestektekeningen In tijgebied wordt dit gemeten op NAP, op de bovenrivieren wordt dit gemeten op de gemiddelde waterstand en bij streefpeilen op het vlak van het streefpeil. Figuur 7 Wijdte invaart haven Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud >= 1,00 en < = 999,99 Referentievlak Aanduiding, die aangeeft aan welk referentievlak de dieptematen zijn gerelateerd. Vaarwegbeheerder In geval van een Kanaal: referentievlak = het streefpeil. Wanneer er een zomer- en een winterpeil aanwezig zijn, dan zijn de opgegeven maten altijd t.o.v. het winterpeil. In geval van een rivier of tijgebied: referentievlak = NAP. Karakter, lengte 3 inhoud Codetabel NAP KP (= kanaalpeil) SP (= stuwpeil) MP (= meerpeil) 72 Handboek Vaarwegkenmerken

75 Diepte haven Als regel is de minste diepte opgegeven ten opzichte van het streefpeil of, bij wisselende waterstanden, ten opzichte van NAP, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder en peilkaarten Bij NAP wordt in de tabel altijd de diepste waarde opgenomen. Vb. In de tabel NAP -9 m vermelden en bij de opmerking diepte: NAP-9 m/nap-4 m Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = -99,99 en > = 999,99 Lengte kade(s) De totale lengte van de voor de beroepsvaart beschikbare kades bij een haven uitgedrukt in meters. Tekeningen en Rijkswaterstaat-AVV Zie figuur 8. Figuur 8 Totale kadelengte = 550 m Numeriek, lengte 4 Inhoud > = 1 en < = 9999 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 73

76 Maximale diepgang binnenvaart haven Maximaal toegestane diepgang voor binnenvaart in de haven, uitgedrukt in meters. Reglementen Zie figuur 9. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen. Figuur 9 Maximale diepgang haven Inhoud > = 0,00 en < = 99,99 Maximale diepgang zeevaart haven Maximaal toegestane diepgang voor zeevaart in de haven, uitgedrukt in meters. Reglementen Zie figuur 9. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen Inhoud > = 0,00 en < = 99,99 Marifoonkanaal Het nummer van het marifoonkanaal. Vaarwegbeheerder en HDTP. Karakter, lengte Handboek Vaarwegkenmerken

77 inhoud Er kunnen maximaal 3 kanaalnummers als tekst worden opgenomen. Opmerking Iang1/lang2 Een nadere toelichting. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Hier kunnen opmerkingen gemaakt worden zoals: - Voor afwijkende waterstand te corrigeren. - Diepte: NAP-9m/NAP-4m. - De max. diepgang geldt bij een waterstand van NAP-0,50m - Max. toegestane lengte:... m. - Max. toegestane breedte:... m. - Drempeldiepte: m. - Breedte: m. - Brug over haven, hoogte... m, wijdte... m. - Invaart met deur afgesloten. - Invaart wordt gemarkeerd door... licht. - Aan de z.zijde 3 steigers. - Rondom steigers. -Aan de n.zijde 12 boxen. - Boxen. - In de haven toegang tot... - Brug over invaart, hoogte wijdte... m. - V = P = T = (Verplicht als type Jachthaven is gekozen. 'V aantal vaste ligplaatsen 'P' aantal passantenplaatsen T' het aantal trailerhellingen. Hierbij geldt voor 'P' dat elke 10 m kade of langsteiger staat voor 1 passantenplaats of, als afmeren in meerdere breedtes is toegestaan, dat aantal). Niet vermelden: - bedrijfsinfo. - naam haven of namen verenigingen. Karakter, lengte 60. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 75

78 Bevaarbaarheidsklasse (zie bevaarbaarheid) Deze is globaal aangegeven door vermelding van de CEMT-klassen 0 t/m Vic, waarin de vaarweg volgens de internationale klasse-indeling is ingedeeld. Dit houdt in, dat een vaarweg van een bepaalde klasse in ieder geval toegankelijk is voor vaartuigen van die klasse. Conferentie van Europese ministers van verkeer (CEMT 1992) Recreatievaartklasse (zie recreatievaart) Opmerking Hier niet van toepassing. Beheerdertype (zie Beheerder Vaarweg) De naam van de rijks-, provinciale, gemeentelijke of overige vaarwegbeheerder. Vaarwegbeheerder, reglementen en verordeningen. Naam beheerder (zie Beheerder Vaarweg) De naam van de gemeente, havenschap, (hoog)heemraad schap, recreatieschap of waterschap, dat (een deel van) de vaarweg beheert. Vaarwegbeheerder 4.7 Hoogspanningslijn Een hoogspanningskabel die de vaarweg kruist. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt kilometerraai doorvaarthoogte referentievlak Doorvaarthoogte De veilige doorvaarthoogte van een vaartuig, waarmee 76 Handboek Vaarwegkenmerken

79 onder de hoogspanningslijn mag worden doorgevaren, opgegeven t.o.v. het streefpeil of NAP uitgedrukt in meters. Kaart van de SEP (Samenwerkende Electriciteitproductie Bedrijven), vaarwegbeheerder en de energiebedrijven Figuur 10 De veilige doorvaarthoogte onder de hoogspanningslijn t.o.v. streefpeil De doorvaarthoogte van de hoogspanningslijnen wordt in de regel verkregen bij de beheerder van de vaarweg. Er zijn echter voorschriften voor bovengrondse hoogspanningslijnen NEN 1060, waarin formules staan om de veilige hoogte te berekenen. In het geval de doorvaarthoogte t.o.v. een stuwpeil is gegeven dan in 'Bijzonderheden' onder Hoogspanningslijnen zowel doorvaarthoogte t.o.v. het stuwpeil als de NAP-waarde vermelden. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen Inhoud > = 1,00 en < = 99,99 Referentievlak Aanduiding, die aangeeft aan welk referentievlak de doorvaarthoogte is gerelateerd. Vaarwegbeheerder en keuren van waterschappen. In geval van een Kanaal: referentievlak = het streefpeil. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 77

80 Wanneer er een zomer- en een winterpeil aanwezig zijn, dan zijn de opgegeven maten altijd t.o.v. het winterpeil. In geval van een rivier of tijgebied: referentievlak = NAP. Karakter, lengte 3 inhoud Codetabel NAP KP (= kanaalpeil) SP (= stuwpeil) MP (= meerpeil) 4.8 Kade/laad-loswal Een verharde oeverstrook aan de vaarweg, geschikt en bestemd voor het laden of lossen van schepen. Vaarwegbeheerder. Opmerking Indien de vaarweg terplaatse van de kade/laad-loswal van breedte verandert, wordt dit niet gezien als een vaarwegverbreding/versmalling. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai naam kade/bedrijf lengte kade(s) opmerking kort Naam/bedrijf/beheerder De naam waaronder de kade of het bedrijf bekend staat. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Naam moet identificerend zijn voor de locatie en de soort. Bijvoorbeeld: - Plaatsnaam, gemeentelijke ro-ro steiger - Plaatsnaam, Provincie Croningen, laad-loswal 78 Handboek Vaarwegkenmerken

81 - Plaatsnaam, RWS Dir. Usselmeergebied, steiger - Plaatsnaam, autosteiger - Plaatsnaam, trailerhelling - Plaatsnaam/bedrijfsnaam, loswal -Groothoofd, autoafzetplaats - Bedrijfsnaam, afbouwkade/dok - Meerboeien/overslaggebied, (ligging; ) - Naam veer/veerdienst op, ro-ro steiger. Karakter, lengte 50 Lengte kade(s) De totale lengte van de beschikbare kade(s), uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Numeriek, lengte 4 inhoud > = 1 en < = 9999 Opmerking kort Een nadere toelichting. Toegestane opmerkingen: - Havenkantoor - Melden bij... - Alleen met toestemming... - Marifoonkanaal... - Recreatievaart melden bij... - Recreatievaart toegestaan - (Onbemande) recreatievaart verboden - Kade hoogte... -Ligging... - Uitsluitend bestemd voor laden drinkwater Niet toegestane opmerkingen: - Passage verbod bij laden/lossen (dit moet vermeld worden bij Bijzonderheden) Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 79

82 Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV. Karakter, lengte Licht Een aanwijzing ter verkenning en ondersteuning van de navigatie. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai kleur licht soort licht karakter licht lichtnummer Kleur licht De kleur van een lichtopstand langs de vaarweg Vaarwegbeheerder, lichtenlijst hydrografie en Rijkswaterstaat-AVV Er wordt geen onderscheid gemaakt in de volgorde van de kleuren. Karakter, lengte 14 Inhoud Codetabel Rood Wit Groen Geel Violet Rood-wit Rood-groen Rood of Groen Groen-wit Rood-wit-groen Soort licht Beschrijving van de functie van het licht. Vaarwegbeheerder, lichtenlijst hydrografie en Rijkswaterstaat-AVV 80 Handboek Vaarwegkenmerken

83 Karakter, lengte 17 Inhoud Codetabel Hoog Geleidelicht De hoogste lichtopstand van de geleidelichten, waarmee de optimale/veilige vaarroute wordt aangegeven. Laag Geleidelicht De laagste lichtopstand van de geleidelichten, waarmee de optimale/veilige vaarroute wordt aangegeven. Havenlicht Lichten die de invaart van de haven markeren. Markeringslicht Lichten die toegepast worden om o.a. obstakels op de vaarweg aan te geven. Oeverlicht Lichten die de begrenzing van de oever markeren. Sectorlicht Lichten waarmee het optimale vaargebied/veilige wordt aangegeven. Verkenningslicht Lichten ter ondersteuning van de bepaling van de scheepspositie bij het aanlopen van een vaarwater, haven of kust. Karakter licht Aard van de lichtseinen. Vaarwegbeheerder, lichtenlijst hydrografie en Rijkswaterstaat-AVV Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 81

84 Karakter, lengte 42 Inhoud Codetabel Vast licht Het licht is voortdurend zonder onderbrekingen van dezelfde sterkte. Isofase licht (iso) Het met dezelfde sterkte schijnende licht wordt regelmatig onderbroken door een plotseling intredende en evenzo eindigende verduistering, waarvan de duur gelijk is aan die van het schijnsel. Onderbroken licht (Oc) Het met dezelfde sterkte schijnende licht wordt regelmatig onderbroken door een plotseling intredende en evenzo eindigende verduistering, waarvan de duur kleiner is dan die van het schijnsel. Groeponderbroken licht (Oc(3) Het met dezelfde sterkte schijnende licht wordt regelmatig onderbroken door een bepaalde groep van plotseling intredende en evenzo eindigende verduistering, waarvan de duur van elke verduistering kleiner is dan, of hoogstens gelijk aan die der schijnsels tussen de groepen. Schitterlicht (Fl) Het licht toont regelmatig schitteringen van al dan niet gelijkblijvende sterkte en van een duur korter dan die van de verduisteringen. 82 Handboek Vaarwegkenmerken

85 Lang schitterlicht (LFI) Het licht toont regelmatig schitteringen met een duur van niet korter dan 2 seconden. Groepschitterlicht (Fl(3)) Het licht toont regelmatig een bepaalde groep van schitteringen waarvan de schitteringen van al dan niet gelijkblijvende sterkte zijn en van een duur korter dan die der verduisteringen tussen de groepen. Flikkerlicht (Q) Het licht vertoont voortdurend zeer korte flikkeringen van 50 of 60 flikkeringen per minuut. Groepflikkerlicht (Q(3)) Het licht vertoont voortdurend een bepaalde groep zeer korte flikkeringen van 50 of 60 flikkeringen per minuut. Onderbroken flikkerlicht (10) De serie flikkeringen van 50 of 60 flikkeringen per minuut wordt regelmatig onderbroken door verduistering. Snelflikkerlicht (VQ) kkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkkk Het licht vertoont voortdurend zeer korte flikkeringen van 100 tot 120 flikkeringen per minuut. Groepsnel (VQ(3)) flikkerlicht Het licht vertoont voortdurend een bepaalde groep zeer korte flikkeringen van 100 tot 120 flikkeringen per minuut. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 83

86 Onderbroken snel flikkerlicht (IVQ) HmmmmmmmB < > De serie flikkeringen van 110 of 120 flikkeringen per minuut wordt regelmatig onderbroken door verduistering. Ultrasnel (UO) flikkerlicht liiiiiiiiiiiiiiiiiuumiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii Het licht vertoont voortdurend zeer korte flikkeringen van 240 of 300 flikkeringen per minuut. Onderbroken ultrasnel flikkerlicht (IUQ) IHH TTTTTT1 < > De serie flikkeringen van 240 of 300 flikkeringen per minuut wordt regelmatig onderbroken door verduistering. Vast- en (FFI) schitterlicht Combinatie van een vast en een schitterlicht Morse code U (Mo(U)) Het licht toont schitteringen van verschillende duur zodanig dat een morse teken 'U' wordt weergegeven. De totale duur van het schijnsel is korter dan de totale duur van de verduistering in elke periode. Morse code A (Mo(A)) Het licht toont schitteringen van verschillende duur zodanig dat een morse teken 'A' wordt weergegeven. De totale duur van het schijnsel is korter dan de totale duur van de verduistering in elke periode. 84 Handboek Vaarwegkenmerken

87 Lichtnummer Het unieke nummer van een licht langs de vaarweg. Vaarwegbeheerder, lichtenlijst hydrografie en Rijkswaterstaat-AVV Niet alle lichten bij/langs de vaarweg hebben een nummer. Karakter, lengte Overig kunstwerk Een object, uitgezonderd een beweegbare brug, vaste brug, sluiscomplex of hoogspanningslijn, welke een beperking geeft aan het gebruik van de vaarweg. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt kilometerraai naam kunstwerk referentievlak aantal doorvaartopeningen soort kunstwerk soort beheerder naam beheerder Naam kunstwerk De (officiele) naam waaronder het kunstwerk bekend staat. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Naam overig kunstwerk wordt niet opgenomen in alfabetisch register. Hieronder niet vermelden de soort van het kunstwerk. Bij het afdrukken wordt eerst het type kunstwerk vermeld met daarachter de naam van het kunstwerk. Karakter, lengte 45 Referentievlak Aanduiding, die aangeeft aan welk referentievlak de hoogte- en dieptematen zijn gerelateerd. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 85

88 Vaarwegbeheerder en keuren van waterschappen In geval van een Kanaal: referentievlak = het streefpeil. Wanneer er een zomer- en een winterpeil aanwezig zijn, dan zijn de opgegeven maten altijd t.o.v. het winterpeil. In geval van een rivier of tijgebied: referentievlak = NAP. Ligt het kunstwerk over een sluiskolk dan geldt het volgende: - streefpeil aan beide zijden: De hoogtebeperking wordt beschreven t.o.v. het hoogste streefpeil, vervolgens wordt in het opmerkingenveld vermeld welk streefpeil is gekozen. - streefpeil aan de ene zijde van de sluis en NAP aan de andere zijde: De hoogtebeperking wordt dan beschreven t.o.v. het streefpeil. Eventueel kan de NAP-waarde vermeld worden in het opmerkingenveld. Karakter, lengte 3 inhoud Codetabel NAP KP (= kanaalpeil) SP (= stuwpeil) MP (= meerpeil) Aantal doorvaartopeningen Het aantal doorvaartopeningen, dat het kunstwerk bevat. N.B. Is niet altijd gelijk aan de som van alle beschreven doorvaartopeningen. Vaarwegbeheerder, tekening en Rijkswaterstaat-AVV Numeriek, lengte 2 Inhoud > = 1 en < = Handboek Vaarwegkenmerken

89 Kunstwerktype Beschrijving van het karakter van het kunstwerk Rij kswate rstaat-avv Als een spuisluis een keersluis is, dan wordt in dit geval de keersluis opgenomen als keersluis en wordt in het opmerkingenveld spuisluis vermeld. Karakter, lengte 16 Inhoud Codetabel aquaduct grondduiker kabel keersluis persleiding pijpleiding sifon stormvloedkering spuisluis stuw transportband tunnel in ontwerp voormalige Foto 5 Overig kunstwerk: een stuw Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 87

90 Beheerdertype (zie Beheerder Vaarweg) De naam van de rijks-, provinciale, gemeentelijke of overige vaarwegbeheerder. Vaarwegbeheerder Naam beheerder (zie Beheerder Vaarweg) De naam van de gemeente, havenschap, (hoog)heemraadschap, recreatieschap of waterschap, dat (een deel van) de vaarweg beheert. Vaarwegbeheerder Doorvaartopening overig kunstwerk (Subscherm) De afmetingen van een opening van een overig kunstwerk. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt doorvaartopeningnummer wijdte hoogte gesloten hoogte geopend drempeldiepte opmerking langl opmerking Iang2 ligging windstreek Doorvaartopeningnummer Volgnummer van de doorvaartopening, lopend van links naar rechts, gezien in de richting van de oplopende kilometrering. Vaarwegbeheerder, tekening en Rijkswaterstaat-AVV Numeriek, lengte 2 Inhoud > = 1 en < = 99 Wijdte De wijdte van de doorvaartopening, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder en bestektekeningen 88 Handboek Vaarwegkenmerken

91 Bij de keersluis geen afmetingen van de brug vermelden Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > 1,00 en < = 999,99 Hoogte geopend Hoogte in geopende (geheven) stand t.o.v. het referentievlak, uitgedrukt in meters. In geval van een kunstwerk over een sluis wordt de hoogte vermeld t.o.v. het hoogste streefpeil of t.o.v. NAP (referentievlak). Vaarwegbeheerder en bestektekeningen Zie referentievlak en notatie drempeldiepte Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Hoogte gesloten Hoogte in gesloten stand t.o.v. het referentievlak, uitgedrukt in meters. In geval van een kunstwerk over een sluis wordt de hoogte vermeld t.o.v. het hoogste streefpeil of t.o.v. NAP (referentievlak). Vaarwegbeheerder en bestektekeningen Zie referentievlak en notatie drempeldiepte Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 89

92 Drempeldiepte De (drempel)diepte veroorzaakt door een kunstwerk, opgegeven t.o.v. het referentievlak, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder en bestektekeningen Indien een keersluis met brug een drempeldiepte heeft, dan mag deze drempeldiepte niet geprojecteerd worden op de brug en de hoogte gesloten stand of bij een vaste brug de hoogte niet op de keersluis worden geprojecteerd, echter wel bij de kop opmerkingen vermelden: 'keersluis onder brug'. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Opmerking Iang1/lang2 Een nadere toelichting. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Toegestane opmerkingen: - Keersluis onder brug. - Keersluis staat in de regel open overspant de gehele vaarweg. - Oorzaak beperking vermelden. - Diepte over... m breedte. Karakter, lengte 60 Ligging (windstreek) Plaatsaanduiding om de diverse doorvaartopeningen te kunnen onderscheiden. Vaarwegbeheerder, tekeningen en Rijkswaterstaat-AVV 90 Handboek Vaarwegkenmerken

93 Alleen bij de buitenste doorvaartopeningen kan de ligging opgegeven worden. Karakter, lengte 10 Inhoud Codetabel noord oost zuid west noord-oost noord-west zuid-oost zuid-west 4.11 Provinciegrens Een locatie op de vaarweg die een provinciegrens aangeeft. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt kilometerraai Opmerking Topografische kaart en overig kaart materiaal Hier wordt ook een rijksgrens bedoeld (einde provincie). Wanneer een Rijks- cq. Provincie grens anders dan dwars de vaarweg kruist dit vermelden in Bijzonderheden onder ALGEMEEN Radarpost Een radarscanner, bemand of onbemand, behorend bij een radarketen. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai radarpostnummer marifoonkanaal Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 91

94 Radarpostnummer Identificatienummer van de radarpost in de keten Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte 3 Marifoonkanaal Het nummer van het marifoonkanaal. Vaarwegbeheerder en HDTP Onder Bijzonderheden vermelden een kop RADARPOSTEN, waar uiteen gezet kan worden welk gebied de radarpost bestrijkt en de roepnaam van de radarpost. Karakter, lengte 8 Inhoud Er kunnen maximaal 3 kanaalnummers als tekst worden opgenomen Schaal Een locatie met een verticaal aangebrachte schaalverdeling. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai schaaltype Schaaltype Beschrijving van het karakter van de schaal Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Hoogteschalen aan bruggen worden niet vermeld, daar de meeste bruggen van een hoogteschaal zijn voorzien. Wel vermelden diepteschalen en voorhoogteschalen. 92 Handboek Vaarwegkenmerken

95 Karakter, lengte 16 Inhoud Codetabel Diepteschaal Peilschaal Voorhoogteschaal 4.14 Sein Locatie op de vaarweg of haven waar een speciaal sein gegeven kan worden ten dienste van de scheepvaart. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai seintype omschrijving sein Seintype Beschrijving van het karakter van het sein Vaarwegbeheerder, zeemansgids van Nederland (uitgave hydrografie, stormseinen) en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte 14 Inhoud Codetabel bijzonder sein storm sein mistsein Omschrijving sein Nadere betekenis Bijzondere Seinen. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Mogelijke opmerkingen: - Geel snelflikkerlicht bij in- uitvaart passagierschepen - Semafoor Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken

96 - Nautofoon - Sirene - Natriummistlamp - Mistzwaailamp - Seininstallatie rood boven groen - waarschuwingslichten Niet opgenomen worden: - radarreflector - stopsein - voorsein - wrakkensein - stremmingsein - spuisein - seinraam - borden, waaronder: waarschuwingsborden, verkeers borden, richtingsborden, naamborden, peilborden, diepte borden, stroomsnelheidsborden, matrixborden. Eventueel wel onder Bijzonderheden vermelden: - borden, zoals: diepteborden, peilborden, stroomsnelheids borden Foto 6 Een sluiscomplex 94 Handboek Vaarwegkenmerken

97 Karakter, lengte Sluis(complex) Een kunstwerk ten dienste van de scheepvaart voor het overbruggen van waterstandsverschillen door middel van een of meer sluizen. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt kilometerraai naam sluiscomplex marifoonkanaal scanner bediening referentievlak bo/bi referentievlak be/bu aantal sluizen beheerdertype naam beheerder Naam sluiscomplex De officiele naam van het sluiscomplex. Vaarwegbeheerder De naam van het sluiscomplex wordt als volgt weergegeven: - officiele naam Indien geen officiele naam bekend, dan als volgt weergeven: - schutsluis te of sluiscomplex of jachtensluis te... Indien bovenstaande schrijfwijze niet mogelijk, dan als volgt weergeven: -jachtensluis Indien er meerdere routes bij een sluiscomplex aanwezig zijn, dan wordt de naam van het sluiscomplex als volgt opgebouwd: naam sluiscomplex (naam sluis). Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 95

98 Voorbeeld: Sluiscomplex Ijmuiden (Noordersluis). Sluiscomplex IJmuiden (Zuider- en Kleine sluis) Karakter, lengte 50 Marifoonkanaal Het nummer van het marifoonkanaal. Vaarwegbeheerder en HDTP Karakter, lengte 8 inhoud Er kunnen maximaal 3 kanaalnummers als tekst worden opgenomen. Scanner Aanduiding dat er alleen uitgeluisterd wordt. Vaarwegbeheerder Karakter, lengte 1 Inhoud j = ja n = nee Bediening Aanduiding of het object al dan niet bediend wordt. Vaarwegbeheerder en leidraad boekje bedieningstijden Indien er doorvaart mogelijk is, staat bediening altijd op ja. Karakter, lengte 1 Inhoud j = ja n = nee (default) 96 Handboek Vaarwegkenmerken

99 Referentievlak be/bu Het referentievlak aan de beneden- of buitenzijde van het sluiscomplex waaraan de hoogte- en diepte maten van de hefdeuren en drempels van een sluiscomplex zijn gerelateerd. Vaarwegbeheerder en keuren van waterschappen inhoud Codetabel NAP KP (= kanaalpeil) SP (= stuwpeil) MP (= meerpeil) Referentievlak bo/bi Het referentievlak aan de boven- of binnenzijde van het sluiscomplex waaraan de hoogte- en diepte maten van de hefdeuren en drempels van een sluiscomplex zijn gerelateerd. Vaarwegbeheerder en keuren waterschappen inhoud Codetabel NAP KP (= kanaalpeil) SP (= stuwpeil) MP (= meerpeil) Aantal sluizen Het aantal sluizen, waaruit het sluizencomplex bestaat. Bestektekeningen Rijkswaterstaat-AVV inhoud De sluizen liggen naast elkaar en in dezelfde vaarweg. Een sluis die qua naam ook bij een complex ligt, maar een eigen toeleidingskanaal (vaak een 'a-nummer' vaarweg) wordt dus apart beschreven. Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 97

100 Numeriek, lengte 2 Inhoud > = 1 en < = 99 Beheerdertype (zie Beheerder Vaarweg) De naam van de rijks-, provinciale, gemeentelijke of overige vaarwegbeheerder. Reglementen Naam beheerder (zie Beheerder Vaarweg) De naam van de gemeente, havenschap, (hoog)heemraadschap, recreatieschap of waterschap, dat (een deel van) de vaarweg beheert. Reglementen, boekje: Wie moet u hebben. Sluis (Subscherm) De administratie en afmetingen van een sluis. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt sluisnummer naam sluis hoogte minimale wijdte hoofd kolkwijdte schutlengte (ebdeur) schutlengte vloeddeur kolklengte deelkolklengte 1 deelkolklengte 2 drempeldiepte boven/binnen drempeldiepte tussendeur drempeldiepte beneden/buiten opmerking langl opmerking Iang2 ligging/windstreek referentievlak tussen referentievlak hoogte Sluisnummer Volgnummer van de sluis van links naar rechts, gezien in de richting van de oplopende kilometrering. Rijkswaterstaat-AVV Numeriek, lengte 2 98 Handboek Vaarwegkenmerken

101 Inhoud > = 1 en< = 99 Naam sluis De naam waaronder de sluis binnen het sluiscomplex bekend is. Vaarwegbeheerder Bij een sluiscomplex bestaande uit een sluis hoeft de naam niet vermeld te worden. Karakter, lengte 19 Hoogte De minste hoogte onderkant hefdeuren in geheven stand t.o.v. referentievlak, die bij het in- of uitvaren van de sluis wordt bereikt, uitgedrukt in meters. Bestektekening Figuur 11 Begrippen bij een sluiscomplex in zijaanzicht Referentievlak bo/bi Hoogte / s Referentievlak be i Drempeldiepte bo/bi \ r 1 J i f Drempeldie Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 99

102 De hoogtebeperking mag niet beschreven worden indien een ander beschreven kunstwerk de beperking veroorzaakt (bijv. een brug). Het betreft hier de waarde van de minste hoogte. Zie figuur 11 op de vorige pagina. De volgende situaties kunnen zich voor doen: - streefpeil aan beide zijden: De hoogtebeperking wordt beschreven t.o.v. het hoogste streefpeil, vervolgens wordt in het veld 'referentievlak hoogte' vermeld welk streefpeil is gekozen. - streefpeil aan de ene zijde van de sluis en NAP aan de andere zijde: De hoogtebeperking wordt dan beschreven t.o.v. het streefpeil, vervolgens wordt in het veld 'referentievlak hoogte' ingevuld. Eventueel kan de NAP- waarde vermeld worden in het opmerkingenveld. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen > = -99,99 en < = 999,99 inhoud Referentievlak hoogte Aanduiding die verwijst aan welk referentievlak bij een sluis (bo/bi, be/bu) de hoogtematen van de hefdeuren zijn gerelateerd. Vaarwegbeheerder en keur van een waterschap. Zie hoogte. Karakter lengte 5 Inhoud bo/bi (boven/binnen) be/bu (beneden/buiten) 100 Handboek Vaarwegkenmerken

103 Minimale wijdte hoofd De minimale wijdte van de sluishoofden, uitgedrukt in meters (zie figuur 11). Bestektekening Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen Inhoud > = 1,00 en < = 99,99 Kolkwijdte Fysieke wijdte van een kolk, uitgedrukt in meters (zie figuur 12). Bestektekening Zie onderstaande tekening (altijd invullen). Schutlengte = kolklengte Figuur 12 Begrippen bij sluiscomplex in bovenaanzicht 2 ~T Kolkwijdte 2 Schutlengte 1_r j Kolkwijdte t Kolklengte -tj 22 Schutlengte tussen de ebdeurt Schutlengte tussen de vloeddeuren Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen Inhoud > = 1,00 en < = 99,99 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 101

104 Kolklengte Fysieke lengte van de (totale) kolk, uitgedrukt in meters, (zie figuur 12) (altijd invullen). Bestektekening Deelkolklengte 1 Fysieke lengte van de eerste deelkolk, wanneer de sluis gesplitst kan worden in twee deelkolken, uitgedrukt in meters. Bestektekening Nummering oplopend in de richting van de oplopende kilometrering. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen inhoud >= 1,00 en < = 99,99 Deelkolklengte 2 Fysieke lengte van de tweede deelkolk, wanneer de sluis gesplitst kan worden in twee deelkolken, uitgedrukt in meters. Bestektekening Nummering oplopend in de richting van de oplopende kilometrering. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 5, 2 decimalen Inhoud > = 1,00 en < = 99,99 Schutlengte (ebdeur) De overeengekomen lengte, uitgedrukt in meters, die benut 102 Handboek Vaarwegkenmerken

105 kan worden voor het schutten. Indien er sprake is van eben vloeddeuren, wordt hier de schutlengte bij gebruik van ebdeuren bedoeld (zie figuur 12). Bestektekening Bij nieuwe sluizen wordt de schutlengte genomen tussen de stopstrepen, bij oude sluizen van ebdeurkast tot ebdeurkast. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = 1,00 en < = 99,99 Schutlengte vloeddeur De overeengekomen lengte, uitgedrukt in meters, die benut kan worden voor het schutten bij gebruik van vloeddeuren (zie figuur 12). Bestektekening Bij nieuwe sluizen wordt de schutlengte genomen tussen de stopstrepen, bij oude sluizen van vloeddeurkast tot vloeddeurkast. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = 1,00 en 999,99 Drempeldiepte beneden/buiten De hoogte van de drempel bij het beneden- of buitenhoofd van een sluis, opgege- ven t.o.v. het streefpeil geldend aan beneden/buitenhoofdzijde sluis of NAP, uitgedrukt in meters (zie figuur 11). Bestektekening Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 103

106 Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Drempeldiepte boven/binnen De hoogte van de drempel bij boven- of binnenhoofd van een sluis, opgegeven t.o.v. het streefpeil geldend aan boven/binnenhoofdzijde sluis of NAP, uitgedrukt in meters (zie figuur 11). Bestektekening Zie tekening bij hoogte. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Drempeldiepte tussendeur De hoogte van de drempel bij het tussenhoofd van een sluis, opgegeven t.o.v. het laagste streefpeil of t.o.v. NAP, uitgedrukt in meters. Bestektekening Het betreft hier de waarde van de minste drempeldiepte. In geval van een Kanaal: referentievlak = het streefpeil. Wanneer er een zomer- en een winterpeil aanwezig zijn, dan zijn de opgegeven maten altijd t.o.v. het winterpeil. In geval van een rivier of tijgebied: referentievlak = NAP. De volgende situatie's kunnen zich voor doen: - streefpeil aan beide zijden: De dieptebeperking wordt beschreven t.o.v. het laagste streefpeil, vervolgens wordt in het veld 'referentievlak tussen' vermeld welk streefpeil is gekozen. 104 Handboek Vaarwegkenmerken

107 - streefpeil aan de ene zijde van de sluis en NAP aan de andere zijde: De dieptebeperking wordt dan beschreven t.o.v. het streefpeil, vervolgens wordt het veld 'referentievlak tussen' ingevuld. Eventueel kan de NAP-waarde vermeld worden in het opmerkingenveld. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Referentievlak tussen Aanduiding die verwijst aan welk referentievlak bij een sluis (bo/bi, be/bu) de dieptematen van de tussendrempel zijn gerelateerd. Vaarwegbeheerder Zie drempeldiepte tussen. Karakter lengte 5 inhoud bo/bi (boven/binnen) be/bu (beneden/buiten) Opmerking Iang1/lang2 Een nadere toelichting. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Hier kan een nadere toelichting gegeven worden, zoals: - Balk geeft hoogte aan brug -Aan weerszijden een stuw - Oude sluis... hiervan - Aanvaardraad over hoofden - Gekoppelde schutsluis - Roldeuren Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 105

108 - Hefdeuren - Zelfbediening - Sluis wordt slechts incidenteel bediend - Sluis staat altijd open - Gesloten voor de scheepvaart - Buiten gebruik - Schutten met vergunning - In bedrijf bij waterstand lager dan - In bedrijf bij waterstand boven - Stremming bij waterstand boven - Stremming bij waterstand lager dan sluishoofd heeft twee openingen - Kolken gescheiden door een drijfraam - Max. diepgang recreatievaart:... m - Max. diepgang:... m - Max. lengte:... m - Max. breedte:... m - Max. afmetingen L*B*D*H:..*..*..».. m - Met vergunning lengte:... m - Op verzoek lengte:... m - Op verzoek hoogte hefdeur... m - Hoogte hefdeur...hoofd: m - Kolkwijdte naar beneden versmallend tot:... m - Schutlengte afhankelijk van de diepgang - Op drempel versmallend - Lengte derde deelkolk:... m - Schutlengte bij geopende brug:... m - Standaard schutlengte bij vierkant gezette deuren - Schutlengte bij vierkant gezette deuren... m De onderstaande opmerkingen niet opnemen: - Over de bedienig van de sluis, uitgezonderd de opmerking zelfbediening. - Brug over sluis - Brug over...hoofd - Toegang tot - Roldeuren zijn bruggen - Keersluizen zijn overige kunstwerken 106 Handboek Vaarwegkenmerken

109 Karakter, lengte 60 Ligging (windstreek) Plaatsaanduiding om de diverse sluizen te kunnen onderscheiden. Bestektekening en Rijkswaterstaat-AVV Alleen bij de buitenste sluizen kan de ligging opgegeven worden. Karakter, lengte 10 Inhoud Codetabel noord oost zuid west noord-oost noord-west zuid-oost zuid-west Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 107

110 4.16 Vaste brug Een constructie over een vaarweg ten dienste van het wegof spoorwegverkeer. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt kilometerraai naam brug marifoonkanaal scanner referentievlak aantal doorvaartopeningen beheerdertype naam beheerder Naam brug De naam waaronder de brug bekend staat of de identificatie van de brug. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV De naam van een spoorwegbrug wordt als volgt weergegeven: - spoorwegbrug, officiele naam Indien de spoorwegbrug geen officiele naam heeft, dan als volgt weergeven: - spoorwegbrug in lijn De naam van niet spoorwegbruggen wordt als volgt weergegeven: - officiele naam Indien de officiele naam van de brug op meerdere locaties voorkomt, dan als volgt weergeven: - officiele naam, plaatsnaam Indien geen officiele naam bekend, dan als volgt weergeven: - plaatsnaam, brug te Indien ook dit niet mogelijk is, dan als volgt weergeven: - brug in rijksweg... Blijkt ook dit niet mogelijk, dan als volgt weergeven: - type brug Karakter, lengte Handboek Vaarwegkenmerken

111 Marifoonkanaal Het nummer van het marifoonkanaal Vaarwegbeheerder en HDTP Karakter, lengte 8 Inhoud Er kunnen maximaal 3 kanaalnummers als tekst worden opgenomen. Scanner Inhoud Aanduiding dat er alleen uitgeluisterd wordt. Vaarwegbeheerder Karakter, lengte 1 j = ja n = nee Referentievlak Aanduiding, die aangeeft aan welk referentievlak de hoogte- en dieptematen zijn gerelateerd. Vaarwegbeheerder en Keur van een waterschap. In geval van een Kanaal: referentievlak = het streefpeil. Wanneer er een zomer- en een winterpeil aanwezig zijn, dan zijn de opgegeven maten altijd t.o.v. het winterpeil. In geval van een rivier of tijgebied: referentievlak = NAP. Ligt de brug over een sluiskolk dan geldt het volgende: - streefpeil aan beide zijden: De hoogte wordt beschreven t.o.v. het hoogste streefpeil, vervolgens wordt in het opmerkingenveld vermeld welk streefpeil is gekozen. - streefpeil aan de ene zijde van de sluis en NAP aan de andere zijde: De hoogte wordt dan beschreven t.o.v. het streefpeil Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 109

112 Eventueel kan de NAP-waarde vermeld worden in het opmerkingenveld. Karakter, lengte 3 inhoud Codetabel NAP KP (= kanaalpeil) SP (= stuwpeil) MP (= meerpeil) Aantal doorvaartopeningen Het aantal doorvaartopeningen, dat het kunstwerk bevat. N.B. Is niet altijd gelijk aan de som van alle beschreven doorvaartopeningen. Vaarwegbeheerder en bestektekeningen Een brug over een sluiscomplex bestaande uit n sluizen komt overeen met een brug met n doorvaartopeningen. Numeriek, lengte 2 Inhoud > = 1 en < = 99 Beheerdertype (zie Beheerder Vaarweg) De naam van de rijks-, provinciale, gemeentelijke of overige vaarwegbeheerder. Naam beheerder (zie Beheerder Vaarweg) De naam van de gemeente, havenschap, (hoog)heemraadschap, recreatieschap of waterschap, dat (een deel van) de vaarweg beheert. Doorvaartopening vaste brug (Subscherm) De afmetingen van een opening van een vaste brug voor onderdoorvaart van de scheepvaart. 110 Handboek Vaarwegkenmerken

113 Attributen vaarwegnummer hoogte kilometerpunt drempeldiepte naam brug opmerking langl doorvaartopeningnummer opmerking Iang2 wijdte ligging/windstreek Doorvaartopeningnummer Volgnummer van de doorvaartopening, lopend van links naar rechts, gezien in de richting van de oplopende kilometrering. Bestektekeningen en Rijkswaterstaat-AVV Alleen die doorvaartopeningen beschrijven die door de vaarwegbeheerder als doorvaartopening aangemerkt zijn. Numeriek, lengte 2 Inhoud > = 1 en < = 99 Wijdte De wijdte van de doorvaartopening, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder en bestektekeningen De wijdte van de doorvaartopening, eventueel na aftrek van de wrijfgordings of de wijdte tussen de remmingwerken, uitgedrukt in meters. Indien de brug de gehele vaarweg overspant, is de wijdte doorvaartopening gelijk aan de breedte vaarweg of breedte op KP ter hoogte van de brug. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = 1,00 en < = 999,99 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 111

114 Hoogte Hoogte onderkant vaste brug t.o.v. het referentievlak, uitgedrukt in meters. In geval van een brug over een sluis wordt de hoogte vermeld t.o.v. het hoogste streefvlak of t.o.v. NAP (referentievlak), welke bij het uitvaren wordt bereikt. Vaarwegbeheerder en bestektekeningen Zie referentievlak en figuur 13. Zolang de hoogte nog niet bekend is, (voor bruggen lager dan 1.50 m), wordt er in het veld hoogte gesloten de waarde -99,99 m ingevuld. Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = 1,00 en < = 999,99 Figuur 13 Hoogte bij diverse / \ / soorten vaste bruggen / \ / _ t r - Drempeldiepte De hoogte van de drempel van de brug, opgegeven t.o.v. het referentievlak, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder en bestektekeningen Indien een bijbehorende sluis/keersluis een drempeldiepte heeft, dan mag deze drempeldiepte niet opgegeven worden bij de brug. 112 Handboek Vaarwegkenmerken

115 Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen inhoud > = 1,00 en < = 999,99 Opmerking Iang1/lang2 Een nadere toelichting. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Hier kan nadere toelichting worden gegeven, zoals: -Wijdte tussen remmingwerken. -Wijdte:... m bij NAP... m, gerekend vanaf... zijde. - Ondiep langs de oever. - Op drempel versmallend. - Op bodem versmallend. - Wijdte op de bodem... m. - Brug overspant de gehele vaarweg. - Onder de brug bevindt zich een keersluis. - Hoogte oplopend tot... m in het midden. - Hoogte aflopend tot... m aan de kanten. - Hoogte / m - Hoogte m over... m breedte (aan de kanten aflopend tot... m) - Seingeving groep... - Doorvaartopening wordt gemarkeerd door... - Alleen recreatievaart. - Vastgezette brug. - Balk geeft hoogte... brug aan. - Uitneembaar deel wijdte... m Opmerking die niet opgenomen mogen worden, zijn: - In toekomst - Wijdte tussen A.10 borden. - Max. diepgang... m -Max. doorvaarthoogte... m - Vaarbreedte m - Fietsbrug Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 113

116 - Voetbrug - Hoogte is minste hoogte. - Geen doorvaartopening Karakter, lengte 60 Ligging (windstreek) Plaatsaanduiding om de diverse doorvaartopeningen te kunnen onderscheiden. Bestektekeningen en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte 10 Inhoud Codetabel noord oost zuid west noord-oost noord-west zuid-oost zuid-west 4.17 Veer Locatie op de vaarweg van een veerdienst tussen twee plaatsen, waarbij de vaarweg wordt overgestoken. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt kilometerraai veer tussen veertype Veer tussen Beschrijving van de aanlegplaatsen van het veer. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte Handboek Vaarwegkenmerken

117 Veertype Beschrijving van het karakter van het veer. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte 14 inhoud Codetabel Gierpont Een aan schuitjes verankerde pont. Kabelpont Een pont die geleid door kabels overvaart. Foto 8 Een verkeerspost Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 115

118 Motorboot Een vrij varende pont bestemd voor langzaam verkeer. A/loiorveerponf Een vrij varende pont bestemd alle verkeer. Roeiboot Een vrij varende boot bestemd voor voetgangers en fietsers voortbewogen door middel van roeiriemen Verkeerspost Een scheepvaartbegeleidingspost met radarondersteuning en eventuele informatiesystemen. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai naam verkeerspost marifoonkanaal Naam verkeerspost De naam waaronder de verkeerspost bekend staat. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Bij bijzonderheden onder een kop Verkeerspost, een nadere toelichting geven. Karakter, lengte 50 Marifoonkanaal Het nummer van het marifoonkanaal. Vaarwegbeheerder of HDTP. Karakter, lengte Handboek Vaarwegkenmerken

119 inhoud Er kunnen maximaal 3 kanaalnummers als tekst worden opgenomen VKM-knooppunt De in het TEM (Transport Economisch Model) opgenomen locatie, waar het karakter volgens het TEM van de vaarweg verandert. Attributen VKM-knooppuntnummer vaarwegnummer kilometerpunt kilometerraai VKM-knooppuntnummer Unieke identificatie van het VKM-knooppunt uit het TEMmodel. Rijkswaterstaat-AVV Numeriek, lengte 4 Inhoud > = 1 en < = Wacht-/ligplaats Wachtplaats of ligplaats voor duwvaart en/of andere beroepsvaart met of zonder kegels en/of recreatievaart. Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai melden marifoonkanaal lengte wacht-/ligplaats opmerking kort aantal kegels Vaarwegbeheerder Wacht- of ligplaatsen bij sluizen en bruggen bestemd voor Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 117

120 schepen die wachten op de eerstvolgende schutting of brugopening niet als wacht-/ligplaats opnemen. Opmerking Op wacht-/ligplaatsen vinden, behoudens het van- en aanboord gaan van opvarenden, geen andere activiteiten dan wachten en/of verblijven plaats. Veel voormalige kade/laad-loswallen zijn nu ingebruik als wacht-/ligplaatsen. Melden Inhoud Aanduiding of er een vooraanmelding plaats moet hebben. Vaarwegbeheerder Karakter, lengte 1 j =ja n = nee Marifoonkanaal Inhoud Het nummer van het marifoonkanaal. Vaarwegbeheerder en HDTP Karakter, lengte 8 Er kunnen maximaal 3 kanaalnummers als tekst worden opgenomen. Vermelden zonder scheidingstekens; Lengte wachwiigplaats De totale lengte van het gedeelte van de vaarweg, waar gewacht kan worden. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV 118 Handboek Vaarwegkenmerken

121 Numeriek, lengte 4 inhoud > = 1 en < = 9999 Aantal kegels Klasse-indeling voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Een maat voor de graad van gevaar m.b.t. het vervoer van gevaarlijke stoffen. Vaarwegbeheerder en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte 3 Inhoud Codetabel > 1 >2 Opmerking kort Een korte nadere toelichting Vaarwegbeheerder - Bestemd voor beroepsvaart - Bestemd voor zeevaart - Bestemd voor duwvaart - Bestemd als koppelplaats voor duwstellen - Bestemd voor duwvaart en andere schepen - Bestemd voor andere schepen dan duwvaart - Bestemd voor dienstvaartuigen (RWS, politie, sleepboten,...loodsvaartuigen, douane, enz.) - Bestemd voor rondvaartboten - Bestemd voor passagiersschepen - Bestemd voor de bruine vloot - Bestemd voor recreatievaart Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 119

122 - Bestemd voor recreatievaart (bemand) - Bestemd voor beroeps- en recreatievaart Bovenstaande opmerkingen eventueel vooraf laten gaan van of aanvullen met: - Vooraanmelden bij - Melden bij - Alleen met toestemming van - Aan de z.zijde 3 steigers - Steiger - Rondom steigers -Aan de n.zijde 12 boxen - Meerboeien - Boxen - Ligging - Geen overnachting - Overnachtingsplaats - Max dagen/uren Karakter, lengte Waterstand (NAP) Hierbij zijn de gemiddelde waterstanden t.o.v. NAP bij een plaats vermeld, welke van invloed zijn op (een bepaald traject van) de vaarweg (in getijgebieden of langs rivieren). Attributen vaarwegnummer plaatsnaam kilometerpunt kilometerraai waterstand GW waterstand HW waterstand LW waterstand LLWS Het kilometerpunt-gegeven behoeft eventueel niet ingevuld te zijn omdat de plaats van een peilschaal en de daarbij horende waterstand niet direct aan de betrokken vaarweg hoeft te liggen. 120 Handboek Vaarwegkenmerken

123 Plaatsnaam De naam van de plaats, die behoort bij een waterstandsmeetstation. Getijtafels en Rijkswaterstaat-AVV Karakter, lengte 25 Waterstand GW Gemiddelde waterstand bij gemiddelde afvoer. Jaarboeken, 10-jarig overzicht Rijkswaterstaat Kan alleen ingevuld worden als geen sprake is van HW, LW, LLWS Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Waterstand HW Het gemiddeld(slotgemiddelde) Hoog Water, uitgedrukt in meters. Slotgemiddelde HW is de hoogwaterstand op een bepaald tijdstip (doorgaans: het slot van een decennium) volgens een meerjarige trendlijn, na correctie voor zowel korte toevallige schommelingen als meerjarige astronomische fluctuaties. Getijtafels voor Nederland; Tabel III (laatste versie) Kan alleen ingevuld worden als er geen GW is Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 121

124 Waterstand LLWS Het Laag Laag Water Spring, uitgedrukt in meters. Het LLWS is het gemiddelde over een periode van 5 jaar van het laagst opgetreden springlaagwater van elke maand. Getijtafels voor Nederland; Tabel III (laatste versie) Kan alleen ingevuld worden als er geen GW is Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen Inhoud > = -99,99 en < = 999,99 Waterstand LW Het gemiddeld(slotgemiddelde) Laag Water, uitgedrukt in meters. Slotgemiddelde LW is de laagwaterstand op een bepaald tijdstip (doorgaans: het slot van een decennium) volgens een meerjarige trendlijn, na correctie voor zowel korte toevallige schommelingen als meerjarige astronomische fluctuaties. Getijtafels voor Nederland; Tabel III (laatste versie) Kan alleen ingevuld worden als er geen GW is Numeriek, lengte (decimaalteken meegerekend) 6, 2 decimalen > = -99,99 en < = 999,99 Inhoud 4.22 Zwaaiplaats Een plaats, waar de vaarweg is verbreed met als doel schepen de gelegenheid te geven te keren. 122 Handboek Vaarwegkenmerken

125 Attributen vaarwegnummer kilometerpunt breedte-positie kilometerraai breedte zwaaiplaats Breedte zwaaiplaats Inhoud De breedte, uitgedrukt in meters. Vaarwegbeheerder Numeriek, lengte 3 > = 1 en < = 999 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 123

126 Tref woorden register Aantal doorvaartopeningen 57, 86, 770 Aantal kegels 779 Aantal sluizen 97 Absolute kilometeraanduiding 77, 78 Absolute kilometrering 49 Afmetingen 35 Afmetingen van de kunstwerken 74 Algemene Gegevens 70 AM 40 Ankerplaats 57 Aquaduct 87 AZM 47 Baken 53 Basculebrug 62 Be/bu 97 Bebakening 75 Bediening 56, 96 Beheerder vaarweg 79 Beheerdertype 79, 57, 76, 88, 98, 110 Bevaarbaarheid 74, 27 Bevaarbaarheidsklasse 27, 76 Bevaarbare breedte 26 Beweegbare brug 54 Beweegbare brug type 67 Bijzondere bepalingen 72 Bijzonderheden 13 BM 40 Bo/bi 97 Bodembreedte 27 Boeien 53 Boezempeil 43, 44 Borden 94 Boxen 720 Breedte algemeen 37 Breedte duwvaart 37 Breedte gekoppeld 37 Breedte op KP 28 Breedte tot 27, 28, 29 Breedte van 26, 27, 28 Breedte zeevaart 37 Breedte zwaaiplaats 723 Breedte-positie 57 BRTN 40 Bunkerstation 64 BZM 47 CEMT 22 CM 47 Comm. o.d. Trekvaarten 79 Communicatie/verkeers- en radarposten 74 Connectie 64 Connectietype 64 CZM 47 Deelkolklengte 102 Defensie 79 DGSM 79 Diensthaven Handboek Vaarwegkenmerken

127 Trefwoordenregister Diepgang algemeen 37 Diepgang duwvaart 37 Diepgang gekoppeld 38 Diepgang zeevaart 38 Diepte haven 73 Diepte tot 31 Diepte vaarweg 30 Diepte van 30 Diepteborden 94 Diepteschaal 93 DM 41 Domeinen 19 Doorvaarthoogte 76 Doorvaartopening 57, 770 Doorvaartopening beweegbare brug 58 Doorvaartopening overig kunstwerk 88 Doorvaartopening vaste brug 770 Doorvaartopeningen 57, 88 Doorvaartopeningnummer 58, 88, 111 Draaibrug 62 Drempeldiepte 60, 90, 772 Drempeldiepte beneden/buiten 703 Drempeldiepte boven/binnen 704 Drempeldiepte tussendeur 704 Dub. rolbasculebrug 62 Dubbele basculebrug 62 Dubbele draaibrug 62 Dubbele ophaalbrug 63 Duwvaart 38 DZM 47 Ebdeur 702 Flikkerlicht 83 Gebied 65 Geleidelicht 81 Gem. Havenbedrijf 20 Gemeente 20 Gemiddelde waterstand 46 Geografische vaarwegnaam 37 Getijhaven 70 Gierpont 775 Groepflikkerlicht 83 Groeponderbroken licht 82 Groepschitterlicht 83 Groepsnelflikkerlicht 83 Grondduiker 87 GW 727 Handelshaven 70 Haven 9, 35, 68 Havenlangs oever 70 Havenbedrijf 20 Havenlicht 87 Havenschap 20 Haventype 69 Heemraadschap 20 Hefbrug 62 Het Rijk (Belgie) 20 Hoofdtransportas 45 Hoofdvaarweg 46 Hoog Geleidelicht 87 Hoogheemraadschap 20 (Hoog)heemraadschap 20 Hoogspanningslijn 76 Hoogte 99, 772 Hoogte algemeen 38 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 125

128 Trefwoordenregister Hoogte duwvaart 38 Hoogte gekoppeld 38 Hoogte geopend 59, 89 Hoogte gesloten 59, 89 Hoogte zeevaart 38 HW 727 Koppelplaats 52 KP 30, 47 Kunstwerken 14 Kunstwerktype 87 Kustwacht 74 Industriehaven 77 Insteekhaven 70 Isofase licht 82 Jachthaven 70 Kabel 87 Kabelpont 775 Kade/laad-loswal 78 Kanaal 34, 56, 104 Kanaalpeil 30, 42 Karakter licht 87 Karakter vaarweg 32 Karaktertype 33 Keersluis 60, 87 Kegels 779 Kilometerpunt 49 Kilometerpunt begin 77 Kilometerpunt einde 78 Kilometerraai 76, 50 Kilometerraai begin 78 Kilometerraai einde 78 Kilometrering 8, 14 Klapbrug 63 Kleur licht 80 KMR 76 Kolklengte 702 Kolkwijdte 707 Laag Geleidelicht 87 Lang schitterlicht 83 Lengte algemeen 36 Lengte ankerplaats 52 Lengte duwvaart 36 Lengte gekoppeld 36 Lengte kade(s) 73, 79 Lengte wacht-/ligplaats 778 Lengte zeevaart 36 Licht 80 Lichtboeien 53 Lichten 75 Lichtnummer 85 Ligging 63, 90, 107,114 Ligplaats 777 LLWS 727, 722 LW 722 MWZM Marifoonkanaal 55, 74, 79, 92, 709, 776, 778 Markeringslicht 87 Matrixborden 94 Max. snelheid 73 Max. toegestane afmetingen 73 Maximaal toegestane afmetingen 35 Maximale afwijking negatief 47 Maximale afwijking positief 47 Maximale diepgang binnenvaart haven Handboek Vaarwegkenmerken

129 Trefwoordenregister Maximale diepgang zeevaart haven 74 Meer/Plassengebied 35 Meerboeien 53, 120 Melden 778 Minimale wijdte hoofd 707 Mistsein 93 Mistzwaailamp 94 Morse code A 84 Morse code U 84 Motorboot 776 Motorveerpont 776 B Naam 54, 85 Naam ankerplaats 57 Naam beheerder 27, 57, 76, 88, 98, 110 Naam brug 54, 708 Naam haven 68 Naam kade/bedrijf 78 Naam kunstwerk 85 Naam peil 42 Naam sluis 99 Naam sluiscomplex 95 Naam verkeerspost 776 Naam/beschrijving connectie 65 Naamborden 94 Natriummistlamp 94 Nautisch beheerder 79 Nautofoon 94 NS 20 ^EI Oeverlicht 87 Omschrijving 93 Omschrijving sein 93 Onderbroken flikkerlicht 83 Onderbroken licht 82 Onderbroken snelflikkerlicht 84 Onderbroken ultrasnel flikkerlicht 84 Ontgasboei 52 Ontheffingen 13 Oorlogshaven 70 Ophaalbrug 63 Overig kunstwerk 85 Overige vaarweg 46 Overnachtingshaven 70 Overnachtingsplaats 720 Particulier 20 Particuliere haven 70 Passantenhaven 77 Peilborden 94 Peilschaal 93 Peiltabel 42 Persleiding 87 Pijpleiding 87 Plaatsnaam 720 Polderpeil 43 Pontonbrug 63 Pontondraaibrug 63 Provincie 20 Provinciegrens 97 Puntgegevens 48 Radarpost 97 Radarpostnummer 92 Radarreflector 94 Recreatieschap 20 Recreatietoervaartnet 40 Recreatievaart 40 Recreatievaartklasse 40, 76 Reddingsboot 74 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 127

130 Trefwoordenregister Referentievlak 30, 56, 72, 77, 85, 109 Referentievlak be/bu 97 Referentievlak bo/bi 97 Referentievlak hoogte 700 Referentievlak tussen 705 Reglementen 72 Relatieve plaatsaanduiding 18, 50 Richtingsborden 94 Rijksgrens 97 Rivier 33, 56, 109 Rivier gekanaliseerd 34 Roeiboot 776 Rolbasculebrug 62 Rolbrug 63 RWS 20 Scanner 55, 96, 109 Schaal 92 Schaaltype 92 Schitterlicht 82 Schutlengte 98 Schutlengte ebdeur 702 Schutlengte vloeddeur 703 Sectorlicht 81 Sein 93 Seinen 75 Seinraam 94 Seintype 93 Semafoor 93 Sifon 87 Sirene 94 Slotgemiddelde HW 727 Slotgemiddelde LW 722 Sluis 98 Sluis(complex) 94 Sluisnummer 98 Snelflikkerlicht 83 Soort licht 80 SP 47 Spuisein 94 Spuisluis 87 steekbakens 53 Steiger 79, 720 Stopsein 94 Stormsein 93 Streefpeil 74, 42, 44, 46, 56 Stremmingsein 94 Stroomsnelheidsborden 94 Stuw 87 Stuwpeil 43, 44, 47 TEM 777 Tijgebied 56, 709 Toeleidingskanaal 34 Tonnen 53 Trajectgegevens 76 Transport Economisch Model 7 77 Transportband 87 Tunnel 87 Type vaarweg 45 Ultrasnel flikkerlicht 84 Vaargeul 34 Vaarweg 65 Vaarwegligging 77 Vaarwegnaam 7 7 Vaarwegnummer 70, 76, 48 Vaarwegtypering 45 Vast licht 82 Vast- en schitterlicht Handboek Vaarwegkenmerken

131 Trefwoordenregister Vaste brug 708 Veer 774 Veer tussen 7 74 Veerhaven 70 Veertype 7 75 Vergunningen 73 Verkeersborden 94 Verkeerspost 776 Verkenningslicht 87 Vervoersstroom 45 Verwijzing vaarwegnummer 67 Visserijhaven 77 VKM-knooppunt 777 VKM-knooppuntnummer 777 Vluchthaven 77 Voorhaven 34, 77 Voorhoogteschaal 93 Voorsein 94 Winterpeil 74 Winterpeil 30 Woonschepenhaven 77 Wrakkensein 94 Zwaaiplaats 722 MKH Waarde (winter)peil 44 Waarde zomerpeil 45 Waarschuwingsborden 94 Waarschuwingslichten 94 Wacht-/ligplaats 777 Waterschap 20 Waterstand 74 Waterstand (NAP) 720 Waterstand GW 727 Waterstand HW 727 Waterstand LLWS 722 Waterstand LW 722 Waterstanden 74 Wegwijzer-vaarweg 7, 70 Werkhaven 77 Wijdte 58, 88, 777 Wijdte invaart 77 Windstreek 63, 90, 707, 774 Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 129

132 Co I of on Uitgave Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Januari 1994 Redactie en coordinatie Lea Kuiters, AVV-IBN Rene Visser, AW-IBN Realisatie en coordinatie Herman Bas, AVV-BGI Piet Deurloo, AVV-BGI Lea Kuiters, AVV-IBN Koos de Roover, AVV-BGI Rene Visser, AVV-IBN Ton van Zelst, AVV-BGI Fotografie Jan Verburg, AVV-BG Figuren Rene Visser, AVV-IBN Vormgeving Edo van Dijk BRS Premsela Vonk, Amsterdam Zetwerk en druk Opmeer Boekdruk Offset, Den Haag 130 Handboek Vaarwegkenmerken

133 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1995 CIP-Gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Handboek Handboek Vaarwegkenmerken : begrippen en definities / [Herman Bas... et al. ; ill.: Jan Verburg ; red.: Lea Kuiters... et al.]. - Rotterdam : Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer. - III. ISBN Trefw.: Vaarwegen \ binnenscheepvaart; terminologie Augustus 1995 Handboek Vaarwegkenmerken 131