Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van mw. S. Nulkes (VVD) (d.d. 17 oktober 2008) Nummer Onderwerp Verlegging vliegroutes Schiphol

Transcriptie

1 Antwoord van Gedeputeerde Staten op vragen van mw. S. Nulkes (VVD) (d.d. 17 oktober 2008) Nummer 2208 Onderwerp Verlegging vliegroutes Schiphol Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In het Leidsch Dagblad van donderdag 16 oktober 2008 staat het volgende artikel: Meer overlast door proef vliegroute. In dit artikel wordt beschreven, dat eerdere plannen om aanvliegroutes van en naar Schiphol te verleggen van Noord-Holland naar Zuid-Holland, serieuzere vormen aannemen. Vooral de Duin- en Bollenstreek zal extra geluidshinder ondervinden van deze nieuwe vliegroutes. De VVD is zeer verbaasd dat uit het artikel blijkt, dat provincie Zuid-Holland niet is betrokken bij het overleg omtrent de verlegging van de vliegroutes over Zuid- Holland. De VVD vindt het niet wenselijk dat provincie Noord-Holland onze provincie vertegenwoordigt in een overleg, waarbij we tegenstrijdige belangen hebben. 1. Heeft u van bovengenoemd artikel kennisgenomen? Antwoord Ja. Graag verwijzen wij u naar de 'Stand van zakennotitie' die onderaan de (korte) beantwoording van de vragen zijn opgenomen. Daarin is opgenomen de taak en de een procesbeschrijving van de Alderstafel, de betrokkenheid van de provincie Zuid-Holland en de te ondernemen acties. 2. Is het correct dat Zuid-Holland niet is vertegenwoordigd bij het overleg genoemd, zoals in het artikel? Antwoord Het klopt dat de betrokken gemeenten in Zuid-Holland of de provincie Zuid- Holland tot nu toe niet uitgenodigd zijn om deel te nemen aan de 'Task-force'. Voor de duidelijkheid; de gemeente Haarlemmermeer heeft een eigen Task-force ingesteld die de verlegging van de Spykerboorroute heeft onderzocht. Daaruit zijn DMB/2006/2 voordr

2 Pagina 2/12 drie alternatieven naar voren gekomen en is er geconcludeerd dat er kansen zijn voor netto hinderbeperking bij de wijziging van de Spykerboorroute. In het Aldersadvies aan de Ministers van VROM en V. en W. van 1 oktober 2008 staat over de Task-force Routes daarom het volgende: 'Ten aanzien van het nader onderzoek naar de mogelijkheden van het aanpassen of bundelen van de route tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep en de routes bij Aalsmeer/Uithoorn en Amstelveen, hebben partijen geconcludeerd dat er kansen zijn voor netto hinderbeperking bij de wijziging van de Spykerboorroute. Partijen werken een voorstel uit waarbij geoptimaliseerd wordt op hinder, piekuurcapaciteit en efficiency en ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Het experiment wordt ter advisering voorgelegd aan de CROS'. 3. Bent u het met de VVD-fractie eens, dat Zuid-Holland bij dit overleg betrokken zou moeten zijn? Antwoord Ja, we zijn het met u eens dat Zuid-Holland betrokken moet zijn bij de verlegging van alle uitvliegroutes waarvan de geluidseffecten negatief uitwerken voor Zuid- Holland, zoals dat mogelijk het geval zou kunnen zijn bij de verlegging van de Spykerboorroute. Dit heeft de provincie al kenbaar gemaakt in de brief (faxdatum 14 november 2008) die gedeputeerde van Heijningen aan de heer Hooijmaijers (in zijn hoedanigheid als voorzitter van de Bestuurlijke Regie Schiphol) heeft gestuurd. Hierin staat dat 'het goed zou zijn wanneer een of meerdere vertegenwoordigers uit Zuid-Holland aan de door Alders voorgestelde Taskforce deel zullen nemen'. Een brief aan de heer Alders om vanuit Zuid-Holland/Zuid- Hollandse gemeenten deel te nemen aan de 'Task-force routes' zal binnenkort verzonden worden. 4. Bent u het met de VVD-fractie eens, dat extra vluchten over de Duin- en Bollenstreek leidt tot een ongewenste situatie, omdat inwoners van deze streek extra geluidshinder ondervinden? Antwoord In de beleidsnota Schiphol 'Vleugels in Balans' staat dat het voor de 'provincie Zuid-Holland van eminent belang is om de negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving te minimaliseren en dat een toename van de druk op de kwaliteit van de woonomgeving (milieu en veiligheid) geminimaliseerd moet worden en/of adequaat gecompenseerd'. Een toename van de geluidshinder in de Rijn-Duin- en Bollenstreek is dan ook een ongewenste situatie.

3 Pagina 3/12 5. Bent u voornemens om vanaf nu actief te participeren in het overleg inzake mogelijke verlegging vliegroutes naar Zuid-Holland? Antwoord Ja. Aan de 'achterkant' van het proces rond de wijziging van de Spykerboorroute worden de betrokken gemeenten in Zuid-Holland en de provincie Zuid-Holland, zo wie so in staat gesteld om gebruik te maken van de geëigende procedures (inspraakprocedures en advisering via de CROS 1 ). Echter over deelname aan de 'voorkant' (formuleren onderzoeksvraag, toetsingscriteria e.d.) van het onderzoek naar de wijziging van de Spykerboor daarover is, door de voorzitter van de BRS, de heer Hooijmaijers, in de vergadering van de BRS op 3 oktober 2008 gesteld dat 'het niet de bedoeling is dat er wordt deelgenomen aan de Taskforce en dat hij de gemeenten in Zuid-Holland zal vertegenwoordigen en dat zij vertrouwen in moeten hebben dat hij zijn best doet'. Wij zijn van mening dat Zuid-Holland haar eigen belangen dient te behartigen en zullen, zoals hierboven reeds gesteld, binnenkort aan de heer Alders kenbaar maken dat de provincie Zuid-Holland of de betrokken Zuid-Hollandse gemeenten deel willen nemen aan de Taskforce Routes 2. Daarnaast zullen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland mede in overleg met Gedeputeerde Staten van Noord-Holland de procedure en wijze van participatie van Zuid-Holland aan de Alderstafel nader bespreken. 1 - elke wijziging van een route (die invloed heeft op de grenswaarden in de handhavingspunten) kan alleen plaatsvinden wanneer deze nieuwe route eerst via een experiment wordt uitgetest - daarvoor is in de Wet luchtvaart een voorziening opgenomen, nl artikel 8.23a. Het zgn. experimenteerartikel. - dit stelt dat voor een voorgenomen wijziging van een route bij de Ministers van V. en W./VROM een aanvraag moet worden ingediend (incl ex ante effecten van de routewijziging). Op basis daarvan stellen de ministers een ontwerp-ministeriële regeling op en vragen daarover advies aan de CROS. Tevens wordt de ontwerp-regeling ter inspraak voorgelegd. De CROS brengt advies uit over de maatregel, m.n. over het aspect of verwacht wordt dat de maatregel tot hinderbeperking zal leiden. Op basis van dat advies en de inspraak besluiten de ministers tot uitvoering van het experiment. Na 1 jaar wordt het experiment op basis van de in de regeling opgenomen criteria geëvalueerd en wordt al dan niet besloten tot definitieve doorvoering. Bij definitieve doorvoering dient het LVB definitief te worden aangepast. Waarvoor een MER-procedure (incl inspraak) noodzakelijk is. 2 In een gesprek met de secretaris van de Alderstafel is aangegeven dat de verantwoordelijkheid voor de Taskforce routes het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is en niet de BRS of de heer Hooijmaijers.

4 Pagina 4/12 Nadere informatie over de inzet van de provincie Zuid-Holland op de gevolgen van het Aldersadvies en de mogelijkheden tot deelname aan de Taskforce zijn hieronder in de vorm van een 'Stand van zakennotitie' toegevoegd. Den Haag, 25 november 2008 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, M.H.J. van Wieringen-Wagenaar voorzitter, J. Franssen

5 Stand van zakennotitie Alderstafel middellange termijn Bijlage bij de beantwoording schriftelijke vragen van mevr. S. Nulkes over 'Verlegging vliegroutes Schiphol (nr. 2208) Inleiding De toekomst van de luchthaven Schiphol is onderwerp van gesprek aan de zogenaamde Alderstafel. Hierin zitten vertegenwoordigers van Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland, KLM, een delegatie van bewonersvertegenwoordigers en de BRS (Bestuurlijke Regie Schiphol), onder leiding van Hans Alders. Deze overlegtafel is in december 2006 opgericht met als doel ontwikkelingen voor de luchtvaart op Schiphol, de hinderbeperking en de kwaliteit van de omgeving gezamenlijk uit te werken. De overlegtafel is ingesteld na de evaluatie van het Schipholbeleid (2003), de overleggen tussen Kamer en Kabinet en de belanghebbenden rond Schiphol en het kabinetsstandpunt Schiphol (april 2006). De Alderstafel adviseert over (1) de korte termijn (2007), (2) de middellange termijn. Het laatste is in deze notitie aan de orde. De opdracht aan de Alderstafel voor de middellange termijn (periode ) is als volgt: een door alle partijen aan tafel gedragen advies uit te brengen aan de ministers van Verkeer en Waterstaat en van VROM. Een advies dat de politiek in staat stelt te besluiten over een werkbare afspraak voor de middellange termijn waarmee de beschikbare milieuruimte (criteria voor gelijkwaardigheid) voor Schiphol kan worden benut en waarmee een balans wordt bereikt tussen de ontwikkeling van de luchtvaart, hinderbeperkende maatregelen, vergroten van de kwaliteit van de leefomgeving en de mogelijkheden voor gebruik van de ruimte rond de luchthaven. Daarbij komen ook mogelijke verbeteringen in het normen- en handhavingstelsel aan de orde. Betrokkenheid provincie Zuid Holland De provincie Zuid-Holland is bij het advies betrokken via de BRS (Bestuurlijke Regie Schiphol) 3. De BRS-delegatie aan de Alderstafel behartigt de belangen van de 36 gemeenten in de regio en die van de provincie Utrecht en Zuid-Holland. Hiertoe heeft zij voorafgaand aan de gesprekken aan de Alderstafel diverse overleggen gevoerd met de regiogemeenten en de provincies op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau. De belangen van de partijen in de BRS lopen niet altijd parallel, met name als het gaat om het verdelen van de lasten (zoals geluid). Door de getrapte vertegenwoordiging is de provincie Zuid Holland niet altijd tijdig en volledig geïnformeerd door de BRS. Deels is dit te wijten aan de grote tijddruk waaronder het advies tot stand is gekomen. Een voorbeeld is dat de achterliggende onderzoeken, ondanks ons verzoek hiertoe, nooit door de BRS beschikbaar zijn gesteld. Inmiddels heeft de provincie Zuid-Holland ze overigens wel - op eigen verzoek - rechtstreeks van de Alderstafel ontvangen. 3 De BRS is opgericht om de belangen en standpunten van Amsterdam, Noord-Holland en Haarlemmermeer met betrekking tot de toekomst van Schiphol en omgeving, af te stemmen en te coördineren. De BRS heeft als doel het voeren van de regionale regie van de besluitvorming over de toekomst van de luchthaven Schiphol, gericht op een evenwichtige ontwikkeling van het gebied rond de luchthaven. De deelnemers in de BRS zijn de portefeuillehouders luchthaven Schiphol van Amsterdam, Noord-Holland en Haarlemmermeer. Daarnaast kent de BRS nog leden die niet deelnemen aan de reguliere overleggen. Dit zijn 36 gemeenten in de regio en de provincies Utrecht en Zuid-Holland; sinds kort ook de Stadsregio Amsterdam. De BRS komt drie á vier maal per jaar bij elkaar en wordt ambtelijk ondersteund vanuit de betrokken organisaties De overige BRS-partijen worden via communicatie- en informatie betrokken bij de ontwikkelingen van de Luchthaven. De BRS richt zich vooral op de ruimtelijke effecten van Schiphol. De voorzitter is Ton Hooijmaijers (gedeputeerde Ruimtelijke Ordening en Financiën van de provincie NH). 5

6 De provincie Zuid Holland heeft haar standpunten, ingebracht in de vergaderingen van de BRS zowel mondeling als schriftelijk. Deze vergaderingen, zowel ambtelijk als bestuurlijk, vonden regelmatig plaats, voorafgaand aan de overleggen van de Alderstafel Daarnaast heeft de provincie haar standpunten afgestemd met het cluster Zuidwest (van de CROS) en de twee andere clusters die binnen het Zuid-Hollandse gebied liggen (Zuid en Zuidoost; beide minder actief betrokken dan het eerstgenoemde cluster), zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. De inbreng van de provincie Zuid-Holland staat in de tabel (zie de bijlage). Bezwaarpunten provincie Zuid-Holland De belangrijkste verschilpunten tussen het Aldersadvies en het standpunt van de provincie Zuid Holland: 1. Het stellen van een volumegrens (maximaal aantal vliegbewegingen) in plaats van een milieugrens (bijvoorbeeld geluidbelasting). 2. Verleggen van de startroute Spykerboor. In verschillende opties voor verlegging neemt in de Bollenstreek het aantal ernstig gehinderden sterk toe. De verlegging van de route ondergraaft verder de afspraken van de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek waarin wordt uitgegaan van de huidige verdeling van geluid. 3. Afschaffing van de handhavingspunten. Hierdoor is lokale bescherming niet meer per se gegarandeerd. Dit is in strijd met het kabinetsstandpunt waarin plaatsen verder weg van Schiphol betere bescherming zouden moeten krijgen. 4. Geen uitwerking van de metingen. Deze worden wel uitgevoerd maar niet voor handhavingsdoelen. Wat en hoe gemeten wordt is niet duidelijk. 5. Evaluatie door de partijen van de Alderstafel. Hierdoor zullen de meeste gemeenten wederom niet aan tafel zitten. Proces Alderstafel Aanpak Het Aldersadvies is tot stand gekomen na bijeenkomsten en gespreksrondes met drie delegaties (luchtvaartsector, BRS en bewonersvertegenwoordigers). Verder is een aantal onderzoeken en verkenningen uitgevoerd zoals een Strategische Milieuverkenning, een visie op het netwerk van bestemmingen vanaf Schiphol en verkenningen naar mogelijke hinderbeperkende maatregelen. Meningsverschillen Een van de complexe punten waarover veel verschil van mening bestaat is het normen- en handhavingstelsel. De bestaande handhavingspunten (waardoor lokaal op een aantal punten de geluidbelasting wordt berekend en getoetst aan grenswaarden) worden door de omwonenden van cruciaal belang geacht vanwege de lokale bescherming. De sector heeft er echter moeite mee omdat zij voor het operationele luchtvaartbedrijf rigide en daardoor beperkend werken. Deze handhavingspunten keren in het nieuwe systeem op termijn niet terug. Het Convenant waarin hinderbeperkende maatregelen zouden worden vastgelegd, was niet beschikbaar ten tijde van de het uitbrengen van het Aldersadvies. Hierop heeft een van de drie vertegenwoordigers van de omwonenden zich uit de Alderstafel teruggetrokken. Voor het overige ging het om een constructief proces volgens de Alderstafel zelf. m.e.r.-procedure Van de voorgestelde alternatieven zullen in de m.e.r.-procedure de milieueffecten, zoals veiligheid, geluid en emissies worden onderzocht. Oorspronkelijk was sprake van twee milieueffectrapporten die samen één procedure doorliepen. Het eerste ging over de milieuruimte op de korte termijn (tot 2010); deze is afgerond en heeft geleid tot aanpassing van het Luchthavenverkeerbesluit. Het tweede onderzoek vormde een Strategische Milieuverkenning naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de luchthaven Schiphol op de middellange termijn. Een onderdeel daarvan, 6

7 de periode tot 2012, volgt in principe ook een m.e.r.-procedure. Echter, gezien de laatste ontwikkelingen in de luchtvaart (huidige conjunctuur, hoge brandstofprijzen) en de daarmee gepaard gaande bijgestelde vliegtuigbewegingen, is besloten besluitvorming hierover te temporiseren. Deze milieuverkenning is evengoed wel al uitgevoerd. In 2009 wordt dit opnieuw bezien. Deze milieuverkenning heeft wel als input gediend voor de Alderstafel. Ook bij besluitvorming over een nieuw normen- en handhavingstelsel zullen wederom de milieueffecten in kaart moeten worden gebracht. Vervolg proces algemeen Het advies van de Alderstafel aan de Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Verkeer en Waterstaat is gepubliceerd op 1 oktober Op dit advies bestaat geen formele inspraakmogelijkheid. Het vervolg kent vooralsnog de volgende stappen: 1) een kabinetsstandpunt, dit is inmiddels op 10 oktober 2008 verschenen en bestaat uit het overnemen van het advies. 2) 5 november 2008 en 19 november 2008: algemeen overleg Tweede Kamer over het Aldersadvies respectievelijk luchtvaart. 3) in november of december 2008 zal een laatste Alderstafel worden gepland, waarin een Uitvoeringsplan wordt besproken. 4) de uitwerking hiervan in de Luchtvaartnota door Verkeer en Waterstaat, die is voorzien eind Dan wordt de Tweede Kamer hierover geïnformeerd, alsmede over het stappenplan en tijdpad voor het nieuwe normen- en milieustelsel. In de nota staat de rijksvisie op de ontwikkeling van de Nederlandse luchthavens. Ook zal de nota beleidsvoorstellen bevatten over onder meer de ontwikkeling van Schiphol voor de middellange termijn, waaronder selectiviteitsbeleid, de samenhang tussen Schiphol en de regionale luchthavens (van nationaal belang), duurzaamheid in de luchtvaart en governanceprincipes voor de totale luchtvaartketen. Tot nu toe is de provincie Zuid-Holland hierover ambtelijk geconsulteerd. PZH heeft hierbij het standpunt uitgedragen de bevoegdheid (voor het vaststellen van de milieurandvoorwaarden) voor Rotterdam te willen hebben, ook in geval van één luchthavensysteem. 5) Tegelijk met het aanpassen van de Wet Luchtvaart (vanwege de ontwikkeling van een nieuw normen- en handhavingstelsel) zal ook het LVB Schiphol worden aangepast met een grondslag voor zowel de begrenzing van het verkeersvolume op Schiphol als voor de benadering. Over de planning hiervan kan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat nog geen uitsluitsel geven op dit moment. Uiteraard gelden hier de gebruikelijke procedures bij aanpassing van wetgeving. Specifiek bij het LVB geldt dat geen sprake is van bezwaar en beroep, maar alleen van een procedure vooraf waarbij een ieder wensen en bedenkingen naar voren mag brengen. Vervolg proces PZH De provincie Zuid-Holland heeft in dit proces verschillende mogelijkheden tot haar beschikking om invloed uit te oefenen. Enerzijds aan de achterzijde van het proces (veel trajecten zoals de experimenten, beschikken over inspraak achteraf), anderzijds aan de voorzijde. De volgende activiteiten zal de provincie ondernemen: 1. Brief aan Hans Alders en de Ministers van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Hierin wordt aangegeven dat de provincie Zuid- Holland aan de voorzijde van het proces betrokken wil zijn, bij de Taskforce Routes, waarin routes en de wijzigingen daarin worden besproken. Deze optie is met de secretaris van het 7

8 Aldersoverleg besproken. Het gaat dan alleen om de routes waar Zuid-Hollandse belangen in het geding zijn, zoals in de SPYKERBOOR-route. De BRS kan de provincie Zuid-Holland hierin onvoldoende vertegenwoordigen gezien de soms strijdige belangen. 2. Druk uitoefenen via gelijkgestemden, en met name het cluster Zuidwest of het buitengebied in Noord-Holland. Hierbij is ook van belang dat bestuurders uit het Zuid-Hollandse gebied deelnemen aan het vervolgproces aan de Alderstafel. In dit kader wil de provincie Zuid- Holland een brief versturen aan de voorzitter van de BRS (de heer Hooijmaijers) en aan de heer H. Alders, waarin zij kandidaten voorstelt voor het vervolg van de Alderstafel ter vervanging van de heer H. Eilert (de huidige gedelegeerde vanuit de BRS aan de Alderstafel 4 ). Voorlopig wordt gedacht aan iemand uit het cluster Zuidwest van de CROS. Deze kandidaat of kandidaten moeten nog worden afgestemd met Zuidwest en betrokkenen. 3. Via de CROS: de CROS heeft een adviesfunctie ten aanzien van de verschillende experimenten die zullen worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor verlegging van routes. 4. Via de BRS kunnen politici worden beïnvloed. Echter, de BRS richt zich hierbij vooral op de belangen van de Noord-Hollandse gemeentes en provincie. De BRS ziet het advies van Alders ook als één en ondeelbaar en schaart zich daar dus achter. Deze weg lijkt dan ook niet heel kansrijk. Wel is inmiddels door Zuid-Holland een brief verstuurd aan gedeputeerde Hooijmaijers (voorzitter BRS) over de visie van de provincie Zuid-Holland op de rol van de BRS aan de Alderstafel (mandaat) en het advies van Alders. 5. De juridische weg: Pas bij aanpassing van het Luchthavenverkeerbesluit kan zij haar zienswijze indienen. Bezwaar en beroep is niet mogelijk. 6. m.e.r. middellange termijn: in 2009 wordt opnieuw besloten of besluitvorming hierover opportuun is. Bij de m.e.r. is het voor een ieder mogelijk om een zienswijze in te dienen. Uiteraard geldt hetzelfde voor eventuele andere m.e.r. s die nodig zullen zijn bij invulling van het nieuwe normen- en handhavingstelsel. 7. Brief van de provincie Zuid-Holland aan de Tweede Kamer eind 2008 wanneer de Tweede Kamer over de Luchthavennota wordt geïnformeerd, waarin de adviezen van de Alderstafel zijn meegenomen. Deze stap wordt gezien als laatste mogelijkheid om druk uit te oefenen. Het voorstel is om in eerste instantie via voorgenoemde mogelijkheden druk uit te oefenen. 4 Henk Eilert heeft zijn positie als wethouder van Uitgeest neergelegd, waardoor hij zeer waarschijnlijk ook zijn positie aan de Alderstafel zal moeten neerleggen. 8

9 Bijlage Standpunten Alderstafels en input provincie Zuid-Holland Op 1 oktober 2008 is het advies van de Alderstafel verschenen. Hieronder wordt ingegaan op de belangrijkste punten uit het advies en de zienswijze van de provincie Zuid-Holland hierop. In hoeverre beide overeenkomen dan wel afwijken is aangegeven met de stoplichtkleuren groen, oranje en rood. De zienswijze van de PZH is gebaseerd op de beleidsnota Schiphol Vleugels in balans van de provincie Zuid-Holland (2002) en de daarop gebaseerd in het BRS ingebrachte standpunten van de provincie. Het algemene uitgangspunt van de Alderstafel is: Selectieve groei Schiphol is mogelijk, Terwijl geluidsoverlast in de directe omgeving van de luchthaven wordt beperkt. Advies Alderstafel middellange termijn Volumebegrenzing: maximaal vliegbewegingen per jaar in Waarvan in de nacht (vanaf ). Een situatie waarin de gewonnen milieuruimte voor de helft ten goede komt aan de sector en de andere helft aan de bewoners wordt tot en met 2020 niet geadviseerd omdat de bewonersorganisaties een absolute grens als voorwaarde stellen en de effecten tot 2020 gelijk zijn. Wel dient het Rijk dit nader te onderzoeken, zodat de methode na 2020 kan worden ingevoerd. Advies is om voor beide methoden een grondslag in het Luchthavenverkeesbesluit (LVB) Schiphol een grondslag te creëren. Selectief gebruik Schiphol voor hub- en mainportgebonden verkeer. Overig verkeer ( vliegbewegingen) wordt verdeeld over de regionale velden Lelystad, Eindhoven (bij beide luchthavens vergt dit nog besluitvorming). Bij Rotterdam Airport wordt de groeiruimte beperkt geacht. Convenant Selectiviteit: over verplichtingen Rijk en Schiphol over selectieve ontwikkeling. Afspraken over baangebruik: o 2+1 baangebruik wordt gehandhaafd. Afwisselend 2 startbanen en 1 landingsbaan of twee landingsbanen en een startbaan. Beperkt is een vierde baan beschikbaar (gem. 40 en max. 60 vliegtuigbewegingen per dag voor operationele verstoringen). o Strikt geluidspreferentieel baangebruik: afhandeling verkeer op banen die minste geluidsoverlast geven. Ingebracht door PZH Geen volumegrens maar milieugrens, dit prikkelt de sector om innovatieve maatregelen te nemen. Uitplaatsing naar Rotterdam zou alleen mogelijk moeten zijn onder de huidige (milieu) randvoorwaarden en indien dit bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van Rotterdam Airport als zakenluchthaven. Akkoord met het baangebruik. Het effect van de inzet van de vierde baan, zoals voorgesteld in het advies, is nog niet duidelijk. Hiernaar wordt nog onderzoek verricht. Het is daarom lastig hierover al een goed standpunt te bepalen. Tegelijk zullen bij de gemeente Nieuwkoop (die sterk wordt 9

10 getroffen bij gebruik vierde baan) de effecten moeten worden geminimaliseerd. Wel stelt de provincie de voorwaarde te worden opgenomen in de Taskforce Routes, waarin optimalisatie van vliegroutes aan de orde is, als het gaat om Zuid-Hollandse belangen. Hinderbeperkende maatregelen in directe omgeving en verder gelegen gebied ( buitengebied ): convenant hinderbeperkende maatregelen voor de MLT (tot 2020): effect moet zijn afname van ernstig gehinderde personen in het buitengebied rond Schiphol met minimaal 5% ten opzichte van de grens van gelijkwaardigheid 5. Voorbeelden: - Uitbreiding huidige succesvolle proef vaste bochtstraaltechniek (manier van vliegen die leidt tot minder spreiding van het vliegverkeer) - Stille naderingen (geluidsarme glijvluchten, zogenaamde CDA s 6 ) in de avond leiden tot minder hinder in het wijde gebied rond Schiphol. Vanaf 2010 wordt hiermee geëxperimenteerd. Met name relevant voor buitengebied. - Taskforce routes: Rijk en PNH en sector verkennen optimalisatie vliegroutes om te komen tot optimalisatie (experimenten). Met betrokkenheid overige lokale bestuurders. Via consultaties worden regionale bestuurders en omwonenden betrokken. - Strikt geluidspreferentieel baangebruik (met name voor binnengebied) - In aanloop naar het ATM-concept ( Air Traffic Management ) maximaal inzetten op invoering vaste naderingsroutes en glijvluchten, reductie van verkort in- en uitdraaien, aanvliegen over zee en op routeoptimalisaties. - Experimenten met routeaanpassingen en bundelingen t.a.v. route tussen Hoofddorp en Niew- Vennep en de routes tussen Aalsmeer/Uithoorn en Amstelveen. Verder: verlenging hinderbeperkende experimenten (opgestart n.a.v. korte-termijnadvies Alderstafel in 2007) want tot nu toe succesvol. Merendeel van de experimenten wordt in regelgeving opgenomen. - CDA akkoord. - PZH heeft ingezet op betrokkenheid Taskforce Routes omdat daar mogelijkheden liggen voor grote hinderbeperking. - Akkoord bundeling etc. - Akkoord aanvliegen over zee onder de voorwaarden dat voorsorteren buiten de kustlijn en spreiding bij vertrek buiten de kustlijn gepaard gaat met: (A) hoger aan- en uitvliegen, (B) CDA en (C) geoptimaliseerde routes. 5 Gelijkwaardigheid houdt in dat in aangepaste Luchthavenbesluiten een gelijkwaardige bescherming (of beter) moet bestaan als in de eerste Luchthavenbesluiten. Zie: Kabinetsstandpunt Schiphol, april Continuous Descent Approaches 10

11 Betrekking op vliegroutes, nachtvluchten en aangepast baangebruik. Investering in projecten t.b.v. omgevingskwaliteit. Gemeenten zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de leefkwaliteit. Wel kan er een bijdrage in de totale kosten zijn bij beperkingen als gevolg van luchtvaartactiviteiten. Een vijftal pilotprojecten uit het Convenant Leefbaarheid van de korte termijn komen als eerste in aanmerking. Enerzijds gaat het om gebiedsgerichte projecten, anderzijds generieke en individuele maatregelen ( schrijnende gevallen ). Een Stichting beoordeelt de financiële bijdrage. De bijdrage bedraagt in eerste tranche tot 2012, 30 miljoen euro (Rijk, PNH en Schiphol ieder 10 miljoen) waarvan 10 miljoen voor de generieke en individuele maatregelen. In een tweede tranche (periode ) is er de intentie wederom 30 miljoen beschikbaar te stellen. Dit wordt vastgelegd in een Convenant Leefomgeving 7 middellange termijn. Op zich akkoord met de investeringen. Maar het gaat in ieder geval in eerste instantie vooral om projecten gelegen in het gebied van de provincie Noord-Holland. Een gemeente als Nieuwkoop wordt ook in hoge mate getroffen, maar valt mogelijk buiten de boot, afhankelijk van de precieze criteria, die nog niet bekend zijn. De provincie Zuid Holland heeft als uitgangspunt dat de hinder maximaal gelijk zal moeten blijven aan de huidige. Vanuit dat uitgangspunt zullen er niet meer gehinderden komen. nieuw normen- en handhavingstelsel: - uitgangspunten: beter bestuurbaar; gelijkwaardige bescherming (ook lokaal); handhaafbaar, transparant en uitlegbaar; prikkel tot innovatie. - Regels over beschikbaarheid en gebruik banen, gebruik en ligging routes en vlieghoogten - Grenzen aan verkeersomvang (zie boven) en aantalsnormen voor geluidsbelaste woningen, ernstig gehinderde en ernstig slaapverstoorde personen en woningen met een plaatsgebonden risico van 10-6 of hoger. - Proces: het jaarlijkse operationele plan (hoeveel, waar en hoe vliegt men) van de luchtvaartsector wordt ter advies voorgelegd aan CROS 8 ; dit heet: Vliegen volgens Afspraak (VVA). Vervolgens vaststelling door minister VROM. Vanaf 2010 wordt gestart met experimenten gedurende 2 jaar. Het Rijk en de Alderstafelpartijen werken dit uit. Als het aan de verwachtingen voldoet, vervalt het huidige stelsel met handhavingspunten. Gedurende de proefperiode blijft het huidige handhavingstelsel van kracht. Ten behoeve van het experiment zal een aanvraag worden ingediend voor het - daar waar nodig aanpassen van grenswaarden. Vooralsnog vasthouden aan huidig handhavingssysteem ter waarborging van de lokale bescherming tenzij andere waarborgen ingebouwd worden. 7 In totaal worden dus drie convenanten voorgesteld: (1) selectiviteit, (2) hinderbeperkende maatregelen (van beide is trekker ministerie V&W), (3) leefomgeving (trekker Provincie Noord-Holland). De convenanten zullen rond eind oktober 2008 klaar zijn ter ondertekening. 8 In de CROS zitten de vertegenwoordigers van omwonenden en bestuurders. 11

12 - Er dient advies te worden ingewonnen over de rechtsbescherming van het nieuwe stelsel ten opzichte van het huidige. Geluid zal worden gemeten 9 maar niet voor handhavingsdoeleinden. Monitoring Elke 4 jaar zal een evaluatie plaatsvinden. Verder wordt een uitvoeringsorganisatie, in samenstelling gelijk aan de Alderstafel, opgestart om sturing te geven aan o.a. de experimenten). Ruimtelijke ordening De beperkingengebieden uit het Luchthavenindelingsbesluit (LIB) Schiphol zullen worden geëvalueerd in samenhang met het experiment met het nieuwe normen- en handhavingstelsel en waar nodig aangepast. Verder wordt het vrijwaringsgebied (de 20 Ke) uit de Nota Ruimte geëvalueerd. Verlegging route Er starten experimenten voor verleggin van de startroute Spykerboor. Diverse van de mogelijke opties hebben grote invloed op Zuid-Hollands gebied, zoals verlegging van Hoofddorp naar Lisse. Akkoord dat wordt gemeten, hoewel de uitwerking onduidelijk is: wat wordt gemeten, wanneer en hoe? In deze samenstelling zitten de betrokken Zuid-Hollandse gemeentes niet. Het is nog onduidelijk op basis van welke gegevens wordt geëvalueerd. Het aantal ernstig gehinderde bewoners in de Bollenstreek neemt hierdoor toe met enkele duizenden, tegenover een afname hiervan in Hoofddorp en Haarlem. De cluster zuidwest is hierbij tot nu toe niet betrokken geweest. Wel heeft de PZH ingezet op betrokkenheid bij de Taskforce routes en specifiek ook de uitwerking van de verlegging van de SPYKERBOORroute. - De provincie wil dat criteria worden opgenomen over het succes van de verschillende experimenten, met name t.a.v. het nieuwe normen- en handhavingstelsel. Nu is niet duidelijk wanneer een experiment slaagt en wanneer niet. 9 Geluidhinder wordt momenteel berekend en niet gemeten. Er zal nu ook worden gemeten en dit wordt gepubliceerd, maar wordt niet betrokken in de handhaving. 12