Eindrapport Nieuw Limburgs Peil

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindrapport Nieuw Limburgs Peil"

Transcriptie

1 Eindrapport Nieuw Limburgs Peil Opgesteld door: Waterschap Peel en Maasvallei Versie: 2 juni 2010 Vastgesteld door DB d.d.: 2 juni 2010 Behandeld in commissie d.d. 15 september 2010 Vastgesteld door AB d.d. 6 oktober I -

2 Samenvatting Zie separate notitie (populaire versie) - II -

3 Voorwoord Water speelt in Limburg een belangrijke rol. Niet alleen vanwege de Maas, maar juist ook vanwege de vele beken, natte natuurgebieden en de economische waarde van water voor onder meer de landbouw en de drinkwatervoorziening. Dat deze rol ook in de toekomst van belang zal zijn, is evident. Verdroging in de natuur, intensivering van de landbouw, stedelijke uitbreiding en herstel van natuurlijke beken vragen om een duidelijk beeld van het grond- en oppervlaktewater. Naast deze ruimtelijke ontwikkelingen speelt ook klimaatsverandering een belangrijke rol. Verwacht wordt dat Nederland te maken gaat krijgen met meer korte hevige buien en langere droge perioden. Ook hier moet rekening mee gehouden worden. Om goed in te kunnen spelen op alle ontwikkelingen op het vlak van water is in het Nationaal Bestuursakkoord Water (juli 2003) afgesproken dat de waterschappen in opdracht van de Provincie het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR) (als onderdeel van het waterbeheersplan) opstellen. Doel van de opstelling van het GGOR is om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en vervolgens ook te houden. Uit dit proces moet een haalbaar, betaalbaar en realiseerbaar pakket van maatregelen komen, waarmee het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR) gehaald kan worden. In de periode heeft het waterschap samen met partners voor de Peelrestanten in Noord- en Midden-Limburg het GGOR uitgewerkt in de zogeheten pilots Noord- en Midden- Limburg. Op basis van de kennis die tijdens deze processen is opgedaan, heeft waterschap Peel en Maasvallei het GGOR proces voor het gehele beheergebied opgepakt. Het waterschap heeft het beheergebied opgedeeld in deelgebieden en voor elk deelgebied een lokale begeleidingsgroep opgericht. In deze begeleidingsgroepen zaten agrariërs, terreinbeheerders, milieuorganisaties, gemeenten en het waterschap zelf. Gedurende het proces hebben de leden ideeën ingebracht en keuzes gemaakt om te komen tot het GGOR. De Provincie en de waterschappen in Limburg hebben ervoor gekozen om de naam GGOR te vervangen door Nieuw Limburgs Peil (NLP). Voor u ligt het resultaat van dit proces. Een realistisch streefbeeld voor 2015 met eventuele uitloop naar 2020, waarbij doelrealisatie het belangrijkst is. Concreet met een verkenning van een pakket van haalbare en betaalbare maatregelen met opdrachten voor alle partijen. Met dit vernieuwend waterbeheer maken we samen een grote slag vooruit om droge en natte tijden beter te kunnen weerstaan. Natuur verbetert in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Knelpunten in de landbouw worden aangepakt en er is een helderder beeld van ruimtegebruik. De opdracht in stedelijk gebied kan beter worden ingevuld en water krijgt de ruimte daar waar dit nodig is. Nieuw Limburg Peil is een eerste resultaat dat interactief tot stand is gekomen en daarom mag rekenen op draagvlak in de streek. - III -

4 Inhoudsopgave Samenvatting... II Voorwoord... III 1. Inleiding Aanleiding Kader GGOR/Nieuw Limburgs Peil Proces/werkwijze Procedure en communicatie Leeswijzer Beleid en ontwikkelingen Europese ontwikkelingen en beleid Natura Kaderrichtlijn Water Nationale ontwikkelingen en beleid Vierde Nota Waterhuishouding Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) Provinciale ontwikkelingen en beleid Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) Provinciaal Waterplan Limburg ( ) TOP-lijst Stimuleringsplannen Natuur, Bos en Landschap Waterbeheerplan (WBP) Gebiedsbeschrijving Algemeen Historische situatie Huidig grondgebruik Geomorfologie en samenstelling afdekkende bodemlaag Geohydrologie en samenstelling diepere bodemlagen Grondwatersysteem Waterkwantiteit Waterkwaliteit Oppervlaktewatersysteem Waterkwantiteit Waterkwaliteit Bronnen Ecologie Semi-terrestrisch Aquatisch Wensen aan water Doelstelling landbouwgebied Beleidsdoelstellingen Wensen Doelstelling natuurgebied Beleidsdoelstellingen Wensen Doelstelling stedelijk gebied Beleidsdoelstellingen

5 Wensen Doelstellingen Water Beleidsdoelstellingen Wensen Knelpunten en kansen Knelpunten Kansen Opzet en resultaten modelberekeningen Actueel Grond- en OppervlaktewaterRegime (AGOR) Opzet Resultaten modelberekeningen Conclusies en analyses Verkennende maatregelen en scenario s Opzet Resultaten modelberekeningen Conclusies en analyses Extreme scenario s Opzet Resultaten modelberekeningen Conclusies en analyses Overige maatregelen en scenario s Algemene conclusies Nieuw Limburgs Peil Maatregelen Gebiedsbrede maatregelen Lokale maatregelen Natura Resultaten modelberekeningen Analyses Doelrealisatie Landbouw Doelrealisatie Natuur Doelrealisatie Beekdalen Risico s van grondwateroverlast in bebouwd gebied Invloed van klimaatverandering op het NLP-scenario Invloed van NLP maatregelen op de waterkwaliteit Habitattoetsen Kosten Nieuw Limburgs Peil in de praktijk Monitoring en evaluatie Routinematig meetnet Hoeveel water? (waterkwantiteit) Hoe schoon is het? (waterkwaliteit) Wat leeft er in het water? (ecologie) Strategische projectmonitoring GGOR-meetnet natuur Monitoring binnen uitvoeringsprojecten Lijst met afkortingen, verklarende woordenlijst en gebiedsdefinities

6 Bijlage nr. Titel I POL-kaart 2006 (geactualiseerd 2008) II Natura2000 en TOP-lijst gebieden III IV V VIa VIb VIIa VIIb VIII IX X XI XII XIII XIVa XIVb XVa XVb XVc XVd XVI XVII XVIII XIX scenario Stopzetten beregening; effect t.p.v. TOP-lijst gebieden Natuurdoeltypen AGOR; GLG- en GHG-kaart AGOR;doelrealisatie natuur (kaart) AGOR; doelrealisatie natuur (tabel) AGOR; natschade in de landbouw AGOR; droogteschade in de landbouw AGOR; GHG in stedelijk gebied scenario NLP; Ontwerp gebiedsbrede hydrologische maatregelen scenario NLP; Ontwerp lokale hydrologische maatregelen scenario NLP; GLG- en GHG-streefbeeldkaart scenario NLP; effectkaart GHG en GLG scenario NLP; duurlijnen natuurgebieden scenario NLP; doelrealisatie natuur (kaart) scenario NLP; doelrealisatie natuur (tabel) scenario NLP; natschade in de landbouw scenario NLP; verschil natschade t.o.v. AGOR scenario NLP; droogteschade in de landbouw scenario NLP; verschil droogteschade t.o.v. AGOR scenario NLP; GHG in stedelijk gebied Model en methodiek Effect van de 4 klimaatscenario s op de huidige situatie Beekdalzone - 3 -

7 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking maken een nieuwe aanpak van de waterproblematiek in Nederland noodzakelijk. In het Nationaal Bestuursakkoord Water is daarom afgesproken dat het watersysteem op orde moet zijn in 2015 en op orde blijft in de toekomst. Om dit te bereiken stellen de waterschappen het Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regime (GGOR) op in de periode in nauwe samenwerking met gemeenten, grondwaterbeheerders en belanghebbenden. Het waterschap neemt GGOR op in het waterbeheerplan. Waterschap Peel en Maasvallei heeft in 2006 twee pilots (in Peelgebieden in Noord en Midden Limburg) doorlopen om ervaring en kennis op te doen met het opstellen van het GGOR. Dit heeft ook geleid tot het omvormen van de naam GGOR naar Nieuw Limburgs Peil. Deze naam geeft de nieuwe aanpak van de waterproblematiek beter aan en is herkenbaarder voor de doelgroep. Figuur 1.1: Logo Nieuw Limburgs Peil 1.2. Kader GGOR/Nieuw Limburgs Peil Als beleidskader voor het Nieuw Limburgs Peil geldt, naast Rijks- en Europees beleid, het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Naast deze beleidskaders, heeft de Provincie Limburg een kader opgesteld (en vastgesteld in maart 2006) waar in ze aangeeft waaraan het GGOR (Nieuw Limburgs Peil) moet voldoen en wanneer dit gerealiseerd moet zijn. Voor de verdroginggevoelige Vogel- en Habitatrichtlijngebieden (VHR-gebieden) moet het Nieuw Limburgs Peil in 2008 zijn opgesteld, voor het overige gebied geldt 2010 als - 4 -

8 einddatum. Waterschap Peel en Maasvallei wil het Nieuw Limburgs Peil integraal opstellen en streeft daarom naar een gebiedsdekkend Nieuw Limburgs Peil in Het Optimale Grond en Oppervlaktewater Regime (OGOR) moet in 2015 bereikt zijn voor: - verdroginggevoelige Vogel- en Habitatrichtlijn gebieden of Beschermde Natuurmonumenten; - Specifiek Ecologische Functie beken en beekdalen (POL); - TOP gebieden (kansrijke en prioritair verdroginggevoelige natuurgebieden). Alhoewel de Provincie in het kader niet spreekt over het OGOR van de functies landbouw, beekdalen en stedelijk gebied, streeft Waterschap Peel en Maasvallei bij het proces Nieuw Limburgs Peil wel naar de OGOR voor alle functies. Hierbij redeneert het waterschap vanuit het watersysteem Proces/werkwijze Het waterschap heeft in 2006 voor de pilotgebieden het Nieuw Limburgs Peil opgesteld, geredeneerd vanuit de wensen van de natuur. De huidige insteek is om gebiedsdekkend het Nieuw Limburgs Peil op te stellen geredeneerd vanuit de wensen van de natuur, de landbouw en andere functies in het landelijk gebied. Het waterschap heeft hiervoor het beheergebied opgedeeld in drie tranches (figuur 1.2). In elke tranche zijn de bevindingen uit de pilotgebieden overgenomen. Net als bij de pilots maakt een kosten-batenanalyse deel uit van het Nieuw Limburgs Peil. Tevens besteedt het waterschap aandacht aan de waterkwaliteitsaspecten. Het Nieuw Limburgs Peil beoogt de in 2015 bereikte situatie weer te geven. Het resultaat is streefbeelden van de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) en gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) gekoppeld aan een verkenning van maatregelen om die waterstanden te bereiken. Als gevolg van financiële ontwikkelingen en gebiedsprocessen (bijvoorbeeld grondaankoop) kan mogelijk een uitloop naar 2020 optreden. Het waterschap heeft dit Nieuw Limburgs Peil voorgelegd aan de belanghebbenden in de streek. Nadat het Algemeen Bestuur van het waterschap het Nieuw Limburgs Peil (als onderdeel van het waterbeheerplan) heeft vastgesteld, wordt dit ter goedkeur aangeboden aan Gedeputeerde Staten van de provincie. Het vastgestelde Nieuw Limburgs Peil heeft geen rechtstreekse bindende werking naar derden toe. Daarom moeten de ontwerp maatregelen gericht op Figuur het bereiken 1.2: Tranches ervan, Nieuw in de Limburgs planvorming Peil en overleg met de belanghebbenden tot stand komen en per project de normale juridische procedures doorlopen. Rechten en plichten van belanghebbenden worden niet aangetast als gevolg van de juridische vaststellingsprocedure van Nieuw Limburg Peil

9 Model Het waterschap heeft het Nieuw Limburgs Peil vorm gegeven met ondersteuning van het hydrologisch model IBRAHYM (Integraal Beheergebieddekkend Regionaal Hydrologisch Modelinstrumentarium) 1. Bij de modelberekeningen is uitgegaan dat de capaciteit van het sloten, watergangen en beken in orde is. De resultaten uit dit model vormden de basis voor inhoudelijke discussie met de belanghebbenden. Voor de belangen van de natuur geldt de inspanning om zoveel mogelijk de doelen te halen die provincie, rijk en Europa hebben aangegeven. Voor de belangen van de andere functies, realiseert het waterschap ook samen met betrokkenen een zo optimaal mogelijk regime. Het waterschap streeft naar een duurzame inrichting van het landelijk gebied waarbij het watersysteem centraal staat. De huidige POL-functies beschouwt het waterschap min of meer als secundair. Waterschap Peel en Maasvallei hanteert bij de realisatie van de doelen de volgende prioriteitsvolgorde (ladder van water): - grondverwerving; - schadevergoeding; - technische middelen; - bijstellen doelen. Als blijkt uit de analyses dat de doelen voor de verschillende functies niet gehaald kunnen worden, motiveert het waterschap wat hiervan de oorzaak is. In dat geval overlegt het waterschap met de betreffende partijen (figuur 1.3) over: - de vaststelling van een Nieuw Limburgs Peil dat afwijkt van de OGOR; - een aanpassing van functie of natuurdoeltype; - acceptatie van een minder optimale doelrealisatie. Functietoekenning, OGOR Opstellen GGOR Realiseren Nieuw Limburgs Peil door: - Doelgroepenteam - Reconstructie - Vergunningverlening Figuur 1.3: Proces het Nieuw Limburgs Peil De huidige grondwatertrap bepaalt de landbouwkundige mogelijkheden (kader Provincie 2006). Het waterschap heeft de veranderingen in het grondwater als gevolg van het Nieuw Limburgs Peil afgezet tegen de landbouwkundige gebruiksmogelijkheden van Voor een nadere toelichting op het model IBRAHYM wordt verwezen naar bijlage XVII

10 Begeleidingsgroep Het waterschap heeft tien lokale begeleidingsgroepen en een overkoepelende algemene begeleidingsgroep voor heel Limburg geformeerd. In de lokale begeleidingsgroep zitten personen uit de streek uit de geleding landbouw, natuur en gemeenten. Taak bestond uit inhoudelijke en procesmatige advisering over het opstellen van het Nieuw Limburgs Peil van het betreffende deelgebied. In de algemene begeleidingsgroep, belast met inhoudelijke en procesmatige advisering van de projectleiding, zitten beleidsmedewerkers van de verschillende belangenorganisaties, de Provincie Limburg en Waterschap Roer en Overmaas. Deze begeleidingsgroep richt zich op de beleidsmatige gevolgen van de resultaten van het Nieuw Limburgs Peil. Bijlage I geeft een overzicht van de leden van de verschillende begeleidingsgroepen Procedure en communicatie Waterschap Peel en Maasvallei heeft het Nieuw Limburgs Peil opgesteld in nauw overleg met de betrokkenen, vanuit de organisatiestrategie samenwerken, omdat het t loont. Het waterschap heeft de betrokkenen aangesproken op de gemeenschappelijke waarden en continu voeling met hen gehouden. Dit was de basis voor de communicatie met hen. Voorafgaande aan mijlpalen in de planning van het proces van Nieuw Limburgs Peil, peilde het waterschap de motivatie en weerstand bij de betrokkenen. Na dit proces heeft het waterschap Nieuw Limburgs Peil een onderdeel en eerste uitwerking gemaakt van het waterbeheerplan. De belangrijkste onderdelen staan opgenomen in het waterbeheerplan en voor de overige onderdelen verwijst het waterschap naar dit rapport. Het Nieuw Limburgs Peil doorloopt een informele inspraakprocedure. Het waterschap nodigt daarbij iedereen uit te reageren op de streefbeelden en het ontwerp van de hydrologische maatregelen (lokaal en gebiedsdekkend). Niet reageren betekent overigens dat men voor toekomstige uitwerkingsplannen alle rechten en plichten behoudt Leeswijzer De opbouw van het rapport is als volgt: Een beschrijving van beleid gerelateerd aan het Nieuw Limburgs Peil (hoofdstuk 2). Een gebiedsbeschrijving van Noord Limburg West in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 staan de wensen voor het watersysteem (OGOR) gezien vanuit de verschillende belangen in het landelijk gebied. De hieruit resulterende kansen en knelpunten staan in hoofdstuk 5. De resultaten van modeluitkomsten staan in hoofdstuk 6. En tenslotte staan het Nieuw Limburgs Peil en het bijbehorende maatregelenpakket beschreven in hoofdstuk 7. In deze beschrijving komt ook een kosten/batenanalyse aan bod. Voorafgaand aan de bijlagen is een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen

11 2. Beleid en ontwikkelingen In dit hoofdstuk staan de meest relevante beleidsstukken Europese ontwikkelingen en beleid Natura 2000 Natura 2000 is een netwerk van Europese natuurgebieden (zie bijlage II). Het vormt de basis van het Europese natuurbeleid. Natura 2000 gericht op de instandhouding en ontwikkeling van soorten en ecosystemen die voor Europa belangrijk zijn. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft de natuurgebieden in Nederland opgenomen in de Natuurbeschermingswet. Elf daarvan liggen in het beheergebied van Waterschap Peel en Maasvallei. Voor elk gebied heeft de minister instandhoudingdoelen aangegeven. De minister (voor de gebieden in eigendom van Staatsbosbeheer) en de provincie (de overige gebieden) maakt voor elk Natura 2000 gebied een beheerplan. In dit beheerplan staan onder andere de maatregelen die helpen bij het realiseren van de natuurdoelen. Ook geeft het beheerplan aan welke maatregelen en activiteiten geen significant negatief effect hebben op de soorten en habitattypen of op het bereiken van de natuurdoelen. Voor deze maatregelen en activiteiten is geen vergunning nodig in het kader van de Natuurbeschermingswet (1998). Ook voor de maatregelen voor Nieuw Limburgs Peil moet het waterschap aangeven dat er geen negatieve effecten ontstaan op de habitattypen en dat in voldoende mate wordt bijgedragen aan de realisatie van de doelen. Deze analyse heeft het waterschap weergegeven in de habitattoets. Zie deelrapport Habitattoets Natura 2000-gebieden. In hoofdstuk 7 is een samenvatting gegeven van de habitattoets. Bij het opstellen van de beheerplannen heeft het waterschap binnen de adviescommissies van de betreffende Natura 2000 gebieden afgesproken dat de Nieuw Limburgs Peil maatregelen rechtstreeks worden overgenomen in het beheerplan van het betreffende Natura 2000 gebied. Hierdoor hoeft het waterschap, of een andere partij, voor de onderzochte maatregelen geen vergunningsprocedure (NB-wet) te volgen Kaderrichtlijn Water De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft als doel het water in de Europese Unie te beschermen en te verbeteren en duurzaam gebruik van water te bevorderen. In de KRW geeft het Rijk een kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwateren en grondwater. Ook koppelt het Rijk in de KRW chemische doelen aan deze waterlichamen. Deze chemische doelen bepalen of ecologische doelen (die via Natura 2000 lopen) haalbaar zijn. Voor waterlichamen bepaalt Rijk op advies van de provincie in de KRW het Maximaal Ecologisch Potentieel (MEP), het maximaal haalbare. En leidt hier het Goed Ecologisch Potentieel (GEP) van af. Dit GEP, met de hiervoor benodigde maatregelen, geldt voor Nederland als KRW-doelstelling om ervoor te zorgen dat in 2015 oppervlaktewater en grondwater in een goede toestand verkeren. Met de term goede toestand maakt de KRW een onderscheid in een chemische en ecologische toestand van oppervlaktewater en een chemische en kwantitatieve toestand van het grondwater. De KRW doelstellingen voor kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen zijn minder streng dan voor natuurlijke wateren. De Europese Unie kan de termijn 2015 voor het behalen van de KRW doelen onder voorwaarden verlengen

12 2.2. Nationale ontwikkelingen en beleid De aard en omvang van de nationale waterproblematiek veranderen structureel. Dit komt onder andere door klimaatveranderingen. Dit vraagt om een totaal nieuwe aanpak van het waterbeleid. In de deze paragraaf staat dit waterbeleid op nationaal niveau en de relatie met het Nieuw Limburgs Peil (GGOR) Vierde Nota Waterhuishouding In 1998 heeft de Nederlandse regering in de Vierde Nota waterhuishouding (NW4) haar belangrijkste beleidsdoelstellingen voor de periode met betrekking tot het waterbeheer vastgelegd. De Vierde Nota gaat net als de Derde Nota uit van integraal waterbeheer en watersysteembenadering, waarbij veiligheid en natuurlijk omgaan met het watersysteem (veerkrachtige watersystemen) belangrijke uitgangspunten zijn. Via een gebiedsgerichte aanpak moeten waterbeleid, milieubeleid en ruimtelijke ordening als samenhangend geheel opgepakt worden. De Vierde Nota waterhuishouding geeft aan dat de Provincies het GGR (Gewenst Grondwater Regime) moeten vaststellen. Sindsdien is de term GGR uitgebreid naar GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime), zoals beschreven in het Nationaal Bestuursakkoord Water (2003) Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) In het Nationaal Bestuursakkoord Water is door het Rijk op een transparante wijze doelen, maatregelen en kosten weergegeven waarmee de doelstellingen van Waterbeheer 21 e eeuw worden gerealiseerd. In 2015 moet het watersysteem op orde zijn, vervolgens moet het watersysteem op orde gehouden worden tot In het Nationaal Bestuursakkoord Water is afgesproken dat de waterschappen in de periode het GGOR opstellen in nauwe samenwerking met andere belanghebbende partijen. De Provincies stellen uiterlijk in 2005 de kaders op voor het GGOR die ontleend zijn aan provinciale beleids- en streekplannen. En de Provincies coördineren en bewaken de procesgang rond het GGOR traject. De Provincie Limburg heeft verder in het Kader voor het GGOR Limburg aangegeven dat voor de Vogel- en Habitatrichtlijn- en/of Natuurbeschermingswetgebieden, de SEF-beken (Specifiek Ecologische Functie beken) en de TOP-gebieden het Optimaal Grond- en Oppervlaktewaterregime (OGOR) in 2015 bereikt moet zijn. De Provincie Limburg heeft een OGOR-meetnet ingericht om deze beleidsdoelen in de natuurgebieden te meten. In het kader van het Nieuw Limburgs Peil (GGOR Limburg) is aangegeven, dat de gegevens afkomstig van het OGOR-meetnet, leidend zijn voor het Nieuw Limburgs Peil. Het Nieuw Limburgs peil wordt middels dit meetnet getoetst

13 2.3. Provinciale ontwikkelingen en beleid In deze paragraaf staat het POL dat dient als startpunt en andere provinciale beleids- en streekplannen die een relatie hebben met Nieuw Limburgs Peil Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 (POL2006) geeft de Provincie Limburg een plan op integraal plan op hoofdlijnen. De provincie geeft in het POL met perspectieven functies en ontwikkelingsrichtingen aan voor het landelijk gebied. De perspectieven staan in de onderstaande tabel toegelicht. In het POL heeft de provincie Perspectief 5 (P5) aangewezen als gebied waar niet grondgebonden landbouw, intensieve veehouderij en glastuinbouw zich optimaal kunnen ontwikkelen. In de P4-gebieden kan de bestaande landbouw zich verder ontwikkelen. Hierbij gelden wel beperkingen voor niet-grondgebonden landbouw. Perspectief 2 (zoekgebied natuur) geldt, samen met Perspectief 1 (EHS), als de ecologische structuur van Limburg. Behoud en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden zijn richtinggevend binnen de P2-gebieden. Binnen P2 liggen vooral landbouwgebieden. Deze landbouwgebieden functioneren als buffer rond de gebieden met een Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de ecologische verbindingszones, de SEF beken, de waterwingebieden met een natuurlijk karakter en de gronden die een natuurkarakter krijgen (zoals bepaalde lopende ontgrondingen). Onderzoek en praktijk zullen bepalen welke deel van het zoekgebied natuur ook als zodanig zal moeten worden ingericht en/of beheert. De gebieden in Perspectief 3 (veerkrachtige watersystemen, zoekgebied water) hebben een relatief open karakter en zijn vooral ingericht voor gebruik door grondgebonden landbouw. De Provincie staat ontwikkelingen in deze gebieden toe als ze ruimte bieden aan een voldoende veerkrachtig watersysteem dat hoge waterafvoeren kan opvangen en watertekorten kan bestrijden. De perspectieven 6 tot en met 9 hebben vooral betrekking op stedelijk gebied en infrastructuur. Meer informatie staat in paragraaf van het POL

14 Perspectief P1 P2 Omschrijving Ecologische hoofdstructuur (EHS), de nadruk ligt hier primair op (nog te realiseren) natuur Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG) (zoekgebied natuur) P3 P4 P5a P5b P6 Ruimte voor veerkrachtige watersystemen (Maasdal, beekdalen en laagtes die buiten de P1 en P2 vallen) (zoekgebied water) Vitaal landelijk gebied (landbouwgebieden met landschappelijke en cultuurhistorische waarden) Ontwikkelingsruimte landbouw en toerisme (landbouwgebieden waarbij ook (omgevings)kwaliteit een rol speelt) Dynamische landbouwgrond (concentratiegebieden voor glastuinbouw en landbouwontwikkelingsgebieden) Plattelandskernen P7 Corridor (autowegen) P8 P9 Stedelijke ontwikkelingszone (ruimte voor mensgerichte natuur en stadsuitbreidingen) Stedelijke bebouwing (bestaande en reeds goedgekeurde bebouwing) Tabel 2.1: toelichting perspectieven, genoemd in POL 2006 De Provincie Limburg heeft in het POL hydrologische bufferzones voor de TOP-gebieden aangewezen. De provincie hanteert in deze bufferzones een standstill beleid voor grondwateronttrekkingen en buisdrainage. Dit standstill beginsel heeft de provincie laten ingaan, toen Provinciale Staten op 4 februari 2005 met de gewijzigde Verordening waterhuishouding Limburg 1997 heeft vastgesteld. Ook heeft de provincie in het POL de SEF (Specifiek Ecologische Functie) beken aangewezen Provinciaal Waterplan Limburg ( ) Het Provinciaal Waterplan Limburg is een herziening van het POL voor het onderdeel water en een uitwerking van het POL in verband met het KRW-beheersplan voor het Maasstroomgebied. Er staan aanscherpingen in voor overstorten van rioleringen (terugdringen bij zeer kwetsbare wateren), voor de rioolwaterzuiveringsinstallaties (verdergaande zuivering bij regionale wateren) en voor het aantal inundaties van water uit de beken in de beekdalen van SEF-beken (geen norm voor overstromingskans). De Provincie Limburg heeft het Waterplan in oktober 2009 vastgesteld

15 TOP-lijst Het Rijk heeft de provincies gevraagd een zogeheten "TOP-lijst" op te stellen, zijnde de gebieden waar de hogere overheid zich inzet om te komen tot herstel. Op die lijst staan natuurgebieden waar de provincies tussen nu en 2015 met voorrang zich inzet voor het bereiken van natuurherstel. Op de lijst van de Provincie Limburg staan 48 gebieden. Het gaat hierbij om vrijwel alle kansrijke en prioritair verdroginggevoelige natuurgebieden uit het POL. De TOP-gebieden zijn nauwkeurig omgrensd. De Provincie heeft met het Rijk afrekenbare afspraken gemaakt over te halen resultaten en over het geld dat het Rijk daarvoor beschikbaar stelt Stimuleringsplannen Natuur, Bos en Landschap In de Stimuleringsplannen Natuur, Bos en Landschap heeft de Provincie aangegeven waar welke natuurdoeltypen na moet worden gestreefd. Het gaat hierbij grofweg om de gebieden met een EHS (Perspectief 1) en de POG (Perspectief 2). In de stimuleringsplannen heeft de Provincie heel Limburg opgedeeld in verschillende deelgebieden. Het gaat daarbij in de meeste gevallen om een combinatie van natuurdoeltypen, waarbij de Provincie de verhouding tussen de typen procentueel heeft aangegeven, bijvoorbeeld 10% Voedselarme plassen, 40% Natte heide en 50% Berkenbroekbos. Een beschrijving van de natuurdoeltypen is te vinden in het Handboek streefbeelden voor natuur en water in Limburg (Provincie Limburg 2002). De stimuleringsplannen zijn een uitwerking van het POL van de Provincie Limburg in de vorm van streefbeelden van natuurdoeltypen per natuurgebied Waterbeheerplan (WBP) Waterschap Peel en Maasvallei stelt eind 2009 een nieuw Waterbeheerplan vast, om de huidige en toekomstige watersituatie in goede banen te leiden. Dit Waterbeheerplan is een draaiboek waarin het waterschap beschrijft wat ze in de toekomst gaat doen aan de kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater en het ondiepe grondwater in Noord- en Midden- Limburg. Thema s als wateroverlast en verdroging komen aan de orde, maar ook welke beken het waterschap de komende jaren aanpakt. Het Waterbeheerplan geeft daarnaast ook aan wat de visie en de taken van het waterschap zijn en op welke wijze het waterschap haar taken uitvoert. Het Nieuw Limburgs Peil is onderdeel van het waterbeheerplan

16 3. Gebiedsbeschrijving 3.1. Algemeen Waterschap Peel en Maasvallei is waterautoriteit in de regio Noord- en Midden Limburg.,Dit gebied is hectare groot. Hierin ligt ongeveer kilometer watergangen, waarvan het waterschap kilometer actief het beheer en onderhoud verzorgt. Het werkgebied van het waterschap grenst in het oosten aan de landsgrens met Duitsland, in het zuiden voor een gedeelte aan de landsgrens met België en in het noorden en westen aan de provincie Noord- Brabant en aan een klein deel van de provincie Gelderland. Het waterschap heeft haar werkgebied voor het opstellen van Nieuw Limburgs Peil onderverdeeld in drie tranches waarin tien hoofdstroomgebieden liggen. Figuur 3.1 Werkgebied WPM

17 3.2. Historische situatie Tot halverwege de negentiende eeuw waren grote delen van de westkant van het beheergebied nog hoogveengebieden. Het mineraalarme hoogveenmilieu ging geleidelijk over in natte ruigtes, heidegebied, en verder naar het oosten in landbouwgronden. In de beekdalen kwamen mineraalrijkere milieus voor (Topografische Militaire Kaart ). Aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw hebben grondgebruikers het hoogveen ontgonnen. Door de ontwatering, grootschalige turfwinning en toepassing van kunstmest, werden de hoogvenen vervangen door hoogveenontginningslandschap dat vooral uit akkers bestaat. De grondgebruikers hebben ook de heidevelden en stuifzanden ontgonnen of met naaldbomen ingeplant. Dit dekzandontginningslandschap verschilt nauwelijks van het hoogveenontginningslandschap. In de jaren 60 en 70 heeft het ministerie van LNV een aantal ruilverkavelingen of landinrichtingen uitgevoerd. Deze ruilverkavelingen waren onder meer gericht op het verbeteren van de landbouwkundige situatie. Ook is toen in samenwerking met het waterschap het grootste deel van de beken verder genormaliseerd en zijn stuwen geplaatst om afvoer en peil te kunnen reguleren. Door de ruilverkaveling is met name het landschap in de beekdalen grootschaliger geworden. Vooral in Noord-Limburg is via de ruilverkavelingen op grote schaal wateraanvoer vanuit Maas en kanalen geïntroduceerd ter bestrijding van verdroging van landbouw en natuur. Het oosten van het beheergebied bestond rond 1800 vooral uit heidevelden op hoogterrassen en moerassen en natte graslanden aan de voet van de hoogterrassen. Het laagterras langs de Maas bestond uit een halfnatuurlijk landschap van kleine nederzettingen met bouw- en graslanden, afgewisseld met hagen, kleine bospercelen en halfbegraasde grasduinen. In het zuidoosten van het beheergebied heeft het Rijk eind negentiende begin twintigste eeuw natte heide gebieden ontgonnen (onder andere Blanckwater en Meerlebroek) aan de voet van het hoogterras. Eind jaren 80 is als gevolg van het gereed komen van het Natuurbeleidsplan een kentering gekomen in de inrichting van het landelijk gebied. Natuur kreeg meer aandacht wat leidde tot projecten gericht op verdrogingsbestrijding van natuur en het natuurlijker inrichten van oorspronkelijke beken. De laatste jaren is er meer aandacht voor het herstel van het functioneren van het gehele watersysteem. Dit heeft geleidt tot projecten gericht op vergroting van waterconservering in onder andere het landbouwgebied (Optimaal Waterbeheer in de landbouw) als voorwaarde bij het verkrijgen van grondwateronttrekkingsvergunningen

18 3.3. Huidig grondgebruik Landbouw Landbouw beslaat het grootste oppervlakte van het werkgebied van het waterschap, namelijk circa hectare (63%) (LGN5, 2003). Hiervan is hectare (43%) grasland. Overige landbouwteelten zijn onder andere maïs (21%), aardappels (7%) en bieten (6%). Daarnaast is er glastuinbouw (1%) in het gebied en boomgaarden (1%) en bollen (1%). Zo n 13% van het landbouwareaal valt onder overige teelten. Het gaat hierbij met name om tuinbouw. Natuurlijke structuur De natuurgebieden in het werkgebied bestaan uit bosgebieden, heide gebieden, veengebieden en natuurlijke structuren van kleine landschapselementen. Het totale oppervlakte aan natuur is circa hectare (19%). In het beheergebied liggen twee nationale parken Groote Peel en de Maasduinen. De Groote Peel ligt op de grens van Limburg en Noord-Brabant en is een van de laatste hoogveen gebieden die gespaard is gebleven. De Maasduinen liggen in het oosten tussen de Maas en de grens met Duitsland en bestrekken enkele duizenden hectare. De gehele zone is opgenomen als kerngebied van de hogere zandgronden binnen de Ecologische Hoofdstructuur van Nederland. Stedelijke structuur Bebouwd gebied beslaat in het stroomgebied zo n hectare (12%). Grote woonkernen in het beheergebied zijn Venlo, Roermond, Weert en Venray. Het totale inwoneraantal van het beheergebied bedraagt circa Daarnaast beslaat de infrastructruur circa hectare (3%). Water De oppervlakte water bedraagt (LGN%, 2003) een oppervlak van circa hectare (3%) Geomorfologie en samenstelling afdekkende bodemlaag Het beheergebied heeft hoogteverschillen die in het landschap zichtbaar zijn, van 36 meter +NAP in het zuidwesten tot 15 meter +NAP in het noordoosten bij het Maasdal. Bij enkele beken zoals Tungelroyse Beek en Groote Molenbeek,is er een hoogteverschil van 10 meter tussen de oorsprong en de uitstroom van de beek. Het terrein helt vanuit het westen geleidelijk af richting de Maas en gaat uiteindelijk over in het lager gelegen rivierterrassenlandschap van de Maas. In het verleden hebben de Maas en de Rijn in het gebied grind en zand afgezet. De Maas heeft zich vervolgens in deze afzettingen ingesneden, wat heeft geleid tot de vorming van het huidige rivierterrassenlandschap. Tijdens deze insnijdingen heeft de Maas in het maasdal zand en klei afgezet. In het uiterste westen wordt het landschap gekenmerkt door heide- en veenontginningen. In de hoger gelegen delen in het westen van het beheergebied bevindt zich het dekzandlandschap. Deze matig tot slecht doorlatende dekzanden van fijne, leemhoudende

19 zanden en klei hebben een dikte van circa vijf tot tien meter. Lokaal komen in het dekzandgebied stuifduinen voor. Het oostelijk deel van het beheergebied kenmerkt zich door een duidelijk in het landschap herkenbare noord-zuid gerichte structuur. De Maas, de terrassen van Maas en Rijn, de stuwwal van Nijmegen en de stuifduingordels zijn de belangrijkste structuurbepalende elementen. In de terrasafzettingen van de Maas zijn oude Maasmeanders te herkennen die soms zeer scherp ingesneden geulen in het landschap vormen. Deze oude Maasmeanders zijn gedeeltelijk opgevuld met kleiige afzettingen en plaatselijk veen Geohydrologie en samenstelling diepere bodemlagen De activiteiten van breuken in de ondergrond hebben het huidige landschap gevormd. Door het uitrekken van de aardkorst bewegen de breuken. Als gevolg daarvan daalt in bepaalde zones de aardkorst (slenk) en in andere zones komt de korst juist relatief omhoog (horst). Het werkgebied van het waterschap bestaat uit een heel systeem van horsten en slenken. De breuken die dalende gebieden van de opgeheven gebieden scheiden, zijn vaak zones met meerdere schuifvlakken. In figuur 3.2 staan de vier belangrijkste zones aangegeven: de Feldbiss, de Peelrand, de Viersen en Tegelen zone. Figuur 3.2 Breuken in Limburg Formatienaam geohydrologische eenheid geohydrologische eenheid Beegden Watervoerend pakket grof, grindhoudend zand Beegden / Waalre Watervoerend pakket grof, grindhoudend zand Boxtel Deklaag fijn leemhoudend zand Breda Hydrologische basis slibrijk zand/kleihoudend zand Kiezelooliet I Scheidende laag klei, veen, fijne zanden (Tegelenklei) Kiezelooliet II Watervoerend pakket grove zanden (Venlozand) Sterksel Watervoerend pakket fijn tot grof zand Stramproy Watervoerend pakket fijn tot grof, grindhoudend zand Venloklei 1 e scheidende laag klei Venlozand 2 e watervoerende pakket grove grindhoudende zanden met plaatselijk fijn grind Tabel 3.1 : Geohydrologie binnen beheergebied

20 3.6. Grondwatersysteem Waterkwantiteit Grondwaterstroming De breuken in de ondergrond hebben een sterke invloed op de ondergrondse stroming van het water. In het systeem van grondwaterstroming kunnen in de ondergrond infiltratie- en afvoergebieden worden onderscheiden. Infiltratiegebieden zijn gelegen op de hoger gelegen delen in het landschap, het grondwater komt hier relatief diep voor. Water kan in deze gebieden de grond in stromen. Afvoergebieden zijn te vinden in lager gelegen gedeelten van het landschap en in het maasdal. Hier komt grondwater ondieper onder het oppervlak (maaiveld) voor. In de gedeelten van afvoergebieden waar het grondwater helemaal tot aan het maaiveld staat, ontstaan mogelijk natte kwel -zones (voornamelijk in de beekdalen). In kwelzones treedt water aan de oppervlakte en stroomt het systeem uit. Dit water wordt vervolgens afgevoerd in een beek of opgenomen door vegetatie. De verschillende breuken in het gebied hebben gezorgd voor kleiversmering in de onderlagen. Deze verticale kleilagen zorgen voor een blokkade in de grondwaterstroming naar lagere delen in het landschap. In de praktijk kan worden verwacht dat in de hoger gelegen gebieden het grondwater ver onder het maaiveld gelegen is. In het gebied van bijvoorbeeld de Groote Peel is dat echter niet zo. Het water kan de randbreuk van de Peelhorst niet passeren en wordt daardoor omhoog gestuwd. Dit zorgt voor een kwelgebied op de Groote Peel. Legenda Grondwaterstand(GHG) cm-mv Figuur 3.3 Grondwatersituatie in winterperiode binnen beheergebied Grondwaterstanden Met het grond- en oppervlaktewatermodel IBRAHYM heeft Waterschap Peel en Maasvallei het actuele grond- en oppervlaktewaterregime in beeld gebracht. De hiervan afgeleide gemiddeld hoogste grondwater (GHG) en gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) laten zien dat de beekdalen, de gebieden in de grootschalige ontginningsgebieden en oude maasmeanders relatief nattere gebieden zijn (< 150 cm-mv). Gebieden waar de grondwaterstanden dieper liggen (> 150 cm-mv) liggen voornamelijk in de dekzandlandschappen en het oostelijke deel van het gebied rond de Maas. Deze gebieden

21 worden gekenmerkt door stuifduinen, de terrassen van Maas en Rijn, en de stuwwal van Nijmegen (slenk van Venlo) Waterkwaliteit De regionale grondwaterkwaliteit is een afspiegeling van het ter plaatse aanwezige substraat (overwegend leemarme zanden), het gebruik van die grond en de plaats van die grond in het landschap. Het ondiepe grondwater buiten de kwelgebieden is van nature voedselarm, zuur en daardoor kalkarm. Het ondiepe grondwater in de kwelgebieden kan afhankelijk van de verblijftijd in de diepere ondergrond wat meer gebufferd zijn, dankzij de aanrijking met mineralen (onder andere kalk en ijzer). We spreken dan over zacht water. De kwaliteit van het ondiepe en middeldiepe grondwater is veranderd. Dit komt door bekalking en bemesting in de landbouw en droge en natte depositie. Het ondiepe grondwater is hierdoor belast geraakt met verhoogde concentraties van onder andere nutriënten, kalk, sulfaat en zware metalen. Deze concentraties in het grondwater liggen daardoor vaak boven de ecologische normdoelstellingen. Toelichting processen Het proces nitraatreductie verlaagt het nitraatgehalte in de bodem. In het diepere grondwater (wat zuurstofarm is) kan dit proces zich alleen voltrekken in aanwezigheid van ijzersulfiden en door de afbraak van ijzersulfiden en in het bijzonder pyriet (FeS 2 ). Hier komen sulfaat en de ook aan pyriet gebonden zware metalen (zoals Zn, Ar, Ni) bij vrij. Hoe groter de nitraatuitspoeling naar het grondwater, hoe meer van deze afbraakproducten zullen ontstaan en vervolgens zullen afstromen naar kwelgebieden en sloten. Hier zorgen de sterk verhoogde sulfaatconcentraties voor een ernstige verstoring van de fosfaat-ijzer huishouding en de afbraak van organische stof (bijvoorbeeld veen). Dit leidt tot de zogenaamde interne eutrofiëring in de natuurgebieden, hoewel de oorsprong van dit probleem dus elders ligt. Bij de afbraak van ijzersulfiden en pyriet wordt, onder invloed van het proces nitraatreductie, zwavelzuur gevormd. Dit zwavelzuur wordt geneutraliseerd door het oplossen van kalk. Het gevolg is dat naast een toename van sulfaat er ook een vergaande verharding van het oorspronkelijk zachte grondwater plaatsvindt. Indien geen of onvoldoende kalk aanwezig is, leidt dit tot verzuring van het grondwater. Na het staken van de bemesting van de grond zal door uitspoeling van de bodem, nog gedurende enige tijd sprake zijn van uitspoeling van de mest naar het grondwater. Vooral de stikstof- en kaliumbelasting van het grondwater nemen snel af (onder andere fosfaat blijft ter plaatse achter, vastgelegd in de wortelzone). Als natuurgebieden, of delen daarvan, grondwater ontvangen vanuit een lokaal grondwatersysteem (korte verblijftijd van het grondwater), kan in dergelijke situaties binnen korte tijd een kwaliteitsverbetering van het (grond)water plaatsvinden

22 3.7. Oppervlaktewatersysteem Waterkwantiteit Het totale oppervlaktewatersysteem in Noord- en Midden Limburg bestaat uit circa kilometer sloten, watergangen en beken. Waterschap Peel en Maasvallei beheert circa kilometer hiervan. Dit betreft de watergangen en beken die een regionale waterhuishoudkundige functie vervullen. Daarnaast zijn er diverse plassen en kleinere stilstaande wateren zoals vennen. De grootste beken zijn de Tungelroyse Beek en de Groote Molenbeek. Beken zoals de Niers en de Swalm voeren veel water vanuit Duitsland. Het waterschap beheert de waterpeilen in het oppervlaktewatersysteem met behulp van 900 stuwen en 20 gemalen. De Rijkskanalen voorzien de watergangen en beken aan de westzijde van de Maas van extra water. Het waterschap heeft nagenoeg alle beken in het verleden genormaliseerd. Sinds begin jaren 90 richt het waterschap beken weer natuurlijker in. In totaal zullen circa 300 kilometer beken een natuurlijk inrichting krijgen. Op dit moment is dit bij de helft zo. De overige 150 kilometer zullen de komende jaren worden heringericht Waterkwaliteit In de grond en het water in het werkgebied van het waterschap zitten hardnekkige probleemstoffen. Zo zitten er de zware metalen koper en zink, waarvan de concentraties op veel plaatsen te hoog zijn, en nikkel en cadmium, die lokaal te hoge concentraties hebben. De meststoffen fosfaat en stikstof blijven ook problematisch, hoewel stikstof met een nieuwe minder strenge norm nu gunstiger afsteekt. Daarnaast zijn de hardheid van het water (kalk), de relatief hoge sulfaatconcentraties en de bestrijdingsmiddelen problematisch voor veel kwetsbare waternatuur of waterafhankelijke natuur. Kijkend naar het gehele beheergebied is de algemene toestand beter dan tien jaar geleden, maar waakzaamheid blijft nodig, vanwege nieuwe middelen die veelvuldig de normen overschrijden en vanwege illegaal gebruik van verboden middelen. (Bron: Blik op het watersysteem 2007, 12 november 2008) 3.8. Bronnen Bronmilieus zijn plaatsen waar het grondwater geconcentreerd dagzoomt. Deze kleinschalige watermilieus herbergen vaak nog veel zeldzame natuurlijke waarden. Binnen het werkgebied van Waterschap Peel en Maasvallei zijn bronlocaties aanwezig van de volgende typen: - (beekbegeleidende) helocrene bronnen - bronvijvers - kwelvijvers - kwelplekken - (beekbegeleidende) kwelmoerassen - greppelbronnen - akrocrene bronnen De bronnen komen met name voor op de Maasterrassen en in het diepe gelegen beekdal

23 Met name de helocrene bronnen en bronvijvers zijn zeer waardevol en bevatten nog een redelijk aantal zeldzame tot zeer zeldzame (soms de enige in Nederland) soorten. De brongebieden staan onder druk door de effecten van vermesting (landbouwkundige eutrofiëring), verdroging (ontwatering en verstedelijking), betreding en verzuring. Er zijn verbeteringsmaatregelen nodig. Deze moeten gevonden worden in de inzijggebieden (waterconserveringsmaatregelen) en bij de bron zelf. Ook is het nodig om de bronnen onder de aandacht te krijgen van het publiek door informatieborden en één of meerdere wandelpaden bij de bronnen. Kennis leidt tot meer begrip bij grondgebruikers en publiek welke positief door kan werken naar behoud en herstel van de bronnen Ecologie Semi-terrestrisch De natte natuurgebieden in het beheergebied van WPM kunnen op hoofdlijnen verdeeld worden in een drietal typen: 1) De Peelgebieden met hoogveenontwikkeling en natte heide, 2) Oude Maasmeanders en beekdalen met elzenbroekbos en natte schraallanden, 3) Rivierduincomplexen met stuifduinen en uitwaaiingsvlakten met vennen. De huidige ecologische toestand kan per gebied sterk verschillen. De toestand van de gebieden wordt momenteel bedreigd door verdroging, verzuring en vermesting. Water speelt via verdroging en vermesting een hoofdrol bij de ecologische kwaliteit van deze gebieden Aquatisch De aquatische natuur binnen het beheergebied kan op hoofdlijnen verdeeld worden in stilstaande en stromende wateren. Binnen de stilstaande wateren kan een onderverdeling gemaakt worden in zuurdere omstandigheden en meer gebufferde. Bij zure wateren kan gedacht worden aan de Peelvenen en veel vennen in de rivierduincomplexen. Vennen die gevoed worden met grondwater, op een rijkere bodem liggen of anderszins meer gebufferd zijn, vormen een waardevolle categorie. Voorbeelden zijn Sarsven en de Banen, de vennen in het Weerterbos en de vennen aan de oostkant van de Maasduinen. De stromende beken in het beheergebied kunnen op basis van hun abiotische karakter verdeeld worden in meerdere typen. Bij WPM worden sneller stromende beken rond het Maasdal onderscheiden van de langzaam stromende laaglandbeken die vooral ten westen van de Maas voorkomen. Naast de stroming is de grootte van de beek (bron / bovenloop / middenloop / benedenloop) en het watertype (zuur / gebufferd / landbouw water / stedelijk water) van belang. Voor volledig herstel van het watersysteem zijn zowel kwantitatieve als ook kwalitatieve maatregelen van belang. De sleutel tot het herstel van watersystemen is het herstellen van de abiotische situatie

24 4. Wensen aan water In hoofdstuk 2 staat het relevante beleid in relatie tot het Nieuw Limburgs Peil. Dit beleid bepaalt ook de kaders waarbinnen gewerkt moet worden. In de volgende paragrafen staan de doelstellingen die voortvloeien uit bestaand beleid, aangevuld met wensen vanuit de praktijk voor de categorieën beekdalen, natuurgebieden, landbouwgebieden en stedelijk gebied Doelstelling landbouwgebied Beleidsdoelstellingen De beleidsdoelstellingen zijn met name beschreven in het POL. De algemene uitgangspunten zijn beschreven in paragraaf Wensen Met de klimaatsverandering verandert de positie van land- en tuinbouw. De mondiale voedselvoorziening komt hoog op de agenda te staan. De Nederlandse delta is vruchtbaar, waterrijk, heeft een goede infrastructuur en ligt in een milde klimaatszone, op korte afstand van belangrijke bevolkingscentra. De kennis en innovatiekracht staan op een hoog niveau, evenals het vakmanschap van de ondernemers. De sector produceert topkwaliteit voedsel, siergewassen en uitgangsmateriaal. Ook levert de sector een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid en de economie De moderne landbouw heeft een noodzaak en de behoefte om flexibel in te kunnen springen op veranderingen. Daarnaast heeft klimaatsverandering voor de landbouw ook consequenties. De verwachting is dat de klimaatsverandering zich uit in korte hevige buien en langere periodes van droogte. Verder is de grondwaterspiegel door ingrepen in het landschap de laatste eeuw structureel gedaald. Niet alleen voor de natuur geeft dit problemen, ook de landbouwgewassen hebben moeite om voldoende vocht tijdens het groeiseizoen te krijgen. Met het oog op deze ontwikkelingen zijn dit de wensen gezien vanuit de landbouw gewenste droogleggingnormen of grondwaterpeilen afhankelijk van de teelt (in m-mv): Grasland - 0,30 hoog 0,80 laag Akkerbouw - 0,50 hoog 1,00 laag Tuinbouw - 0,80 hoog 1,20 laag Diepwortelende tuinbouw - 1,00 hoog 1,20 laag Deze peilen geven de bandbreedte (minimum maximum) aan van de stuwbewegingen (verschil tussen maaiveld en waterpeil in watergang) en/of grondwaterstanden. En bij de aanwezigheid van water hebben deze een tweetal belangrijke voordelen. Enerzijds is de grond, door flexibel om te gaan met de stuwen, voldoende ontwaterd om te kunnen bewerken. Anderzijds staat bij deze peilen de grondwaterstand in drogere tijden voldoende hoog om ten gunste te komen van de landbouwgewassen. Voorwaarde bij deze hogere grondwaterstanden is dat het peilbeheer fijnmazig moet kunnen worden afgesteld

25 De verdere wensen van de landbouw zijn: Land- en tuinbouw willen de mogelijkheid hebben om te kunnen groeien en ontwikkelen. Dit bekent onder meer een optimalisering van de peilen, gericht op een multifunctioneel gebruik van de bodems. Ook de mogelijkheid van beregening en drainage is van wezenlijk belang. Voor de P4 en P5 gebieden dienen de peilen minimaal te worden afgestemd op tuinbouw, binnen de overige landbouwgebieden is dit akkerbouw, tenzij de huidige situatie al tuinbouw toestaat. Met name binnen de P4 en P5 gebieden zou ook een uitbreiding van de beregening mogelijk moeten zijn. Buiten de EHS en de REVZ mogen geen aanvullende ruimteclaims op landbouwgronden worden gelegd. Indien landbouw een stapje terug moet doen, zal dat elders gecompenseerd moeten worden. Zolang geen sprake is van een functiewijziging zal het huidige gebruik mogelijk moeten blijven. Natuur- en waterontwikkelingen mogen geen (planologische) belemmeringen veroorzaken voor het agrarische grondgebruik of het ontwikkelingsperspectief van bedrijven. Het waterschap moet voor de overstromingskansen van beken de landelijke werknormen volgen. Het hanteren van geen norm voor bijzondere beken biedt niet de zekerheid en duidelijkheid, waarvoor de normering is bedoeld. Minimaal vereist is dat geen achteruit plaatsvindt. Inundaties van landbouwgronden moeten worden voorkomen. Kwetsbare teelten kunnen zelfs van kortstondige inundaties veel hinder ondervinden. Gewassen kunnen afsterven en de kwaliteit van producten neemt sterk af. De wateraanvoer in het landbouwgebied dient verder te worden geoptimaliseerd. Hierdoor wordt meer water aan het grondwater toegevoegd, wat gunstig voor landbouw en natuur. Minimaal moet de overeengekomen 6 m 3 /sec via de Brabant- Limburgse kanalen worden veiliggesteld. In de nationale zoetwaterdiscussie zal het prijsgeven van deze capaciteit ertoe leiden dat dit nooit meer valt terug te halen. Er mogen geen extra lasten ontstaan bij de uitvoering van bronbemalingen. De hogere peilen, waaraan de sector actief heeft meegewerkt, kunnen bij bemaling een groter waterbezwaar tot gevolg hebben. De afstemming met de gemeentelijke bestemmingsplannen dient te worden bewaakt. Op twee plaatsen hetzelfde regelen moet worden voorkomen, bijvoorbeeld het scheurverboden voor grasland (om hydrologische redenen) en aanlegvergunningen voor drainage. Bij de uitvoering van maatregelen is een uitgebreid pakket flankerende maatregelen nodig (kavelruil, technische maatregelen, financiële regelingen). De ondernemer beslist welke oplossing het best bij zijn bedrijf past. Er wordt niet gestart met de uitvoering voordat overeenstemming bestaat over de oplossing van mogelijke problemen. Het is van belang dat de effecten van de maatregelen goed worden gevolgd. Wanneer de werkelijke situatie afwijkt van de berekende situatie, dan dienen onmiddellijk corrigerende maatregelen te worden getroffen

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Nieuw Limburgs Peil. Samen werken aan watersysteemherstel. Waterschap Peel en Maasvallei, november 2010

Nieuw Limburgs Peil. Samen werken aan watersysteemherstel. Waterschap Peel en Maasvallei, november 2010 Nieuw Limburgs Peil Samen werken aan watersysteemherstel Waterschap Peel en Maasvallei, november 2010 1 Inleiding 4 2 De kaders 6 2.1 Europa 8 2.1.1 Kaderrichtlijn Water 8 2.1.2 Natura 2000 8 2.2 Nationaal

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei 8-2-2017 Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Het Limburgse waterschap Peel en Maasvallei (P&M) heeft in 2010 het Nieuw Limburgs

Nadere informatie

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Wat is grondwater Grondwater is water dat zich in de ondergrond bevindt in de ruimte tussen vaste deeltjes, zoals zandkorrels. Indien deze poriën geheel met water

Nadere informatie

9 Oude Diep. 9.1 Watersysteem

9 Oude Diep. 9.1 Watersysteem 9 Oude Diep 9.1 Watersysteem Het waterlichaam Oude Diep behoort tot de KRW-categorie Rivieren, type R5; langzaam stromende middenloop/benedenloop op zandbodem (RBO Rijn-Oost, 2004. p. 31). De oorsprong

Nadere informatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie NOT01-0252596-01a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze notitie wordt verwoord

Nadere informatie

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Natte en Vochtige bossen Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Indeling Landschappelijke positie natte en vochtige bossen Verdroging Waar liggen de kansen? Hoe te herkennen

Nadere informatie

Toelichting GGOR Schieveen

Toelichting GGOR Schieveen Toelichting GGOR Schieveen Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden (AGOR)

Nadere informatie

Toelichting GGOR Akkerdijksche polder

Toelichting GGOR Akkerdijksche polder Toelichting GGOR Akkerdijksche polder Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Toelichting GGOR polder Berkel

Toelichting GGOR polder Berkel Toelichting GGOR polder Berkel Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd) MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015

Nadere informatie

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water WATERPARAGRAAF Onderwerp: Rentray Rekken Apeldoorn, Projectnummer: 2 november 2009 C01031.200803 Opgesteld door: M.J.C. Kerkhof Jonkman Gecontroleerd door: M. Swenne ARCADIS NEDERLAND BV Het Rietveld 59a

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

Toelichting GGOR Zuidpolder van Delfgauw

Toelichting GGOR Zuidpolder van Delfgauw Toelichting GGOR Zuidpolder van Delfgauw Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP]

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP] TOELICHTING INDICATIEVE SCENARIOBEREKENING Voor het herstel van de natuur in de N2000 gebieden zijn enkele indicatieve scenarioberekeningen uitgevoerd ter verkenning van het effect op het (kwantitatieve)

Nadere informatie

Integraal waterbeheer

Integraal waterbeheer lesdag onderwerp docent(en) Ochtend module 1: Waterkwantiteit & Middag module 2: Waterkwaliteit Lesdag 1 Ochtend - Integraal waterbeheer - Historisch perspectief - Modern waterbeheer, WB21 en KRW - Integrale

Nadere informatie

Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker

Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden 1. Inleiding Ingevolge artikel 19d van de Natuurbeschermingswet is het verboden zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk

Nadere informatie

Afstemming waterbeheer op functies en gebieden

Afstemming waterbeheer op functies en gebieden Afstemming op functies en gebieden Functie / Algemeen van toepassing op alle functies en en Landbouw Landbouw en landschap Natuur en landbouw Natuur en bos EHS Waterbeheer maakt het bedoelde gebruik van

Nadere informatie

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld Notitie Contactpersoon Inkie Goijer Datum 1 augustus 2008 Kenmerk N002-4579913IGO-evp-V03-NL 1.1 Inleiding De watertoets De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Kaarten Waterbelangen DM: 303052 1 Wateropgaven 2015 / 2027 Kaart 1. Gebieden met een WB21 wateropgave In 2005 is een studie wateropgave uitgevoerd (conform

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M.

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M. Landgoed De Hattert Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas Datum : 1 oktober 2010 Auteur Opdrachtgever : Ir. L.J.A.M. van Nierop : P. van Kempen VOORWOORD In opdracht van de heer

Nadere informatie

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat 2 4714 SK Sprundel

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat 2 4714 SK Sprundel Waterparagraaf Groenstraat 2, Sprundel projectnr. 166718 revisie 00 20 oktober 2006 Opdrachtgever De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat 2 4714 SK Sprundel datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens: UITGANGSPUNTEN NOTITIE Plan: Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: 8 woningen Holtenweg Vries Oppervlakte plangebied: 2185 m2 Toename verharding in plangebied: 400 m2 Kaartlagen geraakt: Ja Aanvrager

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008 ACHTERGRONDDOCUMENT Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen Juni 2008 Inhoud deel I BASISGEGEVENS 1. Bodem, grondwater en hydrologie 2. Historie van

Nadere informatie

Water in beeld. Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem

Water in beeld. Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem Water in beeld Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem Waterschap Brabantse Delta zorgt zowel voor de aan- en afvoer van water als ook voor de kwaliteit ervan. Zo kunnen recreanten op

Nadere informatie

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee datum 16-5-2013 dossiercode 20130516-34-6989 Tekenen: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Winsum Vragen: 1) Gaat het om een

Nadere informatie

Bodem en Water, de basis

Bodem en Water, de basis Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer

Nadere informatie

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING ACHTERSTRAAT VUGHT

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING ACHTERSTRAAT VUGHT ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING ACHTERSTRAAT VUGHT Beleid Kaderrichtlijn Water De Kaderrichtlijn water is een Europese richtlijn die moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van het oppervlakte-

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving Oude Diep

Gebiedsbeschrijving Oude Diep Gebiedsbeschrijving Oude Diep I. HET STROOMGEBIED Het waterlichaam Oude is een langzaam stromende meanderende beek. De oorsprong van deze beek ligt in het natuurgebied Mantinger Bos en Weiden. Het Oude

Nadere informatie

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Dinsdag 20 september 2011 Het Kompas te Smilde Programma van vanavond Tijd activiteit 19:30 start bijeenkomst 19:40 plenaire presentatie - voortraject

Nadere informatie

Roestig land. De Wijstgronden

Roestig land. De Wijstgronden Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets BIJLAGE 2 Resultaten watertoets Watertoets Ter voorbereiding van het actualiseringstraject van de bestemmingsplannen is een Plantoets Omgevingsaspecten 8) uitgevoerd. In het kader van deze plantoets heeft

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer Europees beleid De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat vanaf 2015 alle waterlichamen een "goede ecologische

Nadere informatie

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen Doel pilot GGOR: Gewogen Grondwater- en Oppervlaktewater Regime Verbetering waterhuishouding voor zowel landbouw als natuur Betere stuurbaarheid waterpeil in Buulder Aa Natuurlijker peilverloop (winter

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Theunis Osinga, Wetterskip Fryslân Wiebe Terwisscha van Scheltinga, Wetterskip Fryslân Johan Medenblik, Provincie Fryslân Leeuwarden,

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied Bijlage 2. Kaart hydrologische effecten Met een hydrolgisch model zijn de effecten van de waterhuishoudkundige maatregelen uit het

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00 Naar een nieuw Schoonebeekerdiep Denk mee, schets mee Waterschap Velt en Vecht wil graag een natuurlijker Schoonebeekerdiep dat meer water kan opvangen. Langs de beek blijft landbouw de belangrijkste bestemming.

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011:

Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011: Datum: 16-11-2011 Voorstelnummer: I8025 Onderwerp: voorstel peilgestuurde drainage Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011: 1. het dagelijks bestuur te adviseren over bijgevoegd

Nadere informatie

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Informatieavond, 9 december 2014 De Aanleg, Deurze 1 Programma 1. Welkom (Hendrik Oosterveld) 2. Doel van de avond

Nadere informatie

Onderwerp Evaluatie grondwaterbeleid: een tussenstand. Portefeuillehouder(s) J.H.J. van der Linden. Afdeling Beheer

Onderwerp Evaluatie grondwaterbeleid: een tussenstand. Portefeuillehouder(s) J.H.J. van der Linden. Afdeling Beheer DB-vergadering 24-04-2012 Agendapunt 7a Onderwerp Evaluatie grondwaterbeleid: een tussenstand Portefeuillehouder(s) J.H.J. van der Linden Afdeling Beheer Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan

Nadere informatie

BETROKKENHEID waterschap Hunze en Aa's

BETROKKENHEID waterschap Hunze en Aa's UITGANGSPUNTEN NOTITIE PLAN: Lunchroom Kathodeweg Stadskanaal Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: Het betreft een onbebouwd gebied aan de Kathodeweg te Stadskanaal waarop een lunchroom zal worden

Nadere informatie

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer BIJLAGE BO-1 Beleidskader omslag van minder verwerving naar meer beheer 1. Inleiding Het kabinet heeft vastgesteld dat realisatie van de nog aan te leggen nieuwe natuurgebieden in de EHS voor een groter

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde

NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde NOVEMBER 2004 Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde Colofon In opdracht van Uitvoering Redactie Tekst Vormgeving Fotografie Datum 1 november 2004 Status definitief concept Nummer IKS-04-500

Nadere informatie

Hatertse en Overasseltse Vennen

Hatertse en Overasseltse Vennen Hatertse en Overasseltse Vennen Maatregelplan aanpak verdroging en natuur Harro Kraal Waterschap Rivierenland Beleid Rijksbeleid TOP-gebieden EHS Provinciaal Waterhuishoudingsplan Actiegebieden Waterberging

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

Vergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998. M.M. Nouwen. Zaaknummer: 2015-0066

Vergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998. M.M. Nouwen. Zaaknummer: 2015-0066 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 M.M. Nouwen Zaaknummer: 2015-0066 Kenmerk: 2015/23767 d.d. 16 april 2015 Verzonden: 1. Aanvraag Bij brief

Nadere informatie

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden 1. Inleiding Ingevolge artikel 19d van de Natuurbeschermingswet is het verboden zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst PWO Zuid-Beveland-Oost. 26 november 2012

Informatiebijeenkomst PWO Zuid-Beveland-Oost. 26 november 2012 Informatiebijeenkomst PWO Zuid-Beveland-Oost 26 november 2012 Luc Mangnus Lid dagelijks bestuur waterschap Scheldestromen WELKOM inhoud Kader Planvorming wateropgave Inbreng van de streek Resultaten analyses

Nadere informatie

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk Waterplan Land van Cuijk 1 Inhoud Waterplan land van Cuijk: 1. Waarom het 2. Wat is het 3. Totstandkoming 4. Communicatie over 5. Uitvoeringsprogramma 6. Vragen 2 1 Raad gemeente Heeft u nog iets te kiezen?

Nadere informatie

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering BIODIVERSITEIT RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering DUURZAME ONTWIKKELING INTEGRAAL WATERBEHEER BIODIVERSITEIT Wat? Belang?

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan. Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan. Deze folder gaat over het herstellen van natte natuurparels in Noord-Brabant.

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling notitie Drainage en beregening Natura 2000-gebieden

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling notitie Drainage en beregening Natura 2000-gebieden PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Drenthe. Nr. 543 1 februari 2016 Vaststelling notitie Drainage en beregening Natura 2000-gebieden Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 15 december

Nadere informatie

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen B i j l a g e 2 : G e l d e n d w a t e r b e l e i d Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen Inhoudsopgave Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen 1 Inhoudsopgave 1 1 Europees Waterbeleid

Nadere informatie

Peilgestuurde drainage

Peilgestuurde drainage Peilgestuurde drainage Water: de onmisbare productiefactor Met nieuwe drainagetechnieken krijgen agrariërs en tuinders, net als met stuwtjes in sloten, meer mogelijkheden om regenwater vast te houden.

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De

Nadere informatie

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld Perry de Louw (Deltares) Jan van Bakel (De Bakelse Stroom) Judith Snepvangers (Landschap Overijssel) Natura2000-gebied Boetelerveld

Nadere informatie

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Sillekens Landbouwbeheer B.V.

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Sillekens Landbouwbeheer B.V. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 Sillekens Landbouwbeheer B.V. Zaaknummer: 2016-0602 Kenmerk: 2016/44280 d.d. 16 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

De beleidsopgave vanaf 1990

De beleidsopgave vanaf 1990 1 De beleidsopgave vanaf 1990 Kustzone Slufter in de duinenrij bij Bergen, bij (hoge) vloed kan zeewater in de eerste duinvallei binnenstromen. Dit biedt een geschikt milieu voor veel zeldzame (planten)soorten.

Nadere informatie

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure) datum 14-9-2015 dossiercode 20150914-63-11571 Samenvatting watertoets (korte procedure) In dit document vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens op de website www.dewatertoets.nl. De toets

Nadere informatie

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE Aanleiding Bij de tot standkoming van de eerste stroomgebiedbeheerplannen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW)

Nadere informatie

Regelingen in water: (vloei)stof tot denken

Regelingen in water: (vloei)stof tot denken Regelingen in water: (vloei)stof tot denken Bijeenkomst VAB Doorwerth, 24 november 2016 Berend ten Brinke Eize Drenth Ellen Zwakenberg Voorstellen Ellen Zwakenberg Eize Drenth Berend ten Brinke Inleiding

Nadere informatie

Omklappen van natuur. Omklappen van natuur: een ruil van status met natuur op de plek met het meeste rendement.

Omklappen van natuur. Omklappen van natuur: een ruil van status met natuur op de plek met het meeste rendement. Omklappen van natuur Procedures aanpassen om kansen te pakken, en hoe natuur het meeste rendement heeft via een meer-sporen-aanpak Foto Waterschap Limburg Korte introductie Het concept omklappen van natuur

Nadere informatie

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal Inhoud presentatie Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal 1. Aanleiding 2. Het gebied 3. Doel van het project 4. Ontwerpproces en uitdagingen 5. Voorbeelden Frank Gerritsen, projectmanager

Nadere informatie

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL Inleiding Sinds 1 november 2003 is het wettelijk verplicht, in het kader van het Besluit Ruimtelijke Ordening, een watertoets te verrichten. In

Nadere informatie

Besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997

Besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997 Besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997 Nummer : 2005-2925 Venlo, Bijlage(n) : - Op 12 mei 2005 is een verzoek binnengekomen van Kuypers Infra B.V., postbus 7844,

Nadere informatie

Ontwerp Projectplan Waterwet voor het project Uitvoering GGOR Havikerwaard, aanpassing waterhuishouding Middachterbroek en Ellecomse Polder

Ontwerp Projectplan Waterwet voor het project Uitvoering GGOR Havikerwaard, aanpassing waterhuishouding Middachterbroek en Ellecomse Polder Toelichting Ontwerp Projectplan Waterwet voor het project Uitvoering GGOR Havikerwaard, aanpassing waterhuishouding Middachterbroek en Ellecomse Polder Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Doelen... 2 3. Werking

Nadere informatie

Topsoil. Korte introductie

Topsoil. Korte introductie Topsoil Korte introductie TOPSOIL is een Europees INTERREG subsidieproject. Het is een samenwerking tussen waterschappen, wetenschappers, overheden en stakeholders uit Nederland, België, Duitsland, Denemarken

Nadere informatie

Kaart 1 - Landgebruik

Kaart 1 - Landgebruik Heteren Landgebruik 1 - agrarisch gras 2 - mais 3 - aardappelen 4 - bieten 5 - granen 6 - overige landbouwgewassen 8 - glastuinbouw 9 - boomgaarden 10 - bloembollen 11 - loofbos 12 - naaldbos 16 - zoet

Nadere informatie

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Aequator Groen & Ruimte bv Opzet presentatie Wat is het belang van een goede waterhuishouding? Wat is een optimale

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland datum 14-9-2018 dossiercode 20180913-34-18746 STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: Legalisatie damwanden Garmpoleiland Oppervlakte

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente 2e ontwerpatelier locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug 5 locatiesin beeld Proces Principes waterwinning Bestaande

Nadere informatie

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Sillekens Landbouwbeheer B.V.

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Sillekens Landbouwbeheer B.V. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Sillekens Landbouwbeheer B.V. Zaaknummer: 2015-1607 Kenmerk: 2015/95865 d.d. 17 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

Koolveen Toelichting watertoets

Koolveen Toelichting watertoets Koolveen Toelichting watertoets projectnr. 197546 revisie 2 7 juni 2010 Opdrachtgever Natuurmonumenten T.a.v. R. Schuiling Postbus 764 9400 AT Assen datum vrijgave beschrijving revisie 2 goedkeuring vrijgave

Nadere informatie

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe PROJECTPLAN WATERWET Datum 14 december 2015 Projectnummer P205508 Onderwerp Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het

Nadere informatie

33.116 m2 Toename verharding in plangebied: 350 m2 Het plangebied ligt in:

33.116 m2 Toename verharding in plangebied: 350 m2 Het plangebied ligt in: Digitale watertoets: Code: 20101212-33-2805 Datum: 2010-12-12 Waterschap kenmerk: IN2010-5379 W. Heijnen STANDAARD WATERPARAGRAAF PLAN: Schapenhouderij Holtstraat 44 (Mts. Plas) te Weerdinge Algemene projectgegevens:

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Bodem & Klimaat Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Jaartemperaturen en warmterecords in De Bilt sinds het begin van de metingen in 1706 Klimaatverandering KNMI scenarios Zomerse dagen Co de Naam

Nadere informatie